Het
JURIDISCHE GEWETEN van het leger De Koninklijke landmacht van het ministerie van Defensie wordt in nederland en het buitenland ingezet bij onder meer rampen, humanitaire hulp en gevechtsoperaties. Binnen haar diensten en eenheden werken veel juristen. maar wat doet een militair jurist precies? Kolonel mario nooijen, luitenant-kolonel Bram Kuijper en de kapiteins martin van nes en lois luikinga vertellen over hun werk. “ik voel me in de eerste plaats militair, daarna jurist.” door Alieke Bruins foto’s Chantal Ariëns
Luitenant-kolonel Bram Kuijper en kapitein Lois Luikinga op het dak van de Knoopkazerne in Utrecht.
Militair juristen
E
en aantal militairen verlaat de Utrechtse Luitenant-generaal Knoopkazerne voor een hardlooprondje. Aan hun sporttenue is niet te zien dat zij Defensiemedewerkers zijn. Bij luitenant-kolonel Bram Kuijper (46) is daarover echter geen twijfel mogelijk. In een donkergroene trui, met op de schouders twee gouden sterren en een balkje geborduurd, zit hij achter zijn pc. Kuijper is senior juridisch adviseur bij het Opleidings- en Trainingscommando Operatiën van het Commando Landstrijdkrachten (CLAS). Dit commando oefent en traint onder meer eenheden en staven van de CLAS.
Juridisch geweten Militair zijn is Kuijpers roeping. En het avontuur lokte. Hij was al majoor toen hij in de collegebanken van de Radboud Universiteit in Nijmegen belandde. “Maar”, zegt hij, “ik voel me in de eerste plaats militair, daarna jurist.” In 1993 werd hij uitgezonden naar Busovaca in Bosnië-Hercegovina, als compagniescommandant. In januari 2008 ging hij opnieuw mee op een missie, maar nu naar Uruzgan in Afghanistan, als juridisch adviseur van de commandant van de Task Force Uruzgan, TFU-4. In die functie adviseerde hij de commandant onder meer over het militair straf- en tuchtrecht en het militair operationeel recht, waaronder ook het humanitair oorlogsrecht wordt begrepen. Hij adviseerde in het bijzonder over de legitimiteit van geweldgebruik. Wie mag wanneer welk geweld gebruiken en hoe? Welke mogelijkheden bieden de zogeheten Rules of Engagement, de geweldsinstructies, de commandant bij de uitvoering van zijn opdracht? Kuijper: “Deze instructies geven hem op basis van het mandaat van de VN Veiligheidsraad bevoegdheden, maar ook beperkingen. Zo mogen mensen die niet behoren tot het personeel van de NAVO-operatie International Security Assistance Force (ISAF) slechts in bepaalde gevallen worden gedetineerd.” Kuijper: “Iedere commandant moet zich houden aan dezelfde verdragen, richtlijnen en geweldsinstructies. Waar de ene commandant werkzaamheden en verantwoordelijkheden naar zich toetrekt, wil een ander juist meer delegeren. Daardoor bestaat het risico dat afspraken op verschillende manieren worden geïnterpreteerd.” Het is Kuijpers taak om voor een eenduidige rechtsopvatting te zorgen. Tegelijkertijd moet hij erop toezien dat de uitvoering van taken de toets der legitimiteit kan doorstaan. “Eigenlijk ben ik het juridische geweten van de commandant en zijn manschappen. Als een troep militairen een dag heeft moeten reizen om brandstof te halen en tijdens die trip vaak beschoten is, kun je je voorstellen dat zij zich adequaat willen kunnen verweren. Het is mede mijn taak zeker te stel-
len dat ze weten op wie ze schieten en met welk doel, en dat het gebruik van geweld legitiem is.” Ook is er de verantwoording achteraf. “Elke aanwending van geweld wordt gerapporteerd aan de Koninklijke Marechaussee. Hierbij moet de commandant zijn oordeel geven over dit geweldgebruik. Het Openbaar Ministerie in Arnhem beslist uiteindelijk of het naar aanleiding van de rapportage overgaat tot strafrechtelijke vervolging.”
Uruzgan Op twaalf dagen verlof in mei na verbleef Kuijper ruim zes maanden in Uruzgan. Ook vóór de uitzending was hij, afgezien van de weekenden, vier maanden van huis voor een voorbereidingsperiode in Havelte, driehonderd kilometer van zijn huis. “Dit ‘opwerktraject’ was van essentieel belang voor het welslagen van de missie. De stafleden van TFU-4 moesten goed op elkaar ingespeeld raken. Ook werd deze tijd benut voor het opnieuw aanleren van en werken met de militaire besluitvormingsprocedure en het operationeel besluitvormingsproces, en om een goed beeld te krijgen van de Afghaanse realiteit.”
“Daar stond ik in mijn flinterdunne camouflagetenue te vernikkelen in de woestijn”
“Toen ik na een korte tussenstop in een warme omgeving in Afghanistan aankwam was het daar 12˚C onder nul. Daar stond ik in mijn flinterdunne camouflagetenue te vernikkelen in de woestijn! Gelukkig voorzag mijn uitrusting in warme kleding. Daarna steeg de temperatuur tot boven de 40˚C. Stof, stof en nog eens stof. Toch heb ik door de goede voorbereiding en een verkenningsweek voorafgaand aan de uitzending mijn aankomst niet als een shock ervaren. Wel was het bijzonder zo ver van huis mijn Nederlandse collega’s te zien. De adrenaline stroomde door mijn lichaam. Nu moest ik echt gaan opletten. Ik voelde geen constante dreiging, want wij zijn in Uruzgan de organisatie met de sterkste wapens. Wel dacht ik: nu ben ik één van hen en volledig verantwoordelijk.” Het meest indrukwekkend vond hij “de mannen die we hebben opgepakt.” Kuijper moest er mede op toezien dat hun
nr. 2 – 2009
nr. 2 – 2009
67
ADV
militair juristen
detentieprocedures snel en efficiënt verliepen en zorgvuldig werden geregistreerd, en dat er geen mensenrechten werden geschonden. “De vraaggesprekken met de gedetineerden verliepen meestal relaxed.” Overigens komt het in lang niet alle gevallen waarin dit misschien mogelijk zou zijn daadwerkelijk tot een detentie. “Tussen de gedetineerden zitten boefjes, maar ook onschuldige mensen. Een man laat bijvoorbeeld iemand die ons niet welgezind is in zijn huis overnachten. Niet omdat hij dat wilde, maar omdat zijn ‘logé’ met een mes op zijn keel zei dat hij anders zijn gezin zou doden. Oordeel je dan strikt juridisch, dan zou je misschien tot arrestatie van de gastheer overgaan. Maar wij kijken er met hearts and minds naar en dan reageer je vaak anders.” Na de tijdelijke detentie moesten Kuijper en zijn collega’s de gedetineerden vrijlaten of overdragen aan de Afghaanse autoriteiten. “De reden waarvoor wij iemand oppakken levert niet altijd een strafrechtelijke grond voor vervolging op volgens het Afghaanse recht. Zo kunnen wij iemand arresteren omdat hij onze doortocht belemmert. Maar de kans bestaat in zo’n geval dat hij op grond van Afghaans recht met hooguit een boete wegkomt.”
De militair jurist vervult een brugfunctie tussen de militaire en juridische wereld
Terug in Nederland traint Kuijper defensiepersoneel dat uitgezonden zal worden. Maar als ze hem morgen voor een nieuwe missie vragen hoeft hij niet lang na te denken. “Daarvoor kwam ik in dienst. Maar is het moment daar, dan is het toch even moeilijk. Ik heb een vrouw en drie kinderen. Hen mis ik natuurlijk wel.”
Core business Of er iemand van de militair juridische dienst van het Commando Landstrijdkrachten meegaat op een buitenlandse missie en zo ja, wie, bepaalt kolonel Mario Nooijen (48), in overleg met andere defensie-eenheden. Nooijen, die ook in Utrecht werkt, vertelt in zijn donkergroene uniform, met daarop de door hem verdiende onderscheidingen gespeld: “De uitzendingen zijn de ‘core business’ van Defensie. Zelf zat ik eind ’96, begin ’97 in Bosnië-Hercegovina. Dat was de meest indrukwekkende ervaring in mijn carrière. Dan
Kolonel Mario Nooijen: “De uitzendingen zijn de ‘core business’ van Defensie.”
nr. 2 – 2009
nr. 2 – 2009
69
ADV
militair juristen
maak je alles mee waarvoor je bent opgeleid. Omdat iedere militair jurist graag wordt uitgezonden, probeer ik ervoor te zorgen dat iedereen aan de beurt komt. Als er binnen een missie behoefte is aan een jurist, kijk ik wie er beschikbaar is en wie het werk aan zou kunnen. Toen we in Bosnië zaten was de kans op gevechten aanzienlijk kleiner dan in Afghanistan. Daar kon dus een militair jurist heen met minder operationele ervaring.” Vertrekt er een jurist, dan is hij of zij maanden weg. Na het opwerktraject van een aantal maanden volgt de daadwerkelijke uitzendperiode van gemiddeld vier tot zes maanden. Daarna volgt een verlofperiode. “Dat betekent voor de thuisblijvende collega’s extra werk of zelfs een tijdelijke overplaatsing. Ook van hen wordt flexibiliteit verwacht. Maar dat hoort erbij, dat weet iedereen.” Net als Kuijper wilde Nooijen van jongs af aan militair worden. Het betekende voor hem: omgaan met mensen, afwisseling, avontuur. Na het vwo ging hij naar de Koninklijke Militaire Academie in Breda. Daarna ging hij bij Defensie onder meer als pelotonscommandant aan de slag. Omdat hij vaak werd geconfronteerd met juridische zaken besloot hij zich om te scholen tot jurist. Als officier ging hij naar de Universiteit Utrecht. Daarna volgde hij aan de Universiteit van Amsterdam een aantal verdiepingsvakken op het gebied van het militair recht. Inmiddels is hij Hoofd Sectie Juridische Zaken Commando Landstrijdkrachten en heeft hij de leiding over drie bureauhoofden, zes stafjuristen en twee administratief juridische medewerkers.
"Adviezen moeten duidelijk en snel zijn. Als er luchtsteun wordt gevraagd, kun je als militair jurist geen dag wachten met je advisering"
De militair jurist vervult volgens Nooijen een brugfunctie tussen de militaire en juridische wereld. “Hij moet met de commandant meedenken binnen de wettelijke kaders en oplossingen voor knelpunten bedenken. Om dat goed te kunnen moet hij weten hoe militairen denken, wat voor bedrijf een commandant runt, hoe wapensystemen en militaire procedures en processen werken, wanneer welk materiaal mag worden gebruikt. Als hij ‘één van hen’ is, wordt hij meer vertrouwd en zijn advies eerder gevolgd. Adviezen kunnen juridisch nog zo correct zijn, maar als ze niet worden overgenomen bereik je niets.”
Binnen Defensie is er veel meer behoefte aan en erkenning voor juridisch advies dan tien, vijftien jaar geleden, meent Nooijen. “Men beseft steeds meer dat er nauwelijks aangelegenheden zijn zonder juridische aspecten. Daarnaast is de mentaliteit van de juristen veranderd. Ze denken meer met de commandant mee en geven heldere adviezen waarmee hij uit de voeten kan.”
Naïef idealisme Ook kapitein Martin van Nes (31) is juridisch adviseur, maar dan bij 11 Luchtmobiele Brigade, op de Oranjekazerne in Schaarsbergen. Achter de slagboom maakt een groep militairen, net als Van Nes gekleed in een ‘vlekkenpak’, zich op voor een training. Verder oogt het terrein rondom het pand waarin Van Nes werkt verlaten. Van Nes: “Honderden van mijn collega’s zitten in Uruzgan.” Zijn werkkamer – twee deuren verwijderd van de brigade-commandant – is gevuld met veel groen: een rugzak, een helm, veldflessen, rollen touw, tape. In zijn boekenkast staan wetboeken en Tekst & Commentaar-bundels naast boeken met titels als Documents on the laws of war. Op een tafeltje ligt het Militair Rechterlijk Tijdschrift van oktober. Van Nes startte in 2001 bij Defensie, na zijn rechtenstudie Eerst als management trainee, daarna als jurist bij de Luchtmacht, waar hij betrokken was bij de onderhandelingen rondom de Joint Strike Fighter. Sinds ruim twee jaar is hij militair en sinds een paar maanden werkt hij bij 11 Luchtmobiele Brigade. Zijn belangstelling voor het leger groeide pas na zijn studie. “Ik ben niet in dienst geweest en als kind speelde ik nooit cowboytje en indiaantje. Maar toen ik tijdens mijn master in Londen een college bijwoonde van een Engelse legal advisor die met Britse troepen in Rwanda was geweest dacht ik: Dat is interessant! Ik solliciteerde uit naïef idealisme, in de hoop de wereld een klein beetje beter te kunnen maken.” De brigade waarvan Van Nes deel uitmaakt, is een eliteeenheid die binnen twintig dagen wereldwijd inzetbaar moet zijn. Het personeel van 11 Luchtmobiele Brigade – ongeveer 2500 mensen – is opgeleid om onder alle omstandigheden operaties uit te voeren, van hulp bij overstromingen en bosbranden tot gevechtsacties waar ook ter wereld, voornamelijk in het hoogste geweldsspectrum. Behalve zoals nu in Afghanistan werd de eenheid al ingezet bij vredesmissies op de Balkan, in Eritrea en Irak. Van Nes: “Zodra een situatie daar spannend wordt, is er een jurist bij betrokken. Zijn adviezen moeten duidelijk zijn. Hij moet snel reageren. Als er luchtsteun wordt gevraagd, kan hij geen dag wachten met zijn advisering.”
Rode baret De Luchtmobiele Brigade heeft een internationaal herkenningsteken, de rode baret, die staat voor doorzettings- en incasseringsvermogen, teamspirit, durf en zelfvertrouwen. Aan het behalen ervan gaat een zware opleiding van zeven
nr. 2 – 2009
nr. 2 – 2009
71
weken vooraf, waarna een eindoefening volgt van een week. Maar zover is Van Nes nog niet. “Tijdens de training liep ik een knieblessure op, toen ik ’s avonds van een plateau in een touwwerk moest springen en misgreep.” In juli 2009 vertrekt hij naar Uruzgan en in maart start zijn opwerktraject. Het liefst haalt hij daarvoor nog zijn rode baret. Van Nes toont het terrein waar de fysieke tests worden gehouden. Touw- en hindernisbanen met metershoge klimmuren en ladders liggen verspreid tussen loodsen en parkeerplaatsen met jeeps. Van Nes: “Naast de tests worden tijdens de opleiding vaardigheden bijgebracht als gecamoufleerd en geruisloos verplaatsen, speedmarsen en veilig werken met helikopters. De realiteit van situaties waarop militairen bij een daadwerkelijke inzet kunnen stuiten wordt zoveel mogelijk nagebootst. Zoals verhoor na gevangenneming, waarbij je een zak over je hoofd krijgt, terwijl er honden naast je blaffen. Of waarbij je in een donkere kamer wordt gezet, urenlang, zonder dat je weet wanneer je eruit mag.” Nu bestaan zijn werkzaamheden vooral uit het adviseren van commandanten binnen de brigade over het humanitair oorlogsrecht, het militair straf- en tuchtrecht en het rechtspositierecht. Daarnaast is hij betrokken bij het opmaken van internationale overeenkomsten. “Wil Defensie bijvoorbeeld een oefening uitvoeren in België of Spanje, dan is daarvoor een overeenkomst nodig.” Ook geeft hij les aan militairen die naar Afghanistan gaan, over onder meer de geweldsinstructies. “Het zijn veelal jonge mensen, van 18 tot 23 jaar. Ik ben iedere keer weer onder de indruk van hun moed en gedrevenheid. Het is wel een rumoerig volkje, dus je moet als docent je mannetje staan.”
Skydiven
Kapitein Martin van Nes: "Kapitein Martin van Nes op het oefenterrein van de Oranjekazerne in Schaarsbergen."
Kapitein Lois Luikinga (27) – gekleed in een lichtgroene bloes en kokerrok, drie sterren op de schouders – wist al op jonge leeftijd dat ze bij Defensie wilde werken. “Eigenlijk wilde ik officier vlieger worden en vliegen op een F-16. Maar omdat ik bijziend ben, kon dat niet. Op oefening gaan, abseilen, een hindernisbaan in het bos: ik zie het als lekker buiten spelen. In september 2006 heb ik mijn parawing gehaald. Ik doe aan skydiven en spring regelmatig vanaf vier kilometer hoogte uit vliegtuigen. Binnenkort ga ik voor mijn motorrijbewijs.” Hoewel officier vlieger er niet in zat, ging ze na haar rechtenstudie toch naar de KMA en werd Stafofficier Bureau Straf- en Tuchtrecht bij de sectie Juridische Zaken van de Staf van het Commando Landstrijdkrachten. Daarnaast was ze secretaris van de Klachtencommissie Gezondheidszorg Koninklijke Landmacht en volgde ze het specialisatietraject militair recht aan de UvA. Sinds januari 2008 werkt ze als militair jurist op de afdeling Juridische Dienstverlening (JDV) van het Commando DienstenCentra (CDC) in Den Haag. Het CDC ondersteunt wereldwijd de krijgsmacht met onder meer huisvesting, gezondheidszorg, transport, ICT en personele en facilitaire diensten. Binnen de zeven secties van JDV houden
militair juristen
vijftig juristen zich onder meer bezig met bezwaar- en beroepsprocedures, claims, letselschadezaken en klachtenafhandeling. De Bezwaar- en Beroepsectie waar Luikinga werkt is de grootste, met 34 juristen. In de sectie werken acht militairen. Een van de redenen waarom er militairen werken, is dat zij specialistische militaire kennis kunnen inbrengen. De overige functies worden vervuld door burgerpersoneel. Anders dan de militair jurist rouleren burgers in principe niet van functie.
Rechtspositie Luikinga behandelt bezwaarschriften die gaan over de rechtspositie van zowel militair als burgerpersoneel van Defensie, zoals bij ontslag, bezoldiging bij ziekte, een afwijzing op een interne sollicitatie, overplaatsing. Luikinga: “Binnen Defensie geldt een strikt drugsbeleid. Komt ons ter ore dat
“Binnen Defensie geldt een strikt drugsbeleid. Worden drugs gevonden dan wordt vaak strafrechtelijk opge treden en kunnen strenge rechts positionele maatregelen volgen"
er soft- of harddrugs zijn aangetroffen op bijvoorbeeld een legeringskamer, dan zal vaak strafrechtelijk worden opgetreden. Daarnaast kunnen binnen Defensie strenge rechtspositionele maatregelen volgen.” “De besluiten die het bestuursorgaan neemt, hebben voor de belanghebbenden vaak ingrijpende gevolgen. Ik kijk of het besluit stand kan houden door het te toetsen aan relevante wet- en regelgeving, zoals de Algemene wet bestuursrecht, het ambtenarenrecht en de besluiten die gelden binnen Defensie. Uiteraard wordt ook getoetst aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en algemene rechtsbeginselen. In deze heroverwegingsfase vindt ook een hoorzitting plaats, waar het bestuursorgaan en de belanghebbende hun zienswijze kunnen geven. Daarna ontvangt het bestuursorgaan een conceptbeslissing op bezwaar. In dit hele traject heb ik veel contact met de verschillende partijen.” JDV is nagenoeg het enige juridische Dienstencentrum binnen Defensie dat zich bezighoudt met procesvertegenwoordiging. Luikinga vertegenwoordigt daarbij het bestuursorgaan in een voorlopige voorziening en in (hogere) beroepsprocedures. Met als wederpartij advocaten, maar vooral vertegenwoordigers van militaire bonden als ACOM-CNV en VBMNOV. “Tot nu toe heb ik bij de rechter nog nooit iets hoeven uitdragen waar ik me niet in kan vinden. Dat komt waarschijnlijk ook doordat ik in het voortraject partijen al zoveel mogelijk bij elkaar heb proberen te brengen.”
Directe werksfeer Luikinga: “Binnen JDV werken evenveel mannen als vrouwen, maar het aantal mannen binnen Defensie is ruim vertegenwoordigd. Een gevolg daarvan is een directe werksfeer. Dat ervaar ik als een voordeel. Ik heb in de verschillende functies die ik tot nu toe heb vervuld steeds weer nieuwe ervaring op kunnen doen. Dat houdt het uitdagend en leerzaam en maakt Defensie tot zo’n fijn bedrijf. En een uitzending in de toekomst sla ik zeker niet af!”
(advertentie)
VERHOOG UW COMMERCIËLE SLAGKRACHT
U bent advocaat of notaris. U discussieert, redeneert en denkt bij voorkeur juridisch. Dat is uw business. Daar bent u goed in. Bij zaken als marketing, business development, communicatie, marktanalyse en concurrentie wilt u niet al te lang stil staan. Dat hoeft ook niet. Dat doen wij wel. Waarom? Omdat wij dáár juist goed in zijn.
w w w . s m a r t l i n x . n l
nr. 2 – 2009
nr. 2 – 2009
73