FAQ Subsidieregeling Jong en Oud Aanvraag 1
Vraag Hoe is de aanvraagprocedure voor de subsidieregeling Jong en Oud ingericht?
2
Tot welke datum kan een aanvraag worden ingediend?
3
Kan ook voor indienstneming van een Pabo-afgestudeerde cofinanciering worden aangevraagd?
4
Is bij een vervangingsbetrekking sprake van een regulier betaalde betrekking?
5
Als schoolbestuur neem ik deel aan het project Vierslagleren. Mag ik voor de beginnende leerkrachten een aanvraag indienen voor de subsidieregeling Jong en Oud?
Antwoord Op de website van het Arbeidsmarktplatform PO is de informatie over de subsidieregeling Jong en Oud te vinden, zie www.arbeidsmarktplatformpo.nl/jongenoud/. Hier kunt u ook de subsidieregeling downloaden en de hyperlinks vinden naar de digitale aanvraagformulieren. Deze aanvraagformulieren zijn voorzien van een uitgebreide toelichting. Daarbij wordt aangegeven welke stappen u bij aanvraag van de subsidie moet doorlopen en welke documenten u als bewijsstuk moet aanleveren. De subsidieregeling Jong & Oud kent twee opties. De termijn voor aanvragen verschilt per optie. Voor optie 1 (Cofinanciering langdurig werkloze jonge leerkracht) moet de aanvraag vóór 1 januari 2016 zijn ingediend. Voor optie 2 (Cofinanciering RVU-heffing vervroegd uittredende oudere leerkracht) moet de aanvraag vóór 1 april 2015 zijn ingediend. Het eerdere tijdstip voor optie 2 hangt samen met de voorwaarde dat een (langdurig werkloze) jonge leerkracht voor de duur van tenminste één jaar in dienst moet worden genomen. Ja, indien aan de voorwaarden wordt voldaan kan cofinanciering worden aangevraagd voor een Pabo-afgestudeerde. Belangrijke voorwaarde is dat sprake moet zijn van indienstneming van een langdurig werkloze jonge leerkracht. Dit is een persoon die jonger is dan 27 jaar en in de zes maanden voorafgaand aan indiensttreding geen reguliere betaalde betrekking heeft gehad. Van een regulier betaalde betrekking is sprake wanneer een werknemer gedurende meer dan één maand minstens 20 uur per week heeft gewerkt op basis van een arbeidsovereenkomst of aanstelling in openbare dienst. Afhankelijk van aard en omvang van de vervangingsbetrekking, is al dan niet sprake is van een regulier betaalde betrekking. Van een regulier betaalde betrekking is sprake wanneer een werknemer gedurende meer dan één maand minstens 20 uur per week heeft gewerkt op basis van een arbeidsovereenkomst of aanstelling in openbare dienst. Deze definitie is onverkort van toepassing bij vervangingsbetrekkingen. Is sprake van een arbeidsovereenkomst/ aanstelling voor meer dan een maand en een gemiddelde betrekkingsomvang 20 uur of meer dan is sprake van een regulier betaalde betrekking en komt indienstneming van deze werknemer niet voor cofinanciering in aanmerking. Nee, dit is niet mogelijk. De regeling Jong en Oud staat geen dubbelfinanciering toe. Bij aanvraag van een loonkostensubsidie in het kader van de regeling Jong en Oud moet de werkgever verklaren voor de betreffende werknemer geen gebruik te maken van andere overheidssubsidies. Vierslagleren wordt gesubsidieerd door het ministerie van OCW.
1
6
Hoe moet bij optie 1 de netto toename van het personeelsbestand worden berekend?
Bij optie 1 geldt dat de indiensttreding van een jonge werkloze leerkracht alleen voor cofinanciering in aanmerking komt wanneer de vacature die wordt ingevuld is ontstaan door natuurlijk verloop dan wel dat de invulling van de vacature leidt tot een netto toename van het aantal personeelsleden (zie artikel C1.6 van de subsidieregeling Jong en Oud). Van natuurlijk verloop is sprake wanneer de vacature niet is ontstaan door afvloeiing, maar door uitdiensttreding of ontslag op initiatief van de werknemer, handicap, ouderdomspensionering, vermindering van werktijd op initiatief van de werknemer of gewettigd ontslag om dringende redenen. Bij aanvraag van de loonkostensubsidie hoeft geen berekening van de netto-toename te worden overlegd. Er kan worden volstaan met een verklaring van de werkgever dat sprake is van natuurlijk verloop of van een netto toename van het aantal personeelsleden. Deze verklaring wordt medeondertekend door de voorzitter van de medezeggenschapsraad (zie hiervoor artikel E2.3 van de subsidieregeling Jong en Oud). Bij digitale aanvraag van de loonkostensubsidie kunt u deze werkgeversverklaring uploaden. Voorbeelden berekening netto toename van het personeelsbestand: Er moet sprake zijn van een netto toename van het aantal werknemers in vergelijking met het gemiddelde van het aantal werknemers in de voorgaande twaalf maanden. Voorbeeld 1: Het schoolbestuur neemt per 1 september 2014 een langdurig werkloze jonge leerkracht aan. Het personeelsbestand op 31 augustus 2014 is 60 personen Met de indienstneming van de langdurig werkloze jonge leerkravht bestaat het personeelsbestand op peildatum 1 september 2014 uit 61 personen Het personeelsbestand op peildatum 1 september 2013 bedraagt 58 personen. Het gemiddeld aantal werknemers in de voorgaande 12 maanden is 59 personen. In dit voorbeeld is sprake van een netto toename van het aantal werknemers. De indiensttreding van de langdurig werkloze jonge leerkracht komt voor cofinanciering in aanmerking Voorbeeld 2: Het schoolbestuur neemt per 1 september 2014 een langdurig werkloze jonge leerkracht aan. Het personeelsbestand op 31 augustus 2014 is 125 personen Met de indienstneming van de langdurig werkloze jonge leerkravht bestaat het personeelsbestand op peildatum 1 september 2014 uit 124 personen
2
-
7
Waarom moet een aanvraag voor cofinanciering van de RVU-heffing (optie 2) voor uiterlijk 1 april 2015 worden ingediend?
8
Is het mogelijk om cofinanciering aan te vragen voor het aanbieden aan een jonge leerkracht van een baan in een vervangingspool? Is het ook mogelijk om een loonkostensubsidie aan te vragen voor indienstneming van een onderwijsassistent? Als schoolbestuur stimuleren wij oudere leerkrachten om vrijwillig vroegtijdig uit te treden. Kan hiervoor cofinanciering worden aangevraagd?
9
10
11
Hoe bereken ik de verwachte loonkostensubsidie?
12
Als de jonge leerkracht na afloop van het jaarcontract weer uitstroomt in een WWsituatie, komt de uitkering dan in aanmerking voor vergoeding door het Participatiefonds?
Het personeelsbestand op peildatum 1 september 2013 bedraagt 130 personen. Het gemiddeld aantal werknemers in de voorgaande 12 maanden is 127 personen.
In dit voorbeeld is geen sprake van een netto toename van het aantal werknemers. De indiensttreding van de langdurig werkloze jonge leerkracht komt niet voor cofinanciering in aanmerking, tenzij met de indiensttreding van de langdurig werkloze jonge leerkracht een vacature wordt ingevuld die is ontstaan door natuurlijk verloop. Voorwaarde voor cofinanciering van de RVU-heffing (optie 2) is dat een langdurige werkloze jongere in dienst wordt genomen voor minimaal een jaar en voor een betrekkingsomvang van 28 uur. Als een aanvraag na 1 april 2015 wordt ingediend kan aan eerst genoemde voorwaarde niet worden voldaan. Ja, dit is in principe mogelijk als de jonge leerkracht in dienst komt van het schoolbestuur. Voorwaarde is wel dat de jonge leerkracht in het afgelopen half jaar geen regulier betaalde betrekking heeft gehad, voor meer dan één maand en valt onder de definitie van een langdurig werkloze werknemer. Nee. De doelgroep van de subsidieregeling Jong en Oud is (langdurig werkloze) jonge leerkrachten. Wanneer u de oudere leerkrachten bij vertrek een bonus aanbiedt wordt dit door de belastingdienst aangemerkt als een Regeling Vervroegd Uittreden (RVU). De belastingdienst legt dan een heffingsaanslag van 52% op (RVU-heffing). U kunt dan onder voorwaarden in aanmerking komen voor (maximaal) 50% cofinanciering van deze RVU-heffing (optie 2 van de subsidieregeling). Belangrijke voorwaarde is dat u bij vervroegde uittreding van de oudere leerkracht een langdurige werkloze jongere in dienst neemt voor minimaal 1 jaar en voor minimaal 28 uur per week (ongeveer 0,7 fte). Daarnaast mag door de vervroegd uitgetreden oudere werknemer geen WW worden aangevraagd. Wij adviseren schoolbesturen om bij keuze voor optie 2 contact op te nemen met het ABP over de verschillende mogelijkheden bij vervroegde uittreding. Op de site voor digitale aanvraag van de loonkostensubsidie kunt u een rekenmodule downloaden (excel). Daar vult u het verwachte brutosalaris per tijdvak en de eindejaaruitkering in. De module berekent vervolgens de totale loonkosten, inclusief een opslag van 32% overige werkgeverslasten. U wordt gevraagd om deze berekening te uploaden bij indiening van uw subsidieaanvraag. Doelstelling van de regeling is behoud van jonge leerkrachten voor de sector. Het is niet de bedoeling dat de jonge leerkracht na afloop van het jaarcontract weer uitstroomt in een WW-situatie. Intentie van de regeling is dat de jonge leerkracht na afloop van het jaarcontract een dienstverband krijgt aangeboden bij de eigen organisatie of bij een collega-organisatie. Daarbij kan door de werkgever gebruik worden gemaakt van de mogelijkheden van het regionaal transfercentrum. Bij optie 1 ontvangt de werkgever een subsidie van 20% van de loonkosten. Als door onvoorziene omstandigheden toch geen nieuwe arbeidsovereenkomst kan worden
3
aangeboden, is niet zeker of de aanvrager kan voldoen aan eisen van de instroomtoets van het Participatiefonds. Als dat niet zo is, moet de werkgever de WW-verplichting zelf dragen. Bij de instroomtoets is het van belang dat sprake moet zijn van ontslagruimte (daling van de Rijksbekostiging en Financiële bijdragen van derden (gemeentelijke subsidies e.d.)). Het weer vervallen na een jaar van de loonkostensubsidie van SZW telt op zich mee bij bepaling van de ontslagruimte in het kader van de instroomtoets. Daarbij zij aangetekend dat het Participatiefonds het vergoedingsverzoek alleen honoreert wanneer de ontslagruimte ten minste gelijk is aan de totale salariskosten, inclusief werkgeverslasten van de jongere.
4
Declaratie Vraag Hoe kan mijn schoolbestuur de declaratie van de loonkostensubsidie indienen?
Antwoord U dient uw declaratie in na afloop van subsidiabele periode in, maar vóór 1 april 2016.. Op de website van het Arbeidsmarktplatform PO wordt binnenkort een digitaal declaratieformulier gepubliceerd.
2.
Hoe bereken ik de hoogte van de definitieve loonkostensubsidie?
3. 4.
Tot welke datum kan de declaratie worden ingediend? Wanneer wordt de loonkostensubsidie uitbetaald?
Op de site voor digitale declaratie van de loonkostensubsidie kunt u een rekenmodule downloaden (excel). Daar vult u het definitieve brutosalaris per tijdvak en de eindejaaruitkering in. De module berekent vervolgens de totale loonkosten, inclusief een opslag van 32% overige werkgeverslasten. U wordt gevraagd om deze berekening te uploaden bij indiening van uw declaratie. . De declaratie van de loonkostensubsidie moet vóór 1 april 2016 zijn ingediend. Schoolbesturen wordt gevraagd om de declaratie van de loonkostensubsidie in te dienen na afloop van de subsidiabele periode. Indien aanvraag en declaratie voldoen aan de in de subsidieregeling gestelde voorwaarden ontvangt u de subsidie zo spoedig mogelijk daarna. De subsidie wordt uitbetaald onder voorbehoud van definitieve vaststelling door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de volledige subsidieverantwoording van het sectorplan.
1.
5