Jong en oud ontmoeten elkaar online
Evaluatie van de pilot
Evaluatie Kletskoppen - gemeente Rotterdam 2015 | 1
Voorwoord
‘Het college zet in op een stad waarin wij prettig met elkaar kunnen samenleven en waarin wij elkaar letterlijk en figuurlijk verstaan.’ Uit: beleidskader ‘Met taal versta je elkaar’
Voor u ligt het evaluatieverslag van de pilot Kletskoppen: jong en oud ontmoeten elkaar online. Dit verslag beschrijft een leuke en zinvolle activiteit die u in uw organisatie kunt implementeren. Leuk, omdat dit soort ontmoetingen voor de deelnemers waardevolle en leuke contacten oplevert. Zinvol, omdat deze interventie een antwoord biedt op enkele maatschappelijke uitdagingen van de stad. Die uitdagingen wil de gemeente Rotterdam samen met haar maatschappelijke partners aangaan. Hoe kunnen we samen eenzaamheid van ouderen tegengaan? Hoe kunnen wij de in- en doorstroom van (kansarme) jongeren in het onderwijs en op de arbeidsmarkt bevorderen? En wat is er nodig om de integratie van verschillende groepen in Rotterdam naar een hoger plan te tillen? De gemeente Rotterdam heeft de wens om bij de aanpak van maatschappelijke problemen te vernieuwen en te experimenteren. We willen kijken wat werkt en wat daarvoor nodig is.
De methodiek voor het organiseren van onlineontmoetingen kan worden toegepast ter ondersteuning van beleid dat zich richt op een betere sociale binding tussen verschillende groepen in de stad. Daarnaast biedt dit verslag een onderbouwd verhaal voor alle ouderenorganisaties die in samenwerking met de ROC’s activiteiten voor ouderen willen organiseren. Van mei tot september 2015 heeft de gemeente Rotterdam, samen met Stichting Humanitas, Albeda College en Stichting Lezen & Schrijven een pilot uitgevoerd, waarbij ouderen en jongeren elke week een uur met elkaar in gesprek gingen op Skype. De pilot kreeg de naam Kletskoppen. De idee van de pilot is eenvoudig: jongeren die beter Nederlands willen leren, skypen met ouderen. De ouderen leren zo online communiceren waardoor hun wereld groter wordt. Ook benutten ze op deze manier hun kennis en ervaring en blijven ze actief. Voor de jongeren geldt dat ze kunnen doorleren en zo meer kans maken op een baan. Dit verslag bevat, naast de evaluatie van de onlineontmoetingen tussen jong en oud, ook tips om deze ontmoetingen te organiseren. We laten u niet alleen zien dat het werkt, maar ook hoe het werkt. We geven u daarmee een leidraad om van de pilot Kletskoppen een nog groter succes te maken. Tim Cathalina, projectleider jongeren Maureen Konigferander, projectleider ouderen
2
| Evaluatie Kletskoppen - gemeente Rotterdam 2015
Inhoud
1 2 3 4 5 6
Ontmoetingen tussen jong en oud? 1.1 Inleiding 1.2 Doel en subdoelen van de pilot 1.3 Doelgroepen 1.4 Aan de slag De deelnemers 2.1 Werven ouderen 2.2 Werven jongeren 2.3 Binden van deelnemers Het organiseren van online ontmoetingen 3.1 Opzet pilot 3.2 Korte uitleg over de methodiek 3.3 Mixleiding en assistentie 3.4 De eerste ontmoeting 3.5 Locatie en tijdstip 3.6 De inrichting van de ruimte 3.7 De skype-sessies 3.8 Startbijeenkomst 3.9 Slotbijeenkomst 3.10 Als het anders loopt dan gepland… Samen werken 4.1 Wat levert het op? 4.2 Samenwerkingspartners 4.3 Wie doet wat? Meten is weten 5.1 Waarom meten? 5.2 Resultaten onderzoek Tot slot
4 4 6 7 8 9 9 10 11 12 12 12 12 14 14 14 15 15 15 16 17 17 18 19 20 20 20 23
Leeswijzer Hoofdstuk 1 geeft antwoord op de vraag waarom we online ontmoetingen tussen jong en oud organiseerden. Beschreven wordt wat met deze interventie kan worden bereikt en waarom de pilot Kletskoppen een bruikbare methodiek biedt. Hoofdstuk 2 beschrijft de werving en selectie van deelnemers. Hoofdstuk 3 gaat over de aanpak: waar moet je bijvoorbeeld op letten als je Skype-ontmoetingen organiseert en wat heb je daarvoor nodig? In hoofdstuk 4 staat beschreven wat de samenwerking met andere organisaties inhoudt. Tijdens de pilot Kletskoppen is ook onderzoek gedaan; de uitkomsten daarvan staan in hoofdstuk 5. In hoofdstuk 6 kijken we terug en trekken we conclusies. Veel leesplezier!
Evaluatie Kletskoppen - gemeente Rotterdam 2015 | 3
Hoofdstuk 1
Ontmoetingen tussen jong en oud?
‘Netwerken zijn dus niet alleen belangrijk om een individu vooruit te helpen, maar ook voor de kwaliteit van de samenleving als geheel.’
1.1 Inleiding De aanpak van eenzaamheid van ouderen, integratie, laaggeletterdheid van jongeren en (jeugd)werkeloosheid zijn voorbeelden van de huidige Rotterdamse uitdagingen. Het Rotterdamse college heeft de ambitie om hierop - samen maatschappelijke partners in de stad - een antwoord te vinden. Daarbij moet ruimte zijn voor experimenten en innovatie. De ambities van het college komen samen in de pilot Kletskoppen. Hoewel het in omvang een kleine pilot betreft, is de impact voor de deelnemers groot. Daarom kan de pilot als voorbeeld dienen voor een samenwerking tussen verschillende maatschappelijke organisaties, ieder met hun eigen belangen en doelen. Met als resultaat waardevolle contacten tussen verschillende groepen in de stad.
Minder eenzaamheid
In sommige Rotterdamse wijken voelt één op de drie ouderen zich eenzaam. Met een actieprogramma tegen eenzaamheid, ‘Voor Mekaar’, wil het college het aandeel eenzame ouderen in die wijken significant doen afnemen. Door ouderen bij activiteiten te betrekken en hun talenten en ervaring te benutten wordt voorkomen dat zij geïsoleerd raken. Bovendien kunnen ouderen zo hun talenten blijven inzetten voor de maatschappij.
4
| Evaluatie Kletskoppen - gemeente Rotterdam 2015
Het belang van sociale contacten
Relaties zorgen voor contacten en hulpbronnen die nuttig zijn voor het verbreden van het sociale leven van ouderen. Mensen ontvangen steun en zijn binnen een netwerk zélf ook meer geneigd om hulp te bieden aan wie dat nodig heeft. De meerwaarde die een sociaal netwerk heeft voor mensen, is niet altijd meetbaar. Het gaat om onderwerpen/thema’s als vertrouwen, engagement, burgerschap, gedeelde waarden en normen, enzovoorts. Mensen met een uitgebreider netwerk hebben meer vertrouwen en minder vrees om in contact te komen met anderen. Ze hebben een groter gevoel van betrokkenheid bij de samenleving. Netwerken zijn dus niet alleen belangrijk om een individu vooruit te helpen, maar ook voor de kwaliteit van de samenleving als geheel. De manier waarop en de mate waarin verschillende netwerken (gemeenschappen) met elkaar in contact komen, maakt het verschil tussen een samenleving die gekenmerkt wordt door sociale binding dan wel door fragmentatie (Muijers & Aarts, 2011).
Laaggeletterdheid
Helaas verlaten nog veel jongeren in Rotterdam, al dan niet voortijdig, het middelbaar onderwijs met een te laag taal- en rekenniveau. Een goede beheersing van de Nederlandse taal is noodzakelijk. Niet alleen voor onderwijs en werk, maar ook om als burger deel te kunnen nemen aan een samenleving waarin mensen elkaar verstaan en respectvol met elkaar omgaan.
Digitalisering
Uit onderzoek blijkt dat voor ouderen die leven in een samenleving die steeds verder digitaliseert, de gevolgen groot zijn. Het paradoxale is dat, hoewel ouderen als gevolg van de vergrijzing meer dan ooit door leeftijdgenoten omgeven worden, zij tegelijkertijd meer op zichzelf zijn aangewezen. De samenleving digitaliseert steeds meer. De oudere die nieuwe media niet als
informatie- en communicatiemiddel weet te benutten komt steeds meer op zichzelf te staan, omdat hij deze middelen niet kan inzetten in sociale contacten. Het leren gebruiken van digitale media kan een manier zijn voor ouderen om het verlies aan dagelijkse live-ontmoetingen te compenseren.
Jongeren en taalbeheersing
Een slechte taalbeheersing leidt tot een verminderde gezondheid, lagere inkomsten, werkloosheid, lagere sociale cohesie, minder sociale contacten en een lagere participatiegraad. Slechte beheersing van de taal moet niet als een apart probleem worden benaderd maar binnen de context van bovengenoemde gebieden. Helaas verlaten nog veel jongeren met een te laag taalniveau het middelbaar onderwijs. Het gevolg: zij kunnen niet instromen in het beroepsonderwijs en hebben een zwakke positie op de arbeidsmarkt. Om de arbeidskansen van deze jongeren te vergroten heeft de gemeente Rotterdam in- en doorstroomvoorzieningen voor begeleiding naar school en werk.
Tegenprestatie
Wanneer beheersing van de Nederlandse taal een barrière is om aan het werk te gaan, is taal een onderdeel van de re-integratie. Rotterdammers met een bijstandsuitkering, voor wie betaald werk nog geen reële optie is, leveren naar vermogen een tegenprestatie. De Nederlandse taal leren kan een onderdeel zijn van de tegenprestatie.
Gescheiden werelden
In Nederland zijn veel zaken goed georganiseerd Dat is fijn, maar het betekent ook dat voor verschillende leeftijdsgroepen aparte plekken zijn ingeruimd (Keith et al. 1994). Een belangrijke oorzaak van de scheiding tussen leeftijdsgroepen is de maatschappelijke loopbaan, die het leven grofweg opdeelt in drie aparte fasen: onderwijs, werk en pensioen. Ouderen, en met name gepensioneerden, hebben niet of weinig contact met andere leeftijdsgroepen die elders verplichtingen hebben. Vriendschappen tussen jong en oud zijn nog veel zeldzamer. Maar is dat erg? Net als bij de segregatie tussen etnische bevolkingsgroepen, zorgt de scheiding van leeftijdsgroepen voor onbegrip en negatieve beeldvorming. Bij politieke meningsverschillen over bijvoorbeeld de AOW-leeftijd en het ontslagrecht komen de tegengestelde belangen van de generaties naar voren. Meer contact tussen jong en oud zou goed kunnen zijn voor bijvoorbeeld de solidariteit tussen jong en oud. Contacten met jongere mensen zouden kunnen bijdragen aan de levenslust van ouderen, hun gezondheid en het gevoel dat ze nog deel uitmaken van de maatschappij waarin zij leven.
Online ontmoetingen tussen jong en oud
Spontane ontmoetingen tussen jong en oud zijn helaas niet vanzelfsprekend. Door online-ontmoetingen tussen jong en oud te organiseren ontstaat een win-win-situatie: ouderen leren omgaan met social media, breiden hun sociale contacten uit en zetten hun talenten in voor de maatschappij. En laaggeletterde jongeren kunnen oefenen met de Nederlandse taal, ondersteuning krijgen vanuit de maatschappij bij het vinden van passend onderwijs en/of werk, en hiervoor een tegenprestatie leveren. De werelden van jong en oud komen zo weer een beetje bij elkaar.
‘Gesprekken gaan nu eenmaal beter als je elkaar kent.’ Een deelnemende oudere
Een goed idee!
De pilot Kletskoppen is geïnspireerd op een ontroerend project in de Verenigde Staten en Brazilië, waarbij jongeren in Brazilië via een chatproject met Amerikaanse ouderen de Engels taal oefenen. Uit de casestudie van dit project bleek niet alleen dat de jongeren na afloop beter Engels spraken, maar ook dat de digitale ontmoetingen voor beide partijen een culturele en emotionele waarde hadden. Een goed idee dus. Binnen de gemeente Rotterdam werd verbinding gezocht tussen projecten op het gebied van taal en eenzaamheid. (Informatie over dit project zie Adweek, http://bit.ly/1RhVY2p)
Evaluatie Kletskoppen - gemeente Rotterdam 2015 | 5
1.2 Doelen en subdoelen van de pilot ‘Het hoofddoel van het organiseren van online-ontmoetingen is bijdragen aan een verbetering van de sociale integratie van ouderen en laaggeletterde jongeren in de Rotterdamse maatschappij.’ Uit: uitvoeringsplan pilot Kletskoppen
De pilot Kletskoppen is ambitieus opgezet. Vooraf is bedacht wat het project moeten opleveren. Dit heeft geleid tot een groot aantal subdoelen: • Activiteiten organiseren voor ouderen, waardoor ze uit een sociaal isolement kunnen komen; • Ouderen leren omgaan met computers en sociale media; • Talenten en ervaring van Rotterdamse ouderen inzetten voor de maatschappij; • Ouderen hun kennis van de Nederlandse taal en maatschappij laten delen; • De Nederlandse taalbeheersing van laaggeletterde Rotterdamse jongeren bevorderen, door het bieden van oefenmogelijkheden buiten de geboden reguliere lessen om; • Een invulling bieden voor de maatschappelijke tegenprestatie van jongeren; • In- en doorstroommogelijkheden organiseren voor Rotterdamse jongeren met en zonder startkwalificatie, om hun kansen op vervolgonderwijs en/of werk te vergroten; • De samenwerking tussen de gemeente en haar maatschappelijke partners bevorderen.
‘Een slechte taalbeheersing leidt tot verminderde gezondheid, lagere inkomsten, werkloosheid, lagere sociale cohesie, minder sociale contacten en een lagere participatiegraad.’ Uit: Pricewaterhouse Coopers, 2013: laaggeletterdheid in Nederland kent aanzienlijke maatschappelijke kosten
De basis is taal
In december 2014 stelde de gemeenteraad van Rotterdam het beleidskader 2015-2019 ‘Met Taal versta je elkaar’ vast. Het belangrijkste uitgangspunt hierin is dat taal een middel is om iets te bereiken. Veel Rotterdamse jongeren verlaten met een te laag taalniveau het middelbaar onderwijs, met als gevolg dat ze niet kunnen instromen in het beroepsonderwijs en een zwakke positie hebben op de arbeidsmarkt. Om de kansen op de arbeidsmarkt voor deze jongeren te vergroten zijn vanuit het Participatiebudget in 2015 additionele middelen beschikbaar gesteld. In Rotterdam hebben momenteel 36.500 mensen een sociale uitkering. Circa 16.000 mensen zijn werkzoekende met een (zeer) grote afstand tot de arbeidsmarkt. Onder deze groep vallen ook de jongeren die deelnamen aan Kletskoppen.
6
| Evaluatie Kletskoppen - gemeente Rotterdam 2015
In het eerste kwartaal van 2015 presenteren de ministers en staatssecretarissen van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) hun integrale aanpak op taal. Tijdens de Rotterdamse bijeenkomst in december 2014 genaamd ‘De basis is Taal’ presenteerde het Jongerenloket Rotterdam, samen met Stichting Humanitas, het idee voor de pilot. Dit idee is als input meegenomen in de landelijke integrale aanpak Taal.
Uitgangspunten
• De gesprekken kunnen worden gevoerd vanuit een veilige en vertrouwde omgeving; • De gesprekken stimuleren de betrokkenheid van jongeren en ouderen bij elkaar; • De leefwerelden van ouderen en jongeren raken elkaar, waardoor mogelijke vooroordelen worden bestreden; • De gesprekken vergroten de integratie van verschillende bevolkingsgroepen; • De pilot kan een invulling zijn van het onderwijsprogramma, waardoor de doorstroom van laaggeletterde jongeren wordt vergroot.
1.3 Doelgroepen De methodiek voor het organiseren van onlineontmoetingen kan in principe bij alle doelgroepen worden ingezet. Mensen die graag een praatje maken en die redelijk tot goed Nederlands spreken, kunnen meedoen. De opdracht was om online-ontmoetingen te organiseren tussen eenzame ouderen en jongeren die een bepaald taalniveau moeten halen om toegelaten te kunnen worden tot een vervolgopleiding en/of baan. Bij de deelnemende jongeren, die nog moeten oefenen met de Nederlandse taal, werd uitgegaan van minimaal taalniveau A1 (vergelijkbaar met vier jaar basisonderwijs). In de pilot Kletskoppen ging het voornamelijk om jongeren die recent in Nederland zijn komen wonen. Aan de pilot hebben ouderen meegedaan die het leuk vinden om iets te doen met taal. Deze ouderen volgden wekelijks een Nederlandse taalles bij Humanitas, waarbij ook Rotterdamse gezegden en uitdrukkingen de revue passeerden. En deze ouderen wilden ook graag leren omgaan met sociale media, zoals Skype.
‘Ik wil graag leren skypen om mijn kinderen en kleinkinderen in Suriname een keer te verrassen. Dan kan ik vaker en langer met ze praten.’ Een deelnemende oudere
De methodiek kan ook worden toegepast om de sociale verbinding tussen diverse groepen te versterken; bijvoorbeeld tussen inburgeraars (Nieuwe Rotterdammers) en ‘oude’ Rotterdammers. Het grote voordeel is dat er geen live-ontmoetingen georganiseerd hoeven worden. Dat kan gemakkelijk zijn als afstand een probleem is, of als er fysieke beperkingen zijn (ouderen die slecht ter been zijn). Maar ook als tijd een belangrijke factor is, zoals bij de jongeren die vijf dagen in de week een lesprogramma Nederlands moeten volgen. Omdat de pilot Kletskoppen onderdeel is van hun schoolprogramma, kost het de jongeren geen extra tijd.
Wie hebben er meegewerkt aan het project Kletskoppen? • Deelnemers: • Ouderen met een goede beheersing van de Nederlandse taal; • Laaggeletterde jongeren die moeten oefenen met de Nederlandse taal. • Gemeente Rotterdam: • Het Rotterdamse college van B&W; • Cluster Maatschappelijke Ontwikkeling (MO) / Programma Voor Mekaar; • Cluster MO / Jongerenloket Rotterdam; • Cluster MO / Beleidskader ‘Met taal versta je elkaar’. • Maatschappelijke partners: • Albeda College; • Stichting Humanitas (locatie Bergweg); • Stichting Lezen & Schrijven.
‘We merken dat met name migrantengroepen niet snel deelnemen aan activiteiten. Dat heeft te maken met de Nederlandse taal die ze slecht beheersen. We zouden Skype wel kunnen gebruiken om migrantenouderen te koppelen aan migrantenjongeren of –vrijwilligers, waarbij je de ouderen wel dingen moet leren, want dat vinden ze prettiger. Bijvoorbeeld over gezondheid en een bezoek aan de huisarts.’ Natalia dos Santos Sousa, activiteitencoördinator Stichting Humanitas Bergweg
Evaluatie Kletskoppen - gemeente Rotterdam 2015 | 7
Wat is een in- of doorstroomvoorziening?
De instroomvoorziening is bedoeld voor nietinburgeringsplichtige jongeren van 18 tot en met 27 jaar. Door hun huidige taalniveau zijn de jongeren nog niet toelaatbaar voor een mbo-1 opleiding. Deze jongeren zullen een intensief taaltraject volgen met als doel in te stromen op het startcollege of een entreeopleiding. De doorstroomvoorziening is bedoeld voor jongeren van 18 tot en met 27 jaar die al in het bezit zijn van een mbo-1 of 2-diploma. Vanwege hun taal en/of rekenniveau worden zij niet toegelaten tot een reguliere opleiding in het mbo. Deze jongeren zullen een intensief taaltraject volgen met als doel in te stromen in een mbo-2 of mbo-3 opleiding.
zijn de gesprekken met de maatschappelijke partners geïnitieerd, met als doel hen enthousiast te maken voor het idee. Het project en -uitvoeringsplan vindt u op de website van de gemeente Rotterdam (www.rotterdam.nl/ kletskoppenviaskype).
De keuze voor Skype
Met Skype kon de pilot Kletskoppen op een goedkope (= gratis) en veilige manier manier contact tot stand brengen tussen groepen in de samenleving die normaal gesproken niet veel contact met elkaar hebben. Ouderen zijn niet altijd even mobiel. En jongeren hebben vaak een vrij druk programma. Live-ontmoetingen kosten meer tijd dan de gekozen online-ontmoetingen die onder de reguliere schooltijd van de jongeren gepland werden. Door dit contact kunnen ouderen en jongeren veel van en over elkaar leren. Dit brengt hopelijk meer vertrouwen en begrip tussen beide groepen. Ook andere programma’s dan Skype zijn geschikt. Denk aan Facetime, ooVoo en Tango. Skype is echter een programma dat op verschillende soorten besturingsprogramma’s kan werken (Apple, Microsoft, etc.).
1.4 Aan de slag Naar aanleiding van een Braziliaans taalproject is binnen de gemeente Rotterdam het idee ontstaan om verbinding te zoeken tussen de in- en doorstroomvoorzieningen voor jongeren (het Jongerenloket Rotterdam) en het programma Voor Mekaar, tegen eenzaamheid van ouderen. In de daaropvolgende gesprekken werd dit idee verder uitgewerkt. Er werden twee projectleiders aangesteld: één om het proces bij de ouderen te begeleiden en één voor de jongeren. Aan de projectleiders de taak om die twee werelden bij elkaar te brengen. De projectleiders begonnen met het schrijven van een project- en uitvoeringsplan. Niet alleen de doelen en doelgroepen staan hierin beschreven, maar ook het plan van aanpak, inclusief de projectorganisatie, de activiteiten en de benodigde middelen. Parallel aan dit proces
8
| Evaluatie Kletskoppen - gemeente Rotterdam 2015
Hoofdstuk 2
De deelnemers
‘Ouderen kunnen je meer over het leven vertellen dan een jong iemand. Ik praat graag met een ouder iemand.’ Een deelnemende jongere Bij de werving van de deelnemers voor de pilot Kletskoppen is gekozen voor een persoonlijke benadering: voor de ouderen via Humanitas Bergweg, voor de jongeren via het Jongerenloket Rotterdam en in overleg met het Albeda College.
2.1 Werven ouderen Bij de werving van de tien ouderen voor de pilot Kletskoppen is een persoonlijke benadering gekozen. De projectleider ouderen keek, in overleg met de directeur van woon- en zorgcentrum Humanitas Bergweg, naar geschikte kandidaten. Deze werden gevonden in een taalgroep die elke week op de donderdagmorgen plaatsvindt. Tijdens de bijeenkomst van de taalgroep is informatie en uitleg gegeven over de pilot. De ouderen konden hun belangstelling meteen kenbaar maken. Dit leverde al zes deelnemers op. Meer deelnemers zijn geworven via de docent van de taalgroep. Hij heeft hiervoor zijn netwerk ingezet. Dat leverde nog eens twee personen op, van buiten het woonzorgcentrum Humanitas. Mond-tot-mond reclame leverde de laatste deelnemers op.
Wat kunt u doen om ouderen te werven?
• Ga in gesprek met een organisatie of groep ouderen; • Organiseer een voorlichtingsbijeenkomst en nodig ouderen uit; • Plaats een oproep in de wijkkrant; • Maak een poster of folder; • Vraag mogelijke deelnemers persoonlijk, in of na een kort gesprek; • Zet de website in, of een (digitale) nieuwsbrief of sociale media zoals Facebook en Twitter; • Maak een filmpje over de online-ontmoetingen en gebruik dit ter promotie van de activiteit.
Ambassadeurs
De deelnemers zijn de beste ambassadeurs. Vraag ouderen die hebben toegezegd te zullen deelnemen, of zij ook anderen in hun omgeving kunnen motiveren om deel te nemen. Dit kunnen vrienden, familie of een verzorgende zijn. Als er eenmaal een bestand met mogelijke namen is, kan de projectleider de ouderen telefonisch of persoonlijk benaderen om meer uitleg te geven. De ambassadeurs kunnen ook worden ingezet bij voorlichting of andere activiteiten.
Profiel ouderen • • • • • • • •
Ouderen speken goed Nederlands; Ouderen vinden het leuk om gesprekken te voeren; Ouderen kunnen ook over zichzelf vertellen; Ouderen hebben een goed gehoor (dit in verband met mogelijke koptelefoons die voor het Skypen worden gebruikt); De ouderen kunnen aanwezig zijn op de afgesproken tijd; Ouderen zijn bekend met internet en/of sociale media, of willen leren om daarmee om te gaan; Ouderen zijn bereid om jongeren te helpen met de Nederlandse taal; Ouderen weten goed grenzen en regels te stellen in de gesprekken. Evaluatie Kletskoppen - gemeente Rotterdam 2015 | 9
2.2 Werven jongeren Bij de werving van de tien jongeren voor de pilot Kletskoppen is gekozen voor een persoonlijke aanpak. De jongeren werden benaderd tijdens hun intake voor het intensieve taal- en rekentraject (instroomvoorziening- en/ of doorstroomvoorziening). Deze jongeren zijn na een test (taalmeter) aangemeld door het Jongerenloket, omdat ze als laaggeletterd geclassificeerd zijn. De jongeren hebben de wens om aan hun taal en rekenen te werken, zodat zij uiteindelijk kunnen doorstromen naar een mbo-opleiding. Het Jongerenloket Rotterdam heeft in overleg met de contractbeheerster van het Albeda Collega, afdeling Educatie, gekeken naar geschikte kandidaten voor de pilot. Deze werden gevonden in de deelnemers die in beide voorzieningen zouden gaan deelnemen. Na hun intake hebben tien deelnemers van de nieuwe groepen aangegeven dat zij graag aan de pilot wilden meewerken. Deze deelnemers konden zelf ideeën aandragen over de thema’s waarover zij wilden spreken. De deelnemers bekeken, onder begeleiding van een docent, welke vragen zij de ouderen wilden stellen tijdens de eerste ontmoeting (speedmeet) en hoe zij zich moesten voorbereiden.
Wat kunt u doen om jongeren te werven? • • • • •
Ga in gesprek met een organisatie of groep jongeren; Organiseer een voorlichting en nodig jongeren uit; Zet een oproep in de wijkkrant; Maak een poster of folder; Vraag mogelijke deelnemers persoonlijk, in of na een kort gesprek; • Zet de website in, of een (digitale) nieuwsbrief of social media zoals Facebook en Twitter; • Maak een filmpje over de online ontmoetingen en gebruik dit ter promotie van de activiteit; • Neem contact op met het Jongerenloket Rotterdam.
‘Taalverbetering begint bij het individu zelf. Iedereen wil immers iets van zijn of haar leven maken. Waar nodig bieden wij steun, maar wij verwachten ook dat mensen en organisaties zelf een actieve rol spelen en een bijdrage leveren.’
Wethouder Schneider, in het beleidskader ‘Met taal versta je elkaar’
Profiel jongeren
• Jongeren zijn laaggeletterd/spreken niet goed Nederlands; • Jongeren vinden het leuk om gesprekken te voeren; • Jongeren kunnen ook over zichzelf vertellen; • Jongeren hebben een goed gehoor (dit in verband met mogelijke koptelefoons die voor het skypen worden gebruikt); • De jongeren kunnen aanwezig zijn op de afgesproken tijd; • De jongeren zijn bekend met internet en/of sociale media of willen leren om daarmee om te gaan; • Jongeren zijn bereid om met de ouderen te praten om hun Nederlandse taal te oefenen; • Jongeren weten goed wat de algemene grenzen en gedragsnomen zijn van ouderen en houden zich hieraan.
10
| Evaluatie Kletskoppen - gemeente Rotterdam 2015
2.3 Binden van deelnemers ‘Online-ontmoetingen kunnen liveontmoetingen nooit vervangen. Maar het is een goed alternatief als direct contact niet mogelijk is.’ Natalia dos Santos Sousa, activiteitencoördinator Stichting Humanitas Bergweg
De methodiek van Kletskoppen brengt met zich mee dat er weinig direct contact is tussen de deelnemers. In de pilot Kletskoppen kozen we ervoor om een live-kennismaking te organiseren tussen de jongeren en de ouderen. Het idee daarachter is: als je elkaar een keer in het echt hebt gezien, is het gemakkelijker om online gesprekken te voeren.
Rondleiding
‘Mevrouw, ik herken dit van Curaçao; mijn oma had ook zoiets…’ Een deelnemende jongere De jongeren zijn aan het begin van de pilot op bezoek geweest bij de ouderen in Humanitas Bergweg. Daar kregen ze eerst een rondleiding om te laten zien hoe het dagelijks leven van de ouderen eruit ziet. Ze kregen ook een rondleiding in het Herinneringsmuseum van Humanitas. Dat sprak de jongeren erg aan. Ze herkenden van alles uit hun eigen jeugd en/of van hun ouders en grootouders.
Elkaar beter leren kennen
Hoewel je elkaar op Skype kunt zien en horen, is het fijn om je gesprekspartner ook eens in het echt te ontmoeten. Gebleken is dat dan gesprekken beter gaan, omdat je een beeld hebt van je gesprekspartner. Een liveontmoeting aan het begin van het project, om elkaar beter te leren kennen is daarom nodig.
Speeddate
Na de rondleiding ontmoetten de jongeren de ouderen voor een speeddate. Daarbij zaten de ouderen aan één kant van de tafel en de jongeren tegenover hen. De jongeren hadden de ontmoeting al tijdens een taalles voorbereid. Ze wisten hoe ze zich moesten voorstellen, wat ze konden vragen, of hoe ze een gesprek konden beginnen. Na vijf minuten schoven de jongeren een plaats door om met de volgende oudere te praten. Dat ging door tot alle jongeren zich aan alle ouderen hadden voorgesteld. De speeddate ging natuurlijk gepaard met thee en koffie en… kletskoppen.
Slotbijeenkomst
Na bijna drie maanden, hebben de deelnemers, jong en oud, gezamenlijk de pilot afgesloten met een bijeenkomst in de Trompenburgtuinen & Arboretum in Rotterdam. Onder het genot van een high tea, konden ze elkaar vertellen wat ze goed vonden gaan en wat minder. Het was een leuke bijeenkomst. De jongeren hadden een leuk boekwerk gemaakt voor de ouderen, als bedankje. De professionals en partners werden ook in het zonnetje gezet. De ouderen gaven bij de bijeenkomst aan graag door te willen gaan met het project.
‘We zijn aanvankelijk uitgegaan van het idee om vaste koppels te maken. In de praktijk bleek het beter te werken om de ouderen per week te koppelen aan een andere jongere, waardoor beide groepen meer konden leren en verschillende contacten konden leggen.’ Projectleider jongeren
Evaluatie Kletskoppen - gemeente Rotterdam 2015 | 11
Hoofdstuk 3
Het organiseren van onlineontmoetingen ‘Voor (migranten)ouderen is het een leuk idee, omdat ze zo leren skypen met familieleden ver weg. Maar sowieso laat het project de mogelijkheden zien van sociale media aan ouderen.’ Natalia dos Santos Sousa, activiteitencoördinator Stichting Humanitas Bergweg
3.1 Opzet pilot Op Skype voeren Rotterdamse ouderen en jongeren videogesprekken met elkaar. De pilot bestaat uit tien skype-gesprekken en is opgesplitst in twee deelprogramma’s: • Deelprogramma Ouderen; • Deelprogramma Jongeren & Taal. Voor onze skype-gesprekken tussen de ouderen en de jongeren gebruikten we twee locaties: Humanitas Bergweg (ouderen) en Albeda College, Baljuwstraat (jongeren). De Skype-gesprekken vonden plaats op donderdagen (van 10.00 uur – 11.00 uur). Op de bovengenoemde locaties zijn voldoende ICT-middelen beschikbaar voor de videogesprekken. Een inhoudelijk programma voor de videogesprekken wordt geleverd door het Albeda College. Een aanvullend programma door Stichting Lezen & Schrijven en het Jongerenloket Rotterdam. Onderdeel van de pilot was een startbijeenkomst. Deze markeert niet alleen het startmoment, maar is ook bedoeld voor de externe communicatie over de pilot. We maakten het volgende voorstel voor de invulling van de startbijeenkomst:
12
| Evaluatie Kletskoppen - gemeente Rotterdam 2015
• een interactief skype-gesprek; • gehouden vanuit twee locaties; • tussen de betrokken wethouders en de deelnemers aan de pilot. We evalueerden de pilot met een onderzoek. De resultaten van de pilot (eindevaluatie) dienden als input voor het besluit om de pilot in Rotterdam ‘breder’ uit te voeren.
3.2 Korte uitleg over de methodiek De basis van de methodiek van Kletskoppen is de koppeling tussen de deelnemers. De deelnemers worden aan elkaar voorgesteld met een speedmeet: deelnemers houden korte gesprekken met elkaar en vervolgens spreken de deelnemers elkaar in de wekelijkse skypesessies. Ze praten met elkaar over een thema. Is het gesprek afgerond, dan worden de deelnemers aan anderen gekoppeld.
3.3 Mixleiding en assistentie Een skype-sessie wordt geleid door twee regisseurs: één bij de jongeren en één op de locatie van de ouderen. De regisseurs leiden de hele bijeenkomst: van het vormen van de koppels tot het afsluiten van het gesprek en het opruimen van de ruimte. Het is goed om ook iemand te hebben die assisteert. Iemand die bijvoorbeeld helpt met het inrichten van de ruimte, die de deelnemers opvangt bij de ingang en koffie inschenkt en technische problemen helpt oplossen.
Wat moeten de regisseurs kunnen?
De regisseurs moeten ervoor zorgen dat de koppels worden gevormd. Beiden moeten op organisatorisch vlak veel aankunnen en hebben verschillende rollen en taken. De regisseurs moeten ook zorgen dat de bijeenkomst goed verloopt; van de binnenkomst van de deelnemers tot en met het schoon achterlaten van de ruimte waar de bijeenkomst is gehouden. De regisseurs bouwen een relatie op met de deelnemers. Zeker met de deelnemers die in meerdere groepen meedoen. Een luisterend oor kan een regisseur altijd bieden, maar grenzen aangeven en bewaken is ook erg belangrijk. Uiteraard kunnen de regisseurs tips of adviezen geven, maar niet als een maatschappelijk werker of coach. Ten slotte moeten de regisseurs integer omgaan met wat zij van de deelnemers te horen krijgen.
Eigenschappen van een regisseur
Een geschikte locatie
Bij het zoeken naar een geschikte locatie voor het houden van de skype-sessies, zijn de volgende vragen belangrijk: • Is de locatie goed bereikbaar met eigen of openbaar vervoer? • Is de ruimte toegankelijk voor lichamelijk beperkten (denk aan mensen met een rollator of een rolstoel)? • Is de ruimte groot genoeg voor het aantal deelnemers? • Is de akoestiek goed (niet rumoerig!)? Zijn er koptelefoons beschikbaar? • Zijn er genoeg tafels en stoelen? • Kan er koffie en thee gezet worden? • Is er een ruimte waar de regisseurs zich kunnen terugtrekken voor het vormen van de koppels? • Zijn er toiletten? • Zijn er zaken die met een beheerder moeten worden afgestemd? • Is er een goede wifi- of internetverbinding?
Wat zijn de eigenschappen van een goede regisseur? In ieder geval flexibiliteit, improvisatievermogen en een flinke dosis mensenkennis. Daarnaast moeten de regisseurs goed kunnen organiseren, stressbestendig zijn, leiding kunnen geven, kunnen luisteren en inlevingsvermogen hebben.
Het uitvoeringsteam
Om de doelstellingen voor de pilot Kletskoppen te kunnen behalen is gekozen voor het samenstellen van een team bestaande uit betaalde krachten en vrijwilligers: • • • • • •
2 projectleiders gemeente Rotterdam; 1 contractbeerder Albeda College; 1 docent Albeda College; 1 taalvrijwilliger Albeda College; 1 taalregisseur Stichting Lezen & Schrijven; 2 medewerkers Stichting Humanitas (activiteitenbegeleider + vrijwilligerbegeleider); • 1 vrijwilliger Stichting Humanitas.
Computertraining en -faciliteiten
Om de pilot Kletskoppen uit te voeren hebben de ouderen een training gehad om te leren omgaan met een iPad en te leren skypen. De jongeren hebben bij het Albeda College gebruik gemaakt van laptops om te skypen. Deze jongeren waren al computervaardig genoeg. Om technische problemen te voorkomen dient de Internetverbinding of WiFi van tevoren te worden gecontroleerd. Als de skype-sessies vanuit de eigen organisatie wordt georganiseerd, zijn er wellicht geschikte locatiemogelijkheden in het gebouw. Anders moet worden uitgekeken naar een organisatie die wel een geschikte ruimte beschikbaar heeft. In een wijk is vaak wel een locatie voor algemeen gebruik en tegen lage kosten te vinden.
Dag en tijdstip vaststellen
Vragen die je voorafgaand aan het inplannen van de skype-sessies moet stellen zijn: • Kunnen beide doelgroepen op dat tijdstip? • Zijn er aansluitende activiteiten voor de doelgroep? • Vallen er dagen in een vakantie? • Is er concurrentie van een andere activiteit (denk ook aan feestdagen in het kader van een religie)? • Is de locatie beschikbaar?
Heb je de rol van bemiddelbaar tussen twee organisaties van wie de mensen elkaar gaan ontmoeten, kijk dan samen waar de bijeenkomst het beste kan plaatsvinden.
Evaluatie Kletskoppen - gemeente Rotterdam 2015 | 13
3.4 De eerste ontmoeting ‘Een speedmeet is spannend; de deelnemers ontmoeten immers mensen die zij niet kennen.’ Projectleider ouderen
De jongeren hebben voorafgaand aan de liveontmoeting met de ouderen een rondleiding gehad in het Herinneringsmuseum van Stichting Humanitas op de Bergweg. De jongeren en hun docenten waren om 13.00 uur bij woonzorgcentrum Humanitas aan de Bergweg. Zij kregen uitleg over de thuiszorg.
3.5 Locatie en tijdstip Als de skype-sessies door de eigen organisatie worden georganiseerd, zijn er wellicht geschikte locatiemogelijkheden in het gebouw. Anders moet worden uitgekeken naar een organisatie die wel een geschikte ruimte beschikbaar heeft. In een wijk is vaak wel een locatie voor algemeen gebruik en tegen lage kosten te vinden. Heb je de rol van bemiddelbaar tussen twee organisaties van wie de mensen elkaar gaan ontmoeten, kijk dan samen waar de bijeenkomst het best kan plaatsvinden.
Een geschikte locatie? Een ruimte inrichten voor een speedmeet:
• Tafels en stoelen in de juiste opstelling; • Mixattributen per deelnemer klaarleggen: mixformulier, leeg blaadje, pen, stickertjes, glas water of koffie en thee; • Tafel met spullen voor de regisseur: deelnamelijst, bevestiging van deelname, bel, stopwatch, pen en notitieblokje, stickers met namen van deelnemers; • Tafel voor de catering; • Eventueel aankleden zaal met posters, banner en dergelijke.
Speedmeet
De eerste live-ontmoeting tussen de jongeren en de ouderen was de speedmeet. Deze speedmeet verloopt het beste met maximaal dertig deelnemers (vijftien deelnemers per groep). Een gesprek voeren is intensief; wanneer er meer dan vijftien deelnemers per groep zijn, wordt het al snel te druk en lawaaiig. Bovendien duurt een mix dan erg lang. Mixen in meerdere ruimten wordt afgeraden. Een speedmeet is spannend; de deelnemers ontmoeten immers mensen die zij niet kennen. Voor een goede bijeenkomst moeten de omstandigheden ontspannen zijn. De regisseurs moeten aan iedereen aandacht kunnen besteden. Het is dan onmogelijk om van de ene ruimte naar de andere te hollen. Maar mixen in meerdere ruimten tegelijkertijd kan natuurlijk wel als er meerdere regisseurs en assistenten zijn Bij de pilot Kletskoppen is de speedmeet georganiseerd op een donderdagmiddag van 14.00 uur tot 15.00 uur, na de taalles van de ouderen. De speedmeet werd gehouden in woonzorgcentrum Humanitas, op de locatie Bergweg in het Oude Noorden van Rotterdam.
Wanneer je naar een geschikte locatie zoekt voor het houden van de skype-sessies, is het belangrijk antwoord te geven op de volgende vragen: • Is de locatie goed bereikbaar met eigen of openbaar vervoer? • Is de ruimte toegankelijk voor lichamelijk beperkten (denk aan mensen met een rollator of een rolstoel)? • Is de ruimte groot genoeg voor het aantal deelnemers? • Is de akoestiek goed (niet rumoerig!)? • Zijn er genoeg tafels en stoelen? • Kan er koffie en thee worden gezet? • Is er een ruimte waar de regisseurs zich kunnen terugtrekken voor het vormen van de koppels? • Zijn er toiletten? • Is er iets wat met een beheerder moet worden afgestemd? • Is er een goede wifi- of internetverbinding?
Dag en tijdstip vaststellen
Vragen die je vóór het inplannen van de skype-sessies moet beantwoorden zijn: • Kunnen beide doelgroepen op dat tijdstip? • Zijn er aansluitende activiteiten voor de doelgroep? • Vallen er dagen in een vakantie? • Is er concurrentie van een andere activiteit (denk ook aan de feestdagen van een religie)? • Is de locatie beschikbaar?
3.6 De inrichting van de ruimte Voor de inrichting van de ruimte is ongeveer een half uur nodig. De tafels en stoelen moeten in de juiste opstelling worden gezet en de mixattributen per deelnemer moeten worden klaargelegd. Elke deelnemer heeft een mixformulier voor zich liggen (zie bijlage) waarop de namen van de mensen waarmee het gesprek wordt gevoerd genoteerd kunnen worden. Een tip: deelnemers kunnen op een kladblaadje extra aantekeningen maken. Als je meerdere mensen spreekt kun je niet alles onthouden. Zeker ouderen niet! Verder is het belangrijk dat er iets te drinken is voor iedere deelnemer. De deelnemers mogen niet te dicht naast elkaar zitten,
14
| Evaluatie Kletskoppen - gemeente Rotterdam 2015
omdat ze dan afgeleid kunnen worden door het gesprek naast zich. Naast de mixtafel is er een extra tafel nodig voor de spullen van de regisseur (zoals deelnamelijst, bel, stopwatch). Daarop kunnen ook folders en flyers worden neergelegd. Tot slot is het handig om een tafel met koffie, thee en eventueel iets te eten neer te zetten.
3.7 De skype-sessies Wekelijks werd tijdens het lesprogramma van de Instroom- en Doorstroomvoorziening geskypet. Iedere donderdagochtend zaten de jongeren en de ouderen van 10.00 tot 11.00 uur achter de computer of iPad. In de sessie werden in tien weken steeds thema’s behandeld aan de hand van het lesboek waaruit de jongeren les kregen. De ouderen werden iedere week door hun taaldocent geïnstrueerd over het thema dat behandeld zou worden. Zij hadden een leidraad op papier, met aandachtspunten.
Feiten op een rij • • • • •
Duur proefproject: tien weken; Start: juni 2015; Einde: september 2015; Aantal deelnemers: tien ouderen en tien jongeren; Gespreksthema’s: werk, hobby, kleding, eten, de stad, school, de jeugd, gezondheid, muziek en liefde.
3.8 Startbijeenkomst Een mooie pilot vraagt altijd om een bijzonder communicatiemoment. Op 19 juni was het officiële startmoment voor de pilot. Wethouder Ronald Schneider (stedelijke ontwikkeling en integratie) was aanwezig op de leslocatie van het Albeda College, waar de jongeren en de wethouder skypeten met een oudere van Humanitas. Daarnaast was wethouder Hugo de Jonge (onderwijs, jeugd en zorg) op hetzelfde tijdstip aanwezig bij Humanitas waar hij samen met een oudere skypete met een jongere van het Albeda College. Wethouder Schneider ging na het Skypen (met als thema ‘werk’) in gesprek met jongeren. De jongeren hadden vragen voorbereid. Wethouder de Jonge sprak met de ouderen over hun persoonlijke dilemma’s en vragen, over zorg en vergrijzing in de stad.
‘Ook de startbijeenkomst is goed gegaan. De ouderen vonden het leuk en het is ook goed voor de organisatie en andere bewoners. De aanwezigheid van de wethouder laat het belang van de pilot zien en de steun vanuit de gemeente.’
3.9 Slotbijeenkomst Na een speedmeet tussen jong en oud en de wekelijkse skype-sessies (van juni tot en met september) werd de pilot Kletskoppen op een leuke manier afgesloten. Alle betrokken partijen hebben in het Theehuis van Trompenburg Tuinen & Arboretum tijdens een high tea teruggekeken op de pilot. Er was een bijdrage van het beleidskader ‘Met taal versta je elkaar’, van het programma ‘Voor mekaar’ en er waren persoonlijke speeches zoals van een docent van het Albeda College die namens de jongeren sprak. Een van de deelnemende ouderen van Humanitas Bergweg reikte een cadeau uit aan de betrokken partijen: het boek over het Herinneringsmuseum van Humanitas. Alle deelnemers aan de pilot, jong en oud, kregen een certificaat uitgereikt.
Radio-opnamen
De deelnemers zijn ook bij elkaar gebracht voor een radioprogramma over de pilot Kletskoppen. Het programma is te beluisteren op: http://bit.ly/1OpDPz9.
Natalia dos Santos Sousa, activiteitencoördinator Stichting Humanitas Bergweg
Evaluatie Kletskoppen - gemeente Rotterdam 2015 | 15
3.10 Als het anders loopt dan gepland... Het organiseren van online-ontmoetingen tussen jong en oud kent ook risico’s: uitval van deelnemers, technische mankementen en een grote tijdsdruk om in korte tijd een volledig programma op te stellen en uit te voeren. Om deze risico’s te beperken is het goed om in het vervolg een reservegroep van ouderen en jongeren te selecteren. Om technische mankementen te voorkomen of te herstellen, stellen wij voor dat de organisatie bij de geplande skypegesprekken op beide locaties gebruik maakt van de bij de locatie aanwezige technische ondersteuning. Het is belangrijk om vooraf goed te bedenken wat er mis kan gaan en wat mogelijke alternatieven zijn. Maar ook dan kan het nog wel eens anders lopen dan gepland. Dan is het zaak om te improviseren.
‘Er moet ook meer tijd worden uitgetrokken voor de wervingsperiode/-proces; zeker een maand. Nu zijn we erg snel van start gegaan. Ook de criteria van de deelnemers waren vooraf niet helemaal duidelijk. Een voorstel is om een presentatie te geven in het atrium, waarna ouderen zich kunnen aanmelden.’ Natalia dos Santos Sousa, activiteitencoördinator Stichting Humanitas Bergweg
16
| Evaluatie Kletskoppen - gemeente Rotterdam 2015
Hoofdstuk 4
Samen werken
‘Dit kunnen wij niet alleen, daar zijn andere partners bij nodig: bedrijven, zorginstellingen, maatschappelijke organisaties.’ Uit: beleidskader ‘Met taal versta je elkaar’
Voorafgaand aan de start van Kletskoppen zijn organisaties benaderd met de vraag om hun expertise en netwerk in te zetten om Kletskoppen te laten slagen. Denk aan organisaties die konden ondersteunen op het gebied van personeel en overhead en die konden bijdragen aan de uitvoering van de pilot. Ook werden er organisaties bij betrokken die de deelnemersgroepen in huis hadden. Zij hebben zich gezamenlijk ingezet voor de werving van kandidaten: Albeda College, Jongerenloket Rotterdam, Humanitas Bergweg en Stichting Lezen & Schrijven. Het Jongerenloket Rotterdam leverde laaggeletterde jongeren die zij weer terug leiden naar onderwijs, door het inzetten van de Instroom- en Doorstroomvoorziening die bij het Albeda College is ingekocht. Humanitas leverde ouderen woonachtig in het woonzorgcentrum. Stichting Lezen & Schrijven heeft expertise in het opleiden van taalvrijwilligers. De gemeente Rotterdam had een faciliterende en adviserende rol bij de uitvoering van de pilot.
‘De grootschalige veranderingen in onze samenleving, onder andere in het sociale domein, de drastische daling van de beschikbare gelden voor het bestrijden van laaggeletterdheid en de groeiende kloof in de Nederlandse samenleving tussen groepen met een lage of met een excellente taalbeheersing vragen om een nieuwe aanpak.’
4.1 Wat levert het op? Je kunt op diverse manieren en met verschillende doelstellingen samenwerken met andere organisaties. Of het nu is om deelnemers te werven, om een geschikte locatie te vinden voor de bijeenkomsten of het aanbieden van activiteiten aan deelnemers: alleen door samenwerking bereik je de beoogde doelgroepen. Belangrijk bij het zoeken en samenwerken met partners is dat je je verplaatst in de belangen van (potentiële) partners. Leg uit wat het de organisatie oplevert. Vanuit het perspectief van deze organisatie. Voorbeelden: je bereikt nieuwe doelgroep(en), bent bezig met verantwoordelijk maatschappelijk ondernemen, je levert een bijdrage aan een betere sociale binding in buurten. Allemaal goede argumenten voor een organisatie om mee te doen.
‘In het begin waren mijn verwachtingen van het project niet groot. Nu vind ik het een geslaagd project, zowel voor de ouderen, als voor de jongeren. Iedereen is tevreden.’ Natalia dos Santos Sousa, activiteitencoördinator Stichting Humanitas Bergweg.
Wethouder Schneider in beleidskader ‘Met taal versta je elkaar’
Evaluatie Kletskoppen - gemeente Rotterdam 2015 | 17
4.2 Samenwerkingspartners ‘De samenwerking met de gemeente was goed; er was voldoende contact, er werd echt met ons meegewerkt en ze waren er iedere keer bij. In andere projecten zijn we wel eens aan ons lot overgelaten. Daardoor hadden we het gevoel dat het niet goed kwam. Dat was nu helemaal niet het geval.’ Natalia dos Santos Sousa, activiteitencoördinator Stichting Humanitas Bergweg
In een grote stad als Rotterdam zijn er binnen het sociale domein verschillende organisaties actief die belangrijke rollen vertegenwoordigen. De gemeente heeft hierin een faciliterende rol en moet bruggen slaan tussen de organisaties. In de pilot kletskoppen hebben we met taal als verbindend middel - gezamenlijk gewerkt aan verbinding tussen verschillende programma’s en beleidsvelden. Je kunt samenwerkingspartners onderscheiden afhankelijk van je doelgroep(en) en je doelstelling(en). De partners verschillen per doelgroep. Daarbij is het belangrijkste uitgangspunt dat de doelstelling van het project en de samenwerkingspartner(s) op elkaar aansluiten.
Woonzorgcomplex Humanitas, Bergweg
Daar waar vroeger het Bergwegziekenhuis stond is een complex ‘levensloopbestendige’ woningen gebouwd. Het door Stichting Humanitas ontwikkelde woonzorgcomplex vervangt het traditionele bejaarden-, verzorgings- en verpleeghuis. Ouderen blijven zo lang mogelijk zelfstandig wonen, maar kunnen wel gebruik maken van bepaalde medische en ondersteunende faciliteiten. Er is veel aandacht voor collectieve voorzieningen in het gebouw, waar bejaarden invulling kunnen geven aan ontspanning en sociale contacten. De 195 zorgwoningen in dit complex zijn in twee langwerpige L-vormige vleugels ondergebracht. Op de begane grond zijn een fysiotherapeut, logopedist, diëtist, arts, tandarts, kapper en een maatschappelijk werker gehuisvest. Er is een medische afdeling met twintig plaatsen. Deze voorzieningen zijn zowel voor de bewoners van het complex als voor wijkbewoners bestemd. Door deze voorzieningen heeft het complex een belangrijke functie gekregen in de buurt. De levensloopbestendige woning is zodanig ontworpen dat deze toegankelijk is voor rolstoelen en brancards. Met enkele eenvoudige ingrepen is de woning aan te passen aan de toenemende zorgbehoefte die het ouder worden kenmerkt. Hierdoor hoeft iemand niet te verhuizen en kan een echtpaar samen blijven wonen als één van de partners bedlegerig is.
Stichting Humanitas (Bergweg)
• Uitvoerder van deelproject voor de ouderen; • Biedt begeleiding aan de ouderen die aan de pilot deelnemen; • Heeft een faciliterende rol voor (digitale) uitvoering van de pilot.
18
| Evaluatie Kletskoppen - gemeente Rotterdam 2015
Albeda College
Het Albeda College is een regionaal opleidingencentrum (ROC) voor middelbaar beroepsonderwijs en volwasseneneducatie in de regio Rotterdam-Rijnmond. De school biedt verschillende soorten opleidingen voor 16+ en 18+ cursisten die na de middelbare school verder willen leren. De school ontleent zijn naam aan de politicus Wil Albeda. De school heeft een beroepsopleidende leerweg (BOL) en een beroepsbegeleidende leerweg (BBL) waarin in twee tot vier jaar een opleiding kan worden gevolgd. Ook is er de mogelijkheid een avondopleiding te volgen, waarin klassikaal les wordt gegeven. Het Albeda College werkt samen met het ROC Zadkine, dat eveneens in Rotterdam en omgeving gevestigd is. Zo hebben beide ROC’s hun voortgezet algemeen volwassenen onderwijs (vavo)-opleidingen ondergebracht in een nieuw instituut, het Vavo Rijnmond College. Voor dit ROC is het mogelijk ambulante begeleiding aan te vragen. Daarnaast voert het Albeda College met een formeel taalaanbod, diverse taal- en rekentrajecten uit voor de gemeente Rotterdam.
Albeda College
• Uitvoerder van de Instroom- en Doorstroomvoorziening; • Biedt begeleiding van de jongeren die aan de pilot deelnemen; • Heeft een faciliterende rol voor (digitale) uitvoering van de pilot.
Stichting Lezen & Schrijven
Is in 2004 opgericht door H.K.H. Prinses Laurentien der Nederlanden. In januari 2014 heeft Marja van Bijsterveldt de rol van voorzitter van prinses Laurentien overgenomen. Prinses Laurentien blijft nog bij de organisatie betrokken als erevoorzitter. In Nederland leven circa 1,3 miljoen mensen die moeite hebben met lezen en schrijven. Stichting Lezen & Schrijven heeft tot doel laaggeletterdheid te voorkomen en te verminderen, op zowel de korte als de lange termijn. De stichting werkt daarvoor samen met maatschappelijke organisaties, scholen, bedrijven en overheden. Dit om zo gezamenlijk geletterdheid te vergroten. Het merendeel van de activiteiten speelt zich af in Nederland. Andere landen, met name lidstaten van de Europese Unie, weten de stichting steeds vaker te vinden, om ervaringen uit te wisselen en gezamenlijke activiteiten te ontwikkelen. In mei 2012 is het proefprogramma ‘Taal voor het Leven’ gestart. Motto van dit programma: ‘Meer mensen, meer geletterd’. Taal voor het Leven is in zes regio’s actief: IJssel-Vecht/Twente, Amsterdam, Utrecht, Almere/ Flevoland, Den Haag/Haaglanden en Rotterdam/Rijnmond. Mensen die beter willen leren lezen en schrijven krijgen de kans om in hun eigen vertrouwde omgeving een cursus of onderwijstraject te volgen. Eén van de aspecten van dit programma is de inzet van vrijwilligers die, mede opgeleid door de Stichting Lezen & Schrijven, taaltraining gaan geven.
Partners kiezen
• Bedenk van tevoren wat aantrekkelijk is voor de doelgroep; • Breng in kaart welke culturele organisaties er zijn en wat hun aanbod is; • Check de punten die belangrijk zijn voor een goede locatie. Is het aanbod interessant, maar de locatie geen aanrader? Overweeg om de bijeenkomst op een andere locatie te houden. Dit hangt af van hoeveel tijd (en geld) je kunt en wilt investeren.
Stichting Lezen en Schrijven
• Opstellen van (aanvullend) inhoudelijk programma taal voor ouderen; • Taaltraining bieden aan de ouderen, in samenwerking met het Jongerenloket Rotterdam.
4.3 Wie doet wat? ‘Wat ook in het begin een probleempje was, is de communicatie die over verschillende schijven binnen Humanitas plaatsvond. Maar dat lag aan ons, het was in het begin niet echt duidelijk wie waarvoor verantwoordelijk was.’ Natalia dos Santos Sousa, activiteitencoördinator Stichting Humanitas Bergweg
Met welke organisaties je ook samenwerkt, voor elke samenwerking geldt dat je afspraken moet maken over ‘wie wat doet en op welke manier’. Als de verwachtingen niet overeenkomen en afspraken niet goed zijn vastgelegd kan dit funest zijn voor de uitvoering van het project. Plan verschillende momenten waarop je elkaar informeert over hoe de voorbereidingen lopen en vooral hoe het met de werving van de deelnemers gaat, zowel de ouderen als de jongeren.
Bij het bespreken van de activiteiten moeten de praktische zaken in een vroeg stadium aan de orde komen: heeft de partner een locatie beschikbaar, welke doelgroepen moeten op welke manier worden geïnformeerd en wie zijn de deelnemers? Als je zorgt dat alle praktische zaken op tijd aan bod komen, kunnen onverwachte (on)mogelijkheden ook tijdig worden benoemd. In principe geldt de volgende taakverdeling: een partner zet zijn eigen expertise en netwerk in. Het projectteam zorgt voor de ontmoetingen (speeddate en wekelijkse skypegesprekken) en de administratie (registratie, monitoring en evaluatie). Deze taakverdeling kan vanzelfsprekend al naar gelang de omstandigheden en (on)mogelijkheden van de partner worden aangepast.
Tips voor samenwerking met andere organisaties
• Bedenk goed wat de doelstelling is en wat je van de andere organisatie verwacht. Leg dit ook vast; • Begin open aan het kennismakingsgesprek; • Ga uit van vertrouwen en gezamenlijke doelen; • Kies voor een vriendelijke, geïnteresseerde en zakelijke aanpak; • Denk vooraf goed na over de taakverdeling en bespreek deze ruim van tevoren. Betrek hierbij: het zoeken naar een geschikte locatie, werving van de deelnemers, invulling van het programma, inrichting van de ruimte, catering, publiciteit (vooraf en achteraf); • Indien de partner (mee)betaalt, zorg voor een kostenoverzicht; • Maak een offerte/contract, dat de partners kunnen ondertekenen; • Spreek af wat de minimale doelstelling is en op welke moment er besloten wordt of iets doorgaat. Houd hierbij rekening met de tijd die nodig is om deelname te bevestigen of door te geven dat de bijeenkomst niet doorgaat; • Spreek tijdens het traject duidelijke deadlines af, zodat er ook een seintje gegeven kan worden wanneer iets niet binnen een bepaald tijdsbestek gerealiseerd wordt; • Maak een checklist van de dingen die afgesproken en geregeld moeten worden voor de samenwerking; • Zet op basis daarvan afspraken op papier, bijvoorbeeld in de vorm van een draaiboek; wie doet wat wanneer? • Houd ook rekening met een evaluatie na de bijeenkomst; • Zorg voor goede wederzijdse bereikbaarheid.
Evaluatie Kletskoppen - gemeente Rotterdam 2015 | 19
Hoofdstuk 5
Meten is weten
De pilot Kletskoppen is geëvalueerd met een onderzoek. De resultaten van de pilot (eindevaluatie) dienen als input voor het besluit voor een bredere aanpak van de pilot in Rotterdam. Het onderzoek is opgezet en uitgevoerd door het Jongerenloket Rotterdam. Door onderzoek moeten de volgende vragen, gerelateerd aan de doelstellingen, beantwoord kunnen worden: • Hoe is de samenwerking tussen alle betrokken partijen in de pilot verlopen? • Hoe hebben de betrokken ouderen de pilot ervaren (inzet talenten en ervaringen, gebruik sociale media, strijd tegen eenzaamheid)? • Hoe hebben de betrokken jongeren de pilot ervaren (verbetering Nederlandse taalbeheersing)? • Levert de opzet van de pilot een zinvolle invulling van de maatschappelijke tegenprestatie van laaggeletterde Rotterdamse jongeren op? • Bevordert de opzet van de pilot de in- en doorstroom van Rotterdamse jongeren zonder startkwalificatie?
‘Leuk project; op deze manier hebben ouderen meer contact met jongeren. Ook een goed initiatief om eenzaamheid tegen te gaan. Veel ouderen zijn erg op zichzelf en zo komen ze te weten wat jongeren allemaal doen. Voor jongeren kan het een toegevoegde waarde hebben voor hun lessen; een leukere manier dan alleen uit boeken Nederlands leren.’ Natalia dos Santos Sousa, activiteitencoördinator Stichting Humanitas Bergweg
20
| Evaluatie Kletskoppen - gemeente Rotterdam 2015
5.1 Waarom meten Het onderzoek bestond uit een meting aan het begin van de pilot en een meting aan het einde van de pilot. Hiermee kon worden nagegaan of de pilot Kletskoppen aan de verwachtingen van de betrokkenen heeft voldaan. Het onderzoek is uitgevoerd met behulp van vragenlijsten voor ouderen en vragenlijsten voor jongeren. Ook zijn er gesprekken gevoerd met medewerkers van de betrokken organisaties.
5.2 Resultaten onderzoek Allereerst schetsen we een beeld van de deelnemers, zoals dit aan het begin van de pilot naar voren kwam. Vervolgens beantwoorden we de onderzoeksvragen, zoals in het begin van dit hoofdstuk aangegeven.
De ouderen
In totaal hebben veertien ouderen aan de pilot meegedaan (3 mannen en 11 vrouwen). Zeven ouderen hebben de totale pilotperiode meegedaan. De gemiddelde leeftijd was 67 jaar, de oudste deelnemer was 81 jaar. Ongeveer de helft van de deelnemers had als beroep huisvrouw. De meeste deelnemers hadden zelf geen computer, tablet en en/of internetverbinding en slechts drie maakten aan het begin van de pilot gebruik van sociale media (voor het volgen van (sport)verenigingen en om met familie en vrienden in contact te blijven). Deze deelnemers waren ook bekend met Skype. Drie ouderen gaven aan geen contact te hebben met jongeren. Bij de ouderen die wel contact hadden met jongeren zijn dat meestal familieleden. Het beeld dat de ouderen aan het begin van de pilot hadden over jongeren was positief, maar 50% had geen idee hoe jongeren over ouderen denken.
De meeste ouderen (87%) hadden veel zin om te gaan skypen met jongeren. Ze zagen het als een goede manier om jongeren te helpen met oefenen van de Nederlandse taal, maar ook als middel tegen eenzaamheid. Ze bestempelden hun Nederlands taalniveau als voldoende om de jongeren te kunnen helpen.
Enquêtevraag:
Het is goed om met jongeren te skypen, omdat…. • Ik nog wat van jongeren kan leren; • Ik veel van hen kan leren en zij van ons; • Dan heb ik weer een bezigheid.
De jongeren
In totaal hebben dertien jongeren deelgenomen aan de pilot (vijf vrouwen en acht mannen). Tien deelnemers hebben de totale pilotperiode meegedaan. De groep was redelijk verdeeld in de leeftijd van 19 tot en met 25 jaar. De meeste jongeren maakten gebruik van het internet via hun smartphone, tablet en/of computer. 62% van de jongeren maakte over het algemeen van meer dan drie verschillende soorten social media gebruik. De deelnemers waren allemaal bekend met Skype. Zo gebruikte 92% Skype als communicatiemiddel voor familie en vrienden. Het beeld dat de jongeren aan het begin van de pilot hadden over de ouderen was positief (92 %), en 65% van deze groep jongeren was in de veronderstelling dat de ouderen ook positief over hen dachten.
Samenwerking
De samenwerking tussen de verschillende organisaties in de pilot Kletskoppen werd door alle betrokkenen als goed beoordeeld. In het begin waren er onduidelijkheden over taken en verantwoordelijkheden. Niet verwonderlijk, want als je ineens met elkaar moet samenwerken, kunnen de verwachtingen verschillend zijn. De hechte samenwerking kwam binnen de pilot naar voren toen (helaas) de iPads van de ouderen werden gestolen. Door gezamenlijke actie kon, na een vertraging van twee weken, de pilot weer worden voortgezet.
‘In het begin was niet honderd procent duidelijk wat onze rol (van Humanitas) was, maar naarmate het project vorderde, werd dat veel duidelijker. De rol van stichting Lezen & Schrijven was naar mijn mening het aanleveren van de gespreksthema’s. En onze rol het begeleiden van de ouderen. Albeda richtte zich dus meer op de jongeren.’ Natalia dos Santos Sousa, activiteitencoördinator Stichting Humanitas Bergweg
Ervaringen ouderen
De ouderen zijn zeer positief over de pilot. Ze vinden de pilot ‘een goede bezigheid’ voor zichzelf en zij vinden het goed om jongeren te ondersteunen. Zij zien de sociale media voornamelijk als een middel om contacten met familie te onderhouden. Toch geven veel ouderen (50%) aan, dat ze zich te onzeker voelen of te weinig kennis hebben om zelfstandig te kunnen omgaan met sociale media. Hieruit kan worden afgeleid dat er meer tijd moet worden besteed aan computervaardigheid van ouderen, aan het begin van een traject en tijdens de skype-sessies. De contacten met jongeren werden als zeer positief ervaren. Veel ouderen geven aan dat ze veel van jongeren kunnen leren, maar dat zij ook het gevoel hebben dat de jongeren van hen kunnen leren. Ten slotte zien de ouderen de skype-sessies met jongeren als een middel om weer iets te doen te hebben en om contacten op te bouwen, waardoor ze minder eenzaamheid ervaren. De ouderen geven echter ook aan dat zij niet de middelen hebben om zelf een computer of iPad aan te schaffen (als ze die nog niet hebben).
Vraag: ‘Kan skypen een middel zijn om eenzaamheid bij ouderen tegen te gaan?’ Antwoord: ‘Ja, omdat ze zich kunnen verheugen op de gesprekken!’ Uit: enquête ouderen
Ervaringen jongeren
92% van de jongeren is positief over de pilot. De jongeren gebruiken sociale media vooral om in contact te blijven met vrienden en familie. Door deelname aan de pilot hebben zij een beter beeld gekregen van wat eenzaamheid inhoudt (85%). Sommige jongeren (46%) gaven aan dat zij zich wanneer ze alleen zijn, ook regelmatig eenzaam voelden. 56% van de doelgroep had met familie van 65 jaar en ouder contact. De meeste jongeren hadden veel zin om te gaan skypen met de ouderen. 84% zag het skypen met ouderen als een goede manier om vaker te oefenen met hun Nederlands. 69% van de jongeren zag in dat het skypen ook net zo belangrijk was voor de ouderen. Hieruit kan worden afgeleid dat skypen een goede manier is om in een veilige omgeving te oefenen met het Nederlands. Ook zagen de jongeren dat de ouderen hun talenten inzetten, door hen (soms persoonlijke) adviezen te geven.
‘Ik ben zelf ook stiefmoeder en weet dat het voor mijn stiefkind niet altijd makkelijk is. Door met elkaar te blijven praten komen we nader tot elkaar.’ Een deelnemende oudere
Evaluatie Kletskoppen - gemeente Rotterdam 2015 | 21
Tegenprestatie
Jongeren met een uitkering leveren een tegenprestatie door met hun taalniveau aan de slag te gaan. Enerzijds brengen zij het aantal laaggeletterden omlaag. Anderzijds bevorderen zij hun kansen om zich zo hoog mogelijk te kwalificeren en door te stromen naar regulier onderwijs. Zo creëren zij meer kansen voor zichzelf op de arbeidsmarkt. Met hun deelname aan de pilot Kletskoppen hebben zij ook een maatschappelijke inspanning en tegenprestatie geleverd voor hun uitkering.
‘Ik vind het jammer dat de skype-sessies zijn afgelopen. We gaan nu starten met een opleiding, maar ik zou graag willen weten hoe het verder gaat met de ouderen.’ Een deelnemende jongere
Bevorderen in- en doorstroom
De Instroom –en Doorstroomvoorziening worden door de gemeente Rotterdam ingezet om laaggeletterdheid te bestrijden. De Instroomvoorziening is bedoeld voor niet-inburgeringsplichtige jongeren van 18 tot en met 27 jaar. Het gaat om jongeren die – vanwege hun taalniveau – nog niet toelaatbaar zijn voor een mbo-1 opleiding. Deze jongeren zullen een intensief taaltraject volgen met als doel in te stromen op het startcollege of een entreeopleiding. De Doorstroomvoorziening is bedoeld voor jongeren van 18 tot en met 27 jaar die al in het bezit zijn van een mbo-1 of 2 diploma. Hun taal en/of rekenniveau is zodanig dat zij niet worden toegelaten tot een reguliere opleiding in het mbo. Deze jongeren zullen een intensief taaltraject volgen met als doel in te stromen in een mbo-2 of mbo-3 opleiding. Door deel te nemen aan een van de twee voorzieningen vergroten de jongeren hun kansen. Want een betere taalbeheersing maakt het mogelijk om gezonder te leven en een rijker sociaal leven op te bouwen. Bovendien vergroot het de kansen op een opleiding en baan. Deelname aan de pilot Kletskoppen vergroot deze kansen, omdat de jongeren oefenen met het spreken van de Nederlandse taal en kunnen laten zien wat ze willen en kunnen.
‘Op het moment dat je stage gaat lopen kun je bij ons terecht, omdat je graag met ouderen aan de slag wilt.’ Natalia dos Santos Sousa, activiteitencoördinator Stichting Humanitas Bergweg
22
| Evaluatie Kletskoppen - gemeente Rotterdam 2015
Hoofdstuk 6
Tot slot
Resultaten pilot in het kort:
• Ouderen waarderen de activiteit en willen graag doorgaan; • Activiteit biedt een verbreding van het sociale netwerk van ouderen; • Ouderen willen meer training in computervaardigheden; • Jongeren vinden de online-ontmoetingen met ouderen waardevol; • Jongeren kunnen met ouderen hun Nederlandse taalvaardigheden oefenen; • Jongeren behalen het beoogde taalniveau en stromen door naar vervolgopleiding en werk; • De activiteit biedt een zinvolle invulling van de maatschappelijke tegenprestatie van jongeren; • Goede samenwerking tussen de betrokken organisaties. We stellen dat het project Kletskoppen verbindt: de techniek (Skype) en deze methodiek bieden mogelijkheden om diverse groepen met elkaar in contact te brengen en om doelgerichte activiteiten te organiseren voor jong en oud.
Hoe verder?
We zijn van mening dat de pilot succesvol is en stellen voor de methodiek bij diverse (ouderen)instellingen in de stad te promoten. Hiervoor stellen wij diverse middelen voor, zoals een handreiking, een presentatie, een geluidsfragment en eventueel dit evaluatieverslag. Deze documenten vindt u op www.rotterdam.nl/kletskoppenviaskype Bij het Jongerenloket blijft een contactpersoon beschikbaar voor vragen van externen over de pilot en voor het samenbrengen van organisaties die een vervolg willen geven aan Kletskoppen. De contactgegevens van deze contactpersoon kunt u ook vinden op: www.rotterdam.nl/ kletskoppenviaskype
Evaluatie Kletskoppen - gemeente Rotterdam 2015 | 23
Colofon Dit is een evaluatie van de pilot Kletskoppen die in de periode mei tot september is uitgevoerd door de gemeente Rotterdam (Jongerenloket Rotterdam, Beleidskader ‘Met taal versta je elkaar’ en het programma ‘Voor Mekaar’, tegen eenzaamheid van ouderen). De gemeente werkte daarbij samen met de maatschappelijke partners Albeda College, Stichting Lezen & Schrijven en Stichting Humanitas. Tekst Maureen Koningferander, gemeente Rotterdam Tim Cathalina, gemeente Rotterdam Eindredactie Cécile de Rijk, gemeente Rotterdam Fotografie René Castelijn Fotografie Jeannette Melsen (Albeda College) Vormgeving Mundus Joore, gemeente Rotterdam Dit verslag is ook te vinden op de site van de gemeente Rotterdam: www.rotterdam.nl/kletskoppenviaskype. © december 2015 24
| Evaluatie Kletskoppen - gemeente Rotterdam 2015