KADOGO
Interactieve les rond kindsoldaten
Mijn recht. Mijn toekomst.
Inhoud 1.
Inleiding 1.1 Thema’s 1.2 Doelstellingen 1.3 Achtergrond
2.
Lesverloop 2.1 Wat is een kindsoldaat? 2.2 Verdieping 2.3 Stellingenronde 2.4 Interactief spel
3.
Tot slot 3.1 Afronding 3.2 Meer weten 3.2 Meer educatief materiaal
2
1. INLEIDING 1.1 Thema’s - Kinderrechten - Kindsoldaten
1.2 Doelstellingen De leerlingen: - hebben inzicht in kinderrechten in hun eigen leefwereld en die van leeftijdsgenoten in het Zuiden - hebben een duidelijk beeld van de problematiek rond kindsoldaten - zien de mogelijkheden die er zijn voor ex-kindsoldaten om hun toekomst terug vorm te geven Doelgroep: Secundair TSO en BSO Vakken: Deze les is uitgewerkt voor het vakgebied PAV. Voet: Context 3 - 5 - 6 Duur: 2 tot 3 lesuren Methode: - Klasgesprekken - Duo- en groepsopdrachten - Stellingenronde - Interactief spel Materiaal en benodigheden: - Internetverbinding - Video- of filmprojectie - Kopieën “Bijlage Kadogo”
Kadogo l 3
Mijn recht. Mijn toekomst.
1.3 Achtergrond Kadogo betekent letterlijk ‘kleintje’. Het is de term die gebruikt wordt in de Regio van de Grote Meren om kindsoldaten mee te benoemen. De situatie in de provincies Zuid- en Noord-Kivu in het bijzonder, blijft problematisch op gebied van veiligheid. Vooral de kinderen worden in deze regio op verschillende manieren getroffen door het aanhoudende geweld: familiestructuren vallen uit elkaar, sectoren als gezondheidszorg en onderwijs hebben erg te lijden onder de constante conflictsituatie en ook de economische ontwikkeling wordt in het gedrang gebracht. Ondanks het vredesakkoord dat in 2004 werd ondertekend en waarbij de verschillende gewapende groepen er zich toe verbonden alle kindsoldaten te demobiliseren, blijft het aantal kindsoldaten hoog. Eerder dan om gedwongen inlijving gaat het in de regio van Butembo-Beni (Noord-oosten van DRC) vaak om vrijwillige aansluiting door de kinderen zelf. Men spreekt over “vrijwillige” rekrutering van kindsoldaten als de kinderen niet ontvoerd zijn of gedwongen worden om mee te doen met een gewapende militie. De kinderen voelen zich echter vaak wel min of meer gedwongen om de beslissing te nemen zich aan te sluiten bij een gewapende groepering bij gebrek aan een ander toekomstperspectief of omwille van een vertekend en heroïsch beeld van het leven in een militie of het leger. Op het moment dat deze kinderen ontwapend worden, hebben zij heel wat traumatische gebeurtenissen achter de rug. Ze hebben het moeilijk om zich opnieuw aan te passen aan het leven in de samenleving en ze worden vaak niet geaccepteerd door de familie en/of de gemeenschap. Bijgevolg worden zij extra kwetsbaar voor een terugval naar criminaliteit, drank- en drugsmisbruik en het straatleven. KIYO werkt sinds 2003 samen met haar lokale partner CEFADES (“Centre de Formation et d’Animation pour un Développement Solidaire”). Dit preventieproject richt zich op kindsoldaten die zich vrijwillig maar dus eigenlijk eerder noodgedwongen aansluiten bij milities of het leger. Om hun rekrutering tegen te gaan verstrekken KIYO en CEFADES enerzijds uitgebreide informatie over deze complexe problematiek aan de betrokken partijen. Anderzijds voorzien ze beroepsvormingen en alfabetiseringscursussen voor kwetsbare jongeren en (ex)kindsoldaten om hun toekomstperspectieven te verbeteren. Deze economische re-integratie wordt gestimuleerd door contacten met lokale bedrijven en organisaties, bijvoorbeeld voor stageplaatsen. Een beroepsopleiding en begeleiding op socio-economisch vlak verhoogt immers de kans op een zelfstandig bestaan voor de jongeren.
4
2. LESVERLOOP Deze interactieve les bestaat uit verschillende onderdelen, die door leerkrachten zelfstandig kunnen worden gegeven in een klascontext. Enige voorkennis mbt kinderrechten bij de leerlingen is aan te raden.
Tip: Een duidelijke toelichting over kinderrechten op maat van deze doelgroep is te vinden op: http://www.enwijdan.be http://www.rechtisnietkrom.be
2.1 Wat is een kindsoldaat?
[30 min.]
2.1.1 Klasgesprek Bekijk met de leerlingen één van de volgende filmpjes: Het verhaal van Sunday, ex-kindsoldaat van het LRA http://www.youtube.com/watch?v=hlMRKVJGIHg In dit filmpje zien we Sunday, een jongen die na enkele jaren kindsoldaat te zijn geweest, naar huis is teruggekeerd. De beschrijvingen in het filmpje zijn best schokkend, dus verwittig hier zeker vooraf. Animatie over de rekrutering van een kindsoldaat http://www.youtube.com/watch?v=Tc5329kuhaU Dit filmpje is een duidelijke animatie over de rekrutering van kindsoldaten. Engels gesproken, maar de beelden zijn op zich zeer duidelijk.
Kadogo l 5
Mijn recht. Mijn toekomst.
Bespreek met de leerlingen wat hen het meest is opgevallen in het getoonde filmpje. Richtvragen: - In welk werelddeel/ land/ regio speelt dit zich in de film af? - Wat is de leeftijd (ongeveer) van het kind? - Hoe is het kind in deze situatie belandt? - Welke kinderrechten worden hier geschonden? - Waarom worden kinderen gebruikt in gewapende groepen?
Extra info: Wereldwijd worden zo’n 300.000 kinderen, zowel jongens als meisjes, in ongeveer 35 landen gebruikt als soldaat bij gewapende conflicten. Kinderen worden ingezet in zowel nationale legers als in rebellentroepen die tegen een regeringsleger vechten. De meerderheid van deze kindsoldaten is tussen de 15 en de 18 jaar oud. Toch worden meer en meer ook jongere kinderen gerekruteerd, zelfs kinderen van 7 jaar! De landen waar kindsoldaten voorkomen situeren zich in Afrika, Azïe en Latijns-Amerika. Ook werden er in de oorlog in ex-Joegoslavië en zelfs in Noord-Ierland kindsoldaten opgemerkt. Zie 2.1.3. voor een overzicht van de aanwezigheid van kindsoldaten in de wereld. Waarom kinderen? Voor een leger heeft de inzet van kindsoldaten verschillende ‘voordelen’. Vaak worden ze ingezet om het tekort aan volwassen soldaten, vooral in een langdurig conflict, op te vullen. Daarnaast worden ze ook gebruikt omdat ze klein en lenig zijn en ze zich dus gemakkelijk kunnen verstoppen. Ze zijn bovendien goedkoop, gehoorzaam en makkelijker te beïnvloeden. Vaak hebben kinderen ook nog geen besef van wat goed en kwaad is zodat ze tot ergere dingen in staat zijn dan gewone soldaten. Bovendien laten kinderen zich makkelijker schrik aanjagen door dreiging met zware straffen op ongehoorzaamheid. Door de technologische vooruitgang op het vlak van wapens en de grotere verspreiding ervan is het niet meer noodzakelijk dat je groot en sterk bent om te vechten. Semi-automatische wapens worden alsmaar lichter en gemakkelijker te bedienen zodat een kind van 10 jaar er al snel mee kan omgaan. Bovendien worden wapens ook steeds goedkoper zodat meer soldaten en dus meer kinderen kunnen worden ingezet. 2.1.2 Groepswerk Laat de leerlingen in kleine groepjes een beschrijving geven van een kindsoldaat. Geef hen als opdracht dat deze beschrijving iets moet zeggen over de volgende elementen: - Leeftijd - Geslacht - Land/regio - Taken als kindsoldaat - …. Bespreek met de groepen wat de meest voorkomende elementen in deze beschrijvingen zijn. Gebruik hiervoor (eventueel afhankelijk van de tijd) een actieve methodiek; bv voorstelling per groep aan andere groepen. Sluit de bespreking af met het voorlezen van de officiele definitie van een kindsoldaat (zie 2.1.3.), zodat duidelijk is voor hen wat volgens de internationale gemeenschap onder een kindsoldaat wordt verstaan. 6
2.1.3 Ondersteunend materiaal “Iedere persoon jonger dan 18 jaar die behoort tot een geregeld of ongeregeld leger of gewapende groep is een kindsoldaat. Ook kinderen die kok, kruier, boodschapper,… zijn, evenals kinderen die om louter familiale redenen deze groepen vergezellen. Meisjes die gerekruteerd worden voor seksuele doeleinden en met het oog op gedwongen huwelijken, zijn eveneens kindsoldaten”
Verspreiding kindsoldaten
Kadogo l 7
Mijn recht. Mijn toekomst.
2.2 Verdieping
[30 min.]
2.2.1 Associatieoefening Deze opdracht bestaat erin dat de leerlingen schilderijen linken aan citaten van ex-kindsoldaten. Print de schilderijen uit de bijlage zo groot mogelijk af en leg ze verspreid in het lokaal. Geef afhankelijk van de groepsgrootte de leerlingen individueel of in kleine groepjes één of meerdere citaten (eveneens in bijlage). Naast de citaten staat telkens als richtlijn het nummer van het schilderij (-en) waar het citaat mee gelinkt kan worden. Er zijn geen foute antwoorden, het gaat over hun eigen beleving en interpretatie. Hou dus zeker ruimte voor andere linken die de leerlingen zouden leggen. Zodra de leerlingen klaar zijn, worden alle citaten overlopen en gepolst naar eventuele vragen. De citaten en afbeeldingen met aanvullende info voor leerkracht staan onder 2.2.3. Extra info: De afbeeldingen komen uit een tentoonstelling die bestaat uit schilderijen die zijn gemaakt door twee kunstenaars uit Noord-Kivu (DRC) en die scènes uitbeelden van geweld waar de kinderen daar aan zijn blootgesteld. De kunstwerken zijn gemaakt op basis van de getuigenissen van exkindsoldaten die door KIYO’s partner CEFADES zijn gereïntegreerd in de maatschappij. De citaten zijn afkomstig uit interviews die Hélène Flaam afnam in Mahagi voor haar thesis: “Psychosociaal welzijn, motivaties en toekomstperspectieven bij vrouwelijke ex-kindsoldaten in OostCongo” in 2008.
Extra info: Aksanté in Congo Vzw Aksanté ondersteunt lokale ngo’s in het zuiden om hun economische autonomie op te bouwen. Zij werkt samen met AFDDHO (Association Féminine pour la Défense des Droits de l’Homme), een organisatie in het Oosten van de Democratische Republiek Congo die opkomt voor mensenrechten. In Congo worden mensenrechten nog vaak geschonden. Door de bevolking bewust te maken van hun rechten wil AFDDHO ervoor zorgen dat dit niet meer kan gebeuren. De organisatie richt zich hierbij speciaal op de rechten die vrouwen en kinderen beschermen, omdat dit kwetsbare groepen zijn. Hieronder vallen ook de kindsoldaten. Kindsoldaat zijn heeft negatieve gevolgen. Zo hebben veel kinderen psychische problemen door wat zij hebben meegemaakt: nachtmerries, herbeleving, angsten, enzovoort. Ook op sociaal vlak is het voor hen niet gemakkelijk om het dagelijks leven weer op te pakken. Dit komt enerzijds omdat zij het gewone leven niet meer gewend zijn. Anderzijds is het voor dorpsbewoners niet gemakkelijk om een kindsoldaat, in hun ogen schuldig aan misdaden, weer op te nemen in hun gemeenschap. Ex-kindsoldaten komen hierdoor vaak in de armoede terecht. Ook hebben zij een groot deel van hun onderwijs misgelopen. Het is voor hen dus moeilijk om door te gaan met hun oude, gewone leven, maar AFDDHO helpt hen hierbij. De jongeren leren er een eigen handel te starten, zodat zij een inkomen hebben. Ook krijgen zij een opleiding waar ze leren hun inkomen goed te beheren. Vzw Aksanté helpt AFDDHO om hiermee van start te gaan. Op deze manier krijgen ex-kindsoldaten de mogelijkheid terug te keren in de maatschappij. 8
2.2.2 Klasgesprek over de problematiek Aan de hand van de bovenstaande oefening kwamen zonder twijfel heel wat problemen van kindsoldaten aan bod. Het is aan te raden om na de bespreking van de citaten en het bekijken van de schilderijen met de leerlingen stil te staan bij het hoe en waarom van deze voortdurende problematiek. Hieronder enkele vragen en besprekingen die dit concreet kunnen helpen maken: Waarom gaan kinderen bij een gewapende militie? Vaak is dit omdat ze ontvoerd worden door gewapende groepen (zie deel1 p6 info: Waarom kinderen?). Maar het gebeurt ook dat kinderen vrijwillig bij een militie aansluiten omwille van: - Thuissituatie: extreme armoede, hongersnood, geen ouders, ruzie met familie,… - Hun vrienden gaan ook: zin voor avontuur… - Ze denken dat ze het beter zullen hebben bij een militie: inkomen, eten, huisvesting,... (Maar in werkelijkheid zijn de levensomstandigheden er veel slechter.) - Wraak: hun familie of vrienden werden vermoord door een andere militie. - Bescherming: ‘als ik bij een militie ga, zullen ze mijn familie niets aandoen’. (Maar in werkelijkheid moeten kindsoldaten vaak hun eigen dorp en zelfs familie uitmoorden.) Wat zijn hun taken bij de gewapende militie? - Meisjes worden vaak gebruikt als seksslavin en krijgen soms een kind van hun verkrachter, waardoor ze vaak niet meer welkom zijn in hun dorp. - Boodschapper, spion, bewaker van gevangenen of het kamp, vuurlinie, koken, dragen van munitie, gewonden, gevangenen, … Waarom willen ze weg bij de gewapende militie? - De levensomstandigheden zijn helemaal niet zoals ze verwacht hadden. - Ze worden misbruikt. - Hebben angst. Wat zijn de gevolgen als ze terugkeren naar hun dorp? - Vaak zijn ze niet welkom omdat ze eigen dorpsgenoten of familie hebben vermoord. - Ze zijn mentaal gebroken, hebben trauma’s. - Ze kunnen zich heel moeilijk aanpassen aan het dagelijkse leven, kunnen zich niet houden aan regels, kunnen zich niet concentreren om bv. te studeren of te gaan werken, zijn vlugger agressief, weten niet hoe ze moeten omgaan met anderen (sociale vaardigheden). - Vaak hebben ze ook fysische problemen; bv. rugproblemen door het vele en zware dragen van muni tie, sommigen verloren ledematen door antipersoonsmijnen, … - Ze hebben een enorme achterstand op schoolvlak, velen zijn analfabeet.
Kadogo l 9
Mijn recht. Mijn toekomst.
2.2.3 Ondersteunend materiaal: schilderijen
Werk 1 Lijst van problemen gerelateerd aan de oorlog in Oost-Congo: seksueel en ander geweld, gewapende groeperingen, rekrutering van kindsoldaten, kinderen die buiten de beschermde omgeving van een gezin leven.
Werk 2 Lijst met een aantal kinderrechten.
Werk 3 Scène uit een tijdelijk kamp van een militie: kindsoldaten worden ingezet voor verschillende activiteiten: ze worden op pad gestuurd om voeding te zoeken (vaak via plundering), moeten zware huishoudelijke taken doen e.d. Meisjes worden veelal gebruikt voor de huishoudelijke taken en seksueel misbruikt door militieleiders.
10
Werk 4 Scène van de opzet van een tijdelijk kamp van een militie: kindsoldaten worden gebruikt bij de opzet van de kampen van de gewapende groeperingen (constructie hutten van militieleiders), bij het koken en andere huishoudelijke taken (water halen, brandhout halen, dorpen plunderen, wapens/ militie/ geplunderd kleinvee en andere levenswaren dragen, etc.).
Werk 5 Scène uit het leven van kindsoldaten: overgeleverd aan enorme honger, maken sommige kindsoldaten zich schuldig aan plunderingen en andere misdaden in de nabijliggende dorpen rond de tijdelijke kampen van de milities. Ze roven er kleinvee zoals geiten en stelen de oogst van de arme boerenbevolking, ze terroriseren de bevolking, anderen verhandelen cannabis om zo wat te verdienen om van te overleven. Vaak worden de kinderen door de volwassen militieleiders ook op pad gestuurd om dit soort zaken te doen of moeten zij mee om de zware lasten te tillen (zie de bananen die meer wegen dan het jongetje dat ze draagt).
Werk 6 Scène uit het leven van kindsoldaten: andere misdaden die begaan worden tegen de burgerbevolking in de dorpen zijn verkrachtingen en andere vormen van seksueel geweld. De militieleden verkrachten op grote schaal vrouwen. Verkrachting wordt gebruikt als een oorlogsstrategie. Kindsoldaten staan vaak de wacht tijdens (groeps)verkrachtingen waardoor zij blootgesteld worden aan seksueel geweld en zich vaak ook tot verkrachter ontwikkelen. Sommige kindsoldaten worden door hun meerderen gedwongen om ook te verkrachten.
Kadogo l 11
Mijn recht. Mijn toekomst.
Werk 7 Scène uit het leven van kindsoldaten: militieleiders gebruiken vaak kindsoldaten als hun persoonlijke beveiliging. Deze kindsoldaten wonen verkrachtingen bij en dit heeft gevolgen voor hun eigen (latere) gedrag. Velen gaan later ook over tot verkrachten.
Werk 8 Scène uit het leven van kindsoldaten: wanneer de militie onvoldoende geld heeft om in voedsel en andere benodigdheden van de groep te voorzien sturen zij kindsoldaten op pad om in nabijgelegen dorpen te plunderen (voedsel, vee zoals geiten en koeien). Ze intimideren en doden soms veehoeders. Ook gijzelen ze veehouders en lokale boerenfamilies en vragen hen om hun vrijheid af te kopen.
Werk 9 Scène uit het leven van kindsoldaten: een andere manier waarop militieleden aan geld komen is door langs de wegen auto’s te stoppen en de bestuurder en passagiers van hun eigendommen en geld te beroven. Vaak overleven de slachtoffers zo’n hinderlaag het niet.
12
Werk 10 Scène uit het leven van kindsoldaten: de gestolen zaken (vee geroofd in de nabijgelegen dorpen, spullen beroofd van reizigers, e.d.) worden verplicht (terug)verkocht aan de mensen van de omringende dorpen. De waarde, betaalwijze en –termijn worden vastgelegd door de militieleden en de dorpelingen hebben zich er maar aan te houden. Vaak vragen ze i.p.v. geld voor het gestolen vlees dat ze verkopen, minerale rijkdommen.
Werk 11 Scène uit het leven van kindsoldaten: in sommige verafgelegen gebieden is er sprake van gedwongen rekrutering van kindsoldaten. Zo kan een militie een school aanvallen en de kinderen ontvoeren om hen vervolgens in te zetten als kindsoldaten in hun gewapende groep. Bovendien beroven ze de school en intimideren ze de leerkrachten – soms ontvoeren ze ook een leerkracht om deze als een leider, woordvoerder of secretaris in te zetten.
Werk 12 Scène uit het leven van kindsoldaten: kinderen zijn slachtoffer van verschillende vormen van fysiek en verbaal geweld (geweldplegingen, seksuele uitbuiting, verwaarlozingen, etc.) in de gewapende groeperingen. Ze dragen grote kisten met munitie en wapens als de militie op oorlogspad gaat en als ze het niet verdragen of weigeren worden ze afgeranseld met stokken of zelfs vermoord. Ook worden ze (zelfs ongewapend) in de frontlinie opgesteld als schild voor volwassen militieleden die zich achter hen hebben opgesteld. Het aantal slachtoffers onder de kindsoldaten tijdens de gevechten ligt dus zeer hoog.
Kadogo l 13
Mijn recht. Mijn toekomst.
Werk 13 Scène uit het leven van kindsoldaten: na de gevechten dragen zowel de volwassen militieleden als de overgebleven kindsoldaten de gewonden op hun vlucht de bergen in.
Werk 14 Scène uit het leven van kindsoldaten: na de gevechten dragen de kinderen de oorlogsbuit (ongeacht het gewicht) terwijl ze zich naar de bergen begeven met de gewonden. Uiteraard krijgen de kindsoldaten achteraf maar nauwelijks iets van die buit en bij geschillen worden ze gedwongen het samen uit te vechten (letterlijk).
Werk 15 Scène uit het leven van kindsoldaten: kindsoldaten eten in slechte omstandigheden. Ze krijgen standaard te weinig eten. Dat zou men zogezegd doen zodat zij in goede conditie zouden blijven en geen overgewicht zouden krijgen. Zo moeten vaak ook rechtstreeks met bloten handen uit de pan eten terwijl het op het vuur aan het koken is.
14
Werk 16 Scène uit het leven van kindsoldaten: kinderen in gewapende groeperingen worden op allerlei wijzen misbruikt (lijfstraffen, verbaal geweld, zware lichamelijke arbeid, seksuele uitbuiting, e.d.). Zij moeten met bloten handen uit de pan met kokend eten hun maal halen terwijl de militieleiders dit aanschouwen en zelf wachten tot het eten iets afgekoeld is alvorens zich eraan te wagen.
Werk 17 Scène uit het leven van kindsoldaten: een aantal kindsoldaten begint zich vragen te stellen na valse beloften en misbruik in de gewapende groep. Het aantal gevallen van kindsoldaten dat deserteert is vrij laag, maar enkelen proberen weg te vluchten en hun families terug te vinden. Het leven in milities in Noord-Kivu is zwaar: men slaapt buiten en is blootgesteld aan regen, wilde dieren, insecten, etc. In geval van ziekte wordt men met kruidenmengsels verzorgd. Ook worden zij getatoeëerd en lopen daarbij vaak infecties op. Vele kinderen krijgen op een gegeven moment heimwee.
Werk 18 Scène uit het leven van kindsoldaten: enkele kindsoldaten durven het aan en sommigen lukt het om ’s nachts te ontsnappen uit het kamp en hun weg terug naar huis te vinden.
Kadogol 15
Mijn recht. Mijn toekomst.
Werk 19 Scène uit het leven van kindsoldaten: afgezien van de gevallen waarbij er kindsoldaten zelf vluchten, zijn er demobiliseringsprogramma’s van de overheid i.s.m. de civiele maatschappij. De militieleden en –leiders worden bewustgemaakt van het probleem (en de strafbaarheid) van kinderen in gewapende groeperingen en van de mogelijkheid om hen te laten demobiliseren.
Werk 20 Scène uit het leven van ex-kindsoldaten: het sensibiliseren van de militieleiders in hun kampen of in regroeperingscentra” kan zijn vruchten afwerpen – zoals op dit schilderij waarbij kinderen vervolgens door de MONUSCO (Vredesmissie van de VN) terug naar huis gebracht worden.
Werk 21 Scène uit het leven van ex-kindsoldaten: de kindsoldaten die door hun militieleiders zijn vrijgelaten worden via de MONUSCO in contact gebracht met organisaties die de jongeren re-integreren in hun families (psychosociale begeleiding) en in de maatschappij via alfabetisering en beroepsvormingen.
16
Werk 22 Scène uit het leven van ex-kindsoldaten: voorbeelden van de verschillende beroepsopleidingen zoals koken, metselen, (auto)montage, kleren maken en schrijnwerkerij die ze o.a. bij onze partner CEFADES kunnen volgen.
Werk 23 Scènes uit het leven van ex-kindsoldaten : na de beroepsopleiding worden de jongeren geholpen bij het vinden van een stageplaats en een baan bijvoorbeeld als kok of keukenpersoneel in een hotel. Voor degenen die geen baan vinden worden er coöperatieven opgericht, zoals in een schrijnwerkerij (op het schilderij), en worden deze verder begeleid door het ervaren personeel van CEFADES.
Kadogo l 17
Mijn recht. Mijn toekomst.
Citaten De rekrutering (link met schilderij 11, 5) Keer op keer werd ons huis geplunderd, moesten we vluchten, en werd alles in brand gestoken. Op een dag kwam ik thuis van school met mijn broer en troffen we onze ouders niet meer thuis aan. Alles was geplunderd en mijn ouders sloegen op de vlucht. Die dag werd het me teveel. Ik wilde hier iets aan veranderen! Ik spoorde mijn broer aan om samen met mij te gaan vechten, maar dat wilde hij niet. Dan ben ik maar alleen vertrokken, maar niet met minder overtuiging. Claudine, intrede op 15 jaar De rekrutering (link met schilderij 6, 7) Ik was onderweg van school toen ik militairen tegenkwam. Ze verkrachtten me, maar achteraf slaagde ik erin om te ontsnappen. De militairen zochten me opnieuw op om me nogmaals te verkrachten en namen me mee naar het militaire kamp. Zelfs mijn ouders konden me niet beschermen toen ik voor de tweede keer werd verkracht en meegenomen. Mariette, intrede op 13 jaar De rekrutering (link met schilderij 6, 7) Om eten te zoeken staken we de grens over, we waren steeds met drie meisjes. Op onze terugweg van de markt kwamen we drie militairen tegen. Vóór ze ons meenamen, hebben ze ons verkracht. Verkracht en gewond aangekomen in het kamp, sloten ze ons op in een donkere kamer. Gedurende twee maanden heb ik niets anders gezien dan de vier muren rondom mij en de militair die me alle dagen kwam verkrachten. Ik werd gebruikt als seksslavin. Espérance, intrede op 13 jaar De rekrutering (link met schilderij 5) Toen ik 12 jaar was, ben ik gevlucht naar mijn nonkel. De situatie thuis was ondraaglijk geworden. Toen brak de oorlog en moest ik ook daar vertrekken, op de vlucht voor de oorlog. Op dat moment heeft een vrouw me hartelijk opgevangen. Het was de vrouw van een militair. Bij haar verbleef ik 6 maanden. Terwijl ik daar woonde, zag ik veel meisjes vertrekken om te gaan vechten. Ik had dus ook contact met de meisjes in het leger. Ze moedigden mij aan om mee te komen vechten. ‘Je hebt geen familie, je ziet af, kom erbij, je mag bij ons blijven.’ Uiteindelijk heb ik zelf besloten om me aan te sluiten, niemand heeft me ertoe gedwongen. Camille, intrede 12 jaar De rekrutering (link met schilderij 7) De militairen hebben ons ondergeschept toen we onderweg waren naar de rivier. We waren met drie meisjes. We waren erin geslaagd om te vluchten in de brousse. Toen we terug op de weg kwamen, kwamen we opnieuw in de armen terecht van een groep militairen. Christine, intrede 10 jaar Het leven in de gewapende groep (link met schilderij 4, 12 – 16) Er waren veel kinderen. Die moesten ‘hard’ gemaakt worden om het harde leven van een militair aan te kunnen. We werden geslagen, zonder enige aanleiding. We hadden geen water om ons te wassen en we hadden onvoldoende slaap. We waren altijd moe en we namen drugs. We bleven steeds buiten aangezien de hutten enkel voor de officieren waren bestemd. Ook al was het koud en regende het, we waren altijd buiten. Als we rilden van de kou, werden we geslagen met de zweep. Want ‘een militair rilt niet’. Claudine, intrede op 15 jaar Het leven in de gewapende groep (link met schilderij 4, 12-16) Ik mocht me nooit buiten het kamp begeven. Het enige wat ik deed was koken voor de militairen. De enige momenten dat ik buiten mocht was als er een ergens gevecht was of een aanval. Op die momenten moest ik uit het kamp om de munitie te dragen. Mariette, intrede op 13 jaar 18
Het leven in de gewapende groep (link met schilderij 4, 12-16) Ik hoefde niet lang deel te nemen aan de militaire opleiding, want ik werd vrij snel ‘geschonken’ als echtgenote aan een militair. Hij was al verliefd op me van vóór ik in het leger ging. We kregen geen wapens, omdat we anders onze man zouden kunnen neerschieten, althans daar waren ze bang voor. Ik had dat niet gedaan, want ik was ook echt verliefd op hem. Ik droeg zijn kind al drie maanden toen het rustiger werd en de oorlog stilviel. Uiteindelijk zijn we dan toch elk onze weg opgegaan en kwam ik zwanger en alleen terug thuis. Camille, intrede 12 jaar Het leven in de gewapende groep (link met schilderij 7) Bij mij was het eerder een kwestie van geen andere plaats te hebben om naartoe te gaan. Bij mijn familie kon ik niet terecht. Ik stond er helemaal alleen voor. Vandaar verdroeg ik alles wat er gebeurde in het leger. Camille, intrede 12 jaar Het leven in de gewapende groep (link met schilderij 4, 12-16) Na een tijdje kreeg ik een opleiding van één week, maar ik kreeg geen wapen om naar het front te gaan. Er was een commandant die met me huwde. Ik ging dus niet naar het front om te gaan vechten, maar ik nam wel deel aan elke plundering. Telkens als er een aanval was, stuurden ze me achter om alles te plunderen en mee te nemen. Het was gedwongen liefde. Hij had me eerst verkracht en ik probeerde te vluchten. Maar de commandant heeft zijn lijfwachten op me afgestuurd om me terug te halen. Christine, intrede 10 jaar De vlucht (link met schilderij 17, 18) Op een dag had een militair ons alle drie geholpen om te vluchten. De andere militairen waren niet in het kamp, waardoor hij ons heeft kunnen bevrijden. Hij had medelijden met ons, hij hoorde ons elke dag huilen en wist hoe we werden mishandeld. We hadden bijna geen kracht meer, maar we moesten daar weg. Espérance, intrede 13 jaar De thuiskomst (link met schilderij 20) Ik ben zeer slecht ontvangen geweest toen ik thuis kwam. Ze hebben me eerst weggejaagd. Ze hadden schrik van me, aangezien ik bij de militairen had gewoond. Ze hadden me grigris (een soort geluksbrenger) gegeven om me te ‘zuiveren’. Na enige tijd hebben ze me teruggeroepen, samen met mijn kinderen. Er waren mensen die met mijn familie zijn gaan praten. Het was geen organisatie, maar het waren mijn buren en andere individuen. De familie heeft me daardoor uiteindelijk toch aanvaard. Mariette, intrede op 13 jaar De thuiskomst (link met schilderij 20, 21) Eenmaal thuis, werd ik goed opgevangen door mijn familie. Er zijn veel tranen gerold die dag, tranen van verdriet en geluk tegelijk. Ik was in slechte toestand en mijn familie gaf me medicatie en verzorging. De andere twee meisjes hebben het niet overleefd, omdat ze geen medicatie hadden gekregen. We hebben een haan geslacht en ik kreeg een duif. De duif staat symbool voor het licht. Aangezien ik herenigd was met mijn familie, betekende dat licht voor de familie. We hebben die duif niet opgegeten. De duif kreeg kleintjes en die ben ik dan beginnen verkopen. Espérance, intrede 13 jaar
Kadogo l 19
Mijn recht. Mijn toekomst.
De thuiskomst (link met schilderij 20, 21,22, 23) In het begin, toen ik na vier jaar terug thuis kwam, werd ik goed ontvangen, omdat ik in verwachting was. Maar eenmaal bevallen kreeg ik opmerkingen en verwijten. ‘We hebben heel ons leven voor je gewerkt, we hebben je opgevoed en nu kom je hier thuis met nog een ander kind?! Je moet maar zelf voor je kind zorgen.’ Gelukkig kon ik wat geld verzamelen door wat te werken en kon ik zelf iets zoeken om te wonen. Eerst wilde ik iets huren, maar nu heb ik iets gekocht, dat is beter. Vanaf kinds af aan leerde ik breien en dat is wat ik nu doe. Ik maak breiwerkjes en verkoop die om te overleven. Ik kreeg ook een opleiding ‘coupe et couture’ en een naaimachine van het DDR programma (Désarmement, Démobilisation et Reintégration). Ik maak nu dus ook kleren, om wat bij te verdienen. Camille, intrede 12 jaar De thuiskomst (link met schilderij 20,21) De ontvangst was heel goed, want er gingen veel geruchten de ronde dat de Oegandezen ons kamp hadden aangevallen en dat we daardoor gestorven waren. De hele familie dacht dat we dood waren. Ze waren heel blij om ons terug te zien. Daarom kregen we een traditionele ontvangst. Volgens onze traditie moesten er kleine hutjes gebouwd worden door onze voorouders en daar moesten we in zitten. Er werd geloofd dat onze voorouders in die hutten zaten en daarom moesten we er gaan zitten. Er werd aan onze voorouders offers gegeven die eerst met water werden besprenkeld. Bienvenue, intrede 17 jaar De thuiskomst (link met schilderij 20, 21) Ik ben niet goed ontvangen door mijn familie aangezien ik zwanger was. Ik had een kind van een militair. Dezelfde militair had het dorp geplunderd, daarom was mijn mama kwaad. Ik was 13 jaar toen ik zwanger werd van mijn eerste kind. Roseline, intrede 13 jaar Het leven nadien (link met schilderij 20-23) Mama wilde graag dat ik terug naar school ging. Maar ik ging niet graag, want ze dachten dat, aangezien ik lang onder ‘die mensen’ was, dat ik geen orde had en me niet zou kunnen gedragen. Het was moeilijk om terug naar school te gaan. ’s Ochtends opstaan, wassen en vertrekken, pff… Het tweede trimester begon ik al te spijbelen. Ik vertrok niet naar school, of soms hing ik gewoon de hele dag rond en ging ik om 12u terug naar huis of soms om iets te eten. Maar op een dag is er iemand gaan signaleren aan mijn vader dat ik niet naar school ging. Ik zei hem dat hij niet naar die leraar moest luisteren, dat die toch maar wat vertelde. Maar dan gaf ik toch toe aan papa dat ik niet naar school geraakte. Ik was ook bijna niet meer thuis. Er waren dagen dat ik ’s morgens met volle maag vertrok en ’s avonds om 12u terug thuis kwam. Mijn papa en mama hadden daar moeite mee en op een dag spraken ze me daarover aan. Het was rond 19u30 toen iedereen van de familie thuis was. Vooral mama praatte veel. Ze zeiden me dat dat niet normaal was. Ze zeiden me dat ze me alle mogelijkheden aanboden. Ze vroeg waarom ik zo deed? Ze wilden dat ik naar school ging, zoals alle anderen. ‘Zelfs al wil je militair worden, het is goed om te studeren, je moet eerst studeren.’ Op dat moment besloot ik om toch terug naar school te gaan, iedere dag. De anderen dachten dat ik het niet ging uithouden tot het einde van het jaar. Maar ik hield vol. Claudine, intrede op 15 jaar
20
2.3 Stellingenronde
[25-30 min.]
Hoewel het op het eerste zicht kan lijken alsof de problematiek rond kindsoldaten heel duidelijk is, zijn de leerlingen tot nu toe waarschijnlijk al enkele dingen te weten gekomen die het verhaal wat complexer maken: er zijn kinderen die zich vrijwillig aansluiten; hoe moet de omgeving reageren als een kind nadien terug thuis komt; ook kinderen die niet meegevochten hebben maar andere taken hebben voldracht, worden gezien als kindsoldaat… Hieronder vind je enkele stellingen die zulke vragen belichten. Aan de hand van een stellingenronde kunnen verschillende meningen of visies omtrent kindsoldaten door de leerlingen besproken worden. Het is hier niet de bedoeling om tot het juiste antwoord te komen, sommige stellingen laten bewust ruimte voor nuance. Verdeel de ruimte in twee waarbij één zijde akkoord en de andere niet-akkoord symboliseert. Laat de leerlingen na het voorlezen van de stelling een plaats innemen die het meest aansluit bij hun overtuiging. Tip: Om de nuance extra te accentueren kan er gewerkt worden met een lijn tussen de twee uitersten (akkoord / niet-akkoord). De leerlingen kunnen dan zo aangeven of en in welke mate (helemaal, min of meer) ze akkoord of net niet akkoord zijn.
Stellingen: - Kinderen van 15 jaar zijn oud genoeg om zelf te beslissen of ze in het leger willen of niet. - Kindsoldaten doen soms gruwelijke dingen. Ze moeten hiervoor berecht en eventueel gestraft worden. - Wij moeten ons niet druk maken over het feit dat kindsoldaten bestaan; we kunnen er toch niets aan doen. - Kinderen die niet vechten in het leger maar andere taken krijgen zoals die van loopjongen, drager, boodschapper of verkenner, zijn eigenlijk geen kindsoldaten. - Als een oorlog heel lang duurt en veel volwassen soldaten gesneuveld zijn, moet een leger wel kinderen rekruteren. - Kinderen die in het leger gezeten hebben zijn sterker en meer volwassen geworden als ze terug thuis komen. - Ieder land moet zelf kunnen beslissen wat de minimumleeftijd voor rekrutering is. - Kinderen houden minder snel dan volwassenen een trauma over aan de oorlog omdat ze geen besef hebben van hun slechte daden.
Kadogo l 21
Mijn recht. Mijn toekomst.
2.4 Interactief Spel
[40 min.]
2.4.1 Werken in groep Verdeel de leerlingen in kleine groepen en vertel hen dat ze kindsoldaten zijn die ver van hun geboortedorp bij een gewapende militie zitten. Ze hebben besloten om de militie te verlaten en terug naar huis te keren. Dit gaat echter niet zomaar, ze zullen heel wat hindernissen moeten overwinnen. De hindernissen worden voorgesteld als vragen die ze moeten oplossen en die hen bij elke correcte oplossing een aantal kilometers opleveren op weg naar huis. Hang (of projecteer) de bijgevoegde kaart aan het bord en maak een schema om de ‘score’ bij te houden. Opdrachten: 1.
Los de rebus op. (20km) Oplossing: Elk kind heeft recht op spel en school niet op oorlog en geweld.
2.
Waarom denken jullie dat kinderen in Noord-Kivu beslissen om bij het leger te gaan? Geef 3 redenen. (15km) - Wraak - Bescherming - Avontuur - …
3.
Beeld je in dat je in Noord-Kivu op een kleine boerderij woont en dat jullie broertje van acht jaar en jullie zusje van tien worden ontvoerd en gedwongen om bij een leger van rebellen te gaan. Als jullie drie redenen kunnen verzinnen waarom ze thuis moeten blijven veranderen de ontvoerders misschien van gedachten. Jullie hebben één minuut de tijd om goede redenen te bedenken en op te schrijven. (15km) - Recht op onderwijs - Recht op veilig onderdak - Recht op gezondheid en bescherming - …
4.
Noem drie landen waar kindsoldaten werden of nog steeds worden ingezet. (15km) - DRC - Burundi - Somalië - Afghanistan - ….
5.
Kinderen kunnen als soldaat vechten in een regeringsleger of in gewapende troepen vechten tegen het regeringsleger. Naast de functie van soldaat kunnen ze echter nog andere functies vervullen in het leger. Zoek 3 andere werkzaamheden van kindsoldaten. (15km) - Loopjongen - Kok - Booschapper - Bewaker - …
22
6.
Na jarenlange dienst in het leger kunnen de kindsoldaten nog steeds niet lezen of schrijven. Maak een lijstje van vijf gevolgen voor kinderen die in een gewapende groep zaten. (20km) - Trauma’s - Gewond/ invalide - Geen opleiding - Geen band met familie of omgeving - Gebrekkige sociale vaardigheden - ….
7. Jullie zijn ontsnapt uit het leger, maar jullie kunnen nergens naartoe. Door de jarenlange oorlog zijn jullie ouders en familie gevlucht of dood. De enige plek waar jullie naartoe kunnen is een opvangtehuis voor kindsoldaten van een speciale organisatie. Je bent ontsnapt uit het leger, maar als je je de naam van die organisatie kan herinneren vind je die plek vast wel. Bedenk 2 organisaties jullie zouden kunnen helpen. (10km) - UNICEF - KIYO - … 8.
Welke beroepen kunnen de kinderen leren in het project van zoals getoond op het schilderij uit eerdere oefening? (15km, als je kan uitbeelden kan je zelf 5 km winnen, de groep die kan raden ook.) - Koken - Metselen - (Auto)montage - Kleren maken - Schrijnwerkerij
9.
Als je iets zou kunnen zeggen aan de leiding van de gewapende groepen die kindsoldaten rekruteren, wat zou je dan zeggen of welke boodschap zou je dan geven? Schrijf op een blad. (15km)
Kadogo l 23
Mijn recht. Mijn toekomst.
2.4.2 Ondersteunend materiaal: de rebus
Kaart
24
3. TOT SLOT 3.1 Afronding De problematiek rond kindsoldaten is geen gemakkelijk onderwerp, maar jammer genoeg nog steeds brandend actueel. Het is belangrijk dat de leerlingen na deze lesonderdelen inzicht hebben in de complexe problematiek maar ook besef dat er hoop is voor ex-kindsoldaten dankzij rehabilitatieprogramma’s. Vandaar ook het enorme belang van organisaties ter plaatste én de (financiële) ondersteuning van ngo’s en vzw’s voor deze projecten. Nodig de leerlingen uit om vragen die ze hebben te stellen en ga indien nodig met hen op zoek naar antwoorden (enkele interessante weblinks vind je hieronder).
3.2 Meer weten Merk je dat de leerlingen nog wat meer praktijkkennis over kinderrechten kunnen gebruiken? Onze partner Vormen vzw heeft een handige zoekmachine om allerlei methodieken te vinden: http://www.vormen.org/info-spel-methodieken Op zoek naar kort en krachtig overzicht van de werking van de projecten van KIYO in het Zuiden om een beeld te scheppen van onze werking? http://kiyo-ngo.be/nl/zuid http://www.child-soldiers.org http://www.centreforchildren.be
3.3 Meer educatief materiaal KIYO biedt workshops aan op maat van verschillende richtingen uit TSO en BSO. Scholen/leerkrachten die een samenwerking aangaan met KIYO kunnen hierop beroep doen. Neem voor meer informatie contact op met
[email protected] of neem een kijkje op: http://kiyo-ngo.be/nl/pagina/belgië Voor meer info en feedback over deze les:
[email protected] – 02 510 61 93
Beeldmateriaal: © Karen Nachtergaele & KIYO
Kadogo l 25