�
jaargang 15 / nr 50 / juni 2006 � �
15 jaar Lizeb u
lletin.
In dit nummer o.a: // Ouderen laten van zich horen / pag. 3 // Project culturele spoorzoekers afgerond / pag. 4 // Elke stem telt! / pag. 8
Een eigen plek onder de zon Buurtbinding in theorie en praktijk Iedereen heeft buren en weet dus dat de onderlinge verhoudingen belangrijk zijn - en kunnen veranderen. De binding met de buren en met de buurt was vroeger beter, intiemer dan nu, zo zegt men vaak, maar is dat ook zo? Stadssocioloog Tineke Lupi doet onderzoek naar de sociale ontwikkeling van de nieuwe Amsterdamse wijk IJburg en is in de onderzoeksliteratuur op zoek gegaan
naar een antwoord. Zij ontdekte dat er al vroeg onderzoek is gedaan, maar dat de resultaten van dat onderzoek door de volgende generaties weer vergeten worden. Een slecht geheugen dus als oorzaak van een romantische kijk op het buurtverleden? Ook nú worden buurtverhoudingen niet alleen maar uitgehold; mensen kunnen veel inzet tonen, zij het op een zakelijker basis dan vroeger. Lees verder op de volgende pagina.
Je bent bezig met een promotieonder zoek. Wat onderzoek je precies en waar om heb je juist dit onderwerp gekozen? Ik doe onderzoek naar het ontstaan van nieuwe wijken. Daar werd in Nederland tot voor kort nauwelijks onderzoek naar gedaan. Ik kijk naar het prille begin van een VINEX-wijk, vanaf het moment dat er echt nog niks is totdat mensen er een paar jaar wonen. Ik hou van stadssociologie en ben vooral geïnteresseerd in wat mensen met een plek hebben. Mijn doel is: uitvinden wat een plek, een wijk voor mensen betekent. Wat doen ze er mee en wat doen ze er vooral niet mee? Tot de jaren 50 hadden we een heel ideaal idee van ‘gemeenschap’ en die gemeenschappen zouden heel lokaal zijn. Inmiddels weten we dat dat niet waar is. Daarna is er lang het idee geweest dat die wijk helemaal niets zou betekenen. Dat het alleen maar een plek om te slapen is, maar dat werken, winkelen, kortom leven ergens anders gebeurt. De laatste jaren zijn we weer tot de conclusie gekomen dat ook dat niet waar is, zeker niet in nieuwe wijken waar veel jonge gezinnen wonen. Ik wil uitzoeken hoe het nu wél zit,
mensen het gevoel dat alles mogelijk is. De bewoners worden uitgedaagd door het idee dat ze van alles moeten doen, juist omdat er nog geen kaders zijn. Ze zijn zich er van bewust dat ze die kaders zelf kunnen scheppen en gaan daardoor in het begin erg hun best doen. Dat kan je omschrijven als pioniersgeest. Maar als ze gesetteld zijn, en dat gaat in IJburg ontzettend snel, dan gaat dat over. Dan is de pioniersgeest niet meer nodig en is het eigenlijk gewoon huisje boompje beestje. Vroeger ontstonden er meer formele verenigingen met leden en bestuur. Nu is dat anders, het zijn meer losvaste clubjes. Ondanks dat het lossere verbanden zijn, zijn die niet minder hecht en doen mensen wel van alles samen. In IJburg werden eerst de dure koopwoningen opgeleverd, dat zorgde voor een eenzijdige samenstelling van de ‘pioniersbevolking’. Sinds de oplevering van de sociale huurwoningen zijn er in een keer veel meer allochtonen komen wonen. Op zich hebben deze groepen zich wel enigszins gemengd, hoewel er wel sociale en fysieke scheidslijnen lopen. Ook de groep die later gekomen is, heeft heel erg het gevoel dat ze aan iets nieuws begonnen zijn en dat ze er iets van moeten maken. In het algemeen is men hier heel open naar elkaar, men groet elkaar op straat en zegt dan ‘dan deden we in onze oude buurt nooit’. Verder gaan mensen toch vooral om met hun directe buren, er gebeurt veel op blokniveau. Eigenlijk zijn die pioniersclubjes ook heel lokaal.
zich wel richten op de buurt. De plek waar je woont is belangrijk en het is ook belangrijk dat die buurt wordt onderhouden en schoon en leefbaar blijft. De overheid moet er om ‘geven’ anders hebben bewoners het gevoel dat ze achtergesteld worden. Een buurt is dus geen gemeenschap maar is wel belangrijk: je doet er je boodschappen, je hebt er vaak wel enige contacten, de kinderen gaan er naar school. Ik heb eerst in het centrum gewoond en woon nu in de Baarsjes. Ik ben jong en ben veel weg, mijn binding met mensen in de buurt is niet heel groot. Natuurlijk heb ik wel contacten en maak praatjes in de buurt en met naaste buren. Dat is ook functioneel om elkaar te kunnen helpen. Nu heb ik toevallig een Kroatische bovenbuurvrouw, dat is leuk, dan heb je iets samen. Ik heb mijn huidige woning ook uitgekozen vanwege de goede voorzieningen en omdat het er prettig en goed uit ziet. De diversiteit in de buurt is redelijk groot en dat vind ik leuk. Er zijn genoeg mensen met wie ik me kan identificeren, mensen zoals ik, ook al ken ik ze niet persoonlijk. Mensen moeten niet te homogeen maar ook vooral niet te heterogeen wonen. Veel Amsterdammers hebben misschien geen grote binding met de buurt waar ze wonen maar wel een binding aan de stad of met bepaalde delen van de stad. Ze willen in elk geval niet buiten de stad wonen. // Boudewijn Sittrop & Gonnie Kaptein
Meer lezen?
Je hebt zelf in verschillende Amsterdam se buurten gewoond, hoe kijk jij aan tegen ‘buurtbinding’? hoe mensen dan wel iets samen hebben en wat de mechanismen zijn. Je kan het niet meer een traditionele gemeenschap noemen, ik noem het een ‘lichte gemeenschap’, in navolging van J.W. Duyvendak en M. Hurenkamp die dit concept ontwikkelden. Sociale cohesie zit niet alleen in buurten, maar in de hele samenleving. Het gaat om de algemeen sociale samenhang en die wordt anders ingevuld dan vroeger. Oude instituten zijn minder belangrijk geworden, maar mensen zijn nog steeds verbonden. Het is allemaal losser en vrijblijvender geworden, maar van sterke individualisering is geen sprake.
Kan je iets zeggen over de ‘pioniersgeest’ in nieuwe wijken? In een nieuwe wijk als IJburg hebben
Lizebulletin / nr 50 / juni 2006
2
Er is nog erg een algemeen idee dat een buurt een soort ouderwetse gemeenschap zou moeten zijn, daar geloof ik niet in en het is ook niet zo. Mensen hebben veel activiteiten buiten een buurt, zodat ze niet alleen op die buurt gericht zijn. De meeste stadsbuurten zijn zo heterogeen dat mensen niet heel veel gemeen hebben, dat ze niet genoeg overeenkomsten hebben. Het idee dat de buurt de enige plek is waar sprake is van sociale integratie, dat is waarschijnlijk nooit echt zo geweest. Misschien in dorpjes vroeger, maar in steden is het altijd anders geweest, zelfs in oude stadswijken. Er is een hang naar het verleden want ‘toen hadden mensen nog hechte banden’. Het ideaal van de ‘buurt als gemeenschap’ wordt ingegeven door een hang naar kleinschaligheid en overzichtelijkheid. Natuurlijk moeten beleidsmakers
Buurtbinding. Van veenkolonie tot VINEXwijk, door Tineke Lupi (NWO-reeks Sociale cohesie, isbn 90 5260 196 8, 2005, Aksant, Amsterdam)
Tineke Lupi (1978, Den Haag) studeerde sociologie aan de Universiteit van Amsterdam en is sinds 2003 verbonden aan het Amsterdam Institute for Metro politan and International Development Studies (AMIDSt). Momenteel werkt zij aan een proefschrift over de sociale ontwikke ling van de nieuwe Amsterdamse wijk IJburg waarop ze in 2007 verwacht te pro moveren. In 2002 werkte Tineke mee aan de Lize-publicatie Grenzeloze generaties, Zuideuropese jongeren over hun identiteit. In deze bundel nam zij de bijdrage over Kroatië voor haar rekening. Haar Neder landse moeder ontmoette de Kroatische vader van Tineke tijdens een zomervakan tie. Zij vestigden zich in Nederland.
Oudere migranten laten van zich horen
Integratieraad allochtone ouderen 3 juli 2006 De aanbevelingen die geformuleerd zijn in de notitie ‘Wij komen eraan’ van de LOMsamenwerkingsverbanden, liggen aan de basis van de integratieraad allochtone ouderen die op 3 juli gehouden wordt met minister Verdonk en de staatssecretarissen Ross-van Dorp van VWS en van Hoof van SZW. De ‘integratieraad’ wordt gehouden naast de normale LOM-overleggen zoals die op grond van de Wet Overleg Minderhedenbeleid plaatsvinden tussen de LOMsamenwerkingsverbanden en het kabinet. Bij een integratieraad zitten ook die maatschappelijke partijen aan tafel die een rol kunnen spelen bij de uitvoering op een bepaald beleidsterrein. Op de agenda voor 3 juli staan voorlopig de volgende onderwerpen: • inkomenspositie en behoud van finan ciële zelfstandigheid van allochtone ouderen; • bevordering van de participatie en de zelfredzaamheid van allochtone ouderen; • maatschappelijke ondersteuning en zorg; • huisvestingsproblematiek.
Variatie in grijs, quickscan van organisaties van en voor allochtone ouderen Op 4 april 2006 vond tijdens een landelijke werkconferentie in aanwezigheid van veel oudere migranten de presentatie plaats van de quickscan ‘Variatie in grijs, organisaties van en voor alloch tone ouderen’. Het eerste exemplaar werd door Emiliano Ruiz, voorzitter van het Ronde Tafeloverleg Oudere Mede landers (RTOM) aangeboden aan de heer J. Koopman van het Fonds PGO. De quickscan brengt in kaart welke organisaties er zijn van en voor oudere migranten. Wat die organisaties doen, wat ze kunnen en vooral ook wat ze willen.
Waarom een quickscan?
MXi`Xk`\ _d
]h_`i
omslag_def.indd 1
Wat staat er in de quickscan? De quickscan geeft allereerst een beeld van de reikwijdte van de activiteiten van de organisaties van allochtone ouderen, lokaal, regionaal en landelijk en de wijze waarop de belangen van de ouderen door deze organisaties worden behartigd. Daarnaast geeft het inzicht in de wensen, behoeften en ambities van deze organisaties. Er zijn 33 organisaties beschreven waarvan er 23 als zelforganisatie aangemerkt kunnen worden. Onder zelforganisatie wordt verstaan: belangenorganisatie van, voor en (grotendeels) door allochtone ouderen zelf. De andere tien zijn professionele organisaties die zich bezighouden met de belangenbehartiging van een specifieke doelgroep allochtone ouderen. Op landelijk niveau zijn vier zelforganisaties van allochtone ouderen actief, drie algemene zelforganisaties die ook activiteiten organiseren voor allochtone ouderen, twee in naam landelijke maar in de praktijk lokaal actieve organisaties en negen landelijke professionele organisaties. In de quickscan komen verder vier regionale organisaties, tien lokale zelforganisaties en een lokale professionele organisatie aan bod. Hl`ZbjZXe lWdeh]Wd_iWj_[i lWd[dleeh WbbeY^jed[ekZ[h[d
M X i ` X k ` \ ` e ^ i ` a j
Bij de LOM-samenwerkingsverbanden, de ouderenbonden en het RTOM leefden er al geruime tijd vragen over de organisaties van allochtone ouderen. Vragen over de mate waarin men zelf actief is als belangenbehartiger, met wie men samenwerkt, welke activiteiten men organiseert voor ouderen en tegen welke problemen men daarbij aanloopt. Na het wegvallen van de Nederlandse Bond van Oudere Migranten (NISBO) is de formele inbreng van de belangen van allochtone ouderen in het Coördinatieorgaan Samenwerkende Ouderenbonden (CSO) weggevallen. De LOM-samenwerkingsverbanden hebben begin 2005 de notitie ‘Wij komen eraan. Wensen, behoeften én ambities van oudere migranten in Nederland’ gepresenteerd aan minister Verdonk en vervolgens aan het Fonds PGO en het CSO aangeboden. Om de belangenbehartiging van allochtone ouderen te versterken bestond er grote behoefte om te weten wat de organisaties van allochtone ouderen doen op dit terrein
en om de wensen en behoeften van deze organisaties te kennen. Vandaar dat besloten is om een inventariserend onderzoek te houden. De quickscan ‘Variatie in grijs’ is tot stand gekomen door een financiële bijdrage van het Fonds PGO.
Hl`ZbjZXelWdeh]Wd_iWj_[ilWd[dleehWbbeY^jed[ekZ[h[d
MXi`Xk`\ _d
]h_`i 21-03-2006 17:27:27
Naast de relevante ministeries (VWS, SZW en VROM) worden door minister Verdonk onder andere ook de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, Divosa (vereniging van directeuren van sociale diensten), het Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn en Arcares (de brancheorganisatie voor verpleging en verzorging) uitgenodigd. De bedoeling is dat alle betrokken partijen zoveel mogelijk concrete afspraken maken die de situatie van allochtone ouderen kunnen verbeteren.
Tijdens de werkconferentie hebben de ouderen hun wensen voor de toekomst op kaarten geschreven. Aan het eind van de dag werden deze kaarten aan kleurrijke ballonen de lucht in gestuurd door de jonge Turkse actrice Elvan Akyildiz, die de betrokkenheid van de tweede generatie bij de eerste generatie symboliseerde. De variatie in grijs was even weg … // Boudewijn Sittrop
De quickscan is te bestellen door 15,- over te maken op bankrekening 54.79.12.501 van de ANBO, o.v.v. bestelnr. B0601 en het aantal exemplaren.
3
Lizebulletin / nr 50 / juni 2006
Nieuw verblijfsrecht EU-burgers
Handtekeningenactie tegen het wetsontwerp inburgering
Vanaf 1 mei 2006 is de richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement in werking getreden. Deze richtlijn heeft als doel de regelgeving over het recht op vrij verkeer en verblijf van EU-burgers eenvoudiger te maken. Vanaf nu krijgen EU-burgers die voor het eerst naar Nederland komen en hier langer dan drie maanden willen verblijven, geen verblijfsdocument meer. Wel moeten zij zich inschrijven bij de gemeente waar ze wonen en daarna bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Bij de inschrijving bij de IND krijgen zij als verklaring van inschrijving een sticker in hun paspoort; deze sticker vormt het bewijs van rechtmatig verblijf in Nederland. Ook nieuw is het ‘duurzame verblijfsrecht’, dat automatisch ontstaat op het moment dat een EU-burger langer dan vijf jaar zonder onderbreking in Nederland verblijft. De rechten die samenhangen met dit ‘duurzaam verblijfsrecht’ zijn te vergelijken met de rechten die iemand heeft met een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd. Dit betekent dat EU-burgers met een duurzaam verblijfsrecht een heel sterke rechtspositie krijgen die alleen in uitzonderlijke gevallen kan komen te vervallen. EU-burgers die kunnen aantonen dat ze langer dan vijf jaar zonder onderbreking in Nederland wonen kunnen een aanvraag indienen voor het document duurzaam verblijf via de website van de IND (www.ind.nl). De kosten zijn j 30,-.
Met een persconferentie op 3 mei zijn de LOM-samenwerkingsverbanden, met steun van de FNV, een handtekeningenactie gestart tegen het wetsvoorstel inburgering. Tijdens de persconferentie bracht FNV-voorzitter Agnes Jongerius de kritiek op het wetsontwerp inburgering helder onder woorden: ‘Het is niet meer dan normaal dat mensen die hier wonen, werken en leven, de Nederlandse taal leren. Jongeren moeten zich de taal eigen maken om met succes een opleiding te kunnen volgen en aan het werk te gaan. Ouders hebben de kennis van de Nederlandse taal en samenleving nodig, voor zichzelf, maar ook zodat ze hun kinderen kunnen stimuleren en ondersteunen. Daarbij mag enig aandringen worden toegepast. Ten slotte hebben mensen hun eigen verantwoordelijkheid. Maar je mag als overheid niet zeggen: ‘je mag hier nu zijn, maar zoek het verder maar uit’. En dat is de uitstraling van dit kabinetsbeleid: zoek het zelf
maar uit. De FNV wil een toegankelijk cursusaanbod. Wij vinden het belangrijker dat iedereen Nederlands leert, dan dat mensen zelf voor de kosten opdraaien. Zoals ik al zei, de FNV is voorstander van een strakker inburgeringsbeleid. Maar de inburgering moet mensen helpen om hun plek te vinden en een volwaardige bijdrage te leveren aan de Nederlandse samenleving. Van de overheid mag daarom verwacht worden dat ze een goede infrastructuur creëert voor nieuwe migranten (nieuwkomers) en voor de migranten die hier al zijn (oudkomers). Het LOM heeft ook kritiek op de plannen. Daarom is het LOM een handtekeningenactie gestart, die wij graag steunen. Want het LOM heeft gelijk: de inburgering moet beter. Daarom steunt FNV de actie voor een betere inburgeringswet.’ Op de website van Lize vindt u een handtekeningenlijst.
v.l.n.r. Mustafa Ayranci (IOT), Agnes Jongerius (FNV) en Theo Chang (IOC)
Week van de onvolledige AOW Van 12 tot 16 juni organiseert de FNV een actieweek over de onvolledige AOW. Deze actieweek wordt ondersteund door de LOM-samenwerkingsverbanden. Tijdens deze week gaat de FNV met een bus het land door om op diverse plaatsen met politici op gemeentelijk, regionaal en landelijk niveau in discussie te gaan over het armoedeprobleem onder oudere migranten wat onder meer veroorzaakt wordt door het AOWgat. Tijdens de actieweek wordt een manifest aangeboden aan minister De Geus en staatssecretaris Van Hoof van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Hieraan wordt als afsluiting van de actieweek een politiek debat gekoppeld op donderdag 15
Lizebulletin / nr 50 / juni 2006
4
juni. Bij dit debat zijn veel prominente politici aanwezig, evenals deskundigen uit de pensioenwereld, SVB en Divosa. Hen wordt gevraagd een standpunt in te nemen en zich sterk te maken voor oplossingen voor het AOW-gat en de armoede onder oudere migranten. Namens Lize neemt Lucía Lameiro deel aan het debat. Het debat wordt gehouden op donderdag 15 juni in Nieuwspoort, Lange Poten 10, Den Haag, van 19.30 tot 21.30 uur. U bent van harte welkom. Meer informatie op www.pensioenkijker.nl en op www.fnv.nl/minderheden (onder ‘inkomen’).
Inspraak allochtone ouders Kortgeleden is het project ‘Platform allochtone ouders en onderwijs’ van start gegaan met de vorming van lokale platforms in de dertig grote gemeenten. Het doel is om de betrokkenheid van allochtone ouders bij het onderwijs van hun kind te bevorderen en zichtbaar te maken en om de relatie tussen school, leerlingen, schoolbesturen en ouders te verbeteren. De lokale platforms worden gevormd door allochtone ouders die kinderen hebben in het basis - en voortgezet onderwijs. De deelnemers zijn afkomstig uit diverse etnische groepen en vertegenwoordigen geen belangenorganisaties, maar hebben een eigen, zelfstandige inbreng. Alle deelnemers aan een platform krijgen informatie over onderwijs, onderwijsachterstanden en de onderwijsstructuur in Nederland.
Van hen wordt verwacht dat ze lokale en stedelijke verhoudingen op het terrein van onderwijs goed kennen, of bereid zijn om zich in dit onderwerp te verdiepen. Van de leden wordt ook verwacht dat ze overleggen bijwonen die plaatsvinden in het kader van platformactiviteiten en dat ze een inhoudelijke bijdrage leveren aan de uitvoering van het activiteitenplan van het platform. Ouders die zitting willen nemen in een van de lokale platforms kunnen zich aanmelden bij één van de projectmedewerkers van het Platform Allochtone Ouders. Het Platform wordt uitgevoerd door Forum, Instituut voor Multiculturele Ontwikkeling,
[email protected] of 030-2974 321. Nadere informatie is ook verkrijgbaar bij Dimitris Grammatikas van Lize.
Tijdelijk werken in herkomstlanden
De Internationale Organisatie voor Migra tie (IOM) is per 1 april 2006 gestart met een nieuw project getiteld Temporary Return of Qualified Nationals (TRQN). Het doel van het project is om een bijdrage te leveren aan de wederopbouw en ontwikkeling van onder andere Bosnië-Herzegovina en Servië-Montenegro. Het gaat hierbij om de tijdelijke uitzending van hoogop geleide migranten die een permanente verblijfsvergunning in Nederland hebben of de Nederlandse nationaliteit. Zij zullen werk verrichten waarvoor in deze landen locale expertise ontbreekt. De periode van
Jong en oud
De verbondenheid tussen de oudere en jongere generatie is een belangrijk thema waar te weinig aandacht voor is. In commercie en reclame worden jongeren en ouderen als gescheiden doelgroepen gezien. In de samenleving zijn er weinig momenten waarbij jongeren en ouderen samenkomen om elkaar te leren kennen. Daarom is Lize het project ‘Jongeren en ouderen samen op weg’ gestart. Dit project is een onderdeel van het masterplan ‘Niet naast elkaar, maar met elkaar’ wat de LOMsamenwerkingsverbanden gezamenlijk uitvoeren. In dit masterplan zijn verschillende projecten opgenomen die gericht zijn op de versterking van maatschappe-
tewerkstelling kan variëren van enkele weken tot enkele maanden. Werkgevers met vacatures in de betreffende herkomstlanden kunnen zich ook inschrijven. IOM speelt een bemiddelende rol om vraag en aanbod bij elkaar te brengen. Kandidaten die uitgezonden worden, ontvangen van IOM een financiële ondersteuning. In totaal kan IOM 150 personen uitzenden. Het project is gefinancierd door het Ministerie van Buitenlandse Zaken en loopt tot en met maart 2008. Meer informatie is te verkrijgen bij IOM, Zia Gulam, 070 - 31 81 571 of op www.iom-nederland.nl
Zuideuropese (deel)gemeenteraadsleden Christine Daskalakis, Griekse afkomst, wethouder Schiedam, CDA Olga Hoek-Magno Bataglia, Portugese afkomst, gemeenteraad Oud Beijerland, PvdA Richard Scalzo, Italiaanse afkomst, deelgemeentebestuur Rotterdam Noord, PvdA Sabina Gazic, Bosnische afkomst, gemeenteraad Amsterdam, PvdA Thijs Reuten, Italiaanse afkomst, gemeenteraad Amsterdam, PvdA Carlos Gonçalves, Kaapverdiaanse afkomst, voorzitter deelgemeente Rotterdam Delfshaven, PvdA Ajla Mandic, Bosnische afkomst, gemeenteraad Apeldoorn, PvdA Miriam Monteiro Lima, Kaapverdiaanse afkomst, gemeenteraad Capelle a/d IJssel, PvdA Juana Martinez Ramos, Spaanse afkomst, gemeenteraad Heemskerk, PvdA Franco Siragna, Italiaanse afkomst, gemeenteraad Eemsmond, PvdA Senada Mahalbasic, Bosnisch/Kroatische afkomst, gemeenteraad Emmen, PvdA Angelica Gala y Hondema, Spaanse afkomst, gemeenteraad Ooststellingwerf, PvdA Katja Rusinovic, voormalig Joegoslavië, gemeenteraad Dordrecht, PvdA
lijke binding en het tegengaan van radi calisering. Het doel van het Lize-project is ouderen én jongeren van verschillende afkomst bij elkaar te brengen. Er worden workshops georganiseerd waarbij muziek als middel dient om elkaar beter te leren kennen en te begrijpen en workshops gericht op gezamenlijke geschiedenis en cultureel erfgoed. Sinds begin februari is Lotte Bekker bij Lize als projectmedewerker aangesteld. Zij zal de komende anderhalf jaar in Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht te vinden zijn om deze bijeenkomsten te organiseren. Wilt u met uw organisatie deelnemen of wilt u zichzelf als deelnemer aanmelden? Neem dan contact op met Lize!
Damir Ibrovic, Bosnische afkomst, gemeenteraad Helmond, PvdA João Gomes, Kaapverdiaanse afkomst, deelgemeente Rotterdam Noord, PvdA Vanda Pires, Kaapverdiaanse afkomst, deelgemeente Rotterdam Delfshaven, PvdA Celina do Patrocinio, Portugese afkomst, deelgemeente Rotterdam Feijenoord, PvdA Diana Lo Pizzo, Italiaanse afkomst, gemeenteraad Heerhugowaard, Groen Links
5
Lizebulletin / nr 50 / juni 2006
Project culturele spoorzoekers van Lize afgerond Met de slotbijeenkomst op 10 maart 2006 in de Haagse Kunstkring werd het project culturele spoorzoekers van Lize afgerond. Milena Mulders, Mirela Belkoski, Graziella Vitale en Sinolicka Trpkova gaven een presentatie van de resultaten van hun zoektocht naar het cultureel erfgoed van respectievelijk de Sloveense, Servische, Italiaanse en Macedonische gemeenschap in Nederland. De slotbijeenkomst was één van de sfeervolste culturele activiteiten die Lize in de afgelopen jaren heeft georganiseerd. Maar wat ging er aan deze slot bijeenkomst vooraf? Negentien jongeren met hun roots in Italië, Spanje, Griekenland, Portugal, Kaapverdië, Slovenië, Kroatië, ServiëMontenegro, Bosnië-Herzegovina en Macedonië namen op 8 april 2004 deel aan de introductiebijeenkomst van het project culturele spoorzoekers. Doel van het project was het opsporen en verzamelen van het cultureel erfgoed van Zuid
Dansend over het Singel Amsterdam, 5 september 1964. De huwelijksdag van de Joegoslavische choreograaf Miodrag (Ciga) Despotovic en Ivona Eschweiler. Hier dansen zij op het Singel, voor het Jugoslovenski dom (Het Joegoslavische Huis), waar hun bruiloftsfeest werd gevierd. Collectie: Despotovic, 11
europese migranten in Nederland, waarbij de nadruk lag op foto’s en ander beeldmateriaal en levensverhalen. Voor Lize was het van essentieel belang Op zoek naar avontuur dat het opsporen en verzaHet Vondelpark in Amsterdam (1965). De Spanjaard Moises Cortinas melen van dit erfgoedmate(rechts) met zijn beste vriend in de Renault van Moises. “Mijn vriend riaal door de Zuideuropese en ik, wij gingen altijd samen op zoek naar avontuur.” jongeren zelf werd uitgeCollectie: Cortinas, 03 voerd. Zij zijn niet alleen deel van de Nederlandse immigratiegeschiedenis, maar ook van hun eigen geschiedenis. Om de jongeren op deze taak voor te bereiden en te scholen was een training opgezet. In het hele project werd samengewerkt met Annemarie Cottaar van het Historisch Beeldarchief Migranten van het Centrum voor Migratiegeschiedenis en Jan Lucassen van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis. Het project werd gesubsidieerd
Lizebulletin / nr 50 / juni 2006
6
door de Mondriaan Stichting en het VSB fonds.
Van werving tot afsluiting De werving van de deelnemers nam veel tijd in beslag. Door de onbekendheid van de jongeren met het thema cultureel erfgoed werd veel tijd besteed aan het informeren en enthousiasmeren van de jongeren. Op 21 april 2004 is de training gestart. In de eerste fase leerden de jongeren wat ze allemaal moesten weten om het cultureel erfgoed van Zuid-Europeanen in Nederland op te sporen en te verzamelen. Zij kregen o.a. lessen in migratiegeschiedenis en de methodiek van het opsporen en ontsluiten van het erfgoedmateriaal. Als afsluiting van de eerste fase moesten de cursisten een proefonderzoek verrichten, waarbij beeld en verhaal centraal stonden. Impressies van deze proefonderzoeken werden tentoongesteld op de achterbandag van Lize op 14 november 2004 en zijn nog te zien op de website van Lize. Na beoordeling van de proefonder-
zoeken konden negen cursisten in januari 2005 doorgaan naar de tweede fase van het project. Op basis van afzonderlijke voorstellen gingen de cursisten individueel aan de slag. Eens in de maand kwamen de cursisten bij elkaar om de ontwikkelingen van hun projectvoorstellen met elkaar te bespreken. De tweede fase was niet voor ieder cursist eenvoudig. Persoonlijke omstandigheden, gebrek aan tijd en energie speelden een rol bij uiteindelijke uitvoering van de projecten.
Lize heeft voor het project culturele spoorzoekers gebruik gemaakt van de subsidieregeling voor het inventariseren, verzamelen en toegankelijk maken van het cultureel erfgoed van minderheden die is ondergebracht bij de Mondriaan Stichting. Meer informatie is verkrijgbaar bij de con tactpersoon van de Mondriaan Stichting, Marineke van der Reijden, Jacob Obrecht straat 56, Amsterdam, 020 - 676 20 32 of via www.mondriaanfoundation.nl
Een deel van het beeldmateriaal wat door de spoorzoekers is verzameld is, is te zien in een digitale tentoonstelling op de website van het Historisch Beeldarchief Migranten (www.iisg.nl/hbm). Ook de foto’s bij dit artikel zijn daarvan een voorbeeld. // Boudewijn Sittrop
Zorgeloze zorg? Op 27 april sprak de Tweede Kamer over de voortgang van de invoering van de nieuwe zorgverzekering. Volgens een meerderheid in de Tweede Kamer is de overgang naar het nieuwe zorgstelsel redelijk verlopen. Er zijn volgens minister Hoogervorst van Volksgezondheid, Welzijn en Sport alleen ‘nog een paar losse eindjes’ die opgelost moeten worden. Daarbij horen onder andere de hoge premies die remigranten met een Nederlandse AOW- of WAO-uitkering sinds 1 januari moeten betalen in het eigen land. De eerste voorlopige peilingen geven aan dat in Nederland zo’n 30% van de mensen van zorgverzekeraar is gewisseld, terwijl daarnaast nog heel veel anderen iets hebben aangepast aan de dekking van hun polis. Minister Hoogervorst is van mening dat de positie van verzekerden steeds sterker wordt. Door de grotere mogelijkheden om te kiezen, zowel op prijs als op kwaliteit, zullen verzekeraars en zorgverleners steeds meer rekening moeten houden met de wens van u als cliënt, aldus de minister. Inmiddels is het 1 mei geweest en moet iedereen in Nederland zich aangemeld hebben voor de basisverzekering. Voor wie dat nog niet gedaan heeft, is het van belang om alsnog een verzekering af te sluiten. U moet uw kinderen onder de 18 jaar ook verzekeren. Voor hen betaalt u geen premie.
Onverzekerd zijn loont niet Bent u na 1 mei nog niet verzekerd, dan heeft u een flink probleem. U betaalt om te beginnen zelf de kosten van de zorg, hoe hoog het bedrag ook is. Dat geldt ook als u bijvoorbeeld buiten uw schuld medische kosten moet maken door een verkeersongeluk. Neemt u later alsnog een zorgverzekering, dan helpt dat niet: die verzekering vergoedt de eerder gemaakte kosten niet. U krijgt ook een boete. Die boete bedraagt 130 procent van de premie die u vanaf 1 januari 2006 tot het moment waarop u zich alsnog inschrijft
had moeten betalen. Elke niet-verzekerde maand kost u al snel 100 tot 120 euro. De boete geldt natuurlijk niet voor mensen die niet eerder verplicht verzekerd hoefden te zijn, zoals kinderen die na 1 mei 2006 worden geboren of mensen die na 1 mei 2006 naar Nederland zijn verhuisd. Zo iemand moet zich wel binnen vier maanden (laten) inschrijven. Het beste is om dit zo snel mogelijk te regelen na de geboorte van een kind of het moment van vestiging in Nederland. Verzekeraars moeten u voor de basisverzekering altijd accepteren. Dat geldt niet zonder meer voor een aanvullende verzekering die na 1 maart 2006 wordt gesloten. Verzekeraars kunnen daaraan extra voorwaarden stellen.
Aanvraag zorgtoeslag nog steeds mogelijk Mensen met een inkomen tot 25.000 euro voor alleenstaanden en 40.000 euro voor (echt)paren komen in aanmerking voor zorgtoeslag. Als u nú geen recht heeft op zorgtoeslag maar uw inkomen komt in de loop van het jaar onder deze grens terecht, bijvoorbeeld door een andere baan of omdat u met pensioen gaat, dan kunt u nog steeds voor dit jaar de zorgtoeslag aanvragen. In het geval u nú wel recht heeft op zorgtoeslag en uw inkomen stijgt erg in de loop van dit jaar, dan is het van belang om dat door te geven aan de Belastingdienst zodat u geen onterechte zorgtoeslag ontvangt die later moet worden terugbetaald. Zorgtoeslag voor 2006
kunt u nog aanvragen tot uiterlijk 1 april 2007. Daarna worden de voorschotten die u ontvangen heeft, definitief vastgesteld.
Zorgpremie voor remigranten verlaagd Veel remigranten met een Nederlandse uitkering (en die geen pensioen ontvangen uit hun woonland op grond waarvan zij voor ziektekosten verzekerd zijn) ondervinden financiële problemen omdat er vanaf januari 2006 maandelijks hoge premies worden ingehouden op hun vaak lage AOW-uitkering. In sommige gevallen is de premie die betaald moet worden hoger dan de uitkering die iemand ontvangt! In het LOM-overleg van 11 april zijn deze problemen met minister Hoogervorst besproken. Daarbij hebben de LOM-samenwerkingsverbanden er ook op gewezen dat het aanvragen van de zorgtoeslag voor remigranten een bijna onmogelijke opgave is. Onder druk van de Tweede Kamer en diverse belangenorganisaties heeft minister Hoogervorst inmiddels aangekondigd dat de premies met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2006 fors omlaag zullen gaan. Op 27 april heeft hij in een brief aan de Tweede Kamer geschreven dat de zorgpremies binnenkort berekend zullen worden door gebruik te maken van een ‘woonlandfactor’ die afhankelijk is van de kwaliteit en de kosten van de gezondheidszorg in het remigratieland. Voor alle EU-landen en de verdragslanden, zoals Kaapverdië en voormalig Joegoslavië wordt op deze manier een aparte premie berekend. De minister komt in mei met specifieke berekeningen. Afhankelijk van de uiteindelijke hoogte van de premies blijft er ook nog recht op zorgtoeslag voor gepensioneerden in het buitenland. // Gonnie Kaptein
7
Lizebulletin / nr 50 / juni 2006
Op dinsdag 7 maart 2006, de dag van de gemeenteraadsverkiezingen, werden rond 22.00 uur de eerste resultaten bekend gemaakt van exit polls naar de opkomst en het stemgedrag van allochtone kiezers. Deze exit polls zijn in opdracht van de LOM-samenwerkingsverbanden uitgevoerd door het Instituut voor Migratie en Etnische Studies (IMES) van de Universiteit van Amsterdam. De resultaten gaven aan dat de allochtone kiezers, vooral in de vier grote steden, niet thuis zijn gebleven maar in grote getale zijn gaan stemmen. Vooral de PvdA heeft geprofiteerd van deze allochtone stemmen. De opkomst van de alloch tone kiezers blijft echter lager dan het landelijk gemiddelde van 58 procent.
Wie stemt beslist. Ik stem beslist! De LOM-samenwerkingsverbanden hebben met hun campagne ‘Wie stemt beslist. Ik stem beslist!’ hun steentje bijgedragen om allochtone kiezers te informeren, enthousiasmeren en te mobiliseren om te gaan stemmen op 7 maart 2006. Naast de inzet van speciaal voorlichtingsmateriaal zoals flyers en radio- en tv-spots werd een jongerencampagneteam gevormd en werden er meer dan honderd lokale bijeenkomsten georganiseerd. De campagne die op 14 januari 2006 van start ging, is succesvol verlopen. Veel politici en vertegenwoordigers van gemeentelijke en maatschappelijke organisaties hebben de samenwerkingsverbanden gecomplimenteerd met de campagne. Ook minister-president Balkenende en minister Verdonk spraken tijdens de nieuwjaarsreceptie van het LOM in Den Haag hun waardering uit. Als aandenken aan de campagne kregen beide bewindslieden door het jongerencampagneteam een bodywarmer en een cap aangeboden. Een van de leden van het jongerencampagneteam vertelt over haar ervaringen in het Nieuwsblad voor Huizen: ‘Sommige mensen begonnen een verhitte discussie over het nut van het stemmen en anderen gaven aan zeker naar de stembus te gaan. De uitdaging zat hem in de mensen die nog twijfelden.’ Ook op kleine schaal werd succes gedoekt. Op verzoek van de moedergroep van de Stefanusschool uit Rotterdam hebben twee leden van het campagneteam op 7 maart de voornamelijk Marokkaanse moeders van de moedergroep geïnformeerd over de gemeenteraadsverkiezingen. Samen met hen zijn ze naar het stembureau gegaan. Een van de moeders zei na afloop van het uitbrengen van haar stem: ‘Ik wist niet dat stemmen zo gemakkelijk was!’
Onderzoeksresultaten Uit het onderzoek en de exit polls van het IMES blijkt dat tijdens de gemeenteraadsverkiezingen 80% van de allochtone kiezers op de PvdA heeft gestemd. Het onderzoek is gehouden in Amster-
Lizebulletin / nr 50 / juni 2006
�
De stem van de allochtone kiezer telt!
�
�
Voor vragen over dit blad of andere zaken: Lize Postbus 14065 3508 SC Utrecht tel. 030 233 21 00 fax 030 232 25 71 e-mail
[email protected] www.lize.nl Kopij voor het Lize bulletin kan gestuurd worden naar bovenstaand adres.
Eindredactie Gonnie Kaptein dam, Rotterdam, Arnhem en Breda. In totaal Foto’s Lize, Tineke Lupi (pag. 2), hebben 3.332 allochtone kiezers de enquêtes Jack’s Design (pag. 3), Historisch ingevuld. De resultaten zijn gebaseerd op voorloBeeldarchief Migranten (pag. 6) pige tellingen. Rond de zomer komt het complete Vormgeving C&P Communicatie rapport uit, waarbij ook wordt ingegaan op de redenen voor de partijkeuze en het stemISSN 1571-6384 men op allochtone kandidaten. Het Instituut voor Publiek en Politiek (IPP) heeft het aantal gekozen allochtone raadsleden op een rijtje gezet en constateert dat het aantal allochtone raadsleden flink is toegenomen. Van de ruim 9.500 raadszetels worden er nu 302 bezet door allochtonen. Na de verkiezingen in 2002 waren dat er nog 204. Lokale politici van Turkse afkomst zijn met 157 raadsleden het beste vertegenwoordigd. Het aantal allochtone vrouwen in de gemeenteraad is verdubbeld van 53 Lize behartigt bij de landelijke overheid naar 106. Lize ‘vond’ 18 Zuideuropese de belangen van personen afkomstig uit (deel)gemeenteraadsleden. Kijk voor Bosnië-Herzegovina, Griekenland, Italië, deze lijst op pagina 5. Kaapverdië, Kroatië, Macedonië, Portugal, Servië-Montenegro, Slovenië en Spanje, en In 2007 vinden in maart de Provin hun nakomelingen. Lize maakt deel uit van ciale Statenverkiezingen plaats en het Landelijk Overleg Minderheden dat de belangen behartigt van alle doelgroepen van in mei de Tweede Kamerverkiezin gen. Dé gelegenheid bij uitstek het rijks-integratiebeleid. Lize vervult met haar kennis van en haar relatie voor de LOM-samenwerkings verbanden om opnieuw allochmet de Zuideuropese gemeenschappen een tone kiezers op te roepen om te beleidsbeïnvloedende rol bij de overheid. Lize gaan stemmen. De stem van de functioneert tevens als informatiemakelaar tussen allochtone kiezers telt. overheid en achterban. In haar belangenbeharti Wie stemt beslist! ging zoekt Lize de balans tussen het belang van de achterban en het politiek haalbare. Om haar kerntaak // Boudewijn Sittrop uit te voeren, voert Lize regelmatig overleg met de minister van integratiebeleid, bewindslieden, ambte naren en leden van de Tweede Kamer. Daarnaast werkt 8 Lize nauw samen met andere landelijke partners.