Jurering bij roeiwedstrijden Een handreiking voor Kamprechters
Jurering bij roeiwedstrijden Een handreiking voor Kamprechters
Els Lindeboom Steven Nieberg Jeroen Vos van Avezathe Tom van der Lelij Judith van Dam Freek Meijers (red.)
versie 0 februari 2005
Inhoudsopgave Inhoudsopgave................................................................................................................................... 4 Voorwoord .......................................................................................................................................... 5
4
1.
Leeswijzer................................................................................................................................ 6
2.
Functionarissen ...................................................................................................................... 7
2.1.1.
De kamprechter................................................................................................................... 8
2.1.2.
Plaatsvervangend kamprechter....................................................................................... 14
2.2.1.
Starter ................................................................................................................................ 16
2.2.2.
Hulpstarter......................................................................................................................... 23
2.3.
Aligneur................................................................................................................................. 26
2.4.
Commissie van Aankomst................................................................................................... 29
2.5.
Tijdwaarneming ................................................................................................................... 32
2.6.
Controlecommissie .............................................................................................................. 34
2.7.
Hoofd van de jury................................................................................................................. 38
3.
Wedstrijdorganisatie............................................................................................................ 43
3.1.
Wedstrijdleider ..................................................................................................................... 44
3.2.
Soorten roeiwedstrijden ...................................................................................................... 53
4.
Kamprechter: opleiding en training.................................................................................... 59
4.1.
Algemeen .............................................................................................................................. 59
4.2.
Plaatsvervanger of plaatsvervangend kamprechter ......................................................... 59
4.3.
Kamprechter ......................................................................................................................... 61
4.4.
Internationaal kamprechter ................................................................................................. 63
4.5.
Documentatie ....................................................................................................................... 64
4.6.
Kwaliteitsbevordering.......................................................................................................... 64
4.7.
Overig .................................................................................................................................... 66
5.
Bijlagen.................................................................................................................................. 67
5.1.
Lijst met gebruikte afkortingen ........................................................................................... 67
5.2.
Voorbeeld ingevuld finishbriefje ........................................................................................ 67
5.2.
Plattegronden van de 3 roeibanen ..................................................................................... 68
5.3.
Werkinstructies..................................................................................................................... 70
5.3.1.
Kledingregels nationale wedstrijden .............................................................................. 70
5.3.2.
Werkinstructie: plaatsing en gestuurde indeling ........................................................... 72
Jurering bij roeiwedstrijden Een handreiking voor kamprechters
Voorwoord Kamprechteren: een prachtig vak! Wat houdt het in? Beeld je eens in: een lekker zonnetje, op het water in een boot, goed worden verzorgd, leuk contact met roeiers etc. Ook dat is een onderdeel van kamprechteren. Voor de buitenstaanders zoals roeiers en toeschouwers, is de kamprechter namelijk de vaak onopvallende functionaris die het startcommando geeft, ploegen opdrachten verstrekt, roeiers helpt, etc. Soms is het ook de persoon die in de spotlights stapt. Die spotlights zijn zelfs oogverblindend als er vervelende beslissingen genomen moeten worden: waarschuwen, of erger, uitsluiten. De meeste kamprechters zijn jarenlang binnen de roeisport actief geweest als roeier, coach of bestuurder en willen als official daar actief bij betrokken blijven. Ze voegen iets toe aan hun ervaring door zich in een dienstbare rol in te zetten. Als kamprechter treed je op in verschillende functies tijdens een roeiwedstrijd. Denk aan starter, aligneur, kamprechter, lid commissie van aankomst, lid controle commissie op botenterrein of weging of hoofd van de jury. Die diversiteit aan functies vereist van de roeiofficial een scala aan vaardigheden. Denk dan niet alleen aan kennis van de roeireglementen en de praktische toepassing daarvan, maar ook ervaring met de roeisport, sociale en communicatieve vaardigheden en ga zo maar door. Behalve de serieuze aspecten van de verschillende functies zijn er natuurlijk ook ontspannende kanten aan de kamprechterrol. Zoals gezegd, genieten van de buitenlucht (in een lekker zonnetje), varen in een boot, een goede verzorging van de inwendige mens door de wedstrijdorganisatie, gezellig contact met gelijkgestemde collega-kamprechters, de voldoening om roeiers te begeleiden die gemotiveerd met hun sport bezig zijn, het leveren van een bijdrage aan de sport waar je vaak zelf jarenlang aan hebt deelgenomen, het intensief volgen van die sport op een actieve en zinvolle manier. Hoe word je kamprechter, hoe kom je aan opleidingsinformatie, wanneer kan je beginnen, waar moet je op letten? Tot voor kort was hiervoor geen gebundelde informatie beschikbaar. Vanuit haar verantwoordelijkheid voor opleiding en kwaliteitsbewaking heeft de kamprechtercommissie (KRC) een werkgroep in het leven geroepen om hiervoor een handreiking te maken. Deze handreiking richt zich met name op de kamprechter die aan het begin van zijn carrière als roeiofficial staat. Maar gebruik van de handreiking door de meer ervaren kamprechter is vanzelfsprekend niet verboden. Dit boekje beoogt het bieden van informatie ten behoeve van: • het schetsen van het beeld van de (plaatsvervangend) kamprechter; • het opleiden voor het examen van plaatsvervanger en kamprechter; • het voorbereiden van de (plaatsvervangend) kamprechter op een wedstrijd, in het bijzonder: o de (eerste) wedstrijd(en); o op de verschillende soorten roeibanen; o op de verschillende functies waarvoor de kamprechter kan worden ingezet; • het schetsen van de opleiding en ontwikkeling van de kamprechter; • het borgen van kennis en ervaring bij de meer ervaren kamprechter. Wij wensen de gebruiker veel plezier bij het doornemen van deze handreiking en vernemen graag suggesties voor aanvullingen of verbeteringen. De werkgroep Handreiking voor Kamprechters, Els Lindeboom Steven Nieberg Jeroen Vos van Avezathe Tom van der Lelij Judith van Dam Freek Meijers (red.)
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
5
1.
Leeswijzer
In deze handreiking voor kamprechters is hoofdstuk 2 het centrale hoofdstuk. Hier wordt per functionaris volgens een vast stramien beschreven wat er van je verwacht wordt in die specifieke functie, welke valkuilen er zijn en hoe je via checklistjes kunt bevorderen, dat je geen dingen tijdens je functioneren vergeet. De beschrijvingen zijn gedaan vanuit het oogpunt van een boord-aan-boord 2000 meter wedstrijd. In hoofdstuk 3 gaan we in op de wedstrijden en alles wat er verder mee samenhangt. Naast de officials zoals beschreven in hoofdstuk 2 zijn er soms ook andere functionarissen, die geen deel uitmaken van de jury. Deze worden hier beschreven. Ook worden de verschillende wedstrijdsoorten beschreven, elk met hun eigen specifieke bijzonderheden. Dit hoofdstuk behandelt tevens de belangrijkste wedstrijdwateren die Nederland kent en de bijzonderheden die zich op die wateren vanuit jouw perspectief als roeiofficial voordoen. Opleiding, training en examens. Elke kamprechter heeft de nodige geestelijke bagage nodig om zijn functie te kunnen vervullen. De groei die de kamprechter doormaakt en wat hij daarvoor moet doen en ondergaan staan beschreven in hoofdstuk 4. Hoofdstuk 5 bevat de bijlagen, waarin kaartjes van de belangrijkste roeibanen (en eventueel de telefoonnummers aldaar), de werkinstructie over de kledingregels, de werkinstructie over plaatsing. De werkgroep heeft de ervaring dat met name de Fisa-reglementen voor de beginnende roeiofficial veel van de onbeschreven gewoonten in het Nederlandse kamprechteren verklaren. Kennisneming van deze reglementen in combinatie met de Nederlandse reglementen kan veel verhelderen. De laatste versies van de reglementen en de Fisa-reglementen zijn te halen van het internet. (www.knrb.nl en/of www.fisa.org)
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
6
Jurering bij roeiwedstrijden Een handreiking voor kamprechters
2.
Functionarissen
In dit hoofdstuk komen aan bod: de voorbereiding voor de wedstrijd, de uitvoering van taken tijdens de wedstrijd en alles wat er verder bij komt kijken, voor alle functionarissen, die deel uitmaken van de jury. Het doel is om een algemeen beeld te schetsen over wat er zich op een wedstrijd allemaal afspeelt, en om je tegelijkertijd een bruikbaar houvast te geven (door middel van tips en checklists) voor de praktische uitvoering van je taak op een wedstrijd. Per functionaris worden de volgende aspecten beschreven: • Reglementen: de basisregels die van toepassing zijn op die functionaris; • korte beschrijving van taken; • voorbereiding; • materialen; • communicatie; • taakuitvoering; • opleiding; • overig. De paragrafen zijn gericht op de doelgroep die voor de betreffende functionaris het meest van toepassing is: bijvoorbeeld de paragraaf van het hoofd van de jury is gericht op de meer ervaren kamprechter. Je zult merken dat de term 'kamprechter' meerdere betekenissen heeft. In paragraaf 2.1.1 bedoelen we met kamprechter specifiek de functionaris die in de volgboot achter de race aan vaart. Maar de term kamprechter wordt ook gebruikt voor een official van de KNRB, welke functie die persoon op dat moment ook vervult. Je thuis voorbereiden op je functie is iets dat alle kamprechters (lees hier dus 'officials') moeten doen. Enerzijds houdt dat in dat je één en ander nog eens doorleest: informatie die je hebt gekregen van het hoofd van de jury, de procedures en de reglementen. Welke functies ga ik op de komende wedstrijd uitvoeren? Welke reglementen zijn daarop van toepassing? Anderzijds houdt dat in dat je een aantal dingen -als je ze hebt- altijd meeneemt. Zorg dat je goed voorbereid bent.
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
7
2.1.1.
De kamprechter
Reglementen
Artikel 30. RvR 30.1 De verantwoordelijkheid voor het verloop van een race berust bij de kamprechter, zonder wiens medewerking geen race kan worden geroeid. 30.2 De kamprechter moet er tijdens de wedstrijden naar vermogen voor zorgen, dat alle ploegen onder gelijke omstandigheden hun races kunnen roeien en dat zij gelijke kansen krijgen om zich te plaatsen. Hij moet ervoor waken, dat geen buiten de ploeg gelegen omstandigheid een deelnemer kan bevoordelen of benadelen. Artikel 31. RvR. De plaatsvervangend kamprechter treedt in de rechten en plichten van de kamprechter, als bedoeld in artikel 30, zodra deze zijn taak niet kan vervullen. U.R. Artikel 31 De plaatsvervangend kamprechter heeft tot taak de tijden van de ploegen op te nemen.
Korte beschrijving van taken
De eerste en belangrijkste taak voor een kamprechter is altijd de veiligheid van roeiers, roeisters en stuurlieden te waarborgen. Ondanks dat het Nederlandse RvR niet expliciet deze verantwoordelijkheid vermeldt, is deze taak een essentieel onderdeel van de verantwoordelijkheid waarover in artikel 30.1 van het RvR wordt gesproken. Daarnaast komt het aspect van zorgdragen voor gelijke kansen. Deze volgorde is van belang voor al je handelen als kamprechter of plaatsvervangend kamprechter tijdens roeiwedstrijden. Als kamprechter volg je de wedstrijden en grijp je in als de veiligheid in het geding is, dan wel wanneer ploegen ongeoorloofd voordeel halen uit omstandigheden.
Voorbereiding
Voordat je een wedstrijd kan volgen moet je een aantal zaken op een rijtje hebben. De voorbereiding begint met het doornemen van de toegestuurde documentatie over de wedstrijd met daarin een tijdschema, het overzicht van de taken die je zal gaan verrichten, bijzonderheden over de wedstrijd zoals de aanvullende bepalingen en natuurlijk met een laatste blik in de reglementen. En tijdens de wedstrijd zelf zorg je dat je weet waar de wedstrijd over gaat: is het een finale, een voorwedstrijd, welke ploegen gaan door? Hoe gaat de strijd zich ontwikkelen? Kan je daar aan de hand van eerdere prestaties al iets van zeggen? Je moet naast een up-to-date programma ook enig idee hebben van het prestatieniveau van de ploegen. Bedenk ook eventuele consequenties van het boottype en het ervaringsniveau van de ploegen. En hoe zit het met het weer? Zonnetje …. windje mee, of juist storm tegen? Wees voorbereid, net als de ploegen die je gaat begeleiden.
Checklist Voordat de wedstrijd van start gaat: geef antwoord op de volgende vragen: Klopt de indeling uit de loting nog? In welke categorie is de wedstrijd? Voorwedstrijd of finale? Wat is de promotiecode? Zijn er grote prestatieverschillen te verwachten? Zijn er waarschuwingen uitgedeeld? Ken je de namen van de deelnemende verenigingen?
Materialen Er vanuit gaande dat je de wedstrijd vanuit een motorbootje volgt, moet je een aantal zaken bij je hebben: vlaggen, een loudhailer en een bel, een stopwatch, de nodige papieren en iets om mee te schrijven (een potlood blijft het ook op nat papier goed doen), spullen tegen de regen of tegen de zon. Soms is een goede zonnebrandcrème heel belangrijk. Maar vooral belangrijk is
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
8
Jurering bij roeiwedstrijden Een handreiking voor kamprechters
dat je voldoende warme kleding bij je hebt. Denk daarbij ook aan een pet of muts en een paar handschoenen. Het is altijd kouder dan je denkt, want je zit stil! Wat soms ook erg handig is om bij je te hebben is wat gereedschap. Je bewijst ploegen een hele grote dienst door ze direct uit de brand te kunnen helpen met een simpele schroevendraaier. Vergeet niet voor jezelf wat te eten en te drinken mee te nemen.
Checklist
Wat heb je van huis meegenomen (ongeacht de taak die je gaat uitvoeren): Klembord en schrijfgerei (potlood, pen); Stopwatch; Reglementen; Regenkleding (bij voorkeur blauw, zeker niet rood); Warme kleding; Verrekijker: Zonnebril; Zonnebrandcrème; Schroevendraaiers (recht en kruiskop); Steeksleutels (nr. 10, nr. 13); Rolmaat of meetlint; Wat te eten en te drinken. Wat heb je nog meer aan boord van de motorboot (en specifiek voor je taak als kamprechter): Programmaboekje; Recente loting; Witte en rode vlag; Bel; Loudhailer (testen voor vertrek).
Communicatie
Je hebt als kamprechter te maken met de volgende functionarissen: de aligneur, de starter en met het hoofd van de commissie van aankomst. De communicatie met hen is vaak lastig vanwege de afstand; jij zit in je bootje op het water en zij ver weg op de wal of in een toren. Ga dan niet over het water heen en weer schreeuwen, al dan niet met de loudhailer, maar zorg eerst dat je dichter bij elkaar komt (op spreekafstand) zodat niet iedereen hoeft mee te genieten van de ongetwijfeld boeiende conversatie. Communicatie met de vlaggen die je bij je hebt is vaak heel goed mogelijk. De rode vlag voor een negatief signaal: een ontkennend antwoord of een niet goedgekeurd wedstrijdverloop. De witte vlag voor een positief signaal: een positief antwoord of een goedkeuring van het wedstrijdverloop. Goede communicatie met roei(st)ers, coaches en trainers is zo mogelijk nog belangrijker dan goede communicatie met de wedstrijdfunctionarissen. Wees beleefd, duidelijk en controleer dat de ander je begrijpt. Soms zijn de woorden van roeiers en coaches fel, met veel emotie geladen. Besef dat er hard en lang getraind is en dat soms grote belangen in het spel zijn. Dit vraagt om deëscalerend gedrag van jouw kant, waarbij het er niet om gaat dat je de ander gelijk hoeft te geven. Begrip is wel op zijn plaats.
Taakuitvoering Controles vooraf Ga niet de motorboot controleren, daar zijn anderen voor. Zorg er wel voor dat jij de juiste spullen bij je hebt. Er zijn heel wat kamprechters met een vaste tas met een vaste inhoud, anderen hebben in die tas ook nog een korte checklist (zie materiaal). Tijdens het varen richting start heb je de gelegenheid de roeibaan te controleren. • Is alles aanwezig voor een goede wedstrijd? • Ligt er geen rommel in het water?
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
9
• Hoe gedragen de oproeiende ploegen zich? • Houden ze zich aan de vaarregels? Vergeet niet dat je al in functie bent: veiligheid en gelijke kansen bieden zijn jouw aandachtspunten.
Tijdens het varen in de motorboot Fungeer je als kamprechter tijdens het volgen van de race, houd je dan goed vast aan de beugel die in het bootje is gemonteerd en draag een reddingsvest als dat beschikbaar is. De loudhailer wordt in/bij de hand gehouden evenals de witte vlag. De bel bevindt zich op de grond op een goed bereikbare en zichtbare plaats. Jij bepaalt waar en hoe het motorbootje vaart. Geef duidelijke aanwijzingen aan de motorbootbestuurder (mobo). Zeg daarbij wat je wilt en ga niet wijzen. Spreek over “baan 3” of “baan 5” en niet over “naar Aeneas” of “achter De Zwolsche”. Let er verder op dat roeiboten niet onnodig in de golven worden gezet.
In het startgebied
Controleer ruim voor het aankomen of er minimaal één andere boot gereed ligt. Indien dat niet zo is, kan het voorkomen dat de race direct (voordat je bij de start bent) overgenomen moet worden. Het is netjes als de starter dit van tevoren aankondigt door met een witte vlag te zwaaien naar jou in de kamprechterboot. Bevestig dat je er klaar voor bent met een witte vlag. Kan het niet, toon dan de rode vlag. Zorg er in ieder geval voor dat je steeds weet wat de volgende race is. Geef via de aligneurstelefoon eventuele bijzonderheden door die je tijdens het naar de start varen hebt geconstateerd. Bijvoorbeeld waarschuwingen wegens het negeren van verkeersregels. Prent de samenstelling (vereniging, baannummer) en de promotiecode van de race die je gaat volgen in je hoofd en markeer de race duidelijk op de loting. Onthoud en noteer ook welke ploegen een waarschuwing krijgen.
De start
Zorg dat motorboot en bemanning ruim voor de starttijd (drie tot vier minuten) en zichtbaar voor de starter gereed liggen aan de steiger naast het aligneurshok, maar niet voor de lichten of vlaggen van de aligneur (de starter moet de signalen van de aligneur goed kunnen zien): • motor op tijd aan; • mogelijkheid om direct los te gooien; • plaatsvervanger heeft stopwatch gereed; • witte vlag en loudhailer in de hand, rode vlag en bel direct te pakken. Houd daarbij de starter en aligneur goed in de gaten en volg wat ze doen: • Oproep volgende race; • Gewijzigde indeling, promotiecode; • Waarschuwingen (let op oranje pyloon); • Gereed; • Witte vlag (wit licht aan) aligneur; • Rollcall; • Startvlag omhoog (startlichten van neutraal naar rood); • Af ! (startlichten op groen); • Kijk kort na het wegvaren naar aligneur of de witte vlag nog steeds omhoog is (of dat het witte licht nog steeds aan is); In geval van “Valse start”: • Aligneur geeft dit aan, door de witte vlag met kracht (harde tik) naar beneden te laten vallen en vervolgens de rode vlag omhoog te houden;
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
10
Jurering bij roeiwedstrijden Een handreiking voor kamprechters
• • •
Neem zelf ook onmiddellijk je rode vlag en bel in de hand en gebruik deze dan ook. De aligneur geeft aan, de starter communiceert en jij als kamprechter ondersteunt hen; Starter zwaait met de rode vlag, luidt de bel (of laat het valse start signaal klinken en zet de startlichten op rood) en roept de ploegen terug; Let op of ploegen daadwerkelijk laten lopen en terugkeren, haal ze anders terug.
Onregelmatigheden in het startgebied of aan het begin van de race • Houd in de gaten waar het startgebied (de eerste 100 meter) eindigt. Gebeuren er onregelmatigheden in dit gebied (aanvaring, materiaalpech), dan dient de race afgevlagd en -gebeld te worden. • Afhankelijk van de oorzaak van de onregelmatigheid die tot stilleggen van de race leidt, krijgt een ploeg wel of geen waarschuwing, dit ter beoordeling van de kamprechter.
Tijdens de race Ga zo snel mogelijk na de start midden achter de ploegen varen, zodanig dat je alle ploegen in je blikveld hebt. Wees erop voorbereid dat het al nodig kan zijn om in te grijpen (met name bij ongestuurde nummers) voordat je deze positie bereikt hebt! Kies positie naar aanleiding van de situatie: • in het begin van de race, zolang alle ploegen nog naast elkaar liggen, midden achter het veld; spreek met de mobo af welke baan dat is, zodat hij heel gericht daar naar toe kan varen; • naarmate het veld uit elkaar begint te vallen, daar waar jij overzicht hebt over de ploegen die nog meedoen voor de finaleplaatsen (bij voorwedstrijden) dan wel de overwinning (bij finales); • in het geval van dreigende onregelmatigheden: zo dicht mogelijk bij de ploegen die de onregelmatigheid kunnen gaan veroorzaken; • beperk positieveranderingen tot het noodzakelijke en zet (achterliggende) ploegen niet onnodig in de golven. Vaar ook niet te dicht op ploegen als dat niet nodig is. Geven van aanwijzingen • grijp alleen in indien nodig (zie 'Bescherming ploegen'); • ga achter de ploeg varen die je een aanwijzing wilt geven; • steek de witte vlag omhoog, geef de aanwijzing (met de loudhailer) en wijs de vlag horizontaal in de richting die je de ploeg op stuurt. Houd de vlag in deze positie tot de ploeg je aanwijzing heeft opgevolgd. Breng de vlag weer in verticale positie en berg hem op; • Indien een ploeg herhaaldelijk aanwijzingen negeert, dient de kamprechter een waarschuwing te geven; • Ploegen die twee waarschuwingen oplopen, dan wel ernstige onregelmatigheden begaan, kunnen door de kamprechter worden uitgesloten (gestopt). Kijk vooruit naar: • Hinderende ploegen in oproeibaan; • Stilliggende en/of overstekende ploegen; • Andere obstakels; • Inhalen voorgaande race (!); • Leid ploegen zonodig om obstakels heen; Stilleggen van de race • Pas als alle andere middelen zijn beproefd/niet toegepast kunnen worden! • Rode vlag omhoog en bel luiden onder het commando “STOP !!”.
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
11
•
Afhankelijk van de situatie worden de ploegen direct teruggestuurd of wordt een nieuw tijdstip voor de race vastgesteld.
De finish Wacht tot alle ploegen gefinisht zijn (althans die tijdens de race niet overduidelijk zijn afgehaakt). Let erop dat er geen aanvaringen ontstaan (bijvoorbeeld doordat ploegen in dezelfde baan eindigen). Let op dat deelnemers niet onwel worden direct na de race (gevaar voor omslaan, medische assistentie nodig). • Als de race regelmatig is verlopen en er geen protesten zijn, kan de race goedgekeurd worden door de witte vlag omhoog te steken. De commissie van aankomst antwoordt door het eveneens opsteken van de witte vlag. Daarna kan de witte vlag omlaag. • Indien de race niet regelmatig is verlopen, kan de rode vlag worden gebruikt. De rode vlag betekent in het finishgebied niet meer (en niet minder) dan dat de uitslag nog niet officieel is vastgesteld (Bijvoorbeeld als er nog een ploeg moet worden uitgesloten, of als een reeds uitgesloten ploeg tussen de andere ploegen finisht). In eenvoudige gevallen kun je er ook voor kiezen nog even te wachten met het tonen van de witte vlag. • Indien er protesten zijn, vraag je de betreffende ploeg(en) om een toelichting. Indien het protest direct kan worden afgehandeld, en niet leidt tot wijziging van de uitslag, kan de witte vlag alsnog omhoog om de race goed te keuren. • Eventueel kun je ploegen nog een toelichting geven op beslissingen tijdens de race, zeker indien daar onduidelijkheid over zou kunnen bestaan. • Indien er bijzonderheden zijn die voor de Commissie van Aankomst van belang zijn (baanverwisseling tussen ploegen van dezelfde vereniging, uitsluitingen, opgave) of voor het hoofd van de jury, leg je aan bij de finishtoren. Anders vaar je terug naar de start.
Richting start varen •
Let op gedrag oproeiende en uitroeiende ploegen (verkeersregels en veiligheid): o op tijd in oproeibaan; o niet varen/stilliggen in de baan die gereserveerd is voor de kamprechterbootjes; o laten lopen voor wedstrijden; o niet vlak voor race uitroeien/rondmaken/oversteken; o trainen is tijdens de wedstrijden niet toegestaan. • Boot moet ruim voor aankomende wedstrijd (tenminste 400 meter) worden stilgelegd en naar de kant. • Let op obstakels (drijfhout, losgeslagen ballen, zwemmers) en verwijder ze indien nodig. • Let erop dat de baan nog steeds in orde is (baannummers boven juiste banen, geen laaghangende klosjes op tussenafstanden, juiste tijd op klokken, baanoverspanning hoog genoeg gehesen). Het kan voorkomen dat een andere kamprechter tijdens het volgen van een wedstrijd motorpech krijgt. In dat geval neem je de race over.
Bescherming ploegen De belangrijkste twee regels tijdens een race zijn: Artikel 39. RvR: 39.1. Elke ploeg heeft een afzonderlijke wedstrijdbaan en is zelf verantwoordelijk voor haar koersbepaling. 39.2. Een ploeg kan op eigen risico haar baan verlaten, mits zij daarmee geen van de andere ploegen in de race hindert of daaruit enig voordeel trekt. Kortom: Elke ploeg die in zijn eigen baan vaart heeft de bescherming van de kamprechter, alle andere ploegen niet.
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
12
Jurering bij roeiwedstrijden Een handreiking voor kamprechters
De volgende situaties zijn denkbaar (onvolledig overzicht): alle ploegen blijven keurig binnen de belijning van de baan. De kamprechter hoeft niet in te grijpen. een ploeg komt met de riemen in de baan van een tegenstander, maar blijft overigens in de eigen baan. De kamprechter grijpt alleen in als de riemen die van de tegenstander dreigen te raken, en stuurt dan de overtredende ploeg terug (dat kunnen dus ook beide ploegen zijn!). een ploeg verlaat zijn baan en gaat in de baan van een tegenstander varen (de romp van de boot gaat buiten de belijning). De actie van de kamprechter hangt hier af van de positie ten opzichte van de tegenstander: o de ploegen liggen naast elkaar (er is minder dan een bootlengte verschil): de overtredende ploeg wordt direct teruggestuurd, immers: een aanvaring dreigt! o de baanverlatende ploeg ligt ruim (vuistregel: meer dan een bootlengte) voor: het verlaten van de baan is toegestaan. Indien echter de tussenliggende afstand daarna dusdanig kleiner wordt dat er sprake is van hinder voor de achterliggende (beschermde) ploeg, dan dient de kamprechter de baanverlater terstond terug te verwijzen naar zijn eigen baan; o de baanverlatende ploeg ligt achter: Het is toegestaan de baan te verlaten. Echter, de ploeg is nu de bescherming van de kamprechter kwijt. Mocht hij de voorliggende (beschermde) ploeg bedreigen, en een aanvaring dreigt, dan dient de kamprechter de baanverlater te stoppen. twee ploegen die beiden niet in de eigen baan varen hinderen elkaar. Beide ploegen hebben niet de bescherming van de kamprechter. Alleen wanneer een aanvaring dreigt grijpt de kamprechter in (Stop!), anders niet. een ploeg gaat naar een baan die niet gebruikt wordt voor de race (bijvoorbeeld in Harkstede). De kamprechter stuurt de ploeg terug, wanneer de ploeg hieruit voordeel kan trekken (wind!) of indien gevaar dreigt. Bij het ontbreken van dergelijke omstandigheden treedt de kamprechter niet op (bij ontbreken dergelijke omstandigheden benadeelt de ploeg zichzelf door zijn baan te verlengen).
Opleiding
Plaatsvervangend kamprechter ben je na het halen van een theorie examen. Spreek als plaatsvervanger met je kamprechter af welke races jij gaat volgen. Om en om een wedstrijd, voor jou alleen de gestuurde vieren, of wil je juist die twee-zonder overgangsklasse meepakken? Spreek vooral na afloop je race goed door. Wat deed je goed en wat kan je beter doen?
Overig Kleding
Het tenue van de kamprechter bestaat uit een marineblauwe jas (blazer), licht overhemd (bijvoorbeeld lichtblauw), een grijze broek en een KNRB-das. Voor vrouwen geldt een analoog tenue. Het is belangrijk dat je kleding correct is. Van de roeiers, roeisters en stuurlieden verlangen we immers ook correcte en uniforme kleding, die voldoet aan het verenigingstenue.
Tot slot.
Kamprechteren leer je vooral door het veel te doen en goed te kijken hoe collega kamprechters het er vanaf brengen.
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
13
2.1.2.
Plaatsvervangend kamprechter
Reglementen
Artikel 31. RvR. De plaatsvervangend kamprechter treedt in de rechten en plichten van de kamprechter, als bedoeld in artikel 30, zodra deze zijn taak niet kan vervullen. U.R. Artikel 31 De plaatsvervangend kamprechter heeft tot taak de tijden van de ploegen op te nemen.
Korte beschrijving van taken
Reglementair gezien, heb je als plaatsvervangend kamprechter niet echt een wereldbaan: passief afwachten tot de kamprechter zijn of haar taken niet kan vervullen en omdat er toch niets beter te doen is de tijden van de ploegen opnemen, terwijl die ook door een tijdwaarnemingsysteem worden vastgelegd. Niets is minder waar: Een plaatsvervangend kamprechter is een kamprechter die in alle omstandigheden mag optreden onder supervisie van een kamprechter. Dit ter beoordeling van de kamprechter. En dit biedt ongekende mogelijkheden om in korte tijd een veelheid aan ervaringen op te doen. Te leren van fouten, zonder dat roeiend Nederland daar onnodig last van heeft. Er staat immers een ervaren kamprechter in de achterwacht, die zal ingrijpen op momenten dat het nodig is. Lees dus goed het hoofdstuk over het functioneren van de kamprechter, want daar staat alles in wat je moet weten om goed te kunnen functioneren.
Voorbereiding
Neem als plaatsvervangend kamprechter de voorbereiding op de wedstrijden serieus. Als je zelf aan wedstrijdroeien hebt gedaan lijkt alles vanzelfsprekend, maar vergis je niet. Vanuit een kamprechterboot ziet een roeibaan er echt heel anders uit dan vanuit een roeiboot of vanaf de wal. Bekijk goed hoe een kamprechter zich voorbereidt en vraag hier ook eens naar; dan krijg je een idee hoe de verschillende collega’s dat aanpakken.
Materialen Een kleine aanvulling op dit onderdeel ten opzichte van het hoofdstuk kamprechteren. Een echte beginnersfout is onvoldoende beschermende kleding. Beginnende plaatsvervangers laten zich nogal eens verrassen door de kou. Kleed je daarop. En dan niet een beetje, maar echt goed. Zorg voor een pet of muts (liefst blauw, grijs of zwart), handschoenen (eventueel van die halve handschoenen met open vingers) en zorg dat je veel laagjes aan hebt. Thermo ondergoed, liefst met lange mouwen en pijpen, is op vele dagen in het voorjaar echt geen luxe.
Communicatie Natuurlijk is voor een plaatsvervanger de kamprechter met wie je vaart, de belangrijkste persoon. Van hem of haar moet je het hebben, met haar of hem moet je ervoor zorgen dat je een leerzaam en leuk vaarblok hebt. Stel de kamprechter in staat, zich een beeld te vormen over jouw ervaring. Geef aan wat je graag wilt leren. Spreek vervolgens een aantal praktische zaken af zoals: • wie ‘staat’ bij welke wedstrijden – om en om wisselen / wel of geen ongestuurde nummers?; • hoe word je begeleid – wil je tijdens de wedstrijd gecoacht en begeleid worden of wil je een evaluatie na afloop van de race?
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
14
Jurering bij roeiwedstrijden Een handreiking voor kamprechters
Geef de kamprechter feedback over de manier waarop jij de begeleiding ervaart. Vertel op welke manier je wat aan de adviezen en tips hebt (of niet) en hoe je dat graag anders wilt hebben als je dat nodig vindt.
Opleiding De manier waarop in Nederland kamprechters worden opgeleid is een manier waarop vanuit vele landen met waardering en soms ook met enige jalousie wordt gesproken. Het is echt training on the job. Maak dan ook van zoveel mogelijk gebruik van de unieke kans je te bekwamen onder begeleiding van een ervaren collega. Blijf overigens ook wat de theorie betreft op de hoogte en volg dus ook de trainingsblokken tijdens de Nationale Roeidag en laat je neus zien op de Voorjaarsbijeenkomst van de kamprechtercommissie. Dergelijke bijeenkomsten zijn niet alleen noodzakelijk om toegelaten te worden voor het kamprechterexamen, ze zijn ook gezellig en vermakelijk. Voor meer informatie over de opleiding wordt verwezen naar hoofdstuk 4.
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
15
2.2.1.
Starter
Reglementen
Artikel 32 RvR 32.1 De starter ziet erop toe, dat de deelnemers zich tijdig en volgens de reglementen aan de start melden. 32.2 De starter wijst de boeien toe met in acht neming van de lotingvolgorde. 32.3 De starter geeft het startsein als de aligneur aangeeft dat de ploegen goed zijn gealigneerd. 32.4 De starter moet de race staken indien de aligneur aangeeft dat er een onregelmatige start heeft plaatsgevonden.
Korte beschrijving van taken
De kerntaak van de starter is het zorgdragen voor een veilige en reglementaire start. Dit behelst onder meer bewaken van de veiligheid in het startgebied, toezien op tijdige starts, communicatie met ploegen, toewijzen boeien, startsein geven, staken van de race bij een onregelmatige start en eventueel uitsluiten van ploegen die twee waarschuwingen hebben gekregen. Al deze taken maken starten een spannende bezigheid. Maar als ongeschreven wet geldt dat je als starter ook voor rust in het startgebied moet zorgen. Rust betekent op schema werken, een rustig stemgebruik en kernachtige duidelijke teksten door de microfoon.
Voorbereiding Voordat je naar de starttoren gaat Starten is voor de meeste kamprechters geen alledaagse bezigheid. Afhankelijk van je ervaring is het dus van belang dat je je thuis goed voorbereidt op de taak die je als starter moet vervullen. • Wat staat er over het starten in het reglement, welke volgorde der dingen moet je daarbij aanhouden?; • Neem eventueel checklists mee; • Hoe communiceer je met ploegen, de wedstrijdleider, mede-officials etc.?; • Neem verder de loting voor jouw starts helemaal door en weet hoeveel heats steeds een veld maken; • Geef op je lotingen aan welke velden op de rand van een promotiecode zitten: dan weet je dat, als er één boot uitvalt, de promotiecodes veranderen en je heats in elkaar moet schuiven; • Als je naar een wedstrijd met internationale deelnemers gaat, neem dan de Engelse startprocedure thuis nog door.
Op de starttoren
Voordat je de starttoren op gaat, kijk je of alles klopt. Belangrijk voor ongestuurde nummers zijn de richtvizieren, die de roeiers helpen de goede koers te varen. De meeste checks in de starttoren gelden met name voordat je de eerste starts gaat doen. Kijk of alle apparatuur er is en of het werkt. Let ook op de telefoon, evt. hotline naar de aligneur (babyfoon) en de koptelefoon met microfoon voor de partylijn, waar de tijdwaarneming op is aangesloten.
Materialen: Op de starttoren heb je veel materialen nodig. Van huis en van de finishtoren neem je één en ander mee. Daarnaast is er de startinstallatie, die iemand voor je installeert. Ook moet de grote klok buiten het doen. Ten slotte moet er een groot schoolbord met krijtjes zijn.
Checklist Wat neem je mee van de finishtoren: lotingen; stopwatch - als je zelf geen stopwatch hebt;
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
16
Jurering bij roeiwedstrijden Een handreiking voor kamprechters
rode startvlag, zo mogelijk met een wit kruis; witte vlag; bel (er is meestal één speciale voor de starttoren); megafoon (voor als je startinstallatie uitvalt) (testen voor vertrek); evt. portofoon (in ieder geval bij de Beekse Bergen) (testen voor vertrek). Op de start moet aanwezig zijn: startinstallatie (op de Bosbaan is dit heel uitgebreid, bij de andere banen niet veel meer dan microfoon en eventueel startpulsapparaat); klok - loopt die op tijd?; communicatieapparatuur (telefoon en / of hotline, portofoon, en/of computer met beeldscherm), voor verbinding met aligneur, kamprechter en wedstrijdleider (op de Beekse Bergen kan communicatie met de kamprechter direct plaatsvinden want het bootje ligt aan het startvlot); lijst met telefoonnummers van wedstrijdleiding, weging etc; communicatie apparatuur voor verbinding met de tijdwaarneming (op de Bosbaan en Harkstede: een koptelefoon met microfoon waarmee gecommuniceerd kan worden op de partylijn met de tijdwaarneming; op de Beekse Bergen gebeurt dit via de hulpaligneur); eventueel een schoolbord met krijtjes.
Communicatie Als starter communiceer je veelal door de microfoon en schalt je stem door het hele startgebied. Maar je moet wel de rust in het startgebied waarborgen en dat houdt in dat je met zo weinig mogelijk woorden en met rustig en duidelijk praten je boodschap over moet brengen. Voor veel situaties kun je vaste steekwoorden en korte zinnetjes gebruiken. Ga in geen geval door de microfoon discussies aan met roeiers, coaches en mede-officials. Als je van roeiers iets wilt weten, stel je vraag dan zo dat de roeier alleen zijn hand op hoeft te steken voor een 'ja'. Check of je boodschappen en mededelingen worden begrepen. De hulpstarter regelt de communicatie met aligneur, wedstrijdleiding en het hoofd van de jury.
Taakuitvoering Controles vooraf • • • • •
Voor de eerste start controleer je alle apparatuur die er in de starttoren is; Check het geluid, de lichten, probeer alle knoppen uit, die je tijdens het starten nodig hebt; Geef een proefpuls en check bij de tijdwaarneming of ze die ontvangen. Wanneer je wil beginnen met starten, vraag je of de tijd gereed is - ook zij hebben apparatuur in orde te brengen; Ook check je alle communicatielijnen. Werkt de telefoon, de portofoon, of de hotline naar de aligneur (babyfoon)? Heb je verbinding met de tijd via de partylijn? (Bij de Beekse Bergen zit dit bij de aligneur); Verder check je de baan. Ligt er geen rommel in het startgebied, gaat alles goed met boten in de oproeibaan? Worden er ergens op de roeibaan werkzaamheden verricht waardoor de roeibaan nog niet beschikbaar is, zoals het opbinden van startklosjes?
Het startgebied De eerste 100 meter van de roeibaan vormt het startgebied. Daarin heb jij als starter bevoegdheden die soms overlappen met die van de kamprechter. Tijdens de eerste 100 meter van de race zal het in de praktijk de kamprechter zijn die de besluiten neemt, maar jij hebt ook het recht om aanwijzingen te geven en eventueel de race te staken - uiteraard doe je dit alleen als de kamprechter nog niet achter de race vaart (ongeveer de eerste 25 meter), of als de kamprechter niet reageert.
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
17
Communicatie vooraf met wedstrijdleiding en hoofd van de jury
Als starter moet je precies weten wie wanneer komt starten. Bijzonderheden, die daarbij van belang kunnen zijn, krijg je meestal van de wedstrijdleider te horen. Hierbij kun je denken aan: • Afmeldingen - verandert de promotiecode?; • Waarschuwingen - heeft de betreffende ploeg er al één?; • Uitsluitingen - bijvoorbeeld door uitwegen of twee waarschuwingen; • Veranderingen in startschema - schrijf het voor iedereen groot en duidelijk op het schoolbord; • Bijzonderheden van de weging - kan soms ook rechtstreeks door weging worden doorgegeven, maar bij voorkeur via wedstrijdleiding; • Bijzonderheden over kleding en riemen gebruik - zijn er dispensaties / ontheffingen aangevraagd?; • Bijzonderheden over veranderingen van ploegleden, eventueel van een andere vereniging - weet de wedstrijdleiding dat? In de praktijk zal de hulpstarter over al deze zaken communiceren via telefoon. Op rustige momenten moet de hulpstarter steeds dit soort informatie doorgeven aan de starter. Er zijn ook zaken die van de start aan de wedstrijdleiding moeten worden gemeld, zoals wijzigingen in boei indeling en verschuiven van starttijden. Alle communicatie gebeurt zoveel mogelijk via de wedstrijdleiding.
Monitoren van ploegen in het startgebied Bepaal bij de afstemming tussen de werkzaamheden van de starter en de hulpstarter wie de aanwezige ploegen in het startgebied inventariseert. Je vinkt ze af en checkt of ze op tijd zijn. Zo niet, dan registreer je de waarschuwing, die je straks moet geven. Voor je begint aan het starten van een nieuw veld, moet je weten of alle boten er zijn en of je dus wel of niet moet gaan schuiven in de heats. Als je ploegen mist, kun je in eerste instantie via de partylijn vragen of er op de 500, 1000, 1500 bepaalde boten zijn gesignaleerd. Als je dan nog steeds bepaalde ploegen mist, communiceert de hulpstarter hierover met de wedstrijdleiding. Indien promotiecodes veranderen, maak je een nieuwe heatindeling. Je deelt dit mee (via de hulpstarter) aan de wedstrijdleiding, aan de tijdwaarneming, aan de aligneur en ten slotte aan de roeiers. Je deelt de roeiers hun nieuwe banen toe en vertelt hoeveel boten per heat er bij deze indeling naar de finale gaan. Om te gaan starten, wijs je ongeveer vijf minuten voor de starttijd, en als de vorige heat het startgebied heeft verlaten, de komende heat hun banen toe. Daarmee geef je de ploegen het recht op hun baan, daarin mogen zij nu alleen roeien of nog een startje maken. Je kunt vervolgens nog zeggen 'Nog 3 minuten' (met name als je achterloopt op schema). Een ploeg heeft dan nog één minuut om op tijd aan zijn vlot te gaan liggen. Voor laatkomers is dit een impliciete aansporing dat ze moeten opschieten. Vermijd overbodige communicatie, maar je zou een minder ervaren ploeg die nog komt aanroeien, kort kunnen zeggen dat ze gelijk naar de voor hen vastgestelde boei moeten gaan. Nu controleer je: • Zijn alle ploegen juist gekleed? Zo niet, noteer je dat; • Voldoet hun materiaal aan de eisen? - boegbal, kleur bladen; • Is de aligneur beschikbaar?; • Is er een kamprechter met boot beschikbaar?; Uiterlijk twee minuten voor de starttijd moeten alle ploegen vast aan hun startponton liggen. Roeiers kunnen nu nog hun oproei-jasjes uitdoen, materiaal checken, boot recht leggen, etc. Terwijl er gealigneerd wordt, check je: • Ligt iedereen in de juiste baan? Van ploegen van dezelfde vereniging heb je namen van boegen of slagen opgezocht. Je noemt de naam op en vraagt de persoon zijn hand op te steken; • Staan er waarschuwingen?
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
18
Jurering bij roeiwedstrijden Een handreiking voor kamprechters
Startprocedure
Wanneer je wilt dat de startprocedure begint, zeg je 'Gereed' (loop je achter op schema? dan begin je sneller; anders begin je bijvoorbeeld wanneer de aligneur bijna klaar is); dit betekent dat formeel de startprocedure is begonnen en dat roeiers onder startorders staan, en klaar moeten gaan zitten. De aligneur is meestal nog bezig en nu controleer jij: • Deel de eventuele waarschuwingen uit en vraag om een oranje pyloon bij de betreffende banen. Je kunt ploegen vragen hun kleding te uniformeren. Bij twee waarschuwingen sluit je de ploeg uit en laat die baan leeg; • Heeft iemand ballast bij zich? -dat heeft de wedstrijdleiding doorgegeven. Je vraagt de betreffende stuurtjes die te laten zien; • Is de aligneurslijn vrij?; • Is de baan nog vrij -zijn er geen plotseling overstekende ploegen of snelvarende kamprechterboten met grote golven?; • Is de hulpstarter klaar? -handmatige back-up tijd; • Is de tijdwaarneming klaar?; • Ligt de kamprechter met boot klaar, met de motor aan? Wanneer de aligneur klaar is en zijn witte licht aan doet of witte vlag omhoog doet, begin je met de ‘rollcall’. Met verkeerslichten: • Je noemt de namen van de ploegen aan de start in de volgorde van de boeien, kijkt ze daarbij één voor één aan (is alles in orde?); • Check: is de baan nog vrij, liggen de ploegen klaar en recht, en is het witte licht nog aan? o zo nee: 'HERSTEL' en begin de rollcall van voren af aan; o zo ja: 'OPGELET'; • Druk vervolgens op de rode knop (rood licht aan); • Kijk van links naar rechts nog 1x en check wit licht van de aligneur; • Na een variabele pauze van 1 tel tot 5 seconden druk je op de startknop zodat: o licht op groen gaat; o geluid klinkt; o tijd start; o beeld bij de aligneur bevriest; o hulpstarter met de hand back-up tijd start. Met vlaggen: • Je noemt de namen van de ploegen aan de start in de volgorde van de boeien, kijkt ze daarbij één voor één aan (is alles in orde?); • Check: is de baan nog vrij, liggen de ploegen klaar en recht, en is de witte vlag van de aligneur nog omhoog? o zo nee: 'HERSTEL' en begin de rollcall van voren af aan; o zo ja: 'OPGELET'; • Doe de rode startvlag met twee handen duidelijk omhoog; • Kijkt van links naar rechts nog 1x en check witte vlag van de aligneur; • 'AF!' en zwaait tegelijk de vlag hard naar beneden; o de hulpstarter heeft tegelijk de puls gegeven; o de hulpstarter heeft back-up tijd gestart; • De tijd tussen rood licht en 'af' is variabel maar altijd tussen 1 tel en 5 seconden. Je doet nu een 'nacheck': • Geeft de aligneur nog steeds wit, of was de start vals?; • Blijven alle ploegen in hun baan? - als de kamprechter nog niet achter de race zit, moet jij vanaf de toren met je vlag aanwijzingen geven;
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
19
•
Via de hulpstarter: is bij de tijdwaarneming of de startpuls is ontvangen? Zo niet, dan geeft de starter of hulpstarter na een bepaalde tijd, bijvoorbeeld 30 seconden, (gebruik hiervoor je stopwatch) een nieuwe puls en geeft aan de tijdwaarneming door hoeveel tijd er is verstreken sinds de start.
Vanaf het 'Twee minuten'-signaal zijn de ploegen zelf verantwoordelijk voor het recht liggen, dus ook tijdens de ‘rollcall’. In de praktijk, als er een boot erg scheef waait, onderbeek je de rollcall met 'herstel, gaat U recht liggen' + naam vereniging, anders gaat het direct na de start uiteraard fout. Je begint de rollcall dan weer opnieuw. Bij te veel wind hanteer je de verkorte startprocedure.
Verkorte startprocedure
In bijzondere omstandigheden kan de starter de verkorte startprocedure volgen. De starter moet de ploegen vooraf daarover informeren. Bij deze procedure wordt het noemen van de namen van de ploegen achterwege gelaten. Dit geldt bijvoorbeeld als het hard waait en de ploegen niet lang recht kunnen liggen. Met verkeerslichten: • Aligneur doet witte licht aan; • 'OPGELET'; • Druk op rode knop (rood licht aan); • Kijkt van links naar rechts nog 1x en check wit licht van de aligneur; • Je drukt op de startknop: o licht gaat op groen; o geluid klinkt; o tijd start; o beeld bij de aligneur bevriest; o hulpstarter heeft back-up tijd gestart. Met vlaggen: • Aligneur doet witte vlag omhoog; • 'OPGELET'; • Rode startvlag met twee handen omhoog; • Kijkt van links naar rechts nog 1x en check witte vlag van de aligneur; • 'AF!' en zwaait tegelijk de vlag hard naar beneden; o de hulpstarter heeft tegelijk de puls gegeven; o de hulpstarter heeft back-up tijd gestart.
Valse start
Wanneer een wedstrijd gestart is, kijkt de starter naar de aligneur om te zien of hij de start goedkeurt. Bij een valse start: • Aligneur geeft een valse start aan door de witte vlag met kracht (harde tik) naar beneden te laten vallen en vervolgens de rode vlag ter hand te nemen; • Druk gelijk op de knop voor een valse start / bel en zwaai duidelijk met de rode vlag. • Je meldt door de microfoon 'komt u terug naar de start'; • De aligneur stelt de oorzaak van de onregelmatigheid die tot stilleggen van de race leidt, vast. Het kan een valse start zijn geweest, maar ook kan het zijn dat de boten nog niet goed klaar lagen. Het is ter beoordeling van de kamprechter, of een ploeg wel of geen waarschuwing krijgt. Ook boten die meegingen in de veroorzaakte start van een ander wordt een valse start toegerekend. Je laat dan een oranje pyloon of bal plaatsen bij de veroorzaker(s).
Onregelmatigheden in het startgebied
Het reglement zegt dat bij onregelmatigheden in het startgebied de race gestaakt wordt. In de praktijk betekent dat, dat als een ploeg in de eerste 100 meter stopt met roeien, een aanvaring krijgt of materiaalpech krijgt, de kamprechter dan wel de starter de race zal staken.
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
20
Jurering bij roeiwedstrijden Een handreiking voor kamprechters
De kamprechter is de 'baas' over zijn race. Het is bijna altijd de kamprechter die de race zal staken. De starter speelt een ondersteunende rol en zal nadat de kamprechter belt en vlagt, ondersteunen door te bellen en te vlaggen en via de microfoon ploegen weer uit te nodigen naar de start. Er bestaat in het startgebied wel een belangrijke interactie tussen starter en kamprechter. In Nederland mag je als starter een zeker pragmatisme hanteren, en mag je, in bepaalde gevallen, bij onregelmatigheden een race staken: • Als de kamprechter nog niet achter de race zit, in de eerste 25 meter, heeft alleen de starter goed zicht over de race, en kan hij afbellen; • In het geval dat de kamprechter corrigerend bezig is aan de ene kant van het veld, bijv. baan 1 en 2, kan hij de andere kant minder goed zien. Als er dan op een ander punt in het veld, bijv. tussen baan 5 en 6, een aanvaring dreigt, kan je als starter de kamprechter, die elders bezig is, ondersteunen door met je witte vlag aanwijzingen te geven aan die ploegen, net zoals de kamprechter dat anders zou doen. Mocht er zich nu echt een aanvaring voordoen, moet je als starter inschatten of de kamprechter de aanvaring ziet. Ziet de kamprechter het, en die laat het willens en wetens gaan, dan doe je niets; hij is immers de baas. Ziet de kamprechter het om wat voor reden dan ook, niet, dan kan je als starter de race staken. Het zou immers een slechte situatie zijn om alle ploegen eerst de hele race te laten varen, om er aan het eind achter te komen dat alles weer over moet omdat de kamprechter de aanvaring (als enige?) niet zag. Maar houd wel in gedachte: nooit de kamprechter 'overrulen' die bewust een besluit neemt; hij is de baas! Na het staken van de race, vraagt de kamprechter de veroorzakende ploeg wat het probleem is en zorgt dat dit ter plekke opgelost wordt. De veroorzakende ploeg krijgt zo nodig een waarschuwing en er wordt opnieuw gestart. Indien het oplossen van het probleem langer duurt, kan de heat kortstondig worden uitgesteld.
Start aanpassen
Er zijn omstandigheden die kunnen leiden tot een aanpassing in de startprocedure. • Als er in een heat internationale ploegen roeien, gebruik dan de Engelse start procedure. Die startprocedure kent niet de term 'gereed'. In plaats daarvan wordt 2 minuten voor de start '2 minutes' gezegd, waarmee de roeiers onder startorders staan. Verder doe je de rollcall als normaal en vervang je 'opgelet' voor 'attention' en 'af' voor 'go'. (let op: “two minutes” is ook echt 2 minuten!) • Als ploegen tijdens het oproeien materiaalpech krijgen en dat melden aan een official, overleg je met het Hoofd van de Jury of je die start kan omwisselen met een andere zodat de 'pechploeg' nog wel mee kan varen. Dit meld je door het schoolbord met de gewijzigde start op de starttoren te hangen, daarnaast kun je het aan de ploegen van de betreffende start meedelen door de microfoon . • Als het hard waait, kun je besluiten bepaalde -zeer voordelige of nadelige- banen niet te gebruiken. Je kunt ook de verkorte startprocedure hanteren (zie hierboven). • Wanneer weersomstandigheden te ruw worden, kan je in overleg met het Hoofd van de Jury en de wedstrijdleiding besluiten de wedstrijd tijdelijk te staken.
Opleiding
De plaatsvervanger heeft bij de start meestal de functie van hulpstarter. Dat is op zich al een functie waarin ontzettend veel te doen en te leren valt. Er is overlap met de taken van de starter. Als plaatsvervanger kan je veel leren over de communicatie die bij, van en naar de start plaatsvindt, en over alle checks die de starter steeds uitvoert. De starter kan de plaatsvervanger ook starts laten doen, dan kunnen de minder risicovolle velden worden uitgekozen.
Overig Tips
Als je achterloopt op schema, kun je tijd inhalen door de volgende heats steeds al naar voren op de oproeibaan in het startgebied te roepen. Maar let op: officieel mogen ploegen pas in het
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
21
startgebied komen als deze vrij is voor hun race. In Nederland wordt dit in de praktijk niet strikt toegepast. Dus in het startgebied is het extra belangrijk dat oproeiende ploegen netjes in een rij gaan liggen, niet de startende boten hinderen, en niet voor de aligneurslijn gaan liggen.
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
22
Jurering bij roeiwedstrijden Een handreiking voor kamprechters
2.2.2.
Hulpstarter
NB: lees eerst de paragraaf over de starter. Deze paragraaf is veelal aanvullend.
Reglementen
Artikel 32 RvR 32.1 De starter ziet erop toe, dat de deelnemers zich tijdig en volgens de reglementen aan de start melden. 32.2 De starter wijst de boeien toe met in acht neming van de lotingvolgorde. 32.3 De starter geeft het startsein als de aligneur aangeeft dat de ploegen goed zijn gealigneerd. 32.4 De starter moet de race staken indien de aligneur aangeeft dat er een onregelmatige start heeft plaatsgevonden.
Korte beschrijving van taken Als hulpstarter help je de starter met al zijn werkzaamheden. De starter is hoofdverantwoordelijk voor alle taken. Dit houdt dus in dat je als hulpstarter ten alle tijde goed moet samenwerken met de starter: je spreekt met elkaar af wie wat en wanneer doet, en hoe je hierover met elkaar communiceert. In de praktijk houdt het in: • dat je de (start)tijdregistratie doet; • communiceert met wedstrijdleiding, tijdmeting, aligneur, kamprechter en weging via communicatiemiddelen als telefoon, portofoon, partylijn, hotline (babyfoon); • helpen met het tellen en registreren van boten die aan komen roeien naar het startgebied.
Voorbereiding / materialen Zowel voordat je naar de starttoren gaat, als op de starttoren, bereid je je net zo voor en doe je dezelfde dingen als de starter. Het is belangrijk om met de starter af te spreken wie wat doet en op welke momenten jij de informatie aan de starter doorgeeft. Wees als hulpstarter pro actief in het opnemen van taken en vertel wat je gedaan hebt. Door opmerkzaam te zijn en zelf te komen met dingen die al gedaan zijn, geef je de starter een teken dat hij jou zaken kan toevertrouwen, en vaak zal een starter dan eerder en meer dingen uit handen geven.
Communicatie De hulpstarter is constant bezig met communicatie 'op de achtergrond'. Dat wat zich voor de microfoon afspeelt doet de starter, maar al het andere doe jij. Je bent degene bij wie informatie binnenkomt en je moet dat tijdig en op gepaste momenten doorgeven aan de starter. Jij moet vooruit- en meedenken met de starter. Je praat met wedstrijdleiding over heel veel zaken zoals: • Afmeldingen - verandert de promotiecode?; • Waarschuwingen - heeft de betreffende ploeg er al één?; • Uitsluitingen - bijvoorbeeld door uitwegen of twee waarschuwingen; • Veranderingen in startschema - schrijf het voor iedereen groot en duidelijk op het schoolbord; • Bijzonderheden van de weging - kan soms ook rechtstreeks door weging worden doorgegeven, maar bij voorkeur via wedstrijdleiding; • Bijzonderheden over kleding en riemengebruik - zijn er dispensaties / ontheffingen aangevraagd?; • Bijzonderheden over veranderingen van ploegleden, eventueel van een andere vereniging - weet de wedstrijdleiding dat? Er zijn ook zaken die van de start aan de wedstrijdleiding moeten worden gemeld, zoals wijzigingen in boei-indeling en verschuiven van starttijden. Alle communicatie gebeurt zoveel mogelijk via de wedstrijdleiding en via de telefoon en/of via het beeldscherm. Verder praat je over de partylijn (bij de Beekse Bergen zit dit bij de aligneur) met de tijdwaarneming op de finishtoren, je houdt in de gaten of ze gereed zijn als er gestart gaat
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
23
worden. Je praat met aligneur en kamprechter via de hotline (op de Bosbaan), portofoon of direct in persoon (op Beekse Bergen).
Taakuitvoering: De taak van de hulpstarter betreft hoofdzakelijk het vooruit denken over wat de starter straks voor info nodig heeft. Heb oplossingen klaar en uitgedacht voor eventuele wijzigingen die kunnen optreden. Je moet met zijn tweeën (of soms drieën) voor tijdige, eerlijke en veilige starts zorgen. Dat vergt wederom oplettendheid van de kant van de hulpstarter: als de starter iets over het hoofd ziet, geef jij dat aan. Er zijn drie hoofdtaken voor de hulpstarter: • Tijdmeting (dit is op de Beekse Bergen geen taak van de hulpstarter) o Belangrijk: tijdmeting heeft voorrang op alle andere taken van de hulpstarter. o Bij de witte vlag / wit licht geef je aan de tijdwaarneming door welke heat met welke banen bezet gereed ligt (via partylijn of portofoon); o De hulpstarter drukt tegelijkertijd de pulsknop en zijn stopwatch in op het moment dat de startvlag begint te bewegen. Met een startlichtinstallatie is er geen aparte pulsknop, en verzorg je alleen de back-up tijd; o De hulpstarter controleert bij de tijdwaarneming of de startpuls is ontvangen. Zo niet, dan geeft hij na een bepaalde tijd (zie stopwatch, bijvoorbeeld 30 seconden) een nieuwe puls en geeft aan de tijdwaarneming door hoeveel tijd er is verstreken sinds de start. Dus bijvoorbeeld: “tijdwaarneming, na 30 seconden geef ik een nieuwe puls: NU”. ; o Bij een valse start geef je dat aan de tijdwaarneming door. • Assistentie starter o Opzoeken van namen bij meerdere ploegen van een vereniging in dezelfde wedstrijd; o Helpen bij het tellen en afvinken van aanwezige ploegen (bijvoorbeeld bij voorwedstrijden met 13 deelnemers) Wie zijn er te laat? Wie zijn er niet? Wedstrijdleiding bellen indien er verschuivingen in promotiecode plaatsvinden; o Voorbereiden nieuwe indeling bij gewijzigd aantal ploegen; o Doorgeven van wijzigingen en gegevens over ballast aan de starter (op een rustig moment!); o Let er samen met de starter op dat niet alleen de ploegen, maar ook de kamprechter gereed is; o Op de Beekse Bergen: klaarleggen van ploegen voor de volgende heat. • Communicatie o Van wedstrijdleiding naar hulpstarter: wijzigingen in het wedstrijdschema (uitgevallen/ontbrekende ploegen, verschoven starttijden), waarschuwingen (en de reden), overige bijzonderheden; o Van hulpstarter naar wedstrijdleiding: Wijzigingen in boei-indeling (bijvoorbeeld door uitvallen van ploegen), verschuivingen starttijden; o Eventueel met de weging over ballast / uitgewogen ploegen (kan ook via wedstrijdleiding); o Met aligneur / kamprechter (bijvoorbeeld over waarschuwingen, valse starts) o Alle communicatie dient zoveel mogelijk via de wedstrijdleiding te gebeuren via beeldscherm en/of telefoon.
Overig Tips
Er zijn veel raakvlakken met de taken van de starter, daardoor is er veel interactie tussen de starter en hulpstarter. Bijvoorbeeld over de communicatie die bij, van en naar de start plaatsvindt, en over alle checks die de starter steeds uitvoert. Je kunt door de starter worden ingezet voor het starten van de minder risicovolle velden. De functie van hulpstarter is op zich al een functie waarin ontzettend veel te doen en te leren valt. Je zult eerst deze functie goed onder de knie moeten hebben voordat je kunt gaan starten. Wanneer jij jouw taken als hulpstarter 'onder controle' hebt, let dan goed op wat de starter
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
24
Jurering bij roeiwedstrijden Een handreiking voor kamprechters
allemaal doet. Wanneer heeft hij welke informatie nodig (probeer vooruit te denken en hem die informatie op tijd te geven), hoe beïnvloedt hij de sfeer in het startgebied, hoe lukt het om met een tijdsdruk toch op schema te starten?
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
25
2.3.
Aligneur
Reglementen
Artikel 33.RvR Alléén de aligneur stelt vast of de boten correct zijn gealigneerd en of één of meer van de ploegen een onregelmatige start heeft veroorzaakt. U.R. Artikel 38 Valse start i. Iedere boot die de startlijn passeert nadat de starter de startvlag heeft geheven -bij gebruik van een lichtinstallatie: het rode licht heeft aangeschakeld- en voordat de vlag begint te bewegen -bij gebruik van een lichtinstallatie: het groene licht aan is-, heeft een valse start veroorzaakt.
Korte beschrijving van taken De eerste taak van de aligneur is ervoor te zorgen dat alle boten voor de start recht op de startlijn klaarliggen. Wanneer dat gebeurd is, geeft hij dat door middel van het witte licht of de witte vlag aan de starter door. De tweede taak van de aligneur is het vaststellen van een valse start; de aligneur is de enige die dat mag (en kan) vaststellen.
Voorbereiding Voordat je naar het aligneurshok gaat Neem vlaggen, een loudhailer en eventueel een bel (als er genoeg zijn) mee van de finishtoren als je als eerste aligneert, en voor jezelf de nieuwste loting. Na afloop van je dienst laat je die spullen meestal staan. Je opvolger kan dan direct aan de slag. Als je iemand anders opvolgt, informeer dan voor je er naar toe gaat of de spullen er zijn. Zo voorkom je dat je zonder spullen zit of als je ze bij voorbaat meeneemt, dat anderen niets meer hebben.
In het aligneurs hok Wanneer je aan je blok begint, ben je weer een nieuwe stem voor de jongens en meisjes die op de vlotten de boten vasthouden ('vlotbemanning'). Stel jezelf even voor en check of de installatie werkt door iedereen te vragen zijn of haar hand op te steken. Kijk ook of er een coördinator is die de vlotbemanning aanstuurt, vlotten verschuift en pylonen voor waarschuwingen neerzet. Voor elke heat moet er genoeg vlotbemanning zijn en moeten de vlotten op de juiste lengte liggen. Het is vaak handig om een lijstje te hebben waarop staat hoever de vlotten moeten worden uiten ingeschoven bij de verschillende boottypen; kijk of dat er ligt, vraag het anders even aan je voorganger. Op de Bosbaan heb je een computer, camera, lichten en communicatiemiddelen. Op andere plaatsen heb je in ieder geval vlaggen tot je beschikking. Maak jezelf weer vertrouwd met de spullen en check of het allemaal werkt, zelfs als je ze net van iemand hebt overgenomen. Je eventuele voorganger heeft vaak nog wel wat informatie voor je over de gang van zaken, dus vraag ernaar. Ga precies recht voor de lijn zitten, en zorg dat je voldoende zicht hebt.
Materialen Als aligneur heb je weinig materialen nodig: hoofdzakelijk een loting en een rode en een witte vlag. Die vlaggen neem je ook mee als er een lichtinstallatie is, want die kan uitvallen. Bij gebruik van de startinstallatie op de Bosbaan is er (meestal) een laptop en een lichtinstallatie. Bij de Bosbaan en op Harkstede is wel een hokje, maar bij de Beekse Bergen zit je in de open lucht.
Checklist
In het aligneurshokje heb je nodig: Programmaboekje;
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
26
Jurering bij roeiwedstrijden Een handreiking voor kamprechters
Loting; Witte en rode vlag; Loudhailer (testen voor vertrek); Eventueel een bel (als er genoeg voorradig zijn); Stopwatch in Tilburg voor reserve startpuls.
Communicatie
Als aligneur heb je voornamelijk te maken met de vlotbemanning, de starter, de hulpstarter en de kamprechter. Het is meestal een raar soort communicatie: jij zegt in je microfoon (Bosbaan of Harkstede) of loudhailer (Beekse Bergen) tegen de vlotbemanning bijvoorbeeld: 'boei 4: 0,5 meter naar voren', en de vlotbemanning 'antwoordt' door te doen wat je vraagt. Houd de opdrachten kort en concreet. Dus geen lange verhalen als: 'boei 4 ligt erg ver naar voren, daar gaan we wat aan doen'. Houd er rekening mee dat de mensen niet terug kunnen praten. Als je toch reactie wilt, vraag dan of er een hand opgestoken wordt. Spreek de vlotbemanning niet bij hun naam aan, misschien hebben ze gewisseld en reageert de verkeerde op je verzoek. Op de Beekse Bergen is het kort houden van je tekst nog belangrijker omdat je met lange verhalen door de loudhailer de rust verstoort. Met de starter en kamprechter, communiceer je hoofdzakelijke via je witte of rode vlag. Mocht het zo zijn dat je een valse start signaleert, dan wordt de communicatie ook werkelijk mondeling en geef je via de hotline (babyfoon) of telefoon door aan de hulpstarter wie vals startte(n).
Taakuitvoering Controles vooraf De startinstallatie, pulsknop of ringlijn hoef jij niet te installeren, maar check wel of alles werkt. Voor de volledigheid kun je in de gaten houden (als een paar extra ogen) of de roeiers in de juiste baan gaan liggen, juiste kleding aan hebben en of de kamprechter gereed is. Voordat de starter de volgende heat uitnodigt in het startgebied, stel je vast: • Is er genoeg vlotbemanning op de te gebruiken vlotten aanwezig?; • Welke bootsoort wordt er nu gestart - moeten de vlotten verschoven worden?; • Is je zicht op de lijn en het veld vrij - of moet je nog kamprechters en/ of motorboot bestuurders wegjagen?
Tussen de heats in Als in de volgende heat een ander boottype start, vraag dan de vlotbemanning de vlotten te verschuiven. Vooral aan het begin van de dag moet je aangeven hoeveel schotten ze precies moeten verschuiven. Het kan ook zijn dat er bij een volgende heat minder banen gebruikt worden. Als dat even zo blijft, kan je de overbodige vlotbemanning pauze geven; met name als het regent, is dat voor hen wel zo fijn!
Tijdens het aligneren Zorg voor goed zicht op je lijn en het startgebied. Stuur kletsende mensen weg, en de starter zorgt ervoor dat je startlijn (met name in de oproeibaan) vrij blijft. Begin met aligneren zodra de eerste boot aan zijn startponton ligt; dat kan al vóórdat de starter 'gereed' heeft gezegd. Als alle boten op één lijn liggen, doe dan het witte licht aan/ steek je witte vlag duidelijk omhoog, Die houd je hoog - ook als de starter nog 2 minuten wil wachten! Als de boten verplaatsen en niet meer op één lijn liggen, laat je de witte vlag weer zakken / doe je je witte licht uit, en begint weer te aligneren. De starter ziet dit, zegt 'herstel' en doet de rollcall pas opnieuw als jij de witte vlag weer omhoog steekt / het witte licht weer aan doet.
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
27
Tijdens de rollcall kan je nog kleine aanwijzingen doorgeven. Laat je witte vlag niet steeds zakken als je kleine correcties doet tijdens de rollcall. Beslis tijdens de rollcall of de ploegen goed gealigneerd liggen. Zo ja, houd de witte vlag hoog, zo nee, laat dan vlug de vlag zakken / doof het witte licht. Na de rollcall en voor 'opgelet', zal de starter nogmaals de witte vlag / het witte licht controleren, en zien wat je beslissing is.
Tijdens de start
Op het moment dat de starter op de startknop drukt, zal het beeld op je computer bevriezen en zie je direct of de boten op één lijn zijn weggegaan. Als je geen computer hebt, doe je dit gewoon met het blote oog. Als er boten te vroeg vertrokken zijn, geef je een valse start aan door je rode licht in te drukken. Of: als je vlaggen gebruikt, dan laat je de witte vlag snel vallen (liefst met flinke tik), en steek je de rode vlag duidelijk in de lucht. Als dit de starter en kamprechter ontgaat, trek je op een andere manier de aandacht en gebruik je je bel of eventueel loudhailer. Jij als aligneur bent de enige die vaststelt welke boten vals zijn gestart. Je geeft aan de starter door welke boten allemaal vals zijn gestart. Ook boten die meegingen in de veroorzaakte start van een ander wordt een valse start toegerekend. Maar, het zijn de starter of de kamprechter die de race daadwerkelijk kunnen beëindigen!
Opleiding Op de Bosbaan is vaak geen plaatsvervanger ter plekke. Bij de Beekse Bergen is dit wel noodzakelijk, immers de aligneur legt de ploegen op 1 lijn en de hulpaligneur verzorgt de startpuls. Er kan dan worden afgewisseld met aligneren en (communicatie met) de tijdwaarneming.
Overig Tips
Wees duidelijk in je communicatie naar de vlotbemanning en geef goed aan wanneer een boot goed ligt ('houden zo'). Leg eerst alle boten ongeveer op één lijn, door voor alle boeien grofweg te zeggen hoeveel meter voor of achteruit ze moeten. Alle puntjes schuiven naar elkaar toe en dan komt het fijne afstelwerk. Geef steeds aan bijv 10 cm naar voor/ achter, en niet 'een beetje' naar voren, want dat is onduidelijk. Aligneer met het blote oog, want dat is preciezer dan met de computer. Gebruik dus de computer niet voor het aligneren zelf, maar alleen als hulpmiddel bij het achteraf vaststellen van een valse start. Bepaalde banen kunnen bij gering verschil wegvallen op het scherm. Alles op je scherm ligt dan gelijk, maar je ziet niet dat één baan er niet helemaal op staat en dus achter ligt. Let er op dat de vlotbemanning met hun handen zo de boot vasthouden dat ze niet in de touwtjes zitten. Als de boot dan wegvaart hebben ze een probleem. Het beste is om de boten met gekruiste handen (rechterhand aan de linkerkant van de boot, linkerhand aan de rechterkant van de boot) vast te houden, zo kan de boot het best op zijn plek gehouden worden. Hun begeleider moet op deze dingen toezien, maar het is altijd prettig als er iemand meekijkt. Wat jij niet ziet is hoe scheef of recht de boten in hun baan liggen. De roeiers willen steeds hun boot recht leggen door middel van haaltjes en strijkjes. Realiseer je dat, als er ineens een boot weer van de lijn afschiet die je net hebt recht gelegd. Voor kleine wijzigingen hoef je je witte vlag niet steeds naar beneden te doen. De starter kan dan niet goed op je rekenen, en het werkt vertragend -soms leidt het zelfs tot uitloop op het schema.
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
28
Jurering bij roeiwedstrijden Een handreiking voor kamprechters
2.4.
Commissie van Aankomst
Reglementen
Artikel 34. RvR 34.1 Onder verantwoordelijkheid van het hoofd van de commissie van aankomst stelt de commissie van aankomst per race de volgorde van aankomst van de boten met de gemaakte tijden vast. 34.2 De commissie van aankomst geeft de uitslag aan de wedstrijdleider door nadat de kamprechter te kennen heeft gegeven dat de race correct is verlopen. U.R. Artikel 34 i. De wedstrijdgevende vereniging stelt ter beschikking van de commissie van aankomst: een witte vlag, een loudhailer, aankomstregistratieformulieren en zo mogelijk fotofinishapparatuur; ii. Een van de leden van de commissie geeft door een duidelijk signaal voor elke ploeg aan, dat zij de lijn van aankomst passeert. Artikel 41. RvR 41.1 Een ploeg is aangekomen op het moment dat haar vaartuig de lijn van aankomst met zijn voorsteven passeert. 41.2 Indien een of meer roeiers in het water vallen, blijft de race geldig. Indien een ploeg zonder haar stuur aankomt, wordt deze ploeg geacht de baan niet te hebben afgeroeid. 41.3 In het geval dat twee of meer vaartuigen precies tegelijk de lijn van aankomst bereiken, wordt een beslissingswedstrijd door de kamprechter vastgesteld. Deze ploegen kunnen in onderlinge overeenstemming de wedstrijdorganisatie verzoeken, de plaatsen tussen de betrokken ploegen te verdelen. In het geval van een eerste plaats in de finale worden beide ploegen geacht een eerste prijs te hebben behaald, welke indien van toepassing - meetelt voor de klasse-indeling. 41.4 Indien de commissie van aankomst vaststelt, dat een vaartuig de lijn van aankomst niet heeft gepasseerd, wordt de betrokken ploeg uitgesloten, behalve in geval van overmacht, ter beoordeling door de kamprechter.
Korte beschrijving van taken De Commissie van Aankomst (vaak afgekort tot CvA) stelt per race de aankomstvolgorde van de ploegen met de gemaakte tijden vast. In géén geval kan de varende kamprechter de volgorde van aankomst veranderen. Met een geluidssignaal wordt het overschrijden van de aankomstlijn aangeven. Ook genereert de CvA de pulsen voor de tijdwaarneming. Bij de CvA zullen meerdere mensen zitten die de verschillende taken onderling verdelen. Aan de hand van de door de CvA vastgestelde aankomstvolgorde wordt bepaald wie het blik krijgt of naar de finale mag.
Voorbereiding
Maak met de leden van de CvA goede afspraken over de taakverdeling en zorg dat de volgende punten duidelijk zijn: • Wie is het hoofd van de commissie? • Wie genereert de tijdpulsen? • Wie houdt de oproeibaan vrij van ploegen als er een wedstrijd nadert? • Wie bedient de eventuele fotofinish apparatuur? Aan het begin van een dag is het verstandig om met de tijdwaarneming af te spreken dat je even een proefpuls geeft. Ook na een wissel is dit geen gek voorstel, je weet dan zeker dat alles werkt als het er op aan komt. Verder moet ieder lid van de CvA een startlijst hebben, zodat je steeds weet welke wedstrijd er aan komt . Daarnaast moet de CvA van de wedstrijdleiding horen welke wijzigingen er bij de start geconstateerd zijn ten opzichte van de startlijst.
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
29
Zorg er ook voor dat je van iedere wedstrijd de promotiecode kent. Is de nummer één van belang of juist wie drie is en niet vier. Met name als ploegen erg dicht op elkaar zitten moet je dit zeker weten. Jouw oordeel als CvA bepaalt doorgang naar erevlot, finales en klassementen! Bij races die zijn opgenomen in een klassement is niet alleen de winnaar belangrijk; ook het onderscheid tussen andere ploegen kan van groot belang zijn voor de uitslag van het klassement.
Materialen
De volgende materialen moeten aanwezig zijn Pulsknop en geluidssignaal; Aankomstbriefjes; en/of computer; Megafoon; Witte vlag; Loting; Fotofinishapparatuur (niet op elke wedstrijd, vraag altijd vooraf hoe dit werkt).
Communicatie • • • •
Met wedstrijdleiding: Voor het doorgeven van de aankomstbriefjes en het ontvangen van ‘last-minute’ wijzigingen; Met tijdwaarneming: De tijdwaarneming voert de volgorde op de computer in en koppelt deze aan de tijden. Ook geeft de CvA de finishpulsen aan de tijdwaarneming; Met de kamprechter: Het beantwoorden van de witte vlag en, in geval de tijdwaarneming uitvalt, communiceert de CvA met de kamprechter over handtijden; Met ‘Toeristen’: Als geen communicatie ook communicatie is, kunnen toevallige voorbijgangers niet ontbreken in deze lijst. Hoe graag coaches en supporters ook een aankomstvolgorde willen weten, vertel ze dit niet. Misschien weet je het nog niet zeker en moet je dit later weer herroepen of is er tijdens de wedstrijd wel een ploeg uitgesloten wat jij nog niet weet zodat die uit de uitslag geschrapt gaat worden.
Taakuitvoering De CvA registreert per wedstrijd: • Aankomstvolgorde: En vult deze volgorde in op het aankomstformulier (zie bijlage) of accordeert via de computer. Dit formulier gaat naar de wedstrijdleiding. Meestal wordt dit door één persoon ingevuld, een tweede controleert voordat het formulier doorgaat naar de wedstrijdleiding. Als het aanwezig is, gebruik je hiervoor ook de fotofinishapparatuur; • Kamprechter: Als er later vragen zijn over een race weet je meteen bij welke kamprechter je moet zijn; • Race akkoord: Laat de kamprechter zijn witte vlag zien? Zo niet, dan mogen er geen tijden of winnaars bekend gemaakt worden en worden er dus ook (nog) geen blikken uitgereikt; • Aankomst reglementair: Niet alle roeiers hoeven in de boot te zitten, maar de stuur moet nog in de boot zijn; • Protesten: Steekt een van de roeiers of de stuur van een juist gefinishte ploeg zijn of haar hand op? Hier moet natuurlijk de kamprechter naar kijken. Maar als dit gemist wordt, moet de kamprechter daarop geattendeerd worden.
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
30
Jurering bij roeiwedstrijden Een handreiking voor kamprechters
Overig Tips Door oproeiende ploegen van de finishlijn weg te houden als er een wedstrijd aankomt maak je de wedstrijd veiliger en je kunt het zelf veel beter zien. Je kunt ook aan de omroep vragen mee te helpen met hierop letten. Het reglement schrijft geen rode vlag voor, voor de CvA. Soms is het handig deze bij de hand te hebben. Je kunt de kamprechter de rode vlag laten zien als hij de witte vlag toont, want dan weet hij dat hij naar de CvA moet komen, bijvoorbeeld om handgeklokte tijden op te vragen. Je kunt op het oog ontzettend nauwkeurig waarnemen (tot 1/100 seconde verschil!), alleen kan je wat je gezien hebt niet terugkijken. Schrijf dus meteen op wat je ziet. Op de drie Nederlandse roeibanen is een bord met vier rode lampen en een witte flitslamp voor reservetijden van de kamprechter. De CvA bedient dit. Zet de rode lampen niet te vroeg aan. Voor de kamprechters is het erg vervelend lang naar het bord te moeten turen terwijl de wedstrijd nog lang niet finisht.
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
31
2.5.
Tijdwaarneming
Reglementen
Artikel 34 RvR 34.1 Onder verantwoordelijkheid van het hoofd van de commissie van aankomst stelt de commissie van aankomst per race de volgorde van aankomst van de boten met de gemaakte tijden vast. 34.2 De commissie van aankomst geeft de uitslag aan de wedstrijdleider door nadat de kamprechter te kennen heeft gegeven dat de race correct is verlopen. Het varen van een record is altijd een bijzondere prestatie. Of het nu een persoonlijk record, een clubrecord, een beste seizoensprestatie of een internationaal baanrecord betreft, het komt in de boeken! Toch is voor de tweekilometer wedstrijden de tijdregistratie een relatief onbelangrijk gegeven; het is ter aanvulling op de volgorde van aankomst. Tijdmeting valt dan ook volledig onder de verantwoordelijkheid van de Commissie van Aankomst (CvA).
Korte beschrijving van taken
Een gemaakte tijd kan je afleiden door zowel de starttijd als de finishtijd te registreren. Daarmee is eigenlijk ook alles gezegd. Met een paar klokken en een notitieblok zou je al een heel eind komen, maar gelukkig hebben de meeste wedstrijden een goed tijdmetingsysteem dat gekoppeld is aan zowel de start- als de finishinstallatie. Het publiceren van tussentijden is een service die intussen heel normaal gevonden wordt, maar die niet gebaseerd is op de reglementen. De geregistreerde tijden worden gekoppeld aan de gefinishte ploegen. Een afdruk van de volgorde van aankomst met de gevaren tijden moet ter goedkeuring worden voorgelegd aan het hoofd van de commissie van aankomst.
Voorbereiding
In dit hoofdstuk wordt niet in gegaan op de verschillende systemen die gebruikt worden voor de tijdregistratie bij roeiwedstrijden. Voor elk van de werkwijzen is het belangrijk de goede informatie bij de hand te hebben zodat je weet met welke races je bezig bent, de starttijden van races kunt noteren en aantekeningen kunt maken over de aankomst- of doorkomstvolgorde bij respectievelijk finish en tussenposten. Is het de eerste keer dat je met een bepaald systeem aan de slag gaat, laat je dan goed instrueren. En is het lang geleden dat je er mee gewerkt hebt, laat je nog een keer uitleggen welke functies van het tijdmetingsysteem voor jou de belangrijkste zijn. Het is duidelijk dat vijf minuten instructie veel ellende kan besparen.
Checklist Voordat de wedstrijd van start gaat geef antwoord op de volgende vragen: Begrijp je de belangrijkste functie van het systeem?; Ontvangt het systeem de start- en finishpulsen?; Heb je contact met de hulpstarter?; Werkt de partyline (de verbinding met de medewerkers van de tussentijden)?; Heb je een recente loting?; Heb je een formulier voor de notities van starttijden en doorkomstvolgordes?; Weet je wie het hoofd is van de commissie van aankomst?
Materialen Checklist Wat is handig om mee van huis te nemen (specifiek voor bij de tijdwaarneming): Klembord en schrijfgerij (potlood, pen); Verrekijker; Wat te eten en te drinken.
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
32
Jurering bij roeiwedstrijden Een handreiking voor kamprechters
Wat heb je nog meer nodig bij de tijdwaarneming: Lijst met telefoonnummers; Programmaboekje; Recente loting; Tijdschrijflijsten; Finishapparatuur. Bij steeds meer wedstrijden wordt de commissie van aankomst ondersteund met finishapparatuur om de aankomstvolgorde te kunnen bepalen in situaties die niet meer met het blote oog zijn vast te stellen. Deze (digitale) camera’s kunnen verschillen van enkele duizendste van een seconde vastleggen. Het is aan te bevelen om dan ook elke finish op te nemen en de opname enige tijd te bewaren. Bij een fotofinish, wordt de volgorde van aankomst wordt bepaald aan de hand van de finishfoto. Alle tijden van deze race worden afgeleid van deze finishfoto.
Communicatie Voor het contact met de hulpstarter en de medewerkers van de tussenposten gebruik je de partyline, een open telefoonverbinding waar alle medewerkers en officials die iets van doen hebben met de tijdwaarneming op zijn aangesloten. Je kan dus meeluisteren met wat anderen aan elkaar te zeggen hebben. Dat is heel handig, maar het vereist ook de nodige discipline. Door elkaar heen praten ontaardt meteen in onverstaanbaarheid; eindeloze verhalen over vroegere schoolliefdes of het ophalen van de andere gemeenschappelijke ervaringen blokkeert de noodzakelijke communicatie over de wedstrijd. Kan je geen gebruik maken van de partyline, dan heb je in vele gevallen nog een gewone telefoon ter beschikking.
Overig Tips
Zorg er voor dat je direct na de registratie van een start je voorbereidingen treft om de start van de volgende race vast te kunnen leggen. Noteer de namen van de medewerkers die de posten voor de tussentijden bezetten. Ze zijn een belangrijke schakel bij het registreren van de tussentijden. Vraag hen of ze hun eigen waarnemingen ook opschrijven. Bij verwarring of misverstand kan daar dan op teruggegrepen worden. En houd ze op de hoogte van zaken zoals uitstel van starts. Op die manier worden ook de tussenposten betrokken bij de wedstrijden. Geef de catering of de foeragering een seintje als je het vermoeden krijgt dat de tussenposten worden overgeslagen bij de rondes voor de versnaperingen. Zo draag je bij tot het succes van de wedstrijd door tevreden medewerkers op de tussenposten te houden.
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
33
2.6.
Controlecommissie
Reglementen
Artikel 9. RvR 9.6 Het wegen van lichte roeiers op een geijkte weegschaal moet elke wedstrijddag plaatsvinden tussen één en twee uur voor hun eerste race van het betreffende wedstrijdnummer. Artikel 10. RvR 10.4 Bij Nationale roeiwedstrijden moet het wegen van de stuurlieden op een geijkte weegschaal op elke wedstrijddag plaatsvinden tussen één en twee uur voor hun eerste race van de dag. Artikel 35. RvR 35.1 Onder verantwoordelijkheid van het hoofd van de controlecommissie controleert de controlecommissie of het materieel en de roeiers aan de reglementen voldoen. U.R. Artikel 35 Dopingprocedures De dopingcontrole en de procedure bij deze controle worden gehouden volgens de reglementen van de FISA.
Korte beschrijving van taken De ControleCommissie (CC) weegt ploegen en stuurlieden die volgens het reglement gewogen moeten worden. Voor roeiers (m/v) geldt een maximumgewicht, voor stuurlieden een minimumgewicht. De CC op het botenterrein controleert de boten op boegballen en heelstrings, en zorgt ervoor dat onreglementaire ploegen niet het water op gaan. De CC kan veel problemen op het water voorkomen en daardoor de wedstrijden soepel laten verlopen.
Voorbereiding
Zorg er voor dat je op tijd op de weging bent. Zowel aan het begin van een dag als tijdens een blokwissel. Voor roeiers is het erg vervelend als zij willen wegen en er is geen kamprechter. Daarnaast mag de weeglijst niet onbeheerd bij de weging liggen! De weeglijst is na het op tijd zijn het belangrijkst bij de weging. Hierop staan de namen van roeiers en stuurlieden die gewogen moeten worden. Als dit document er niet is, neem je contact op met de wedstrijdleiding. Tot die tijd kan je je eventueel behelpen met het programmaboekje en het wedstrijdschema. Neem voor de volledigheid ook een lotinglijst mee. Wanneer je op het botenterrein gaat rondlopen is een botenlijst handig. Je kunt dan opschrijven wat met de verschillende boten aan de hand is, zodat ’s middags door anderen gecontroleerd kan worden of het gerepareerd is. Daarnaast is het handig om klein gereedschap en tape bij je te hebben, daarmee kun je roeiers een grote dienst bewijzen. Ga van tevoren na, hoeveel reclame een ploeg of boot mag dragen – met name op internationale wedstrijden wordt hierop gecontroleerd (en dan gelden natuurlijk wel de FISA regels).
Materialen Weging:
Weegschalen. Meestal twee stuks. Eén om proef te wegen en één voor de daadwerkelijke weging. Zo voorkom je dat de weegschaal steeds bezet wordt door mensen die nog even de tijd hebben; Weeglijst; Communicatieapparatuur met de wedstrijdleider (in de reglementen staat dat je met het hoofd van de jury communiceert) en start en de CC op het botenterrein; Plastic zakken en eventueel zand.
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
34
Jurering bij roeiwedstrijden Een handreiking voor kamprechters
Op het botenterrein:
Botenlijst; Programmaboek en lotinglijst; Meetlint; Portofoon en/ of mobiele telefoon
Communicatie
Als CC communiceer je met wedstrijdleiding en met roeiers, voordat hun wedstrijd begint. De drempel om wat aan de CC te vragen is vaak lager dan bij de wedstrijdleiding. Zorg ervoor dat eventuele problemen snel worden opgelost, zodat de roeiers op tijd het water op kunnen. Zorg dat je voor roeiers en coaches zichtbaar, aanspreekbaar en actief bent. De weging communiceert met de wedstrijdleider over alle onregelmatigheden (niet gewogen ploegen/ stuurlieden, uitgewogen ploegen, stuurlieden met ballast, ontbrekende boegballen, etc.), die de wedstrijdleider vervolgens registreert. Zaken die ’s ochtends voor een ploeg gelden, gelden ’s middags ook (bijv. ingewogen stuur die meerdere malen stuurt). De wedstrijdleider zorgt er dan voor dat bijvoorbeeld de starter ’s middags ook naar de ballast vraagt. Verder communiceert de weging met de leden van de CC op het botenterrein, bijv. over drukte tijdens de weging. Ook communiceert de CC met de omroep, of heeft zelf een omroepinstallatie ter beschikking.
Taakuitvoering Controles vooraf
Kijk voor je begint met wegen of beide weegschalen hetzelfde gewicht aangeven (door er zelf op te gaan staan). Zo niet kan je dit nog corrigeren voordat er discussie ontstaat. Vraag aan je voorgangers bij met name de weging maar ook op het botenterrein met welke zaken zij te maken hebben gehad.
Taakverdeling
Je spreekt als groep met elkaar af wie er op de weging zit en wie op het botenterrein rond gaat lopen. Soms wordt de bemanning van de weging uitdrukkelijk toegewezen door de wedstrijdleiding. Uitgangspunt hierbij is dat de weging steeds bezet blijft. Als hoofd van de CC fungeer je als verlengde arm van de president van de jury. Je bent verantwoordelijk voor het goed functioneren van de twee groepen, en treedt coachend op. Blokwisseling van kamprechters doe je als er even niemand gewogen hoeft te worden. Je kunt de collega’s op het botenterrein oproepen als er ineens veel ploegen (bijvoorbeeld een vol veld eerstejaars achten) gewogen moeten worden; zij kunnen dan bijvoorbeeld de ploegen alvast op een rij zetten en ruimte maken bij de weegschaal.
Eerlijkheid en veiligheid Bij de CC weging is de eerlijkheid belangrijk. Laat één persoon de weeglijst bijhouden en de andere de gewichten lezen. Zo kan de tweede persoon 1 ploeg per keer bij de weegschaal laten, in de gaten houden of er niet twee keer dezelfde roeier staat of dat ploeggenoten er te dicht op staan (bijvoorbeeld om degene die gewogen wordt aan het shirtje omhoog te trekken). Bij de CC op het botenterrein is veel meer de veiligheid van belang. De CC moet zijn ronde lopen en kijken naar: een goede boegbal, goede heelstrings (geen paktouwtjes) en de grootte van de stuurplaats. Spreek met elkaar af wie welk deel van het botenterrein voor zijn rekening neemt.
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
35
Verantwoordelijkheid roeiers maar wel service
Het op gewicht zijn betekent voor roeiers dat zij niet zwaarder mogen zijn dan een maximumgewicht. Voor stuurlieden geldt dat zij tenminste het minimumgewicht moeten hebben, eventueel met ballast. Roeiers en stuurlieden moeten zich tussen twee en één uur voor de starttijd wegen. Zij zijn zelf verantwoordelijk voor het op tijd verschijnen op de weging, maar als service aan de wedstrijddeelnemers kan je ze via de luidsprekers van de weging om laten roepen als de tijd begint te dringen. Die service kan ook nodig zijn om de verenigingsvertegenwoordigers op te roepen naar de wedstrijdleiding te gaan.
Organiseren van het wegen Roeiers zijn meestal al voor hun weegtijd aanwezig, en hebben zich al voorgewogen op de tweede weegschaal. Jij zegt wanneer het tijd is. Het is niet vastgelegd hoe je het wegen vervolgens organiseert. Je kunt er voor kiezen de roeiers van een ploeg één voor één op te noemen die je op de weegschaal wilt zien. Je kunt er ook voor kiezen dat roeiers zelf hun volgorde bepalen en hun eigen naam noemen. Je kunt een ploeg ook nog vragen de zwaarste roeier eerst te wegen; dit voorkomt dat je de hele ploeg gewogen hebt en dat er op het laatst een roeier zwaarder blijkt te zijn dan het individuele maximum. Het heeft de voorkeur om een ploeg en een stuur op hetzelfde moment te wegen; de stuur is immers onderdeel van de ploeg. Maar reglementair is dit niet verplicht. Je zou apart wegen kunnen toestaan als de stuur meerdere nummers start.
Gewicht stuurlieden
Stuurlieden kennen veel trucs om zwaarder op de weegschaal te zijn dan in de boot. Gereedschap in de jaszak, bergschoenen of idioot veel kleding. Zorg ervoor dat stuurtjes in roeitenue of wandeltenue zonder schoenen aan wegen. Een stuur mag wat drinken om nog net die extra grammen erbij te krijgen. Indien een stuur te licht is, dan moet er ballast gehaald worden. Dat mag van alles zijn, maar het moet in een dichtgeknoopte zak zitten. Let wel op de veiligheid, krachthonkgewichten lijken bijvoorbeeld geschikt maar kunnen gemakkelijk de boot beschadigen en dan zit je met een zinkende ploeg. Je schrijft ook het gewicht en de uiterlijke kenmerken van de ballast op. Dit geef je door aan de wedstrijdleiding (in de reglementen staat dat je met het hoofd van de jury communiceert). Bij de start wordt er dan weer naar gevraagd.
Weeglijst
Op de weeglijst vul je bij de betreffende ploeg steeds in hoeveel een individuele roeier of stuur boven of onder zijn gewicht zit. Na een lijstje van bijv. –3,25 en +2,85 zet je onder aan de optelsom neer, –0,4 en (in dit voorbeeld) een krul dat ze zijn gewogen. Als de roeiers te zwaar zijn, mogen ze (de gehele ploeg tegelijk, niet alleen de roeier die te zwaar was) het tot een uur voor de starttijd weer proberen. Als de roeiers uiteindelijk worden uitgewogen, geef je dat direct door aan de wedstrijdleiding.
‘Wijkagent’ Op het botenterrein ben je een soort wijkagent die zijn ronde doet. Wees zichtbaar aanwezig, actief en hulpvaardig, op de hoogte van het wedstrijdschema en eventuele wijzigingen, consequent en pro-actief. Stuur mensen zo nodig door naar de wedstrijdleiding. Zie je boten of roeiers die niet aan de regels voldoen, spreek de roeiers hierop aan en zorg dat ze het herstellen voordat ze het water op gaan. Laat geen boten naar de start varen die niet in orde zijn! Ze kunnen in gevaarlijke situaties terechtkomen, en worden bij de start alsnog teruggestuurd en kunnen niet meer aan hun wedstrijd meedoen. Check of de boten op tijd voor hun wedstrijd op het water zijn.
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
36
Jurering bij roeiwedstrijden Een handreiking voor kamprechters
Let ook op wat er in de buurt van de vlotten op het water gebeurt. Worden verkeersregels nageleefd? Hoe zijn de weersomstandigheden? Vaart een ploeg waarvan de boot niet in orde is toch weg, waarschuw dan de wedstrijdleiding, en misschien ook de (hulp)starter. En uiteraard dienen geconstateerde en niet verholpen gebreken ook op de botenlijst genoteerd te worden.
Materiaaleisen De veiligheidseisen voor boten gelden niet alleen tijdens wedstrijden maar altijd, ook als een boot op de verenging in de loods ligt. Maar door transport en gebruik blijft het altijd weer nodig te controleren. De eisen waar de boot aan moet voldoen zijn: • Boegbal (adequaat exemplaar, niet een symbolisch stukje rubber); • Heelstrings aan de schoenen. Een roeier moet uit de boot kunnen komen zonder zijn handen te gebruiken. Dit geldt voor alle typen voetenborden, niet alleen die met vaste schoenen. Denk er aan dat slechte stukken touw en te lange heelstrings in de praktijk ook geen veiligheid bieden; • Bladdikte van de bladen van de riemen. Om te voorkomen dat bladen als messen alles stukmaken wat in hun weg komt gelden er minimale eisen aan de dikte; • Stuurplaats: deze moet een minimale afmeting hebben. De stuur moet zonder problemen uit de boot kunnen als deze omslaat; • Minimumgewicht. Boten moeten een minimumgewicht hebben. In Nederland wordt dit normaal gesproken niet gecontroleerd; • Extra eisen aan bijvoorbeeld overnaadse of C-boten. Deze staan in het reglement omschreven en daarnaast moet voor deze boten een meetbrief aanwezig zijn. De laatste vier punten zul je in de praktijk niet vaak controleren. Maar let op: sommige komen wel op internationale wedstrijden aan de orde.
Opleiding
De begeleiding van de plaatsvervanger uit zich bij de CC meestal door de plaatsvervanger mee te laten doen bij de weging en tijdens de controles op het botenterrein ook door veel te praten over welke houding je aanneemt ten opzichte van roeiers, hoe je in de verschillende situaties moet reageren etc.
Overig Tips
Qua taak is de functie van CC niet zo stressvol. Soms lijkt het wat vergaand, maar bedenk dat veiligheid en eerlijkheid belangrijk zijn. Een roeier uitwegen omdat hij/ zij één ons te zwaar is, lijkt vervelend, maar misschien heeft een tegenstander ook wel moeite moeten doen om op gewicht te komen. Die zou dan benadeeld worden door de net iets te zware roeier in te wegen. Niet aan beginnen dus. Als er voor een bepaald nummer ineens veel mensen gewogen moeten worden, wil iedereen als eerste. Dan kan je de volgorde van de loting aanhouden om objectief te bepalen wie eerst mag wegen. Zorg ervoor dat er fysieke ruimte is om de persoon heen die gewogen wordt. Zo voorkom je dat iemand aan zijn shirt opgetild wordt (en dus lichter lijkt) of dat je twee keer dezelfde roeier op de weegschaal krijgt vanwege een te zware ploeggenoot. Kijk of het mogelijk is uit het computersysteem een uitdraai van de botenlijst te krijgen. Zo voorkom je dat elke wisseling in het kamprechterschema er voor zorgt dat iedereen weer dezelfde boten staat te controleren. Controle aan het vlot. Minder prettig voor de roeiers omdat je ze moet storen als ze net weg willen maar wel effectief omdat je dat weet dat elke boot die vertrekt in orde is.
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
37
2.7.
Hoofd van de jury
Reglementen
UR Artikel 14 14.9 In de aankondiging in Roeien staat de naam van het hoofd van de jury vermeld. Artikel 26. RvR 26.3 Het hoofd van de jury van een wedstrijd is plaatsvervangend kamprechter, maar bij Nationale Wedstrijden tenminste kamprechter. De functies hoofd van de jury en wedstrijdleider zijn verenigbaar. Artikel 28. RvR 28.1 Het hoofd van de jury stelt een jury samen die bestaat uit alle dienstdoende functionarissen in het bezit van een kamprechterlicentie of een licentie voor plaatsvervangend kamprechter met een minimum van 4 personen. Hij wijst de taken toe aan ieder lid van de jury en ziet toe op de werkzaamheden. Artikel 44. RvR 44.1 een ploeg kan bezwaar maken tegen gebeurtenissen tijdens zijn race of tegen het optreden van een jurylid.
Korte beschrijving van taken
Zowel tijdens de voorbereiding als tijdens de wedstrijd vormt de bevordering van de gelijke kansen en de veiligheid van de roeiers de leidraad bij je handelen als hoofd van de jury. De toepassing van de reglementen zijn richtinggevend voor jou. Als hoofd van de jury zorg je voor de samenstelling van de jury en de verdeling van de jurytaken. Tevens onderhoud je in de voorbereiding contacten met de wedstrijdorganisatie, waarbij je bevordert dat alle zaken worden geregeld waardoor de wedstrijd zo optimaal mogelijk wordt georganiseerd. Vlak voor de aanvang van de eerste race zorg je voor de instructie van de juryleden tijdens de juryvergadering. Vervolgens zie je als de ‘primus inter pares’ toe op de uitvoering van de werkzaamheden van de juryleden. De wedstrijdorganisatie stelt je hiertoe in de gelegenheid door communicatiemiddelen ter beschikking te stellen van jou en de dienstdoende juryleden. Daarnaast onderhoud je de contacten met de wedstrijdorganisatie. Verder ben je als hoofd van de jury, zo mogelijk ondersteund door een juryraad van twee juryleden, het aanspreekpunt voor bezwaren tegen beslissingen van juryleden. Je vervult dus een spilfunctie in de communicatie tussen juryleden, wedstrijdorganisatie en deelnemers met een bezwaar.
Voorbereiding
De twee belangrijkste taken tijdens je voorbereiding als het hoofd van de jury zijn de samenstelling van de jury en de contacten met de wedstrijdorganisatie.
Contacten wedstrijdleiding In je contacten met de wedstrijdleiding zorg je dat veiligheid en gelijke omstandigheden voor de deelnemers zo veel mogelijk worden bevorderd. Gezien de alomvattendheid van deze aspecten kunnen je bemoeienissen ver reiken. De diepgang van je bemoeienissen zal veelal samenhangen met de kennis en ervaring van de wedstrijdorganisatie, te weten de wedstrijdleider met zijn commissie. Als hoofd van de jury moet je zeker weten dat de wedstrijdorganisatie al het mogelijke heeft gedaan om de wedstrijden soepel te laten verlopen. Speciale aandacht heb je natuurlijk voor aspecten die de jurering betreffen, zoals de baaninstallaties, volgboten, overige materialen, plek voor juryvergadering, voedsel- en drankvoorziening, overnachting, parkeren etc.
Samenstelling jury Je belangrijkste taak is het samenstellen van de jury. Hiertoe verstuur je allereerst een uitnodiging aan de personen die je in je jury wilt hebben. Veelal stuur je die uitnodiging per
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
38
Jurering bij roeiwedstrijden Een handreiking voor kamprechters
mail. (Mail)adressen van kamprechters en plaatsvervangers staan in het wedstrijdnummer van Roeien, dat altijd in januari verschijnt. Bovendien is op de site van de KNRB een (afgeschermd) gedeelte waar adresinformatie van kamprechters en plaatsvervangers te vinden is. Behalve het verzenden van deze uitnodigingen kan het nooit kwaad om als hoofd van de jury voortijdig wat te lobbyen. Doel daarvan is om mensen tijdig te interesseren voor je wedstrijd. Je kunt ze natuurlijk ook persoonlijk benaderen met de vraag of ze als official willen optreden. Een goede tijdsplanning voor de genoemde werkzaamheden is: • • •
1e uitnodiging herinnering telefonische benadering
-> 6 á 8 weken van tevoren -> 3 weken van tevoren -> 2 weken van tevoren
Op basis van de taken en aanmeldingen stel je een schema op voor de jurytaken, waarin je de taken over de kamprechters verdeelt. Hierbij houd je bijvoorbeeld rekening met: • waar is iemand goed in; • met wie kan iemand goed samenwerken en met wie niet; • zit er voldoende afwisseling (taken en koppels) in het schema; • mensen komen niet om reserve te staan, stel ze op in het schema; Na de opstelling van het schema heb je (bijna) altijd afmeldingen. Houd daar rekening mee en creëer ruimte in het schema; heb je teveel mensen, bel ze dan af. Indien mogelijk stel je het kamprechterschema één week voorafgaand aan de wedstrijden op. Zo snel mogelijk daarna stuur je het schema naar de juryleden. Bij het schema voeg je een uitnodiging met de tijd en de plaats van de juryvergadering, de bijzondere bepalingen en de aandachtspunten die voor de juryleden van belang zijn. Bijzondere bepalingen zijn aanvullingen en afwijkingen van de reglementen, zo nodig met toestemming van het KNRB-bestuur, die specifiek ten aanzien van die wedstrijd gelden. Bij de aandachtspunten voor de jury moet je onder meer denken aan werkwijze en verdeling zoals de positionering van juryleden bij een voorstart, tijdsinterval bij de voorstart, het meefietsen van baancommissarissen etc. Als hoofd van de jury kan je deze werkzaamheden als uitnodigen, herinneren, persoonlijk benaderen etc. ook delegeren, bijvoorbeeld aan functionarissen van de wedstrijdorganisatie.
Overige voorbereidingen
Hoofd van de jury ben je meestal niet voor één keer maar voor een paar jaar. Hierdoor ben je in staat continuïteit te bieden, en door je specifieke ervaring met die wedstrijd de kwaliteit ervan in samenspraak met de wedstrijdleider naar een hoger niveau te tillen. Als hoofd van de jury maak je je vooral druk tijdens de voorbereiding van een wedstrijd. Die voorbereidingen heb je goed gedaan als je je op de wedstrijddag zelf verveelt. De voorbereiding van een wedstrijd begint eigenlijk een jaar van tevoren. Zaken waar je als hoofd van de jury mee aan de slag gaat zijn: • evalueer de laatste wedstrijd samen met de wedstrijdleiding; • verdeel de verbeteracties over de bij de voorbereiding betrokken mensen; • stel de tekst voor de aankondiging van roeien op samen met de wedstrijdleiding etc;
Materialen
Tijdens de wedstrijden hebben je juryleden en jij communicatiemiddelen nodig als mobilofoon, portofoon en / of (mobiele) telefoon om zowel onderling als met de wedstrijdleiding contact te kunnen onderhouden. Aanvullend op die communicatiemiddelen van de wedstrijdorganisatie, is het handig om in het namenlijstje van het kamprechterschema de mobiele nummers te vermelden en de juryleden te verzoeken hun privé-mobieltje mee te nemen.
Communicatie Als hoofd van de jury vervul je een spilfunctie in de communicatie tussen de diverse actoren tijdens de wedstrijd. Hierbij opereer je pro-actief. Je probeert dus problemen te voorkomen. Je anticipeert erop. Hieronder tref je een opsomming aan van de groepen met wie je communiceert en hetgeen de communicatie probeert te bewerkstelligen.
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
39
Juryleden • •
• • • • •
Nodig potentiële juryleden uit (per mail, telefonisch of persoonlijk) Informeer de juryleden in de week vóór de wedstrijd over het kamprechterschema, de juryvergadering, de bijzondere bepalingen en de aandachtspunten. Instrueer de juryleden tijdens de juryvergadering vlak voor de eerste race. Onderhoud contacten met de (dienstdoende) juryleden. De juryleden stemmen zonodig zaken met je af en je geeft zaken en beslissingen aan hen door. Bevorder de begeleiding van plaatsvervangers door kamprechters en de onderlinge kennisuitwisseling. Schenk bijzondere aandacht aan beginnende (plv.) kamprechters door persoonlijke begeleiding en houd daar met het opstellen van het kamprechterschema rekening mee. Onderzoek bij bezwaren van verenigingen bij de betrokken juryleden de omstandigheden waaronder het voorval zich heeft voorgedaan.
Wedstrijdorganisatie • •
Overleg met de wedstrijdorganisatie tijdens de voorbereiding. Maak jurybeslissingen naar aanleiding van bezwaren bekend aan de wedstrijdleiding.
Verenigingen •
Neem bezwaren in behandeling en onderzoek de omstandigheden van het voorval bij onder meer de betrokken verenigingen.
Taakuitvoering Hiervoor is een groot aantal zaken waarmee het hoofd van de jury zich bezig houdt al uitgebreid besproken. Als je dat alles op een rijtje zet ontstaat het volgende beeld over de taken die het hoofd van de jury vervuld.
Controles vooraf De controles, die je als hoofd van de jury uitvoert, vinden voornamelijk plaats op twee momenten. Allereerst tijdens de voorbereidingen op de wedstrijden en vervolgens op de wedstrijddag zelf voordat de wedstrijden van start gaan. Tijdens de voorbereidingen op de wedstrijd stel je vast of de randvoorwaarden vervuld worden om veiligheid en gelijke omstandigheden voor roeiers te waarborgen. In gewone mensentaal: worden de dingen geregeld die geregeld moeten worden om veilige wedstrijden te kunnen houden en om iedereen een eerlijke kans te geven te strijden voor de overwinning. Je stelt dit bijvoorbeeld vast door overleg met de wedstrijdleider aan de hand van bijvoorbeeld het draaiboek van de wedstrijdcommissie of door de vergadering van de wedstrijdorganisatie bij te wonen. Hierdoor krijg je zicht op de wijze waarop de wedstrijdorganisatie alles voorbereidt. De wijze waarop en de detaillering waarmee je vaststelt of de wedstrijdorganisatie vordert zal afhangen van de specifieke omstandigheden, zoals de soort wedstrijd (bv. regionaal, nationaal, internationaal), de ervaring van de leden van de wedstrijdorganisatie etc. Het is goed om hierover afspraken te maken met de wedstrijdorganisatie. Naast de voortgang van de wedstrijdorganisatie bewaak je natuurlijk je eigen planning voor het uitnodigen van de juryleden. Op de wedstrijddag zelf zorg je dat je tijdig aanwezig bent. Je kunt dan vaststellen of de baaninstallaties werken (tijdmeting, volgboten, weging, etc.) en of de jurymaterialen (vlaggen, megafoons, bellen, stopwatches, lotingen etc.) aanwezig zijn. Voor de aanvang van de juryvergadering stel je vast of alle dienstdoende juryleden er zijn en of er nog afmeldingen zijn op het telefoonnummer of e-mailadres waarop je kort voorafgaand aan de wedstrijden bereikbaar bent geweest. Je probeert ook alvast te bedenken welke verschuivingen je in het kamprechterschema aanbrengt als deze juryleden inderdaad niet blijken te komen. Meestal maak je die verschuivingen pas na de juryvergadering bekend, aangezien vertraging een regelmatig voorkomende oorzaak blijkt te zijn van kamprechters die te laat zijn op de juryvergadering. De problemen lossen zich in zo’n geval door tijdsverloop vanzelf op.
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
40
Jurering bij roeiwedstrijden Een handreiking voor kamprechters
Checklist
Houd contact met de wedstrijdorganisatie en overtuig jezelf van de voortgang in hun voorbereidingen. Nodig personen voor je jury tijdig uit, stuur een herinnering als ze niet reageren en bel mensen die dan nog niet reageren uiteindelijk persoonlijk als je officials te kort komt. Stel uit de aanmeldingen daarna het kamprechterschema samen. Informeer de juryleden in de week voor de wedstrijd tijdig over het kamprechterschema. Voeg daar aan toe ook een uitnodiging voor de juryvergadering, de bijzondere bepalingen en de aandachtspunten voor de jurering.
Voortdurend
Houd bij je handelen en beslissen de veiligheid en gelijke omstandigheden van de roeiers voor ogen. De reglementen zijn daarbij richtinggevend. Controleer ’s ochtends voor de aanvang van de wedstrijden of de baaninstallaties en de jurymaterialen in orde zijn. Organiseer de juryvergadering en bespreek de relevante zaken voor de juryleden, zoals de weersverwachting en de consequenties daarvan, geef de laatste wijzigingen ten opzichte van de uitgereikte lotingen, bespreek de belangrijkste zaken uit kamprechterschema, bijzondere bepalingen en aandachtspunten, geef de afvaartplaats van de juryboten aan, vertel hoe en wanneer de fouragering functioneert, waar de nieuwe lotingen worden verstrekt, waar de wedstrijdarts/EHBO’er zich bevindt, etc. Communiceer met juryleden en wedstrijdleiding over zaken aangaande de jurering. Denk bijvoorbeeld aan: genomen jurybeslissingen, toepassing van de reglementen in praktische situaties, speel constateringen die je doet of signalen die je van de deelnemers verkrijgt, door. Neem bezwaren van verenigingsvertegenwoordigers in ontvangst en achterhaal zo mogelijk officials die bij het voorval betrokken zijn geweest. Bij voorkeur laat je je bij de afhandeling van bezwaren ondersteunen door een juryraad. Een juryraad bestaat uit twee juryleden die tijdens de wedstrijd als taak de afhandeling van bezwaren hebben, onder voorzitterschap van het hoofd van de jury als derde lid. Beslis over kledingvoorschriften van de juryleden in relatie tot het weer (blazer aan of uit).
Achteraf Bedank de juryleden voor hun aanwezigheid en inbreng. Evalueer met de wedstrijdorganisatie de gang van zaken tijdens de wedstrijden. Stel samen met de wedstrijdleider het wedstrijdverslag op en stuur dit naar de commissie Wedstrijden.
Opleiding
Zeker op nationale wedstrijden is hoofd van de jury geen functie die door een beginnende kamprechter zal worden bekleed. De functie van hoofd van de jury kan daar uitsluitend door een kamprechter worden vervuld. Tijdens de niet-nationale wedstrijden kan een plaatsvervanger optreden als hoofd van de jury. Vanzelfsprekend kan het voor een plaatsvervanger leerzaam zijn om tijdens een wedstrijd met het hoofd van de jury mee te lopen. Beide functionarissen zullen in onderling overleg moeten bepalen op welke wijze de samenwerking kan worden ingevuld.
Overig Tips Hoofd van de jury ben je meestal niet tijdens je eerste optreden als roeiofficial. Zeker op nationale wedstrijden als Randstad, ARB en de Slotwedstrijden, zijn het altijd ervaren kamprechters die deze functie vervullen. Op andere wedstrijden zoals regiocompetities of de ROW’s kom je ook minder ervaren officials tegen. Daar liggen dus je kansen om deze functie eens uit te proberen.
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
41
Bepaal vroegtijdig of er op jouw wedstrijd sprake is van aanvullingen of afwijking van de roeireglementen en leg die vast in de bijzondere bepalingen. Vermeld de bijzondere bepalingen samen met andere gegevens in de aankondiging in Roeien. Bepaal voor welke bijzondere bepalingen er toestemming vereist is van het KNRB-bestuur. Regel zo nodig gezamenlijke slaapplaatsen en een maaltijd voor juryleden en andere functionarissen die zijn betrokken bij de wedstrijdorganisatie ter bevordering van deelname en sfeer. Vermeld duidelijk in de correspondentie aan de juryleden waar je als hoofd van de jury bereikbaar bent in de laatste dagen en uren voor de wedstrijd. Dit in verband met afmeldingen of vragen waarvoor men jou wil benaderen. Stel je bij bezwaren van verenigingen op als neutrale partij. Wees dus kritisch naar zowel de ploegen als de juryleden om de feitelijke omstandigheden te achterhalen en op basis daarvan de te besluiten over de reglementstoepassing. Periodiek, veelal jaarlijks voorafgaand aan de ledenvergadering van de KNRB in februari, organiseert de KRC een overleg met de hoofden van de jury van nationale roeiwedstrijden. Hier worden onder meer de jaarthema’s voor de roeiofficials bekend gemaakt, zoals bijvoorbeeld kledingregels, verkeersregels etc. Tevens worden specifieke zaken besproken die op basis van ervaringen voor deze coördinerende functie van belang zijn, zoals: • hoe ga je om met inschrijvingen na de loting; • waar let je op bij de begeleiding van beginnende kamprechters; • welk jaarthema is er komend jaar voor kamprechters etc.
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
42
Jurering bij roeiwedstrijden Een handreiking voor kamprechters
3.
Wedstrijdorganisatie
In dit hoofdstuk komen, de voorbereiding voor de wedstrijd, de organisatie rond de wedstrijd aanbod alsmede alles wat er verder bij komt kijken. Het doel is om een algemeen beeld te schetsen over wat er zich rond een wedstrijd nog verder afspeelt, en om je tegelijkertijd bruikbare houvast te geven (door middel van tips en checklists) voor bij de praktische uitvoering van dit soort taken op een wedstrijd. De opzet als gehanteerd in hoofdstuk 2 is ook hier van toepassing; de volgende aspecten worden beschreven: • Reglementen: de basisregels die van toepassing zijn op die functionaris, • korte beschrijving van taken; • voorbereiding; • materialen; • communicatie; • taakuitvoering; • opleiding; • overig.
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
43
3.1.
Wedstrijdleider
Reglementen
Artikel 27. RvR 27.1 De wedstrijdleider is verantwoordelijk voor de organisatie van de wedstrijden en coördineert de taken van de functionarissen. Hij zorgt voor een goede samenwerking tussen de functionarissen en de jury(leden). Hij is bevoegd om alle organisatorische maatregelen te nemen die het goede verloop van de wedstrijden bevorderen.
Korte beschrijving van taken
Als wedstrijdleider ben je geen lid van de jury op een wedstrijd, maar vervul je veelal samen met je commissie een cruciale functie bij de voorbereidingen voor een wedstrijd alsmede op de dag zelf. Daarom hebben wij gemeend dat deze functiebeschrijving in deze handreiking niet mag ontbreken. Bovendien wordt de functie van wedstrijdleider vaak vervuld door kamprechters, hetgeen een extra argument is om deze functiebeschrijving op te nemen. Zoals het hoofd van de jury leiding geeft aan de kamprechters die gezamenlijk de jury vormen, zo vervult de wedstrijdleider die rol bij de aangestelde functionarissen voor de organisatie van de wedstrijden. De wedstrijdleider is daartoe aangesteld door de wedstrijdgevende vereniging. Leidende beginselen voor de wedstrijdleider en zijn commissie zijn de veiligheid en gelijke kansen. Als wedstrijdleider ben je samen met de aangestelde functionarissen verantwoordelijk voor de organisatie van de wedstrijden in de breedste zin van het woord. Je vormt met deze functionarissen veelal een wedstrijdcommissie. De taken die je binnen deze wedstrijdcommissie moet verdelen zijn onder meer: wedstrijdsecretariaat, financiën, externe communicatie, baanfaciliteiten, fourage, wedstrijdadministratie, tijdregistratie etc. Jij bent als wedstrijdleider er verantwoordelijk voor, dat al deze zaken goed op elkaar zijn afgestemd zodat de wedstrijden vlekkeloos verlopen. Om je rol goed te kunnen vervullen heb je als wedstrijdleider in het RvR een prominente plaats gekregen. Zo wordt je onder meer in de aankondiging in Roeien vermeld, waardoor je als centraal aanspreekpunt voor de wedstrijden fungeert. Als wedstrijdleider fungeer je tijdens de wedstrijden als spin in het web. Die rol kun je vervullen doordat veel informatie via jou loopt, zoals ziekmeldingen, ploegmutaties, signaleringen van de CC, beslissingen van (het hoofd van ) de jury en de uitslagen van de CvA.
Voorbereiding Onderhouden contacten Tijdens de voorbereiding onderhoud je als wedstrijdleider contacten met diverse personen en/of organisaties die betrokken zijn bij je wedstrijd. In de eerste plaats zijn dat: • De wedstrijdcommissie, dit zijn de functionarissen waar het RvR op doelt en met wie jij samen de verantwoordelijkheid draagt om een soepel lopende wedstrijd te organiseren; • Het hoofd van de jury, dit is de functionaris die verantwoordelijk is voor de samenstelling van de jury en als belangrijkste taak heeft het bevorderen van de veiligheid en de gelijke kansen van de ploegen; • De wedstrijdgevende vereniging, dit is de organisatie namens wie jij met je commissie de wedstrijden organiseert. Behalve de genoemde contacten onderhouden jij of je commissieleden er nog veel meer. Denk aan: de beheerder van de roeibaan, de pers, sponsors, de roeibond (of commissies daarvan), leveranciers etc.
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
44
Jurering bij roeiwedstrijden Een handreiking voor kamprechters
Hoofd van de jury
Benader een ervaren kamprechter om hoofd van de jury te worden. Maak gebruik van zijn ervaring door aan de hand van een draaiboek het hoofd van de jury een kijkje in de keuken te geven.
Samenstellen wedstrijdcommissie
Belangrijk voor de organisatie van vlekkeloos verlopende wedstrijden is de samenstelling van jouw wedstrijdcommissie. Het is hierbij van belang dat de commissieleden berekend zijn op hun taak, verantwoordelijkheid kunnen dragen, mensen kunnen motiveren etc. Wie welke taken vervult en uit hoeveel mensen je commissie bestaat, is afhankelijk van veel factoren zoals soort en omvang van de wedstrijden, beschikbare tijd en ervaring van de commissieleden, benodigde en beschikbare voorzieningen op de wedstrijdbaan etc. Idealiter begin je met je commissie een jaar van tevoren. Zaken waar je dan mee bezig bent zijn onder meer de vermelding op de wedstrijdkalender, de aankondiging in het evenementennummer van Roeien, de evaluatie van de vorige wedstrijd en het draaiboek met planning van de komende wedstrijd.
Opstellen draaiboek met planning Stel aan het begin van je werkzaamheden samen met je commissie een draaiboek vast waarin taken en activiteiten worden opgesomd en verdeeld over de commissieleden. Op die manier heb je een goed controlemiddel om vast te stellen of alles op schema loopt. Het is van belang dat je vroegtijdig een planning maakt van welke werkzaamheden wanneer moeten gebeuren en wie daarvoor verantwoordelijk is (3xW: wie, wat, wanneer). Dergelijke documenten structureren de wijze waarop je als wedstrijdcommissie functioneert. In het draaiboek kun je verder aanvullende zaken kwijt als: • Beschrijving van werkzaamheden; • Contactadressen; • Aandachtspunten en tips; • Jaarlijkse evaluaties etc.
Materialen
Tijdens een wedstrijd is een groot aantal goederen nodig om een ongestoorde voortgang van de races te verzekeren. Per taakgebied kan worden geïnventariseerd welke zaken benodigd zijn. Denk hierbij aan de volgende taakvelden en de daarbij benodigde materialen: wedstrijdleiding: o aankondiging, vooraankondiging, inschrijvingen, wedstrijdschema, tijdregistratie, uitslagen, terugtrekkingen en wijzigingen, protesten en bezwaren, communicatie met juryleden, veiligheid, verkeersregels, omroep etc. wedstrijdsecretariaat: o vergunningen, printen, kopiëren, computers, bureauartikelen, prijsuitreiking, programmaboekjes, internetsite, etc. wedstrijdfaciliteiten: o kleedkamers, douches, toiletten, aankomst- en vertrekvlotten, kamprechterboten, kamprechtermaterialen, start- en finishinstallatie, tussenposten, tijdregistratieapparatuur, balisage, transport, communicatieapparatuur, rugnummers, bootnummers, publicatieborden etc. fourage: o eten, drinken public relations: o sponsors, pers, hulpkrachten, financiën: o begroting, betalingen, ontvangsten, rekening etc. veiligheid: o EHBO/arts, veiligheidsplan, evacuatieplan
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
45
overig: o overnachtingen Aan de hand van bovenstaande taakvelden en de onderdelen daarin, kun je inventariseren welke materialen benodigd zijn voor de wedstrijd zoals die door jou wordt georganiseerd. De materialen en bijbehorende activiteiten kun je op nemen in je draaiboek. Wat er concreet nodig is hangt onder meer af van de voorzieningen op de baan waar wordt geroeid, het soort wedstrijden, het niveau van de deelnemende roeiers enz.
Communicatie De communicatie waarvoor je als wedstrijdleider zorgdraagt kan je onderscheiden in twee soorten communicatie, elk onder te verdelen in een interne en externe component: • communicatie tijdens de voorbereiding; o interne, op de organisatoren gerichte communicatie; o externe, op de deelnemers en toeschouwers gerichte communicatie. • communicatie tijdens de wedstrijd; o interne, op de organisatoren gerichte communicatie; o externe, op de deelnemers en toeschouwers gerichte communicatie. In de onderstaande passages wordt dit onderscheid nader toegelicht en worden de aandachtspunten die aan de orde zijn belicht.
Tijdens de voorbereiding
Interne communicatie gericht op de organisatoren Deze communicatie is van belang, omdat het jouw verantwoordelijkheid is dat iedereen goed weet wat hij moet doen. Als iedereen dat weet, neemt de kans op succesvolle wedstrijden toe. • Wedstrijdcommissie Samen met je wedstrijdcommissie vergader je periodiek. Naar mate de wedstrijd nadert neemt de frequentie toe naar mogelijk één keer per twee weken. Aan de hand van het in het begin vastgestelde draaiboek bepaal je de taakverdeling over de commissieleden en het moment waarop activiteiten moeten worden verricht. Op de vergaderingen stel je gezamenlijk vast of de deadlines worden gehaald en maak je afspraken over de problemen die zich daarbij voordoen. Vanuit de wedstrijdcommissie heb je natuurlijk nog veel meer communicatie naar de buitenwereld, denk aan het regelen van hulpkrachten, het aanvragen van vergunningen, het benaderen van sponsors etc. Samen met je commissieleden geef je daar invulling aan. Het voert hier echter te ver dergelijke zaken allemaal op te sommen. • Hoofd van de jury In overleg met het hoofd van de jury maak je afspraken over wie de correspondentie met de juryleden verzorgt. Soms zorgt het hoofd van de jury zelf voor die correspondentie, maar vaak zorgt iemand van de wedstrijdcommissie er voor dat de door het hoofd van de jury genoemde officials worden aangeschreven. Daarnaast volgt het hoofd van de jury de wijze waarop jij met je commissie de organisatie van de wedstrijden verzorgt. De intensiteit waarmee dat gebeurt is veelal afhankelijk van de ervaring die jij en je commissie hebben met het organiseren van roeiwedstrijden. Een goed aangrijpingspunt voor het hoofd van de jury bij het volgen en begeleiden van de wedstrijdleider vormt bijvoorbeeld het draaiboek. Het hoofd van de jury kan aan de hand van de activiteitenplanning zijn ervaringen en aandachtspunten inbrengen. Een meer intensieve samenwerking is mogelijk bijvoorbeeld doordat hij één of meerdere vergaderingen van de wedstrijdcommissie bezoekt. Net als bij jou zijn de bevordering van de gelijke kansen èn de veiligheid van de roeiers de leidraad bij het handelen van het hoofd van de jury. • Wedstrijdgevende vereniging Als wedstrijdleider informeer je natuurlijk de wedstrijdgevende vereniging, namens wie jij de wedstrijden organiseert, over de stand van zaken. De intensiteit waarmee je dat doet is van veel factoren afhankelijk en zal van wedstrijd tot wedstrijd verschillen.
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
46
Jurering bij roeiwedstrijden Een handreiking voor kamprechters
Extern gericht op deelnemers en toeschouwers Naast de interne communicatie moet je ook oog hebben voor de communicatie die zich richt op de deelnemers en toeschouwers. Niet onbelangrijk, want zonder deelnemers en toeschouwers zijn al je inspanningen nutteloos. • Wedstrijdkalender en aankondiging Roeien Als je een wedstrijd wilt organiseren en je je wilt verzekeren van deelnemers, is het van belang je vooraf te buigen over vragen als: Aan wat voor soort wedstrijd is er behoefte? Op welk moment is er plaats in de roeikalender? Op welke doelgroep richt de wedstrijd zich etc. Welke categorieën roeiers en boottypen horen daarbij? Bij de beantwoording van die vragen treedt de het KNRB-bestuur coördinerend op voor de nationale en internationale wedstrijden, door het opstellen van een wedstrijdkalender. Als je een (inter-)nationale wedstrijd wilt organiseren in het jaar volgend op het komende kalenderjaar, moet jouw wedstrijdgevende vereniging volgens het HR lid of begunstiger zijn van de KNRB en daartoe een verzoek indienen bij de KNRB vóór 1 november. Is je wedstrijd geen nationale wedstrijd, maar bijvoorbeeld een ROW, dan kun je een dergelijk verzoek achterwege laten. Wel is het voor alle wedstrijden van belang om te zorgen voor een tijdige inzending van je aankondiging voor het evenementennummer van Roeien. De deadline van het evenementennummer voor een bepaald jaar ligt meestal ergens in november van het jaar daarvoor. Naast de genoemde categorieën (inter)nationale wedstrijden en ROW’s zijn er ook aankondigingen in de categorieën: jeugd/juniorwedstrijden, klassementen, bedrijfsroeien en ergometerwedstrijden. In de aankondiging vermeld je informatie over waar, wanneer, over welke afstand en door welke categorieën roeiers er wat voor soort wedstrijd kan worden verroeid. Verder neem je op hoeveel inschrijvingen kosten, wanneer de inschrijving sluit, wanneer de loting is en vermeld je contactgegevens van het hoofd van de jury en jezelf. Bovendien vermeld je welke bijzondere bepalingen er gelden. Die bijzondere bepalingen mogen niet in strijd zijn met de KNRB reglementen. Anders moet je daar toestemming voor vragen bij het bondsbestuur. Waar de aankondiging precies aan moet voldoen staat opgesomd in het UR. • Vooraankondiging In een aantal gevallen wordt circa 6 weken voorafgaand aan de wedstrijden naar de potentiële deelnemende verenigingen een vooraankondiging gestuurd. Via bijvoorbeeld een poster, een brief of een mail met verwijzing naar je internetsite, kun je bestuur of roeiers gericht attenderen op je wedstrijden. • Inschrijving De verenigingen moeten deelnemende ploegen inschrijven op de volgens het reglement voorgeschreven wijze (een standaardformulier of via de standaardprogrammatuur). Inschrijvingen die je te laat ontvangt, kun je tot de loting accepteren, indien de wedstrijdindeling het toelaat. Het is handig als je na sluiting van de inschrijving, maar voor de loting de inschrijvingen alvast op internet zet. Roeiers hebben dan direct een beeld van de ploegen waar ze tegen moeten roeien. • Loting Uiterlijk de avond voor de wedstrijd stel je de indeling van de deelnemende ploegen in eventuele voorwedstrijden vast en wijs je de startboeien toe. Je publiceert de uitslag van de loting en de indeling terstond. Internet is tegenwoordig hiervoor het meest geschikte medium, maar e-mail of de post zijn natuurlijk niet verboden. Lees de details over de voorbereiding van wedstrijden maar eens door in het gelijknamige hoofdstuk van het RvR. • Programma Behalve de inschrijvingen en lotingen moet je ook nog een programma publiceren met daarin onder meer de namen van de bij de organisatie betrokken personen alsmede de
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
47
leden van de jury, de bijzondere bepalingen van de wedstrijd, een plattegrond met daarop de verkeersregels, per wedstrijdnummer starttijden en de namen van de deelnemers, de wijze waarop de finales worden ingedeeld, etc.
Tijdens de wedstrijd
Interne communicatie gericht op de organisatoren Als wedstrijdleider ben je natuurlijk verantwoordelijk, maar als je het goed hebt georganiseerd, heb je op de wedstrijd zelf niet al te veel te doen. Jij zit op de wedstrijdtoren en bent de spin in het organisatorische web dat je met je commissie in de voorafgaande weken hebt geweven. Het is van groot belang dat je goed op de hoogte bent van het RvR. Daar staat voor veel situaties aangegeven wat je moet doen. Zo zal een terugtrekking na de loting resulteren in een boete gelijk aan de inschrijvingskosten met een in het RvR genoemd minimum. Je bevordert dus de helderheid en snelheid van je communicatie als je goed op de hoogte bent van zulke regeltjes. Een belangrijk aandachtspunt bij al die informatie die op zo’n dag je bordje passeert: noteer al de meldingen, waarschuwingen, mutaties e.d. op je eigen exemplaar van de lotingen. Dat exemplaar sta je niet meer af. Deze loting moet jou in staat stellen om veel acute vragen over ploegen die bijvoorbeeld een starter heeft per direct te beantwoorden. •
•
•
•
Verenigingsvertegenwoordigers en deelnemers De nodige communicatiemomenten kun je verwachten vanuit de hoek van de deelnemers en verenigingen. Vaak is het handig dat je iemand beschikbaar hebt, die deze zaken voor je administreert. Dit kunnen zijn protesten, beroepen, terugtrekkingen, ziekmeldingen, ploegmutaties, verzoeken over starttijden en ga zo maar door. Leg iedere melding op een doorlopend genummerd formulier vast en speel de informatie door naar de personen die er wat mee moeten, bijvoorbeeld: Mutaties in de lotingen naar de wedstrijdadministratie, de starter en de commissie van aankomst. Protest en beroep naar het hoofd van de jury. Verzoeken over starttijden handel je waarschijnlijk zelf af. etc. Jury Belangrijk is ook de centrale rol, die je als wedstrijdleider vervult bij de communicatie tussen de juryleden. Zo lopen door de CC geconstateerde afwijkingen veelal via de wedstrijdleider, die het bericht doorgeeft aan de starter. Denk hierbij aan meldingen over ploegen met ballast of ploegen die te laat zijn door materiaalpech. Ook waarschuwingen bijvoorbeeld wegens overtreding van de verkeersregels die een kamprechter tijdens zijn race constateert worden vaak na de finish van zijn race aan jou doorgegeven. CvA De CvA levert zijn aankomstbriefje briefje bij jou in. Jij of de assistent-wedstrijdleider controleren of die aankomstbriefjes corresponderen met de uitslagen en tijden zoals ze uit de computer komen. Na jou akkoord wordt de uitslag vrijgegeven voor bekendmaking, publicatie en reproductie. Leden wedstrijdcommissie Op de wedstrijden beperken je contacten zich vooral tot de mensen van de wedstrijdadministratie, tijdregistratie, omroep en secretariaat. Onder normale omstandigheden zijn je commissieleden zelfstandig met de hun toegewezen taken bezig en lossen zij zonder jou hun eigen problemen op.
Extern gericht op deelnemers en toeschouwers Deze communicatie is van groot belang, aangezien jij wilt dat de deelnemers op tijd aanwezig zijn voor de start en de toeschouwers de wedstrijden kunnen volgen. Daartoe heb je verschillende communicatiemogelijkheden tot je beschikking.
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
48
Jurering bij roeiwedstrijden Een handreiking voor kamprechters
•
•
•
•
•
Programma, lotingen en uitslagen Programma, lotingen en uitslagen bieden de deelnemers en toeschouwers de mogelijkheid zich te informeren over het verloop van de wedstrijden. Van belang is te melden dat je de loting en de indeling na de voorwedstrijden zo snel mogelijk na de laatste voorwedstrijd van het betreffende wedstrijdnummer moet publiceren. Op die manier bevorder je dat de roeiers tijdig geïnformeerd worden over tijdstip en indeling van hun volgende race in dat wedstrijdnummer. Publicatiebord en scorebord Het is handig om op een vaste plaats alle uitslagen, lotingen en andere belangrijke mededelingen te publiceren. Zo worden op de Bosbaan altijd de ramen van het wedstrijdsecretariaat met dergelijke zaken behangen. Daarnaast is het ook mooi als je een scorebord gekoppeld hebt aan de tijdregistratieapparatuur. Op de nieuwe Bosbaan komen deze voorzieningen mogelijk standaard beschikbaar. Omroep Belangrijke functie tijdens de wedstrijden vervult ook de omroep. Naast officiële mededelingen zoals vastgestelde uitslagen en finale-indelingen kan de omroeper ook sfeerverhogend werken door de finish van wedstrijden te verslaan of anderszins. Reportage en videoscreen Sfeerverhogend werkt ook de inzet van een reportagewagen. Op die manier worden de toeschouwers alvast opgewarmd voor de naderende roeiwedstrijden. Helemaal optimaal is het natuurlijk als je beschikking hebt over een videoscreen zoals deze aanwezig is bij de Koninklijke en de Varsity. Toeschouwers kunnen zo het verloop van de race live volgen. Internet Van veel op de Bosbaan verroeide wedstrijden worden tegenwoordig gedurende de dag al de uitslagen op de betreffende internetsite gepubliceerd. Thuisblijvers kunnen zo de ontwikkelingen op de voet volgen. Daarnaast biedt internet de deelnemers na afloop de mogelijkheden de resultaten nog eens na te kijken. Internet heeft dan ook tot gevolg dat de verkoop van programmaboekjes in de loop der jaren sterk is teruggelopen.
Taakuitvoering De controles die je als wedstrijdleider doet hebben veel gelijkenis met die van het hoofd van de jury. De controles kun je onderscheiden in controles tijdens de voorbereidingen en controles op de wedstrijddag zelf.
In de voorbereiding Tijdens de voorbereidingen voor je wedstrijd stel je vast of het opgestelde en vastgestelde draaiboek volgens planning wordt uitgevoerd. Mogelijk zul je al organiserend aanpassingen in het draaiboek aanbrengen, om op een efficiëntere of effectievere wijze de wedstrijden te organiseren. Voortdurend zul je jezelf tijdens de voorbereiding moeten afvragen of de wijze waarop je met je commissie te werk gaat resulteert in probleemloze wedstrijden waarbij veiligheid en gelijke omstandigheden voor roeiers zijn gewaarborgd. Inschrijvingen en loting Zorg voor een goede en snelle doorloop en afwikkeling van deze voorbereidingsfase. Rondom deze periode heb je een forse piek in de tijdsbesteding. Heldere data, kennis van zaken over wat je mede op basis van het RvR toestaat en snelle publicatie van eerst de inschrijvingen en later de lotingen voorkomen mogelijk veel vragen en discussies. Veelal breng je met je commissie de dag voorafgaand aan de wedstrijden door op de wedstrijdbaan, om de wedstrijdbaan met al zijn noodzakelijke faciliteiten gereed te maken. Hierbij kun je denken aan inrichten van de wedstrijdleiding, het wedstrijdsecretariaat en de keukenfaciliteiten voor de fouragering. Maak je geen gebruik van de Bosbaan, dan moet er nog wat meer worden geregeld en zullen deze laatste voorbereidingen evenredig meer tijd vergen.
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
49
Aandachtspunt is, als je alles klaar hebt staan, de bewaking in de nacht voorafgaand aan de wedstrijden. Je zult niet de eerste zijn waar alle cruciale computers in de laatste nacht nog even worden gestolen.
Op de wedstrijd zelf Op de wedstrijddag zelf zorg je dat je samen met je commissieleden tijdig aanwezig bent. Samen met je commissieleden controleer je een laatste maal of alles werkt en op tijd begint. Het is goed om van tevoren af te spreken, wie wat controleert en hoe laat zaken operationeel moeten zijn. Dergelijke informatie moet je zeker vastleggen in een draaiboek. Zo blijkt tijdens veel wedstrijdweekenden dat het opstarten op de eerste wedstrijddag vaak te traag verloopt. Wat extra aansporing kan hier dus geen kwaad. Voortdurend Bij al je handelen en beslissen moet je voor ogen houden dat je een wedstrijd wilt organiseren die soepel en probleemloos verloopt. Veiligheid en gelijke omstandigheden zijn daarbij twee uitgangspunten die voortdurend bevorderd moeten worden. Als wedstrijdleider zorg je daar voor met je wedstrijdcommissie. Het zwaartepunt van jouw werkzaamheden zit in beginsel in de eraan voorafgaande periode. Jij bent als wedstrijdleider vooral doorgeefluik van informatie en zo nodig neem jij op basis daarvan beslissingen. Wedstrijdschema Voor het wedstrijdschema is het van belang dat wordt bekeken of het wel uitvoerbaar is. Op basis van ervaring kun je op veel aspecten toetsen of een wedstrijdschema uitvoerbaar is. Denk bijvoorbeeld aan: • Eerst de snelle nummers en dan de tragere nummers, dus start de SA8+ na de LDB1x, dan is dat vragen om moeilijkheden. • Kans op dubbel bootgebruik en dubbel roeien is bij bepaalde nummers aanwezig, dus pas de nummers O2- en SA2- op voldoende afstand van elkaar in het schema in. • Kamprechterwissels moeten realistisch zijn, dus de starter na zijn blok als lid van de controle commissie indelen is vragen om problemen bij de blokwissels. • Afstandswissels kosten tijd, zeker van de lange naar de korte afstand, dus wissel je de roeiafstand van 2000 meter naar 500 meter, dan kost dat al gauw 10 minuten. Veiligheid Naast gelijke kansen is veiligheid is een van de centrale thema’s die je met je commissie moet bevorderen. Benoem een veiligheidscoördinator alsmede een medisch coördinator. Zorg voor voldoende materiaal om de veiligheid te borgen. Concrete suggesties voor wedstrijdorganisaties zijn: reddingsboten, uitrusting van kamprechterboten met thermodeken etc. Verkeersregels De verkeersregels moeten zodanig zijn vormgegeven dat het ontstaan van gevaarlijke situaties wordt voorkomen. Het RvR zegt onder meer dat ploegen moeten stoppen met oproeien als er een wedstrijd nadert. Een regel die minder goede naleving kent in Nederland is die dat ploegen pas het 100 meter gebied in mogen als de voorgaande race het gebied heeft verlaten. De naleving van deze regel zou verbeterd kunnen worden, omdat het de stilte en veiligheid in het startgebied bevordert. Ten aanzien van de verkeersregels schrijft het Fisa-reglement nog voor dat er een apart in- en uitroeigebied moet zijn alsmede verkeersregels voor de wedstrijden en de training. Tevens is voorgeschreven dat verkeersregels gepubliceerd moeten worden op het botenterrein en/of de vlotten. Banengebruik Welke banen worden gebruikt indien de wind uit een bepaalde hoek waait. Wat is de procedure die wordt gehanteerd als van de ene situatie wordt omgeschakeld naar de andere. Bijvoorbeeld: oproeibaan is baan 1 gebruikt worden banen 2 t/m 7. De wind draait zodanig dat je moet
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
50
Jurering bij roeiwedstrijden Een handreiking voor kamprechters
omschakelen naar oproeien in baan 8 en banengebruik 1 t/m 6. Spreek af hoe je oproeibaan 1 leegmaakt en omschakelt naar oproeibaan 8 en welke garanties je inbouwt zodat baan 1 niet meer uit gewoonte als oproeibaan wordt gebruikt. Weer Ook het weer kan invloed hebben op het verloop van de wedstrijden. De wedstrijdcommissie moet dus weten wat men besluit in welke weersomstandigheden. Hoe besluit je of voortzetting van de roeiwedstrijd nog verantwoord is bij noodweer? Zo is het stoppen bij onweer op het juiste moment van levensbelang. Indien een onweersklap drie seconden weg is, is de afstand tot de inslag één kilometer: veel te dichtbij dus. Bij een afstand tussen het onweer en iedere plek op de baan van minder dan drie kilometer moet je echt stoppen! De besluiten om te stoppen worden vaak te lang uitgesteld. Bepaal daarom vooraf bij welk meteorologische instelling je informatie kunt halen om dergelijke beslissingen te nemen. Op de Bosbaan heb je bijvoorbeeld een goede ingang bij de naastgelegen luchthaven Schiphol. Evacuatie Indien het besluit tot onderbreking van de wedstrijd is genomen, is het van belang dat er mogelijkheden zijn op wachtende ploegen daadwerkelijk te evacueren. Op de Bosbaan zijn daar mogelijkheden voor in de ruimte naast de starttoren of onder het balkon van de starttoren. Structureren van informatiestromen en op basis daarvan beslissingen nemen Zoals gezegd ben je als wedstrijdleider ‘spin in het web’. Je krijgt informatie van functionarissen en speelt die door naar de functionarissen die daar weer wat mee moeten. Zo nodig neem je op basis van deze informatie beslissingen. De belangrijkste informatiestromen die de wedstrijdleider passeren zie je vermeld in onderstaande tabel. Informatiestromen vóór de start Informatie afkomstig van: • controlecommissie (ballast, uitgewogen) • wedstrijdleiding (protesten, mutaties) • kamprechters (verkeersregels, materiaalpech etc.)
Informatiestromen na de race Informatie afkomstig van: • commissie van aankomst (aankomstbriefje of accorderen via computer) • tijdregistratie
Informatie in de richting van: • inschrijvingenadministratie • starter • commissie van aankomst
Informatie in de richting van: • omroep • wedstrijdsecretariaat (uitslagen en lotingen)
Achteraf Na afloop resteert een aantal klussen om de organisatie van de wedstrijd afronden. Hierbij kun je onder meer denken aan: • Bedank de leden van de jury en de wedstrijdorganisatie; • Evalueer met je commissie de wedstrijden; • Stel samen met het hoofd van de jury het wedstrijdverslag op en stuur dit naar de commissie Wedstrijden en de Kamprechtercommissie.
Opleiding
De plek is in beginsel geen plaats waar plaatsvervangers vaak rondlopen. Het is daarentegen wel een plek waar een plaatsvervanger veel kan leren over de organisatie van een roeiwedstrijd. Een slimme plaatsvervanger vraagt daarom of hij ingeroosterd kan worden voor functies in de omgeving van de wedstrijdleider.
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
51
Overig Tips Bepaal hoe je handelt bij verslechterende weerssituaties als onweer enz. Vraag draaiboeken en planningen op van wedstrijden die lijken op de wedstrijd die jij moet organiseren Doen zich bij de organisatie van je wedstrijden afwijkingen voor van HR, RvR en UR dan dien je daarvoor toestemming te vragen bij de KNRB. Neem dergelijke bijzondere bepalingen op in zowel de aankondiging in Roeien, je site en als in de bijzondere bepalingen in je programmaboekje. Zorg dat ze alle drie met elkaar overeenstemmen. Bezoek de jaarlijkse bijeenkomst van de commissie wedstrijden voor wedstrijdorganisatie. Ga eens kijken bij een andere wedstrijd hoe de wedstrijdleider met zijn commissie de werkzaamheden heeft georganiseerd.
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
52
Jurering bij roeiwedstrijden Een handreiking voor kamprechters
3.2.
Soorten roeiwedstrijden
Inleiding
Binnen het Reglement voor Roeiwedstrijden (RvR) van de KNRB wordt geen duidelijke opsomming gemaakt van verschillende soorten roeiwedstrijden. Het RvR kent feitelijk alleen roei-evenementen. Toch zien we in de diverse artikelen van het RvR en van het Uitvoeringsreglement wel degelijk een onderscheid in: • Internationale wedstrijden; • Nationale wedstrijden; • Tijdwedstrijden; • Regio- en competitiewedstrijden; • Roeiontmoetingen met een wedstrijdkarakter: • Roei-ergometerwedstrijden; • Klassementen over verschillende wedstrijden. Internationale wedstrijden zullen hier niet verder behandeld worden; ze vallen onder de reglementen van de FISA, de Internationale Federatie van Roeibonden. In dit boekje wordt vaak impliciet over nationale wedstrijden geschreven als het over roeiwedstrijden gaat. Niet geheel onterecht, want het scala van reglementen en uitvoeringsbepalingen, dat geldt op een nationale wedstrijd is voor het grootste gedeelte ook van toepassing op de andere soorten wedstrijden. In het kort zal een aantal kenmerken van andere soorten wedstrijden dan nationale wedstrijden worden doorgenomen.
Tijdwedstrijden
Volgens het RvR is een tijdwedstrijd een wedstrijd waarbij de geroeide tijd de uitslag bepaalt. Nu vraagt een enkeling zich wellicht af of dat niet altijd het geval is. Het antwoord is: Nee! Bij het gros van de wedstrijden die boord aan boord verroeid worden wordt de uitslag bepaald door de finishvolgorde. De geroeide tijd wordt wel gemeten, maar bepaalt niet de uitslag. In bepaalde gevallen wordt de gevaren tijd wel gebruikt. Bijvoorbeeld in het geval dat er tien ploegen in de voorwedstrijden moeten strijden om een van de vier finaleplaatsen. Dan worden er drie voorwedstrijden gevaren waarvan de winnaars en de tijdsnelste tweede worden geplaatst voor de finale. Vaak worden de boten in een tijdwedstrijd na elkaar gestart. In dat geval moet er extra aandacht besteed worden aan de bepalingen rond het inhalen (zie hiervoor baankaartjes op de KNRBsite). Om toe te zien op deze bepalingen, worden op strategische plaatsen zogenaamde ‘baancommissarissen’ geplaatst. Dit zijn wedstrijdfunctionarissen, die ogen en oren goed de kost geven tijdens de wedstrijd en die rapporteren aan de Jury indien er onregelmatigheden voorvallen. Baancommissarissen nemen waar wat er gebeurt en zullen onregelmatigheden rapporteren aan de kamprechter(s) van de wedstrijd. Het is voorbehouden aan de kamprechters om besluiten te nemen over wel of niet toepassen van disciplinaire maatregelen. Met het inzetten van baancommissarissen wordt geregeld dat met een beperkte groep kamprechters op een wedstrijdparcours van soms vele kilometers, een tijdwedstrijd in goede banen geleid kan worden. Naast de genoemde baancommissarissen en kamprechters kent elke tijdwedstrijd ook gewoon een starter, een hulpstarter, een CvA, een CC en functionarissen voor de tijdwaarneming. Een extra functie bij een tijdwedstrijd waar de ploegen in kiellinie varen, is die van de voorstarter. Deze functionaris zorgt voor een gelijkmatige afvaart van de ploegen vóór de startlijn zodat de ploegen een vliegende start kunnen maken met telkens het juiste startverschil met de eerder gestarte tegenstander. Bij tijdwedstrijden is een extra disciplinaire maatregel mogelijk: een straftijd van 15 seconden kan worden opgeteld bij de gevaren tijd. Het RvR sluit niet uit dat er gedurende een wedstrijd meerdere disciplinaire maatregelen worden uitgevaardigd. Er kunnen dus meerdere tijdstraffen gegeven worden.
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
53
Regio- en competitiewedstrijden
Regiowedstrijden richten zich op deelnemers die lid zijn van verenigingen die in de buurt gelegen zijn. Het zijn dagwedstrijden die gevaren worden in het materiaal dat beschikbaar gesteld wordt door de organiserende vereniging. Veelal wordt gevaren op het trainingswater van de organiserende vereniging en niet op een van de bekende roeibanen van Nederland. Competitiewedstrijden kunnen regiowedstrijden (officiële benaming ‘regiocompetities’) zijn, waarbij de uitslagen van meerdere wedstrijden bij elkaar worden opgeteld zodat er naast de dagprijs, vaak een overheerlijke taart, ook een eindlijst ontstaat. De hoogst geplaatste deelnemers worden uitgenodigd om op de landelijke regiofinale uit te maken wie de beste regioploeg van het jaar is. Maar ook ééndaagse wedstrijden zoals de Skollcup, Orca’s slotwedstrijden, kunnen min of meer onder de benaming competitiewedstrijd vallen. Regio- en competitiewedstrijden vragen improvisatietalent van de organisatoren en de wedstrijdfunctionarissen. Doordat veel zaken niet beschikbaar zijn, zoals op de grote nationale wedstrijden (er is geen starttoren, er is geen ballenrijen tussen de banen, er is geen finishtrap), is het belangrijk om van tevoren goed na te denken over de mogelijkheden, die wel te realiseren zijn en die absoluut noodzakelijk zijn voor het goede verloop van de wedstrijd. Voor elke regio- of competitiewedstrijd moet een hoofd van de jury benoemd zijn. Het is prettig als dat iemand kan zijn van de organiserende vereniging. Hij of zij kent immers de locale omstandigheden goed en kent de mensen die deel uitmaken van de organisatie. Toch is het ook aan te bevelen een hoofd van de jury aan te stellen van buiten de (besloten) kring van de eigen vereniging. Hij of zij kan als een ‘gastfunctionaris’ de organisatie een spiegel voorhouden op het gebied van veiligheid of op andere wedstrijdtechnische aspecten. Soms zien vreemde ogen meer, ze zijn niet belast met ervaringen en gewoontes van de organiserende vereniging.
ROW (roeiontmoeting met wedstrijdkarakter)
Hieronder worden alle overige wedstrijden op het water gerekend. Ook dit soort wedstrijden vraagt veel improvisatietalent van de organisatoren en de wedstrijdfunctionarissen. Veel zaken, die wel op nationale wedstrijden beschikbaar zijn, zijn nu niet aanwezig. Denk van tevoren goed na over de mogelijkheden, die wel te realiseren zijn en die absoluut noodzakelijk zijn voor het goede verloop van de wedstrijd. Er dient altijd een hoofd van de jury benoemd te worden. Dat kan iemand van binnen de vereniging zijn, of van buiten de vereniging, met een (plv) kamprechterlicentie.
Roei-ergometerwedstrijden
Een betrekkelijk nieuw fenomeen binnen de roei-evenementen is de wedstrijd op een roeiergometer. De hedendaagse roei-ergometers zijn populair. Ze zijn niet meer weg te denken uit de sportscholen en praktisch elk zichzelf respecterende roeivereniging heeft een of meerdere van deze apparaten in de loods staan. Voor het geval er niet in het donker geroeid mag worden of voor wanneer de weergoden het roeien op het water onmogelijk maken. In het RvR zijn een aantal artikelen specifiek op roei-ergometerwedstrijden toegespitst: • De regeling rond de maximum gewichten van lichte roeiers en roeisters is aangepast; • De start van een roei-ergometerwedstrijd kan bestaan uit een optisch en/of een akoestisch signaal; • Er is een bepaling over valse starts opgenomen. In de toekomst zullen vast en zeker onderdelen verder worden verduidelijkt.
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
54
Jurering bij roeiwedstrijden Een handreiking voor kamprechters
Klassementen
Een klassement is een wedstrijd die is uitgespreid over meerdere roei-evenementen. Volgens een vastgelegde en gepubliceerde methode van uitslagbepaling wordt een winnaar bepaald. Binnen het internationale toproeien kennen we het circuit van wereldbekerwedstrijden. Op nationaal niveau zijn het Eerstejaars Klassement en de Challenge Cup hele bekende, maar ook de klassementen voor junioren skiffeurs, veteranen, competitieroeiers en die van langeafstandsroeiers binden en boeien menig roeier. Bij veel klassementen is het niet alleen de winnaar van een onderdeel, die punten kan verdienen voor het klassement, maar ook de andere deelnemers. Een achterhoedegevecht kan voor de betrokken ploegen van groot belang zijn, gezien het klassement waaraan ze deelnemen. Wanneer een klassement in het geding is, telt de basisregel in het kamprechteren over het creëren van goede omstandigheden voor gelijke kansen voor deelnemers nog zwaarder. De beslissing om een ploeg in de golven te zetten om bij de voorste ploegen te blijven heeft veel grotere gevolgen dan bij een normaal wedstrijdnummer. Stel je als kamprechter dus op de hoogte van de gehanteerde puntentellingen (ook die bij de eventuele B-, C- of D-finales). Niet alleen tijdens de race, maar ook bij de juiste bepaling van de finishvolgorde bij de plaatsen vier, vijf en zes (zo nodig een fotofinish!). De positie van een ploeg in het klassement mag geen rol spelen bij het nemen van besluiten over deze ploeg door een kamprechter of Hoofd van de jury. Ervaring heeft geleerd dat zeker bij de laatste wedstrijden van een klassement, de emoties hoog kunnen oplopen. De kamprechter of een Hoofd van de Jury kunnen hierdoor mogelijk onder druk komen te staan om een beslissing te nemen, die zij onder normale omstandigheden anders zou nemen. Elke race is een gewone losstaande race en dient op die wijze beoordeeld te worden. Het RvR staat toe, dat de stand van een klassement gebruikt wordt bij de indeling en plaatsing van voorwedstrijden. Sterke en zwakkere ploegen worden door middel van deze indeling en plaatsing gelijkelijk verdeeld over de voorwedstrijden. Dit gebeurt op een zodanige manier dat de kansen van alle ploegen op een finale plaats gemiddeld gesproken gelijk blijven. De starter en het Hoofd van de Jury dienen zich goed op de hoogte te stellen van de gevolgen van schuiven met de indeling van voorwedstrijden (bijvoorbeeld als gevolg van het niet opkomen dagen van ploegen). In dit soort situaties is het verstandig als een starter ploegen alleen na overleg met het Hoofd van de Jury van de betreffende wedstrijd, naar andere voorwedstrijden verschuift. Omdat een klassement als een wedstrijd is te beschouwen is er ook een Hoofd van de Jury van het klassement. Deze moet toezien op de juiste toepassing van de methode van uitslagbepaling. Complicerende factor is dat, het Hoofd van de Jury vaak niet aanwezig is bij elke wedstrijd van het klassement. Bij een eventueel geschil moet het Hoofd van de Jury er vooral voor zorgen, dat alle noodzakelijke informatie beschikbaar is, voordat er een oordeel wordt uitgesproken.
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
55
3.3.
Roeibanen
Voor het roeien van een reguliere 2 kilometerwedstrijd kan men in Nederland terecht op een drietal roeibanen: de Bosbaan nabij Amsterdam, de Beekse Bergen bij Tilburg en Harkstede in de provincie Groningen. Het mooie van deze roeibanen is dat ze speciaal ingericht zijn voor het organiseren van roeiwedstrijden en dus veel meer faciliteiten hebben dan elke andere wedstrijdbaan op kanaal of rivier, zoals het Amsterdam-Rijn kanaal. In dit hoofdstuk worden de banen kort besproken met specifieke kenmerken van deze baan. Een aantal zaken is kenmerkend voor roeibanen in het algemeen en dus vaak overal terug te vinden. Dit zijn: • Albano-systeem: Dit houdt in dat elke baan afgebakend is door elke 20 meter een boei neer te leggen. Het is voor het eerst toegepast op de roeibaan bij Rome op het meer van Albano, vandaar de naam. Gecombineerd met richtvizieren bij de start is het voor alle ploegen (maar vooral ongestuurde) een stuk makkelijker geworden de baan zo recht mogelijk af te leggen. • Verplaatsbare startpontons. Hierdoor is het mogelijk om per boottype en merk boot de baanlengte in te stellen op exact 2.000 meter. • Het aligneren bij de start, waardoor alle boten precies op één lijn liggen. • Elektronische tijdwaarneming gekoppeld aan de computer waardoor de snelheid en nauwkeurigheid constant en betrouwbaar zijn. • Finishfaciliteiten waardoor meerdere mensen op de finishlijn kunnen zitten om zo tijd en volgorde nauwkeurig vast te stellen. • Afstanden gerekend vanaf de start. Dus start is 0m en finish 2000m • Verkeersregels op de baan zijn van belang in verband met veiligheid. Heen roeien in de oproeibaan, terugroeien in de hoge baannummers. Kamprechters varen hard in de middelste baan terug naar de start. • Tijdig stoppen met hard varen. • Partylijn communicatie voor de tussentijden.
De Bosbaan De Bosbaan is de oudste roeibaan in Nederland. Ten onrechte wordt vaak gedacht dat deze baan een olympische status heeft vanwege de Olympische Spelen in Amsterdam (1928). Deze wedstrijden zijn echter verroeid op de ringvaart van de Haarlemmermeer ter hoogte van het plaatsje Sloten, tegenwoordig deel van Amsterdam. De Bosbaan is in de jaren dertig gegraven als onderdeel van het Amsterdamse Bos. Het was de eerste kunstmatig gegraven roeibaan ter wereld. Meestal werd op meren geroeid, die groot genoeg waren om een rechte twee kilometerbaan op uit te zetten. De eerste versie van de Bosbaan had vijf banen, maar geen oproeibaan. Er waren vast, niet verschuifbare startpontons zodat elke ploeg minder dan twee kilometer roeide. Maar er waren faciliteiten zoals een starttoren, finishtoren en tribune. Kortom het was een hele verbetering ten opzichte van de bochtige Amstel en smalle kanalen. Vanaf de jaren zestig zijn de eisen die de FISA aan internationale roeibanen stelt steeds strenger geworden. Twee grote verbouwingen (midden jaren zestig en het begin van het huidige millennium) hebben de Bosbaan gemaakt tot wat de baan nu is. Bijzonderheden: • Er zijn acht banen. Hierdoor heeft de wedstrijdleiding mogelijkheid te kiezen welke zes banen voor de wedstrijden gebruikt worden. Je kunt zo nog steeds niet de weersomstandigheden voor ploegen beïnvloeden, maar je kunt er wel voor zorgen dat deze voor elke ploeg zo gelijk mogelijk zijn. • Banen zijn gebaliseerd.
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
56
Jurering bij roeiwedstrijden Een handreiking voor kamprechters
• • • • •
Er is een startinstallatie met lichten, waarbij het groene startlicht, startsignaal, starttijd en startfoto zijn gekoppeld. De hulpstarter op de starttoren zorgt voor een handmatige reserve starttijd. Golven blijven lang staan bij de stenen brug gelegen aan de kant van de hoge boeien bij de 1500m. Daar moet bij het varen in de motorboot op gelet worden. Naast baan 8 langs het riet is plaats voor de kamprechterboot als er een wedstrijd nadert. De oproeibaan is breed genoeg, zodat de kamprechterboot, ook bij grote drukte in de oproeibaan, daar kan liggen. Een extra mogelijkheid om iedereen in de oproeibaan te houden. Ploegen liggen voor hun start te wachten in de oproeibaan.
Watersportbaan Tilburg te Hilvarenbeek De baan bij Tilburg is de meest zuidelijke roeibaan van Nederland. Het lokale Willemskanaal is hier over een lengte van ruim 2 kilometer wat breder uitgevoerd zodat er een vierploegenbaan ligt. De twee thuisverenigingen zijn Vidar en Tor. Bijzonderheden: • De baan maakt deel uit van het lokale vaarwater voor de beroepsvaart. Hier moet tijdens wedstrijden rekening mee worden gehouden. Scheepvaartpauzes moeten ingelast worden om de scheepvaart te laten passeren. • Deze baan is niet gebaliseerd. De boeien markeren alleen de buitenste banen en de oproeibaan. Dit heeft tot gevolg dat ploegen tijdens de wedstrijd gemakkelijk naar andere banen opschuiven. Daarom kan het voor een beginnende kamprechter heel leerzaam zijn om op deze baan op te treden, want je moet nog meer dan anders opletten wat er gebeurt, gegevens interpreteren en vaak eerder ingrijpen om problemen te voorkomen. Deze vaardigheid kan je op andere banen goed van pas komen als je in lastige situaties terechtkomt. • Het starten gebeurt vanaf een startvlot met startvlag en –commando via een geluidsinstallatie. Startpuls wordt gegeven door hulpaligneur in het hokje van de aligneur. • Golven doven in vergelijking met de Bosbaan wat sneller uit. • De kamprechter vaart in de oproeibaan als er een wedstrijd nadert. • Ploegen liggen voor hun start te wachten achter het startvlot
KPN Watersportbaan te Harkstede
De jongste baan van Nederland ligt in Slochteren, op een steenworp afstand van de stad Groningen. De baan heeft prima faciliteiten, een start- en finishtoren en de mensen bij de tussenposten zitten droog in oude telefooncellen van hoofdsponsor KPN. Bijzonderheden: • Er zijn acht banen; daardoor kan de wedstrijdleiding besluiten welke zes banen voor de wedstrijden gebruikt worden. • Banen zijn gebaliseerd. • Er is een startinstallatie zonder lichten. Het starten gebeurt vanaf de starttoren met startvlag en –commando via een geluidsinstallatie. Startpuls wordt gegeven door de hulpstarter. Deze zorgt eveneens voor een handmatige reserve starttijd. • Bij stevige wind blijven golven lang staan. Door de heersende windrichtingen kan dit storend werken in start- en finishgebied. • Naast baan 8 is nog een oproeibaan. • Ploegen liggen voor hun start te wachten in de oproeibaan.
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
57
Amsterdam-Rijnkanaal
De Varsity wordt alweer een hele lange tijd op het Amsterdam-Rijnkanaal gehouden. Op het brede kanaal wordt door Triton een roeibaan opgezet voor een enkele dag. Belangrijkste verschillen met een standaard 2-kilometerwedstrijd zijn: • De finish ligt op 0 meter en de (2km)-start op 2000 meter. Dit is net andersom ten opzichte van de vaste roeibanen. Dit komt omdat de start van de oude vieren finale dan bij de 3000 meter begint en niet bij minus 1000 meter; • De wedstrijden worden niet gevolgd met motorboten, want door de stalen beschoeiing zouden golven te lang blijven staan om nog normaal te kunnen roeien. Daarom staan de kamprechters iedere 500 meter langs de kant; • Alleen de finale van de Oude Vier wordt wel gevolgd door een kamprechterboot: dit is toch de laatste wedstrijd van de dag; • De ploegen worden bij de start niet vastgehouden, maar houden zelf een startklosje vast.
Wateren voor lange afstandswedstrijden
Het grote verschil met boord aan boord wedstrijden is dat bij lange afstandswedstrijden ploegen achter elkaar starten, meestal met een startverschil van 15 seconden. De start- en finishtijd wordt geklokt en degene met het kleinste verschil heeft in zijn categorie gewonnen. Voor de kamprechters betekent dit dat de werkzaamheden en het reglement iets anders toegepast moeten worden. Maar de basis blijft natuurlijk veiligheid en gelijke kansen voor iedereen. Verder valt op: • De kamprechter staat tijdens de wedstrijd langs de baan, en hij vaart dus niet achter de wedstrijd aan. Vaak geassisteerd door extra baancommissarissen; • Er moet veel meer geregeld worden voor en na de wedstrijd. Verkeersregelaars en mobo’s zorgen er voor dat alle ploegen op de goede volgorde komen te liggen en dat er ook na de finish geen chaos ontstaat; • Naast de gebruikelijke disciplinaire maatregelen kan de kamprechter ook 15 strafseconden toekennen. Als je optreedt op lange afstandswedstrijden, is het belangrijk dat je vooraf weet waar je moet staan en wat je precies moet doen. Je ziet maar een stukje van een wedstrijd (en niet hoe deze zich ontwikkelt) en je kunt niet met een collega overleggen, omdat die vaak niet in de buurt is.
Amstel
Kenmerkend voor de Amstel zijn: • het grote aantal bochten; • een aantal bruggen met verschillende bruggaten. In de praktijk betekent dit dat er veel baancommissarissen nodig zijn bij bochten en bruggen. Per wedstrijd kunnen de regels anders zijn, bijvoorbeeld ten aanzien van bruggen omdat de roeirichting anders is of omdat het type boot wat minder wendbaar is. Als je hier baancommissaris bent, is het aan te raden voor de wedstrijd even heen en weer te lopen totdat je een goede plek hebt gevonden waar je jouw deel van de baan goed kunt overzien.
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
58
Jurering bij roeiwedstrijden Een handreiking voor kamprechters
4.
Kamprechter: opleiding en training
4.1.
Algemeen
Welke stappen moet je nemen om daadwerkelijk kamprechter te worden, wat moet je er voor doen, waar meld je je aan, hoe kom je aan documentatie en hoe leer je het in de praktijk? In dit hoofdstuk krijg je antwoord op deze vragen.
Opleiding, examen en licentie volgens het HR In het HR is het opleiden en examineren van plaatsvervangers en kamprechters opgedragen aan de KRC. De KRC doet dit onder de verantwoordelijkheid van het KNRB-bestuur. Het bestuur kan deze verantwoordelijkheid waarmaken doordat het 'bestuurslid wedstrijden' zitting heeft in de KRC. Aanmelding voor je examen als plaatsvervanger moet volgens artikel 68 HR gebeuren door de vereniging waar je lid van bent. Artikel 66 HR zegt dat een plaatsvervanger of kamprechter altijd lid moet zijn van een bij de KNRB aangesloten roeivereniging. Als je geslaagd bent voor een examen, ben je volgens artikel 67 HR plaatsvervanger of kamprechter voor vier jaar. De plaatsvervangerlicentie kan eenmalig worden verlengd met vier jaar. Na 4 jaar beziet de KRC, of je uitgenodigd kan worden voor het kamprechterexamen, of dat het nodig is om meer praktijkervaring op te doen. Je kamprechterlicentie wordt verlengd als je aan de daarvoor geldende vereisten hebt voldaan. Wat deze eisen zijn staat in paragraaf 6.3 over de kamprechter. Het reglement schrijft ook voor dat je carrière als kamprechter eindigt aan het eind van het jaar waarin je 65 wordt of wanneer je geen lid meer bent van een bij de KNRB aangesloten vereniging.
4.2.
Plaatsvervanger of plaatsvervangend kamprechter
Als plaatsvervanger ben je eigenlijk een kamprechter in opleiding. Deze functie biedt je de mogelijkheid om onder verantwoordelijkheid van verschillende kamprechters jezelf in een periode van vier jaar te ontwikkelen tot een zelfstandig opererende kamprechter. Hieronder kun je lezen wat je moet doen om plaatsvervanger te worden en wat je daarna te doen staat.
Aanmelding De data voor het plaatsvervangerexamen staan jaarlijks in het evenementennummer van Roeien vermeld. Het examen wordt thans twee keer per jaar georganiseerd, momenteel in de kantine van roeivereniging Poseidon te Amsterdam. Poseidon ligt naast Skoll en Willem III aan de Amstel. Het ligt in de verwachting dat na het gereedkomen van de faciliteiten op de Bosbaan, de examens aldaar zullen worden gehouden. De examendata liggen omstreeks de 2e helft van maart en oktober. Als kandidaat moet je door het bestuur van je vereniging worden aangemeld bij het bondsbureau onder vermelding van naam, volledig adres, telefoonnummer en geboortedatum. Dit kan per e-mail bij
[email protected].
Voorbereiding De beste voorbereiding op je plaatsvervangerexamen vormt natuurlijk de praktijk. Met name mensen die binnen het wedstrijd- of regio- en competitieroeien hun sporen hebben verdiend als roeier of coach, hebben in de praktijk een voorsprong. Maar praktijkervaring alleen is niet genoeg. Je zult de reglementen natuurlijk uitstekend moeten kennen. De examenvragen zijn namelijk voor een groot deel regelrecht afkomstig uit statuten, HR, RvR, UR en Uitvoeringsreglement Doping.
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
59
Ook deze handleiding is een goede mogelijkheid om meer te weten te komen over de praktische toepassing van de roeireglementen. Verder kun je tijdens de voorbereiding op je examen een plaatsvervanger of kamprechter, die je kent vragen, waar je op moet letten. En tot slot kun je tijdens een roeiwedstrijd eens bekijken wat de diverse roeiofficials zoal doen. Vooral tijdens de start en in de eerste honderd meter heb je kans dat een van de roeiofficials moet ingrijpen. Dat zijn voor jou dan de interessante momenten!
Examen
Het examen is schriftelijk en heeft wat weg van een multiple choice examen met dat verschil dat bij één vraag soms meerdere antwoorden goed kunnen zijn. Om je eindcijfer te bepalen is het aantal gemaakte fouten bepalend. Zowel vergeten goede antwoorden als foutief gegeven antwoorden worden als fout meegeteld. Daarentegen worden de vragen die door te veel kandidaten fout worden gemaakt in de einduitslag geëlimineerd. Behalve de multiple choice vragen zitten er ook een paar korte open vragen in het examen verwerkt. Het examen sluit af met twee open vragen. Vergeet deze twee cases aan het eind niet; bijna ieder examen is er wel een kandidaat die dat overkomt. Je krijgt voor het examen een half uur. De ervaring leert dat je niet kunt treuzelen bij een vraag, anders ben je niet op tijd klaar. Op ieder examen zijn er dan ook wel een paar kandidaten die tijd te kort komen. Na afloop van het examen worden de goede antwoorden mondeling met de kandidaten doorgelopen. De examenuitslag krijg je één à twee weken daarna.
Na het examen
Als je geslaagd bent als plaatsvervanger, mag je de eerstvolgende vier jaar als roeiofficial aan de slag. In die vier jaar is het de bedoeling dat je je theoretische kennis omzet in praktijkervaring. Het is dus van belang dat je tijdens zo veel mogelijk wedstrijden die praktijkervaring op gaat doen. Hierbij kan je afwachten tot je voor specifieke wedstrijden door het hoofd van de jury wordt uitgenodigd. Je kunt je ook actief opstellen door je als plaatsvervangend kamprechter beschikbaar te stellen en jezelf aan te melden bij het hoofd van de jury. Op de wedstrijden waar je optreedt, gaat het er om dat je zoveel mogelijk leert. Dat betekent dat er van je wordt verwacht dat je jezelf steeds goed op een wedstrijd voorbereidt (spullen mee, op tijd aanwezig, reglementskennis op peil etc.). Jij mag dan verwachten dat je op verschillende posities wordt ingezet en dat je door je begeleidende kamprechter wordt gecoacht. Die coaching kan bestaan uit: • Het stellen van vragen (waarom doe je dit of dat, wat zou je doen als, etc.); • Het gevraagd en ongevraagd verduidelijken en toelichten van gedrag van roeiofficials; • Het bijsturen of corrigeren van jouw optreden als plaatsvervanger. Zelf kun je die coaching optimaliseren door vragen te stellen over datgene wat je meemaakt of wat zich voordoet.
Verlenging plaatsvervangerlicentie Je plaatsvervangerlicentie is vier jaar geldig. Eens in de vier jaar moet je, naast een minimaal aantal optredens als plaatsvervanger om de broodnodige ervaring op te doen, ook de twee blokken A en B van de kamprechtertraining hebben gevolgd. Heb je aan deze beide eisen voldaan, dan is in beginsel een eenmalige verlenging met vier jaar mogelijk, om meer ervaring op te doen. Of je wordt na deze vier jaar bij gebleken geschiktheid uitgenodigd voor het kamprechterexamen. Zowel de verlenging van de plaatsvervangerlicentie als de uitnodiging voor het kamprechterexamen geschieden door de KRC op basis van de administratie van de licenties.
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
60
Jurering bij roeiwedstrijden Een handreiking voor kamprechters
4.3.
Kamprechter
Als kamprechter ben je zelfstandig roeiofficial. Je bent verantwoordelijk voor en aanspreekbaar op je optreden in de functies die je binnen de jury vervult. Hieronder staat vermeld welke stappen je moet doorlopen om kamprechter te worden en wat je daarna kunt en mag doen.
Examenuitnodiging
In beginsel ontvang je na vier jaar plaatsvervangerschap en het gevolgd hebben van de kamprechtertrainingen A en B een uitnodiging voor het kamprechterexamen van de KRC. Hierbij wordt eveneens nagegaan of je met enige regelmatig als plaatsvervanger hebt opgetreden. De uitnodiging wordt meestal mondeling gedaan in de maanden januari of februari, zodat je vanaf dat moment je kunt voorbereiden op je examen. Het examen bestaat uit een ‘droog’ deel en een ‘nat’ deel. Want de ervaring is toch dat optreden als plaatsvervanger onder verantwoordelijkheid van een kamprechter, anders is dan opereren als zelfstandig kamprechter die aanspreekbaar en verantwoordelijk is voor zijn optreden. Vergelijk het maar met autorijden; dat leer je pas als je het rijexamen hebt gehaald en je er alleen voor staat.
Voorbereiding
Je voorbereiding is vergelijkbaar met de voorbereiding van de plaatsvervanger. Je zorgt er dus voor dat je de reglementen kunt dromen en je kent deze handreiking van voor tot achter. Daarnaast maak je gebruik van de ervaringen die je in de afgelopen vier jaar hebt opgedaan. Dat kunnen bijvoorbeeld aantekeningen zijn van voorvallen die je hebt meegemaakt of documentatie die je over het kamprechteren hebt verzameld, zoals publicaties uit Roeien of hand-outs bij trainingen. En natuurlijk heb je al lang je eigen controlelijstjes opgesteld die je gebruikt om in de diverse functies niets te vergeten. Verder probeer je nog heel gericht je laatste praktijkervaring op te doen. Realiseer je dat je als roeiofficial allround inzetbaar moet zijn. Je moet dus alle functies, die de roeiofficial kan bekleden, beheersen. Richt je dus bij de voorbereiding op die taken waarvan je weet dat je er weinig ervaring mee hebt of waar je minder goed in bent. Hiertoe kun je bijvoorbeeld het hoofd van de jury verzoeken je voor bepaalde taken in te delen met het oog op je naderende examen. Met name de indeling als hulpstarter of als hulpaligneur (zonodig tijdens een blok waarin je reserve staat) kunnen je nog de broodnodige praktijkervaring verschaffen. Tot slot nog een suggestie voor een examenonderdeel dat je waarschijnlijk maar eenmalig zult ondergaan. Dat betreft het bordexamen als onderdeel van het ‘droge’ theoretische examen. Dit blijkt in de praktijk een moeilijk examenonderdeel te zijn, waarbij kandidaten de neiging hebben te antwoorden wat ze zouden doen in plaats van te doen wat ze moeten doen. Om in deze wat verwarrende examensituatie goed te opereren is het aanbevelenswaardig om met een aantal examenkandidaten en één of twee ervaren kamprechters eens een avondje met zo’n bord te oefenen. Het rendement op die oefenavond is het grootst als de examenkandidaten allemaal de rol een keer vervullen van: • geëxamineerde die handelend optreedt naar aanleiding van de voorgelegde praktijksituatie; • vragensteller / examineerder die een praktijksituatie heeft voorbereid; • waarnemer / beoordelaar die op de achtergrond de examensituatie waarneemt en zonodig vragen van de examineerder verduidelijkt of de geëxamineerde wat op het goede spoor zet.
Examen Het examen bestaat uit twee delen en wordt op verschillende momenten afgenomen, te beginnen met het ‘droge’ theoretische deel. Indien je geslaagd bent voor dit theoretische deel, word je daarop volgend op een van de nationale wedstrijden ingeroosterd om gedurende een weekend in de praktijk te worden geëxamineerd (het ‘natte’ deel).
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
61
Theoretisch examen: schriftelijk èn bord
Het theoretische examen wordt gelijktijdig afgenomen met het plaatsvervangerexamen omstreeks de tweede helft van maart. Het examen valt uiteen in een schriftelijk deel en een bordexamen. Bij het schriftelijk deel krijg je dezelfde vragen voorgelegd als de plaatsvervangers die gelijktijdig examen doen. Beschikbare tijd, aantal en soort vragen zijn dus precies hetzelfde. Verschillend van het plaatsvervangerexamen is de normering. Je zal als potentieel kamprechter strenger worden beoordeeld en dus minder fouten mogen maken! Vóór of na het schriftelijke examen, afhankelijk van je inroostering, wordt je via een bordexamen getoetst op je kennis en vaardigheden. Hierbij word je aan de tand gevoeld met behulp van praktijksituaties, die voor een bord (dat een roeibaan met roeiboten en een volgboot nabootst) nagespeeld worden. Als geëxamineerde vervul je dan de diverse functies die je als roeiofficial ook te vervullen krijgt, waarbij het accent vooral ligt op de functies van starter en kamprechter. In een half uur krijg je allerlei probleemsituaties over je uitgestort. Aan jou zal worden gevraagd om handelend op te treden in de functie die je toegewezen krijgt. Het gaat er dus niet om dat je kunt vertellen wat je in een bepaalde situatie zou doen, maar wat en hoe je het doet! Na één à twee weken krijg je de uitslag van je examen. Als je bent geslaagd word je ingeroosterd voor je praktijkexamen tijdens één van de nationale wedstrijden.
Praktisch examen Als je bent geslaagd voor het theorie-examen word je tijdens één van de nationale twee kilometer wedstrijden gedurende het hele weekend wisselend geëxamineerd door aanwezige leden van de KRC en eventueel een Fisa-kamprechter. Het spreekt vanzelf dat je tijdig laat weten of je op het ingeroosterde wedstrijdweekend beschikbaar bent. Je wordt tijdens het weekend op alle functies ten minste één keer ingeroosterd. De examinator beoordeelt de wijze waarop je de betreffende taak vervult. Aan het eind van de eerste examendag zal een tussenbalans worden opgemaakt door de examinatoren. Eventueel kunnen hier aandachtspunten voor jou als examenkandidaat voor de tweede dag uit voortvloeien. Veelal omvat een wedstrijdweekend vier kamprechterblokken per dag, hetgeen betekent dat naast een blok starter, aligneur, CvA en CC er circa vier kamprechterblokken resteren. Tijdens de vier kamprechterblokken krijg je natuurlijk de moeilijkste wedstrijden voor je kiezen. De examinator zal in overleg met de andere varende kamprechters er voor zorgen dat je zoveel mogelijk ongestuurde nummers in zo laag mogelijke velden krijgt toebedeeld. Geniet er dus met volle teugen van, want waarschijnlijk is het je drukste weekend in je bestaan als kamprechter. Aan het eind van de tweede dag wordt na het overleg van de examinatoren bekend gemaakt of je geslaagd bent.
Na het examen
Als je geslaagd bent als kamprechter mag je als zelfstandig roeiofficial aan de slag. Afhankelijk van je ambitie is het van belang dat je zo vaak optreedt dat je tenminste je vaardigheden op peil houdt. Maar ook andere opties zijn mogelijk. Zo heb je misschien de ambitie om ooit Fisakamprechter te worden.
Verlenging kamprechterlicentie Je kamprechterlicentie is eveneens vier jaar geldig. Eens in de acht jaar moet je, naast een minimaal aantal optredens als kamprechter om je vaardigheden op peil te houden, alle twee de blokken van de kamprechtertraining hebben gevolgd. Heb je aan deze beide eisen voldaan, dan wordt in beginsel je kamprechterlicentie telkens met vier jaar verlengd. De verlenging van je kamprechterlicentie geschiedt automatisch door de KRC op basis van de administratie van de licenties alsmede op basis van je jaarlijks opgave van ontplooide kamprechteractiviteiten. Als je steeds aan de voorwaarden voldoet voor de verlenging van je kamprechterlicentie, bieden de
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
62
Jurering bij roeiwedstrijden Een handreiking voor kamprechters
reglementen je de mogelijkheid om te blijven kamprechteren tot het einde van het jaar waarin je 65 wordt en zolang je lid bent van één van de leden van de KNRB.
4.4.
Internationaal kamprechter
Een internationaal kamprechter, ook wel FISA-kamprechter of umpire genaamd, is in staat om als official op te treden bij wedstrijden die onder de FISA-reglementen worden verroeid. Een FISA-kamprechter vertegenwoordigt tijdens zijn juryoptreden zijn land. Er rust dus een hele verantwoordelijkheid op zijn schouders. De Nederlandse FISA-kamprechter die meegaat naar internationale wedstrijden, wordt dan ook vermeld op de deelnemerslijst van de Nederlandse equipe. Volgens de FISA-rules kun je FISA-kamprechter worden als je drie jaar nationaal kamprechter bent en je goed kunt horen en zien. Als je vervolgens wordt uitgenodigd door de KRC om deel te nemen aan het FISA-examen en slaagt, ben je bevoegd om op te treden als umpire bij internationale wedstrijden
Examenuitnodiging Periodiek zal de KRC beoordelen of de samenstelling van de groep Nederlandse FISAkamprechters voldoet om internationaal succesvol te zijn. Hierbij wordt gekeken naar criteria als leeftijd, ervaring, ambitie, kwaliteit etc. Vervolgens zal worden beoordeeld of er zich binnen de groep van nationale kamprechters personen bevinden die geschikt zijn om FISA-kamprechter te worden en die een aanvulling zijn op de groep bestaande FISA-kamprechters. Personen die daarvoor in aanmerking komen, worden door de KRC benaderd. Zij worden uitgenodigd om deel te nemen aan een van de FISA-examens.
Voorbereiding
Voor de kandidaten voor het FISA-examen beschikt de KRC over voorbereidingsmateriaal. In hoofdlijnen komt de voorbereiding er op neer dat de kandidaat de FISA-reglementen en het FISA-jaarboek kan dromen en dat het bordexamen is geoefend met de leden van de KRC. Daarnaast is het handig als de kandidaat eens een internationale wedstrijd heeft bezocht, zodat hij weet hoe het er daar aan toegaat. Ook de Koninklijke is natuurlijk een goede gelegenheid om polshoogte te nemen. Daarnaast kan de kandidaat recent geslaagde FISA-kamprechters benaderen om eens te vragen naar hun ervaringen.
Examen
Het FISA-examen wordt georganiseerd door de Umpire-commission van de FISA. Dit gebeurt onder meer op de wereldkampioenschappen voor junioren, SB of SA. De Umpire-commission is dan aanwezig voor haar bijdrage aan de kampioenschappen en organiseert voorafgaand aan de wedstrijden het examen. De Nederlandse kandidaten worden meestal afgevaardigd naar die FISA-examens die dichtbij worden gehouden, zoals de laatste jaren in België en Duitsland. Het FISA-examen bestaat uit een theoretisch examen in twee delen; te weten een schriftelijk examen en het bordexamen. Allereerst het schriftelijke deel. In circa vijf kwartier wordt de reglementkennis getest. De kandidaten, die daarvoor zijn geslaagd, worden vervolgens onderworpen aan het meer praktisch georiënteerde deel. Dit wordt gekenmerkt door het bordexamen zoals dat ook voor het Nederlandse kamprechterexamen wordt afgenomen.
Na het examen Na het examen zul je door de KRC jaarlijks wordt uitgenodigd om als FISA-kamprechter deel te nemen aan een internationale wedstrijd. In het begin zullen dit de wat minder belangrijke wedstrijden zijn zodat je ervaring kunt opdoen. De KRC doet jaarlijks voordrachten voor juryleden aan de FISA voor de wereldkampioenschappen. Voor de ontwikkeling van de Nederlandse FISA-kamprechters en de informele positie van Nederland binnen de FISA is toekenning van een aantal van deze voordrachten belangrijk.
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
63
Verlening FISA-licentie
De FISA-licentie van een umpire is vier jaar geldig en wordt automatisch verlengd met vier jaar als de umpire één van de FISA-seminars van de Umpire-commission heeft gevolgd die op de grote FISA-roeievenementen worden georganiseerd.
4.5.
Documentatie
Wil je je verdiepen in het kamprechteren, dan zijn er diverse bronnen die in meer of mindere mate toegankelijk zijn.
Reglementen
In de eerste plaats zijn er natuurlijk de nationale reglementen. Deze zijn te vinden op de site van de KNRB www.knrb.nl onder directe links of reglementen. De FISA-reglementen zijn onder de keuze FISA-Rulebook ook gemakkelijk te bemachtigen op www.fisa.org. Het Rulebook is aan te bevelen omdat het gedetailleerde beschrijvingen kent van zaken die binnen de kamprechterij gewoon zijn. Bij verschillen tussen het nationale en internationale reglement gaat op een nationale wedstrijd natuurlijk wel het Nederlandse reglement voor.
Trainingsdocumentatie
Op trainingen en bijeenkomsten worden presentaties gegeven over het kamprechteren. Dit trainingsmateriaal is niet systematisch gerangschikt, maar diverse kamprechters zijn in het bezit van dergelijke hand-outs
Publicaties
Ook in het verleden is het nodige over het kamprechteren geschreven. In de jaren 90 van de 20e eeuw was dit de rubriek ‘Are you ready go’ in Roeien van de hand van Jan-Karel Mak. Vanaf het roeiseizoen 2003 verzorgt Koos Bauman regelmatig artikelen die een actueel onderwerp binnen het kamprechteren behandelden. In het boek De Nederlandsche Roeisport uit 1967 staat een lezenswaardig artikel over de geschreven en ongeschreven wetten van de roeisport van de hand van N. de Voogd. Weliswaar is het artikel op onderdelen verouderd, maar de belangrijkste principes van het kamprechteren zoals die in het artikel staan beschreven, zijn nog onveranderd actueel. Het boek is bij veel roeiverenigingen in de boekenkast te vinden en werd tot voor kort als te bestuderen stof voor het nationaal theorie-examen voorgeschreven.
4.6.
Kwaliteitsbevordering
De KRC is verantwoordelijk voor kwaliteitsbevordering van de kamprechters. Dat dit nodig was blijkt uit het artikel van N. de Voogd in het boek De Nederlandse Roeisport II. Hij memoreert dat dit halverwege de 20e eeuw nog niet zo goed was geregeld. KNRB-voorzitter Tromp schreef in 1950 dat verschillende kamprechters en starters niet voor hun taak berekend waren en dat hier dringend verbetering in gebracht moest worden. Dit resulteerde in een examencommissie. In 1962 mondde dit uit in de oprichting van de KRC die begeleiden en opleiden van kamprechters als belangrijke taak meekreeg. Op dit moment zijn de navolgende geïnstitutionaliseerde en informele vormen van kwaliteitsbevordering te onderscheiden:
Kamprechtertraining
Op een van de zaterdagen in de 2e helft van oktober wordt sinds 1995 de Nationale Roeidag georganiseerd. Op die dag verzorgt de KRC een kamprechtertraining waar de taken van de roeiofficial systematisch de revue passeren. De training bestaat uit de blokken A en B. In blok A komen de taken van de kamprechter en de CC aan de orde. In blok B worden de taken van de starter, de aligneur, de CvA en het Hoofd van de Jury behandeld. Via verschillende interactieve
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
64
Jurering bij roeiwedstrijden Een handreiking voor kamprechters
trainingsvormen zoals lezingen, rollenspellen, stellingen enz. worden de (plv.) kamprechters de kneepjes van het vak bijgebracht. Deze bijeenkomst vervult, evenals de Amstelbijeenkomst, een belangrijke rol in het uniformeren van het optreden van de Nederlandse roei-official.
Amstelbijeenkomst
Sedert de jaren 90 van de 20e eeuw wordt op een donderdag in maart kort voor de Roeivierkamp in de sociëteit van roeivereniging De Amstel een verplichte bijeenkomst voor alle (plv.) kamprechters georganiseerd. De bijeenkomst heeft tot doel de (plv.) kamprechters op actuele ontwikkelingen bij te praten. Zo wordt voorafgaand aan het seizoen vaak een thema bekend gemaakt waaraan kamprechters extra aandacht zullen besteden in het komende roeiseizoen. In de afgelopen jaren waren dit onder meer de kledingregels, verkeersregels, boegballen en heelstrings. Andere mogelijke onderwerpen zijn reglementswijzigingen, bespreking van cases, uitdieping van thema’s, aanschaf van kamprechterkleding en actualiteiten zoals terugkoppeling vanuit de FISA, vernieuwing van baaninstallaties, verkeersregels bij gewijzigd baangebruik enz.
Intercollegiale toetsing-Kamprechter-Kwaliteits-Koppels
Alweer van enige tijd geleden dateert de intercollegiale toetsing waarbij kamprechters werden gevraagd om collega’s te observeren en na afloop hun optreden te evalueren. Hierbij fietste een aangewezen kamprechter gedurende de dag als toetser met verschillende kamprechters mee tijdens de wedstrijden. Doel van de toetsing was om kamprechters met een licentie bij hun optreden een spiegel voor te houden en om uniformering van het optreden van kamprechters te bevorderen. Met ingang van 2003 is deze methode van kwaliteitsbevordering vervangen door het zogenaamde Kamprechter-Kwaliteits-Koppel (KKK). Het is de bedoeling dat tijdens de nationale wedstrijden een tweetal kamprechters met licentie het hele weekend samen optrekken. Daarbij is het de bedoeling dat ze elkaar observeren en evalueren. Methode en werkwijze zijn vooralsnog niet tot in detail uitgewerkt, maar tot nu toe zijn met deze werkwijze positieve ervaringen opgedaan.
Hoofd van de jury
Het hoofd van de jury speelt tijdens een wedstrijd een belangrijke rol bij de kwaliteitsbevordering en uniformering van het juryoptreden. Voor de wijze waarop hij die rol vervult wordt verwezen naar de betreffende paragraaf over deze functionaris.
Kamprechterborrel
Een informele vorm van kwaliteitsbevordering is de onderlinge evaluatie tijdens de kamprechterborrel. Hier worden vaak verschillende jureringsituaties doorgesproken, die tijdens de wedstrijden zijn voorgevallen. Nog afgezien van het sociale aspect verdient de kamprechterborrel vanuit oogpunt van kwaliteitsbevordering dan ook aanbeveling.
Kamprechter begeleidt plaatsvervanger De basis van het opleidingssysteem van de Nederlandse kamprechters is de ‘training on the job’ van de plaatsvervangers door de kamprechters. Deze werkwijze is geformaliseerd in artikel 28 lid 3 waarin staat dat ieder roeiofficial bevoegd is - onverminderd zijn verantwoordelijkheid een plaatsvervangend kamprechter onder zijn toezicht in zijn plaats te laten optreden. Door voortdurend met wisselende kamprechters mee te lopen krijgen plaatsvervangers een gevarieerd beeld van de wijze waarop de kamprechter zijn taken vervult.
Training van plaatsvervangers binnen verenigingen
Binnen roeiverenigingen worden plaatsvervangers soms door kamprechters van dezelfde of nabije roeivereniging voorbereid op hun plaatsvervangerexamen.
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
65
4.7.
Overig
Kamprechtercommissie
De KRC is een van de commissies binnen de KNRB. De commissaris wedstrijden is de liaison met het KNRB bestuur. Hij maakt deel uit van de KRC. In het wedstrijdnummer van Roeien worden jaarlijks de leden van de KRC vermeld. De KRC is verantwoordelijk voor het opleiden en begeleiden van kamprechters in de breedste zin des woords. Dit betekent in de praktijk dat de KRC de jaarlijkse Amstel-bijeenkomst en kamprechtertraining organiseert, Nederlandse FISA-kamprechters voordraagt voor de wereldkampioenschappen, het KNRB-bestuur adviseert over dispensatieverzoeken, beroepszaken etc., (plv.) kamprechterexamens organiseert, beleid ontwikkelt en ga zo maar door.
Commissie Wedstrijden Een andere commissie die voor kamprechters belangrijk is om te kennen, is de Commissie Wedstrijden. Deze commissie is een kristallisatiepunt voor onderwerpen over organisatie en verloop van wedstrijden. Voor vragen, opmerkingen of klachten zijn de commissieleden te benaderen. De namen en adressen van de commissieleden staan in Roeien. De KRC en de Commissie Wedstrijden blijken in de praktijk vaak zaken in behandeling te hebben die in elkaars verlengde liggen.
Beschikbaarheid en optreden
Jaarlijks wordt aan de (plv.) kamprechters gevraagd informatie te verstrekken over enerzijds de weekenden waarop zij verwachten beschikbaar te zijn om op te treden en anderzijds de weekenden waarop zij in het afgelopen jaar hebben opgetreden. De eerste informatie wordt op verzoek ter beschikking gesteld van de organisatoren van wedstrijden, de tweede informatie wordt in combinatie met de deelname aan de blokken van de kamprechtertraining geregistreerd ten behoeve van uitnodiging voor examens en verlenging van de (plv) kamprechterlicentie.
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
66
Jurering bij roeiwedstrijden
Een handreiking voor kamprechters
5.
Bijlagen
5.1.
Lijst met gebruikte afkortingen
BLR CC CvA CTR FISA HR JKC KNRB KRC Mobo ROW RvR UR
bye-law FISA rules of racing Controle Commissie Commissie van Aankomst Commissie Top Roeien Fédération Internationale des Société d’Aviron huishoudelijk reglement KNRB jonge kamprechter college Koninklijke Nederlandse Roeibond kamprechtercommissie motorbootbestuurder roeiontmoeting met wedstrijdkarakter reglement voor roeiwedstrijden uitvoeringsreglement
5.2.
Voorbeeld ingevuld finishbriefje
De aankomstvolgorde is bijvoorbeeld (boeivolgorde): 6 - 3 - 4 - 1 - 2 - 5 Bij het aankomstbriefje vul je NIET de plaats in (4 - 5 - 2 - 3 - 6 - 1) maar het boei (baan) nummer: 6-3-4-1-2-5 Verder vul je OOK de ploegnamen in, om problemen met onduidelijk geschreven boeinummer te voorkomen. Aankomstvolgorde :
6-3-4-1-2-5
Het hoofd van de CvA ondertekent het aankomstbriefje en geeft dit door aan de wedstrijdleiding.
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
67
5.2.
Plattegronden van de 3 roeibanen
KPN Watersportbaan te Harkstede. (een overzicht van het start- en finishgebied)
Watersportbaan te Hilvarenbeek, Tilburg (een overzicht van het finishgebied)
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
68
Jurering bij roeiwedstrijden
Een handreiking voor kamprechters
Bosbaan te Amsterdam (een overzicht van de baan en het finishgebied)
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
69
5.3.
Werkinstructies
5.3.1.
Kledingregels nationale wedstrijden
Aanvullende regels ter tegemoetkoming aan de behoefte wedstrijdtenues aan te passen aan extreme weersomstandigheden.
Overweging Voor roeiers, stuurlieden en coaches bestaat een hinderlijke onduidelijkheid over de wijze waarop en de mate waarin kamprechters op sommige wedstrijden afwijkingen van de kledingregels in het Reglement voor Roeiwedstrijden door de vingers zien. Het scheppen van duidelijkheid hierover zal irritaties en onzekerheid voorkomen. Met dat doel zijn de onderstaande informele regels opgesteld, die een versoepeling betekenen van de in het reglement vastgelegde officiële regels. Vanzelfsprekend blijft voor alles wat in onderstaande punten niet wordt genoemd het Reglement voor Roeiwedstrijden onverkort van toepassing.
Uitgangspunten Roeiers en stuurlieden moeten uniform hun verenigingskleuren dragen, ongeacht de weersomstandigheden. Als koud/nat weer extra kleding nodig maakt, moeten de verenigingskleuren zichtbaar blijven; voor aanvullende kleding daaronder is ook uniformiteit verplicht. Als bij zeer warm weer de behoefte aan vermindering van kleding ontstaat, is handhaving van strikte uniformiteit daarbij verplicht. Regels inzake reclame blijven onverminderd van kracht.
Regeling Of er sprake is van (weers)omstandigheden die extra of vermindering van de kleding wenselijk maken staat ter beoordeling van de ploeg.
1.
Koud en nat weer
Aan de orde: lange mouwen, lange broekspijpen/maillots, regenjacks. a. Verenigingstenue wordt door alle inzittenden over warme en/of regenwerende kleding gedragen b. Lange mouwen en broekspijpen/maillots van alle inzittenden zijn zodanig uniform (kleur, strepen e.d.) dat onderlinge verschillen op 100m afstand niet kunnen worden gezien. Zo kan bijvoorbeeld acceptabel zijn: enigszins verschillende tinten blauw van trainingsbroeken; sommige trainingsbroeken zwart en andere donkergrijs; sommige mouwen met smalle witte streep en andere zonder streep. Niet acceptabel zal bijvoorbeeld zijn: sommige mouwen rood en sommige wit of blauw; roeiers met blauwe lange mouwen en stuurman met felgroen of rood windjack onder tenue. c. De lengte van broekspijpen en mouwen van deze extra kleding is per roeier vrij. d. Bij het oproeien is de kleding geheel vrij, mits rugnummers (indien van toepassing) goed zichtbaar worden gedragen. e. Stuurlieden mogen in afwijking van a. een clubblazer over een licht overhemd met clubdas, en in afwijking van c. een bij dit tenue behorende pantalon dragen. f. Sokken: afwijkingen in kleur van verenigingstenue en uniformiteit worden bij korte of laag gedragen sokken door de vingers gezien.
2.
Warm weer
Aan de orde: mouwlengte shirts, beenbedekking, zonwerende hoofdbedekking. a. Shirts van alle inzittenden hebben dezelfde kleur, mouwlengte en bij mouwloze shirts dezelfde breedte van schouderband, zodanig dat buiten de boot geen onderscheid opgemerkt wordt.
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
70
Jurering bij roeiwedstrijden
Een handreiking voor kamprechters b. Petten en andere hoofddeksels: voor zover deze worden gedragen zijn ze voor alle dragers identiek van kleur en vorm, zodanig dat buiten de boot geen onderscheid opgemerkt wordt. c. Broeken hebben voor alle inzittenden dezelfde kleur, pijplengte e.d., zodanig dat buiten de boot geen onderscheid opgemerkt wordt. d. Stuurlieden mogen in afwijking van a. een clubblazer over een licht overhemd met clubdas, en in afwijking van c. een bij dit tenue behorende pantalon dragen. e. Sokken: zie punt 1 e.
KLEDING BIJ WEGING Lichte roeiers: Worden gewogen in minimaal roeitenue. Dus in pakje of in shirt + broek (niet noodzakelijk verenigingskleuren!). Wat daaronder eventueel verder wordt gedragen is voor de weging van geen belang.
Stuurlieden: Stuurlieden dragen op de weging hetzelfde roeitenue als de roeiers. Geen ondertenue -dat is iets anders dan ondergoed- en geen schoenen toegestaan. In plaats hiervan kan ook gewogen worden in overhemd + clubdas en pantalon zoals deel van het verenigings-wandelcostuum. Geen blazer, geen ondertenue en geen schoenen.
Invoering en handhaving
Bovenstaande regels zullen consequent door de kamprechters worden toegepast. Bij overtreding van deze regels – uitsluitend ter beoordeling door de betrokken kamprechter zullen de normale sancties op kledingovertredingen worden toegepast. In eerste instantie een officiële waarschuwing, bij herhaling verdergaande maatregelen, en bij wedstrijden waar de CC in staat is toezicht te houden op de afvaart van ploegen, zonodig correctie vooraf.
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
71
5.3.2.
Werkinstructie: plaatsing en gestuurde indeling
Achtergrond Om verschillende redenen is er behoefte aan de mogelijkheid om bij het indelen van roeiwedstrijden in bepaalde nummers niet alles aan het toeval over te laten, maar op die indeling invloed uit te oefenen: • Bij de Nationale Kampioenschappen en mogelijk een enkele andere wedstrijd heeft de CTR behoefte aan mogelijkheden om ten behoeve van een optimaal selectieproces enkele ploegen in een wedstrijdnummer zo nauwkeurig mogelijk met elkaar te vergelijken. • Met het oog op een zo eerlijk mogelijke competitie in het Eerstejaarsklassement en de Challenge Cup is er behoefte aan een evenwichtige verdeling van ploegen over voorwedstrijden in een wedstrijdnummer. Om in deze behoeften te voorzien is deze regeling opgesteld, die tot doel heeft om op een consistente en transparante wijze te komen tot • ‘plaatsing’ van aan selectie onderworpen ploegen in banen direct naast elkaar bij directe finales; • ‘gestuurde indeling’ van ploegen in wedstrijdnummers waarvoor voorwedstrijden moeten worden gehouden.
Voorwaarden toepassing regeling Om tot een duidelijke, eerlijke en voorspelbare toepassing te komen, dient aan de volgende voorwaarden te worden voldaan. • Conform RvR/UR art. 19 vinden ‘plaatsing’ en ‘gestuurde indeling’ plaats onder verantwoordelijkheid van het KNRB-bestuur. Binnen het KNRB-bestuur nemen twee personen hiervoor de verantwoordelijkheid op zich: de Commissaris Toproeien en de Commissaris Wedstrijden. • De Commissaris Toproeien bepaalt welke ploegen per wedstrijdnummer voor plaatsing/gestuurde indeling in aanmerking komen, en onderhoudt daartoe de nodige contacten met de betrokken bondscoaches. • De Commissaris Wedstrijden neemt de verantwoordelijkheid voor het proces van plaatsing/gestuurde indeling, en onderhoudt daartoe de nodige contacten met de wedstrijdleiding en de juryvoorzitters van de betrokken wedstrijden en competities. • Wanneer in het wedstrijdnummer van ‘Roeien’ geen aankondiging is gedaan van het voornemen tot plaatsing/gestuurde indeling, vraagt de wedstrijdleiding bij de lotingvergadering hiervoor de instemming van de inschrijvende verenigingen. • In de lotingvergadering zet de betrokken juryvoorzitter zorgvuldig uiteen hoe de procedure van het plaatsen en gestuurd indelen in zijn werk gaat. Hij vermeldt om welke wedstrijden het hierbij gaat. Hij geeft aan dat de lijst van aan plaatsing en/of gestuurde indeling onderworpen ploegen desgevraagd bekend gemaakt zal worden, tijdens of direct na de lotingvergadering.
Aanpak ‘plaatsing’ Deze regeling is van toepassing op wedstrijden waarvoor direct finale wordt verroeid, en waaraan twee of drie door de KNRB te selecteren ploegen deelnemen. • Op grond van het totaal aantal deelnemende ploegen wordt bepaald welke banen voor de wedstrijd worden gebruikt. • Bij toeval1 wordt de eerste te plaatsen ploeg gekozen. Bij toeval wordt vervolgens aan deze ploeg een van de te gebruiken banen toegekend. • Indien het om twee te plaatsen ploegen gaat, wordt vervolgens aan de tweede ploeg bij toeval de naastgelegen hogere of de naastgelegen lagere baan toegekend.
1
D.w.z. door het werpen van een munt of dobbelsteen of op een andere zuiver toevallige wijze
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
72
Jurering bij roeiwedstrijden
Een handreiking voor kamprechters •
• • •
Indien het om drie te plaatsen ploegen gaat, wordt bij toeval de tweede te plaatsen ploeg gekozen. Bij toeval wordt vervolgens aan deze ploeg de naastgelegen hogere of de naastgelegen lagere baan toegekend. De derde ploeg wordt vervolgens de baan aan de andere zijde van de eerste ploeg toegekend. Was de eerstgeplaatste ploeg op een ‘buitenbaan’ geplaatst, dan wordt aan de tweede ploeg de enige naastgelegen baan toegekend. Aan de eventuele derde ploeg wordt vervolgens de daarnaast gelegen baan toegekend. De andere aan de wedstrijd deelnemende ploegen worden vervolgens bij toeval over de resterende te gebruiken banen verdeeld. Bij wijzigingen of terugtrekkingen voor het tijdstip van de loting, wordt de procedure overgedaan. Bij terugtrekkingen na de loting blijft de desbetreffende baan leeg.
Aanpak ‘gestuurde indeling’ • •
• •
• • • • • •
Het KNRB-bestuur stelt een goedgekeurde lijst van gestuurd in te delen ploegen beschikbaar in een rangorde van afnemende verwachte prestatie. Op grond van het totaal aantal inschrijvingen en het aantal banen wordt het aantal te verroeien voorwedstrijden bepaald. Vervolgens wordt bepaald hoeveel ploegen per voorwedstrijd moeten worden geplaatst, en hoe groot de rest van deze deling is. (Bijvoorbeeld: vier voorwedstrijden, negen te plaatsen ploegen: per voorwedstrijd twee, rest een.) Bij toeval wordt het nummer van de eerste voorwedstrijd bepaald waarin als eerste geplaatst gaat worden (Bijvoorbeeld: van de vier voorwedstrijden wordt v.w. 3 als eerste geloot.) Van de rangordelijst wordt als volgt het aantal ploegen gekozen dat in deze voorwedstrijd moet worden geplaatst: eerste de eerste (sterkste), vervolgens de laatste (de minst sterke), vervolgens zonodig de tweede (op een na sterkste), totdat het benodigde aantal is gekozen. De gekozen ploegen worden aan de betrokken voorwedstrijd toegewezen, maar hun wordt geen baan toegekend. Punt c. wordt herhaald voor de volgende voorwedstrijd. Punt d. wordt herhaald voor deze volgende voorwedstrijd. Nadat stap e. en f. voldoende malen zijn doorlopen om alle in te delen ploegen behalve een eventuele restploeg een voorwedstrijd toe te kennen, wordt zonodig bij loting de restploeg aan een der voorwedstrijden toegevoegd. Nadat dit proces is doorlopen, worden bij toeval de andere deelnemende ploegen over de voorwedstrijden verdeeld, en wordt alle ploegen op normale wijze bij toeval een baan toegekend. De finale van een op deze wijze gestuurd ingedeeld wedstrijdnummer wordt ingedeeld conform de FISA-methode. Bij wijzigingen of terugtrekkingen voor het tijdstip van de loting, wordt de procedure overgedaan. Bij terugtrekkingen na de loting die geen gevolgen hebben voor het aantal voorwedstrijden, blijft/blijven de desbetreffende baan/banen leeg. Bij terugtrekkingen waarin het aantal voorwedstrijden wel verandert, die worden gedaan na de loting doch tenminste twee uur voor het officiële starttijdstip van de eerste voorwedstrijd, wordt de procedure overgedaan en maakt de wedstrijdleiding de gewijzigde indeling zo spoedig mogelijk bekend aan de resterende deelnemers. Bij terugtrekkingen die nog later, doch nog voor de eerste voorwedstrijd bekend worden, worden de resterende voorwedstrijden – door de wedstrijdleiding of zonodig door de starter - heringedeeld op de klassieke wijze, door ‘doorschuiven en opvullen’ (eerste baan laatste voorwedstrijd naar laatste baan voorlaatste voorwedstrijd, enz.).
handreiking Kamprechters versie 1 feb 05
73