..
,. -
WIEGELIEDJE Woorden en Muziek van D. JAEGER
Andante ***
zz:
m" r r r 'f r An -ka moet zoet
jes
sla
pr
-
pen gaan.
dan
-j ■!-[-
j
^É JT^ S i m i ' i ^
É
U^i
m
wordt
é
(,»» het
«^^ wieg-
groot.
ij a
^
f^i i i i'7ii i'^ri-, m i Moeder bmfthH Moeder büjftbl)
^
onsmeis - Je
i« .. . je ».aan. wan.
rf7
ÉÊ
.' . . ' . an-ders woel. kind-Je zich
^
Woo.
.„f l | | | | | j^^
t'^^V-r-nslaap, mijn pop -
e.
Su
-
ja slaap, slaap.
tot
de mor '
gen
naakt.
Slaap
lilÉÉiÉÉÉ illffP3"1
liJ
rus - tig. lief -
j« je.
Su
ja. slaap.
moe - der - tje zorgt en
waakt.
-Ui i m MAISON ODIQT ZE^j^Tu.
MAOELE,NF
Fabriek van Artistiek / Zilverwerk
Specialiteit voor geschenken in zilvet en verzilverd metaal
Gevestigd m
I690
GPOOTB KBUZH
^■■e
M
KUNSTVOORWB^BN UrSfoB^ NAAK LwBRJ'IP'LB STULPEmODB
Ked.rn Adm. Galoewater 22. Lelden. Tel. 780. Postr-kenlna «880.
^_
^rschUnt wekelUks - PrUs per kwartaal f. l.uv
_^^.^^^^__^^__
.-
■
_
- ._
^
ET WEEKBLAD ^
HN.13
Gezondheid begint in den mond. Talrijke dokters en tandartsen gebruiken Wr ig ley's Kauwgom en raden het anderen aan, vooral ook voor kinderen, omdat het de kaken ontwikkelt, het gebit sterk en schoon houdt. Twee soorten: P.K. (zuivere f^permuntsmaok). Spearmint pittige kruizemuntsmoak), C per pakje .... 3
WAARSCHUWING: Om Uw mooie tanden te behouden moet ge tandaanslag bestrijden I Tandaanslag is steeds aanwezig - in iederen mond - op iederen tand - steeds woekert het voort. Het grootste gevaar van tandaanslag schuilt in tandbederf. In tandaanslag bevinden zich kleine bacteriën, die een scherp zuur afscheiden. Dit zuur verteert het glazuur der tanden, zooals andere zuren gaatjes in hout of stoffen bijten. Steeds dringt dit zuur dieper en dieper door. Tenslotte wordt de zenuw bereikt ... het wortelkanaal wordt geïnfecteerd ... en wanneer niet tijdig geplombeerd wordt, is het onheil niet te overzien. Om de tandaanslag te bestrijden moet
cent.
K3LEY GETS-IT VEBDWJFT LIKDOORNS
3- alle pijn weg in
seconden „Gets-it" is een wetenschappelijk preparaat, dat door duizenden, die veel moeten loopen, gebruikt wordt. Het maakt een eind aan likdoorns en eeltknobbels. Eén druppel verdrijft de pijn in 3 seconden. Likdoorn en eelt laten daarna los en vallen af-wég-vergeten. U voelt uw nauwe schoenen niet meer. ledere apotheker en drogist verkoopt de echte ,,Gets-it". U kunt een dozijn likdoorns en eeltknobbels verdrijven met één flacon van 90 cent.
GEJS-1T"
6-81 E
„En jij, Tony," zei moeder aan tafel, „wil je appelmoes of pudding?" „Pudding," antwoordde Tony prompt. „Pudding wat?" vroeg vader dreigend, niet anders verwachtend of Tony zou gehoorzaam zijn fout herstellen en „Pudding alstublieft moeder" zeggen. Doch „Pudding eerst — en dan appelmoes I" verduidelijkte Tony. Flip: „Dus jij vindt dat drinken op de verbeelding werkt?" FJap: „Ja, ten minste als ik wat drink, verbeeldt mijn vrouw zich allerlei rare dingen over haar manl"
men Pepsodent gebruiken inplaats van gewone tandpasta's. Waarom? Omdat Pepsodent een speciaal materiaal bevat, dat den tandaanslag verwijdert. Dit materiaal in Pepsodent is een van de meest opzienbarende ontdekkingen van dezen tijd. De wijze, waarop ieder spoor van tandaanslag wordt verwijderd, is een openbaring! Algemeen wordt erkend, dat dit materiaal tweemaal zoo zacht is als dat, wat in gewone tandpasta's verwerkt wordt. G.bruilc Paptodant IWMfflaal p*r dag - b.ioek Uw landort» minsMni twMmoal P«r jaar.
Pepsodentis de tandpasta, die den tandaanslag verwijdert Groott tab« f 075. dubbele tube f 1.25.
4185
20J LACHEN (EN O-ATEN U ILACHEN.
HET CAM'ELIA-B'LAI} EEN BOEIEND, COMPLEET VERHAAL
Waarom filmt U nog niet? Weet U niet dat filmen goedkooper is dan fotografeeren? En hoeveel aardiger 'n levend beeld van iets of van iemand te bezitten precies zooals U dit in de bioscoop ziet. Aarzelt niet langer.
(FOTO BADAL-UPA)
Heinz Rühmann, Jenny Jugo en Louis Graveure, die optreden in „Es gibt nur eine Liebe"
Be grootste Europeesche detective van dezen tijd is ongetwijfeld Amhoff, van de Parijsche Süreté, een bleeke man van middelmatige lichaamslengte, forsch gebouwd, omstreeks veertig jaar en vermomd met een baard. Ik bedoel daarmede niet te zeggen, dat hij een valschen baard draagt. Die baard is het natuurlijkste aangezichtsgewas ter wereld, maar geeft hem het uiterlijk van een rustig, onschuldig man uit de gegoede, ontwikkelde burgerklasse, van een dokter of een leeraar bijvoorbeeld, en is daarom een onschatbaar hulpmiddel in de praktijk van iemand, die er niet als een detective wenscht uit te zien. De voordeden van dien baard zijn Amhoff in den loop der jaren meermalen ondubbelzinnig gebleken. Monsieur Aristide Amhoff woonde in de periode, waarin dit verhaal speelt, in de Rue Jean Goujon no. 4a en op een middag in Mei, toen hij juist was thuisgekomen, ging de telefoon in zijn
DOOR
zitkamer en riep hem naar de Préfecture. Twee minuten later zat hij in het privé-werkvertrek van Monsieur Henri Collin, den gevreesden prefect der Parijsche politie. Het was een rustige kamer, ver van het gewoel in de voor het publiek toegankelijke gedeelten van het hoofdbureau, vanwaar de sterke arm der gerechtigheid zich al naar menigen misdadiger met succes was beginnen uit te strekken. De hoofdcommissaris zat aan zijn schrijftafel, toen de detective binnenkwam. Hij beduidde hem plaats te nemen, en pas nadat hij op zijn gemak een berekening, waaraan hij bezig was, voltooid had, richtte hij zich tot zijn bezoeker. „Ik heb 'n zaakje voor je in de Rue de Versailles," zei hij. „Monsieur Jondrin, de bekende kunstverzamelaar, is vermoord het geval is heet van de naald, om zoo te zeggen. Het is nu zes uur — het lichaam werd om 5.35 gevonden — gelukkig, dat je thuis was. Ik
D'ALVAREZ
stuurde een ordonnans naar je toe, maar toen was je er nog niet en in de hoop, dat je inmiddels was thuisgekomen, belde ik op." „En hier ben ik," antwoordde Amhoff, terwijl hij opstond en zijn demi dichtknoopte. „Hebt u bepaalde instructies ?" „Neen." De prefect kende zijn onwaardeerbaren hoofdinspecteur en wist, dat het geven van instructies aan Amhoff in een zaak als deze, eerder kwaad dan goed zou doen. In het beste geval was het uilen naar Athene dragen. Amhoff verliet de Préfecture. Aan den overkant van den rijweg, enkele meters verder in de straat, stond, onopvallend als een doodsimpele taxi, een politieauto. En geen kwartier nadat de detective in het voertuig was gestapt, hield het stil voor de deur van no. 9c in de Rue de Versailles. Er was geen volksoploop in de straat, die verried, dat er iets bijzonders, laat staan een eerste-klas moord, was ge-
Vraagt «ans Inllchtingan an brochure« bij Uw fotohandalaar of bij da :
Importnee voor Nederland: Mevrouw L. Justet Raadhuisstraat 42 - Amsterdam
WEETU
reeds, dat U pok Uwe BEGRAFENIS (CREMATIE) VERZEKERING
HAVBANK
zeer voordeelig kunt sluiten bij de
SCHIEDAM
--3
^■i«W beurd in het bescheiden uitziende gebouw van grijze natuursteen, in de hall, waarin een politie-agent opwacht stond. En ook binnenshuis heerschte geen spoor van opwinding. Het was een complex van étage-woningen, maar er was geen concierge; alleen een man, die de lift bediende, maar daar de lift dien dag wegens een defect buiten werking was, had de liftman zich een maar al te welkome vacantie gepermitteerd. Nadat de agent dit den detective had medegedeeld, begeleidde hij hem naar de eerste verdieping en daar, voor de deur van Monsieur Jondrins flat, troffen zij een tweeden politie-dienaar, benevens André, den bediende van den vermoorde, die boodschappen was wezen doen en bij zijn terugkomst zijn meester dood had gevonden. Amhoff gaf order, dat de liftman moest worden opgezocht en trad vervolgens de flat binnen om een onderzoek in te stellen, na zich eerst te hebben vergewist, dat niets was aangeraakt of veranderd. De etage bestond uit zes vertrekken, die op een centrale gang uitkwamen. Het tweede vertrek rechts, was de zitkamer, behaaglijk ingericht met diepe clubfauteuils, mahonie boekenkasten en een schrijfbureau uit hetzelfde materiaal. Het geheel had een gedecideerd Engelsch aspect; alleen de bewoner was van een onmiskenbaar Fransch type.
HOE FILMSTERREN GEKLEED GAAN
Een prachtige teagown, speciaal voor haar ontworpen, is het kleedingstuk, waarin Diana Wynyard sich hot behaaglijkst voelt, als zij haar gasten ontvangt. Het toilet is vervaardigd van hyacintblauwe zijde in zeer soepele, aansluitende lijn met een kort sleepje on bolero-vormig jakje. De mouwen worden versierd door dubbele driehoeken van dezelfde stof. iPofo M.G.M)
Hij lag weggezakt in een grooten stoel. Tegenover dezen stond een andere gemakkelijke stoel en vlak daarbij een klein tafeltje, waarop een karaf sherry, twee glazen en een aschbak met sigaretteneindjes er in. Op den grond naast den man in den grooten stoel, lag een knots, kennelijk van een Zuidzeeeiland afkomstig. Het hoofd van het slachtoffer toonde duidelyk, dat hem een plotselinge, hevige slag was toegebracht en Amhoff, gespannen stilstaand als een jachthond op 't spoor, merkte op, dat aan den muur achter Monsieur Jondrin een heele collectie wapens en gebruiksvoorwerpen van wilden hing. Elk stuk van de verzameling was aan een haak opgehangen of bevestigd: één der haken was leeg. Hij wijdde zijn aandacht aan dendoode. Er was nog geen dokter geweest. André, de bediende, overtuigd dat zijn ipeester den laatsten adem had uitgeblazen, was naar de politie gehold; de politie van de sectie, evenmin in twijfel omtrent het overlijden van het slacht offer, had de Préfecture getelefoneerd en deze had op haar beurt den politiedokter van het district gewaarschuwd, die intusschen nog niet verschenen was. Amhoff, wiens ervaring in dergelijke aangelegenheden zeker niet voor die van een geneesheer onderdeed, constateerde na een kort onderzoek, dat Jondrin nog niet lang dood kon zijn. 'n Anderhalf uur, meende hij. Het was zeker, dat wiè de dader ook mocht zijn, de slag van achteren was toegebracht; de moordenaar was naar den muur geloopen en had de knots gegrepen. Na dit te hebben vastgesteld, ging Amhoff zich bezighouden met het schrijfbureau. Drie van de laden er van waren open; ze waren met geweld geopend, niet met een sleutel. Op den vloer, dichtbij den doode, . zag hij iets kleins en wits. Hij liep er heen en ontdekte, dat het 'n blaadje van een camelia was. Hij legde het behoedzaam op een tafeltje en vervolgde zijn nauwkeurige inspectie van het vertrek. Onderwijl kwam Dr. Flandrin, de politie-arts, binnen. Hij onderzocht het lichaam en bevestigde de opinie van den detective, dat de dood geen twee uren geleden was ingetreden. Daarop ging hij weer heen, om zijn rapport op te maken. Amhoff zette zijn werk voort. Nu was het de kleine tafel met de wijnkaraf en de aschbak, die zijn aandacht had. Op den aschbak lagen twee sigarettenstompjes. Hij nam er een van op en bekeek het. Het was een overblijfsel van een Turksche sigaret; het merk was nog op het papier zichtbaar; een halve maan en het woord „Orient" in rose gedrukt. Het andere eindje was van hetzelfde merk. Hij hield de eindjes, de een na de ander, bij zijn neus, snoof er even aan en legde ze toen weer zorgvuldig op hun plaats terug. De karaf en de glazen raakte hij niet aan. Alles wat zich op de tafel bevond, zou op vingerafdrukken onderzocht worden door Tarnier, den chef van de afdeeling dactyloscopie van de Süreté. De steel van de knots, het schrijfbureau en andere voorwerpen in de kamer natuurlijk ook. _ 4 _
Vraag tweehonderd vijftig. Wat is Utopia? W« stellen een hoofdprijs van / 2.50 en vjjf troostprijzen beschikbaar om te verdeelen onder hen, die ons vóór 2 December (Indische abonné's vóór 2 Februari) goede antwoorden zenden. Adres: Redactie ,,Het Weekblad", Galgewater 22, Leiden. Op briefkaart of enveloppe a.u.b. duidelijk vermelden: Vraag 250.
Vraag tweehonderd zes en veertig. Asteroiden zijn de heel kleine planeten, die in grooten getale tusschen Mars en Jupiter waargenomen worden. Met de goede beantwoording van deze vraag verwierf de heer H. J. Jonker te Kampen den hoofdprijs; de beer G. van Eldik te Utrecht, de heer Th. F. E. Andriessen te 's-Gravenhage, mejuffrouw van Boom te Rotterdam, mejuffrouw E. Meuffels te Scbeveningen en de heer A. J. Carboo te 's-Gravenhage, verkregen de troostprijzen. De armstoel tegenover dien, waarin de verslagene lag ineengedoken, was nu aan de beurt. Daarop had met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid niet lang geleden een bezoeker gezeten; het oog van den detective viel op een wit driehoekje van papier, dat uitstak uit de open ruimte tusschen de zitting en de leuningen. Hij nam het tusschen vinger en duim: het was de punt van een visitekaartje. Degeen, die van den stoel gebruik had gemaakt, had het blijkbaar verloren het was tusschen het kussen en de zijkanten terechtgekomen en tengevolge van de beweging van den zittenden persoon in de opening geschoven, waarin het zich had vastgewerkt. Het opschrift op de kaart luidde: J. A. GAILLARD Rue du Mont Thabor No, 10a. Amhoff legde het kaartje naast het camelia-blaadje op het tafeltje. Toen ging hij weer naar het schrijfbureau. Het was alsof dat bureau luidkeels riep: „ik ben geplunderd, althans, ze hebben getracht me te plunderen." Het voorwerp of de voorwerpen, waarom het te doen was, moesten klein zijn geweest, te oórdeelen naar den omvang der laden, en, gezien het feit, dat er een moord voor gepleegd was, van grootc
BEZOEKT HET
LUXOR PALAST TE ROTTERDAM
^^^^^^^^^^^^^
-^
' ^ '^^^™^*w**^^ waarde. Dus waarschijnlijk juweelen. Jondrin kocht geregeld allerlei kunstschatten het lag voor de hand, dat zich daarbij ook wel eens juweelen bevonden. Amhoff bestudeerde het aschbakje met zijn inhoud nogmaals. De sigaretten waren -waarschijnlijk gerookt — en heel zeker waren de stompjes daar neergelegd, door den man, die in den stoel tegenover het slachtoffer had gezeten, om de eenvoudige reden, dat het afgebrande gedeelte in de richting van den verslagene wees. De kamer had thans haar geschiedenis verteld. Er viel hier niets meer te leeren voor den detective en na een korten blik om zich heen, verliet deze het vertrek, om in de kamers van de flat vluchtig poolshoogte te nemen: de eetkamer, de slaapkamers, de badkamer en de keuken. Deze speurtocht leidde tot de conclusie, dat het onmogelijk was, door de vensters binnen te komen. Er had voor den moordenaar maar één toegangsweg bestaan: de voordeur. Thans achtte Amhoff het moment gekomen, om André, den bediende, in de eetkamer te roepen voor een onderhoud. André was een man met een volle-
Ik heb altijd wel het idee, en jullie zeker ook, dat we eigenlijk samen zoo'n soort groote familie vormen. En daarom voel ik de behoefte, om over m'n huiselijk lief en leed te praten. Ditmaal over m'n huiselijk lief. Jullie raadt het al: m'n vrouw. Als alle nietkwaaddenkende huisvrouwen (Petrus, Petrus wat heb je uitgevoerd, dat je zoo braaf doet?! Red.) laat ze dikwijls geld slingeren. Al weet ik, dat alle huisgenootèn van 't voorvaderlijk kasteel De Pruttelaar eerlijke zielen zijn (behalve m'n vrouw en ik en de poes hebben we alleen 'n daghitje, dat onder strenge controle staat), toch erger ik me over die nonchalance. Onlangs had ik weer zoo'n verwijtende bui. Op den schoorsteen had ik vier dubbeltjes, twee stuiverstukjes en een halven stuiver gevonden. Pruttel maar niet, Pruttelaar, zei m'n huiselijk lief tot m'n leed-wezen. Daar zijn erger dingen op de wereld. Heb je gelezen wat d'r in Londen is gebeurd? Ik zei niks. D'r zijn momenten, waarop je het beste doet je van de dommen te houden. Natuurlijk niet, je kijkt geen krant behoorlijk door. Ik heb ergernis genoeg van mezelf, antwoordde ik. Enfin, m'n vrouw vertelde me, dat ze in de hoofdstad van Engeland onlangs een kist met goud (neen zetter geen „gebit met goud") te verzenden hadden en dat maar per gewonen kruier hadden gedaan. Een kruier met paard en wagen. Die man moest behalve die kleinigheid van 'n 10.000 ponden waarde, (echte ponden, dus ƒ 120.000) ook nog andere pakjes bezorgen. En terwijl-ie daar mee bezig was, hebben ze heel leuk z'n paard en z'n wagen in een zijstraat gereden, 't „kistje" met goud van den wagen gelicht en het in een auto gezet, die foetsie d'r vandoor rende. En nou praat jij. Petrus, over m'n nonchalance, als ik wat kleingeld op den schoorsteen laat liggen. Toen heb ik me geërgerd, niet om die simpele 120.000 gulden, die d'r vandoor waren. Och, ik had d'r geen, laat ik maar zeggen, schade bij. Ook niet om dien koetsier, die 't zaakje in den steek liet, die man had andere plichten. Maar eigenlijk alleen, omdat ik m'n vrouw geen goed antwoord kon geven. Da's een gevaarlijke situatie voor een man als
FILn-EnTH0U5IA5TEM M. W. £e VOORBURG. Neen. daé is nieé de natuurlijke kleur van Gi£{a's haar. Zij ia me6 Guséav Fröhlich geérouwd. J. d. J. ée AMSTERDAM. Han. Alber» komé, zoodra hij eenige weken niet behoef é te filmen. „Kleiner Mann was nun?" is geen Ufa-film. Wanneer zij opgevoerd zal worden, *£aat nog niet vast. D. O. te LEIDEN. Het adres van Jan Kiepura is Hotel Bristol, Berlijn. U kunt hem in het Duitsch, Fransch of Poolsch schrijven. L. H. te 's-GRAVENHAGE. Ramon Novarro gaat niet in een klooster.' Rolverdeeling vermelden we in deze rubriek niet. Wanneer Hans Albers naar ons land komt, staat oog niet vast. Wij zullen U tijdig waarschuwen. M. V. te AMSTERDAM. U hebt gelijk, dit was een vergissing.
H. v. D. te AMSTERDAM. Het adres van Renate Müller is Bachstelzenweg 11, Berlijn-Daldem. Zij leest haar brieven zelf. Renate heeft een secretaresse.
C. G. L. te 's-GRAVENHAGE. Karin Hardt heeft de hoofdrol gespeeld In „Acht meisjes in een boot". Zij is niet verloofd. Truus van Aalten en Lien Deijers beantwoorden hun brieven zelf. U moet echter niet vergeten een antwoord-coupon in te sluiten. M. d. R. te 's-GRAVENHAGE. Dank voor Uw aardigen brief. Wij kunnen heusch in deze rubriek geen rolverdeelingen plaatsen. Dat laat onze ruimte niet toe. De naam van den regisseur plaatsen wij steeds, indien we foto's van een film publiceeren.
W. v. L. te ROTTERDAM. Het adres van Karin Hardt is Viktoria Louise Platz 10, Berlijn. Indien U drieantwoord-coupons Insluit, zal zij U zeker een foto met handA. S. te LUTTERADE. Niet meer dan teekening zenden. drie vragen per week s.v.p. Hierbij de K. L. S. te AMSTERDAM. Hierbij gevraagde adressen. Viktor de Kowa, Wich« mannstrasse 11, Berlijn. Ernst Verebes, de gevraagde adressen. Fritz Fischer, Kurfürstendamm 55, Berlijn. Maria Sören» Bayerische Platz 1. Berlijn. Hans Kettler, sen, Landshuterstrasse 23, Berlijn. Niet Buggestrasse 14, Berlijn. Wolfgang Lohverseten een antwoord-coupon in te sluiten! meier, Sigmaringerstrasse 32, Berlijn.
maansgezicht en maakte geen overweldigend intelligenten indruk. Dit, en het feit, dat hij zeer geschokt was door de tragedie, belette hem evenwel niet, zijn mededeelingen in samenhangenden en duidelijken vorm in te kleeden. Hij was omstreeks vier uur uitgegaan, om verschillende inkoopen te doen en had zijn meester in blakenden welstand verlaten. Toen hij om vijf minuten over half zes terugkwam, lag Monsieur Jondrin vermoord in een fauteuil. Was de deur van de flat open ? Neen, die was dicht geweest; André had haar gesloten bij zijn vertrek en haar weer in gesloten toestand aangetroffen. De bezoeker moest door M. Jondrin zelf zijn binnengelaten. Er waren geen andere bedienden dan hij, behalve een werkvrouw, die eiken morgen om zes uur kwam om het gebruikte vaatwerk af te wasschen en de kamers schoon te maken. M. Jondrin dineerde, meestal in een restaurant, en voor zoover er in huis spijzen en dranken moesten worden klaargemaakt, zorgde hij, André, daarvoor. Hij had de sherry en de glazen niet binnengebracht. M. Jondrin moest zelf naar de wijnkast naast de keuken zijn gegaan en de sherry en de glazen hebben gehaald. Neen, M. Jondrin rookte niet. Hij was een uitstekend mensch en had geen vijanden. Wat het bureau betrof, André kon niet zeggen of het voorwerpen van waarde bevatte. Wel wist hij, dat zijn meester dergelijke voorwerpen kocht en weer van de hand deed. Hij was echter geen eigenlijke handelaar; hij speculeerde erin. Ja, zijn meester had veel vrienden gehad. „Dames?" „Neen, zoo was hij niet." „Dank je," zei Amhoff. „Dat is zoo ongeveer alles, wat ik voorloopig verlang te weten. Ga nu eens kijken of ze den liftman al hebben opgeduikeld." André verliet de kamer, om enkele oogenblikken later met den bedoelden functionaris terug te keeren. Diens verklaring was kort en eenvoudig. De lift was defect geweest dien ochtend en hij was naar de firma gegaan, die haar — 6 —
had geïnstalleerd. Een monteur was komen kijken en had gezegd, dat de reparatie minstens twee dagen zou vereischen. Wie naar boven wilde, moest maar van de trappen gebruik maken. En daar hij geen dienst had, had hij natuurlijk niemand naar Monsieur Jondrin's flat zien gaan. Amhoff voelde den man duchtig aan den tand, omtrent hetgeen hij tusschen vier uur en half zes dien middag had gedaan en noteerde nauwkeurig de antwoorden. Daarop liet hij hem vertrekken. Op hetzelfde oogenblik verscheen Tarnier, de vingerafdrukken-expert. Amhoff, die naar de zitkamer was teruggegaan en order had gegeven, het lichaam naar de aangrenzende slaapkamer te brengen, maakte notities, terwijl Tarnier zijn werk deed. Amhoff verzocht André, om een karaf water en een glas; hij had dorst, zooals hij vertelde. Een half uur later, na het water opgedronken en een paar sigaretten gerookt te hebben en nadat hij Tamier met enkele dingen had geassisteerd, ging hij heen, met een opdracht aan den politie-agent op het portaal om, als Monsieur Tamier klaar zou zijn, de buitendeur van de flat te sluiten en te verzegelen. Het was nu 7 uur 20 en Amhoff reed in den politie-auto, die al dien tijd op hem had gewacht, naar de Rue du Mont Thabor. In de vele flathuizen, die zich tegenwoordig in deze straat "bevinden en waarvoor menig typisch Parijsch café het veld heeft "
BEZOEKT HET
Mm-
THEMEN TE DEN HAAG
OOP
w gezicht: Hot Wonder! Uw huid wordl er |inu*litig \an. jifht-fl zacht en rein. Hoe lieflijk en betooverend is
een wonder* sehreef een dame uill'arij- 0 Seherk Kaee lotion is slei+M- eeht in orij;iileele flae« net opschrift Seherk 9 1'er flacon 0.75, 1.211. 2.10. 4.50 0 Vi ie ecu 15 et. )M>stzeh#> r\r L' hehl lieslist reeds vaak naar een piede soort I ff I I ^ I IS ,,. ponirr pnoèht. Uat t eens Mytikuin poe- r der - het lieroeiude Seherk Poeder - Inonen.
L P LOtlOn
n
SCHERF
PARIS
moeten ruimen, wonen — alsof een kudde-instinct hen bijeendrijft — talrijke jonggezellen. Het is geen „familiestraat", deze Rue du Mont Thabor. Op no. ioa, bevestigde de concierge, dat M. Gaillard daar inderdaad zijn verblijf had, maar Monsieur was niet aanwezig. „Hij eet altijd buitenshuis," verklaarde de concierge, „en komt meestal tegen negenen terug. Kan ik de boodschap misschien overbrengen ?" „Neen," was 't antwoord. „Ik moet hem persoonlijk spreken en zal op zijn flat wel op hem wachten." De concierge lachte smakelijk om zooveel vrijpostigheid, maar hij veranderde als een blad aan een boom, bij het zien van Amhoff's legitimatie. „Het betreft een politie-zaak, waarover ik graag van M. Gaillard een paar inlichtingen zou hebben," legde de man met den baard uit, toen hij den ander in de lift volgde. En nadat de concierge hem iii de zitkamer van een flat op de tweede etage had gelaten, vervolgde hij: „Dit zijn flats met bediening, nietwaar ?" „Ja, monsieur. M. Gaillard heeft geen eigen personeel; hij gebruikt zijn déjeuner meestal hier en dineert in een restaurant. Hij is iemand met heel geregelde gewoonten. Wilt u zoolang plaats nemen — en wat moet ik tegen Monsieur zeggen als hij komt?" „Geen woord," klonk het scherp. „Laat hem maar doorgaan naar boven, als hij komt. Ik zal mezelf wel voorstellen. Denk er om, dat je deze instructies niet vergeet."
REMBRANDT THEATER AMSTERDAM BRENGT STEEDS DE BESTE P ROG RAMM A'S
.
NEW YOe>C
De toon, waarop dit gezegd werd, liet niet na, indruk op den concierge te maken. Met een buiging wilde hij de kamer verlaten, maar Amhoff hield hem tegen. „Tusschen haakjes, hoe laat ging Monsieur Gaillard uit om te eten?" Het bleek, dat M. Gaillard om vier uur was uitgegaan en sindsdien niet was terug geweest. „Ook niet om zich te kleeden voor het diner ?" De concierge glimlachte. M. Gaillard was een man van ouden stijl in zijn toiletgebruiken, op zijn manier ongetwijfeld een „dandy", maar een beetje eigenaardig, „singulier" drukte het misschien nog beter uit. Als hij naar de opera ging, zou hij zeker niet verzuimen avondkleeding aan te trekken, maar als regel ■ neen. Ja, M. Gaillard was singulier en — een man van den ouden stijl. In elk geval echter van een eigen stijl. „Dank je," zei Amhoff kort en de concierge vertrok. De detective keek om zich heen. Het was een comfortabel vertrek, en alles was in de puntjes. Op de groote middentafel lagen verscheidene couranten. Amhoff nam ze even op allemaal conservatieve bladen: het teekende de geestesgesteldheid van den bewoner. Op een rooktafeltje een blik sigaretten. Aha! Op het gekleurde papier er omheen een halve maan en het woord „Orient". Amhoff opende de doos en nam er een sigaret uit. Hetzelfde merk als op de aschbak bij M. Jondrin! Die opgebrande stompjes wezen naar het slachtoffer ... maar ook naar den moordenaar. Amhoff legde de sigaret in het blik terug en sloot het deksel. Een andere detective zou, als hij op deze onverwachte wijze het rijk alleen had en na een dergelijke grandiose ontdekking, ongetwijfeld de kamer zijn gaan doorzoeken, laden hebben geopend in de hoop, brieven met bezwarenden inhoud of andere stukken van overtuiging te vinden. Maar Amhoff was anders: hij nam „Le Temps'^van de tafel, zette zich in een gemakkelijken - 7 -
stoel en begon met aandacht te lezen. Hij had zoo weinig tijd om de couranten bij te houden, dat hij elke gelegenheid om op de hoogte te blijven van de dagelijksche gebeurtenissen, buiten het domein van de Süreté, moest aangrijpen. Bovendien, de lectuur deed hem vergeten, dat zijn middagmaal er bij ingeschoten was, terwijl die ellendige Gaillard zich in een of ander voortreffelijk restaurant tegoed deed. Het was bijna negen uur, toen dé deur met een ruk geopend werd. Een rijzig, bejaard man trad binnen, een man met een frisch-rood gezicht, die arrogant uit z'n oogen keek en wiens kleeding, hoe onberispelijk ook, een paar modes ten achteren was. Maar met één blik op het heele type stelde Amhoff vast: dit was systeem, opzet, geen armoede of onverschilligheid. De concierge had volkomen gelijk gehad: deze elegante oude heer had een eigen stijl. Tot dien stijl scheen ook te behooren, «lat hij een witte camelia in het knoopsgat droeg. De concierge, gehoorzaam aan Amhoffs instructies, had hem niets gezegd. Die vreemde daar in den stoel beteekende vermoedelijk diefstal, afpersing of moord. Maar monsieur Gaillard mocht dan al verrast zijn, van zijn stuk gebracht was hij allerminst. En de eerste verrassing maakte onmiddellijk plaats voor nieuwsgierigheid. Amhoff maakte aanstalten om op te staan. „Derangeert u zich niet," klonk het cynisch. M. Gaillard liep naar hethaardkleed, bleef daar in hoog opgerichte houding slaan, haalde met zwierige bewegingen een gouden snuifdoos uit zijn zak, nam op z'n gemak 'n snuifje, terwijl Amhoff, die ondanks het sarcastische verzoek van zijn gastheer toch was opgestaan, hem zijn legitimatie aanbood. M. Gaillard, na eerst rustig de snuifdoos te hebben opgeborgen, nam het papier achteloos tusschen vinger en duim, wipte met de vrije hand een ouderwetsche, goudomrande lorgnet op den neus en las. Toen was het met zijn evenwicht des gemoeds gedaan. „Wel verdraaid," barstte hij verontwaardigd uit, „een kerel van de politie in mijn kamers! Een spion van de Süreté! Ben je door den schoorsteen gekropen, monsieur, of " „Monsieur," viel de detective hem snel en gebiedend in de rede, „ik ben hier gekomen om u mede te deelen, dat uw vriend M. Jondrin vermoord is." Het werkte kalmeerend. „Jondrin — — Jondrin, bedoelt u Felix Jondrin uit de Rue de Versailles ?" „Ja, monsieur." „De kunstverzamelaar ?" „Inderdaad." „Maar hij was geen vriend van mij." „In elk geval bent u vandaag bij hem geweest." „Ik ben vandaag niet bij hem geweest." „Wanneer hebt u hem dan het laatst bezocht ?" M. Gaillard aarzelde, even nadenkend, misschien een seconde. „Gisteren." (Vervolg op pagina JO)
--
-m^^mm^mimmfmm
m
>innenkort «al te Berlijn de première plaats vinden Van de nieuwe Ufa, toonfilm „Vluchtelingen". Wtf geven op de te pagina reeda eenige beelden uit dete film, waarvoor Gerhard Mantel het treffende en aangrijpende verhaal schreef. In dète Bint vervult Hans Albers een rol, die als het ware voor hem geknipt i». Hi) heeft de leiding en verantwoording voor een schare mannen en vrouwen, die hi) helpt de schier onoverkomeltyke moeilijkheden te overwinnen.
--*v '
:ML
>
lip
3tf?
Sêü'^
Rathe von Nagy speelt de vrouwelijk« hoofdrol; in het studio fluistert men, dat rij nimmer een rol zóó goed heeft uitgebeeld. Regie over .Vluchtelingen" voert Gustav Ucicky. 1. Hans Albers (voor de tafel), 2. Hans Albers. 3. Voor het gebouw der Chineesche regeering. 4. Hongerigen wachtend op de uitdeeling van voedsel. 5. Vluchtelingen ... 6. Käthe von Nagy en Eugen Klopfer. 7. Een scène uit .Vluchtelingen". 8. Eugen Klopfer en Käthe von Nafey. 9. De vlucht .. .
:
mm
wmmm*mmm*&^*'
(Vervolg van pag. 7) „Monsieur," hernam Amhoff, „mag ik u een vraag stellen, zonder dat u zich daardoor beleedigd voelt ? Wat hebt u vandaag tusschen vier en zes gedaan?" ,,Ik heb een bezoek bij een dame gebracht." „Mag ik haar naam misschien weten ?" „Zeker. Het is een vriendin van mij, mademoiselle Célestine Brignold." „En haar adres ?" „Rue de Monsay no. 14." „Monsieur, ik heb uw visitekaartje in de zitkamer van M. Jondrin gevonden; hebt u dat daar gisteren achtergelaten ?" „Ja. Ik heb M. Jondrin opgezocht voor een zakelijke bespreking." „Waarover liep die ?" ;,Ik wilde hem een boek verkoopen; een zeldzame, oude druk met gekleurde platen " Amhoff knikte. „Dus u hebt een poosje bij M. Jondrin zitten praten ? Kocht hij het boek ?" „Neen, hij was zoo hard als 'n bikkel; hij had niet voldoende litterair
besef om den prijs te willen geven, dien ik vroeg. Maar ik vrees, dat we afdwalen. U zegt dus, dat M. Jondrin verboord is ?"
„Ja." „En u komt hier om mij het nieuws mee te deelen ?" „Ja. We gelooven, dat u de laatste bent, die hem levend heeft gezien." „Maar ik heb u toch duidelijk gezegd, dat de laatste maal, dat ik hem gezien heb, gisteren was." Amhoff knikte. „Juist. Als dat zoo is, heeft zich het wonderbaarlijke feit voorgedaan, dat hij sinds gisteren dood in zijn stoel moet hebben gelegen, zonder dat deze kleinigheid opgemerkt is door de werkvrouw, die eiken morgen de kamers komt schoonmaken en door André, zijn bediende, om niet te spreken van anderen. Monsieur, de dagen, dat dergelijke wonderen gebeurden, zijn. lang voorbij en als ze oogenschijnlijk geschieden, blijkt er altijd 'n natuurlijke verklaring voor te vinden. Ik moet u tot mijn spijt verzoeken, met mij mee te gaan naar de Süreté."
WBLL.Y CASTELILO, de Nederlandsche filmster, die de hoofdrol vervult in „De Jantjes". (Foto Godfr. dt Groot)
^^^—^_
Brieven
die bewijzen. Rom«. Ik verzock U beleefd buisje Facil-Paitillei toe eerste buisje verloor ik Ik beveel ze ten zeerst«
mij omgaand nog 1 te zenden. Na het 3 K.G. aan gewicht. aan. £ Q
Brussel. Ik heb vroeger Facil-Pastilles gebruikt en ben toen buitengewoon tevreden geweest over deze pastilles. Ik verzoek U daarom mij ten spoedigste 2 buisjes te zenden, daar Ik thans weer te zwaar geworden ben. ^ej. C. D. Facil Is verkrijgbaar in Apotheken en Drogisterijen a ( 3.- per buis van 100 pastilles voor een vermageringskuur van 3 weken.
,A lal" riep Monsieur Gaillard woedend. „Wat heeft dät te beteekenenl Waar baalt u in 's hemelsnaam den moed vandaan om een man als mij, Jean Alexandre Gaillard, van een dergelijke vulgaire misdaad te beschuldigen ? Want daarop komt het toch neer, nietwaar ?" Hij keek om zich heen alsof hij een wapen zocht. Maar Amhoff, die in z'n eentje Changarnier, den beruchten roofmoordenaar, gearresteerd had met geen ander verdedigingsmiddel tot zijn beschikking, dan zijn wandelstok, liet zich niet intimideeren. „Kom monsieur," vermaande hij; „dat geeft allemaal niets. Het is alleen maar tijdverspilling." Amhoff transporteerde den sierlijken ouden heer, na de toegangsdeur tot de flat afgesloten te hebben, naar de Süreté, liet hem achter slot en grendel zetten, gebruikte haastig een boterham met een kop koffie, rookte een sigaret bijwijze van dessert en trok er opnieuw op uit. De politie-auto bracht hem thans naar de Rue de Monsay, waar Mademoiselle Brignold op no. 14 woonde. Ze was thuis, en niet alleen dkt, ze gaf 'n partij waarbij een cocktail shaker en een batterij flesschen, die een selecte bar geen oneer zou hebben aangedaan, haar behulpzaam waren de honneurs waar te nemen. Behalve de gastvrouw, bestond het gezelschap uit twee jongemeisjes en 'n jongeman en Mademoiselle Célestine, door haar hospita in de gang geroepen en van aangezicht tot aangezicht geplaatst met de „gerechtigheid", die haar „wenschte te spreken over een belangrijke aangelegenheid", ontving voornoemde „gerechtigheid" heel huiselijk. In haar slaapkamer en op den rand van haar bed gezeten, beantwoordde ze Amhoffs vragen met meer dan volmaakte koelbloedigheid. Ze was een moeilijke getuige, deze dikke, echt Fransche, zelfverzekerde blondine, een gewezen barmeisje. Ja, ze kende Monsieur Gaillard, kreeg Amhoff uit haar. Inderdaad was hij dien dag bij haar geweest — hoe laat ? — (Vervolg op pagina 21)
KARL ETTUNGER i« dra lOden October te Wcenen geboren. Nadat hi) het gymnasium doorloopen had. nam hij tooneellea bij Joaef Lewinsky. Hij speelde tooneel Ie Weenen en Berlijn. Murnau ontdekte zijn' filmtalent. Hi) debuteerde in de film „Phantom". In 1930—1931 speelde hij In Hollywood. Behalve een verdienstelijk filmacteur is Ettlinger ook een bekend schrijver.
EVI EVA aanschouwde den 30sten December te Berlijn het levenslicht. Zij begon haar loopbaan in de sigarettenfabriek van Carbaty In haar geboortestad. Toen werd zij mannequin en ging vervolgens als figurante naar Neu-Babelsbcrg. Daarna werd zij tooneelspcelster. totdat zij in 1918 haar eerste groote filmrol speelde in .Venus im Frack". Sedert de sprekendefilm is zij echter geheel van het witte doek verdwenen.
KARIN EVANS I» den 25sten September Jarig. Reeds als kind was t haar liefste wensch tooneelspeelster te worden. Haar ouders gaven aan dit verlangen gehoor en Karin bezocht de tooneelachool van Max Reinhardt. Haar bekendste films zijn: ..De misdaad van Donald Westhof. ..Het concert" en ..De laatste compagnie".
MADGE EVANS werd op den ISen Juli te New York geboren. Haar ouders verzetten zich eerst tegen den wensch van Madge om danseres te worden, maar toen zij den leeftijd van zestien jaren bereikt had. gaven zij toe. Maar Madge werd geen danseres, omdat men haar aanraadde haar geluk bij de film te probeeren. Zij kreeg een contract bij de Metro-Goldwyn-Mayer en speelde reeds in 1931 hoofdrollen. Het komende seizoen zijn haar eenige zeer belangrijke rollen toegewezen.
MURIEL EVANS is een filmontdekking van Corinne Griffith. Deze nam haar uit een Broadway-Revue, waar zij in het koor medewerkte, mede naar Hollywood. Muriel was toen vijftien jaar en kreeg een contract bij Mclro-GoldwynMayer voor het vervullen van kleine rollen. Muriel is het meest gefotografeerde filmsterretje van Hollywood. Zij Is den 20sten Juli Jarig. Belangrijke rollen heeft zij tot op heden nog niet gespeeld.
TONY VAN EYCK aanschouwde op den 23sten October te Coblenz het levenslicht. Felix Hollaender ontdekte haar talent en toen zij vijftien was. debuteerde zij in het ,,Deutsche Theater" te Berlijn. In 1929 filmde zij voor het eerst en in 1931 speelde zij in „Gefahren der Liebe" haar eerste toonfilm-rol. Haar bekendste films zijn ..Streep door de rekening" en ..Wat mannen weten moesten". Tony is de vorige maand voor een ernstige zenuwaandoening in een inrichting opgenomen.
-n—
ELINOR FAIR werd den 2lsten December te Richmond geboren. Zij ging op een tooncelscbool te Chicago en debuteerde in een schouwburg te New York. De filmkunst trok haar echter meer aan en Elinor verhuisde naar Hollywood. Hier trad zij in het huwelijk met den filmacteur William Boyd. Zij speelde vele mooie rollen; haar bekendste film is Dr Wolga-bootman".
DOUGLAS FAIRBANKS werd den 23sten Mei Ie Denver geboren als zoon van een advocaat. Zijn ware naam is Louis Ullmann. Op zeventienjarigen leeftijd stond hij voor het eerst op de planken. D. W. Griffith, de bekende regisseur, bracht hem aan de film. Ontelbare films heeft Doug gespeeld en het waren evenveel successen. Hij is, ondanks vele andere berichten, nog steeds getrouwd met Mary Pickford (zijn tweede vrouw).
DOUGLAS FAIRBANKS Jr. zag den 9en December te Los Angelos, het levenslicht. Natuurlijk werd de telg van zulke beroemde ouders eveneens acteur. Hij speelde In verschillende films; zijn rol in ..The Barker" is tot op heden verreweg de beste geweest. Thans filmt hij in Engeland met Elisabeth Bergner. Douglas is getrouwd geweest met Joan Crawford, doch thans gescheiden.
s --
,
•
■
'• ■ '^ .r s
DU BV
r
TÄP'DÄNCINQ DOOU
COR KLINKER!
K^UTIX>^ -^y,
Jnze Hollywoodsche correspondent schrijft ons:
Ruby Keeler in een elegante avondfjraclit
D.^by is het nieuwste slachtoffer vun He Hollywoodsche scheidingsmode. H.iar echtgenoot, de beroemde AI Jolson, ieeft zich van haar laten scheiden. Waarom, weet geen sterveling; we gelooven, dat Al en Ruby het zelf niet weten. We bezochten haar in den studio en vonden haar bezig met het instudeeren van een dans. Ze zag er vermoed uit en was, tot het moment, dat we haar ontmoetten, geheel in haar werk verdiept. Blozend en een weinig buiten adem kwam ze naar ons toe, met verwarde haren en een verwonderden blik. „Ik was aan het dansen," vertelt ze ten overvloede. „En wij zitten toe te kijken." antwoorden wij. „Hoe maakt U het?" „Ik ben overspannen," zei Ruby, terwijl ze zich in een stoel liet vallen. We knikken begrijpend. „Het is zoo vreemd, nu AI weg is. Hij was steeds bij me in den studio als hijzelf niet moest filmen. Nu is hij in New York en ik ben hier geheel alleen." „Vertelt U ons eens iets van Uw loopbaan," vragen wij, om haar gedachten af te leiden. „Ik begon op mijn dertiende jaar met dansen, bij den troep van Texas Guinan in New York. Hij was heel lief voor me en het beviel mij er nest. Toen kwam Al." „Waar hebt U hem het eerst ontmoet?" Miss Keeler begon voor het eerst hartelijk te lachen. „Iedereen denkt, dat Al me van Texas Guinan heeft weggehaald/' zei ze, „doch de kwestie is, dat ik hem in Hollywood heb ontmoet. Beiden waren we aan het station Los Angelos, om iemand van den trein te halen. Hij was erg aardig tegen mij en drie maanden later, toen we allebei in New York waren, zijn we getrouwd. We waren heel gelukkig en Al was werkelijk een ideaal echtgenoot. En nu opeens die scheiding. — Enfin, ik begrijp er niets van! Ik hoop nu maar, dat ik veel zal moeten filmen, dan zal ik het misschien wel te boven komen. Maar nu ga ik U verlaten want ik moet weer voor de camera. Groet Uw lezers, en tot ziens!"
Een bloemlezing van den geestigsten geïllustreerden humor uit de buitenlandsche tydschriften.
MILLIOÊNEN M£T
WJIGITTE HELM PAUL WEGeNei? OTTO WALLBURG
TWAALFDE LES. De „Roll" 1. 1. De positie van de voeten bij het aanvangen. — 2. Spring van den rechter- op den linkervoet. — 3. Breng den rechtervoet naar voren, terwijl de bal van den voet den grond raakt. — 4. Zwaai den rechtervoet naar achteren, waarbij de bal van den voet wederom den grond moet raken. Het tellen geschiedt als volgt: hop-1-2.
„Knappe Fikkie, hoorl Als 't vrouwtje zich verbergt achter een boom, vindt het brave hondje haar meteen, hè ?"
Een geleerde heeft dezer dagen een synthetische houtsoort uitgevonden, die zoo hard is, dat zij noch bij verwarming, noch bij sterken druk buigt. — Onze keukenmeid heeft deze uitvinding reeds veel eerder gedaan; alleen noemde zij het runderlapjes.
DERTIENDE LES.
VEERTIENDE LES. De „Pick-up" 1. — 1. Positie van de voeten bij het aanvangen, 2. — Spring voorwaarts op den linkervoet, terwijl de rechtervoet wordt opgeheven, zooals op de betreffende afbeelding aangegeven. — 3. Breng den rechtervoet voorwaarts, terwijl de grond stevig met den bal van den voet wordt aangeraakt. — 4. Zwaai den rechtervoet naar achteren, waarbij de grond wederom door den bal van den voet wordt aangeraakt. Het tellen geschiedt als volgt: en-1-2-3.
Eerste klerk: „Neem jij nooit een dag vrij om je grootmoeder te gaan begraven?" Tweede klerk: „Ik? Hoe kan dat nou? Ik heb een baantje bij den Burgerlijken Stand 1"
Volgens zekeren dokter is een flinke straffe whiskey-soda drie maal daags het beste middel tegen griep en verkoudheid. — Het lijkt o.i. verdacht veel op een poging tot popularisatie van de griep I
De „Roll" 2. 1. De positie van de voeten bij het aanvangen. — 2. Spring van den grond op met den linkervoet en kom op denzelfden voet neer. — 3. Breng den rechtervoet naar voren, terwijl de bal van den voet den grond raakt. -— 4. Zwaai den rechtervoet naar achteren, waarbij de bal van den voet weder den grond moet raken. Het tellen gaat als volgt: hop-1-2. Opmerking: Begin met les 12. herhaal les 13 vijftien keer en herhaal die dan met den linkervoet.
De allernieuwste huizen zijn, naar wij vernemen, voorzien van deuren, die geruischloos sluiten. — De heeren architecten hebben hiermede echter elke oplossing van een kleine huiselijke oneenigheid voor goed onmogelijk gemaakt en het is dus nog zeer de vraag, of deze nieuwe uitvinding een vooruitgang beteekent.
Toen dezer dagen een Amerikaansche filmactrice in het huwelijk trad, was zij gekleed in een zilveren japon; ook dfe huwelijksgeschenken waren alle van zilver. — Dit is de eenige zilveren bruiloft, die Hollywood tot dusver heeft aanschouwd. Het dochtertje van den circus-directeur (tot slangenbezweerder): „Moeder vraagt of u haar zoo lang een boaconstrictorkunt leenen om de wasch te wringen?"
„Er bestaan bij het publiek nergens zooveel misverstanden en verkeerde voorstellingen van als over het Oosten," schrijft een bekend wereldreiziger ih zijn memoires. — Men heeft bijvoorbeeld al aan heel wat toeristen moeteh uitleggen, dat de vele gebouwen met koepeltjes geen kameelen-garages waren.
De aristocratische dame (tot matroos van de reddingboo;): „Waar is de salonboot?"
Toen dezer dagen bij een voetbalmatch iemand van de tribune een flesch bier naar het hoofd van den scheidsrechter slingerde, werd hij oogenblikkelijk aangevallen door een anderen toeschouwer.— Ongetwijfeld de rechtmatige eigenaar van de fleschI
SIOAREN
„Als de baas niet terugneemt wat hij tegen mij heeft gezegd, ga ik morgen weg." „Wat heeft hii dan gezegd?" „Je bent ontslagen!"
'S'Morgens, 's Middags, 's Avonds.
Mevrouw (verontwaardigd): „Dat is nu weer echt iets voor jou, om boven iedereen uit te schreeuwen: „De schrijver: De schrijverl" als ie applaudisseert voor een treurspel van Vondell" - T3 -
ALS HET LEVEN EEN TRAGEDIE WORDT JEANNE WEISS. De vrouw, die om kaar lot dobbelde.
ad de hemel toch gezorgd, dat ik nooit Roques ontmoet had! yyjl. -IL Hij werd de heer van mijn gedachten, de regeerder van mijn hart, de leider van mijn verstand. Hij bestuurde lederen vezel van mijn lichaam. Zelfs nu nog achtervolgt hij mij. Ik zie hem hier staan, zijn oogen vol van het licht der liefde. Hij strekt zijn handen naar mij uit, zijn sterke, grijpende handen; en ik heb het gevoel, alsof ik naar hem toe moet gaan. Indien hij dood is, kan ik niet in leven blijven." — Dit waren de woorden, waarmee Jeanne Weiss aan haar dagboek heur hulpeloosheid bekende tegenover den man, die haar het hof maakte, die haar met een onweerstaanbare kracht naar zich toetrok, die al haar gedachten beïnvloedde en al haar daden leidde. Een paar jaar tevoren was Roques haar pad gekruist, toen zij haar grootmoeder hielp in het pension, dat deze in Nice had geopend — een vreemde werkkring voor een meisje van zóó hooge geboorte als Jeanne, want zij was een dochter uit een der oudste adellijke geslachten van Rusland. Haar grootvader, graaf Daniloff, was een der schitterendste figuren geweest aan h«t keizerlijke hof, de intieme vriend van Czaar Alexander. Hij had echter zijn enorm fortuin zoo goed als geheel aan de speeltafel verloren en zijn zoon, die zijn voetstappen drukte, had de financieele ruïne van zijn familie voltooid. En zoo kwam het, dat de bejaarde grootmoeder en haar jeugdige kleindochter Jeanne gedwongen waren hun geboorteland te verlaten om in hun levensonderhoud te voorzien door het houden van een pension aan de Riviera. Het was geen wonder, dat Jeanne ondanks haar geldelijk weinig schitterende omstandigheden talrijke vereerders had, want zij was mooi, heel mooi zelfs. Van haar vele aanbidders, koos zij George Weiss, een jong en knap Fransch officier, als haar aanstaanden echtgenoot. Reeds bij den eersten oogopslag was zij verliefd op hem geworden. Ze trouwden spoedig en Jeanne volgde haar man naar Algiers, waar zijn regiment lag en waar zij eenige jaren van groot en ongestoord geluk kenden. Toen vertoonde zich in hun kleine Eden de slang in de gedaante van Felix Roques, een ingenieur, die haar, zooals gezegd, in Nice al eens had ontmoet en die nu door de magische kracht van zijn bijna koolzwarte oogen een fatalen invloed op haar zou uitoefenen. Aan haar voorgesteld als een vriend van haar man, duurde het niet lang of hij begon zijn even jeugdige als charmante gastvrouw het hof te maken. Dat zij zijn avances met een hooghartige, ja bijna vernederende koelheid afwees, dat zij zijn vurige liefdesbrieven ongeopend terugzond, scheen zijn passie voor haar des te meer aan te wakkeren. Geen middel liet hij onbeproefd om haar voor zich te winnen. Zoo gingen eenige maanden voorbij, waarin Roques zijn aanvallen op het hart van Madame Weiss steeds krachtiger doorzette, terwijl zij van haar kant steeds minder weerstand begon te toonen, tot de climax kwam gedurende een picnic in de woestijn, waar hij zich op een gegeven oogenblik alleen met haar bevond. Opnieuw deed hjj al zijn best haar voor zich te winnen, haar tot
,H
toegeven te dwingen. Hij smeekte haar. hem tenminste eenige hoop te geven. . . . Eindelijk bezweek zij voor zijn verleidelijke woorden. „Indien ik het goed zou vinden, dat je van mij hield," zei ze, ,,zou ik er op staan, dat je mij je heele leven toewijdde. Ik zou altijd de eenige vrouw op de heele wereld voor je moeten zijn." En toen hij haar bezwoer, dat zij dit inderdaad was, en dat geen andere vrouw ooit haar plaats zou innemen, antwoordde zij: ,,Goed. Ik heb besloten alles aan het lot over te laten. Je ziet dit geldstuk. Ik zal het in de lucht gooien. Indien het met de beeltenis naar beneden neerkomt, zal ik de jouwe worden; indien het met de munt neerkomt, niet. ." Zij gooide het geldstuk op en het kwam met de beeltenis naar beneden' neer. Hij had gewonnen. En haar noodlot was bezegeld. Er volgden nu eenige maanden waarin Roques er voortdurend bij haar op aandrong haar woord gestand te doen en zich van haar echtgenoot te laten scheiden. Maar Madame Weiss weigerde. Zij kon haar kinderen niet verlaten. Bovendien had zij medelijden met haar man, die haar ten volle vertrouwde. Het was onder deze omstandigheden, dat Felix Roques een aanbieding kreeg voor een goede betrekking in Spanje. Jeanne dwong hem deze aan te nemen. Zij durfde den man, die er lederen dag weer op aandrong haar man te verlaten, niet langer in haar nabijheid houden, want zij voelde, dat haar weerstand tegenover hem steeds geringer werd. Roques ging. Hij nam afscheid van haar en vertrok naar Madrid. Maar hij was nog niet lang in de Spaansche hoofdstad, toen zij een brief van hem kreeg met een klein pakje, waarin een manteltje zat voor een van haar dochtertjes. Toen zij het uitpakte, vielen er twee fleschjes met arsenicum uit. In den brief beval hij haar, die aan haar man toe te dienen. Hij had haar wensch, haar te verlaten, gehoorzaamd, maar alleen om in staat te zijn op veiligen afstand, zijn sinister plan te kunnen uitvoeren om haar man uit den weg te ruimen teneinde op die wijze zijn infaam verlangen te kunnen doorzetten en haar tot de zijne te maken. Een paar dagen na ontvangst van het vergif werd George Weiss ernstig ziek. De dokters, die aan zijn bed verschenen, stonden voor een raadsel; zij konden de diagnose niet vaststellen. Er waren symptomen, die op vergiftiging wezen, andere daarentegen duidden op een ziekte, die vaak in warme streken voorkwam en aan heel natuurlijke oorzaken waren toe te schrijven. Het duurde echter niet lang of de vrienden van kapitein Weiss begonnen achterdocht te krijgen en op zekeren dag besloot monsieur de Guerry, de beste vriend van kapitein Weiss, op eigen gelegenheid een onderzoek in te stellen. Hij wilde zijn vriend opzoeken en terwijl hij in den salon wachtte, tot madame Weiss verschijnen zou, zag hij op de tafel een door haar aan Roques geschreven brief liggen. Vlug liet hij het epistel in zijn zak verdwijnen en den volgenden dag hoorend, dat zijn vriend veel ernstiger ziek was dan ooit, opende hij den brief en las: „Mijn man is naar bed gegaan. Dit is de vierde dag en meer dan de helft van mijn voorraad is verbruikt. Hij gaat echter niet dood. Hij worstelt met een levensenergie en — 14 -
eea instinct tot zelfbehoud, dat mij wanhopig maakt. De dokters zeggen, dat hem niets scheelt. Intusschen heb ik de dosis vergroot, maar de ziekte wordt slechts erger, zonder dat hjj er aan bezwijkt. Ik ben bang, dat het middel niet voldoende is, en dat ik niet in staat zal zijn er mee door te gaan. Zend mij per postpakket meer. Zend het met vier of vijf paar kindersokjes. Maar verberg het fleschje goed! Ik word lederen dag magerder en ben vreeselijk nerveus." Zijn ergste vrees hierdoor bevestigd ziend, bracht Mr. de Guerry den bezwarenden brief naar den commissaris van de kolonie, die onmiddellijk een onderzoek instcfWe. „Hebt u dit geschreven?" vroeg h madame Weiss, haar zonder eenige voorbereiding den brief zien latend. „Jawel," kwam het kalm gegeven antwoord. „Zeker, ik heb dien brief geschreven, maar alleen om monsieur Roques tevreden te stellen. Hij wilde — beval het mij zelfs — dat ik een bepaald vergif aan mijn man zou geven, en ik deed alsof ik hem zijn zin gaf, maar in werkelijkheid heb ik niets van dien aard gedaan." Haar ontkentenis bevredigde den magistraat echter niet en een uur later was zij gearresteerd onder beschuldiging een poging te hebben gedaan om haar man te vermoorden. Ze was echter nog geen dag in de gevangeniscel, toen zij een groote dosis vergif innam, die zij tusschen haar kleeren had weten te verbergen. Weken lang zweefde zij tusschen leven en dood. Terwijl madame Weiss aldus op de grens van den dood was, werd haar kwade mentor, Roques, in Madrid gearresteerd. Op zijn kamer trof men talrijke brieven van madame Weiss aan, die de verhouding waarin zij tot hem stond, duidelijk aan het licht brachten. Felix Roques was echter niet voorbestemd zijn leven op het schavot te eindigen. Voordat hij een dag in zijn cel zat, had hij reeds een bewaker omgekocht om hem een revolver te verschaffen en schoot hij zich dood, op die manier ontkomend aan de gerechte straf, die zeker over hem zou zijn uitgesproken. Maanden gingen voorbij, eer madame Weiss voldoende hersteld was om voor de rechtbank rekenschap af te leggen van haar ignobele handelwijze. Nooit echter heeft een proces meer verrassingen gebaard, want reeds onmiddellijk waren er verscheidene aanwijzingen, die haar onschuld vaststelden, hoe ongeloofelijk dit ook leek. Zoo bleek onder andere, dat er geen gram van het vergif, dat Roques haar had gezonden, was verbruikt. Men vond de fleschjes nog ongeopend, precies zooals zij ze had ontvangen. De eene dokter na den ander, als getuige gehoord, verklaarde bovendien, dat de ziekte van haar man aan natuurlijke oorzaken was toe te schryven en dat er geen sprake was van vergiftiging. Madame Weiss zelf bleef bij haar verklaring, dat zij de brieven slechts aan Roques had geschreven om hem gerust te stellen en dat zij haar man nooit iets had toegediend van het vergif, dat zij had ontvangen. Deze verklaring, gevoegd bij de getuigenissen der dokters, maakten haar veroordecling ten slotte onmogelijk. Haar leven zoowel als dat van haar man was echter toch vernietigd en tot haar dood toe bleef de invloed van Roques als een sombere schaduw boven haar leven hangen.
i©e 200
Be 200 P.K. is de reusachtige auto — zeker de mooiste, grootste en opvallendste wagen, die ooit gefabriceerd werd — van Zijne Majesteit Koning Rupert, den jongen souverein van een klein Balkanstaatje, die zich liever met andere dan staatszaken bezig houdt en bijgevolg over een voortdurend leege schatkist beschikt, en die, om het budgetair evenwicht te herstellen, met een zeer rijke, vreemde prinses moet trouwen. Het opvallende uiterlijk van den 200 P.K. is er oorzaak van, dat er iets bekend wordt, wat anders waarschijnlijk ver-
Een Fox-film. Rolverdeeling: Lili. .1 Lilian Harvey Koning Rupert John Boles Stigmat, de chauffeur . El Brendel De koningin-moeder . Irena Browne Mamma Watcheck. Maude Ebume De Conti .... Henry Stephensen Weininger Herman Bing Regie: John Blystone
LILIAN HARVEY, HERMAN BING EN EL BRENDEL
LILIAN HARVEY EN MAUDE BURNE,
borgen was gebleven, n.1., dat de chauffeur van Koning Rupert, Stigmat, zijn vriendinnetje Lili in den wagen van zijn meester naar huis brengt. Lili was pas ontslagen als zangeresje in een buiten-café, LILIAN IN ANGST. omdat haar liedjes den eigenaar niet bevielen, en om . haar te troosten had Stigmat haar in den koninklijken auto meegenomen. Als de onderdanen van Koning Rupert het jonge meisje echter in den auto zien zitten, doet als een loopend vuurtje het gerucht de ronde, dat zij het vriendinnetje van den koning is. Dit praatje komt ook Zijne Majesteit ter oore, en daar hij wel eens graag wil weten hoe zijn z.g. vriendinnetje er uitziet, besluit hij kennis met haar te maken. Hij weet haar te ontmoeten zonder zich bekend te maken, en Lili ziet in hem .slechts een gewoon officier. Beide' jonge menschen vatten een diepe. Innige genegenheid voor elkaar op, maar de koning is er zich ten volle van bewust, dat Lili nooit de LILIAN HARVEY, EL BRENDEL EN MAUDE EBURNE. 15
LILIAN HARVEY, IRENE BROWNE EN JOHN BOLES.
zijne zal zijn, omdat hij als vorst gedwongen is een politiek huwelijk te doen. Het praatje was echter ook niet verborgen gebleven voor de toekomstige gemalin van koning Rupert en deze windt zich hierover zóó op — hoewel het niet waar was — dat zij weigert te trouwen en onmiddellijk het land verlaat. Ruperts hartewensch kan nu toch vervuld worden; hij treedt met Lili in het huwelijk, en dit zonder dat zijn land er financieel nadeel van ondervindt, want er zijn rijke oliebronnen ontdekt, die onuitputtelijke rijkdommen beloven voort te brengen.
.:
■
HOERA, IK BEN EEN ZWERVER1 Regie: Lewis Milestone. In Nederland uitgebracht door de N.V. United Artists — Loet C. Barnstijn. Rolverdeeling: Bumper AI Jolson. June Marcher Madge Evarts. Burgemeester Hastings . . Frank Morgan. Egghead, vuilnisman . . Harry Langdon. Acorn, Bumpers vriend Edgar Connor. Sunday, koetsier .... Chester Conklin. Secretaris van den burgemeester Tyler Brooke.
B'
umper is niet alleen een optimistische vagebond, maar tevens de leider van een vreemde groep zwervers en nietsdoeners, die hun hoofdkwartier hebben in het groote Central Park in NewYork. Tot zijn volgelingen behooren o.a. het negertje Acorn, de koetsier Sunday en de vuilnisman Egghead, doch feitelijk zijn alle zwervers uit het park vol bewondering voor den model-vagebond Bumper, die er een prachtige levens-filosofie op nahoudt en bovendien over enkele machtige relaties beschikt. Eén dezer relaties is de burgemeester van New York, dien Bumper eens het leven heeft gered en die sedert dien dag een merkwaardige vriendschap met den vroolijken nietsdoener onderhoudt. lederen dag, als de burgemeester gaat lunchen in het Park Casino, is Bumper present, om de deur van den auto te openen en vaak luistert de burgemeester naar de grappige wijsheden van zijn vriend, zonder te vergeten, hem een kleinigheid in de hand te drukken. Door zijn contact met deze autoriteit kan Bumper veel gedaan kragen, wanneer de andere zwervers
AL JOLSON EN MADGE EVANS
in moeilijkheden zijn en allen zijn hem daarvoor dankbaar. De burgemeester echter is met al zijn macht en zijn populariteit niet gelukkig. Hij is erg verliefd en even erg jaloersch, want hij denkt, dat zijn verloofde, June, hem bedriegt. Inderdaad heeft het meisje aan een ouden vriend, die in moeilijkheden zat, geld geleend, doch reden voor jaloezie bestaat er niet. Tijdens een lunch in het Casino „wint" June een biljet van 1000 dollar — hoewel er geen verlieskansen waren — doch zij verliest haar taschje en de burgemeester denkt, dat zij het geld weer aan zijn „mededinger" heeft gegeven. Boos gaan zij uiteen. Bumper vindt het taschje en besluit — ondanks de protesten van zijn collega's — het geld terug te brengen aan het adres, dat in het taschje vermeld staat. Het meisje is echter vertrokken, zonder adres achter te
AL JOLSON
AL JOLSON laten, maar toevallig ontmoet de eerlijke Ook Bumper houdt zielsveel van het meisje. vinder den burgemeester en nu blijkt, dat Op zekeren avond roept de koetsier June het geld inderdaad verloren heeft en Sunday Bumpers hulp in. In zijn rijtuig zit niet aan den anderen man gegeven. de burgemeester, die zijn verdriet door den June is echter nergens te vinden. Zij drank heeft pogen te vergeten en onverdwaalt door het park en is zoo wanhopig, standige taal uitslaat. Bumper brengt hem dat zij poogt zich te verdrinken. Bumper thuis en tracht hem te ontnuchteren. Dan redt haar, doch het meisje is geestelijk zoo- blijkt — door een foto — dat de verloren danig geschokt, dat zij haar geheugen ver- liefde van den burgemeester en Angel.... loren heeft. Zij weet niet hoe zij heet, noch één en dezelfde persoon zijn. waar ze woont. ... het verleden bestaat Bumper brengt nu den burgemeester bij niet meer voor haar. Bumper ontfermt zich June. Het meisje krijgt door den schok van evenwel over haar, huurt een kamer en neemt het weerzien haar geheugen terug en, merkzich voor, goed voor Angel (engel), zooals waardig, haar gedachtenleven begint weer hij 't meisje noemt, te zullen zorgen. op het moment, dat zy in het park" wandelde. Daarvoor is echter geld noodig en tot Wat daarna is gebeurd, is uit haar geheugen ieders verwondering gaat Bumper. . . . wer- gewischt. Bumper is uitgeschakeld. Zij herken. De burgemeester geeft hem een intro- kent hem zelfs niet. De zwerver gaat met ductie voor een bank en hij voelt zich daar tranen in de oogen naar zijn kameraden in beter thuis, dan men zou veronderstellen. het park terug. ... de idylle is voorby. . . . Angel wordt verwend. Zij heeft zich aan Bumper zal bij de vogels, de boomen en den Bumper gehecht, doch nog steeds is haar zonneschijrr van het zwerverspark zijn geherinneringsvermogen niet teruggekeerd. luk hervinden.... - 16 ■
.
l/r'éuUin Hoilm&nn s Erzmlun^en
BLIJSPEL VAN HANS JARAY. - OPGEVOERD DOOR DE TOONEELGROEP .HET MASKER"
met Anny Ctoafra in Je vrouwelijke hoofdrol
JOSEPH EICHHEIM
Films met Anny Ondra hebben in ons land steeds succes geboekt. Dat is geen wonder. De kleine, kwieke Anny — thans sinds eenige maanden mevrouw Schmeling — heeft ongetwijfeld talent. Men heeft haar wel eens de vrouwelijk Charley Chaplin genoemd en ze verdient dezen titel stellig, hoewel zij geen snorretje en groote schoenen bezit. Maar wat zij wel evenals Charley bezit is: hart en gevoel. De City-Film te Den Haag zal nu binnenkort de nieuwste Anny Ondra-film in ons land uitbrengen. Anny is in deze rolprent, die onder regie van Karl Lamac is opgenomen, mejuffrouw Anita Liman, de eigenaresse van een zeer winstgevende koffie-import-maatschappij. Ze heeft op de wereld slechts één concurrent, den heer Benno Karding, gespeeld door Mathias Wiemann. Beiden, Anita zoowel als Benno, zijn niet getrouwd, zoodat gij, lezeressen en lezers, die de film kent, den afloop nu wel kunt raden, omdat het met ongetrouwden immers altijd goed afloopt I Aan het slot bestaat slechts één koffie-import-maatschappij. die van Anita en Benno Karding samen.
GERALDINE EEN ENGEL? Wie van de heeren der schepping zou met de hand op 't hart durven beweren, dat deze Geraldine g-één engel is? Of is het soms niet engelachtig, wanneer een vrouw als deze, trouw, eerlijk en.... charmant, haar man, die haar reeds jaren op gezette tijden bedriegt (voor haar bestwil, zooals hij verklaart) evenzeer liefheeft, terwijl zij alles begrijpt en.... vergeeft? „Dan zal ze zelf wel geen zuiver geweten hebben," zult ge sceptisch zeggen. En dit, lezer, is nu juist niét het geval! Geraldine is een vrouw met karakter, intelligentie en zij heeft zichzelf niets anders te verwijten dan een „gefingeerden" ontrouw, waardoof zij haar onbestendigen echtgenoot voor één keer laat voelen, dat hij haar, die hij nooit, o nooit! zou kunnen missen, spoedig genoeg kan verliezen en hem doet beseffen, wat het is om te ontdekken, dat iemand, waarvan men jarenlang- zeker is geweest, een lang niet onbelangrijk deel van zijn leven heeft verborgen gehouden, kortom ontrouw is! De echtgenoot echter, zich zeer deugdzaam gevoelend, omdat het avontuurtje, dat hij juist op zijn programma had staan, is mislukt, is hevig verontwa^rdig-d over de vermeende echtelijke huichelarij en slechtheid van zijn vrouw; hij kan haar eenvoudig niet vergeven; hij is er woedend, razend over. En pas als zijn z.g. medeminnaar hem de geheele comedie opheldert, en hem meteen aan het verstand brengt, dat hij een bijzondere vrouw als Geraldine wel wat meer mag waardeeren, dan eerst besluit de deugdzame man een grootmoedig gebaar te maken en de „ontrouwe vrouw" vergiffenis te schenken. H'm!
ANNY ONDRA
Het amusante gegeven is in dit blijspel
Ondanks IDA WÜST EN PAUL OTTO
Nivea — voor de huid even goed 's winters als 's zomers. DE KAPPER IN ACTIE
VERWACHT:
"<■
RASPOETIN
met Emil Jannings is een FILMA^-FILM - 18 -
Na een warm bad Nivea-Olie legen droge en springende huid over het heele lichaam.
EN DE KEIZERIN
Nivea-Olie: 75 en 120 O Nivea: van 20 lol 90 O.
Em Metro-Goldwyn-Mayer Film mat
Beiersdorf N.V., Amsterdam-C
kJOHN. ETHEL EN LIONEL BARRYMORE ANNY ONDRA EN MATHIAS WIEMANN
Een scène uit het eerste bedrijf. Van links naar rechts: Jacques de Haas, Ank van der Moer, Else Mauhs en Constant van Kerckhoven. van Hans Jaray (men kan den auteur ook als acteur gaan bewonderen, want hij speelt de rol van Schubert in de Ufa-toonfilm „Leise flehen meine Lieder"!) op lichte, amusante wijze, met een vaardige, scherpe pen uitgewerkt en en passant wordt de heer der schepping zoetjes-aan van zijn voetstuk losgewrikt! De bezetting der rollen had men zich niet beter kunnen wenschen. Else Mauhs maakte de Geraldine tot een zeer bijzondere figuur; zij gaf haar spel al die fijne, bijna onmerkbare nuances, die de persoon van Geraldine kenmerken. Enfin, wij behoeven hieraan niets toe te voegen; iedereen, die het voorrecht heeft genoten. Else Mauhs te hebben zien spelen, weet, hoe zij een dergelijke figuur tot leven brengt.
Constant van Kerckhoven, dien wij na lange afwezigheid weder met genoegen voor het voetlicht zagen verschijnen, maakte een kostelijke creatie van den bedriegenden, bedrogen echtgenoot in zijn meer of minder ridicule, zelfgenoegzame zekerheid ten opzichte van zijn vrouw en later in zijn naar-lucht-happende woede en verontwaardiging. Zijn „medeminnaar", de beroemde musicus, werd voortreffelijk gespeeld door Ko Arnoldi. Ten slotte zij nog Jacquès de Haas genoemd, die vermakelijk den passieven, slaperigen vriend uitbeeldde, den pantoffelheld in den dop, die „om redenen van staatsbelang" liever niet van het pad der deugd afwijkt.... Een woord van lof voor de smaakvolle decors! A. A. d. K.
werk verzorgde handen
c/oo. NIVEA
ANNY ONDRA EN MATHIAS WIEMANN
DE AVONTUREN VAN KONINO PAUSOLE
99
U weet hei' immers zelf reeds, Mevrouw; bij huishoudelijk werk kurtf U Uw handen niet altijd ontzien. Desondanks kunnen zij er verzorgd, zacht en fraai uitzien. Wrijft U gezicht en handen eiken avond flink in met Nivea; een teer en fijn waas zal Uw huid mooier maken en het dagelijksche werk zal Uw handen niet aantasten
.
^^^t^^^ww^
I
SCHRIFTELIJKE DANSLESSEN
GRATIS
SCHRIFTELIJKE
Door COR KLINKERT VERKRIJGBAAR IN ALLE AMSTERDAMSCHE, ROTTERDAMSCHE EN HAAGSCHE KIOSKEN * 1.-, OF TEGEN CHEQUE BIJ DEN UITGEVER
Jeuk/
Ekzeem Open Beenen Dauwworm, Zweren of andere huid aandoening, zendt dan een briefkaart en U ontvangt gratis een monsterflacon D D.D. de vloeistof die in de huidporiën dringt en de ziektekiemen doodt Enkele druppels doen de hevigste jeuk en de ondragelijkste pijn bedaren. Adres: D.D.D. Comp. Amsterdam. A16
DDD Geneesmiddel iegên" HUIDAANDOENINGEN
GODFRIED DE GROOT JAN LUYKENSTRAAT 2
DANSLESSEN
TWEEDE UITGAVE
Wanneer gij last hebt van
A
.l^ww^ "
-
AMSTERDAM
COR KLINKERT STADHOUDERSKADE 152, AMSTERDAM-Z, TEL. 24232
OVERTOLLIG HAAR verwijderd door
ELECTROLIJSE komt niet terug. Eenig afdoend $yit«em. Adviseer uw art*. Behandeling absoluut pijnloos. Laat geen lldteekens na. Gratis advies. Instlt. v. electr. ontharing E. Nootaboom. Goudsehe Singel 83a - Rotterdam
Frits lust zijn Ontbijt weer!
ELEFOON 28474
II
„Zoo? Dat heb ik wel eens anders gehoord, hoe komt dat?" MEN ZIE DE VELE REPRODUCTIES VAN ONS WERK IN .HET WEEKBLAD*. CINEMA & THEATER.
SPECIALITEIT IN MODERNE EN ARTISTIEKE FOTO'S
„Hij drinkt tegenwoordig vóór het naar bed gaan Oxo Bouillon Mi tot 2 koffielepels in een kop kokend water! Hij Is er heelemaal
OVERTOLLIG HAAR We-
door veranderd!" „Is dat zoo eetlustopwekkend?" „Nou en óf! Ik dcink 't
'
zelf ook!" Oxo Bouillon van de Compagnie Liebig is zuiver geconcentreerd vleeschnat, met den smaak van gewone soepkruiden en eenigszins gezouten. Naar believen kon men dus zout toevoegen. Prijs van een groote flacon f 1.-.
1. Brengt het eenvoudig aan op de te ontharen plek zooal* het uit de flesch komt. 2. Wascht het daarna af. 3. Het haar is weg I De huid blijft zacht en blank. Geen onaangename geur. Volkomen veilig, f 1.—
Vloeibare
fé-Tf***^
De transporteur: „'t Is niet zoo makkelek om dat ding er uit te krijgen, juffrouw, an u 'm niet beter effe gaan betalen?"
IE
Oxo Bouillon, ais drinkbouillon en bij soepen, sausen en groenten voor een voller en krachtiger smaak!
ALIEENVERKOOP
A
J. TEN HOPES HANDEL MIJ NV.- ROTTERDAM
[Vervolg van pagina 10) Ah, tusschen vier en zes dien middag. Een perfect alibi, zou men zoo zeggen; misschien zou een gewóón detective het zäfs 'n beetje tè perfect hebben gevonden! Amhoffs snelle hersens maajrteu een zielkundige balans van de dame vóór hem op; toen zette hij zijn ondervraging voort. Droeg M. Gaillard een witte camelia in het knoopsgat, toen hij zijn bezoek bracht ? „Ja; hij droeg altijd zoo'n bloem, dat was een gewoonte van hem. In de kringen, waarin hij verkeerde, werd hij zelfs de mijnheer met de camelia's genoemd. Het was één van zijn vele excentriciteiten. Was hij gisteren bij Mademoiselle geweest ? Neen. Hij kwam altijd op Dinsdag. Vandaag was het Dinsdag. „Ja," erkende M. Amhoff, „vandaag is het Dinsdag." Hij bedankte Mile, Célestine voor haar inlichtingen en ging heen. Vóór hij naar haar was toegegaan, had hij order gegeven den liftman van het flatgebouw uit de Rue de Versailles en André, den bediende, te halen. Toen hij terugkwam, zaten ze op hem te wachten. O ja, de liftman had den ouden heer verscheidene malen gezien; hij vergat nooit gezichten, voegde hij er bij. De laatste maand had hij hem dikwijls met de lift naar boven vervoerd; de liftman had verondersteld, dat de heer in kwestie, een van de vele zakenrelaties was, die M. Jondrin bezochten. Wanneer hij er het laatst geweest was ? Gisteren of eergisteren däär wilde de liftman af wezen; er gingen zooveel menschen met de lift naar boven, dat het moeilijk was het precies te zeggen. Ja, hij droeg altijd een witte camelia in het knoopsgat. Vervolgens hield Amhoff zich met André bezig. André kende M. Gaillard heel goed. Hij bevestigde, dat laatstgenoemde in de afgeloopen maand meermalen bij zijn meester was geweest steeds droeg hij een witte camelia. Het was mogelijk, dat hij er gisteren
WIST U DAT U TEGENWOORDIG AL VOOR IVï TOT 2 CENT EEN „TOCCOS" (de fijnste Egyptische Import) KUNT HEBBEN???
(Poto M. G. M.)
DE FILMSTER VIRGINIA BRUCE, DE ECHTGENOOTE VAN JOHN GILBERT, MET HAAR BABY SUSAN ANN. geweest was er was een bezoeker geweest. Hij, André, was in de keuken bezig, toen de bel ging, en vóór hij zichzelf toonbaar had kunnen maken om open te doen, hoorde hij zijn meester iemand binnenlaten de bezoeker was in elk geval maar een paar minuten gebleven. M. Jondrin had hem zelf weer uitgelaten. Hij, André, had uit het feit, dat zijn meester zelf opengedaan had, geconcludeerd, dat de bezoeker waarschijnlijk een klant, of althans een zakenrelatie was, die verwacht werd. En als de liftman zich herinnerde M. Gaillard naar boven te hebben gebracht, zou deze het wel geweest zijn. Daar hij vanmiddag uit was geweest, kon André natuurlijk niet zeggen, wie M. Jondrin nu had bezocht en zoo tjoed als zeker den moord gepleegd. „Dank je," besloot Amhoff het verhoor. „Het is zoo klaar als een klontje, dat de man, die vandaag op bezoek kwam en door M. Jondrin werd bin— 21-
nengelaten, M. Gaillard moet zijn." Nadat André het bureau verlaten had ontbood Amhoff drie van zijn scherpzinnigste rechercheurs: Cochefort,Amiel en La Coste. Hij gaf elk van hen uitvoerige instructies. De opdracht aan Cochefort had te maken met camelia's, die aan Amiel met juweliers, die aan La Coste met bekende Parijsche helers. Het was nu bijna middernacht en Amhoff, die zijn strategische zetten op het schaakbord der misdadigersvangst had gedaan, ging, in afwachting van den uitslag, naar huis en naär bed. Het was een fijn en vernuftig mechanisme, dat hij in werking had gesteld; behalve de drie genoemde mannen, was Tarnier nog aan het werk met de vingerafdrukken. Inspecteur Leblanc leidde een huiszoeking op de flat van M. Gaillard en zijn collega Le Gendre zocht in de kamers van den vermoorde naar nog andere sporen dan vingerafdrukken alleen.
«u^ Cecil B. de Mille is met 74 medewerkers op Hawaï aangekomen en heeft een aanvang gemaakt met de opnamen voor zijn nieuwe film ,,Four frightened people". Charlotte Susa zal te Hollywood de hoofdrol spelen in de film „Meisjes zonder vaderland!" Joseph von Sternberg gaat opnieuw een Mariene Dietrich-film regisseeren, n.1. „Scarlet Pageant". „Shoot to CHARLOTTE SUSA kill" zal een van de grootste films worden van dit jaar, uit de Warner Bros-productie. De hoofdrollen spelen James Cagney en Pat O'Brien. Gustav Gründgens zal regie voeren over de film „Die Finanzen des Grossherzogs". Victor de Kowa speelt de hoofdrol. Heinz Wemper is geëngageerd voor de Ufa-toonfilm „Goud". Onder regie van E. W. Emo speelt Margit Symo de hoofdrol in de film „Zigeunerblut". Otto Krüger en Ben Lyon spelen de hoofdrollen in de M.G.M.-film „Paying in full". Jean Harlow en Marie Dressler zullen samenspelen in de film „Living in BEN LYON a big way". Mae West zal de hoofdrol spelen in een film, waarvoor zijzelf het scenario schrijft. Deze rolprent is getiteld: „It ain 't no sin". Herbert Selpin zal de regie voeren over de film „Du bist meine grosse Liebe". De hoofdrol wordt gespeeld door Ernst Groh. Fritz Odemar is geëngageerd voor de film „Het meisje met den diamant". Lowell Sherman zal de Universal-film „The man who reclaimed his head" regisseeren. Conrad Veidt en Claudette Colbert zullen in Engeland de film „Bella Donna" spelen. Onder regie van Paul Stein speelt Graetzeen belangrijke rol in de film „The red wagon", CLAUDETTE COLBERT welke te Elstree vervaardigd wordt. Alice Field speelt te Parijs de hoofdrol in de film „La Dubarry". De regie is in handen van Anatole Litvak.
Morgenochtend zou Amhoff zijn vangarmen nog verder uitstrekken: M.Jondrins bankrekening zou worden nagegaan, evenals die van M. Gaillard en ook naar hun privé-aangelegenheden zouden nauwkeurige informaties worden ingewonnen. Den volgenden middag tegen twaalven, kwam Tarnier verslag uitbrengen. Amhoff had André een karaf water en een glas gevraagd, omdat hij zoo'n dorst had, gelijk hij beweerde. Maar hei was hem er alleen om te doen de vingerafdrukken van den bediende te krijgen. Tamier had ook de vingerafdrukken van den liftman onder een of ander voorwendsel weten machtig te worden. Maar het onderzoek op de flat had verder op geen enkel meubelstuk of voorwerp, waarmee zij niet met opzet in aanraking waren gebracht, hun vingerafdrukken aan het licht gebracht. Van Gaillard waren den vorigen avond eveneens vingerafdrukken genomen en Tamier had ontdekt, dat zij overeenkwamen met de sporen op de sherry-karaf en het wijnglas. Die sporen verklaarden duidelijk: „Gisteren, kort voor den moord op M. Jondrin, zat Jean Alexandre Gaillard in een fauteuil tegenover hem en dronk een glas sherry." „Dat ziet er slecht uit voor den ouden heer," meende Tarnier. „Inderdaad," beaamde Amhoff. Tarnier verliet de kamer van den hoofdinspecteur en Amiel, de rechercheur, die een onderzoek had moeten instellen naar bepaalde juweelen-transacties, werd binnengelaten. In Amhoffs hersens had zich de gedachte vastgezet, dat de moord gepleegd moest zijn om voorwerpen van waarde te bemachtigen; niet groot van omvang, daar zij in een bureaulade bewaard konden worden, en dus hoogstwaarschijnlijk juweelen. Zes handelaars in' Parijs kwamen als helers voor een groote zaak van deze soort in aanmerking en toen Amiel den derde van zijn lijstje bezocht, trof hij den man, dien hij hebben moest, Boehmer, in de Rue de la Paix. Hij had 'n dag of drie geleden M. Jondrin, een Russisch parelsnoer, ter waarde van 157.000 francs in commissie toevertrouwd Het spreekt vanzelf, dat Jondrin zekerheid gesteld had. Dit was niet de eerste transactie van dezen aard geweest tusschen Boehmer en den vermoorde; Jondrin scheen relaties te hebben, aan wie hij de kostbare artikelen slijten kon. Enkele minuten na Amiels vertrek, verscheen een ambtenaar van de vingerafdrukken-afdeeling der Sfireté met eenige inlichtingen uit het archief, waarmee de vingersporen van Gaillard, André en den liftman vergeleken waren. De zwierige, oude bonvivant was nooit met politie of justitie in aanraking geweest, maar André's levensgeschiedenis bleek geen toonbeeld van deugdzaamheid. André Godissart, van huis uit technicus, was gevonnist wegens bedrog en valschheid in geschrifte; het jaar na zijn veroordeeling was hij uit zijn deportatie-oord in Nieuw-Caledonië ontsnapt en sedert had men niets meer van hem gehoord. Ook omtrent den liftman bevatte het archief niet heel veel goeds. Hij had — 22 —
AAMBEIEN In- en uitwendige, zoowel bloe dende al« blinde Aambeien worden krachtig be streden door
^2
Het hinder! Jeuken bedaart sp dig. Aileen echt met . naam BOOM. Verkrijgbaar In A theken en Drogistwinkels ä f 0.90 per po
o.a. gevangenisstraf ondergaan wegens geweldpleging. Amhoff, met deze nieuwe informaties voor oogen, verkeerde in onzekerheid. Dit parelsnoer! Ja, honderd tegen één, dat de dief het nog bij zich had, de dief, die zich volkomen veilig waande. Natuurlijk had hij nog niet durven probeeren, het aan den man te brengen en welke betere bewaarplaats kon hij bedenken, dan zijn vestzak? De hoofdinspecteur gaf een order aan een van zijn inspecteurs. Toen ging hij uit, om zijn déjeuner te nemen. Om tien uur denzelfden avond bracht hij zijn rapport uit aan Monsieur Collin, den Prefect van politie. „Laat ik u direct zeggen, monsieur," begon hij, „dat van het moment af, dat ik die kamer binnenkwam, er een vermoeden in mij opdook, dat de dingen niet waren, zooals ze er oogenschijnlijk "uitzagen. We hadden den vermoorden 'man in zijn stoel, tegenover hem een leegen fauteuil en tusschen de twee stoelen een tafeltje met een wijnkaraf, glazen en een aschbak met eindjes van „Orient"-sigaretten. Dat toonde duidelijk aan, dat er niet lang tevoren een bezoeker moest zijn geweest. Op den vloer bij den doode, lag een cameliablad. „Tusschen de zitting en de leuningen van den leegen armstoel, stak een nietig , driehoekje uit,' dat weinig menschen zouden hebben opgemerkt. Ik haalde .het uit den reet van den stoel en vond het visitekaartje van Monsieur J. A. Gaillard, wonende Rue du Mont Thabor. „Ik stelde een onderzoek in op de flat van dezen heer. Hij droeg een camelia in zijn knoopsgat — — dat doet hij altijd. Op zijn tafel ontdekte ik een doos „Orient"-sigaretten. Hij gaf mij het adres van een dame, die zijn alibi kon bewijzen. Ik houd die dame, al mag er in sommige opzichten, euphemistisch uitgedrukt, misschien, wat op haar levenswijze aan te merken zijn, voor betrouwbaar — ik bezit voldoende menschenkenriis, om dat met eenig gezag te mogen zeggen — maar wat zou haar getuigenis, juist met het oog op haar reputatie, hebben uitgericht tegen de keten van vernietigende aanwijzingen, die - als 't ware uitschreeuwden, dat Gaillard de moordenaar moest zijn. Want ziet u eens hier, monsieur, Tarnier heeft vastgesteld, dat de vingerafdrukken op de wijnkaraf en de glazen, die van Gaillard zijn. Overigens, dat blaadje van een witte camelia zou al haast genoeg zijn. Het lag voor de hand, dat het gevallen was na het plegen van den moord, terwijl de dader zich over het lichaam (Vervolé op pagina 24)
ULM- E \ I HOI SI V VI t N! I. V. A. te AMÜTLRDAM. Maurice Chevaliers adres is 5451 Marathon Street, Hollywood. E. B. te ARNHEM. Het beste is, dat U nog eenige jaren op school blijft. Wij kunnen natuurlijk uit Uw brief ook niet beoordeelen, of U talent hebt. C. A. te ROTTERDAM. Wij zullen zooveel mogelijk met Uw wensch rekening houden. We zonden U de twee gevraagde foto's. MIES G. te 's-GRAVENHAGE. Neen, Clark Gable speelde in bedoelde film niet mede. Dank voor Uw aardigen brief. Schrijf ons maar zoo vaak U wilt. Het dubbingsysteem wordt in ons land weinig toegepast.
HET IS DE REINIGING ONDER DE OPPERHUID, DIE UW TEINT VERBETERT. Evenals een kleed een stofzuiger noodigheeft om het diepzittende stof te verwijderen, zoo heeft Uw huid de doordringende kracht van zuurstof noodig', om de poriën te zuiveren onder de huid. De vlekken, puistje1 en vetwormpjes, die Uw teint bederven, worden veroorzaakt door onzuiverheden in de poriën — zuren, die daar worden vastgehouden door de vet-afscheidingen. Zeep en water dringen niet ver genoeg door om deze onzuiverheden te verwijderen en de schadelijke zuren uit te drijven. Daartoe hebt u noodig zuurstofhoudend water. Voeg een theelepel Radox bij het water, telkens als ge Uw gezicht wascht. Radox voegt aan het water een dosis zuurstof toe — zuiverende en versterkende zuurstof — die de poriën opent en grondig reinigt en regelrecht doordringt tot de vetkliertjes onder de huid. De poriën kunnen dan weer behoorlijk functionneeren en de kliertjes weer „ademen". De huid herkrijgt haar frischheid en elasticiteit en elk spoor van vetheid of andere ontsieringen verdwijnt. Radox is heerlijk geparfumeerd en verkrijgbaar bij alle apothekers en drogisten. Ben pak is toereikend voor verscheidene weken.
RADOX
NU 70 CTS per pak
GESPREKKEN MET MIJN ■■*';■-—-
I
s het waar, dat Lien Deyers naast Ery Bos een rol zal vervullen in de 22-**- Nederlandsche film ,,De omweg?" Ik las dit deze week in een bioscoopprogramma." ,,Necn, hoor Pietersen! We zullen het in deze film met een Hollandsche ster moeten doen. Zooeven sprak ik nog den heer Paul van der Hurk, directeur van de Neco-film, die „De omweg" vervaardigt. Hij schiet met de voorbereidingen zeer goed op." „Wanneer beginnen de opnamen?" „Aan het eind van deze maand." „Hoor je nog wel eens wat van Emil Jannings? Hij is toch niet van den aardbodem verdwenen?" „Gelukkig niet. Hij is nog in zijn vollen omvang aanwezig! „Komt Jannings persoonlijk naar ons land?" „Helaas niet. De groote Emil is op het oogenblik ernstig ziek. Hij moest in November te Weenen in het „Wiener Theater in der Josefstadt" de titelrol spelen in „Heinrich VIII", maar hij heeft een ernstige zenuwaandoening gekregen. De eerste paar maanden mag hij niet spelen." „Zoo zoo. Zijn er nog meer zieken in de filmwereld?" „Claudette Colbert. Den dag vóór haar vertrek naar Hawaii', waar zij zou optreden in de buitenopnamen voor Cecil B. de Mille's nieuwe film „Four frightened people", moest ze met een acute blindedarm-ontsteking in een Hollywoodsch ziekenhuis worden opgenomen." „Ach, dat is jammer!" „Ja. — Maar a propos, heb je dat gehoord van Prinses Irene Youssoupoff?" „Neen? Wat is er met haar?" „Zij is een dochter van groothertog Alexander van Rusland. Zij eischt van de directie der Metro-Goldwyn-Mayer filmmaatschappij een schadevergoeding van twee millioen dollar." „Waarom?" „Zij vindt, dat de M.G.M, met de film „Raspoetin en de Keizerin" het karakter van Raspoetin en van de keizerin heeft omlaaggehaald. En nu wil zij graag twee millioen hebben." „Ze vraagt niet weinig! Een millioen per persoon maar!" „Ik denk, dat ze er rekening mee houdt, dat de dollar nogal laag staat." „Heb je gelezen hoeveel Rence Adoree nagelaten heeft?" „Ja, niet veel hè, Pietersen? Negen en twintig en een halven dollar in contanten. Dat speelt zelfs iemand, die nooit gefilmd heeft, nog wel klaar! Ook het pad der filmsterren gaat blijkbaar niet meer over rozen." „Nog meer nieuws van het filmsterrenfront?" „Ja, maar dat is voor deze week het laatste. Edwina Booth, je weet wel, die in „Trader Horn" de hoofdrol speelde, eischt een millioen schadevergoeding voor het verlies van haar gezondheid. Zij is voor het maken van deze film naar Afrika gemoeten; daar is ze uit een boom gevallen en heeft zich bovendien een huidziekte op den hals gehaald, omdat ze haar lichaam met verf beeft moeten insmeren."
Imp.: N.V. Rowniree Handels Maatschappij Heerengracht 209 — • Amsterdam (C.) — 23
*fc*>*WEr'-1'-.:
•^P >v:*?*a-v ■■■■-'■ _ .
M!
Ernit Lubitsch )■ lindf Maandag J.l. Amarikaansch burger. Hij zat ragt« voaran over da Dorothaa Wieck-fllm .Mn Fanas Baby is stolan'.
D« zangeres Susi Klein, die in plaats van Bepple de Vries de rol van .Blonde Greet" In .De Jantjes" zal spelen.
Albert Vogel, de bekende declamator. Is de vorige week overleden.
De band-leider Louis Armstrong is in Amsterdam aangekomen. In het Carl ton-Hotel geeft hij zijn .Jazz' ten beste.
De filmster Rose Barsony is plotseling uit Berlijn vertrokken. Over haar toekomstplannen tast men nog In het duister-
, , .
--..,,
.
GEVAL VAN ZWARE RHEUMATISCHE PIJN TE AMSTERDAM. „Men wist geen raad meer." In drie maanden de pijn verdwenen — en voor goed. „Het is mij een behoefte," schrijft de Heer J. G. te Amsterdam, „U te la*en weten, dat het gebruik van Kruschen Salts mij radicaal heeft bevrijd van zware rheumatische pijn. Ik heb speciaal hiermede gewacht, totdat ik de absolute zekerheid had, dat geen herhalingen zich voordeden. Had twee jaar geleden hevige rheumatische pijnen, welke zoo erg waren, dat men geen raad meer met mij wist. Heb toen langen tijd getobd met kruiden, magnetiseurs en dergelijke, totdat ik ben overgegaan tot Kruschen Salts, en na drie maanden was alle pijn verdwenen, zoodat ik weer kan loopen, fietsen en autorijden als gewoonlijk. Heb echter nadien trouw gezworen aan Kruschen Salts en zal dit blijven doen. U kunt volgens goeddunken van dit schrijven gebruik maken, waar noodig." J. G. te Amsterdam.
. . __
mmm?1*
(Vewoli van pa&na 22] boog om zich te overtuigen, dat zijn slachtoffer dood was. Gevoegd bij de rest kon er, practisch gesproken, geen speld meer tusschen. „En toch, monsieur," Amhoff zweeg even om het effect van wat er komen ging, te verhoogen; „Oaillard heeft net zooveel schuld aan den moord als u en ik ..."
Na enkele seconden zette de detective zijn explicatie voort. „Zooals ik zei, monsieur, van het eerste oogenblik leek de zaak mij veel gecompliceerder dan je oppervlakkig zou denken en wel om déze reden: er was geen spoortje van sigarettenlucht in de kamer. Als daar in die kamer, nog geen twee uur geleden en terwijl de ramen dicht waren, twee Turksche sigaretten waren gerookt, moest ik daarvan nqg iets hebben kunnen ruiken, (Poto Oodfr. de Groot) meende ik. En de stompjes waren al EVA JANSEN, 'n heelen tijd uit dat kon ik met een jeugdige Nederlandsch actrice, die met veel succes zekerheid vaststellen. Dan dat visiteoptreedt In „Weekend". kaartje, dat den dader zoo keurig scheen aan te wijzen maar werken stukjes hij van den muur had gehaald, toe te carton zich heusch vanzelf op die manier brengen en zich van de paarlen had Alweer een verklaring bij de zoovele in de naden van een stoel vast? De meester gemaakt, schoof hij een fauteuil duizenden, dat Kruschen Salts zelfs de moordenaar, die zich angstvallig hoedde tegenover dien van zijn slachtoffer, zette het kleine tafeltje tusschen de twee zwaarste rheumatiek bestrijdt. Wat zeer voor overdrijving bij zijn knappe enscestoelen en plaatste er behoedzaam den begrijpelijk is. De oorzaak der rheumaneering en het aan het talent van de aschbak en het drinkgerei, die den tiek is immers een teveel aan urineSüreté overliet, om de valsche sporen, vorigen dag bij het bezoek van M, zuur, dat ontstaan kan, wanneer de indie hij had achtergelaten, te ontdekken, Gaillard gebruikt waren, op. wendige organen niet voldoende weroverschreed hier de grens. Dat cameliaM, Jondrin placht de visitekaartjes ken en de afvalstoffen zich in het blad was goed, dat wil ik graag toevan zijn bezoekers in een glazen schaal lichaam kunnen ophoopen. Wanneer U geven, maar witte camelia's zijn nu eendan bedenkt, dat de verschillende zouten maal geen witte olifanten je kunt te bewaren. Daaruit vischte André het kaartje van Gaillard. Het stukje carin Kruschen de afvoerorganen aanze overal te kust en te keur koopenl ton werd in den naad van den stoel gesporen, zoodat alle onheilbrengende af„Om verder kort te zijn, monsieur, valstoffen — dus ook het kwaadaardige elke aanwijzing was met kalm beraad stopt, het camelia-blaadje naast den urinezuur — geregeld en volkomen uit geconstrueerd door een ongetwijfeld vermoorde gedeponeerd, en klaar was Kees! Monsieur André, overtuigd, dat het lichaam verwijderd worden, dan zult schrander man, die in zijn zelfoverschatalles schitterend in orde was, ging in U toegeven, dat Kruschen Salts bij ting onze methode van onderzoek óndereen plezierige stemming de deur uit, rheumatiek verlichting móét brengen. schatte. met een collier ter waarde van bijna En indien dan de „kleine dagelijksche „Ziehier, waar de zaak op neerkomt, 200.000 francs in zijn zak. Een kleine dosis" U inwendig „schoon" blijft houmonsieur. De bediende André, wiens twee uur later kwam hij terug en sloeg, den, kan de rheumatiek nooit meer gezicht ik later meende meer gezien te met het onschuldigste gezicht van de vat op U krijgen. hebben, namelijk toen ik den achternaam wereld, alarm. Kruschen Salts is uitsluitend verkrijg„Godissart" er bij hoorde, zag kans, een Ik behoef u er niet bij te zeggen, baar bij alle apothekers en drogisten betrekking te krijgen bij M. Jondrin, monsieur, dat hij het heele zaakje met ä f 0.90 en f i.6o per flacon. Stralende van wien hem bekend was, dat hij gummihandschoenen aan opknapte; vangezondheid voor één cent per dag. waardevolle artikelen verhandelde. Hij daar, dat we geen vingerafdrukken van Op het oogenblik kunt U Kruschen wachtte zijn tijd af -en zijn man. hem vonden, dan die we opzettelijk Salts probeeren zonder dat het U iets „Zijn tijd was eergisteren — — zijn door hem hadden laten zetten. kost. Er zijn namelijk onlangs onder de man Monsieur Gaillard. Het leek zoo eenvoudig als wat. Maar apothekers en drogisten een aantal Wetend, dat roofmoord geen winsthij maakte twee fouten: dat kaartje zat flacons Kruschen verdeeld, die alle vergevend resultaat belooft, tenzij de politie daar tè mooi in dien stoel en vooral, pakt zijn met een gratis proefflacon. U van het goede spoor wordt gebracht, hij had moeten zorgen, dat er sigarettenkunt dezen gratis proefflacon gebruiken zoodat de moordenaar zijn buit zonder geur in de kamer hing om de twee zonder den gewonen flacon Kruschen te gevaar van de hand kan doen, had stompjes gezelschap te houden. In dat openen. En indien U na deze proef niet André éérgisteren, toen M. Gaillard geval, zou mijn argwaan misschien niet volkomen tevreden bent, kunt U den werkelijk bij zijn meester was, den aschgerezen zijn. grooten flacon ongeschonden terugbak, de karaf en de glazen voorzichtig, Hij is vandaag om vijf uur gearbrengen naar den apotheker of drogist precies zooals ze waren, in de dienresteerd; het collier is op hem gevonden bij wien U dezen gekocht hebt. Hij keuken weggezet. en hij heeft met het grootste cynisme zal U uwe geheele uitgave — f 1.60 — Gisterochtend maakte hij de lift alles bekend, maar hij had tenminste onmiddellijk en zonder omwegen terugdefect — als gewezen technicus kan hem nog het fatsoen te verklaren, dat de betalen. dat niet moeilijk gevallen zijn — daarliftman er niets mee te maken heeft. Maar vergeet niet, dat de gratis mee was de liftman als bezwarend geEnfin," besloot Amhoff, „het zal ons proefflacon alleen verpakt is bij de tuige tegen hem van de baan, en hij een les zijn, dat je niet voorzichtig groote maat en slechts voor een beperkhad niets anders meer te doen, dan zijn genoeg kunt wezen met aanwijzingen, al ten tijd verkrijgbaar is. Gaat dus nu meester te vermoorden en het schrijflijken ze nóg zoo onomstootehjk, iemand naar uw apotheker of drogist, voordat bureau te plunderen. als dp dader van §en misdrijf aan te hij deze „Groote Proefpakken" uitver„Wacht," viel de detective zichzelf in wijzen." kocht heeft. de rede, „hij had tóch nog iets te doen! De prefect knikte peinzend, met somLet op, dat op het etiket op de Hij moest een witte camelia koopen. Dat beren blik. Ongetwijfeld dacht hij aan flesch, zoowel als op de buitenverpakbezorgde hij den avond tevoren. Nadat de vele gerechtelijke dwalingen, die king, dé naam Rowntree Handels Maathij Jondrin gedood had door hem van onschuldigen nameloos leed hebben beschappij Amsterdam voorkomt. achteren een slag met een knots, die rokkend. — 24 -
C. « ¥h.MUZZLES No. 512 KNIPPUZZLE was gewikkeld in een van zijn periodieke woordenwisselingen met mijn nicht. De aanleiding is my niet bekend, maar die doet ook niet terzake. „Vrouwen," raasde mjjn neef, „vrouwen zjjn idioten. Ik heb er maar één gekend, die werkelijk haar verstand gebruikte." „Zoo, waarom ben je dan niet met haar getrouwd?" vroeg mijn nicht op honingzoeten toon. „Ik heb haar gevraagd, maar zij wilde my niet hebben!" antwoordde mijn neef. „Wil je nog niet een taartje. Hansje?" vroeg de gastvrouw. „Hoeveel maal heeft u al gepresenteerd?" was Hansjes wedervraag. „Drie maal. Waarom wil je dat weten?" „Moeder heeft gezegd, dat ik geen tweede maal mocht nemen; maar zü heeft niets gezegd over een derden keer." Vader: „Maar m'n lieve kind, Dora. weet je wel, dat je man m« een heeleboel geld schuldig is? Hjj moet niet verwachten, dat ik hem nu nóg meer kan leenen!" Dochter: „Nu ja, vader, ergens moet hij 't toch vandaan halen! En John houdt zich nu eenmaal altjjd aan den stelregel, dat hy zjjn schulden in de familie wil houden." „Wat ik hier heb," zei de man aan de deur, „is een buitengewoon handig artikeltje. Het is een combinatie van een blikopener, schroevendraaier, zakmes, glassnijder. Engelsche sleutel, looper en " „Ja, houdt u maar op," antwoordde de huisvrouw. „Ik heb 't heusch niet noodig." „Waarom niet?" „Als hy al die gereedschappen afzonderlijk heeft, kan myn man er nooit meer dan een tegelijk verliezen." „Was je vrygezellen-afscheidsfuif nogal een succes?" „O ja, geweldig! Het huwelijk moest drie dagen worden uitgesteld!" Man en vrouw waren aan 't wandelen door de winkelstraten. Op zeker oogenblik stonden zy stil voor een hoedenwinkel. „Kyk eens," zei mynheer, wijzend op een origineel modelletje, „dat zou jou nou uitstekend staan. Koop dien hoed, Marian!" Doch mevrouw schudde haar hoofd. „Niemand draagt zoo iets op 't oogenblik." „Nu, wat denk je dan van dit gevalletje?" hield mynheer aan, op een ander hoedje wijzend. „Ajakkes, neen, dat draagt iedereen!" was het antwoord.
De knippuzzle stelt een portret voor van een pas sinds kort op don voorgrond tredenden Amerikaanschen filmster. Wy zullen tien foto's van hem verdeelen onder degenen, die ons het goed opgeplakte portret en den naam van den acteur zenden. Oplossingen adresseeren aan: Red. „Het Weekblad', Galgewater 22, Leiden. De sluitingsdatum is 28 November, voor Indische abonné's 28 Januari. Op de.enveloppe vermelde men s.v.p. duidelijk: „C. ä Th.-Puzz/es No. 372".
MONOORAMRAADSEL
Degenen, die de Wekelijksche Vraag ook op willen lossen, kunnen die tegelijk met deze puzzles inzenden, mits tij haar op een apart, duidelijk van naam en adres voorzien velletje papier schrijven. De abonné's, die het blad liever niet beschadigen, kunnen volstaan met de stukjes over te trekken of te calqueeren en zóó op te plakken.
Wij stellen een hoofdprijs van f. 2.50 en drie troostprijzen beschikbaar om te verdeelen onder hen, die weten te ontcijferen, wat hier staat.
C. & Th.-PUZZLES No. 505» KNIPPUZZLE
De tien foto's zonden wü deze week aan: roovrouw L. Hollenkamp, Rotterdam; den heer J. W. C. Coenen, Schiedam; don heer D. Oostendorp, Rotterdam; den heer A. L. v. d. Brand, Den Haag; mejuffrouw J. H. Streiff, Amsterdam; den heer H. Beltman, Hengelo; mejuffrouw A. Struik, Assen; mejuffrouw Hartman, Amsterdam; den heer G. v. Beurden, Tilburg; mejuffrouw G. Ploos van Amstel, VlaardingerAmbacht.
Woedende automobilist: „Sommige voetgangers loopen er by of de straat van hèn is!" Booze voetganger: „Precies, en sommige automobilisten zitten in hun wagens of zy van hèn zyn!"
MONOORAMRAADSEL
Hospita: „Hoe wilt uw eieren gebakken hebben?" De huurder: „Maakt het geen verschil in prys?" Hospita: „Natuurlyk niet!" Huurder: „Bakt U ze voor mij dan maar op een flinke plak ham!"
Walzerkrieg
Wilfy Fritsch en
Renate Müller in
Hans Brausewetter 25 -
Mejuffrouw J. Schadee te Rotterdam verwierf met de oplossing van deze puzzle den hoofdprijs, terwijl de troostprijzen toegekend werden aan den heer J. Nekeman te Rotterdam, mejuffrouw G. Huibregtsen-Mastenbroek te Rotterdam en mevrouw J. Schmaltz te Den Helder.
^^^PPP^PP^^^PPÜPI
■
AM ST ER DAM SC HE KRONIEK ■■■■■ i ;r''iAi^H^^^^^^^BaBt-
•" .,'
1L *' IL ■
H
"o.jit
<>
V ■
■■■'■.A*
^ ^ 41 K^r^j^j^ lij
;
<.'j*?^
^• ;^
Alexander Moisst en Ernst Deutsch in „Don Carlos".
»"■^ en zeldzaam kunstgenot viel ons Amsterdammers p* Zaterdag j.1. ten deel. In den Stadsschouwburg 1_^ werd Friedrich von Schillers „Don Carlos" opgevoerd, door een ensemble, bestaande uit louter sterren van de eerste grootte: Albert Bassermann, Ernst Deutsch, Alexander Moissi en Tilla Durieux, vier namen, waarvan ieder op zichzelf reeds in staat is, den tooneelliefhebber in extase te brengen. Geen wonder, dat de Stadsschouwburg, ondanks de zeer verhoogde prijzen, tot de laatste plaats uitverkocht was! Dat stemde tot vreugde, maar ook tot een heel klein beetje bitterheid. Nietwaar, de Amsterdammers hebben thans
het bewijs geleverd, dat het aantal tooneelliefhebbers groot genoeg is, om een zaal geheel te kunnen vullen, maar waarom moesten we dat eerst dezen avond ervaren? Heusch, ook onze tooneelgezelschappen zijn de belangstelling ten volle waard! De voorstelling van „Don Carlos'' stond op een onovertrefbaar peil. We zouden niet weten, wie het meest te roemen viel. Eerlijk gezegd, we Alexander Moissi. hadden ook niet anders verwacht. We kunnen het publiek dan ook slechts aanraden, deze voorstelling te gaan zien; men zal genietenl In den Hollandschen Schouwburg gaf het „Ensemble Louis Saalborn" de wereldpremière van „Kalenner geeft vol gas!", een blijspel door Herbert Schönlank, in de vertaling van Maurits Parser. Een aardig stuk, waaruit men leeren kan „dat men den moed nooit moet verliezen". Gezien de geringe opkomst van het publiek, hopen we, dat Saalborn en de zijnen deze leer ter harte zullen nemen! De inhoud van het blijspel, in het kort verteld, is als volgt: De eierenhandelaar Mozes Kalenner (Louis Saalborn) en zijn vrouw Gitel (Magda Janssens) zijn van Europa naar Amerika vertrokken. Zij hebben geluk in zaken, hun dochter Lea (Carla de Raet) is zelfs dokter geworden. Mozes koopt een auto, op aanraden van zijn vriend ' Jossel (Alex Frank). Van dit oogenblik af heeft de familie Kalenner een paar weken van hevige opwinding te doorstaan, want Mozes heeft reeds den eersten dag na het verkrijgen van zijn rijbewijs het ongeluk, den kampioen baseballrspeler Billy Bronx (Jan C. de Vos) zijn enkel kapot te rijden. Een proces om schadevergoeding bedreigt het financieele geluk der Kalenners. Maar alles komt op zijn pootjes terecht, want door Schönlanks goede zorgen worden Lea Kalenner en Billy een paar. De aardige typeering van Elias van Praag als de oom Baruch verdient een extra vermelding. De overigen speelden met een bewonderenswaardig entrain.
Tilla Durieux.
Albert Bassermann.
VIJF MINUTEN MET JAN MUSCH Wij waren de vorige week in de gelukkige gelegenheid den heer Musch gedurende een paar rustige oogenblikken in zijn kleedkamer aan de praat te krijgen. Musch is nog steeds, en we hopen, dat hij het nog lang mag blijven, een der krachtigste figuren van onze tooneel-wereld. Een man, die ernst maakt met zijn zaak, die het allerliefst degelijke, goed opgebouwde stukken brengt, de man voor wien het tooneel in de eerste plaats tooneel is en niet een uiting van een modegril van het publiek. Zoo hebben wij hem ook veertien jaren achtereen bij het Schouwtooneel gezien. Veertien jaren is een heele tijd voor een tooneelgezelschap. Nu het Schouwtooneel geliquideerd is, heeft Musch met Arnoldi samen een nieuw gezelschap gevormd: „Het Masker". „Het Masker" beoogt in het geheel geen voortzetting van het Schouwtooneel te zijn. Al zijn er dan ook eenige spelers uit dit gezelschap mee overgegaan, vele anderen zijn er nieuw bij gekomen, wier genre ook soms een heel ander is dan het Schouwtooneel in den laatsten tijd bracht. Wij noemen bijvoorbeeld Else Mauhs en de jonge, zooveel belovende Ank van der Moer. Een heele serie nieuwe, d.w.z. hier nog niet gespeelde, stukken zijn reeds voor het gezelschap veroverd. In de eerste plaats „Marius", dat al eenigen tijd met veel succes in Amsterdam en Den Haag gegaan is. Dan „Is Geraldine een Engel", een stuk, waarin Else Mauhs de hoofdrol vervult. En niet te vergeten nu „Brand in de Stad", het stuk, waarmede Musch deze week zijn
jubileum gaat vieren. Het is een stuk van den in de Duitsch sprekende landen bekenden Oostenrijkschen auteur Hans Sassmann, een psychologisch sterk stuk met zeer rake en scherp geziene typeeringen. Zoo te zien voor dit jubileum zeer geschikt. En toch is het niet Musch' ideaal. Zijn groote creaties liggen vooral in die rollen — waarnaar ook zijn tooneelliefde het sterkste uitgaat — die op zeggen en op plastiek neerkomen, zooals het klassieke drama ze kent: Shakespeare, Vondel en hun genre, of de epische romantiek van Cyrano, eertijds befaamde glansrol. Maar al is Musch van de stelling tooneel om het tooneel, hij is reëel genoeg om in te zien, dat het Nederlandsche publiek en zeker het hedendaagsche, voor zulke opvoeringen au 'fond weinig belangstelling' heeft. Het is den gemiddelden schouwburgbezoeker voor 75 "/o, zoo niet voor meer, om het „verhaaltje" te doen. Dit verklaart ook het feit, dat men vrijwel nooit een stuk tweemaal gaat zien. Zooals het bijvoorbeeld in den goeden tijd in Duitschland een evenement was, wanneer weer eens een ander goed acteur een klassiek drama, Shakespeare, Goethe of Schiller, ging spelen, zulke toestanden kent men hier te lande niet. En zulke rollen zijn juist de lievelings-rollen van Jan Musch. Wie herinnert zich niet zijn „bode" in den „Gijsbrecht", het is volkomen zijn stijl. Nu Jan Musch gaat jubileeren kunnen wij hem slechts geluk wenschen op zijn verder pad, hem goede stukken toewenschen en volle zalen. Onze hoop is gevestigd op „Brand in de Stad" en. op nog vele, vele andere creaties, die komen zullen. L.
Sylvia von Rodenberg en Ernst Deutsch in „Don 'Carlos".
Maurits Parser, Mathilda Kiehl, Magda Janssens, Louis Saalborn, Alex Frank en Carla de Raet in „Kalenner geeft vol gas I" — 26 -
Magda Janssens, Elias van Praag, Louis Saalborn, Alex Frank en Carla de Raet in „Kalenner geeft vol gas I"
(.Foto's God/ir. de Groof)
27 -
^-^-^^—
■■■■■.■■
B E M I. „HET PALEIS DER TIENDUIZEND ZALIGHEDEN".
olf ^Fibäch-^etty dit seteoen weer In ver^ scheidene nieuwe tifafiims optreden
Terwijl Richard Forsyth, diep in gedachten, zich voortspoedde door de smalle straat, slechts verlicht door papieren lantaarns, die een schemerig licht wierpen over haar walgelijke morsigheid, botste hij plotseling tegen een meisje, dat met snelle passen van den anderen kant kwam. Oogenblikkelijk vlood een excuus in vloeiend Chineesch hem van de lippen en een seconde later stond hij stijf van verbazing, want het meisje antwoordde in het .... Engelsch. „Het was gedeeltelijk mijn schuld. Door mijn haast lette ik niet op, mijnheer.'' Hij keek haar lichtelijk verbijsterd aan. Het zachte licht van een der lantaarns viel net op het gezicht vóór hem — een gezicht, mooi en aantrekkelijk als een bloem, met diepe, donkere oogen, die al heel weinig overeenkomst hadden met de kraaloogjes der Chineesche vrouwen. De huid leek in het gedempte schijnsel donziger en fijner blozend dan perzik-bloesem. „Bent u een Engelsche?" riep hij uit. „Ja," klonk het vlugge antwoord, „Maar " Hij zweeg abrupt na dat ééne woord en keek de straat, die zich in Canton niet bepaald in een gunstigen roep verheugde, in beide richtingen af. Zoo duidelijk alsof hij haar onder woorden had gebracht, drukte zijn blik de vraag uit, wat zij hier op dit late uur deed, wanneer het uitvaagsel der inboorlingen uit zijn holen te voorschijn gekropen was en zelfs een man zich niet geheel veilig voelen kon. Het meisje begreep en voldeed aan het onuitgesproken verzoek om een verklaring. „Er is niets aan te doen, dat ik hier ben en ik kan u de reden ook niet uitleggen. Ik heb vreeselijke haast. Neemt u me niet kwalijk, maar ik heb geen tijd om hier te blijven praten." Het oogenblik daarop had ze haar weg vervolgd en toen haar buigzame gestalte de open deur van een kleinen winkel passeerde, zag hij een andere gedaante zich losmaken uit de schaduwen der straat en door de streep van licht slippen, die uit de deur scheen. Forsyth kreeg den indruk, dat het een koelie was en de manier van doen van den man wees er op, dat hij het meisje achterna liep. Haar figuurtje was al bijna niet meer te onderscheiden in den vagen, matten gloed der papieren lampen, maar Forsyth aarzelde niet. Oogenblikkelijk stond zijn besluit vast haar te beschermen en met groote stappen keerde hij terug in de richting, waaruit hij gekomen was. Bij het licht van een groote lantaarn, die boven den ingang van een theehuis hing, zag hij het meisje links afslaan. Geen tien meter achter haar aan wandelde de koelie en hij volgde haar blijkbaar nog steeds, want ook hij sloeg links af. „Naar de Bloemenbootenl" mompelde de Chinees. „Dat meisje ''
BOLT
De rest van zijn alleenspraak ging voor Forsyth verloren. Maar hij kende de welverdiend slechte reputatie der Bloemenbooten en het ging hem aan het hart, dat een meisje van zijn eigen volk en ras zich in de nabijheid daarvan bevinden zou — alleen en zonder mannelijke begeleiding. Toen hij de wankele brug overging, die uitkwam op een ietwat ruimeren verkeersweg, — het water, waarop de ontelbare kleurige lantaarns der Bloemenbooten glommen in den nacht, liep er langs — hoorde hij den plotselingen kreet van een vrouwenstem de avondlijke stilte verscheuren. Hij rende in de richting, waaruit het geluid kwam, en de kreet werd herhaald — de angstkreet van iemand in nood — en ofschoon hij haar niet zien kon, twijfelde hij geen moment, of het was het Engelsche meisje. Met een ruk hield hij zijn vaart in — vlak bij haar. Ze worstelde in de omklemming van den koelie, die haar gevolgd was en die zeker niet veel goeds in den zin had. Geen fractie van een seconde bedacht Forsyth zich. Hij sprong op den kerel toe, pakte hem stevig beet en terwijl de greep van zijn slachtoffer verslapte onder den onverhoedschen aanval, slingerde hij hem met kracht van het meisje af. Aan den rand van het water terecht gekomen, kon de Chinees zijn evenwicht niet houden, hij plonsde in de rivier en begon geen vijf tellen later naar de overzijde te zwemmen. Forsyth bekommerde zich niet verder om het ongure heerschap en wijdde zijn aandacht aan het meisje.
„Bent u ongedeerd?" vroeg hij vol deelneming. „Ja," antwoordde zij en tegelijk wierp ze een onrustigen blik in de richting van de bloemenbooten met hun menigte van veelkleurige lichten. „Het was maar gelukkig, dat ik u gevolgd ben...." „Mij gevolgd ben?" echo'de het meisje verschrikt. „Ja, ik zag, dat die schooier, die u aanviel, u achterna ging en daar me dat niet erg aanstond, ging ik op mijn beurt hèm achterna." „Het is heel vriendelijk van u," verklaarde het meisje merkbaar gereserveerd; „ik ben u erg dankbaar, maar...." Haar woorden braken af en weer schoot haar blik naar de lange lijn van de bloemenbooten. Impulsief sprekend, niet heelemaal op zijn gemak, hernam hij: „U moet het mij niet kwalijk nemen nis ik brutaal lijk, maar het is onverantwoordelijk voor een Europeesche jongedame om op dit uur alleen in deze buurt rond te loopen. Dat de gevaren niet denkbeeldig zijn, hebt u zooeven aan den lijve ondervonden en dit deel van de Chineezenstad is wel het slimste " „Ik weet het," viel ze hem in de rede, „maar ik moet naar een van de bloemenbooten." „Naar een van de bloemenbooten?" herhaalde hij onthutst. „Maar daar kunt u toch onmogelijk alléén heengaan!'' „Ik...."
flm mn om dl« stucDDos. Jean Harlow Vieeft in de ateliers van de Mtftro-Goldwyn-Mayer bezoek van haar moeder mevrouw Marino Bello. — 29 -
■"
—^^——^^^^^— Hij liet haar niet aan het woord komen. „Vergeef me, dat ik misschien opdringerig schijn, maar ik kan geen landgenoote toestaan, een dergelijk verschrikkelijk risico op zich te nemen. U moét me eenvoudig veroorloven u te begeleiden. Ik ken hier de buurt op mijn duimpje — ik behoor tot de zending...." Nu was het haar beurt om hem verbaasd in de rede te vallen. „Tot de zending? Bent u zendeling?" Critisch uitvorschend rustten haar oogen op zijn tweed-pak, zijn slappen boord, zijn Panama-hoed. „Neen, ik zie er niet naar uit," lachte hij. „Ik ben dan ook geen zendeling, maar zendings-arts. In die hoedanigheid heb ik alle hoeken en gaten van Canton leeren kennen en daarom weet ik beter dan iemand anders, dat het pure krankzinnigheid zou zijn, om niets ergers te zeggen, wanneer ik u onbeschermd verder liet gaan. Wnar moet u precies naar toe?" „Naar het Paleis der Tienduizend Zaligheden!" „Ik ken die fraaie gelegenheid," was het wederwoord, „het speelhol van Li Sing, heelemaal achteraan bij de booten. Ken geliefkoosd plekje van de rijke Chineezen, kooplui en mandarijnen, en bij tijd en wijle ook van Europeanen, die gek genoeg zijn daar hun zuurverdiende geld te wagen!" „Ik moet naar mijn vader," vertelde ze, terwijl ze tezamen verder liepen. „Er is een bericht voor hem, een heel belangrijk bericht, waarop hij den heelen dag heeft zitten wachten. Hij zei, dat ik het hem, als het kwam, direct moest komen brengen." „Dat is me ook wat," bromde Forsyth en zijn verontwaardiging was duidelijk in zijn stem te hooren. De eerste der bloemenbooten lag in duisternis gehuld, maar de tweede was met honderden gekleurde lantaarns geïllumineerd, in het licht1 waarvan een papieren draak met zilveren schubben blonk. Terwijl >iij het heldere schijnsel passeerden, keek Forsyth van terzijde naar het gezicht van zijn gezellin. Zijn eerste indruk werd versterkt: het was een wonderlijk mooi gezicht, zonder ook maar een zweem van iets, dat met kwaad in verband kon worden gebracht. Het was alsof het meisje zijn blik voelde — ze keek op en hun oogen ontmoetten elkaar, In die van Forsyth werd een plotseling licht geboren, dat in geenen deele een weerspiegeling was van het licht der bloemenboot. Het meisje zag het en over hèar oogen trok snel de sluier van haar lange, donkere wimpers, terwijl een roode golf over het zachte ge-
zichtje sloeg. Een poosje zetten zij in stilzwijgen hun tocht voort, een stilzwijgen, dat spoedig beklemmend dreigde te worden. Forsyth gaf er zich rekenschap van en haastte zich het te verbreken. „Het komt me voor, dat het langzamerhand tijd wordt om me eens behoorlijk voor te stellen," verklaarde hij luchtig. „Forsyth is mijn naam, Richard Forsyth, zendingsarts, zooals ik u al meegedeeld heb. Mijn intieme kennissen noemen mij Dick." Het meisje liet 'n zilveren lachje hooren. „Houdt deze laatste informatie een uitnoodiging in om mij bij die intieme kennissen te voegen?" „U zult buitengewoon welkom zijn!" antwoordde hij opgewekt. Ze lachte weer. „Ik vind, dat ik eerst een proeftijd behoor door te maken. Anders is de schok van den overgang te groot!" „Nu, u kunt de eerste stappen doen," meende hij vroolijk. „Goed." Nogmaals was er die verrukkelijke lach van zooeven. „Mijn naam is Kathleen Barrington en mijn vader heet Leiand Barrington; hij is handelsman. Het bericht, dat ik hem brengen moet staat in verband met zijn zaken." ' „Leiand Barrington?" herhaalde de dokter bedachtzaam. „Leiand Barrington?" „Ja. Klinkt de naam u bekend in de ooren? Kent u mijn vader misschien?" Forsyth schudde het hoofd. „Ik geloof niet, dat ik hem ken," beantwoordde hij haar laatste vraag eerst. „Maar het lijkt me toe, dat ik den naam meer gehoord heb; hij heeft een bekenden klank." Een kabbeling van muziek baande zich een 'weg naar buiten, toen links van hen een deur openging: het getinkel van gitaren gemengd met het geluid eener zachte, melodieuze stem. Een groepje pleziermakers passeerde onder het licht der bonte lampen en kwam de straat op; Forsyth, de mogelijkheden van de situatie overziend, dreef het meisje tot spoed aan. Ten slotte bereikten zij het einde van de lange linie van woonschepen en bleven stilstaan voor de deur van de laatste boot. Forsyth liet even den blik rusten op de vergulde Chineesche letterteekens boven den ingang, om zich te vergewissen, dat zij waren, waar zij wezen moesten. Toen zei hij: „Dit is de boot van Li Sing — „Het Paleis der Tienduizend Zaligheden"." „Het is vrijwel zeker, dat mijn vader daar is. We moeten naar binnen en hem zien te vinden." Dick klopte zachtjes op de deur en na een kort wachten werd deze geopend. Een
zoon van 't Hemelsche Rijk met een allerongunstigste tronie kwam te voorschijn en nam hen scherp op in het licht, dat uit de ruimte achter hem stroomde. Eén moment, toen hij zijn kleine, loerende varkensoogjes op het meisje gericht hield, flikkerde er iets ondefinieerbaar gemeens in die oogen; het volgend oogenblik was zijn gelaat en zijn lichaam in volmaakte rust — hij was het toonbeeld van de alle innerlijke emoties verbergende passiviteit, die de kracht van zijn ras vormt. Dr. Forsyth sprak hem in vlug Chineesch toe, maar het scheen niet tot den Oosterling door te dringen. De lippen van den Engelschman krulden in een even spottend glimlachje; toen dook zijn hand in zijn zak en kwam er met een paar zilveren dollars weer uit. De geldstukken rinkelden toen ze van de ééne hand in de andere overgingen, de Cerberus stapte terzijde en de weg naar het „Paleis der Tienduizend Zaligheden" lag open. Ze gingen samen binnen en toen zij den drempel overschreden hadden werd de deur onmiddellijk achter hen gesloten. De portier schoof een houten siuitboom op zijn plaats en zette hem vast met een pin, eveneens van hout, die door een gat in den siuitboom heen, in het deurkozijn gestoken werd. Bij het geluid van het verschuiven van de staaf, wendde Dick Forsyth snel het hoofd om, om te zien wat er gebeurde; hij keek aandachtig naar het bevestigen van de pin, nam toen den arm van het meisje en liep met haar verder. Ze bevonden zich in een groot vertrek. Eigenaardig snijwerk en een overdaad van verguldsel overheerschten in de decoratie. Zijden voorhangsels, met zwaar gouden borduursel, onttrokken een reeks kleine alcoven, die langs de wanden waren afgetimmerd, aan het oog en het schijnsel van vele wonderlijk gekleurde lampen, waarin het goud der versieringen en gordijnen 'n tooverachtig spel dreef, gaven aan het geheele interieur een kaleidoscopisch aspect, dat nog verhoogd werd door het merkwaardig inconsequente feit, dat alom in het rond en ook al in gulden letters, hartverheffende uitspraken van den wijzen Confucius prijkten! In het midden van de zaal stond 'n groote tafel, met een menigte sierlijk uitgedoste Chineezen, blijkbaar lieden van fortuin en aanzien, er omheen gedromd. Aan de tafel zelf zat een man met een stapel geld voor zich en met een langen stok in de hand; aan zijn zijde zat een ander met een niet minder begeerenswaardige hoeveelheid bankpapier en zilver vlak bij zich. (Wordt vervolgd).
I. Laurel en Hardy op 't rooverspad. Maar... dit beroep zat hun niet glad
r^rl! in FIV frlf .^B1 KSÊK^\\
LyCflJiïmJA
iH'
g\r\ L\_V\
'' W^ v'-' Cv^+P**? Ir nT%HPlFvi>J v JJ^^tjpX>(
^Ä*--pj3
vu #■ 01.
^pÉr —
Laurel en Hardy hebben besloten Hun kapitaal flink te vergrooten
s
0
^
^^
//// \ - >
O, hoor m'n snikken, zie mijn vreezen Ik ben de vader van'n dozijn weezen
Voor zooveel angste, zooveel smart Smelt weg als was hun roovershart
LAUREL EN HARDY - 30 -'
Zeg Hardy, heb je 't in de gaten Dat rooverzijn brengt ons geen baten Copyright Metro Goldwyn Mayer
MOEDERGELUK De waarde van een gezonde gelaatskleur voor succes in beroep en leven is iedere verstandige vrouw bekend. Daarom verbetert zij haar gelaatskleur, indien zij zich in 't publiek vertoont, door "Khasana SuperbRouge" en "Khasana SuperbLippenstifl".Bij aanraking met "Khasana Superb" verkrijgt de eigen huid steeds de passende teint. Het werkt daarom steeds natuurlijk, is tegen weer en water bestand en kissproof. Niemand vermoedt het gebruik. Rouge fl. 1.-. Lippenstift fl. -.90 en 1.60. Kleine verpakkingen: per etuk fl. -.18;
KHASANA "< SUPERB
Alle tantes bewonderen baby's blonde lokken. Ze ziet er uit nis een engeltje.
„Zoo blond was jij ook uls kind. Jr vroeger lichtblonde haar is donker geworden."
Tegenwoordig behoeft blond haar niet donker te worden. Eindelijk is er een middel....
dal hel blecken overbodig maakt. Nurblond is hel behoud van baby's gouden lokken.
Kinderbaar, dat van de prilste jeupl af met .Nurblond, de speciale shampoo voor blondines, verzorgd wordt, zal altüd licht en glanzend blijven. Want Nurblond is speciaal bereid voor de fyne en zoo gevoelige structuur van naluurblond haar en verhindert het donker worden daarvan. Het geeft ook reeds donker of kleurloos geworden blond haar den oorspronkelüken goudglans terug. Hevat geen kleurmiddel, get'n henna en is vrü van soda en alle schadelijke beslanddeelen. Overal verkrijgbaar. Probeert liet nog heden. Imp. Firma B. Meindersma, Den Haag. ^ ROBERTS Thans
NURBLOND DR. M. ALBERSHEIM, FRANKFURT A. D. M.-PARIS-LONDEN
De speciale shampoo voor blondines
Ctfneraalvertegenwoordiging i J. Winkel, Jin., Den Haag, M«rw»de»traat 47, T»l. 772595
rz Wij hebben nog enkele banden Jaargang 1932. Zij dienen tot het inbinden van 52 nummers van ons blad, dus voor een geheelen jaargang. De prijs van deze banden bedraagt FL 1.50 franco per post, BIJ VOORUITBETALING. Het verschuldigde kan voldaan worden door Storting op onze postrekening 47880 of door toezending van post wissel.
Een gebonden jaargang van Het Weekblad Gnema & Theater is een prettig bezit, dat u nog vele aangename uren kan verschaffen. Het bezichtigen van de vele mooie en interessante foto's en het lezen der beschrijvingen van films en tooneelstukken roept bij u de herinnering weer wakker van het door u in het afgeloopen jaar geziene en gehoorde. Ook de overige inhoud is zeer zeker het nog eens zien en lezen meer dan waard. Ben gebonden jaargang houdt dat , alles voor u bij elkander. Bestel daarom een band voor het inbinden van uwe 52 nummers van ons blad. — 31
■
■
VROEGE SMART«
Woorden van Annie de Hoog-Nooy.
k
^^
Muziek van Charlenrij.
w
mi
r r J J u_i i
*—»
#—# -*—^—*—# ^ Treur niet om 't leed dat nog niet is. Mis-schien zal het niet ko - men. Wei-licht heeft het te juister tijd Een ■é —* 1
ji J J .^ ' É £ s^
^^
«
s i ^^
i
É
* * ■^ ^^ an-d'ren keer ge - no-men. Wie treurt om leed dat vroeg of laat Een
«—#
#
51
ff*1 bJ
ï
elk van ons moet treTfen, reffen, Die
,M J J
vw J
Langzamer
| J J|
^
^
Tempo
1
f p 4J i J i J^J ^-L 1 i ji ji i r ir J r n weet van 't schoone
i^P
le-ven niet De waar-de te be - scf - fen. rit
-?r-—*
ê
PP i
mf i m
Treur niet om 't leed dat
V-
^
=r
JS
3t
r
ko-mcn gaat, Ga
é
^
. i i ^^
-
niet te vo - ren
-?-,.-■.-
S£
i'-*«
-ISJKIL'
öt
J»
i
*—»
#
E|2j
f
*
é
a•——*Het
i
ÉiÉ
lij - den dub-bel
f
dra - gen.
É
^T
-o^
Dit Is belangstelling voor geluidsopname van Stem en Instrument! Sublieme wedergave op 25 cM. dubbelzijdige onbreekbare Gramophone platen met 6 minuten speelduur a 13.50 en f5.-, meerdere afdrukken f 1.- minder.
in
• -.'S
J»
9
\IB^ J
:.m.5llß|"
J J
kla - gen. Het sloopt uw kracht, want zoo zult gij
wm
i^ m o
!£.
j i'
ö^^^.—^
Dag en uur vooraf te bespreken bij: ,.
_____ _
Willem Sprenger's Opname Studio Passage 46 - Den Haag - Tel. 113778
Red. en Adm. Onlqewater 22. Lelden. Tel. 700. Posirekenina 41880.
Verschijnt wekelUks — PrU» per kwartaal f. 1.Ö5
. '