Handreiking voor kwaliteitskringen communicatie bij dementie
Update 10 juni 2013
M. Hoedemaekers (Landelijke werkgroep Logopedie en Dementie) M. Looman-Bruijstens (Landelijke werkgroep Logopedie en Dementie) E. Cox, MA (NVLF) Drs. J. van der Vloed (NVLF) E.I.M. Kunst-Verberne (NVLF)
1
Inhoud Globale opzet van de handreiking............................................................................................ 4 Vragenlijst module 0...................................................................................................................... 6 Module 1............................................................................................................................................... 7 Module 2............................................................................................................................................... 9 Module 3.............................................................................................................................................11 Module 4.............................................................................................................................................13 Module 5 ..........................................................................................................................................16 Module 6 ............................................................................................................................................21 Module 7 ............................................................................................................................................23 Vragenlijst module 0....................................................................................................................24 Suggesties voor andere onderwerpen:.................................................................................25 Literatuurtips, richtlijnen en websites:...............................................................................25 Bijlage Formulier Screening communicatie........................................................................26
2
Inleiding Er is een handreiking gemaakt om dementie te bespreken binnen een kwaliteitskring. Deze handreiking richt zich op communicatie bij dementie. Omdat er kwaliteitskringen zijn met verschillende achtergronden (bijv. vooral verpleeghuis-logopedisten, ziekenhuis-logopedisten, 1e lijnslogopedisten of een heterogene groep) kunnen de voorkennis, ervaring, vragen en leerdoelen van de groep verschillend zijn. De handreiking bestaat uit verschillende modules. Een module bestrijkt ongeveer één bijeenkomst van 1,5 uur, maar kan uitgebreid worden, zodat de kring zelf kan kiezen hoe diep ze op het onderwerp in wil gaan. Het is niet de bedoeling een kant-en-klaar lespakket te bieden, maar de kring handreikingen te geven om bepaalde onderwerpen nader te onderzoeken, voor te bereiden, hierover na te denken, te discussiëren over ieders rol hierin en aan de hand hiervan te bedenken welke verbeterpunten er eventueel zijn op individueel vlak of voor ieders instelling.
3
Globale opzet van de handreiking De handreiking is verdeeld in acht modules over het onderwerp communicatie bij dementie. Een belangrijke module is module 0 waarin geïnventariseerd wordt welke modules uit de handreiking gebruikt kunnen worden door de kwaliteitskring. Het advies is dan ook om met deze module te beginnen alvorens de overige modules te gebruiken. De volgende modules zijn opgenomen in de handreiking: 0. Nulmeting: voorbereiding / inventarisatie kring 1. Vormen en stadia dementie 2. Benadering bij dementie 3. Specifieke taalstoornissen bij dementie 4. (Vroeg) diagnostiek taalstoornissen 5. Behandeling en begeleiding 6. Adviseren cliënt, mantelzorger, zorgverleners 7. Evaluatie 8. Vervolgsuggesties In de handreiking komen verschillende werkvormen voor1, zoals: zz Casusbespreking zz Succesverhaal 3 minuten zz Presentatie theorie zz Discussies/debat aan de hand van stellingen zz Voorbereiden literatuur, richtlijnen etc. zz Intervisie zz Werkgroepjes zz Gastspreker zz Cliënt of mantelzorger uitnodigen zz Interviewen van een eigen cliënt / mantelzorger Verwijzen naar het document Methodieken, werkvormen en instrumenten voor de kring.
1
Voor ideeën voor bespreken intervisie zie de toolkit voor kwaliteitskringen op www.ikbenlogopedist.nl > kwaliteit > kwaliteitskringen/ werkvormen kring.
4
Module 0 Thema: Voorbereiding / inventarisatie
Doelen: 1. Aan het einde van de bijeenkomst is de beginsituatie van de kwaliteitskring ten aanzien van het onderwerp communicatie bij dementie bekend. 2. Aan het einde van de bijeenkomst is er gekozen om wel/niet met het onderwerp communicatie bij dementie aan de slag te gaan. 3. Aan het einde van de bijeenkomst is bekend voor welke modules er gekozen is.
Voorbereiding groep / KKB-er: zz KKB-er mailt vragen aan kringleden (zie vragenlijst) zz Kringleden beantwoorden vragen, eventueel kunnen deze van te voren door iemand samengevoegd worden. zz Kringleden bepalen of zij een leerdoel hebben met betrekking tot communicatie bij dementie en indien dit het geval is stellen zij een SMART-leerdoel op. zz KKB-er bekijkt de modules.
De bijeenkomst (maximaal 1,5 uur): Stap 1 (Maximaal 20 minuten) Presentatie van de antwoorden op de vragen, elkaar vragen om toelichting. Stap 2 (Maximaal 40 minuten) Beantwoord naar aanleiding van de presentatie de volgende vragen tijdens de bijeenkomst: zz Wat is de voorkennis van de kring ten aanzien van dementie? zz Is de voorkennis/ervaring met betrekking tot dementie van de leden gelijk of ongelijk? zz Wat wil de groep leren of veranderen (delen van opgestelde leerdoelen)? zz Wil je dit binnen de kring gaan doen of individueel? Stap 3 (maximaal 15 minuten) KKB-er licht de verschillende modules toe. De kwaliteitskring geeft aan of het onderwerp communicatie bij dementie wel of niet behandeld moet worden in de kring en welke modules dit dan zijn. De kwaliteitskring stelt SMART-doelen op die met behulp van de modules behaald kunnen worden. Er kan ook voor gekozen worden dat kringleden individueel actiepunten uitvoeren binnen hun eigen setting. Deze kunnen eventueel later teruggekoppeld worden binnen de kring.
Evaluatie (maximaal 15 minuten): Bespreek of de doelen van deze bijeenkomst bereikt zijn. Welke vervolgstappen zijn nodig?
5
Vragenlijst module 0 Beginsituatie kwaliteitskring. 1. 2. 3. 4.
Bereid de volgende vragen voor. In welke setting werk je? Werk je met cliënten met dementie? Welk percentage/hoeveel uur van jouw dienstverband wordt besteed aan cliënten met dementie? Vind je dit: voldoende / te weinig / te veel? 5. Hoeveel cliënten met dementie zie je per jaar? 6. Met welke hulpvraag of verwijzing worden deze cliënten aangemeld? 7. Zijn er protocollen in de praktijk of instelling die je gebruikt bij deze cliënten? 8. Welke zorg bied je aan cliënten met dementie: a. Op welke stoornisgebieden? i. Eten en drinken ii. Communicatie iii. Gehoor iv. Mondverzorging v. Anders nl: ………. b. Wat doe je: onderzoek, behandeling, begeleiding (cliënt, mantelzorger, zorgverlener), advies, scholing, anders? 9. Hoe is de samenwerking met andere disciplines (intern en extern)? 10. Ben je tevreden over je huidige werkwijze? Zijn er lacunes? 11. Wat zou je willen veranderen? Bijv: Aan jezelf: a. Meer kennis over … b. Meer vaardigheden, namelijk …. c. Meer zicht op onderzoeksmogelijkheden d. Meer zicht op behandelmogelijkheden e. Beter kunnen adviseren f. Anders, namelijk …. Binnen je organisatie: g. Geven van scholingen of voorlichting h. Deelname aan multidisciplinair overleg i. Meer kennis bij de verwijzer/andere disciplines over rol logopedie j. Anders, namelijk ….
6
Module 1 Thema: Vormen en stadia van dementie
Doelen: 1. De leden van de kwaliteitskring kennen de belangrijkste vormen van dementie: ziekte van Alzheimer, vasculaire dementie, frontotemporale dementie, lewy-body-dementie / parkinsondementie. 2. De leden van de kwaliteitskring kennen de verschillende stadia van dementie.
Voorbereiding groep / KKB-er: zz De KKB-er maakt samen met de kwaliteitskring subgroepen voor het verdelen van de onderwerpen/ presentaties. zz Iedereen zoekt in onderstaande literatuur en websites relevante informatie over de belangrijkste vormen van dementie en de verschillende stadia van dementie. * Handboek Dementie (Jonker, 2009) * www.alzheimer-nederland.nl * www.innovatiekringdementie.nl * www.alzheimer.nl De kringleden kunnen zelf bepalen welke informatie ze relevant vinden. zz Subgroepen zoeken extra informatie over de verschillende vormen van dementie (verdelen) en maken hier een presentatie over.
De bijeenkomst: (maximaal 2 uur) Stap 1 (maximaal 1 uur) Subgroepen presenteren informatie over verschillende vormen/stadia van dementie. Denk ook aan filmpjes (websites), casusbespreking. Stap 2 (maximaal 30 minuten) Bespreek met de kring: zz Welke vormen kom je binnen je instelling of praktijk tegen? zz Welke stadia van dementie zie je binnen je instelling of praktijk? zz Welke vragen spelen er bij deze groepen cliënten? Zijn er specifieke logopedische problemen? Welke? zz Heb je meer behoefte aan achtergrondkennis over de vormen en stadia van dementie of de benadering hierbij (zie volgende module)?
Evaluatie: (maximaal 30 minuten) Bespreek of de doelen van deze bijeenkomst bereikt zijn en ga na of vervolgstappen nodig zijn. (maximaal 30 minuten) Bepaal of er behoefte bestaat om verder in te gaan op verschillende benaderingswijzen. Zo ja, ga dan door met de volgende module.
7
Bijlage: Overzicht stadia van dementie ingedeeld vanuit verschillende invalshoeken, en benaderingswijzen
Stadia van dementie, verschillende indelingen en benaderingswijzen Ontwikkelingsproces van de mens
Cognitief
Emotioneel
Psychomotorisch
TOUTEN-BURG (traditioneel)
begeleidings behoeftig
verzorgings behoeftig
verpleegbehoeftig
DSM III-R
beginnende (milde) dementie
matig-gevorderde dementie
ernstige dementie
CDR (clinical dementia rating)
CDR 1 Lichte dementie
CDR 2 Matige dementie
CDR 3 Ernstige dementie
FEIL validation
lichte desoriëntatie
verward tijdsbesef
repeterende beweging
vegeteren
bedreigde-ik
verdwaalde-ik
verborgen-ik
verzonken-ik
R.O.T. (Realiteits Oriëntatie Training)
Validation Belevingsgerichte zorg
Zintuigactivering Snoezelen
PDL (Passiviteiten van het Dagelijks Leven)
VERDULT fase van beleving, maieutisch zorgconcept Globale Benaderingswijze: NB: in de praktijk is meer nuance van toepassing
Zintuiglijk
8
Module 2 Thema: Benadering bij dementie (algemeen)
Doelen: 1. De kringleden kennen verschillende benaderingswijzen die gebruikt kunnen worden (o.a. Validation/ belevingsgerichte zorg, Realiteits Oriëntatie Training (ROT), Passiviteiten van het dagelijks leven (PDL), reminiscentie, Jenny Powell (Think Why, Think ABC)* bij demente cliënten. 2. De kringleden weten welke benaderingswijze in welke fase van de dementie past. 3. De kringleden zijn zich ervan bewust welke benaderingswijze zij toepassen of worden toegepast binnen de instelling, en welke verbeterpunten er zijn voor de logopedist en de instelling. 4. De kringleden vormen een mening over de rol van de logopedist en andere disciplines op dit gebied.
Voorbereiding groep / KKB-er: maximaal 1,5 uur zz De KKB-er maakt samen met de kwaliteitskring subgroepen voor het verdelen van de onderwerpen/ presentaties. zz Kringleden zoeken informatie over verschillende benaderingswijzen, zoals o.a.Validation/belevingsgerichte zorg, ROT, PDL, reminiscentie, Jenny Powell (Think Why, Think ABC). zz Kringleden bedenken welke benaderingen worden toegepast binnen de instelling, en door wie (logopedist, andere disciplines). Wanneer je in een praktijk werkt, bedenk je welke benaderingen je zelf toepast. Deze informatie kan vooraf verzameld worden en door een kringlid worden gepresenteerd tijdens de bijeenkomst.
De bijeenkomst: Stap 1: 15 minuten Presentatie van vooraf verzamelde gegevens door de subgroepen. Stap 2: 15 minuten Kringleden bespreken welke benaderingswijze in welke situatie en bij welk stadium kan worden toegepast, maak hier een overzicht van. Stap 3 maximaal 30 minuten Kringleden bekijken fragmenten uit een van onderstaande bronnen en bespreken wat er gedaan wordt, wat goed/ niet goed werkt. zz www.alzheimerexperience.nl zz Documentaire van Louis Theroux: Extreme Love 2/2: Dementia http://www.dailymotion.com/video/xs16mn_extreme-love-dementia_shortfilms Stap 4: 15 minuten Kringleden bespreken discussiepunten: zz Wat is de rol van de logopedist op dit gebied? zz Samenwerking andere disciplines (verzorging, psycholoog, activiteitenbegeleider, anders) op dit gebied?
9
Stap 5: 15 minuten Kringleden bespreken in subgroepjes: zz Wat pas je zelf toe, wat wordt in instelling toegepast (door wie)? zz Worden de benaderingswijzen expliciet benoemd of beschreven in de instelling? zz Zijn er verbeterpunten in je eigen benadering of binnen de instelling? zz Hoe kun/wil je deze punten aanpakken? Stap 6 Plenaire terugkoppeling zz Wat pas je zelf toe, wat wordt in instelling toegepast (door wie)? zz Worden de benaderingswijzen expliciet benoemd of beschreven in de instelling? zz Zijn er verbeterpunten in je eigen benadering of binnen de instelling? zz Hoe kun/wil je deze punten aanpakken?
Evaluatie: 15 minuten Bespreek of de doelen van deze bijeenkomst bereikt zijn. Welke vervolgstappen zijn nodig? Bedenk of er naar aanleiding van de bespreking individuele actiepunten kunnen worden opgesteld, die in een latere bijeenkomst geëvalueerd worden.
Bijlagen module 2: Overzicht stadia van dementie ingedeeld vanuit verschillende invalshoeken, en benaderingswijzen: zie bijlage module 1. * Powell, J. (2007) Care to Communicate; Helping the older person with dementia (Hawker Publications). Doel: Verminderen miscommunicatie Benaderingswijze: Think Why, think ABC Think Why? A: avoid confrontation B: be practical C: clarify feelings
10
Module 3 Thema: Specifieke taalstoornissen bij dementie
Doelen: 1. 2. 3. 4.
De kringleden kennen de specifieke taalstoornissen bij de verschillende vormen van dementie. De kringleden kunnen taalstoornissen bij dementie herkennen. De kringleden kunnen taalstoornissen bij dementie benoemen. De kringleden kunnen de Screening Communicatie van het UMC St. Radboud – revalidatie/logopedie* gebruiken.
Voorbereiding groep / KKB-er: maximaal 2 uur (exclusief voorbereiding presentatie) zz De KKB-er maakt samen met de kwaliteitskring subgroepen voor het verdelen van de onderwerpen/ presentaties. zz Alle kringleden lezen de literatuur zz Kringleden beschrijven een cliënt met communicatieproblemen bij dementie aan de hand van het screeningsformulier communicatie van het UMC St Radboud. Hiervoor kan eventueel ook tijdens de bijeenkomst een persoon uit de documentaire van Louis Theroux gebruikt worden, zoals Nancy (vanaf 10:30 min) of Celinda (vanaf 24:00 minuten). Zie documentaire van Louis Theroux: Extreme Love 2/2: Dementia, http://www.dailymotion.com/video/xs16mn_extreme-love-dementia_shortfilms.
De bijeenkomst: Stap 1: 25 minuten Een van de kringleden presenteert de gelezen literatuur. Hierin wordt besproken welke specifieke taalstoornissen je ziet bij de verschillende vormen van dementie. Stap 2: 40 minuten De kringleden wisselen in groepjes de casussen uit. Er wordt een keuze gemaakt uit de meegebrachte casusbeschrijvingen. De kringleden bespreken aan de hand van de ingevulde screeningsformulieren welke communicatiestoornissen er zijn en eventueel bij welke vorm van dementie dit zou kunnen passen. Indien er geen geschikte casusbeschrijvingen aanwezig zijn vullen de kringleden tijdens de bijeenkomst het screeningsformulier communicatie in bij een casus uit de film van Louis Theroux. Stap 3: 10 minuten Plenaire terugkoppeling bespreking casuïstiek in groepjes.
Evaluatie: 15 minuten Bespreek of de doelen van deze bijeenkomst bereikt zijn. Welke vervolgstappen zijn nodig?
11
Literatuur: Prins, Prins , Visch-Brink. (maart 2002). Taalstoornissen bij dementie. Handboek Stem-, Spraak- Taalpathologie. Gorno-Tempini et al. (2011). Classification of primary progressive aphasia and its variants. Neurology, 16: 10061014. Dit artikel is gratis verkrijgbaar via www.Pubmed.com.
Bijlage module 3: * Screening Communicatie UMC St. Radboud - revalidatie/logopedie - versie augustus 2010
12
Module 4 Thema: (Vroeg) Diagnostiek taalstoornissen
Doelen: 1. De kringleden weten welke logopedist(en) in de regio (vroeg)diagnostiek van dementie doen. 2. De kringleden weten welke andere disciplines betrokken zijn bij de (vroeg)diagnostiek van dementie. 3. De kringleden weten welke onderzoeken door logopedisten gebruikt worden in de (vroeg)diagnostiek van dementie.
Voorbereiding groep / KKB-er: maximaal 1,5 uur zz Alle kringleden lezen de aanbevolen literatuur en eventueel extra literatuur zoeken zz Een van de groepsleden zoekt een logopedist/deskundige in de regio die over dit thema kan komen spreken tijdens de bijeenkomst zz Indien er geen gastspreker wordt gevonden bereidt een van de kringleden een presentatie voor over de gevonden literatuur zz De KKB-er zorgt ervoor dat de casus uit de bijlage wordt verspreid onder de deelnemers. Deel 1 wordt los van deel 2 uitgereikt tijdens de bijeenkomst.
De bijeenkomst: Stap 1: 30 minuten tot 1 uur Als er een gastspreker is uitgenodigd zal deze een presentatie over het thema geven. Als er geen gastspreker is zal een van de kringleden een presentatie geven over de gevonden literatuur. Stap 2: 20 minuten Deel 1 van de casus (zie bijlage) wordt gegeven en gelezen. Deel 2 van de casus wordt nog niet uitgereikt maar bij de volgende stap besproken. In de groep zullen de volgende vragen bij deel 1 worden besproken: zz Wat zou je onderzoeken bij deze cliënt? zz Welke informatie mis je nog? zz Heb je nog informatie nodig van andere disciplines of van de omgeving? Stap 3: 30 minuten Vervolgens wordt deel 2 van de casus (zie bijlage) gegeven en gelezen. In de groep zullen de volgende vragen bij deel 2 worden besproken: zz Heb je genoeg informatie? zz Welke diagnose zou je stellen?
Evaluatie: 15 minuten Bespreek of de doelen van deze bijeenkomst bereikt zijn. Welke vervolgstappen zijn nodig?
13
Literatuurtips: Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik en NEO/LVG. (2012). Patiëntveiligheidsprogramma ‘Zorg voor Veilig’ module: vroegsignalering van dementie. http://www.zorgvoorveilig.nl/vroegsignalering-dementie Prins, Prins , Visch-Brink. (maart 2002). Taalstoornissen bij dementie. Handboek Stem-, Spraak- Taalpathologie. Gorno-Tempini et al. (2011). Classification of primary progressive aphasia and its variants. Neurology, 16: 10061014.
Bijlage module 4: casus deel 1 en deel 2 Casus deel 1 In de praktijk komt mw X samen met haar echtgenoot. Mw. is 73 jaar en woont samen met haar man in een vrijstaande villa. Het laatste jaar valt de echtgenoot van mw op dat zij niet goed uit haar woorden komt. Mw. vindt het zelf wel meevallen, maar merkt wel dat de omgeving haar vaak niet goed lijkt te begrijpen. Dhr. geeft aan dat mw meer is gaan praten en een slechte luisterhouding heeft. . Mw. wisselt regelmatig van onderwerp en reageert niet altijd adequaat. Casus deel 2 Mw. wordt onderzocht door de logopedist en de neuropsycholoog. Als een taak niet lukt wordt mw boos of begint te lachen en zegt dat ze het maar kinderachtige opdrachten vindt. Tijdens het logopedisch onderzoek wordt de spontane taal opgenomen. Daarnaast wordt de AAT afgenomen en de wordfluency en letterfluency Uitgeschreven spontane taal: T: Kan u wat vertellen over uw hobby’s? P:Over hobby’s ja wat ik heel erg leuk vind dat is quilten en dat heb ik heel veel gedaan en hele mooie dingen gemaakt vind ik ontzettend leuk. We hadden een wat grotere club maar ja toen werden wij ook wat ouder en toen werd die club eigenlijk wat kleiner en op een gegeven ogenblik dan eh dan gaan mensen eruit enzo en toen heb ik het met iemand anders heb ik het gedaan in de buurt en dan doe ik nog wel maar ja minder en de gezelligheid van het van het groepje dat valt dan uit elkaar en dat vind vind ik altijd zo jammer want juist dingen waarvan je denkt en we hadden ook een hoop plezier met alkaar maar dat is altijd heel leuk geweest maar en ja ik heb eh ge eh getennist en ik heb eh ja ge getennist en eh dat soort dingen maar da daar ben ik nooit echt een held in maar ik heb wel meegedaan (lacht) T: voor de gezelligheid P: ja T: En wat doet u nog meer zo overdag
14
P: o dan ben ik nou in die tuin werken want dat doe ik altijd want dat vind ik ook heerlijk maar we hebben ook een grote tuin en ik vind het ook heel erg leuk om te doen we hebben ook heel veel honden gehad en grotere honden jachthonden en heel leuk klein hondje een zeer brutaal hondje waar je altijd veel mee te doen had en die was altijd bes die was altijd die was eigenlijk te sterk voor de anderen en dat soort dingen en daar ben ik altijd mee bezig we zijn met die beesten altijd maar bezig geweest tot het eigenlijk niet meer kon ja toen was het stop en dan wordt het eh in in de familie zal ik maar zeggen dan valt er ook vallen ook dingen weg ja dat dat zijn dingen en en dat vind ik verdrietig eigenlijk maar ja daar valt niks aan te veranderen
Woordvloeiendheid T: noem binnen twee minuten zoveel mogelijk dieren P: dieren ja dieren nou dat zijn de dieren om ons heen dat is dat zijn inderdaad die honden en dat zijn heel veel vogels want er komen er een heleboel bij ons eh wat komen er hier nog meer allemaal ja van alles en nog wat ik vind het leuk om eh wat hadden we vroeger hadden we ook allemaal beesten ja wat zouden die eh echt echt dieren dat is als je naar een dierentuin bent geweest of waar we hebben gereisd T: kan u er een paar noemen P: Ja uit afrika ofzo en da daar waar je hele andere dieren tegenkomt en zo en dat maar dat zie je wel maar daar kom je eigenlijk niet aan dat wil zeggen er is wel veel te zien maar niet voor eh niet om je heen maar bij ons huis ja daar zijn het dus de beesten die om ons heen zijn
AAT zz AAT Token Test: Bij deze opdracht wordt mw. gevraagd getekende vormen (rechthoeken en cirkels) aan te wijzen. De opdracht lopen op in moeilijkheidsgraad. Hoe langer en complexer de opdracht, hoe meer fouten mw. maakt. Mw. herhaald de opdracht regelmatig fout, en wijst de voorwerpen dan verkeerd aan. Zij haalt een percentielscore van 73 (= licht afwijkend). zz AAT Naspreken: Mw. heeft moeite met het uitspreken van langere woorden en zinnen. Twee keer kan zij een item helemaal niet herhalen. De andere keren herhaalt zij een gedeelte en vervangt woorden voor andere woorden, waardoor de betekenis soms veranderd, maar soms ook enigszins hetzelfde blijft ( bijvoorbeeld: “hij beloofd mij vandaag nog te zien”in plaats van “hij beloofde mij vandaag nog langs te komen”). Mw. geeft aan dat zij zinnen vreemd en bijzonder vindt. Zij haalt een percentielscore van 73 (=licht afwijkend). zz AAT Schrijftaal: Hardop lezen en samenstellen op dictaat gaat goed. Het schrijven op dictaat kost mw. echter moeite. Mw. lijkt de zinnen die ik aanbied niet goed te verwerken en schrijft andere zinnen dan worden aangeboden. ( bijvoorbeeld “zijn woord, haar woord” in plaats van “zij wordt zijn vrouw”).Zij haalt een percentielscore van 93 (=minimaal afwijkend) zz AAT Benoemen: Mw. heeft moeite met het benoemen van voorwerpen (composita). In plaats van het plaatje te benoemen geeft zij een omschrijving. Deze is vaak correct. Als mw. wordt aangespoord om het voorwerp te benoemen reageert zij verbaasd (“Heeft dat een naam dan?”) of heeft zij een excuus (“ja maar dat gebruik ik ook nooit”). Het produceren van korte zinnen lukt niet. Mw. vertelt uitgebreid wat er op de plaatjes gebeurt. Als zij veelvuldig wordt aangespoord produceert zij zinnen in telegramstijl. Mw. haalt een percentiel van 56 (=gemiddeld afwijkend). zz AAT Taalbegrip: Mw. heeft met name moeite met het begrijpen van de ingebedde zinnen. Het leesinhoudelijk begrip (41/60 punten) is iets meer gestoord dan het auditief begrip (45/60 punten). Zij haalt een percentielscore van 52 (=gemiddeld afwijkend).
MRI Op de MRI is minimale atrofie zichtbaar in de linker hemisfeer frontotemporaal
15
Module 5 Thema: Behandeling en begeleiding
Doelen: 1. De kringleden vormen zich een mening over wanneer behandelen en/of begeleiden zinvol is, in de verschillende settings, bij welke vormen van dementie en in welke stadia. 2. De kringleden zijn op de hoogte van de verschillende vormen van leren (bij dementie), zoals associatieleren, operant leren, emotieleren en foutloos leren. 3. De kringleden weten wat mogelijke behandeldoelen/werkwijzen (direct of indirect) kunnen zijn. 4. De kringleden weten welke adviezen ze kunnen geven en aan wie: cliënt, omgeving/mantelzorger, verzorgenden/team.
Voorbereiding groep / KKB-er: 30 minuten. Presentatie voorbereiden : 1,5 uur zz Lees de bijlagen en discussiepunten in stap 4. zz Een van de kringleden, of een groepje, zoekt informatie op over verschillende manieren van leren bij dementie en maakt hiervan een korte presentatie. Hiervoor kan het boek “(Op) nieuw geleerd, oud gedaan, over het lerend vermogen van mensen met dementie”, Ruud Dirkse e.a. gebruikt worden. zz Maak voorafgaand aan de bijeenkomst een keuze tussen werkvormen A en B. A: Succesverhaal 3 min. Kringleden beschrijven een succesverhaal naar aanleiding van een casus waarbij een cliënt is behandeld of begeleid, dat in 3 minuten gepresenteerd kan worden. Beschrijf wat de factoren waren die het tot een succes maakten. B: Eén ingebrachte casus wordt besproken. Ter voorbereiding kan gebruik gemaakt worden van de toolkit bespreken casuïstiek voor kwaliteitskringen op www.ikbenlogopedist.nl > kwaliteit > kwaliteitskringen/ werkvormen kring
De bijeenkomst: Stap 1: 15 minuten Lees de punten genoemd bij “Rol van de logopedist” uit bijlage 5. Met name punt 3 t/m 5 hebben betrekking op de behandeling en begeleiding. Bespreek deze punten met elkaar en inventariseer welke taken worden uitgevoerd door de kringleden. Stap 2: 30 minuten Een van de kringleden, of een groepje, geeft een presentatie over leren bij dementie. Stap 3: 30 minuten Voorafgaand aan de bijeenkomst is een keuze gemaakt voor een werkvorm A:succesverhaal of werkvorm B:een casus.
16
A. Succesverhaal 3 minuten: 30 minuten Kringleden presenteren ieder in 3 minuten een succesverhaal n.a.v. een casus waarbij een cliënt met dementie is behandeld of begeleid. Afhankelijk van het aantal deelnemers en beschikbare tijd kan dit plenair of in groepjes worden gedaan. Beschrijf wat de factoren waren die het tot een succes maakten. B. Casus: 30 minuten In plaats van de 3 minuten-succesverhalen kan ook één ingebrachte casus worden besproken. Bespreek de rol van de logopedist bij de ingebrachte casus. Is er gekozen voor directe/indirecte therapie? Welke andere interventies zijn mogelijk? Stap 4: maximaal 30 minuten Discussie: Bespreek de volgende discussiepunten: zz Hoe zie je de rol van de logopedist in de behandeling: direct of indirect? Bij welk stadium? zz Vind je dat de logopedie bij alle vormen van dementie betrokken moet zijn, of alleen bij bijvoorbeeld Primaire Progressieve Afasie (PPA)? zz Oefen je op stoornisniveau of functie-/participatieniveau? zz Richt je je op cliënt, familie en/of verzorgenden? zz Hoe kun je gebruik maken van foutloos leren? zz Wanneer stoppen met de behandeling? zz Maak je (bewust of onbewust) gebruik van de genoemde methoden? Wat zijn ervaringen hiermee? zz Is je mening veranderd n.a.v. de presentatie en/of casussen?
Evaluatie: 15 minuten Bespreek of de doelen van deze bijeenkomst bereikt zijn. Welke vervolgstappen zijn nodig?
Literatuurtips: (Op) nieuw geleerd, oud gedaan, over het lerend vermogen van mensen met dementie, Ruud Dirkse e.a., 2011, Kosmos Uitgevers B.V., Utrecht/Antwerpen
17
Bijlagen module 5: Uit presentatie Antoinette Keulen, logopedist/spraak-taalpatholoog afdeling neurologie VUmc: Logopedische interventie bij mensen met beginnende dementie (themamiddag NVLF 6-10-2011) Rol van de logopedist (Bryan & Maxim, 2006): 1. onderzoek en beschrijving communicatieve vaardigheden en problemen 2. bijdrage leveren aan differentiaaldiagnostiek van dementie 3. advisering en/of uitproberen van externe hulpmiddelen en oefeningen m.b.t. woordvinding en geheugen 4. informeren en begeleiden van cliënten en hun mantelzorgers 5. specifieke advisering aan hulpverleners en mantelzorgers m.b.t. strategieën om communicatie te bevorderen. The position statement van de ASHA: The Roles of Speech-Language Pathologists working with individuals with Dementia-Based Communication Disorders: Technical Report. http://www.asha.org/policy/TR200500157.htm Bryan, K. & Maxim, J. (editors) (2006). Communication Disability in the Dementias. Whurr Publishers. ISBN-13: 978-1-86156-506-8 (boek) Directe therapie (Bayles &Tomoda, 2007): zz versterk de kennis en processen die de mogelijkheden hebben om nog te verbeteren zz doe zo min mogelijk een beroep op gestoorde cognitieve systemen zz doe juist een beroep op (relatief ) gespaarde cognitieve systemen zz maak gebruik van stimuli die een positieve invloed hebben geheugen, activiteit en emotie Bayles, K. & Tomoeda, C. (2007). Cognitive-Communication Disorders of Dementia. Plural Publishing. ISBN-13: 978-1-59756-111-2 (boek) Functioneel oefenen zz begrippen oefenen binnen een functionele context is relevanter dan alleen woorden leren (Robinson e.a. 2009). zz interventies op activiteiten-/participatieniveau hebben een grotere invloed op de dagelijkse communicatie dan stoornisgerichte interventies. Meer onderzoek is nodig (Croot e.a., 2009). Robinson, S., Druks, J., Hodges, J. and Garrard, P. (2009). The treatment of object naming, definition, and use in semantic dementia: the effectiveness of errorless learning. Aphasiology, 23 (6), 749-775. Croot, K. (2009). Progressive language impairments: definitions, diagnoses, and prognoses. Aphasiology, volume 23, nr. 2.
18
Ondersteunend communicatief gedrag (Lasker e.a. 2006) zz communicatiepartner als spreker a. gebruiken van ondersteunende en alternatieve communicatie b. gebruiken van prosodie en lichaamstaal c. faciliteren van het begrijpen van de boodschap d. toelichten e. initiëren en vasthouden van het onderwerp zz communicatiepartner als facilitator f. luisteren en aandacht geven g. verduidelijkende vragen stellen h. cuen i. mogelijkheden bieden voor participatie in sociale interactie Lasker, J., King, J., Fox, L., Alarcon, N. & Garrett, K. (2006). AAC Decision-Making in chronic and progressive aphasia. Presentation at the American Speech-Language-Hearing Convention, Miami, Florida. Evidencebased technieken (Hopper 2005, ANCDS-EBP aanbevelingen 2005-2007) zz validation therapie van Naomi Feil zz montessori uitgangspunten zz spaced-retrieval training (geheugentrainingstechniek) zz reminiscentie-training zz FOCUSED mantelzorgers trainingprogramma zz computertraining zz hulpmiddelen (geschreven cue’s en afbeeldingen) xxxiv. Copyright © 2005 Thomson Delmar Learning. Thomson and Delmar Learning are trademarks used zz talking mats (Murphy e.a. 2010) zz in Nederland: Video Interactie Begeleiding (evidentie bij training kinderleidsters) (Fukking 2005) Hopper, T., Mahendra, N., Kim, E., Azuma, T., Bayles, K., Cleary, S., Tomoeda, C. Evidence-Based Practice Recommendations for Working with Individuals with Dementia: Spaced-Retrieval Training. Journal of Medical Speech-Language Pathology. Volume 13, Number 4, pp. xxvii- herein under license. PDF ANCDS-Evidence Based Practice aanbevelingen dementie: zie website: http://www.ancds.org/index.php/practice-guidelines-9#Dementia Murphy, J., Oliver, T.M. & Cox, S. (2010). Talking Mats and involvement in decision making for people with dementia and family carers. York: Joseph Rowntree Foundation. Fukking, R. (2005). Effectonderzoek naar Video Interactie Begeleiding, Amsterdam. SCOKohnstam Instituut.
19
Geheugenhulpmiddelen/boeken/mapjes (Bourgois 1990, 1992) Doelen: zz verbeteren conversatie, oriëntatie en communicatie van behoeften zz vergroten betrokkenheid en activiteit zz verminderen probleemgedrag Gebruik een communicatiemap met foto’s, korte zinnen en relevante onderwerpen. Het gebruik van een communicatiemap heeft een positief effect op de kwaliteit van de gevoerde gesprekken. Bourgeois, M. (1990). Enhancing conversation skills in Alzheimer’s disease using a prosthetic memory aid. Journal of Applied Behavior Analysis, 23, 29-42. Bourgeois, M. (1992). Evaluating memory wallets in conversations with patients with dementia. Journal of Speech and Hearing Research, 35, 1344-1357. Basisprincipes logopedische interventies (Bourgois & Hickey 2009) zz het onafhankelijk functioneren van de cliënt zo lang mogelijk behouden zz behoud van kwaliteit van leven door het stimuleren van participatie en betrokkenheid zz de interventie moet persoonlijk relevant zijn voor de cliënt Bourgeois, M.S. & Hickey, E.(2009). Dementia. From diagnosis to management. A functional approach. Psychology Press. ISBN: 978-0-8058-5606-4
20
Module 6 Thema: Adviseren cliënt, mantelzorger, zorgverleners
Doelen: 1. Kringleden reflecteren op hun rol en werkwijze in de begeleiding van cliënt, mantelzorgers en zorgverleners. 2. Kringleden hebben inzicht in de problemen en vragen die leven bij de mantelzorger.
Voorbereiding groep / KKB-er: zz Kies vooraf voor de incidentmethode of de gastspreker of beide (afhankelijk van tijd) één of twee bijeenkomsten. zz KKB-er bereidt incidentmethode (intervisie) voor, en instrueert kringleden vooraf. Zie ook bijlage (beschrijven lastige adviessituatie). zz Keuze uit twee werkvormen: a. Een van de kringleden nodigt een cliënt en/of mantelzorger uit als gastspreker in de kring. Bereid van te voren een aantal vragen voor die je vooraf aan de cliënt/mantelzorger geeft. b. Alle kringleden interviewen een eigen cliënt en/of mantelzorger: wat zijn hun wensen en verwachtingen?
De bijeenkomst: Stap 1: 15 minuten Bespreek welke factoren van belang zijn om goed te adviseren. Denk hierbij aan E=KxAxM. E: effectiviteit van het advies, K: kwaliteit (is het advies juist?), A: acceptatie van het advies, M: management van de situatie waarop het advies betrekking heeft (is het uitvoerbaar?) Stap 2: 45 minuten Intervisie lastige adviessituatie: Bespreek 1 of meer situaties aan de hand van de incidentmethode o.l.v. KKB-er. Denk hierbij aan bovengenoemde factoren. Stap 3: 30 minuten Voorafgaand aan de bijeenkomst is een keuze gemaakt voor een werkvorm A:gastspreker of werkvorm B: interviews A. Gastspreker: vertel wat de kring tot nu toe heeft gedaan en wat het doel is van het bezoek van de gast. Kringleden stellen vragen en geven de gast de gelegenheid zijn verhaal te vertellen. Bepreek wat de vragen/problemen van de cliënt en mantelzorger zijn (geweest), welke verwachtingen zij hebben van goede begeleiding en welke tips zij hebben voor de kringleden. B. Interviews: Indien iedereen een eigen cliënt/mantelzorger heeft geïnterviewd, worden de gegevens gepresenteerd en wordt besproken op welke manier de begeleiding aan cliënt en mantelzorger verbeterd kan worden.
21
Evaluatie: 15 minuten Bespreek of de doelen van deze bijeenkomst bereikt zijn. Welke vervolgstappen zijn nodig? Voor ideeën voor bespreken intervisie zie de toolkit voor kwaliteitskringen op www.ikbenlogopedist.nl > kwaliteit > kwaliteitskringen/ werkvormen kring.
22
Module 7 Thema: Evaluatie / eindmeting
Doelen: 1. Aan het einde van de bijeenkomst is de eindmeting/evaluatie van de kwaliteitskring ten aanzien van het onderwerp communicatie bij dementie bekend.
Voorbereiding groep / KKB-er: zz KKB-er mailt vragen aan kringleden (zie vragenlijst) zz Kringleden beantwoorden vragen, eventueel kunnen deze van te voren door iemand samengevoegd worden. zz Kringleden bepalen het resultaat ten aanzien van hun eigen leerdoelen met betrekking tot communicatie bij dementie.
De bijeenkomst (maximaal 1,5 uur): Stap 1 (Maximaal 20 minuten) Presentatie van de antwoorden op de vragen, elkaar vragen om toelichting. Stap 2 (Maximaal 40 minuten) Beantwoord naar aanleiding van de presentatie de volgende vragen tijdens de bijeenkomst: zz Wat is er veranderd ten aanzien van de kennis over dementie? zz Zijn de gestelde persoonlijke doelen behaald? zz Zijn er nog doelen waaraan individueel of binnen de kwaliteitskring gewerkt moet worden?
Evaluatie (maximaal 15 minuten): Bespreek of de doelen van deze bijeenkomst bereikt zijn. Welke vervolgstappen zijn nodig? Optie: Indien deze handreiking een heel kringjaar gebruikt is, kan men overwegen om al te beginnen met het schrijven van het jaarverslag waarin de doelen en resultaten beschreven worden. Een format voor het schrijven van een jaarverslag is te vinden op www.ikbenlogopedist.nl > Kwaliteit > Kwaliteitskringen > Format jaarverslag.
23
Vragenlijst module 0 Eindsituatie kwaliteitskring. Bereid de volgende vragen voor. 1. Ben je meer gaan werken met cliënten met dementie? 2. Welk percentage/hoeveel uur van jouw dienstverband wordt besteed aan cliënten met dementie? Vind je dit: voldoende / te weinig / te veel? Is dit veranderd sinds het bespreken van logopedie bij dementie in de kwaliteitskring? 3. Is het cliënten met dementie dat je per jaar ziet veranderd sinds het bespreken van logopedie bij dementie in de kwaliteitskring? 4. Zijn er protocollen in de praktijk of instelling die je gebruikt bij deze cliënten sinds het bespreken van logopedie bij dementie in de kwaliteitskring? 5. Welke zorg bied je aan cliënten met dementie: a. Op welke stoornisgebieden? i. Eten en drinken ii. Communicatie iii. Gehoor iv. Mondverzorging v. Anders nl: ………. b. Wat doe je: onderzoek, behandeling, begeleiding (cliënt, mantelzorger, zorgverlener), advies, scholing, anders? 6. Hoe is de samenwerking met andere disciplines (intern en extern)? Ben je anders gaan samenwerken? 7. Ben je tevreden over je huidige werkwijze? Zijn er lacunes? 8. Is er nog iets dat je zou willen veranderen? Bijv: Aan jezelf: a. Meer kennis over … b. Meer vaardigheden, namelijk …. c. Meer zicht op onderzoeksmogelijkheden d. Meer zicht op behandelmogelijkheden e. Beter kunnen adviseren Anders, namelijk …. f. Binnen je organisatie: g. Geven van scholingen of voorlichting h. Deelname aan multidisciplinair overleg i. Meer kennis bij de verwijzer/andere disciplines over rol logopedie j. Anders, namelijk ….
24
Suggesties voor andere onderwerpen: Deze handreiking is gericht op communicatie bij dementie. Er kan voor gekozen worden om ook andere thema’s rondom dementie in de kring te behandelen. Suggesties: zz Slikproblemen bij dementie zz Afweergedrag bij eten en drinken, zie richtlijn: Omgaan met afweergedrag bij eten en drinken van bewoners met dementie, 2009, Hogeschool Rotterdam. zz Probleemgedrag (BPSD), wat kun je als logopedist? Zie richtlijn: Omgaan met gedragsproblemen bij cliënten met dementie (niet-medicamenteuze aanbevelingen) Richtlijn voor verpleegkundigen en verzorgenden, 2008, UMC St. Radboud.
Literatuurtips, richtlijnen en websites: Boeken, artikelen: zz Handboek Dementie (Jonker, 2009) zz Prins, Prins , Visch-Brink. (maart 2002). Taalstoornissen bij dementie. Handboek Stem-, SpraakTaalpathologie. zz Gorno-Tempini et al. (2011). Classification of primary progressive aphasia and its variants. Neurology, 16: 1006-1014. zz (Op) nieuw geleerd, oud gedaan, over het lerend vermogen van mensen met dementie, Ruud Dirkse e.a. , 2011, Kosmos Uitgevers B.V., Utrecht/Antwerpen zz Alle artikelen en boeken van bijlage 5.
Websites: www.alzheimer-nederland.nl www.alzheimerexperience.nl www.innovatiekringdementie.nl www.logopedie.nl www.zorgvoorveilig.nl module vroegsignalering van dementie Omgaan met gedragsproblemen bij cliënten met dementie (niet-medicamenteuze aanbevelingen) Richtlijn voor verpleegkundigen en verzorgenden, 2008, UMC St. Radboud. ANCDS-Evidence Based Practice aanbevelingen dementie: zie website: http://www.ancds.org/index.php/practice-guidelines-9#Dementia Voor ideeën voor bespreken intervisie zie de toolkit voor kwaliteitskringen op www.ikbenlogopedist.nl > kwaliteit > kwaliteitskringen / werkvormen kring. Voor meer informatie over dementie zie www.ikbenlogopedist.nl (documentatiecentrum > dossier >dementie) of bij de Landelijke werkgroep Logopedie en dementie (www.ikbenlogopedist.nl > netwerk > werkgroepen > landelijke werkgroep logopedie en dementie).
25
SCREENING COMMUNICATIE
Datum:
Sticker
Diagnose (indien bekend) ______________________________________________________________ Klacht patiënt:
Klacht omgeving:
Visus: Gehoor:
______________________________________________________________ ______________________________________________________________ ______________________________________________________________ ______________________________________________________________ ______________________________________________________________ ______________________________________________________________
afwijkend ja / nee Hulpmiddelen ja / nee afwijkend ja / nee Hulpmiddelen ja / nee
Problemen met
Voorbeelden
O Functioneel taalbegrip
Iets moet meerdere malen opnieuw verteld worden voordat het wordt begrepen. Er zijn meer misverstanden dan vroeger. Gesloten vragen worden beter begrepen dan open vragen. Moeite met begrijpen van figuurlijke taal. Leest de krant minder dan vroeger. Kan de TV niet meer goed volgen. Minder interesse voor onderwerpen die voorheen wel boeiden.
O Woordvinding, vloeiendheid en compensatiemechanismen
Langer zoeken naar vertrouwde namen en/of woorden Niet vloeiend spreken: haperen, pauzes, persevereren, versprekingen. De boodschap wordt opvallend vaak op een alternatieve manier verduidelijkt: O gebaren O aanwijzen O schrijven O met nadruk spreken O tekenen O meer mimiek O gebruiken van vergelijkbare woorden
O Informatie overdracht
Vasthouden van de rode draad in een gesprek kost moeite. Breedsprakig, zinnen zijn lang en niet kloppend. Gesprekken worden vager. Gesprekken lopen vast. Vertelt vaker hetzelfde verhaal. Neemt minder deel aan gesprekken, is stiller. Zinnen zijn onvolledig, kort. Spreken is minder goed verstaanbaar.
O Verstaanbaarheid O Non-verbaal gedrag
Totaalscore: 0-1-2-3-4-5
verstoring van luisterhouding verminderd oogcontact verminderde aandacht Logopedisch consult geïndiceerd: O Ja O Nee
Score ≥ 1 = Indicatie logopedie ©UMC St Radboud - revalidatie/logopedie - versie augustus 2010