Nieuwsbrief AC Rijksvakbonden Ferry Pereboom Angelique Kansouh
Mei 2012
MEI De AC Rijksvakbonden zijn een initiatief van NCF, Juvox, VPW en VCPS
Nieuwsbrief mei 2012
Inhoudsopgave 0. Voorwoord
3
1. Toch een nieuw rijksbreed Sociaal Flankerend Beleid?
4
2. CAO
4
3. Gevolgen Lente-akkoord
5
4. Meest gestelde vragen over Lente-akkoord
6
5. Rijkshuisvesting
8
6. Wist u Dat?
9
7. Plezier in het Werk:
10
Enquêteresultaten voor AC Rijksvakbonden symposium 8. Plezier in het Werk anno 2020:
12
Ron Niessen (bijzonder hoogleraar) 9. Plezier in het Werk:
13
Frans Douw (PI vestigingsdirecteur) 10. Plezier in het Werk:
14
Hans Blokpoel (Algemeen directeur Belastingdienst) 11. Plezier in het Werk:
15
Margreet Mook (vakbondsbestuurder)
Nieuwsbrief AC Rijksvakbonden
Mei 2012
2
0
Voorwoord Beste Platformleden, Voor jullie ligt de 2e Nieuwsbrief van dit jaar. We beginnen deze Nieuwsbrief met de ontwikkelingen rond een nieuw sociaal flankerend beleid. Er is goede hoop dat binnenkort de contouren hiervan duidelijk zijn: denk aan Van-Werk-Naar-Werk-trajecten. Daarom willen we binnenkort de Kaderleden van de AC Rijksvakbonden uitnodigen voor een bijeenkomst op 18 juni a.s. (meer info volgt later). En hoe staat het met het CAO-traject gezien ook de door de politiek opgelegde bezuinigingen? Enkele maatregelen uit dit Lente-akkoord hebben we alvast op een rijtje gezet. Voor straks, een hele ontspannende en warme zomervakantie toegewenst. Met warme groeten van Ferry Pereboom en Angelique Kansouh
16 mei 2012
Nieuwsbrief AC Rijksvakbonden
Mei 2012
3
1
2
Toch een nieuw rijksbreed Sociaal Beleid?
Collectieve arbeidsovereenkomst
Ja, er is goede hoop dat we dit toch binnenkort kunnen afspreken. De gezamenlijke vakbonden hebben sinds 19 april met werkgever BZK gesproken over het benodigde sociaal beleid in de komende taakstellingsperiode. Verkenningen verlopen constructief. We hebben nu afgesproken om samen in gesprek te gaan met deskundigen uit de praktijk, mobiliteitsadviseurs die in de rijkssector werkzaam zijn. We willen kijken waar zij tegenaan lopen en wat er in hun optiek belangrijk is om mensen effectief “Van Werk Naar Werk” te begeleiden. Daarnaast willen we ook afspraken maken over het opvangen van de gevolgen van standplaatswijzigingen. Door de concentratieplannen van het rijk gaan veel medewerkers hier de komende jaren mee te maken krijgen.
De CAO-bespreking is dus even in de wacht gezet. Dit pakken we als bonden op nadat we definitieve afspraken hebben gemaakt over het sociaal flankerend beleid. Inmiddels heeft de politiek al laten weten dat voor ambtenaren voor 2 jaar de nullijn gaat gelden. Indien de politiek (en niet de werkgever BZK) besluit om een nullijn op te leggen, kan dit eenzijdig (dus zonder overleg met de vakbonden) plaatsvinden. Een nullijn betekent ook dat er geen arbeidsvoorwaardenruimte wordt verstrekt voor inflatie. Bij de CAO-onderhandelingen zullen we de wensen van onze leden inbrengen. De politieke kaart is al ingebracht via het ‘lente-akkoord’. Mocht het tot actievoeren moeten leiden, dan rekenen we op jullie!
Ons doel is: een goed sociaal beleid waarin werkzekerheid de nadruk heeft. Niet alleen op papier maar vooral ook in de praktijk!
Op 18 juni gaan we een AC Rijksvakbonden Kaderledendag over dit onderwerp organiseren. Aparte uitnodiging volgt binnenkort.
Nieuwsbrief AC Rijksvakbonden
Mei 2012
4
3
De gevolgen van het zgn. ‘lente-akkoord’ voor jou De 3%-eis van Brussel. Dat is wat het tekort op onze overheidsbegroting in 2013 maximaal mag zijn. 3% van 627 miljard (het bruto binnenlands product van 2013) is 18,81 miljard. Volgens het CPB is dat tekort 28,84 miljard als het kabinet niets doet.
Wat zijn de koopkrachteffecten voor ambtenaren? Die effecten zijn stevig. Dat zit hem in een aantal maatregelen. Ambtenaren krijgen 2 jaar geen loonstijging. De loonbelasting gaat omhoog. Daarnaast is er de inflatie van ruim 2%. De onbelaste reiskostenvergoeding vervalt. Daar komt bij dat de meeste spullen 2% duurder zullen worden door de BTW-stijging van het hoge tarief van 19 naar 21%.
Op een rijtje de maatregelen van het zgn.”Lenteakkoord”: Nullijn voor ambtenaren in 2012 en 2013 Efficiencykorting op ministeries (Euro 875 mln structureel; waarvoor voor de Belastingdienst een extra taakstelling van ca. 35-40 miljoen structureel is toebedacht)
Nieuwsbrief AC Rijksvakbonden
Loonmatiging in de marktsector zal worden bevorderd Hogere inkomens krijgen een eenmalige belastingheffing “crisisheffing” in 2013. Bonussen worden extra belast. Nog niet duidelijk is vanaf welk jaarinkomen de crisisheffing geldt, maar verwacht wordt een bruto-inkomen van 75.000 Euro of meer. De AOW-leeftijd wordt in 2013 verhoogd met 1 maand. Zo ook voor 2014 en 2015. De AOW-leeftijd wordt vanaf 2016 t/m 2018 verhoogd met 2 maanden per jaar zodat in 2019 de AOW-leeftijd 66 jaar is. Vanaf 2020 gaat de AOW-leeftijd ieder jaar met 4 maanden omhoog. Vanaf 2023 is de AOW-tijd dan 67 jaar. Daarna wordt de AOW-leeftijd aan de levensverwachting gekoppeld. In 2014 zal de pensioenleeftijd voor aanvullende pensioenen (zoals je ABP-pensioen) worden verhoogd naar 67 jaar. Let op: dit geldt alleen voor nieuwe opbouw. De fiscaal maximale opbouwpercentages voor het aanvullend pensioen worden kleiner. Hoger BTW-tarief: van 19 naar 21%. Dat zal al per oktober 2012 in moeten gaan. De lage BTW voor 1e levensbehoeften blijft ongemoeid op 6%. Tarieven van de 1e en 2e schijf worden met 0,4 procentpunt verlaagd naar 1,55% respectievelijk 10,4% Accijnsverhoging op alcohol, tabak en frisdrank Hypotheekrenteaftrek: vanaf 2013 voor nieuwe hypotheken alleen hypotheekrenteaftrek voor annuiteitenhypotheek, maximale looptijd 30 jaar. Bestaande hypotheken worden ontzien. Overdrachtsbelasting op woningen wordt permanent verlaagd tot 2% Huurverhoging: huren voor huurders met inkomen van Euro 33.000-43.000 per jaar mogen wordt verhoogd met de inflatie plus 1% Eigen bijdrage in AWBZ gaat omhoog: eigen risico wordt Euro 350. Onbelaste reiskostenvergoeding en onbelast privégebruik lease-auto wordt afgeschaft Kinderbijslag wordt bevroren in 2013 en 2014
Mei 2012
5
4
Meest gestelde vragen en antwoorden over het “Lente-akkoord” LET OP: het “Lenteakkoord” is een akkoord op hoofdlijnen. Verwachting is dat eind mei de uitgewerkte plannen naar de Tweede Kamer worden gezonden. Politieke nullijn 2012 en 2013 voor o.a. rijksambtenaren en politie! Waarom trekken de ambtenarenbonden niet gezamenlijk op en proberen we mensen in de actie-modus te krijgen? De politiek kan zo inderdaad heel makkelijk bezuinigen door het opleggen van een eenzijdig loondictaat voor alle overheidsambtenaren waarbij de gemeenteambtenaren de dans ontspringen omdat zij al een akkoord hebben voordat dit politieke besluit werd genomen. Deze maatregel zal, zonder acties en verzet door getroffenen, door de politiek doorgevoerd worden. Als bond zijn hierop verschillende reacties mogelijk: 1. Dit accepteren en gaan onderhandelen om zoveel mogelijk goede andere afspraken te maken. Dit kan nog een relevante strategie blijken te zijn, aangezien ook besloten is dat de vergoeding woon-werkverkeer belast gaat worden. Indien we hierover niets afspreken zal dit tot resultaat hebben dat medewerkers belasting moeten gaan betalen over hun reiskostenvergoeding. 2. Dit niet accepteren en actie gaan voeren (en dus niet onderhandelen). Gezamenlijk optrekken ligt voor de hand indien we als overheidsambtenaren allemaal met het dictaat van de 0-lijn geconfronteerd worden. Heeft wel als risico dat indien dit niet succesvol blijkt te zijn, je ook geen goede andere afspraken kan maken (zie 1).
Nieuwsbrief AC Rijksvakbonden
Wie bepaalt de CAO-strategie voor straks? Jullie, onder anderen. Want dat zal natuurlijk niet alleen door de CAOonderhandelaars gebeuren. De CAO-onderhandelaars (Marianne Wendt en Peter Wulms) zullen dus de komende tijd gesprekken voeren met leden en kaderleden over de te volgen strategie. De inschatting over de actiebereidheid is natuurlijk relevant voor de keuze welke strategie uiteindelijk gevolgd gaat worden.
Let op: de laatste geldelijk verhoging die rijksmedewerkers hebben ontvangen dateert uit 2010. De Eindejaarsuitkering is in 2010 verhoogd met 2,9% en wel van 5,4% naar 8,3% Afschaffing van de onbelaste reiskostenvergoeding woon/werkverkeer, gaat veel medewerkers geld kosten? En hoe zit het met medewerkers die moeten reizen naar werkplekken waar geen OV is? En dan hebben we het nog niet over de reisbewegingen die medewerkers moeten maken voor de ‘concentratie-plannen’. Het klopt dat in het ‘lente-akkoord’ opgenomen is dat de reiskostenvergoedingen voor woon-werkverkeer worden afgeschaft. De planning is om dit al per 1 januari 2013 in te voeren. Wel wordt vermoedelijk nog de mogelijkheid geboden om een onbelaste reiskostenvergoeding te verstrekken voor de zakelijke kilometers (de dienstreizen dus). En met ingang van 1 januari 2014 wordt deze vrijstelling dan omgezet in vrije ruimte binnen de zgn. werkkostenregeling (kortweg: de vervanger van de huidige IKAP-regeling). Het afschaffen van de onbelaste reiskostenvergoeding woon/werkverkeer heeft inderdaad als effect dat over de huidige reiskostenvergoeding belasting betaald moet worden door de medewerker. Het is dan ook een onderwerp dat een groot financieel effect heeft (waarschijnlijk een nog groter financieel effect dan de 2-jarige nullijn voor ambtenaren, die in datzelfde akkoord staat). Zowel de nullijn als de belaste reiskostenvergoeding zijn onderwerpen die alleen in een CAO te veranderen zijn.
Mei 2012
6
En hoe zit het dan met het Pensioenakkoord dat in juni 2011 is afgesloten? Het pensioenakkoord dat werkgevers en vakbonden samen met minister Kamp met bloed, zweet en tranen hebben afgesloten in juni 2011, is hiermee van tafel geveegd. In het Lente-akkoord moeten ouderen al vanaf volgend jaar een bijdrage leveren. In 2019 moet de AOW-leeftijd 66 jaar zijn en in 2023 is die 67 jaar. In het oude pensioenakkoord werd nog helemaal geen datum voor het verhogen van de pensioenleeftijd naar 67 jaar genoemd. In het Lente-akkoord wordt de verdere verhoging van de AOW-leeftijd afhankelijk gemaakt van de ontwikkeling van de levensverwachting na 2023. Hoe zit het met mensen die al met vroegpensioen zijn gegaan en nu worden geconfronteerd met een hogere AOW-leeftijd? Mensen die na 2012 65 jaar worden, krijgen nu later AOW dan waarop zij gerekend hebben. Een inkomensgat dus die ze niet kunnen compenseren met langer doorwerken omdat ze al zijn gestopt met werken. Ook de politiek heeft dit probleem ingezien. Er wordt hiervoor nog een overgangsregeling bepaald. De uitwerking hiervan is mede bepalend wat de financiële gevolgen voor medewerkers zijn.
Wat betekent dit akkoord voor je ABP-pensioen? Dat is ook nog niet duidelijk. De Tweede Kamer heeft een akkoord bereikt, maar de voorstellen moeten nog omgezet worden in wetgeving. Pas als dat gebeurd is, kunnen we de gevolgen voor het ABP-pensioen onderzoeken. De sociale partners (vakbonden en werkgevers in de Pensioenkamer) maken afspraken op welke wijze deze voorstellen in de ABP-regeling worden opgenomen. Wat wordt bedoeld met de richtleeftijd voor de opbouw van een aanvullend pensioen? Er is een akkoord bereikt dat in 2014 de richtleeftijd voor de opbouw van een aanvullend pensioen omhoog gaat naar 67 jaar. Nu bouw je pensioen op om bij het bereiken van de leeftijd van 65 jaar met pensioen te gaan. Maar je mag dat pensioen ook eerder of later laten ingaan. Ga je eerder met pensioen, dan is je maandelijkse pensioenbedrag lager. Ga je later, dan wordt het pensioen hoger dan wanneer je op uw 65ste met pensioen gaat. In de plannen van het kabinet bouw je vanaf 2014 pensioen op om vanaf je 67ste met pensioen te gaan. Maar ook dan mag je dat pensioen nog steeds eerder of later laten ingaan.
Welke gevolgen hebben dit akkoord voor medewerkers die dit jaar met FPU willen gaan? De exacte gevolgen zijn nog niet te overzien. Een van de vragen is of er ook voor medewerkers die dit jaar met vroegpensioen gaan, een overgangsregeling gaat komen. Advies aan medewerkers die nu met FPU wensen te gaan, is om nog even te wachten met de FPU-aanvraag totdat onduidelijkheden over de individuele inkomenspositie zijn weggenomen.
Nieuwsbrief AC Rijksvakbonden
Mei 2012
7
5
Onrust over rijkshuisvesting Taakstelling rijksoverheid en de strakkere rijksbrede normen voor huisvesting De Ministerraad wil de rijkskantoren (hieronder vallen o.a. niet de gevangenissen) bundelen. Het is daarbij de bedoeling dat de departementen worden teruggetrokken in eigendomspanden. Wie bepaalt het huisvestingsplaatje – een stappenplan? 1. Departementen dienen hun plannen in bij het ministerie van BZK. 2. BZK stelt Masterplannen op voor de huisvesting van de rijksdiensten binnen alle provincies 3. In deze Masterplanen wordt ook rekening gehouden met andere belangen (denk aan bijvoorbeeld belangen van andere rijksdiensten, provincies, gemeenten, landelijke politiek) 4. Vóór de zomer wordt met alle provincies gesproken. 5. De uiteindelijke definitieve keuze voor de rijkslocaties ligt bij BZK (dus niet bij de afzonderlijke departementen!). 7. De aanvankelijk 12 rijkslocaties zijn inmiddels door de politiek uitgebreid naar 59 plaatsen 8. In 2020 moet aan de gestelde normen zijn voldaan.
Wat doen de AC Rijksvakbonden? Wij als AC Rijksvakbonden zullen bij de uiteindelijke beslissing ná de zomer, goed kijken naar de personele gevolgen voor de medewerkers. Zijn de locaties goed bereikbaar met openbaar vervoer? Hoeveel medewerkers krijgen te maken met langere reisafstanden? Wat wordt de maximale reistijd woonwerk? Zal je wellicht ander werk gaan doen? Hoe vindt compensatie van reistijd en reisvergoeding plaats voor de langere reisafstand, en voor hoe lang geldt die compensatie? Hoe voorkomen we dat medewerkers meermalen verplaatst worden?
Doelstelling van het kabinet is om richting 2020 te besparen op huisvesting van de Rijksoverheid In de regio Den Haag zou dit gaan om een bedrag van ca. 56 miljoen euro. In de rest van Nederland om ca. 70 miljoen euro. Uitgangspunt: 59 plaatsen De besparingen die worden gerealiseerd mogen de diensten zelf gebruiken voor het invullen van hun eigen taakstelling.
Wanneer zal er meer duidelijkheid zijn over de vestigingsplaatsen? Besluitvorming ligt dus niet bij de departementen, maar bij BZK. Zij beslissen uiteindelijk welke locaties worden aangewezen als rijksoverheidknooppunten. De Masterplannen Rijkoverheid van BZK komen gereed in 2012 en 2013. Kortom: nog lastig om te bepalen op welk moment er echt duidelijkheid kan worden gegeven. Het traject – dat gaat overigens om een proces van jaren waarin geleidelijk kantoren worden afgestoten - start dan na afronding besluitvorming en wordt geleidelijk doorgevoerd.
Nieuwsbrief AC Rijksvakbonden
Mei 2012
8
6
Wist u dat? Dat je direct na je ouderschapsverlof tijdelijk je werktijden kan aanpassen? Heb je je recht op ouderschapsverlof volledig gebruikt? En heb je behoefte om daarna je werkpatroon tijdelijk aan te passen? Sinds kort is hiervoor de wet aangepast. Je kan nu je werkgever verzoeken om tijdelijke aanpassing van het werkpatroon in verband met de zorg voor je kind. Je kan je arbeidstijdpatroon voor een jaar dan wel een andere tussen jou en je leidinggevende overeengekomen periode, aanpassen. Je moet je verzoek wel 3 maanden vóór afloop van je ouderschapsverlof indienen bij je werkgever. De werkgever is verplicht uiterlijk vier weken voor je afloop van het ouderschapsverlof hierop te beslissen. Dat er in maart 2012 een toonaangevend rapport is uitgekomen over het grote productiviteitsverlies door ICT-problemen en ontoereikende digitale vaardigheden op het werk? Dat de Nederlandse werknemer werkzaam met een PC gemiddeld 7,5% van de tijd verliest door slecht functionerende ICT en door gebrekkige digitale vaardigheden? Dat bijvoorbeeld werknemers veel productiever zouden kunnen zijn wanneer de beschikbare ICT-middelen en de eigen digitale vaardigheden beter zouden zijn? Dat uit het onderzoek blijkt dat werknemers hun vaardigheden structureel te hoog inschatten? Dat een groot deel van de werknemers de afgelopen 3 jaar geen enkele ICT-training heeft gevolgd? Dat vermoedelijk in juni via een Flitspanel een aantal vragen aan rijksambtenaren zal worden gesteld om een beter beeld te krijgen van hun digivaardigheden?
Dat de gedachte dat ouderen meer ziek zijn dan jongeren op een vooroordeel berust? Dat het wel klopt dat medewerkers die langdurig dezelfde werkzaamheden uitvoeren (en dit zijn vaak oudere medewerkers) meer ziek zijn dan medewerkers die meer afwisseling hebben in hun werk of meer van functie veranderen? Dat er dus een relatie ligt tussen hoger ziekteverzuim en langdurig dezelfde functie uitoefenen, maar niet tussen hogere ziekteverzuim en leeftijd? Maar dat als oudere medewerkers ziek zijn dit vaak wel langduriger (meer structureler van aard) is? Dat het werkvermogen van de Y-generatie (19781995) slechter is dan bij oudere collega’s? Dat dit de conclusie is als er naast de Work Ability Index (WAI) ook gekeken wordt naar stress? De WAI signaleert namelijk vaak niet een burnoutrisico bij jongeren. Weinig jongere medewerkers hebben een matige WAI-score maar de Y-generatie heeft wel vrij veel te maken met uitputting en overbelasting. Als je dat meerekent is hun werkvermogen slechter dan dat van hun 10 jaar oudere collega’s. Dat het ROA (Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt) onderzoek heeft gedaan over de arbeidsparticipatie van 55-plussers? Wist je dat wanneer medewerkers een positiever oordeel hebben over het door hun werkgever gevoerde personeelsbeleid, ze dan ook meer tevreden zijn over hun baan, meer bevlogen zijn in hun werk en minder vaak ziek zijn? Dat het ROA aanbeveelt om de werkinzet van medewerkers te vergroten door 1) leidinggevende aan te sporen om meer waardering te laten blijken voor het functioneren van hun medewerkers 2) hun medewerkers een goed loopbaanperspectief te bieden en 3) laten zien dat ze bereid zijn om zich in te zetten voor hun werknemers?
Alle conclusies en aanbevelingen weten? Mail naar
[email protected]
Interesse in het rapport of de 10 aanbevelingen? Mail naar
[email protected]
Nieuwsbrief AC Rijksvakbonden
Mei 2012
9
Dat de positie van werkloze 55-plussers nog steeds slecht is? Dat dit volgt uit onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau “Vraag naar arbeid 2011”? Dat het aantal ouderen dat werkloos raakt beperkt is, maar als ze eenmaal werkloos zijn is de termijn waarop men een baan vindt in veel gevallen – meer dan 50% – nog steeds twee jaar of meer? Dat de positievere houding van werkgevers over doorwerken na je 60e en de vermindering van het aantal ontziemaatregelen daar geen verandering in heeft gebracht? Dat de dekkingsgraad pensioen eind maart op 95% staat? Dat dit nog steeds fors onder de grens van het dekkingstekort is. Want deze grens is 104,3% (de dekkingsgraad eind april wordt door ABP op 23 mei gepubliceerd) Dat je in deeltijdpensioen kan werken en je niet meer bang hoeft te zijn dat bij ontslag je pensioeninkomen in mindering wordt gebracht op je WW-uitkering? Dat namelijk sinds 1 maart jl. deze korting niet meer geldt? Dat je nu dus recht blijft houden op de werkloosheidsuitkering voor het deel dat je werkt, ook als je inkomsten uit pensioen krijgt?
7
Symposium AC Rijksvakbonden “Plezier in het Werk” d.d. 19 april 2012 “Is werken bij de overheid in 2020 nog wel leuk”, zo begint Marianne Wendt met de vraag aan de 4 forumdiscussieleden. De bezuinigingen, het imago van de ambtenaren bij politiek en burger en de voorgenomen afschaffing van de ambtenarenstatus, voorspellen niet veel goeds. En wie zijn de sprekers?
Prof. mr. Ron Niessen, emeritus bijzonder hoogleraar aan de Ien Dales Leerstoel aan de UvA.
Dat ‘De Grote Uittocht’ voor het Rijk pas tussen 2015 en 2020 tot stand komt? Dat de uitstroom van gepensioneerde ambtenaren bij het Rijk de komende jaren 10% lager is dan de ramingen van het rapport De Grote Uittocht?
Mr. Frans Douw, PI vestigingsdirecteur Noord-Holland, Ministerie van Justitie .
Dat in 2009 39% van de doelgroep gebruik maakte van de PAS-regeling? En dat dit in 2011 46% is? Dat deze groei mogelijk te maken heeft doordat medewerkers steeds later met pensioen gaan, maar ter compensatie daarvan wel hun werktijd willen verminderen?
Mr. Hans Blokpoel, Algemeen Directeur Belastingdienst, Ministerie van Financien.
Nieuwsbrief AC Rijksvakbonden
Mw. drs. Margreet Mook, beleidsadviseur en vakbondsbestuurder sector Rijk bij Ambtenarencentrum / NCF.
Mei 2012
10
Om de toon te zetten, schetst Marianne Wendt de resultaten van een onderzoek onder ambtenaren en het Nederlandse publiek van bureau Motivaction. Zowel ambtenaar als burger zijn het eens dat Nederland moet bezuinigen. Maar de ambtenaar kiest daarbij voor een betere prioriteitstelling terwijl de burger stelt dat ambtenaar efficiënter kunnen werken. Ook is er een mismatch tussen imago en zelfbeeld ambtenaren. Ambtenaren worden door het brede publiek bepaald niet als daadkrachtig en doortastend gezien. Daar kan dus best op bezuinigd worden, zo vinden burgers. Is er sprake van een vicieuze cirkel? 1. Door bezuinigingen krijgen medewerkers minder betaald en wordt het werk uitgehold (kwaliteitsverlies) 2. Hierdoor vertrekken goede medewerkers omdat ze elders beter kunnen verdienen of meer kwaliteit kunnen leveren 3. Door 1 en 2 wordt de kwaliteit van de rijkssector steeds slechter. 4. Dientengevolge zal vanuit de maatschappij de discussie oplaaien over het nut van de ambtenaar. Dit tast het imago van de ambtenaar aan en het heeft een negatieve uitwerking op het draagvlak voor het werk van de ambtenaar door de burger. Dit leidt ertoe dat de roep om verdere bezuinigingen steeds sterker wordt (dan begin je weer bij 1)
Nieuwsbrief AC Rijksvakbonden
NCF-enquete “Plezier in het Werk” Van de 800 invullers van de “Plezier in Werk” enquete op de AC-rijksvakbonden website hebben ca. 80% aangegeven hun werk nu met plezier te doen. Vervolgens gaven bijna 80% aan hun werk wel leuk te vinden maar de organisatie waarvoor zij het werk doen, niet. Stelling “ik denk dat door de bezuinigingen mijn werk minder leuk wordt”? Ruim 80% is het hiermee eens. En ruim 90% denkt dat door de bezuinigingen ook de organisatie minder leuk wordt. “Mijn werk zou ik leuker vinden indien ik meer vrijheid krijg om de inhoud te bepalen en werktijden zelf te bepalen”. Iets meer dan 50% van de enqueteinvullers is het hiermee eens. “Mijn werk zou ik leuker vinden indien ik duidelijker opdrachten van mijn leidinggevende krijg”. Een overgrote meerderheid van ca. 78% is het hiermee oneens.
Mei 2012
11
8
Plezier in het Werk: wat vindt Ron Niessen? Niet met ‘meel in de mond’ moeten praten Heeft de afschaffing van de ambtenarenstatus gevolgen voor het plezier in het werk van de (uitvoerende) medewerker? Ja, ambtenaren moeten de gelegenheid hebben om hun bestuurder openhartig tegenspel te kunnen geven. Bestuurders zijn afhankelijk van de deskundigheid van hun ambtenaren en die moeten niet met ‘meel in de mond’ hoeven te praten omdat ze anders moeten vrezen voor hun baan. Als mensen niet goed beschermd zijn tegen ontslag, zullen ze minder makkelijk beslissingen bekritiseren. Minder kritische feedback vanuit de werkvloer kan problematische praktijken bevorderen.
Hoe zit het met de norm ‘goed werkgeverschap’ zoals dat nu in het Burgerlijk Wetboek staat? Kijk naar de Bouw. Daar zijn nogal wat akkefietjes maar hoor je Brinkman zich afzetten tegen de bouwvakkers? Integendeel. Dat zit bij de overheid wel anders: ‘hakken op ambtenaren’ is niet ongewoon. Verandert er iets aan de positie van de werkgever bij de onderhandelingen over de arbeidsvoorwaarden? Welnee flauwekul, stelt Ron Niessen, de huidige relatie “werkgever = wetgever “ verandert echt niet bij een normalisatie van de rechtspositie. Voorstanders zeggen dat het wetsvoorstel het imago van de ambtenaren verbetert. “Forget it” aldus Ron Niessen. Hetzelfde geldt voor bankiers en vastgoedjongens, het imago blijft. “Het wordt er in 2020 niet leuker op”, zo sluit Ron Niessen af.
Zou de afschaffing van de rechtspositie ambtenaren leiden tot een marktconforme beloning? Nu is het zo dat de overheid minder goed betaalt dan het bedrijfsleven. Maar Ron Niessen gelooft niet dat de politiek dit zal laten gebeuren. Wordt de positie van de vakbond dan versterkt bij de arbeidsvoorwaardenbesprekingen met de werkgever? Nee, juist het tegendeel. Nu is overeenstemming vereist met een meerderheid van bonden. Straks kan de werkgever een akkoord afsluiten met slechts 1 bond. En het min. SZW kan het resultaat vervolgens algemeen verbindend verklaren voor de gehele sector.
Nieuwsbrief AC Rijksvakbonden
Mei 2012
12
9
Plezier in het Werk: Wat vindt Frans Douw? Zijn motto: “Regels zijn goed maar nadenken gaat ons redden” Frans Douw meent dat leuk werken niks te maken heeft met wel/niet ambtenarenstatus. Ook salaris/welvaart is niet het belangrijkste onderdeel van plezier in het werk dat je doet. Wat dan wel? Zelf verantwoordelijk voelen voor je ‘toko’, eigen initiatieven kunnen nemen, het ‘spel spelen’ met de gedetineerden en dus niet alleen als regelfiguur de groep benaderen. Kortom: zinvol werk en betrokkenheid met daarbij de ruimte voor de eigen inrichting van het werk (allen goed om Mentaal Verzuim te voorkomen). Lastig hierbij is wel dat de politiek elke keer wisselt qua detentiebeleid: de ene keer ligt de politieke nadruk op reïntegratie van gedetineerden in de maatschappij, vervolgens ligt de politieke nadruk weer op opsluiting.
De ideale leidinggevende: “Hoe moet IK mij gedragen zodat JIJ het leuk vindt op het werk?” De vraag die hij regelmatig aan zijn medewerkers stelt: “hoe moet ik mij gedragen om te zorgen dat jij het leuk vindt op het werk om je kracht/energie te geven in je baan”. Energie bevordert het werkplezier én de resultaten van de organisatie. “Lol hebben in je werk is een keuze” aldus Frans Douw. Zelf begonnen om zijn 16e als fabrieksarbeider en nu gevangenisdirecteur. En bij elke baan zorgen dat je de ruimte hebt/vindt. Ruimte voor het ontwikkelen en benutten van je persoonlijke vaardigheden en talenten. Ruimte voor de eigen inrichting van je werk. Motto: “lol hebben in je werk is een keuze” … maar – zo benadrukt Frans Douw- managers moeten dit wél faciliteren.
Zorg over de toekomst Zorg over de politiek die in de markt gelooft, over de privatiseringsgolf, de flexibilisering, de zgn. payroll-constructies. Gaan er straks geen mensen ‘buiten de boot’ vallen die niet zo’n hoog “knuffelgehalte” hebben zoals ex-gedetineerden met ook nog eens weinig opleiding / gedragsproblemen?
Nieuwsbrief AC Rijksvakbonden
Mei 2012
13
10
Plezier in het Werk: En wat vindt Hans Blokpoel? Hoe kan de belastingdienst ervoor zorgen dat het werk leuk en interessant blijft tijdens deze bezuinigingen en erna? Wat denkt Hans Blokpoel … wordt het werk in 2020 leuker of minder leuk? Allereerst stelt Hans dat hij het oneens is dat het imago van de ambtenaar slecht is of slechter gaat worden. Het liberale gedachtegoed ‘geef het aan de markt en het wordt beter’ is geen algemeen gedachtegoed meer. Kijk naar de zorg- en de NS-perikelen. Na de jaren 90 ziet Hans Blokpoel nu dus weer een verbetering in het imago van de ambtenaar. Hoe zit Nederland er de komende 10 jaar uit en wat is de invloed op de Belastingdienstorganisatie? Kernwoorden van Hans Blokpoel zijn: andere werkvormen + flexibiliteit. Nederland krijgt een steeds kleinere beroepsbevolking. Hier hoort ook een kleinere collectieve sector bij met andere werkvormen en flexibeler ingesteld. Zorgpunt is er wel Het licht administratief werk zal de komende 10 jaar verdwijnen. Wat kunnen we de collega’s bieden die dit werk nu doen. Dilemma van vrijheid professional versus waarborg rechtsgelijkheid/-zekerheid klant Handhavingsregie: wat is onacceptabel? Samen (dus niet alleen in de ‘top’) bekijken waar we repressief zijn danwel waar we juist aan dienstverlening doen en waar de prioriteiten liggen. Dilemma daar bij is: vrijheid professional versus waarborgen rechtsgelijkheid/-zekerheid klant. We gaan uit van gerechtvaardigd vertrouwen. Maar dat is geen blind vertrouwen. Kernwoord ook hier: flexibiliteit.
Nieuwsbrief AC Rijksvakbonden
Ontwikkelingen in werkvormen Afdelingen zoals die nu bestaan, zullen er over 10 jaar niet meer zijn. Nieuwe (jonge) medewerkers zullen kortere periodes voor een organisatie willen werken: 5-7 jaar. Jongere medewerkers willen meer ‘jobhoppen’. Hierop moet je als organisatie voorbereid zijn, bijvoorbeeld voor het vasthouden van kennis. Medewerkers moeten snel het vak leren en snel ‘toegevoegde waarde’ hebben. Ervaren seniorcollega’s kunnen jongere collega’s begeleiden, een soort doorgroeimodel. Passie voor de collectieve sector Wat is bijzonder aan de overheid? “Je moet een beetje gek zijn danwel passie hebben voor de collectieve sector”. Dit verandert niet. Deze drijfveer blijkt ook over 10 jaar bestaan. Kernwoorden: zingeving, verantwoordelijkheid . Daartegenover mag de ambtenaar van de politiek ‘respect’ verwachten, maar dit respect moeten we ook verdienen. “lol”-zekerheid maakt plaats voor “lol”-benutting persoonlijke vaardigheden Komende 10 jaar zal je niet x-jaar hetzelfde type werk doen. Kernwoord hier is flexibiliteit: kijk naar de individuele mogelijkheden van medewerkers. ‘Het is mijn verantwoordelijkheid om condities te creëren om dit waar te maken’, aldus Hans Blokpoel. Geen dichtgetimmerde (top-down)plannen, maar in dialoog komen met de werkvloer … en vervolgens een weloverwogen top-besluit. Kortom: over 10 jaar is het leuk bij de Belastingdienst want … een kleinere organisatie, veel nieuwe collega’s, andere/flexibele organisatievormen, en iedere medewerker heeft de verantwoordelijkheid die bij zijn niveau past. Marianne Wendt stelt de vraag aan de zaal: Wie vindt het leuk om bij een dergelijke organisatie te werken in 2020? 60% van de symposiumbezoekers steekt de groene kaart op! Hans Blokpoel heeft de bezoekers dus in zijn gedachtegoed mee kunnen nemen, want van de enqueteinvullers vond ruim 90% dat door de bezuinigingen de organisatie minder leuk zou worden. Chapeau Hans!
Mei 2012
14
Vindt Hans Blokpoel zijn eigen werk nog wel leuk nu hij zo vaak onder vuur is genomen? “Je moet een beetje gek zijn om bij de collectieve sector te werken”. Hij realiseert de pijn, en begrijpt het, en er ligt bij hem de verantwoordelijk om daar veel aandacht aan te besteden. Ook als mensen het niet met hem eens zijn, vindt Hans Blokpoel dat we wel in gesprek moeten gaan. Mensen mogen niet het beeld binnen de Belastingdienst hebben dat het ‘je kop kan kosten’. Kost het je kop als je kritisch bent op je werk? Deze vraag wordt aan de zaal gesteld: “hebben jullie het gevoel dat het je kop kan kosten als je kritisch bent op je werk’? Een toch wel verontrustende hoeveelheid groene kaartjes gaan de lucht in, zo merkt Hans Blokpoel tot zijn verrassing. Hij vindt het verontrustend als er in de organisatie het gevoel van onveiligheid heerst. Marianne Wendt vraagt zich af of we dit als vakbonden/leiding gezamenlijk moeten oppakken. Hans vindt dat dialoog ongelooflijk belangrijk en nodig is: weten wat er speelt, mond durven opendoen, je veilig voelen dit te doen. Als bij 40% dit beeld er niet is, dan moeten (nadruk op ‘moeten’) we dat beeld omvormen. Kortom: veiligheid moeten we oppakken. Is werken in 2020 leuk? Volgens Hans wel: In 2020 zijn we door de economische crisis heen en gelukkig weer meer aan het vooruit denken.
11 Tot slot aan Margreet Mook de vraag: wat voor invloed heeft de kwaliteitsagenda Rijk op plezier in het werk? Hoe wordt getracht het werk voor medewerkers aantrekkelijker te maken? Wat is de Kwaliteitsagenda Rijk eigenlijk? De kwaliteitsagenda poogt om de rijkssector in 2020 aantrekkelijker te laten zijn voor medewerkers. Bijv.: Hoe ontwikkel je je in je baan, werkvormen flexibel maken met gedachte dat medewerkers van de toekomst dat graag willen. De activiteiten van de Kwaliteitsagenda Rijk zijn gericht op: het versterken van de rol en positie van de medewerker in de organisatie komt ten goede aan het presterend vermogen van de organisatie trefwoorden zijn: werkplezier, talentontwikkeling en professionaliteit. Pilots en projecten zijn gericht op vernieuwing rijksdienst en om ervaring op te doen zoals gevarieerd personeelsbestand, loopbaanpaden en leerlijnen, vitaliteit, generatieleren, leidinggeven in veranderende context, het nieuwe werken, resultaatgericht sturen. Maar… niet voor alle medewerkers zal bijvoorbeeld ‘Het Nieuwe Werken’ een zegen zijn. Medewerkers die van structuur houden, hebben moeite met meer eigen verantwoordelijkheid en flexibele werktijden. Hun prestaties gaan er door het nieuwe werken dan ook niet op vooruit, zo blijkt uit promotieonderzoek onder honderden werknemers door de Rijksuniversiteit Groningen. Werknemers met een geringe behoefte aan structuur raken juist extra gemotiveerd door het nieuwe werken. Maar ze storen zich wel aan de bijbehorende toegenomen controle op hun output.
Nieuwsbrief AC Rijksvakbonden
Mei 2012
15