1. Een fles bevat ongeveer 1 liter. In een regenton is er plaats voor ongeveer 100 liter, dus die is te groot. In een glas gaat ongeveer 200 milliliter, dus dat is te klein. Een eetlepel is nog kleiner en er past ongeveer 5 milliliter in. Een druppel heeft een inhoud van amper 0,1 milliliter. c Kangoeroewedstrijd editie Wallaroe: jaargang 2012, probleem 1. Vlaamse Wiskunde Olympiade vzw
2. Als je puzzelstuk A draait, dan zie je dat die vorm mooi in de lege plaats past in het vierkant.
c Kangoeroewedstrijd editie Wallaroe: jaargang 2012, probleem 2. Vlaamse Wiskunde Olympiade vzw
3. 3 onderbroeken → 4 wasknijpers 4 onderbroeken → 5 wasknijpers 5 onderbroeken → 6 wasknijpers Papa heeft dus telkens 1 wasknijper meer nodig dan er onderbroeken zijn. In totaal heeft papa voor 9 onderbroeken dus 10 wasknijpers nodig. c Kangoeroewedstrijd editie Wallaroe: jaargang 2012, probleem 3. Vlaamse Wiskunde Olympiade vzw
4.
Aangemaakt: ma 21 okt 2013, 9:47 CET - © USolv-IT - Enkel voor gebruik binnen de school.
Het Het Het Het Het
is is is is is
niet rooster A, want 5 : 3 6= 2 en 3 − 3 6= 1. wel rooster B. In dit rooster zijn alle bewerkingen correct. niet rooster C, want 3 + 3 6= 1 en 1 : 3 6= 4. niet rooster D, want 5 + 1 6= 5 en 1 × 3 6= 4. niet rooster E, want 5 + 3 6= 2 en 1 − 3 6= 4. c Kangoeroewedstrijd editie Wallaroe: jaargang 2012, probleem 4. Vlaamse Wiskunde Olympiade vzw
5. Let op: de letters O en E komen telkens 2 keer voor in het woord KANGOEROE. K → kleur 1 A → kleur 2 N → kleur 3 G → kleur 4 O → kleur 5 E → kleur 6 R → kleur 7 O → kleur 5 E → kleur 6 Enjo zal dus 7 verschillende kleuren nodig hebben om het woord KANGOEROE te schilderen. c Kangoeroewedstrijd editie Wallaroe: jaargang 2012, probleem 5. Vlaamse Wiskunde Olympiade vzw
6. De lijnen lopen langs de zijden van de kleine vierkanten. Tel het aantal zijden waarlangs iedere lijn loopt. Dan krijg je volgend resultaat: De lijn in figuur A gaat langs 13 zijden. De lijn in figuur B gaat langs 13 zijden. De lijn in figuur C gaat langs 13 zijden. De lijn in figuur D gaat langs 13 zijden. De lijn in figuur E gaat langs 15 zijden. De lijn in figuur E is dus de langste. c Kangoeroewedstrijd editie Wallaroe: jaargang 2012, probleem 6. Vlaamse Wiskunde Olympiade vzw
7. Het bord van juf Nele meet in zijn geheel 6 m. Het middelste deel meet 3 meter. De 2 andere delen samen meten dus 6 − 3 = 3 m. Die 2 delen zijn even breed. Dus het rechterdeel meet 3 : 2 = 1,5 m.
Aangemaakt: ma 21 okt 2013, 9:47 CET © USolv-IT - Enkel voor gebruik binnen de school.
c Kangoeroewedstrijd editie Wallaroe: jaargang 2012, probleem 7. Vlaamse Wiskunde Olympiade vzw
8. Zoals je in de tekening kan zien, heeft Mieke de puzzelstukken 2, 3 en 6 nodig.
6 2
3
c Kangoeroewedstrijd editie Wallaroe: jaargang 2012, probleem 8. Vlaamse Wiskunde Olympiade vzw
9. Maruca moet nog 12 − 9 = 3 vriendjes zoeken. Antwoord C is dus het juiste antwoord. c Kangoeroewedstrijd editie Wallaroe: jaargang 2012, probleem 9. Vlaamse Wiskunde Olympiade vzw
10. Zoals je in de tekening ziet, heb je 8 lucifers nodig. Probeer dit zelf thuis zeker eens met enkele munten! O E
E
O E
E
KAN G
O N G ERO
ER
GO ERO
A
KA
N
ER
O
KANG O
K
KA
N
O E
ERO E
E
N
RO
NGO E KA
E
R
GO ERO
E
KANG O
N
G
RO E OE
OE
GO ERO E
KANGO
KA N
ER
GO
KANGO
KA
KA
E RO
RO E OE
E
O
GO E R
O E
ER
O
K
OE
KA N
R
G
AN
E
NGO E KA
KAN G
Aangemaakt: ma 21 okt 2013, 9:47 CET - © USolv-IT - Enkel voor gebruik binnen de school.
c Kangoeroewedstrijd editie Wallaroe: jaargang 2012, probleem 10. Vlaamse Wiskunde Olympiade vzw
11. In de onderste rij moeten de cijfers 3 en 4 nog ingevuld worden. In de derde kolom staat al een 3. Dus in het onderste vakje van die kolom mag geen 3. Daarom moet er een 4 staan. (In het tweede vakje van die kolom mag er geen 4 staan omdat er in die rij al een 4 staat.)
1 3 4 3 1 3 4 1 2 1 4 Dan blijft alleen het cijfer 3 nog over om in het gekleurde vakje in te vullen.
1 3 4 3 1 3 4 1 2 1 4 3 Je kan ook de overige cijfers invullen. Uiteindelijk krijg je volgend resultaat.
1 4 3 2
2 3 4 1
3 2 1 4
4 1 2 3
Aangemaakt: ma 21 okt 2013, 9:47 CET © USolv-IT - Enkel voor gebruik binnen de school.
c Kangoeroewedstrijd editie Wallaroe: jaargang 2012, probleem 11. Vlaamse Wiskunde Olympiade vzw
12. Bij een weerspiegeling in het water staat een beeld op zijn kop. Antwoord E is dus zeker fout. De stand van de maan ten opzichte van de boom moet dezelfde blijven. Zo moet de holle kant van de maan het dichtst bij de top van de boom staan en de maan staat rechts van de boom. Hierdoor is alleen antwoord A correct. c Kangoeroewedstrijd editie Wallaroe: jaargang 2012, probleem 12. Vlaamse Wiskunde Olympiade vzw
13. Charlie ziet dat er 2 kolommen en 2 rijen zijn waar telkens 3 chocolademunten op liggen. Hij eet precies 1 chocolademunt op uit een rij en een kolom met 3 chocolademunten. Nu blijft er precies 1 rij en 1 kolom over met 3 chocolademunten. Charlie eet ook uit die rij en die kolom precies 1 chocolademunt op. Nu ligt er in iedere rij en iedere kolom precies 2 chocolademunten. Charlie heeft dus 2 chocolademunten opgegeten. c Kangoeroewedstrijd editie Wallaroe: jaargang 2012, probleem 13. Vlaamse Wiskunde Olympiade vzw
14. Als je de middelpunten van de zeshoeken met elkaar verbindt, dan krijg je volgende figuur. Als je de zeshoeken even weg denkt, zie je duidelijk figuur A verschijnen.
c Kangoeroewedstrijd editie Wallaroe: jaargang 2012, probleem 14. Vlaamse Wiskunde Olympiade vzw
15. Tel eerst de punten van Antje en Bram. Punten van Antje: 60 + 8 + 1 = 69 Punten van Bram: 50 + 10 + 6 = 66 Nu moeten we weten hoeveel punten Antje meer heeft dan Bram, dus 69 − 66 = 3. Antje heeft dus 3 punten meer dan Bram. c Kangoeroewedstrijd editie Wallaroe: jaargang 2012, probleem 15. Vlaamse Wiskunde Olympiade vzw
Aangemaakt: ma 21 okt 2013, 9:47 CET © USolv-IT - Enkel voor gebruik binnen de school.
16. Tel eerst het aantal poten van de konijntjes, kuikentjes en het biggetje. Dat is bij de konijntjes: 3 × 4 = 12 poten bij het biggetje: 1 × 4 = 4 poten In totaal zijn dat 12 + 4 = 16 poten. Boer Teun ziet echter 36 poten. Dus hebben alle geitjes samen 36 − 16 = 20 poten. Omdat een geitje 4 poten heeft, weten we dat boer Teun 20 : 4 = 5 geitjes heeft. c Kangoeroewedstrijd editie Wallaroe: jaargang 2012, probleem 16. Vlaamse Wiskunde Olympiade vzw
17. Benthe kan een wandeling van 700 meter maken door de genummerde pijlen te volgen: Y 7 3 6
4
2
5
1
X
c Kangoeroewedstrijd editie Wallaroe: jaargang 2012, probleem 17. Vlaamse Wiskunde Olympiade vzw
18. Omdat het eerste tandwiel juist 1 keer draait, draait het 30 tanden. Alle andere tandwielen zullen dus ook 30 tanden draaien. Het vierde tandwiel zal dus 30 : 10 = 3 keer ronddraaien. c Kangoeroewedstrijd editie Wallaroe: jaargang 2012, probleem 18. Vlaamse Wiskunde Olympiade vzw
19. Als je de balk draait, dan zie je duidelijk welke vorm het witte stuk heeft. Antwoord D is het juiste antwoord.
c Kangoeroewedstrijd editie Wallaroe: jaargang 2012, probleem 19. Vlaamse Wiskunde Olympiade vzw
Aangemaakt: ma 21 okt 2013, 9:47 CET © USolv-IT - Enkel voor gebruik binnen de school.
20. Nummer de paaltjes van links naar rechts. Het paaltje waar Lars nu op zit is het paaltje met nummer 1. Lars springt eerst 4 keer 1 paaltje naar rechts en dan 1 paaltje naar links. Na deze 4 + 1 = 5 sprongen is Lars dus 3 paaltjes verder. Hij zit nu niet meer op paaltje 1 maar op paaltje 1 + 3 = 4. Nog eens 5 sprongen verder zit Lars op paatlje 4 + 3 = 7. Weer 5 sprongen verder zit hij op paaltje 7 + 3 = 10. Lars heeft ondertussen al 15 sprongen gemaakt. Nu springt hij weer 1 paaltje naar rechts en dan nog eens 1 paaltje naar rechts en hij is aan het einde van het hek. In totaal heeft Lars dus 15 + 1 + 1 = 17 keer gesprongen.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
c Kangoeroewedstrijd editie Wallaroe: jaargang 2012, probleem 20. Vlaamse Wiskunde Olympiade vzw
21. Als je de tekeningen goed bekijkt, dan zie je dat in de tekeningen B, C, D en E voor ieder gekleurd deel hetzelfde deel in het wit voorkomt. In tekening A is dit echter niet zo. In tekening A is de oppervlakte van de gekleurde delen dus niet gelijk aan de oppervlakte van de witte delen. c Kangoeroewedstrijd editie Wallaroe: jaargang 2012, probleem 21. Vlaamse Wiskunde Olympiade vzw
22. Tel eerst het aantal stippen dat je ziet. Dat zijn er 22. Op de ontbrekende stenen staan dus 33 − 22 = 11 stippen. Omdat delen met hetzelfde aantal stippen elkaar raken, kan je van de 11 stippen die ontbreken nog 1 en 2 stippen aftrekken. Dan blijven er nog 11 − 2 − 1 = 8 stippen over. Die 8 stippen moet je delen door 2 omdat de overblijvende delen naast elkaar liggen en dus hetzelfde aantal stippen moeten hebben. Dus op de plaats van het vraagteken stonden 4 stippen. Antwoord C is daarom het juiste antwoord. c Kangoeroewedstrijd editie Wallaroe: jaargang 2012, probleem 22. Vlaamse Wiskunde Olympiade vzw
23. Test dit zelf eens uit met een regelmatige achthoek. Als je de achthoek open vouwt, zie je volgende figuren verschijnen.
Uiteindelijk verkrijg je figuur E. c Kangoeroewedstrijd editie Wallaroe: jaargang 2012, probleem 23. Vlaamse Wiskunde Olympiade vzw
Aangemaakt: ma 21 okt 2013, 9:47 CET - © USolv-IT - Enkel voor gebruik binnen de school.
24.
Bekijk het zijvlak dat het bovenvlak is van de kubus als die op plaats 1 ligt. • Op plaats 2 wordt dit vlak het rechterzijvlak. • Op plaats 3 wordt dit vlak het ondervlak. • Op plaats 4 wordt dit vlak het achtervlak. • Op plaats 5 blijft dit vlak het achtervlak. • Op plaats 6 wordt dit vlak het bovenvlak. Op plaatsen 1 en 6 ligt hetzelfde zijvlak bovenaan.
Aangemaakt: ma 21 okt 2013, 9:47 CET - © USolv-IT - Enkel voor gebruik binnen de school.
c Kangoeroewedstrijd editie Wallaroe: jaargang 2012, probleem 24. Vlaamse Wiskunde Olympiade vzw