Initiatief tonen en afhankelijk zijn Installatierede burgemeester Bert Blase Alblasserdam, 2 november 2009 Leden van de raad, dames en heren De hamer en de keten Dank u wel voor de hamer en de keten. Ik had reeds op de uitnodiging zien staan dat u mij deze twee kostbaarheden overhandigen zou. Ik ben er daarom van uitgegaan dat u daarmee een speciale bedoeling heeft. Dus ben ik aan de hand daarvan gaan zoeken naar hetgeen u met mij voorheeft. Ik ben gestuit op een tweetal citaten. Het eerste is afkomstig van Wikipedia. Wikipedia is – u weet dit ongetwijfeld - een encyclopedie op het internet. In mijn ouderlijk huis stond vroeger, prominent op de bovenste plank van de boekenkast, de dikke 18-delige encyclopedie van Winkler Prins. De boeken waren zo dik en zwaar dat die plank in het midden aan het inzakken was. De encyclopedie werd geschreven door zéér gezaghebbende deskundigen, waardoor je stellig de boodschap meekreeg dat je niet kon twijfelen aan de daarin gepresenteerde waarheid. Op de site van de huidige Wikipedia staat echter: “Het doel van Wikipedia is om een vrije (gratis) internetencyclopedie te creëren. Wikipedia is in principe door iedereen die van goeder trouw is te bewerken. Dat is ook een van de redenen dat Wikipedia geen garantie wat betreft de juistheid en evenwichtige kwaliteit van de informatie kan geven.” Einde citaat. Een democratische encyclopedie, die ook nog eens een appèl doet op de goede trouw. Weg van het centrale gezag, zoals dat bestond in de huiskamer waar ik ben opgegroeid. Naar een informatiesamenleving, waarbij het hoort dat je aan je informatiebronnen twijfelt. Wat een verschil! Het is de wereld van de autoriteit - de wereld van mijn ouders - en de wereld van de communicatie en de interactie, zeg maar de wereld van onze kinderen. En ik? Ik pendel daar tussenin. Ik doe hardnekkige pogingen om die beide werelden te verenigen. De werelden van gezag én eigen verantwoordelijkheid. Van communicatie én vertrouwen. Iets in mij zegt me dat alleen een hamer en een keten daarvoor onvoldoende zijn… Maar laat ik beginnen met het citaat: ‘Met een klap van de hamer opent de voorzitter de vergadering en sluit deze weer. Ook als een voorstel is aangenomen of verworpen, wordt dat met een tik van de hamer bekrachtigd. Vaak zijn dit de enige handelingen die een voorzitter met het werktuig uitvoert.’ Hier stop ik even. Want dit is een zin die de fantasie prikkelt. Vooral dat woordje ‘vaak’. Want dat staat er: ‘Vaak zijn dit de enige handelingen die een voorzitter met het werktuig uitvoert’. Ik weet niet hoe het u vergaat, maar als ik dit hoor, denk ik dat het soms dus ook anders gaat. Ik zie dan voor mij het beeld van een Zuid-Europees parlement, waar zo nu en dan naast woorden ook klappen vallen. Met een voorzitter die zich dan met alle mogelijke middelen moet verdedigen. En dat hij daar dan ook de hamer voor gebruiken kan. De tekst vervolgt: ‘In rumoerige vergaderingen zet het geluid van het slaan van de hamer op tafel, kracht bij een oproep tot orde. Het idee is dat daarmee een kort, gemarkeerd tijdstip kan worden aangegeven. Het duurt twee seconden om te zeggen:
2
"Het voorstel is aange..." en als op dat moment iemand in de zaal iets wil zeggen, dan is het onduidelijk of dat nog bijtijds was. Met een korte tik van de hamer wordt dat probleem vermeden.’ Tot zover dus de hamer. Maar dan de keten! ‘De ambtsketen is ingevoerd op voordracht van Thorbecke, Minister van Binnenlandsche Zaken, onder koning Willem III , omdat burgemeesters een bepaald herkenningsteken moesten dragen. De penning van de ambtsketen heeft op de achterzijde dan ook vaak nog een beeltenis van koning Willem III en op de voorzijde het gemeentewapen.’ In Alblasserdam is dit overigens niet de beeltenis van Koning Willen III, maar het wapen van Nederland. Spannender dan dit zijn de ontboezemingen over de keten van Ed van Thijn, voormalig burgemeester van Amsterdam, die hij opschrijft in zijn boek BM uit 2003: ‘Vanaf het moment dat de ambtsketen om je schouders glijdt word je een ander mens. Voor het eerst heb je het gevoel gezagsdrager te zijn. Je merkt dat mensen van het ene op het andere moment anders tegen je aan kijken. Ik heb in mijn loopbaan veel openbare functies bekleed maar dit sloeg alles. Niet eerder werd ik met zoveel respect bejegend.’ U begrijpt, dit lijkt mij vooral een belangrijk citaat voor mijn kinderen. ‘Ik dacht dat de aarde niet bewoonbaar was, als ik niemand had om tegenop te zien’. In mijn gesprekken met de Commissaris van de Koningin en met de vertrouwenscommissie hebben wij stilgestaan bij de rol van de burgemeester. Of de burgemeester op enige afstand moet staan, zodat je tegen hem op kunt zien, of dat hij juist nabij moet zijn en toegankelijk. De tegenstelling deed me denken aan een utspraak van Simone de Beauvoir: ‘Ik dacht dat de aarde niet bewoonbaar was, als ik niemand had om tegenop te zien’. Dit klinkt haast paradoxaal, en over het algemeen vind ik dat leuk. Maar in dit geval wil ik het niet ingewikkeld maken. Ik voel voor de burgemeester van de nabijheid. Gedreven worden door de interesse in mensen, in hun intenties en manier van denken. Je kunt dit ook nieuwsgierigheid noemen. Ik hoor het mijn moeder nog zeggen: ‘Nee, Bert is niet nieuwsgierig, hij weet gewoon graag alles.’ Mijn moeder had dat goed gezien. Het woord ‘waarom’ leek voor mij uitgevonden. En nog steeds boeit het me om mij te verbinden met de marktanalyse van de ondernemer, de zenuwen van de eindexamenkandidaat en de drijfveren van het gemeenteraadslid . Door oprechte interesse leg je niet alleen je eigen oogkleppen opzij, maar open je ook de wereld tussen jezelf en de ander. Daardoor kun je vergezichten zien die je kort daarvoor niet zag. Van de burgemeester – van mij mag u verwachten dat ik graag naar vergezichten kijk en er niet voor terugdeins om voor de troepen uit te lopen als de boel stagneert. Maar ook dat ik die vergezichten weer dichtbij breng. Het grote met het kleine verbind. Ik ben gefascineerd door het besef van onze onderlinge afhankelijkheid. Omdat ik denk dat we met elkaar zijn vervlochten op een manier die we nauwelijks kunnen overzien. Ik zie een beeld voor me van mensen - of dat nu Alblasserdammers of wereldburgers zijn, of allebei tegelijk - , als allemaal schakeltjes in een organisme, dat voortdurend in
3
beweging is, en waarbij ieder schakeltje telt. Overal zie je impulsen en initiatieven, die ergens anders weer effecten hebben. Het beste functioneer je op een plek die bij je talenten en eigenaardigheden past. Omdat de één houdt van verantwoordelijkheid nemen en graag en dapper besluiten neemt. Terwijl de ander juist fantastisch nadenken kan, zijn handen met verve uit de mouwen steekt, of zorgeloos door het leven danst. En de volgende schoorvoetend zijn onzekerheid en angst overwint. Maar ieder schakeltje telt. U begrijpt het al. Ik geloof niet in de stoere taal van ‘ik ben hier de baas’. Ik geloof in inspiratie, in goede ideeën en in verantwoordelijkheid. Maar vooral in samenspel. Met de wethouders, met de gemeenteraad en met u. Ik wil met u samenwerken om doelen te realiseren. Met u de blijdschap delen als het lukt. Elkaar aanspreken als het misgaat. Initiatief tonen én afhankelijk zijn. Alblasserdammer onder de Alblasserdammers De raad heeft uitgesproken dat er een ‘dijk van een burgemeester’ moet komen, maar vooral eentje die ‘Alblasserdammer wil zijn met de Alblasserdammers’. ‘Onmogelijk’, hoor ik de vriendjes uit mijn jeugd roepen met wie ik in Eindhoven ben opgegroeid. Zij wijzen mij er fijntjes op dat ik tot op de middelbare school de woorden ‘dorp’ en ‘gehucht’ als synoniem beschouwde en dat ik tot op de dag van vandaag, als het een beetje aardig weer is, bij voorkeur met losse handen fiets. Of dat ik mijn rijlessen heb gevolgd in Amsterdam, en mijn rijinstructeur mij vertelde dat ik het kruispunt alleen over zou komen als ik ‘door zou drukken’, en dat wij zomaar een uur voor dat kruispunt zouden blijven staan, indien ik mij aan de regels houden zou. En het is waar. Ik was deze zomer in Istanbul, een stad van ongeveer 15 miljoen inwoners, en ik vind het prachtig om te zien hoe het leven uit alle windstreken in die stad zijn uitweg vindt. Maar er is een andere kant en die weegt zoveel zwaarder. Mijn voorganger Lennie Huizer vatte dat vorige week goed samen, bij haar afscheid van de gemeenteraad: ‘het is goed gedijen in een omgeving waar mensen elkaar vertrouwen en accepteren’. De afgelopen twee jaar hebben we scherp aan de wind gevaren. Want iedereen vond: het schip moet weer op koers. En met haar heb ik trots zitten wezen op de raad, op de wethouders en op de ambtelijke organisatie, iedere keer als er weer een sprong werd gemaakt. En zonder dat je er erg in hebt, raak je vertrouwd met Nedstaal, Landvast, Paardenmarkt en Makado. Met Souburgh, de Alblashof en de Beukelmanschool. En ’s nachts ligt al ruim twee jaar mijn mobiele telefoon op mijn nachtkastje, voor het geval de ambtenaar rampenbestrijding belt… Maar ‘Alblasserdammer onder de Alblasserdammers’, dat gaat een stap verder. Ons huis in Papendrecht staat inmiddels te koop en in de loop van volgend jaar hopen wij naar Alblasserdam te verhuizen. Verder ben ik enkele weken geleden, samen met drie heren van de historische vereniging, op een zonnige middag door het dorp gefietst om ingewijd te worden in de zichtbare herinneringen aan onze geschiedenis. Het oudste huis, de beeltenis van de poes op het mandje dat aanspoelde tijdens de Elisabethsvloed, de houten kerk, het metalen skelet naast het huis van architect Van Eesteren en de plaatsen waar, aan het begin van de Tweede Wereldoorlog, de Duitse bommen vielen. Maar voor mijn échte speurtocht naar de eigenheid van Alblasserdam vraag ik om uw
4
hulp. Ik wil de komende maanden, op voordracht en aan de hand van telkens 1 van de 17 raadsleden, kijken op de meest kenmerkende plekken en bij bijzondere mensen en activiteiten in deze gemeente. Bekende plaatsen en mensen, maar misschien ook verborgen parels, die vertellen over de identiteit van Alblasserdam. Met de redactie van de Klaroen heb ik afgesproken dat zij iedere week, 17 weken lang, verslag van deze speurtocht wil doen. Zodat alle inwoners van Alblasserdam met mij mee kunnen genieten en zich misschien soms verbazen over de eigenaardigheden van dit Damdorp. Ik hoop dat ik Alblasserdam ga zien, in al zijn bijzondere schakeringen. En hoop dat u - vanaf volgende week - met verwondering met mij meekijkt. De gemeenteraad inspireert Van de raad vraag ik nog meer. We leven in een tijd waarin de gevolgen van de economische crisis zichtbaar wordt. Werkloosheid grijpt diep in huishoudens in. Jongeren vinden maar moeizaam een baan en maken ondertussen te vaak hun school niet af. En de financiën van onze gemeente staan fors onder druk. En die crisis komt in een tijd, waarin onze samenleving toch al hevig in beweging was en waarin het botst en schudt. Nóg meer dan anders vraagt dit van onze politici en bestuurders om visie en verbeelding - en om het vermogen om hierover met de bevolking in gesprek te zijn. Om het verwoorden van een perspectief dat onze inwoners – ook onze jonge inwoners – boeit, betrekt en uitdaagt. Zodat het onze inwoners, verenigingen en ondernemers motiveert en in positie brengt om hun energie, denkkracht en talent in te zetten. Politici moeten meer zijn dan de echo van ontevreden burgers. Politici en bestuurders zijn meer dan managers, die zorgen voor een begroting die onder aan de bladzijde sluit. Politici moeten willen dromen, betrekken en inspireren. Drechtsteden in ontwikkeling: duurzaamheid en innovatie Ik maak daarvoor een uitstapje naar de Drechtsteden. Daar ligt het vraagstuk hoe we in dit drukbevolkte gebied - dat poëtisch wel de Deltapoort wordt genoemd - tóch kunnen werken aan een economie die schoon en duurzaam is. Hoe we ons verbinden met de nieuwe agenda van Europa, het Rijk en de Provincie, als het om kennis, besturen samen met burgers en om veiligheid gaat. En natuurlijk hoe we ons verhouden tot de wereldhaven van Rotterdam, die met zijn enorme logistieke activiteit een aansprekende ambitie heeft uitgesproken op het punt van CO2 en klimaat. Daarvoor moeten we goed kijken naar het eigene van ons gebied. Wat is kenmerkend voor onszelf, waar ontwikkelen wij naartoe en wat voegen wij toe aan onze omgeving in de Zuidelijke Randstad? Wat leggen wij in om onze eigen en de nationale doelen te realiseren? Ik zie daartoe enkele belangrijke kenmerken. Het eerste heeft alles te maken met onze rivieren en de vervoersassen over de weg en het spoor. Het verbindt ons met de wereldhavens van Rotterdam en Antwerpen en met het achterland van de Hollandse Delta. Het zorgt ervoor dat maritieme bedrijvigheid en transport krachtige economische dragers zijn. En juist omdat we aan datzelfde water en aan diezelfde wegen wonen, kiezen wij ervoor dat die economische dragers samengaan met een hoge ambitie op het gebied van schone lucht, schoon water en op het gebied van veiligheid.
5
Dan is er een tweede beweging, meer horizontaal op de landkaart, langs de A15 en de Merwede, waar uiteraard het transport over weg en water van oudsher belangrijk is, maar waar het ook draait om de overgang van stad naar groen. Het is de landschappelijke kant, waar wonen, vrije tijd en recreatie kenmerkend zijn. In de Drechtsteden én in Alblasserdam vinden we die beide aspecten terug. We hebben in ons dorp stevige industrie en watergebonden bedrijven, waar we trots op zijn en die voor werkgelegenheid zorgen, ook in de zware categorie. Die bedrijvigheid willen we secuur en innovatief inpassen in onze leefomgeving door oog te hebben voor de dagelijkse leefbaarheid. Tegelijk heeft ons dorp een brugfunctie naar de Alblasserwaard en vinden we aan de andere kant van ons dorp het werelderfgoed Kinderdijk, vol rust en tegelijk met een grote toeristische aantrekkingskracht. Wat het bestuur van Alblasserdam betreft – en sinds een minuut of tien mag ik namens dat bestuur spreken - ligt de lat hoog. Wij stimuleren graag de recreatie, willen meer toerisme en meer gezonde beweging, met als strikte voorwaarde dat dit niet leidt tot extra verkeersdruk en niet tot toename van het energieverbruik. CO2 neutraal heet dit tegenwoordig. Denk aan de fiets en de skates - en zelfs aan de schaats als het vriest - desnoods aan elektro-karretjes. Maar vooral aan de fluisterboot over water, bedekt met zonnepanelen en andere toepassingen van schone energie. Loopbaanverbond voor het leven (het recht op werk en scholing) Maar er is een vraag, die zit nog dichter op onze huid. Het is een sociale en culturele vraag. Nu verwacht een aantal van u waarschijnlijk dat ik nu over volksport nummer 1, het voetbal begin. Want ik heb mij bij een eerdere gelegenheid al eens uitgesproken voor een sterk FC Drechtsteden als vaste waarde in de eredivisie. En na afgelopen donderdag, waarbij het spannend was tot de laatste minuut van de verlenging, klinkt dat echt zo vreemd nog niet. Hoezeer ik dit ook meen, dit bedoel ik niet. Ik heb het over de essentiële vraag van meedoen in de samenleving, arbeid en ondernemerschap. In relatie tot de sociaalculturele identiteit van deze streek, en aansluitend bij de geest van Calvijn die over deze regio waart. In dat licht wil ik pleiten voor wat ik voor dit moment een ‘loopbaanverbond voor het leven’ wil noemen. Ik gebruik opzettelijk niet de woorden ‘recht op arbeid en scholing’, of arbeidsplicht. Die begrippen zijn wat mij betreft te eenzijdig. Misschien komt dit omdat het begrippen zijn uit de gezagsvolle tijd van de 18-delige Winkler Prins encyclopedie, in plaats van uit het Wikipedia-tijdperk van zelfsturing en interactie. Vandaar dat ik op zoek ben naar een nieuw begrip, waarin de wederkerigheid tussen het individu en de gemeenschap goed tot uitdrukking komt. Voorlopig kom ik uit op een loopbaanverbond, waarin de samenleving en het individu zich over en weer committeren als het gaat om maatschappelijke deelname, werk en scholing. Ik denk aan de vingeroefening die daarmee in deze regio vijf jaar geleden is gestart, onder de projectnaam route 23. Dat is de afspraak dat iedere jongere in onze regio - tot 23 jaar, vandaar die naam - werk of scholing of zorg heeft, of een combinatie daarvan. Zonder uitzondering, met de bedoeling dat geen enkele jongere buiten de boot valt. Wat mij betreft wordt dit route 88. Of in termen van het huidige kabinet zal het misschien
6
route 67 worden. Dus niemand zomaar werkloos thuis. Of je nu jong bent en net van school, ergens middenin je loopbaan zit, of aankijkt tegen je pensioen. Je volgt een opleiding of je hebt werk. Naar vermogen natuurlijk, want het moet zo goed mogelijk passen in dat organisme van daarnet, zodat het aansluit bij je mogelijkheden en talenten. En ja, daar hoort ook de zorg voor onze jeugd en vrijwilligerswerk bij. En ja, dat vraagt om werkend leren ín de samenleving, zodat leren je hele leven door kan gaan. En ja, dit betekent voor de Sociale Dienst dat die zich omvormt van uitkeringsinstantie tot salarisadministrateur en werkmakelaar. Het vraagt om andere waarborgen vanuit de overheid en een andere inzet van het bedrijfsleven. Maar in mijn ogen past het naadloos in de sociale ondernemersgeest en het arbeidsethos van deze regio om deze omslag te realiseren. Alblasserdam en de regio Want er kan geen misverstand over bestaan. Een deel van de ambities die wij hebben in Alblasserdam, is alleen te realiseren samen met de Drechtsteden – en met de naaste buurgemeenten, Nieuw-Lekkerland en Graafstroom, in de Alblasserwaard. Alblasserdam staat daarom stevig op twee benen. Het ene been staat midden in de lokale gemeenschap, waar het gonst van de activiteit. Waar de wijkschouw wordt gehouden, de bevolking zich inzet voor het Havenfestival en de winkeliers ervoor zorgen dat het straatbeeld niet wordt gedomineerd door landelijke winkelketens. Het andere been staat middenin de Drechtsteden. De kracht van die samenwerking kan verder omhoog. Te vaak gaat het nog over te veel schijven. Te weinig denken we over het belang van het hele gebied. Te vaak gaat het gesprek over de interne zaken van het beheer, in plaats van over onze kracht en onze ambitie, over hetgeen we te bieden hebben aan de wereld om ons heen. Voor Alblasserdam geen ‘ik is klein en zij zijn groot’. We staan voor inhoud en kracht in het Drechtstedelijk bestuur. Als partner van ondernemers, maatschappelijke organisaties en actieve inwoners willen we vooruit. De kracht van de grote schaal aan individueel en lokaal maatwerk verbinden. Hoe was het ook weer? Initiatief tonen én afhankelijk zijn. De lokale democratie en de identiteit van Alblasserdam De identiteit van Alblasserdam is onderwerp geweest van debat in de gemeenteraad. U begrijpt, als Alblasserdammer onder de Alblasserdammers heeft dit mijn bijzondere belangstelling. Zware industrie en scheepsbouw, 17 verschillende kerken en ook nog een moskee. Toen de Commissaris van de Koningin, Jan Franssen op 26 maart aan een aantal actieve Alblasserdammers vroeg wat voor soort burgemeester deze gemeente nodig had, was er een kernachtig antwoord van slager Bakker. Hij zei: “We hebben hier rooien, we hebben Turken en confessionelen. We hebben iemand nodig die met alle drie overweg kan en ze aan elkaar kan verbinden.” Duidelijker kun je het niet zeggen. Want al die mensen, die willen in Alblasserdam plezierig wonen, hun idealen najagen of juist hun rust vinden. Inmiddels kent dit dorp weer een stabiel lokaal bestuur, waar die identiteit zich in weerspiegelt en waar afwegingen worden gemaakt die de gemeenschap aangaan. Die afwegingen worden gemaakt - waarbij betrokkenen worden gehoord - op basis van
7
politieke visie en debat en argumenten. En op basis van de kunst om vanuit een diversiteit van standpunten de juiste, gedragen weg te vinden. Die afwegingen worden in het openbaar gemaakt en gemotiveerd. Dat is de essentie van onze lokale democratie. En de burgemeester is er om erover te waken dat dit goed gebeurt. Dat betrokkenen daadwerkelijk hun zegje kunnen doen. Dat alle politieke fracties tot hun recht komen in het debat, of het nu oppositie of coalitie betreft. Dat standpunten gemotiveerd kunnen worden, zodanig dat dit voor eenieder te volgen is. Maar ook dat er besluiten worden genomen die rechtsgeldig zijn en dat de gemeente ordentelijk en betrouwbaar wordt bestuurd. De burgemeester is ook verantwoordelijk voor de openbare orde en de bestrijding van crises en rampen. Ik weet dat ik daarbij rekenen kan op de brandweer en de politie. Het is belangrijk dat de inwoners dit ook zo ervaren en dat iedereen in onze gemeenschap zich verzekert weet van bescherming. Want bedreiging en geweld, dat kunnen we missen als kiespijn. Ingrijpen en optreden is dan het devies. Ook achter de voordeur, als dat moet! Reflectie en inspiratie Voordat ik ga afronden, is er nog een tweetal punten waarvoor ik uw aandacht vraag. Beide zijn van meer persoonlijke aard. Specifiek voor de gemeente Alblasserdam is het gegeven dat het merendeel van de bevolking leeft met de gedachte dat er meer is tussen hemel en aarde dan u en ik kunnen aanschouwen. Een groot deel van de Alblasserdammers vindt zijn inspiratie in het christelijk geloof, ingekleurd in een breed palet aan uitingen. Voor een deel van de bevolking heeft dat gevolgen voor de manier waarop de zondag wordt doorgebracht. Voor anderen telt dit minder zwaar, hoewel het mijn beleving in de afgelopen jaren is, dat deze opvattingen over en weer worden gerespecteerd. Het is mijn overtuiging dat momenten van bezinning voor ieder mens van wezenlijk belang zijn. Ook de politiek en het openbaar bestuur kunnen niet zonder begeestering en inspiratie. Diversiteit in bronnen van inspiratie kan daarbij zelfs een kracht zijn, als we bereid zijn te luisteren, elkaar ruimte te bieden en de wederzijdse waarden te verbinden. Van de burgemeester wordt niet gevraagd iedere bron van inspiratie in de volle breedte te delen. Het respecteren ervan wel. Respect is de basis voor ontmoeting. Het zal u daarom niet verbazen als ik uitspreek dat ik er niet van schrik als mij naast wijsheid ook God’s zegen wordt gewenst. Integendeel. Hoewel ik bij het horen van die woorden altijd besef hoe beperkt ik ben. Hoe beperkt wij zijn. Hoe broos het is om de grote zaken van het leven aan te voelen en hoe intiem en het is om daarover te communiceren. Talent Zo kom ik op mijn tweede punt. Het heeft alles te maken met hoe ik naar de samenleving kijk. Ik sprak daarnet over verschillende groepen - of eigenlijk sprak ik de slager na, die dit zo treffend zei. Je ziet dan dat mensen, en groepen mensen, niet alleen onderling afhankelijk zijn, maar ook onderling verschillen. Ieder mens is uniek nietwaar? En die verschillen zijn er niet om weg te poetsen of om ze te negeren. Maar wat mij
8
betreft zijn ze er wel om te verbinden. Als je om je heen kijkt, zie je dat dit niet altijd gemakkelijk is, maar wel noodzakelijk! Juist door energie te steken in het verbinden van verschil, worden de verschillen vruchtbaar. Ik geloof dat je dit kunt doen, heel praktisch, door te woekeren met je talent. Zelfs dat we door het delen van ons talent overtuigingen kunnen verbinden. Het woord talent is vanavond al enkele keren gevallen. Ik denk dat dit komt doordat talent een soort brandstof is. Schone brandstof natuurlijk. Waar je energie van krijgt door eraan te werken. Dat is goed voor jezelf en voor de kracht van de gemeenschap waar je deel van uitmaakt. Ik heb het over klein verborgen talent, en over onrustig aanstormend talent. Natuurlijk bedoel ik dan de Alblasserdamse moeder en zoon die straks met hun klanken van piano en cello onze oren strelen. Maar net zo goed bedoel ik dat lastige jongetje in de klas, dat avond na avond bij de VV Alblasserdam probeert om - met de bal op twintig meter - precies in de kruising te scoren. Of het talent van de Turkse moeder die de durf heeft om te ontdekken dat als je de traditionele volksdans net een beetje aanpast, de nieuwe generatie Turkse Nederlanders - haar zonen en dochters - daar ook weer warm voor lopen. Of het talent van de Drechtwerker, die met zijn groene vingers zorgt dat zijn plantsoen er tip en top bijligt. Ik weet het zeker. Onze gemeenschap is een optelsom van talent. Leden van de raad, dames en heren. Ik heb inzicht willen geven hoe ik kijk naar het burgemeesterschap en naar het bestuur van Alblasserdam. Bestuurlijk en persoonlijk. Hoewel ik besef dat het vanavond het karakter heeft van een monoloog, is dit eigenlijk een oproep tot samenspraak. Ik nodig u uit om met mij door te spreken over de zaken die ik vanavond ter sprake heb gebracht. Of het nu gaat over het ambt van burgemeester, de toekomst van de Drechtsteden of de identiteit van Alblasserdam. Of, misschien voor onze gemeenschap wel het belangrijkste, over de vitaliteit van het samenleven. Het zal ongetwijfeld onze opvattingen scherpen. Ik kan niet wachten daarmee te beginnen en zal om die reden deze vergadering sluiten. Daarna zal ceremoniemeester Arjan Zwaan het heft in handen nemen. Ik dank de raad voor zijn vertrouwen en ik dank u voor uw aandacht. < de hamer valt als einde van de vergadering>