Jongerentaal in Noord Brabant Taalgebruik van middelbare scholieren op het Dongemond college in Raamsdonksveer
Bachelorscriptie Tilburg University Faculteit Geesteswetenschappen Opleiding Communicatie- en Informatiewetenschappen
Sylvia Hofmans S242504
Begeleider: Jos Swanenberg Tilburg, december 2011
Inhoudsopgave
Samenvatting
3
Theoretisch kader
4
Methode
6
Resultaten
7
Brabants
7
Engels
10
Schuttingtaal
11
Jongerentaal overig
11
Straattaal
12
Conclusie
13
Discussie
14
2
Samenvatting Taalgebruik, zowel dialect als jongerentaal, van middelbare scholieren Aardrijkskunde les op het Dongemond college in Raamsdonksveer
Jongeren van tegenwoordig praten al lang niet meer zo veel Brabants als hun opa’s, oma’s en ouders dat doen. Zij gebruiken streektaal op een andere manier dan de oudere generaties. Dialect verliest wel zijn lokale kenmerken maar de regionale kenmerken zoals een ‘zachte g’ blijven bestaan, echter, naast het Brabants hebben jongeren hun eigen variëteit die kan worden beschouwd als een vorm die tussen dialect en standaardtaal in ligt. Deze tussenvorm is dus anders dan het authentieke Brabants wat we van vroeger kennen.(Swanenberg 2011). In het huidige onderzoek werd de spraak van participanten opgenomen tijdens een les op de middelbare school in Raamsdonksveer en de resultaten weerspiegelen bovenstaande uitspraken. De ligging van deze school is interessant omdat hier leerlingen op zitten die uit dorpen komen die zowel ten oosten als ten westen liggen van rivier de Donge, welke de dialectgrens is van West-Brabantse en Midden-Brabantse dialecten. Uit de resultaten blijkt dat de woordenschat niet zozeer anders is op het gebied ‘dialect’ maar eerder anders is door het gebruik van Nederlandse en Engelse (vloek)woorden. De onderzoeksvraag betreft hier: Wat zijn de talige kenmerken van nieuwe variëteiten tussen dialect en standaardtaal bij jongeren en wat is hun attitude ten opzichte hiervan?
3
Theoretisch kader In een studie van den Ouden & van Wijk (2007) worden er, op basis van hun gebruikscontexten, twee typen jongerentaal onderscheiden: straattaal vanuit het multiculturele taalcontact (Vermeij 2002) en chat- en sms-taal vanuit de digitale communicatiemedia. In deze scriptie zal het gaan over het taalgebruik, zowel dialect als jongerentaal, van middelbare scholieren tijdens Nederlandse les op het Dongemond college in Raamsdonksveer. Jongerentaal is hier onderdeel van het taalgebruik van de Brabantse jongeren want naast deze twee typen gebruiken zij bijvoorbeeld ook dialect en algemeen Nederlandse omgangstaal met een herkenbaar regionaal accent. De taal die jongeren hier spreken omvat dus niet enkel straattaal en chat-en sms-taal maar ook kenmerken uit regiolecten, bestaande dialectkenmerken die op nieuwe manieren gebruikt worden en overdreven ingezet worden (‘hyperdialect’) en elementen uit het Engels of talen van immigranten (Swanenberg 2011). In onderzoek van Meulepas en Swanenberg (2011) komt naar voren dat stereotyperingen voor jongeren in Noord-Brabant niet opgaan. Bepaalde sociaal culturele kenmerken en talige kenmerken kunnen zelden aan een bepaalde groep gekoppeld worden. Dit onderzoek liet wel zien dat vmbo-jongens die uit een klein dorp komen nog wel dialect gebruiken in hun spreektaal, bijvoorbeeld wanneer zij spraken over motercross, sleutelen en vissen. Niet alle jongeren gebruiken tegenwoordig nog even veel dialect. Bij het beluisteren van jongeren in Noordoost-Brabant in dit onderzoek komt naar voren dat dialect zijn lokale kenmerken verliest. Echter, veel regionale kenmerken komen nog terug in het hedendaagse taalgebruik van jongeren. De meeste variatie in het gebruik van dialectkenmerken is waar te nemen op het gebied van fonologie en het lexicon. Voorbeelden van fonologische variatie, die terug te voeren zijn op regiolectisering, zijn bijvoorbeeld : ‘da’ en ‘dè’ in plaats van ‘dat. (Meulenpas & Swanenberg 2011) Volgens Hoppenbrouwers is het regiolect een continuüm van tussentaalvormen dat het hele gebied tussen dialect en standaardtaal omvat.(Hoppenbrouwers 1990). Hij meende dat het verschijnsel ‘regiolect’ een taalvariëteit was die eigenlijk als eerste door jongeren in gebruik werd genomen.(Swanenberg 2011). In het wetenschappelijk tijdschrift’ In Brabant’ spreekt hoogleraar aan de Universiteit van Tilburg, Jos Swanenberg over jongeren en het Brabants dialect. Het dialect wordt steeds minder gesproken maar tegelijkertijd is er sprake van het regiolect; dat wil niet zeggen dat het dialect verdwijnt maar het veranderd. Het is niet zo dat er een standaard is voor Brabants (ABB; Algemeen beschaafd Brabants) wat door iedereen gesproken wordt; wel zijn er verschillende talige kenmerken die in vele dialecten in 4
Brabant terugkomen, bijvoorbeeld de zachte G. De verschillen tussen de dialecten onderling worden wel steeds kleiner. Ook de jongeren maken steeds minder gebruik van het authentieke dialect zoals dat nog door de oudste generaties gesproken wordt, ze worden namelijk opgevoed met het Nederlands. In de documentaire ‘Boks ouwe’ wordt gesproken over het Helmondse dialect. Wanneer jongeren thuis enkel dialect zouden leren zijn ouders van mening dat hun kind het minder ver zal schoppen dan wanneer ze beschaafd Nederlands leren. Men is zeker trots op het Brabants, zowel ouderen als jongeren, maar jongeren gebruiken minder het dialect zoals ouderen dat kennen en maken meer hun eigen variëteit. Een woord als ‘vrûger’ kennen ze niet. Echter, jongeren maken meer gebruik van bepaalde tussenvormen waarin nog steeds te horen is dat zij uit Brabant komen door bijvoorbeeld accent, het woordgebruik en de woordvorming of zinsbouw. Vooral door de toename van internet, MSN en sociale media zijn jongeren hun eigen taal gaan ontwikkelen die ouderen meestal niet begrijpen. Uit onderzoek blijkt dat jongeren dankbaar gebruik maken van de nieuwe mogelijkheden om sociaal contact te onderhouden. Ruim tweederde van de tieners gebruikt MSN één of meerdere keren per dag en de meeste jongeren gebruiken MSN langer dan een uur (Duimel & De Haan 2007). Meer dan de helft (54%) van de jongeren heeft een eigen profielsite waarvan de helft die ook iedere dag bijhoud en bewerkt (Radstake 2010). Om met elkaar te communiceren hebben jongeren hun soort van eigen computer en sms taal die niet iedereen zal begrijpen want veelal worden woorden afgekort of in het Engels geschreven Op lexicaal niveau gebruiken zij bijvoorbeeld leenwoorden zoals chillen, lover, checken, nerd, dope, fun, babes, cool, gamen, weirdo,zappen, hunks, chatten en close . Daarnaast zijn er nog verruimende woorden zoals vet, heet, bruut, snel, wreed, strak, gaar, bagger, stoer, mega, scheef, zooi,geniaal, sukkel, giga, verrot en brak. Laatste categorie betreft woorden die worden afgekort zoals abo (abonnement), favo (favoriet), irri(irritant), depri (depressief) ,pics (pictures), pro (profile) (den Ouden & van Wijk 2007). Naast het vele gebruik van internet en social media en het speciale taalgebruik dat jongeren hier hanteren, gebruiken jongeren, zoals hierboven al genoemd is, ook talen van immigranten en elementen uit talen van minderheidsgroepen. Hoewel veel migranten in Nederland straattaal spreken (vooral de tweede en derde generatie) spreken jongeren die eentalig zijn en geen migrantenachtergrond hebben ook wel eens de ethnolecten die geassocieerd zijn aan deze groepen sprekers. (Appel & Rene 2005 )Straattaal. De mengtaal van jongeren in Amsterdam. Toegepaste Taalwetenschap in 5
Straattaal heeft twee kenmerken: 1) Het bevat woorden uit niet-Nederlandse talen, zoals bijvoorbeeld Surinaams wat gesproken wordt door de migranten in Nederland met een Surinaamse achtergrond en 2) Het bevat veel nieuwe Nederlandse woorden die eigenlijk al bestaan maar een nieuwe betekenis en soms nieuwe vorm krijgen (Appel & Rene 1999). Een voorbeeld van dergelijk taalgebruik is: ‘Woelah, die patas zijn flex, man!’ ‘I swear it, those shoes are terrific, man’. Echter, uit onderzoek blijkt dat woorden uit niet-Nederlandse talen vooral gebruikt worden door scholieren die een positieve relatie hebben met een klasgenoot die deze taal van huis uit spreekt. Straattaal word voornamelijk in de grote steden gesproken en wat minder in kleine dorpen, waar beduidend minder migranten wonen dan bijvoorbeeld Amsterdam of Rotterdam.
Methode Participanten: Aan het onderzoek namen 38 participanten deel: 16 mannen en 22 vrouwen. De gemiddelde leeftijd was 15 jaar. De participanten waren verdeeld over twee klassen van het vierde leerjaar van de havo. De eerste klas bestond uit 18 leerlingen en de tweede klas bestond uit 20 leerlingen. Procedure: Het onderzoek werd op vrijdag 9-12-11 afgenomen in het Aardrijkskunde lokaal van het Dongemond College in Raamsdonksveer. Naast de participanten was de aardrijkskunde docent van deze twee klassen ook aanwezig om de les toe te lichten. Bij binnenkomst gaf de docent een kleine uitleg en vervolgens nam de onderzoekleidster het over. De les begon met een kleine introductie betreffende het onderzoek. Vervolgens kregen de participanten een klein grappig filmpje te zien over het Brabants dialect. Daarna volgde een korte uitleg over de speciale geografische ligging van het Dongemond college en het verband met verschillende Brabantse dialect kenmerken. Na deze inleiding kregen de participanten tien vragen die zij moesten beantwoorden. De vragen werden gepresenteerd op een powerpoint slide en allen kregen een antwoordvel waar zij hun antwoorden op konden schrijven. Wanneer deze waren ingeleverd kreeg elk groepje een papier met tien stellingen en vragen over ‘dialect’ en ‘taalgebruik’.Van elk groepje werd een opname gemaakt van ongeveer tien minuten. Bij beide klassen was de procedure hetzelfde. Echter, de opname van de eerste klas is korter omdat de betreffende docent zelf nog wat te vertellen had over zijn eigen stof. Daarnaast mochten de participanten, wanneer zij klaar waren met de stellingen en vragen, zelf weten waar zij over praatten. Hierdoor zou uitendelijk de data diverser zijn omdat verschillende onderwerpen worden besproken die buiten de lesstof vallen.
6
Materiaal: De persoonlijke gegevens werden genoteerd op een leeg vel en de vragen daarvan werden gepresenteerd op de muur via een powerpoint slide. De participanten kregen stellingen en vragen voorgelegd waar zij over moesten discussiëren. Deze stellingen en vragen zijn terug te vinden in Bijlagen. In het begin van de les werd een filmpje van YouTube getoond genaamd ‘Brabant neger’ en om de dialectgrenzen en het Dongemond gebied aan te geven werd gebruik gemaakt van de kaart van Nederland die in het lokaal hing. Instrumentatie: De vragen die de participanten moesten invullen gingen over de participant zelf en over zijn/haar ouders. Deze persoonlijke gegevens zijn terug te vinden in Bijlagen. De opnames werden gemaakt met een videocamera op een statief. Het YouTube filmpje kwam van de computer die in het lokaal stond en verbinding met internet had. Na deze twee lessen zijn de opnames getranscribeerd, dit leidde tot 469 regels transcriptie. Vervolgens werden de afwijkende woorden gecategoriseerd die afweken van het Standaard Nederlands. De opnames zijn in 69 minuten lang
Resultaten De taal die jongeren spreken in de les Aardrijkskunde op het Dongemond college is vastgelegd door middel van een videocamera. Elk groepje leerlingen is zo aan het woord geweest. Omdat jongeren niet alleen Algemeen Beschaafd Nederlands spreken maar uit verschillende registers taalkenmerken gebruiken wordt er hier een indeling gemaakt aan de hand van de verschillende talige kenmerken die terug te vinden zijn in de gesprekken van de participanten. Deze verschillende categorieën betreffen Brabants, Engels, Schuttingtaal en andere opvallende uitspraken. In dit onderzoek wordt specifiek gekeken naar het lexicon, de woorden die afwijken van Algemeen Beschaafd Nederlands. Brabants De woorden die in deze sectie benoemd worden zijn woorden die specifiek in dit gedeelte van Brabant, het Dongemond gebied, door jongeren gesproken worden. Over het algemeen worden de gesprekken niet volledig in het Brabants gevoerd maar komen bepaalde woorden en zinsdelen wel vaker terug. Opvallend genoeg spraken de leerlingen minder Brabants wanneer zij de vragen en stellingen aan het behandelen waren dan wanneer zij zelf mochten weten waar het gesprek over ging. Het Brabants is hier, aan de hand van onderzoek van Swanenberg (2009), ingedeeld in de volgende groepen namelijk; sociaal verkeer, betekenis- of zinsuitbreiding, wisseling van werkwoorden en functiewoorden. Deze categorieën betreffen enkel het lexicon dat afwijkt van Algemeen Beschaafd Nederlands 7
Brabants:[Sociaal verkeer] Uit het lexicale veld ‘sociaal verkeer’. Deze woorden worden vaak bewust ingezet als markeerders. Hieronder vallen onder andere de Brabantse groetwoorden en aanspreekvormen.
*BRO: das vrij handig as ge wil zeggen da ge wil landen je
je [aanspreekvorm]
*MAO: hullie zijn aan het vals spelen jullie [aanspreekvorm] *JOO: ja wij zijn vierdejaars hè, dat kun je wel zien heb, houdoe dag [groetwoord] Het woord ‘houdoe’ word opvallend veel gebruikt. De leerlingen komen uit verschillende dorpen namelijk; Raamsdonksveer, Lage Zwaluwe, Waspik, Hank, Raamsdonk, Oosterhout, Made, Wagenberg, Geertruidenberg, Dussen, Breda en Sprang-Capelle. Uit de data blijkt dat in bijna alle dorpen dit woord wordt gesproken. Niet elke participant heeft dit woord gesproken maar uit veld notities blijkt dat iedereen het woord ‘houdoe’ kent en gebruikt. Sommige participanten gebruiken dit woord zelfs dagelijks in plaats van ‘doei’ of ‘dag’.
*BRO: daar hek nou himmal gin zin in! helemaal [markeerder] *BRO: inderdaad, het is dus zaak da gij, ja, zal ik oos pa is ff voor die camera zetten. mijn vader [aanspreekvorm] DEO: Nee wat is de vraag, ouwe lees de vraag voor jij [aanspreekvorm]
Brabants: [Betekenis- of gebruiksuitbreiding] Binnen deze categorie vallen de woorden die iets toevoegen aan een woord. Het woord ‘kei’ wordt in het Dongemond gebied, maar over het algemeen in heel Brabant, veelvuldig gebruikt in plaats van het woord ‘heel erg’. *JAO: ja das wel echt kei stoer hè. heel erg [uitbreiding]
8
Brabants: [(Wisseling van) werkwoorden] *JAO: we kenne ook gaan zwijgen, gewoon niks meer zegge kunnen [werkwoord wisseling] *ROO: nou witte ut wel weet jij [samentrekking]
Brabants: [Functiewoorden] Deze functiewoorden wijken af van het Nederlands en worden in Brabant gesproken. Onderstaande participant (LOO) woont in Made en de andere participant (BRO) komt uit Hank. ‘ffkes’ is een woord wat dus in meerdere dorpen wordt gesproken en niet enkel ten oosten (bijvoorbeeld Made), of enkel ten westen (bijvoorbeeld Hank) van rivier de Donge, welke de dialectgrens is tussen West-Brabantse en Midden-Brabantse dialecten.
*LOO: ik ga ffkes me etui leeggooien, en het staat nog op de film ook haha. even [functiewoord]
*ROO: dan ken ik weer een bietje fatsoenlijk vooruit daalijk beetje [functiewoord] Brabants: [overig] Andere Brabantse woorden die zijn gevonden vallen niet in een van de categorieën hierboven. Daarnaast zijn deze woorden eenmalig en enkel bij (ROO) en (BRO) gevonden. Het is niet zo dat deze woorden vaker terugkwamen bij andere leerlingen.
*BRO: q is van kuukske koekje [plat woord] *SUO: frèten, pillen, lijm, snoiven, eten [plat woord] *BROO: dus as gij inderdaad zeet nou zegt [plat werkwoord] DEO: laten we het gewoon lekker over zuipen hebben. drinken [plat woord]
9
Dit woord staat in de VanDale omschreven als: zui·pen: zoop, h gezopen 1 (plat) drinken 2 zich aan alcoholhoudende drank te buiten gaan. Van Dale noteert hier dat het om een plat woord gaat. Een echt Algemeen Beschaafd Nederlands is het woord ‘zuipen’ dus niet. Daarnaast is dit woord ook geen typisch Brabants omdat het buiten Brabant ook gebruikt wordt, maar jongeren gebruiken dit woord veelvuldig om er bij te horen of om stoer te doen. Engels Naast Brabants gebruiken de participanten ook een aantal woorden en zinsdelen uit het Engels. Dit ‘codeswitching’ wordt door Meyers-Scotton (2006) gedefinieerd als: “het gebruik van twee talige variëteiten in dezelfde conversatie”. Onder de zinnen wordt de letterlijke vertalen gegeven zoals deze in het Engels-Nederlands Woordenboek van Van Dale staat.
*TOO: jullie zijn echt dramaqueens jonguh Dramaqueens [leenwoord] *DEO: ja dit uur kun je niet zomaar ff skippen overslaan [leenwoord] *BRO: ja catchy, ja ik heb een pak pakkend [leenwoord] *ROO: zo die Willem is trouwes echt relaxed joh ontspannen/aardig [leenwoord] *ROO: ..omdat ze heel veel reposten van elkaar bericht doorsturen van elkaar [leenwoord] *MAO:hij vind carnaval kei cool gaaf [leenwoord]
Het woord ‘fuck’ wordt opvallend vaak gezegd in verschillende contexten waarin het woord echter niet altijd hetzelfde betekent.
*DEO: fuck you, kei lang zitten leren gisteren loop naar de verdommenis [leenwoorden] *MAO: ja dialect, Brabander, fucking stoer heel erg [leenwoord] *ETO: Etienne de Ruijter en Thijs, ah fuck man, Thijs uit Suriname verdomme [leenwoord]
10
In deze setting van dit onderzoek werd het woord ‘fuck’ het meeste gebruikt om ergens nadruk op te leggen. Het was meer een soort kreet dan echt de vervanging van een woord met inhoud die van belang is om de zin te snappen, net zo als ‘oh my god’ dat is.
*MAO: oh my god ik moet die lijmstift nog steeds weggooien oh mijn God [letterlijke vertaling] *MAO: ja jullie proate toch abn, not. niet [letterlijk vertaald] *ROO: ja leuk bedacht he, to break the ice om het ijs te breken [letterlijke vertaling]
Niet alle woorden die Engels zijn in de conversaties zijn leenwoorden. In bovenstaande zinnen hebben de participanten gewoon de letterlijke vertaling gebruikt, of die nu correct is in het Engels of niet.
*LOO:see you later alligator Zie je later [Engelse uitdrukking]
Schuttingtaal De leerlingen hebben niet heel veel gevloekt maar sommige van deze woorden kwamen terug in een enkel gesprek: *BROO: schiet nou toch is godnondeju op joh Godnondeju [grof woord] *BROO: toen hek gezegd: naaitum Ga weg [grof woord] *ETO: alsof ut godverdomme oew leeve is godverdomme [grof woord]
Jongerentaal [overig] *REO: das altijd op politiek 24 joh oetlul [aanspreekvorm] *ROO: ik ga lopen trollen joh nie normaal iets in de war schoppen [populair woord] *BRO: ik zeg zuigt er is gauw aan 11
dat ben ik niet van plan te doen [populaire uitdrukking] *DEO : ja jonguh blijf bij ons groepje jonguh jongen [markeerder, populair woord]
Evenals ‘houdoe’ is ‘jonguh’ een veelgebruikte term onder de jongeren gezien het woord meerdere malen terugkwam in de data. Het woord‘jonguh’ is een zeer populaire term onder de jongeren van tegenwoordig. Van de negen groepjes die gevormd zijn in de klassen zijn er maar twee groepjes waarin het woord ‘jonguh’ niet genoemd werd. Bij alle andere groepjes zei minimaal één participant, of meer, dit woord.
DEO: wij sporen gewoon nie Wij zijn gewoon niet goed bij ons hoofd [plat woord] ETO:ge zit allin maar te lamballle niks doen [plat woord] Straattaal *Yoo : Ja jij dan met je Adidas patas! Schoenen [Sranan] Straattaal [murks] *REO: nou ik denk dat burkazz wel kunnan, maar ik vind heel errug jaaaa *REO: ja de meeszten in zuriname xx duz ik vind het ook veelzte laagg
In bovenstaande zinnen wijkt het lexicon niet af van het Standaard Nederlands maar wordt er Murks gepraat. Nortier (2002) beschrijft dit als een samentrekking van Marokkaans (Berbers en Arabisch) en Turks, de talen die jongeren imiteren. Jongeren praten Murks omdat het stoer kan zijn. Maar het is ook leuk, het is een spel om anders dan anderen te praten. Wanneer alle vrienden dezelfde, maar voor anderen onbekende taal spreekt, verhoogt dat het samenhorigheidsgevoel. De leerlingen kregen een aantal stellingen en vragen over het ‘Brabants dialect’ voorgelegd. Uit deze stellingen blijkt onder andere dat de jongeren het niet stoer vinden om Marokaanse, Turkse of Engelse woorden te gebruikten. * DAO: het gebruik van andere woorden van een andere taal dan Nederlands, bijvoorbeeld Turks of Marokkaans is stoer. *JAO: nee tuurlijk nie 12
*MAO: nee Opvallend is wel dat ze wat later wel deze woorden gebruiken. Daarnaast vinden ze niet dat je met dialect een mindere indruk maakt dan iemand die Algemeen Nederlands spreek maar dan moet het dialect ook niet te ‘boers’ zijn.
*ANO: Iemand die Algemeen Nederlands spreekt maakt een betere indruk dan iemand die dialect spreekt *RAO: ja ligt eraan als jij gewoon normaal doet, maar als jij echt uuh zo boer uuh
Conclusie Uit de resultaten blijkt dat jongeren, in ieder geval op de middelbare school, veel minder Brabants praten dan dat hun ouders en opa’s en oma’s dat deden. Dit blijkt uit de conversaties die zij voeren over het onderwerp ‘dialect’ en ook uit de spraak van deze jongeren zelf. Uit de opnames blijkt dat zij niet altijd hun ouders en grootouders verstaan omdat ze soms te plat praten. Ze verstaan het wel maar op school en onderling hebben de middelbare scholieren hun eigen register. Dit register bevat Brabants maar daarnaast ook woorden en uitdrukkingen uit het Engels, nieuwe populaire woorden en afkortingen en Murks. Dit valt echter buiten dit onderzoeksveld, gezien het Murks dat hier wordt gesproken alleen verschilt van het Standaard Nederlands op het gebied van klank, en niet op het gebied van lexicon. Daarnaast zijn er veel vloekwoorden teruggevonden in de data zoals ‘godverdomme’ en ‘kut’ en het woord ‘jonguh’ wordt, afgezien van twee groepjes, in alle groepsgesprekken minstens één keer genoemd. Het woord ‘jonguh’ wordt regelmatig gebruikt, dit kan komen omdat de mannen van New Kids ervoor gezorgd hebben dat dat woord populair is geworden onder jongeren door hun korte filmpjes en twee bioscoop films. Opvallend is het feit dat jongens veel meer Brabants praten dan meiden. De groepsgesprekken die opgenomen zijn bij de groepjes met meisjes bevatten weinig tot geen Brabants in tegenstelling tot de jongens die soms hele zinnen Brabants spraken. Het feit dat de leerlingen in hetzelfde dorp wonen en vandaan kwamen maakt geen verschil voor het praten van Brabants dialect of niet. Er werd namelijk Brabants gesproken door een jongen uit Hank maar een meisje uit Hank, ook uit een havo 4 klas, sprak geen woord dialect. Eveneens is er geen verschil in dialectkenmerken gevonden op lexicaal gebied bij leerlingen die uit verschillende dorpen komen en hieruit blijkt dat deze jongeren beduidend
13
minder authentieke Brabantse woorden gebruiken in hun conversaties dan vorige generaties. Men gebruikt veelaal dezelfde woorden en het Brabantse taalgebruik is niet erg divers. Het is opmerkelijk dat jongeren zelf aangeven dat zij negatief tegenover buitenlandse woordgebruik staan terwijl zij zelf na deze opmerking wel een woord uit het Sranan zeggen. Hun attitude komt dus niet overeen met hun gedrag, ze zijn zich er niet van bewust. Alsmede komen er veel Engelse woorden en uitdrukkingen terug in de data. Uit de resultaten blijkt dat jongeren een eigen register hebben waarin zowel Brabants, woorden uit andere talen en nieuwe (zelfbedachte) woorden en uitdrukkingen in voorkomen.
Discussie In deze studie werd gekeken naar het taalgebruik van jongeren op een middelbare school in Raamsdonksveer in de provincie Noord-Brabant. Er werden opnames gemaakt tijdens twee Aardrijkskunde lessen met als onderwerp ‘dialect’ wanneer de leerlingen verschillende vragen en stellingen beantwoordden en aan de hand daarvan zijn de woorden die afwijken van het Standaard Nederlands gemarkeerd. Het aantal afwijkende woorden viel wat lager uit dan verwacht. Dit kan liggen aan het feit dat er tijdens de les de betreffende docent van dat vak ook aanwezig was. Tijdens de pauze waarin er geen docenten aanwezig zijn voelen de leerlingen vrijer om te zeggen wat zij willen en is er geen docent die hen kan corrigeren. Twee leerlingen van de laatste havo4 klas moesten nablijven en deze spraak is ook opgenomen, hierin is duidelijk maar Brabants te horen dan tijdens de les. Wellicht omdat de betreffende surveillance niet alle tijd aanwezig was toen zijn zij achter een computer zaten. In de pauze tussen de twee lessen in waren de docent en de onderzoekleidster wel aanwezig maar zijn er geen opnames gemaakt. Voor volgend onderzoek zou het beter zijn om de spraak van deze jongeren vast te leggen tijdens informele bijeenkomsten. Daarnaast is het verstandiger om geen opnames te maken op vrijdagmiddag tijdens de laatste lessen, omdat de leerlingen dan onrustiger zijn dan in een doordeweekse les waardoor veel spraak moeilijk te verstaan was bij het transcriberen van de opnames. Verder zijn er voor vervolgonderzoek ook mogelijkheden tot het betrekken van meerdere klassen, niet enkel havo maar ook vwo en vmbo, zodat een vergelijking gemaakt kan worden in het aantal dialectwoorden, straattaal en andere, nieuwe populaire woorden tussen verschillende opleidingsniveaus. Wat betreft deze studie was het beter geweest om eerder zelf contact op te nemen met de betreffende (Nederlandse) docent omdat deze later zelf afhaakte en nog op het laatste moment naar een andere mogelijkheid gezocht moest worden. 14
Ten slotte is het lastig om teksten te analyseren die ironisch bedoeld zijn. Een leerling wist verschillende types na te doen maar de vraag is dan of je het dan nog wel kunt meenemen als data van spontane spraak van deze jongeren. Referenties Hoppenbrouwers, C (1990). Het regiolect. Van dialect tot Algemeen Nederlands. (Couthino, Muiderberg, 1990) Myers-Scotton, C. (2006). Multiple Voices; an introduction to bilingualism.Blackwell publishing. Nortier, J. (2002) “Ik was me verslapen weet je”. Onze Taal, 5, 134-136 Ouden den, O., Wijk van, C (2007). “Om vet gaaf op te kicken” over jongerentaal en het gebruik ervan in productadvertenties. Tijdschrift voor Communicatiewetenschap, 35, 232-248. Retrieved from http://www.let.uu.nl/~Hanny.denOuden/personal/documenten/2007TvC.PDF Radstake, M (2010). Relatie tussen het gebruik van nieuwe media en spellingvaardigheid bij vmbo-, havo- en vwoleerlingen. Retrieved from http://igitur archive.library.uu.nl/student-theses/2010-0816 200223/Masterthesis%20Radstake%2c%20MI-3036553.pdf. Rob Schoonen & René Appel (2005): Street Language: A Multilingual Youth Register in the Netherlands, Journal of Multilingual and Multicultural Development, 26:2, 85-117 Swanenberg, J (2011). Jouw broertje is Turks? Taal en identiteit onder jongeren in NoordBrabant. InBrabant, 4, 28-40. Swanenberg, J. (2009) Van alterande sorte. Brabants tussen dialect en standaardtaal. Inaugurele rede Universiteit van Tilburg. Swanenberg, J. en J. Meulepas (2011) Het nieuwe Brabants. Een onderzoek naar diversiteit in taal en cultuur onder jongeren in Noordoost-Brabant. Taal en Tongval 63:2 Vermeij, L (2002). De sociale betekenis van straattaal; Interetnisch taalgebruik on scholieren in Nederland. Pedagogiek, 3, 260-273. Retrieved from http://pedagogiek.library.uu.nl/index.php/pedagogiek/article/viewFile/144/143
15
Bijlagen
1. Vragen algemene gegevens
1 Wat is je naam? 2 Wanneer ben je geboren? (dag/maand/jaar) 3 Wat is je geslacht? 4 In welk land ben je geboren? 5 Waar is je vader geboren? 6 Waar is je moeder geboren? 7 Wat is de naam van het dorp of de stad waar je nu woont? 8 Heb je hier altijd gewoond? 9 Waar is je vader opgegroeid? 10 Waar is je moeder opgegroeid?
16
2. Stellingen en vragen
1. Spreek je het dialect van de plaats waar je bent opgegroeid? 2. Als je naar een grote stad zoals Amsterdam zou verhuizen om te studeren zou je dan Brabants blijven spreken? 3. Mijn ouders praten veel meer Brabants dan ik 4. Dialect wordt vooral gesproken door de oudste generatie (opa’s en oma’s) Brabanders 5. Soms versta ik mijn opa en oma helemaal niet omdat ze zo plat praten 6. Dialect spreken schept een gezelligere sfeer dan het spreken van Algemeen Nederlands 7. Dialect wordt vooral gesproken door de mensen die niet zo hoog opgeleid zijn. 8. Dialect is een slordig ‘ plat’ taaltje 9. Iemand die Algemeen Nederlands spreekt maakt een betere indruk dan iemand die dialect spreekt 10. Het gebruiken van woorden uit een andere taal dan de Nederlandse taal (bijvoorbeeld het Turks, Marokkaans of Engels) is stoer
17
3. Transcripten twee haveo4 klassen: Eerste havo4 klas A: Danny B:Josh C: Youri D: Danny A: Ik ben Hassan B: hahaha T: kom op, doe even normaal de stellingen C: die hebben we al drie keer gedaan T: maakt niet uit A: de eerste, spreek je dialect van de plaats waar je bent opgegroeid? A: ja, jij bent aan de beurt. Jij bent. Nee wat is de vraag, ouwe lees de vraag voor, lees de vraag voor C: hij is een beetje gek, down A: Danny Rice uit Waspik is.. B: Jari Jari T: eeje Jari Jari A: Jari het is Sprang capelle T: Danny ga is werken aan dat lijstje A: ja jonge blijf bij ons groepje jonge T: ga is gewoon aan de slag A: lees nou is voor C: als je naar een grote stad zou verhuizen zou je dan Brabants blijven spreken? A: ja C: mijn ouders praten veel meer Brabants dan ik D: nee A: nee C: Dialect wordt vooral gesproken door de oudere generatie, opa’s en oma’s, Brabanders B:ja C;ja D: ja C: soms versta ik mijn opa en oma niet omdat ze zo plat praten D: nee C: nee A: dus ik zit voor niks hoi te doen? C: dialect sprekers schept een gezelligere sfeer dan het spreken van algemeen Nederlands D: wat? C: dialect sprekers schept een gezelligere sfeer dan het spreken van algemeen Nederlands A: ja ja, je moet ff dichterbij gaan zitten C: ja C: dialect is een slordig, plat taaltje A: nee zeker niet, niet waar C: dialect heeft status A: zeker weten, dat is waar C: iemand die algemeen Nederlands spreekt maakt eee betere indruk dan iemand die dialect spreekt A: niet waar 18
D: nee tuurlijk nie C: ja dialect, Brabander, facking stoer A: you are under my.. C: hij komt uit Brabant, hij vind carnaval kei cool D: ja C: het gebruik van andere woorden van een andere taal dan Nederlands, bijvoorbeeld Turks of Marokkaans is stoer. D: nee tuurlijk nie A: nee A: eej we zijn nog nie klaar
A: Joy B: Mayke C: Marieke D: Ilse A: ow ze zijn aan het filmen hoor B: oh my god ik moet die lijmstift nog steeds weggooien A: eeeeeh bah bah B: zal ik um ff weggooien? C: waarom heb je deze? B: ja die heb ik nog steeds A: oh my gooood! B: pillen zeker he D: das zielig he A: freten, pillen, lijm, snoiven, C: 10 cent A: graaiu , graaiu B: nee jonguh A: ik ga ff me etui leeggooien, en het staat nog op de film ook haha. Oke dit mag weg, dit, behalve het geld C: eej die hebk ook die heb ik in het geschiedenisboek zitten, die, haha A: das uuh leuk A: haha staat op de film C: die zwarte A: oke ik moet dit ff weggooien, hil me etui vol A: Nikki zie jij hier Europa in? B: uuuh ja. Kijk hier zit europa C: engeland, engeland A:Simone B: Yari C: Martijn D: Suzanne C: jari je ziet de helft van je hoofd B: helemaal niet C: ja maar wij hebben al gehad A: himaal nie 19
C: ja dus B: eej martijn je staat erop. Ja jij moet ff.. A: jullie mogen de stellingen doen D: Het gebruiken van woorden uit een andere taal dan de Nederlandse taal bijvoorbeeld het Turks, Marokkaans of Engels is stoer B: ja C: nee, da slaat toch himmal nergens op B: ja C: nee B: ik vind t stoer C: nee eg nie B: ja das wel echt keistoer he
Aantekeningen: Groepje ernaast Yoo : Ja jij dan met je Adidas patas!
C: nee B: ha hou je bek C: over da intelectuele? B: ja C: misschien moeten we eerst uuh spreek je..eerste stelling even B: oke D: Spreek je het dialect van de plaats waar je bent opgegroeid? C: nee B: ja D: Als je naar een grote stad zoals Amsterdam zou verhuizen om te studeren zou je dan Brabants blijven spreken? C: 7 D Dialect wordt vooral gesproken door de mensen die niet zo hoog opgeleid zijn.
C: ja D: ja A: ja C: ja vind ik wel, kijk naar Jari (die irritante, mongolie), levend bewijs X: eej Jari, naar voren, naar voren D: Soms versta ik mijn opa en oma helemaal niet omdat ze zo plat praten C: ja klopt B: nee C: hou je bek jonguh, scheids! Floite D: oké, Iemand die Algemeen Nederlands spreekt maakt een betere indruk dan iemand die dialect spreekt D: ja, opletten ik heb de stelling gezegd, zeg maar gewoon ja of nee C: welke stelling? D: ja die, zeg nou maar gewoon C: hullie zijn aan het vals spelen D: Iemand die Algemeen Nederlands spreekt maakt een betere indruk dan iemand die dialect spreekt
20
C: soms, ja heb ik net drie keer gezegd B: we kenne ook gaan zwijgen, gewoon niks meer zeggen D: oké, Dialect spreken schept een gezelligere sfeer dan het spreken van Algemeen Nederlands C: ja tuurlijk wel B: ja D: wat is gezelligheid? C: maar tis ook nie ongezellig. We zitten hier voor jou, nee die heb jij nie bedacht, die hedde gij nie bedacht, die het zij bedacht, dan moete zeggen: ik zie jullie nog , hier en dan zit mevrouwtje huhuh ABN , je doet t zelf nie eens, eej je doet t zelf nie eens, daar kenne we ok nog wel over proaten X: eej Jari wa kreeg je allemaal? C: alles behalve wortels X: fock you kei lang zitten leren gisteren, dat is het enigste wat ik heb geleerd C: hahaha D: leuk he C: ja tuurlijk, ze motte jullie er nie op hebben, ja jullie proate toch abn, not. D: ja jij had de hoogste… toch? C: haha ja volgens mij ok B: gek he, jij ben gek, jij ben echt gek aan het doen D: ja ik snap da wel, hij had da misschien nie moeten doen, maar ik snap da wel C: ga jij even je haar doen? Zet het ff op de film B: Davey maakt de lessen leuk D: hebben jullie al rekentoets gehad? B: ja D: hoe was da? B: makkelijk C: ken je net zo goed plat gaan proate, eej ik moet praten, hoi. Waarschijnlijk is die camera toch al leeg D: joyce, doet ie het nog? Volgens mij heb ik dat nu al twee keer gezegd B: so stoer ouwe Tweede havo4 klas A: Anneloes B:Rachel A: met een zachte G haha. Als je naar een grote stad zoals Amsterdam zou verhuizen om te studeren zou je dan Brabants blijven spreken? B: wij praten niet eens Brabants, maar je komt toch uit Waspik B: maar waarom zou je dat doen? A: mijn ouders praten veel meer Brabants dan ik. Me moeder wel. Soms versta ik mijn opa en oma helemaal niet omdat ze zo plat praten. Nou daar heb ik geen moeite mee. B: opa en oma? A: ja B: nee ik ook niet A: Dialect spreken schept een gezelligere sfeer dan het spreken van Algemeen Nederlands.
Dat maakt toch helemaal niet uit. B: wat? 21
A: Dialect spreken schept een gezelligere sfeer dan het spreken van Algemeen Nederlands. B: ja brabants is best gezellig A: xx. Dialect wordt vooral gesproken door de mensen die niet zo hoog opgeleid zijn. Nee dat heeft er niks mee te maken. Dialect is een slordig ‘ plat’ taaltje. Ja eigenlijk wel. B: xx A: nee maar het gaat gewoon om dialect in het algemeen B: ja A: Iemand die Algemeen Nederlands spreekt maakt een betere indruk dan iemand die dialect spreekt B: ja ligt eraan als jij gewoon normaal doet, maar als jij echt uuh zo boer uuh A: Eg zo plat praote Het gebruiken van woorden uit een andere taal dan de Nederlandse taal bijvoorbeeld het Turks, Marokkaans of Engels is stoer. Nee B: nee A: Iemand die Algemeen Nederlands spreekt maakt een betere indruk dan iemand die dialect spreekt. Huh wat? Meneer er staat twee keer dezelfde vraag in. X: ja dat is twee keer dezelfde inderdaad, maar je mag gewoon over het weekend gaan praten A: maar waarom staat die camera daar? B: dat is alleen puur voor de taal, dat jullie met elkaar praten , dat neemt ie op A: xx X: over het weekend ga ik niet kletsen A: en met de kerst? X: met de kerst ben ik op vakantie A: waarheen? X: naar Duitsland A: wa? X: naar Bremen, in Duitsland A: toch niks aan B: als wij Brabants moeten praten, dan kunnen we geen Brabants praten A: waar…weet ik veel X: als je onder dwang moet praten dan..
A: Anouk B:Emma C: Kyra D:Ira A: bende gij er ene van? ja Hahaha..bende gij er ene van uuhh B:je hoeft niet op te letten hoor, C: maar mijn opa die praat wel is echt dialect Aalst, daar versta je echt niks van. Echt heel raar, dat is een ander taaltje. D: xx. Dialect is een slordig plat taaltje. Nee A: ik vind het wel leuk C: nee. Ik vind dat het iets grappigs heeft. 22
A: zo kun je precies horen waar je vandaan komt. Ja maar als je echt je eigen taaltje spreekt.. C: Frans, Engels, Brabants hahaha D: je kan toch niet perfect ABN praten want je hebt altijd een verschil tussen ABN Nederlands en dialect B: echt zo perfect ABN en dat mn vader zegt van, zeuven. C: ja echt heel raar B: haha, echt serieus D: zeuven, dan klinkt het echt zo xx ja.. A: Ik heb gewoon een eigen uuh een eigen Hanks stereotype, ik praat opzich nie Hangs maar volgens mij kunnen ze wel horen da wij uit Brabant komen. B: soms wel, oke, het gebruik van Het gebruiken van woorden uit een andere taal dan de Nederlandse taal bijvoorbeeld het Turks, Marokkaans of Engels is stoer
A: xx soms denk ik het ken wel maar als je alleen maar die taal spreekt denk ik, hallo je bent in Nederland. Leer Nederlands. Niet als je een dialect hebt ofzo maar.. Is da stoer als je Turks marokaans of engels door de Nederlandse taal heen spreekt. D: ligt er aan. Weet je wat mijn vader zei? A:Als je in het engels allemaal rare dingen gaat zeggen kan da wel. D: weet je wat mijn vader zei? Het is zo not done C: oooh hahaha dat zei die van mij ook wel eens, was echt zo aan tafel D: xx A: Josefien B: Lotte C:Manon D: Lisa B: ff een serieus gesprek starten A: oke, hoe gaat het allemaal met jou lisa? C: hahahaha, josefien B: moet gewon normoal doen X: over het weekend praten ofzo, over de vakantie of iets dergelijks B: niks A: we hebben niks te vertellen X: oud en nieuw B: oud en nieuw wat ga je doen josefien? A: feesten! C: kunnen we net zo goed doen en dan gaan we daarna naar Oscars A: en eerst lekker bij mij indrinken, of nee we gaan misschien naar de Pracktijk. In me eentje C: in me eentje hahahahaha D: xx C: hebben jullie al kaarten gekregen voor de Culturele avond? D: nee A: aah balen! A: ooh wat stom! 23
B: jeetjemiena lisa wat zeg je nou! A: jongens wat gaan jullie vant weekend doen? D: take five B: taaaaaake two C: volgens mij staattie helemaal niet aan? A: wat gaan jullie vant weekend doen? Hier kijk! B: woehoeee ik sta op de camera! Hahahaha D: dat is Lisa, en dat is Josefien A: ik ben Josefien en ik heb een alcohol probleem B: ik ben Josef..nee ik ben Josefie..weet je wat ze zei? Ik ben Josefien en ik heb een alcohol probleem A: klappen klappen C: hoi ik ben lisa en ik xx en ik heb een drugsprobleem A B D: Hoi lisa B: goedzo lisa A: oke nou Manon B: Manon die kan nie stoppen met lachen, die heeft een lach probleem X: jullie zijn echt dramaqueens jonge B: da hebben we van Josefien D: oke jongens dit is niet ok B: als dit op Facebook verschijnt A: hahahaha ik ben Josefien en ik heb een uuh alcohol probleem, klappe klappe. Hallo Josefien. Nou vertel B: zij is zwanger, zij is zwanger D: hallo, wat ga je vant weekend doen? Wij gaan naar boiten B: hallo, hoi D: maar waarom dan? A: hoi B: ga maar zitten, jij bent lief, ooh hij plast, hij plast! Ik vind dit een uitermate geschikte conversatie A: ja wij zijn vierde jaars he, dat kun je wel zien heb D: houdoe B: see you later alligator C: houdoe jonguh! D: het is een meisje, joehoe A: wat dolletjes met die camera B: kvind zo gezellig. Waarom doe je een paard na? A: ik hou van paarden, ik ben in mijn vorige leven een paard geweest. B: ik wil naar huis A: ow ze draait hem om! Nieuw groepje, afghaans meisje A: wat ga je doen dit weekend? B: ja niks. Altijd als ik voor de camera sta xx 24
A: draai maar even om C: dus! A: dus hoe denken jullie over dialect? C: brabants is gewoon uuuh.. A: wie spreekt er hier brabants? D: ik niet A: wat ga je doen dit weekend? D: feesten A: feesten? Zuipen? Nee kan nie B: oke even een leuk onderwerp A: laten we het gewoon lekker over zuipen hebben. Wat vinden jullie lekker om te drinken? B: geen wodka, geen pure wodka, als ik pure wodka op heb, Bam! E: ook niet met 7up? A: wat drink je altijd als je uitgaat? C: bier! B: wel is wijn, nee ik drink echt geen bier, ik lust echt geen bier D: oh hij kan nie bewegen! B: hij beweegt zo uh lieve schat C: doe nie jonguh! B: hij herkent gezichten C: doe is nie zo kinderachtig! B: sorry! Daimy. Nee nee nee nee nee A: wij sporen gewoon nie C: vertel is, vertel is even over paarse koeien B: hallooo, Milka, melk, paarse koeien A: begin je nou weer over paarse koeien? xx B: ik hou van paarse koeien! Meneer er is toch niks mis met paarse koeien?! X: paarse? B: koeien A: ze denkt dat paarse koeien chocola maken X: lijkt me een beetje.. B: denk dat dat niet zo is maar.. X: lijkt mee een beetje sterk C: denk ik wel A: ja oranje koeien die maken sinaasappelsappen B: xx A: natuurlijk wel, nee! Dat doet een roze koe al! B: nee die maakt aardbeien shakes A: die maakt yoghi en als je die mixt krijg je milkshakes. Laten we niet over zoiets praten want dan blijven we raar praten C: ik wil naar huis A: ja dit uur kun je niet zomaar ff skippen, dan heb je zo 3 uur aan je broek zitten C: ja B: hoi 25
C: haai, walvis B: nijlpaard A: koe! C: paarse koe! B: nou hallo A: en wij zitten in de vierde haha. En dan blijkt iedereen hier xx B: oke oke, ik zeg een woord en jullie moeten zeggen wat dat bij jullie oproept A: oke C: oke oke, met een brabants dialect! A: paars hahaha B: oke een keer, paars C: koe hahaha A: roze hahahaha A: Lisa B:Thijs C: Etienne D:Rens A: ja maar met jullie kun je tenminste een gesprek starten B: hoezo kun je met ons wel praten? A: omdat het daar alleen maar over uuh hoi ik ben josefien B: xx gaat het altijd alleen maar over sex A: nou dan C: waarom praat je heel tijd over sex? Wij moeten uitkijken als wij met een meisje praten over sex D: als wij praten over sex wij moeten uitkijken C: als meisje dingen hoort over sex en wij denken, waah A: dit moeten ze eigenlijk laten aan ons volgende les vind ik. Meneer mogen wij dit volgende les terugkijken? X: nee C: eey weet je watk kan doen D: nee C: maatschappijleer maken A: aah jammer ik zou dit best willen terugkijken C: ik ook das best wel grappig. Ownee ik praat normaal shit. Ah nee D: hij ken nie brabants A: hij kan alleen maar, wat was het.. C: alleen maar hoog. Ik ken hoog brabants A: hahahaha C: eej eej, hedde gij die pilskes al buite gezet of nie? Als ge da nou nie rap doet dan lopte xx ge zit allin maar te lamballe en tv te kaike alsof ut godverdomme oew leeve is X: moet je op de culturele avond doen D: doettie ook 26
A: heb je dat ene filmpje nog op youtube staan dat jij die ene Antiliaanse rapper bent? C: ja van levo? A: ja C: da was een filmpje moes voor levo maken en wij hebben echt rare dingen gebruikt, echt rare dingen, voor levo A: maar heb je die er vanaf gehaald? C: nee Ruben, ik heb die er van af gehaald B: ja zet um op je hyves C: ga weg man das echt zooi jonguh A: je kan het, je kan het echt wel, zeg is even hallo voor de camera B: hallo, alles goed met jou? C: wel een beetje nep A: wa? B:xx A: jointje draaien ofzo D: wie heeft er wiet gerookt B: gewoon A4 papiertje ofzo xx A: gewoon koffiepoeder, of wa was het nou? Haha en dan meteen zo. C: koffiepoeder? B: van da poeder om koffie te maken en dan van die zakjes van de benzinepomp weetjewel D: ooooh jaa das gewoon gemalen bonen C: xx A:xx C: gaat ze die drank afpakken, zo met die fles, uit de fles, pakt ze zo af. Zij is verslaafd jonguh B: echt gewoon.. xx C: en ik mocht het gewoon B: echt gewoon C: eej als je dit ziet, zet op youtube, knip mij dr af, zo mooi zo A: ik hoop wel dat ze dit erop zetten C: gewoon op Youtube, en lisa zo. Goedenavond D: xx toestemming B: xx C: echt voor Meneer Mercks jonguh. Ik ga um ff belle, hallo met Patrick van de xx, heeft u gisteren twee overhemden gekocht? Een rode en een zwarte ja, kunt u misschien even betalen want uuh, ik wil um echt bellen, tijdens de les.. A: ben je naar de ortho geweest? C: ja A: ja ik zie het, laat is aan de camera zien C: ja ze hadden opeens geen roze meer, dusja toen dacht ik doe k maar rood, terwijl ik altijd roze heb A: aaa nee nie doen jonguh C: kut jonguh echt lelijk A: je ipod? 27
C: ja op de ipod en uuh A: maar weet je wat bij hyves op de ipod, dat je profiel foto ineens supergroot, is da in het echt ook op de computer? C: volgens mij wel, das lelijk hè, zo heel groot. Maar ff serieus hè, we zijn hier bij het debat op 3, vpro D: das altijd op politiek 24 joh oetlul C: we zijn hier bij het debat politiek 24, mijn naam is Frits zonder achternaam en dit is Etienne de Ruijter en Thijs, ah fuck man, Thijs uit Suriname. En Etienne is , even voor de goede orde, lid van de PVV, hij is voor de PVS partij voor de Surinamers. Laten we dit debat starten, dit is trouwens mijn mooie collega, Lisa van Kulst. Laten we beginnen, oké laten we beginnen. D: Lisa van Kulst, echt zon Duitse naam C: oké laten we beginnen, om te beginnen met het eerste conflict wat vinden jullie van het feit dat burka’s moeten worden verboden D: nou ik denk dat burkazz wel kunnan, maar ik vind heel errug jaaaa xx B: ja die dinge moeten gewoon weg, weg uit Nederland C: oke ik geef nu het woord aan mijn mooie en kleine collega, Lisa van Kulst B: en kleine collega C: oke genoeg, laten we overgaan naar sesamstraat op 6, zie je tot volgende keer D: seeeeesamstraat C: bij het debat op politiek 24, cut A: volgende opname D: taaaake twee C: welkom bij politiek op 24. naast mij zit uh niemand, tegenover mij zit Etienne de Ruijter van de pvv en naast mij zit Thijs de Surinamer van de PVS, dit is mijn kleine collega, Lisa van Kulst. En vandaag de eerste stelling, wat vinden jullie van de prijs van 124 supermarkten? B: veel te laag D: ja de meeszten in zuriname xx duz ik vind het ook veelzte laagg C: oke dat was…zoals u wel kunt zien is de PVS een veel betere partij dan de PVV, dus zeg ik jongens stem op Thijs uit Suriname in lijst 68 A: heb je zelf geen mening? C: oja, mijn mening zelf is.. D: van de Antillen van de Antillen C: dat xx gewoon kut is, oke volgende vraag, jongens A: nou ben jij van de Antillen C: nou ben jij kleine A: oke C: wat vind je van kleine mensen die
A: Robbie 28
B: Bram B: hedde gij gespreksstof? R: naah eigenlijk eeh, ik wou het wel hebben over de zevende van Beethoven B: oh nee da komt goed uit R: ja nee B: dus hahaha R: haha ja dus B: ja das inderdaad eh R: heb jij je pak al? B: he? R: ja natuurlijk ja tsjonge jonge B: ja catchy Robbie, ja ik heb een pak R: oh en wat voor pak heb je Bram? B: ja zo’n zwarte R: oooh B: haha oooh leuk R: leeeuk, ja ja en een stropdas? B: ja hebk ook, ja mar ik moet nog ffkes kijke, want ik heb ok twee van die strikskes, hee strikses catchy hoorde um? R: ja ja ik snap um B: maak nie uit, uuhm ja dus R: goed volgende vraag, uuhm, nee, Bram? B: Robbie? B: wist jij dat eeh B: ik ga nie met jou trouwen, daar hek nou himmal gin zin in! R: hondenbelasting onder meer onder andere ingevoerd werd om verspreiding van hondsdolheid tegen te gaan? B: haha wa? Hondenbelasting? R: ja B: nee da wist ik nie R: nou witte t wel B: aan jou heb ik nog is wa R: bij uuh wikipedia, en dan artikelen B: ooh R: ooh. Eej Bram B: eej R: ga is op 9gack B: wa? R: ga is op 9gack B: nee R: jawel B: ja en dan? R:en dan niks B: daar heb ik net ok al links van zitten sturen, die xx is geniaal he Trapt ie zn vriendin voor z’n smoel, en dan er nog lachen bij ok he R: jeeej haha. B: zet stil die band want dat word toch niks R: nee, het moet, we moeten jaa B: ik moet godver himmal niks 29
R: aah haha, ze moet voor dr scriptie vertellen over Brabantse taal B: ja dus R: dan wil ze dinge met elkaar vergelijken, kbedoel uuh ene keer zeg ik nie andere keer zeg ik niet, zuk soort dingen, en dan de conlusie hieruit is uuh B: ooh, op zukke momenten zegt hij niet en en op andere momenten is het gewoon R: ja B: ja oke R: dus als ik iets voorlees zeg ik niet, nja zo dus, maargoed B: juisttt proatuuh R: uhu, eej Bram B: ja eej R: weet je hoe laat die leraren weer op school moeten zijn vandaag? B: nou? R: half neege B: aaahaha! waar? Morge? R: ja, die moeten morgen al meteen weer om half 9 klaarstaan B: ik ga ff Bouwman ofzo ff pils voeieren ofzo denk, is toch gratis R: hahaha B: ownee das nie gratis R: ownee wacht ff B: mag knie zeggen voor de camera R: nee nee, ow da moet natuurlijk, ow dat moet er ff uitgeknipt worden. Maargoed ze luistert het toch allemaal terug B: hm R: hm ja B: eej witte wa, ik gaai gewoon gamen en dan komen er af en toe wel een paar krachttermen uit R: doe da maar haha B: welk? R: weet je hoe de dochter van Andre Kuijpers heet? B: nou? R: Sterre B: ahaha R: catchy ja nee serieus B: ja da zal wel ja, haha Sterre, witte hoe mijn dochter heet? R: nou B: sterf R: haha sterf B: ownee wacht das nie grappig Bram, verkeerde toon R: haha B: uuh ja R: beetje verkeerde toon Bram B: ja sorry R: ja maargoed R: schiet nou toch is godnondeju op joh R: eej Bram weet je wat ik gedownload heb? B: nee R: een virus, een uuh, ja virus, ik heb een xx gedownload wa kan ik daar mee doen? Uuh B: die moet je in de stal zetten R: ow, nou, schitterend Bram. Eej Bram ken jij stand by me? 30
B: stand by meee! R: hahaha B: nee die ken ik niet hahaha. Hoezo? vind wel leuk dat je het vraagt namelijk R: hahaha, nee jonguh moet je is luisteren, ik probeer het een bietje te reguleren maar, hoor je het ofnie? B: nee, ja! Stand by me R: nou de rest spreekt voor zich B: oh stand by! R: en die ken ik op de piano B: oh yeah stand by me R: dat is zegmaar F, ja en dan C en dan een D B: ooowja, die zit ook in de Lion King R: wie? B: in de Lion King film R: ow da kan best ja B: en die Lieeee, R: owja ik zie hem hier staan, wacht ff wacht ff hier heb ik hem B: nee Robbie laat mij maar gewoon zingen, da gaat best goed R: haha, die kikker, moet je is kijken, die kikker, kikker B: die kan toch himmal nie zingen man R: hahaha B: da gaat wa worre vanavond, da weet ik nou al, ik ga lopen trollen joh nie normaal R: so die Willem is trouwes echt relax joh B: welke Wilm? R: die Willem uuuh jou achternaam B: ow willem vd Pluijm R: nou hoe witte da? B: nou, ja R: dies best relax joh B: ja da weet ik R: die Sven en die Erik zijn wa minder dan maar B: ja R: Erik is ook van de 9gack volgens mij B: ja? R: ja, weet je wie dit zingt hè? B: uuh hakuna matata R: pumba B: xx R: xx B: maakt ok nie uit in principe maar R: nee dit dan dit dan lalala. Goed ik zit.. B xx wellek! R: ezel! B: wellek, das ok een mooi woord hè wellek. wellek, wa zeede gij, wellek? R: wellek? B: wellek! R: das ok brabants he B: stoat ie nog aan? R: nee B: das dan weer jammer 31
R: wacht 3 2 1 , ja tapapa ja daar goat ie weer B: haha neem da is op voor de gein R: u vraagt, ja hij neemt heel tijd op, alles wa wij zeggen B: ow, dus hij hoort die dinges ok heel de tijd, die hakuna matata muziek R: hakuna wa? B: nee niks, lion king, hakuna matata R: die snap ik nie B: je weet toch wel wat hakuna matata betekent? R: nee tuurlijk nie B: echt nie? R: nee B: hakuna matata R: wacht ik zoek, hakuna.. oja ik zie m staan bij google resultaten B: da betekent iets dan en uh R: daar zijn ze nog steeds nie achter haha B: hakuna matata das volgens mij leef gezond ofzo R: wat staat er: xx of nie B: xx of nie, hakuna matata R: tis maar net hoe ge ut ziet B: dus uuhm uhm uhm philosophy R: zorg maar dagge geniet, hoor je hem? B: ja, hakuna matata R: bram, eej suggesties bumba B: hahaha dat zat ik te kijken bij Duits, nou himmal in een deuk, prachtig, daar kan ik nou echt van genieten he Robbie R: opzich is da best lache B: daar is over het algemeen himmal niks mis mee maar R: doch, en nou komt de tegenstelling B: in dit specifieke geval, huppakee dod R: wa speulde nou? B: battlefield 3 nou gade t krijge jonguh met de krachttermen R: oh, oh oh ja da hebk dus nie he, oh hij hangt in me kop B: kanker, hoh oja das natuurlijk zaak dat ik da nie zeg he R: haha naja B: en van je kanker kanker, naja ik doe het nie ok, naja goed die kenne we weggooien R: ja ja ja ja..eej witte wie er morgen om half 1 klaar moet staan? B: nou? R: deze jongen B: haha moet je werken? R: ja, haha witte nie B:werken haha R: die havo’s aan de deur haha B: haha R: witte wie ok zo praat? B: nou? R: die Erik, die vriend van die moeder van Gosse B: ja? R: ja die proat ok zo hoor, naaitem! De eerste keer dat ik um tegen kwam, dat was toen ik 15 was ofzo. Enuh we werden opgehaald door die Erik, en Niels die schaap zegt tegen mij, moet
32
is opletten wat ie daalijk als eerste zegt tegen ons, wij lopen zo rustig naar die auto toe, hè homo’s! hahaha B: haha R: hee Erik, goeieavond, schitterend joh B: da was een maat van mijn moeder hè, daar gingen ze altijd mee uit met Erik R: ja? B: das een hele goeie gast schijnbaar R: joaahh, hij het z’n praatjes wel B: ja? Wij komme de leer van christus brenge! R: zet ze maar aachter in t schuurke haha B: yeah R: eej maar weet je wat ik heb hè? B: aids chlamydia R: nee komt wel dicht in buurt B: wat dan? Een cd speler? R: ja, nieuw B: het komt wel dicht in de buurt maar uuh nee cd speuler R: nee ik heb een ding gedownload Bram, daar kande sites mee platleggen B: ja joh? R: overbelasten B: echt? R: maar nou zeettie elke keer bij mijn Microsoft essentials dat er een virus ding is binnengekomen B: ja das gek R: ja maargoed ja B: maar da is nie hoor R: nee maar das wel elke keer zo’n melding als ik hem opstart B: ja dan moet je je virus scanner uit zetten R: ja nee das lekker handig, dat kan ook niet de bedoeling zijn B: hoezo niet? R: als er dan echt een virus binnen komt B: maar dat is geen echt virus R: ik bedoel ik download genoeg..ja, moet ik dan? B: weet je hoe dat komt? R: nou? B: omdat dat illegaal mail is om iets plat te leggen, zegt die virus scanner van ja da hoeven wij nie, doe da is nie R: naaitum haha B: da hettie liever nie zegmaar R: nee ja ow ja B: maar da is geen virus, dus als je hem uitzet en je start hem op en hij doet het, hoe heet het eigenlijk? En waar heb je het vandaan? R: uuh www.trojanhorse.nl ofzoiets B: zoiets was het? R: uh wacht ik zoek ff, ik wit de naam al nie meer, uh lest gebruikt waar staat da? B: daar kende de site mee plat leggen haha R: haha yeah B: ja baasje R: was het dit nou, ja volgens mij wel, loic, doe het, ja hier heb ik hem, low allbit ein canon B: wa zeede gij? 33
R: low allbit ein canon B: aah nie zo vloeke R: is een open source network stress testing and dos attack application written in C # B: pleur die naar de Dongemond site R: haha moeten we eigenlijk is een keer met een paar man doen eigenlijk, heel die site plat leggen B: zullen we dat doen? R: ja nu toch niet B: hoezo nie? Das toch lache? R: nu heb je er niks aan, niemand zit nou op die site te kijken. Eigenlijk moeten we dat ding smorgens aanzetten B: hahaha en dan heel de dag laten draaien R: die computer heel de dag laten draaien B: haha zo R: met een groepje mensen B: ja wel ff ip adres blokker installeren dan R: ja ow dattie uuh B: anders kennen ze ons zo traceren R: das laaache B: hahaha, gewoon doen hè, en dan geschorst worden ofzo R: met een hele groep ja, ja moet toch kunnen, ik bedoel, hè? B: hoe heb je da nou gezocht dan? Hoe leg ik inderdaad een uuh R: site plat hahaha B: haha als het ff kan in de gouden gids, 5 minuten, site plat leggen.nl R: hahaha ja ja B: als het ff kan R: nee dat komt eigenlijk op 9gacks, zitten ze allemaal te te te kloten tegen fortune, weet niet of je die kent? B: ja R: nou ze hadden schijnbaar ruzie ofzo omdat ze heel veel reposten van elkaar B: ja R: maargoed toen kwam er iemand met zoiets, zo van , we gaan.. B: ingenieuze idee R: hahaha geniale idee om die site plat te leggen, iedereen even zo’n ding downloaden. Dan gaan we die en die datum, maar das allang weer afgelopen B: dat hadden ze wel gedaan? R: nee dat hebben ook nie gedaan, ik weet niet waarom het was ammel niks joh, het was gewoon een bietje..ja zo posten van ons, ja maar wij posten ook van hun, ja maak nie uit, oke, toen wast weer normaal zegmaar, maare toen heb ik wel dat ding gedownload, ja vind ik gewoon vet. Maar anonymous he, die groep, die doet dat ding ook gebruiken, om sites plat te leggen R: john do, wie is da? B: john do? R: ja B: kende gij john do nie? R: nee ik zie het nou staat is een place holder name B: gij gaat mij godverdomme nie vertellen.. R: nou..jawel, nee ik ken hem echt niet, wie uh wie wa houd da in Bram? B: john do?
34
R: ja, ow ik zie het in het Nederlands , twee termen worden gebruikt om een anoniem persoon, oow B: dan bende een john do R: ik ken wel john fubar, die staat er ook tussen, vet B: ja eej, zuigt er is heel rap ff , ff heel rap R: in de gouwe geit B: inderdaad, het is dus zaak da gij, ja, zal ik oos pa is ff voor die camera zetten R: haha nee jonge daar hedde himmal niks aan, moet eigenlijk een gesprek zijn hè B: ja nou , wij doen da zo, zo R: hahaha, ik wil dit wel is terughoren B: hebben we da ook maar weer gehad hè, R: zo da was de eerste B: xx ff heel da stereotype beeld van Brabant ff toch, toch gewoon toegeven R: gezellig, gezellig B: grappig, haha R: zo zat er in de aula vandaag eentje joh, B: ja joh R: die zat himmal in de hoek, in het begin eigenlijk. Himmal in de hoek zat ie met z’n benen over mekaar, zo strak mogelijk, dat het eigenlijke niet meer kan leven daar beneje witte wel. B: dat het afknelt R: zat ie op z’n mobieltje.. B: ja daar moet je ook nie op gaan zitten R: hoo.. B: ja ik zou ook gewoon niks terugzeggen eigenlijk, maargoed R: maar hij zat daar in die hoek zo nou , ja, het was, ja het moet wel gewist zijn B: dat ie homo was? R: ja, nee autist B: ow R: dus ik keek zo naar Willem en Willem al meteen mij, hmmm B: ja Willem is echt een geniale hoor jonguh dat betreft, sociaal wel in ieder geval R: ja maare B: ik kwam hem toenet ook al in de gang tegen en ik kijk hem zo aan met zo’n blik van wat een pedo weetjewel R: haha ja B: himmal in een deuk gelijk, hettie da ook wel eens naar jou gedaan? R: ja vast wel B: waar zit jij bij hem dan? In de les? R: uuh ja hij zit gewoon in mijn klas zegmaar, bij Nederlands, Engels en uuh B: Duits R: BSM haha Duits nee haha B: dinge R: dinge B: jaja R: C voor u en a, spreekt u uit, ik heb ff doorgeklikt op wikipedia, ik zit nou op ezelsbruggetje B: wa heb ik daar nou weer aan? R: ja leuk bedacht he, to break the ice, he B: haha R: geschiedenis van Griekenland, yeah B: daar hebben we wa aan R: Bram 35
B: ja R: wat zegt de kapitein van 300 als ze voor de helpoort staan B: himmal niks! R: hedde ploats voor 300 man? B: hè? hedde ploats voor 300 man R: ja da was de grap dan zegmaar B:ow ha! Zeg dan niks R:ik vond het wel grappig om te melden B: sletje R: die is oud hè Bram, da witte B: welke? R: sletje B: ja maar wel treffend, da ken zijn maaree R: ow Bram dit moet je zien, ja nee gewoon kijke, afsluiten en kijken. Bram? B: doe nou is godverdomme rustig man, ik zit in een spel ik kan er nie zomaar uit! Ze wachten niet op mij R: ik heb vrienden! B: nee ja, nouja R: hahaha, speelde nog xx? B: nee daar had ik geen vrienden op R: ahah Jens B: nja die zeiden dat ze mijn vrienden waren alleen die wilden dan altijd dat ik m’n broek uitdeed enzo maar, op een gegeven moment.. R: beetje rare vrienden waren da B: op een gegeven moment dacht ik ook van, da hoeft allemaal nie, hè R: toen gingen ze ammel dreigen met oos moeder B: kijk das vijftien keer leuk, maar dan hè, die zestiende keer hè R: dan gade toch, nadenken, dan doe je het nog vijf keer ofzo en dan uuh B: dan blijkt toch achteraf dat dat dan R: ja ik snap het Bram, ik heb , ik voel hetzelfde Bram, vertel maar B: ja ik voel uuh, ja R: zo m’n maag zat vol jonguh na het eten, we hadden witlof op. Nou gods.. B: nou R: ik kon kiezen tussen witlof of zuurkool B: oh eej, witlof oooh R: ik heb genoten B: das lekker, da zijn traktaasies R: nou, oooh traktaatie, houdoeee B: oja ik had er vanmiddag een aan de deur, prettige feestdagen, ja gij ook, houdoe, bam deur dicht! Kom nou R: hahahaha B: daar ben ik toch godverdomme nie van gediend R: uh ja B: een bietje geld afpersen hoeist R: ja zo ist hè, ze krijgen betaald hè, das het ergste B: ik zeg zuigt er is gauw aan R: toen deden ze de deur weer open B: ga godnondeju nie gebeuren zee ik. Ja da is, ja op een gegeven moment stond ie ook zo van ja, bleef nog een halfuur voor de deur staan en zo R: in die kou 36
B: toen hek gezegd: naaitum! Ja toen ging ie dan. En hij ammel schuppen! R: ook zo stereotype he, eej youtube is veranderd joh B: joh R: hoelang hebbe we nou? Nee nee Bram we gaan niks fantaseren vandaag B: da wou ik himmal nie doen hoor, ja bietje dan xx R: psychologische oorlogvoering B: ja altijd leuk he R: maar wat wilde je doen dan Bram? B: schitterend..xx R: eej Bram, noem het alfabet van navo is op B: alfa bravo charlie delta ekko foxtrot, golf, hotel, indigo uuh ja, nee nie ja, john ofzo R: julliet B: uuh ka, wa is da ook alweer? R: kilo B: himaal nie R: moete gij is op wikipedia kijken B: klima, en m is uuh weet ik ook nie R: maik B: oja maik ja R: en dan? B: n da zal dan wel nico zijn R: november, nou Bram xx en o? B: ja.. R: Oscar B: Oscar godverdomme R: nee nie godverdomme, da was golf Bram B: p R: mama B: papa R: goedzo Bram, ge wit t wel, ik denk nou die is nie moeilijk B: q is van kuukske R: hahahaha B: de r is van Rinus ridder R: Romeo goedzo bram. De s B: nico R: goedzo xx B: t is van tengo R: ja B: de u is van you, ja yuta ofzo R: uniform goedzo bram, v is van B: vliegtuig R: goedzo, de w is? B: ja ik weet het niet meer hoor R: xx B: oja R: toch jammer Bram B: ik wist dat er een met whisky was, die onthoud ik altijd R: soooo, die Martens jonguh, wa een misselijke vent. Bart had z’n huiswerk niet af hè. Bart uuh B: xx 37
R: Bart Broeksma. Uhm ja ik hoorde dat je piloot wilde worden? Uh ja. Ja daar moet je wel goed Engels voor kunnen hè. Ja. Ja dat gaat zo niet lukken hè als je je huiswerk niet af hebt. B: opflikkeren tuurlijk wel R: ik dacht echt what the fuck ga jij met zijn studie opleiding uuh bietje mee lopen dinges B: haha studie uuh opleiding inderdaad te maken uuh R: vervolg dinge B: ja R: hij is echt een misselijke af en toe jonguh B: ja oke je moet wel een bietje Engels kunnen, das wel R: vereist maar B: das vrij handig as ge wil zeggen da ge wil landen, en dat dat dan uuh, xx da ge inderdaad gaat landen R: zet maar een vangnet oit, groag, as het ff kaan B: dus as gij inderdaad zeet nou, de benzine is bijna leeg en alles witte nie. R: haha witte nie B Dacht ik van nou kan ik mooi ffkes op jullie baan landen R: dan ken ik weer een bietje fatsoenlijk vooruit daalijk B: ja dus R: zout da kunne? B: en dan raar kaike as ze het niet snappe hè R: hahaha ja B: van he? R: ben je co piloot, wa zeetie nou? B: xx spel wow wow wow R: de smaakt. Bram we hebben 29.40 B: ow nou al? R: das snel he B: ja R: xx B: is wel wir genoeg R: yo
38