Kamerkoor Canteklaer Marenzio Consort Il Concerto Barocco Dirigent
Iassen Raykov
Claudio Monteverdi
Vespro della Beata Vergine
‘Sta op, mijn liefste, en kom. Voorbij is de winter, voorbij zijn de regens en weggegaan. Er zijn bloemen verschenen op het veld, de tijd om te snoeien breekt aan.’
www.canteklaer.nl
5 juni 2005 St Agatha Pfarrkirche Gronau-Epe 11 juni 2005 Jozefkerk Enschede 12 juni 2005 Lambertusbasiliek Hengelo
Kamerkoor Canteklaer: Sopranen: Marianne Bauland, Rianne Bijlsma, Anneke Coops, Connie Hoekstra, Rosé van der Kaap, Else Kemink, Lotte van Sloten, Maartje Steensma, Joyce Sueters, Dionne in 't Veld, Belle Visser. Alten: Astrid Bartholomeus, Maaike Fritz, Clazien Medendorp, Clara van Ommeren, Janette Schenkel, Esther Schopman, Nelly Slot, Drien Suurmond. Tenoren: Hylke Banning, Johan Ensink, Gerard Eskes, Gerard Nieuwenhuis, Peter Rauch, Hans Versteeg, Harry Wender. Bassen: Harrie Bruns, Gerrit Jan Hamerslag, Peter van der Heijden, Peter van den Heuvel, Alfons Klarenbeek, Gerrit Smelt, Anne van der Veen, Han Wijlens.
Kamerkoor Canteklaer onder leiding van Iassen Raykov
Marenzio Consort: Ilse van Griensven, sopraan Marion Röber, mezzo Sabine Henkel, mezzo Dirk Stemerding, tenor Tom Grondman, tenor (gast) Peter Laport, bas
Il Concerto Barocco: Andrew Read, violone Stephen Taylor, orgel Jan Grüter, theorbe (5 en 12 juni) David van Ooijen, theorbe (11 juni)
Wij bedanken Bloemsierkunst René Logtenberg Enschede
Het Enschedese Kamerkoor Canteklaer bestaat uit geschoolde amateurzangers en zingt klassieke en modern klassieke muziek. Twee keer per jaar geeft Canteklaer een serie concerten met nieuw repertoire. Brede bekendheid kreeg het koor met de uitvoering van de Vespers van Rachmaninov in 2004. Meer informatie over het koor en komende concerten vindt u op www.canteklaer.nl Iassen Raykov is de vaste dirigent van Canteklaer. Raykov, geboren aan de Zwarte Zee in Varna, Bulgarije, studeerde piano en koordirectie. In september 2005 zal Raykov de tweede fase van zijn studie koordirectie afronden met een uitvoering van de Mariavespers in Amsterdam. Naast dirigent van Canteklaer is Raykov dirigent van het Twents Byzantijns Mannenkoor, kamerkoor Kanalje Rood en het Toonkunstkoor Emmen. Het Marenzio Consort specialiseert zich in het uitvoeren van madrigalen uit de late 16de en vroege 17de eeuw. De naam is ontleend aan de Italiaanse componist Luca Marenzio (1553-1599), één van de belangrijkste madrigalisten vóór Monteverdi. Het consort zong werken van onder meer Lassus, Palestrina, Weelkes, Wilbye en Gesualdo. Onlangs zong het Marenzio Consort de solopartijen in de Musikalische Exequien van Heinrich Schütz.
Claudio Monteverdi Vespro della Beata Vergine (1610) Delen I II III IV V VI VII VIII IX X
Deus in adjutorium Psalm 109: Dixit Dominus Concerto: Nigra sum Psalm 112: Laudate pueri Concerto: Pulchra es Psalm 121: Laetatus sum Concerto: Duo Seraphim Psalm 126: Nisi Dominus Concerto: Audi coelum Psalm 147: Lauda Jerusalem
– Pauze – XI
XII XIII
G.B. Fasolo (c. 1600 – 1664) Hinno per le Veste della Beatissima Vergine Maria – Ave maris stella (instrumentaal) Hymne: Ave maris stella Magnificat
Il Concerto Barocco is gespecialiseerd in de uitvoering van barokmuziek op authentieke instrumenten. De programma's van het ensemble omvatten werken uit de 17e en 18e eeuw, waarbij het zwaartepunt ligt bij de Italiaanse muziek. Il Concerto Barocco staat onder leiding van Andrew Read.
‘Spreek, want zij, schoon als de maan, uitverkoren als de zon, vervult met vreugde de aarde, hemel en zeeën.’
Claudio Monteverdi Vespro della Beata Vergine
I Deus in adjutorium
Deus in adjutorium meum intende. Domine, ad adjuvandum me festina. Gloria Patri et Filio et Spiritui Sancto. Sicut erat in principio, et nunc, et semper, et in saecula saeculorum. Amen. Allelujah.
II Dixit Dominus Dixit Dominus Domino meo: Sede a dextris meis donec ponam inimicos tuos scabellum pedum tuorum. Virgam virtutis tuae emittet Dominus ex Sion dominare in medio inimicorum tuorum. Tecum principium in die virtutis tuae in splendoribus sanctorum: ex utero ante luciferum genui te. Juravit Dominus, et non poenitebit eum: tu es sacerdos in aeternum secundum ordinem Melchisedech. Dominus a dextris tuis, confregit in die irae suae reges. Judicabit in nationibus, implebit ruinas, conquassabit capita in terra multorum. De torrente in via bibet: propterea exaltabit caput. Gloria Patri et Filio et Spiritui Sancto. Sicut erat in principio, et nunc, et semper, et in saecula saeculorum. Amen.
De Mariavespers markeert in de muziekgeschiedenis de overgang van de Renaissance naar de Barok. In het stuk horen we de rijke polyfonie van de Middeleeuwen, maar ook de nieuwe barokstijl waarin de expressie van de tekst de hoofdrol speelt. De vijf psalmen, de hymne en het Magnificat zijn geschreven op een cantus firmus: een bestaande, gregoriaanse, melodie vormt het uitgangspunt waartegen vrije stemmen zijn gecomponeerd. De modernste muziek vinden we in de solomotetten. Hier geldt Monteverdi’s devies prime la parole e poi la musica (eerst de woorden en dan de muziek). De muziek drukt tot in de fijnste nuances de psychologie van de tekst uit. De motetten zijn als het ware gecomponeerde antifonen, liturgische omlijstingsgezangen van de psalmen. De teksten van de Mariavespers zijn van verschillende herkomst. De psalmen, het Magnificat en de motetten zijn afkomstig uit de Vulgaat, de Latijnse bijbelvertaling uit 405. De motetten zijn delen uit het Hooglied en uit het Johannes-evangelie. Daarnaast zijn er latere teksten. Audi coelum is vermoedelijk een laatmiddeleeuws Mariagedicht: het echorijm wijst daarop. De hymne Ave maris stella is e waarschijnlijk 9 eeuws. In het Dixit Dominus wordt de tekst op verschillende plaatsen gedeclameerd. Het inleidende deel Domine ad adjuvandum is in feite een uitgeschreven declamatie. Bijzonder is dat dit deel is geschreven op de instrumentale proloog uit de opera Orfeo uit 1607. Van een officiële première van de Mariavespers is niets bekend. Overgeleverd is alleen een gedrukte versie uit 1610. De uitgave is geen partituur maar een verzameling van acht boeken voor de verschillende stemtypen. Monteverdi droeg het werk op aan Paus Paulus V en reisde in 1610 naar Rome om het werk persoonlijk aan de paus te overhandigen. Aangenomen wordt dat de componist met dit werk, waarin hij alle facetten van zijn muzikale kunnen demonstreert, indirect solliciteerde naar een betere positie. Die bereikte hij uiteindelijk ook. In 1613 werd Monteverdi benoemd tot maestro di capella van de San Marco in Venetië, in die tijd de meest prestigieuze positie voor een componist in Italië. Nog tijdens zijn leven werd Monteverdi als een genie erkend. In Holland behoorde Constantijn Huygens tot zijn bewonderaars, in Duitsland bestudeerde Praetorius zijn partituren. Schütz bezocht hem persoonlijk in 1828 in Venetië.
III Nigra sum
XIII
Nigra sum, sed formosa, filiae Jerusalem. Ideo dilexit me rex et introduxit me in cubiculum suum et dixit mihi: Surge, amica mea, et veni. Jam hiems transiit, imber abiit, et recessit. Flores apparuerunt in terra nostra, tempus putationis advenit.
Mijn ziel prijst en looft de Heer, mijn hart juicht om God, mijn redder: Hij heeft oog gehad voor mij, zijn minste dienares. Zie, alle geslachten zullen mij voortaan gelukkig prijzen. Ja, grote dingen heeft de Machtige voor mij gedaan, heilig is zijn naam. Barmhartig is hij, van geslacht op geslacht, voor al wie hem vereert.
IV Laudate pueri Laudate, pueri, Dominum: laudate nomen Domini. Sit nomen Domini benedictum, ex hoc nunc, et usque in saeculum. ad solis ortu usque ad occasum, laudabile nomen Domini.
Hij toont zijn macht en de kracht van zijn arm en drijft uiteen wie zich verheven wanen. Heersers stoot hij van hun troon en wie gering is geeft hij aanzien. Wie honger heeft overlaadt hij met gaven, maar rijken stuurt hij weg met lege handen.
Excelsus super omnes gentes Dominus, et super coelos gloria eius. Quis sicut Dominus Deus noster, qui in altis habitat, et humilia respicit in coelo et in terra?
Hij trekt zich het lot aan van Israël, zijn dienaar, zoals hij aan onze voorouders heeft beloofd:
Suscitans a terra inopem, et de stercore erigens pauperem: Ut collocet eum cum principibus, cum principibus populi sui.
Eer aan de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Zoals het zal zijn in het begin en nu en altijd en in de eeuwen der eeuwen. Amen.
Qui habitare facit sterilem in domo, matrem filiorum laetantem. Gloria Patri et Filio et Spiritui Sancto. Sicut erat in principio, et nunc, et semper, et in saecula saeculorum. Amen.
Hij herinnert zich zijn barmhartigheid jegens Abraham en zijn nageslacht, tot in eeuwigheid.’
Lucas 1 : 46-55, de lofzang van Maria
De vertaling is gemaakt met behulp van de Nieuwe Bijbelvertaling 2004 en een vertaling van het Vocaal Ensemble Photonen.
XIII Magnificat
III
Magnificat anima mea Dominum et exultavit spiritus meus in Deo salutari meo.
Donker ben ik, en mooi, meisjes van Jeruzalem. Daarom heeft de koning mij uitverkoren en mij binnengeleid in zijn kamer en mij gezegd: Sta op, mijn liefste, en kom. Voorbij is de winter, voorbij zijn de regens en weggegaan. Er zijn bloemen verschenen op het veld, de tijd om te snoeien breekt aan.
Quia respexit humilitatem ancillae suae: ecce, enim ex hoc beatam me dicent omnes generationes. Quia fecit mihi magna qui potens est: et sanctum nomen eius. Et misericordia eius a progenie in progenies timentibus eum. Fecit potentiam in brachio suo, dispersit superbos mente cordis sui. Deposuit potentes de sede et exaltavit humiles. Esurientes implevit bonis et divites dimisit inanes. Suscepit Israel puerum suum, recordatus misericordiae suae. Sicut locutus est ad patres nostros, Abraham et semini eius in saecula. Gloria Patri et Filio et Spiritui Sancto. Sicut erat in principio, et nunc, et semper, et in saecula saeculorum. Amen.
Hooglied 1 : 4-5, 2 : 10-12
IV Loof, dienaars van de Heer, loof de naam van de Heer. De naam van de Heer zij geprezen van nu tot in eeuwigheid. Van waar de zon opkomt tot waar zij ondergaat, zij geloofd de naam van de Heer. Verheven boven alle volken is de Heer, verheven boven de hemel zijn luister. Wie gelijk aan de Heer, onze God, die hoog daar boven zijn woning heeft, die zijn oog richt naar beneden, wie in de hemel en op de aarde? Hij verheft uit het stof wie berooid is, uit het vuil tilt hij op wie alles ontbeert. Hij laat hem wonen bij hooggeplaatsten, bij de hoogsten van zijn volk. De vrouw die onvruchtbaar in haar huis woont, maakt hij een vrolijke moeder van kinderen. Eer aan de Vader en aan de Zoon en aan de Heilige Geest. Zoals het was in het begin, en nu, en voor altijd, tot in de eeuwen der eeuwen. Amen. Psalm 112 (113)
V Pulchra es Pulchra es, amica mea, suavis et decora filia Jerusalem. Pulchra es, amica mea, suavis et decora sicut Jerusalem, terribilis ut castrorum acies ordinata. Averte oculos tuos a me, quia ipsi me avolare fecerunt.
XI Hymne, instrumentaal
XII Wees gegroet, sterre der zee, voedende moeder van God, voor altijd maagd, gelukzalige poort van de hemel.
VI Laetatus sum Laetatus sum in his, quae dicta sunt mihi: in domum Domini ibimus. Stantes erant pedes nostri, in atriis tuis, Jerusalem. Jerusalem, quae aedificatur ut civitas: cuius participatio eius in idipsum. Illuc enim ascenderunt tribus, tribus Domini testimonium Israel ad confitendum nomini Domini. Quia illic sederunt sedes in judicio, sedes super domum David. Rogate quae ad pacem sunt Jerusalem et abundantia diligentibus te. Fiat pax in virtute tua et abundantia in turribus tuis. Propter fratres meos, et proximos meos, loquebar pacem de te: Propter domum Domini Dei nostri, quaesivi bona tibi. Gloria Patri et Filio et Spiritui Sancto. Sicut erat in principio, et nunc, et semper, et in saecula saeculorum. Amen.
Gij die dit Ave vernam uit de mond van Gabriël grondvest ons in de vrede door de naam van Eva om te keren. Maak de boeien van de zondaars los, schenk het licht aan de blinden, verdrijf onze kwalen, werk voor al het goede. Toon dat u moeder bent: moge Hij door u onze gebeden ontvangen, Hij die voor ons geboren is, zich verwaardigd heeft uw Zoon te zijn. Maagd zonder weerga, zachtmoedig temidden van ons allen, maak ons, bevrijd van onze schuld, zachtmoedig en kuis. Geef ons een zuiver leven, bereid ons een veilige weg, zodat wij na Jezus gezien te hebben ons voor altijd kunnen verheugen. Lof zij aan God de Vader, roem aan Christus, de allerhoogste, en aan de Heilige Geest, één lofprijzing aan hen drieën. Amen.
XI G.B. Fasolo (c. 1600 – 1664) Hinno per le Veste della Beatissima Vergine Maria – Ave maris stella
XII Ave maris stella
V Je bent zo mooi, vriendin van mij, zachte en bekoorlijke dochter van Jeruzalem, Je bent zo mooi, vriendin van mij, zo zacht en bekoorlijk als Jeruzalem, zo ontzagwekkend als een vaandelvrouw. Wend je ogen van mij af, ze brengen mij in verwarring.
Ave maris stella, Dei mater alma atque semper virgo felix coeli porta. Sumens illud Ave Gabrielis ore: funda nos in pace, mutans Evae nomen. Solve vincla reis, profer lumen caecis, mala nostra pelle, bona cuncta posce. Montra te esse matrem, sumat per te preces, qui pro nobis natus, tulit esse tuus. Virgo singularis, inter omnes mitis, nos culpis solutos, mites fac et castos. Vitam praesta puram, iter para tutum, ut videntes Jesum semper collaetemur. Sit laus Deo Patri, summo Christo decus, Spiritui Sancto, tribus honor unus. Amen.
Hooglied 6 : 4-5
VI Verheugd was ik toen ik hoorde: ‘Wij gaan naar het huis van de Heer,’ verheugd ben ik, nu onze voeten staan binnen je poorten, Jeruzalem. Jeruzalem, als een stad gebouwd, hecht en dicht opeen. Daar komen de stammen samen, de stammen van de Heer, om Israëls plicht te vervullen, te prijzen de naam van de Heer. Daar zetelt het gerecht, daar troont het huis van David. Vraag om vrede voor Jeruzalem: ‘Dat rust hebben wie van je houden, dat vrede heerst binnen je muren en rust in je vesting.’ Om mijn verwanten en vrienden zeg ik: ‘Vrede zij in jou.’ Om het huis van de Heer, onze God, wens ik je al het goede. Eer aan de Vader en aan de Zoon en aan de Heilige Geest. Zoals het was in het begin, en nu, en voor altijd, tot in de eeuwen der eeuwen. Amen. Psalm 121 (122), een pelgrimslied van David
IX Audi coelum
IX
Audi coelum, verba mea plena desiderio et perfusa gaudio.
Hoor hemel, mijn woorden vol verlangen en doordrenkt van vreugde. Audio.
Ik hoor.
Dicam.
Zeg me, vraag ik, wie is het Die rood schittert als de opkomende zon, zodat ik haar kan prijzen? Ik zeg het je.
Maria.
Spreek, want zij, schoon als de maan, uitverkoren als de zon, vervult met vreugde de aarde, hemel en zeeën. Maria.
Dic, quaeso, mihi: quae est ista quae consurgens ut aurora rutilat, ut benedicam? Dic nam ista pulchra et luna, electa ut sol, replet laetitia terras, coelos, Maria.
Is het de zoete maagd Maria, aangekondigd door de profeet Ezekiël, de poort naar het oosten?
Maria virgo illa dulcis praedicta de propheta Ezekiel, porta orientalis?
Zij is het.
Talis. Is zij de heilige en gezegende poort waardoor de dood verdreven werd en het leven weer is binnengekomen?
Illa sacra et felix porta per quam mors fuit expulsa introduxit autem vita? Ita.
Zij is het.
Medium.
Die altijd de behoedzame middelares is tussen mens en God, bij het wegnemen van onze schuld? Zij is middelares.
Sequamur.
Laten wij haar daarom allen volgen door wier genade wij het eeuwige leven verworven hebben. Laten wij haar volgen. Laat ons volgen.
Quae semper tutum est medium inter homines et Deum pro culpis remedium? Omnes hanc ergo sequamur qua cum gratia mereamur vitam aeternam. Consequamur.
Moge God ons dat verlenen, De Vader, de Zoon en de Moeder wier zoete naam wij aanroepen tot verzachting van ons lijden.
Praestet nobis Deus, Pater hoc et Filius et Mater cuius nomen invocamus dulce miseris solanem.
Amen.
Amen. Benedicta es, virgo Maria, in saeculorum saecula.
Gezegend zijt gij, maagd Maria, Tot in de eeuwen der eeuwen.
X Lauda Jerusalem
VII
Lauda, Jerusalem, Dominum: lauda Deum tuum, Sion.
Twee Seraphijnen riepen elkaar toe: ‘Heilig is de Heer God der heerscharen! Vol is heel de aarde van zijn heerlijkheid!’ Drie zijn er, die getuigenis afleggen in de hemel: de Vader, het Woord en de Heilige Geest: en deze drie zijn één. ‘Heilig is de Heer God der heerscharen! Vol is heel de aarde van zijn heerlijkheid!’
Quoniam confortavit seras portarum tuarum: benedixit filiis tuis in te. Qui posuit fines tuos pacem et adipe frumenti satiat te. Qui emittet eloquium suum terrae: velociter currit sermo eius. Qui dat nivem sicut lanam: nebulam sicut cinerem spargit. Mittet crystallum suam sicut bucellas: ante faciem frigoris eius quis sustinebit? Emittet verbum suum, et liquefaciet ea: flabit spiritus eius, et fluent aquae. Qui annunciat verbum suum Jacob: justitias et judicia sua Israel. Non fecit taliter omni nationi: et judicia sua non manifestavit eis. Gloria Patri et Filio et Spiritui Sancto. Sicut erat in principio, et nunc, et semper, et in saecula saeculorum. Amen.
Jesaja 6 : 3, Johannes 5 : 7-8
VIII Als de Heer het huis niet bouwt, vergeefs zwoegen de bouwers; als de Heer de stad niet bewaakt vergeefs doet de wachter zijn ronde. Vergeefs is het dat je vroeg opstaat, je laat te ruste legt, je aftobt voor wat brood – hij geeft het zijn lievelingen in de slaap. Zie, kinderen zijn een geschenk van de Heer: de vrucht van de schoot is een beloning van God. Als pijlen in de hand van een schutter, zo zijn kinderen, verwekt in je jeugd. Gelukkig is de man wiens koker gevuld is met pijlen zoals zij. Hij staat niet te schande als hij zijn vijanden aanklaagt in de poort. Eer aan de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Zoals het zal zijn in het begin en nu en altijd en in de eeuwen der eeuwen. Amen. Psalm 126 (127)
VII Duo Seraphim
X
Duo Seraphim clambat alter ad alterum: Sanctus Dominus Deus Sabaoth. Plena est omnis terra gloria eius. Tres sunt, qui testimonium dant in coelo: Pater, Verbum et Spiritus Sanctus: et hi tres unum sunt. Sanctus Dominus Deus Sabaoth. Plena est omnis terra gloria eius.
Prijs, Jeruzalem, prijs de Heer, loof, Sion, loof je God. Hij heeft de grendels van je poorten versterkt, het volk binnen je muren gezegend. Hij geeft je vrede en veilige grenzen, met vette tarwe stilt hij je honger. Hij zendt zijn bevelen naar de aarde, vlug als een renbode gaat zijn woord. Hij laat het sneeuwen als wol, rijp strooit hij uit als stof.
VIII Nisi Dominus Nisi Dominus aedificaverit domum, in vanem laboraverunt qui aedificant eum. Nisi Dominus custodierit civitatem, frustra vigilat qui custodit eam. Vanum est vobis ante lucem surgere, surgite postquam sederitis, qui manducatis panem doloris: cum dederit dilectis suis somnum. Ecce, haereditas Domini filii: merces fructus ventris. Sicut sagittae in manu potentis: ita filii excussorum.
Hagel werpt hij in brokken neer: wie is tegen zijn koude bestand? Hij zendt zijn woord uit, en het begint te dooien: hij blaast zijn adem uit, en de wateren stromen. Hij maakt zijn woorden aan Jakob bekend: zijn wetten en voorschriften aan Israël. Met geen ander volk heeft hij zich zo verbonden, met zijn wetten zijn zij niet vertrouwd. Eer aan de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Zoals het zal zijn in het begin en nu en altijd en in de eeuwen der eeuwen. Amen. Psalm 147 : 12-21
Beatus vir qui implevit desiderium suum ex ipsis: non confundetur cum loquetur inimicis suis in porta. – Pauze – Gloria Patri et Filio et Spiritui Sancto. Sicut erat in principio, et nunc, et semper, et in saecula saeculorum. Amen.
I
God, kom mij te hulp.
Claudio Monteverdi werd in 1567 geboren in Cremona. Hij studeerde bij Marc' Antonio Ingegneri en werd kapelmeester aan het hof van Mantua. In 1613 werd Monteverdi benoemd tot kapelmeester van de San Marco in Venetië. In 1633 werd hij tot priester gewijd. Monteverdi overleed in Venetië in 1643. Terwijl zijn carrière in het teken stond van de kerk, liet Monteverdi vooral wereldse muziek na. In 1607 schreef hij de opera Orfeo, het eerste meesterwerk in dit nieuwe genre. Korte tijd later ontstond de Mariavespers of Vespro della Beata Vergine. De vespers of avondgebeden waren een belangrijk onderdeel van het officie, de dagelijks op vaste uren terugkerende koorgebeden die in kloosters en kathedrale kerken werden gezongen. Bij zonsopgang zong men de metten en de lauden; bij zonsondergang de vespers en de completen. Daartussen kwamen de kleine uren. Het officie was bestemd voor de religieuzen en staat los van de mis die voor alle gelovigen was. De Mariavespers volgt de opbouw van de Roomse liturgie. Naast de inleiding bestaat het stuk uit vijf psalmen, die worden afgewisseld met motetten en een hymne en afgesloten met een Magnificat. Het stuk wordt concertant uitgevoerd, zonder antifonen. Er bestaan twee versies van het stuk, met en zonder uitgebreide instrumentatie. Kamerkoor Canteklaer voert de tweede versie uit. De Mariavespers betekende een voor die tijd ongekende theatrale aanpak van liturgische muziek. Tal van compositorische technieken en speciale effecten wisselen elkaar af. Van de juichende fanfare in het begin tot het gebruik van echo's in het Audi coelum.Tegelijk zijn de Vespers diep gegrondvest in de kerkelijke traditie: de basis voor de structuur vormen de aloude psalmmelodieën uit de gregoriaanse liturgie.
Heer, haast u om mij te helpen. Eer aan de Vader en aan de Zoon en aan de Heilige Geest. Zoals het was in het begin, en nu, en voor altijd, tot in de eeuwen der eeuwen. Amen. Allelujah. Psalm 69 (70): 2
II De Heer spreekt tot mijn Heer: ‘Neem plaats aan mijn rechterhand, ik maak van je vijanden een bank voor je voeten.’ Uit Sion reikt de Heer u de scepter van de macht, u zult heersen over uw vijanden. Aan u is de heerschappij op de dag van uw macht in de schittering van de heiligen: voor de dageraad heb ik u uit de schoot verwekt. De Heer heeft gezworen, en komt op zijn eed niet terug: ‘je bent priester voor eeuwig, zoals ook Melchisedek was.’ De Heer aan uw rechterhand vernietigt koningen op de dag van zijn toorn. Hij zal rechtspreken onder de volkeren, hen bedelven onder ruïnes, hoofden verpletteren in vele landen. Hij drinkt onderweg uit de beek en dan heft hij zijn hoofd. Eer aan de Vader en aan de Zoon en aan de Heilige Geest. Zoals het was in het begin, en nu, en voor altijd, tot in de eeuwen der eeuwen. Amen. Psalm 109 (110), een psalm van David