Nota Onderwerp: aanvraagformulier Datum: 26 februari 2014
KA2 Schoolpartnerschappen Handleiding bij het invullen van het aanvraagformulier Noot vooraf: deze handleiding werd gerealiseerd op basis van de draft versie van het aanvraagformulier.
1. Context Project identification Project start date: het project kan ten vroegste starten vanaf 1 september volgend op de indiening. Project total duration: 24 of 36 maanden. Project end date: het project eindigt ten vroegste op 31 augustus twee jaar na de indiening. National Agency of the Applicant Organisation Voor Epos: BE02 aanduiden.
2. Participating organisations Applicant organisation Geef de PIC-code in en de velden worden automatisch aangevuld. Profile Public body: Als dit veld niet ingevuld wordt, nadat je ‘check PIC’ klikte, moet je terug naar de Participants’ Portal. Daar duid je ‘MO’ aan (modify organisation). Links onderaan zie je een drop down menu ‘Choose your framework programme’. Daar geef je ‘Erasmus+’ aan. Nu verschijnt het tabblad ‘EAC’. Vul dit aan en bewaar. Geef nu opnieuw je PIC code in. Het veld ‘public body’ moet nu ook ingevuld staan. Background and experience Beschrijving van je organisatie en lokale partners Geef een beschrijving van je eigen school: de opleidingen die de school aanbiedt, de locatie (stads- of plattelandsschool), de schoolpopulatie (leeftijd, socio-culturele achtergrond, enz.), het aantal leerlingen, enz. Belangrijk is om informatie te geven die relevant is voor de projectaanvraag en die je aanvraag kan versterken. Geef een beschrijving van je lokale partners: indien bepaalde organisaties betrokken zijn bij het project, bv. voor het geven van inhoudelijke input, maar ze zijn geef officiële partner, dan kan je die organisatie(s) hier beschrijven. Geef daarbij vooral informatie die relevant is voor het project en aangeeft dat de inbreng van deze partner(s) een versterking betekent voor het project. Ervaring van de organisatie en lokale partners Geef aan welke ervaring de school heeft op vlak van internationalisering en met betrekking tot het projectthema. Geef aan welke ervaring de lokale partner heeft op vlak van internationalisering en met betrekking tot het projectthema.
Ryckevelde vzw I Beweging voor Europees burgerschap I T 050 35 27 20 I
[email protected] I www.ryckevelde.be - 1 -
Associated partners Type of organisation: (zelfde opmerking als ‘Profile’) Legal representative / Contact person Dit wordt automatisch aangevuld, na het invullen van de PIC-code (LEAR).
3. Description of the project
Rationale Deze vraag peilt naar de relevantie van het project (zie ook Programme Guide, p. 99 – award criteria), over de vraag waarom je dit project doet en waarom het nodig is. Denk hier in drie stappen: 1. Je vertrekt hier best vanuit een bepaalde vaststelling, een probleem, een uitdaging op Europees niveau, bv. meer dan 20% van de jonge EU-burgers haalt geen minimum niveau in wiskunde en wetenschappen. Deze probleemstelling kan je koppelen aan studies, cijfermateriaal, bepaalde beleidsdocumenten van de EU, enz. 2. Vertaal ‘het probleem’, de uitdagingen naar het niveau van de scholen van het partnerschap. Bv. hoe jongeren in de partnerscholen scoren op vlak van wiskunde en wetenschappen. Ook hier kan verwezen worden naar een bepaalde behoeftenpeiling. 3. Vanuit de probleemstelling formuleer je de doelstellingen van het partnerschap. Formuleer die doelstellingen op meerdere niveaus en vertrek van het niveau van de school.
Innovation and/or complementarity In welke zin is het project vernieuwend of complementair aan projecten die eerder gerealiseerd werden door de scholen in het partnerschap? Bv. Stel je werkte al een project uit om de basisvaardigheden van leerlingen in wiskunde en wetenschappen te versterken. In welke zin is dit project anders (complementair of vernieuwend)?
Project partners Deze vraag peilt naar de kwaliteit van het partnerschap (zie Programme Guide, p. 100 – award criteria). In deze rubriek geef je aan dat de partners beschikken over de ervaring en competenties om het project op een kwaliteitsvolle manier te realiseren. Elke partner moet vanuit eigen sterktes een inbreng hebben. De partners moeten m.a.w. relevant en complementair zijn. Daarnaast geef je ook aan of er nieuwkomers (= organisaties die nooit eerder een dergelijk project deden) betrokken zijn in het project.
Cooperation and communication De samenwerking en communicatie moet effectief zijn. Deze vraag peilt dus naar hoe er in de loop van het project zal gecommuniceerd en samengewerkt worden tussen de partners onderling en met stakeholders (lokale partners, leerlingen, enz.). Welke rol spelen project meetings in de samenwerking en communicatie? Belangrijk is om aan te tonen dat het partnerschap evenwichtig is en dat alle partners een inbreng hebben.
Priorities Aanvinken
Topics Aanvinken
Ryckevelde vzw I Beweging voor Europees burgerschap I T 050 35 27 20 I
[email protected] I www.ryckevelde.be - 2 -
Results Geef hier een overzicht van de project resultaten. Deze sluiten best aan op de rationale. Aangezien het project tegemoet komt aan een bepaald probleem/uitdaging/nood, is het belangrijk om aan te geven wat het project zal veranderen aan het probleem/uitdaging/nood.
4. Preparation
Preparation Hier kan je o.m. aangeven: Welke afspraken gemaakt worden binnen het partnerschap, bv. de kalender wordt verfijnd, er worden concretere afspraken gemaakt rond projectmeetings, leermobiliteiten, enz. Hoe wordt gecommuniceerd over het project naar stakeholders: leerkrachten op school, de leerlingen, de ouders, lokale partners, enz.
Project management Budget control and time management Hier kan je aangeven: Wat de rol van de coördinator is op vlak van budget beheer en opvolging van de kalender. In schoolpartnerschappen is budget beheer minder belangrijk, aangezien elke school beschikt over een eigen budget. Dat er een duidelijke kalender opgemaakt werd met verdeling van verantwoordelijkheden die door alle partners kunnen opgevolgd worden.
Monitoring en evaluatie van kwaliteit Welke methoden worden gebruikt om de kwaliteit van de projectactiviteiten op te volgen, bij te sturen en te evalueren? Welke methoden worden gebruikt om te verzekeren dat de projectresultaten kwaliteitsvol zullen zijn?
Project risks Hier kan je aangeven: Dat alle partners verzekerd zijn. Dat er duidelijke en effectieve communicatiestromen gerealiseerd worden en duidelijke afspraken gemaakt worden?
Effectiviteit Wat gaat het partnerschap doen om te beoordelen of de vooropgestelde doelstellingen en de resultaten bereikt werden? Welke activiteiten voer je daarvoor uit? Welke indicatoren stel je daarvoor voorop? Kwantitatief: aantallen Kwalitatief: bv. bereik van je resultaten
5. Implementation
Implementation Hoe worden de activiteiten gerealiseerd: hier kan je het concept van je project uitschrijven: is het bedoeld voor leerlingen en leerkrachten, welke methoden worden gebruikt, enz.
Target groups Met welke doelgroep(en) werk je in het project; bv. Leerlingen: leeftijd, opleiding, enz.
Ryckevelde vzw I Beweging voor Europees burgerschap I T 050 35 27 20 I
[email protected] I www.ryckevelde.be - 3 -
Leerkrachten: alle, van bepaalde vakken, enz. Ouders Enz.
Involvement of participants with fewer opportunities Involvement ja/nee Aantal Geef een percentage van het totaal aantal leerlingen dat betrokken is in het project. Voor Vlaanderen gaat het bv. om GOK-leerlingen. Ondersteuning Hoe ondersteunt het partnerschap deze leerlingen? Which type Over welk type ‘fewer opportunity’ gaat het, bv. leerlingen met een beperking, leerlingen uit kansarme gezinnen, enz.
6. Project activities
Intellectual outputs
Multiplier events
Learning/Teaching/Training activities Noot: met ‘Learning, Teaching and Training activities’ bedoelt met de soorten mobiliteitsactiviteiten: Voor leerlingen: Blended mobility: virtuele mobiliteit + korte mobiliteit van leerlingen Korte uitwisselingen van groepen leerlingen Lange termijn leermobiliteit voor leerlingen (IPM) Voor leerkrachten: Korte termijn ‘joint staff training event’ Lange termijn leraren- of nascholingsopdracht
LTT-activiteiten Ja/nee
Added value Hoe zullen de LTT-activiteiten ervoor zorgen dat de doelstellingen gerealiseerd worden.
Description Beschrijf de LTT-activiteiten.
7. Follow-up
Impact Noot: Impact= the effect that the activity carried out and its results have on people, practices, organisations and systems. Impact op stakeholders Formuleer de verwachte impact op: De deelnemers: bv. leerlingen, leerkrachten De school Stakeholders: lokale partners, ouders, enz. Impact op omgeving
Ryckevelde vzw I Beweging voor Europees burgerschap I T 050 35 27 20 I
[email protected] I www.ryckevelde.be - 4 -
De deelnemers: bv. leerlingen, leerkrachten De school Meting De vraag peilt naar methoden om de impact te meten: bv. voor- en na analyse, website statistieken, aanwezigheid in sociale media, enz. Zie ook programme guide, p. 251 ‘How to assess success?’.
Dissemination an use of projects’ results Hier verwijst men naar het feit dat het partnerschap moet beschikken over een disseminatieplan, zie de Programme Guide voor meer uitleg, p. 247.
Target groups (= to who?) Je kan twee soorten doelgroepen omschrijven: interne en externe doelgroepen. Voorbeelden van interne doelgroepen zijn (binnen de eigen school): Leerlingen Leerkrachten Ouders Enz. Voorbeelden van externe doelgroepen zijn: Externe doelgroepen kunnen geografisch omschreven worden (lokaal, regionaal, nationaal, Europees) en zich binnen of buiten de onderwijswereld situeren. Eindgebruikers van de activiteiten en resultaten Groepen collega’s Onderwijskoepels Stakeholders, experten, enz. Beslissingsmakers op lokaal, regionaal, nationaal, Europees niveau Pers en media Het algemene publiek Enz.
Who is responsible (=who?) Wie is verantwoordelijk voor welk onderdeel van het disseminatieplan en geef aan dat de verantwoordelijke expertise heeft om dit te realiseren.
Dissemination activities (= what? en how?) Welke disseminatie activiteiten plannen jullie en via welke kanalen worden ze gerealiseerd?
Sustainability and exploitation? Geef aan op welke manier de resultaten van het project zullen beschikbaar zijn, ook na het afronden van het project? Hoe gaat het partnerschap ervoor zorgen dat de resultaten ook door anderen kunnen en zullen gebruikt worden?
Additional information Vul deze rubriek enkel aan, indien relevant.
Sustainability Welke onderdelen van het project zijn duurzaam en wat zal er gebeuren om dit duurzaam te houden, na het afronden van het project.
Ryckevelde vzw I Beweging voor Europees burgerschap I T 050 35 27 20 I
[email protected] I www.ryckevelde.be - 5 -
8. Budget
Project management Dit deel wordt automatisch aangevuld op basis van de PIC-code.
Project meetings Distance band: zie mobility tool.
Intellectual outputs Category of staff: zie Programme Guide, p. 105.
Multiplier event
LTT-activities - travel Distance band: zie mobility tool.
LTT-activities - travel Long-term LTT-activities: LT leraren- of nascholingsopdracht LT leermobiliteit voor leerlingen (IPM) Short-term LTT-activities: KT ‘joint staff training event’ Blended mobility: virtuele contacten + beperkte leerlingenmobiliteit Uitwisseling van groepen leerlingen
Linguistic support Dit is enkel bedoeld voor lange termijn LTT-activiteiten.
Special needs bv. leerlingen met een beperking die een persoonlijke begeleider nodig hebben.
Exceptional costs bv. kosten voor visums.
9. Project summary De project summary bevat best vier onderdelen: de context van waaruit het project uitgewerkt werd (zie rationale) algemene doelstelling: wat willen jullie met het project bereiken voor welke doelgroep? activiteiten (heel algemeen): wat doen jullie in het eerste jaar en wat in het tweede jaar? (bijvoorbeeld: het eerste jaar werken we vooral rond sport, het tweede jaar rond gezonde voeding.) output: welk resultaat en welke impact willen jullie bereiken?
Ryckevelde vzw I Beweging voor Europees burgerschap I T 050 35 27 20 I
[email protected] I www.ryckevelde.be - 6 -