Stibbe
FAILLISSEMENTSVERSLAG Gegevens gefailleerde
Datum: 17 maart 2006
Nummer: 3
René Johannes van den Berg, geboren 11
juni 1957, wonende te (1213 EM)
Hilversum aan de Frans van Mierislaan 18 Faillissementsnummer
05/399
Datum uitspraak
15juni2005
Curator
mr A. van Hees
R-C
mr R.H.C. Jongeneel
Activiteiten onderne.ming
Zie hieronder
Omzetgegevens
Niet bekend
Personeel gemiddeld aantal
Niet van toepassing
Verslagperiode
5
Bestede uren in verslagperiode
Zie bijlage
Bestede uren totaal
Zie bijlage
november 2005 tot en met 16 maart 2006
Het onderhavige verslag is het derde officiële openbare faillissementsverslag. Een dergelijk verslag dient aan bepaalde eisen te voldoen en heeft een vaste indeling. Deze vaste indeling zal hierna uiteraard worden gevolgd.
1.
Inventarisatie
1.1
Inleiding
Vrijwel van de aanvang af heeft de heer Van den Berg toegegeven dat de door hem van meer dan 1400 (hoofdzakelijk)
particuliere partijen geleende gelden door hem niet waren belegd maar waren gebruikt om daarmee aan de verplichtingen uit eerder afgesloten leningen te voldoen. Er was sprake
van een piramidesituatie. Niemand behoefde zich echter volgens hem zorgen te maken omdat hij "eigen" gelden in Tsjechië en Turkije zou hebben belegd. De opbrengst daarvan was volgens hem
voldoende om aan alle verplichtingen te kunnen voldoen. Voor de curator was één en ander niet te verifiëren. De heer Van den Berg had naar eigen zeggen geen administratie bijgehouden en weigerde de curator informatie te geven en vragen te beantwoorden. Al spoedig bleek dat de heer Van den Berg vermogensbestanddelen
ST\ASD\ 1416253.1
kort voor het faillissement had weggemaakt en voor de curator had
Stibbe
verzwegen.
Het voorgaande samen met het gevaar dat hij naar een ver buitenland zou vertrekken,
Van den Berg in verzekerde bewaring is gesteld op grond van artikel 87 van de faillissementswet. Daarnaast heeft de curator zich genoodzaakt gevoeld strafaangifte te doen. Na enige tijd is de heer Van den Berg op grond van strafaangiftes van de Autoriteit Financië-
heeft er toe geleid dat de heer
le Markten
(AFM), De
Nederlandsche
Bank (DNB) en de curator door opsporingsambtenaren van
de FIOD-ECD in het huis van bewaring te Haarlem aangehouden. Sindsdien zit hij in voorlopige
hechtenis op grond van het Wetboek van Strafvordering. Zolang als deze hechtenis duurt, is de
faillissementsbewaring opgeschort.
De curator heeft in deze
eerste fase van het faillissement prioriteit gegeven aan het volgende:
a.
onderzoek naar de beleggingen die zouden hebben plaatsgevonden in Tsjechië en Turkije;
b.
onderzoek naar de bestenllning van de aan de heer Van den Berg toevertrouwde gelden, en
c.
onderzoek naar verborgen en verzwegen vermogensbestanddelen.
Veel van het inmiddels beschikbaar gekomen materiaal is verkregen uit het onder leiding van het Functioneel Parket te Rotterdam door de FIOD-ECD te Arnhem ingestelde strafrechtelijk onderzoek.
Van eventuele beleggingen in Tsjechië is geen spoor gevonden. Wel is inmiddels gebleken dat kwitanties en andere stukken waaruit zou n10eten blijken dat wel degelijk in Tsjechië is geïnvesteerd, vals zijn. Daar komt bij dat hetgeen de heer Van den Berg over deze belegging heeft verklaard hoogst bizar en buitengewoon onwaarschijnlijk
De curator hecht dan ook aan het verklaarde geen geloof en gaat er van uit dat van een belegging in Tsjechisch onroerend goed geen is.
sprake is.
Een andere bewering van de heer Van den Berg was dat hij voor E 3 miljoen in een perceel Turkse grond had geïnvesteerd dat nu een waarde zou hebben van circa e 10 miljoen. Zoals in het vorige officiële verslag vern1eld blijkt het desbetreffende perceel een waarde te hebben van niet meer dan circa E 30.000,--. De curator heeft met een beroep op de Actio Pauliana de aankoop van dit perceel vernietigd en de koopsom teruggevorderd. Deze vordering is inmiddels door de rechter toegewezen.
Aan het vonnis
is ondanks sommatie overigens
nog niet voldaan. De curator zal daarom de nodige
l11aatregelen nemen om het vonnis tenuitvoer te leggen.
Wat betreft de aan de heer Van den Berg toevertrouwde gelden is inmiddels een belangrijk deel van het girale geldverkeer via de rekeningen van de heer Van den Berg geanalyseerd. De geanalyseerde gegevens hebben betrekking op de periode 2002 t/m 2005. Uit deze gegevens blijkt een daadwerkelijke inleg van in totaal circa E 85 miljoen. Van dit bedrag is in dezelfde periode circa E 79 miljoen uitgekeerd.
ST\ASD\1416253.1
Van het verschil van E 6 miljoen
is van circa E 5
miljoen de bestemming nog niet
2
Stibbe
Zoals in het informeel tussentijds verslag van 13 januari 2006 is vermeld is vastgesteld dat een groep personen voor per saldo circa E 38 miljoen is bevoordeeld. Onderzocht wordt of dit voordeel dat van de frauduleuze praktijken van de heer Van den Berg is genoten kan worden duidelijk.
teruggevorderd. Het onderzoek naar het girale geldverkeer zal worden voortgezet. Er is naast het girale geldverkeer ook sprake van een omvangrijk contant geldverkeer. Door het vrijwel geheel ontbreken van stukken en door de weigering van de heer Van den Berg hierover opheldering te verschaffen, is het buitengewoon lastig hiervan een duide1ijk beeld te krijgen.
De heer Van den Berg blijkt zijn faillissement te hebben voorbereid en blijkt gelden en goederen te hebben "veiliggevoor een belangrijk deel met de hulp van derden voor zijn faillissement steld". Onder meer in Zwitserland en I-liechtenstein zijn enkele bankrekeningen van de heer Van -
-
den Berg getraceerd. Het onderzoek naar weggemaakte vennogensbestanddelen loopt nog.
De komende periode zal vooral veel aandacht worden gegeven aan de personen rondom Van den Berg die nauw bij zijn frauduleuze praktijken betrokken zijn geweest en die daarvan hebben geprofiteerd. Voor zover deze personen voor de schade van de schuldeisers aansprakelijk
kunnen worden gesteld zal dat ook gebeuren. De bedoeling is verder het proces dat tot het faillissement van de heer Van den Berg en de benadeling van een groot aantal schuldeisers heeft geleid zo helder
mogelijk in beeld te krijgen,
sal11en
met de rol die de heer Van den Berg en de andere betrokkenen
daarbij hebben gespeeld.
Rechterlijke beslissingen
1.2
Op 23 december 2005 en 2 maart 2006 hebben zogenaamde "regiezittingen" plaatsgevonden in de strafzaak tegen de heer Van den Berg. Bij beide zittingen is de behandeling van de zaak aangehouin voorlopige hechtenis. Zijn verzoeken tot beëindiging of schorsing daarvan zijn door de rechtbank afgewezen. Op 1 juni a.s. zal de strafzaak naar
den.
De heer Van den Berg bevindt nog
steeds
alle waarschijnlijkheid inhoudelijk worden behandeld.
Op 31 januari 2006 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in het beroep dat de heer Van den Berg zelf had ingesteld tegen een aanwijzing van de AFM van 15 maart 2005. Met die aanwijzing verbood de AFM de heer Van den Berg nog langer door te gaan met het aanbieden van
effecten buiten besloten kring. De heer Van den Berg heeft bestreden dat de schuldbekentenissen die hij uitgaf ten behoeve van investeringen in Tsjechië, moeten worden aangemerkt als effecten in de zin van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 (Wte 1995). De Rechtbank Rotterdam heeft daarentegen geoordeeld dat de schuldbekentenissen effecten vormen in de zin van de Wte 1995 en dat de
AFM
de heer Van den Berg terecht een verbod heeft opgelegd. De curator is niet bij deze
procedure betrokken geweest.
ST\ASD\1416253.1
3
Stibbe
Op 8 februari 2006 heeft de rechtbank Amsterdam na vernietiging van de koopovereenkomst door de curator, op vordering van de curator de verkoper van het Turkse beleggingsperceel bij verstek veroordeeld tot terugbetaling van de koopsom van f 3 miljoen. Deze koopson1 is nog niet terugbetaald. Er zullen door de curator executiemaatregelen
1.3
tegen de verkoper worden getroffen.
Winst en verlies
Niet bekend 1.4
Balanstotaal
Niet bekend 1.5
Lopende procedures
Na eerst enkele conservatoire verhaalsbeslagen te hebben gelegd heeft de curator op 17 november 2005 een Nederlandse vennootschap en een Zwitserse tussenpersoon gedagvaard voor de rechtbank te Amsterdam.
Van de Zwitserse
tussenpersoon wordt gevorderd de terugbetaling van een zeer
aanzienlijk bedrag dat deze tussenpersoon van de heer Van den Berg zou hebben ontvangen en voor hem zou beheren. Van de Nederlandse vennootschap wordt de terugbetaling gevorderd van een lening van ca. E 800.000,-- die de heer Van den Berg via de hiervoor bedoelde Zwitserse tussenpersoon zou hebben verstrekt.
De Zwitserse tussenpersoon
heeft verstek laten gaan. De Nederlandse
vennootschap is in de procedure verschenen en heeft kenbaar gemaakt tegen de vordering verweer te zullen voeren.
tussenpersoon
De vraag
is overigens
of bij toewijzing van de vordering
tegen de Zwitserse
deze enig verhaal zal bieden.
eerst een aantal conservatoire verhaalsbeslagen te hebben gelegd heeft de curator bij dagvaarding van 10 januari 2006 een bedrag van E 300.000,-- teruggevorderd van een partij die dit bedrag na het faillissement van de heer Van den Berg van hem had ontvangen. De procedure is
Na eveneens
aanhangig bij de rechtbank Den Haag.
Naar het zich laat aanzien zullen op korte termijn nog meer procedures volgen. 1.6
Verzekeringen
De curator heeft met toestemming van de Rechter-commissaris een levensverzekering afgekocht en terzake een bedrag van E 13.870,-- ontvangen. De premies voor deze verzekering waren voldaan uit ingeleende gelden. Overigens lopen geen verzekeringen ten laste van de boedel.
Na datum faillissement
is een op de
woonhuisverzekering van de heer Van den Berg geclaimde
schade ter grootte van E 1.070,98 tot uitkering gekomen.
ST\ASD\1416253.1
Dit bedrag
is door de boedel ontvangen.
4
Stibbe
Oorzaak faillissement
1.7
De oorzaak van het faillissen1ent is de door de heer Van den Berg opgezette piramideconstructie met geldleningen met extreme renteverplichtingen. Van de aan hem toevertrouwde gelden betaalde de heer Van den Berg de aflossingen en renteverplichtingen
van eerder afgesloten geldleningen.
Inherent aan deze constructie is dat deze na verloop van tijd onvermijdelijk in elkaar stort. De heer
Van den Berg llloet zich daarvan uiteraard bewust zijn geweest en het faillissement geruime tijd van te voren hebben zien aankomen.
De heer Van den Berg leende de gelden onder het mom dat deze door hem in onroerend goed, effecten of valutatransacties
zouden worden belegd. Op relatief zeer bescheiden schaal heeft de
heer Van den Berg wel in valutatransacties belegd. In een periode van circa 2 jaar voor het faillissement heeft hij daarop voor zover thans kan worden nagegaan een verlies gemaakt van circa E
1.700.000,--. De voorgespiegelde beleggingen in Tsjechisch onroerend goed hebben, zo concludeert de curator, niet plaatsgevonden. Hetzelfde geldt voor de voorgespiegelde belegging in effecten.
De curator verwijst voor het overige naar zijn eerdere verslagen. Personeel
2.
De heer Van den Berg heeft medegedeeld geen personeel in dienst te hebben.
Activa
3.
ONROERENDE ZAKEN Hilversum
Zie het tweede officiële openbare faillissementsverslag d.d. 4 november 2005. Tsjechië
Zie
1.1 "Inleiding".
Turkije
Zie het tweede officiële openbare faillisselnentsverslag d.d. 4 november 2005. Zoals hierboven reeds venneld is de koop van het in Turkije gelegen stuk grond door de curator vernietigd en heeft hij van de verkoper in rechte de betaalde kOOpSOlTI van E 3 miljoen teruggevorderd. De rechtbank
Amsterdam heeft bij vonnis van 8 februari 2006 deze vordering toegewezen en de verkoper tot terugbetaling veroordeeld. De curator zal tot ten uitvoerlegging van het vonnis overgaan.
ST\ASD\1416253.1
5
Stibbe
2
BEDRIJFSMIDDELEN
Niet van toepassing 3
VOORRADEN/ ONDERHANDEN WERK
Niet van toepassing
4
ANDERE ACT IV A
Auto
Zie het tweede officiële openbare faillissementsverslag d.d. 4 november 2005. Aandelen
Zie het tweede officiële openbare faillissementsverslag d.d. 4 november 2005. Inmiddels heeft de curator een eigen aangifte tot faillietverklaring van R.J. van den Berg Holding B.V. laten doen waarop vervolgens het faillissement van deze vennootschap is uitgesproken. De heer Van den Berg houdt 100% van de aandelen in het kapitaal van deze vennootschap. 4.
Debiteuren
Door gefailleerde verstrekte leningen De heer Van den Berg heeft via een Zwitserse
tussenpersoon
een bedrag van circa E 800.000,--
geleend aan een Nederlandse vennootschap. De curator heeft terzake hiervan ten laste van die Nederlandse vennootschap beslag laten leggen en heeft die vennootschap in rechte gedagvaard.
Ook de tussenpersoon is gedagvaard. Zie overigens 1.5 "lopende procedures". Daarnaast heeft de heer Van den Berg een bedrag van E 200.000,-- geleend aan twee restauranthouders. De curator heeft terugbetaling van deze lening gevorderd. Op dit moment vindt daarover overleg plaats.
Ontslagvergoeding
De boedel heeft een vordering op Intervaluta voor een deel van de ontslagvergoeding die aan heer
de
Van den Berg toekomt, maar die op de datum van het faillissement
uitbetaald.
bedrag in mindering te mogen brengen,
ST\ASD\1416253.1
nog niet aan hem was pretendeert allerlei kosten op dit 9.282,52. Intervaluta zodat zij niets aan de curator verschuldigd zou zijn. De
Het gaat onl een bedrag van E
6
Stibbe
curator heeft hiertegen bezwaar gemaakt en betaling geëist van het aan de boedel verschuldigde
bedrag.
Onverschuldigde betaling
In de periode voorafgaand aan het faillissement zijn de saldi van diverse rekeningen van de heer Van den Berg overgeboekt naar de bankrekening van mevrouw Van den Berg-Post, echtgenote van de heer Van den Berg, kennelijk in een poging deze gelden buiten het bereik van de curator te brengen. Daarnaast zijn in deze periode betalingen naar haar rekening geleid die aan de heer Van den Berg toekomen. Deze bedragen zullen door mevrouw Van den Berg-Post aan de boedel moeten
worden afgedragen. Zij is daartoe door de curator aangeschreven.
Verder heeft de boedel een vordering uit onverschuldigde betaling op Intervaluta voor een totaalbedrag van E 191.887,01. De heer Van den Berg is in de periode voorafgaand aan zijn faillissement en aan zijn ontslag bij Intervaluta namens Intervaluta een groot aantal sponsorovereenkomsten aangegaan. Intervaluta heeft gesteld dat de heer Van den Berg deze sponsorovereenkomsten niet had
mogen aangaan, en dat Intervaluta van die overeenkomsten niet op de hoogte was. De heer Van den Berg zou daarom persoonlijk aansprakelijk zijn voor de betaling van de sponsoractiviteiten. Op 7 april 2005 hebben de heer Van den Berg en Intervaluta een vaststellingsovereenkomst gesloten, waarbij de heer Van den Berg aansprakelijkheid erkent voor wat betreft de sponsorovereenkomsten die in een bijlage bij die vaststellingsovereenkomst
worden genoemd. Ten behoeve van de betaling van de in de bijlage genoemde sponsoring zou de heer Van den Berg een bedrag van E 260.000 aan Intervaluta ter beschikking stellen. De heer Van den Berg heeft echter E 330.050 aan Intervaluta betaald, derhalve E 70.050 te veel. Daarnaast bJijkt dat Intervaluta
een groot deel van de in de bijlage genoemde bedragen niet heeft hoeven betalen. De curator heeft E 191.887,01 uit hoofde van
onverschuldigde betaling bij Intervaluta opgevorderd.
Betalingen op of na datum faillissel1zent Namens en in opdracht van de heer Van den Berg zijn op en na de datum waarop hij failliet is verklaard (15 juni 2005), nog diverse betalingen gedaan aan derden. Het gaat hier onder meer om de betaling van een bedrag van E 300.000,-- via een Zwitserse tussenpersoon en een betaling van E 50.000,-- via een Nederlandse tussenpersoon. Betalingen die op of na datum van het faillissement door de gefailleerde plaatsvinden zijn niet geldig en kunnen door de curator worden teruggevorderd. Ter zake van de betaling van het bedrag van E 300.000 loopt reeds een gerechtelijke procedure. Naar andere betalingen op of na datum faillissement wordt door de curator nog onderzoek gedaan. Niet kan worden uitgesloten dat hieruit nog meer vorderingen en gerechtelijke procedures
zullen volgen.
ST\ASD\1416253.1
7
Stibbe
Betalingen
via a(1vocaten van de heer Van den Berg
De curator heeft vastgesteld dat kort voor het
faillissement,
toen het faillissement reeds was aange-
vraagd, via de derdengeldrekening van twee van de advocaten van de heer Van den Berg betalingen hebben plaatsgevonden. De curator stelt zich op het standpunt dat in ieder geval de betalingen via de derdengeldrekening de desbetreffende
Investeringen in
van één van deze twee advocaten onrechtmatig zijn geweest. Hij heeft van
advocaat vergoeding van de schade van de boedel gevorderd.
MEI
Gefailleerde houdt via Middle Europe Investments (MEI) twee participaties ad E 50.000 in comll1anditaire vennootschappen (CV's) die investeren in onroerend goed in Midden- en Oost Europa. Op 5 januari 2006 is door MEI op de faillissementsrekening een bedrag van E 29.750 gestort. Dit betreft een tussentijdse uitkering. Een van de twee investeringen zal volgens mededelingen van MEI over enkele maanden afgewikkeld worden. De andere investering loopt nog enkele jaren.
Voorts heeft de heer Van den Berg van een participant in één van de CV's van MEI een half aandeel gekocht voor een bedrag van E 25.000,--. De helft van de opbrengsten van deze participatie komen aldus aan de boedel toe. Op deze participatie wordt naar verwachting een tussentijdse uitkering van E 3.692,48 gedaan. De helft daarvan zal aan de boedel moeten worden afgedragen.
Bevoordeelden
Zoals vermeld onder 1.1 "Inleiding", is er een groep van personen die meer hebben ontvangen dan zij feitelijk hebben ingelegd. Voorzover thans kan worden vastgesteld is deze groep door de frauduleuze praktijken van de heer Van den Berg bevoordeeld voor per saldo circa E 38 miljoen. De curator doet onderzoek naar de mogelijkheden om van deze personen de bedragen terug te vorderen die zij hebben ontvangen voor zover die uitgaan boven wat zij feitelijk hebben ingelegd. 5.
Bank / Zekerheden
De heer Van den Berg had tot kort voor datum faillissement enkele
tientallen
bankrekeningen
in
Nederland op zijn naam staan. De curator heeft met alle banken waarvan hem bekend is of waarvan hij vermoedt dat gefailleerde er een relatie mee onderhield of onderhoudt, contact gezocht en bij die banken mutatiegegevens van alle rekeningen van de heer Van den Berg opgevraagd. Alle bekende FIOD-ECD in één gedigitaliseerd bestand samengebracht,
bankgegevens zijn vervolgens door de
zodat het mogelijk werd inzicht te krijgen in de (girale) geldstromen. Hieruit is het beeld naar voren
gekomen dat kort beschreven wordt onder 1.1 "Inleiding" en 1.7 "Oorzaak faillissement" en dat het in eerdere verslagen geschetste beeld bevestigt: een piramidestructuur waarbij grote bedragen zijn "herverdeeld".
ST\ASD\1416253.1
Daarnaast blijkt overigens dat van de aan de heer
Van den Berg toevertrouwde
8
Stibbe
gelden door hem een deel ook voor diverse andere, nog niet geheel opgehelderde, doeleinden is gebruikt.
De curator heeft een aantal bankrekeningen in het buitenland aangetroffen met effecten en gelden. Op één rekening staat een bedrag van ca. E 850.000; het saldo op de andere rekening is nog onbekend. Op beide bankrekeningen is door de FIOD-ECD via een rechtshulpverzoek beslag gelegd.
6.
Doorstart / voortzetten
6. 1
Voortzetten
Niet van toepassing Exploitatie / zekerheden
6.2
Niet van toepassing 6.3
Doorstart
Niet van toepassing
7.
Rechtmatigheid
Strafaangifte Inmiddels loopt tegen de heer Van den Berg een gerechtelijk vooronderzoek. Hij wordt verdacht van oplichting, valsheid in geschrifte, bedrieglijke bankbreuk, witwassen en effectenrechtelijke delicten. De heer Van den Berg bevindt zich reeds geruime tijd in voorlopige hechtenis.
Pauliana
Zie het vorige officiële openbare verslag d.d. 4 noven1ber 2005. Aan hetgeen er in dat verslag staat vermeld kan het volgende worden toegevoegd. 4 februari 2005 ten overstaan van een notaris gesloten waarbij een vordering van E 300.000 die mevrouw Van den Berg-Post op haar echtgenoot zou hebben is verrekend met een vordering van de heer Van den Berg op zijn echtgenote van eveneens E 300.000. Deze vordering, zo wordt gesteld in de vaststellings-
De heer en mevrouw Van den Berg-Post hebben op een vaststellingsovereenkoillst
ST\ASD\1416253.1
9
Stibbe
heeft de heer Van den Berg op zijn echtgenote verkregen in verband met de aankoop van het huis aan de Frans van Mierislaan 16 te I-lilversum dat op naam staat van mevrouw Van den overeenkomst,
Berg-Post doch door de heer Van den Berg is betaald. Het huis is echter indertijd niet verworven voor E 300.000,-- doch voor E 475.000. Mevrouw Van den Berg-Post is daarom niet E 300.000
doch E 475.000 verschuldigd aan haar echtgenoot. Voorts heeft de curator bij brief van 22 juli 2005
mevrouw Van den Berg-Post verzocht om een met stukken onderbouwde specificatie van haar gepretendeerde tegenvordering op haar echtgenoot. Het door de curator gevraagde inzicht in waaruit de verschuldigdheid van deze tegenvordering zou kunnen blijken is door haar echter niet verschaft. Uit de gegevens van de curator blijkt niets van een vordering van E 300.000 die mevrouw Van den Berg-Post zou hebben op haar echtgenoot. Nu zij ook na het uitdrukkelijk gegevens
verzoek van de curator geen gegevens heeft verschaft waaruit het bestaan van deze vordering zou kunne~ blijken, gaat de curator ervan uit dat er geen vordering is. Dit betekent dat van een verrekening door mevrouw Van den Berg-Post met de vordering op haar echtgenoot ad E 475.000,00 geen sprake kan zijn en dat zij dit bedrag nog steeds verschuldigd is. Met een beroep op de Actio Paulia-
na heeft de curator bij brief van 27 januari 2006 de vaststel1ingsovereenkomst vernietigd voorzover daarin een vordering van E 300.000 van n1evrouw Van den Berg-Post op haar echtgenoot wordt vastgesteld en deze wordt verrekend met de vordering van gefailleerde op haar, en voor zover de vordering van gefailleerde op zijn echtgenote wordt vastgesteld op E 300.000 in plaats van de
werkelijk verschuldigde E 475.000.
Naar overige paulianeuze handelingen wordt nog onderzoek gedaan. 8.
Crediteuren
8.1
Concurrent
Bij de curator hebben zich sinds het heer Van den Berg verstrekte
laatste verslag geen nieuwe schuldeisers ter zake van aan de geldleningen aangemeld. Tot op heden hebben circa 1440 geldver-
schaffers een vordering ingediend,
vergezeld van (een kopie van) een of meer door gefailleerde
schuldbekentenis(sen). Het totaal van hun vorderingen, tot aan datum faillissement verschuldigde rente niet meegerekend, beloopt circa E 127 miljoen. Zou de rente wel worden meegerekend, dan zou de schuldenlast komen op circa E 160 miljoen. getekende
Naast bovengenoemde concurrente schuldeisers hebben zich nog enkele schuldeisers aangemeld met vorderingen van 'huishoudelijke' aard (telefoonrekeningen en dergelijke). 8.2
Preferent
De tot nu toe enige bevoorrechte schuld die bij de curator
is aangemeld is die ter zake
van de kosten
van de faillissementsaanvraag.
ST\ASD\1416253.1
10
Stibbe
8.3
Boedelschulden
De curator heeft voor de uitoefening van zijn taak diverse derden in moeten schakelen, die direct vanaf de faillissementsrekening
zijn of worden betaald, zoals buitenlandse advocaten (Turkije,
Zwitserland), deurwaarder, rechtbank (griffierechten) en vertalers.
9.
Overig
De curator zal doorgaan n1et zijn onderzoek. Zijn doel is ane vermogensbestanddelen van de heer Van den Berg, waar deze zich ook mochten bevinden, tevoorschijn te brengen en (meer) duidelijkheid te verkrijgen over de handelwijze van de heer Van den Berg en personen uit zijn omgeving die tot de enonne schade voor zijn schuldeisers hebben geleid. Gelet op de weinig coöperatieve opstelling van de heer Van den Berg houdt de curator rekening met een langdurig en moeizaam traject. Amsterdam, 17 maart 2006
mr A. van Hees, curator
~~ß~
~
"'--
ST\ASD\1416253.1
11