Industrie ING Economisch Bureau
Kansen in turbulente tijden
Actief werkkapitaalbeheer juist nu lonend Naar verwachting daalt de industriële productie dit jaar met bijna 13%. Hoe gaat u als ondernemer om met deze terugval? Op welke manier probeert u de schade voor uw bedrijf zo beperkt mogelijk te houden? De flexibele schil is er bij veel bedrijven al af. Velen zien zich gedwongen ook andere kosten onder de loep te nemen. In de industrie blijken de werkkapitaalkosten momenteel veel sneller toe te nemen dan in andere sectoren. Tijd dus om uw werkkapitaal actief te gaan beheren. Onvoldoende voor economie Het economisch klimaat is in korte tijd sterk verslechterd en wordt door ondernemers gemiddeld gewaardeerd met een 5,8. Industriële ondernemers zijn nog pessimistischer en komen gezamenlijk niet verder dan een 5,4. De sterke tegenwind vraagt grote flexibiliteit van ondernemers en hun bedrijf. Maar hoe gaat u hiermee om? Door flexwerkers naar huis te sturen? Is deeltijd-WW een reële optie? Stelt u investeringen alleen even uit of heeft u al fors in de vaste kosten gesneden? Vrijwel iedere ondernemer wordt in meer of mindere mate geconfronteerd met negatieve gevolgen van de economische neergang. Een gedegen inventarisatie van mogelijke kostenbesparingen is nodig om het slechte weer het hoofd te kunnen bieden.
staande rekeningen wellicht nog even snel verwerkt. Uw financiële middelen blijven dan langer in het bedrijfsproces vastzitten, wat ten koste gaat van uw financiële bewegingsruimte. Aanvullende financiering kan dan noodzakelijk zijn. Industrie op alle fronten zwaarder geraakt Als we kijken naar de invloed die de economische neergang uitoefent op dergelijke werkkapitaalkosten, dan blijkt dat de industrie het zwaarder te verduren heeft dan andere sectoren (figuur 1). Uit een recente enquête onder ruim 3.000 Nederlandse ondernemers is namelijk gebleken dat zowel het betalingsgedrag van afnemers, als het leverancierskrediet zich in de industrie ongunstiger ontwikkelt dan in andere sectoren. Ook over de ontwikkeling van de voorraden zijn industriële ondernemers duidelijk minder positief dan ondernemers in andere sectoren. Figuur 1 Ontwikkeling betalingsgedrag afnemers, leverancierskrediet en voorraden -60%
-45%
-30%
-15%
0%
15%
30%
Overig bedrijfsleven Totaal Industrie
Industriebranches:
Werkkapitaalkosten lopen sluipenderwijs op Bij het zoeken naar besparingsmogelijkheden is het goed om ‘out of the box’ te denken. Zo wordt vaak vergeten dat ook geld kan worden bespaard door op sluipende kostenstijgingen te letten. Maandelijkse salarisbetalingen vormen een goed zichtbare kostenpost waarop, indien nodig, flink bezuinigd kan worden. Naast de vaak omvangrijke personeels-, inkoopen afschrijvingskosten, verdienen werkkapitaalkosten extra aandacht in turbulente tijden. Deze kostencategorie kan sterk oplopen doordat klanten steeds later betalen, terwijl u open-
Consumentengoederen Halffabricaten Investeringsgoederen Betalingsgedrag afnemers Kredietverlening door leveranciers Voorraadpositie
Bron: ING Enquête Week van de Ondernemer 2009 *saldo van ondernemers dat een gunstige c.q. ongunstige ontwikkeling signaleert
Vooral minder betalingsdiscipline bij afnemers De grootste afwijking met andere sectoren vertoont de betalingstermijn van debiteuren. Ondernemers in de industrie zien hun afnemers steeds later betalen. Per saldo signaleert bijna 40% een oplopende debiteurentermijn. Tegenover minder dan 20% in de overige bedrijfssectoren. De ontwikkeling van leverancierskrediet en voorraden loopt in de industrie minder achter bij andere sectoren. Investeringsgoederen en halffabricaten blijven achter De consumentengoederenindustrie ontwikkelt zich relatief gunstig. Hoewel het leverancierskrediet in deze branche een vergelijkbare ontwikkeling laat zien als bij producenten van halffabricaten en investeringsgoederen, onderscheidt zij zich op een positieve manier als het over betalingsgedrag en voorraden gaat. De stabiele vraag naar niet-duurzame producten als voedingsmiddelen draagt bij aan dit afwijkende beeld. Deze vraag blijft beter op peil, terwijl de vraag naar duurzame consumentengoederen, investeringsgoederen en halffabricaten sterk is ingezakt. Producenten van deze goederen moeten meer middelen vrijmaken om de grotere werkkapitaalbehoefte te kunnen financieren. Werkkapitaalbeheer onderbelicht De aandacht voor werkkapitaal lijkt aan veel industriële ondernemers voorbij te gaan. Sectorbreed geeft slechts een minderheid aan meer te gaan focussen op werkkapitaalaspecten. Alleen het minimaliseren van voorraadkosten behoort dit jaar tot de topprioriteiten van de industrie. Daarin onderscheidt de sector zich positief van andere sectoren. Het aanpassen van leveringscondities en betalingstermijnen blijft echter ook in de industrie een ondergeschoven kindje. En dat terwijl een goed beheer hiervan wel degelijk en soms relatief eenvoudig kan bijdragen tot het verlagen van de kosten. Denk daarbij aan snellere facturering, scherpere incassoprocedures en inschakeling van gespecialiseerde partijen. Verder kunt u met debiteurenbevoorschotting liquiditeit vrijspelen. Misschien staan uw leveranciers wel open voor betere leveringscondities, omdat zij ook in sterke mate van u afhankelijk zijn. Daarnaast valt op het vlak van voorraadbeheer vaak nog een wereld te winnen. Met korte levertijden kunt u meerwaarde richting klanten bieden. Het aanhouden van de voorraden die voor een snelle levering nodig zijn, is echter niet kostenloos. Bovendien loopt u het risico dat goederen incourant worden, waardoor u met uw voorraden blijft zitten. Een duidelijke afweging tussen service richting de klant en voorraadkosten is daarom nodig. Hoofd maar net boven water Cash is momenteel niet voor niets King. Een gezonde liquiditeitspositie is namelijk van levensbelang voor een onderneming. Wanneer er geen middelen meer voorhanden zijn om aan korte termijn verplichtingen te voldoen, komt een bedrijf snel stil te liggen. Dit geldt des te sterker voor ondernemers
Industrie mei 2009 2
in de industrie. De groeiende werkkapitaalbehoefte zorgt voor een groter beslag op de beschikbare financiële middelen die, indien niet direct voorhanden, extern gefinancierd moeten worden. Financiering brengt kosten met zich mee. Bovendien kunnen de extra middelen die in werkkapitaal worden gestoken niet meer voor andere doeleinden worden aangewend. Voorlopig staat de industrie het water nog niet tot aan de lippen. Ondernemers beoordelen de liquiditeitsontwikkeling in het eerste kwartaal van 2009 nog positief, maar de grenzen van de financiële bewegingsruimte kunnen snel in zicht komen. Alleen onder de producenten van halffabricaten zijn de pessimisten tot nu toe in de meerderheid (figuur 2). Niettemin scoort de industrie over de gehele linie ook op dit vlak duidelijk slechter dan andere sectoren. Dit onderstreept de meerwaarde van actief werkkapitaalbeheer. Figuur 2 Waardering liquiditeitspositie -5%
0%
5%
10%
Overig bedrijfsleven Totaal Industrie
Industriebranches: Consumentengoederen Halffabricaten Investeringsgoederen
Bron: ING Enquête Week van de Ondernemer 2009 *saldo van ondernemers dat een gunstige c.q. ongunstige ontwikkeling signaleert
Monitoring financiële ontwikkelingen vereist Het is niet altijd eenvoudig om de actuele werkkapitaalbehoefte te monitoren. Betalingen en inkomsten liggen soms ver uit elkaar. Hoe vaak gebeurt het niet dat u uw toeleverancier al lang betaald heeft, terwijl uw klant het product nog niet heeft ontvangen, laat staan betaald? En deze periode lijkt alsmaar groter te worden, aangezien ondernemers enerzijds hun debiteurentermijn zien oplopen, terwijl anderzijds crediteuren steeds sneller op de stoep staan. Het gat tussen debiteuren- en crediteurentermijnen, aangevuld met de tijd dat voorraden worden aangehouden, bepaalt de tijdsduur van de werkkapitaalbehoefte. Deze periode wordt groter, wanneer het meer tijd kost om liquide middelen die in het bedrijfsproces zijn gestoken weer terug te laten vloeien in de vorm van betalingen door afnemers. Een goed hulpmiddel bij het beheren van de werkkapitaalbehoefte is de zogenoemde cash conversion cycle. Dit is de som van de debiteuren- en voorraadtermijn minus de crediteurentermijn. Door continue monitoring van de werkkapitaalbehoefte worden negatieve ontwikkelingen tijdig in beeld gebracht. U
moet immers eerst weten waar de kosten oplopen, voordat u ze kunt aanpakken. Voorbeeld cash conversion cycle Stel dat uw afnemers krap bij kas komen te zitten en gemiddeld 10 dagen later betalen dan voorheen. Tegelijkertijd blijven de voorraden 7 dagen langer in het magazijn liggen. Uw financieringsbehoefte neemt dan met 17 dagen toe. Als u uw rekeningen even snel blijft betalen als voorheen dan neemt de cash conversion cycle per saldo ook met 17 dagen toe. Als deze in de uitgangspositie 45 dagen bedraagt – het landelijke industriegemiddelde – dan neemt de werkkapitaalbehoefte, bij een gelijkblijvende debiteuren-, crediteuren- en voorraadpositie, met meer dan 35% toe. Als u al krap bij kas zit en (een deel van) het bedrag moet financieren, dan kunnen de kosten aardig oplopen. Stel dat uw rentekosten op kortlopende leningen eerst € 100.000 bedroegen, dan kan externe financiering al gauw tot een kostenstijging van € 35.000 leiden.
-
+
Omlooptijd crediteuren
Omlooptijd voorraden
+ Omlooptijd debiteuren
cash conversion cycle
Werkkapitaalbehoefte industrie structureel hoog Door de omvang, activiteiten en het internationale karakter van afnemers is de cash conversion cycle met gemiddeld 45 dagen in de industrie al relatief hoog (tabel 1). Zeker in vergelijking met het gemiddelde van 38 dagen in de rest van het
bedrijfsleven. Gevolg is dat bij industriële bedrijven het werkkapitaal 7 dagen langer vast zit in het bedrijfsproces en zij dus meer middelen kwijt zijn om de reguliere werkzaamheden uit te voeren. Grootste winst te behalen bij investeringsgoederen Tot op heden heeft de industrie deze minder gunstige uitgangspositie niet in een voorsprong weten om te buigen. Op alle onderdelen van de cash conversion cycle blijft de sector achter bij andere bedrijfssectoren (tabel 2). Per saldo loopt deze indicator van de werkkapitaalbehoefte vooral sterker op bij bedrijven die halffabricaten of investeringsgoederen produceren. De laatste groep kent ook al veruit de minst gunstige uitgangspositie binnen de industrie. Alle onderdelen van de cash conversion cycle nemen in de investeringsgoederenindustrie structureel circa 1,5 keer zoveel dagen in beslag als gemiddeld. Enerzijds komt dit voort uit het exportgerichte karakter van deze branche. Buitenlandse afnemers hanteren in veel gevallen namelijk langere betaaltermijnen dan Nederlandse afnemers. Anderzijds hebben eindproducenten in bijvoorbeeld de transportmiddelen- en machineindustrie de marktomstandigheden dit jaar het snelst zien verslechteren. Actief werkkapitaalbeheer zeer lonend Een goed werkkapitaalbeheer levert voor veel bedrijven direct kostenbesparingen op. Zeker in een tijd dat de betalingsmoraal verslechtert en voorraden de neiging hebben flink op te lopen. Door de cash conversion cycle in beeld te (laten) brengen kunt u meer grip krijgen op de financiële stromen binnen uw bedrijf en worden knelpunten en risico’s blootgelegd. Daarnaast biedt het handvatten om verschillende bedrijfsonderdelen met elkaar te vergelijken.
Tabel 1 Uitgangspositie werkkapitaalbehoefte Omlooptijd in dagen Debiteurentermijn Voorraadtermijn
Te financieren: Crediteurentermijn Cash conversion cycle
Overig bedrijfsleven
Industrie
Consumentengoederen
Halffabricaten
Investeringsgoederen
40 35
31 44
27 41
28 38
46 65
+
74 37
75 30
68 30
66 24
110 47
-
38
45
37
42
63
Bron: CBS; bewerking ING Economisch Bureau
Industrie mei 2009 3
Heeft u uw werkkapitaalbeslag in kaart gebracht en wilt u deze terugdringen? Dan zijn er tal van mogelijkheden. Hieronder worden enkele opgesomd. O Analyseer de debiteurenportefeuille regelmatig op overtredingen van afspraken en stuur actief op het verkorten van de debiteurentermijn. O Factureer zo snel mogelijk nadat een order is geplaatst, wees voorzichtig met verzamelfacturen en stel bij grotere orders tussentijdse termijnbetalingen verplicht. O Beperk het geven van krediet aan debiteuren zoveel mogelijk zowel in omvang als in tijd. O Verminder het aantal fouten bij levering en facturering om een onnodige stijging van debiteurentermijnen te voorkomen. O Verbeter het voorraadbeheer door een betere afstemming tussen de afdelingen inkoop en verkoop. Voorraden grond- en hulpstoffen, onderhanden werk, en gereed product kunnen dan snel worden teruggebracht bij de eerste signalen van vraaguitval.
Daarnaast zijn er ook andere mogelijkheden om met name debiteurentermijnen te verlagen. Denk hierbij aan het gebruik van slimme betaalproducten bij het innen van debiteuren zoals direct-debit in het buitenland of E-payments. Oplossingen zijn te vinden in het geheel of gedeeltelijk overdragen van uw debiteurenfinanciering. Via factoring kunt u direct over liquide middelen beschikken tegen een vergoeding op basis van de openstaande debiteuren. Daarnaast kan een kredietverzekering het risico van nonbetaling beperken of uitsluiten. Een andere mogelijkheid is het uitbesteden van (delen van) het debiteurenbeheer, juridische incasso is hier een voorbeeld van. Dit kan voordelen opleveren, doordat professionele partijen de kwaliteit van de totale debiteurenportefeuille kunnen verbeteren. Ook worden hierbij tijdig en adequaat maatregelen getroffen in geval van non-betaling.
Tabel 2 Ontwikkeling werkkapitaalbehoefte
Overig bedrijfsleven Industrie Consumentengoederen Halffabricaten Investeringsgoederen
Voorraadtermijn
Debiteurentermijn
Crediteurentermijn
Verandering cash conversion cycle
++ + ++ + +
----------
---
----------
+ staat voor verbetering termijn en – staat voor verslechtering termijn Bron: ING Enquête Week van de Ondernemer 2009
Industrie mei 2009 4
Meer weten? Kijk op ING.nl Of bel met Bert Woltheus, sectormanager 020 65 23722 Edse Dantuma, sectoreconoom 020 56 39778
Disclaimer De informatie in dit rapport geeft de persoonlijke mening weer van de analist(en) en geen enkel deel van de beloning van de analist(en) was, is, of zal direct of indirect gerelateerd zijn aan het opnemen van specifieke aanbevelingen of meningen in dit rapport. De analisten die aan deze publicatie hebben bijgedragen voldoen allen aan de vereisten zoals gesteld door hun nationale toezichthouders aan de uitoefening van hun vak. Deze publicatie is opgesteld namens ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam en slechts bedoeld ter informatie van haar cliënten. ING Bank N.V. is onderdeel van ING Groep N.V. Deze publicatie is geen beleggingsaanbeveling noch een aanbieding of uitnodiging tot koop of verkoop van enig financieel instrument. ING Bank N.V. betrekt haar informatie van betrouwbaar geachte bronnen en heeft alle mogelijk zorg betracht om er voor te zorgen dat ten tijde van de publicatie de informatie waarop zij haar visie in dit rapport heeft gebaseerd niet onjuist of misleidend is. ING Bank N.V. geeft geen garantie dat de door haar gebruikte informatie accuraat of compleet is. De informatie in dit rapport kan gewijzigd worden zonder enige vorm van aankondiging. ING Bank N.V. noch één of meer van haar directeuren of werknemers aanvaardt enige aansprakelijkheid voor enig direct of indirect verlies of schade voortkomend uit het gebruik van (de inhoud van) deze publicatie alsmede voor druk- en zetfouten in deze publicatie. Auteursrecht en rechten ter bescherming van gegevensbestanden zijn van toepassing op deze publicatie. Overneming van gegevens uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron wordt vermeld. In Nederland is ING Bank N.V. geregistreerd bij en staat onder toezicht van De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten. De tekst is afgesloten op 20 mei 2009.