JOB magazine Voor en door mbo studenten, nummer 3
Aan de slag! De kracht van de bbl
“Wat werkt? Een rekenmachine!” Studeren met dyscalculie
Alles over beter onderwijs:
· Beste leerbedrijf en praktijkopleider · De JOB-monitor · Studie in cijfers: de studiebijsluiter
1
Hoi, De derde editie van het JOB magazine is een feit! Nadat de tweede editie zo’n succes was, is het natuurlijk lastig om dat te blijven evenaren. Je moet gaan brainstormen over wat voor artikelen je gaat schrijven. Wat is interessant, wat is goed om te weten en misschien nog wel belangrijker: wat speelt er in mbo-land? Waar onze voorzitter terugblikt in ‘Het bestuur in vogelvlucht’, wil ik dat doen voor het magazine. Ik vond het ontzettend leuk om hieraan te mogen werken. De mensen die je kan interviewen, de artikelen die je kan schrijven, je fantasie en passie ergens voor inzetten… Ik heb echt ontzettend veel plezier gehad in het schrijven van de artikelen en bepalen welke onderwerpen in het magazine komen. Ik heb genoten. Maar ik had dit niet kunnen doen zonder één bepaald persoon. Zij heeft mij bijgestaan, geholpen met brainstormen en de keuzes die gemaakt moesten worden. Ik wil haar, Isabelle Dobbe, ontzettend bedanken voor haar input en geduld. Daarnaast wil ik Bob van Vliet, onze vormgever, bedanken omdat we zonder hem dit magazine nooit zo mooi hadden kunnen maken. En natuurlijk mijn bestuur. Zonder hun frisse blik op alle verschillende zaken waar wij ons mee bezighouden, had ik het niet kunnen redden. Allemaal bedankt!
Kimberley Bil Secretaris Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs
2
Colofon
JOB magazine is een tweejaarlijkse uitgave van de Jongerenorganisatie Beroepsonderwijs (JOB) De redactie is bereikbaar op het volgende adres: JOB magazine Postbus 17061 1001 JB Amsterdam T 020 5244050 M
[email protected] Tweede jaargang, nummer 3, mei 2014 Overname van teksten is toegestaan onder bronvermelding en met toestemming van de redactie. Redactie: Kimberley Bil (hoofdredacteur) Isabelle Dobbe (eindredacteur) Aan dit nummer werkten mee: Ramon Boersbroek, Jet Bussemaker, Martijn Grul, Jettie Lensen, Taco de Ruiter, Michiel Steegers en Marjolein van der Sterren Layout: Sjokola ontwerp / Bob van Vliet ISSN: 2214-4447
Inhoud Dyscalculie 4 Interview met Francien Nijenhuis
In de prijzen!
Beste praktijkopleider en leerbedrijf 2013
6
JOB-monitor 18 De resultaten zijn binnen. Wat nu?
De kracht van de bbl 20 Leren en werken tegelijk
Studie in cijfers
12
Jij beslist mee 2.0
14
Minister Bussemaker
16
Een jaar JOB
23
Ontwikkeling van de studiebijsluiter
Help jij mee aan nóg sterkere studentenraden?
Column
Terugblik door JOB voorzitter Michiel Steegers
3
Francien Nijenhuis (20) heeft dyscalculie en zit op ROC Hoofddorp in het laatste jaar van de opleiding luchtvaartdienstverlening op niveau 4. Wij vroegen haar wat het precies betekent om dyscalculie te hebben en wat er gedaan kan worden om te zorgen dat ook die studenten een diploma kunnen halen. Hoe kwam je erachter dat je dyscalculie hebt? Op de basisschool merkten de leraren al heel snel dat ik de stof tijdens rekenlessen niet snel oppakte. Ik had bijvoorbeeld heel veel moeite met het onthouden van de ta-
is inmiddels bekend en geaccepteerd, dus mensen weten wat het is en wat je kan doen om toch je opleiding te halen. Dyscalculie is zo onbekend dat er nog niet echt handvatten zijn ontwikkeld. Ik moet alles in mijn hoofd
“Wat werkt? Een fels, dat ging veel moeilijker dan bij mijn klasgenootjes. Ook heb ik heel lang mijn geboortedatum niet kunnen onthouden. Inmiddels weet ik hem wel hoor, maar toen ik jonger was lukte het gewoon echt niet. Die getallen zeggen mij niks. Op een gegeven moment heb ik een test gedaan en daaruit bleek dat ik dyscalculie had. Ik heb ook dyslexie, die combinatie schijnt vaak voor te komen. Wat voor invloed had dit op je schoolcarrière? Sinds ik op de middelbare school zit moet ik elk jaar opnieuw uitleggen dat ik dyscalculie heb, terwijl zij mijn dyscalculieverklaring gewoon hebben. Ik snap daar niks van. Ik moet een dure verklaring aanvragen, maar als ik vervolgens op school vraag wat voor aanpassingen er voor me zijn dan is er niks mogelijk. Ze kunnen me een groter blad geven of meer tijd, maar daar heb ik niks aan. Meer tijd betekent alleen maar dat ik een half uur langer naar het papier kan zitten staren. Ik heb een rekenmachine nodig, dat is het enige wat werkt. Dyslexie
stampen, dat is de enige manier om dingen te onthouden. Maar dat lukt ook maar tot op zekere hoogte. Dan moet je beseffen dat je gewoon niet verder komt. Vakken als communicatieve vaardigheden en luchtvaartkunde gaan wel goed, maar rekenen is altijd heel lastig gebleven. Wat heb je zelf gedaan om beter in rekenen te worden? Ik heb allerlei rekenprogramma’s geprobeerd - van die rekenrekken en kralen - en iedere week bijles gekregen van een remedial teacher, maar toch lukte het niet om beter te worden in rekenen. Mijn leraren wisten ook niet wat ze ermee moesten doen. Ik mocht opdrachten die ik niet snapte overslaan, maar dan bleef er wel heel weinig over om wel te maken en ik leerde er natuurlijk niks van. Alleen mijn remedial teacher wist echt wat dyscalculie was en wat dat betekende, dus die kon me wel heel goed steunen.
De pilot dyscalculie In periode 4 van schooljaar 2013-2014 is de pilot dyscalculie afgenomen. Dit examen heeft een aangepast niveau en is ontwikkeld om te kijken of studenten met dyscalculie of ernstige rekenproblemen daarmee wel in staat zijn om ondanks hun beperking het rekenexamen te halen. Bij dit examen mag je een rekenmachine gebruiken, krijg je extra tijd en kan je een reken-
4
kaart gebruiken. Het idee is dat je dan met dyscalculie of een ernstig rekenprobleem bijvoorbeeld niet van niveau 4 naar niveau 3 hoeft te zakken, alleen omdat je het 3F rekenexamen niet kan halen. Er zijn wel een aantal voorwaarden om mee te doen: je school moet je opgeven, je moet extra tijd steken in rekenen en je krijgt een aantekening op je diploma dat je een aangepast re-
kenexamen hebt gemaakt. Als de ervaringen positief zijn kan er definitief een aangepast rekenexamen komen voor studenten met dyscalculie. Houd voor meer informatie onze website en Facebook pagina in de gaten. In schooljaar 2014-2015 zal er in periode 3 en 4 ook een aangepast rekenexamen met aangepast niveau plaatsvinden. Je school zal hierover geïnformeerd worden.
Heb je ook al een pilotexamen rekenen moeten maken? En hoe ging dat? Ja, daar haal ik dan gewoon een twee voor. Maar de rest faalt ook hoor, van alle zes klassen hadden maar twee studenten een voldoende. Ik moet eerlijk zeggen ik wel blij ben dat ik niet de enige ben met een bizar laag cijfer, dat was vroeger wel altijd zo. Was er een verschil tussen het niveau van het pilotexamen en je rekenlessen? Dat weet ik niet precies. We hadden in elk geval soms wel drie verschillende docenten per jaar. Dat maakt het niet makkelijker om te leren rekenen. En tijdens de rekenlessen was ik op een gegeven moment ook mijn motivatie en concentratie een beetje kwijt. Ik probeerde wel
Wat is dyscalculie? Het woord dyscalculie betekent letterlijk ‘slecht kunnen rekenen’. Misschien dat veel mensen dat wel herkennen, maar er is een groot verschil tussen moeite hebben met rekenen en dyscalculie. Er wordt gesproken van dyscalculie als je rekenvaardigheden heel langzaam of niet vooruit gaan, ook als je een goede docent hebt, hard werkt en zelfs deskundige hulp krijgt om er beter in te worden. Waarschijnlijk is er dan dus iets anders aan de hand
rekenmachine!” gemotiveerd te blijven, maar je moet ook realistisch zijn. Ik moet ook accepteren dat ik hier niet goed in ben en mijn energie steken in positieve dingen. Wat kunnen docenten doen om te zorgen dat je met dyscalculie wel kunt slagen? Een rekenmachine is echt het enige wat helpt voor mensen met dyscalculie. Ik kan bijvoorbeeld vaak wel opschrijven welke berekening ik moet gebruiken, maar uit mijn hoofd kan ik het niet uitrekenen. Ook werd er op mijn opleiding wel bijles aangeboden voor studenten die moeite hadden met rekenen, maar dat is weer gestopt omdat er te weinig aanmeldingen voor waren. Ik vind eigenlijk dat een school toch door zou moeten gaan met bijles, ook als er weinig mensen voor zijn. Zou de een aangepast examen voor studenten met dyscalculie iets voor jou zijn? Ik ben vooral blij dat eindelijk erkend wordt dat het een probleem is. En als ik nu in het tweede jaar had gezeten zou ik wel mijn best doen om hieraan mee te doen. Nu komt het voor mij een beetje laat. Ik hoop dit jaar mijn diploma te halen zodat ik geen centraal examen hoef te maken. Dan kan ik eindelijk gaan doen wat ik leuk vind. Wat ga je doen als je je diploma hebt? Ik ben nu bij de Koninklijke Luchtvaart Maatschappij (KLM) aan het solliciteren voor een stageplek. Als ik die stage heb afgerond moet ik op school nog drie examens herkansen en dan heb ik mijn diploma. Daarna ga ik werken. Als mijn stage bij de KLM bevalt blijf ik daar misschien wel plakken, maar dat weet ik nog niet. Ook zou ik graag een talencursus doen, want ik vind het leuk om met veel verschillende mensen te communiceren.
waardoor je moeite hebt met rekenen. Er wordt veel onderzoek gedaan naar dyscalculie, zo zijn er waarschijnlijk 4 delen in de hersenen die van invloed kunnen zijn op de rekenvaardigheden. Er zijn verschillende herkenbare problemen die kunnen wijzen op dyscalculie, die meestal op de basisschool of middelbare school al worden vastgesteld. Mensen met dyscalculie hebben vooral problemen met automatiseren, dit betekent dat het erg moeilijk is om bepaalde informatie met cijfers en aantallen te onthouden en steeds weer opnieuw te gebruiken. Dit doe je bijvoorbeeld bij het leren van de tafels. Maar ook bij het klokkijken, geld geven en terugkrijgen kan het voor problemen zorgen. Zeker nu de centrale examens rekenen binnenkort officieel worden ingevoerd in het mbo wordt het steeds belangrijker om meer te weten over dyscalculie en manieren waarop scholen daar het beste mee om kunnen gaan. Belangrijk is vooral dat je bij rekenproblemen in gesprek gaat met je rekendocent en samen kijkt wat je nodig hebt om het vak toch te kunnen halen. Voor meer informatie over dyscalculie en de centraal ontwikkelde examens rekenen in het mbo kan je kijken op de websites www.steunpunttaalenrekenenmbo.nl en www.examenbladmbo.nl.
5
In de prijzen! Op maandag 14 april heeft minister Jet Bussemaker in Bleiswijk de prijzen voor beste leerbedrijf en beste praktijkopleider 2013 uitgereikt. In de jury zaten het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), de stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB), de winnaars van vorig jaar en natuurlijk JOB. Wie zijn dit jaar de winnaars? En wat maakt hen zo bijzonder?
6
7
Beste praktijkopleider 2013
“Hoe bijzonder is het om een beloning te krijgen voor iets dat ik gewoon doe?!” Door Isabelle Dobbe
Bij JOB krijg ik helaas regelmatig telefoontjes van studenten die een probleem hebben op hun stage. Ze krijgen bijvoorbeeld taken die niets met hun opleiding te maken hebben, kunnen onvoldoende uren maken, of ze hebben een probleem met hun bege-
de tijd voor, maar Caspar beschouwt de stagiair uiteindelijk gewoon als medewerker, compleet met een eigen werkplek en eigen spullen. Binnen de veiligheid van het team wordt vervolgens geprobeerd om alles eruit te halen wat erin zit.
leider. Geen feedback, weinig aandacht, het gevoel hebben niet helemaal gezien te worden… het komt De student zelf is leidend binnen een stage bij Caspar. allemaal voor. Juist daarom was het geweldig om Vanaf het begin worden alle belangrijke vragen gesteld. als jurylid bij drie praktijkopleiders langs te gaan Wat wil jij leren bij Vandenbusken? Waarom kies je voor waarbij dit allemaal ondenkbaar lijkt. Alledrie zijn het vak mediavormgever? Caspar probeert vooral op een ze enorm betrokken bij hun stagiaires en doen ze eerlijke manier te begeleiden. Er moet ruimte zijn voor er alles aan om hun talenkritiek, maar het is ten naar boven te halen. ook belangrijk dat “De jury koos voor de zelfbewuste Terechte finalisten, wat de student zich veipraktijkopleider die begeleiden de het dan ook supermoeilijk lig voelt. Alles moet maakte om een winnaar te gezegd en gevraagd normaalste zaak van de wereld kiezen. Maar het is gelukt! kunnen worden.
vindt en dit met een enorme flair en Door de uitdagende Caspar van den Busken is passie uitvoert. Dit leidt tot plezier en omgeving waarin creatief directeur bij Vandende studenten funcbusken, een reclamebureau motivatie bij de stagiaires. Hij weet tioneren, kan de in Ouderkerk aan de Amstel. stageperiode ook het beste uit de student te halen. Deze Daarnaast heeft hij in de afbest wel heftig zijn, gelopen 10 jaar meer dan praktijkopleider verbindt leren en zeker als blijkt dat 60 mbo-studenten begeleid een student toch werken op een natuurlijke manier. Een tijdens hun stage voor de niet helemaal op opleiding mediavormgeven vakman met hart voor het vak die deze de goede plek zit, (niveau 4). In deze opleiding maar kunnen stuliefde overdraagt naar zijn studenten. leer je werken met stilstaande denten ook echt beelden en teksten waarmee De prijs voor Beste Praktijkopleider groeien. Stagiaire je vervolgens advertenties, Rowena: “Je wordt 2013 gaat naar de enthousiaste en posters, visitekaartjes, huisniet alleen maar stijldrukwerk, brochures, gepassioneerde Caspar van den ingezet voor simboeken of verpakkingen pele opdrachtjes Busken!” maakt. Of je geeft vorm aan die niet leerzaam websites, computeranimaties zijn. Ik mocht echt en andere media met bewegend beeld en geluid zoals vimeedenken in serieuze opdrachten.” De stagiaires doen deo’s, interactieve dvd’s of games. In de reclamewereld projecten die passen bij hun eigen interesses. Als ze gaat alles snel en chaotisch, daar moeten studenten in daarbinnen niet al hun werkprocessen kunnen afvinken het begin even aan wennen. Zij krijgen daar ook zeker doen ze soms nog een extra opdracht.
8
Caspar met minister Jet Bussemaker en de andere genomineerden voor de prijs, Marieke Langemeijer en Isata Allouti
Zo heeft Rowena binnen het bedrijf alle mogelijkheden gekregen om zichzelf te ontwikkelen, niets was te gek. Ze kreeg bij Vandenbusken bijvoorbeeld volop tijd en mogelijkheden om haar stageverslag zelf vorm te geven. Op het eerste gezicht lees je een doodgewoon stageverslag, al ziet het er allemaal al heel mooi uit doordat het een boekje is met veel beeldmateriaal. Pak je er echter een blacklight bij, dan zie je ineens allerlei nieuwe teksten verschijnen. Daarin kan je lezen wat Rowena zelf vond van alle opdrachten die ze heeft moeten doen. Toen zij dit idee kreeg kwamen zij en Caspar erachter dat drukkers niet met blacklightinkt konden printen. De mogelijkheid bestond simpelweg niet. Ze hebben ze dan ook tijdenlang gezocht naar een oplossing en uiteinde-
lijk zelf een cartridge van de printer gevuld met speciale inkt. Op deze manier laat Caspar studenten zien dat je met de nodige wilskracht alles kan bereiken. Minister Jet Bussemaker vroeg hem op het podium wat hij toekomstige praktijkopleiders in het veld mee zou willen geven. Caspar: “Om een goede praktijkopleider te zijn, moet je allereerst echt een passie hebben voor je vak, zodat je dat ook kan overbrengen op stagiaires. Daarnaast moet je oprechte interesse hebben in de student. Wat beweegt hem of haar en hoe kan je zorgen dat je alles eruit haalt wat erin zit.” Hopelijk kan Caspar meer gepassioneerde professionals inspireren om praktijkopleider te worden en zo studenten de kans te geven hun talenten te ontdekken.
9
VRAGEN OVER
ZORG OP SCHOOL? WWW.
.NL
Kijk op www.zorgopschool.nl om te zien hoe we jou kunnen helpen met hulp op school. Of vraag de gratis wijzer aan. NIEUWE SCHOOL 10
VERVOER
BEWEGEN IN SCHOOL
IN DE KLAS
Een initiatief van:
STAGE
AFWEZIGHEID
TOETSEN & EXAMENS
Beste leerbedrijf 2013
FrieslandCampina DOMO Door Kimberley Bil
We kennen FrieslandCampina natuurlijk van de kaas en de melk die we in de winkel kopen, maar ze hebben ook nog een andere tak van sport: de DOMO. Maar waar staat DOMO voor en wat houdt dat nu in? DOMO staat voor Drentse Ondermelk-Organisatie en was dus van oorsprong Drents. In 1983 fuseerde DOMO met FrieslandCampina. De DOMO kant van Campina is de kant waarin ze zuivelingrediënten ontwikkelen, produceren en verkopen voor de toepassing in kindervoeding en medische voeding.
70-20-10 model. Dit houdt in dat men voor 70% spontaan leert van werkzaamheden op de werkvloer, 20% gebeurt via de feedback en 10% via de geplande leerwegen zoals de e-learnings. Als jurylid van JOB kijk je naar hoe de stagiaire wordt begeleid en of dit op een veilige manier gebeurt. De begeleiding van de stagiaire gebeurt hier op een zeer veilige manier. Dit komt mede omdat de kwaliteitseisen zo hoog zijn. Daarnaast krijgt de stagiaire constant feedback op zijn werkzaamheden en als hij iets niet begrijpt, kan hij
Kinderen vormen een zeer kwetsbare doelgroep en dit dat altijd vragen. Als student voel jij je veilig in dit bedrijf vereist dan ook strenge kwaliteitseisen. Daarnaast proen weet je zeker dat je diploma “goud” waard is. En het duceert FrieslandCampina DOMO GOS (voluit: Galactogrote voordeel is dat je kans hebt op een vast contract bij oligosacharide, een soort suiker). GOS komt van nature dit bedrijf. De stagiaire die Campina heeft opgegeven is voor in melk en Bas Tackenkamp en hij is zo’n wordt toegevoegd voorbeeld van een stagiaire “De jury koos voor het bedrijf dat aan babyvoeding die een vast contract heeft geeen lange opleidingstraditie heeft en diverse andere kregen. Hij vertelt zelf dat hij producten. In de ontzettend veel geleerd heeft en continu het opleidingsbeleid omgeving wordt dit in het bedrijf. Dat is grappig ontwikkelt en laat aansluiten op de ook wel het goud omdat hij, voor hij begon bij van Borculo geFrieslandCampina, vaak langs ontwikkelingen in de markt. Er ligt een noemd. Maar hoe het bedrijf is gefietst en zich onderscheidende en unieke visie op gaat FrieslandCamnooit heeft gerealiseerd wat pina om met de er binnen allemaal gebeurde. opleiden waarbij de ontwikkeling van begeleiding van stagiaires in een omde mens een centrale plek inneemt. Er Naast de voedingssector heeft geving met zulke FrieslandCampina een techniis veel aandacht voor het stimuleren strenge kwaliteitsche afdeling en een biologiseisen? van zelfvertrouwen in relatie tot sche afdeling. De technische kant is om een eventuele stohet vakmanschap. De enthousiaste Doordat ze ook de ring op te lossen in het provaste medewerkers wijze waarop medewerkers omgaan ductieproces. De biologische blijven opleiden, kant is om de producten die met stagiaires en de trots die ze is “een leven lang geproduceerd worden te conleren” bedrijfsculallen uitstralen maakt dit bedrijf troleren. Dit gebeurt in een tuur geworden. biologisch laboratorium en in bijzonder en succesvol. De prijs voor Er is ruimte om te een chemisch laboratorium. leren op allerlei beste leerbedrijf 2013 gaat naar Alles wat binnen het bedrijf manieren. Via egeproduceerd wordt, wordt FrieslandCampina DOMO.” learnings, gerichte gecontroleerd door het biolotrainingen, werkgisch laboratorium. En als er opleidingen en bbl-opleidingen. Er is dan ook ruimte een mankement is in de productie, dan wordt er iemand voor feedback van alle kanten. Als een operator een fout van de technische dienst om hulp gevraagd. Op beide maakt, kan een stagiaire daar een opmerking over ma- afdelingen werken ook stagiaires. Je kan dus met zekerken en deze wordt dan aangenomen. Zij gebruiken het heid zeggen dat dit bedrijf in het teken van leren staat.
11
E I D STU in cijfers Stel, je bent 16 jaar en je zit in het laatste jaar van je vmbo. Dit betekent dat je na moet gaan denken over je vervolgopleiding. Daarover heb je gesprekken met je decaan, je zoekt informatie op internet, bekijkt mooie folders en je bezoekt open dagen. Daar hoor je prachtige verhalen over opleiding X. Het is een fantastische opleiding op een geweldige school, meer dan voldoende stageplekken en je vindt gegarandeerd een baan met een dik salaris. Je besluit je in te schrijven voor opleiding X en in september start je vol goede moed. Je gaat op zoek naar een stageplaats: je kijkt op www.stagemarkt.nl, schrijft tientallen sollicitatiebrieven, belt bedrijven en gaat zelfs langs. Overal word je afgewezen. Er zijn in de regio veel meer studenten dan stageplekken. Uiteindelijk vind je wel een plek, maar het is niet echt wat je wil en je kan er ook niet alles leren wat zou moeten, maar vooruit, het is beter dan niets. Na het afronden van je stage ga je weer terug naar school. Helaas vallen er veel lessen uit en staan er docenten voor de klas met te weinig kennis van de vakken die ze zouden moeten geven, toetsen worden niet op tijd nagekeken en
12
ga zo maar door. Na drie jaar aanmodderen haal je wel je diploma, maar een baan vinden lukt niet. Achteraf zou je willen dat je een andere opleiding had gekozen. Van al die mooie verhalen aan het begin van je opleiding is niets terechtgekomen. De student uit dit verhaal zou veel gehad hebben aan objectieve en eerlijke informatie over de opleiding. Goede informatie over een opleiding kan een student dus enorm helpen bij het vinden van de juiste opleiding, waardoor een student niet voor grote verrassingen/teleurstellingen komt te staan gedurende de opleiding. Bovendien kan het een student wellicht interesseren voor opleidingen waar hij in eerste instantie niet aan gedacht had, zoals de kleine oplei-
Voorbeeld van een studiebijsluiter
dingen waar zojuist over gesproken is of bijvoorbeeld technische opleidingen. Hieruit kan blijken dat bijvoorbeeld het arbeidsmarktperspectief of het salaris een stuk beter is dan een student van tevoren had verwacht, waardoor de opleiding een stuk aantrekkelijker wordt. De roep om eerlijke, objectieve informatie komt niet alleen van de jongerenorganisaties, maar ook vanuit de regering. Daarom heeft de minister de opdracht gegeven aan de Stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) om een zogenaamde studiebijsluiter te ontwikkelen: een lijstje met betrouwbare informatie over opleidingen. JOB heeft, samen met andere partijen in het onderwijsveld (zoals de MBO Raad en andere jongerenorganisaties) en
een aantal scholen, een belangrijke bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van de studiebijsluiter. Daardoor staat er nu informatie in die echt belangrijk is voor studiekiezers én die op een begrijpelijke manier is weergegeven. Binnenkort neemt minister Jet Bussemaker van onderwijs officieel een besluit over de precieze inhoud van de studiebijsluiter, maar er zijn al scholen die meedoen zoals het Alfa-College en het Nova College. Door aan te sluiten bij de studiebijsluiter kunnen mbo-instellingen studiekiezers helpen bij het maken van een weloverwogen keuze voor een opleiding. Uiteraard willen we het liefst dat alle scholen meedoen. Doet jouw school al mee? Vraag het na of check het op de website van jouw school!
13
Jij beslist mee 2.0 14
Foto: Studentenraad ROC Twente
Studentenraden in het mbo worden de laatste jaren steeds sterker. Maar ze kunnen nog beter worden! Vanaf mei 2014 starten wij dan ook een nieuw project op het gebied van medezeggenschap om studentenraden te helpen om verder te professionaliseren. Zoals je weet ondersteunt, adviseert en informeert JOB sinds 2010 studentenraden door het gehele land. Inmiddels hebben al honderden studenten een training gevolgd bij ons, misschien jij zelf ook wel? Wat gaan we met Jij beslist mee 2.0 voor je regelen? • • • • •
Een nieuwe website Nieuwe trainingen voor gevorderde studentenraden Nieuwe communicatiemiddelen Nieuwe bijeenkomsten Conferenties voor studenten en docentbegeleiders
Om dit project tot een succes te maken hebben wij ook jullie hulp nodig! Wil jij op de hoogte gehouden worden van alle activiteiten? Of wil jij zelf meedenken over de ontwikkeling van trainingen en de organisatie van bijeenkomsten? Stuur ons een e-mail!
[email protected] 15
16
“Onderwijs dat er alleen op papier mooi uitziet, daar wordt niemand beter van” door Jet Bussemaker, Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Lastig hoor, voorspellen hoe de wereld er over pakweg
die daar elke dag voor zorgen.Toch is het onderwijs niet
dertig jaar uitziet. Wat zijn de vaardigheden van de toekomst? Om welke mensen zit het bedrijfsleven straks te springen? Welke nieuwe beroepen zijn er straks? Steeds duidelijker wordt dat we niet meer voor een loopbaan leren, maar voor het leven. En dat geldt voor jong en oud. Daarbij moeten we vooral gebruik maken van de vaardigheden waar wij Nederlanders goed in zijn; samenwerken en creatieve en pragmatische oplossingen bedenken. En laten deze eigenschappen nou net bij vakmensen zo belangrijk zijn.
uitgeleerd. Er zijn altijd zaken die beter kunnen en ook beter moeten. De kwaliteit van examens in het mbo bijvoorbeeld. Of de motivatie van leerlingen en studenten. Volgens de Inspectie is er op dit laatste punt echt werk aan de winkel. En daar ben ik het mee eens. Dat vraagt iets van leerlingen en studenten: een actieve houding in de les bijvoorbeeld. Het vraagt ook iets van leraren. Bijvoorbeeld dat hun lessen beter aansluiten bij de wereld van leerlingen en studenten en bij iemands individuele niveau, talenten en capaciteiten. Leraren moeten van hun eigen school dan wel de ruimte krijgen om zo te kunnen werken. Meer motivatie vraagt ook om een ruimere blik. Om breder kijken en daardoor meer te zien.
Op het ROC Mondriaan in Den Haag presenteerde de Inspectie van het Onderwijs onlangs het ‘Onderwijsverslag’, zeg maar de jaarlijkse ‘print screen’ van ons onderwijs. We werden verwelkomd door een aantal studenten van de modeopleiding, die in bijzondere creaties lieten zien waar ons vakmanschap voor staat. Samen met een aantal beveiligers in opleiding en de jongens en meiden van de catering vormden zij een mooi decor van vakmensen tijdens de presentatie over het Nederlands onderwijs. Hoe goed doen onze leerlingen het in vergelijking met leeftijdsgenoten in het buitenland? Wat gaat er goed en wat kan er beter? De belangrijkste conclusie van de Inspectie: Nederlandse leerlingen doen het vergeleken met veel andere landen goed. Meer jongeren halen een mbo-diploma. Door een betere intake kiezen meer mbostudenten in één keer voor de juiste studie. En er zijn minder (zeer) zwakke scholen dan ooit. Dat betekent dat heel veel meer jongeren beter onderwijs krijgen en op de juiste plek terechtkomen. Dat is vooral een compliment waard richting al die leraren en schooldirecteuren
De afgelopen jaren is er veel aandacht geweest voor taal en rekenen. Dat blijft belangrijk. Maar leren is meer. Leerlingen die bijvoorbeeld moeite hebben met basisvaardigheden, kunnen nog steeds heel veel in hun mars hebben. Ook voor hun motivatie is dit essentieel. Ik roep scholen en leraren daarom op om jongeren aan te spreken op hun talent en om hen uit te dagen steeds beter te worden. En jullie, studenten, roep ik ook op zelf uit te vinden waar je goed in bent en wat je echt wil. Want dat maakt alle verschil voor je motivatie. De afgelopen maanden heb ik hier tijdens mijn ‘mbo-tour’ ook over gepraat met leraren, studenten, schoolbestuurders en ondernemers op mbo-instellingen in heel Nederland. Zij reageerden enthousiast op de oproep om mij en mijn ministerie te verrassen met goede ideeën om ons mbo nog beter te maken. Daarover binnenkort meer. Belangrijker is dat we ervoor zorgen dat deze ideeën straks in praktijk worden gebracht. Want onderwijs dat er alleen op papier mooi uitziet, daar wordt niemand beter van.
17
JOB r o t i Mon Wat gaan we doen met al jullie meningen? In het vorige JOB magazine hebben jullie kunnen lezen over de JOB-monitor, het grootste studententevredenheidsonderzoek van Nederland. Met trots kunnen we zeggen dat er dit jaar meer studenten meededen dan ooit! Meer dan 51% van alle mbo-studenten heeft de monitor serieus ingevuld. Dat betekent dat de resultaten erg betrouwbaar zijn, en dat wij hiermee aan de slag kunnen om landelijk het mbo-onderwijs te verbeteren. Dat doet JOB op drie manieren:
18
1
Op 17 juni presenteren we de resultaten aan minister Jet Bussemaker in Den Haag. Zo ziet zij meteen wat jullie vinden van het mbo! Naar aanleiding van de resultaten gaat JOB samen met mbo-studenten en beleidsmakers diezelfde dag nog aan de slag met de resultaten. Samen zullen ze bespreken wat er goed gaat en wat niet. In brainstormsessies en discussies wordt er nagedacht over oplossingen voor problemen die door de monitor aan het licht komen. Zo heeft het volgende JOB-bestuur meteen een aantal mooie speerpunten voor het aankomende bestuursjaar. Op dezelfde dag wisselt JOB namelijk ook nog van bestuur. En JOB spreekt het hele jaar door met beleidsmakers over onderwijsverbetering, waarbij wij jullie mening blijven benadrukken!
3
2
Wat JOB landelijk doet, kan jij als student ook op je eigen school doen. JOB zorgt ervoor dat de resultaten uit de JOB-monitor voor iedereen online zichtbaar zijn. Vanaf 17 juni kan je via www.job-monitor.nl bekijken wat de mening is van jouw medestudenten. Wat vinden andere studenten van jouw school? En wat is het verschil in tevredenheid tussen jouw school en andere scholen? Hoe tevreden zijn ze op andere studies? Of op eenzelfde studie maar op een andere school? Eigenlijk alles wat je maar wilt weten kan je via de site uitzoeken. Als je weet waarover studenten nog niet tevreden zijn op jouw school of opleiding, dan kan je daar zelf wat aan doen! Dat kan via de studentenraad, maar je kan ook vragen aan een docent of mentor of zij je willen helpen de JOB-monitor resultaten bespreekbaar te maken op jouw school. Kortom: de resultaten van de JOB-monitor laten zien wat er goed gaat en wat niet: het is aan jou om hier wat mee te doen!
Makkelijker gezegd dan gedaan, denk je misschien. Als je wat wilt veranderen op school maar je weet niet zo goed waar je moet beginnen, dan kan JOB je helpen! We kunnen op jouw school langskomen om je training te geven om lastige zaken bespreekbaar te maken. We kunnen je ook leren hoe je makkelijk resultaten uit de online resultatensite haalt die over jouw school of opleiding gaan. Als je aangeeft wat voor hulp je van JOB nodig hebt, dan kunnen we jou en je medestudenten een training op maat geven. Zo kunnen we je helpen om de JOB-monitor resultaten in te zetten om je school te verbeteren. Mail voor meer informatie naar
[email protected] of check onze site: www.job-site.nl.
19
Niet Stilzitten, maar doen! De kracht van de bbl Zodra directeur Rien Oerlemans van BosMti de deur van de werkplaats open doet komt de geur van geschuurd hout je tegemoet. In de werkplaats zijn drie jongens en een instructeur druk bezig met het maken van meubels. Er wordt geschuurd, gezaagd, gemeten en geplakt. We krijgen een rondleiding langs machines waarmee deze jongens dingen kunnen doen waarvan ik nog nooit heb gehoord. 3D frezen bijvoorbeeld. We zijn hier op bezoek omdat onlangs uit de SBB Barometer is gebleken dat het aantal leerbanen met 9.000 is gedaald en wij ons afvroegen of dat betekent dat er geen behoefte meer is aan bbl-studenten? En of het voor je uiteindelijke vaardigheden nou echt uitmaakt of je bol of bbl hebt gedaan? Met in totaal 65 bbl-studenten in dienst denken we dat BosMti ons hier meer over kan vertellen.
20
Wel of geen bbl? slag te gaan bij een bedrijf. Als het goed gaat krijg je een ar“Er is heel veel behoefte aan bbl-studenten,” legt Rien uit. beidscontract bij het opleidingsbedrijf en word je daarnaast “Bedrijven geven bij ons juist vaak aan dat zij een gediplo- ingeschreven bij een ROC. De meeste bbl-ers volgen één dag meerde bbl-er als een volle werknemer in dienst kunnen per week onderwijs op een ROC en zijn daarnaast vier dagen nemen, terwijl een afgestudeerde bol-er eerst nog een paar aan het werk via het opleidingsbedrijf. Bij BosMti volgt een jaar moet uittrekken om zich verder in de praktijk te ontwikdeel van de studenten echter ook het onderwijs bij hen op kelen.” Daarnaast kunnen zij met de nieuwste apparatuur locatie, uiteraard wel in nauwe samenwerking met het ROC. werken, terwijl scholen het zich vaak niet kunnen veroorloven om elke keer weer nieuwe spullen aan te schaffen en “Hoe vaak heb jij je handzaag al gebruikt?” hun studenten daar dus ook niet mee leren werken. Ook Het valt de studenten op dat er een groot verschil is tussen heeft de bbl-er ervaring met het werken onder een baas, hun werk en de dingen die ze moeten leren op school. Het iets wat even wennen is in het begin. Natuurlijk heb je in lesmateriaal is soms best wel verouderd. Ze moeten leren een bol-opleiding je stage waarin je ook werkervaring ophoe machines werken die in de praktijk eigenlijk helemaal doet, maar als stagiair sta je toch niet meer gebruikt worden, terwijl wat anders op de werkvloer dan als nieuwe machines op de werkvloer betaalde werknemer. Volgens Rien helemaal niet besproken worden is het uiteindelijk vooral belangrijk op school. Hetzelfde geldt voor dat de student centraal staat bij de Bol staat voor beroepsopleidende leerhet gereedschap. Ze hebben bijkeuze voor een leerweg. Wat hij of weg. De bol-student gaat fulltime naar voorbeeld een handzaag moeten zij wil bereiken moet bepalend zijn. school en loopt daarnaast 20 tot 60 aanschaffen, maar zowel Nick als procent van de opleiding stage bij een Yannick heeft deze maar zelden Niet stilzitten leerbedrijf. Bbl staat voor beroepsbegebruikt. Nick en Yannick zijn blij geleidende leerweg. Bij bbl-studenten Studenten interieurbouw Nick Kedat ze voor een opleidingsbedrijf is de verhouding onderwijs-stage prenens (23) en Yannick Löring (22) hebben gekozen. Doordat het opcies andersom: zij gaan één dag per hebben allebei heel bewust gekoleidingsbedrijf een groot netwerk week naar school en werken vier dazen voor de bbl. Beiden gaan eivan bedrijven heeft hoeven zij zelf gen per week bij een leerbedrijf. Minigenlijk niet graag naar school. Ze niet op zoek naar een leerwerkplek. maal 60 procent van de opleiding vindt kunnen moeilijk stilzitten en willen Ook hebben zij veel en goed condus plaats in de praktijk. graag met hun handen bezig zijn. tact met hun docenten en begelei-
Bol versus bbl
Yannick: “Je leert in de praktijk 100x meer dan je in een boek kan lezen. Als je in een boek leest welke beitel je moet gebruiken voor een bepaald materiaal ben je dat zo weer vergeten, maar als je in de werkplaats de verkeerde pakt zie je meteen wat er gebeurt.” Hij vindt het werken zo leuk dat hij het helemaal niet erg vindt om af en toe overuren te maken. Het komt dus weleens voor dat hij nog tot ’s avonds laat in de werkplaats bezig is om iets af te maken. En er is zoveel te leren. Er zijn allerlei soorten gereedschap, machines, materialen.. en alle bedrijven werken ook weer anders. Vanuit BosMti werken de jongens ieder half jaar ergens anders. Zo kunnen ze ontdekken welk soort bedrijf het beste bij hen past. Nick: “Je hebt grote bedrijven waar je heel veel dezelfde meubels maakt, maar ook kleine bedrijfjes die iets nieuws ontwerpen voor iedere klant.” Werken bij een opleidingsbedrijf BosMti is een opleidingsbedrijf. Dat betekent dat bbl-studenten door hen betaald worden en dat zij de studenten ook plaatsen bij leerbedrijven in de regio. Zij hoeven dus niet zelf een leerwerkplek te zoeken. Daarnaast kunnen de studenten in de werkplaats van het opleidingsbedrijf oefenen met praktische vaardigheden. Als je bij een opleidingsbedrijf in dienst wil moet je daarvoor solliciteren, net als bij een baan bij een regulier bedrijf. Er wordt vooral naar je motivatie voor het vak en je houding gekeken: weet je waarom je deze opleiding wil doen en wat er van je verwacht wordt? Als dat gesprek positief is kom je zeven dagen op proef bij het opleidingsbedrijf werken. Dan kan echt gekeken worden of je er klaar voor bent om als betaald werknemer aan de
ding binnen het opleidingsbedrijf. Beiden hebben in het verleden op een reguliere mbo-instelling gezeten, maar voelen zich hier pas echt op hun plek. Yannick: “Mijn coach belde me van de week zelfs op om me te feliciteren met mijn verjaardag, dat heb je op een ROC niet zo snel.” Toekomstplannen Veel studenten die bij BosMti in dienst zijn krijgen uiteindelijk een arbeidscontract bij één van de bedrijven waar zij via hen hebben gewerkt. Zij komen hen regelmatig tegen als zij op werkbezoek gaan bij de huidige studenten. Volgens Rien zit de kracht van de bbl hem vooral in de ervaring die studenten opdoen als betaald werknemer: “Een bedrijf wil gewoon gemotiveerd, gekwalificeerd personeel. Als je niet aan die eisen voldoet, willen zij niet voor je betalen en verlies je je baan. Aan een ‘gratis’ stagiair worden in de praktijk toch vaak minder eisen gesteld.” Als Nick en Yannick straks klaar zijn met hun opleiding willen ze allebei graag doorstuderen op een hoger niveau. Nick wil graag door met niveau 3 en uiteindelijk aan de slag in een middengroot bedrijf. “Dan kan je wel altijd terecht bij collega’s die hetzelfde doen, maar ook af en toe iets nieuws proberen.” Yannick wil door met niveau 4 en in de toekomst meewerkend leidinggevende worden bij een groot bedrijf. Op dit moment heeft de bbl het moeilijk, maar zodra de economie weer aantrekt verwacht Rien weer een flinke stijging in het aantal beschikbare leerbanen. Laten we het hopen, het zou jammer zijn als studenten zoals Nick en Yannick in de toekomst gedwongen zullen zijn om een bol-opleiding te doen. Iedereen moet kunnen kiezen voor de leerweg die het beste bij hem of haar past. 21
22
In vogelvlucht door het bestuursjaar Als voorzitter van het JOB-bestuur 2013-2014 heb ik leiding gegeven aan een prachtige organisatie. Met mijn vier collega’s Kimberley, Erik, Martijn en Jarno heb ik hard gewerkt om de organisatie nog actiever achter te laten dan deze al was toen we aankwamen. Geen gemakkelijke taak, dat is zeker. We moesten niet alleen elkaar leren kennen, maar ook een heleboel kennis opdoen over mbo vraagstukken. De problemen rondom stagelopen, ‘vrijwillige’ bijdragen die studenten soms toch verplicht moeten betalen, opzetten en professionaliseren van studentenraden op alle scholen, meten van studententevredenheid met de JOB-monitor en de afschaffing van de ov-studentenkaart, zijn slechts een aantal van de vraagstukken waar wij ons dit jaar mee bezig hebben gehouden. Gelukkig waren daar ook onze beleidsmedewerkers die het bestuur hierbij enorm hebben geholpen. Marjolein, Isabelle, Taco en Ramon: onze enorme dank daarvoor! Dit team van bestuur en medewerkers heeft zich sterk ingezet voor eerder genoemde onderwerpen, maar vooral voor de studentenraden. Inmiddels heeft elke mbo-instelling een studentenraad, maar nog lang niet iedere studentenraad kan optimaal functioneren. Wij zijn als JOB dan ook zeer gemotiveerd om ervoor te zorgen dat er snel op elke school een studentenraad zit met gemotiveerde leden, de volle erkenning vanuit hun schoolbestuur en de kennis en vaardigheden om de stem van de mbo’er goed te laten horen. Niet alleen voor het onderwijs is dat goed, maar ook voor JOB zelf. JOB bestaat namelijk uit het samenkomen van deze studentenraden. Verder wil ik mijn dank uiten aan alle organisaties die met ons hebben samengewerkt dit jaar. We hebben in vele mooie projecten mee mogen helpen, waaronder natuurlijk Spoorcollege, het ontwikkelen van de studiebijsluiter en de studiereis naar Finland waarin we konden leren van de ervaringen daar. Het stemde mij en het bestuur altijd zeer gelukkig als we weer een uitnodiging mochten ontvangen om mee te praten. Wij hebben hier dan ook, waar mogelijk naast alle drukke JOB en school activiteiten, graag aan meegedaan. Maar zoals de Onderwijsinspectie onlangs concludeerde is er nog steeds veel winst te behalen in het beroepsonderwijs. JOB blijft zich de komende jaren dan ook inzetten en ontwikkelen om de studentenparticipatie zo goed mogelijk te benutten. Daarvoor blijven we samenwerking zoeken met alle relevante onderwijsorganisaties, zodat we een sterke invloed houden op de besluiten die worden genomen. Boven alles blijven we ons hardmaken voor optimale studentenparticipatie, zodat JOB de mening van de mbo-studenten kan blijven vertegenwoordigen. Ons expertise, weten wat de student wil, wordt daarmee nog sterker dan deze al is!
Michiel Steegers Voorzitter Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs
23
job-site.nl Binnenkort komt de nieuwe website online!