NADERE TOEGANG 206 ARCHIEF LOOPUYT
Kasboek van de Branderij Sirag van Banken Lassis, 1821 door C. van der Tuijn transcriptie inv. nr. 1113 Rekening,bewijs en reliqau die bij dezen diende,zijn,Hermanus van Bolés van Baarland,Adrianus Poort en Jan Loopuijt,allen woonende te Schiedam,als gemagtigde zoo van Sierag van Banken & Comp;gewezene koornwijnstooker te Schiedam voornt;als van der zelver crediteuren,van deszelfs ontfangen en uitgaven,mitsgaders gehouden adminitratie in het continueeren der werkzaamheden met de branderij van gemelde Sirag van Banken Lassis & Comp;aan de gezamtlijke concurrente crediteuren,van de zoo even gemelde compagnieschap,zijnde deze gesteld in guldens van twintig stuivers,stuivers en penningen van dien naar advenant.Dit vooraf gemeld hebbende werd als nu getreden tot den ,ontfang van diverse is door de heer J Loopuijt,als belast met de incasseerringen en uitgaven,blijkens rekening courant en balance der branderije,ontfangen eene somma van zes duizend vier honderd zeven en vijftig guldens en vijftien stuivers,dus........................................................................................................................................ f 6457.15.-. Ontfangen van Nicolaas van Ophemert,woonende te Rotterdam,het geene denzelven wegens leverantie van genever aan de gewezene compagnieschap schuldig was,eene somma van tien guldens, dus ............................................................................................................................................................ f 10.-.-. Ontfangen van de heer Jan Dijkmans junior te Schiedam,wegens acht en een halve maand huur ter berging van kolen op de opene grond tot vijftien guldens per maand,na aftrek van het gegevens fooijtje eene somma van een hondert zeven en twintig guldens en vier stuivers,dus ............................................................ f 127.4.-. Ontfangen van de heeren Graham & Comp;te Rotterdam,ter voldoening van bij de gewezene compagnieschap geleverd gedistilleerd,eene somma van drie hondert negen guldens vijftien stuivers, dus ...................................................................................................................................................... f 309.15.-. Transport f 6904.14.-. Ontfangen van de heer Jan David Meijer,te Schiedam,wegens kooppenningen van de branderijen en opene grond,eene somma van tien duizend twee hondert en twintig guldens,dus ............................ f 10220.-.Ontfangen van denzelven wegens overgenomene goederen ect;bij de branderij op den dag der aanvaarding,voorhanden,eene somma van een duizend twee honderd vijf en zestig guldens en drie stuivers,dus.......................................................................................................................................... f 1265.3.-. Ontfangen van de zelven,wegens bedongen restitutie,van een gedeelte der grondlasten ect;eene somma van dertig guldens,dus ............................................................................................................................. f 30.-.-. Anthonij Hodenpijl,is aan de gewezen compagnieschap schuldig,eene somma van een honderd een en twintig guldens en vijf stuivers,welke niet is kunnen worden geincasseerd,blijft dienvolgende gereserveerd en ten behoeven van de conrurrenti crediteuren is ’t gemeen,als mede zekere somma van twaalf honderd vijf en tagtig guldens vier stuivers en agt penningen,ten lasten van Sirag van Banken Lassis,als zijnde deze somma betaald aan de weduwe Pieter Freteris te Delft,ter voldoening van zeker hijpotheecq,met de interessen en kosten daar onder begrepen,door denzelven Sirag van Banken Lassis in zijn prive opgenomen,de branderijen ect;speciaal verbonden,en door hem verzwegen t geene alhier dient voor Memorie. Den geheele ontfang dezer rekening bedraagd eene somma van agtien duizend vier honderd negentien guldens en zeventien stuivers, ........................................................................................................ f 18419.17.-. Uitgaaf tegens de voren staande ontfang. Aan diverse,is door de heer J.Loopuijt als belast met de incassseeringen en uitgaven blijkens rekening courant en balance,der branderij,betaald eene somma van zeven duizend een honderd zes en twintig guldens en agtien stuivers,dus .......................................................................................................... f 7126.18.-.
NADERE TOEGANG 206 Betaald aan de heer S.van den Bosch,ontfangen van de in en uitgaande regten en accijnsen voor de fabricagie ten geheele afbetaling aan het rijk verschuldigd,eene somma van drie duizend een honderd agt en tagtig guldens en dertien stuivers, ................................................................................................ f 3188.13.-. Betaald aan de heer Mertz wegens boekhuodersloon en klein verschot,bij de gewezene compagnieschap,eene somma van negen en zeventig guldens en zes stuivers,dus ............................ f 79.6.-. Betaald aan de heer Cornelis Barnouw,wegens toegelegd salaris,wegens het boekhouden tot belang der gezamentlijke concurrente crediteuren,eene somma van twee en vijftig gulden,dus .............................. f 52.-.-. Transport f 10446.17.-. Aan den zelven betaald deszelfs voorschot,blijkens saldo op de transport balance den branderij,eene somma van negen en dertig guldens en zes stuivers,dus ..................................................................... f 39.6.-. Betaald aan de heer Martinus van Pelt voor de afschrijving als mede lid ter verpligting in brandschade,eene somma van drie guldens,dus...................................................................................................................... f 3.-.-. Betaald aan de Rijks,grond en stedelijke belastingen,patent ect;eene somma van twee honderd vier guldens en dertien stuivers,dus ....................................................................................................................... f 204.13.-. Betaald wegens slootgeld van de eene waterloop,een somma van drie guldens en vier stuivers, dus ..............................................................................................................................................................f 3.4.-. Betaald als boven voor de andere waterloop,eene somma van negen guldens,dus................................. f 9.-.-. Betaald aan den heer Willem ’t Hart en Elisabeth Schieveen wedewe Pieter Visser hunne hijpothecaire inschrijving met de intressen daarbij gevoegd,eene somma van zes en twintig honderd negen guldens en vijftien stuivers,dus ........................................................................................................................... f 2609.15.-. Transporteeren f 13315.15.-. Betaald aan vrouwe de weduwe Pieter Freteris te Delft,haare hijpothecaire inschrijving,met de intereessen en kosten daar bij gevoegd,eene somma van een duizend twee honderd vijf en tagtig guldens vier stuivers en agt penningen,dus .......................................................................................................................... f 1285.8.-. Betaald aan de heer S.F.Vorenboers,procureur bij de regtbank van eersten zitting houdende te Rotterdam,zijn declaratie van salaris en verschot in het bevorderen van homologatie en benoeming van notaris tot de verkoop der branderij ect;eene somma van een honderd twaalf guldens en vijftien stuiver, dus ........................................................................................................................................................f 112.15.-. betaald aan de notarissen Gagestein en Bremmer,hunne gecombineerde declaratie van salaris,eene somma van twee honderd negentien guldens en zestien stuivers,dus ............................................... f 219.16.-. transporteeren f 14933.10.8. betaald aan de notaris Gagestein,zijne verschotten zoo van den heer vrederegter en deszelfs griffier en deurwaarder,als de advocaten Lentfrink en Adrianus Bakker,kamerhuuren ect;eene somma van een honderd vier en twintig guldens en negen stuivers,dus ........................................................................ f 124.9.-. Betaald aan den notaris Bremmer,wegens afzonderlijke vacatien,passeeren van roijementen,en daarop gevolgde verschotten,een somma van dertig guldens,dus ...................................................................... f 30.-.-. Betaald aan de procureur Burger te Rotterdam,wegens geneeriteerd salaris en verschot,in de zaken van de heer J.D.Virulij,eene somma van zes en negentig guldens zeven stuivers en agt penningen, dus ........................................................................................................................................................... f 96.7.8. Betaald aan denzelven,als voren,in de zake van de heer L.H.Virulij,eene somma van een honderd dertien guldens elf stuivers en agt penningen,dus .......................................................................................... f 113.11.8. Betaald aan de heer M.S.H.Vernede,wegens met de gemagtigde,gehoudene besoignes en waarnemen der
NADERE TOEGANG 206 Transporteeren f15297.18.8. comparitie eene somma van tien guldens en zestien stuivers,dus ...................................................... f 10.16.-. Betaald aan den procureur Groshans,te Rotterdam,wegens vacatien en besoignes met Sirag van Banken Lassis op het accoord,eene somma van tien guldens,dus ...................................................................... f.10.-.-. Betaald aan de heer Abraham van Pelt,als boekhouder van de moolen de Star voor maalloon,van de maanden April,Meij en Junij 1821 eene somma van vijf en zestig guldens negen stuivers, dus ........................................................................................................................................................... f 65.9.-. Aan de zelven betaald,als voren,van de maanden Julij,Augustus enSeptember eene somma van drie en zestig guldens en agtien stuivers,dus .................................................................................................. f 63.18.-. Aan den zelven betaald,als voren,voor de maanden October en November,eene somma van twintig guldens zes stuivers,dus ....................................................................................................................................... f 20.6.-. Betaald aan de heer Jan Dijkmans,als boekhouder van de moolen de Walvisch voor maal Transporteeren f 15468.7.8. Betaald aan de heer Jacobus van der Schalk,makelaar als voren,eene somma van vijf guldens en veertien stuivers,dus ............................................................................................................................................. f 5.14.-. Betaald aan Willemz Hart,Mr.timmerman eene somma van zeventien guldens vier stuivers en agt penningen,dus ........................................................................................................................................ f 17.4.8. Betaald aan Maarten van der Schouw,Mr.metzelaar,eene somma van agt en dertig guldens zeventien stuivers en agt penningen,dus............................................................................................................... f 38.17.8. Betaald aan Johannes van der Pauwert,Mr loodgieter eene somma van zeven guldens en vier stuivers, dus .............................................................................................................................................................f 7.4.-. Betaald aan A.G.Bake & Co.Mr.koperslagers,eene somma van zeven guldens,dus ................................ f 7.-.-. Betaald aan Hendrik Rozestraten.Mr.kuiper eene somma van vijftien guldens tien stuivers agt penningen,dus ....................................................................................................................................... f 15.10.8. Transporteeren f 15802.5.-. Betaald aan Willem van der Knaap.Mr.smit eene somma van tien guldens en drie stuivers, dus ............................................................................................................................................................f 10.3.-. Betaald aan Adam Gouda graan oppasser eene somma van agt guldens eene stuiver en twaalf penningen,dus ......................................................................................................................................... f 8.1.12. En laatstelijk betaald voor buiten gewoone besoignes,vacatien & conferentie,mitsgaders opmaken van deze rekening,inschrijving der concurrente crediteuren en afzonderlijke quitantien met de verschot ten eene somma van agt en tagtig guldens tien stuivers twee en twee vijde penning,dus ............................. f 88.10.2 2/5 Den geheelen uitgaaf dezer rekening bedraagd eene eene somma van vijftien duizend negen honderd acht guldens negentien stuivers veertien en twee vijfde penning,dus .............................................f 15908.19.14 2/5 Recapitulatie. Den ontfang dezen rekening bedraagd zoo als hier voren blijkt eene somma van negentien duizend vier honderd negentien guldens zeventien stuivers,dus .......................................................................... f 1819.17.-. En den uitgaaf heeft beloopen eene somma van vijftien duizend negen honderd agt guldens negentien stuivers,veertien en twee vijfde penning,dus ............................................................................f 15908.19.14 2/5
NADERE TOEGANG 206 Blijkt dien volgende dat meerder is ontfangen dan uitgegeven eene somma van twee duizend vijf honderd tien guldens zeventien stuivers en een drie vijfde penning,dus ..................................................f 2510.17 1 3/5 Welke somma ponds gelijke moet worden verdeeld aan de navolgende bekende en ingetekende concurrente crediteuren te weten; Den heer Rendant van rekening Hermanus van Bol’es van Baarland met eene somma van, dus f 2135.16.-. Den heer Rendant van rekening Adrianus Poort met f 739.-.Transporteeren f 2874.16.-. Den heer Renant van rekening Jan Loopuijt met een somma van f 3095.5.-. Den heer Cornelis Bakker met f 17.8.-. Den heer Jacobus van der Schalk met f 4.4.-. Den heer Mr S.H.Vernede met f 12.-.-. Den heer S.P.Pichot L.Espinasse met f 55.1.-. Den heer Simon Rijnbende met f 504.-.-. Den heer Heereman & de Greve met f 212.-.-. Den heer J.D.Virulij met f 620.2.-. De heeren de weduwe Hubert &van Rijkevorsel met f 520.16.-. De heeren Waterschoot en Lindeman met f 172.7.8. Adam Gouda met f 14.4.8. Cornelis Huiswaard met f 46.11.-. Johannes van der Pauwert met f 73.18.8. Arij van der Plas met f 108.2.-. Arij van Melaan & zoon met f 115.5.-. Hendrik Rozestraten met f 140.6.-. A.G.Bake & comp;met f 340.1.-. Willem van der Knaap met f 215.3.-. Maarten van der Schouw met f 452.11.-. En Willem ’t Hart met f 1980.-.-. Bedragende alle de ingetekende de corcurrente crediteuren eene somma van twaalf duizend vijf honderd vier en vijftig guldens vijf stuivers en agt penningen,dus f 12554.5.8. En beloopende twintig percent van ieders der ingetekende concurrente crediteuren respective pretentien. Deze rekening opgemaakt en ter examinatie met de bescheijden daarbij gehoorende overlegd aan dezelve hier boven genoemde concurrente crediteuren van Sirag van Banken Lassis gewezene koornwijnstoker te Schiedam. e Heden den 13 Julij 1822. Schoorn.H.Bol’es .Poort. Ik ondergetekende Hermanus van Bol’es van Baarland bekenne bij deze uit handen van den heer Jan Loopuijt ontfangen te hebben twintig percent mijner pretensie en mitsdien eene somma van vier honderd zeven en twintig guldens drie stuivers drie en een vijfde penning waarvoor deze dient tot quitantie. H.Bol’es. Ik ondergetekende Adrianus Poort bekenne bij deze uit handen van de heer Jan Loopuijt ontfangen te hebben twintig percent mijner pretensie en mitsdien eene somma van een honderd zeven en veertig guldens en zestien stuivers waarvan deze dient tot quitantie. A.Poort. Ik ondergetekende Cornelis Bakker verklare bij deze de vorenestaande rekening en verantwoording te hebben geexamineerd in ordre bevonden dienvolgende dezeklve te approbeeren en van waarde te zullen houden voorts bekene ik uit handen van de heer Jan Loopuijt ontfangen te hebben twintig percent mijnen pretensie en mitsdien een somma van drie guldens negen stuivers negen en drie vijfde penning waarvoor deze dient tot quitantie. Corn;Bakker Ik onergetekende Jacob van der Schalk verklare bij deze de vorenstaande rekening en verantwoording te hebben geexamineerd in ordre bevonden;dienvolgende dezelve te approbeeren en van waarde te zullen houden,voorts bekenne ik uit handen van de heer Jan Loopuijt ontfangen te hebben twintig percent mijnen
NADERE TOEGANG 206 pretentie en mitsdien eene somma van zestien stuivers twaalf en vier vijfde penning waarvoor deze dient tot quitantie. J.v.d.Schalk. Ik ondergetekende Mr. S.H.Verneda verklare bij deze de vorenstaande rekening en verantwoording te hebben geexamineerd in ordre bevonden,dien volgende dezelve te approbeeren en van waarde te zullen houden;voorts bekenne ik uit handen van den heer Jan Loopuijt ontfangen te hebben twintig percent mijnen prentensie eene somma van eene gulden zes stuivers zes en twee vijde penning waarvoor deze dient tot quitantie. S.H.Verneda. Ik ondergetekende S.P.Pichot L.Espinasse verklare bij deze de vorenstaande rekening en verantwoording te hebben geexamineerd in ordre bevonden,dienvolgende dezelve te approbeeren en van waarde te zullen houden,voorts bekenne ik uit handen van de heer Jan Loopuijt ontfangen te hebben twintig percent mijnen pretensie en mitsdien eene somma van elf guldens drie en een vijfde penning waarvoor deze dient tot quitantie. J.P.Pichot L.Espinasse. Ik ondergetekende Simon Rijnbende verklare bij deze de vorenstaande rekening en verantwoording te hebben geexamineerd in ordre bevonden dienvolgende dezelve te approbeeren en van waarde te zullen houden,voorts bekenne ik uit handen van den heer Jan Loopuijt ontfangen te hebben twintig percent mijnen pretensie en mitsdien een somma van een honderd guldens en zestien stuivers waarvoor deze dient tot quitantie. Simon Rijnbende. Wij ondergetekenden Heereman & de Greve verklaren bij deze de vorenstaande rekening en verantwoording te hebben geexamineerd in ordre bevonden dienvolgende dezelve te approbeeren en van de waarde te zullen houden;voorts bekenne wij uit handen van den heer Jan Loopuijt ontfangen te hebben twintig percent onzer pretensie en mitsdien eene somma van twee en veertig guldens acht stuivers waarvoor deze dient tot quitantie. Heereman & de Greve. Ik ondergetekende L.H.Virulij verklare bij deze de onderstaande rekening en verantwoording te hebben geexamineerd in ordre bevonden dienvolgende dezelve te approbeeren en van waarde te zullen houden;voorts bekenne ik uit handen van de heer Jan Loopuijt ontfangen te hebben twintig percent mijnen pretensie en mitsdien eene somma van een honderd zeven en negentig guldens twee stuivers zes en twee vijfde penning waarvoor deze dient tot quitantie. L.H.Virulij. Ik ondergetekende J.D.Virulij verklare bij deze de vorenstaande rekening en verantwoording te hebben geexamineerd in ordre bevonden dienvolgende dezelve te approbeeren en van waarde te zullen houden;voorts bekenne ik uit handen van de heere Jan Loopuijt ontfangen te hebben twintig percent mijnen pretensie en mitsdien een somma van een honderd vier en twintig guldens zes en twee vijfde penning waarvoor deze dient tot quitantie. j.p.J.D.Verulij Jan Verulij. Wij ondergetekenden weduwe Hubert en van Rijkevorsel verklaren bij deze de vorenstaande rekening en verantwoording te hebbeb geexamineerd in ordre,dienvolgende dezelve te approbeeren,en van waarde te zullen houden;voorts bekennen wij uit handen van de heer Jan Loopuijt ontfangen te hebben twintig percent onze pretensie en mitsdien een somma van een honderd vier guldens drie stuivers drie en een vijfde penning waarvoor deze dient tot quitantie. W.Hubert van Rijkevorsel. Wij ondergetekende Waterschoot & Lindeman verklaren bij deze de vorenstaande rekening en verantwoording te hebben geexamineerd in ordre bevonden,dienvolgende dezelve te approbeeren en van waarde te zullen houden;voorts bekennen wij uit handen van de heer Jan Loopuijt ontfangen te hebben twintig percent onzer pretensie en midsdien een somma van vier en dertig guldens negen stuivers en agt penningen waarvoor deze dient tot quitantie. Waterschoor & Lindeman.
NADERE TOEGANG 206
Ik ondergetekende Adam Gouda verklare bij deze de vorenstaande rekening en verantwoording te hebben geexamineerd in ordre bevonden dienvolgende dezelve te approbeeren en van waarde te zullen houden;voorts bekenne ik uit handen van de heere Jan loopuijt ontfangen te hebben twintig percent mijnen pretensie en mitsdien eene somma van twee guldens zestien stuivers veertien en twee vijfde penning waarvoor deze dient tot quitantie. Adam Gouda. Ik ondergetekende Cornelis Huiswaard verklare bij deze de vorenstaande rekening en verantwoording te hebben geexamineerd in ordre bevonden;dienvolgende dezelve te approbeeren en van waarde te zullen houden;voorts bekenne ik uit handen van de heere Jan Loopuijt ontfangen te hebben twintig precent mijnen pretensie en mitsdien eene somma van negen guldens zes stuivers drie en een vijfde penning waarvoor deze dient tot quitantie. Cornelis Huiswaard. Ik ondergetekende Johannes van der Pauwert verklare bij deze de onderstaande rekening en verantwoording te hebben geexamineerd in ordre bevonden,dienvolgende dezelve te approbeeren en van waarde te zullen houden,voorts bekennen ik uit handen van de heer Jan Loopuijt ontfangen te hebben twintig percent mijnen pretensie en mitsdien eene somma van veertien guldens vijftien stuivers elf en een vijfde penning waarvoor deze dient tot quitantie. Joh;van der Pauwert. Ik ondergetekende Arij van der Plas verklare bij deze de vorenstaande rekening en verantwoording te hebben geexamineerd in ordre bevonden;voorts bekenne ik uit handen van den heer Jan Loopuijt ontfangen te hebben twintig percent mijnen pretensie en mitsdien een somma van een en twintig guldens twaalf stuivers stuivers zes en twee vijfde penning waarvoor deze dient tot quitantie. A.v.d.Plas. Wij ondergetekende Arij van Milaan & Zoon verklaren bij deze de vorenstaande rekening en verantwoording te hebben geexamineerd in ordre bevonden dienvolgende dezelve te approbeeren en van waarde te zullen houden;voorts bekennen wij uit handen van de heer Jan Loopuijt ontfangen te hebben twintig percent onzer pretensie en mitsdien eene somma van drie en twintig guldens eene stuiver waarvoor deze dient tot quitantie. Arij van Milaan en Zoon. Ik ondergetekende Hendrik Roozestraten verklare bij deze vorenstaande rekening en verantwoording te hebben geexamineerd in ordre bevonden;dienvolgende dezelve te approbeeren en van waarde te zullen houden;voorts bekenne ik uit handen van de heer Jan Loopuijt ontfangen te hebben twintig percent mijnen pretensie en mitsdien eene somma van agt en twintig guldens eene stuiver drie en een derde penning waarvoor deze dient tot quitantie. Hendrik Rozestraten. Wij ondergetekende A.G.Bake & Comp;verklaren bij deze de vorenstaande rekening en verantwoording te hebben geexamineerd in ordre bevonden,dienvolgende dezelve te approbeeren en van waarde te zullen houden;voorts bekennen wij uit handen van de heer Jan Loopuijt ontfangen te hebben twintig percent onzer pretensie en mitsdien eene somma van agt en zestig guldens drie en een derde penning waarvoor deze dient tot quitantie. A.G.Baake & Comp; Ik ondergetekende Cornelis Leenmans als executeur in de boedel van Willem van der Knaap verklare bij deze de vorenstaande rekening en verantwoording te hebben geexamineerd in ordre bevonden,dienvolgende dezelve te approbeeren en van waarde te zullen houden;voorts bekenne ik uit handen van den heer Jan Loopuijt ontfangen te hebben twintig percent mijnen pretensie en mitsdien eene somma van drie en veertig guldens negen en drie vijfde penning waarvoor deze dient tot quitantie . e Ontfangen den 15 Julij 1822. Korn;Leenman q.q. Ik ondergetekende Maarten van der Schouw verklare bij deze de vorenstaande rekening en verantwoording te hebben geexamineerd in ordre bevonden;dienvolgende dezelve te approbeeren en van waarde te zullen houden;voorts bekenne ik uit handen van den heer Jan Loopuijt ontfangen te hebben twintig percent mijnen
NADERE TOEGANG 206 pretensie en mitsdien eene somma van negentig guldens tien stuivers drie en een vijfde penning waarvoor deze dient tot quitantie. M.van der Schouw. Ik ondergetekende Willem ’t Hart verklare bij deze de vorenstaande rekening en verantwoording te hebben geexamineerd in ordre bevonden;dienvolgende dezelve te approbeeren en van waarde te zullen houden;voorts bekenne ik uit handen van den heer Jan Loopuijt ontfangen te hebben twintig percent mijnen pretensie en mitsdien eene somma van drie honderd zes en negentig guldens waarvoor deze dient tot quitantie. Willem ’t Hart.