2010
Jeugd
ROKEN EN ALCOHOLGEBRUIK
5 KINDERENONDERZOEK: 0 - 11 JAAR
werkgebied, heeft de GGD Zuid-Holland West in het voorjaar
Zitten 0-11 jarige kinderen in de regio thuis in de rook? En hoe vaak zien ze hun ouders alcohol drinken? Hoe zouden ouders reageren als hun kind gaat roken of alcohol gaat drinken? Deze en andere vragen worden in deze factsheet beantwoord.
ouders of verzorgers van kinderen van 0 t/m 11 jaar.
Roken
Kinderenonderzoek 2010 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar
van 2010 een schriftelijke gezondheidsenquête uitgevoerd onder De resultaten zijn beschreven in een serie van tien factsheets
en geven inzicht in de gezondheid, leefstijl en leefomstandigheden van de kinderen in de regio.
Wassenaar
LeidschendamVoorburg Zoetermeer Rijswijk
PijnackerNootdorp
Westland Delft
Midden-Delfland
Roken tijdens de zwangerschap
Ruim een op de tien moeders (11%) heeft gerookt tijdens de zwangerschap. 3% van de moeders rookte dagelijks, de overige moeders zijn tijdens de zwangerschap gestopt (3%) of rookten af en toe (4%). Moeders in Pijnacker-Nootdorp rookten minder vaak tijdens de zwangerschap dan andere moeders. Sinds 2006 is een dalende trend te zien van het percentage moeders dat tijdens de zwangerschap heeft gerookt (van 14% naar 11%, figuur 1). Deze trend is alleen significant bij hoogopgeleide moeders. Ook landelijk is het percentage vrouwen dat tijdens de zwangerschap rookt gedaald1. Binnen de regio Zuid-Holland West is de grootste afname te zien in Zoetermeer (van 17% in 2006 naar 12% in 2010). 16% 14%
In de factsheets worden resultaten gepresenteerd over het
vóórkomen van indicatoren van gezondheid. Ook is onder-
12% 10%
zocht of de indicatoren vaker voorkomen bij bepaalde groepen.
8%
geslacht, leeftijd, opleiding van de ouders, etniciteit, gezinssituatie
6%
Hierbij zijn de volgende achtergrondkenmerken bestudeerd:
en rondkomen.
4%
trends ten opzichte van het Kinderenonderzoek 2006.
2%
Resultaten die in de factsheets aan de orde komen zijn, voor
0%
Tot slot is bepaald of er verschillen zijn tussen gemeenten en
wat betreft geslacht en leeftijd, representatief voor alle kinderen
in de regio. Verschillen tussen groepen kinderen of gemeenten
zijn alleen genoemd als deze relevant en statistisch significant
zijn (dat wil zeggen met een kans van minder dan 5% op toeval
berustend). Meer details over de onderzoeksopzet en methode zijn beschreven in factsheet 1.
GGD ZUID-HOLLAND WEST
2006 ja, maar gestopt
2010 ja, niet dagelijks
ja, dagelijks
Figuur 1: Percentage moeders dat tijdens de zwangerschap heeft gerookt, in 2006 en in 2010. 1) Lanting et al. Clustering of socioeconomic, behavioural, and neonatal risk factors for infant health in pregnant smokers. PLoS ONE 2009;4(12).
5-1
KINDERENONDERZOEK 2010
MOEDER HEEFT GEROOKT TIJDENS DE ZWANGERSCHAP
ER WORDT IN HUIS GEROOKT IN AANWEZIGHEID VAN HET
Komt vaker voor bij: • lage opleiding • gemiddelde opleiding • moeite met rondkomen • eenoudergezin
KIND
In vergelijking met:
24% • hoge opleiding 15% • geen moeite 22% met rondkomen 21% • ander gezin
Komt vaker voor bij: • lage opleiding • gemiddelde opleiding • moeite met rondkomen • leeftijd 8-11 jaar • leeftijd 4-7 jaar
5% 9% 10%
Roken in huis
Ruim vier op de vijf kinderen in de leeftijd 0 t/m 11 jaar wonen in een huis waar nooit wordt gerookt. Bij 6% wordt niet in huis gerookt als het kind erbij is en bij 4% is dit in de afgelopen week niet gebeurd. Bij 8% van de kinderen is in de week voorafgaand aan het onderzoek thuis wel gerookt in aanwezigheid van het kind (meeroken). Dit percentage is sinds 2006 gedaald (van 13% naar 8%). Deze trend is te zien onder ouders met alle opleidingsniveaus. 14% 12%
12%
In vergelijking met:
21% • hoge opleiding 11% • geen moeite 17% met rondkomen 12% • leeftijd 0-3 jaar 8%
3% 6% 3%
Het roken in aanwezigheid van het kind komt relatief weinig voor in Midden-Delfland (4%).
Roken door het kind zelf
Volgens de ouders van 8 t/m 11 jarigen wordt door deze kinderen nauwelijks gerookt: minder dan één procent van de kinderen in die leeftijdsgroep zou wel eens ten minste één sigaret hebben gerookt. Ook bij elfjarigen komt dit nauwelijks voor. Bij deze kinderen zegt 1% van de ouders dat het kind weleens heeft gerookt; 1% zegt niet te weten of het kind rookt.
10% 8%
Houding ouders ten opzichte van roken door kind
8% 6% 4%
3%
2% 0%
0 t/m 3 jaar
4 t/m 7 jaar
8 t/m 11 jaar
Figuur 2: Percentage kinderen waar in de week voorafgaand aan het onderzoek in huis is gerookt in aanwezigheid van het kind.
Aan de ouders van 8 t/m 11-jarige kinderen is gevraagd wat zij zouden doen als hun kind voor het 18e jaar het roken af en toe uitprobeert, of dagelijks rookt. Vrijwel geen van de ouders geeft aan dit toe te zullen staan of zich er niet mee te bemoeien (figuur 3). Als hun kind het roken gaat uitproberen, zullen de meeste ouders dit afraden (71%) of verbieden (25%). Bij het dagelijks roken is de groep ouders die dit zal verbieden groter (34%), en nog steeds de grootste groep ouders zou het hun kind afraden (60%).
Bij de jongste kinderen wordt het minst gerookt in aanwezigheid van het kind (3%, figuur 2). Met de leeftijd van het kind stijgt niet alleen het percentage ouders dat rookt in bijzijn van het kind, maar ook het aantal sigaretten dat men rookt.
GGD ZUID-HOLLAND WEST
5-2
KINDERENONDERZOEK 2010
100% MOEDER
90%
ALCOHOL
GEDRONKEN
TIJDENS
DE
ZWANGERSCHAP
80%
Komt vaker voor bij: • hoge opleiding • gemiddelde opleiding • leeftijd 8-11 jaar • leeftijd 4-7 jaar • allochtoon w1 • autochtoon 1) kind is westers (w) of
70% 60% 50% 40% 30% 20%
Wat zou u doen als uw kind voor het 18e jaar het roken uitprobeert
In vergelijking met:
13% • lage opleiding 7% 12% • leeftijd 0-3 jaar 10% 12% • allochtoon nw1 11% niet-westers (nw) allochtoon.
4% 7% 4%
Moeders van niet-westers allochtone kinderen dronken minder vaak alcohol tijdens de zwangerschap dan andere moeders.
10% 0%
HEEFT
Wat zou u doen als uw kind voor het 18e jaar dagelijks rookt
Het percentage moeders dat alcohol heeft gedronken tijdens de zwangerschap is relatief hoog in Wassenaar (19%) en Leidschendam-Voorburg (14%) en relatief laag in Zoetermeer (6%).
weet ik (nog) niet ik zou het goed vinden ik zou me er niet mee bemoeien ik zou het afraden
Alcoholgebruik in aanwezigheid van het kind
ik zou het verbieden
Figuur 3: Houding van de ouders van 8 t/m 11-jarigen als hun kind voor zijn/haar 18e jaar het roken zou uitproberen, of dagelijks gaat roken. Laagopgeleide ouders neigen wat meer dan hoogopgeleide ouders naar het afraden van roken, terwijl hoogopgeleide ouders dit wat meer willen verbieden. Dit geldt zowel voor het uitproberen van roken als voor het dagelijks gaan roken van hun kind. Er is een relatie tussen het (laten) roken in huis en de reactie van de ouders op het roken van hun kind. Bij ouders die in huis (laten) roken in het bijzijn van hun kind, is de groep die hun kind het roken afraadt relatief groot en de groep die hun kind het roken verbiedt juist relatief klein.
Alcoholgebruik Alcoholgebruik tijdens de zwangerschap
Van de moeders van 0 t/m 11-jarigen in de regio ZuidHolland West heeft 90% tijdens de zwangerschap geen alcohol gedronken. Negen procent dronk af en toe, maar niet iedere week en 1% dronk wekelijks maar niet iedere dag. Vrijwel niemand gebruikte dagelijks alcohol. Sinds 2006 is een dalende trend te zien van het percentage moeders dat tijdens de zwangerschap alcohol heeft gedronken (van 15% naar 10%). Deze trend is te zien bij moeders van alle opleidingsniveaus. GGD ZUID-HOLLAND WEST
In de regio Zuid-Holland West wordt door 19% van de ouders van 0-11 jarige kinderen geen alcohol gedronken waar het kind bij is. Het percentage ouders dat wel alcohol drinkt waar het kind bij is (81%) is vrijwel gelijk aan het totaal percentage volwassenen in de regio dat wel eens alcohol gebruikt (85%)2. De aanwezigheid van een kind maakt klaarblijkelijk niet uit. ER WORDT ALCOHOL GEDRONKEN IN AANWEZIGHEID VAN HET KIND
Komt vaker voor bij: • autochtoon • • • • 1)
In vergelijking met: 88% • allochtoon nw1 44% • lage opleiding 67% hoge opleiding 86% • gemiddelde opleiding 80% leeftijd 8-11 jaar 85% • leeftijd 0-3 jaar 76% leeftijd 4-7 jaar 81% twee-oudergezin 83% • eenoudergezin 60% kind is niet-westers allochtoon.
Hoogopgeleide ouders drinken vaker alcohol waar hun kind bij is (86%). Ouders in een eenoudergezin en nietwesters allochtone ouders doen dit minder vaak.
2) GGD ZHW, Volwassenenonderzoek 2009
5-3
KINDERENONDERZOEK 2010
Van alle ouders drinkt 40% alleen tijdens feestjes en andere speciale gelegenheden alcohol waar het kind bij is, 41% doet dit (daarnaast ook) in het weekend of doordeweeks. Het percentage kinderen dat hun ouders alleen bij speciale gelegenheden alcohol ziet drinken is sinds 2006 licht toegenomen (van 37% naar 40%). Het percentage kinderen dat hun ouders in het weekend en/of doordeweeks alcohol ziet drinken is juist gedaald (van 48% naar 41%). Hiermee is het totale percentage kinderen dat hun ouders alcohol ziet drinken sinds 2006 licht afgenomen van 84% naar 81%. Deze trend is te zien bij ouders van alle opleidingsniveaus. In de gemeenten Delft, PijnackerNootdorp, Wassenaar en Zoetermeer is de daling het sterkst.
Eén op de twintig ouders van 8 t/m 11-jarigen (5%) geven aan dat hun kind wel eens iets met alcohol heeft gedronken: van 4% van de 8-jarigen tot 10% van de 11-jarigen, 1% van de ouders geeft aan het niet te weten. Tussen gemeenten varieert het percentage kinderen dat wel eens alcohol heeft gedronken van 2% (Midden-Delfland) tot 6% (Delft, Rijswijk, Wassenaar en Westland). Sinds 2006 is het percentage kinderen dat wel eens alcohol heeft gedronken afgenomen (van 10% naar 5%). Deze trend is te zien bij kinderen van ouders met alle opleidingsniveaus. De grootste afname is te zien in de gemeenten Leidschendam-Voorburg, Wassenaar en Zoetermeer.
Er zijn flinke verschillen tussen de gemeenten (figuur 4). In Midden-Delfland, Westland en Wassenaar zien de meeste kinderen hun ouders alcohol drinken. In LeidschendamVoorburg is het totale alcoholgebruik in bijzijn van het kind gemiddeld, maar wordt wel relatief vaak doordeweeks en in het weekend alcohol gedronken in bijzijn van het kind. Dit laatste is ook in Wassenaar en Midden-Delfland het geval, terwijl in Westland het alcoholgebruik bij speciale gelegenheden relatief hoog is.
Houding ouders ten opzichte van alcoholgebruik door kind
100% 80% 60%
35%
34%
43%
41%
37%
38%
47%
39%
41%
48%
46%
43%
38%
49%
41%
35%
40% 20%
Zo
et
er
m
ee
r
nd tla
ar W es
W as
se
na
ijk j sw Ri
Le
id
sc
D
el ft he Vo nd M or am id de bur n- g Pi D jn el ac fla ke nd r-N oo td or p
0%
alleen bij speciale gelegenheden (ook) in weekend of doordeweeks
Figuur 4: Percentage kinderen dat ouders ziet drinken op verschillende momenten en omstandigheden, naar gemeente.
GGD ZUID-HOLLAND WEST
Alcoholgebruik door het kind zelf
In de vier weken voorafgaand aan het onderzoek heeft minder dan 1% van de kinderen alcohol gedronken, volgens de ouders. Dit geldt ook voor 11-jarigen.
Aan de ouders van 8 t/m 11-jarige kinderen is gevraagd of zij afspraken met hun kind hebben gemaakt over zijn/haar alcoholgebruik. Vier op de vijf ouders hebben dat niet gedaan omdat ze hun kind daarvoor nog te jong vinden. Veertien procent van de ouders heeft wel afspraken gemaakt met hun kind, de meeste (12%) hebben afgesproken dat hun kind niet drinkt tot een bepaalde leeftijd, 2% heeft een andere afspraak gemaakt. Met name op elfjarige leeftijd gaan ouders zulke afspraken maken met hun kind: op deze leeftijd heeft 21% van de ouders met hun kind afgesproken tot een bepaalde leeftijd geen alcohol te drinken. In tweederde van de gevallen wordt dan de leeftijd 16 jaar aangehouden, bij een op de vijf de leeftijd van 18 jaar. Ouders van jongens en hoogopgeleide ouders melden vaker zo’n afspraak te hebben gemaakt. Aan de ouders van 8 t/m 11-jarige kinderen is ook gevraagd op welke leeftijd ze vinden dat een kind voor het eerst een slokje alcohol mag drinken, een heel glas mag drinken en meerdere glazen mag drinken. Vóór het 16e levensjaar mag één op de drie kinderen een eerste slokje alcohol drinken, 5% mag dan ook een eerste glas alcohol (figuur 5). Wat de meeste ouders betreft wordt het eerste glas alcohol op 16-17-jarige leeftijd (46%) of vanaf 18 jaar (40%) genuttigd. Voor meerdere glazen per keer wachten de meeste de ouders met toestemming tot 18-jarige leeftijd.
5-4
KINDERENONDERZOEK 2010
Er is een duidelijke relatie tussen het alcoholgebruik door ouders in bijzijn van het kind en hun houding tegenover alcoholgebruik door het kind. Bij ouders die zelf alcohol drinken in het bijzijn van hun kind, is de groep van wie het kind voor het 16e jaar een eerste slokje of een eerste glas alcohol mag drinken relatief groot (37% en 6%, figuur 6).
100%
80%
60%
40%
37%
40% 30% 20% 20% 0%
leeftijd eerste slokje alcohol
leeftijd eerste glas alcohol
11%
leeftijd voor het eerst meerdere glazen alcohol
10% 6%
nooit > =18
1% 0%
jaar
16-17 jaar
ouders drinken niet in bijzijn van het kind
ouders drinken wel in het bijzijn van het kind
14-15 jaar 12-13 jaar
kind mag voor 16e jaar eerste slokje
10-11 jaar
kind mag voor 16e jaar eerste glas
< 10 jaar
Figuur 5: Leeftijd waarop ouders vinden dat hun kind voor het eerst een slokje alcohol, een heel glas alcohol en meerdere glazen alcohol per keer mag drinken. Meer jongens dan meisjes mogen voor hun zestiende een eerste slokje alcohol drinken. Voor het eerste glas en het drinken van meerdere glazen alcohol maken ouders geen onderscheid tussen jongens en meisjes. Niet-westers allochtone kinderen mogen minder vaak voor hun zestiende jaar alcohol drinken. Een deel van de ouders van deze kinderen geeft aan dat hun kind nooit alcohol mag drinken (47% nooit een heel glas, 60% nooit meerdere glazen).
Figuur 6: Percentage kinderen dat voor zijn/haar 16e jaar alcohol mag drinken, naar alcoholgebruik van de ouders. De houding van ouders tegenover alcoholgebruik en roken door hun kind hangt sterk samen. Ouders die hun kind het roken verbieden, staan hun kind ook vaker pas op latere leeftijd toe om alcohol te drinken.
Ouders in Wassenaar zijn het meest tolerant in de leeftijd waarop hun kinderen het eerste slokje alcohol mogen drinken: van 44% van hen mag dit voor het 16e jaar. Op het eerste glas alcohol moeten Wassenaarse kinderen net zo lang wachten als kinderen in andere gemeenten. Westlandse kinderen mogen op iets jongere leeftijd dan andere kinderen hun eerste hele glas alcohol drinken, 7% voor het 16e jaar.
Colofon Factsheets in de reeks
kinderen onderzoek 2010: 1 Onderzoeksopzet en
achtergrondkenmerken
2 Thuissituatie, kinderopvang en opvoeding
3 Lichamelijke gezondheid
4 Psychosociale gezondheid 5 Roken en alcoholgebruik
6 Voeding, beweging en gewicht 7 Mondhygiëne en
Meer informatie GGD Zuid-Holland West
Sector Gezondheidsbevordering Epidemiologie
Postbus 6080
2702 AB Zoetermeer (079) 343 08 88
[email protected]
www.ggdzhw.nl/onderzoek
zwemvaardigheid
8 Seksuele en relationele vorming 9 Veiligheid en geweld
10 Samenvatting en
kernboodschappen voor beleid
GGD ZUID-HOLLAND WEST
5-5
Maart 2012 KINDERENONDERZOEK 2010