H A N D H AVING OVERLAST I N H E T P UBLIEKE DOMEIN: B E S T U U R L I J K E B O E T E, STRAFBE SCHIKKING, OF … ?
Een handreiking voor gemeente! Versie 2.0, oktober 2008
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
1
Voorwoord Deze handreiking is een uitgave van het netwerk handhavingsregisseurs in samenwerking met het Servicecentrum Handhaving van het Ministerie van Justitie. De volgende mensen hebben bijgedragen aan de totstandkoming van de tekst van deze hand! reiking: Hans Slot "Gemeente Leeuwarden#, Jan!Willem van Borselen "Ministerie van Binnen! landse zaken en Koninkrijksrelaties#, Mirjam van Ewijk "Gemeente Zutphen#, Philip Boer "Mi! nisterie van Justitie#, Ronald Kersbergen "Gemeente Amsterdam#, Ron van Wieringen "Ge! meente Haarlemmermeer# en Yolanda van Setten "Servicecentrum Handhaving / Ministerie van Justitie#. Op www.servicecentrumhandhaving.nl is een digitaal exemplaar van deze handreiking beschik! baar.
Reacties op deze uitgave zijn welkom bij het Servicecentrum Handhaving: Ministerie van Justitie T.a.v. Servicecentrum Handhaving "H18.35# Postbus 20301 2500 EH Den Haag E!mail:
[email protected]
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
2
Woord vooraf Een schone, hele en veilige leefomgeving, is een doel van elk gemeentebestuur. Maar helaas, dat lijkt voor veel gemeenten een brug te ver. Er zijn nu eenmaal mensen die het niet zo nauw ne! men met de regels: wildplassers bijvoorbeeld of mensen die vuil op straat achterlaten. Dat is vervelend, want voor de burger zijn het juist dit soort overtredingen die tot ergernis leiden en een gevoel van onveiligheid geven. In sommige gemeenten blijken de bestaande middelen onvoldoende om tegen deze overtredin! gen op te kunnen treden. Zo legt de aanpak van deze vormen van overtredingen een groot be! slag op de politie. En die hebben het druk met grotere zaken. Om er voor te zorgen dat je als gemeente e$ectief kunt optreden tegen deze overtreders, zijn er nieuwe instrumenten ontwikkeld: de bestuurlijke boete en de bestuurlijke stra%eschikking. Gemeenten krijgen zo zelf meer bevoegdheden, maar wél altijd in samenwerking met de poli! tie. De nieuwe aanpak past in een e$ectief handhavingsbeleid van gemeenten. Zo komt een schone, hele en veilige leefomgeving toch weer een stapje dichterbij. De voorliggende handreiking beschrijft de ontwikkelingen en geeft de keuzes weer die een ge! meente heeft ten aanzien van de aanpak van de overlast. De handreiking dient hiermee als on! dersteuning bij het voeren van de discussie over welk instrument voor uw gemeente het beste past bij de aanpak van deze overlastfeiten. Deze handreiking is ontstaan op initiatief van gemeenten en is ontwikkeld en geschreven in samenwerking met de gemeenten Haarlemmermeer, Leeuwarden, Amsterdam en Zutphen. De tekst van deze uitgave is met de grootste zorgvuldigheid tot stand gebracht. Desalniettemin kunnen er nog steeds onjuistheden in de tekst staan en kunnen nieuwe ontwikkelingen de be! schreven stand van zaken op punten beïnvloeden. De handreiking is opgebouwd uit zeven bouwstenen die samen de voor de discussie relevante onderwerpen aan de orde stellen. Na een korte inleiding over de geschiedenis en achtergrond van de bestuurlijke boete en de stra%eschikking beschrijft de eerste bouwsteen manieren om een analyse neer te zetten van de omvang van het probleem en de huidige aanpak. De tweede bouwsteen gaat in op de rollen die de verschillende betrokken partners hebben in de handha! ving. De derde bouwsteen is een overzicht van de overeenkomsten en verschillen tussen de be! stuurlijke boete en de bestuurlijke stra%eschikking. In de daaropvolgende bouwstenen wordt deze tabel uitgewerkt en toegelicht. Op basis van deze bouwstenen kan elke gemeente de dis! cussie voeren over hoe de handhaving in het publieke domein het beste kan worden vormgege! ven. U kunt zelf kiezen of u dit breed wilt doen door alle bouwstenen te gebruiken of dat u het wilt beperken tot een feitelijke beschrijving van de twee nieuwe instrumenten.
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
3
A!ortingenlijst AMvB&&
algemene maatregel van bestuur
APV& &
algemene plaatselijke verordening
AV&
afvalsto$enverordening
&
BBO& &
besluit buitengewoon opsporingsambtenaar
BOA& &
buitengewoon opsporingsambtenaar
BSB& &
bestuurlijke stra%eschikking
CJIB& &
centraal justitieel incassobureau
CVOM&
centrale verwerking openbaar ministerie
OM& &
openbaar ministerie
pSB&
politiestra%eschikking
&
RTGB&& & &
Regeling toetsing geweldbeheersing buitengewoon opsporingsambtenaar en ambtenaren van bijzondere opsporingsdiensten
SH&
&
Servicecentrum Handhaving
Sv&
&
Wetboek van Strafvordering
T11&
&
Tafel van elf
WAHV&
Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
4
Inhoudsopgave Geschiedenis en achtergrond"
7
Een korte geschiedenis"
7
Gefaseerde invoering stra#eschikking"
10
Invoering bestuurlijke boete"
11
Naar een keuze"
11
Bouwsteen 1: De inleiding van de discussienota"
13
Handhaving in het publieke domein"
13
Coalitieprogramma, raadsprogramma, co$egeprogramma"
13
Resultaten veiligheidsmonitor"
14
Cijfers van het CJIB"
15
Huidige handhavingsinspanning"
16
Doelste$ing van de gemeente bij handhaving"
16
Handhavingsstijlen"
17
Doelgroepanalyse en gedragsmotieven"
18
Bouwsteen 2: Buitengewoon opsporingsambtenaren"
22
Buitengewoon opsporingsambtenaren %BOA’s&"
22
BOA’s noodzakelijk voor boete en stra#eschikking"
23
Noodzaak, betrouwbaarheid en bekwaamheid"
23
Bouwsteen 3: Samenwerking met de partners"
25
Politie"
25
Gevolgen voor de samenwerking"
26
Openbaar ministerie"
28
Bouwsteen 4: Vergelijking boete en stra#eschikking" Schematische weergave stra#eschikking"
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
31 31
5
Schematische weergave bestuurlijke boete"
33
Keuzematrix"
35
Bouwsteen 5: Feiten en tarieven"
38
Feiten en tarieven bij de bestuurlijke boete"
38
Feiten en tarieven bij de stra#eschikking"
39
Bouwsteen 6: Financiën"
41
Kosten bij beide instrumenten"
41
Kosten bestuurlijke boete"
45
Kosten stra#eschikking"
47
Inkomsten %bestuurlijke& stra#eschikking"
47
Vergelijkingstabel financiën"
48
Bouwsteen 7: Evaluatie"
49
Gemeenten"
49
Rijksoverheid"
49
Nawoord"
50
Bijlage 1: BOA'functielijst"
52
Bijlage 2: Concept feitenlijst stra#eschikking"
53
Bijlage 3 Concept Besluit Bestuurlijke Boete overlast"
60
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
6
Geschiedenis en achtergrond In de huidige praktijk hebben veel gemeenten buitengewone opsporingsambtenaren "BOA’s# in dienst die al naar gelang hun daartoe strekkende bevoegdheid proces!verbaal kunnen opmaken, transacties kunnen aanbieden en WAHV!beschikkingen kunnen uitvaardigen.1 De BOA’s leve! ren hun processen!verbaal aan bij de politie die a'ankelijk van de ernst van de geconstateerde feiten zorgdraagt voor verdere a'andeling van het aangeleverde, richting ofwel het Centraal Justitieel Incassobureau "CJIB# voor inning van de boetes, ofwel het Openbaar Ministerie "OM# voor verdere beoordeling en a'andeling. De gemeenten die geen BOA’s in dienst heb! ben, laten de gehele strafrechtelijke handhaving over aan de politie. In deze praktijk gaan wijzigingen in de bestaande handhaving optreden door de komst van twee nieuwe instrumenten: de bestuurlijke boete en de "bestuurlijke# stra%eschikking.
EEN KORTE GESCHIEDENIS In de afgelopen twintig jaar is er op meerdere terreinen sprake van een verschuiving van "al! leen# strafrechtelijke naar "ook# bestuursrechtelijke handhaving.2 Onderdeel van deze verschui! ving is onder andere de invoering van bestuurlijke boetes. Deze boetes houden verband met de grotere aandacht voor handhaving en de constatering dat op sommige beleidsterreinen sprake is van een ‘handhavingstekort’. Het kabinet zag vooral een rol weggelegd voor bestuurlijke boe! tes ‘aan de randen van de harde kern van het strafrecht’.3 De grote gemeenten pleiten sinds eind jaren ‘90 voor een bestuurlijke boete voor gemeenten. In 2003 verwoordt de VNG deze wens voor de invoering van de bestuurlijke boete als volgt: “Gemeenten willen voortvarend op kunnen treden in het publieke domein en hierbij niet wor! den tegengehouden door beperkingen in regelgeving en bevoegdheden. Wanneer ze de be! schikking krijgen over de mogelijkheid tot een bestuurlijke boete, kunnen gemeenten verder invulling geven aan hun verantwoordelijkheid om te zorgen voor een zo groot mogelijke veilig! heid en lee%aarheid in de wijken”.4 In de optiek van veel gemeenten laten politie en openbaar 1
WAHV staat voor Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften, tevens bekend als de Wet Mulder
2
J. Terpstra, T. Havinga, “Gemeenten, boetes en kleine ergernissen”, in “Het stra$ende bestuur”, Justitiële Verkenningen, 2005!
6, p. 11. 3
Y. van Setten en P.W.S. Boer, Bestuurlijke boete en stra%eschikking: de oplossing voor de overlastproblematiek in uw ge!
meente?, De Gemeentestem, juli 2008, nr. 7298, p. 345!350. 4
Bestuurlijke handhaving versterkt! VNG!pleidooi voor invoering van de bestuurlijke boete, Den Haag, VNG uitgeverij 2003.
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
7
ministerie belangrijke zaken liggen als het gaat om de lokale handhavingsproblematiek. Politie en openbaar ministerie treden onvoldoende handhavend op tegen “kleine ergernissen” en lichte verkeersovertredingen. In het licht van de regierol van de gemeente bij het lokale veiligheids! beleid werd de mogelijkheid een boete op te leggen gemist. Het wetsvoorstel bestuurlijke boete overlast in openbare ruimte 5 biedt gemeenten de moge! lijkheid om een bestuurlijke boete op te leggen voor overtredingen van een aantal voorschrif! ten bepaald in de APV en de Afvalsto$enverordening. Het tweede wetsvoorstel bestuurlijke boete betreft het fout parkeren en andere lichte verkeersovertredingen.6 Op 18 december 2007 is door de Eerste Kamer het wetsvoorstel voor de overlast wel, maar dat voor het fout parkeren niet aangenomen. De Algemene maatregel van Bestuur7 waarin de feiten worden opgesomd waarvoor de boete inzetbaar zal zijn, ligt nog bij de Tweede Kamer. Over het besluit zijn enkele vragen gesteld. De verwachting is dat het Besluit eind 2008 definitief wordt vastgesteld. Wetsvoorstel bestuurlijke boete overlast Dit wetsvoorstel biedt gemeenten een nieuw instrument om zelfstandig op te treden tegen veel voorkomende en overlast veroorzakende overtredingen van de APV. De bestuurlijke boe! te gaat gelden voor de gehele APV minus een beperkt aantal APV!overtredingen die bij AMvB worden uitgezonderd, de zogeheten ‘negatieve lijst’. Uitgezonderd zijn zwaardere, gevaarzet! tende gedragingen en overtredingen die onderdeel uitmaken van de ordehandhavingsbevoegd! heden van de politie "samenscholingen, ongeregeldheden, betogingen en demonstraties#. Het! zelfde geldt voor gedragingen die sterk aan het strafrecht zijn gerelateerd, zoals handel in drugs, heling en het meevoeren van inbrekerswerktuigen of steekwapens. De afvalsto$enver! ordening valt ook onder de bestuurlijke boete, voor zover de desbetre$ende voorschriften zijn opgenomen in de AMvB "positieve lijst#. Gemeenten die kiezen voor de bestuurlijke boete overlast in openbare ruimte zijn integraal verantwoordelijk voor zowel het opstellen van de normen betre$ende overlast in de openbare ruimte, het toezicht houden op de naleving ervan als voor het sanctioneren van overtredingen ervan. De gemeente is 24 uur per dag verant! woordelijk voor de handhaving. APV!overtredingen die onder dit wetsvoorstel vallen kunnen met een bestuurlijke boete worden afgedaan door het college van burgemeester en wethouders of door de burgemeester, maar alleen bij gemeenten die daarvoor kiezen en dit bij verordening regelen.
5
Kamerstukken 30 101.
6
Kamerstukken 30 098.
7
Kamerstukken 30 101, nr. 23.
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
8
In dezelfde tijd dat werd gesproken over de bestuurlijke boetewetsvoorstellen, werd in de Tweede Kamer gesproken over het wetsvoorstel OM!afdoening.8 In juli 2006 is deze wet door de Eerste Kamer aangenomen. De implementatie van deze wet zorgt er voor dat het openbaar ministerie zelf tot straf kan beschikken door middel van stra%eschikkingen "artikel 257a Sv#. In deze wet is daarnaast bepaald dat ook "buitengewoon# opsporingsambtenaren "artikel 257b Sv# en bestuursorganen "artikel 257ba Sv# de bevoegdheid kunnen krijgen om stra%eschikkingen uit te vaardigen. Deze drie vormen van de OM!afdoening worden veelal respectievelijk de OM! stra%eschikking, de politiestra%eschikking en de bestuurlijke stra%eschikking genoemd. Een belangrijk gevolg van de Wet OM!afdoening is dat op termijn praktisch al de huidige transac! ties van openbaar ministerie en "buitengewoon# opsporingsambtenaren vervangen zullen wor! den door stra%eschikkingen.
De Wet OM"afdoening De wet biedt de o(cier van justitie, en benoemde anderen zoals opsporingsambtenaren en bestuursorganen, de mogelijkheid een stra%eschikking uit te vaardigen. Deze bevoegdheid bestaat in beginsel in alle gevallen waarin de o(cier van justitie vaststelt dat een overtreding is begaan dan wel een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf is ge! steld van maximaal zes jaar. Opsporingsambtenaren kunnen voor misdrijven stra%eschikkin! gen uitvaardigen waarin maximaal een geldboete van )350 wordt opgelegd. Ook bestuursor! ganen kunnen de bevoegdheid krijgen om stra%eschikkingen uit te vaardigen. De bevoegd! heid zorgt voor het buitengerechtelijk afdoen van stra%are feiten. Belangrijk hierbij is dat waar de transactiebevoegdheid nog instemming van de verdachte nodig had, de stra%eschik! king eenzijdig kan worden opgelegd. De o(cier legt op en kan de stra%eschikking tegen de wil van de verdachte e$ectueren. Het procesinitiatief is daarmee ook bij de verdachte komen te liggen. Indien een verdachte het niet eens is met de opgelegde stra%eschikking, dient hij in verzet te komen bij het openbaar ministerie.
De nieuwe instrumenten van de bestuurlijke boete en de stra%eschikking zijn gelijkwaardig en zijn beiden geschikt om voor gemeenten in aanmerking te komen voor de handhaving van veel voorkomende en overlastgevende overtredingen in de publieke ruimte. De introductie van de instrumenten geeft de gemeente de gelegenheid om het huidige handhavingsbeleid met be! trekking tot de overlast in de publieke ruimte, te heroverwegen, met als uiteindelijke vraag welk instrument de gemeente zal gaan inzetten. De instrumenten stra%eschikking en bestuur! lijke boete kunnen niet beiden door gemeentelijke BOA’s worden ingezet voor dezelfde feiten. E$ectiviteit van het instrument, evenals de consequenties van de keuze voor één van de in! strumenten zullen bepalend moeten zijn voor de uiteindelijke keuze.
8
Stb. 2006, 330.
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
9
GEFASEERDE INVOERING STRAFBESCHIKKING Gemeenten kunnen vanaf januari 2009 gefaseerd aan de slag met de stra%eschikking voor overlastfeiten. Hieronder treft u informatie over de verschillende stappen in het implementa! tietraject. Elementen van implementatie De stra%eschikking is opgebouwd uit de volgende vier elementen: 1. Feiten die vallen binnen het bereik van de overlast in de openbare ruimte en voor bepaalde feiten die in de afvalsto$enverordening staan.** 2. De*verruimde vergoedingsregeling; om vooral de bestrijding van overlastfeiten te stimule! ren "kabinetsbeleid# is, met het oog op de gemiddelde boeteopbrengst van )60 voor over! last c.q. fout parkeren, gekozen voor een relatief hoge vergoeding voor overlastfeiten. De vergoeding voor door gemeentelijke boa’s geschreven processen!verbaal voor overlast wordt per 2009 verhoogd van )15 naar )40. De vergoeding voor door gemeentelijke boa’s uitge! schreven beschikkingen voor fout parkeren wordt vanaf 2009 verhoogd van )7,50 naar )25.* 3. Het werken onder het regime van de OM!beleidsregels inzake stra%eschikkingen overlast, die ertoe strekken dat de prioriteiten bij de bestrijding van overlast met behulp van de stra%eschikking door het gemeentebestuur worden bepaald. Het openbaar ministerie zal slechts om juridisch!technische redenen kunnen besluiten tot intrekking van stra%eschik! kingen; zij zal geen beleidssepots uitvaardigen tenzij rechterlijke uitspraken daarvoor aan! leiding geven. 4. De rechtstreekse + zonder tussenkomst van de politie + en geautomatiseerde aanlevering van stra%eschikkingen door gemeenten bij het CJIB. Tijdpad implementatie stra#eschikking Om een beheersbaar invoeringstraject te starten is besloten om de stra%eschikking in drie stappen in te voeren.** 1. Vanaf 1 januari 2009 zullen voor alle gemeenten met boa’s de eerste twee elementen van toepassing zijn: het feitenbereik overlast en de verruimde vergoedingsregeling voor overlast "en fout parkeren#.** 2. De vier grote steden "G4# krijgen de mogelijkheid om per 1 januari 2009 ook te starten met de twee andere elementen van de stra%eschikking:het werken onder het regiem van de OM!beleidsregels en het geautomatiseerd aanleveren van stra%eschikkingen overlast bij het CJIB. De redenen voor Justitie om eerst de G4 de mogelijkheid te bieden met de straf! beschikking te beginnen zijn uitvoeringstechnisch, pragmatisch en beleidsmatig van aard.
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
10
Het betreft een beperkte groep gemeenten, die zich al goed voorbereid heeft op de invoe! ring van de nieuwe handhavinginstrumenten en waar bovendien bijna de helft van de pro! blematiek inzake overlastzaken is geconcentreerd.* 3. Andere gemeenten krijgen vanaf 1 januari 2010 de mogelijkheid om met de andere aspecten van de stra%eschikking aan de slag te kunnen gaan. Met de vergoeding die deze gemeenten gedurende 2009 ontvangen, kunnen alvast de voorbereidingen getro$en worden op een in! voering in 2010. Gemeenten kunnen ervaringen die de G4 in 2009 opdoen, benutten bij de inrichting van hun eigen werkprocessen en handhavingarrangementen met politie en Justi! tie.
INVOERING BESTUURLIJKE BOETE Zodra het Besluit bestuurlijke boete vastgesteld is, kunnen gemeenten aan de slag met de in! voering van de bestuurlijke boete. Het wijzigen van de eigen APV is de eerste stap. Op moment van schrijven lag het Besluit nog bij de Tweede Kamer. Vaststelling wordt verwacht eind 2008, zodat de bestuurlijke boete nog in het eerste kwartaal van 2009 kan worden ingezet.
NAAR EEN KEUZE In deze handreiking willen wij gemeenten bij het maken van een keuze ondersteunen met “bouwstenen”. Dit zijn teksten en tips die gebruikt kunnen worden bij het opstellen van een discussienota voor de gemeenteraad, voor het college van burgemeester en wethouders, of voor de collega’s binnen de gemeente of de regio. Deze discussie kan ook in de vorm van een work! shop gegoten worden.9 Nadrukkelijk bestaat ook de keuze om voorlopig noch voor de bestuurlijke boete, noch voor de "bestuurlijke# stra%eschikking te kiezen en eerst de ervaringen van andere gemeenten af te wachten. In de tussentijd kan met het bestaande instrumentarium voorzien worden in het toe! zicht op en de handhaving van de publieke ruimte. Bij het voorbereiden van de keuze zal na! drukkelijk aan de orde moeten komen welk probleem in de openbare buitenruimte opgelost moet worden en of de bestuurlijke boete of de "bestuurlijke# stra%eschikking daarbij het meest geschikte instrument is. Anders bestaat er het risico dat de bestuurlijke boete en de "bestuur! lijke# stra%eschikking een doel op zich worden, terwijl het instrumenten zijn die gebruikt kunnen, maar niet moeten worden. Met een gecombineerde inzet van het reguliere strafrecht
9
Desgewenst kan het Servicecentrum Handhaving u hierbij ondersteuning bieden.
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
11
en bekende instrumenten als bestuursrechtelijke handhaving, handhavingcommunicatie, con! venanten, e.d. kunnen wellicht veel van de bestaande problemen reeds opgelost worden.10
Geen keuze Een gemeente hóeft geen keuze te maken. U bent niet verplicht om een van beide instrumen! ten te kiezen. De huidige situatie zal echter toch wijzigingen kennen. De al eerder genoemde Wet OM!afdoening betreft namelijk een omzetting van de transactiebevoegdheid in een stra%eschikkingsbevoegdheid. Alle overtredingen die nu met een transactie door de politie of BOA’s worden afgedaan, zullen in de toekomst met een zogenoemde politiestra%eschikking worden afgehandeld. Dit betekent dat de gemeentelijke BOA’s, indien zij niet werken voor de gemeente met een bestuurlijke stra%eschikking, en niet werken met de bestuurlijke boete, zullen werken met de zogenoemde politiestra%eschikking.
Wanneer een keuze? Met de inwerkingtreding van de bestuurlijke boete en de gefaseerde invoering van de stra%e! schikking voor BOA’s van gemeenten per 2009, ligt het voor de hand deze discussie te voeren vanaf eind 2008.
10
Y. van Setten en P.W.S. Boer, Bestuurlijke boete en stra%eschikking: de oplossing voor de overlastproblematiek in uw ge!
meente?, De Gemeentestem, juli 2008, nr. 7298, p. 345!350.
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
12
Bouwsteen 1: De inleiding van de discussienota Deze bouwsteen heeft als doel informatie aan te reiken om tot een goede inleiding te komen van de discussienota. In de inleiding wordt aandacht gegeven aan de volgende onderwerpen: • Handhaving in het publieke domein "huidige situatie#; • Doelstelling van de gemeente met de handhaving in het publieke domein "gewenste situatie#; • Komst van nieuwe instrumenten: bestuurlijke boete en stra%eschikking.
HANDHAVING IN HET PUBLIEKE DOMEIN Bij het maken van een keuze tussen de twee handhavingsinstrumenten, is het allereerst van be! lang zicht te krijgen op de omvang van het probleem in uw gemeente. Om hoeveel zaken gaat het eigenlijk? Hoe groot is het probleem met de overlast in het publieke domein? Is er sprake van een continue overlast in het weekeinde, of is het slechts bij bijzondere evenementen het geval? En hoe wordt nu opgetreden tegen niet!nalevers? Speelt de politie momenteel juist wel of niet een "belangrijke# rol in de handhaving? De vragen naar de problematiek zijn van belang om alles in perspectief te kunnen blijven zien. Indien het probleem in de openbare ruimte beperkt is, ligt het immers minder voor de hand om vanuit de gemeente een grote eigen organisatie neer te zetten.
COALITIEPROGRAMMA, RAADSPROGRAMMA, COLLEGEPROGRAMMA In de verschillende programma’s die gelden binnen uw gemeente staan zaken die de handha! ving van de overlast in het publieke domein betre$en. In deze programma’s staan namelijk de prioriteiten aangegeven en de gewenste rol die de gemeente wil vervullen en wat zij verwacht van andere partijen in de samenwerking.
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
13
Voorbeeld coalitieprogramma 2006 $ 2010 gemeente Landerd Het gemeentebestuur moet druk blijven uitoefenen om de politie zichtbaar aanwezig te hou! den in de gemeente. We denken hierbij met name aan de taken van de politie op het gebied van criminaliteitsbestrijding en handhaving van landelijke en gemeentelijke regels. Er dient aandacht te zijn voor merkbare onveiligheid en criminaliteit door voorlichting en gerichte maatregelen. Ook veiligheids! en lee%aarheidsbevorderende initiatieven die door burgers "bij! voorbeeld via buurtverenigingen# worden aangedragen, dienen door de gemeente te worden ondersteund en gestimuleerd.
Lee%aarheid en openbare veiligheid behoren tot de kerntaken van de gemeente. Een succes! volle aanpak kan alleen tot stand komen via een integrale beleidsmatige benadering. De ge! meente is voor de bevolking het eerste aanspreekpunt wanneer het gaat om de lee%aarheid van een wijk of kern. Bij lee%aarheid gaat het o.a. om wonen, inrichting van de wijk, voorzie! ningen in de wijk en veiligheid. Belangrijk is om de bewoners van de kernen of wijk invloed te geven om de lee%aarheid op een zo optimaal mogelijk niveau te realiseren en/of te behouden.
RESULTATEN VEILIGHEIDSMONITOR Ook instrumenten zoals de veiligheidsmonitor geven een goede indicatie van de problematiek in de gemeente. Voorbeeld Monitor Lee#aarheid: Gemeente Haarlemmermeer Uit de lee%aarheidmonitor blijkt dat de 150.000 inwoners de meeste overlast ervaren van ver! vuiling en verkeer. Di$erentiatie naar wijken laat wel kleine verschillen zien. Bij vervuiling is een verslechtering te zien ten opzichte van 2004 en bij verkeersoverlast een kleine verbete! ring. Toch scoort de gemeente op beide punten lager dan de landelijke cijfers uit 2006. In 2007 is in het pilotproject een schonere openbare buitenruimte naast gerichte handhaving! communicatie 24 keer een proces!verbaal opgemaakt door de BOA' s voor het verkeerd aan! bieden van huisvuil. Een communicatiecampagne voor hondenbezitters is in 2007 ingezet om de regels uit te leggen. In 2008 zal daar het strafrechtelijke traject door de BOA's bij komen. Op het gebied van criminaliteit, veiligheidsgevoel en overlast van personen is een lichte daling te zien. In het bijzonder het cijfer voor criminaliteit is er op achteruit gegaan. De gemeente scoort echter wel boven het landelijke gemiddelde. Met politie en openbaar ministerie worden in verband met het programma Integrale Veiligheid in 2008 maatwerkafspraken gemaakt.
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
14
Voorbeeld Monitor Lee#aarheid: Gemeente Dordrecht Hondenpoep op straat staat met stip op de eerste plaats. Ruim vier op de tien Dordtenaren zeggen dat dit vaak voorkomt in de eigen buurt, iets meer dan in 2005. Op de tweede plaats staat te hard rijden. Ruim een derde van de Dordtenaren zegt dat dit in hun buurt vaak voor! komt. Het buurtprobleem dat op de derde plaats staat is rommel op straat. Een derde van de bewoners zegt dat dit vaak voorkomt in hun buurt en hiermee is dit aandeel met 5, toege! nomen ten opzichte van 2005. Vernieling van telefooncellen of bushokjes is volgens de Dord! tenaren ook in omvang toegenomen "+6,# en staat nu op de vierde plaats. Parkeeroverlast staat op de vijfde plaats en de top!zes wordt afgesloten met het buurtprobleem geluidsoverlast door verkeer dat volgens één op de vijf Dordtenaren vaak voorkomt. Duidelijk is ook dat niet alle wijken in gelijke mate te kampen hebben met dezelfde problemen. In bepaalde wijken scoren namelijk fietsendiefstal, inbraak in woningen, geweldsdelicten, overlast door omwo! nenden, drugsoverlast en handel in soft! of harddrugs op straat hoger.
De problematiek in het voorbeeld van de gemeenten Dordrecht en Haarlemmermeer laat zien dat de omvang van de lokale omstandigheden van belang is voor een keuze tussen bestuurlijke boete, stra%eschikking of de handhaving in goed overleg met de politie vormgeven. Het be! paalt ook de inzet die uiteindelijk gepleegd zal moeten worden door de gemeente, en daaruit voortvloeiende het aantal bezwaarschriften of, in geval van de stra%eschikking, het aantal ver! zetszaken. De problematiek is dus van belang voor het bepalen van de benodigde capaciteit.
CIJFERS VAN HET CJIB Het CJIB kent de cijfers die betrekking hebben op het aantal overlastfeiten "APV en Afvalstof! fenverordening# in een gemeente. Het gaat hierbij om het aantal processen!verbaal dat binnen een gemeente wordt geschreven door politie en gemeentelijke BOA samen. Deze cijfers wor! den ter beschikking gesteld op aanvraag, zodat u niet zelf het uitzoekwerk hoeft te doen bin! nen de gemeente.11
11
De aanvraag kan per e!mail worden gedaan bij het Servicecentrum Handhaving.
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
15
Landelijk beeld aantallen processen"verbaal voor kleine ergernissen
Totaal alle gemeenten
2004
2005
2006
2007
57657
58873
58489
62000
HUIDIGE HANDHAVINGSINSPANNING U staat met uw gemeente uiteraard niet op nul in de aanpak van overlast. Alle gemeenten voe! ren in meer of mindere mate handhavingsactiviteiten in het publieke domein uit, veelal in goe! de samenwerking met de politie. Het is van belang daar zicht op te hebben. De keuze voor in! voering van het instrument bestuurlijke boete of stra%eschikking is interessant op het mo! ment u een duidelijk tekort signaleert in de huidige handhavingsinspanning. Het kan ook zijn dat u samen met de inwoners en politie een andere succesvolle manier heeft om de overlast aan te pakken. Dan zou de invoering van een van de nieuwe instrumenten overbodig kunnen zijn.
DOELSTELLING VAN DE GEMEENTE BIJ HANDHAVING Elk beleidstuk over interventies zou een beschrijving moeten bevatten van wat het bestuur ei! genlijk wil bereiken met de handhaving. Daarbij speelt de manier waarop het bestuur dat wil bereiken een belangrijke rol. In de coalitieakkoorden en in de raadsprogramma’s staan vele aanknopingspunten voor het antwoord op deze vragen. Voorbeeld Een gemeentebestuur of een gemeenteraad kan van mening zijn dat het zwerfafval bij evene! menten prioriteit moet krijgen. De gemeente wil namelijk een “groene gemeente” zijn met zorg en aandacht voor natuur! en recreatiegebieden. De gemeente wil bewustwording kweken bij de organisatoren. De gemeente hanteert verschillende interventies. Er wordt gezorgd voor voldoende afvalbakken bij evenementen om mensen te verleiden tot naleving, met de organi! sator wordt een afspraak gemaakt over het opruimen van het evenemententerrein en na afloop van het evenement worden de looproutes schoongeveegd. Bij constatering van overtredingen, het weggooien van afval in de bermen, parken e.d., wordt direct procesverbaal opgemaakt door de toezichthoudende BOA van de gemeente. In dit voorbeeld komen verschillende vor! men van interventies naar voren. Deze interventies houden mede verband met de handha! vingsstijl die een gemeente hanteert.
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
16
HANDHAVINGSSTIJLEN Met handhavingsstijl wordt gedoeld op de verschillende manieren van optreden in de handha! ving. De stijl hangt af van organisatiecultuur, het onderwerp van overtreding, de norm die over! treden wordt, de mate van naleving, de doelgroep en allerlei omgevingsfactoren. Een stijl van optreden moet passen binnen de visie op de handhaving en het gewenste e$ect. De volgende drie vraagstukken kunnen u helpen bij het bepalen van welke handhavingsstijl voor uw ge! meente de voorkeur geniet: Handhavingsstijlen Verleiden of afschrikken? Principieel of pragmatisch? Overheid of nevenheid?
Verleiden of afschrikken? Verleiden ligt meer in de preventieve sfeer "belonen van goed gedrag, stimuleren van nalevings! gedrag#. Bij afschrikken gaat het meer om het afdwingen van naleving door "het dreigen met# bestra(ng van slecht gedrag. Afschrikken hangt sterk samen met repressie. Het optreden met boetes bij geconstateerde overtredingen is een voorbeeld.
Principieel of pragmatisch? Bij principieel handelt de overheid vanuit de filosofie: ‘overtreders van regels moeten bestraft worden, ‘koste wat het kost’. Vergelding staat daarbij centraal. Een principiële aanpak is vaak erg uniform, in de zin dat op overtreding altijd eenzelfde straf volgt, ongeacht dader of om! standigheden. Bij een pragmatische benadering gaat het om het praktisch haalbare, het meest zinvolle, binnen de gegeven omstandigheden. Hier is maatwerk de aangewezen weg.
Overheid of ‘nevenheid’? Bij dit dilemma gaat het om een bovengeschikte of nevengeschikte opstelling van de overheid. Staat de overheid als sturend orgaan boven de burger, kan en moet zij de naleving van wet en regelgeving afdwingen? En is zij ook als enige bevoegd om stra$en op te leggen? Of staat zij als ‘nevenheid’ naast de burger om wetten en regels uit te leggen en naleving beter mogelijk te ma!
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
17
ken? Bij ‘nevenheid’ is het beleidsdoel meer een gezamenlijke verantwoordelijkheid van over! heid en samenleving, of zelfs een eigen verantwoordelijkheid van burgers binnen de door de overheid gestelde bredere kaders.
Het bepalen van de stijl aan de hand van deze dilemma’s is niet een kwestie van het één of het ander. De stijlen zijn geschetst als uitersten. A'ankelijk van de omstandigheden zal men in de handhaving moeten kunnen ‘laveren’ tussen het ene en het andere uiterste. Dit is tijd, domein én plaats a'ankelijk.12 Voorbeeld gemeente Gorinchem: afschrikken en nevenheid In het coalitieprogramma van de gemeente Gorinchem staat het volgende: Een rommelige, onverzorgde leefomgeving geeft een slecht "veiligheids#gevoel. De gemeente besteedt samen met ondernemers in de binnenstad, maar ook in andere winkelgebieden, extra aandacht aan een schone, hele en veilige omgeving. Dat begint met een goed uitstallingenbeleid: niet te veel losstaande borden op straat. En als afspraken niet werken dan moet er streng gehandhaafd worden.
DOELGROEPANALYSE EN GEDRAGSMOTIEVEN Om rechtsbelangen te beschermen, verwacht de overheid een bepaald gedrag van mensen. De norm is algemeen, maar burgers die zich aan deze norm moeten houden gedragen zich verschil! lend. Bij iedere doelgroep bestaan diverse motieven om na te leven of te overtreden. Pas als u beeld heeft waarom mensen regels niet naleven, kunt u schatten wat u moet doen om ze tot naleving te bewegen. Bovendien, als u weet wat de dominante motieven zijn om regels wél na te leven, weet u ook welk gedrag u moet stimuleren en welke doelgroepen u moet ‘koesteren’. Een doelgroepenanalyse geeft inzicht in de gedragsmotieven van de diverse doelgroepen en in de omvang van het probleem, zodat u vervolgens kunt bepalen wat nodig is om de gewenste situatie te bereiken en met welke interventies dat het beste kan worden gedaan. Er bestaan diverse methoden om de motieven voor gedrag te analyseren. Het Expertisecen! trum Rechtspleging en Rechtshandhaving van het Ministerie van Justitie hanteert de ‘Tafel van elf '. Dit is een model voor gedragsanalyse dat specifiek is ontwikkeld voor naleving en handha! ving. De Tafel van elf "T11# gaat uit van de veronderstelling dat handhaving pas e$ectief is, 12
‘Laveren tussen Scylla en Charybdis, over de toekomst van handhaving’, Expertisecentrum Rechtspleging en Rechtshandha!
ving van het ministerie van Justitie, mei 2005.
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
18
wanneer men de motieven voor niet!nalevingsgedrag kent en weet te beïnvloeden. Met behulp van de elf dimensies van de Tafel van elf kunnen deze motieven worden achterhaald. Deze ge! dragsmotieven zijn gezamenlijk bepalend voor de mate van naleving.13 Voorbeelden Een gra(ti!spuiter brengt gra(ti aan op een kale muur. Hij wordt op heterdaad betrapt en krijgt van de BOA een proces!verbaal. Het blijkt dat hij in de onjuiste "maar niet!verontschul! digbare# veronderstelling was dat de betre$ende muur een legale gra(tiplaats was. Het pro! ces!verbaal heeft nu wel zijn werking voor deze gra(ti!artiest, maar wellicht zijn er meer men! sen die in deze veronderstelling verkeren. In een dergelijk geval kan voorlichting een belang! rijke rol spelen. Een eigenaar is aan het klussen in zijn nieuwe woning. Hij wil echter het huisvuil direct buiten zetten en niet de normale procedure volgen die de gemeente hanteert. Hij zet het huisvuil bui! ten na 18.00 uur in de veronderstelling dat na dit tijdstip geen controle meer plaatsvindt. In dit geval gaat het om de feitelijke pakkans en de beleving van de eigenaar. Indien de eigenaar had geweten dat ook "of zelfs juist# na 18.00 uur wordt gecontroleerd, had hij zich wellicht onthouden van deze overtreding.
Nieuwe instrumenten Zowel de bestuurlijke boete en de stra%eschikking zijn interventies die een sterk lik!op!stuk karakter kennen. Een gemeentelijke BOA overhandigt op straat bij beide instrumenten direct na de constatering van de overtreding de aankondiging dat er een geldboete wordt opgelegd. De middelen bestuurlijke boete en stra%eschikking passen vooral binnen de handhavingsstij! len van “afschrikken”, “overheid” en “principieel”. De manier waarop deze interventies in com! binatie met andere middelen ingezet worden, is bepalend voor de totale e$ectiviteit.
13
Meer informatie over de Tafel van elf kunt u opvragen via het Servicecentrum Handhaving. Een digitale versie van de Tafel
van elf kunt u vinden op www.it11.nl.
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
19
Checklist voor de inleiding • Geef een beschrijving van het probleem met overlast in uw gemeente. • Wat staat er in het coalitieprogramma, het raadsprogramma en/of het collegeprogramma over handhaving en de overlast in de publieke ruimte? • Wat zijn de resultaten van de veiligheidsmonitor? • Hoeveel processen!verbaal zijn er in de afgelopen jaren opgemaakt? • Is er sprake van gebrekkige of onvoldoende handhaving in de publieke ruimte? • Wat zegt dat over het probleem in uw gemeente? • Wat is de doelstelling in de handhaving van de gemeente? • Welke instrumenten zet u momenteel in tegen de overlast? • Geef een korte omschrijving van de twee nieuwe instrumenten van bestuurlijke boete en stra%eschikking.
Let op: De in deze bouwsteen weergegeven informatie over het vastleggen van de huidige situatie in de handhaving in de gemeente, het bepalen van de doelstelling van de gemeente en de aard van de nieuwe instrumenten is zeer beknopt van aard en bedoeld om u handvatten te bieden bij het opzetten van een onderbouwde keuze. Het doel van het voeren van een discussie in de gemeen! te over het al dan niet kiezen voor een van beide instrumenten gaat ten slotte niet enkel om deze interventies zelf, maar vooral om de aanpak van het probleem van het niet naleven van de regels die door uw gemeente gesteld zijn voor de openbare ruimte. Indien u enkel een nota wil schrijven over het verschil tussen de nieuwe instrumenten in de aanpak van overlast kunt u dit deel uiteraard overslaan.
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
20
Voorbeeldtekst In het collegeprogramma van de gemeente staat dat de gemeente het veiligheidsgevoel bij in! woners wenst te verbeteren. Dit wil de gemeente doen door in overleg met de politie en ande! re handhavingorganisaties te zorgen voor meer zichtbaar toezicht. De gemeente wil dat de wijkagent en wijkcontactambtenaren geregeld contact onderhouden met de inwoners. Ze moeten zich zo profileren als aanspreekpunt voor de inwoners. Voorlichting speelt een belang! rijke rol bij de aanpak van overlast. Daarnaast wil de gemeente een strikte handhaving ten aanzien van de kleine ergernissen. De overtreders moeten met een hard lik!op!stuk beleid met hun daden worden geconfronteerd. In de veiligheidsmonitor van de gemeente komt duidelijk naar voren dat de inwoners vooral last hebben van onveiligheidsgevoelens door gra(ti, wildplassen en zwerfvuil. Voor overlast! feiten zoals deze werden door de BOA’s en politie in 2006 in totaal twintig processenverbaal opgemaakt. Uit andere gegevens van de gemeente blijkt echter dat niet tegen alle overtredin! gen wordt opgetreden. De omvang van de overlast is groter dan het aantal processen!verbaal. De politie geeft momenteel weinig prioriteit aan de overlastfeiten. Zij heeft als primair doel de jeugdcriminaliteit aan te pakken en de overlast door alcohol en drugs terug te dringen. Er bestaat nu een handhavingstekort op het gebied van de overlastfeiten, met name in de avon! duren en in de weekenden als de BOA’s niet meer werken en de politie de andere prioriteiten aanpakt. In de huidige praktijk kunnen BOA’s al naar gelang de daartoe strekkende bevoegdheid pro! ces!verbaal opmaken, transacties aanbieden en Mulderbeschikkingen uitvaardigen. De BOA’s leveren hun processen!verbaal aan bij de politie die a'ankelijk van ernst van de geconstateer! de feiten zorgdraagt voor verdere a'andeling richting ofwel het Centraal Justitieel Incassobu! reau "CJIB# voor inning van de boetes, ofwel het Openbaar Ministerie "OM# voor de verdere vervolging. In deze praktijk gaan wijzigingen optreden door de komst van twee nieuwe instrumenten: de bestuurlijke boete en de stra%eschikking. De bestuurlijke boete is een bestuursrechtelijk in! strument waarbij de gemeente alles in eigen beheer doet. Oplegging, inning en bezwaar en be! roep worden door de gemeente zelf gedaan. De "bestuurlijke# stra%eschikking is een straf! rechtelijk instrument waarbij de gemeente de oplegging doet en de inning en verzetszaken respectievelijk door het CJIB en door het Openbaar Ministerie worden gedaan. Door BOA’s bevoegd te krijgen voor het toepassen van één van beide instrumenten kan het handha! vingstekort mogelijk worden gevuld.
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
21
Bouwsteen 2: Buitengewoon opsporingsambtenaren U hebt als het goed is "op basis van de informatie uit de eerste bouwsteen# een toereikend beeld van de problematiek in de openbare ruimte van uw gemeente. De volgende vraag die u zich als gemeente kunt stellen is of u zelf buitengewoon opsporingsambtenaren in dienst wilt hebben om samen met de politie in het publieke domein te werken aan het tegengaan van overlast "voor zover u dat nog niet doet#.
BUITENGEWOON OPSPORINGSAMBTENAREN %BOA’S& Op grond van het Wetboek van Strafvordering "artikel 142 lid 1 onder c# kunnen "a# functiona! rissen die op grond van een bijzondere wet worden belast met de opsporing van de bij die wet stra%aar gestelde feiten en "b# functionarissen die belast zijn met het toezicht op de naleving van bij verordening stra%aar gestelde feiten, worden beëdigd tot buitengewoon opsporings! ambtenaar. Het College van Burgemeester en Wethouders kan op grond van de Gemeentewet personen aanwijzen als toezichthouder. Als voor de handhaving van feiten, stra%aar gesteld in verorde! ningen zoals de APV een bevoegdheid als buitengewoon opsporingsambtenaar noodzakelijk is, kan hiervoor een verzoek bij Justitie worden ingediend. Na toetsing van noodzaak, betrouw! baarheid en bekwaamheid zal beëdiging kunnen plaatsvinden. De opsporingsbevoegdheid be! perkt zich dan tot de verordeningen waarvoor deze personen zijn aangewezen door het be! voegde gezag op grond van de Gemeentewet. APV!controleurs kunnen als ambtenaar in dienst zijn van een gemeente of door de gemeente worden ingehuurd bij een particulier bedrijf.14 Naast de APV!controleurs zijn er ook andere BOA!categorieën, zoals de Flora! en Faunabe! heerder, de parkeercontroleur, de milieuopsporingsambtenaar, de controleur openbare ruimte en de gemeentelijke opsporingsambtenaar. Elke categorie kent eigen opsporingsbevoegdheden. De problematiek in uw gemeente is leidend voor de keuze welk soort BOA ingezet wordt.15 Elke gemeente moet zelf de afweging maken of zij wel of niet BOA’s wil inzetten. Deze inzet wordt allereerst bepaald door de behoefte om meer invloed uit te oefenen op de aanpak van de overlast. Het kan zijn dat de gemeente ondanks een goede samenwerking met de politie een grotere inzet wil op de door het gemeentebestuur bepaalde prioriteiten. Ook kan het gemeen! tebestuur wensen slagvaardiger op te kunnen treden tegen de overlast in uw gemeente en daar! 14
Dit laatste binnen de begrenzingen van de Aanvulling Circulaire functielijst buitengewoon opsporingsambtenaar "zie
wetten.overheid.nl#. 15
Voor 2009 is een herziening van deze functieprofielen voorzien. Zie t.z.t. de website van het Servicecentrum Handhaving
voor de laatste ontwikkelingen.
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
22
bij minder a'ankelijk te zijn van de politie. Kleine ergernissen worden vaak geregeld in de lo! kale verordeningen en vallen momenteel onder het strafrechtelijke regime. De gemeente heeft weinig invloed op het verdere verloop van de strafrechtsketen. De inzet van BOA’s in het pu! blieke domein door de gemeente heeft enerzijds als voordeel dat de strafrechtketen wordt ont! last, zodat politie en justitie meer capaciteit hebben om zwaardere zaken te behandelen. An! derzijds verschaft het aan het gemeentebestuur een grotere invloed op de aanpak van kleine ergernissen in de openbare ruimte. Een tweede belangrijke factor zijn de kosten. Een BOA zal nooit door het uitschrijven van geldboetes kostendekkend kunnen werken in de aanpak van de overlast in het publieke domein. Meer hierover leest u in Bouwsteen 6: Financiën.
BOA’S NOODZAKELIJK VOOR BOETE EN STRAFBESCHIKKING De gemeente moet BOA’s in dienst hebben om een bestuurlijke boete 16 of een "bestuurlijke# stra%eschikking op straat aan te kondigen.17 Indien de gemeente besluit om BOA’s in te zetten, zal een aanvraag voor het verkrijgen van de gewenste opsporingsbevoegdheid moeten worden ingediend bij het Ministerie van Justitie. Op de website van het Ministerie van Justitie staat de BOA!aanvraagprocedure beschreven: www.justitie.nl/boa.
NOODZAAK, BETROUWBAARHEID EN BEKWAAMHEID Onderdeel van de procedure is een toets naar de noodzaak, betrouwbaarheid en bekwaamheid van de BOA. De bekwaamheid blijkt uit het met goed gevolg hebben afgelegd van een door de Minister van Justitie goedgekeurd examen. Het examen bestaat uit een theoriedeel "meerkeu! zevragen# en uit een praktijkdeel "het schrijven van een eenvoudig proces!verbaal#. Het examen dient elke vijf jaar te worden herhaald, voorafgaand aan de aanvraag van een akte van opsporingsbevoegdheid.*De betrouwbaarheid van een "beoogd# buitengewoon opsporings! ambtenaar wordt getoetst aan de verklaring omtrent het gedrag en aan het uittreksel uit de Justitiële documentatiedienst. Is betrokkene betrouwbaar dan wordt er advies gevraagd aan de Hoofdo(cier van Justitie "toezichthouder# en de korpschef van de regiopolitie "direct toe! zichthouder# om de noodzaak te toetsen. Opsporingsbevoegdheid wordt namelijk slechts ver! leend indien wordt aangetoond dat de gevraagde opsporingsbevoegdheid noodzakelijk is voor de uitoefening van de functie van de desbetre$ende persoon of de dienst en een beroep op de reguliere politie voor het uitoefenen van de opsporingsbevoegdheden bezwaarlijk, niet moge!
16
Nieuw artikel 154b, vijfde lid van de Gemeentewet.
17
De BOA die ingezet wordt voor handhaving met de bestuurlijke boete is toezichthouder en alleen voor de bevoegdheid om
de identificatieplicht te mogen controleren BOA. Hiervoor wordt een nieuw functieprofiel gemaakt.
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
23
lijk of niet wenselijk is.18 De problematiek die u met bouwsteen 1 heeft beschreven vormt een goede basis voor de onderbouwing van de noodzaak.
Als op basis van de adviezen en toetsen de beoordeling van de aanvraag positief uitvalt dan wordt een akte van opsporingsbevoegdheid/beëdiging opgesteld. De Dienst Justis, de instantie van het Ministerie van Justitie die voor de uitvoering van deze procedure verantwoordelijk is, stelt dat verzoeken binnen vier maanden moeten zijn afgehandeld. U dient daarom rekening te houden met een minimale doorlooptijd van een half jaar tussen moment van aanvraag en beë! diging. Checklist voor bouwsteen 2 • Wilt u als gemeente "extra# BOA’s inzetten voor handhaving van kleine ergernissen in de openbare ruimte? • Hoeveel "extra# BOA’s zijn er "dan# gewenst of noodzakelijk? • Per wanneer wilt u deze "extra# BOA’s inzetten? • Passen de kosten die deze "extra# BOA’s met zich meebrengen binnen de begroting "voor 2009#?
Voorbeeldtekst Voor een gemeenteambtenaar is de BOA!bevoegdheid noodzakelijk om bestuurlijke boetes of stra%eschikkingen uit te mogen schrijven. Op basis van de voorgaande probleemanalyse is het gewenst om vijf "extra# BOA’s in dienst te nemen voor het versterken van de handhaving in de openbare ruimte. De BOA!aanvraagprocedure omvat toetsen voor noodzaak, betrouwbaar! heid en bekwaamheid. In combinatie met de sollicitatieprocedure neemt het minimaal een half jaar in beslag voordat deze BOA’s aan de slag kunnen. Om te kunnen starten met de inzet van de nieuwe instrumenten van boete en stra%eschikking moet dus zes maanden daarvoor de aanvraagprocedure "en de begroting voor de kosten die de inzet van BOA’s met zich mee! brengt# in gang gezet worden.
18
Artikel 4, eerste lid, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar.
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
24
Bouwsteen 3: Samenwerking met de partners Bij de aanpak van overlast in het publieke domein is de gemeente niet de enige partij. De regie! rol voor de aanpak van de overlast ligt bij de gemeenten. Uiteraard zal de uitvoering in nauwe samenwerking met de politie moeten gebeuren en zal, óók bij de keuze voor de bestuurlijke boete, afstemming dienen plaats te vinden met het openbaar ministerie. Het gemeentelijke driehoeksoverleg "specifiek de beleidsdriehoek tussen de burgemeester"s#, de "gebieds!#o(cier van justitie en de politiechef# is de plek bij uitstek om afspraken die zijn gemaakt in het kader van een handhavingsprogramma te bekrachtigen. Het nieuwe artikel 154b, zesde lid, van de Gemeentewet schrijft met betrekking tot de bestuurlijke boete ook voor dat in het overleg be! doeld in artikel 14 Politiewet de afstemming plaatsvindt over de inzet en werkwijze met be! trekking tot de aanpak van overlast in de openbare ruimte door politie en de BOA’s.
POLITIE Indien de politie optreedt ter strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde of taken verricht ten dienste van justitie, staat zij onder gezag van de o(cier van justitie. De politieambtenaar die in een bepaalde gemeente optreedt ter handhaving van de openbare orde en ter uitvoering van de hulpverleningstaak staat onder gezag van de burgemeester. Voor de beide nieuwe instrumenten voor de aanpak van overlast "boete en stra%eschikking# geldt dat enkel een BOA bevoegd kan zijn. De korpschef van de politie is direct toezichthou! der voor BOA’s en ziet toe op de juiste taakuitoefening "bijvoorbeeld naleving van de gewelds! instructie#. Hij ziet daarnaast ook toe op de samenwerking met de politie en hij ziet er op toe dat de werkgever van de BOA "de gemeente# voorziet in het benodigde onderricht van de BOA. Bij het aanvragen van een BOA door de gemeente wordt de politie om advies gevraagd. Op grond van het Besluit Buitengewoon Opsporingsambtenaren "BBO# wordt een akte van op! sporingsbevoegdheid verleend of een aanvullende opsporingsbevoegdheid toegekend, indien die opsporingsbevoegdheid noodzakelijk is voor de uitoefening van de functie van de desbetref! fende persoon of de dienst waarbij hij werkzaam is, en een beroep op de politie voor het uitoe! fenen van opsporingsbevoegdheden bezwaarlijk, niet mogelijk of niet wenselijk is. De BOA werkt dus altijd complementair aan de politie op het gebied van kleine ergernissen en op be! paalde expertisegebieden waar de politie!ambtenaren niet over "voldoende en/of specialisti! sche# kennis beschikken.
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
25
Taken van de direct toezichthouder %politie& volgens het BBO • • • • • • • • •
Krachtens mandaat afnemen van eden, verklaringen en beloften Geven van instructies aan BOA’s voor een goede samenwerking met de politie Erop toezien dat BOA’s voor hen geldende instructies nakomen Uitoefenen van dagelijks toezicht op de juiste uitoefening van bevoegdheden en een goede samenwerking met de politie door BOA’s Erop toezien dat werkgevers zorgdragen voor onderricht aan BOA’s Gevraagd en ongevraagd verstrekken van inlichtingen aan de toezichthouder Regelmatig overleg plegen met de toezichthouder over functioneren van BOA’s Verscha$en van gewenste informatie over BOA’s aan Minister van Justitie en College van Procureurs!Generaal Adviseren van de toezichthouder over klachten over optreden van BOA’s
GEVOLGEN VOOR DE SAMENWERKING In de gemeenten waar gekozen wordt voor invoering van één van beide instrumenten krijgt het gemeentebestuur het primaat bij de handhaving van de overlastfeiten en neemt de rol van de politie af. Het gemeentebestuur draagt de verantwoordelijkheid om indien het noodzakelijk is in het weekend en in de avonduren actief te handhaven. De gemeente heeft de vrijheid de inzet van de toezichthouders/buitengewoon opsporingsambtenaren in de openbare ruimte te bepa! len, a'ankelijk van de lokale omstandigheden en noodzaak. Zij kan in beginsel geen beroep doen op inzet van het regionale politiekorps. Het is echter wenselijk dat, indien een overtre! ding onder de ogen van een politieambtenaar wordt begaan, deze op dat moment zal optreden. Politieagenten blijven dan ook vanuit hun algemene opsporingsbevoegdheid + ongeacht de ge! meentelijke keuze voor het instrument + wettelijk bevoegd de overlast strafrechtelijk te hand! haven. De politie verleent als het nodig is "bijvoorbeeld in het geval van escalatie# de buitenge! woon opsporingsambtenaar bijstand.19 Bij de keuze voor de bestuurlijke boete zal de politie niet stelselmatig aandacht besteden aan overlast in de openbare ruimte en het bestuur zal 24 uur per dag de verantwoordelijkheid dra! gen voor de handhaving op dit terrein. Consequentie is dat de gemeente na invoering van de bestuurlijke boete in beginsel geen beroep kan doen op inzet van het regionale politiekorps en 19
Zie de memorie van toelichting "Tweede Kamer, vergaderjaar 2004+2005, 30 101, nr. 3, p.10#, de nota naar aanleiding van het
verslag "Tweede Kamer, vergaderjaar 2005+2006, 30 101, nr. 6, p. 17# en de algemene maatregel van bestuur "Besluit bestuurlijke boete overlast#.
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
26
de politie niet verplicht is om als achtervang te fungeren "bijvoorbeeld ’s nachts en in het weekend#. De stra%eschikking biedt bestuursorganen en het openbaar ministerie kansen om verkokering en versnippering in de handhaving tegen te gaan. Het bestuur kan zijn rol ten volle spelen, ter! wijl tegelijkertijd één helder en eenduidig systeem + het strafrechtelijke + voorhanden is waar! binnen de zwaardere kwesties door het openbaar ministerie kunnen worden opgepakt. Dit be! tekent dat bij de keuze voor de stra%eschikking voor de handhaving van overlast primair de gemeente verantwoordelijk is, maar dat dit + anders dan bij de bestuurlijke boete + altijd in on! derlinge taakverdeling met de politie in de strafrechtelijke kolom geschiedt. Gemeenten en po! litie zullen voor dezelfde feiten een stra%eschikking kunnen uitvaardigen. Ook kan de afdoe! ning met een stra%eschikking door gemeenten of politie eenvoudig en uniform worden afge! stemd op de afdoening van de zwaardere feiten door middel van de OM!stra%eschikking. Voorts zal de gemeente wel "volledig# verantwoordelijk zijn voor de inzet van de handhaving en de prioriteiten, maar is toezicht door en betrokkenheid van het openbaar ministerie bij de af! doening verzekerd. Zodra de burger verzet doet tegen de bestuurlijke stra%eschikking, neemt het openbaar ministerie de behandeling van de zaak over.20 Van belang bij beide instrumenten is dat de gemeente voor de formulering van het handha! vingsbeleid op basis van beschikbare gegevens kijkt op welke wijze en tijdstippen de inzet van de buitengewoon opsporingsambtenaren vereist is om het gewenste e$ect te bewerkstelligen. Gemeenten kunnen er voor kiezen om niet altijd actief te handhaven, maar in het handha! vingsbeleid prioriteiten aan te geven. Kleine"re# gemeenten kunnen afspraken maken met gro! te"re# gemeenten over de "gezamenlijke# inzet van gemeentelijke handhavers. Het handha! vingsbeleid zal in de driehoek moeten worden besproken zodat afstemming plaatsvindt met politie en justitie. Wanneer een gedraging niet gevaarzettend is en evenmin op zichzelf een risico op escalatie aan de orde is, maar er in de handhaving niettemin sprake is van escalatie, bijvoorbeeld met ge! bruik van geweld, dan kan door de gemeentelijke handhaver de politie worden ingeschakeld die vervolgens strafrechtelijk kan optreden. Dit vraagt echter wel om goede afspraken tussen be! stuur en politie en het raakt aan discussies over bijvoorbeeld het gebruik van een gemeen! schappelijk communicatiesysteem "C2000; meldkamer#. In een ideale situatie maken politie en BOA gebruik van hetzelfde communicatiesysteem, maar in de praktijk blijkt dat dit vaak niet het geval is. Een ander belangrijk aspect is de toegang van de BOA tot de informatie van de po! litie en omgekeerd.
20
Kamerstukken I, 30 101, C Memorie van Antwoord, p.8.
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
27
Het gevolg voor de samenwerking is dus dat, bij beide instrumenten, om competentieconflic! ten te voorkomen goede afspraken gemaakt zullen moeten worden over:
1. Prioriteitstelling en de inzet van politie bij heterdaad; 2. Achtervang door politie bij escalaties; 3. Inzet van politie naast de BOA’s met het oog op de 24!uursverantwoordelijkheid; 4. Communicatie tijdens werkzaamheden met de politie; 5. Informatie!uitwisseling tussen BOA en politie.
Gevolgen voor het direct toezichthouderschap
In de huidige situatie worden de processen!verbaal van de BOA op het politiebureau in de jus! titiesystemen gezet. Dit is de belangrijkste manier waarop de politie op dit moment invulling geeft aan het direct toezichthouderschap op BOA’s. Deze tussenkomst van de politie is zowel bij de bestuurlijke boete als de bestuurlijke stra%e! schikking straks niet meer aan de orde. Bij de bestuurlijke boete verstuurt de gemeente name! lijk zelf het uiteindelijke boetebesluit en het CJIB legt op basis van een vanuit de rechtstreeks aangeleverd proces!verbaal de uiteindelijke stra%eschikking op namens de gemeente. Het gevolg hiervan is dat er een andere invulling aan het direct toezichthouderschap wordt ge! geven. Om de rol als direct toezichthouder toch goed te kunnen vervullen zal vanuit het CJIB informatie worden gegenereerd voor gemeente en politie en zullen afspraken gemaakt moeten worden tussen de gemeente en de korpschef over het wederzijds leveren van de benodigde in! formatie en het regulier bespreken van de taakuitvoering van de BOA’s.
OPENBAAR MINISTERIE De samenwerking met het openbaar ministerie komt bij beide instrumenten aan de orde. Zo is de hoofdo(cier van justitie ingevolge het Besluit Buitengewoon Opsporingsambtenaar toe! zichthouder op de BOA. De bestuurlijke boete mag daarnaast niet worden opgelegd wanneer strafrechtelijke vervolging is ingesteld, of bijvoorbeeld wanneer een transactie of stra%eschik! king is aangeboden. Omgekeerd geldt hetzelfde. Het openbaar ministerie mag niet overgaan
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
28
tot strafvervolging indien het bestuursorgaan een bestuurlijke boete heeft opgelegd. Aangezien het veelal eenvoudig en direct constateerbare feiten betreft zal het probleem van samenloop niet veel voorkomen. Niettemin geeft dit nog een reden dat bestuur en openbaar ministerie in ieder geval moeten regelen dat zij van elkaar weten wat zij doen.
Bij het in het driehoeksoverleg maken en vastleggen van afspraken met het openbaar ministe! rie kan gedacht worden aan de volgende onderwerpen en documenten. In het handhavingsprogramma21 staan doelstellingen vermeld die met de toegewezen op! sporingsbevoegdheid moeten worden bereikt. Het handhavingsprogramma omvat meer dan enkel de strafrechtelijke aanpak en geeft weer hoe het totaal van de handhaving in een gemeen! te er uitziet. In het jaarlijkse handhavingsbeleid komt onder meer tot uiting met welk doel de inzet van buitengewoon opsporingsambtenaren komend jaar plaatsvindt. Het aantal BOA’s, de hoeveelheid en het type proces!verbaal, de aard van de inzet "acties, permanent#, de tijd! stippen "data, periode in het jaar# en de plaats van de controles worden vermeld. Verder be! schrijft het jaarplan op welke wijze de processen!verbaal binnen de gemeentelijke dienst wor! den verwerkt en geregistreerd en hoe de verbalen aan het openbaar ministerie worden aangele! verd "elektronisch of op papier, met welke frequentie en met welke kwaliteitseisen#. Perio" dieke voortgangsrapportages over de uitvoering van het jaarplan geven stof voor periodiek overleg tussen openbaar ministerie en gemeente. Met het jaarverslag wordt getoetst of het vooraf vastgestelde beleid is uitgevoerd. Uit het verslag blijkt in hoeverre te beleidsdoelstellin! gen en !resultaten bereikt zijn. Het jaarverslag kan hiervoor ingaan op: • de mate waarin doelstellingen zijn bereikt; • geweldsmeldingen; • het aantal boa’s;& • assistentieverzoeken politie; • aantal dagen dat medewerkers als boa’s hebben opgetreden;&
• aantal overige incidenten zoals: vernielin! gen, mishandelingen; • aantal controles dat is uitgevoerd;& • aantal klachten tegen boa’s; • incidenten van geweld tegen boa’s;& • aantal trainingen van boa’s; • aantal processen!verbaal.
21
Zie onder meer de handreiking Programmatisch handhaven voor decentrale overheden en bijbehorende informatie op
www.servicecentrumhandhaving.nl.
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
29
Het jaarverslag kan aanleiding zijn om de beleidsvoering te wijzigen of gemaakte afspraken met de driehoekpartners te herzien. Een klachtenregeling waarin een procedure staat die be! trekking heeft op eventuele klachten over het optreden van de BOA. Een geweldsprotocol waarin de gemeente beschrijft de BOA wordt begeleid na de confrontatie met geweld door derden. Een regeling geweldsmeldingen waarin de procedure staat beschreven betre$ende het geweldgebruik door BOA’s.
Voorbeeldtekst De invoering van hetzij de bestuurlijke boete, hetzij de "bestuurlijke# stra%eschikking brengt mee dat goede afspraken gemaakt moeten worden met de partners over taken en verantwoor! delijkheden. Het driehoeksoverleg is de meest geëigende vergadering om deze afspraken for! meel te bekrachtigen. Indien de gemeente kiest voor één van beide instrumenten dan is zij 24 uur per dag verant! woordelijk voor de handhaving van de desbetre$ende feiten. De politie blijft wel bevoegd, maar zal geen stelselmatige aandacht schenken aan de overlastfeiten. De gemeente bepaalt de capaciteit en prioriteit in de handhaving door de gemeentelijke BOA’s. Achtervang door de politie in geval van escalatie of buiten de tijdstippen dat de BOA’s werkzaam zijn, is niet van! zelfsprekend. De invoering vergt daarom het maken van afspraken met de politie over onder meer de prioriteitstelling, de achtervang van de politie bij escalaties, de inzet van politie naast de BOA’s en de communicatie en informatieuitwisseling tussen BOA en politie. Daarnaast moeten met het oog op het direct toezichthouderschap van de korpschef op de BOA afspra! ken gemaakt worden over het leveren van de informatie noodzakelijk voor uitvoering van het toezichthouderschap, en het bespreken van de taakuitvoering van de BOA’s. Het openbaar ministerie is verantwoordelijk voor het toezicht op de uitoefening van de op! sporingsbevoegdheid door de gemeentelijke BOA’s. De gemeente moet vooraf aangeven op welke manier de BOA’s zullen worden ingezet en hoeveel processen!verbaal hier naar verwach! ting uit zullen voortkomen. Daarnaast moet duidelijk worden hoe de gemeente anticipeert op eventuele klachten over het optreden en het eventueel gebruik van geweld door BOA’s. Aan het eind van elk jaar moet de gemeente inzicht geven in de mate waarin de verwachtingen zijn uitgekomen. De gemeente kan ook verkiezen voorlopig geen van beide instrumenten in te voeren. In dat geval geldt uiteraard ook dat in de driehoek goede afspraken gemaakt moeten worden, maar zal de "strafrechtelijke# aanpak van de overlastfeiten alleen door de politie worden gedaan "met de politietransactie/politiestra%eschikking#.
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
30
Bouwsteen 4: Vergelijking boete en stra#eschikking In het voorgaande is stilgestaan bij de aard en omvang van overlast in de gemeente, de doelstel! lingen van de gemeente hierin, de mogelijke inzet van "extra# BOA’s en de afspraken hierover met politie en openbaar ministerie. Conclusie van deze analyse kan zijn dat de gemeente meer wil inzetten op handhaving, mede met de inzet van de bestuurlijke boete of de stra%eschik! king. In deze bouwsteen worden deze instrumenten met elkaar vergeleken. Allereerst door een korte schets van beide instrumenten te geven aan de hand van een casus van een kenmerkend overlastfeit: een loslopende hond. Vervolgens in de vorm van een matrix waarin de belangrijk! ste kenmerken op een rij zijn gezet. Deze vergelijking dient als onderbouwing voor het ant! woord op de vraag: welke inzet moet de gemeente kiezen voor een zo e$ectief en e(ciënt mo! gelijke inzet van de handhavingscapaciteit bij de aanpak van overlast in het publieke domein?
SCHEMATISCHE WEERGAVE STRAFBESCHIKKING
Figuur 1 ! Stra%eschikking voor BOA's van gemeenten
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
31
Een hond onaangelijnd laten lopen, is in veel plaatselijke verordeningen stra%aar gesteld en zal daarom worden opgenomen in het "toekomstige# besluit OM!afdoening "zoals het nu ook is opgenomen in het Transactiebesluit 1994#. Als een bevoegd buitengewoon opsporingsambte! naar dit feit constateert, kan hij direct op straat een stra%eschikking aankondigen. Dit gebeurt door een zogeheten combibon in te vullen en te overhandigen aan de burger. Op deze bon die door politieagenten en opsporingsambtenaren wordt gebruikt, staan onder meer een uniek nummer voor het proces!verbaal "op basis van verbalisant, datum en tijd van de constatering# en een code voor dit feit die in het hele land gelijk is "in dit geval F145a#.
Op basis van de doorslag van de combibon kan de buitengewoon opsporingsambtenaar het proces!verbaal "laten# invoeren in een computersysteem van justitie. Dit systeem staat in ver! binding met het CJIB te Leeuwarden. Op basis van de aangeleverde gegevens verstuurt het CJIB de daadwerkelijke stra%eschikking met daaraan een acceptgiro voor de aan het feit ge! koppelde verschuldigde standaard geldboete. Voor een loslopende hond is dit )60,!.
De burger die de stra%eschikking in de brievenbus krijgt kan nu drie dingen doen. Het eerste is direct betalen. Dit is het meest gunstige voor de overheid, want dan gaat een deel van het geld naar justitie en een deel naar de gemeente waar de buitengewoon opsporingsambtenaar in dienst is. Voor de vergoedingsregeling die vanaf 2009 zal gelden, is voortgebouwd op de reeds bestaande pv!vergoedingsregeling. Voor overlast! en parkeerfeiten wordt respectievelijk )40 en )25,00 per succesvol bij het CJIB aangeleverd proces!verbaal uitgekeerd.22 Het tweede is de stra%eschikking negeren en “niets doen”. Het CJIB verstuurt dan eerst een aanmaning met eventueel een verhoging. Helpt dat niet, dan kan het CJIB een loonbeslag opleggen of een deurwaarder langs sturen. Levert zelfs dat niks op dan kan het CJIB een wanbetaler eventueel zelfs nog laten gijzelen. De inningsbevoegdheden gaan hiermee dus verder dan bij de huidige transactie. Het derde is in verzet gaan door een brief te sturen naar het adres dat vermeld staat op de stra%eschikking. De burger moet hiervoor binnen 14 dagen + vormvrij + aangeven het niet eens te zijn met de stra%eschikking. Dit verzet komt binnen bij de centrale verwerkings! eenheid van het openbaar ministerie in Utrecht "de CVOM#. Het openbaar ministerie kan op zijn beurt ook weer drie beslissingen nemen op het verzet. Hij kan 1# het verzet gegrond achten en de stra%eschikking intrekken, 2# de stra%eschikking wij! zigen of 3# dagvaarden. Bij het intrekken van de stra%eschikking eindigt de zaak, maar bij zo! wel het wijzigen als het dagvaarden van de stra%eschikking wordt de zaak naar zitting bij de kantonrechter gebracht. Deze strafrechter oordeelt dan integraal over de zaak zonder daarbij op enigerlei wijze gebonden te zijn aan de eerdere stra%eschikking. 22
Tot juli 2008 bedraagt de vergoeding voor overlastfeiten )15 en voor parkeerfeiten )7,50 en tussen 1 juli 2008 en 1 januari
2009 zijn deze vergoedingsbedragen respectievelijk )25 en )10.
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
32
SCHEMATISCHE WEERGAVE BESTUURLIJKE BOETE
Figuur 2 ! Bestuurlijke boete voor gemeenten
Als een gemeente heeft gekozen voor de bestuurlijke boete voor overlast, is de algemene plaat! selijke verordening aangepast zodat een bestuurlijke boete kan worden opgelegd voor overtre! ding van overlastfeiten. Strafrechtelijke handhaving blijft mogelijk, opdat de politie een rol kan behouden bij escalatie of in geval van heterdaad. De gemeente draagt echter de volledige ver! antwoordelijkheid voor het handhavingsbeleid, indien zij heeft gekozen voor invoering van de bestuurlijke boete.23 In dit stelsel kan een buitengewoon opsporingsambtenaar voor hetzelfde feit van de loslopende hond namens de gemeente een gedagtekende aankondiging van de beschikking overhandigen. Deze aankondiging moet door de gemeente zelf worden opgesteld en minimaal bevatten: de naam van de overtreder, de overtreding alsmede het overtreden voorschrift, een aanduiding van de plaats waar en het tijdstip waarop de overtreding is geconstateerd, de hoogte van de op de overtreding gestelde boete, en het bestuursorgaan dat de bestuurlijke boete zal opleggen. Tot het uitreiken van deze aankondiging kan slechts een gemeentelijk ambtenaar die tevens bui! tengewoon opsporingsambtenaar is, worden gemachtigd.
23
Zie de memorie van toelichting "Tweede Kamer, vergaderjaar 2004+2005, 30 101, nr. 3, p.10#, de nota naar aanleiding van het
verslag "Tweede Kamer, vergaderjaar 2005+2006, 30 101, nr. 6, p. 17# en de algemene maatregel van bestuur "Besluit bestuurlijke boete overlast#.
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
33
De op basis van het rapport van deze BOA binnen acht weken uitgestuurde beschikking bevat een korte omschrijving van de overtreding ter zake waarvan zij is gegeven, de datum en het tijdstip waarop, alsmede de plaats waar de gedraging is geconstateerd. Voorts bevat zij het ver! schuldigde bedrag van de bestuurlijke boete. Bij de vaststelling van de hoogte van de bestuurlij! ke boete moet op basis van het Besluit bestuurlijke boete overlast in de publieke ruimte wor! den aangesloten bij de bedragen die in het Transactiebesluit 1994 zijn vastgelegd. De beschik! king wordt gezonden naar het adres dat de betrokkene heeft opgegeven en vermeldt de wijze van betaling en de dag waarop de bestuurlijke boete uiterlijk moet zijn voldaan. De gemeente moet dus voor de BOA een bon vervaardigen om de boete te kunnen uitschrij! ven. Het is dus ook aan de gemeente om hierbij eventueel net als politie en justitie op basis van feitcodes te werken. Dit zal waarschijnlijk a'angen van de manier waarop de gemeente de pro! cessen!verbaal wil gaan registreren, verwerken en incasseren. De incasso kan bijvoorbeeld ge! daan worden door de gemeentelijke belastingdienst. Gemeenten kunnen hierbij uiteraard ook samenwerken. De bestuurlijke boete moet binnen zes weken nadat deze onherroepelijk is geworden betaald worden aan het bestuursorgaan. Als de burger het niet eens is met de boete kan hij bezwaar aantekenen bij de gemeente. Als dit bezwaar niet wordt gehonoreerd kan hij beroep instellen bij de rechtbank. Het beroep wordt behandeld en beslist door de kantonrechter. Hierbij wordt aangesloten bij de rechtsgang die wordt gebruikt onder de Wet administratiefrechtelijke hand! having verkeersvoorschriften. De indiener van het beroep moet bij de gemeente zekerheid stel! len ter hoogte van het bedrag van de opgelegde bestuurlijke boete voordat de behandeling van het beroep plaatsvindt. Indien de beslissing inhoudt dat de opgelegde bestuurlijke boete geheel of gedeeltelijk blijft gehandhaafd, wordt de verschuldigde bestuurlijke boete op de zekerheid! stelling verhaald.
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
34
KEUZEMATRIX De hieronder staande keuzematrix is voor u bedoeld als hulpmiddel om snel inzicht te krijgen in de overeenkomsten en verschillen tussen de twee nieuwe instrumenten. In de navolgende bouwstenen worden de verschillende onderdelen verder uitgewerkt.
ONDERDEEL
BESTUURLIJKE BOETE
%BESTUURLIJKE& STRAF" BESCHIKKING
Recht
Bestuursrecht
Feiten
Strafrecht APV en Afvalsto$enverordening
Aankondiging besluit
BOA uit naam college, dan wel BOA uit naam college, burge! burgemeester meester of openbaar ministerie
Oplegging besluit
Gemeente
CJIB namens gemeente
Inning boete
Gemeente
CJIB
Rechtsbescherming
Bezwaar bij gemeente "binnen 6 weken#
Verzet bij OM "binnen 2 weken#
Beroep bij kantonrechter
Zitting bij kantonrechter
Hoger beroep bij Gerechtshof Leeuwarden
Hoger beroep bij Hof
Geen hogere eis op zitting mogelijk
Hogere eis op zitting mogelijk
Schorsende werking rechtsbescherming
Indienen bezwaar heeft schor! sende werking
Ja
Hoogte boetes wordt bepaald in
AMvB / gemeentelijke veror! dening "voor zover feit niet in bijlage van de AMvB staat#
AMvB / richtlijnen OM
Zekerheidsstelling
Ja
Nee
Justitieel gegeven
Nee
Ja, boven de )100
Recidiveregistratie Jeugdige overtreders
Nee Geen boete voor daders onder de 12 jaar. Boete gehalveerd voor daders onder de 16 jaar.
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
Geen stra%eschikking voor da! ders onder de 12 jaar.
35
ONDERDEEL
BESTUURLIJKE BOETE
%BESTUURLIJKE& STRAF" BESCHIKKING
Betalingstermijn
Zes weken na onherroepelijk worden besluit
Financiën: kosten
Kosten uitvoering, inning en Kosten uitvoering, inning en rechtsbescherming geheel voor rechtsbescherming deels voor ge! rekening gemeente meente
Financiën: opbrengsten
Opbrengsten geheel voor ge! meente
Verantwoordelijkheid
30 dagen na uitvaardiging stra%e! schikking door CJIB
Opbrengsten deels voor gemeente
24!uurs verantwoordelijkheid voor gemeente
Rol politie Operationeel Direct toezichthouder
Te bepalen in driehoeksoverleg Afspraken over invulling rol als direct toezichthouder
Rol OM Partner
Toezichthouder Automatisering: soft! ware
Gemeente moet informatie delen.
Gemeente moet informatie delen. Gemeente moet vooraf overleg! gen met OM over aantal mogelij! ke verzetszaken.
Ziet toe op uitoefening van de opsporingsbevoegdheid van de BOA, m.n. op de kwaliteit van de opsporingsproducten Gemeente
Automatisering: hard! ware
Justitie/CJIB Gemeente
Managementinformatie wordt verzorgd door
Gemeente, aanvulling vanuit politie!informatie mogelijk
Vanuit CJIB in combinatie met politie! en gemeente!informatie
Voorlichting
Gemeente verantwoordelijk voor algemene en specifieke voorlichting aan burgers
Gemeente verantwoordelijk voor specifieke voorlichting aan bur! gers. Vanuit Justitie wordt alge! mene informatie verzorgd.
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
36
ONDERDEEL
BESTUURLIJKE BOETE
%BESTUURLIJKE& STRAF" BESCHIKKING
Eenduidigheid voor de burger
BOA en politie opereren bin! nen verschillend systeem met verschillende bevoegdheden en verschillende rechtsbescher! ming. Binnen een gemeente kan iemand voor overlastge! vende feiten een bestuurlijke boete krijgen van de gemeente of een stra%eschikking van de politie.
BOA en politie hanteren hetzelf! de systeem en dezelfde rechtsbe! scherming. Onderscheid enkel ten aanzien van bevoegde feiten.
Bovenstaande schematische weergaven en matrix bieden een vergelijking van beide instrumen! ten op hoofdlijnen. In de volgende bouwstenen worden de verschillen en overeenkomsten na! der uitgewerkt.
Het gaat hierbij om: 1. Bouwsteen 5: Feiten en tarieven 2. Bouwsteen 6: Financiën 3. Bouwsteen 7: Evaluatie
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
37
Bouwsteen 5: Feiten en tarieven Waar het gaat om de handhaving van overlastfeiten door BOA’s in dienst van gemeenten zijn bij inwerkingtreding de feitenlijsten onder de boete en de stra%eschikking nagenoeg hetzelfde. De feiten die onder respectievelijk de bestuurlijke boete en de stra%eschikking vallen zullen gaan verschillen, in die zin dat de stra%eschikking meer feiten bevat doordat ook openbaar ministerie, politie, waterschappen en provincies binnen de Wet OM!afdoening kunnen gaan handhaven. De hoogten van de boeten zijn eveneens op elkaar afgestemd omdat er is gekozen voor een sys! teem waarin het strafrecht en het bestuursrecht naast elkaar worden toegepast. De tarieven zijn dus eveneens nagenoeg gelijk. Het zou immers tot een onaanvaardbare rechtsongelijkheid leiden als de hoogte van de boete die door de politieagent wordt opgelegd vele malen lager is dan de bestuurlijke boete, of vice versa. Wel is het zo dat met de bestuurlijke boete aan rechts! personen een hogere boete kan worden opgelegd dan aan natuurlijke personen. Dit onder! scheid wordt niet gemaakt bij de stra%eschikking.
FEITEN EN TARIEVEN BIJ DE BESTUURLIJKE BOETE In het Besluit bij de bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte 24 is een opsomming van de voorschriften opgenomen waarvoor de gemeenteraad kan bepalen dat de bestuurlijke boete wordt opgelegd. Dit betreft nagenoeg alle feiten uit de APV en de Afvalsto$enverordening die momenteel ook voorkomen in het Transactiebesluit 1994 op basis waarvan op dit moment ge! handhaafd wordt. In dit besluit worden specifieke feiten uit de APV uitgesloten voor bestuurlijke beboeting "de zogenoemde ‘negatieve lijst’#. Hierbij moet gedacht worden aan gevaarzettende feiten, feiten die waarschijnlijk een strafrechtelijk vervolg kennen en feiten die raken aan de grondrechten, zoals: • samenscholingen en ongeregeldheden; • betogingen op openbare plaatsen; • vechten op straat;
24
In de bijlagen vindt u het concept Besluit
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
38
• het meevoeren van inbrekerswerktuigen of van voorwerpen die er kennelijk toe zijn uitgerust om het plegen van winkeldiefstallen te vergemakkelijken; • het meevoeren van steekwapens; • het bedrijfsmatig geven van gelegenheid tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling; • bedelen; • bestrijding van heling van goederen; • hinderlijk drankgebruik; • het gebruik van verdovende middelen, met uitzondering van cannabis; • drugshandel op straat. Voor de afvalsto$enverordening die ook onder het regime van de bestuurlijke boete valt, geldt dat juist wel limitatief in het besluit de voorschriften worden opgesomd "de zogeheten ‘positie! ve lijst’#.
De hoogte van de bestuurlijke boete die voor overtreding van een voorschrift als bedoeld in artikel 154b, eerste lid, van de Gemeentewet wordt opgelegd, is gelijk aan de geldsom van de categorie die voor de overtreding is bepaald in de bijlage bij dit besluit. Voor de APV!voor! schriften waarvoor de hoogte van de boete niet in de bijlage bij het besluit bij de bestuurlijke boete is bepaald, stelt de gemeenteraad de hoogte van de boete vast in de APV binnen de daar vastgestelde marges. 25 Er worden zeven categorieën voorzien van )20 voor natuurlijke perso! nen en )120 voor rechtspersonen tot maximaal )150 voor natuurlijke personen en )900 voor rechtspersonen. In de bijlage bij het Besluit staat per categorie omschreven welke voorschrif! ten daar onder vallen.
FEITEN EN TARIEVEN BIJ DE STRAFBESCHIKKING Voor de lijst van overlastfeiten die door BOA binnen het kader van de Wet OM!afdoening mo! gen afdoen, wordt nauw aangesloten bij het huidige Transactiebesluit 1994. Dit komt er in de praktijk op neer dat de BOA voor dezelfde overlastfeiten uit de APV en de Afvalsto$enveror! dening een stra%eschikking mag uitvaardigen als een politieagent dat mag. De tarieven zijn ook exact hetzelfde. Een conceptlijst van deze feiten is opgenomen in de bijlagen. Voor elk 25
Op grond van artikel 154b, zevende lid, van de Gemeentewet is dit ten hoogste )340 per gedraging voor natuurlijke personen
en ten hoogste )2.250 per gedraging voor rechtspersonen.
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
39
door een BOA bij het CJIB aangeleverd proces!verbaal voor een van deze feiten wordt een ver! goeding aan de gemeente overgemaakt "zie nader §4.1#. Opsporingsbevoegdheid is niet hetzelfde als stra#eschikkingsbevoegdheid In een middelgrote gemeente werd in 2007 door BOA’s in totaal voor 8.800 zaken proces!ver! baal opgemaakt. Dit betekent niet dat voor al deze zaken een vergoeding zal worden uitge! keerd. De opsporingsbevoegdheden die BOA’s hebben zijn namelijk veelal ruimer dan de over! last! en parkeerfeiten die vallen onder de pv!vergoeding. Wanneer een gemeente dus een in! schatting maakt van de inkomsten die de stra%eschikking via de vergoedingsregeling gene! reert moet dus niet gekeken worden naar het aantal feiten waarvoor BOA’s schrijven, maar naar het deel daarvan dat binnen de feiten onder de vergoedingsregeling valt.
Niet voor alle voorschriften is door het openbaar ministerie bij voorbaat al de hoogte van de strafrechtelijke boete vastgesteld. Voor die voorschriften waarvoor het openbaar ministerie geen bedrag heeft vastgesteld, moet de binnen het strafrecht opererend BOA het proces!ver! baal insturen naar het openbaar ministerie waarna "namens# de o(cier van justitie de straf wordt vastgesteld.26
26
BOA’s die alleen bevoegd zijn voor handhaving met de bestuurlijke boete kunnen voor dergelijke feiten geen proces!verbaal
opmaken en indienen bij het openbaar ministerie. Hiervoor moet de hulp van de politie worden ingeroepen
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
40
Bouwsteen 6: Financiën Beide instrumenten hebben betrekking op dezelfde typen zaken door BOA’s. Bij beide instru! menten zijn gemeenten verantwoordelijk voor de handhaving van deze feiten en bepalen ze zelf welke overlastfeiten prioriteit verdienen binnen de gemeente. Het verschil lijkt dus be! trekkelijk en vooral voer voor juristen. Het onderscheid komt sterker naar voren in verschil in de kosten en opbrengsten en in de zaken die personeel, informatisering, organisatie, aanschaf en huisvesting betre$en. Van deze laatste PIOFAH!zaken wordt in het eerste kwartaal van 2009 een aparte beschrijving gemaakt, gebaseerd op de ervaringen van de gemeenten die star! ten met invoering. Wij beperken ons hier tot een overzicht van de kosten en opbrengsten van de beide instrumenten.
KOSTEN BIJ BEIDE INSTRUMENTEN Vooropgesteld moet worden dat de opbrengsten in beide gevallen niet kostendekkend zullen zijn. Handhaven van de overlast is geen “moneymaker”. Bovendien mogen de opbrengsten geen doel op zich worden, het gaat immers om een e$ectieve en e(ciënte handhaving in de openba! re ruimte van de overlastfeiten. Daarbij komt dat als de instrumenten inderdaad leiden tot een betere naleving van de regels, de opbrengsten op termijn noodzakelijkerwijs zullen afnemen.
1.&
Salaris voor de BOA
Voor beide instrumenten geldt dat u BOA’s in dienst moet hebben, anders kunt u de instru! menten niet gebruiken. De salarisschaal voor BOA’s verschilt per gemeente. Sommigen hante! ren schaal 5, andere gemeenten hanteren schaal 7 of 8, a'ankelijk van het functieprofiel van de BOA.27
2.&
Toeslagen voor de BOA
Indien de BOA ook ’s avonds, ’s nachts en in de weekenden werkt, zult u rekening moeten houden met het uitbetalen van toeslagen.
27
Zie de huidige functieprofielen in de bijlage.
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
41
3.
Opleiding voor de BOA
Van elke BOA wordt verwacht dat hij kennis bezit met betrekking tot het strafrecht, de straf! vordering en het staatsrecht. Daarnaast moet een BOA een proces!verbaal kunnen opmaken. De bekwaamheid is één van de vereisten voor de beëdiging tot BOA. Artikel 16, eerste lid van het BBO geeft aan dat een persoon beschikt over de bekwaamheid voor de uitoefening van op! sporingsbevoegdheid, indien hij de daarvoor vastgestelde basiskennis en vaardigheden bezit. De bekwaamheid blijkt uit het met goed gevolg hebben afgelegd van een door de minister goedgekeurd examen. Het examen bestaat uit een theoriedeel "50 meerkeuze vragen# en uit een praktijkdeel "het schrijven van een eenvoudig proces!verbaal#. Het examen dient elke vijf jaar te worden herhaald, voorafgaand aan de aanvraag van een akte van opsporingsbevoegdheid.*De kosten van de opleiding verschillen per opleidingsinstituut.
In de Regeling toetsing geweldbeheersing buitengewoon opsporingsambtenaar en ambtenaren van bijzondere opsporingsdiensten "RTGB# worden regels gesteld voor de toetsing van de ge! weldsbeheersing, de aanhoudings! en zelfverdedigingsvaardigheden en de schietvaardigheid. De essentie van de RTGB is, dat alle buitengewoon opsporingsambtenaren, die één of meer poli! tiebevoegdheden hebben, dan wel politiebevoegdheden en één of meer geweldsmiddelen, jaar! lijks moeten voldoen aan de bekwaamheidseisen, die in de RTGB gesteld zijn. Hiervoor is een aparte opleiding noodzakelijk.
De basisopleidingen 28 bieden echter geen garantie dat degenen die de opleiding met goed ge! volg hebben afgelegd, in praktijk ook in staat zijn om als BOA goed te functioneren. Handha! ven is een vak en vraagt om bepaalde competenties. Kennis, kunde en attitude moeten ont! wikkeld en onderhouden worden. De gemeente is als werkgever verantwoordelijk voor de ont! wikkeling en opleiding van de BOA.
28
Zie voor meer informatie over de bijspijkercursus www.lomsecretariaat.nl
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
42
Voorbeelden De gemeente Amsterdam formuleerde in het bestuursakkoord 2006!2010 een stevige ambitie: ‘Helder en haalbaar handhaven, minder regels, beter handhaven’. Vanuit deze doelstelling streeft de gemeente naar een verdere professionalisering van haar toezichthouders en handha! vers. Begin 2006 is de Handhavingsacademie opgericht waar medewerkers hun kennis en vaardigheden op niveau brengen en houden: een initiatief van het Stedelijk Programma Regel! geving en Handhaving. In 2007 jaar hebben al meer dan 100 medewerkers hun Buitengewoon OpsporingsAmbtenaar "BOA# opleiding en trainingen publieksbejegening gevolgd. Vanaf sep! tember 2007 volgden ongeveer 150 medewerkers opleidingen op het gebied van BOA, RTGB "Regeling Toetsing Geweldsbeheersing Buitengewoon Opsporingsambtenaar#, Documenther! kenning en Publieksbejegening.
De gemeente Haarlemmermeer heeft in samenwerking met de Bestuursacademie een aanvul! lende opleiding ontwikkeld voor de huidige toezichthouders "allemaal BOA# waardoor zij de e$ectiviteit van hun werk kunnen vergroten.
In 2006 is een start gemaakt met een professionaliseringstraject voor de buitengewoon opspo! ringsambtenaar milieu "milieuboa#. De behoefte aan professionalisering is gesignaleerd in het in opdracht van het Landelijk Overleg Milieuhandhaving "LOM# opgestelde visiedocument ‘De boa voor milieuhandhaving beter benut’. De eerste fase van het professionaliseringstraject voor de milieuboa is inmiddels voltooid: er is een nieuw opleidingsstelsel ingericht, dat volgt op de reeds bestaande Basisopleiding en het CITO!examen. Voor de huidige milieuboa’s is te! gelijkertijd een Bijspijkeropleiding ontwikkeld, waardoor zij zonder het volgen van de ver! plichte nieuwe Vervolgopleiding kunnen instromen in het nieuwe opleidingsstelsel.
4.&
Kosten uniform en insigne van de BOA
Gemeenten bepalen zelf het uniform dat de BOA draagt. Sinds 1 januari 2008 is de BOA daar! naast verplicht het BOA!insigne te dragen. De kosten van de uniformen en de insignes draagt de werkgever.29
29
Zie voor meer informatie over het gebruik en de aanschaf van dit insigne: www.justitie.nl/boa.
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
43
5.&
Hardware, kantoorartikelen e.d.
De BOA heeft bij de uitvoering van zijn taken een werkplek nodig met een computer e.d. Daarnaast heeft de BOA op straat middelen nodig om zijn taak uit te kunnen voeren. Voor het opmaken van het verbaal kan dit bijvoorbeeld een zogenaamd bonnenboekje of een handheld computer "PDA# zijn.
6.&
Backo(ce en aansturing
Zowel bij de bestuurlijke boete als de stra%eschikking is het van belang de juridische kwaliteit te bewaken. Er zal een keuze moeten worden gemaakt hoe de backo(ce in te richten, bijvoor! beeld met een administratief medewerker en een juridisch geschoolde medewerker. Uiteraard heeft de BOA ook een leidinggevende nodig.
7.&
Communicatiemiddelen algemeen
De communicatie met de eigen collega’s, de politie en hulpverleningsinstanties kan voor een BOA van groot belang zijn. De gemeente zal moeten overwegen of zij als gelieerde instantie gebruik wenst te maken van C2000, een directe lijn wil met de meldkamer van de politie of bijvoorbeeld met portofoons wil werken. Ook een eigen meldkamer inrichten behoort tot de mogelijkheden. Voor C2000 kan de gemeente een verzoek indienen bij de regionale politie. Indien de politie akkoord is met het verzoek, dan dient deze een verzoek in bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.30 De kosten van de communicatiemiddelen hangen uiteraard af van de gemaakte keuze. Het gaat in deze handreiking te ver om alle mogelijke opties uit te werken, maar uw gemeente zal wel rekening moeten houden met de kosten van dit soort instrumenten.
8.&
Vervoersmiddelen
De BOA’s zullen zich moeten kunnen verplaatsen in uw gemeente. U kunt hierbij denken aan busjes, scooters, fietsen en auto’s.
30
De procedure en het aanvraagformulier kunt u vinden op www.c2000.nl.
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
44
Met betrekking tot de volgende posten bestaat er geen verschil tussen de beide instrumenten: • Salaris en toeslagen voor de BOA • Opleiding voor de BOA • Kosten uniform en insigne BOA • Hardware en kantoorartikelen e.d. • Backo(ce en aansturing • Communicatiemiddelen • Vervoersmiddelen De investering is hiervoor vergelijkbaar groot.
KOSTEN BESTUURLIJKE BOETE Bij de bestuurlijke boete worden kosten en opbrengsten in één hand gehouden. De gemeente maakt zelf de kosten van bezwaar en beroep en van incasso. Daarbij ontvangt de gemeente ui! teraard ook zelf de opbrengsten van de bestuurlijke boete. Om een berekening te kunnen ma! ken wat dit voor uw gemeente betekent, dient u een inschatting te maken van de te maken kos! ten en te genereren opbrengsten.
1.&
Kosten wijziging APV en feitenboekjes
De raad kan in de APV bepalen dat een bestuurlijke boete kan worden opgelegd voor de over! treding van voorschriften die met name zijn genoemd in de AMvB behorende bij het wetsvoor! stel bestuurlijke boete overlast. In de bijlage bij de AMvB staan de boetecategorieën die horen bij de betre$ende voorschriften. Elke gemeente kent een eigen APV. Om een BOA zijn werk uit te kunnen laten voeren zal elke gemeente daarom moeten werken aan een eigen feitenboek! je waar de voorschriften en boetecategorieën in staan.
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
45
2.&
Opleggen besluit bestuurlijke boete
De BOA deelt op straat de aankondiging tot oplegging van de bestuurlijke boete uit. Het uit! eindelijke besluit zal binnen acht weken na constatering vanuit het gemeentehuis worden ver! stuurd. Dit betekent dat op het gemeentehuis een afdeling moet zijn voor het versturen van de boetes. Sommige gemeenten zullen hiervoor de afdeling gemeentelijke belastingen inzetten.
3.&
Incassotraject
Het incassotraject van de bestuurlijke boete moet opgezet worden. De bestuurlijke boete wordt betaald binnen zes weken nadat deze onherroepelijk is geworden. Sommige gemeenten zullen hiervoor de afdeling gemeentelijke belastingen gaan inzetten. Andere gemeenten verkie! zen wellicht voor onderlinge samenwerkingsverbanden.
4.&
Bezwaar en beroep
Tegen de beschikking kan bezwaar worden ingediend. Beroep kan worden ingesteld bij de rechtbank, sectie kantongerecht. Ten behoeve van de behandeling van de bezwaren en beroe! pen dient een juridische afdeling te zijn ingericht.
5.&
Software
Bij de bestuurlijke boete dient een goed registratiesysteem te worden gehanteerd. Er mag bij! voorbeeld geen boete worden opgelegd indien de overtreder inmiddels overleden is, maar ook niet als al eerder voor dezelfde overtreding een bestuurlijke boete is opgelegd. Daarnaast mag geen boete worden opgelegd indien strafvervolging is ingesteld voor dezelfde gedraging en het onderzoek ter terechtzitting is begonnen. Meer hierover leest u in de bouwsteen over de juridi! sche aspecten. Met het registratiesysteem kunt u tegelijk zorgen voor goede managementin! formatie.
6.&
Specifieke communicatiemiddelen
Hierbij moet u denken aan kosten die gemaakt worden voor foldermateriaal over de rechten van een overtreder, de kosten van het maken van de aankondiging van de bestuurlijke boete "de “bon”# en de kosten van het aanpassen van de website bijvoorbeeld.
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
46
KOSTEN STRAFBESCHIKKING Bij de stra%eschikking maakt u dezelfde kosten voor de inzet van de BOA’s, maar niet meer voor de verzetzaken en het incassotraject. Het ministerie van Justitie verzorgt de ontwikkeling van de feitenboekjes "het naslagwerk voor de BOA op straat#. Deze worden tegen een kleine vergoeding verstrekt.31 Ook verzorgt het ministerie van Justitie de software waarmee de BOA direct contact kan leggen met het CJIB. De managementinformatie komt via het CJIB naar de gemeente toe. Tot slot wordt de communicatie via Postbus 51 verzorgd, worden de folders van het Ministerie aangepast aan de invoering van de stra%eschikking en kan de overtreder op de achterkant van het overhandigde afschrift van de bon lezen over zijn rechten.
INKOMSTEN %BESTUURLIJKE& STRAFBESCHIKKING De stra%eschikkingen worden geïnd door het CJIB. Door het CJIB wordt vervolgens een vast bedrag per proces!verbaal doorgegeven aan de betre$ende gemeente. Zoals reeds eerder ge! meld gaat het vanaf januari 2009 om ) 40 per overlastfeit en ) 25 per foutparkeerfeit. 32 Een aanmeldingsformulier voor deelname aan deze regeling kunt u opvragen via het Servicecen! trum Handhaving.
31
Prijs )7,50 per set à 10 stuks inclusief verzendkosten "exclusief BTW, prijs 2007#.
32
Zie voor een nadere toelichting de brief van de Minister van Justitie en de Minister van BZK "d.d. 22 juli 2008# over de im!
plementatie van de bestuurlijke boete of stra%eschikking voor overlast in de openbare ruimte vanaf 2009 "te downloaden via www.servicecentrumhandhaving.nl#.
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
47
VERGELIJKINGSTABEL FINANCIËN
Kosten bij beide instru" menten
Extra kosten bij stra#e" schikking
Extra kosten bij bestuur" lijke boete
Salaris en toeslagen voor de BOA
Feitenboekjes OM
Kosten wijziging APV en fei! tenboekjes
Opleiding voor de BOA
Opleggen besluit bestuurlijke boete
Kosten uniform en insigne BOA
Incassotraject
Backo(ce en aansturing
Bezwaar en beroep
Communicatiemiddelen al! gemeen
Software
Vervoersmiddelen
Specifieke communicatiemid! delen
Hardware en kantoorartikelen e.d. Huisvesting BOA' s Inkomsten
Inkomsten
Inkomsten
!
pv!vergoeding
boetebedrag
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
48
Bouwsteen 7: Evaluatie Het doel van het inzetten van de bestuurlijke boete of de stra%eschikking door BOA’s of het huidige instrumentarium via de politie is te zorgen dat de overlastproblematiek in de gemeente "zoals die is beschreven in de inleiding bij de nota# op een doelgerichte en doelmatige manier aan te pakken. Het is goed vooraf ook al stil te staan bij de wijze waarop gemeten kan worden op welke manier de gekozen inzet van de handhaving in de openbare ruimte bijdraagt.
GEMEENTEN Met een jaarlijkse lee%aarheidmonitor kan worden gemeten hoe de waardering van de inwo! ners voor de openbare ruimte is. De inzet van de BOA' s op de verschillende aspecten houdt daarmee verband. In jaarwerkprogramma's kunnen de projecten en activiteiten worden aange! geven die nodig zijn volgens de monitor, maar ook uit contacten met fronto(ces en uit eigen observaties. Bij de middenstand en maatschappelijke instellingen kan specifiek onderzoek worden gedaan naar de waardering voor de openbare ruimte en de inzet van de BOA' s. In het jaarverslag van de gemeente kan aangegeven worden hoeveel processen!verbaal zijn opgemaakt in het kader van de bestuurlijke boete of stra%eschikking, hoe vaak hiertegen in bezwaar of beroep, danwel verzet is gegaan, en hoe vaak dat bezwaar, beroep of verzet is gehonoreerd. Ook zal in overleg met de politie en het openbaar ministerie geëvalueerd moeten worden hoe de inzet van de bestuurlijke boete en de stra%eschikking hebben bijgedragen aan een verbete! ring van de beleving in de openbare ruime. Deze evaluatie wordt in elk geval ter beschikking gesteld aan Justitie. De kosten van de inzet zullen in de jaarrekening inzichtelijk worden ge! maakt.
RIJKSOVERHEID De Wet OM!afdoening schrijft voor dat justitie binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van de! ze wet een verslag over de doeltre$endheid en de e$ecten van deze wet in de praktijk naar de Tweede Kamer stuurt zendt. Doordat de wet per 1 februari 2008 in werking is getreden moet deze evaluatie dus voor februari 2013 uitgevoerd zijn. De werking van wet zal komende jaren dus aan een evaluatie worden onderworpen waarbij aandacht zal worden geschonken aan zowel de juridische vormgeving en werking van de wet als aan de praktische uitwerking van de wet in termen van doelmatigheid. Doordat de bestuurlijke stra%eschikking deel uitmaakt van die wet zal ook de bestuurlijke stra%eschikking voorwerp van de evaluatie zijn. De vergoedingsregeling vanaf januari 2009 wordt vastgelegd voor een periode van drie jaar. Be! gin 2012 wordt op basis van de opgedane ervaringen bezien in hoeverre deze vergoedingsrege! ling moet worden aangepast.
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
49
Nawoord De handreiking is bedoeld om de besluitvorming omtrent de keuze tussen de boete en de stra%eschikking te ondersteunen. De tekst van deze handreiking is in samenwerking met meerdere partijen met de grootste zorgvuldigheid tot stand gebracht. Desalniettemin kunnen er onjuistheden in de tekst staan en kunnen nieuwe ontwikkelingen de beschreven stand van zaken op punten beïnvloeden. Deze handreiking is op zichzelf uiteraard nog niet voldoende om u te ondersteunen bij de daadwerkelijke implementatie van de bestuurlijke boete of de stra%eschikking. In de loop van 2008 en 2009 zal steeds meer informatie ter beschikking ko! men, bijvoorbeeld ten aanzien van samenwerking met politie en openbaar ministerie, de inrich! ting van de organisatie, samenwerking met andere gemeenten en de betekenis voor de BOA in de praktijk. Om u een indruk te geven over wat voor informatie het gaat hebben wij een aantal thema’s hieronder voorzien van vraagpunten.
Samenwerking met politie en openbaar ministerie Hoe overleg je met het openbaar ministerie over het aantal stra%eschikkingen? Hoe maak je afspraken met de politie over achtervang en de invulling van de 24!uursverantwoordelijkheid? Gemeenten staan zoals al eerder gezegd niet op nul. Er bestaat in vele gemeenten goede sa! menwerking. In 2008 is een onderzoek gedaan naar goede voorbeelden van samenwerking. De resultaten worden tijdens de regionale bijeenkomsten over de bestuurlijke boete en de stra%e! schikking in oktober en november 2008 aan u ter hand gesteld om u te helpen bij de inrichting van dit deel. De rapportage is dan ook te downloaden van de site.
Inrichting van de organisatie Indien u kiest voor de bestuurlijke boete, dan zult u onder meer moeten zorgen voor een goede invulling van het incassotraject en van het bezwaar en beroep. Bij de stra%eschikking uitge! schreven door uw BOA’s is van belang dat u let op de juridische kwaliteitszorg.
Samenwerking met andere gemeenten Gemeenten kunnen bij de aanpak van overlast uiteraard ook kiezen om de krachten te bunde! len in samenwerkingsverbanden. Verschillende modaliteiten zijn hiervoor te bedenken, zoals het onderbrengen van BOA’s in een stichting of het gezamenlijk aanstellen van een aantal BOA’s bij een gemeente die in meerdere gemeenten aan het werk gaat.
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
50
BOA"beleid Voor de BOA gaat het een en ander wijzigen, ongeacht of gekozen wordt voor een bestuurlijke boete of een stra%eschikking. Zo wordt gewerkt aan een algehele herziening van de bestaande functieprofielen per januari 2009. Hierbij is bijvoorbeeld een BOA speciaal voor de bestuurlij! ke boete niet uitgesloten.
U kunt uiteraard ook zelf een bijdrage leveren door uw informatie ter beschikking te stellen aan het Servicecentrum Handhaving, en daardoor ook aan andere gemeenten. Heeft u tips, goede voorbeelden, bent u ver met de implementatie van één van de instrumenten, laat het we! ten via
[email protected].
Tot slot wijzen wij u graag op de website van het Servicecentrum Handhaving, te bereiken via www.servicecentrumhandhaving.nl.Op de website treft u altijd de meest actuele stand van za! ken met betrekking tot beide instrumenten aan.
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
51
Bijlage 1: BOA"functielijst
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
52
Functies die vallen onder de bijzondere opsporingsdiensten en categoriale beschikkingen
APV-controleur
Flora- en Fauna beheerder
1
2
3
Functiebenaming
Artikel 8, 1e en 3e lid Politiewet 1993
Conform categoriale beschikking van de betreffende dienst
Politiebevoegdheden (optioneel)
Handboeien Wapenstok Vuurwapen
Geen
Conform categoriale beschikking van de betreffende dienst
De in artikel 1a van de Wet op de economische delicten (WED) genoemde wetten alsmede de artikelen 26, 33 en 34 van de WED; de Visserijwet 1963; de Wet op de openluchtrecreatie; Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden; de Plantenziektenwet; de Veewet; de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren; het Besluit gebruik meststoffen; artikel 45 Luchtverkeersreglement; Binnenvaartpolitiereglement; de Binnenschepenwet; Wegenverkeerswet 1994; artikel 2 Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (i.v.m. onverzekerd crossen); de artikelen 141, 157, 158, 161 t/m 163, 173, 173a, 173b, 179, 180, 184, 239, 266, 267, 284, 285, 310, 311, 314, 315, 350, 351, 351 bis, 352, 424 t/m 429, 430a, 435, onder ten vierde, 458 t/m 461 en 447e van het Wetboek van Strafrecht; verordeningen en/of Keuren voor zover betrokkene daarvoor door het bevoegde bestuursorgaan is aangewezen.
De Algemene Plaatselijke Verordening, waarin betrokkene met de opsporing van de daarin beschreven strafbare feiten is belast. Verordeningen en/of Keuren voor zover betrokkene daarvoor door het bevoegde bestuursorgaan is aangewezen. artikel 447e van het Wetboek van Strafrecht.
Conform categoriale beschikking van de betreffende dienst.
Geweldsmiddelen Toe te kennen opsporingsbevoegdheid (optioneel)
Overzicht functies/bevoegdheden buitengewoon opsporingsambtenaren
Voor de APV dient betrokkene op naam te zijn aangewezen door het bevoegde bestuursorgaan. Tevens dient, bij de aanvraag, een akte van aanstelling te worden bijgevoegd.
1
Betrokkene dient op naam te zijn aangewezen door het bevoegde bestuursorgaan. Voor deze functie mogen particuliere functionarissen worden ingehuurd, werkzaam als onbezoldigd gemeenteambtenaar. Hiervoor gelden de voorwaarden als gesteld in paragraaf 3b van de circulaire.
Conform categoriale beschikking van de betreffende dienst
Bijzonderheden
Parkeercontroleur
Milieuopsporingsambtenaar
Controleur openbare ruimte
4
5
6
Functiebenaming
Handboeien Wapenstok
handboeien wapenstok
geen
Artikel 8, 1e en 3e lid Politiewet 1993
Artikel 8, 1e en 3e lid Pw
Artikel 8, 1e lid PW
De Wet op de openluchtrecreatie; de Wet openbare manifestaties; de Zondagswet; de Monumentenwet; de artikelen 177, 179, 180, 184, 266, 267, 310, 350, 351, 351bis, 424 t/m 429, 435, onder ten vierde, 461 en 447e van het Wetboek van Strafrecht; verordeningen en/of Keuren voor zover betrokkene daarvoor door het bevoegde bestuursorgaan is aangewezen. De opsporingsbevoegdheid omvat mede de WED, voor zover het economische delicten betreft waarvoor in de akte opsporingsbevoegdheid is verleend.
De in artikel 1a van de WED genoemde wetten alsmede de artikelen 26, 33 en 34 van de WED; de Wet op de Ruimtelijke Ordening; de Woningwet; Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden; de artikelen 157, 173, 173a, 173b, 174, 175, 177, 177a, 179, 180, 181, 182, 184, 185, 198, 199, 225, 266, 267, 427, 435, onder ten vierde, 461 en 447e van het Wetboek van Strafrecht; verordeningen en/of Keuren voor zover betrokkene daarvoor door het bevoegde bestuursorgaan is aangewezen.
De Wegenverkeerswet 1994 (de toepassing van deze bevoegdheid dient zich te beperken tot stilstaand verkeer m.u.v. van de artikelen 5, 6, 10, 60, 62 en 82 RVV 1990); de artikelen 177, 179, 180, 181, 182, 184, 185, 266, 267, 435, onder ten vierde, en 447e van het Wetboek van Strafrecht; verordeningen en/of Keuren voor zover betrokkene daarvoor door het bevoegde bestuursorgaan is aangewezen.
Geweldsmiddelen Toe te kennen opsporingsbevoegdheid (optioneel)
Politiebevoegdheden (optioneel)
Overzicht functies/bevoegdheden buitengewoon opsporingsambtenaren
Artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht ziet slechts op fietsendiefstal. Voor de APV dient betrokkene op naam te zijn aangewezen door het bevoegde bestuursorgaan. Tevens dient, bij de aanvraag, een akte van aanstelling te worden bijgevoegd.
Voor de APV dient betrokkene op naam te zijn aangewezen door het bevoegde bestuursorgaan. Tevens dient, bij de aanvraag, een akte van aanstelling te worden bijgevoegd.
2
Voor de APV dient betrokkene op naam te zijn aangewezen door het bevoegde bestuursorgaan. Voor deze functie mogen particuliere functionarissen worden ingehuurd, werkzaam als onbezoldigd gemeenteambtenaar. In dat geval kan de boa niet met geweldsmiddelen worden uitgerust. Hiervoor gelden de voorwaarden als gesteld in paragraaf 3b van de circulaire.
Bijzonderheden
Gemeentelijk opsporingsambtenaar
Sociaal rechercheur
Leerplichtambtenaar
7
8
9
Functiebenaming
geen
Handboeien
Geen
Artikel 8, 1e lid PW
Artikel 8,1e en 3e lid PW
Artikel 8, 1e lid PW
de Leerplichtwet 1969. artikel 447e van het Wetboek van Strafrecht.
De Wet werk en bijstand, de artikelen 177, 177a, 179, 180, 181, 182, 184, 185, 189, 225, 226, 227, 227a, 227b, 230, 231, 266, 321, 326, 350a, 350b, 362 t/m 363 416, 417 bis, 435, onder ten vierde, 447b, 447c, 447d en 447e van het Wetboek van Strafrecht.
De in artikel 1a van de WED genoemde wetten alsmede de artikelen 26, 33 en 34 van de WED; de Visserijwet 1963; de Wet op de openluchtrecreatie; de Plantenziektenwet; de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren; de Veewet; Het Besluit gebruik meststoffen; artikel 45 luchtverkeersreglement; het Binnenvaartpolitiereglement; de Binnenschepenwet; Wegenverkeerswet 1994 (de toepassing van deze bevoegdheid dient zich te beperken tot stilstaand verkeer met uitzondering van de artikelen 5, 6, 10, 60, 62 en 82 RVV 1990); artikel 2 van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (i.v.m. onverzekerd crossen); de Monumentenwet 1988; de Wet openbare manifestaties; de Zondagswet; de Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden; de artikelen 141, 157, 158, 161, 162, 163, 173, 173a, 173b, 174, 175, 177,179, 180, 181, 182, 184, 185, 198, 199, 225, 239, 266, 267, 284, 285, 310, 311, 314, 315, 350, 351, 351 bis, 352, 424 t/m 429, 430a, 435 onder ten vierde, 458 t/m 461 en 447e van het Wetboek van Strafrecht; verordeningen en/of Keuren voor zover betrokkene daarvoor door het bevoegde bestuursorgaan is aangewezen.
Geweldsmiddelen Toe te kennen opsporingsbevoegdheid (optioneel)
Politiebevoegdheden (optioneel)
Overzicht functies/bevoegdheden buitengewoon opsporingsambtenaren
Bij de aanvraag dient een akte van aanstelling te worden bijgevoegd.
Bij de aanvraag dient een akte van aanstelling te worden bijgevoegd.
3
Voor de APV dient betrokkene op naam te zijn aangewezen door het bevoegde bestuursorgaan. Tevens dient, bij de aanvraag, een akte van aanstelling te worden bijgevoegd. De functie van gemeentelijk opsporingsambtenaar kan niet worden gecombineerd met een andere functie op de functielijst.
Bijzonderheden
Geen
Geen
Geen
Artikel 8, 1e lid PW
Artikel 8, 1e lid PW
Artikel 8, 1e lid PW
10 Medewerker bouw- en woningtoezicht
11 Tunnelwachter
12 Controleur vaarwegen
Bijzonderheden
De in artikel 1a van de WED genoemde wetten alsmede de artikelen 26, 33 en 34 van de WED; het Binnenvaartpolitiereglement; de Scheepvaartverkeerswet; artikel 3, tweede lid, van het Reglement houdende voorschriften voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de binnenwateren, de bijlage 4 van het VBG; de Wrakkenwet; de Wet Milieubeheer; de Wet verontreiniging oppervlaktewateren; Artikel 435, onder ten vierde, en 447e van het Wetboek van Strafrecht; Verordeningen en/of Keuren voor zover betrokkene daarvoor door het bevoegde bestuursorgaan is aangewezen.
De Wegenverkeerswet 1994; de artikelen 184, 350, 424, 426, 435, onder ten vierde, 453 en 447e van het Wetboek van Strafrecht; verordeningen en/of Keuren voor zover betrokkene daarvoor door het bevoegde bestuursorgaan is aangewezen.
Voor de Scheepvaartwet en de APV dient betrokkene op naam te zijn aangewezen door het bevoegde bestuursorgaan. Tevens dient, bij de aanvraag, een akte van aanstelling te worden bijgevoegd.
Voor de APV dient betrokkene op naam te zijn aangewezen door het bevoegde bestuursorgaan. Tevens dient, bij de aanvraag, een akte van aanstelling te worden bijgevoegd.
de Wet op de Ruimtelijke Ordening; Voor de APV dient betrokkene op naam de Woningwet; te zijn aangewezen door het bevoegde de Huisvestingswet, bestuursorgaan. de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing; Tevens dient, bij de aanvraag, een akte de Monumentenwet 1988; van aanstelling te worden bijgevoegd. verordeningen en/of Keuren voor zover betrokkene daarvoor door het bevoegde bestuursorgaan is aangewezen. De opsporingsbevoegdheid omvat mede de WED, voor zover het economische delicten betreft waarvoor in de akte opsporingsbevoegdheid is verleend. Artikel 447e van het Wetboek van Strafrecht.
Geweldsmiddelen Toe te kennen opsporingsbevoegdheid (optioneel)
Functiebenaming
Politiebevoegdheden (optioneel)
Overzicht functies/bevoegdheden buitengewoon opsporingsambtenaren
4
16 Brandweercommandant/ -officier
15 Inspecteur dierenbescherming
Artikel 8, 1e lid PW
handboeien wapenstok vuurwapen
Artikel 8 1e en 3e lid PW
14 Buitengewoon opsporingsambtenaar van politie
Geen
Geen
Voor de bewapening van ambtenaren van politie is toestemming vereist van de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Justitie.
Geen
de Brandweerwet 1985. Artikel 447e van het Wetboek van Strafrecht. Verordeningen en/of Keuren voor zover betrokkene daarvoor door het bevoegde bestuursorgaan is aangewezen.
De Wet bedreigde uitheemse dier- en plantensoorten; de Flora- en faunawet; de Wet op de Dierenbescherming; de Wet op de dierproeven; de Gezondheids- en Welzijnswet van dieren; Verordeningen en/of Keuren voor zover betrokkene daarvoor door het bevoegde bestuursorgaan is aangewezen. De opsporingsbevoegdheid omvat mede de WED, voor zover het economische delicten betreft waarvoor in de akte opsporingsbevoegdheid is verleend. Artikel 447e van het Wetboek van Strafrecht.
Alle strafbare feiten. verordeningen en/of Keuren voor zover betrokkene daarvoor door het bevoegde bestuursorgaan is aangewezen. De hiervoor bedoelde opsporingsbevoegdheid dient zich te beperken tot hetgeen noodzakelijk is voor een goede uitoefening van de betreffende functie en het daaraan gekoppelde takenpakket. De politieboa heeft geen opsporingsbevoegdheid voor feiten, genoemd in bijzondere wetten die geen expliciete grondslag bieden om aan een boa opsporingsbevoegdheid toe te kennen, zoals de Opiumwet, de Wet wapens en munitie, de Drank- en Horecawet en de Wet op de kansspelen.
Alle strafbare feiten. Het gebruik van deze opsporingsbevoegdheid dient zich te beperken tot het opnemen van (telefonische) aangiften, zonder daderindicatie, zonder dat getuigen worden gehoord en gericht op relatief eenvoudige strafbare feiten.
Geweldsmiddelen Toe te kennen opsporingsbevoegdheid (optioneel)
Geen
Politiebevoegdheden (optioneel)
13 Teleservicemedewerker
Functiebenaming
Overzicht functies/bevoegdheden buitengewoon opsporingsambtenaren
Voor de APV dient betrokkene op naam te zijn aangewezen door het bevoegde bestuursorgaan. Tevens dient, bij de aanvraag, een akte van aanstelling te worden bijgevoegd.
Voor de APV dient betrokkene op naam te zijn aangewezen door het bevoegde bestuursorgaan. Tevens dient, bij de aanvraag, een akte van aanstelling te worden bijgevoegd.
Grondgebied Nederland; voor zover relevant voor een goede vervulling van de aan de functie gerelateerde taken. Tevens dient, bij de aanvraag, een akte van aanstelling te worden bijgevoegd. Voor de APV dient betrokkene op naam te zijn aangewezen door het bevoegde bestuursorgaan.
Bij de aanvraag dient een akte van aanstelling te worden bijgevoegd. Aan deze categorie buitengewoon opsporingsambtenaren wordt een ontheffing van de bekwaamheidseis toegekend, gezien de aard van de te verrichten werkzaamheden.
Bijzonderheden
5
Bijlage 2: Concept feitenlijst stra#eschikking Versie van september 2008 Onderstaande feiten uit de APV en Afvalsto$enverordening worden + met als voorloopletter BF in plaats van F + opgenomen in de OM!beleidsregels voor de "bestuurlijke# stra%eschikking overlast. Let op: dit is dezelfde lijst van feiten waarvoor per 2009 de pv!vergoedingsregeling zal gelden. Feitnummer
Omschrijving
Artikel
Bedrag %'&
Plaatselijk geldende verordeningen !Pl.V" # overlas$ zonder vergunning van de burgemeester BF BF
70 70
BF
95
BF
100
BF
101
BF
105
BF
110 a
BF
110 b
BF
111
BF
114
BF
115
BF
117
BF
118
a b
Pl.V
+ op of aan de weg een evenement, feest of wedstrijd te geven of te houden + een georganiseerde dropping houden of daaraan deelnemen op een ander ter! rein dan een daarvoor bestemd sportterrein zonder vergunning op of aan de weg als dienstverlener optreden of zijn diensten Pl.V als zodanig aanbieden als straatartiest, straatfotograaf, tekenaar, filmoperateur of gids voor publiek op! Pl.V treden op of aan door de burgemeester aangewezen "gedeelte van een# weg, waar dit niet is toegestaan Zonder vergunning of anders dan de daarin gestelde voorwaarden, de weg of een Pl.V weggedeelte gebruiken anders dan overeenkomstig de bestemming daarvan "bijv.: terrasverbod, reclameborden# Als houder van een horecabedrijf, dit voor bezoekers geopend te hebben of aldaar Pl.V bezoekers toe te laten of te laten verblijven, buiten de vastgestelde openingstijden de weg of dat gedeelte van een onroerend goed dat vanaf de weg zichtbaar is bekrassen of bekladden
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
120 120
180
180
Pl.V 90
zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbende een aanplakbiljet of an! der geschrift, a%eelding of aanduiding dan wel met enigerlei stof enige a%eel! ding, letter, cijfer of teken hierop aanplakken of op andere wijze aanbrengen op of aan door het College aangewezen wegen of gedeelten daarvan gedrukte of Pl.V geschreven stukken dan wel a%eeldingen onder publiek verspreiden dan wel openlijk aanbieden, aanbevelen of bekendmaken de weg of op of aan de weg een voertuig, woonwagen, tent of soortgelijk ander Pl.V onderkomen als slaapplaats gebruiken tijdens uren waarop het niet is toegestaan op de weg of openbaar water enig aan! Pl.V plakbiljet, aanplakdoek, kalk, teer, kleur! of verfstof of verfgereedschap te vervoe! ren of bij zich te hebben met een voertuig dat niet is voorzien van rubberbanden rijden over de berm, de Pl.V glooiing en de zijkant van de weg 1 + Bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen, en bestuurders van brommobielen voor zover het de bepalingen van het RVV 1990 betreft; 2 + Bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen; 3 + Bromfietsers en snorfietsers; 4 + Fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor; 6 + Overige weggebruikers op de weg "binnen een door het college aangewezen gebied# te skaten of te Pl.V skateboarden
op of aan de weg
60 60
90
90
90 90
90 90 60 35 35 50
Pl.V
53
Feitnummer
Omschrijving
BF
120
a
BF
120
b
BF
121
a
BF
121
b
+ klimmen of zich bevinden op een beeld, monument, overkapping, constructie, openbare toiletgelegenheid, voertuig, hek, heining of andere afsluiting, ver! keersmeubilair en daarvoor niet bestemd straatmeubilair + zodanig op te houden waardoor voor weggebruikers of bewoners van nabij de weg gelegen woningen onnodige overlast of hinder wordt veroorzaakt Op de weg "binnen een door het college aangewezen gebied# alcoholhoudende Pl. V drank nuttigen Op de weg "binnen een door het college aangewezen gebied# aangebroken flessen, Pl. V blikjes e.d. met alcoholhoudende drank bij zich hebben zonder redelijk doel
BF
125
a
BF
125
b
BF
126
Artikel
Bedrag %'& 60
90 60 60
Pl.V
+ zich in een portiek of poort op houden of in, op of tegen een raamkozijn of een drempel van een gebouw zitten of te liggen + zich anders dan als bewoner of gebruiker van flatgebouwen, appartementsge! bouwen en soortgelijke meergezinshuizen of van publiek toegankelijke gebouwen bevinden in een voor gemeenschappelijk gebruik bestemde ruimte op de weg vervoeren, bij zich dragen of anderszins voorhanden hebben van kerst! Pl. V bomen, autobanden en andere voorwerpen of sto$en, met het kennelijk doel deze op de weg te verbranden
60 60
60
BF BF
130 130
a b
%in of op& een voor het publiek toegankelijk portaal, telefooncel, wachtlokaal voor een ope!' Pl.V baar vervoermiddel, parkeergarage, rijwielsta$ing of een andere soortgelijke ruimt( + zich zonder redelijk doel en op een voor anderen hinderlijke wijze ophouden + verontreinigen
BF
130
c
+ voor een ander doel bezigen dan waarvoor de ruimte bestemd is
60
BF
131
20
BF
133
BF
135
BF
136
BF
140
a
BF
140
b
op of aan de weg een fiets, snorfiets of bromfiets plaatsen of laten staan tegen een Pl.V raam, een raamkozijn, een deur, de gevel van een gebouw of in de ingang van een portiek, waardoor de doorgang wordt versperd, dan wel in strijd met de uitdruk! kelijk verklaarde wil van de gebruiker van dat gebouw of portiek een motorvoertuig, bromfiets of fiets op of aan de weg laten staan, anders dan Pl.V deugdelijk afgesloten of onder behoorlijk toezicht zich met een fiets of bromfiets bevinden op een terrein waar een markt, kermis, Pl.V uitvoering, bijeenkomst of plechtigheid wordt gehouden, welke publiek trekt zich met een winkelwagentje op of aan de weg bevinden op meer dan de toege! Pl.V stane afstand van het bedrijf dat het winkelwagentje ter beschikking heeft gesteld zich in de nabijheid van een persoon, gebouw, woonwagen of woonschip ophou! Pl.V den met de kennelijke bedoeling deze persoon of een zich daarin bevindende persoon te bespieden een persoon in een gebouw, woonwagen of woonschip door middel van een verre! Pl.V kijker bespieden
BF BF
145 145
a b
BF
145
c
BF
145
d
als eigenaar of houder van een hond, deze laten verblijven of laten lope! Pl.V + op een weg gelegen binnen de bebouwde kom zonder dat de hond is aangelijnd + op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kin! derspeelplaats, zandbak, speelweide of andere door het college aangewezen plaats + op een weg zonder dat de hond is voorzien van een halsband of een door middel van tatoeage aangebracht identificatiemerk, die de eigenaar of houder van de hond duidelijk doet kennen + op een weg zonder een deugdelijk middel dat is bestemd voor het verwijderen van uitwerpselen bij zich te dragen en/of dit middel niet op eerste vordering to! nen aan de met het toezicht belaste ambtenaar
90 90
30 30 60 90
90
60 90 60
60
als eigenaar of houder van een hond deze laten verblijven/lopen op of aan de weg of op ee! Pl. V terrein van een ander, terwijl na schri)elijke aanze*ing van het Co$ege deze hond nie+
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
54
Feitnummer
Omschrijving
BF
150 a
+ kort is aangelijnd
BF
150 b
+ kort is aangelijnd en gemuilkorfd
Pl.V
90
BF
151
90
BF
155
BF
171
als degene die één of meer dieren onder zijn hoede heeft, niet door voorzorgs! Pl.V maatregelen die van hem mogen worden verwacht, voorkomen dat deze dieren voor de omgeving hinderlijk zijn als rechthebbende er niet voor zorgen dat zodanige maatregelen worden getro$en Pl.V dat het vee/pluimvee in een aan een weg liggend weiland of terrein, die weg niet kan bereiken Op de weg of weggedeelte "binnen een door het College aangewezen gebied# Pl.V softdrugs gebruiken
a
BF
180
a
BF BF
180 185
b
BF
190
BF BF
195 205
BF
210
BF
212
a
BF
212 b
BF BF
212 c 212 d
BF
212 e
BF
212 f
BF
212 g
BF
214
Artikel
de weg niet %doen& reinigen na een verontreiniging ontstaan bij het laden, lossen of vervo(' ren van sto,en of voorwerpen of bij andere werkzaamhede! + terstond, bij gevaar voor de verkeersveiligheid of bij gevaar voor beschadiging van het wegdek + in overige gevallen, "iedere dag# na het beëindigen van de werkzaamheden binnen de bebouwde kom buiten een daarvoor bestemde inrichting/plaats op of aan de weg zijn natuurlijke behoefte doen een geparkeerd voertuig op een aangewezen weg of weggedeelte, waar dit niet is toegestaan, te koop aanbieden of verhandelen een defect voertuig op een weg parkeren, langer dan de vastgestelde termijn een kampeerwagen, caravan, magazijnwagen, keetwagen, aanhangwagen of ander dergelijk voertuig op een aangewezen weg waar dit niet is toegestaan, langer dan de vastgestelde termijn te doen of laten staan een voertuig dat is voorzien van een aanduiding van handelsreclame op een weg parkeren met als doel handelsreclame te maken
Pl.V
een recreatiegebied gebruiken in strijd met de bepalingen geldend voor dat gebied + door het parkeren of aanwezig hebben van een voertuig of vaartuig 1 + Bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen, en bestuurders van brommobielen voor zover het de bepalingen van het RVV 1990 betreft; 2 + Bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen; 3 + Bromfietsers en snorfietsers; 4 + Fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor; 6 + Overige weggebruikers; 7 + Schippers; 8 + Een ieder. + anders dan tot doel van dagrecreatie
Pl.V
90
60
150
Pl.V
90 90
Pl.V
120
Pl.V Pl.V
60 60
Pl.V
120
+ door met geluid voortbrengende apparatuur overlast te veroorzaken + door te graven of te spitten of doen graven of spitten op buiten het strand, de zandhelling, speelkuilen of zandbakken gelegen gedeelten + door anders dan in de aanwezige afvalbakken wegwerpen, neerleggen en/of ach! terlaten van afval, vuilnis, resten van levensmiddelen, papier, blikken, flessen of verpakkingsmateriaal + door een afvalmand, !bak of soortgelijk voorwerp op andere wijze te gebruiken dan tot het deponeren van klein afval + door zich als eigenaar of houder van een hond zich met die hond in een vastge! stelde periode bevinden buiten een aangewezen gebied, waar het verblijf van de hond is toegestaan een voertuig met stankverspreidende sto$en parkeren daar waar bewoners of Pl.V gebruikers van nabijgelegen gebouwen of terreinen daarvan hinder of overlast "kunnen# ondervinden
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
Bedrag %'&
60 60 40 20 20 60 60 90 90 90 90
90 60
90
55
Feitnummer
Omschrijving
BF
een voertuig parkeren of enig ander voorwerp plaatsen of laten staan op een weg! Pl.V gedeelte waarvan door het bevoegde gezag is bekend gemaakt dat dit niet is toe! gestaan op de in die bekendmaking genoemde dagen en tijden "markt, evene! ment, kermis enz# 1 + Bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen, en bestuurders van brommobielen voor zover het de bepalingen van het RVV 1990 betreft; 2 + Bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen; 3 + Bromfietsers en snorfietsers; 4 + Fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor; 6 + Overige weggebruikers; 8 + Een ieder met of voor een vaartuig een ligplaats innemen, hebben of beschikbaar stellen op Pl.V een gedeelte van een openbaar water waar dit niet is toegestaan 7 + Schippers; 8 + Een ieder. het zonder onthe(ng van het college varen, doen of laten varen met enig vaartuig Pl.V 7 + Schippers; 8 + Een ieder. als bader of zwemmer in openbaar water zich zodanig gedragen dat het scheep! Pl.V vaartverkeer daarvan hinder of gevaar kan ondervinden zich zonder redelijk doel aan, op, of in een vaartuig in openbaar water vasthou! Pl.V den, klimmen, begeven of bevinden
BF
BF
216
235
236
BF
240
BF
245
BF
BF
BF
BF
250
250
250
260
a
a
b
c
a
Artikel
zich in/op voor publiek toegankelijke natuurgebieden, bossen, parken, plantsoenen of recrea' Pl.V tieterreinen bevinden ten aanzien waarvan door het bevoegde gezag is verklaard dat he+ gebruik van een motorvoertuig, bromfiets, fiets, rij' of trekdier overlast kan veroorzaken of schade kan berokkenen aan milieuwaarden, te wete! + met die vervoermiddelen in gesloten tijd of gesloten gebied 1 + Bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen, en bestuurders van brommobielen voor zover het de bepalingen van het RVV 1990 betreft; 2 + Bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen; 3 + Bromfietsers en snorfietsers; 4 + Fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor; 6 + Overige weggebruikers. + met een motorvoertuig, bromfiets, fiets of paard buiten de "onverharde# wegen of gemarkeerde paden 1 + Bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen, en bestuurders van brommobielen voor zover het de bepalingen van het RVV 1990 betreft; 2 + Bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen; 3 + Bromfietsers en snorfietsers; 4 + Fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor; 6 + Overige weggebruikers. + met een rij! of trekdier buiten de daarvoor bestemde paden 6 + Overige weggebruikers. met een motorrijtuig gebruik maken van een weg in strijd met de verordening tot het bevor' Pl.V deren van ongestoord wetenschappelijk onderzoek van de RadioSterrenWacht %storings' -rije zone&, te wete! + rijdend 1 + Bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen, en bestuurders van brommobielen voor zover het de bepalingen van het RVV 1990 betreft; 2 + Bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen; 3 + Bromfietsers en snorfietsers; 6 + Overige weggebruikers.
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
Bedrag %'&
60 60 40 20 20 60
60 60 60 60 90 60
90 90 60 35 35
90 90 90 35 35 35
90 90 60 35
56
Feitnummer
Omschrijving
BF
+ parkeren dan wel laten staan 1 + Bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen, en bestuurders van brommobielen voor zover het de bepalingen van het RVV 1990 betreft; 2 + Bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen; 3 + Bromfietsers en snorfietsers; 6 + Overige weggebruikers.
260
b
Artikel
Bedrag %'&
60 60 40 20
Milieu # Afvalsto%e&'erordening Aanbieden van huishoudelijke afvalsto,e! BH
2
BH
3
BH
4
BH
5
BH
6
BH
7
BH
8
BH
9
BH
10
BH
11
BH
12
BH
13
BH
14
BH
15
a
huishoudelijke afvalsto$en ter inzameling aanbieden, terwijl men geen gebruiker Pl.Vjo. van het perceel is 10.23 lid 1 Wm de aangewezen categorieën huishoudelijke afvalsto$en aanbieden aan anderen Pl.Vjo. dan de aangewezen inzameldienst of inzamelaar 10.23 lid 1 Wm huishoudelijke afvalsto$en anders aanbieden dan via het aangewezen of verstrek! Pl.Vjo. te inzamelmiddel 10.23 lid 1 Wm andere categorieën huishoudelijke afvalsto$en via inzamelmiddel aanbieden, dan Pl.Vjo. waarvoor het is bestemd 10.23 lid 1 Wm huishoudelijke afvalsto$en niet op de voorgeschreven wijze aanbieden Pl.Vjo. 10.23 lid 1 Wm afvalsto$en via het voor dat perceel toegewezen inzamelmiddel aanbieden, terwijl Pl.Vjo. men niet de gebruiker van dat perceel is 10.23 lid 1 Wm via een inzamelvoorziening voor groep percelen of op wijkniveau andere catego! Pl.Vjo. rieën huishoudelijke afvalsto$en aanbieden, dan de categorie waarvoor de inza! 10.23 lid 1 melvoorziening bestemd is Wm huishoudelijke afvalsto$en niet op de voorgeschreven wijzen via een inzamel! Pl.Vjo. voorziening voor groep percelen of op wijkniveau aanbieden 10.23 lid 1 Wm via een brengdepot op lokaal of regionaal niveau andere categorieën huishoudelij! Pl.Vjo. ke afvalsto$en aanbieden, dan de categorie waarvoor het brengdepot bestemd is 10.23 lid 1 Wm huishoudelijke afvalsto$en niet op de voorgeschreven wijzen via brengdepot op Pl.Vjo. lokaal of regionaal niveau aanbieden 10.23 lid 1 Wm categorieën huishoudelijke afvalsto$en, die zonder inzamelmiddel moeten wor! Pl.Vjo. den aangeboden, niet op de voorgeschreven wijze ter inzameling aanbieden 10.23 lid 1 Wm huishoudelijke afvalsto$en op andere dan de vastgestelde dagen en tijden ter in! PL.V jo. zameling aanbieden 10.23 lid 1 Wm
60
60
60
60
60
60
60
60
60
60
60
60
Aanbieden van andere dan huishoudelijke afvalsto,e! andere categorieën van afvalsto$en dan huishoudelijke afvalsto$en aan de inza! meldienst aanbieden
PL.V jo. 10.23 lid 1 Wm de door het College aangewezen categorieën van afvalsto$en, niet zijnde huis! PL.V jo. houdelijke afvalsto$en, niet op de voorgeschreven wijze ter inzameling aanbieden 10.23 lid 1 Wm
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
60
60
57
Feitnummer
Omschrijving
Artikel
Bedrag %'&
PL.V jo. 10.23 lid 1 Wm
90
Doorzoeken van afvalsto,e! BH
16
BH
17
BH
20
BH
22
BH
96
afvalsto$en die ter inzameling gereed staan doorzoeken en verspreiden
Handelingen verrichten met huishoudelijk afval, waardoor verontreiniging kan ontstaa! andere afvalsto$en dan straatafval achterlaten in daartoe van gemeentewege ge! PL.V jo. plaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen 10.23 lid 1 Wm afvalsto$en, sto$en of voorwerpen zodanig laden, lossen, vervoeren of andere PL.V jo. werkzaamheden verrichten dat de weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig 10.23 lid 1 kan worden beïnvloed Wm straatafval achterlaten in de openbare ruimte zonder gebruik te maken van de van PL.V jo. gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of 10.23 lid 1 soortgelijke voorwerpen Wm als particulier een afvalstof, stof of voorwerp buiten een daarvoor bestemde plaats PL.V jo. en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer op of in de bodem 10.23 lid 1 brengen, storten, houden, achterlaten of anderszins plaatsen op een wijze die Wm aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu
90
90
90
150
Wrakke! BH
19
afvalsto$en op voor het publiek zichtbare plaats in de open lucht en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer opslaan of opgeslagen hebben
150
107
een voertuigwrak plaatsen of aanwezig hebben op de weg
PL.V jo. 10.23 lid 1 Wm Pl.V
BH BH
109
zich als eigenaar of kentekenhouder ontdoen van een autowrak, dat a-omstig is Pl.V jo. van een huishouden, anders dan door afgifte aan inrichtingen, genoemd in artikel 10.23 lid 1 6 van het Besluit Beheer Autowrakken Wm
150
150
Geluidhinder BH
205
BH
300
BH
305
BH
310
als particulier met toestellen of geluidsapparaten dan wel op andere wijze hande! lingen verrichten, waardoor voor een omwonende of overigens voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt, of toelaten dat deze handelingen worden ver! richt zonder daartoe bevoegd te zijn zich bevinden buiten wegen of paden, die liggen in/op voor publiek toegankelijke parken, wandelplaatsen, plantsoenen, groenstro! ken of grasperken dan wel in/tussen aanplantingen, bloemperken, heester! of struikgewassen, die op of aan de weg liggen zonder daartoe bevoegd te zijn schade toebrengen aan bomen, heesters, bloemen of grasperken in een park, een bos of op andere dergelijke plaatsen met een voertuig rijden door een park/plantsoen of op een niet van de weg deel uitmakende, van gemeentewege aangelegde beplanting of groenstrook 1 + Bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen, en bestuurders van brommobielen voor zover het de bepalingen van het RVV 1990 betreft; 2 + Bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen; 3 + Bromfietsers en snorfietsers; 4 + Fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor; 6 + Overige weggebruikers;
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
Pl.V
90
Pl.V
30
Pl.V
90
Pl.V 90 90 60 35 35
58
Feitnummer
Omschrijving
BH
311
Artikel
BH
315
BH
320
met een voertuig rijden "crossen# door een park/ plantsoen of op een niet van de Pl.V weg deel uitmakende, van gemeentewege aangelegde beplanting of groenstrook 1 + Bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen, en bestuurders van brommobielen voor zover het de bepalingen van het RVV 1990 betreft; 2 + Bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen; 3 + Bromfietsers en snorfietsers; 4 + Fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor; 6 + Overige weggebruikers. roken in bos, duin dan wel andere dergelijke gebieden op tijd en plaats waarop dit Pl.V niet is toegestaan in de openlucht vuur aanleggen, stoken of hebben Pl.V
BH
325
a
als eigenaar of houder van een hond er niet voor zorgen dat deze hond zich niet van ui+' .erpselen ontdoe+ + op een weggedeelte "mede# bestemd voor voetgangers
BH
325
b
BH
325
c
BH
330
Bedrag %'&
150 150 100 60 60 90 180
Pl.V 90
+ op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kin! derspeelplaats, zandbak of speelweide + op een andere dan door het College aangewezen plaats
90
met een pleziervaartuig varen in/door rietkragen, biezen of ander opstaand gewas Pl.V dan wel een pleziervaartuig daar afmeren
90
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
90
59
Bijlage 3 Concept Besluit Bestuurlijke Boete overlast
Handreiking Handhaving overlast in het publieke domein"
60
Besluit van tot aanwijzing van voorschriften en vaststelling van boetetarieven als bedoeld in artikel 154b, eerste lid, onderdelen a en b, en zevende lid, van de Gemeentewet (Besluit bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte)
ONTWERPBESLUIT
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van …, nr. ...; Gelet op artikel 154b, eerste en zevende lid, van de Gemeentewet, artikel 74c, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht en artikel 257b van het Wetboek van Strafvordering; De Raad van State gehoord (advies van …, nr. …); Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van …, nr. …, Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1 In a. b. c.
dit besluit en de daarbij behorende bijlage wordt verstaan onder: wet: de Gemeentewet; college: het college van burgemeester en wethouders; bestuurlijke boete: een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 154b van de wet.
Artikel 2 Geen bestuurlijke boete kan worden opgelegd voor overtreding van voorschriften als bedoeld in artikel 154b, eerste lid, onderdeel a, van de wet, voor zover die voorschriften betrekking hebben op: a. samenscholingen en ongeregeldheden; b. betogingen op openbare plaatsen; c. vechten op straat; d. het meevoeren van inbrekerswerktuigen of van voorwerpen die er kennelijk toe zijn uitgerust om het plegen van winkeldiefstallen te vergemakkelijken; e. het meevoeren van steekwapens; f. het bedrijfsmatig geven van gelegenheid tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling; g. bedelen; h. bestrijding van heling van goederen; i. hinderlijk drankgebruik; j. het gebruik van verdovende middelen, met uitzondering van cannabis; k. drugshandel op straat.
Artikel 3 Een bestuurlijke boete kan worden opgelegd voor overtreding van voorschriften als bedoeld in artikel 154b, eerste lid, onderdeel b, van de wet, voor zover die voorschriften betrekking hebben op: a. het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen; b. het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen; c. het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen; d. buiten een daarvoor door het college bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer een afvalstof, een stof of voorwerp in de bodem brengen, storten, houden, achterlaten of anderszins plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu; e. het achterlaten van straatafval in de openbare ruimte; f. het doorzoeken of verspreiden van afvalstoffen of inzamelmiddelen die ter inzameling gereed staan; g. het door de eigenaar plaatsen van afvalbakken bij een inrichting voor het verbruiken van eet- en drinkwaren; h. het door de verspreider opruimen van weggeworpen reclamebiljetten of ander promotiemateriaal; i. het achterlaten van zwerfafval bij vervoeren, laden of lossen van afvalstoffen; j. het op een voor het publiek zichtbare plaats aanwezig hebben van afvalstoffen; k. het zich ontdoen van een autowrak, afkomstig uit een huishouden, anders dan door afgifte aan inrichtingen, genoemd in artikel 6 van het Besluit beheer autowrakken. Artikel 4 1. Bij overtreding van een voorschrift, genoemd in de bijlage van dit besluit, is de hoogte van de bestuurlijke boete gelijk aan het bedrag dat in de bijlage is opgenomen bij het desbetreffende voorschrift, onverminderd artikel 154b, achtste en negende lid, van de wet. 2. De boetebedragen, genoemd in de bijlage, gelden voor natuurlijke personen. Artikel 5 Aan artikel 2 van het Transactiebesluit 1994 wordt een lid toegevoegd, luidende: 6. In afwijking van het vijfde lid, wordt voor de in het vijfde lid aangewezen zaken geen transactiebevoegdheid toegekend aan buitengewoon opsporingsambtenaren in dienst van een gemeente, voor zover voor die zaken in de desbetreffende gemeente krachtens raadsverordening op grond van artikel 154b, eerste lid, van de Gemeentewet een bestuurlijke boete kan worden opgelegd. Artikel 6 In artikel 2, onderdeel b, van het Transactiebesluit milieudelicten wordt voor de puntkomma ingevoegd: , en voor zover niet voor die feiten in de desbetreffende gemeente krachtens raadsverordening op grond van artikel 154b, eerste lid, van de Gemeentewet een bestuurlijke boete kan worden opgelegd.
2
Artikel 7 Aan artikel 3.2 van het Besluit OM-afdoening wordt een lid toegevoegd, luidende: 5. In afwijking van het vierde lid, aanhef en onderdeel c, wordt voor de in artikel 3.3, onderdeel b, aangewezen zaken geen strafbeschikkingsbevoegdheid toegekend aan buitengewoon opsporingsambtenaren in dienst van de gemeente, voor zover voor die zaken in de desbetreffende gemeente krachtens raadsverordening op grond van artikel 154b, eerste lid, van de Gemeentewet een bestuurlijke boete kan worden opgelegd. Artikel 8 Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de Wet bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte in werking treedt. Artikel 9 Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
3
BIJLAGE als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van het Besluit bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte
Voorschrift uit de plaatselijke verordening
Zonder vergunning van de burgemeester – op of aan de weg een evenement, feest of wedstrijd geven of houden – een georganiseerde dropping houden of daaraan deelnemen op een ander terrein dan een daarvoor bestemd sportterrein
Boete in euro’s
60 60
Zonder vergunning op of aan de weg als dienstverlener optreden of zijn diensten als zodanig aanbieden
120
Als straatartiest, straatfotograaf, tekenaar, filmoperateur of gids voor publiek optreden op of aan door de burgemeester aangewezen (gedeelte van een) weg, waar dit niet is toegestaan
120
Zonder vergunning of anders dan de daarin gestelde voorwaarden, de weg of een weggedeelte gebruiken anders dan overeenkomstig de bestemming daarvan (bijv.: terrasverbod, reclameborden)
180
Als houder van een horecabedrijf, dit voor bezoekers geopend te hebben of aldaar bezoekers toe te laten of te laten verblijven, buiten de vastgestelde openingstijden
180
De weg of dat gedeelte van een onroerend goed dat vanaf de weg zichtbaar is – bekrassen of bekladden – zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbende een aanplakbiljet of ander geschrift, afbeelding of aanduiding dan wel met enigerlei stof enige afbeelding, letter, cijfer of teken hierop aanplakken of op andere wijze aanbrengen
90 90
Op of aan door het college aangewezen wegen of gedeelten daarvan gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen onder publiek verspreiden dan wel openlijk aanbieden, aanbevelen of bekendmaken
90
De weg of op of aan de weg een voertuig, woonwagen, tent of soortgelijk ander onderkomen als slaapplaats gebruiken
90
Tijdens uren waarop het niet is toegestaan op de weg of openbaar water enig aanplakbiljet, aanplakdoek, kalk, teer, kleur- of verfstof of verfgereedschap te vervoeren of bij zich te hebben
90
Met een voertuig dat niet is voorzien van rubberbanden rijden over de berm, de glooiing en de zijkant van de weg a. voor bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen b. voor bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen c. voor bromfietsers en snorfietsers d. voor fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor e. voor overige weggebruikers
90 90 60 35 35
Op de weg (binnen een door het college aangewezen gebied) skaten of skateboarden
60
Op of aan de weg – klimmen of zich bevinden op een beeld, monument, overkapping, constructie, openbare toiletgelegenheid, voertuig, hek, heining of andere afsluiting, verkeersmeubilair en daarvoor niet bestemd straatmeubilair – zich zodanig ophouden dat voor weggebruikers of bewoners van nabij de weg gelegen woningen onnodige overlast of hinder wordt veroorzaakt
60 90
4
Op de weg (binnen een door het college aangewezen gebied) alcoholhoudende drank nuttigen
60
Op de weg (binnen een door het college aangewezen gebied) aangebroken flessen, blikjes e.d. met alcoholhoudende drank bij zich hebben
60
Zonder redelijk doel – zich in een portiek of poort ophouden of in, op of tegen een raamkozijn of een drempel van een gebouw zitten of liggen – zich anders dan als bewoner of gebruiker van flatgebouwen, appartementsgebouwen en soortgelijke meergezinshuizen of van publiek toegankelijke gebouwen bevinden in een voor gemeenschappelijk gebruik bestemde ruimte Op de weg vervoeren, bij zich dragen of anderszins voorhanden hebben van kerstbomen, autobanden en andere voorwerpen of stoffen, met het kennelijk doel deze op de weg te verbranden (In of op) een voor het publiek toegankelijk portaal, telefooncel, wachtlokaal voor een openbaar vervoermiddel, parkeergarage, rijwielstalling of een andere soortgelijke ruimte – zich zonder redelijk doel en op een voor anderen hinderlijke wijze ophouden – verontreinigen – voor een ander doel bezigen dan waarvoor de ruimte bestemd is
60 60
60
90 90 60
Op of aan de weg een fiets, snorfiets of bromfiets plaatsen of laten staan tegen een raam, een raamkozijn, een deur, de gevel van een gebouw of in de ingang van een portiek, waardoor de doorgang wordt versperd, dan wel in strijd met de uitdrukkelijk verklaarde wil van de gebruiker van dat gebouw of portiek
20
Een motorvoertuig, bromfiets of fiets op of aan de weg laten staan, anders dan deugdelijk afgesloten of onder behoorlijk toezicht
30
Zich met een fiets of bromfiets bevinden op een terrein waar een markt, kermis, uitvoering, bijeenkomst of plechtigheid wordt gehouden, welke publiek trekt
30
Zich met een winkelwagentje op of aan de weg bevinden op meer dan de toegestane afstand van het bedrijf dat het winkelwagentje ter beschikking heeft gesteld
60
Zich in de nabijheid van een persoon, gebouw, woonwagen of woonschip ophouden met de kennelijke bedoeling deze persoon of een zich daarin bevindende persoon te bespieden
90
Een persoon in een gebouw, woonwagen of woonschip door middel van een verrekijker bespieden
90
Als eigenaar of houder van een hond, deze laten verblijven of laten lopen – op een weg gelegen binnen de bebouwde kom zonder dat de hond is aangelijnd – op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats, zandbak, speelweide of andere door het college aangewezen plaats – op een weg zonder dat de hond is voorzien van een halsband of een door middel van tatoeage aangebracht identificatiemerk, die de eigenaar of houder van de hond duidelijk doet kennen – op een weg zonder een deugdelijk middel dat is bestemd voor het verwijderen van uitwerpselen bij zich te dragen en/of dit middel niet op eerste vordering tonen aan de met het toezicht belaste ambtenaar Als eigenaar of houder van een hond deze laten verblijven/lopen op of aan de weg of op een terrein van een ander, terwijl na schriftelijke aanzegging van het college deze hond niet – kort is aangelijnd – kort is aangelijnd en gemuilkorfd
60 90 60 60
150 150
5
Als degene die één of meer dieren onder zijn hoede heeft, niet door voorzorgsmaatregelen die van hem mogen worden verwacht, voorkomen dat deze dieren voor de omgeving hinderlijk zijn
90
Als rechthebbende er niet voor zorgen dat zodanige maatregelen worden getroffen dat het vee/pluimvee in een aan een weg liggend weiland of terrein, die weg niet kan bereiken
90
Op de weg of weggedeelte (binnen een door het college aangewezen gebied) softdrugs gebruiken of openlijk voorhanden hebben
60
Als degene aan wie dit door of namens het college in het belang van de openbare orde of zedelijkheid is bekendgemaakt, zich anders dan in een openbaar middel van vervoer, bevinden op of aan de door het college aangewezen wegen en/of plaatsen gedurende de uren daarbij genoemd
150
De weg niet (doen) reinigen na een verontreiniging ontstaan bij het laden, lossen of vervoeren van stoffen of voorwerpen of bij andere werkzaamheden – terstond, bij gevaar voor de verkeersveiligheid of bij gevaar voor beschadiging van het wegdek – in overige gevallen, (iedere dag) na het beëindigen van de werkzaamheden
150 90
Binnen de bebouwde kom buiten een daarvoor bestemde inrichting/plaats op of aan de weg zijn natuurlijke behoefte doen
90
Een geparkeerd voertuig op een aangewezen weg of weggedeelte, waar dit niet is toegestaan, te koop aanbieden of verhandelen
120
Een defect voertuig op een weg parkeren, langer dan de vastgestelde termijn
60
Een kampeerwagen, caravan, magazijnwagen, keetwagen, aanhangwagen of ander dergelijk voertuig op een aangewezen weg waar dit niet is toegestaan, langer dan de vastgestelde termijn doen of laten staan
60
Een voertuig dat is voorzien van een aanduiding van handelsreclame op een weg parkeren met als doel handelsreclame te maken
120
Een recreatiegebied gebruiken in strijd met de bepalingen geldend voor dat gebied – door het parkeren of aanwezig hebben van een voertuig of vaartuig a. voor bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen b. voor bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen c. voor bromfietsers en snorfietsers d. voor fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor e. voor overige weggebruikers f. voor schippers g. voor een ieder – anders dan tot doel van dagrecreatie – door met geluid voortbrengende apparatuur overlast te veroorzaken – door te graven of te spitten of doen graven of spitten op buiten het strand, de zandhelling, speelkuilen of zandbakken gelegen gedeelten – door anders dan in de aanwezige afvalbakken wegwerpen, neerleggen en/of achterlaten van afval, vuilnis, resten van levensmiddelen, papier, blikken, flessen of verpakkingsmateriaal – door een afvalmand, -bak of soortgelijk voorwerp op andere wijze te gebruiken dan tot het deponeren van klein afval – door zich als eigenaar of houder van een hond zich met die hond in een vastgestelde periode bevinden buiten een aangewezen gebied, waar het verblijf van de hond is toegestaan Een voertuig met stankverspreidende stoffen parkeren daar waar bewoners of gebruikers van nabijgelegen gebouwen of terreinen daarvan hinder of overlast (kunnen) ondervinden
60 60 40 20 20 60 60 90 90 90 90 90 60
90
6
Een voertuig parkeren of enig ander voorwerp plaatsen of laten staan op een weggedeelte waarvan door het bevoegde gezag is bekend gemaakt dat dit niet is toegestaan op de in die bekendmaking genoemde dagen en tijden (markt, evenement, kermis enz.) a. voor bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen b. voor bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen c. voor bromfietsers en snorfietsers d. voor fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor e. voor overige weggebruikers f. voor een ieder
60 60 40 20 20 60
Zonder vergunning een openbare inzameling van geld of goederen houden of daartoe een intekenlijst aanbieden
90
Zonder vergunning, in de uitoefening van de handel, op of aan de weg of aan een openbaar water, aan een huis dan wel op een andere voor het publiek toegankelijke en in de open lucht gelegen plaats goederen te koop aanbieden, verkopen of afgeven
90
Op of aan de weg fietsen, bromfietsen en scooters te koop aanbieden, verkopen of kopen, anders dan direct vanuit een aan de weg gevestigd detailhandelsbedrijf voor rijwielen
90
Zonder vergunning op of aan de weg of aan een openbaar water dan wel op een andere voor het publiek toegankelijke en in de open lucht gelegen plaats een standplaats innemen of hebben teneinde in de uitoefening van de handel goederen te koop aan te bieden, te verkopen of te verstrekken, dan wel diensten aan te bieden
90
Met of voor een vaartuig een ligplaats innemen, hebben of beschikbaar stellen op een gedeelte van een openbaar water waar dit niet is toegestaan a. voor schippers b. voor een ieder
60 60
Als bader of zwemmer in openbaar water zich zodanig gedragen dat het scheepvaartverkeer daarvan hinder of gevaar kan ondervinden
90
Zich zonder redelijk doel aan, op, of in een vaartuig in openbaar water vasthouden, klimmen, begeven of bevinden
60
Zich in/op voor publiek toegankelijke natuurgebieden, bossen, parken, plantsoenen of recreatieterreinen bevinden ten aanzien waarvan door het bevoegde gezag is verklaard dat het gebruik van een motorvoertuig, bromfiets, fiets, rij- of trekdier overlast kan veroorzaken of schade kan berokkenen aan milieuwaarden, te weten – met een vervoermiddel in gesloten tijd of gesloten gebied a. voor bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen b. voor bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen c. voor bromfietsers en snorfietsers d. voor fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor e. voor overige weggebruikers – met een motorvoertuig, bromfiets, fiets of paard buiten de (onverharde) wegen of gemarkeerde paden a. voor bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen b. voor bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen c. voor bromfietsers en snorfietsers d. voor fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor e. voor overige weggebruikers – met een rij- of trekdier buiten de daarvoor bestemde paden a. voor overige weggebruikers
90 90 60 35 35 90 90 60 35 35 35
7
Met een motorrijtuig gebruik maken van een weg in strijd met de verordening tot het bevorderen van ongestoord wetenschappelijk onderzoek van de RadioSterrenWacht (storingsvrije zone), te weten – rijdend a. voor bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen b. voor bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen c. voor bromfietsers en snorfietsers d. voor overige weggebruikers – parkeren dan wel laten staan a. voor bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen b. voor bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen c. voor bromfietsers en snorfietsers d. voor overige weggebruikers
90 90 60 35 60 60 40 20
8
Voorschrift uit de plaatselijke verordening (milieu)
Boete in euro’s
Als particulier met toestellen of geluidsapparaten dan wel op andere wijze handelingen verrichten, waardoor voor een omwonende of overigens voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt, of toelaten dat deze handelingen worden verricht
90
Zonder daartoe bevoegd te zijn zich bevinden buiten wegen of paden, die liggen in/op voor publiek toegankelijke parken, wandelplaatsen, plantsoenen, groenstroken of grasperken dan wel in/tussen aanplantingen, bloemperken, heester- of struikgewassen, die op of aan de weg liggen
30
Zonder daartoe bevoegd te zijn schade toebrengen aan bomen, heesters, bloemen of grasperken in een park, een bos of op andere dergelijke plaatsen
90
Met een voertuig rijden door een park/plantsoen of op een niet van de weg deel uitmakende, van gemeentewege aangelegde beplanting of groenstrook a. voor bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen b. voor bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen c. voor bromfietsers en snorfietsers d. voor fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor e. voor overige weggebruikers
90 90 60 35 35
Met een voertuig rijden (crossen) door een park/plantsoen of op een niet van de weg deel uitmakende, van gemeentewege aangelegde beplanting of groenstrook a. voor bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen b. voor bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen c. voor bromfietsers en snorfietsers d. voor fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor e. voor overige weggebruikers
150 150 100 60 60
Roken in bos, duin dan wel andere dergelijke gebieden op tijd en plaats waarop dit niet is toegestaan
90
In de openlucht vuur aanleggen, stoken of hebben
180
Als eigenaar of houder van een hond er niet voor zorgen dat deze hond zich niet van uitwerpselen ontdoet – op een weggedeelte (mede) bestemd voor voetgangers – op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats, zandbak of speelweide – op een andere dan door het college aangewezen plaats
90 90
Met een pleziervaartuig varen in/door rietkragen, biezen of ander opstaand gewas dan wel een pleziervaartuig daar afmeren
90 90
9
Voorschrift uit de afvalstoffenverordening, voor zover betrekking hebbend op:
Boete in euro’s
Het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen
60
Het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
60
Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen
60
Buiten een daarvoor door het college bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer een afvalstof, een stof of voorwerp in de bodem brengen, storten, houden, achterlaten of anderszins plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu
150
Het achterlaten van straatafval in de openbare ruimte
90
Het doorzoeken of verspreiden van afvalstoffen of inzamelmiddelen die ter inzameling gereed staan
90
Het achterlaten van zwerfafval bij vervoeren, laden of lossen van afvalstoffen
90
Het op een voor het publiek zichtbare plaats aanwezig hebben van afvalstoffen
150
Het zich ontdoen van een autowrak, afkomstig uit een huishouden, anders dan door afgifte aan inrichtingen, genoemd in artikel 6 van het Besluit beheer autowrakken
150
10