Beeldverslag JUBILEUM • 10 JAAR SALUTI
Conferentie ‘Heel Utrecht inbegrepen?’ Naar inclusief beleid gericht op participatie en partnerschap 10 december 2013
juli 2014 Redactie: Tuğba Çavuşoğlu Eindredactie en opmaak: Froukelien IJntema Website: www.utrecht.nl/saluti
Beeldverslag Saluti Jubileumconferentie ‘Heel Utrecht Inbegrepen?’
Inclusief Beleid “We vieren vandaag het tienjarig bestaan van Saluti! Blij en verheugd zijn wij dat wij dit jubileum met u kunnen vieren tijdens deze speciale conferentie.” “Het thema van deze dag is Inclusief Beleid. Saluti maakt al tien jaar tot kernpunt van zijn taak het bevorderen van inclusiviteit in de stad: het integraal bedienen van álle burgers van Utrecht, rekening houdend met een grote diversiteit aan mensen. Wij maken daarbij vooral gebruik van de eigen kracht van migranten en bevorderen hun bijdrage aan de stad. We kijken hoe we in deze stad gezamenlijk kunnen werken aan het verbeteren van participatie van mensen met verschillende culturele achtergronden. Eigenlijk is het vreemd dat we zestig jaar na de belangrijkste migratiegolf nog steeds met het participatievraagstuk bezig zijn. Ik hoop dat mensen dit herkennen en dat dit de spirit van de dag wordt.” Met deze woorden geeft Ditter Blom, voorzitter van Saluti, de aftrap voor de conferentie. Ditter Blom, voorzitter Saluti, en dagvoorzitter Esmaa Alariachi
“Alleen sámen kunnen wij bouwen aan een toekomst van deze stad, waarin sprake is van gelijkwaardigheid en samenwerking op grond van erkenning van elkaars expertise” Ditter Blom in Saluti Jubileumvideo
KLIK HIER om de JUBILEUMVIDEO te bekijken
Met stellingen op stap “Hoe inclusief ben jij? Hoe goed ben jij in interculturele communicatie?” Dagvoorzitter Esmaa Alariachi laat haar publiek positie bepalen met stelling na stelling in een spel dat zij met haar zus ontwikkelde. “Niet wetenschappelijk onderbouwd, hoor! Maar volgens ons zegt het toch wel iets”. Alle zorgvuldig opgestelde stoelen gaan aan de kant. De gasten stellen zich op achterin de zaal. “Stelling 1. … Stelling 2. … Mee eens? Zet een stapje naar voren. Niet mee eens? Dan blijf je waar je bent.” Het publiek komt letterlijk in beweging. Met elke stelling stapje voor stapje naar voren. Sommigen met een lichte spurt, anderen blijven wat achter. Er ontstaat een ferme middenmoot. Hier en daar is gegiebel te horen. Wat zou dit betekenen? Na een flink aantal stellingen volgt de ontknoping: ‘Voorlopers’ staan volledig open voor anders-zijn en zijn in staat grenzen te doorbreken. Ze kunnen ook ‘aanpassers’ zijn die hun eigen identiteit uit het oog verliezen. ‘Achterblijvers’ sluiten zich mogelijk teveel af voor anderen. Hun kracht is echter dat ze hun eigenheid weten te behouden. De middengroep is niet heel uitgesproken en heeft een beetje van beide. In het zoeken naar een gezonde balans tussen beide uitersten kent iedere positie zijn kracht én zijn valkuil. Iedere positie heeft waarde in goede interculturele communicatie en daadwerkelijk inclusief gedrag. Kortom, je kunt niet fout staan. Dat is een opluchting…
Deelnemers tijdens het spel over positiebepaling
2
Beeldverslag Saluti Jubileumconferentie ‘Heel Utrecht Inbegrepen?’
Verdiep je in hun perspectief. Hoe ervaren zij de organisatie, de stad? Je kunt een heel diverse organisatie hebben, maar zonder aandacht voor structuur en cultuur is er geen sprake van inclusie.
Inclusieve stad? Domenica Ghidei van het College voor de Rechten van de Mens inspireert met haar kijk op het thema inclusie en de relatie met beleid. Dat zij hier spreekt heeft een dubbele betekenis: niet alleen bestaat Saluti 10 jaar, e het is ook de 65 verjaardag van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Met deze Verklaring kunnen wij een beroep doen op de regering, én op onszelf. Bij participatie en inclusie in de samenleving is niet de beperking de belemmerende factor, maar de wisselwerking met de samenleving. We doen dingen vanuit schoonheid en vanzelfsprekendheid, waardoor we anderen onbewust en onbedoeld uitsluiten. Gemeenten werken met diversiteitsbeleid. Daarin staat het begrip ‘inclusie’ centraal. Wat is er nodig om een inclusieve samenleving te bereiken? Gehandicapt EYE Het Eye-gebouw in Amsterdam: een prachtig staaltje van architectuur en design. Het heeft alleen geen ingang voor mensen met een rolstoel. Zij zijn in het ontwerp niet meegenomen. Dat leidt voor hen tot een belemmering om te participeren. Het ‘systeem’ werpt dus de drempels op, niet de gehandicapten.
Inclusie gaat ook over compassie. Compassie is niet hetzelfde als het geven van ‘aalmoezen’. Mensen zijn geen ‘hulpbehoevenden’ van nature. Het zijn structuren en culturen - het gebouw in het geval van het EYE - die hen tot ‘bedelaar’ maken. Die structuren moet je aanpakken om reproductie van afhankelijkheid te voorkomen.
Het is zaak dat we oude elementen niet onder een nieuwe noemer voortzetten, maar daadwerkelijk nieuw beleid maken. Wat betekent een inclusieve organisatie of stad? Hoe zien die eruit? Welke factoren horen daarbij? Hoe meten we dat? Wat doet een inclusieve stad? Die vragen moeten we onszelf steeds stellen.
“Bij participatie en inclusie in de samenleving is niet de beperking de belemmerende factor, maar de wisselwerking met de samenleving”
Dit vraagt om een ander perspectief, een andere ‘mindset’: Iedere (sub)cultuur en - structuur sluit per definitie in en uit, vanuit het beeld van hoe je iets gewend bent, van wat je kent. Het is belangrijk om te leren zien en begrijpen hoe deze mechanismen van inen uitsluiting werken. Als je niet bewust insluit, loop je het risico dat je uitsluit. Het gaat dus om bewustzijn. Het is niet eenvoudig om te bewijzen dat iemand gediscrimineerd is. Je beoordeelt immers de wisselwerking tussen twee mensen. Het is effectiever om te kijken naar mechanismen in de organisatiecultuur- en structuur. Inclusie betekent dat je weet wie je doelgroep is, dat je weet wie je ‘binnen’ wilt hebben. Domenica Ghidei, College voor de Rechten van de Mens
3
Beeldverslag Saluti Jubileumconferentie ‘Heel Utrecht Inbegrepen?’
Workshop 'Zorg voor Jeugd' CONTEXT De transitie Jeugdzorg maakt de gemeente verantwoordelijk voor jeugdzorg. De gemeentelijke Kadernota ‘Zorg voor Jeugd’ vormt de basis voor een inclusief jeugdzorgbeleid. Deze kadernota is gericht op preventie, waarbij de doelgroep gebruikmaakt van eigen kracht en netwerk.
PROBLEEMSTELLING Migrantenjongeren worden onvoldoende bereikt en geholpen, waardoor ze oververtegenwoordigd zijn in zware vormen van zorg en minder in preventieve zorg. Verschillende maatschappelijke organisaties betwijfelen of de Kadernota voldoende aansluit bij migrantengezinnen.
Resultaten in termen die rekening houden met de diversiteit in de stad. Wat willen we met het beleid bereiken? Wat verwacht de gemeente van betrokken organisaties? Wat zijn doelen en randvoorwaarden, bijvoorbeeld t.a.v. interculturele competenties? Welke migrantenorganisaties en reguliere organisaties zijn daarvoor verantwoordelijk? Wat zijn de sancties wanneer de afspraken niet bereikt worden?
WORKSHOPS Sinds de afschaffing van het gemeentelijke minderhedenbeleid is een nieuwe strategie ontwikkeld: inclusief beleid. Dit biedt kaders voor denken over diversiteit, en beweegt van een probleemgerichte aanpak naar een aanpak waarin mogelijkheden centraal staan. Saluti adviseert de gemeente hoe Inclusie het best bereikt kan worden, met specifieke aandacht voor de volgende vier beleidsterreinen: Zorg voor jeugd, Ouderenhuisvesting, Agenda 22 en Buurtteams Sociaal. De workshops vormen een belangrijke basis voor het advies.
De gemeente dient aan te sturen op het proces, uitvoerende instellingen actief te monitoren op (interculturele) competenties, en bij te sturen als resultaten achterblijven. 3.
CENTRALE VRAGEN Wat is nodig in de transitie van de jeugdzorg om dit probleem te ondervangen? Wat is de rol van de gemeente hierin? Hoe verzeker je dat instellingen klaar zijn voor een 4. inclusieve werkwijze? Hoe wordt bewaakt dat er gewenste resultaten komen? AANBEVELINGEN De volgende aanbevelingen kunnen zorgen dat het nieuwe beleid ook migrantengroepen ten goede komt:
Hans Bellaart begeleidt de workshop ‘Zorg voor Jeugd’
1.
Als input voor preventief beleid is een analyse van knelpunten op het gebied van diversiteit wenselijk. Inclusief beleid betekent: iedereen laten meedoen. Differentieer juist daarom naar specifieke groepen.
2.
Bij nieuwe gemeentelijke aanbestedingen voor 2014 is het maken van resultatenafspraken vooraf aanbevolen. 4
5.
Geef migrantenzelforganisaties (MZO’s) een meer gelijkwaardige rol en positie in de vormgeving en uitvoering van de jeugdzorg, niet alleen als leverancier van ‘klanten’. De rol van MZO’s als intermediairs is de afgelopen jaren versterkt. De samenwerking tussen gemeente en deze organisaties heeft de kloof tussen de zorg en de doelgroep verkleind. MZO’s vergroten de betrokkenheid van ouders, bieden toegang tot jongeren en versterken hun participatie. Goede samenwerking tussen professionals en sleutelfiguren uit de doelgroep is van belang. Zij kunnen veel van elkaar leren voor een beter begrip van specifieke problematiek in migrantengezinnen. Professionals - bijvoorbeeld in buurtteams - hebben die specifieke deskundigheid nodig. Beloon good practices. Er lopen allerlei projecten die voor één jaar subsidie krijgen. Een meer structurele aanpak is wenselijk. Als een project goed werkt, zou het niet na een jaar moeten stoppen. Projecten die stage en werk onderdeel maken van jeugdzorg zijn hiervan een voorbeeld.
Beeldverslag Saluti Jubileumconferentie ‘Heel Utrecht Inbegrepen?’
Workshop ‘Ouderenhuisvesting’
een beroep op de Nederlandse zorg. De druk op de kinderen om voor hun ouders te zorgen is erg hoog. Die kinderen hebben steeds minder tijd beschikbaar. Men verwacht dan ook een uitval van mantelzorgers. Zeker als de arbeidsmarkt weer aantrekt wordt dit probleem groter. Een van de problemen is het vinden van een locatie om te wonen. De sociale huursector is niet ingericht op groepswonen. Veel migrantenouderen staan niet ingeschreven voor huisvesting en maken dus geen kans op een woning als ze willen verhuizen. Wanneer er bijzondere zorg nodig is, is een uitzondering mogelijk. Voor ouderen die minder zware zorg nodig hebben zijn geen regelingen.
Nathan Rozema begeleidt de workshop ‘Ouderenhuisvesting’
PROBLEEMANALYSE Ruim 50 jaar na de migratiegolf is het aantal migrantenouderen sterk groeiende. Zij doen meer dan voorheen een beroep op zorginstellingen. Deze moeten in korte tijd de omslag maken naar cultureel diverse zorg. De bestaande zorg is ingericht op de autochtone burger en houdt onvoldoende rekening met de diversiteit in de stad. Niet alleen zorg, ook wonen vraagt aandacht. Mensen moeten - en willen - tot op hogere leeftijd thuis blijven wonen en daar zorg en begeleiding ontvangen. Lagere inkomens komen daardoor in de knel. Die kunnen de benodigde zorg niet zelf inkopen. Vooral migrantenouderen behoren tot die inkomensgroep. Velen hebben schulden. Ook is hun woonsituatie vaak relatief slecht. Mogelijkheden voor subsidies bij woningaanpassingen zijn te onbekend. In het verleden hebben ze veelal ongezonde werk- en levensomstandigheden gekend. Dit maakt de kans op ziekten groter en geeft hen eerder het gevoel dat zij ‘oud’ worden. In veel gevallen speelt het taalprobleem een rol. Het aantal migrantenouderen dat niet in een verzorgingstehuis woont is veel groter dan het aantal autochtone Nederlanders. Slechts één procent van hen doet
CENTRALE VRAGEN Hoe brengen we de behoefte van ouderen in beeld? Hoe gaan we dit verbeteren? Wie moet wat doen? Wat is de rol van de gemeente als regievoerder? AANBEVELINGEN 1. Maak het urgente probleem rond huisvesting van migrantenouderen tot speerpunt op de agenda van de gemeente. 2.
Ga als gemeente niet alleen om de tafel zitten met woningcorporaties en zorgverzekeraars, maar ook met migrantenouderen zelf - direct of via het netwerk van migrantenzelforganisaties. Kijk goed naar de verwachtingen en behoeften van de ouderen. Betrek hen bij het vinden van oplossingen. Ook hun huisartsen zijn van veel zorgbehoeften op de hoogte. Cultuursensitiviteit is belangrijk bij het vinden van oplossingen. Pas het toewijzingsstelsel daaraan aan.
3.
Stimuleer als gemeente organisaties tot het uitvoeren van woonpilots op wijkniveau. Vertaal de resultaten daarvan in een woonadvies waar woningcorporaties aan meewerken. Er is een duidelijk signaal vanuit het veld dat er behoefte is aan andere woonvormen, zoals 5
groepswonen of woonconcepten waar alle zorg bij elkaar zit. Het groeiend aantal leegstaande verzorgingstehuizen biedt mogelijk kansen. Ook ‘gestippeld’ wonen lijkt te werken: leegkomende flatjes in een complex vullen met zorgbehoevende ouderen. 4.
Bied ouderen ondersteuning bij verhuizen of het zorgbestendig maken van de bestaande woning. Armoede ligt ten grondslag aan vele problemen waar migrantenouderen tegenaan lopen. Geef daarom aandacht aan schuldenproblematiek onder ouderen.
5.
Het vormen en actief ondersteunen van netwerken van mantelzorgers is van belang.
6.
Vind een oplossing voor het probleem dat de digitalisering voor de ouderen oplevert, bijvoorbeeld Digi-D. Ouderen kunnen hier niet of nauwelijks mee omgaan en weten de weg niet die ze voor bepaalde zaken moeten bewandelen.
Veel van deze aanbevelingen zijn te vertalen naar alle ouderen. Eventuele pilots zijn ook bruikbaar om voor autochtone ouderen nieuwe wegen te ontwikkelen.
Esmaa Alariachi beluistert rapportage door Nathan Rozema
Beeldverslag Saluti Jubileumconferentie ‘Heel Utrecht Inbegrepen?’
aan extra zorg. Tegelijkertijd zijn hulpvoorzieningen voor hen soms lastig bereikbaar in verband met de cultureel diverse achtergrond. Schaamte en taal zijn bijvoorbeeld voor veel mensen een belemmering om hulp te vragen. Mantelzorgers voelen zich verplicht familieleden met een handicap goed te verzorgen. Vaak gaat dat hun vermogen te boven. Anderzijds spelen zorgverleners onvoldoende in op specifieke problematiek van migranten. Hanneke Hautvast en Gita Ramhit verzorgen de workshop Agenda 22 Migranten gaan vaak anders met handicaps om dan zorgverleners Workshop ‘Agenda 22’ van autochtonen gewend zijn. Contacten tussen migranten en zorginstellingen lopen mis doordat het aanbod CONTEXT onvoldoende flexibel is of andere oplossingen geboden Agenda 22 is afgeleid van 22 regels opgesteld door de worden dan waar op dat moment behoefte aan is. Verenigde Naties. Als werkmethodiek van de Gemeente Utrecht wil het mensen met een lichamelijke, AANBEVELINGEN verstandelijke of langdurig psychische beperking inweven 1. Zorg voor migrantengroepen wordt nog te vaak gezien in bestaand beleid en procedures. Elk nieuw project dient als een extra taak. Integratie van diversiteit in het een eindproduct te hebben dat toegankelijk en bereikbaar zorgaanbod is onvoldoende gerealiseerd. Bevorderen is voor iedereen, ongeacht hun diversiteit aan van deskundigheid kan een oplossing bieden, maar is beperking(en) en etnisch-culturele achtergronden. alleen succesvol wanneer diversiteit als integraal deel Samenwerking met belangenorganisaties (zoals Solgu) van de taak van zorgverleners wordt gezien. heeft daarin een belangrijke plaats. Agenda 22 moet ook Hulpverleners dienen zich bijvoorbeeld bewust te zijn qua personele inzet geborgd zijn in alle diensten. van factoren als schaamte en taalbarrières en daarin te ondersteunen. PROBLEEMANALYSE Binnen de migrantengroepen zijn veel zorgbehoeftige 2. Het stimuleren van samenwerking tussen gemeente, mensen met een beperking die onvoldoende zorg zorgprofessionals en (de opleiding van) vrijwilligers ontvangen. Hoe komt dit? wordt als belangrijk beschouwd. . Zoek uit wie welke taken op zich neemt en wat vrijwilligers kunnen en Mensen van niet-Nederlandse achtergrond met een willen. Spreek tegelijkertijd het eigen sociale netwerk beperking hebben vaak te maken met een dubbele aan op vrijwillige inzet. Investeer in netwerken van belemmering. Vanwege hun beperking bestaat behoefte mantelzorgers. Goed overleg met korte lijnen tussen 6
professionals, familie en vrijwilligers is nodig om erachter te komen of er wat speelt en hoe daarmee om te gaan. Tijdig reageren voorkomt grotere problemen. 3.
Het advies aan de gemeente is ook: registreer. Maak een nulmeting en monitor de stand van zaken en de uitwerking van beleid. De gemeente mag gericht eisen en voorwaarden stellen en vooraf en achteraf toetsen of aan die eisen voldaan wordt.
4.
Denk vooraf na over effectmeting. Bijvoorbeeld rond het thema ‘toegankelijkheid’. Inmiddels zijn belangenbehartigers van fysiek beperkte mensen nauw betrokken bij bouwprojecten om fouten rond toegankelijkheid te voorkomen. Fysieke toegankelijkheid is relatief eenvoudig te meten. Toegankelijkheid van informatie, klantvriendelijkheid en de benadering van mensen met een andere achtergrond zijn over het algemeen lastiger meetbaar.
5.
Ga niet voortdurend het wiel opnieuw uitvinden door te beginnen met nieuwe instanties en projecten. Kijk naar wat er al is en werk met die instanties samen. Zoek niet alleen naar oplossingen voor problemen die zich aandienen, maar kijk ook naar de oplossingen die er al zijn. Breng bestaande voorzieningen en projecten in kaart. Zorg voor aansluiting en samenwerking tussen initiatiefnemers en de gemeente. De werkmethodiek van Agenda 22 dient vanzelfsprekend bekend te zijn bij alle medewerkers en instellingen.
6.
De dialoog is uitermate belangrijk om begrip te krijgen voor de culturele diversiteit. Ondersteun zorgbehoevenden door te communiceren partijen die ‘verhaal komen halen’, zoals leerplichtambtenaren. Benader ieder mens met respect en zorg als uniek persoon en ga niet generaliseren. Dit draagt bij aan wederzijds begrip en vergemakkelijkt de weg naar/in de maatschappij voor de zorgbehoevende.
Beeldverslag Saluti Jubileumconferentie ‘Heel Utrecht Inbegrepen?’
2) Cultuursensitiviteit binnen buurtteams is belangrijk. De gemeente kan dit als competentie opnemen in de functieomschrijving van buurtteamleden en eventueel training aanbieden om kennis en vaardigheden te verbeteren. Aan dat laatste ontbreekt het nog wel eens. Tegelijkertijd is cultuursensitiviteit op zich geen garantie voor goed functioneren. Een open houding is minstens zo belangrijk. Het tot stand brengen van connecties staat voorop. Gebruik daarom een outreachende werkwijze.
Workshop ‘Buurtteams Sociaal’ CONTEXT Kwartiermaker Evert van der Veen vertelt hoe hij buurtteams in Rotterdam heeft opgezet. Die teams zijn cultuursensitief mede omdat ze ‘van onderaf’ zijn opgezet en de lijnen kort zijn. Het team bestaat uit één sociaal werker die bekend is met een (multiproblem-)gezin, en één specialist die specifiek over de behandeling gaat. Dit leidt tot betere aansluiting bij bestaande netwerken en een groter bereik in de wijk. Buurtteams in Utrecht bestaan uit ‘generalisten in het huishouden, specialisten in het gezin’. Langs zo kort mogelijke weg vormen zij de verbinding tussen de wijk en specialistische dienstverlening. Buurtteams Jeugd bieden eerstelijnszorg aan multiproblem-gezinnen. Buurtteams Sociaal zijn er voor andere vragen, bijvoorbeeld rond eenzaamheid van ouderen of schuldenproblematiek. Volgens onderzoek zijn de pilots in Ondiep en Overvecht- Zuid succesvol. In 2014 komen er zes buurtteams in verschillende wijken bij. PROBLEEMSTELLING De positieve evaluatieresultaten verhullen dat migranten in de wijk tot nu toe vaak niet voldoende bereikt worden. Er is bewustzijn van de noodzaak van inclusief werken, maar migranten herkennen zich onvoldoende in de samenstelling van buurtteams. Dit heeft te maken met de samenstelling en deskundigheid van de buurtteams. Verder lijken buurtteams niet preventief te werken, aangezien ze alleen in actie komen wanneer er al een hulpvraag of probleem is.
Evert van der Veen tijdens de inleiding van de workshop
CENTRALE VRAGEN 1. Zijn de buurtteams voldoende ingespeeld op de diverse samenstelling van de wijk? 2. Welke verbetersuggesties hebben we in dit verband? 3. Welke rol kan de gemeente hierin spelen? Faciliterend, regisserend of anders? CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN 1) Een buurtteam moet een afspiegeling zijn van de buurt. Diversiteit in een buurtteam levert automatisch kortere lijnen op. Hier is een rol weggelegd voor de gemeente. Omdat zij een goed overzicht heeft van alle wijken, kan zij de samenstelling van een team afstemmen op de beoogde wijk. In een inclusieve benadering is het zaak om gericht op zoek te gaan naar wie je in het team wilt hebben, zodat het team niet onbedoeld ‘uitsluitend’ is. Ga er als opdrachtgevende gemeente dus niet vanuit dat er vanzelf genoeg mensen met diverse achtergronden solliciteren naar een plek in een buurtteam.
7
3) Bouw het buurtteam ‘van onderaf’ op. Kijk per wijk naar de daar bestaande problematiek en behoeften en stem de expertise in het team daarop af. Zo kan het buurtteam een informeel netwerk van organisaties creëren en investeren in de relatie met sleutelfiguren uit de wijk. Erken hierbij ook de rol van MZO’s als partners. 4) Buurtteams zijn inmiddels bekend bij andere professionals, maar nog onvoldoende zichtbaar voor wijkbewoners. Er is voor bewoners meer duidelijkheid nodig over waar precies welke verantwoordelijkheid ligt en waar ze terecht kunnen met een hulpvraag. Het zo helpen als buurtteams zouden opereren vanuit een bekende en toegankelijke locatie zoals een buurthuis.
“Buurtbewoner in Rotterdam: In de afgelopen twee jaar zijn er zes instanties bij me geweest. Ik heb ze allemaal gevraagd om mij te helpen met het aansluiten van energie. Ik heb namelijk al twee jaar geen gas en licht. Dat konden ze niet, want daar waren ze niet van. De buurtcoach regelde het binnen een paar dagen.”
Beeldverslag Saluti Jubileumconferentie ‘Heel Utrecht Inbegrepen?’
8
Beeldverslag Saluti Jubileumconferentie ‘Heel Utrecht Inbegrepen?’
“Ik weet zeker dat Saluti een belangrijke rol blijft spelen om ons scherp te houden, nu en in de toekomst.”
Inclusief beleid: Laat het niet van de kaart verdwijnen De jubileumconferentie wordt afgesloten door wethouder Diversiteit, Victor Everhardt. Hij feliciteert Saluti met haar tienjarig bestaan en benadrukt het belang van het werk van Saluti nu en in de toekomst. “Het werk van Saluti is belangrijk, want het richt zich op een maatschappelijk debat dat al tien jaar gevoerd wordt, een debat van vandaag en van morgen.” “De terugkoppelingen die ik zojuist hoorde, raken de kern van waar de gemeente voor komt te staan. Wij willen ervoor zorgen dat de samenwerking tussen professionals en vrijwilligers verbetert. Het is voor de gemeente belangrijk om daar scherp in te worden gehouden. Saluti doet dat!” “Er zijn al stappen gezet met betrekking tot het diversiteitbeleid in de stad Utrecht, maar we weten dat het niet genoeg is. We hebben het met Saluti vaak over inclusief beleid gehad. We begrijpen het: laat het niet van de kaart verdwijnen. Ik weet zeker dat Saluti een belangrijke rol blijft spelen, nu en in de toekomst.”
Voorjaar 2014: Advies en Memorandum door Saluti aan Gemeente Utrecht Wethouder Victor Everhardt sluit de jubileumconferentie
Dank aan alle aanwezigen
De uitkomsten van de jubileumconferentie vormden input voor het advies dat Saluti uitbracht aan het nieuwe college op 23 april 2014, onder de titel: “Iedereen inbegrepen? Advies over de ontwikkeling van het inclusief beleid in de gemeente Utrecht”. Op 24 maart 2014 stuurde Saluti tevens een “Memorandum voor Diversiteitsbeleid 2014 2018” aan de collegevormende partijen in de gemeente Utrecht. Klik op de titels om deze documenten te lezen. Utrecht, 24 maart 2014
Saluti dankt alle aanwezigen tijdens de jubileumbijenkomst voor hun waardevolle bijdragen aan de discussies: vertegenwoordigers van zorg- en welzijnsorganisaties, belangenorganisaties, diverse vrijwilligers- en migrantenorganisaties, (sociaal) ondernemers, onderzoeks- en kennisinstellingen, raadsleden en gemeenteambtenaren, oudbestuursleden van Saluti en andere betrokkenen. Ook dank aan allen die zich hebben ingezet om de jubileumconferentie tot een succes te maken, in een vorbereidende, organiserende, faciliterende en/of ondersteunende rol.
Salutivoorzitter Ditter Blom bedankt wethouder Victor Everhardt 9
Salutivoorzitter Ditter Blom ontvangt het boek `Mandela' als jubileumgeschenk van Evert van der Veen en Mieke van der Burg