Pestbeleid Een handreiking voor personeelsleden
Versie december 2014
Inhoudsopgave Paginanummer: Inleiding
2
Voorwaarden om pesten te voorkomen
3
Pesten bestrijden
5
Theorie over pesten
8
Bijlage 1: mogelijke aanpak gesprek
10
Iedersland College
Pestbeleid
1
Inleiding Het Iedersland College wil een school zijn waar elke leerling zich veilig voelt. Om dit te bereiken is een goed pedagogisch klimaat noodzakelijk. In de visie van het Iedersland College staat te lezen: ’In de relatie tussen de leerling en de docent ligt de basis van het welbevinden van de leerling. Een leerproces zal nooit op gang komen als de leerling zich niet veilig voelt. Dit gevoel van veiligheid is gebaseerd op vertrouwen. Daarnaast zal het gevoel van veiligheid van de leerling worden beïnvloed door de wijze waarop de docent zicht heeft op de relatie tussen de leerlingen onderling.’ De populatie van het Iedersland College bestaat voor een groot deel uit kwetsbare leerlingen. Veel leerlingen hebben te maken met leer- of gedragsproblemen. Ook zijn er veel leerlingen die te maken hebben met thuisproblematiek. Veel leerlingen hebben hierdoor een negatief zelfbeeld als ze bij ons op school komen. Een belangrijk kenmerk van onze groep leerlingen is dat ook de Nederlandse taal niet op het gewenste niveau wordt beheerst. Er is vaak sprake van een beperkte woordenschat, problemen op het gebied van de mondelinge taalvaardigheid en de informatie verwerking. Een gevolg hiervan kan zijn dat onze leerlingen angstig zijn of zich juist agressief gedragen. Een gevolg van de hierboven genoemde zaken is dat pesten op een school als het Iedersland College snel kan ontstaan. Op het moment dat er op school signalen zijn van pestgedrag moet er direct actie ondernomen worden. Pesten dat de kans krijgt zich ongemerkt voort te zetten, is moeilijker te bestrijden. De gevolgen van langdurig pesten zijn groot. Het Iedersland College is van mening dat bij het terugdringen van pestgedrag ook een actieve rol bij ouders hoort. Pestgedrag dat in school is, heeft invloed op de thuissituatie, pestgedrag dat zijn oorsprong buiten school heeft, beïnvloedt de leerling op school. Daarnaast spelen de ouders een grote rol bij de omgang van hun kind met de sociale media. Ouders van leerlingen op het Iedersland College worden niet alleen geïnformeerd over pestincidenten. Ouders worden geïnformeerd over het pestbeleid en activiteiten op school en ouders worden betrokken bij het terugdringen van pestgedrag.
Iedersland College
Pestbeleid
2
Voorwaarden om pesten te voorkomen Pesten komt het meest voor in vrije, ongestructureerde situaties met onvoldoende toezicht of in situaties waar er onvoldoende tegen dit gedrag wordt opgetreden. Ter voorkoming van pestgedrag is een positieve grondhouding van de mentor/docent gewenst. Deze is alert op pestgedrag, maar kent ook het verschil tussen plagen en pesten. De mentor/docent straalt uit dat hij pesten niet tolereert. Omgangsgedrag: Bij de SOVA-lessen wordt aandacht besteed aan gewenst omgangsgedrag. Met name in de eerste weken van de eerste klas wordt er veel aandacht besteed aan groepsvorming. Dit blijft een terugkerend onderwerp. De vertrouwenspersoon, zorgcoördinator, veiligheidscoördinator en directeur hebben een paar keer per jaar overleg om het beleid ten aanzien van pesten te evalueren en bij te stellen. Afdelingsleiders, zorgcoördinator, orthopedagoog hebben de verantwoordelijkheid om klassen samen te stellen waarbij er zo weinig mogelijk kans is op pestgedrag. Risicoleerlingen krijgen in de eerste weken extra begeleiding van een deskundige. Ook kan deze in eerste klassen komen observeren. De school hanteert de volgende richtlijnen: Voor de afdelingsleiders: -
Het pedagogisch klimaat is een terugkerend onderwerp op studiedagen en vergaderingen. Is verantwoordelijk voor een goede klassenindeling. Spreekt docenten aan die onvoldoende aandacht besteden aan pestgedrag.
Voor de zorgcoördinator: -
is mede verantwoordelijk voor een goede klassenindeling. onderneemt actie bij probleemklassen waar gepest wordt. ondersteunt de mentor bij het opstellen van een individueel- of een groepshandelingsplan ter voorkoming van pestgedrag.
Voor docenten en mentoren: -
Van elk teamlid wordt verwacht dat hij of zij werkt aan een positieve relatie met de leerling. Van elk teamlid wordt verwacht dat hij of zij aan een positief groepsklimaat werkt. Teamleden kunnen pestgedrag signaleren en weten precies welke acties er ondernomen moeten worden. Docenten worden op de hoogte gehouden van maatschappelijke veranderingen rond pesten. Docenten maken een goede klassenplattegrond. Mentoren helpen leerlingen die moeite hebben met vrije situaties o.a. door het opstellen van een plan van aanpak.
Iedersland College
Pestbeleid
3
Voor de leerlingen: -
-
Leerlingen worden vanaf de eerste dag dat zij op school zitten bekend gemaakt met de wijze waarop de school verwacht dat zij met elkaar omgaan. In de onderbouw worden er lessen verzorgd waarin sociale vaardigheden aan de orde komen. Er wordt aandacht besteed aan het verschil tussen plagen en pesten. Leerlingen worden bewust gemaakt van het probleem pesten en de gevolgen hiervan. Er wordt aan de leerlingen duidelijk gemaakt dat het doorgeven van pestgedrag geen klikken is, maar een verantwoordelijkheid om je klas- of schoolgenoot te helpen. Leerlingen weten wat de signalen zijn van pesten en weten bij wie ze signalen van pestgedrag kunnen melden. Op school worden verspreid over het jaar, losse, thematische activiteiten en projecten georganiseerd die te maken hebben met schoolveiligheid.
Voor de ouders: -
Ouders worden bij introductieavonden en gesprekken op de hoogte gebracht van de visie van de school en het beleid omtrent pesten. Ouders worden over deze activiteiten en projecten geïnformeerd. Ouders melden gedrag waaruit pesten kan ontstaan aan de school. Ouders voelen zich verantwoordelijk voor ongewenst gedrag van hun kind en zijn bereid om samen met school en leerling tot een oplossing hiervoor te komen.
Iedersland College
Pestbeleid
4
Pesten bestrijden Op het moment dat er op school signalen zijn van pestgedrag moet er direct actie ondernomen worden. Pesten dat de kans krijgt zich ongemerkt voort te zetten, is moeilijker te bestrijden. De gevolgen van langdurige pesterijen zijn groot. Op het Iedersland College wordt pesten bestreden door middel van een nietconfronterende en een confronterende methode. Beide methodieken zijn hieronder uitgewerkt. De niet-confronterende methode Deze methode wordt toegepast door een collega die het vermoeden heeft dat er gepest wordt. Hij of zij heeft op dat moment het pestgedrag niet zelf waargenomen maar vermoedt een vorm van onderhuids pesten. In deze situatie worden de volgende stappen genomen: -
-
-
-
-
Vermoedens van pesten dienen ten alle tijden serieus genomen te worden. Het personeelslid neemt contact op met de mentor. Het personeelslid bespreekt vermoedens met mentor en eventueel met andere collegae. Hier gaat het ten eerste om het delen van de vermoedens, eventueel kunnen deze afgezwakt of versterkt worden. Het onderwerp pesten en sub-onderwerpen als: buitensluiten, elkaar accepteren etc.. worden in de klas door de mentor aan de orden gebracht om zo een eerste signaal af te geven. Nadat pesten als algemeen onderwerp is besproken vraagt de mentor aan de vermoedelijke pester(s) en vermoedelijke niet-pester(s) om de komende weken eens goed te kijken in de klas of er gepest wordt. Na een week rapporteren zij naar de mentor. De mentor neemt contact op met de ouders/verzorgers van de eventuele gepeste en spreekt uit dat er vermoedens zijn van pestgedrag maar dat deze niet bevestigd kunnen worden. De vraag aan ouders/verzorgers is om pesten in zijn algemeenheid te bespreken en eventuele signalen terug te koppelen naar school. Vermoeden van pesten wordt in Magister vastgelegd.
De confronterende methode Deze methode wordt toegepast als door een personeelslid pestgedrag wordt gesignaleerd of dat de vermoedens van pestgedrag worden bevestigd. Er worden acties ondernomen op schoolniveau, klassenniveau en individueel niveau. In deze situatie worden de volgende stappen genomen: Schoolniveau: -
-
Het personeel wordt op de hoogte gesteld van het pestgedrag. Alle personeelsleden zijn op de hoogte van de klas, de gepeste(n), de pester(s) en de niet-pesters. Personeelsleden kiezen ten alle tijden de kant van de gepeste(n). Signalen en vervolgstappen worden vastgelegd in Magister.
Iedersland College
Pestbeleid
5
Klassenniveau: -
-
Mentor voert in de klas een gesprek over pesten in het algemeen. In dit gesprek wordt er van de leerlingen verwacht dat zij duidelijk stelling nemen ten opzichte van pesten. Mentor refereert in het gesprek naar afspraken die er op school en met de klas aan het begin van het jaar zijn gemaakt. De leerlingen worden gestimuleerd om een gepeste leerling te steunen.
Individueel niveau Op het moment dat er pestgedrag is geconstateerd gaan de onderstaande stappen in werking. Stap 1: Een personeelslid nodigt de gepeste leerling uit in een veilig omgeving, afgesloten van andere leerlingen. Het gesprek verloopt volgens de volgende fases: - luisteren naar wat er gebeurd is. - schrijf op wat er tijdens het gesprek gezegd wordt. - bespreken wat voor oplossingen er zijn. - afspreken wanneer er een vervolgafspraak plaatsvindt. - vastleggen in Magister. Vertel de leerling in het gesprek dat je dit met een collega zal bespreken (noem naam) en spreek een rustperiode van 1 week af. Stap 2: Voer het terugkoppelgesprek. Als er geen verdere interventie nodig is, noteer je dat in Magister. Zo niet, stap 3 Stap 3: Er wordt een (directief) gesprek gevoerd onder leiding van twee volwassenen met de slachtoffer en de dader. Dit gesprek verloopt volgens de volgende stappen - Dader wordt geconfronteerd met daden - Slachtoffer wordt gesteund - Leg uit wat de visie van school met betrekking tot pesten is. - Personeelslid eist dat pesten stopt - Ouders van slachtoffer en dader worden gebeld - Een verslag van dit gesprek komt in Magister Stap 4: Na maximaal een week is er een terugkoppelgesprek met slachtoffer. Het kan zijn dat de leerling eerder bij je komt. Als is gebleken dat de interventie voldoende is, leg je dit vast in Magister. Zo niet, dan wordt aan alle ouders van de klas een brief gestuurd en ga je verder met stap 5. Stap 5: Het pesten stopt niet en neemt zulke ernstige vormen aan, dat afdoende maatregelen moeten worden genomen. Verschillende maatregelen zijn hier mogelijk. Wat in ieder geval belangrijk is, is dat de reeds ingeslagen weg vervolgd wordt. Welke maatregelen er genomen worden hangt sterk af van de grote van de groepen, ernst van de pesterijen, type leerling, type ouders en rol van toeschouwers.
Iedersland College
Pestbeleid
6
Maatregelen die genomen kunnen worden zijn: -
gesprekken met de toeschouwers, meelopers, slachtoffers en daders. Voor een mogelijke aanpak zie bijlage 1. disciplinaire maatregelen tegen meelopers en dader toeschouwers krijgen een waarschuwingsbrief ouderavond ouders van dader en slachtoffer voeren met leerlingen erbij een gesprek.
Alle uitgevoerde maatregelen worden vastgelegd in Magister. Stap 6: Er wordt op korte termijn, bijvoorbeeld een week, geëvalueerd door mentor en leidinggevende. Mentor houdt gedurende het jaar een vinger aan de pols door te vragen hoe het met de leerlingen gaat. Slachtoffer, dader en andere klasgenoten moeten merken dat school het er niet bij laat zitten.
Iedersland College
Pestbeleid
7
Theorie over pesten Definitie: Pesten is het systematisch uitoefenen van psychische en/of fysieke mishandeling door een persoon (of een groep) van een of meer personen, die niet (meer) in staat zijn zichzelf te verdedigen. Kenmerken: Het is niet leuk. Er is sprake van machtsverschil. Er worden grenzen van de ander overschreden en dat is ook de opzet. Er zit een vorm van agressie in. Boosheid. De boosheid is eigenlijk ergens anders op gericht. De pester en gepeste nemen het eigen gevoel niet serieus. De pester maakt geen echt contact De pester: De pester neemt meestal de eigen angst niet series. De pester durft zich niet kwetsbaar op te stellen. Daar komt boosheid bovenop. De pester zoekt een slachtoffer om dat te uiten. De gepeste: De gepeste neemt het eigen gevoel ook niet serieus. De pester zegt niet: jij gaat over mijn grenzen heen: stop. Begeleiding van de gepeste: Luisteren naar het verhaal van de gepeste. Werken aan zelfvertrouwen. Goede ervaringen laten opdoen. Succesbeleving. Dingen benoemen die goed gaan. RET toepassen( wat zit er voor irrationele gedachte achter): de gedachte voor het gevoel ontdekken en veranderen. Beperkende gedachten veranderen. Wat maakt dat jij je minder voelt/ wat maakt dat jij het niet kan? Vragen wat de gepeste er zelf aan doet, nog zou kunnen doen. Begeleiding van de pester: De pester laten vertellen. De reden voor het pesten onderzoeken. De pester allemaal goede dingen van zichzelf laten be noemen: wat levert pesten je nu nog op? Wat is de echte behoefte en hoe kan de pester deze constructief vervullen?
Iedersland College
Pestbeleid
8
Valkuilen bij de begeleiding van pestproblematiek: De schuld geven Partij kiezen Alleen de zondebok begeleiden Niets doen. Mogelijke symbiose: Er kan zijn van een symbiose tussen pester en gepeste: elk van beide heeft er belang bij de situatie te laten voortbestaan. Ze houden elkaar vast in hun rol. De pester geniet van de machtssituatie De gepeste heeft er voordeel van slachtoffer te zijn. Zo houden ze elkaar in een houdgreep.
Iedersland College
Pestbeleid
9
Bijlage 1: mogelijke aanpak bij stap 5 Mogelijke aanpak: Bij het begin van het gesprek leg je de procedure duidelijk uit. Er zijn 3 gesprekrondes. Houd strak aan de procedure. Voorafgaand aan de gesprekrondes geef je informatie. Je vertelt: Dat pesten een meer voorkomend probleem is en dat er onderzoek is gedaan naar de oorzaken Dat gepesten en pesters meestal niet lekker in hun vel zitten. Dat je iedereen de ruimte wil geven te vertellen wat er gebeurd is en hoe hij zich daarbij voelt/gevoeld heeft. Dat de school een plek moet zijn waar iedereen zich veilig en prettig voelt. Dat het niet noodzakelijk is vrienden te worden, maar dat iedereen wel met respect behandeld moet worden. Dat je wel met elkaar moet kunnen samenwerken. Dat onderzoek heeft uitgewezen dat het toekomstperspectief voor pesters slechter is dan voor gepesten: ze hebben 4x zoveel kans om crimineel te worden. Dat pesten in de schoolorganisatie verboden is. Geef de informatie neutraal als feitelijke informatie. DE GESPREKSDEELNEMERS KRIJGEN NIET DE GELEGENHEID ER OP TE REAGEREN. De eerste ronde: Elke deelnemer krijgt op rij af de gelegenheid om te vertellen wat er gebeurd is volgens hem/haar. Elke deelnemer krijgt op rij af de gelegenheid om te vertellen hoe hij zich daarbij voelt/ gevoeld heeft. Je kunt aanvullende vragen stellen om de deelnemer te stimuleren alles te vertellen wat hem/haar dwars zit. Alles mag gezegd worden. Er mag niet ter plekke beledigd o.i.d. worden. DE DEELNEMERS MOGEN NIET OP ELKAAR REAGEREN. Houd daar strak de hand aan. Er vindt geen discussie plaats over wat er gebeurd is. Ieder praat voor zichzelf. Vraag of de deelnemer echt alles verteld heeft wat hij wil vertellen. Er wordt over het verleden geprat en nog niet over de toekomst. Neem de tijd. Benoem het dat je het goed/dapper vindt dat de deelnemer zich uitspreekt. Laat de leerling vanuit zichzelf praten. Ik vond in plaats van “jij…”. De tweede ronde: Elke deelnemer krijgt op rij af de gelegenheid om te vertellen wat hij nodig heeft5 om op een prettige manier naar school te kunnen gaan. Hoe ziet voor hem/haar de ideale schooldag eruit? Er wordt nu dus niet meer over het verleden gepraat, maar over de toekomst. Houd daar strak de hand aan. DE DEELNEMRS MOGEN NIET OP ELKAAR REAGEREN. Houd daar strak de hand aan. Je kunt aanvullende vragen stellen om de deelnemer te stimuleren na te denken over de eigen behoeften en die te verwoorden. Vraag of de deelnemer echt alles gezegd heeft wat hij wil zeggen? Neem de tijd Benoem dat je het goed/dapper vindt dat de deelnemer zich uitspreekt.
Iedersland College
Pestbeleid
10
Doel van de eerste en tweede ronde: Ruimte maken voor ieders verhaal. Rumte maken voor ieders emoties. Empathie bevorderen voor elkaar. De deelnemers krijgen inzicht in elkaar en wat hun handelen voor de ander betekent. De deelnemers stimuleren hun eigen gevoelens en behoeften serieus te nemen en met zichzelf in contact te gaan. Aan zelfvertrouwen werken. Ieder laten nadenken over het eigen aandeel. Zorgen voor een veilige setting waarin de deelnemers zich kwetsbaar durven opstellen. De derde ronde: De derde ronde kun je inleiden door de deelnemers uit te nodigen om nu samen af te spreken hoe ze met elkaar om zullen gaan. Je kunt nogmaals benoemen dat het niet nodig is, dat ze dikken vrienden worden, maar dat er wel samengewerkt moet kunnen worden en er ruimte moet zijn voor iedereen. Dat het de bedoeling is dat iedereen op een prettige manier naar school kan gaan. Je blijft zelf de gespreksleider en zorgt ervoor dat elke deelnemer de kans krijgt zijn/haar zegje te doen. Mocht er een discussie ontstaan of het gesprek richting nieuwe ruzie gaan, kap dat dan direct af. Ronde 1 en 2 zijn geweest. Leg desnoods de schoolregels gewoon op. Maar meestal zal er, als ronde 1 en 2 goed zijn doorlopen, en iedereen stoom heeft afgeblazen en heeft kunnen zeggen wat hij nodig heeft, wel de bereidheid zijn om met elkaar af te spreken hoe nu verder. Het is mogelijk afspraken op te schrijven en te laten ondertekenen, maar dat kan ook negatieve gevoelens oproepen. Mondelinge afspraken zijn ook goed. Benoem aan het eind van het gesprek wat je goed vond aan elk van de deelnemers. Prijs het dat de deelnemers zich positief opstelden. Spreek je vertrouwen uit in elk van de deelnemers en werk zo aan zelfvertrouwen van de deelnemers. Geef aan dat je over een week (of over een andere door jou te bepalen termijn) de deelnemers zult vragen hoe het gaat. Zo zet je er wat druk op en bied je ook opening voor een vervolg. Aanvullingen: Je kunt voor het voeren van het gesprek ook de hulp inroepen van een collega, zodat je het samen kunt doen. Maak een notitie van het gesprek in Magister. Breng ouders op de hoogte van het gesprek.
Iedersland College
Pestbeleid
11