Johannes Calvijnschool voor reformatorisch basisonderwijs Duivenwal-West 301 3905 AV Veenendaal tel. 0318 - 55 37 33 fax: 0318 - 61 49 01 Geerseweg 2 3905 AS Veenendaal Postadres Postbus 873 3900 AW Veenendaal E-mail
[email protected]
Een woord vooraf Deze schoolgids is bestemd voor alle gezinnen van onze school. De schoolgids is ook voor de gezinnen van toekomstige leerlingen. Voor hen geeft deze schoolgids een beschrijving van wat er op school plaatsvindt. Mede op grond hiervan kunnen zij een beslissing nemen of hun kind op deze school past. We verwijzen u naar de inhoudsopgave voor de verschillende onderwerpen die aan de orde komen. Met nadruk willen we u wijzen op de beschrijving van de identiteit. We hopen dat deze beschrijving gestalte krijgt in het opvoeden van onze kinderen in de gezinnen, binnen de kerk en op school. Wilt u deze gids a.u.b. goed bewaren? We hopen dat deze schoolgids voldoende informatie geeft over het reilen en zeilen op onze school. Naast de schoolgids, die eenmaal per jaar verschijnt, ontvangt u maandelijks een informatiebrief. De Heere geve dat we ons in dit nieuwe schooljaar laten leiden door de volmaakte Gids, de Bijbel, als het onfeilbare Woord van God. In die Gids kunnen we lezen wat nodig is voor de tijd en voor de eeuwigheid.
Namens bestuur, directie en personeel,
D. van Wijngaarden (directeur)
1
1. De school 1. Naam en richting De Johannes Calvijnschool te Veenendaal gaat uit van de Vereniging tot het verstrekken van schoolonderwijs op reformatorische grondslag. De grondslag voor alle facetten van het onderwijs op onze school is Gods onveranderlijk Woord. Aan dat Woord worden de beginselen voor de opvoeding en het onderwijs ontleend, overeenkomstig de uitleg in de "Drie formulieren van enigheid". 2. Enkele identiteitsbepalingen Enkele identiteitsbepalingen, ontleend aan de statuten van de vereniging en regels van de school: 1. De vereniging heeft als grondslag de Heilige Schrift als het onfeilbaar Woord van God, zoals daarvan belijdenis wordt gedaan in de artikelen 2 tot en met 7 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Daarbij onderschrijft de vereniging geheel en onvoorwaardelijk de Drie formulieren van enigheid, zoals deze zijn vastgesteld door de Nationale Synode, gehouden te Dordrecht in de jaren 1618 en 1619. De vereniging maakt gebruik van de getrouwe overzetting van de Heilige Schrift uit de oorspronkelijke talen in de Nederlandse taal volgens het besluit van voornoemde synode. 2. Bij het onderwijs wordt het reformatorisch beginsel bevorderd door onder meer gebruik van de Statenvertaling en psalmberijming van 1773.
2
3. De toelating is mogelijk voor leerlingen uit gezinnen waarvan de ouders meelevende, belijdende leden zijn van één van de reformatorische kerkgenootschappen. Wanneer een kind aangemeld wordt, waarvan de ouders niet tot een van deze kerkgenootschappen behoren, beslist het bestuur. 4. Elke toelating wordt geacht te geschieden onder de voorwaarde dat ouder(s) en/of verzorger(s) van de leerlingen zich onderwerpen aan de statuten van de school. 5. Indien door ouder(s) en/of verzorger(s) van de leerling wordt gehandeld in strijd met de voorwaarde, waaronder de toelating is geschied (zie 4), is het bestuur bevoegd uit dien hoofde de leerling te verwijderen. Door het bestuur is voldaan aan de wettelijke verplichting een stappenplan vast te stellen dat wordt toegepast bij eventuele schorsing of verwijdering van leerlingen. U kunt dat op school inzien. 6. Het gedrag en de levensstijl van de leerlingen dienen zodanig te zijn dat geen inbreuk wordt gemaakt op de opvattingen die in de kring van de leden van de vereniging in het algemeen gelden. Het bestuur is, op grond van Gods Woord, van mening dat het onderscheid tussen jongens en meisjes wat kleding en haardracht betreft, duidelijk tot uitdrukking behoort te komen. Het bestuur vertrouwt er dan ook op dat meisjes in schoolverband in jurk of rok verschijnen. In opvoeding en onderwijs wordt van de ouder(s), eventueel de voogd(en) of verzorger(s), verwacht dat zij grote waarde hechten aan de eenheid van gezin, kerk en school. De opvattingen van de school en het gezin dienen derhalve overéén te komen, ook in een éénparig afwijzen van alle normvervaging, deconfessionalisering (het loslaten van de belijdenis), gezagsondermijning, sportverdwazing, modegrillen en de verderfelijke invloed, die kan uitgaan van o.a. radio, televisie, internet en moderne lectuur. 3
3. Lidmaatschap schoolvereniging / contribuanten Onze school gaat uit van een vereniging. Ouders (en anderen die de school een warm hart toedragen) vormen de leden van deze vereniging. De leden van de vereniging worden uitgenodigd voor de jaarvergadering en kunnen daar blijk geven van hun betrokkenheid bij de schoolvereniging. Volledigheidshalve geven we aan dat alleen mannen lid kunnen worden van de vereniging. Opgavenformulieren zijn op school verkrijgbaar. Indien u geen lid wilt of kunt worden, wordt u automatisch ingeschreven als contribuant. Deze contributie draagt een vrijwillig karakter, maar om praktische redenen gaan wij er (zonder tegenbericht) van uit dat u deze wilt voldoen. Dit hebt u reeds wel of niet toegezegd via het inschrijfformulier. Op de ledenvergadering wordt jaarlijks opnieuw een minimum contributiebedrag vastgesteld. Uit de contributie worden zaken betaald, die niet door het Rijk vergoed worden en toch nodig zijn op school. Denk bijv. aan de uitreiking van de bijbels in groep 8, boekjes op het kerstfeest voor groep 1 en 2, boekjes of psalmboekjes op het kerstfeest in groep 3, traktaties op Koninginnedag, kosten van ouderavonden, bestuurskosten enz. Voor nadere informatie verwijzen we u naar de brochure 'ouderbijdrage', een uitgave van het ministerie van O&W. Deze ligt op school ter inzage. Naast deze contributie wordt er een geldelijke bijdrage gevraagd voor o.a. de schoolreis. Hierbij willen we opmerken dat alle kinderen met alle activiteiten mee mogen doen, ongeacht de financiële positie van de ouder(s) en/of verzorger(s). 4. Uni-locatie De leerlingen zijn gehuisvest in twee gebouwen. De onderbouw (gr.1a t/m gr.4b) is gehuisvest aan de Geerseweg en de bovenbouw (gr. 4c t/m gr. 8c) bevindt zich op de Duivenwal.
4
5. Schoolgrootte Op de teldatum van 1 oktober 2006 (waar het aantal groepen in het volgend cursusjaar van wordt afgeleid) waren er 667 leerlingen ingeschreven. Elke maand komen daar nog jongste kleuters bij. In het cursusjaar 2007/2008 hopen we te starten met 29 groepen. In januari start de 30e en de 31e groep.
5
2. Waar de school voor staat 1. Doel Onze school wil de kinderen: - naar ons vermogen "helpen onderwijzen in de voorzeide leer" (zie formulier om de heilige doop te bedienen). - voorbereiden op een taak in de maatschappij. - voorbereiden op een plaats in een multiculturele samenleving. Kortom, als doel van de opvoeding zien wij: "De vorming van de mens tot een zelfstandige, God naar Zijn Woord dienende persoonlijkheid, geschikt en bereid al de gaven, die hij van God ontving, te besteden tot Gods eer en tot heil van het schepsel, in alle levensverbanden waarin God hem plaatst". (Waterink) De wettelijke opdrachten zijn omschreven in ons schoolplan. In overleg met de directeur kan het schoolplan worden ingezien. 2. Uitgangspunten 1. Samenvattend kunnen we zeggen dat elk mens door God geschapen is... "opdat hij God Zijn Schepper recht kennen, Hem van harte liefhebben en met Hem in de eeuwige zaligheid leven zou, om Hem te loven en te prijzen" (HC. vr. en antw. 6), als beelddrager Gods. Door onze zonde(n) echter, al begonnen in het paradijs, voldoet niemand hier meer aan, tenzij hij/zij wederomgeboren wordt. Als ouders en school moeten we de kinderen daarom al jong onderwijzen uit Gods Woord. (zie ook Deut. 6, Psalm 78 en Spr.22:6) 2. Elk kind heeft zijn eigen talenten en gaven gekregen. Dat betekent ook dat niet aan elk kind dezelfde eisen gesteld kunnen 6
worden. Onze school heeft wel als taak een bepaald minimum aan leerdoelen na te streven voor alle kinderen. We geven les in een leerstofjaarklassensysteem met daarbinnen aanpassingen aan de talenten van de kinderen indien nodig en voor zo ver mogelijk. (Zie ook hoofdstuk 5) 3. Voor de kerndoelen van ons onderwijs verwijzen we u naar de voor het reformatorisch onderwijs vastgestelde kerndoelen. 3. Klimaat van de school Omgangsstijlen en interactiepatronen: In de groep is de leerkracht de gezagsdrager waaraan de leerlingen behoren te gehoorzamen. Hij/zij stelt regels en let op de naleving ervan. De leerkracht ontleent zijn gezag aan het vijfde gebod. (Dat betekent ook dat hij niet gehoorzaamd kan worden, als hij iets zou eisen dat tegen Gods geboden ingaat.) De leerkracht is geroepen zijn gezag op een zodanige manier vorm te geven dat de kinderen (elk met hun gaven en talenten) hem kunnen vertrouwen, zich veilig voelen, zich laten corrigeren indien nodig enz. Kortom: de leerkracht moet liefde voor de hem toevertrouwde kinderen hebben. Enerzijds zijn binnen het team afspraken gemaakt t.a.v. organisatie en leerstof. Die bepalen mede het klimaat in de school. Anderzijds is niet alles over interactiepatronen te beschrijven. Elke leerkracht heeft zijn eigen stijl, karakter en manier van werken, waardoor er in elke groep een specifieke sfeer aanwezig is. Voor zowel de omgang tussen leerkrachten en leerlingen als leerkrachten en leerlingen onder elkaar geldt dat er een christelijke levensstijl zichtbaar moet zijn. Gezin, kerk en school horen daarin bij elkaar. 7
Voor de omgang met elkaar zijn concreet enkele regels afgesproken. Hieronder volgen deze regels. Hoe gaan we met elkaar om? In de Bijbel lezen we dat we God moeten liefhebben boven alles en onze naaste als onszelf. We spreken met elkaar af… • • • • • • • • • • • • •
We zorgen ervoor dat niemand op uiterlijk beoordeeld wordt. Als we spelen mag iedereen mee doen, we sluiten niemand buiten. We zijn zuinig op elkaars spullen en op die van onszelf. We noemen elkaar niet bij een bijnaam, we schelden elkaar niet uit en we lachen elkaar niet uit. We roddelen niet over elkaar. We doen elkaar geen pijn; niet lichamelijk of geestelijk. We laten elkaar met rust, bemoeien ons niet met elkaar en we kiezen geen partij. We helpen elkaar als dat nodig is of als iemand dat vraagt. We schenken geen aandacht aan de pester. Blijft het pesten doorgaan (van jezelf of van een ander) dan vertellen we dat aan de leerkracht (dit is geen klikken). Als we gepest worden, praten we er thuis over. We mogen dit niet geheim houden. Als we ruzie hebben, proberen we dit eerst zelf uit te praten. Helpt dit niet dan roepen wij de juf of meester. Als er nieuwe leerlingen op school komen, dan proberen we die zo goed mogelijk op te vangen. Het is onze plicht om ons op school en daarbuiten aan deze regels te houden.
Aan het begin van elk schooljaar worden deze regels in iedere groep besproken (rekening houdend met de leeftijd van de kinderen). Ook tussentijds worden de leerlingen aan deze regels herinnerd. We beseffen heel goed dat niemand van ons deze regels volmaakt kan houden. Ook in dit opzicht geldt dat wij van nature geneigd zijn om God en onze naaste te haten. De norm die Gods Woord aan ons stelt is echter duidelijk. Op school is ook een pestprotocol aanwezig. Dit protocol treedt in werking, zodra er sprake is van pesten. Leerkrachten gaan na of het om een incidenteel geval gaat of dat er structureel gepest wordt. Als het gaat om structureel pesten, vinden we regelmatig contact met de ouders heel belangrijk. 8
3. Schoolgegevens 1. Namen en adressen Namen en adressen zijn om privacy redenen niet beschikbaar in de internetversie van onze schoolgids 2. Schooltijden De morgenschooltijd is van 8.30 uur - 11.45 uur De middagschooltijd is van 13.15 uur - 15.30 uur Op woensdagochtend zijn de schooltijden van 8.30 uur - 12.15 uur De groepen 1 t/m 4 zijn elke vrijdagmiddag vrij. De groepen 1 zijn ook op donderdagmiddag vrij. Opmerking: De groepsverdeling 2007-2008 wordt in de laatste informatiebrief vermeld.
9
4. De organisatie van het onderwijs 1. Schoolorganisatie 1. Manier van onderwijs geven Op de basisschool volgen de kinderen onderwijs in een ononderbroken ontwikkelingslijn, zodat ze in principe na acht jaar aan de eisen van de kerndoelen voldoen. De manier van onderwijs geven hangt dan ook samen met de ontwikkeling van het kind. In groep 1 en 2 wordt veelal thematisch gewerkt. De nadruk ligt op spelend leren. Er wordt nadrukkelijk aangesloten bij de belevingswereld van het jonge kind (bijv. “flexibel leren lezen”). Bij oudere leerlingen staat de leerstof steeds meer centraal. We stimuleren tot en met groep 8 het zelfontdekkend leren (bijv. hoekenwerk, documentatiecentrum). Ook op andere momenten streven we ernaar om activerende werkvormen in te zetten. Vanaf groep 3 wordt er gewerkt in een leerstofjaarklassensysteem. Binnen dat systeem werken we wel met het basisstof- extra stofmodel, zodat er recht gedaan kan worden aan de eigen gaven en talenten van de kinderen. Met name in de bovenbouw loopt dit uit op het werken in programma 1 en 2, waarbij programma 1 het basisprogramma is (evt. aangevuld met extra stof) en programma 2 een minimumprogramma. (Zie ook hoofdstuk 5) 2. Groepering/groepsgrootte De school is verdeeld in jaargroepen. Indien nodig worden er combinatiegroepen gevormd aan de hand van vaste criteria.
10
3. De opvang van nieuwe leerlingen in de school plaatsing van jongste kleuters (die net 4 jaar worden) Op de inschrijfavonden in februari kunt u uw kind aanmelden voor het volgend cursusjaar. Er liggen dan inschrijfformulieren klaar. Als u een inschrijfformulier ondertekend ingeleverd hebt, krijgt u na verloop van tijd, samen met andere ouders, een uitnodiging voor een kennismakings/toelatingsgesprek met de directie. Een maand voor uw kind 4 jaar wordt, ontvangt hij/zij een uitnodigingskaart van de nieuwe juf met daarop vermeld: - De eerste dag dat uw kind echt naar school mag (de eerste schooldag van de maand, nadat uw kind 4 jaar is geworden). - De morgen of middag, waarop het van te voren al een keer mag komen kijken. - De groep waarin het kind komt. De kinderen, die direct na de zomervakantie naar school komen, krijgen hun uitnodigingskaart pas half juni, als de groepsindeling definitief is. Zij mogen een morgen of middag in de maand juni komen kijken. plaatsing van kinderen die door verhuizing nieuw komen Als u door verhuizing nieuw in Veenendaal komt en contact met de school zoekt, wordt u eerst deze schoolgids toegestuurd, samen met een aanmeldingsformulier. Als u voor de Johannes Calvijnschool kiest, stuurt u het aanmeldingsformulier weer terug naar school. Daarna wordt u door school ook uitgenodigd voor een kennismakings-/toelatingsgesprek met de directeur (directie), al dan niet met andere ouders. Uw kind wordt geplaatst in de jaargroep, waar hij/zij bij hoort en dan in principe in de groep met de minste leerlingen (alle groepen draaien parallel). Het kind ontvangt ook een kaart met daarop de datum waarop hij/zij verwacht wordt, in welke groep en bij welke leerkracht. Als u graag wilt, dat de kinderen van tevoren kennismaken met hun nieuwe groep, kunt u een datum afspreken met de directie.
11
4. Kwaliteitszorg Op onze school hanteren we een verbeterplan kwaliteitszorg. Dit plan is opgesteld voor een periode van vier jaar. Jaarlijks wordt dit plan geëvalueerd en bijgesteld. Deze periode loopt parallel met: De termijn van ons zorgplan van het Weer Samen Naar Schoolsamenwerkingsverband regio Ede. De termijn van ons schoolplan. Het verbeterplan is opgesteld naar aanleiding van het afnemen van de vragenlijsten. De volgende onderwerpen zijn/worden nader onderzocht: a. Algemene uitgangspunten: levensbeschouwelijke identiteit. b. Zorg voor kwaliteit: kwaliteitszorg, toetsinstrumenten. c. Onderwijs en leren: leerstofaanbod, leertijd, pedagogisch klimaat, didactisch handelen, het schoolklimaat, zorg en begeleiding, de leraar. d. Opbrengsten: behaalde (cito)toetsresultaten. e. Beleid en organisatie: professionalisering, interne communicatie, externe contacten, contacten met ouders, inzet van middelen, schooladministratie, het schoolklimaat, integraal personeelsbeleid. 5. School Video Interactiebegeleiding School Video Interactie Begeleiding (SVIB) is een praktische methode voor begeleiders, waarmee zij het onderwijs zo goed mogelijk kunnen afstemmen op de leerlingen. Op onze school wordt het middel voornamelijk ingezet om leerkrachten te kunnen ondersteunen in hun werk. Tevens kan het ingezet worden rondom leerlingenzorg en vragen rondom onderwijsvernieuwingen. Aan de school zijn twee gespecialiseerde School Video Interactie Begeleiders (SVIB-ers) verbonden die korte video-opnames maken in de klas en dit vervolgens met de leerkracht nabespreken. De videobeelden blijven onder beheer van de SVIB-er en worden niet – zonder zijn toestemming en die van de betrokken leerkracht – voor andere doeleinden gebruikt. 12
Wanneer het, in het kader van leerlingbegeleiding, specifiek gaat om uw kind, zal uiteraard uw toestemming worden gevraagd. 6. Organisatie voor zorg voor leerlingen met specifieke behoeften Zie hoofdstuk 5 : De zorg voor kinderen 2. Taken van het team Wie werken er in de school? Directeur De directeur is belast met de (algemene) leiding van de school en eindverantwoordelijk voor de totale gang van zaken op school. Hij is verantwoordelijk voor de uitvoering van het door het bestuur vastgestelde beleid. De directeur is de hele week ambulant voor het uitvoeren van zijn directietaken. Adjunct-directeuren De adjunct-directeuren staan de directeur ter zijde bij de uitvoering van de directietaken. Er is een onderlinge taakverdeling vastgesteld. Beide adjunct-directeuren vervullen de functie van locatieleider. Dit houdt in dat zij: a. verantwoordelijk zijn voor de dagelijkse gang van zaken op de betreffende locatie. b. optreden als contactpersoon namens directie en team. Coördinatoren De school is verdeeld in vier bouwgroepen nl. groep 1-2, 3-4, 5-6 en 7-8. De coördinatoren: • leiden de rapportenvergaderingen (per bouwgroep). • nemen op gezette tijden deel aan het DC-overleg (overleg tussen directie en coördinatoren). • bewaken mede de uitvoering en voortgang van genomen besluiten op het gebied van leerlingenzorg. 13
• •
treden op als vervanger bij afwezigheid van de directieleden, als daar binnen de directie geen mogelijkheid toe is. doen uitvoerende taken op het gebied van de leerlingenzorg waaronder het begeleiden van de P2- en P+ leerlingen.
Groepsleerkrachten Zij zijn verantwoordelijk voor het onderwijsproces in de groep. De groepsleraar geeft vorm aan het onderwijsprogramma, houdt de resultaten bij en rapporteert intern aan de directie en extern aan de ouder(s)/verzorger(s). De leerkracht zien wij als eerste contactpersoon tussen gezin en school. Intern Begeleider en IRT-leerkrachten (Intern Remedial Teaching) Eén van de directieleden is verantwoordelijk voor de leerlingenzorg. Dit directielid is tevens Intern Begeleider van de bovenbouw. Daarnaast is er een Intern Begeleider voor de onderbouw. De Intern Begeleider coördineert de leerlingbegeleiding. De leerkrachten en de IRT-ers zijn gezamenlijk betrokken bij de extra zorg voor de leerlingen. U krijgt de mogelijkheid om een aantal keren met de IRT-er te spreken over de resultaten van uw kind(eren) op dit gebied. ICT-er (Informatie en Communicatie Technologie) De ICT-er draagt zorg voor een goede integratie van de computer binnen ons onderwijssysteem. Verder maakt hij/zij deel uit van een ICT-werkgroep op onze school om gezamenlijk het ICT-beleid te toetsen aan de uitgangspunten van de school en tevens dit beleid gestalte te geven in de dagelijkse onderwijspraktijk. Deze werkgroep bestaat uit bestuursleden en personeelsleden. Op school wordt volgens een ICT-beleidsplan gewerkt. Vakleerkracht In de bovenbouw worden enkele vakken (EHBO en muzikale vorming) door een vakleerkracht gegeven. 14
Managementassistente Deze ondersteunt de directie bij de uitvoering van een aantal administratieve en financiële werkzaamheden. Op de schooltijden dat zij werkt, zult u haar tevens als eerste aan de telefoon krijgen. Tenslotte: hoe verloopt het contact gezin-school? We stellen u voor dat de contacten altijd verlopen in de volgorde, zoals we hieronder aangeven: 1. groepsleerkracht 2. adjunct-directeur (locatieleider en/of Intern Begeleider) 3. directeur 3. Onderwijsactiviteiten 1. Godsdienstonderwijs Elke dag staat een half uur godsdienstonderwijs op het rooster. Op maandag wordt in groep 1 t/m 6 een psalm (of in groep 1 en 2 een geestelijk lied) aangeleerd. In groep 3 t/m 6 wordt de psalm van de vorige week ook overhoord en in groep 7 en 8 worden de vragen van de Heidelbergse Catechismus aangeleerd en overhoord. De andere dagen van de week wordt uit de bijbel verteld volgens een vast rooster. Op dit rooster is soms ruimte gelaten voor een verwerking. Dat gebeurt meestal op vrijdag. Daarnaast wordt er aandacht besteed aan Kerk- en zendingsgeschiedenis. 2. Onderbouw (groep 1 en 2) In de onderbouw wordt het onderwijs vormgegeven vanuit ontwikkelingsgebieden, waaronder zintuiglijke ontwikkeling, taalactiviteiten, werken met ontwikkelingsmateriaal, bewegingsactiviteiten, expressieactiviteiten en sociale ontwikkeling. De dagactiviteiten zijn in grote lijnen als volgt: ontvangstgesprek, vertelling uit de Bijbel, werkles, eten en drinken, bewegingsonderwijs en arbeid naar keuze (spelen in de hoeken en met ontwikkelingsmateriaal), afgewisseld met liedjes, taalspelletjes enz. Het onderwijs heeft een projectmatig karakter. 15
3. Midden- en bovenbouw Basisvaardigheden Nadat in de groepen 1 en 2 gewerkt is aan de voorbereiding voor de basisvaardigheden, wordt in groep 3 het accent gelegd op de vakgebieden lezen, schrijven, taal en rekenen. Wereldoriëntatie Vanaf groep 3 wordt apart aandacht besteed aan verkeer en biologie. We beginnen dicht bij het kind. Vanaf groep 5 gebeurt dat ook bij geschiedenis en aardrijkskunde. In de bovenbouw komt een vergroting van de onderwerpkeuzes naar voren en wordt er aandacht geschonken aan het memoriseren van plaatsnamen, feiten enz. Expressieactiviteiten Deze staan vanaf groep 3 ook als een apart vak op het rooster. Lichamelijke opvoeding en bewegingsonderwijs Ook hierin is een geleidelijke opbouw te ontdekken van leren omgaan met materialen tot sportspelen met spelregels. In groep 5 wordt ook zwemles gegeven. 4. Tijdsindeling van verschillende vakken vakgebieden vakgebieden gr. 1/2 godsdienst lich oef ontvangstgesprek ned taal hoekenwerk werkles rek wisk keuzevak arbeid naar keuze expressievakken
2,5 5 1 2,5 1 3,5 1 2 3 2
godsdienst lich oef ontvangstgesprek ned taal lezen schrijven rek wiskunde wereldoriëntatie expressievakken keuzevak
16
gr.3/4 2,5 1,5 1 2,5 3 2 5 1,5 2,5 2
vakgebieden
gr.5/6
vakgebieden
gr.7/8
godsdienst lich oef ontvangstgesprek ned taal lezen schrijven rek wisk wereldoriëntatie expressievakken keuzevak
2,5 1,5 1 3,5 2 1,5 5 4 2,5 1,5
godsdienst lich oef ontvangstgesprek ned taal lezen schrijven rek wisk engelse taal wereldoriëntatie expressievakken keuzevak
2,5 1,5 1 3,5 2 0,5 5 1,5 4,5 2,5 0,5
5. Diversen Groepslezen In de groepen 3, 4 en 5 krijgen de kinderen één keer in de week groepslezen. Kinderen met hetzelfde leesniveau komen dan bij elkaar in de groep om onder leiding van een ouder te gaan lezen. De kinderen kunnen in hun eigen tempo lezen en krijgen bovendien vaker een beurt dan mogelijk is bij een klassikale leesles. Huiswerkbeleid Met name in de bovenbouw van de school wordt regelmatig huiswerk opgegeven. In groep 8 proberen we de kinderen ook op deze manier voor te bereiden op het voortgezet onderwijs. Het huiswerkbeleid is vrij nauwkeurig omschreven voor de verschillende leerjaren. De leerlingen worden op school geholpen bij het maken/leren van hun huiswerk. Ook u kunt hieraan meewerken. Hier volgen enkele tips voor het maken/leren van huiswerk. • •
Doe je huiswerk zoveel mogelijk op een vast moment van de dag, bijv. na het avondeten. Zorg ervoor dat je rustig kunt werken, zonder afleiding. Heb je een eigen kamer, ga daar dan zitten. 17
• • • •
Meestal is het werk al langer van te voren bekend, zodat je het kunt uitsmeren over meerdere dagen. Alles wat je zo leert, onthoud je langer en alles wat je zo maakt, duurt niet zo lang. Spreek met jezelf af hoeveel tijd je over een stuk werk gaat doen. Als je de begin- en eindtijd opschrijft, zul je zien dat je vaak eerder klaar bent dan je dacht. Laat, als het even kan, iemand je overhoren. Je weet dan of je de les goed kent, maar ook wat je nog moet nakijken. Nog een belangrijk iets: houd je spullen netjes bij elkaar, dan kun je alles gemakkelijk vinden. Zoeken kost meestal veel tijd.
EHBO. in groep 8 Ieder jaar wordt er een cursus EHBO gegeven door een bevoegde docent(e). De leerlingen kunnen dan het zogenaamde Jeugd-EHBOdiploma behalen. Jeugdgezondheidszorg GGD Midden-Nederland Elk kind maakt een grote lichamelijke en geestelijke ontwikkeling door. Tijdens dit groeiproces wil de afdeling Jeugdgezondheidszorg van de GGD graag samen met de leerkrachten de gezondheid, de groei en de ontwikkeling begeleiden. In groep 2 van de basisschool wordt u samen met uw kind uitgenodigd door de jeugdarts (schoolarts) en in groep 6 door de jeugdverpleegkundige. Tijdens het onderzoek bekijken zij de groei van uw kind, bespreken met u de psychosociale aspecten van de ontwikkeling en testen zo nodig het gezichtsvermogen en het gehoor. Alle kleuters van groep 2 worden daarnaast ook door middel van een screening onderzocht op spraak- en taalgebied door de logopedist van de GGD. Hiervoor wordt u van tevoren schriftelijk om toestemming gevraagd. Ook als uw kind niet in groep 2 of groep 6 zit, kunt u contact opnemen met de GGD. Bijvoorbeeld als u vragen heeft over inentingen, de gezondheid of de ontwikkeling van uw kind. U kunt de jeugdarts, de jeugdverpleegkundige en de logopedist bereiken op:
18
GGD Midden-Nederland Laan der Techniek 22 Postbus 881 3900 AW Veenendaal tel. 0318 – 51 4000 4. Aantal lokalen Geerseweg 14 groepslokalen 2 speellokalen ICT-ruimte Duivenwal 17 groepslokalen ICT-ruimte
19
5. De zorg voor de leerlingen Alle leerlingen op onze school hebben onze zorg nodig. Dit is in principe de taak van de leerkracht. Hij/zij streeft naar een optimale ontwikkeling van ieder kind. Hij/zij verkrijgt informatie over het kind door observatie, het corrigeren van het werk van het kind, gegevens uit methodetoetsen en uit de LVS-toetsen. Mede op grond daarvan geeft de leerkracht onderwijs aan de groep. In de groep vindt ook de eerste hulp plaats (bijv. extra uitleg, extra oefenstof, gesprekjes met het kind e.d.) In dit hoofdstuk zal het voornamelijk gaan over die kinderen, die extra zorg nodig hebben op leerstofgebied, op het gebied van gedrag of wat betreft de werkhouding. Het doel van deze extra begeleiding is: meer aan te kunnen sluiten bij de mogelijkheden, die ieder kind heeft. Ieder kind is immers geschapen met zijn/haar eigen talenten (begaafdheid). Hieronder volgt het organisatiemodel van de leerlingbegeleiding zoals die op onze school plaats vindt. Het doel hiervan is het begeleiden van kinderen met leer- en/of gedragsmoeilijkheden. Dit gebeurt altijd in overleg met de ouders. De leerkracht fungeert daarbij als contactpersoon. Deze is immers de eerst verantwoordelijke voor de groep. De Intern Begeleider coördineert de leerlingbegeleiding. In onderstaand model worden de taken van de IB-er (Intern Begeleider) en de IRT-er (Intern Remedial Teacher) nader omschreven. 1. Organisatie leerlingenzorg 1. Signaleren van het probleem De leerkracht signaleert een probleem door observatie van de leerlingen of door gegevens, die hij verzamelt vanuit het klassenwerk. De leerkracht constateert een uitval bij de toetsen van het leerlingvolgsysteem (LVS). 20
2. Bespreking van het probleem. Als de leerkracht een wat ernstiger probleem constateert, gaat hij/zij als volgt te werk: Melden bij de IB-er. Samen met de leerkracht wordt gekeken van welke aard het probleem is en wordt er gezocht naar een mogelijke oplossing. In bepaalde gevallen wordt het probleem besproken op een (deel)teamvergadering. De directeur wordt op de hoogte gesteld. Zo nodig geeft hij adviezen. 3. Extra hulp (intern) Binnen de klassensituatie. In veel gevallen kan er al extra hulp gegeven worden binnen de klassensituatie. De leerkracht neemt het kind iedere dag even apart om wat extra te oefenen, de leerkracht zoekt oefenmateriaal op of krijgt dit aangeboden door de IB-er of de IRT-er. Door het geven van IRT. Het kind gaat één of meerdere keren per week naar de IRTleerkracht, die gericht aan het probleem gaat werken.Viermaal per jaar start er een nieuwe IRT-periode. De leerkrachten melden het kind via een aanmeldingsformulier aan voor IRT. De ouders worden daarvan altijd op de hoogte gesteld. Als een kind voor het eerst IRT krijgt, worden de ouders in de gelegenheid gesteld om een keer kennis te maken met de IRT-er. Deze licht dan toe wat zij de komende tijd met het kind gaat doen en wat er eventueel van de ouders verwacht wordt. De IRT-er stelt in overleg met de leerkracht een hulpplan op, waar de extra hulp in beschreven wordt. Aan het einde van een IRTperiode wordt dit hulpplan geëvalueerd. De ouders ontvangen een kopie van dit hulpplan en aan het einde van een periode het geëvalueerde hulpplan.
21
Tweemaal per jaar (rond de contactavonden) krijgen de ouders de gelegenheid om met de IRT-leerkracht te spreken over zaken die specifiek het IRT-gebeuren betreffen. 4. Extra hulp (extern) In sommige gevallen is het toch nodig om externe hulp in te schakelen. We melden dan, in overleg met de ouders, het kind aan bij de schoolbegeleidingsdienst. In ons geval is dat Driestar Educatief. De school beschrijft het probleem en formuleert een (voorlopige) hulpvraag. Er komt dan een schoolbegeleider of een orthopedagoog met wie het probleem besproken wordt. Soms is alleen consultatie (advies van de schoolbegeleider / orthopedagoog) voldoende, andere keren vindt er ook een observatie plaats of een oudergesprek. 5. Aanmelden bij de PCL Als na allerlei pogingen om het kind te helpen de resultaten nog heel klein zijn, dan kan de school hulp vragen van de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL). Deze commissie is het centrale meldpunt van alle scholen binnen het samenwerkingsverband, waartoe onze school behoort (Reformatorisch samenwerkingsverband "Weer Samen Naar School" in de regio Ede). In dit geval stuurt de school de nodige gegevens van het kind op naar de PCL. De school zal dit altijd met de ouders overleggen. De ouders krijgen van de PCL een toestemmingsformulier wat zij dienen te ondertekenen, voordat het kind op de PCL besproken wordt. De PCL geeft op grond van de gegevens aan, welke hulp voor het kind het beste is. Dit kan bestaan uit: a. Ambulante begeleiding Dit houdt in dat een leerkracht van een speciale school voor basisonderwijs bij ons op school komt. Hij observeert zonodig het kind en hij geeft de leerkracht deskundige adviezen. Er worden concrete suggesties gegeven t.a.v. de begeleiding. 22
b. Consultatie Bij consultatie wordt ongeveer dezelfde werkwijze gevolgd als bij ambulante begeleiding. De leerkracht wordt nu echter geadviseerd door een schoolbegeleider of psycholoog / orthopedagoog van de schoolbegeleidingsdienst. c. Onderzoek In sommige gevallen kan het noodzakelijk zijn dat er onderzoek gedaan wordt: D.m.v. een psychologisch onderzoek wordt duidelijk wat de verstandelijke mogelijkheden van het kind zijn en hoe het gesteld is met het welbevinden van het kind. D.m.v. een pedagogisch-didactisch onderzoek wordt nauwkeurig nagegaan welke problemen het kind heeft bij lezen, spelling en rekenen. Na een onderzoek volgt er altijd een gesprek met de medewerker van de schoolbegeleidingsdienst, de ouders, de leerkracht en de IBer waarin de resultaten aan de hand van een verslag besproken worden. Het onderzoek geeft aan of het kind geholpen kan worden binnen het reguliere basisonderwijs of dat verwijzing naar het speciaal onderwijs beter is. Meningsverschillen van ouders met de PCL worden volgens een vastgestelde procedure behandeld. Deze procedure kan op school worden opgevraagd. 2. Leerlingvolgsysteem Een leerlingvolgsysteem is een systeem waarmee een leerling op verschillende onderdelen van het onderwijs (lezen, rekenen, spelling, gedrag) gevolgd kan worden. Een LVS helpt de leerkrachten bij het in de gaten houden van de ontwikkeling, de leerprestaties en het gedrag van de kinderen. In de groepen 1 en 2 wordt er dagelijks door de leerkrachten geobserveerd. De ontwikkeling van het kind wordt schriftelijk bijgehouden met het observatiesysteem PRAVOO. Op vaste momenten in het jaar, de zogenaamde peilpunten, worden de 23
verschillende onderdelen ingevuld: na 4 weken onderwijs, na een half jaar onderwijs, eind groep 1, halverwege groep 2 en einde groep 2. Van de laatste 4 peilpunten krijgen de ouders een samenvatting in de vorm van een rapportagekaart. Deze rapportagekaart zal op dezelfde dag uitgedeeld worden als de rapporten in de hogere groepen. In de groepen 2 t/m 8 maken we gebruik van de LVS-toetsen van het toetsinstituut CITO. Dit zijn methodeonafhankelijke toetsen die landelijk genormeerd zijn. We kunnen op deze manier zien of een kind op, onder of boven het gemiddelde niveau zit. De gegevens die we uit deze toetsen verkrijgen gebruiken we om inzicht te krijgen in het verloop van de vorderingen en de ontwikkeling van het kind. Tijdens de leerlingbespreking die volgt op de toetsweken wordt er door de leerkracht en de coördinator gekeken op welke onderdelen een leerling of een groep specifieke aandacht nodig heeft. De toetsen worden eveneens gebruikt om vast te stellen of een leerling op een ander niveau dient te gaan werken. We gebruiken op school de toetsen Taal voor Kleuters, Ruimte en Tijd, Lezen, Rekenen en Wiskunde, Spelling en Begrijpend Lezen. CITO hanteert de volgende niveau-indeling: Niveau A: goed tot zeer goed Niveau B: ruim voldoende tot goed Niveau C: matig tot ruim voldoende Niveau D: zwak tot matig Niveau E: zwak tot zeer zwak In de schoolgids ziet u wanneer de toetsweken gehouden worden. De uitslagen van de toetsen worden met het rapport in een dichte envelop meegegeven. De uitslag is bedoeld als informatie voor de ouder(s)/verzorger(s) om die op de hoogte te houden van de resultaten van het kind bij een landelijk genormeerde toets. De uitslag dient altijd geplaatst te worden in een bepaalde context. Motivatie, inzet, werkhouding e.d. zijn factoren die eveneens van groot belang zijn en die niet af te lezen zijn uit een toetsscore.
24
Op de contactavonden wordt er o.a. gesproken over het schriftelijk werk van de leerlingen. U krijgt dan ook de gelegenheid om de toetsresultaten en de rapportagekaarten van uw kind te bespreken. Pedagogisch leerlingvolgsysteem We werken ook met een pedagogisch leerlingvolgsysteem. We vinden het van groot belang dat niet alleen de cognitieve vaardigheden van een leerling gevolgd worden, maar ook de sociaal-emotionele vaardigheden. In januari wordt voor iedere leerling een rapportagekaart ingevuld waarop een aantal gedrag- en werkhoudingkenmerken staan. Voor leerlingen die hierbij opvallen, wordt ook nog een gedetailleerder lijst ingevuld. Tijdens een leerlingbespreking worden handelingsadviezen vastgelegd. Leerlingbesprekingen Op enkele vaste momenten in het jaar worden de leerlingen besproken: • In november en maart n.a.v. het rapport. • In februari n.a.v. het pedagogisch LVS. • In juni op de overgangsvergadering worden de leerlingen besproken die eventueel voor een extra jaar in aanmerking komen. Op iedere teamvergadering is een vast agendapunt ‘Leerlingbespreking’ Tweemaal per jaar n.a.v. LVS -rekenen en -spelling worden de kinderen door de groepsleerkracht en de coördinator besproken. Leerlingdossier Van elk kind op school is een leerlingdossier aanwezig. In het dossier worden die zaken opgenomen, die voor de verdere schoolloopbaan van het kind van belang kunnen zijn. Bovenstaande gegevens zijn hier in ieder geval in te vinden. Andere gegevens, zoals verslagen van een schoolarts, logopediste, hulpplannen, uitslagen van citotoetsen, verslagen van oudergesprekken e.d. worden hier eveneens in bewaard. Dit leerlingdossier wordt ook 25
gebruikt bij het opstellen van een onderwijskundig rapport als een leerling de school verlaat of ten behoeve van de PCL of het SBO. 3. Differentiatie Op onze school is het mogelijk om op een ander niveau te gaan werken. Het werken op een ander niveau kan per vak(onderdeel) of voor meerdere vakken. We gebruiken daarvoor de termen Programma-1(P-1) en Programma-2 (P-2). Kenmerken van de programma's: Programma-1: basisstof (eventueel aangevuld met extra stof) Programma-2: leerstofaanpassing: minimumstof of niveauaanpassing cijferaanpassing (een soepeler becijfering t.o.v. P-1) Op het rapport wordt P-2 aangegeven met een aparte kolom. De niveau-indeling vindt plaats aan de hand van de LVS-toetsen. Regel is dat alleen D- en E-leerlingen in aanmerking komen voor Programma-2. In de praktijk blijkt dat maar een aantal van hen P-2 nodig heeft. Naast de uitslag van de toetsen spelen ook andere criteria een rol zoals intelligentie, belangstelling, werktempo, en doorzettingsvermogen. Aanpassing van het programma vindt altijd plaats in overleg met de ouders. Tweemaal per jaar wordt een bijeenkomst belegd waar voorlichting gegeven wordt over P-2. De coördinator begeleidt samen met de leerkracht de P+-leerlingen. In iedere klas zitten leerlingen, die meer aankunnen dan het gemiddelde klassenwerk. Deze leerlingen hebben ook aan de extra stof nog niet voldoende. Voor deze leerlingen is materiaal aangeschaft waar ze over het algemeen zelfstandig mee aan de slag kunnen en waar voldoende uitdaging in zit. Dit programma wordt een plusprogramma genoemd (P+). In de praktijk komt het er op neer dat de leerlingen die bij de LVStoetsen op A-niveau uitkomen dit programma kunnen volgen. 26
4. Leerlinggebonden financiering voor ouders van schoolgaande kinderen met een handicap of stoornis Met ingang van augustus 2003 is de leerlinggebonden financiering van start gegaan, ook wel bekend als ‘De Rugzak’. Ouders hebben bij deze nieuwe regeling meer keuzevrijheid om te kiezen tussen regulier basisonderwijs en speciaal onderwijs. Het gaat hier met name om kinderen met verstandelijke, zintuiglijke of lichamelijke handicaps. Om kinderen met psychiatrische problemen of ernstige leer- en/of gedragsproblemen, om kinderen met een meervoudige handicap of om langdurig zieke kinderen. Het gaat hier dus niet om kinderen die naar het Speciaal Basisonderwijs (MLK of LOM) verwezen worden, maar om kinderen die ook passen op bijvoorbeeld een school voor slechtziende of slechthorende kinderen. De extra middelen die voor een kind met een handicap of stoornis nodig zijn om onderwijs te volgen, gaan als het ware in een rugzakje mee naar school. Wordt er gekozen voor een reguliere basisschool, dan moet deze school wel de mogelijkheid hebben om de juiste zorg en aandacht te kunnen besteden aan het kind. Een speciale school kan daarbij ondersteuning bieden. Het is belangrijk dat ouders samen met een reguliere of speciale school tot een juiste keuze komen die in het belang is van het kind. Binnen ons samenwerkingsverband is een stappenplan vastgesteld, dat in werking treedt zodra een kind met een handicap/stoornis op school aangemeld wordt. Dit stappenplan is op school in te zien.
27
5. Begeleiding bij schoolkeuze Voortgezet Onderwijs In het kader van de advisering naar het Voortgezet Onderwijs doen de leerlingen uit groep 7 mee aan de Entreetoets van CITO. In groep 8 wordt de CITO-eindtoets afgenomen. In het najaar wordt er een voorlichtingsavond georganiseerd voor de ouder(s)/verzorger(s) van de leerlingen van groep 8. Op deze avond komen de volgende zaken aan de orde: - Het traject dat vooraf gaat aan het advies voor het Voortgezet Onderwijs. - De scholen waar onze leerlingen naar toe gaan en de toelatingseisen. - Interpretatie van de uitslag van de LVS-toetsen en de CITOeindtoets. Eind januari wordt er een schriftelijk advies meegegeven aan de leerlingen. Nadat de uitslag van de CITO-eindtoets binnen is kan er een gesprek met de leerkracht aangevraagd worden n.a.v. het gegeven advies. De gemiddelde standaardscore van de CITO-eindtoets was dit jaar 537,0. We zitten met deze score boven het landelijk gemiddelde. Van de 73 leerlingen uit groep 8 gingen in 2007 37% naar het VMBO en 63% naar HAVO/VWO.
28
6. Contact ouders en school In hoofdstuk 2 is het doel van de opvoeding al ter sprake gekomen. Daarin zien we ook het belang van het contact tussen ouders en school. De opvoeding thuis mag en kan niet in hoofdzaken losstaan van datgene wat het kind op school mee krijgt aan normen, waarden en onderwijs. Daarom hechten wij er grote waarde aan dat de drieslag kerk, school en gezin bestaat en is het contact tussen ouders en school onmisbaar. Dat contact is er dan in eerste plaats rond uw kind, dat zich een deel van de dag op school bevindt en voor wie de leerkracht op dat moment verantwoordelijkheid voor krijgt. Daarnaast zijn er allerlei praktische zaken, waarin er contacten tussen ouders en school zijn. Een aantal van die praktische zaken kunt u hieronder vinden. Als ouders wordt u regelmatig op de hoogte gesteld van het welbevinden en/of de leervorderingen van uw kind en de gang van zaken op school d.m.v.: 1. Contactavonden (medio nov, maart en juni) Op de contactavonden heeft u 10 minuten de tijd om met de leerkracht te praten over de vorderingen van uw kind. De schriften/plakboeken kunt u, vòòr het gesprek met de leerkracht inzien op de gang. De contactavond in juni is vooral bedoeld voor ouder(s)/verzorger(s) van IRT- of P2-leerlingen. 2. Ouderbezoeken We vinden ouderbezoeken noodzakelijk om (goede) contacten te kunnen onderhouden met u als ouder(s)/verzorger(s). Verder is het zeker in het belang van het kind als er overleg plaatsvindt tussen school en thuis. In de onderbouw is dit vooral heel belangrijk. We denken dan vooral aan 'nieuwe' leerlingen en/of ouders. Hieronder treft u onze ouderbezoekregeling aan:
29
groep 1: groep 2: groep 3: groep 4: groep 5:
alle leerlingen (tot april) worden bezocht. alle leerlingen worden dit jaar bezocht. alle leerlingen worden dit jaar bezocht. de helft van het aantal leerlingen wordt dit jaar bezocht de leerlingen die vorig jaar zijn overgeslagen, worden bezocht. groep 6: zie groep 4. groep 7: zie groep 5. groep 8: indien nodig worden leerlingen bezocht in verband met de schoolkeuze voor voortgezet onderwijs. Voor alle groepen geldt als regel dat leerlingen worden bezocht bij langdurige ziekte, leer- en/of gedragsproblemen. Tevens worden nieuwe leerlingen bezocht. 3. Vragen en/of problemen (klachtenregeling) De groepsleerkracht van uw kind(eren) is in de eerste plaats de contactpersoon tussen school en gezin. Mochten zich zaken of problemen in het schoolleven voordoen waar u mee zit, zoek dan in eerste instantie contact met de groepsleerkracht. Als er thuis ingrijpende zaken gebeuren waarmee het kind veel bezig is, waarderen wij het als u ons op school op de hoogte stelt. We kunnen het kind dan ook op school proberen op te vangen. Klachten moeten op een goede wijze behandeld worden. Wij vinden in de bijbel richtlijnen voor het afhandelen van klachten en wel in Matt. 18. Elke klacht dient in de eerste plaats met de aangeklaagde (bijv. de leerkracht) besproken te worden. Indien dit niet tot resultaat of overeenstemming leidt, dan staat de weg open om hierover de adjunct-directeur c.q. locatieleider, directeur, het bevoegd gezag, of één van de vertrouwens-personen te benaderen. Hoewel het de klager vrijstaat om naar eigen keuze de directeur, het bevoegd gezag of de vertrouwenspersoon te benaderen, ligt het onzes inziens voor de hand dat bijvoorbeeld klachten op onderwijskundig terrein bij de directeur aan de orde 30
gesteld worden en klachten op bestuurlijk terrein bij het bevoegd gezag. In eerste instantie worden klachten langs deze weg afgehandeld. Leidt ook dit overleg niet tot resultaat of overeenstemming, dan staat de weg naar de klachtencommissie open. Het indienen van een klacht bij de klachtencommissie verloopt via de directeur, het bevoegd gezag of de vertrouwenspersoon. Het indienen van een klacht Een door de directeur, het bevoegd gezag of de vertrouwenspersoon ontvangen klacht wordt in principe door hen afgehandeld. Indien de klager dit terstond wenst of in de loop van de afhandeling die wens te kennen geeft, wordt de klacht doorgestuurd naar de klachtencommissie. Ook: indien de klacht naar het oordeel van de directeur, het bevoegd gezag of de vertrouwenspersoon betrekking heeft op een vermoeden van schuld aan enig strafbaar feit wordt de klacht doorgezonden naar de klachtencommissie. Het doorzenden van de klacht geschiedt binnen uiterlijk twee weken na het indienen of het blijk geven van de wens de klacht door te zenden. Vertrouwenspersoon Indien het niet mogelijk is de klacht met de betrokkenen te bespreken kunt u zich onder andere tot één van de vertrouwenspersonen wenden. Hun namen en adressen vindt u elders in deze schoolgids. U kunt uw klacht met hem bespreken, waarbij gekeken wordt of hij de klacht probeert op te lossen of de klacht doorstuurt naar de klachtencommissie. De vertrouwenspersoon heeft een brugfunctie tussen u en de school en/of tussen u en de klachtencommissie. Klachtencommissie De ingediende klachten worden behandeld door een klachtencommissie. Onze school volgt de richtlijnen van de klachtencommissie, zoals deze zijn opgesteld door de Vereniging 31
voor Gereformeerd Schoolonderwijs te Ridderkerk. Het adres is op school te verkrijgen. De volledige klachtenregeling ligt op school ter inzage. 4. Verzuim en verlof We gaan er van uit dat alle leerlingen het gehele onderwijsprogramma volgen. Mocht uw kind door ziekte verzuimen, wilt u ons dan vóór schooltijd inlichten? Wij hoeven ons dan geen zorgen te maken waar uw kind toch blijft en u verstoort dan de lessen niet. Leidraad toepassing leerplichtwet De gemeente Veenendaal heeft voor de scholen een leidraad opgesteld, waarin de visie, het beleid en de uitvoering aangaande de toepassing van de wet wordt beschreven. De school dient zich hieraan te houden. Alleen in zeer bijzondere omstandigheden kan verlof worden verleend. Elk verlof, langer dan 1 dag, dient u aan te vragen bij de directie. Voor een korter verlof dient u toestemming te vragen bij de groepsleerkracht. Eventueel overlegt hij/zij dan met de directie. Verlof, langer dan 1 dag, moet schriftelijk, bij de directie worden aangevraagd. Formulieren en richtlijnen om verlof te kunnen verlenen, zijn op school aanwezig. Vervanging van leerkrachten is als volgt geregeld: Als een leerkracht afwezig is, wordt er eerst een invalster voor de betreffende groep gezocht. In de bovenbouw vervangen de onderbouwleerkrachten de afwezige leerkracht en wordt er voor hun groep een invalster gevraagd. Als er om een of andere reden geen invalster (meer) beschikbaar is, verdelen we de groep over de andere groepen. In iedere klas is een lespakket aanwezig, zodat de lessen voor de groep gewoon door kunnen gaan.
32
5. Informatie vanuit school Schoolkrant en informatiebrief Drie maal per jaar verschijnt er een schoolkrant. Iedere groep levert hieraan een bijdrage. Er staan verschillende rubrieken in, zoals: "Rondom het Woord", "Uit de school geklapt", "Prietpraat", "Even voorstellen", enz. De schoolkranten worden uitgedeeld per gezin. Het oudste kind op school ontvangt de schoolkrant. Bovendien ontvangt u eenmaal per maand een informatiebrief om u goed op de hoogte te houden van de gang van zaken betreffende het schoolleven. Deze informatiebrief wordt ook aan het oudste kind op school, van ieder gezin, meegegeven. Dit gebeurt meestal de eerste dinsdag van de maand. Schoolgids Deze schoolgids wordt jaarlijks aangepast aan de laatste ontwikkelingen in de school en wordt aan alle oudste leerlingen per gezin meegegeven rond de zomervakantie. Nieuwe ouders ontvangen deze gids bij het inschrijfformulier. 6. Oudermorgens groep 1, 2 en 3 We organiseren dit schooljaar zes oudermorgens om u een indruk te geven van het onderwijs in de groepen 1,2 en 3. Bovendien vinden de kinderen het fijn als hun eigen moeder of vader in de klas komt kijken. U kunt uit één van de zes morgens kiezen. (Als er te veel aanmeldingen zijn voor een bepaalde morgen, wordt u wellicht gevraagd om een andere keer te komen). Het programma van deze morgen is als volgt: 8.30 u.: Opening van de dag (ontvangstgesprek) 8.45 u.: Bijbelles 9.15 u.: Werkles, gymles, muz.vorming, reken- of taalactiviteit (groep 1/2) Rekenen/taal/lezen/schrijven (groep 3) 10.00 u: Ouders drinken ter afsluiting gezamenlijk koffie. A.u.b. geen kleine kinderen meenemen. Dit stoort vaak tijdens de (Bijbel)les. 33
7. Creatieve middagen Op de creatieve middag zijn alle kinderen van de school creatief bezig. In onderbouw, middenbouw en bovenbouw zijn er activiteiten voor de kinderen uit die groepen. We kiezen vaak voor activiteiten, die voor de kinderen leuk zijn, maar die helaas niet zo eenvoudig in de klas gedaan kunnen worden, omdat deze activiteiten een intensieve begeleiding vragen. Op de creatieve middagen helpen er ouders, zodat het dan wel mogelijk is deze activiteiten uit te voeren. We organiseren deze middagen naast de vakken, die de creatieve vorming van elk kind bevorderen. We hopen dat er weer veel ouders/verzorgers bereid zullen zijn op deze middagen te helpen. 8. Ouderparticipatie We hebben op onze school een zogenaamde "vaste" hulpcommissie, waarin ongeveer zes ouders zitting hebben. Allerlei voorkomende werkzaamheden (onderhoud leermiddelen, kopiëren, assisteren bij evenementen enz.) worden door hen verricht in overleg met de directie. Verder assisteren veel ouders bij groepslezen (gr. 3-5), documentatiecentrum, informatica, creatieve middag, oud papier, vervoer bij excursies, begeleiden bij schoolreizen, onderhoud leermiddelen, schoonmaken kleutermaterialen en overige zaken. Ook is er een oudercommissie ter bestrijding van hoofdluis. Onder leiding van de contactpersoon controleren zij alle kinderen na elke vakantie. Ook tussentijds als er een melding binnenkomt. Als ouders èn school proberen we zo dit probleem binnen de perken te houden. We vinden het fijn als ouders daadwerkelijk bij de school betrokken worden. Via de maandelijkse informatiebrieven wordt u gevraagd om ons te helpen.
34
9. Bijzondere evenementen Ieder jaar wordt er iets "bijzonders" op school gedaan. Te denken valt aan bijv.: a. Een zendingsproject of een actie voor een ander goed doel. In ons onderwijs besteden we ook aandacht aan het betreffende doel. b. Een projectweek. In die week werken alle groepen rond een bepaald thema en elke groep vult dat op zijn eigen manier in. Na afloop van die week is er 's avonds voor ouders en kinderen gelegenheid het werk van die week te bekijken op school. c. Een ouderavond. Op deze avond wordt een bepaald onderwerp door een spreker toegelicht. Eventueel wordt er na de pauze een forum samengesteld i.v.m. de beantwoording van de vragen. d. Een speldag. e. Een informatieavond over de dagelijkse gang van zaken. f. Een rommelmarkt. g. Eén en ander zal jaarlijks worden afgewisseld.
35
7. Praktische informatie 1. Zending Iedere maandagmorgen wordt op school zendingsgeld opgehaald. Dit geld wordt verdeeld over de zendingsorganisaties van de verschillende kerkgenootschappen, waaruit de kinderen komen. Verder zorgen wij ook voor een adoptiekind van Woord en Daad. We hopen dat elk kind op maandagmorgen wat geld mee kan nemen naar school, om hen zo al jong te leren geven voor de verre naaste. 2. Postzegels sparen voor Woord en Daad Bij de leerkrachten kunnen gebruikte postzegels en kaarten worden ingeleverd. De postzegels worden gesorteerd en verkocht door genoemde stichting. 3. Laarzen, bekers, gymkleding enz. enz. Wilt u de spullen die door de kinderen mee worden genomen naar school voorzien van naam? Elk jaar houden we heel veel mooie spullen over, die nooit opgehaald worden. Als er namen op staan kunnen we ze teruggeven. De gevonden voorwerpen worden in een mand bij de ingang van de school bewaard. Na het verschijnen van de maandelijkse informatiebrief wordt deze mand geleegd. 4. Fietsen (en andere goederen) Er zijn veel kinderen die op de fiets naar school toe komen. De kinderen behoren hun fiets op slot te zetten en hun sleutel goed te bewaren. Op het kleuterplein alleen 'kleuterfietsen' plaatsen! 5. Vernielingen/aansprakelijkheid U kunt de school niet aansprakelijk stellen voor vernielingen en/of diefstal van goederen.
36
6. Speelgoedmorgen in groep 1 en 2 De kinderen mogen op woensdagmorgen iets van hun eigen speelgoed meenemen naar school om daar mee te spelen. 7. Plakboeken in groep 1 en 2 De kinderen krijgen een plakboek van school. De leerkracht plakt hier regelmatig werk van het kind in. Aan het eind van groep 2 krijgt uw kind dit mee naar huis. 8. Verjaardagen/traktatie Als uw kind jarig is, wordt dat vanzelfsprekend ook op school gevierd. We zingen de jarige toe en deze mag trakteren. Wilt u alstublieft uw kind niet laten trakteren voordat het jarig is. Dit gebeurt helaas weleens voor de vakantie. Daarnaast hopen we dat u meewerkt aan het uitdelen van een gezonde traktatie De kinderen mogen met hun traktatie ook naar de parallelgroep(en). De overige leerkrachten worden niet meer getrakteerd. Het aantal groepen ziet er als volgt uit: Groep 1: 4 groepen Groep 2: 4 groepen Groep 3: 4 groepen Groep 4 (Geerseweg): 2 groepen (de kinderen van deze groep mogen ook in de groepen 3 trakteren)
Groep 4 (Duivenwal): 2 groepen Groep 5: 3 groepen Groep 6: 4 groepen Groep 7: 4 groepen Groep 8: 3 groepen 9. Melkdrinken Iedere morgen om ongeveer 10.00 uur wordt er met de kinderen melk gedronken. Als uw kind geen melk drinkt, wilt u het dan iets gezonds meegeven naar school, fruit bijvoorbeeld?
37
10. Lichamelijke opvoeding Zeker voor de groepen 1 en 2 geldt dat bewegingsonderwijs heel belangrijk is voor de ontwikkeling van het kind. Als het weer het toelaat, spelen we zoveel mogelijk buiten. Maar ook in de klas en in het speellokaal worden spellessen en gymlessen gegeven. Dit gebeurt om hygiënische redenen heel vaak in hemd en onderbroek. Bij de kleuters zijn gymschoenen zonder veters erg handig.Vanaf groep 3 is gymkleding gewenst. Helpt u uw kind onthouden zijn/haar gymkleding mee te nemen? De gymtijden vindt u in de informatiebrief die u aan het begin van het cursusjaar ontvangt. Het is niet toegestaan om gymschoenen te dragen met zwarte zolen, die geven namelijk af. 11. Overblijven op school Het is mogelijk uw kind met een geldige reden te laten overblijven. Het overblijven wordt geregeld door een overblijfcommissie. Vanaf 1 januari 2006 werken we met overblijfouders. Daarnaast moet er voor het overblijven betaald worden. Overblijven op vaste dagen Wilt u uw kind opgeven voor het overblijven op vaste dagen, dan kunt u contact opnemen met Mw. A. Aalberts, tel.554768 of mw. E .Bos, tel. 573795. Van ouders die hun kind(eren) op vaste dagen laten overblijven, wordt verwacht dat zij meedraaien in het overblijfrooster. Overblijfouders (binnen Veenendaal) betalen € 0,50 per kind per dag. Overblijfouders (buiten Veenendaal, verder dan 2,5 km van school) hoeven niet te betalen. Kunt u niet meedraaien in het overblijfrooster, dan betaalt u € 2,00 per kind per dag.
38
Na afloop van het kwartaal ontvangt u een factuur n.a.v. de door u opgegeven overblijfdagen van uw kind(eren). Per gezin hoeft er voor maximaal 3 kinderen betaald te worden. Alleen vaste overblijfdagen worden gefactureerd. Is het noodzakelijk, dat uw kind op een andere dag een keer overblijft, dan graag een briefje meegeven met daarop de reden van de extra overblijf en een bedrag van € 0,50 per kind(voor overblijfouders binnen Veenendaal) of een bedrag van € 2,00 per kind (voor ouders die niet meedraaien in het rooster). Incidenteel overblijven Wilt u uw kind incidenteel laten overblijven, dan verzoeken wij u uw kind een briefje mee geven, met daarop een geldige reden en € 2,00 per kind .Graag gepast geld meegeven, aangezien er niet altijd wisselgeld aanwezig is. Vergoeding overblijfouders Overblijfouders ontvangen een belastingvrije vrijwilligersvergoeding van € 5,00 per overblijfbeurt. Blijven uw kinderen niet of alleen incidenteel over en lijkt het u leuk om overblijfouder te worden, dan kan dat. Informatie hierover kunt u inwinnen bij mw. E. Bos tel. 0318 - 57 37 95. Uitzonderingen Zijn er bijzondere omstandigheden in uw gezin, waardoor u in aanmerking meent te komen voor een uitzonderingsregel wat betreft het overblijven, dan kunt u hiervoor een schriftelijk verzoek indienen bij de directie. Besteding overblijfbijdrage De overblijfbijdrage wordt gebruikt voor o.a.: aanschaf overblijfspeelgoed administratiekosten uitbetaling overblijfvergoedingen
39
Zijn er wijzigingen in het aantal overblijfdagen van uw kind, wilt u dit dan tijdig doorgeven aan mw. A. Aalberts, liefst per email:
[email protected] Voor eventuele vragen of opmerkingen kunt u contact opnemen met een van de leden van de overblijfcommissie: Mw. Aalberts (554768) mw. Bos (573795) mw. Van den Brink (574271) mw. Van ’t Hul (528621) mw. Uittenbogaard(525236). 12. Oud papier Iedere derde zaterdag van de maand kunt u oud papier op school inleveren. Tijd: tussen 8.00 uur en 12.00 uur. Plaats: achter het fietsenhok op de parkeerplaats van de Trommelaar. De opbrengst is voor de school. Het is wel nodig dat een aantal ouders helpt bij de inzameling. Hiervoor wordt jaarlijks een rooster opgesteld. Mogen we op uw steun rekenen? 13. Verkeerssituatie Gebouw ‘Geerseweg’ Bij het brengen en ophalen van de kinderen zorgen we samen voor behoorlijk veel verkeersoverlast bij de school. Tevens kunnen er dikwijls gevaarlijke situaties voor de kinderen ontstaan. Daar is regelmatig contact over met de buurtbewoners, gemeente en politie. Om een en ander te beperken, hebben we in het verleden onderling de volgende afspraak gemaakt t.a.v. het gebouw aan de Geerseweg: a. Als ouders/verzorgers van de kinderen op onze school beschouwen we de Geerseweg (van twee kanten tot aan de Trommelaar) en de Trommelaar als eenrichtingsverkeersweg. U kunt dus alleen vanaf het PWA-park de route Geerseweg en verplicht de Trommelaar inrijden of vanaf de Korte Molenstraat de route Geerseweg en verplicht de Trommelaar inrijden. U verlaat de school door via de Trommelaar op de Weverij te 40
komen of via de Duivenwal-West weer op het PWA-park. (zie plattegrond) b. Wilt u alleen stoppen aan de zijde van de school? Omwonenden kunnen dan de rijbaan goed gebruiken. Er zijn overigens parkeerplaatsen achter de school, langs de Geerseweg en bij de flat tegenover de school (PWA-Park). Ook langs het PWA-Park zelf kan prima geparkeerd worden. c. De leerkrachten van groep 1 en 2 brengen de kinderen bij het uitgaan van de school tot aan het hek van het plein. Tot zo ver strekt ook hun verantwoordelijkheid. We verwachten dan ook dat u uw kind bij het hek ophaalt. Als u uw kind bijv. zelf naar de auto laat komen, is dat uw verantwoordelijkheid. Graag de ingang en de rijbaan zoveel mogelijk vrij houden, ook als u met de fiets komt. Dit geldt zeker ook voor het fietspad achter de school. U kunt daar het beste op het trottoir aan de overkant van het fietspad wachten. We hopen dat iedereen meewerkt! We hebben daar overigens alle vertrouwen in. (Bij overtreding van de verkeersregels wordt er door de politie bekeurd!)
41
14. In- en uitgangen van de school Gebouw “Geerseweg” De kinderen (ouders) van de lokalen 1 t/m 3 maken gebruik van de ingang bij lokaal 4 en de ingang van het kleuterplein aan de Trommelaarzijde. Met gele strepen is een gedeelte vrijgehouden voor wachtende ouders die met de fiets komen. De kinderen (ouders) van de lokalen 4 t/m 6 maken gebruik van de hoofdingang en de ingang van het grote plein aan de zijde van de Geerseweg. Ook hier is met gele strepen een gedeelte vrijgehouden voor wachtende ouders die met de fiets komen. De kinderen (ouders) van de lokalen 7 t/m 11 maken gebruik van de ingangen aan de zijde van de Geerseweg en het fietspad achter de school. De kinderen (ouders) van de lokalen 13 en 14 maken gebruik van de ingang op de patio en de ingang achter de school bij de parkeerplaats van de Trommelaar . Met een oranje pion is het parkeervak naast het hek vrij gehouden voor wachtende ouders. Kinderen van de Geerseweg kunnen hun fietsen kwijt op de patio en het ‘open’ fietsenhok. Gebouw “Duivenwal” De kinderen van de groep 4c en 4d gaan ook naar het plein aan de Geerseweg. Zij zetten daar ook hun fiets neer in het fietsenhok naast het fietspad. Om de pleinruimte maximaal te benutten, spelen alle leerlingen van de groepen 1 t/m 4 op het schoolplein van de Geerseweg. Bij het begin en het einde van de schooltijd worden de ‘Duivenwal-leerlingen van de groepen 4’ door de eigen leerkracht daar gehaald of gebracht. De kinderen (ouders) van de groepen 5 maken gebruik van de ingang bij het fietspad achter het schoolgebouw. Deze kinderen stallen hun fietsen in het grote fietsenhok achter het gebouw van de ‘Geerseweg’. Het voetpad tussen de oranje pionnen graag vrij houden voor de kinderen. De kinderen (ouders) van de groepen 6 t/m 8 maken gebruik van de ingang aan de zijde van de Duivenwal. Leerlingen die met de 42
auto worden opgehaald, mogen ook aan de zijde van de Trommelaar het plein verlaten. We proberen op bovengenoemde wijze de verkeersdrukte te spreiden en doen dit uiteraard voor de veiligheid van de kinderen. 15. Lege cartridges, oude gsm’s Lege toner- en inktjetcartridges van printers en faxen en ook oude mobiele telefoons kunt u inleveren op school. De school levert dit in bij Fundit en ontvangt hiervoor punten. Die punten kunnen ingewisseld worden voor nieuwe computerapparatuur voor de school. De inzameldozen vindt u bij de ingang aan de Geerseweg en bij de ingang op de Duivenwal. 16. Computerprogramma’s voor thuis Bij de taalmethode ‘Tong en Teken’ is een computerprogramma ontwikkeld waarmee de kinderen thuis hun woordpakket kunnen oefenen. Dit programma kunnen wij u, met name voor de zwakke spellers, van harte aanbevelen. Voor het stimuleren van de taalontwikkeling in de groepen 1 en 2 is het programma ‘Bas gaat digitaal’ beschikbaar. U leest hier meer over in de informatiebrief van de groepen 1 en 2 die aan het begin van het schooljaar wordt meegegeven. De groepen 5 en 6 werken op school met het programma Typebasic. Dit programma kan ook voor thuis aangeschaft worden. Een paar maal per jaar bent u in de gelegenheid om deze programma’s te bestellen. U wordt in de maandelijkse informatiebrief hierop geattendeerd.
43
8. Data Vrije dagen en vakanties: D.V. 22 t/m 26 oktober herfstvakantie 7 november dankdag 24 december t/m 4 kerstvakantie januari 25 t/m 29 februari voorjaarsvakantie 12 maart biddag 21 t/m 24 maart paasvakantie 1 t/m 12 mei meivakantie 18 t/m 20 juni vrij 21 juli t/m 29 zomervakantie augustus Overige data die voor u van belang kunnen zijn: D.V. 3 september jaaropening in de Adventkerk Opening schooljaar om 10.00 uur in de Adventkerk. Na de opening zijn de kinderen ’s morgens vrij. ’s Middags starten alle groepen. 15 september inzameling oud papier 20 september inloopavond 27 september kennismakingsavond nieuwe ouders 1 oktober voorlichtingsavond P2 9 oktober creatieve middag 15 t/m 19 oktober naar het bos met de groepen 1-2 20 oktober inzameling oud papier 5 november start leestoetsen groep 4 t/m 8 13 november oudermorgen groep 1 t/m 3 15 november oudermorgen groep 1 t/m 3 15 november informatieavond groep 8 17 november inzameling oud papier 21 november rapportenvergadering / leerlingbespreking 23 november schoolkrant wordt meegegeven 26 november rapporten wordt meegegeven 44
27 november 29 november 3 december 15 december 17 december 18 december 18 december 19 december 20 december 21 december 14 januari 17 januari 19 januari 22 januari 24 januari 12 februari 13 februari 14 februari 12 februari 14 februari 16 februari 3 maart 3 maart 11 maart 11 maart 15 maart 18 maart 20 maart 25 maart 27 maart 28 maart 19 april 22 april 24 april 30 april
contactavond contactavond contactavond groep 8 (extra) inzameling oud papier leestoetsen groep 3 kerstavond groep 1 groep 2 bezoekt Boveneind kerstavond groep 2 groep 2 ’s middags vrij kerstviering groep 3 t/m 8 start LVS-toetsen groep 2 t/m 8 kennismakingsavond nieuwe ouders inzameling oud papier oudermorgen groep 1 t/m 3 oudermorgen groep 1 t/m 3 Cito groep 8 Cito groep 8 Cito groep 8 inschrijfavond inschrijfavond inzameling oud papier start leestoetsen groep 3 t/m 7 voorlichtingsavond P2 creatieve middag contactavond groep 8 (keuze v.o.) inzameling oud papier rapportenvergadering / leerlingbespreking paasviering groep 1 t/m 8 rapport wordt meegegeven contactavond schoolkrant wordt meegegeven inzameling oud papier oudermorgen groep 1 t/m 3 oudermorgen groep 1 t/m 3 koninginnedag: aubade 45
15 mei 17 mei 19 mei 19 mei 26 mei 29 mei 4 en 5 juni 6 juni 9 juni 16 juni 16 juni 17 juni 21 juni 25 juni 25 juni
groep 2 ’s middags vrij inzameling oud papier start Cito-entreetoets groep 7 start bezoek kinderboerderij groepen 2 start boekenplakweek ledenvergadering schoolfotograaf portret- en groepsfoto’s speldag start LVS-toetsen groep 3 t/m 6 bezoek kinderboerderij groep 1 start leestoetsen groep 3-5 schoolreis groep 2 inzameling oud papier schoolreis groep 2 overgangsvergadering / leerlingbespreking 26 juni schoolreis groep 3-4 26 juni kennismakingsavond nieuwe ouders 30 juni contactavond (m.n. voor zorgleerlingen) 4 juli schoolreis groep 5 t/m 8 9 juli schoonmaken kleuterafdeling (materiaal + hoeken) 10 juli kennismaking nieuwe kleuters 11 juli schoolkrant wordt meegegeven 15 juli Afscheid groep 8 / rapport groep 8 wordt meegegeven 16 juli rapport groepen 3 t/m 7 wordt meegegeven 18 juli Jaarsluiting in Pniëlkerk om 9.00 uur. (De opening en sluiting vallen onder de normale schooltijd, dus alle kinderen behoren daarbij aanwezig te zijn.) 19 juli inzameling oud papier Eventuele wijzigingen worden zo mogelijk op tijd doorgegeven.
46
9. Plattegrond 'Geerseweg'
47
10. Plattegrond 'Duivenwal'
48
Inhoudsopgave Een woord vooraf 1. De school
1 2
1. Naam en richting ................................................................................................ 2 2. Enkele identiteitsbepalingen............................................................................... 2 3. Lidmaatschap schoolvereniging / contribuanten ................................................ 4 4. Uni-locatie .......................................................................................................... 4 5. Schoolgrootte...................................................................................................... 5
2. Waar de school voor staat
6
1. Doel .................................................................................................................... 6 2. Uitgangspunten................................................................................................... 6 3. Klimaat van de school ........................................................................................ 7
3. Schoolgegevens
9
1. Namen en adressen ............................................................................................. 9 2. Schooltijden........................................................................................................ 9
4. De organisatie van het onderwijs
10
1. Schoolorganisatie ............................................................................................. 10 2. Taken van het team........................................................................................... 13 3. Onderwijsactiviteiten........................................................................................ 15 4. Aantal lokalen................................................................................................... 19
5. De zorg voor de leerlingen
20
1. Organisatie leerlingenzorg................................................................................ 20 2. Leerlingvolgsysteem......................................................................................... 23 3. Differentiatie .................................................................................................... 26 4. Leerlinggebonden financiering voor ouders van schoolgaande kinderen met een handicap of stoornis................................................................................... 27 5. Begeleiding bij schoolkeuze Voortgezet Onderwijs......................................... 28
6. Contact ouders en school
29
1. Contactavonden (medio nov, maart en juni)..................................................... 29 2. Ouderbezoeken ................................................................................................. 29 3. Vragen en/of problemen (klachtenregeling) ..................................................... 30 4. Verzuim en verlof............................................................................................. 32 5. Informatie vanuit school................................................................................... 33 6. Oudermorgens groep 1, 2 en 3.......................................................................... 33 7. Creatieve middagen .......................................................................................... 34 8. Ouderparticipatie .............................................................................................. 34 9. Bijzondere evenementen................................................................................... 35
7. Praktische informatie 8. Data 9. Plattegrond 'Geerseweg' 10. Plattegrond 'Duivenwal'
36 44 47 60 49