Kaderjournaal Platform SOR Ferry Pereboom Angelique Kansouh
Januari 2012
De AC Rijksvakbonden zijn een initiatief van NCF, Juvox, VPW en VCPS
Inhoudsopgave 0. Voorwoord…………………………………………..…….…..…….…..…….… 3 1. Geen CAO…………………..…………..……………..………………………….. 4 2. Politieke bemoeienis over CAO’s.……...……………..………………... 5 3. CAO-onderhandelingen ….…………..…..………………………………… 5 4. Het kabinet Rutte wil fors snijden in de ambtelijke dienst. ..… 6 5. Hoe is het gesteld met onze Nederlandse “Staat van de Ambtelijke Dienst” ………..……...…….…..……...…….…..……...……….. 6 6. HRM-problemen op korte- en langetermijn (STADrapport)……………..……...…...... …..……...…….…..……...…….…..…….. 7 7. Knelpunten medezeggenschap.…………. …..……...………………… 7 8. Als reorganisatie uiteindelijk toch moet leiden tot ontslag...…………………………………………..…….……..…..……...…………. 8 9. AOW-gevolgen voor medewerkers ……..…..……...…….…..……… 9 10. Pensioen……………………………………….……..…..……...…….…..…… 10 11. Wist u dat? …………………………………………..…….…..……………….. 11
Kaderjournaal Platform SOR
Januari 2012
2
0
Voorwoord “Voor wie niet weet naar welke haven hij wil, is iedere wind zinloos” (Seneca) Eén van onze havens is een goed sociaal flankerend beleid voor de medewerkers. Ook in 2012 blijven we ons daarvoor inzetten. Lukt het niet rijksbreed dan via sociaal plannen departementaal. In deze editie zullen we het oog richten op het ABP-pensioen en het zojuist verschenen rapport “Staat van de ambtelijke dienst” oftewel STAD. Hoe staan de ambtenaren er anno 2011 voor? Dit rapport bevat observaties en analyses van vertegenwoordigers van wetenschap en beleid. Hierin ook aandacht voor het wetsvoorstel “Normalisatie arbeidsvoorwaarden overheidspersoneel”. En … de AC Rijksvakbonden hebben een eigen e-mailadres:
[email protected] Wij wensen jullie allen een gelukkig en bestemmingsgericht 2012 toe. Ferry Pereboom en Angelique Kansouh
Kaderjournaal Platform SOR
Januari 2012
3
1
2
Geen CAO … maar ook geen Sociaal Flankerend Beleid Dat betekent dat er nu, 2012, dus geen rijksbreed sociaal flankerend beleid meer is. Het oude beleid liep namelijk op 31 december 2011 af. Een rondje langs de ministeries maakt duidelijk dat er ook bij departementen behoefte is aan sociaal plannen om de reorganisatie te kunnen opvangen.
Geen CAO … maar wel veel politieke bemoeienis over CAO’s Er zijn Tweede Kamerleden die zich afvragen of CAO’s nog wel opgelegd moeten worden aan alle werkgevers en werknemers in een sector. Waarom? Omdat ze vinden dat vakbonden steeds minder werknemers vertegenwoordigen terwijl de CAO’s wel voor alle medewerkers gelden. Van de 7,5 miljoen werknemers zijn 1,9 miljoen mensen lid van een bond.
Standpunt AC Rijksvakbonden Het is goed om te bezien hoe je draagvlak voor een CAO kan verbreden. De AC Rijksvakbonden staan dus niet negatief tegenover het betrekken van nietvakbondsleden bij de CAO-onderhandelingen. Op welke wijze en mate, zal nog wel goed moeten worden bekeken. Hoe nu verder? Zonder een sociaal flankerend beleid zullen alle reorganisaties eerst aan de GO-tafel (dus met SG’s en bonden) moeten worden doorgenomen. Aan de GO-tafel zal vervolgens per reorganisatie een sociaal plan (vangnet voor de personele gevolgen) moeten worden afgesproken. Dit kunnen langdurige onderhandelingen worden zowel met bonden als met OR-en.
Hoe verder? Hoe de politieke discussie hierover verder loopt zal begin 2012 duidelijk zijn. Dan wordt de bespreking in de Tweede Kamer verwacht
Op de ministeries wordt op dit moment gewerkt aan de invulling van de ‘taakstelling’. Op Prinsjesdag zal er duidelijkheid zijn: in de begroting voor 2012 zullen de departementen moeten aangeven hoe ze invulling gaan geven aan de bezuinigingen.
Kaderjournaal Platform SOR
Januari 2012
4
3
CAO-onderhandelingen … wat is effect van Normalisatie van de rechtspositie van medewerkers op het CAO-overleg BZK heeft in haar begroting de loonontwikkeling van de overheid 2 jaar op ‘0’ gesteld. Het kabinet meent dat vanwege de gevolgen van de economische crisis en de noodzakelijke bezuinigingen er geen extra middelen beschikbaar zijn voor de lonen van ambtenaren. De daadwerkelijke loonontwikkeling moet daarom praktisch (tenminste) 2 jaar op nul uitkomen. Dit wetsvoorstel behelst om de rechtspositie van ambtenaren in overeenstemming te brengen met die van werknemers in de marktsector. Maar zal hierdoor dan ook sprake zijn van minder politieke bemoeienis bij de totstandkoming van de CAO? Volledig vrije cao-onderhandelingen bij de overheid zouden logischerwijze betekenen dat deze op basis van dezelfde principes plaatsvinden als in de marktsector. Om verschillende redenen is dat niet mogelijk. Zo maakt de overheid nu eenmaal geen winst. Ook is er geen sprake van een verdeling van de toegevoegde waarde over bijvoorbeeld arbeidsinkomens. Loonruimte bij de overheid wordt dus niet door deze elementen bepaald. Vakbonden streven ernaar dat de overheid de loonruimte in de marktsector volgt. Dit is ook nodig voor de overheid om een aantrekkelijke werkgever te blijven. Als lonen jaar in, jaar uit zouden achterblijven bij de marktsector, dan zou de overheid zich uit de (arbeids)markt prijzen. Dit zal destemeer knellen als zich straks een krapper wordende arbeidsmarkt aandient.
Kaderjournaal Platform SOR
Voor de overheid heeft het volgen van de loonruimte in de marktsector evenwel het nadeel dat de loonkosten van de ambtenaren de neiging hebben sterker te stijgen dan de belastinginkomsten en de productiviteitsstijging rechtvaardigen. Dus: om de stijgende lonen te kunnen financieren moet ofwel de belasting omhoog, ofwel het aantal ambtenaren omlaag. Productiviteitsstijging bij de overheid is nagenoeg 0. Zo raamde het SCP voor de periode 1995-2008 een gemiddelde jaarlijkse stijging van de productiviteit in de publieke sector van 0, terwijl deze in de marktsector met 2,1% per jaar steeg. Met een prijsstijging van 0 en een productiviteitsstijging van 0 resulteert een loonruimte van eveneens om en nabij de 0. Het ‘normaliseren’ van de arbeidsverhoudingen bij de overheid zal dus niet inhouden dat de CAOonderhandelingen vergelijkbaar worden met die in de private sector. Het budgetrecht van het parlement betekent dat de arbeidsvoorwaardenruimte van ambtenaren uiteindelijk altijd onderworpen is aan goedkeuring door het parlement. Kortom: het parlement blijft ook bij ‘normalisatie’ de loonruimte voor de overheid bepalen. En er zijn nog enkele opmerkelijke verschillen tussen een marktsector CAO en een CAO in de overheid In de marktsector kan een CAO met 1 vakbond worden afgesloten. In de overheidssector kan een CAO of beter gezegd ‘arbeidsvoorwaardenovereenkomst’ alleen afgesloten worden met een meerderheid van stemmen. Bij het Rijk moeten dus minimaal 2 van de 4 vakcentrales akkoord gaan alvorens met de werkgever een akkoord is bereikt. Bij de overheid kan niet zonder overeenstemming tussen werkgever en vakbonden wijzigingen in de collectieve arbeidsvoorwaarden worden aangebracht. Bij wijzigingen moet voldaan worden aan het overeenstemmingvereiste. De CAO in de overheidssector is eigenlijk geen CAO in de zin van de Wet op de collectieve arbeidsovereenkomst. Bij de overheid gaat het om afspraken hoe de wetgever de afspraken ‘vertaalt’ naar wettelijke rechtspositionele bepalingen als het ARAR. Dit is dus een ‘arbeidsvoorwaardenakkoord’. Anders dan een CAO in de marktsector, blijven voor de overheid deze rechtspositionele bepalingen in het ARAR van kracht tot herroeping daarvan (of tot het bereiken van een vooraf vastgelegde datum).
Januari 2012
5
4
5
Hoe is het gesteld met onze Nederlandse “Staat van de Ambtelijke Dienst” oftewel STAD
Het kabinet Rutte wil fors snijden in de ambtelijke dienst. Maar heeft Nederland in vergelijking met andere landen wel zo veel ambtenaren in dienst? Valt mee, zo valt te lezen in het STAD-rapport. Zo werken in Nederland minder ambtenaren per hoofd van de bevolking dan in de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Duitsland of Frankrijk. Als de gezondheidszorg- en onderwijspersoneel buiten beschouwing worden gelaten, was in Nederland in 2008 2,9% van de totale beroepsbevolking overheidspersoneel. In de VS ligt dit op 3,3% en in onze naburige landen Duitsland, Frankrijk en Verenigd Koninkrijk op resp. 3,7%, 4,6% en 4,7% De reden dat Nederland relatief laag scoort, is dat hier van oudsher veel door maatschappelijke organisaties wordt gedaan. Deze uitkomsten staan dus in contrast met de operatie ‘kleinere overheid’ van het kabinet Rutte. Dit kabinet vindt juist dat het overheidsapparaat te omvangrijk is en wil Euro 6,6 miljard bezuinigen.
In de 1e publicatie van de Albeda Leerstoel, de Ien Dales Leerstoel en Leerstoel Comparative Public Sector en Civil Service Reform wordt hierover gerapporteerd. Overigens zal deze publicatie voortaan jaarlijks verschijnen. Enkele conclusies: De ambtelijke dienst is in vergelijking met het buitenland niet bijzonder groot. Vanuit het oogpunt van een evenwichtiger werkverdeling en betere politiek-ambtelijke verhoudingen zou de rijksoverheid moeten kijken naar de functies van bewindspersonen en topambtenaren. De 2,6 miljoen kleine en grote klachten tegen de overheid is teveel. De kwaliteit en arbeidsproductiviteit van ambtenaren kan beter maar daarvoor zijn veranderingen nodig zoals inspirerend leiderschap en sturen op resultaten en productie. Voor een goed personeelsbeleid bij de overheid zijn andere politieke keuzes nodig. Sociale media zullen grote invloed hebben op ambtelijke professionaliteit.
Interesse in het volledige rapport? Email dan naar
[email protected]
Kaderjournaal Platform SOR
Januari 2012
6
6
HRM-problemen op korte- en langetermijn (STAD-rapport) Langetermijn Ability: overheid is sterk vergrijsd. Zijn de oudere medewerkers op termijn nog voldoende gekwalificeerd? Zullen in de nabije toekomst voldoende jongeren beschikbaar zijn over de (overheids) arbeidsmarkt? Motivatie: vertrekredenen van huidige medewerkers is onder meer ‘inhoud werk’ (uitdaging en autonomie), ‘organisatie’ (te hiërarchisch en te weinig resultaatgericht) en ergernis over de leidinggevende. Is er daadwerkelijk bereidheid om te investeren in een andere organisatiecultuur? Wordt er rekening mee gehouden dat de nieuwe generatie werknemers vaker werken om zichzelf te ontplooien dan omdat het nu eenmaal moet? Dat zij steeds meer invloed willen hebben op de vormgeving van dat werk en dat ze minder top-down aangestuurd willen worden? Opportunity: veel medewerkers hebben het gevoel dat ze in hun werk onvoldoende ruimte krijgen. Kortetermijn Ability: scholingsuitgaven staan onder druk maar ook de werving. Een gehele of gedeeltelijke wervingsstop is bijna de enige methode is om op korte termijn te bezuinigen. Gevolg is een veel kleinere instroom van jongeren, waardoor een nog sterkere vergrijzing optreedt Motivatie: onzekerheid over de arbeidsplaats, hogere werkdruk, nullijn CAO. Daarbij komt ook nog het wetsvoorstel ‘Normalisatie arbeidsvoorwaarden ambtenaren’. Opportunity: prestaties overheid zullen eerder tot mindere dan betere organisatieprestaties leiden. Gevaar bestaat dat het imago van de overheid als werkgever langdurig beschadigd wordt. Dit zal frictie geven in de toekomst als zowel de marktsector als de overheid personeel uit dezelfde arbeidsmarkt zal moeten werven. Kaderjournaal Platform SOR
7
Knelpunten medezeggenschap Ook dit punt wordt in het STAD-rapport belicht. De knelpunten die genoemd worden komen bekend voor. Gebrek aan tijd, overbelasting, grote afstand tussen OR en achterban, gebrek aan deskundigheid, gebrek aan (goede) kandidaten voor OR-verkiezingen. Hoe komt het dan minder medewerkers zich voor de OR beschikbaar stellen? Toegenomen keuzevrijheid van individuen heeft gevolgen voor het arbeidsmarktgedrag van mensen, maar ook voor het antwoord op de vraag of men zich beschikbaar houdt voor medezeggenschap, dan wel daar überhaupt interesse in heeft. Verder heeft flexibilisering van de arbeidsmarkt ook gevolgen voor de medezeggenschap. De zgn. flexibele schil en allerlei soorten van flexcontracten bepalen uiteindelijk het totale beeld van het medewerkersbestand en hebben daarmee ook weer invloed op de medezeggenschap. Medewerkers blijken minder bereid te zijn zich te organiseren, lid te worden van vakorganisaties en ‘collectief’ te denken. Ze hebben een meer individuele blik dat niet leidt tot grote populariteit van de medezeggenschap. OR-en worden doorgaans beschouwd als collectieven die er wel bij horen maar … waar je vooral op let in geval van een reorganisatie. Verder leiden OR-en dikwijls een wat bleek bestaan, trachten waardering en belangstelling bij de achterban te bewerkstelligen, maar dikwijls tevergeefs. Maar … er wordt door medewerkers ook vastgesteld dat medezeggenschap erbij hoort en dat het vermoedelijk zou worden uitgevonden als het nog niet bestond. Het STAD-rapport sluit af dat er thans nog geen concrete voorstellen bekend zijn om medezeggenschap aan te passen aan de veranderende arbeidsverhoudingen en het nieuwe werken. Wellicht in 2012?
Januari 2012
7
8
Als reorganisatie uiteindelijk toch moet leiden tot ontslag. Hoe zit het dan met de WW-uitkering? Naast de WW-uitkering heb je recht op een bovenwettelijke uitkering. Dit is een aanvullende en aansluitende uitkering op je WW waardoor je totale uitkering 70% van je salaris wordt. Terwijl de bonden bij de werkgever hameren op een non-ontslaggarantie en een verlenging van het Sociaal Flankerend Beleid, komt er in ieder geval per 1 januari 2012 een wijziging in de Bovenwettelijke uitkering bij werkloosheid. Wat zijn die wijzigingen? De leeftijd waarop je recht hebt op een bovenwettelijke uitkering tot aan je ingangsdatum pensioen (bij min. 10 dienstjaren) wordt verhoogd van 55 jaar naar 57 jaar. De uitkeringsduur van de bovenwettelijke uitkering is 3x de duur van een uitkering die je ontvangt op basis van de Werkloosheidswet. [De max. WW-periode is 3 jaar en 2 maanden zodat je maximale bovenwettelijke WW-uitkering 9 jaar en 6 maanden is] Verlenging van de herplaatsingstermijn met maximaal 1 jaar. Dit is het geval indien je aan het einde van je oorspronkelijke herplaatsingstermijn bij reorganisatieontslag geen recht hebt op een uitkering tot aan de ingangsdatum van je pensioen … maar mét een verlenging van de herplaatsingsdatum WEL recht hebt op een bovenwettelijke WW-uitkering tot aan de ingangsdatum van je pensioen Overgangsrecht: 1) heb je in 2011 al een lopende bovenwettelijke WW-uitkering? Dan blijf je je oude rechten behouden 2) ben je voor 1 januari 2012 aangewezen als herplaatsingskandidaat en krijg je na 1 januari 2012 ontslag? Dan wordt de duur van je BW-uitkering vastgesteld op basis van de oude BW-regeling Meer info? Email naar
[email protected], en je ontvangt het volledige informatieblad over de WW. Kaderjournaal Platform SOR
Januari 2012
8
9
AOW-gevolgen voor medewerkers Minister Kamp wil het inkomenseffect voor mensen met een laag inkomen en een lang arbeidsverleden die vanaf 2025 op hun 65e willen stoppen met werken, beperken tot -3%. Vanaf 2013 een reguliere werkbonus van maximaal € 8.400 voor alle werknemers tussen 61 en 64 jaar (Deze regeling komt in de plaats van de arbeidskorting oudere werknemers en de doorwerkbonus) Vanaf 2020 een aanvullende werkbonus van maximaal € 8.450 voor oudere werknemers (58-64 jaar). Deze bonus geldt voor medewerkers met een inkomen rond het minimumloon, en loopt af naar mate medewerkers meer verdienen. Het stopt bij een inkomen van ca. 150% minimumloon. Hierdoor kunnen medewerkers met een laag inkomen ca. € 17.000 sparen, aldus minister Kamp Andere AOW-wijzigingen De AOW wordt vanaf 1 april 2012 (en niet zoals oorspronkelijk gepland op 1 januari 2012) niet meer uitgekeerd aan het begin van de maand, maar pas vanaf het moment dat je 65 jaar wordt. Dus, hoe later in de maand je jarig bent, hoe meer geld je dat scheelt. [Je hebt recht op je ABPpensioen op de 1e dag van de maand waarop je 65 wordt; maar het kan dus zo zijn dat het recht op je pensioen maximaal 1 maand eerder ingaat dan je recht op AOW] In het pensioenakkoord is afgesproken dat de AOW vanaf 2013 t/m 2028 jaarlijks met 0,6% extra stijgt De AOW-leeftijd wordt gekoppeld aan de levensverwachting. De AOW-leeftijd wordt in 2020 opgehoogd naar 66 jaar en in 2025 vermoedelijk naar 67 jaar. Stop je vanaf 2020 toch op je 65e? Dan krijg je de rest van je leven 6,5% minder op je netto AOW. Werk je door na je 65e? Dan krijgt je al vanaf 2013 6,5% extra op je bruto AOW. Voorbeeld: stel dat je je AOW-pensioen anderhalf jaar uitstelt? Dan wordt je opslagpercentage 1,5*6,5%=9,75%
Kaderjournaal Platform SOR
Januari 2012
“Weetje” Vergrijzing: In 1957 stond er tegenover 1 65-plusser, ruim 6 mensen tussen de 20-65 jaar In 2011 stond er tegenover 1 65-plusser, 4 mensen tussen de 20-65 jaar Zo bedroegen de AOW-uitgaven in 1957 2,5% van het BBP en dat was in 2010 verdubbeld naar 4,9% “Weetje” Wist je dat je je AOW-pensioen per 2013 flexibel kunt opnemen? Zo kan je bijvoorbeeld besluiten om met een deeltijdpercentage van 40% AOW te gaan. Let op: een eenmaal ingegaan deeltijdpercentage van je AOW-pensioen kan je alleen verhogen (dus niet verlagen)! Het wijzigen van het deeltijdpercentage kan in stappen van 10% En wist je dat je per 2013 je AOW-pensioen met maximaal 5 jaar mag uitstellen en maximaal 2 jaar eerder (maar dan wel met een korting van 6,5% per jaar) kan worden aangevraagd? Let wel: van dit laatste kan je alleen gebruikmaken als je 65 jaar wordt op of na 2020. Min.leeftijd voor opname AOW is namelijk 65 jaar.
9
10
Pensioen
Afstempelen en uitblijvende indexatie treffen allen. Gepensioneerden voelen het direct in hun portemonnee; medewerkers raken hetzelfde percentage aan pensioenopbouw kwijt. Hoe staat ABP ervoor? Het ABP kan de pensioenen in 2012 niet indexeren vanwege de financiële situatie van het fonds. Op 19 januari bekijkt ABP op basis van peildatum 31 december 2011, of het herstel voldoende op koers ligt. Zo niet, dan zal de tijdelijke opslag op de pensioenpremie in ieder geval worden verhoogd van 1% naar 3% in 2012. Ook het verder verhogen van de premie en het verlagen van de pensioenuitkeringen en pensioenaanspraken komt dan in zicht. Indien er tot korten op pensioen wordt besloten, dan zal ABP dat besluit op 1 februari bekend maken en zal dit in principe in april 2013 worden uitgevoerd.
Wat zijn de verwachtingen De onzekerheid over de hoogte van het pensioen gaat alleen maar toenemen. Daarbij komt dat ook nog niet duidelijk is hoe het Pensioenakkoord in de praktijk gaat uitpakken. Deskundigen zijn somber over de pensioenvooruitzichten somber. De financiële markten zijn in mineur, de rente is laag, en de levensverwachting stijgt. Verder heeft de Eurocrisis gevolgen voor de Nederlandse pensioenspaarpot.
Het Herstelplan dateert uit 2009. De dekkingsgraad van ABP lag toen op 90%. Het ABP heeft in maart 2009 bij de toezichthouder De Nederlandse Bank een herstelplan ingediend. Hierin moest ABP kunnen aantonen dat ABP in 5 jaar tijd weer boven het vereiste minimum van 105% dekkingsgraad zit. En binnen 15 jaar moet de dekkingsgraad boven de 135% uitkomen. Als het herstel niet in lijn is met het uitgestippelde herstelpad, dan moet ABP extra maatregelen bovenop het niet-indexeren. Extra maatregelen zijn onder meer het verder verhogen van de premie, het korten van de pensioenen van werkenden en gepensioneerden.
Kaderjournaal Platform SOR
Januari 2012
10
11
Wist u dat? … Dat de behandeling van het wetsvoorstel “Normalisering rechtspositie ambtenaren” is uitgesteld naar 24 januari 2012? Dat dit wetsvoorstel behelst om de rechtspositie van ambtenaren in overeenstemming te brengen met die van werknemers in de marktsector. … Dat aan de borreltafel vaak wordt gesteld dat ‘slecht functionerende ambtenaren niet ontslagen kunnen worden’? Dat dit uiteraard niet klopt. Wel dient een leidinggevende samen met de medewerker eerst naar oplossingen te kijken om het slecht functioneren aan te pakken bijvoorbeeld middels een studie. Echter, het probleem is eerder dat leidinggevende vaak pas ingrijpen als het te laat is. Er is dan geen dossier en dus geen ontslaggrond. … Dat werknemers de leeftijd vanaf wanneer een kans op een baan afneemt inschatten op 42,5 jaar? Dat dit blijkt uit een onderzoek van het UWV? … Dat de hoogte van de tegemoetkomingen in het woon-werkverkeer jaarlijks worden geïndexeerd? Dat deze indexatie gebeurd op basis van de prijsstijging van een OV-jaarkaart 2e klasse? Dat hierdoor de woon-werkverkeer tegemoetkomingen in 2012 met 2,6% zullen stijgen? Dat deze stijging echter niet tot wijziging leidt van hoge/lage kilometervergoeding van 2012? Afgerond blijft de hoge km-vergoeding Euro 0,17 en de lage km-vergoeding Euro 0,06. … Dat de rijksbrede blokdagen in 2012 bekend zijn? Dit is 18 mei (vrijdag na Hemelvaart) Dit is 24 december (maandag voorafgaand aan 1e Kerstdag) En 31 december (maandag voorafgaand aan Nieuwjaarsdag 2013) Kaderjournaal Platform SOR
… Dat de tijdelijke regeling over afspraken inzake arbeidsongeschikten van minder dan 35% arbeidsongeschikt, toch (nog) niet in een structurele regeling is omgezet? Dat de werkgever dit onderwerp wil bespreken in de CAO-onderhandelingen (die thans stil liggen). Dat nu wel is afgesproken dat de regeling dus weer voor een periode van 1 jaar wordt verlengd namelijk tot 1 januari 2013. … Dat er een scholingsbudget is van het A&O Fonds voor medewerkers die iets nieuws willen leren dat niet gericht is op de huidige functie? Wil je een studie volgen die niet gericht is op je huidige werk en krijg je hiervoor geen vergoeding via het reguliere scholingsbudget? Dan kan de subsidie “Blik Vooruit” je mogelijk ondersteunen. Werk je 3 jaar of langer in dezelfde functie bij hetzelfde rijksonderdeel? Of heb je tijdelijk ander werk op grond van artikel ARAR 58 of werk je op IFbasis maar ben je nog wel in je eigen functie aangesteld gebleven? (Dan geldt deze periode ook voor de 3-jaarstermijn). Dan kun je wellicht gebruikmaken van de subsidieregeling van het A&O Fonds van max. € 1.000 die t/m 31 juli 2012 geldt. Meer info + voorwaarden: zie www.aofondsrijk.nl (of tel. 070 – 376 5813) of email:
[email protected] … Dat het A&O Fonds ook gelegenheid biedt voor een anoniem loopbaanadvies? Ook hiervoor geldt dat je 3 jaar of langer in dezelfde functie bij hetzelfde rijksonderdeel gewerkt moet hebben en dat je max. 1x/5 jaar een loopbaanscan mag doen. Natuurlijk kan je ook bij je eigen leidinggevende of P&O-afdeling terecht voor loopbaanadvies. Maar indien je anoniem wilt blijven, kan je een loopbaanadvies ook aanvragen bij het A&O Fonds Rijk. Via een subsidie van maximaal € 1.500 kan je zelf op zoek gaan naar een CMI-geregistreerde en professionele loopbaandeskundige, die je ondersteuning biedt bij het maken van verdere afspraken over je verdere loopbaan. Let op: dit geldt t/m 31 december 2012. Meer info + voorwaarden: zie www.aofondsrijk.nl (of tel. 070 – 376 5813)
Januari 2012
11