Omslag_Jaarstukken_2011.qxp:439x297
30-03-2012
11:06
Pagina 1
Jierstikken 2011
Jierferslach, Jierrekken en Boargerjierferslach
Jierstikken 2011 Fryslân: iepen en eigen
Fryslân: iepen en eigen
Jierstikken 2011 Jierferslach, Jierrekken en Boargerjierferslach Fryslân: iepen en eigen
JAARSTUKKEN 2011 JAARVERSLAG, JAARREKENING EN BURGERJAARVERSLAG
Statenvergadering van 23 mei 2012
Gedeputeerde Staten van Fryslân 3 april 2012
1
Colofon Provincie Fryslân Voor inlichtingen: Provincie Fryslân Bezoekadres: Postadres:
Tweebaksmarkt 52 Postbus 20.120 8900 HM Leeuwarden
Telefoon: Fax:
058-2925330 (afdeling Financiën en Planning en Control) 058-2925125
Website: Email: Email:
www.fryslan.nl provincie:
[email protected] Afdeling FP&C:
[email protected]
Vormgeving en druk: Provincie Fryslân Provincie Fryslân, april 2012
2
Inhoudsopgave Pagina 5
Deel I Jaarverslag 2011 Foaropwurd
6
1
Inleiding Provinciebestuur en provinciale organisatie
7 9
2
Jaarrekening in een oogopslag 2.1 Jaarrekeningresultaat 2011 2.2 Kerngegevens 2.3 Verloop van de lasten en baten verdeeld naar kostensoorten 2.4 Exploitatie per programma
3
Programmaverantwoording 3.1 Programma 1 - Bestuur en veiligheid 3.2 Programma 2 - Verkeer en vervoer 3.3 Programma 3 - Wetter 3.4 Programma 4 - Milieu 3.5 Programma 5 - Lanlik gebiet 3.6 Programma 6 - Economie, recreatie en toerisme 3.7 Programma 7 - Sociaal beleid en zorg 3.8 Programma 8 - Kultuer, taal en ûnderwiis 3.9 Programma 9 - Ruimte en wonen 3.10 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
23 25 37 55 67 83 103 127 139 157 173
4
Paragrafen 4.1 Paragraaf 1 4.2 Paragraaf 2 4.3 Paragraaf 3 4.4 Paragraaf 4 4.5 Paragraaf 5 4.6 Paragraaf 6 4.7 Paragraaf 7 4.8 Paragraaf 8 4.9 Paragraaf 9
181 183 187 197 201 205 225 229 241 245
5
Bijlagen 1 Ontwikkeling van baten, lasten en vrij aanwendbare reserve 2 Overzicht Investeringen 3 Verslag subsidies zonder wettelijk voorschrift 4 Begrotingshistorie 5 Begrippenlijst
- Provinciale heffingen - Weerstandsvermogen - Onderhoud kapitaalgoederen - Financiering - Verbonden partijen - Grondbeleid - Bedrijfsvoering - Handhaving - Nuon-middelen
3
15 15 18 19 22
249 251 253 257 258 268
Pagina 271
Deel II Jaarrekening 2011 1
Inleiding
275
Balans Balans Programmarekening over begrotingsjaar Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Toelichting op de balans Gebeurtenis na balansdatum Toelichting op programmarekening Analyse rekeningresultaat Samenvatting begrotingsonrechtmatigheid Wet Openbaarheid Topinkomens
276 277 288 281 286 287 288 289 290
3
Tijdelijke Budgetten
291
4
Accountantscontrole
294
Bijlagen Overzicht aanwending onvoorzien Gerealiseerde algemene dekkingsmiddelen Overzicht structurele en tijdelijke baten en lasten Overzicht gewaarborgde geldleningen Overzicht personeelssterkte en -lasten Overzicht Sisa specifieke uitkeringen
295 296 297 298 300 301
2
5
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9
1 2 3 4 5 6
Deel III Burgerjaarverslag 2011
307
Inleiding
310
I
Provinciale Staten
311
II
De kwaliteit van de dienstverlening
312
III
De kwaliteit van burgerparticipatie
320
IV
Afhandeling van klachten, bezwaar en beroep
326
V
Conclusies
328
4
Deel I Jaarverslag 2011
5
Foaropwurd 2011 wie in bysûnder jier foar de provinsje. In jier fan feroarings. De lêste bestjoersperioade rûn ôf, nei de ferkiezings waarden de nije Provinsjale Steaten ynsteld en waard in nij kolleezje formearre. It nije koälysje-akkoart ‘Nieuwe energie voor Fryslân’ waard opsteld en dêrnei útwurke yn it útfieringsprogramma ‘Koersvast met nieuw realisme’. Dy beliedsramten jilde foar in rûzerige perioade. De gefolgen fan de resesje fan 2009 binne ommers noch net achter de rêch. Wy sitte al wer yn in nije resesje, dy’t syn wjerslach hat op it bedriuwslibben, de wenningmerk en de oerheidsfinânsjes. Nei de besunigingsmaatregels fan it âlde kabinet, dy’t likemin oan de provinsjes foarbygien binne, komme de nije besunigings fan it Ryk der al wer oan. Dy besunigings sille ek harren wjerslach op de taken fan de provinsje hawwe. Dat wie de kontekst foar it jier 2011 dêr’t wy ferslach oer dogge. De jierstikken 2011 litte lykwols sjen dat it provinsjale belied sa’t wy dat mei ús allen yn de lêste bestjoersperioade ynset hawwe, de krisis treast wie. De measte doelen foar de lêste koälysje-akkoart binne helle. Dat jildt ek foar de doelen foar 2011. Boppedat hat de provinsje Fryslân in sûne finansjele posysje. By de útfiering fan it belied is yn 2011 in deeglike basis lein foar it ferfolch fan de rinnende koälysjeperioade. De oanpak, ôfstimd op de útfiering, jout ús, ek foar de kommende jierren, it betrouwen dat Fryslân net fan syn eigen, sterke koers ôf hoecht te wiken. Sadwaande kinne wy realistyske doelen stelle dy’t passe by ús ambysje om Fryslân nije enerzjy te jaan.
Kolleezje fan Deputearre Steaten
6
1.
Inleiding
Het jaarverslag 2011, de jaarrekening 2011 en het burgerjaarverslag 2011 worden u, overeenkomstig de artikelen 175, 201 en 202 van de Provinciewet, aangeboden door Gedeputeerde Staten. Het jaarverslag 2011 (Deel 1), de jaarrekening 2011 (deel II) en het burgerjaarverslag (deel III) zijn samengevoegd in één boekwerk met de titel Jaarstukken 2011. Op grond van artikel 175 Provinciewet rust de zorgplicht voor het jaarlijks uit te brengen burgerjaarverslag op de Commissaris van de Koningin (CdK). De jaarrekening 2011 Fonds Nazorg Stortplaatsen Fryslân is in een afzonderlijk boekwerk opgenomen. De jaarstukken 2011 zijn het laatste verantwoordingsdocument over het begrotingsjaar 2011 en zijn daarmee het sluitstuk van de bestuurlijke planning- en controlcyclus 2011. Uitgangspunt vormen de door uw Staten vastgestelde begroting 2011 en de wijzigingen hierop. In de bestuursrapportages 2011 hebben wij u gerapporteerd over de uitvoering van de Begroting 2011. De accountantsverklaring heeft alleen betrekking op de jaarrekening en is daarom bij dit onderdeel (deel II) opgenomen. Op grond van artikel 204 van de Provinciewet moeten de door uw Staten vastgestelde Jaarstukken vóór 15 juli naar de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gezonden worden. Met de vaststelling van de Jaarstukken in uw vergadering van 23 mei 2012 kan hier ruimschoots aan worden voldaan. Deel I Jaarverslag 2011 is de spiegel van de beleidsbegroting 2011 en begint in hoofdstuk 2 met de jaarrekening in één oogopslag. Hoofdstuk 3 bestaat uit de programmaverantwoording. Hoofdstuk 4 bevat de paragrafen. In hoofdstuk 5 wordt het onderdeel jaarverslag afgesloten met een aantal bijlagen, waarin ondermeer een overzicht van investeringen en een overzicht van subsidies zijn opgenomen.
7
8
Provinciebestuur en provinciale organisatie Samenstelling Gedeputeerde Staten J.A. Jorritsma Commissaris van de Koningin Portefeuille Algemene coördinatie en interne betrekkingen Internationale contacten/Europa Openbare orde en veiligheid Communicatie en promotie Relatiebeheer Fan Fryslân Coördinatie samenwerkingsagenda’s
Gedeputeerde S.A.E. Poepjes Gedeputeerde (CDA) Portefeuille Verkeer en Vervoer Provinciale Waterstaat Milieubeleid, vergunningen/handhaving (Millenniumdoelstellingen) Mijnwet Europa en internationale contacten Digitale Agenda Gebiedsgedeputeerde Zuidoost Fryslân Dagelijks bestuur SNN
9
Gedeputeerde J.H.J. Konst Gedeputeerde (PvdA) Portefeuille Ruimtelijke ontwikkeling, wonen en kwaliteit woonomgeving Krimp Economie, inclusief duurzame energie Watertechnologie Dagelijks bestuur SNN Gebiedsgedeputeerde Noordwest Fryslân
Gedeputeerde J.G. Kramer Gedeputeerde (FNP) Portefeuille Landelijk gebied Plattelandsbeleid Openbaar Vervoer Personeel en organisatie Concernondersteuning, bedrijfsvoering Gebiedsgedeputeerde Noordoost Fryslân Regie totstandkoming Regionale Uitvoeringsdienst
Gedeputeerde C. Schokker - Strampel Gedeputeerde (CDA) Portefeuille Transitie Sociaal Beleid, Zorg Water (inclusief Project Afsluitdijk met alle bijbehorende subprojecten) Waddenzee Bouwurk Jeugdzorg en Sport Bestuurlijke zaken, inclusief financieel toezicht gemeenten Gebiedsgedeputeerde Waddeneilanden IPO-bestuur
10
Gedeputeerde mr. drs. J.A. de Vries Gedeputeerde (PvdA) Portefeuille Financiën Taal, cultuur en onderwijs Monumentenzorg, cultuurhistorie en archeologie Recreatie en Toerisme, Friese Meren Gebiedsgedeputeerde Zuidwest Fryslân
Algemeen directeur / secretaris drs. A.J. van den Berg Algemeen directeur / secretaris Algemeen directeur provinciale organisatie Secretaris College van Gedeputeerde Staten
11
Samenstelling Provinciale Staten (maart 2011) Partij Partij van de Arbeid (PvdA)
Aantal zetels 11
Christen Democratisch Appèl (CDA)
8
Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD)
6
Fryske Nasjonale Partij (FNP)
4
Partij voor de Vrijheid (PVV) Socialistische Partij (SP)
3 3
ChristenUnie
3
GrienLinks
2
D66 Friese Koers1
2 1 43
1
Totaal
In oktober 2011 is Friese Koers afgesplitst van de PVV-fractie
12
Provinciale organisatie
13
14
Jaarrekening in een oogopslag 2.1 Jaarrekeningresultaat 2011 Het jaarrekeningresultaat (onder voorbehoud van accountantscontrole) bedraagt € 11,1 miljoen (positief). In de tweede bestuursrapportage 2011 werd een negatief saldo van € 4,3 mln. voorspeld. Het verschil van € 15,4 miljoen kan op hoofdlijnen als volgt worden herleid: (bedragen X € 1 mln.) Begrotingssaldo na 2e berap (negatief)
-4,3
A. Structurele budgetten (per saldo overbesteding/ nadelig, ten laste van rekeningresultaat) B. Tijdelijke budgetten (per saldo onderbesteding / voordelig, ten gunste van rekeningresultaat) C. Overlopende passiva (per saldo onderbesteding / voordelig, ten gunste van rekeningresultaat) D. Aan de exploitatie / programma’s toegerekende bedrijfsvoeringskosten (per saldo onderbesteding / voordelig ten gunste van rekeningresultaat) Totaal mutaties
-2,6
14,4
Rekeningresultaat 2011 (positief)
11,1
E. Terugvragen vrijvallende ISV-middelen via afzonderlijk statenvoorstel Aanvalsplan herstructurering Friese woningvoorraad Resultaat 2011 (negatief)
2,7
0,9 14,5
-14 - 2,9
Hieronder wordt ingegaan op de belangrijkste verschillen. Ad. A Structurele budgetten Programma 1 Bij de middelen voor fractieondersteuning en de directe ondersteuning van PS (studiekosten, reprokosten, etc.) heeft zich een voordeel van € 0,4 miljoen voorgedaan. De lagere reprokosten houden verband met de invoering van het papierarm werken. Programma 2 De afschrijvingslasten zijn € 0,3 miljoen lager uitgevallen doordat investeringen lager zijn uitgevallen en omdat geen gebruik gemaakt hoefde te worden van de geraamde stelpost voor kleine- en reguliere projecten. De lasten voor de gladheidsbestrijding zijn € 0,4 miljoen hoger dan geraamd als gevolg van de strenge winter van 2010-2011. De personeelskosten m.b.t. het grootscheepsvaarwater vallen € 1 miljoen lager uit. Deze kosten hadden achteraf geraamd moeten worden bij de algemene bedrijfsvoering. Nu op rekeningsbasis deze kosten wel bij de algemene bedrijfsvoering zijn verantwoord doet zich nu in dit programma een voordeel voor. Voor het totaal van de jaarrekening is deze verschuiving budgettair neutraal.
15
Programma 4 De legesinkomsten uit WABO-vergunningen vallen € 0,4 miljoen lager uit dan geraamd. Dit betreft vooral aanvragen voor vergunningen met een bouwdeel. Tegenover deze lagere baten staan lagere uitgaven voor de WABO ad € 0,1 miljoen. Programma 6 Het budget agenda economie is met € 0,2 miljoen overschreden. Dit houdt verband met het gegeven dat meer lasten voortvloeiend uit aangegane meerjarenverplichtingen in het jaar 2011 als last zijn verantwoord dan in de begroting geraamd. Op basis van een beoordeling van de achterliggende meerjarenverplichtingen zijn de lasten eerder genomen. Zie hieronder bij ad B. Programma 10 De financieringslasten zijn € 0,4 miljoen lager uitgevallen. Het rentepercentage was in 2011 lager dan verwacht en er hoefde minder geleend te worden. De afboeking van oninbare vorderingen bedraagt € 0,2 miljoen (nadeel). De aan de exploitatie toegerekende bouwrente valt € 3,6 miljoen lager uit dan geraamd als gevolg van lagere bestedingen voor infrastructurele projecten zoals de Centrale As en de N381. De opbrengst uit de opcenten op de motorrijtuigenbelasting valt € 0,2 miljoen lager uit dan geraamd. Dit houdt verband met een geringere groei van het wagenpark en meer zuinige auto’s dan waarmee rekening was gehouden. In de begroting was in de vorm van een stelpost al rekening gehouden met een onderbesteding op goederen en diensten van € 0,1 miljoen. Op rekeningsbasis doet zich daardoor nu in dit programma een nadeel voor ter hoogte van dit bedrag. Het restant betreft kleine onder- en overbestedingen op alle programma’s wat per saldo resulteert in een onderbesteding van circa € 0,3 miljoen. Samenvattend 1. Lagere lasten ondersteuning fracties en directe ondersteuning PS 2. Lagere afschrijvingskosten 2. Hogere kosten gladheidsbestrijding 2. Lagere kosten grootscheepsvaarwater 4. Lagere lasten en lagere legesinkomsten Wabo 6. Hogere lasten agenda economie 10. Lagere financieringslasten 10.Afboeking oninbare vorderingen 10. Lagere aan exploitatie toegerekende bouwrente 10. Lagere opbrengst opcenten motorrijtuigenbelasting 10. Vrijval stelpost onderbesteding goederen en diensten Diverse kleine onder- en overbestedingen Totaal (per saldo overbesteding, nadelig ten laste van rekeningresultaat.)
0,4 0,3 - 0,4 1 - 0,3 - 0,2 0,4 - 0,2 - 3,6 - 0,2 - 0,1 0,3 - 2,6
Ad. B. Tijdelijke budgetten De vrijval van middelen ten gunste van het jaarrekeningresultaat bij de tijdelijke budgetten van € 2,7 miljoen heeft vooral betrekking op budgetten die afliepen in 2011. Het eerder nemen van lasten Ten opzichte van de jaarrekening 2010 is de vrijval van budgetten ten gunste van het rekeningresultaat aanmerkelijk lager dan in de jaarrekening 2010. Dit is enerzijds het gevolg van de aanpassing van het geraamde bestedingsritme bij de tweede bestuursrapportage en anderzijds met een gewijzigde verantwoording van lasten die voortvloeien uit juridisch afdwingbare verplichtingen. In overleg met de accountant/auditcommissie worden met ingang van 2011 lasten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen eerder genomen, c.q. verantwoord. Uitgangspunt is het voor decentrale overheden geldende stelsel van baten en lasten waarbij niet het betaalmoment, maar het moment van prestatielevering bepalend is voor het jaar waarin de uit de verplichtingen voortvloeiende lasten worden verantwoord. Vanwege deze aanpassing zijn meer lasten ten laste van tijdelijke budgetten verantwoord dan in voorgaande jaren. Ad. C. Overlopende passiva / doeluitkeringen van Rijk Hier is per saldo sprake van een onderbesteding van € 14 miljoen. Bijdragen van derden voor specifieke doelen (bijvoorbeeld doeluitkeringen van het Rijk) moeten als zogenoemde overlopende passiva op de balans verantwoord worden als er sprake is van een terugbetalingsverplichting in het geval van niet volledige besteding. De jaarlijkse baten en lasten die betrekking hebben op deze doeluitkeringen worden via de balans in de exploitatie (in de programma’s) verantwoord. In het najaar bleek dat voor een aantal doeluitkeringen van het Rijk de terugbetalingsplicht is vervallen. Daarmee moesten deze middelen aangemerkt
16
worden als tijdelijke budgetten waarvoor geldt dat de niet bestede gelden vrijvallen, d.w.z. ten gunste komen van het jaarrekeningresultaat. Het betrof met name de doeluitkeringen in programma 9: ISV-I, ISV-II en Stads- en dorpsvernieuwing. In totaal gaat het om een vrijval van € 14 miljoen. Een afzonderlijk voorstel (Aanvalsplan herstructurering Friese woningvoorraad) wordt aan uw Staten voorgelegd om dit bedrag weer in te zetten voor het vervolg van ISV in de periode 2013-2015. Het voorstel tot begrotingswijziging dat hieruit voortvloeit wordt tegelijk met deze jaarstukken ter vaststelling aan uw Staten voorgelegd. Ad. D. Bedrijfsvoeringskosten Per saldo doet zich bij de bedrijfsvoeringkosten een voordeel voor van € 0,9 miljoen. Dit voordeel bestaat uit € 0,4 miljoen aan hogere baten en € 0,5 miljoen aan lagere lasten. De hogere baten zijn het saldo van een hogere dekking van personeelslasten door projecten (€ 0,7 miljoen), de in de begroting opgenomen stelpost onderbesteding apparaatskosten (€ 0,4 miljoen) en een incidentele meevaller in verband met verkoop van meubilair (€ 0,1 miljoen). Bij de begrote lasten is rekening gehouden met de te realiseren bezuiniging in 2011 en met de nominale prijsstijging in verband met CAO-afspraken 2011. Bij de realisatie is de meevaller van € 2,3 miljoen als lagere vorming van de reserve (ver)nieuwbouw provinciehuis meegenomen. Daarnaast zijn er in 2011 enkele overbestedingen geweest in verband met de eerdere verhuizing waaronder extra automatiseringskosten en kosten gerelateerd aan de huisvesting. In 2011 is bij een van de steunpunten asbest verwijderd wat extra kosten van € 125.000 met zich mee heeft gebracht. Ad E. Resultaatbestemming en voorstel ISV Aan Provinciale Staten wordt via het begeleidende statenvoorstel voorgesteld het jaarrekeningresultaat van € 11,1 miljoen toe te voegen aan de vrij aanwendbare reserve (VAR). Zoals hierboven aangegeven wordt in een afzonderlijk statenvoorstel aan uw Staten voorgesteld de vrijvallende middelen ad € 14 miljoen met betrekking tot de ISV aan te wenden voor de ISV-periode2013-2015 (Aanvalsplan herstructurering Friese woningvoorraad). Dit bedrag komt dan ten laste van het begrotingssaldo 2012. Als we rekening houden met deze vrijval, c.q. het weer inzetten van dit bedrag is er uiteindelijk in 2011 sprake van een negatief resultaat van € 2,9 miljoen (= € 11,1 – € 14). Dit bedrag is in lijn met het begrotingssaldo in de 2e bestuursrapportage 2011.
17
2.2 Kerngegevens Per 31 december 2011
x € 1 mln.
Exploitatieomzet (totaal lasten) Boekwaarde investeringen Algemene reserve Overige reserves en voorzieningen Geldleningen o/g Geldleningen u/g Provinciale opcenten Bedragen x 1 mln
669,9 781,5 60,5 350,9 0,1 58,9 83,0
Rekening Rekening Rekening 2006
2007
Rekening
2008
Rekening Rekening
2009
2010
2011
Exploitatie Lasten
380,5
484,3
525,0
570,8
554,9
669,9
Baten
386,6
489,6
525,7
585,2
577,4
681,1
6,1
5,3
0,7
14,4
22,5
11,1
282,6
299,6
368,0
493,9
534,9
781,5
Rekeningresultaat Balanstotaal
Exploitatie 800,0
Euro (x 1 mln)
700,0 600,0 500,0 400,0 300,0 200,0
100,0 0,0
2006
2007
Lasten
2008
2009
Baten
18
2010
2011
2.3 Verloop van de lasten en baten verdeeld naar soorten Lasten per kostensoort
Rekening Bedragen x € 1 mln
Rekening
2010
Overdrachten
*
Begroting
2011
Verschil
2011
Begr. Vs Rek.
251,3
378,2
373,7
4,5
51,1
74,0
49,5
24,4
Afschrijvingslasten
3,8
4,9
4,9
0,0
Rentelasten
6,0
6,7
6,9
-0,2
153,4
118,2
111,5
6,7
9,1
15,0
18,9
-3,9
Goederen en diensten
Vorming van reserves Overige lasten Aan exploitatie toegerekende bedijfsvoeringskosten
** *****
65,7
65,4
66,3
-0,9
Stortingen in voorzieningen/overlopende passiva
***
14,4
7,6
7,9
-0,2
554,9
669,9
639,5
30,4
Totaal
Lasten per soort
x € 1 mln 378,2 400,0 350,0 300,0 250,0 200,0 150,0 100,0 50,0
118,2 74,0
65,4
4,9
6,7
-
19
15,0
7,6
Baten per batensoort
Rekening Bedragen x € 1 mln
2010
Algemene uitkering Provinciefonds
Rekening
Begroting
2011
Verschil
2011
Begr. Vs Rek.
132,6
138,2
138,2
0,0
Opcenten motorrijtuigenbelasting
56,6
57,4
57,7
-0,2
Baten uit dividenden
35,9
45,5
45,4
0,1
Rentebaten
14,6
15,0
18,6
-3,6
3,9
5,5
-28,3
33,9
Overdrachten
*
Goederen en diensten Beschikking over de reserve Overige baten
**
Onttrekkingen aan voorzieningen/overlopende passiva
***
5,3
4,6
3,7
0,8
170,8
138,1
138,0
0,1
1,4
4,9
8,1
3,2-
156,3
304,8
253,7
51,2
-33,0
0,0
577,4
681,1
635,0
Toegevoegd aan OP Totaal
* ** ***
79,1
Overdrachten betreffen bijvoorbeeld subsidies aan of van andere overheden. Tot de overige baten en lasten behoren o.a. administratieve boekingen, belastingen en leges. Overlopende passiva betreffen bijdragen van andere overheden voor specifieke doelen. Voor deze bijdragen geldt een zogenoemde terugbetalingsverplichting in het geval van niet-besteding. De nog te ontvangen of terug te betalen bedragen worden verantwoord op de balans (jaarrekening). De besteding en de daar tegenoverstaande dekking worden in de exploitatie (programma’s) ten laste van deze balansposten verantwoord. Deze systematiek is verplicht op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en gemeenten (BBV). **** Het totaal van de aan de exploitatie en investeringen toegerekende bedrijfsvoeringskosten bedroeg in 2011 € 77,4 mln. Hiervan is € 6,7 mln. toegerekend aan de investeringen, € 5 mln. aan voorzieningen en € 0,2 mln. aan derden. Het resterende bedrag van € 65,4 mln is toegerekend aan de exploitatie (beleidsprogramma's). Zie de paragraaf Bedrijfsvoering voor de samenstelling en toerekening van de bedrijfsvoeringskosten.
20
Baten per soort
x € 1 mln 350,0
304,8 300,0 250,0
200,0 150,0 100,0 50,0
138,2
138,1
57,4
45,5 15,0
5,5
4,6
4,9
0,0 -50,0
-33,0
2.4 Exploitatie per programma
21
2.4 Exploitatie per programma Programma
x € 1 mln.
1. Bestuur en veiligheid 2. Verkeer en vervoer
Baten
Lasten
Onttr.res.
Toev.res.
1
13
0
0
164
208
4
16
3. Wetter
1
4
0
0
4. Milieu
9
26
1
3
61
97
36
20
6
51
41
18
51
66
5
2
5. Lanlik gebiet 6. Economie, recreatie en toerisme 7. Sociaal beleid en zorg 8. Kultuer, taal en ûnderwiis
0
44
5
6
23
16
2
0
10.Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
227
29
44
54
Totaal
543
552
138
118
9. Ruimte en wonen
Exploitatie per programma 250
x € 1 mln
200 150 100 Baten
50
Lasten 0
Onttr.res. Toev.res.
22
3.
Programmaverantwoording
De programmaverantwoording 2011 bestaat uit de rapportage over de realisatie van de programma’s en het overzicht van de algemene dekkingsmiddelen. In dit hoofdstuk zijn de prestaties over 2011 opgenomen (rapportages over doelen en resultaten). De programmaverantwoording biedt per programma en per beleidsveld inzicht in: De mate waarin de doelstellingen zijn gerealiseerd De mate waarin de gewenste resultaten zijn gerealiseerd De gerealiseerde baten en lasten op totaal-programmaniveau en per beleids Het beleidsprogramma is als volgt opgebouwd: Onderdeel A. Algemeen / ‘overall’ programma Het beleidsprogramma begint met een herhaling van de ‘overall’ (meerjarige) programmadoelen uit de Begroting 2011. Deze doelen uit de begroting hebben veelal een meerjarig karakter. In de beleidsprogramma’s wordt aangegeven in hoeverre de realisatie op schema ligt. De doelenrealisatie wordt d.m.v. de stoplichtkleuren in een samenvattende overzichtstabel weergegeven. Deze tabel is een samenvatting van de doelrealisatietabellen van de afzonderlijke beleidsvelden onder B. Zie hieronder. De doelenrealisatie onder A laat in één oogopslag de ‘overall- realisatie’ van het beleidsprogramma zien. Onder de tabel worden op hoofdlijnen bestuurlijk relevante ontwikkelingen, ‘high lights’ en dergelijke vermeld. Onderdeel B. Beleidsvelden De beleidsvelden zijn opgebouwd naar de bekende 3 W-vragen. 1e W-vraag: wat wilden we bereiken? Elke beleidsveld begint met het beleidsdoel uit de begroting (1e W-vraag: Wat wilden we bereiken?). Ook dit doel heeft veelal een meerjarig karakter. De doelrealisatie wordt vervolgens d.m.v. de stoplichtkleuren in een samenvattende overzichtstabel weergegeven. In het bijzonder de kleuren geel en rood worden van een toelichting voorzien. 2e W-vraag : hebben we de gewenste resultaten bereikt? / hebben we gedaan wat we wilden doen? Het antwoord op de 2e W-vraag wordt eveneens via kleurentabel weergegeven. Deze vraag heeft specifiek betrekking op het begrotingsjaar 2011. In de tabel zijn de gewenste resultaten/ activiteiten uit de begroting 2011 opgenomen. In het bijzonder de kleuren geel en rood worden van een toelichting voorzien. Om tot de juiste kleurmarkering te komen, is een aantal vragen beantwoord. Zie onderstaande tabel: e
e
1 W-vraag : liggen we op schema met de doelenrealisatie?
2 W-vraag : hebben we de gewenste resultaten gerealiseerd? / Hebben we gedaan wat we wilden doen?
Geen afwijking. Naar verwachting wordt het doel gerealiseerd.
Het gewenste resultaat zoals geformuleerd in de begroting is gehaald.
Tijd
Geen afwijking, de verwachting is dat het doel binnen de afgesproken tijd is/ wordt gerealiseerd.
Het gewenste resultaat zoals geformuleerd in de begroting is binnen de afgesproken tijd gehaald.
Beleid
Mogelijke verwachte, maar nog geen zekere afwijking in de inhoudelijke doelrealisatie, waardoor het doel waarschijnlijk niet wordt gehaald Mogelijke verwachte, maar nog geen zekere afwijking in doelrealisatie binnen de tijd, waardoor het doel waarschijnlijk later wordt gehaald.
Het gewenste resultaat zoals geformuleerd in de begroting is inhoudelijk niet geheel gehaald.
Beleid
Tijd
Het gewenste resultaat zoals geformuleerd in de begroting is niet geheel op tijd gehaald.
23
e
3 W-vraag : wat heeft het gekost? (realisatie conform budget / onder-/overschrijding?)
T.a.v. het onderdeel geld is er geen afwijking (Overschrijding is kleiner dan10% en kleiner dan € 50.000 en Onderschrijding is kleiner dan 10% en kleiner dan € 50.000). T.a.v. het onderdeel geld is er sprake van onderbesteding (Onderbesteding groter dan 10% en groter dan € 50.000).
e
Beleid
Tijd
e
1 W-vraag : liggen we op schema met de doelenrealisatie?
2 W-vraag : hebben we de gewenste resultaten gerealiseerd? / Hebben we gedaan wat we wilden doen?
Het doel wordt (zo goed als) zeker niet bereikt.
Het voorgenomen gewenste resultaat zoals beschreven in de begroting is inhoudelijk niet gehaald.
Doelrealisatie binnen de gestelde termijn wordt (zo goed als) zeker niet gerealiseerd..
Het voorgenomen gewenste resultaat zoals beschreven in de begroting is niet op tijd gehaald.
e
3 W-vraag : wat heeft het gekost? (realisatie conform budget / onder-/overschrijding?)
T.a.v. het onderdeel geld is er sprake van overbesteding (Overbesteding groter dan 10% en groter dan € 50.000).
3e W-vraag : wat heeft het gekost? In deze tabel worden de gerealiseerde baten en lasten geconfronteerd met de geraamde baten en lasten uit de begroting (na wijziging). De grotere verschillen worden van een toelichting voorzien. In de tabel zijn zogenoemde overlopende passiva opgenomen. Dit betreffen bijdragen van andere overheden voor specifieke doelen. Voor deze bijdragen geldt een zogenoemde terugbetalingsverplichting in het geval van nietbesteding. De nog te ontvangen of terug te betalen bedragen worden verantwoord op de balans (jaarrekening). De besteding en de daar tegenoverstaande dekking worden in de exploitatie (programma’s) ten laste van deze balansposten verantwoord. Tegenover de last staat doorgaans een bate met dezelfde hoogte. Het verantwoorden via de overlopende passiva is verplicht op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en gemeenten (BBV). De werkelijke stand van de betreffende overlopende passiva is terug te vinden in de balans en de toelichting hierop (deel II Jaarrekening 2011. In de tabel worden ook de aan de exploitatie (programma’s) toegerekende bedrijfsvoeringskosten verantwoord. In de paragraaf Bedrijfsvoering wordt de samenstelling en de toerekening van het totaal van de bedrijfsvoeringskosten gepresenteerd. De toerekening is gebaseerd op de inzet van personeel aan programma’s, investeringen en dergelijke. In de tabel is een rij ‘mutatie reserves’ opgenomen. Dit betreft het saldo van onttrekkingen en toevoegingen aan de reserves ten gunste, resp. ten laste van de exploitatie (programma’s). Deze mutaties zijn gebaseerd op eerder vastgesteld beleid, c.q. de financiële spelregels (Nota Uitvoering Begroting 2010). Stortingen in reserves (lasten) betreffen bijv. restantbedragen van tijdelijke budgetten die mee mogen naar het volgende jaar. Onttrekkingen aan reserves (bate) betreffen bijv. de dekking in verband met hogere dan geraamde kosten m.b.t. een tijdelijk budget. De dekking (bate) wordt als het ware naar voren gehaald.
24
3.1 Programma 1. Bestuur en veiligheid
Portefeuillehouders: J.A. Jorritsma en C. Schokker-Strampel
A. Programmarealisatie Wat wilden we bereiken? (beleidsdoelen Begroting 2011) Het scheppen van voorwaarden voor het effectief en efficiënt besturen van de provincie Fryslân en voor een zo groot mogelijk draagvlak onder de inwoners van Fryslân. De doelstellingen van dit programma zijn velerlei. Dit programma bevat onder andere het beleid en de middelen met betrekking tot het functioneren van de bestuursorganen: Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en de Commissaris van de Koningin. Het jaar 2011 zal vooral in het teken staan van een herijking van de bestuurlijke positie van de provincies. Beslissende factoren daarbij zijn de uitkomsten van de commissie Kalden, de positiekeuze van de provincies in IPOverband en de inhoud van het regeerakkoord. Fryslân zal binnen de gegeven mogelijkheden zijn eigen positie kiezen om samen met de Friese gemeenten een bestuurskrachtige en ambitieuze regio te vormen. Dit alles zal leiden tot een heroriëntatie op ons takenpakket en op de wijze waarop wij samenwerken, het Koöperaasjemodel. Het nieuwe profiel van de provincie Fryslân kan alleen worden gerealiseerd indien ook de Friese gemeenten voldoende bestuurskrachtig zijn. Op basis van de in 2010 opnieuw gedefinieerde regierol van de provincie zal in de komende jaren de bestuurskrachtdiscussie worden afgerond. Het doel is in 2014 de discussie over de versterking van de bestuurskracht van de gemeenten af te sluiten. De financiële positie van de Friese gemeenten staat door de financiële crisis en de daarmee samenhangende Rijksbezuinigingen sterk onder druk. Vanuit onze toezichtrol volgen wij deze ontwikkelingen nauwlettend en entameren waar nodig bestuurlijk overleg om te voorkomen dat gemeenten in een artikel 12-situatie terechtkomen. Het beleid zoals neergelegd in de notitie Internationale Contacten (vastgesteld in 2008) zal worden voortgezet. De contacten met Noord-West Duitsland, de Neue Hanze Interregio, worden geïntensiveerd met het oog op het toekomstige cohesiebeleid van de Europese Unie. Het gezamenlijk optrekken lijkt de kans op behoud van Europese Fondsen aanzienlijk te vergroten.
Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? (doelenrealisatie 2011) Beleidsvelden?
Liggen we op schema met de doelenrealisatie?
Hebben we de gewenste resultaten gerealiseerd? / Hebben we gedaan wat we wilden doen?
Wat heeft het gekost? (realisatie conform budget / onder/overschrijding?)
1.1 Provinciale Staten en Statengriffie 1.2 Gedeputeerde Staten 1.3 Ondersteuning van de Commissaris van de Koningin (CdK) in zijn rol als rijksorgaan 1.4 Bestuurskwaliteit gemeenten en interbestuurlijk toezicht 1.5 Herkenbaar en samenwerkend bestuur 1.6 Juridische Zaken/rechtsbescherming Toelichting / relevante ontwikkelingen die zich in 2011 hebben voorgedaan / high lights De bestuurlijke organisatie van de verschillende overheden in Nederland stond 2011 grotendeels in het teken van het opstellen van t een bestuursakkoord tussen Rijk, provincies, gemeenten en de Unie van Waterschappen. Hiermee wordt recht gedaan aan het regeerakkoord, dat uitgaat van een compacte en slagvaardige overheid in de toekomst, met een heldere onderlinge taakverdeling.
25
In 2011 deed zich in onze provincie op bestuurlijk terrein een aantal belangrijke ontwikkelingen voor. Zo ging de gemeente Súdwest Fryslân van start per 1 januari 2011. Daarnaast heeft in 2011 bestuurlijke besluitvorming plaatsgevonden over de voorgenomen herindelingen van De Friese Meren en de opsplitsing van Boarnsterhim. Ook elders in de provincie oriënteren gemeenten zich nadrukkelijk op hun bestuurlijke toekomst. Ze zijn volop met elkaar in gesprek over de gerichte versterking van hun bestuurskracht. In samenhang met de invulling van de provinciale regierol op dit terrein startte de provincie in 2010 met een visievormingstraject over de toekomstige lokaal-bestuurlijke inrichting van Fryslân. Als onderdeel hiervan is door ons de Commissie-Koopmans ingesteld. Op basis van de perspectievenschets, opgenomen in het advies van de commissie, is nader bestuurlijk overleg met gemeenten gevoerd over onze standpuntbepaling ten aanzien van het uitgebrachte advies. Dit heeft medio december 2011 geleid tot vaststelling van onze visie op de lokaal-bestuurlijke inrichting van Noord-Fryslân. De economische crisis en de ontwikkelingen van het rijksbeleid hebben in 2011 zijn weerslag gehad op de financiële positie van de Friese gemeenten. Over het algemeen hebben gemeenten hier goed op geanticipeerd en de bezuinigingstaakstellingen daadkrachtig opgepakt. In 2011 hebben wij als financieel toezichthouder de ontwikkelingen nauwlettend gevolgd. Mmet een aantal gemeenten is bestuurlijk overleg geweest over hun financiële positie. De verwachting is dat de druk op de financiële positie van gemeenten de komende jaren onverminderd zal doorzetten. De korting op de algemene uitkering, de grootschalige overheveling van taken, vermindering van inkomsten (grondexploitatie) en verhogingen van uitgaven (bijstand) zullen veel veerkracht van de gemeentelijke financiën vragen. Met het oog op het toekomstige cohesiebeleid (geld uit Brussel) en de voor ons recentelijk toegankelijk geworden (belangrijke) geldstroom Interreg IV-A zal de focus voor samenwerking vooral komen te liggen op Niedersachsen (de NHI is opgeheven eind 2010). Na 2013 is geld uit Brussel voor de regio geen vanzelfsprekendheid meer. Er wordt een meer thematische en liefst grensoverschrijdende aanpak vereist. Het project Nordconnect van het SNN wordt eind 2013 beëindigd.
Wat heeft het gekost? Exploitatie Bedragen x € 1.000
Baten 1.1 Provinciale Staten en Statengriffie 1.2 Gedeputeerde Staten 1.3 Ondersteuning van de Commissaris van de Koningin in zijn rol als rijksorgaan 1.4 Bestuurskwaliteit gemeenten en interbestuurlijk toezicht 1.5 Herkenbaar en samenwerkend bestuur 1.6 Juridische Zaken/ rechtsbescherming Totaal Baten Lasten 1.1 Provinciale Staten en Statengriffie 1.2 Gedeputeerde Staten 1.3 Ondersteuning van de Commissaris van de Koningin in zijn rol als rijksorgaan 1.4 Bestuurskwaliteit gemeenten en interbestuurlijk toezicht 1.5 Herkenbaar en samenwerkend bestuur 1.6 Juridische Zaken/ rechtsbescherming
Realisatie 2010
Begroting 2011 na wijziging
Rekening 2011
Verschil Begroting/ Rekening
220 238 0
17 22 0
115 2 0
-98 20 0
0
0
0
0
425 171 1.054
385 17 440
354 104 575
30 -87 -135
2.802 8.973 1.010
3.638 4.059 673
3.208 4.125 686
430 -66 -13
584
641
618
23
2.896 661
3.498 687
3.281 685
217 2
26
Realisatie 2010
Bedragen x € 1.000
Totaal Lasten Resultaat voor bestemming
16.927
13.196
12.604
Verschil Begroting/ Rekening 592
-15.872
-12.755
-12.029
-727
113
47
47
0
-15.759
-12.709
-11.982
-727
Mutatie reserve Resultaat na bestemming
Begroting 2011 na wijziging
Rekening 2011
Beleidsvelden 1.1 Provinciale Staten en Statengriffie Wat wilden we bereiken? (beleidsdoel) Het in het kader van duaal bestuur effectief en efficiënt laten functioneren van Provinciale Staten, zowel van het individuele statenlid als van het bestuursorgaan als zodanig.
Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? (doelrealisatie) Beleidsveld
Liggen we op schema met de doelrealisatie?
Hebben we de gewenste resultaten gerealiseerd? / Hebben we gedaan wat we wilden doen?
Wat heeft het gekost? (realisatie conform budget / onder/overschrijding?)
1.1 Provinciale Staten en Statengriffie
Hebben we de gewenste resultaten bereikt / Hebben we gedaan wat we wilden doen? Gewenste resultaten Beleidsveld 1.1 - Provinciale Staten en Statengriffie 1. Inhoudelijke en procesmatige advisering / logistieke organisatie vergaderingen 2. Uitvoering Verordening ondersteuning statenfracties provincie Fryslân 3. Organisatie rond algemene verkiezingscampagne PS Prestatie-indicatoren Onderwerp
Indicator
Besluiten/ingekomen stukken PS
Tijdige afhandeling (binnen 10 dagen na besluitvorming)
Nulmeting
27
Beleid
Tijd
Doelwaarden 2011
Geld
Realisatie 2011
Wat heeft het Beleidsveld gekost? Exploitatie Bedragen x € 1.000
Realisatie 2010
Baten Structurele beleidsprogrammabudgetten Totaal Baten Lasten Structurele beleidsprogrammabudgetten Tijdelijke beleidsprogrammabudgetten Bedrijfsvoeringskosten Totaal Lasten Resultaat voor bestemming
Rekening 2011
Verschil Begroting/ Rekening
220
17
115
-98
220
17
115
-98
2.789
3.057
2.681
376
13
175
128
47
0 2.802
406 3.638
399 3.208
7 430
-2.582
-3.621
-3.093
-528
0
0
0
0
-2.582
-3.621
-3.093
-528
Mutatie reserve Resultaat na bestemming
Begroting 2011 na wijziging
Toelichting Structurele beleidsprogrammabudgetten (lasten) De onderbesteding op de structurele budgetten van dit thema wordt veroorzaakt door een aantal vraaggestuurde budgetten (€ 185.000) die niet zijn benut. Dit betreft budgetten die de Statenfracties kunnen inzetten voor hun werkzaamheden en personele ondersteuning. Er is minder besteed aan directe ondersteuning van PS (€120.000) Dit betreft onder andere studie en opleiding, catering en repro. De reprokosten zijn afgenomen door de invoering van het papierarm werken. Structurele beleidsprogrammabudgetten (baten) Naar aanleiding van de eindafrekening van de subsidies voor Statenfracties hebben de Statenfracties in totaal een bedrag van € 98.000,- terugbetaald aan de provincie, omdat deze bedragen door de Statenfracties niet zijn besteed. Tijdelijke beleidsprogrammabudgetten De onderbesteding op het budget van € 47.000,- betreft het budget voor de Statenverkiezingen en het budget voor het Statencommittee Frysk. Investeringen Bedragen x € 1.000 Afgerekende werken Opgeleverde werken Onderhanden werken Totaal
saldo per 1-12011
Vermeerderingen 0 0 0 0
187 0 0 187
Verminderingen 0 0 0 0
Saldo per 31-122011 187 0 0 187
Toelichting De afgerekende werken betreffen de ICT-voorzieningen voor de nieuwe Staten.
1.2 Gedeputeerde Staten Wat wilden we bereiken? (beleidsdoel) Het effectief en efficiënt laten functioneren van het College van Gedeputeerde Staten, zowel van het individuele lid van Gedeputeerde Staten als van het bestuursorgaan als zodanig.
28
Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? (doelrealisatie) Hoe staat het met de doelstellingen van Thema’s?
Liggen we op schema met de doelrealisatie?
Hebben we de gewenste resultaten gerealiseerd? / Hebben we gedaan wat we wilden doen?
Wat heeft het gekost? (realisatie conform budget / onder/overschrijding?)
1.2 Gedeputeerde Staten
Hebben we de gewenste resultaten bereikt / Hebben we gedaan wat we wilden doen? Gewenste resultaten Beleidsveld 1.2 – Gedeputeerde Staten 1. Goede en efficiënte secretariële ondersteuning aan het college van GS 2. De collegeleden worden ondersteund door bestuursadviseurs Prestatie-indicatoren Onderwerp Kwaliteit stukken Afspraken GS/PS
Beleid
Indicator
Nulmeting
Beslisrijpe stukken in vooroverleg Beantwoording statenvragen op tijd Nakomen toezeggingen Tijdige aanbieding PS-besluitvorming
2010 ( 65%) 2010 ( 75%)
Tijd
Doelwaarden 2011 75% 100%
Geld
Realisatie 2011 75% 50%
Toelichting In de begroting 2011 is bij “afspraken GS/PS”, indicator “beantwoording statenvragen op tijd etc.” een te optimistische inschatting gemaakt van de streefwaarden. In de begroting 2012 zijn deze streefwaarden aangepast (2012 80%, jaarlijks oplopend met 5%). In 2011 zijn er 90 statenvragen gesteld. Daarvan is 50% op tijd beantwoord. Voor 2011 is de streefwaarde dus niet gerealiseerd. In de 2e helft van 2011 is het werkproces verbeterd, hetgeen in het laatste kwartaal van 2011 er toe leidde dat 83% van de statenvragen op tijd beantwoord werd. Deze lijn houden we vast in 2012.
Wat heeft het Beleidsveld gekost? Exploitatie Bedragen x € 1.000 Baten Structurele beleidsprogrammabudgetten Voorzieningen Totaal Baten Lasten Structurele beleidsprogrammabudgetten Tijdelijke beleidsprogrammabudgetten Voorzieningen
Realisatie 2010
Begroting 2011 na wijziging
Rekening 2011
Verschil Begroting/ Rekening
0
22
2
20
237 237
0 22
0 2
0 20
1.685
1.723
1.826
-103
10
31
31
0
5.425
0
0
0
29
Bedragen x € 1.000
Realisatie 2010
Bedrijfsvoeringskosten Totaal Lasten Resultaat voor bestemming Mutatie reserve Resultaat na bestemming
1.853 8.973
Begroting 2011 na wijziging 2.305 4.059
-8.735
Rekening 2011 2.268 4.125
Verschil Begroting/ Rekening 37 -66
-4.037
-4.123
86
0
0
0
0
-8.735
-4.037
-4.123
86
Toelichting In 2011 is het nieuwe college gestart. Hiermee samenhangend is een aantal extra kosten gemaakt voor werkconferenties, studie en opleiding, reis- en verblijfkosten en afscheid van twee gedeputeerden. Hiernaast is er sprake van een overschrijding op uitkeringen oud-leden Gedeputeerde Staten. Dit houdt verband met een strengere betaaldiscipline, waardoor er eenmalig meer kosten ten laste van 2011 zijn gekomen. De totale overschrijding binnen dit beleidsveld wordt binnen programma 1 opgevangen.
1.3 Ondersteuning van de Commissaris van de Koningin in zijn rol als rijksorgaan Wat wilden we bereiken? (beleidsdoel) Een zodanige ondersteuning van de Commissaris van de Koningin opdat deze optimaal inhoud kan geven aan zijn rijkstaken. In zijn rol als rijksorgaan heeft de Commissaris van de Koningin taken namens het Rijk in de provincie. Die taken zijn grotendeels gebaseerd op artikel 182 van de Provinciewet en worden nader uitgewerkt in de Ambtsinstructie voor de Commissaris van de Koningin.
Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? (doelrealisatie) Hoe staat het met de doelstellingen van de Beleidsvelden?
Liggen we op schema met de doelrealisatie?
Hebben we de gewenste resultaten gerealiseerd? / Hebben we gedaan wat we wilden doen?
Wat heeft het gekost? (realisatie conform budget / onder/overschrijding?)
1.3 Ondersteuning van de Commissaris van de Koningin (CdK) in zijn rol als rijksorgaan
Hebben we de gewenste resultaten bereikt / Hebben we gedaan wat we wilden doen? Gewenste resultaten Beleid Tijd Geld Beleidsveld 1.3 - Ondersteuning van de Commissaris van de Koningin (CdK) in zijn rol als rijksorgaan 1. De CvdK voldoet aan de wettelijk gestelde voorschriften in zijn rol als rijksorgaan. Toelichting Voor nadere informatie wordt verwezen naar het afzonderlijke jaarverslag 2011 van de Commissaris van de Koningin.
30
Wat heeft het Beleidsveld gekost? Exploitatie Bedragen x € 1.000 Baten Totaal Baten
Realisatie 2010
Begroting 2011 na wijziging
Rekening 2011
Verschil Begroting/ Rekening
0
0
0
0
314
306
327
-20
Lasten Structurele beleidsprogrammabudgetten Tijdelijke beleidsprogrammabudgetten Bedrijfsvoeringskosten Totaal Lasten
0
35
33
2
697 1.010
332 673
326 686
5 -13
Resultaat voor bestemming
-1.010
-673
-686
13
0
0
0
0
-1.010
-673
-686
13
Mutatie reserve Resultaat na bestemming
1.4 Bestuurskwaliteit gemeenten en interbestuurlijk toezicht Wat wilden we bereiken? (beleidsdoel) Doel is het bevorderen van financieel sterke en bestuurskrachtige Friese gemeenten. In lijn met de opvattingen van de commissie Oosting wordt gestreefd naar een vereenvoudiging van het interbestuurlijk toezicht en het terugdringen van specifiek toezicht. De beoogde vermindering van het toezicht geeft vertrouwen tussen de bestuurslagen en heldere bestuurlijke omgangsvormen. Met het interbestuurlijk toezicht wordt aangesloten bij de democratische controlemogelijkheden van provincies en gemeenten in het kader van het duale stelsel. Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? (doelrealisatie) Beleidsveld
Liggen we op schema met de doelrealisatie?
Hebben we de gewenste resultaten gerealiseerd? / Hebben we gedaan wat we wilden doen?
Wat heeft het gekost? (realisatie conform budget / onder/overschrijding?)
1.4 Bestuurskwaliteit gemeenten en interbestuurlijk toezicht Toelichting De economische crisis en de ontwikkelingen van het Rijksbeleid hebben ertoe geleid dat de financiële positie van gemeenten in 2011 verder onder druk is komen te staan. Door tijdig risico‟s te signaleren en door, zowel ambtelijk als bestuurlijk, in overleg te treden met gemeenten is een bijdrage geleverd aan het gezond houden van de financiële huishouding van gemeenten. De provincie ziet toe op de borging van de kwaliteit van het inliggend lokaal bestuur. In samenhang met de invulling van de provinciale regierol op dit terrein zijn wij in 2010 gestart met een visievormingstraject over de toekomstige lokaal-bestuurlijke inrichting van Fryslân. De Kamermotie-Heijnen daartoe is een bevestiging van dit lopende traject. Als onderdeel van het visietraject heeft de door ons ingestelde CommissieKoopmans medio maart 2011 haar adviesrapport opgeleverd. In de navolgende periode zijn wij met de gemeenten in overleg getreden over de implicaties van dit advies voor een evenwichtige en toekomstbestendige gemeentelijke inrichting van onze provincie. Onze regierol werkt ondersteunend aan het zoeken naar adequate bestuurlijke
31
antwoorden voor het op peil houden van de gemeentelijke bestuurskracht. Hierop van invloed is onder meer ook het proces van decentralisatie van Rijkstaken, dat leidt tot verzwaring van het lokaal-bestuurlijke takenpakket. Deze ontwikkelingen zullen de komende jaren waarschijnlijk uitmonden in gemeentelijke initiatieven tot samenwerking, c.q. herindelingsvoorstellen van onderop. Dit sluit aan op het provinciale beleid om dergelijke initiatieven van onderop te faciliteren. Interbestuurlijk Toezicht (IBT) richt zich op eenvoudig en sober toezicht. Aanvankelijk was de planning dat het IBT op 1 januari 2012 zou ingaan, uiteindelijk is dit uitgesteld tot 1 juli 2012. Op deze datum moet er een ambtelijk en bestuurlijk implementatieplan liggen. Ter voorbereiding hierop zijn er in 2011 twee verkenningsonderzoeken (pilots) gestart met de gemeenten Het Bildt en Achtkarspelen. Hebben we de gewenste resultaten bereikt / Hebben we gedaan wat we wilden doen? Gewenste resultaten Beleidsveld 1.4 - Bestuurskwaliteit gemeenten 1. Op basis van het beleidskader volgen wij actief de financiële ontwikkelingen in de Friese gemeenten en voeren waar nodig daar omtrent overleg met hen. Waar daartoe aanleiding bestaat, zullen wij onze toezichtinstrumenten (preventief toezicht) hanteren 2. Wij volgen en ondersteunen gemeenten actief bij hun processen die gericht zijn op de versterking van de bestuurskracht
Beleid
Tijd
Geld
Toelichting De raden van de gemeenten Skarsterlân, Lemsterland en Gaasterlân-Sleat hebben op 27 april 2011 het herindelingsadvies vastgesteld, met 1 januari 2013 als beoogde ingangsdatum. Wij hebben op basis van dit herindelingsadvies medio juni 2011 onze positieve zienswijze opgesteld. De minister van BZK heeft besloten deze voorgenomen fusie, gelet op de samenhang met de herindelingsprocedure van Boarnsterhim, in behandeling te nemen met 1 januari 2014 als beoogde datum van inwerkingtreding. Tot dit moment blijft het in 2010 ingestelde Arhi-toezicht op deze gemeenten van toepassing. Op 22 november 2011 hebben de raden van Boarnsterhim, Leeuwarden, Heerenveen, Súdwest Fryslân en Skarsterlân het herindelingsontwerp vastgesteld. Hiermee wordt voorzien in de opheffing van de gemeente Boarnsterhim door middel van een herindelingsprocedure. De betrokken gemeenten koersen eveneens op effectuering van de fusie per 1 januari 2014. Vanuit de eigen verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn wij betrokken bij beide hierboven genoemde herindelingstrajecten op gemeentelijk initiatief. De gemeente Boarnsterhim staat als enige gemeente in Fryslân onder preventief toezicht om financiële redenen. De financiële positie van de gemeente is wel aanzienlijk verbeterd, maar nog onvoldoende om voor repressief toezicht in aanmerking te komen. De gemeente heeft voor het jaar 2011 voor de tweede keer een artikel 12 aanvraag ingediend, die heeft geleid tot een aanvullende bijdrage van € 3 miljoen (2010 € 3,56 miljoen). In 2012 zal het ministerie naar verwachting de derde en laatste termijn uitkeren. De gemeenten Boarnsterhim, Leeuwarden en Heerenveen vallen per 22 november 2011 (datum vaststelling herindelingsontwerp) onder het Arhi-toezicht. Met de betrokken gemeenten zijn werkafspraken gemaakt over de feitelijke uitoefening van dit toezicht. De gemeente Súdwest Fryslân stond in 2011 onder preventief toezicht. Reden hiervoor was dat de gemeenteraad na 1 januari 2011 in functie is getreden en het daardoor niet mogelijk was voor deze datum een begroting voor het jaar 2011 vast te stellen. Op 22 maart 2011 is de begroting 2011 door ons goedgekeurd. In 2012 is het repressieve toezicht van toepassing.
32
Wat heeft het Beleidsveld gekost? Exploitatie Bedragen x € 1.000
Realisatie 2010
Baten Totaal Baten Lasten Tijdelijke beleidsprogrammabudgetten Bedrijfsvoeringskosten Totaal Lasten Resultaat voor bestemming Mutatie reserve Resultaat na bestemming
Begroting 2011 na wijziging
Rekening 2011
Verschil Begroting/ Rekening
0
0
0
0
165
167
152
15
419 584
474 641
466 618
8 23
-584
-641
-618
-23
113
47
47
0
-471
-594
-571
-23
1.5 Herkenbaar en samenwerkend bestuur Wat wilden we bereiken? (beleidsdoel) Doel is het versterken van de betekenis en het profiel van de provincie, evenals het versterken van de bestuurlijke partnerschappen ten behoeve van de aanpak van maatschappelijke vraagstukken. Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? (doelrealisatie) Beleidsveld
Liggen we op schema met de doelrealisatie?
Hebben we de gewenste resultaten gerealiseerd? / Hebben we gedaan wat we wilden doen?
Wat heeft het gekost? (realisatie conform budget / onder/overschrijding?)
1.5 Herkenbaar en samenwerkend bestuur Toelichting In 2011 hebben de onderhandelingen om te komen tot een nieuw Bestuursakkoord tussen Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen geresulteerd in het ondertekenen van de Bestuursafspraken 2012-2015. Deze afspraken betreffen de uitgangspunten en het proces om te komen tot een aantal hervormingen, die betrekking hebben op het realiseren van een compacte en slagvaardige overheid en een eenduidige en doelmatige taakverdeling tussen de bestuurslagen. Daarmee wordt het profiel van de provincie Fryslân als middenbestuur versterkt. Het streven van een heldere taakverdeling noopt tot een heroriëntatie op de uitvoering van het provinciale takenpakket. Samen met de Friese gemeenten is en blijft de doelstelling het borgen van Fryslân als bestuurskrachtige en ambitieuze regio. Hebben we de gewenste resultaten bereikt / Hebben we gedaan wat we wilden doen? Gewenste resultaten Beleidsveld 1.5 – Herkenbaar en samenwerkend bestuur 1. Uitvoeren van het uitvoeringsprogramma Bestuursakkoord Rijk-Provincies (o.a. decentralisatie van rijkstaken, bestuurlijke en financiële verhoudingen) 2. Ontwikkelen en uitvoeren strategische agenda‟s met stedelijke netwerken en regio‟s 3. Implementatie van de uitkomsten van de provinciale takendiscussie 4. Voortzetten intensivering van grensoverschrijdende internationale samenwerking
33
Beleid
Tijd
Geld
Gewenste resultaten 5. Het versterken van de Noordelijke lobby in Den Haag en Brussel
Beleid
Tijd
Geld
Toelichting 1.5.1. Uitvoeren van het uitvoeringsprogramma Bestuursakkoord Rijk-Provincies Op 21 december 2011 heeft u besloten in te stemmen met het Bestuursakkoord (onder het aannemen van drie moties), alsmede met het deelakkoord Water. U heeft niet ingestemd met het deelakkoord Natuur en landelijk gebied. Rijk (staatssecretaris Bleker) en provincies zullen in de loop van 2012 het overleg daarover voortzetten. 1.5.2 Ontwikkelen en uitvoeren strategische agenda’s met stedelijke netwerken en regio’s In 2011 zijn, in navolging van de afgesloten samenwerkingsagenda met Leeuwarden, samenwerkingsagenda‟s uitgewerkt met de gemeenten Súdwest Fryslân, Heerenveen en Smallingerland. De reden voor deze agenda‟s is de bovenlokale betekenis van (de grote kernen in) deze gemeenten voor de Friese economie en het voorzieningenniveau. Uitvoering van deze agenda‟s vindt vanaf 2012 plaats. 1.5.3 Implementatie van de uitkomsten van de provinciale takendiscussie Op 16 februari 2011 besloot u de notitie “Een maatpak voor de regisseur” verder vorm te geven met voor ons de opdracht om de keuzes over provinciale taken en activiteiten, na een proces met maatschappelijke en bestuurlijke partners, ter besluitvorming aan u voor te leggen. In het coalitieakkoord „Nije Enerzjy foar Fryslân, Coalitieakkoord 2011-2015‟ hebben wij de hoofdlijnen van het door ons beoogde provinciale takenpakket weergegeven. Bij motie van 2 november 2011 verzocht u om Provinciale Staten te voorzien van een notitie op basis waarvan tot besluitvorming kan worden gekomen. Deze notitie is op 3 februari j.l. aan u toegezonden. Ten aanzien van de Koöperaasjemodel hebben wij ons het afgelopen jaar geconcentreerd op concrete stappen in de praktijk. Zo zijn met de streekagenda‟s stappen vooruit gezet en zijn, zoals bij punt 1.5.2 aangegeven, samenwerkingsagenda‟s met vier grote gemeenten ontwikkeld. Eveneens op 2 november 2011 verzocht u per motie om een notitie waarin het koöperaasjebegrip verder wordt uitgewerkt. Deze notitie krijgt u rond de zomer. 1.5.4 Het voortzetten van de intensivering van grensoverschrijdende internationale samenwerking De internationale samenwerking van de provincie krijgt vooral vorm via tijdelijke projec ten, zoals in Interreg A, (Duits grensgebied) Interreg IV-B Noordzee en Interreg IV-C. De projecten worden uitgevoerd binnen andere beleidsprogramma‟s. Bovendien vragen onderwerpen als minderheidstalen en Waddenzee om een internationale aanpak en dat wordt opgepakt vanuit die relevante beleidsvelden. Een nieuwe nota Internationale contacten is 20 december 2011 door GS vastgesteld; daarin staat een visie en opsomming van alle buitenlandse contacten van de provincie en de lobby. 1.5.5 Het versterken van de Noordelijke lobby in Den Haag en Brussel In 2011 is een aanvang gemaakt met een bredere verankering van de lobby-activiteiten op bestuurlijk- en managementniveau. Steeds wordt de afweging gemaakt of er voor bepaalde onderwerpen het meest effectief gelobbyd kan worden in SNN-verband (bijvoorbeeld voor ruimtelijk-economische dossiers), in IPO-verband, samen met de grote steden/gemeenten in de provincie Fryslân of via een eigen inzet. Een werkbezoek aan Brussel van Provinciale en Gedeputeerde Staten op 23 en 24 november 2011 heeft de urgentie van de lobby benadrukt. Dit zal blijvende aandacht krijgen in de Staten in 2012. Wat heeft het Beleidsveld gekost? Exploitatie Bedragen x € 1.000 Baten Structurele beleidsprogrammabudgetten Totaal Baten Lasten Structurele beleidsprogrammabudgetten Tijdelijke beleidsprogrammabudgetten
Realisatie 2010
Begroting 2011 na wijziging
Rekening 2011
Verschil Begroting/ Rekening
425
385
354
30
425
385
354
30
1.721
1.747
1.622
125
0
44
-21
64
34
Bedragen x € 1.000
Realisatie 2010
Bedrijfsvoeringskosten Totaal Lasten Resultaat voor bestemming Mutatie reserve Resultaat na bestemming
1.175 2.896
Begroting 2011 na wijziging 1.708 3.498
-2.471
Rekening 2011 1.680 3.281
Verschil Begroting/ Rekening 28 217
-3.114
-2.927
-187
0
0
0
0
-2.471
-3.114
-2.927
-187
Toelichting Structurele budgetten Deze onderbesteding wordt veroorzaakt door de post IPO. Het IPO schuift de BTW door naar ons die als baten wordt geboekt. In 2011 is € 86.000 doorgeschoven, begroot was € 60.000. Deze hoeft echter niet uitbetaald te worden aan het IPO, wat echter wel als zodanig bij de lasten is begroot. De begrote lasten zullen bij de 1e berap 2012 uit de Begroting worden gehaald. Tijdelijke budgetten De onderbesteding op de lasten is ontstaan door de niet volledig uitgevoerde formatie-overdracht van de bestuurscommissie SNN. In de begroting is rekening gehouden met de lasten voor een volledig jaar, terwijl de formatie halverwege 2011 is ingevuld. 1.6 Juridische Zaken/rechtsbescherming Wat wilden we bereiken? (beleidsdoel) Doel is een toereikende rechtsbescherming van de Friese burgers tegen besluiten van het provinciaal bestuur. In het verlengde hiervan wordt gestreefd naar een goede borging van de juridische kwaliteit van de provinciale producten. Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? (doelrealisatie) Beleidsveld
Liggen we op schema met de doelrealisatie?
Hebben we de gewenste resultaten gerealiseerd? / Hebben we gedaan wat we wilden doen?
Wat heeft het gekost? (realisatie conform budget / onder/overschrijding?)
1.6 Juridische Zaken/rechtsbescherming
Hebben we de gewenste resultaten bereikt / Hebben we gedaan wat we wilden doen? Gewenste resultaten Beleidsveld 1.6 – Juridische Zaken/rechtsbescherming 1. Toereikende rechtsbescherming Friese burgers 2. Goede borging van de juridische kwaliteit van de provinciale producten
Beleid
Tijd
Geld
Toelichting De provincie is betrokken bij een aantal juridische procedures waarin burgers/bedrijven gebruik maken van de hen toekomende rechtsbescherming. Uiteraard is ook bij de provincie merkbaar dat er sprake is van een toenemende juridisering, met name waar het gaat om grote kwesties die in de Friese samenleving spelen (zoals Centrale As en de REC in Harlingen).
35
Prestatie-indicatoren Onderwerp Rechtsbescherming Afhandeling bezwaarschriften
Indicator
Nulmeting
bezwaarschriften beroepschriften klachten tijdige afhandeling.
135 30 10 95%
Doelwaarden 2011 135 3 10 95%
Realisatie 2011 118 2 10 85%
Toelichting Nadere informatie wordt opgenomen in het jaarverslag 2011 van de commissie voor de bezwaar- en beroepschriften & klachten. Wat heeft het Beleidsveld gekost? Exploitatie Bedragen x € 1.000 Baten Structurele beleidsprogrammabudgetten Overlopende passiva Totaal Baten Lasten Structurele beleidsprogrammabudgetten Overlopende passiva Bedrijfsvoeringskosten Totaal Lasten Resultaat voor bestemming Mutatie reserve Resultaat na bestemming
Realisatie 2010
Begroting 2011 na wijziging
Rekening 2011
Verschil Begroting/ Rekening
4
0
2
-2
167 171
17 17
102 104
-85 -87
251
196
169
27
167 243 661
17 474 687
50 466 685
-33 8 2
-490
-670
-581
-88
0
0
0
0
-490
-670
-581
-88
Toelichting De onderbesteding wordt veroorzaakt door het opheffen van de overlopende passiva post Coördinatie rampenbestrijding Waddenzee. Dit project is beëindigd met een positief saldo van € 52.000 , die niet terugbetaald hoeft te worden. Algemeen In de 2e Berap 2011 is aangegeven dat de juridische procedures rond het Westerbaan-dossier de nodige juridische (advocaats) kosten met zich meebrengen. Het moment waarop deze kosten zich voordoen is en blijft onzeker. In de e 2 Berap is ervoor gekozen om geen extra geld te vragen. In aansluiting hierop kan gemeld worden dat de in 2011 gemaakte kosten binnen het reguliere budget van juridische advisering zijn opgevangen. Indien noodzakelijk zal in de e e 1 of 2 Berap 2012 opnieuw aandacht worden gevraagd voor de kosten die samenhangen met het Westerbaandossier.
36
3.2 Programma 2. Verkeer en vervoer Portefeuillehouders: S. A.E. Poepjes, J.G. Kramer
.
A. Programmarealisatie Wat wilden we bereiken (beleidsdoelen Begroting 2011) In het Provinciaal Verkeer- en Vervoer Plan 2006 (PVVP) is als hoofddoel geformuleerd: het realiseren van een duurzaam verkeer- en vervoersysteem in Fryslân dat: - voldoet aan de verplaatsingsbehoefte van inwoners en bezoekers van Fryslân; - voldoet aan de behoefte om goederen te transporteren; - bijdraagt aan de versterking van de economie; - veilig is; - en de schade aan natuur, landschap en milieu weet te beperken. In het Coalitieakkoord 2007-2011 is het PVVP als uitgangspunt genomen. Dit plan wordt jaarlijks geconcretiseerd in het Uitvoeringsprogramma Verkeer en Vervoer. Wij realiseren ons hoofddoel door het verbeteren van de infrastructuur in Fryslân, het beheren en onderhouden van onze eigen infrastructuur en door te zorgen voor een goed openbaar vervoer. Bovendien scheppen we voorwaarden voor veilig en bewust verkeersgedrag. Samenwerking met Rijk, gemeenten en andere maatschappelijke partijen is daarbij essentieel. Duurzaamheid is een essentieel uitgangspunt voor het verkeer- en vervoersysteem. Ook toekomstige generaties moeten uit de voeten kunnen met de keuzes die wij nu maken. Deze duurzaamheid wordt vormgegeven door het stimuleren van milieuvriendelijke vervoerwijzen, het op een veilige manier aan het verkeer kunnen deelnemen, een overschakeling op duurzame brandstoffen en het beperken van de schade aan de omgeving. De uitvoering van het verkeer- en vervoerbeleid heeft een sterke impuls gekregen door de afspraken over het Regiospecifiek Pakket (RSP). Uitgangspunt voor de dekking van de kosten van het provinciale aandeel in de regionale cofinanciering is het Statenbesluit van 10 februari 2010 over de doorlichting/herprioritering van dit beleidsprogramma.
Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? (doelenrealisatie 2011) Beleidsvelden
Liggen we op schema met de doelenrealisatie?
Hebben we de gewenste resultaten gerealiseerd? / Hebben we gedaan wat we wilden doen?
Wat heeft het gekost? (realisatie conform budget / onder/overschrijding?)
2.1 Planvorming en programmering, bestuurlijke samenwerking 2.2 Verbetering infrastructuur 2.3 Instandhouding provinciale infrastructuur 2.4 Openbaar Vervoer 2.5 Verkeerseducatie en mobiliteitsbeïnvloeding Toelichting / relevante ontwikkelingen die zich in 2011 hebben voorgedaan / high lights In het Uitvoeringsprogramma 2011-2015 hebben wij gekozen voor investeringen in de rondweg Lemmer, in fietsverkeer en verkeersveiligheid. De realisatie van deze investeringen is aan de orde nadat een omvangrijk pakket van bezuinigingen is doorgevoerd. Verder hebben wij gekozen voor een versterkte inzet op het openbaar vervoer om zo het voorzieningenniveau zo veel mogelijk op peil te houden. Het gewijzigde PVVP kon worden vastgesteld, met aangescherpte prioriteiten.
37
De in gang gezette projecten zijn in voorbereiding. De stand van zaken die is weergegeven onder beleidsveld 2.2 laat zien dat er belangrijke stappen zijn gezet. Vermeldenswaard is de positieve uitspraak van de Raad van State in de beroepsprocedure tegen het Provinciaal Inpassingsplan voor de Centrale As en de besluitvorming door Provinciale Staten over het Provinciaal Inpassingsplan voor de N381. In het najaar zijn de gesprekken over de overdracht van het Prinses Margrietkanaal en het afkopen van de financiële regeling voor het Van Harinxmakanaal in een stroomversnelling gekomen. Eind december is ten behoeve hiervan een bestuursovereenkomst getekend, onder voorbehoud van goedkeuring door Provinciale Staten. In januari 2012 hebben Provinciale Staten hiermee ingestemd. De beheerssituatie van busstations is verbeterd, doordat wij deze van de vroegere vervoerder hebben overgenomen.
Wat heeft het programma gekost? Exploitatie Bedragen x € 1.000
Baten 2.1 Planvorming en programmering, bestuurlijke samenwerking 2.2 Verbetering infrastructuur 2.3 Instandhouding provinciale infrastructuur 2.4 Openbaar Vervoer 2.5 Verkeerseducatie en mobiliteitsbeïnvloeding Totaal Baten
Realisatie 2010
Begroting 2011 na wijziging
Rekening 2011
Verschil Begroting / Rekening
6.789
7.035
30.029
-22.994
9.705 8.866
73.505 9.422
75.241 9.358
-1.736 65
39.723 265
48.959 0
49.538 70
-579 -70
65.348
138.921
164.235
-25.314
9.441
10.636
32.947
-22.311
25.719 43.349
106.449 38.162
86.595 37.430
19.854 732
Lasten 2.1 Planvorming en programmering, bestuurlijke samenwerking 2.2 Verbetering infrastructuur 2.3 Instandhouding provinciale infrastructuur 2.4 Openbaar Vervoer 2.5 Verkeerseducatie en mobiliteitsbeïnvloeding Totaal Lasten
40.622 417
50.041 166
50.604 229
-563 -63
119.549
205.453
207.804
-2.351
Resultaat voor bestemming
-54.201
-66.532
-43.569
-22.963
Mutatie reserve
-10.103
9.649
-11.852
21.501
Resultaat na bestemming
-64.304
-56.884
-55.422
-1.462
Toelichting Het gehele programma heeft een onderbesteding van € 1,46 mln. De verdeling over de beleidsvelden is als volgt: onderbesteding op beleidsveld 2.1 van € 0,36 mln., onderbesteding op beleidsveld 2.2 van € 0,41 mln. en een onderbesteding op beleidsveld 2.3 van € 0,67 mln. Op de beleidsvelden 2.4 en 2.5 is een onderbesteding van totaal € 0,02 mln. In de hierna te geven overzichten per beleidsveld is sprake van overlopende passiva. Dit heeft betrekking op de Brede Doel Uitkering Verkeer en Vervoer. Deze wordt zowel verantwoord bij beleidsveld 2.1 Planvorming en programmering, bestuurlijke samenwerking als bij beleidsveld 2.4 Openbaar vervoer en beleidsveld 2.5 Verkeerseducatie en mobiliteitsbeïnvloeding. Een deel van de jaarbijdrage wordt gereserveerd voor bestedingen op een later tijdstip. Het betreft reserveringen voor het openbaar vervoer en infrastructuur. Jaarlijks wordt een verdeelplan opgesteld. Op basis van dit plan worden de middelen gecommitteerd. De realisatie van de projecten kan enkele jaren in beslag nemen. De reserveringen verklaren het verschil op de overlopende passiva bij de beleidsvelden 2.1, 2.4. en 2.5.
38
Om te voldoen aan eerder aangegane verplichtingen zijn in 2011 middelen onttrokken aan de reserve BDU. Het gaat met name om toegezegde bijdragen voor infrastructuurprojecten.
B. Beleidsvelden 2.1 Planvorming en programmering, bestuurlijke samenwerking Wat wilden we bereiken? (beleidsdoel) Actuele beleidskaders en een inzichtelijke planning van de provinciale inspanningen. Uitgangspunt is een externe oriëntatie zodat adequaat ingespeeld kan worden op relevante ontwikkelingen. Daarbij worden ook partners, zoals andere overheden en private partijen, benaderd.
Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? (doelrealisatie) Beleidsveld
Liggen we op schema met de doelenrealisatie?
Hebben we de gewenste resultaten gerealiseerd? / Hebben we gedaan wat we wilden doen?
Wat heeft het gekost? (realisatie conform budget / onder/overschrijding?)
2.1 Planvorming en programmering, bestuurlijke samenwerking Toelichting Verklaring wordt weergegeven onder de financiële tabel
Hebben we de gewenste resultaten bereikt / Hebben we gedaan wat we wilden doen? Gewenste resultaten Beleidsveld 2.1 - Planvorming en programmering, bestuurlijke samenwerking 1. Aanpassing PVVP 2. Jaarlijks uitvoeringsprogramma Verkeer en Vervoer 3. Structurele samenwerking in IPO , SNN en OVVF 4. Samenwerking met het Rijk op basis van de Gebiedsagenda Noord Nederland 5. Ondersteuning gemeentelijke infrastructuur
Beleid
Tijd
Geld
Toelichting 1.Het aangepaste PVVP is op 26 oktober 2011 door PS vastgesteld. 2. Het Uitvoeringsprogramma Verkeer en Vervoer voor 2012 is niet meer in 2011, maar begin 2012 vastgesteld.
Wat heeft het Beleidsveld gekost? Exploitatie Bedragen x € 1.000 Baten Structurele beleidsprogrammabudgetten Tijdelijke beleidsprogrammabudgetten Overlopende passiva Totaal Baten Lasten Structurele beleidsprogrammabudgetten
Realisatie 2010
Begroting 2011 na wijziging
Rekening 2011
Verschil Begroting/ Rekening
708
0
0
0
0
120
0
120
6.080 6.789
6.915 7.035
30.029 30.029
-23.114 -22.994
174
167
177
-10
39
Tijdelijke beleidsprogrammabudgetten Overlopende passiva Bedrijfsvoeringkosten Totaal Lasten
404
Begroting 2011 na wijziging 1.367
6.335 2.528 9.441
Resultaat voor bestemming
Bedragen x € 1.000
Realisatie 2010
Mutatie reserve Resultaat na bestemming
Rekening 2011 599
Verschil Begroting/ Rekening 768
7.189 1.914 10.636
30.289 1.883 32.947
-23.100 31 -22.311
-2.652
-3.601
-2.918
-683
309
525
203
322
-2.343
-3.076
-2.715
-361
Toelichting Tijdelijke budgetten De onderbesteding in 2011 wordt veroorzaakt door vrijval van € 340.000 bij de volgende tijdelijke budgetten: Fietspad Leechlân (€ 80.000), Fryslân Elektrisch Foarút (€ 200.000) en Implementatie vaarwegbeheer Waterwet (€ 60.000). De vrijval voor wat betreft de Waterwet wordt veroorzaakt door kostenbesparing; de vrijval op de andere projecten doordat deze vanwege bestuurlijke afstemming niet op tijd zijn gestart. Zo wordt een deel van het project Elektrisch Foarút niet gerealiseerd. Getracht wordt om dit onderdeel binnen het programma OV-duurzaam alsnog te realiseren. Een en ander is afhankelijk van de aanbestedingsresultaten. Overlopende passiva Verklaring is opgenomen bij algemene gedeelte.
2.2 Verbetering infrastructuur Wat wilden we bereiken? (beleidsdoel) Doel is het provinciale wegennet duurzaam veilig in te richten door het realiseren van de in het PVVP opgenomen projecten. Het gaat deels om relatief kleinschalige verkeersveiligheidsmaatregelen en maatregelen voor het fietsverkeer, het openbaar vervoer en het carpoolen. Daarnaast gaat het ook om het structureel verbeteren van de hoofdwegenstructuur (stroomwegen en gebiedsontsluitingswegen) door middel van projecten als De Centrale As, de N381, de Noordwesttangent en de rondwegen om Franeker en Buitenpost. Voor de rijkswegen vervult de provincie een regierol bij de besluitvorming en bij de voorbereiding. Indien nodig nemen we zelf de voorbereiding of de uitvoering van deze projecten ter hand. Vaak is er sprake van een financiële bijdrage van de provincie. De belangrijkste projecten zijn de Haak om Leeuwarden, de Traverse Harlingen in de N31 en het knooppunt Joure in de A6/A7. De middelen in het kader van het RSP hebben een impuls gegeven aan de uitvoering van deze projecten. Via de zogenoemde gebiedsgewijze samenwerking wordt bijgedragen aan een betere (weg)inrichting van het gemeentelijke wegennet en erftoegangswegen. Ook geeft de provincie verkeerskundig advies aan gemeenten.
Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? (doelrealisatie) Beleidsveld
Liggen we op schema met de doelenrealisatie?
Hebben we de gewenste resultaten gerealiseerd? / Hebben we gedaan wat we wilden doen?
Wat heeft het gekost? (realisatie conform budget / onder/overschrijding?)
2.2 Verbetering infrastructuur Toelichting Van het uit te voeren programma worden vrijwel alle projecten conform planning uitgevoerd, hoewel er onvermijdelijk binnen een dergelijk omvangrijk programma ook kleine afwijkingen zijn opgetreden (vooral met betrekking tot het opleveringsmoment). Deze afwijkingen zijn echter gering en blijven alle binnen de bandbreedte.
40
Hebben we de gewenste resultaten bereikt / Hebben we gedaan wat we wilden doen? Gewenste resultaten Beleidsveld 2.2 - Verbetering infrastructuur 1. Voorbereiding en uitvoering van projecten conform de jaarplanning in Uitvoeringsprogramma Verkeer en Vervoer 2. Versnelde uitvoering van projecten conform Versnellingsagenda
Beleid
Tijd
Geld
Toelichting 1. Van het uit te voeren programma worden vrijwel alle projecten conform planning uitgevoerd. De voortgang van de afzonderlijke projecten is in het navolgende beschreven. 2. Aan de projecten die vanwege de economische crisis versneld uitgevoerd moeten worden, wordt hard gewerkt. Het actieprogramma voor het uniformeren van wegbelijning en het verbeteren van wegbermen komt na interne afstemming in 2012 goed tot uitvoering. Het is lastig gebleken dit initiatief te koppelen aan lopende onderhoudsprojecten. Prestatie-indicatoren Onderwerp De kleine en reguliere projecten uit het PVVP. De majeure infrastructuurprojecten.
Indicator Projecten komen gereed in het jaar dat is gemeld in het meest recente Uitvoeringsprogramma verkeer en vervoer Het gereedkomen en de benoemde tussenstappen vinden plaats in het jaar zoals gemeld in het meest recente Uitvoeringsprogramma verkeer en vervoer
Doelwaarden 2011 Tenminste 90%
Realisatie 2011 Tenminste 90%
Tenminste 90%
Tenminste 90%
Toelichting In zijn algemeenheid lopen de projecten goed. De projecten worden bij de investeringen afzonderlijk toegelicht.
Wat heeft het Beleidsveld gekost? Exploitatie Bedragen x € 1.000 Baten Structurele beleidsprogrammabudgetten Overlopende passiva Reserves Totaal Baten
Realisatie 2010
Begroting 2011 na wijziging
Rekening 2011
Verschil Begroting/ Rekening
0
0
70
-70
9.205 500 9.705
73.505 0 73.505
75.171 0 75.241
-1.666 0 -1.736
3.813
5.235
4.905
329
Lasten Structurele beleidsprogrammabudgetten Tijdelijke beleidsprogrammabudgetten Overlopende passiva Reserves Bedrijfsvoeringkosten Totaal Lasten
9.491
26.739
5.561
21.178
9.205 2.630 580 25.719
73.505 209 761 106.449
75.171 209 749 86.595
-1.666 0 12 19.854
Resultaat voor bestemming
-16.014
-32.944
-11.354
-21.590
-5.404
9.085
-12.093
21.178
-21.418
-23.858
-23.447
-411
Mutatie reserve Resultaat na bestemming
41
Toelichting Structurele budgetten De onderbesteding 2011 wordt veroorzaakt door lagere afschrijvingslasten als gevolg van het lager uitvallen van de projectkosten en het niet hoeven aanwenden van de stelpost afschrijvingslast voor kleine- en reguliere projecten (totaal circa € 330.000). Verder heeft de afrekening van de bewegwijzering plaatsgevonden, wat resulteert in hogere gerealiseerde baten (€ 70.000). Tijdelijke budgetten Voor de Westelijke Invalsweg en voor Drachtsterweg en omstreken vallen de voor 2011 geraamde kosten deels in 2012. Aanbesteding van de Westelijke Invalsweg (aquaduct) is voorzien in kwartaal 2 van 2012. De ruimtelijke procedure voor de verdiepte ligging Drachtsterweg (aquaduct) is overnieuw gedaan. Projecten zijn derhalve nog niet in uitvoering. Verrekening met de gemeente Leeuwarden voor de door haar gemaakte kosten moet nog plaatsvinden. Er is een RSP-bijdrage voorzien aan het project De Haak om Leeuwarden. De Haak heeft voor de gerealiseerde kosten tot en met 2011 voldoende dekking gerealiseerd uit de provinciale bijdrage en middelen van het Rijk. Daardoor is de bijdrage vanuit het RSP nog niet nodig om de reeds gemaakte kosten te financieren. De bijdrage wordt toegevoegd aan de reserve tijdelijke budgetten en wordt ingezet om de verschuiving in de kasstromen binnen hier genoemde projecten op te vangen in de periode t/m 2016. Overlopende passiva Verklaring is opgenomen bij algemene gedeelte. Investeringen Bedragen x € 1.000 Afgerekende werken Opgeleverde werken Onderhanden werken Totaal
saldo per 1-1-2011 Vermeerderingen 6.155 72 11.563 14.958 105.993 49.311 123.711 64.341
Verminderingen -103 26.330 42.247 68.474
Saldo per 31-12-2011 6.330 192 113.057 119.579
Toelichting Afgerekende werken In 2011 zijn de volgende projecten afgerekend: Rhaladyk, Heerenveen-Rottum, Carpoolvoorziening, DearsumScharnegoutum fase1, Hommerts-Jutrijp, Fietspad Metslawier-Engwierum 2de fase, Recreatiegeul Grutte Brekken, Brug Stroobos, Opgeleverde werken In 2011 zijn de volgende werken opgeleverd: OV infrastructuur/Haltevoorzieningen, N359 Tjerkwerd-Parrega, N359 Kruispunt Workum (T-aansluiting Workum), N361 Trynwâlden, Steenendam / Rinsumageest, N392 TerwispelGorredijk, N393 Brug Vrouwbuurtstermolen, Rondweg Buitenpost. Onderhanden werken - Klein- en reguliere projecten N354 Fietssnelweg Sneek – Woudsend De planvorming van het project is in 2009 afgerond. Het beschikbare budget is voldoende om het werk te realiseren. N354 Dearsum – Scharnegoutum fase 2 De herinrichting van de bebouwde kom van Dearsum (N354) wordt, als vervolg op de ovonde bij Nij Kleaster, in het voorjaar van 2012 aanbesteed. Het gehele project komt naar verwachting gereed in 2012; twee jaar later dan gepland. De verlegging van kabels en leidingen en het overleg met nutsbedrijven vormt een moeizaam proces in dit project en is mede veroorzaker van de vertraging. N355 Twijzel (tevens „versnellingsproject‟) Het gemeentebestuur van de gemeente Achtkarspelen stemde in juli 2011 in met de plannen voor Twijzel. Dit „versnellingsproject‟ wordt in 2013 opgeleverd. Dit is een jaar later dan gepland. In de uitvoering wordt een combinatie en afstemming gezocht met andere projecten. Daarbij is aandacht voor het hieruit voortvloeiende complexe systeem van verkeersomleidingen. N356 veiligheid Holwerd (tevens „versnellingsproject‟) Het rotondedeel van het project betrof een zogenaamd versnellingsproject. Deze is in 2011 conform de planning opgeleverd. De rest van de werken met aanpassingen aan de provinciale weg binnen de bebouwde kom van Holwerd, wordt in 2012 conform planning opgeleverd.
42
N392 Rondweg Gorredijk Het project start voor de zomer 2012 en kan naar huidig inzicht binnen het eerder verhoogde projectbudget worden gerealiseerd. Een dreigende langlopende onteigeningsprocedure heeft geleid tot een vertraging van circa. 2,5 jaar. Hierover bent u eerder geïnformeerd. N354 reconstructie aansluiting IJlst (tevens „versnellingsproject‟) De voorbereiding van de Ovonde is afgerond. Het beschikbare budget is voldoende om het werk te realiseren en in 2013 op te leveren. N358 Lutkepost – Augustinusga fase 2 Het project Lutkepost – Augustinusga is sterk versoberd; zo wordt nu een aantal passeerstroken voor landbouwverkeer toegepast. Omdat nieuwe vergunningen nodig zijn, zal naar verwachting het project pas in 2013 kunnen worden gestart. N358 opwaardering Skieding – Uterwei Ingeschat wordt dat de oplevering van dit project in 2014 is, afhankelijk van de grondverwerving. N369 Kootstermolen – Kootstertille De uit te voeren werken, die in samenspraak met de bevolking worden ontwikkeld, worden uitgevoerd in combinatie met het aanbrengen van een nieuwe deklaag (groot onderhoud gepland 2014). Zonder grootschalige sloop is er weinig meer mogelijk dan het “oppoetsen” van de bestaande wegverbinding. Onderzoek heeft uitgewezen dat het veiligheidsniveau de laatste jaren is verbeterd en een kleine verbetering in doorstroming nog tot de mogelijkheden behoort. Gedacht wordt aan een systeem van ontsluitingspaden voor lokaal verkeer, leidend naar veilige oversteken. Binnen het (MPI) programma 2 worden de extra noodzakelijke middelen gedekt. N910 Stroobossertrekweg 2e fase De aanvankelijk geplande innovatieve uitvoering van een (deels) drijvend fietspad kan door mogelijkheden in het kader van de Centrale As eenvoudiger worden uitgevoerd. Dit wordt momenteel uitgewerkt. Realisatie is gepland voor einde 2012. Het beschikbare budget zal voldoende zijn. De zgn. „knip‟ in de Stroobossertrekweg, waarover u eerder bent geïnformeerd, wordt aangelegd wanneer het Noordelijke deel van de Centrale As is gerealiseerd. Als echter voor die tijd blijkt dat de intensiteit op de Stroobossertrekweg hoger wordt dan aanvaardbaar is zal, gaan we eerder tot realisatie over. Financiering vindt plaats ten laste van de middelen voor de Stroobossertrekweg. N928 Opwaardering Woudsend – Balk Conform oorspronkelijke planning wordt dit project in 2011 aanbesteed. De uitvoeringkan in 2012 plaatsvinden. De prognose voor de totale projectkosten, op basis van de huidige scope, komt overeen met de beschikbare middelen. N359 Stroomweg Bolsward – Leeuwarden (tevens versnellingsproject) De voorkeursplannen, die in overleg met de omwonenden zijn opgesteld, worden momenteel uitgewerkt naar een Voorlopig Ontwerp. Op basis daarvan wordt een nieuwe (nauwkeuriger) kostenraming gemaakt. Op dat moment kan bezien worden of alle drie de kruispunten binnen het budget gerealiseerd kunnen worden, of dat er eerst twee kruispunten (Hilaard en Winsum ) aangepakt zullen worden. Uitvoering hiervan kan in 2014 / 2015 plaatsvinden. Financiering van het overblijvende kruispunt Hûns–Leons moet dan binnen MPI-kader worden gevonden. Realisatie zal dan mogelijk later plaatsvinden. N357 Stiens – Holwerd Het gedeelte Stiens-Hallum is in combinatie met het groot onderhoud uitgevoerd in 2011. De overige werken, waaronder een rotonde ten zuiden van Hallum, wordt in combinatie met de herinrichting van de traverse langs Hallum en het kruispunt Doniaweg uitgevoerd in 2012. Aanpassing van het gedeelte Hallum-Holwerd volgt in 2012/2013. We werken dan aan zgn. „vergevingsgezinde bermen‟ (bermen met een verharding) om eenzijdige ongevallen te voorkomen. Op het Noordelijke gedeelte Hallum-Holwerd wordt bekeken of er voor het landbouwverkeer passeerstroken kunnen worden aangelegd om achteropkomend verkeer te laten passeren. - Majeure projecten Rondweg Franeker Eerder is al gemeld dat door een mislukte onteigening de rondweg niet in zijn geheel gerealiseerd kon worden. Het (grootste) gedeelte dat wel kon worden uitgevoerd is medio 2009 opgeleverd en in gebruik genomen. Inmiddels is de grond verworven en kan het laatste gedeelte van de rondweg op korte termijn worden aanbesteed, met oplevering midden 2012. Voor de gevolgschadekosten van de mislukte onteigening is de huisadvocaat van de gemeente aansprakelijk gesteld.
43
N928 Rondweg Woudsend (2e fase) De uitvoering van de werken is in volle gang, maar heeft vertraging ondervonden. De openstelling van de rondweg voor het wegverkeer is nu gepland op 1 mei 2012. Planning einde werk is nu aansluitend, uiterlijk medio 2012. N355 Rondweg Buitenpost Dit project is nagenoeg afgerond, conform planning en binnen budget. N356 Centrale As Op 9 november 2011 is een positieve uitspraak gedaan door de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in de procedure tegen het Provinciaal Inpassingsplan (PIP) De Centrale As. Alle beroepen (ook in het kader van de procedure hogere geluidswaarde) zijn ongegrond verklaard. Daarmee is het PIP onherroepelijk geworden en staat niets de daadwerkelijke realisatie in de weg. Nu de schorsing op de inwerkingtreding van het PIP is opgeheven, zijn de onderhandelingen over de grondverwerving geïntensiveerd opgepakt. Daarbij gaat het om de inzet (in samenhang) van de instrumenten vrijwillige kavelruil / minnelijke verwerving / onteigening. Zodra de gronden in bezit zijn (of er voldoende zicht is op verwerving) starten we met de aanbestedingsprocedure van de uitvoeringscontracten. Het eerste deelproject dat wordt gerealiseerd is projectdeel Zuid 1 – rondweg Garyp (beoogde start 1e kwartaal 2012). In financiële zin is er ten opzichte van het 2e trimester 2011 een aantal positieve ontwikkelingen te noemen. In de eerste plaats is er een subsidie van € 4,9 miljoen toegekend aan het kavelruilproces en landbouwgebonden maatregelen binnen het project De Centrale As. Ook de besluitvorming in het kader van Agenda Netwerk Noord Oost (ANNO), werkt positief voor het financiële risicoprofiel van het project DCA. Op dit moment wordt gewerkt aan voorstellen voor de financiering van de projecten (beloofde plussen) in het kader van de gebiedsontwikkeling DCA. Ondanks bovenstaande positieve ontwikkelingen is de ruimte voor onvoorzien van het project aan de krappe kant. Een van de kansen om deze ruimte te vergroten is een efficiënte marktbenadering en inzet van de markt. N359 Traverse Lemmer Voor de voorkeursoplossing is in totaal circa €37,5 miljoen nodig om de huidige Rondweg te kunnen opwaarderen, inclusief de realisatie van een aquaduct. Voor de realisatie van een aquaduct is €15 miljoen beschikbaar (Statenbesluifebruari 2010). De gemeente Lemsterland heeft € 4 miljoen toegezegd. Eerst moet invulling gegeven zijn aan de structurele bezuiniging die binnen programma 2 gevonden moet worden om eventueel ruimte te kunnen bieden aan de financiering van de Traverse Lemmer. N398 Noordwesttangent Het project Noordwesttangent is aanbesteed en gegund op 31 januari 2011. Het verwachte aanbestedingsresultaat is gehaald. De ontwerpwerkzaamheden zijn grotendeels afgerond, waarna halverwege de maand september de werkzaamheden in het veld zijn gestart. Zowel financiën als planning liggen op koers. N381 Drachten – Drentse grens, inclusief Gebiedsontwikkeling Op 30 november 2011 is het Provinciaal Inpassingsplan (PIP) vastgesteld en daarmee de planologische basis geregeld. Er zijn beroepen ingesteld. Hierdoor kan het tot najaar 2012 duren voordat het plan onherroepelijk wordt. De motie van uw Staten over de aanleg van een verdiepte ligging van de N381 bij Oosterwolde kan financiële consequenties hebben. De kosten van een verdiepte ligging worden geschat op circa €6 tot7 miljoen. Realisatie van dit onderdeel hangt af van of er voldoende aanbestedingsvoordeel wordt geboekt. Medio 2012 hebben we de mogelijkheden voor een verdiepte ligging onderzocht en komen we met een voorstel. Bij de behandeling van het PIP heeft u het concept inrichtingsplan van de gebiedscommissie min of meer als randvoorwaardelijk gesteld voor de aanleg van de weg gesteld. De mogelijkheden om synergie tussen het wegenproject en de gebiedsontwikkeling zijn het grootst als deze zoveel mogelijk in de pas lopen. Voorstel bij de kadernota 2013. Verruiming Prinses Margrietkanaal De bochtaanpassing PM-kanaal-Jeltesleat zal als bijkomend werk worden gerealiseerd. De beschikking hiervoor is door het Rijk afgegeven. Uitvoering vindt in het najaar van 2012 vinden. Voor de tweede fase vaarweg Lemmer-Delfzijl is de opdrachtbrief ontvangen waarin de Rijksbijdrage voor de e planstudiefases door de minister ter beschikking is gesteld. De toegekende Rijksbijdrage wordt bij de 1 Berap 2012 in de begroting verwerkt.
44
PM-kanaal Brug Burgum Naar verwachting zal de minister in het eerste kwartaal van 2012 een realisatie besluit nemen over de brug Burgum en de bijbehorende middelen. Daarna zullen de Staten worden gevraagd een uitvoeringskrediet beschikbaar te stellen. De planning is te starten in 2012 en de uitvoering te combineren met een deelcontract van de Centrale As. PM-kanaal Bruggen Skûlenboarch/Kootstertille Voor de deelprojecten Skûlenboarch en Kootstertille wordt een MER-procedure doorlopen; deze is inhoudelijk afgerond. Door de vertraging in de afhandeling van de bestuurlijke afspraken over fase 2 en het wegvallen van middelen voor de robuuste natte as is er vertraging in het project Skûlenboarch/Kootstertille. Gevolg hiervan is o.a. dat de MER-kosten hoger uitvallen. Dat wordt binnen de beschikbare middelen afgedekt. De besluitvorming over de MER is gepland voor najaar 2012. Aansluitend zal het project grotendeels door middel van een PIP worden geregeld. - Rijksprojecten (rijksinfrastructuur en/of medefinanciering rijk)/RSP A7 Sneek In 2011 zijn de afrondende werkzaamheden uitgevoerd. Het komende halfjaar worden de laatste eindafrekeningen door de aannemers opgesteld. Er zijn nog twee projectdelen, die maken dat het project niet dit jaar kon worden afgerond. Het eerste gaat om het vergroten van de verkeerscapaciteit van de rotonde Tingieterstaat. Het tweede betreft het realiseren van de fietsbrug op de Woudvaartbrug en het weefvak op de Woudvaartbrug. De uitvoering hiervan is gekoppeld aan noodzakelijk onderhoud van de brug in de Rijksweg. A6/A7 Joure In 2011 is door Rijkswaterstaat gewerkt aan de planstudie. Door discussie over de invoering van 130 km/uur heeft Rijkswaterstaat een ontwerpwijziging doorgevoerd, die zowel in tijd als financieel consequenties heeft. Het tijdsverlies is niet meer in te lopen en resulteert in een vertraging van een half jaar tot een jaar. De meerkosten worden door de minister gecompenseerd met een extra bijdrage van € 4 miljoen. In januari 2011 heeft de gemeente Skarsterlân de plannen voor het onderliggende wegennet, in aansluiting op de plannen voor de rijksweg vastgesteld. Naar verwachting zal het Ontwerp-Tracebesluit (OTB) dit voorjaar worden vastgesteld. De planning voor de uitvoering is 2013 – 2015. RSP Heerenveen - Bereikbaarheidspakket Er is duidelijkheid over de te nemen infrastructurele maatregelen om de beoogde ruimtelijk-economische ontwikkeling van Heerenveen als Stad Van Sport te faciliteren. Hier is binnen de RSP afspraken € 36 miljoen beschikbaar. De afspraken over dit pakket zijn beschreven in een principeakkoord tussen Rijkswaterstaat, gemeente en provincie. Harlingen Het project ligt op schema: het OTB-MER is in december 2011 geweest. De kostenraming van het OTB/MER blijft binnen het taakstellende budget. Daarmee is aan de opdracht van Provinciale Staten voldaan zonder concessies te doen aan de scope van het project. De realisatie van het project wordt in overleg met Rijk en gemeente uitgewerkt en georganiseerd. Naar verwachting zal deze medio 2012 via een Realisatieovereenkomst aan de Staten worden voorgelegd. Vooruitlopend op de realisatie zijn twee percelen aangekocht. De onderhandelingen voor de resterende percelen zijn in een vergevorderd stadium. Onteigeningen voor een of meerdere percelen kunnen echter nog niet worden uitgesloten. Haak om Leeuwarden De voorbereiding voor de uitvoering van de Westelijke Invalsweg (WIW) en de Haak om Leeuwarden is in volle gang. In 2011 zijn de contracten voorbereid en is voor een deel van de contracten de aanbestedingsprocedure gestart. In 2011 is ook invulling gegeven aan de totale compensatie van weidevogelareaal voor zowel de Haak om Leeuwarden als de realisatie van Newtonpark en Wiarda. Dit vormt geen belemmering meer voor de verdere uitvoering van de Haak om Leeuwarden. De Leeuwarder onderwijsinstellingen worden betrokken bij de uitvoering van het programma Vrijbaan en de realisatie van de Haak om Leeuwarden. Provincie, Rijkswaterstaat en gemeenten hebben een gezamenlijk manifest getekend, waarin afspraken staan over de mate van hinder tijdens de realisatie van het programma vrijbaan (waaronder de Haak om Leeuwarden). In 2012 is de uitvoering van De Haak in volle gang. RSP Spoorlijn Heerenveen – Groningen In 2011 is hard gewerkt aan het voorbereiden van de aanbesteding van de spoorlijn Heerenveen–Groningen. Naar aanleiding van twee marktconsultaties is de aanbestedingsstrategie opgesteld en de gezamenlijke projectorganisatie van de provincie Groningen en Fryslan geïnstalleerd.
45
In de eerste helft van 2011 heeft deze projectgroep het plan en de strategie verder uitgewerkt. Na de zomervakantie van 2011 zou hierover besluitvorming plaatsvinden. Met het oog daarop is nogmaals de markt geconsulteerd met de vraag of zij nog steeds denkt dat de spoorlijn gerealiseerd kan worden binnen budget, nu de aanpak en het plan verder is uitgewerkt. De markt ziet mogelijkheden, maar heeft wel een aantal voorbehouden gemaakt. Antwoord van de markt is te karakteriseren als “Ja, mits..”. De besluitvorming en de gesprekken met betrokken gemeenten hebben vervolgens geresulteerd in aanvullende vragen die zich met name richten op het te volgen aanbestedingsproces en de inschatting of de lijn na aanleg ook binnen budget te exploiteren en onderhouden is. In de tweede helft van 2011 is vooral aan deze vragen gewerkt. Het antwoord op deze vragen wordt verwacht in 2012. Met deze antwoorden zal in 2012 besluitvorming plaatsvinden over de spoorlijn. RSP LMCA spoorprojecten (Motie Koopmans) Spoortunnel Wolvega. In januari is besloten om een planstudie op te starten voor de spoortunnel Om den Noort. Beschikbare budget is vastgesteld op €12 miljoen, waarvan €10,5 miljoen uit de RSP-middelen overwegveiligheid. De gemeenteraad van Weststellingwerf heeft met een bijdrage van €1,5 miljoen ingestemd. Naar verwachting is de planstudie gereed in maart 2012. Met het ministerie wordt overleg gevoerd over de overdracht van het opdrachtgeverschap van het ministerie Infrastructuur & Milieu naar de provincie Fryslân. Aanpassing spoorkruising Rotstergaastweg Heerenveen Na overleg met de gemeente Heerenveen is in het BO Spoor besloten geen spoortunnel in de Rottumerweg aan te leggen. Hiervoor in de plaats is een onderzoek opgestart naar de verbetering van de overwegveiligheid op de Rotstergaastweg. In het najaar is overeenstemming bereikt over een plan van aanpak voor de planstudie. In 2012 zullen hierover bestuurlijke afspraken gemaakt moeten worden. RSP Spoorlijn Leeuwarden-Zwolle: brug Van Harinxmakanaal (HMK) De studie naar de mogelijkheden om de procestijd van de bediening van de brug te verkorten is afgerond. Op grond van de resultaten is een planstudie opgestart door ProRail, waarin ook gekeken wordt naar bediening van de spoorbrug op afstand (verkeersleidingspost te Groningen). De bediening van de spoorbrug over het Van Harinxmakanaal op het baanvak Leeuwarden–Sneek wordt hierin meegenomen. Begin 2012 is de planstudie gereed. RSP Spoorlijn Leeuwarden – Groningen Over een deel van de maatregelen is in 2011 door de stuurgroep een besluit genomen om deze uit te werken in een voorontwerp. Er is nog discussie over de lengte van de verdubbeling op het baanvak Zuidhorn-Hoogkerk. Hiervoor loopt nader onderzoek. Begin 2012 gereed. Er is een studie gedaan naar de overwegproblematiek. Dit heeft geleid tot een discussie over de aanpak van de overwegen in Leeuwarden en Groningen. Dit heeft geleid tot vervolgstudie. Er is een relatie gelegd met het project Heerenveen-Groningen; dat betreft zowel de bijdrage aan de problematiek als de kostentoerekening. RSP Station Werpsterhoek Geconstateerd is dat dat scope (€ 43,7 mln.) en taakstellend budget (€ 28 mln) niet met elkaar in overeenstemming waren. Om deze met elkaar in overeenstemming te brengen is besloten het ontwerp van het station aan te passen. De provincie is nog met NS en ministerie in overleg over de dienstregeling op Leeuwarden- Zwolle. - Overige projecten Drempelverwijdering Boontjes (de vaarroute van Kornwerderzand naar Harlingen) De uitvoering van dit project leidde afgelopen jaar tot diverse media-aandacht. Samen met het bedrijfsleven streven we een zo snel mogelijke uitvoering na, waarin de provincie de voorbereiding doet inclusief de procedures en het Rijk de daadwerkelijke uitvoering. De huidige planning gaat uit van realisatie in najaar 2012. De oorspronkelijk voorgestelde koppeling van uitvoering aan natuurontwikkeling middels hergebruik van het zand, teneinde een directe „win – win‟ situatie te krijgen, is losgelaten omdat beide trajecten in tijd elkaar te veel negatief beïnvloeden. Met de natuurorganisaties is nu afgesproken dat na de drempelverwijdering een afzonderlijk (natuurbouw)project met hergebruik wordt gerealiseerd. Op dit moment wordt een overschrijding van de planstudiekosten voorzien. De dekking hiervan zal moeten plaatsvinden uit de projectkosten. Naar huidig inzicht zijn de voor uitvoering begrootte projectkosten zoals met het Rijk overeengekomen voldoende. Quick win baggeren Houkesleat De uitvoering is in 2011 afgerond binnen het beschikbare budget.
46
Quick win baggeren Zwaaikom Leeuwarden De uitvoering van de zwaaikom start in het voorjaar van 2012. Het Rijk heeft ingestemd met uitstel van de uitvoeringsperiode tot medio 2012. Quick win baggeren Wiide Greons De uitvoering is in volle gang. Een deel van het vrijkomende bodemmateriaal wordt na bewerking toegepast als funderingsmateriaal in het project Noordwest-tangent. De werkzaamheden worden medio 2012 afgerond. Quick win It Soal bij Workum. Uitvoering is in 2011 afgerond binnen het beschikbare budget.
2.3 Instandhouding provinciale infrastructuur Wat wilden we bereiken? (beleidsdoel) Het onderhouden van de provinciale infrastructuur (wegen en vaarwegen) op een niveau dat in overeenstemming is met de geldende regelgeving en dat in technische zin voldoende is, dat wil zeggen constructief veilig en functioneel. Achterstanden in het onderhoud worden opgeheven.
Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? (doelrealisatie) Beleidsveld
Liggen we op schema met de doelenrealisatie?
Hebben we de gewenste resultaten gerealiseerd? / Hebben we gedaan wat we wilden doen?
Wat heeft het gekost? (realisatie conform budget / onder/overschrijding?)
2.3 Instandhouding provinciale infrastructuur Toelichting Het onderhoud aan de provinciale infrastructuur is volgens plan uitgevoerd. De in 2006 geconstateerde achterstanden zijn ingelopen.
Hebben we de gewenste resultaten bereikt / Hebben we gedaan wat we wilden doen? Gewenste resultaten Beleidsveld 2.3 - Instandhouding provinciale infrastructuur 1. Onderhoud van de provinciale infrastructuur 2. Inlopen van onderhoudsachterstanden 3. Bediening van bruggen en sluizen volgens provinciale besluitvorming en overeenkomsten met derden 4. Beoordeling van verzoeken om ontheffingen en vergunningen o.g.v. (Vaar)wegenverordening
Beleid
Tijd
Geld
Toelichting Ad 1: Het Jaarlijks Terugkerend Onderhoud en het Niet Jaarlijks Terugkerend Onderhoud aan de provinciale infrastructuur werd conform de planning uitgevoerd. Dit betreft onder meer: het asfalt onderhoud, gladheidbestrijding, maaien en hekkelen, markeren en beborden, betonnen en bebakenen, onderhoud van oevers en kunstwerken, baggeren en het depotbeheer. We zijn tevreden over de uitvoering van de gladheidbestrijding. Als één van de weinige overheden wist Fryslân de wegen steeds goed en tijdig stroef te houden en door goed contractbeheer waren er geen strooizouttekorten. Ad. 2: In de Kaderbrief 2007 is voor achterstallig groot onderhoud en rehabilitatie over de periode van 2006 t/m 2011 een bedrag van € 1,4 miljoen opgenomen. Het inlopen van de in 2006 geconstateerde achterstand in het groot onderhoud en rehabilitatie is in 2011 afgerond. Voor het verstalen van houten brugdekken is voor de periode 2006 t/m 2011 een tijdelijk budget van € 2 miljoen beschikbaar gesteld. Ook dit project werd in 2011 afgerond.
47
Ad 3) Optimale bereikbaarheid voor weg- en vaarwegverkeer door brug- en sluisbediening. Het bedienen van bruggen en sluizen conform provinciale besluitvorming en overeenkomsten met derden. Door efficiënte bediening van bruggen is de wachttijd voor de scheepvaart en het wegverkeer zo kort mogelijk gehouden. Bij sommige plaatsen is een zogenaamde spitspauze van kracht. Hiermee wordt de doorstroming van het wegverkeer tijdens de spits bevorderd. De provincie wil onder de noemer 'Grenzeloos Varen' de spertijden van de bruggen en sluizen afschaffen om Fryslân aantrekkelijk te maken en te houden voor de watersport. Hiertoe is de visie brug en sluisbediening tot stand gekomen, die verder wordt uitgewerkt. Ad 4) In 2011 kwamen er 246 verzoeken om ontheffing binnen m.b.t. de Wegenverordening provincie Fryslân en 184 Verzoeken m.b.t. de Vaarwegenverordening Friesland
Wat heeft het Beleidsveld gekost? Exploitatie Bedragen x € 1.000 Baten Structurele beleidsprogrammabudgetten Tijdelijke beleidsprogrammabudgetten Voorzieningen Totaal Baten Lasten Structurele beleidsprogrammabudgetten Tijdelijke beleidsprogrammabudgetten Voorzieningen Bedrijfsvoeringskosten Totaal Lasten Resultaat voor bestemming Mutatie reserve Resultaat na bestemming
Realisatie 2010
Begroting 2011 na wijziging
Rekening 2011
Verschil Begroting/ Rekening
2.146
2.783
2.721
62
14
41
75
-34
6.706 8.866
6.598 9.422
6.562 9.358
37 65
17.741
13.982
13.509
473
2.139
869
936
-66
6.714 16.756 43.349
6.598 16.713 38.162
6.562 16.424 37.430
37 288 732
-34.483
-28.740
-28.072
-668
-5.038
339
339
0
-39.521
-28.401
-27.734
-668
Toelichting Structurele budgetten De onderbesteding in 2011 (€ 473.000 - € 62.000 = € 410.000 ) wordt veroorzaakt door de volgende zaken: Vanwege de strenge winter 2010/2011 is er een overschrijding van € 450.000 op het onderdeel gladheidbestrijding. Deze kosten zijn gemaakt voor zowel het uitvoeren van het strooien als de inkoop van strooizout. Voor de gladheidbestrijding is er een budget beschikbaar van € 720.000 en dat is gebaseerd op een meerjaarlijks gemiddelde. Evident is dat de winter 2010/2011 aanmerkelijk boven dit gemiddelde uitsprong. Verder is er voor circa € 80.000 meer aan onderhoud besteed en hebben we voor circa € 60.000 hogere stortopbrengsten (klasse 2 depots). De jaarlijkse bijdrage aan het Grootscheepsvaarwater (provinciale aandeel in de personele kosten) viel circa € 1 miljoen lager uit dan begroot. Dit is het gevolg van een verschuiving van de specifieke toerekening van GSVW naar de algemene bedrijfsvoeringskosten. Deze laatste wordt verdeeld over alle programma‟s. In feite is deze verschuiving budgettair neutraal voor de provincie. Tijdelijke budgetten De overschrijding in 2011 (€ 32.000) wordt enerzijds veroorzaakt doordat er meer is besteed aan het project verdiepen provinciale Vaarwegen. Deze overschrijding kan verrekend worden met het onderbesteding op deze
48
werkzaamheden bij de structurele budgetten. Anderzijds is er vrijval op het tijdelijke krediet verstalen brugdekken. Beide zijn in 2011 afgerond. Het resterende verschil zit bij het onderdeel Bedrijfsvoeringskosten wat elders wordt toegelicht. Investeringen Bedragen x € 1.000 Afgerekende werken Opgeleverde werken Onderhanden werken Totaal
saldo per 1-1-2011 Vermeerderingen 0 0 0 0 811 245 811 245
Verminderingen 0 0 0 0
Saldo per 31-12-2011
0 0 1.056 1.056
Toelichting Onderhanden projecten Voor het vervangen of renoveren van de provinciale kunstwerken is voor de komende 20 jaar een bedrag van € 8 miljoen in de provinciale begroting opgenomen. Voor deze middelen werken we met een vijfjaren programma wat jaarlijks wordt geactualiseerd. De geplande werkzaamheden liggen op schema. Balanspost voorzieningen Overzicht en verloop voorziening x € 1.000 V. Onderhoud GSVW
Saldo per 1-1-2011
Toevoeging
1.131
6.562
Aanwending 7.192
Saldo per 31-12-2011 501
2.4 Openbaar Vervoer Wat wilden we bereiken? (beleidsdoel) Primair doel is het openbaar vervoer zo goed mogelijk af te stemmen op de behoefte van de reizigers. Elke stad en elk dorp in Fryslân is dagelijks bereikbaar via een vorm van openbaar vervoer. Hierbij worden de conclusies en aanbevelingen van de Noordelijke Rekenkamer naar aanleiding van het onderzoek naar de aanbesteding van het openbaar vervoer betrokken. Dat geldt ook voor de evaluatie van het PVVP. Een ander doel is het bevorderen van het gebruik van duurzame brandstoffen in het openbaar vervoer. De kwaliteit van haltevoorzieningen en busstations wordt verbeterd. Dit betreft onder meer de toegankelijkheid, voorzieningen als fietsenstallingen, maar ook dynamische reisinformatie. Deze voorzieningen dragen bij aan een positief imago van het openbaar vervoer. Het openbaar vervoer wordt verbeterd, vooral op de „sterke relaties‟, zoals het regionale spoor. Dankzij de middelen in het kader van het RSP kunnen de volgende projecten gerealiseerd worden: spoorproject Leeuwarden – Groningen, spoorproject Heerenveen – Groningen, station Werpsterhoek en capaciteitsvergroting en overwegveiligheid op het spoortraject Leeuwarden – Zwolle. Daarnaast wordt de betrouwbaarheid van de dienstregeling voor het traject Leeuwarden – Harlingen vergroot door de aanleg van extra wissels in Dronrijp en Franeker.
Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? (doelrealisatie) Beleidsvelden
Liggen we op schema met de doelenrealisatie?
2.4 Openbaar Vervoer (OV) Toelichting - visie omtrent halte- en stationsvoorzieningen
49
Hebben we de gewenste resultaten gerealiseerd? / Hebben we gedaan wat we wilden doen?
Wat heeft het gekost? (realisatie conform budget / onder/overschrijding?)
Hebben we de gewenste resultaten bereikt / Hebben we gedaan wat we wilden doen? Gewenste resultaten Beleidsveld 2.4 – Openbaar Vervoer (OV) 1. Onderzoek naar duurzame brandstof en benodigde infrastructuur voor Friese OV 2. Invoering van OV chip op regionale treinen en omzetten papieren abonnementen op OV chip 3. Invoering van informatiesysteem op basis van OV chip 4. Pilot voor combinatie OV en doelgroepenvervoer (WMO) 5. Plan van aanpak voor verbetering uitstraling en voorzieningenniveau van haltes en busstations incl. reisinformatie systeem 6. Voorbereiding aanbesteding OV in Noord en Zuidwest Fryslân 7. Gunning Qliner 315 8. Oplossen eigendomssituatie busstations
Beleid
Tijd
Geld
Toelichting Ad 4) Pilot voor combinatie OV en doelgroepenvervoer (WMO) De pilot is nog niet gestart. Er konden nog geen concrete afspraken worden gemaakt om WMO en IOV vervoer daadwerkelijk te combineren. Aanbestedingsprocedures liepen niet parallel en daar waar aanbestedingsprocedures wel parallel liepen, bleek samenvoeging vragen op te roepen die niet tijdig beantwoord konden worden. Wel is er ruimte geschapen om na gunning met alle betrokkenen een pilot uit te werken. Verder zijn met verschillende gemeenten (Sudwest Fryslân, ANNO, Noordwest Fryslân) gesprekken gevoerd of aanbestedingsprocedures gelijk geschakeld konden worden. In aanbestedingstermijnen wordt rekening gehouden met mogelijke samenwerking. Dit leidt vooralsnog niet tot concrete pilots. Daarnaast is in de OV-aanbesteding ruimte gemaakt voor pilots met een combinatie van OV en doelgroepen vervoer en pilots kleinschalig vervoer in het landelijk gebied. De concrete mogelijkheden voor een pilot in Ferwerderadiel worden verkend. Als de laatstgenoemde pilot doorgang vindt, start deze halverwege 2012. Ad 5) Plan van aanpak voor verbetering uitstraling en voorzieningenniveau van haltes en busstations inclusief reisinformatiesysteem Er is nog geen start gemaakt met de aanbesteding van de provinciale haltevoorzieningen. Dit staat gepland voor 2012, net als het beleid voor reisinformatie. In 2011 is de scope van het project helder geworden, maar een daadwerkelijk plan van aanpak voor een aanbesteding is niet gemaakt. Wel zijn bij de aanbesteding een aantal busstations en de haltepalen in bezit van de provincie gekomen. Daarnaast is een start gemaakt met het verbeteren van de busstations. Ook zal de reisinformatie verbeterd worden door het toepassen van QR-code (soort streepjescode) met daaraan gekoppeld actuele, dynamische reisinformatie. Ad 8) Oplossen eigendomssituatie busstations Eind december heeft de provincie de busstations Leeuwarden, Heerenveen, Sneek, Dokkum en Oosterwolde overgenomen van Arriva. Hiermee is er een level playing field gecreëerd voor de inschrijvers voor de nieuwe aanbesteding van de concessie Noord-Zuidwest Fryslân en stad Leeuwarden.
Wat heeft het Beleidsveld gekost? Exploitatie Bedragen x € 1.000 Baten Structurele beleidsprogrammabudgetten Overlopende passiva Totaal Baten Lasten Structurele beleidsprogrammabudgetten Tijdelijke beleidsprogrammabudgetten Overlopende passiva
Realisatie 2010
Begroting 2011 na wijziging
Rekening 2011
Verschil Begroting/ Rekening
0
0
2
-2
39.723 39.723
48.959 48.959
49.536 49.538
-577 -579
71
37
37
0
-12
0
-1
1
39.864
49.241
49.818
-577
50
Bedragen x € 1.000
Realisatie 2010
Bedrijfsvoeringskosten Totaal Lasten Resultaat voor bestemming Mutatie reserve Resultaat na bestemming
700 40.622
Begroting 2011 na wijziging 763 50.041
-900
Rekening 2011 750 50.604
Verschil Begroting/ Rekening 12 -563
-1.082
-1.066
-16
31
-300
-300
0
-869
-1.382
-1.366
-16
Toelichting Overlopende passiva Verklaring is opgenomen bij algemene gedeelte. Investeringen Bedragen x € 1.000 Afgerekende werken Opgeleverde werken Onderhanden werken Totaal
saldo per 1-12011
Vermeerderingen 0 0 0 0
1.260 0 0 1.260
Verminderingen 60 0 0 60
Saldo per 31-122011 1.200 0 0 1.200
Toelichting Afgerekende projecten Aankoop busstations (OV-duurzaam) Onderhanden projecten Elektrische bussen Schier (OV-duurzaam) Bij de nieuwe aanbesteding N-ZW Fryslân, Leeuwarden en Schiermonnikoog wil de provincie op Schiermonnikoog elektrische bussen laten rijden. Deze bussen worden gefinancierd vanuit programma duurzaam OV. De provincie verzorgt de aanbesteding en wordt eigenaar van de elektrische bussen. Er is rekening gehouden met de levensduur van het interieur en batterijen. (Refurbishment) Elektrische buurtbus (OV-duurzaam) In samenwerking met verschillende partijen (gemeente, zorginstellingen, plaatselijke belang etc.) probeert de provincie om de buurtbus in Ferwerderadiel te herintroduceren. Inzet is dat project wordt gedraaid met vrijwilligers en dat het benodigde materiaal door de provincie beschikbaar wordt gesteld. Verbetering busstations (OV-duurzaam) In december 2011 is de provincie eigenaar geworden van vijf busstations (Heerenveen, Leeuwarden, Sneek, Dokkum en Oosterwolde). Aangezien de busstations voor een groot deel het gezicht bepalen van het OV in Fryslân, is een goede uitstraling belangrijk. Momenteel laat dit te wensen over en met dit project willen we de busstations weer opwaarderen tot kwalitatieve goede wachtlocaties. Aardgasvulpunten (OV-duurzaam) Bij de nieuwe aanbesteding N-ZW Fryslân, Leeuwarden en Schiermonnikoog heeft de provincie het rijden op groen gas als optie benoemd. Als deze optie wordt gekozen, is de provincie verantwoordelijk voor de aanleg van de benodigde vulstations voor groen gas.
2.5 Verkeerseducatie en mobiliteitsbeïnvloeding Wat wilden we bereiken? (beleidsdoel) Het stimuleren van de bewustwording van weggebruikers over risico‟s in het verkeer. Het is namelijk van belang dat weggebruikers weten hoe om te gaan met deze risico‟s en hoe zij hun gedrag kunnen aanpassen aan de verkeerssituatie. Uiteindelijk bepalen de gebruikers de veiligheid van het verkeer. Ook bepalen zij in welke mate gebruik wordt gemaakt van milieuvriendelijk vervoer. Daarnaast is het van belang dat de inwoners van Fryslân op de hoogte zijn van de beschikbare voorzieningen op het gebied van fietsen, openbaar vervoer en carpoolen.
51
Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? (doelrealisatie) Beleidsveld
Liggen we op schema met de doelenrealisatie?
Hebben we de gewenste resultaten gerealiseerd? / Hebben we gedaan wat we wilden doen?
Wat heeft het gekost? (realisatie conform budget / onder/overschrijding?)
2.5 Verkeerseducatie en mobiliteitsbeïnvloeding Toelichting Evenals vorig jaar vielen er in 2011 23 verkeersdoden te betreuren. Het aantal ernstig gewonden is nog niet bekend. Nationaal wordt aandacht gevraagd voor de (oudere) fietser, Fryslân volgt deze ontwikkelingen nauwgezet. In 2011 heeft de Friese Fietsschool nader vorm en inhoud gekregen. Fietsvaardigheid op de (elektrische) fiets zal een speerpunt blijven.
Hebben we de gewenste resultaten bereikt / Hebben we gedaan wat we wilden doen? Gewenste resultaten Beleidsveld 2.5 - Verkeerseducatie en mobiliteitsbeïnvloeding 1. Voorlichting aan verkeersdeelnemers door het deelnemen aan de landelijke Campagnekalender (met een regionale component) 2. Extra aandacht voor categorieën beginnende verkeersdeelnemers 3. Extra aandacht voor ouderen in het verkeer 4. Extra aandacht voor alcohol,medicijnen en drugs in het verkeer 5. Benadrukken van Veilige Snelheden 6. Betrekken van nieuwe samenwerkingspartners op het bied van veiligheid
Beleid
Tijd
Geld
Toelichting Ad 2. Het aantal deelnemers aan Trials is achtergebleven bij de verwachting. Een aantal bijeenkomsten is niet doorgegaan, onder andere wegens onvoldoende deelname. Hierbij speelt een rol dat het wervingsmateriaal na een aantal succesvolle jaren zijn kracht en glans verloren heeft. Het wervingspakket is hierom inmiddels vernieuwd. Ad 3. Ook het aantal deelnemers aan de Rijvaardigheidsdag Senioren is achtergebleven bij de verwachting. Enerzijds komt dit omdat een aantal bijeenkomsten niet doorgegaan is. Ook speelt een rol dat slechts een beperkt aantal gemeenten het initiatief tot een dergelijke dag neemt. Hiervan zijn de organisatoren afhankelijk. De achterblijvende deelname is aanleiding geweest om het aanbod te saneren en meer aandacht te schenken aan de kostprijs voor de consument en de wervingsmethoden. Prestatie-indicatoren Onderwerp Permanente verkeerseducatie; aandacht voor jongeren Permanente verkeerseducatie; aandacht voor jonge automobilisten Permanente verkeerseducatie; aandacht jonge automobilisten en alcohol Permanente verkeerseducatie; aandacht jonge automobilisten, alcohol en drugs Permanente verkeerseducatie; ouderen Voorlichting; campagnevoering
Indicator Aantal scholen met het verkeersveiligheidlabel Aantal deelnemers Trials Aantal deelnemers Alcoholvrij op weg Aantal evenementen Responsible Young Drivers Aantal deelnemers Rijvaardigheidsdag Senioren Aantal wisselingen van de uitingen op mottoborden
52
Doelwaarden 2011 130 400
Realisatie 2011 110 en 20 in traject 300
80
80
18
18
475
180
6
6
Wat heeft het Beleidsveld gekost? Exploitatie Bedragen x € 1.000
Realisatie 2010
Baten Overlopende passiva Totaal Baten
Begroting 2011 na wijziging
Rekening 2011
Verschil Begroting/ Rekening
265 265
0 0
70 70
-70 -70
Lasten Structurele beleidsprogrammabudgetten Overlopende passiva Bedrijfsvoeringskosten Totaal Lasten
7
8
4
4
265 145 417
0 158 166
70 155 229
-70 3 -63
Resultaat voor bestemming
-152
-166
-159
-7
0
0
0
0
-152
-166
-159
-7
Mutatie reserve Resultaat na bestemming Toelichting Overlopende passiva Verklaring is opgenomen bij algemene gedeelte.
53
54
3.3 Programma 3. Wetter
Portefúljehâlders: C. Schokker-Strampel en J.H.J. Konst
A. Programmarealisaasje Wat woene wy berikke? (beliedsdoelen Begrutting 2011) It hawwen en hâlden fan in feilige en bewenbere provinsje en it yn stân hâlden en fersterkjen fan sûne en fearkrêftige wettersystemen dy‟t in duorsum gebrûk bliuwend garandearje. It giet dêrby om wettersystemen, wêrby´t ekonomyske en ekologyske ûntwikkelings mei-inoar yn lykwicht binne. Wy hawwe op it mêd fan de wetterhúshâlding wetlik in regissearjende rol. It giet dêrby om it fêststellen fan it beliedsramt foar it wetterbehear, it tafersjoch op de wetterbehearders en de organisaasje fan it wetterbehear yn de provinsje. Mei de ynset fan provinsjale middels kin ús regissearjende rol stal jûn wurde. Mei it twadde Wetterhúshâldingsplan (fan 2000) is oan dy rol foarm en ynhâld jûn troch op de takomst rjochte belied út te setten om sa op ‟e tiid klear te wêzen foar de heger wurdende seespegel, de klimaatferoaring en it grûnsakjen. Dêr hawwe wy op fuortbreide en, yn nau oparbeidzjen mei Wetterskip Fryslân, it wetterbelied foar de kommende jierren beskreaun foar de trije beliedsfjilden: wetterfeiligens, genôch wetter en skjin wetter. Dy yndieling is ek de basis foar de opset fan it haadstik „Wetter‟ yn de begrutting. De begrutting 2010 wie basearre op it ûntwerp fan it tredde Wetterhúshâldingsplan (WHP3). It yn novimber 2009 fêststelde definitive plan wurket troch yn de begrutting 2011. De koers dy‟t de ôfrûne jierren yn it wetterbelied ynset is en dy‟t no trochlutsen is nei it tredde Wetterhúshâldingplan, past yn de ramten fan it Koersdokumint sa‟t dat nei de Steateferkiezings yn 2007 fêststeld is, benammen duorsumens en kwaliteit fan de romte. Yn de haaddoelstelling fan it belied komt de duorsumens ta utering, wylst dat begryp foar de trije beliedsfjilden útwurke is, en wurde sil by de útfiering fan maatregels. Foarbylden binne it ûntwikkeljen fan belied foar de takomstige ôfwettering fan Fryslân, dêr‟t sjoen is nei in tiidslimyt fan 50 oant 100 jier, it ûndersyk nei boarnen foar it duorsum winnen fan drinkwetter en it útgongspunt dat it wurkjen oan wâlen en kaaidiken foldwaan moat oan de easken fan bygelyks it ynpassen yn it lânskip. Fierder is by de trije beliedsfjilden fan wetter omtinken foar ynnovative techniken en oplossings. Belied yn plannen is lykwols net genôch; der moat ek wat dien wurde! By it útfieren fan dat belied hawwe de neikommende begripen in foaroanplak: gebietsrjochte wurkje, wurk mei wurk meitsje, de skeppe yn „e grûn en duorsum, ynnovatyf en moai. Dat moat derta liede dat wy yn ús provinsje „Wiis mei Wetter‟ binne: wiis om‟t wy ferstân fan wetter hawwe en wiis om‟t wy genietsje fan de kwaliteiten fan wetter yn de wrâld om ús hinne dêr„t wy mei safolle nocht yn libje. It útfieren fan it wetterbelied is oan de wetterbehearders. Mei Wetterskip Fryslân wurde alle jierren ôfspraken makke en fêstlein yn it Útfieringsprogramma Wetterbehear yn Fryslân. Wy freegje de behearders om ús de ynformaasje te jaan dy‟t fanneden is, sadat wy it Ryk en Provinsjale Steaten ferslach útbringe kinne oer hoe„t it troch de provinsje fêststelde belied yn de praktyk stal krijt.
Hawwe wy berikt wat wy berikke woene? (realisaasje doelen 2011) Beliedsfjilden
Lizze wy op skema mei de realisaasje fan de doelen?
3.1 Wetterfeiligens 3.2 Genôch wetter 3.3 Skjin wetter
Hawwe wy de ferlange resultaten realisearre / Hawwe wy dien wat wy dwaan woene?
Wat hat it koste? (realisaasje neffens budzjet / ûnder/oerbesteging?)
Taljochting / relevante ûntjouwings yn 2011 / high lights Yn „e maitiid fan 2011 binne mei it opstellen fan it Bestjoersakkoart Wetter in tal wichtige feroarings foar it beliedsfjild Wetter ôfpraat. Oer it generaal binne wy tefreden mei it akkoart: de provinsje hâldt in wichtige rol by it stellen fan ramten en noarmen foar it wetterbehear en by it tafersjoch op de wetterbehearders. De doelen foar it wetterbehear binne yn WHP3 formulearre foar de perioade fan 6 jier (2010-2015). Ienris yn de trije jier bringe wy, yn oparbeidzjen mei Wetterskip Fryslân, de tastân fan it wettersysteem yn byld (yntegrale
55
wettersysteemrapportaazje). Dat sil yn 2012 ek wer it gefal wêze. Dan sille wy ek besykje om in byld te jaan fan wat oan doelen berikt is. Alhoewol‟t der soargen binne oer de gefolgen fan de ryksbesunigings op jild foar de natuer, binne der op dit stuit gjin sinjalen dat it net goed komme sil mei de realisaasje fan doelen (útsein de bestriding fan de ferdroeging yn natuergebieten, mar dat is noch net rjocht dúdlik): mei it fangen fan de wetterkninen giet it tigel goed. De doelwearde foar 2011 is rom helle. Mei 0,19 fangsten yn „e oere yn 2011 is it doel fan 0,25 fangsten yn „e oere (yn 2013) no al helle. Dat fangstnivo wolle wy fêsthâlde; yn grutte dielen fan Fryslân leit it persintaazje fan realisaasje fan doelen heech (mear as 80%). Meastentiids giet dat om gebieten dy„t foar lânbou brûkt wurde. Yn gebieten mei in natuerfunksje leit de realisaasje fan doelen meastentiids leger (minder as 70%); troch de Ryksbesunigings op de natuer binne de maatregels om it ferdroegjen fan ferskate natuergebieten yn Fryslân te kearen yn 2011 wat ynsakke. Wy koene lykwols noch in pear projekten útfiere, lykas de Âlde Feanen en it Fochteloërfean. Lânynrjochting is dêrby de suksesfaktor; foar it heljen fan de wetterkwaliteitsdoelen fan de KRW, de Ramtrjochtline Wetter, leit de grutste opjefte foar Wetterskip Fryslân by it nimmen fan ynrjochtingsmaatregels (lykas natuerfreonlike wâlen, fiskpassaazjes en boezemlannen). Der is op it stuit reden om oan te nimmen dat de doelen helle wurde, om„t it útfieren fan de maatregels goed ferrint; it yn 2010 ûndertekene Fryske Bestjoersakkoart Wetterstring is útwurke yn it útfierings-programma 2011-2015. Yn 2011 is úteinset mei it mei-inoar útfieren fan projekten. Troch dat mei-inoar oparbeidzjen wurdt stal jûn oan it doel fan it akkoart; it projekt Skjin wetter foar Mozambyk (Zambezi-projekt) rint goed. Wy binne mei-inoar dwaande om in tal projekten en aktiviteiten út te fieren dy„t deroan bydrage dat mear minsken tagong krije ta skjin wetter en sanitêre foarsjennings. Wat hat it programma koste? Eksploitaasje Bedraggen x € 1.000
Realisaasje 2010
Begrutting 2011 nei wiziging
Rekken 2011
Ferskil Begrutting / Rekken
Baten 3.1 Wetterfeiligens 3.2 Genôch wetter 3.3 Skjin wetter Baten mei-inoar
80 1.898 20 1.998
0 621 285 906
7 1.187 27 1.222
-7 -566 258 -315
Lesten 3.1 Wetterfeiligens 3.2 Genôch wetter 3.3 Skjin wetter Lesten mei-inoar
2.911 2.762 882 6.555
576 1.627 1.284 3.487
575 2.191 1.024 3.790
1 -564 260 -302
-4.557
-2.581
-2.568
-13
20
-7
22
-28
-4.538
-2.588
-2.546
-41
Resultaat foar bestimming Mutaasje reserve Resultaat nei bestimming
B. Beliedsfjilden
3.1 Wetterfeiligens Wat woene wy berikke? It Ryk stelt foar in grut part it belied foar de primêre wetterkearing fêst. Wy folgje de beliedsûntwikkeling en dogge alle war om it Fryske belang genôch werom te sjen yn it lanlik belied. Fan 2010 ôf wurket it Ryk oan it Deltaprogramma. Yn dat programma wurdt ûndersocht hoe„t Nederlân yn de takomst feilich holden wurde kin. Yn 2011 nimt it Ryk in wichtich prinsipebeslút oer de nije noarmen foar wetterkearings.
56
Fan de primêre wetterkearings foldocht 80%, op basis fan de 2e toetsing (2006), oan de wetlike feilichheidsnoarmen. Oant 2015 wurde 12 dykfersterkingsplannen (8 dêrfan oant en mei 2013) útfierd om de kearings op oarder te bringen. Op syn lêst op 15 jannewaris 2011 stjoere wy de resultaten fan de (3e) toetsing nei it Ryk. Yn de rin fan 2011 sil dúdlik wurde hokker diken foar it tredde Heechwetterbeskermingsprogramma yn „e beneaming komme. De Ôfslútdyk is in projekt dêr‟t de feilichheidsopjefte yn „e breedte yn útwurke wurdt. Wy koersten foar dat projekt op in foarkarbeslút yn 2010. Troch it fallen fan it kabinet is yn 2010 gjin foarkarbeslút nommen. Yn 2011 soe dat nei ferwachting wol it gefal wêze. De regionale wetterkearings, lykas boezemkaaien, de Lauwersmardyk en de eardere seediken, moatte foldwaan oan de provinsjale feilichheidsnoarmen. De behearders soargje derfoar dat de kearings op oarder binne en hifkje de kearings geregeldwei oan de jildende noarmen. Foar de Lauwersmardyk betsjut soks, dat de besteande situaasje oanholden wurdt. Foar de boezemkaaien fiert it Wetterskip Fryslân it „Herstelprogramma Oevers en Kaden‟ út. Alle jierren wurde trochinoar 66 km kaaien opholpen. Fersterkings fan de wetterkearings wurde sa útfierd dat oan de romtlike kwaliteit bydroegen wurdt. Yn de romtlike oardering wurdt rekken holden mei it (takomstige) romtebeslach fan de wetterkearings. It is in goed ding om dúdlik oan te jaan wat de ferantwurdlikheden yn de bûtendykse gebieten binne. De wetterskippen steane der ek noed fan dat der gjin skea troch wetterkninen en beverrotten oan de kearings ûntstiet. Yn trije jier tiid wolle wy nei 0,25 fongen wetterkninen yn „e oere. Fan 2011 ôf makket de bestriding wetlik diel út fan it wettersysteembehear en fiere de wetterskippen dy taak folslein op eigen manneboet en kosten út.
Hawwe wy berikt wat wy berikke woene? (realisaasje doelen) Beliedsfjild
Lizze wy op skema mei de realisaasje fan de doelen?
3.1 Wetterfeiligens
Hawwe wy de ferlange resultaten realisearre / Hawwe wy dien wat wy dwaan woene?
Wat hat it koste? (realisaasje neffens budzjet / ûnder/oerbesteging?)
Taljochting realisaasje doelen Yn „e maitiid fan 2011 is mei it opstellen fan it Bestjoersakkoart Wetter ôfpraat dat de rol fan de provinsjes yn it tafersjoch by de hifking fan de primêre wetterkearings nei it Ryk giet. Fierder is ôfpraat dat de wetterskippen tenei 50% bydrage oan de ferbettering fan de primêre wetterkearings. De provinsjes hâlde it algemiene tafersjoch op de wetterkearings. De dykfersterkingsplannen foar de primêre kearings binne no basearre op de hifking fan 2006. Út de nije hifking fan de tastân fan de primêre kearings (dêr„t wy it Ryk yn 2011 ferslach oer útbrocht hawwe) docht bliken dat der noch aardich wat wurk útfierd wurde moat ear„t alle wetterkearings yn Fryslân oan de wetlike noarmen foldogge. Dy sille opnommen wurde yn it nije programma foar heechwetterbeskerming en, sa ferwachtsje wy, nei de planperioade fan 2010-2015 útfierd wurde. It Ryk hat yn 2011 in struktuerfisy foar de Ôfslútdyk opsteld. Der is ek in bestjoersoerienkomst mei de regionale partners sletten. Om„t wy belutsen binne by it Deltaprogramma, it nasjonale programma foar wetterfeiligens en de swietwetterfoarsjenning , kinne wy de ûntwikkelings kritysk folgje en, as soks fanneden is, oanjaan wat ús opmerkings en stânpunten binne. De wâls- en kaaiprojekten wurde, mei ynset fan middels ûnder oare út it pMJP, safolle mooglik yntegraal útfierd en sa goed mooglik romtlik ynpast. It heljen fan de doelen foar de feiligens fan de regionale kearings, benammen dy foar de boezemkaaien, yn de tiid dy‟t dêrfoar ôfpraat is, stiet ûnder druk. Wetterskip Fryslân hat besletten om yn 2010 en 2011 op de útfiering fan it opknapprogramma foar de kaaien te besunigjen. Dêr binne wy noch mei it Wetterskip oer yn petear, want as dat trochlutsen wurdt nei de kommende jierren, soe dat betsjutte kinne dat yn 2019 net oeral oan de provinsjale noarmen foldien wurdt. Mei it fangen fan de wetterkninen giet it de goede kant út. Mei 0,19 fangsten yn „e oere yn 2011 is doel fan 0,25 fangsten yn „e oere (yn 2013) no al helle.
57
Hawwe wy de ferlange resultaten helle / hawwe wy dien wat wy dwaan woene? Ferlange resultaten Beliedsfjild 3.1 - Wetterfeiligens 1. Wetterskip Fryslân fiert it dykfersterkingsprogramma foar de primêre wetterkearings en opknapprogramma foar de kaaien by de Fryske boezem del neffens de plenning út. 2. By de útfiering fan de programma‟s wurdt it LNC-ôfwagingsramt (lânskip, natuer en kultuer) brûkt en binne ynnovative en yntegrale oplossings konkreet makke. 3. Deputearre Steaten advisearje oer it sânsuppleesjeprogramma op de Waadeilannen, yn relaasje mei de ôfspraken oer it dynamysk kustbehear. Feiligens is dêrby it útgongspunt . 4. De eksakte reservearringssônes fan de primêre wetterkearings binne yn de lêger fan de wetterkearingbehearders en yn de bestimmingsplannen fan de gemeenten opnommen. 5. De regionale kearings binne troch de gemeenten yn harren bestimmingsplannen fêstlein. 6. De wize fan hifkjen op feiligens fan de Lauwersmardyk wurdt yn 2010 fêstlein. Neigien wurdt oft in romtlike reservearring ek nedich is. 7. It boubelied foar de reservearringssônes foar primêre wetterkearings wurdt foarm en ynhâld oan jûn; foar de boezem en yn polders wurdt safolle mooglik heech genôch boud. 8. By romtlike ûntjouwings is foarútrûn op de takomstige binende boezemwetterstannen. 9. De primêre wetterkearings binne hifke en oer de resultaten fan feilichheidshifking III binne is yn 2011 oan it Ryk ferslach útbrocht. 10. Mei it Wetterkip Fryslân wurdt in Plan fan Oanpak opsteld om yn de planperioade, yn oparbeidzjen mei oare oerheden, dúdlik oan te jaan wat de ferantwurdlikheden binne yn de bûtendykse gebieten. Yn dy gebieten wurdt omtinken jûn oan it foarmjen fan kwelders. 11. By de bestriding fan de wetterkninen wurdt it fangstnivo yn 2011 op syn minst op 0,40 fangsten yn „e oere holden.
Belied
Tiid
Jild
Taljochting ferlange resultaten 1. De needsaak by Wetterskip Fryslân om te besunigjen set de útfiering fan wâls- en kaai-projekten ek yn de kommende jierren fierder ûnder druk (dat hat neat te krijen mei de provinsjale begrutting, dus „jild‟ grien yn de tabel). Yn bestjoerlik oerlis is ôfpraat mei Wetterskip Fryslân, dat yn 2011 en 2012 in oanpaste plenning brûkt wurdt: oanpak fan 44 km kaaien yn stee fan 66 km. Mei de brief fan 30 maaie 2011 binne de Steaten dêroer ynformearre. Yn 2011 en begjin 2012 wurdt ûndersyk dien (dêr„t de provinsje amtlik oan meidocht), om te sjen nei de plenning foar 2013 en de jierren dêrnei. 2. It LNC-ôfwagingsramt (wearden foar lânskip, natuer en kultuer) sil fierder yn detail útwurke wurde. Dêr binne wy noch net oan ta kommen, om„t benammen de regionale útwurking fan it Deltaprogramma ekstra tiid freget. Fanwegen it tiidskema en it feit dat it om in ryksprogramma giet, kinne wy gjin oare kar meitsje as it LNC-ramt opskowe. Wy dogge dat no yn 2012 oan de hân fan in plan fan oanpak dat wy yn de kommende perioade opstelle. No wurdt earst noch it globale ramt yn taheakke B1 fan it tredde Wetterhúshâldingsplan (WHP3) tapast. 6. Der binne yn 2010 en 2011 gjin ôfspraken makke oer de hifkingsmetoade; dat komt om‟t Wetterskip Fryslân, om besunigje te kinnen, de hifking en it opstellen fan in behearsfisy útstelle wol. Wy hawwe no ôfpraat dat wy ynstimme mei it foarriedich útstel, ûnder betingst dat It wetterskip de dyk yn de planperioade fan it Wetterhúshâldingsplan (20102015) as in eardere seedyk sjocht as it om de kompartimintearringsfunksje giet, en de dyk yn de funksje fan boezemkaai as regionale wetterkearing hifkje sil. De provinsje is yngeand belutsen by it Deltaprogramma, it nasjonale programma foar wetterfeiligens en de swietwetterfoarsjenning. Yn 2011 hawwe alle dielprogramma‟s in probleemanalyze opsteld en is wurke oan it ferkennen fan mooglike strategyen. Dêr wurdt yn 2012 fierder mei gien en wurdt besjoen hokker strategyen de measte kâns meitsje. It Ryk hat gjin foarkarbeslút nommen oer de noarmen. De steatssiktaris sil no earst de dielnimmers oan de regionale dielprogramma‟s konsultearje en dan in beslút nimme oer de noarmen. Yn novimber 2011 binne de ûnderstypjende rapporten (koste-bate-analyze en slachtofferanalyze) frijjûn en oan de Keamer tastjoerd.
58
Prestaasjeyndikators Ûnderwerp
Yndikator
Nulmjitting
Primêre wetterkearings Boezemkaaien
Tal fersterkingsplannen
8 út te fieren
Tal kilometers
Bestriding wetterkninen
Tal fangsten yn „e oere
264 km yn 4 jier 0,45 wetterkninen yn „e oere
Doelwearden 2011 1
Realisaasje 2011 1
66
44
0,4
0,19
Taljochting De doelwearde fan 66 km oanpaste boezemkaaien is yn 2011 net helle; sjoch de taljochting by 1, dêr„t oanjûn is dat wy foar 2011 in nije ôfspraak makke hawwe foar 44 km. De doelwearde foar de wetterkninen foar 2011 is rom helle. Mei 0,19 fangsten yn „e oere yn 2011 is it doel fan 0,25 fangsten yn „e oere (yn 2013) no al helle.
Wat hat it beliedsfjild koste? Eksploitaasje Bedraggen x € 1.000 Baten Strukturele beliedsprogrammabudzjetten Oerrinnende passiva Baten mei-inoar Lesten Strukturele beliedsprogrammabudzjetten Tydlike beliedsprogrammabudzjetten Oerrinnende passiva Bedriuwsfieringskosten Lesten mei-inoar Resultaat foar bestimming Mutaasje reserve Resultaat nei bestimming
Realisaasje 2010
Begrutting 2011 nei wiziging
Rekken 2011
Ferskil Begrutting / Rekken
0
0
7
-7
80 80
0 0
0 7
0 -7
2.266
2
7
-5
0
0
3
-3
80 565 2.911
0 574 576
0 565 575
0 9 1
-2.831
-576
-567
-9
0
0
3
-3
-2.831
-576
-565
-12
3.2 Genôch wetter Wat woene wy berikke? Genôch wetter betsjut net tefolle en net te min. Dat stribjen jildt foar grûn- en oerflaktewetter. Mei technyske en romtlike maatregels wurdt wurke oan in mânsk en fearkrêftich wettersysteem, dat klear is om de gefolgen fan de klimaatferoaring op te fangen. Yn 2015 moat foldien wurde oan de noarmen foar regionale wetteroerlêst. Mei duorsum peilbehear wolle wy, rekken hâldend mei de klimaatferoaring, de ferskate funksjes en foarmen fan grûngebrûk sa goed mooglik betsjinje. Negative effekten foar natuergebieten, gebouwen en lânbou moatte foarkommen wurde. By it foarkommen fan skea is it op „en nij besjen fan fêststelde funksjes in mooglikheid. In lykwichtige oanpak fan wettertekoarten en in goede ferdieling fan ynrinwetter yn perioaden fan droechte út de Iselmar wei, drage dêr ek oan by. De lânbou krijt by dat alles yn it bysûnder omtinken: it sâlter wurden fan de grûn, it sakjen fan it meanfjild troch feanoksidaasje en oantaasting fan bebouwing en natuer. De ferdroeging fan de natuer wurdt oer twa spoaren bestriden: it útfieren fan de mei it Ryk oerienkommen TOP-list en troch wurkjendewei yn te spyljen op mooglikheden dy„t harren foardogge.
59
By it grûnwetter stribje wy nei: It duorsum brûken fan grûnwetter, sûnder ûnevenredige skea oan oare belangen; In betroubere en duorsume wetterwinning, mei grûnwetter yn 2020 foar op syn meast 50% as boarne; It bydragen oan de CO2-reduksje en it ferminderjen fan it brûken fan fossile brânstoffen, troch it stimulearjen fan boaiemenerzjysystemen (KWO-systemen).
Hawwe wy berikt wat wy berikke woene? (realisaasje doelen) Beliedsfjild
Lizze wy op skema mei de realisaasje fan de doelen?
3.2 – Genôch wetter
Hawwe wy de ferlange resultaten realisearre / Hawwe wy dien wat wy dwaan woene?
Wat hat it koste? (realisaasje neffens budzjet / ûnder/oerbesteging?)
Taljochting realisaasje doelen De doelen binne formulearre foar de perioade fan 6 jier (2010-2015); yn 2010 is begûn mei de maatregels en aktiviteiten om dy doelen te berikken. Mei maatregels foar it robúst en fearkrêftich meitsjen fan it wettersysteem wie it Wetterskip al earder dwaande. It giet goed mei it grutter meitsjen fan de gemaalkapasiteit en boezemberging. Mei it programma Winske Peilbehear krije wy ynsjoch yn hoe„t de ferskate funksjes yn de provinsje Fryslân wat de wetterhúshâlding oanbelanget betsjinne wurde. Dat wurdt bepaald oan „e hân fan wat wy neame de „realisaasje doelen‟. Út de wettergebietsplannen docht bliken dat grutte dielen fan dy gebieten hege persintaazjes „realisaasje doelen‟ hawwe (mear as 80%). Meastentiids giet dat om gebieten dy„t foar lânbou brûkt wurde. Yn gebieten mei in natuerfunksje is de „realisaasje doelen‟ meastentiids leger (minder as 70%) en foldocht dêrmei net oan de ferlange „realisaasje doelen‟. It Winske Peilbehear foarmet it ramt foar it fernijen fan de peilbesluten fan Wetterskip Fryslân. Nei it fêststellen fan it Winske Peilbehear kinne de peilbesluten dus oanpast wurde as soks fanneden is. Boppedat kinne dan ek maatregels nommen wurde foar it ta stân bringen fan sa duorsum mooglik peilbehear. Dat lêste jildt ek foar de Noarmen Regionale Wetteroerlêst. Mei it ûndersyk yn 2011 nei it sâlter wurden fan de grûn yn it noardlike Fryske klaaigebiet (CLIWAT) witte wy no mear oer dy problematyk yn dat gebiet. Dy ynformaasje kinne wy ek brûke by it bepalen fan it Winske Peilbehear troch Wetterskip Fryslân. Troch de ryksbesunigings op de natuer binne de maatregels om it ferdroegjen fan ferskate natuergebieten yn Fryslân te kearen yn 2011 wat ynsakke. Wy koene lykwols noch in pear projekten útfiere, lykas de Âlde Feanen en it Fochteloërfean. Lânynrjochting is dêrby de suksesfaktor.Troch de ûnwisse finansjele situaasje wurdt op it stuit al hielendal net mear mei nije projekten úteinset. It jier 2012 wurdt wat ferdroegingsbestriding oanbelanget in skraal jier. Om„t wy noch gjin ferdroegingsmjitnet hawwe, is it lykwols noch net dúdlik genôch hoefolle effekt de útfierde wurken op de oanbelangjende natuergebieten hawwe. Dêrom wurdt yn 2012 in plan opsteld foar it ynrjochtsjen fan in mjitnet foar ferdroeging. Drinkwetterwinning: der is op it stuit lykwicht tusken fraach en oanbod. Dat wolle wy sa hâlde, want de Europeeske Ramrjochtline Wetter freget dêrom. Om dy reden dogge wy ûndersyk nei de drinkwetterfoarsjenning op it fêstelân fan de provinsje Fryslân. Op de waadeilânnen binne wy úteinset mei in ûndersyk nei mooglikheden fan it besparjen fan wetter.
Hawwe wy de ferlange esultaten helle / hawwe wy dien wat wy dwaan woene? Ferlange resultaten Beliedsfjild 3.2 – Genôch wetter 1. De provinsje sjocht ta op it peilbehear en beoardielet oft de neistribbe peilen yn peilbesluten fêstlein binne dy„t elkenien rieplachtsje kin. Der is genôch foarútgong boekt om uterlik yn 2014 foar alle gebieten yn Fryslân it ferlange peilbehear op te stellen en uterlik yn 2015 fêst te stellen. 2. By it peilbeslút foar de Lauwersmar is rekken holden mei de betsjutting fan de Lauwersmar foar de ôfwettering fan Fryslân.
60
Belied
Tiid
Jild
Ferlange resultaten 3. De provinsje sjocht ta op it ta stân bringen fan de regionale wetteroerlêstnoarmen en beoardielet oft der foarderings boekt binne mei it opstellen troch it Wetterskip fan in gebietsdekkende kaart dêr„t noarmen op steane foar de regionale wetteroerlêst en oft ynsjoch jûn is yn de maatregels dy„t nedich binne om dy noarmen te heljen. 4. Der is mei projekten úteinset foar ynnovative techniken en it tapassen dêrfan, om it sâlter wurden fan de grûn te kearen, bygelyks it lângebrûk oan te passen oan it sâlter wurden fan de grûn. 5. Der binne foarderings by it tarieden en realisearjen troch it Wetterskip fan de maatregels dy„t nedich binne om it fêsthâlden, it bergjen en it ôffieren fan wetter te regeljen (gemaal Lauwerseach, 300 ha boezemútwreiding, 100 ha retinsjegebieten, 450 ha ekstra iepen wetter yn dielsystemen en maatregels yn stedsgebieten). 6. Ûndersocht is wat de besteande en takomstige wettertekoarten binne en hokker maatregels nommen wurde kinne om de tekoarten sa lyts mooglik te hâlden. 7. Yn it gefal fan in situaasje fan ekstreme droechte wurde, troch it tapassen fan de ferkringingsrige en troch it ynbringen fan aktuele kennis, de regionale belangen behertige yn it droechte-oerlis. 8. De ferdroeging (yn 2010 sa‟n 11.000 ha) wurdt oer twa spoaren keard: mei de Top-list en wurkjendewei hoopje wy alle jierren 500 ha oan te pakken. 9. Oanfragen foar grûnwetterfergunnings wurde mei it tapassen fan it yn it Wetterhúshâldingsplan formulearre belied ôfhannele. It grûnwetterbehear en de fergunningferliening by de provinsje en it Wetterskip wurde opinoar ôfstimd. De basis foar de ôfstimming is it oerdrachtsdokumint grûnwettertaken. 10. Der wurdt yn it bysûnder nei stribbe dat yn in pear grutte nijbouwiken en op nije bedriuweterreinen kombinearre WKO-systemen oanlein wurde. 11. Foar de drinkwetterfoarsjenning wurdt stribbe nei lykwicht tusken fraach en oanbod. Der wurdt ûndersocht hoe„t kommen wurde kin ta de duorsume tapassing fan oerflaktewetter, it ferminderjen fan it oandiel swiet grûnwetter en it op „e nij brûken fan reinwetter. Der wurdt ek in foarljochtingskampanje taret om it besparjen fan drinkwetter te befoarderjen.
Belied
Tiid
Jild
Taljochting ferlange resultaten: 1./3. De wettergebietsplannen Skiermûntseach, Grutte Wielen, Keningsdjip-West binne klear en lizze no by de provinsje om dêrmei yn te stimmen (trajekt fan it Winske peilbehear). Dongeradiel en Flylân komme yn 2012. Op it stuit binne 13 wettergebietsplannen by it Wetterskip Fryslân yn útfiering. It Wetterskip is dwaande om de efterstân út „e wei te romjen. It yn kaart bringen fan de regionale noarmen foar wetteroerlêst wurdt dien by it opstellen fan de wettergebietsplannen en rint dêrmei lykop mei it bepalen fan it Winske Peilbehear. Yn 2010 hawwe wy al oanjûn dat beide trajekten wat opkeard binne (om„t der mear dien en mear oerlein wurde moat as dat wy yn earste ynstânsje tochten) en dat wy dêr nije ôfspraken mei it Wetterskip oer makke hawwe. De plenning yn „e kommende tiid bliuwt ús omtinken freegjen, om„t it opstellen fan de Wettergebietsplannen mear tiid freget as ferwachte. 2. De diskusje oer it takomstich peil fan de Lauwersmar hinget gear mei de “Watervisie Lauwersmeer‟‟. De útkomst hinget ek ôf fan de bou fan it gemaal Lauwerseach. Yn septimber 2010 is úteinset mei de „Business Case‟ foar de bou fan it gemaal. Faze 2 hawwe wy yn 2011 hân en dêrmei is de ûntwerpfaze klear. Yn 2011 is úteinset mei faze 3: de tarieding fan de bestjoerlike beslútfoarming yn „e maitiid fan 2012. 5. Realisaasje fan ekstra boezemberging ferrint geunstich, mar benammen de út-wreiding fan wetterberging yn de dielsystemen (lês: de polders) is opholden (foar gemaal Lauwerseach: sjoch ûnder 2, peilbeslút Lauwersmar). 8. Oant no ta ferrûn de bestriding fan de ferdroeging yn de provinsje Fryslân goed. De resinte besunigings fan it Ryk op it YLG-budzjet hâlde de fuortgong fan de bestriding fan de ferdroeging op. Alhoewol„t de krekte útwurking fan it akkoart mei Bleker foar ús provinsje noch yn byld brocht wurdt, is no al dúdlik dat it Ryk neat mear docht oan de bestriding fan de ferdroege natuer. 10. Basis dêrfoar is it belied yn it Wetterhúshâldingsplan; dat wurdt útwurke yn de belieds-notysje WKO (Waarmte- en Kjeldopslach). It opstellen fan dy notysje is klear. Yn dy notysje stiet in stappeplan mei de konkrete aksjes foar de kommende tiid. 11. By it útfieren fan it „Bestjoersakkoart Wetterstring‟ (beliedsfjild Skjin wetter) is úteinset mei it ûndersyk nei mooglikheden om wetter te besparjen op de waadeilannen.
61
Prestaasjeyndikators Ûnderwerp Regionaal wettersysteem Regionale wetteroerlêst Winske peilbehear Ferdroege natuer
Yndikator
Nulmjitting
It útfieren fan maatregels Hektaren dy‟t net oan de noarm foldogge
Goed op skema 4.200 ha
Hektaren foar it trajekt winske peilbehear Hektaren dêr‟t maatregels foar nommen wurde
348.500 ha* 11.000 ha
Doelwearden 2011 -
Realisaasje 2011
48.000 ha 500 ha
33.000 ha 365 ha
Taljochting De planning fan it Winske Peilbehear is in bliuwend punt fan omtinken foar ús (it opstellen fan de wettergebietsplannen freget mear tiid as ferwachte), en dêrtroch ek de oanpak fan de wetteroerlêst, om„t dy fia de maatregels yn de wettergebietsplannen rint. It nimmen fan maatregels tsjin ferdroege natuer wurdt opkeard troch besunigings fan it Ryk.
Wat hat it beliedsfjild koste? Eksploitaasje Bedraggen x € 1.000 Baten Strukturele beliedsprogrammabudzjetten Oerrinnende passiva Baten mei-inoar Lesten Strukturele beliedsprogrammabudzjetten Tydlike beliedsprogrammabudzjetten Oerrinnende passiva Bedriuwsfieringskosten Lesten mei-inoar Resultaat foar bestimming Mutaasje reserve Resultaat nei bestimming
Realisaasje 2010
Begrutting 2011 nei wiziging
Rekken 2011
Ferskil Begrutting / Rekken
249
0
0
0
1.648 1.898
621 621
1.187 1.187
-566 -566
60
60
62
-2
52
100
110
-10
1.653 997 2.762
621 846 1.627
1.187 833 2.191
-566 14 -564
-864
-1.006
-1.004
-2
0
0
10
-10
-864
-1.006
-994
-12
Taljochting Oerrinnende passiva: De ôfwiking fan € 566.000 wurdt ferklearre troch ekstra kosten foar ûndersyk yn 2011 (foar de skearegeling Terwisscha) dy„t dutsen wurde út it Grûnwetterfûns en it Skeafûns.
3.3 Skjin Wetter Wat woene wy berikke? It realisearjen fan de wetterkwaliteitsdoelen (gemy, ekology en it ynrjochtsjen) is langetermynwurk, dat meastepart troch de Europeeske regeljouwing stjoerd wurdt; de doelen binne keppele oan de jierren 2015, 2021 en 2027. Dat jildt likegoed foar oerflaktewetter as foar grûnwetter. De te nimmen maatregels binne ûnder oare rjochte op it berikken fan in goede wetterkwaliteit yn natuergebieten en fan de swimwetterlokaasjes. Wy stribje ek nei ekstra beskerming fan de kwaliteit fan it grûnwetter yn grûnwetterbeskermingsgebieten. Emisjes út de wetterstring wei meie gjin beheining wêze foar it ta stân bringen fan de gemyske en ekologyske kwaliteit fan it oerflaktewetter. Partijen yn de wetterstring yn Fryslân fiere harren taken tsjin sa leech mooglike kosten út. Troch goed mei-inoar op te arbeidzjen, fiere hja harren taken sa doelmjittich, transparant, duorsum en ynnovatyf mooglik út.
62
Fierder wolle wy deroan bydrage dat, yn 2015, it tal minsken sûnder duorsume tagong ta skjin drinkwetter en sanitêre foarsjennings, yn „e hiele wrâld de helte minder is. Dat is millenniumdoelstelling 7 fan de Feriene Naasjes. Dy doelstelling is yn it Skoklânakkoart opnommen. De provinsje docht mei oan it Zambezi-projekt troch alle jierren (fjouwer jier lang) € 600.000 beskikber te stellen én op grûn fan syn rol as oanfreger fan subsydzje. Besocht wurdt om 1,9 miljoen minsken yn treddewrâldlannen tagong ta skjin wetter en sanitêre foarsjennings te jaan.
Hawwe wy berikt wat wy berikke woene? (realisaasje doelen) Beliedsfjild
Lizze wy op skema mei de realisaasje fan de doelen?
3.3 – Skjin Wetter
Hawwe wy de ferlange resultaten realisearre / Hawwe wy dien wat wy dwaan woene?
Wat hat it koste? (realisaasje neffens budzjet / ûnder/oerbesteging?)
Taljochting realisaasje doelen De doelen foar Skjin wetter binne formulearre foar de perioade fan 6 jier (2010-2015). Yn 2010 is úteinset mei de maatregels en aktiviteiten om dy doelen te berikken; yn 2011 is dêrmei trochgien. Foar it heljen fan de wetterkwaliteitsdoelen fan de KRW (Ramtrjochtline Wetter leit de grutste opjefte foar Wetterskip Fryslân by it nimmen fan ynrjochtingsmaatregels lykas natuerfreonlike wâlen, fiskpassaazjes en boezemlannen. Dêrby wurdt safolle mooglik meilifte op de wâls- en kaaiprojekten en it realisearjen fan wetterberging yn it ramt fan wetterfeiligens. Der is op dit stuit reden om oan te nimmen dat de doelen helle wurde, om„t it útfieren fan de maatregels goed ferrint. Yn 2011 is begûn mei it opstellen fan KRW-gebietsdossiers foar drinkwetterwingebieten. Op basis fan dy dossiers krije wy in dúdlik byld oft de drinkwetterwinning genôch beskerme is, oft de begrinzing fan drinkwetterbeskermingsgebieten oanpast wurde moat en oft it needsaaklik is om yn te gripen op aktiviteiten dy„t it grûnwetter bedriigje. It yn 2010 ûndertekene Fryske Bestjoersakkoart Wetterstring (mei alle Fryske gemeenten, Wetterskip Fryslân en Vitens) is rjochte op it ferheegjen fan de doelmjittigens, duorsumens en tsjinstberens yn de wetterstring. Dat akkoart is no útwurke yn it útfieringsprogramma 2011-2015. Yn 2011 is úteinset mei it mei-inoar útfieren fan projekten. Sadwaande wurdt stal jûn oan it doel fan it akkoart. It projekt Skjin wetter foar Mozambyk (Zambezi-projekt) rint goed. Nei„t yn 2010 yn Mozambyk in oerienkomst tekene is foar gearwurking mei de regionale partijen, hawwe de bestjoerders út dat lân yn Fryslân op besite west. Dat persoanlike kontakt is goed foar de belutsenens fan de regionale partijen yn Mozambyk. Foar it Ryk is in rapportaazje opsteld en der is foar 2012-2013 in oanfraach yntsjinne foar it útwreidzjen fan it projekt yn tiid en jild. It Ryk hat dêr al € 3 miljoen foar reservearre. Der is in programma foar trenings en opliedings foar de 4 gemeenten op ferskate nivo‟s en mei ferskate tema‟s opsteld. Dat wurdt no útfierd yn oparbeidzjen mei de oanbelangjende partijen; yn 2011 wiene der útwikselings op it mêd fan en trenings oer it behear fan ôffal, management, kommunikaasje en boargerpartisipaasje. Mei-inoar dus in tal projekten en aktiviteiten dy„t deroan bydrage dat mear minsken tagong krije ta skjin wetter en sanitêre foarsjennings.
Hawwe wy de ferlange resultaten helle / hawwe wy dien wat wy dwaan woene? Ferlange resultaten Beliedsfjild 3.3 – Skjin wetter 1. Maatregels yn ferskate wetterlichems binne neffens de KRW-Beslisnota 2008 útfierd en it behear fan wetterskippen, gemeenten, provinsje en oare oanbelangjende partijen, is geskikt genôch om de KRW-doelen wier te meitsjen. 2. Yn Natura2000-gebieten en de oare EHS-gebieten binne maatregels nommen en is de wurkwize fuortset. Dêrby wurde de mooglikheden foar it ferbetterjen fan de wetterkwaliteit yn de EHS nei projekt besjoen. 3. De mooglikheden fan eksterne finansiering wurde optimaal benuttige. Ryksmiddels foar it ferbetterjen fan de wetterkwaliteit dy„t oan it YLG tafoege binne, binne programmearre fia it pMJP. 4. By nije romtlike ûntjouwings mei de wetterhifking is ûndersocht oft de
63
Belied
Tiid
Jild
Ferlange resultaten wetterkwaliteit net efterútgiet en der, as soks fanneden is, passende maatregels nommen binne. 5. Oan alle oanbelangjende partijen wurdt alle jierren ferslach dien oer it behear, de nommen maatregels en de berikte wetterkwaliteit. In gearfetting fan de ynhâld en de resultaten fan it behear wurdt tastjoerd oan Provinsjale Steaten; oan it Ryk wurdt ferslach dien oer de fuortgong fan it útfieren fan de KRW-maatregels. 6. Der is dúdlikens oer de kwaliteit fan it grûnwetter en de risiko‟s fan grûnwetterfersmoarging; it belied wurdt, as soks fanneden is, oanpast op grûn fan mjittings. 7. Binnen de eventuele nije begrinzing fan grûnwetterbeskermingsgebieten binne gjin nije bedriuwen kommen mei aktiviteiten, dy„t yn striid binne mei de regels út de provinsjale Miljeu-oardering. Foar besteande riskante aktiviteiten jildt in skerpere hanthavening. 8. De besteande 47 swimwetterlokaasjes yn Fryslân dy‟t oanwiisd binne, foldogge oan de stelde easken. Wetterskippen, gemeenten en oare behearders fiere de needsaaklike maatregels út. De wetterbehearders hawwe de swimwetterprofilen opsteld; der binne foarskriften opsteld foar it nimmen fan maatregels, lykas it oanwizen of it ynlûken fan de oanwizing fan swimwetterlokaasjes, as de grinzen fan de swimwetternoarmen net yn acht nommen wurde. Goede en aktuele ynformaasje oer de tastân fan it swimwetter is beskikber op it ynternet, de swimwettertillefoan en mei buorden by de swimwetterlokaasjes. 9. Gemeentlike riolearringsplannen binne beoardiele oan de hân fan it ramt dat yn it Wetterhúshâldingsplan opnommen is. Ûntheffings fan de soarchplicht foar riolearring yn it bûtengebiet binne beoardiele op grûn fan it ûntheffingsbelied. 10. De emisjes út de wetterstring wurde troch de wetterbehearder beoardiele neffens it wetterkwaliteitsspoar; der moat foldien wurde oan de easken dy„t de gemyske en ekologyske doelen fan it ûntfangende wetter freegje. De YBA‟s dy„t by Wetterskip Fryslân yn behear binne, foldogge oan dy easken. 11. De nije KRW-noarmen foar oerflaktewetter wurde yn dizze planperioade troch de wetterbehearder ferwurke yn lossingsfergunnings foar RWZI‟s (rioelwettersuveringsynstallaasjes). 12. Yn it Bestjoersakkoart Wetterstring yn Fryslân binne op bestjoerlik nivo ôfspraken makke foar it útfieren fan taken en projekten yn it ramt fan de wetterstring. Dy ôfspraken krije stal yn it “duorsumheids- anneks ynnovaasjeprogramma wetterstring Fryslân”; dêr is ekstra jild foar reservearre. Ien en oar is bedoeld om de doelmjittigens mei 15 oant 20% te ferbetterjen, soks yn „e rin fan de perioade 2007-2017.
Belied
Tiid
Jild
Taljochting ferlange resultaten 3.3.1 It útfieren fan de maatregels rint oant no ta goed (fiskpassaazjes en natuerfreonlike wâlen). Oant no ta ferrint de útfiering fan de KRW-maatregels tige goed. De besunigings fan it Ryk op it YLG-budzjet kinne de útfiering nei 2011 opkeare (sjoch de taljochting by 3.3.2/3. 3.3.2/3 De besunigings fan it Ryk op it YLG-budzjet kinne de fuortgong fan de útfiering nei 2011 opkeare. Hoe„t dat no krekt komt, is noch net rjocht dúdlik. De gefolgen foar it belied (eventuele nije beliedskarren) binne dêrtroch ek noch net dúdlik. 3.3.8 De nije ynformaasjebuorden wurde yn 2012 oanbrocht, noch foar it swimseizoen 2012. Dêrmei wurdt oan de wetlike regels foldien. Yn 2011 hat de provinsje alle gemeenten belutsen by de ynformaasje op de nije buorden en is de mooglikheid jûn om de ynformaasje ek yn it Frysk op te nimmen. Fierder binne de Fryske plak- en wetternammen oanholden. 3.3.9 Wy hawwe yn 2011 twa gemeentlike riolearringplannen tastjoerd krigen en der binne trije oanfragen foar ûntheffing fan de soarchplicht riolearring yn it bûtengebiet ôfhannele. 3.3.12 Yn „e maitiid fan 2011 is it Útfieringsprogramma FBWK (Frysk Bestjoersakkoart Wetterstring) fêststeld en is mei alle projekten úteinset. Dy rinne yn 2012 en foar in part ek yn 2013 noch troch.
64
Prestaasjeyndikators Ûnderwerp
Yndikator
Nulmjitting
Kwaliteit oerflaktewetter
Útfieren fan maatregels „KRW-beslisnota‟
Swimwetterlokaasjes Wetterstring
Útfieren fan maatregels, opstellen fan profilen en pleatsen fan buorden Útfieren fan it Bestjoersakkoart mei it útfieren fan projekten
Begrinzing grûnwetter beskermingsgebieten
Tal gebieten dêr„t de begrinzing fan besjoen is
Mei de tarieding is úteinset Goed op skema Mei de tarieding is úteinset 0
Doelwearden 2011
Realisaasje 2011
100%
95%
3
2
Taljochting De doelwearde foar de swimwetterprofilen is helle. Dy foar it oanbringen fan de nije buorden by swimwetterlokaasjes is yn 2011 krekt net helle. Dy wurde yn 2012 oanbrocht, noch foar it nije swimseizoen 2012. Dêrmei wurdt oan de wetlike regels foldien. Sjoch de taljochting by ûnderdiel 3.3.8. De plenning foar it opstellen fan de gebietsdossiers (12 yn 2011) is yn de 1e Berap 2011 oanpast: 3 yn 2011 (foar 2 is dat slagge en de tredde is yn konsept klear) en 9 yn 2012 (dêr binne wy al yn 2011 mei úteinset).
Wat hat it beliedsfjild koste? Eksploitaasje Bedraggen x € 1.000 Baten Strukturele beliedsprogrammabudzjetten Oerrinnende passiva Baten mei-inoar Lesten Strukturele beliedsprogrammabudzjetten Tydlike beliedsprogrammabudzjetten Oerrinnende passiva Bedriuwsfieringskosten Lesten mei-inoar Resultaat foar bestimming Mutaasje reserve Resultaat nei bestimming
Realisaasje 2010
Begrutting 2011 nei wiziging
Rekken 2011
Ferskil Begrutting / Rekken
20
0
0
0
0 20
285 285
27 27
258 258
29
25
20
5
158
200
216
-16
0 695 882
285 774 1.284
27 761 1.024
258 13 260
-862
-999
-997
-2
20
-7
9
-16
-843
-1.005
-988
-18
Taljochting Oerrinnende passiva: De ynkomsten en útjeften foar it útfieren fan it programma fan it Frysk Bestjoersakkoart Wetterstring rinne fia de provinsjale begrutting. Om„t mei de útfiering fan de projekten yn 2011 noch net folslein útein set is, binne minder kosten makke en is minder jild oermakke troch de dielnimmers oan it akkoart.
65
66
3.4 Programma 4. Milieu Portefeuillehouder: S.A.E. Poepjes
A. Programmarealisatie Wat wilden we bereiken? (beleidsdoelen Begroting 2011) In het Coalitieakkoord staat dat de kwaliteiten van Fryslân worden benut om tot een verdere duurzame ontwikkeling te komen. Hiervoor is het nodig dat er in Fryslân een bepaalde basiskwaliteit aanwezig is. Deze basiskwaliteit wordt voor het onderdeel milieu geborgd in het Provinciaal Milieubeleidsplan (PMP). Om deze kwaliteit te bereiken moeten we er de komende jaren voor zorgen dat we: schoon houden wat schoon is; resterende knelpunten aanpakken; nieuwe knelpunten vermijden of in een vroeg stadium onderkennen en aanpakken. Via driesporen (slim beheer, duurzame innovaties en duurzame samenleving) wordt invulling gegeven aan het gestelde van het Coalitieakkoord. Hieronder volgt per spoor een korte beschrijving: Spoor 1. Slim beheer Bij slim beheer gaat het er vooral om, om op basis van wettelijke taken, de gewenste milieukwaliteit te bereiken en te behouden. De laatste milieuknelpunten moeten worden opgelost, datgene wat schoon is moet schoon blijven en eventuele nieuwe knelpunten moeten in een vroeg stadium worden gesignaleerd en aangepakt. Met dit spoor wordt de basiskwaliteit van het milieu gewaarborgd. Spoor 2. Duurzame innovaties Bij duurzame innovaties wordt een directe relatie gelegd tussen de nota Duurzaam Fryslân en het PMP. Duurzame innovaties bieden voordelen voor individuele bedrijven en consumenten, maar stimuleren ook de sociale, ecologische en economische ontwikkeling van de maatschappij. Bij ecologische ontwikkeling zijn duurzame innovaties gericht op het vermijden van schadelijke toevoegingen en onttrekkingen aan de leefomgeving. Procesontwerpen zijn hierbij belangrijk. Ook bestuurlijke innovaties zijn hierbij essentieel. Spoor 3. Duurzame samenleving Duurzame ontwikkeling vraagt om meer dan alleen slim beheer en duurzame innovaties. Er zijn vernieuwende samenlevingspatronen nodig, zoals de manier van productie- en consumptie, de inrichting en samenwerking van maatschappelijke organisaties, bedrijfsleven, bestuur en politiek. Dit gaat veel verder dan het milieubeleid, maar milieubeleid kan hierin wel een belangrijke rol spelen. Milieubeleid gaat over het in goede banen leiden van de gevolgen van menselijk handelen op de leefomgeving. De uitvoering van het nieuwe Provinciaal Milieubeleidsplan heeft een programmatisch karakter. Via zes beleidsvelden wordt het milieubeleid tot uitvoering gebracht.
Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? (doelenrealisatie 2011) Beleidsvelden
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6
Liggen we op schema met de doelenrealisatie?
Basiskwaliteit & bewustwording Eco-effectiviteit Duurzaam bodembeheer Leefomgevingsbeleid Regie & Strategie toezicht en handhaving Uitvoering vergunningverlening, toezicht en handhaving
67
Hebben we de gewenste resultaten gerealiseerd? / Hebben we gedaan wat we wilden doen?
Wat heeft het gekost? (realisatie conform budget / onder/overschrijding?)
Toelichting / relevante ontwikkelingen die zich in 2011 hebben voorgedaan / high lights Januari 2012 is de 1e monitoringsrapportage van het Milieuprogramma Frysk Miljeuplan 2011-2014 ambtelijk gereed gekomen. Deze rapportage strekt zich naast het beleidsveld Milieu op onderdelen uit naar aanpalende beleidsvelden Water, Natuur, Ruimte en Landelijk gebied. De rapportage levert input voor de vierjaarlijke monitoringsrapportage Toestand Leefmilieu die eind 2012 zal verschijnen. De monitoringsrapportage Milieuprogramma wordt in het voorjaar gelijktijdig met de 1e BERAP in GS gebracht, inclusief voorstellen voor oplossingen van milieuknelpunten
Wat heeft het programma gekost? Exploitatie Bedragen x € 1.000 Baten 4.1 Basiskwaliteit & bewustwording 4.2 Eco-effectiviteit 4.3 Duurzaam bodembeheer 4.4 Leefomgevingsbeleid 4.5 Regie & Strategie toezicht en handhaving 4.6 Uitvoering vergunningverlening, toezicht en handhaving Totaal Baten Lasten 4.1 Basiskwaliteit & bewustwording 4.2 Eco-effectiviteit 4.3 Duurzaam bodembeheer 4.4 Leefomgevingsbeleid 4.5 Regie & Strategie toezicht en handhaving 4.6 Uitvoering vergunningverlening, toezicht en handhaving Totaal Lasten Resultaat voor bestemming Mutatie reserve Resultaat na bestemming
Realisatie 2010
Begroting 2011 na wijziging
Rekening 2011
Verschil Begroting/ Rekening
0 539 1.580 879 13
0 112 25 636 146
35 130 7.754 1.123 114
-35 -18 -7.729 -487 32
160
580
223
357
3.170
1.499
9.380
-7.881
285 1.283 5.724 2.185 311
515 652 2.402 2.257 702
546 677 10.012 2.221 611
-31 -24 -7.610 36 91
9.948
11.726
11.457
269
19.736
18.255
25.523
-7.269
-16.566
-16.755
-16.143
-612
-2.313
-1.683
-2.091
408
-18.879
-18.438
-18.234
-204
68
B. Beleidsvelden 4.1 Basiskwaliteit & bewustwording Wat wilden we bereiken? (beleidsdoel) Doel van dit beleidsveld is het bewaken van de basiskwaliteit in Fryslân en een gezonde, veilige en hoogwaardige leefomgeving. Wat betreft gezondheid en veiligheid wordt gesproken van basis- of minimumkwaliteit. In het Nationaal Milieubeleidsplan 4 (NMP4) is de „basiskwaliteit‟ of „minimumkwaliteit‟ van de leefomgeving de verantwoordelijkheid van de rijksoverheid. De verantwoordelijkheid voor de invulling van een „hoogwaardige leefomgeving‟ is bij de provincies, gemeenten en waterschappen neergelegd. Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? (doelrealisatie) Beleidsveld
Liggen we op schema met de doelrealisatie?
Hebben we de gewenste resultaten gerealiseerd? / Hebben we gedaan wat we wilden doen?
Wat heeft het gekost? (realisatie conform budget / onder/overschrijding?)
4.1 Basiskwaliteit & bewustwording Toelichting De basiskwaliteit wordt bewaakt door periodieke monitoringsrapportages. Voorjaar 2012 is de monitor Fries Milieuprogramma 2011 ambtelijk gereed gekomen. In algemene zin kan geconcludeerd worden dat de basiskwaliteit op onderdelen is verbeterd. Er is echter nog steeds sprake van een restopgave.
Hebben we de gewenste resultaten bereikt / Hebben we gedaan wat we wilden doen? Gewenste resultaten Beleidsveld 4.1- Basiskwaliteit & bewustwording Spoor 1 1. De provincie heeft inzicht in de Algemene Milieukwaliteit (AMK) in Fryslân + inzicht in de knelpunten ten aanzien van de AMK. 2. De provincie heeft inzicht in het consumentengedrag van de Friese burger en de daaruit voortvloeiende milieubelasting. 3. Doelgroepen moeten weten wat ze kunnen doen om de milieukwaliteit te behouden en zelfs te verbeteren. Spoor 2 4. In 2011 zal er een voorverkenning plaatsvinden naar mogelijkheden van aanvullende milieugelden buiten de Provinciale begroting. Spoor 3 5. We gaan in 2011 een aanvullend normenkader Fryslân opzetten.
Beleid
Tijd
Geld
Toelichting Punt 1: In het najaar van 2011 zijn de voorbereidingen gestart om de algemene milieukwaliteit (AMK) in beeld te brengen. In dat kader is de Monitor Fries Milieuprogramma 2011 opgesteld. In 2012 zal vervolgonderzoek plaatsvinden. Dit zal resulteren in de (vierjaarlijkse) rapportage Toestand Leefmilieu, Punt 2. In 2011 is (voor de derde maal) de monitoringsrapportage Ecologische voetafdruk Friese burger verschenen. Daaruit blijkt dat de milieubelasting afneemt. Punt 3. Door middel van lerende netwerken proberen wij het milieugedrag van het Friese bedrijfsleven te beïnvloeden. Via een aantal „awareness‟ campagnes (Oars ite, Scholenprojecten, afvalprojecten) proberen wij het milieugedrag van de Friese burger te beïnvloeden. Punt 4 Eind 2011 zijn de voorbereidingen gestart. Binnenkort wordt opdracht gegeven aan een gespecialiseerd adviesbureau. Punt 5: In 2011 is het proces in gang gezet om een aanvullend normenkader op te stellen.. Afronding vindt plaats voor zomervakantie 2012. Met het aanvullend normenkader introduceren we nadrukkelijk geen nieuwe, dwingende normen voor Friese bedrijven of burgers. Het aanvullend normenkader zal veeleer het karakter hebben van een set
69
aanvullende ambities. Het college gaat in de Friese samenleving actief op zoek naar samenwerkingspartners om deze aanvullende ambities te realiseren. Prestatie-indicatoren Onderwerp
Indicator
Nulmeting
Bewaken van de basiskwaliteit in Fryslân Consumentengedrag Friese burger beïnvloeden Voorverkenning Middelengenerator milieu
Monitoringskader PMP
Toestand Leefmilieu 2008 Footprint 2009 : 4,41
Voorverkenning uitgevoerd ?
Nee
Aanvullend Fries normenkader
Normenkader gereed?
Nee
Ecologische Footprint Friese burger
Doelwaarden 2011 Project gereed
Realisatie 2011 Project gereed
3,5
3,9
Project gereed
Project vertraagd
Project gereed
Project vertraagd
Toelichting Het gaat met name met het consumentengedrag van de Friese burger de goede kant op. De ecologische voetafdruk is twee achtereenvolgende jaren kleiner geworden. Dit wordt echter mogelijk deels veroorzaakt door de economische recessie.
Wat heeft het Beleidsveld gekost? Exploitatie Bedragen x € 1.000 Baten Overlopende passiva Totaal Baten
Realisatie 2010
Begroting 2011 na wijziging
Rekening 2011
Verschil Begroting/ Rekening
0 0
0 0
35 35
-35 -35
29
29
28
1
Lasten Structurele beleidsprogrammabudgetten Tijdelijke beleidsprogrammabudgetten Bedrijfsvoeringskosten Totaal Lasten
53
66
105
-39
203 285
420 515
413 546
7 -31
Resultaat voor bestemming
-285
-515
-511
-4
0
0
0
0
-285
-515
-511
-4
Mutatie reserve Resultaat na bestemming
Toelichting Tijdelijke budgetten De overbesteding wordt met name veroorzaakt door het aandeel van dit beleidsveld in Fan Fryslân,waarvan de kosten zijn omgeslagen naar diverse beleidsprogramma‟s van de begroting. De overbesteding ad € 39.000 wordt bijna geheel gecompenseerd door een meevaller van € 35.000 op het project „Energie in de Milieuvergunningen‟, dat onlangs is afgerekend met het Rijk (zie baten; post overlopende passiva). Overlopende Passiva (zie de toelichting bij tijdelijke budgetten)
70
4.2 Eco-effectiviteit Wat wilden we bereiken? (beleidsdoel) Duurzame ontwikkeling is een centraal uitgangspunt van het provinciaal bestuur. Doel is duurzaamheid een algemeen geaccepteerd en gehanteerd uitgangspunt te laten worden bij het ontwerpen van alle facetten van de maatschappij: producten, productieprocessen, gebieden, organisaties, etc. Hierbij streven we naar een slim gebruik van natuurlijke stoffenkringlopen die lokaal op elkaar zijn afgestemd of elkaar aanvullen en daardoor geen negatieve milieueffecten veroorzaken. Alhoewel de richting duidelijk is, staat niet bij voorbaat vast hoe een duurzaam Fryslân er uitziet. Duurzame oplossingen kunnen allerlei vormen aannemen. Deze kunnen én willen we niet op voorhand beschrijven. Het uitgangspunt van duurzame ontwikkeling stelt eisen aan het proces. Individuen, organisaties, bedrijven en overheden moeten weten hoe ze duurzaamheid centraal kunnen stellen in alle afwegingen die ze maken. De kennis moeten ze vervolgens in praktijk kunnen, willen en durven brengen. Dit proces willen we als provincie actief stimuleren en faciliteren. We zien het „cradle-to-cradle‟-concept (C2C - afvalstof = grondstof) als een inspirerend, veelbelovend en kansrijk concept om duurzame ontwikkeling te realiseren. We zetten daarom in op de toepassing van dit concept in de Friese samenleving.
Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? (doelrealisatie) Beleidsveld
Liggen we op schema met de doelrealisatie?
Hebben we de gewenste resultaten gerealiseerd? / Hebben we gedaan wat we wilden doen?
Wat heeft het gekost? (realisatie conform budget / onder/overschrijding?)
4.2 Eco-effectiviteit Toelichting Het afgelopen jaar stond in het teken van voorbereiding en opstart van diverse projecten c.q. lerende netwerken, met als centraal doel duurzame ontwikkeling bij diverse doelgroepen waaronder de Friese burger (beïnvloeding consumenten) en een aantal branche-organisaties.
Hebben we de gewenste resultaten bereikt / Hebben we gedaan wat we wilden doen? Gewenste resultaten Beleidsveld 4.2 – Eco-effectiviteit Spoor 1 1. We geven invulling aan een duurzaam voorraad- en ketenbeheer door de ontwikkeling, demonstratie en toepassing van duurzame innovaties te initiëren, stimuleren en faciliteren. 2. Er is sprake van duurzame besluitvorming op allerlei schaalniveaus en allerlei maatschappelijke actoren. Spoor 2 3. In 2011 gaan wij door met het stimuleren van duurzame bedrijfsvoering van de provinciale organisatie. In dat kader zal een project worden opgestart. 4. Nog niet alle convenants- en bestuurlijke afspraken op het gebied van duurzaamheid en milieu zijn nagekomen. In 2011 maken we een start met de realisatie (nakomen) van de afspraken. 5. In- en externe projecten die duurzaamheid als centraal uitgangspunt hebben en zo bijdragen aan vermindering van schadelijke onttrekkingen en toevoegingen aan het leefmilieu krijgen in 2011 extra aandacht. Uitwerking vindt plaats door middel van Cradle to Cradle projecten en The Natural Step. 6. In 2011 zetten we zwaar in op Duurzaam voorraadbeheer in gebieden. We gaan samen met NLTO en Nij Bosma Zathe op regionaal niveau processen inrichten die optimaal op elkaar zijn afgestemd qua gebruik van reststoffen, energie en water. Verder onderzoeken we de mogelijkheden voor maatschappelijke
71
Beleid
Tijd
Geld
Gewenste resultaten ecosysteemdiensten, met name in de landbouw. Spoor 3 7. In 2011 gaan we door met het opzetten van lerende netwerken. Met lerende netwerken worden voorlopers in de samenleving gestimuleerd elkaar te helpen of anderen over de streep te trekken. De provincie treedt hier op als regionale aanjager en verbinder. Deze taak valt bij Rijk en gemeenten tussen wal en schip, maar kan wel zeer succesvol zijn. Toepassingsvoorbeelden zijn de zorgsector en de scheepsbouw. Daarnaast wordt met Urgenda gewerkt aan het opzetten van een regionaal netwerk dat duurzame ontwikkeling in de samenleving aanjaagt. 8. We gaan in 2011 een maatschappelijke duurzaamheidsdenktank opzetten. Beoogd resultaat is een bundeling van denkkracht in Fryslân op het gebied van duurzaamheid. Wij nemen het initiatief en zijn één van de participanten in het netwerk. 9. Via “Learning Jouneys” (scouting, sponsoring, adoptie) gaan wij goede initiatieven op het gebied van duurzaamheid in de schijnwerpers zetten. Verder helpen we bij de (door-)ontwikkeling van initiatieven. Verder invulling laten we vervolgens over aan de samenleving. 10. We gaan in 2011 verder met het stimuleren van “awareness” Friese consumenten op het gebied van duurzaamheid. Beoogd resultaat is dat Friese consumenten zich meer bewust zijn van de impact van eigen (handelings-) gedrag op duurzaamheid. Wij nemen het initiatief en werken dit vervolgens verder uit met het maatschappelijk middenveld.
Beleid
Tijd
Geld
Toelichting Punt 1: Gerealiseerd volgens planning. Er is in 2011 lokaal en industrieel ketenoverleg opgezet een reductie van de hoeveelheid huishoudelijk afval tot stand te brengen (zie ook paragraaf 4.4). Punt 2: Gerealiseerd volgens planning. Er is in 2011 een bijdrage geleverd aan de totstandkoming van bouwstenen voor duurzame watersportkernen in het kader van het Friese Merenproject. Met behulp van deze bouwstenen betrekken lokale overheden duurzaamheid actief in plannen voor herstructurering van watersportkernen. Punt 3: Gerealiseerd volgens planning. Er is in 2011 een project gestart waarin duurzaamheid op concrete manier vertaald wordt voor provinciale wegen, vaarwegen en kunstwerken. Het project besteedt ook aandacht aan de structurele borging hiervan in gangbare processen. Punt 4: In 2011 is een start gemaakt met realisatie nakomen bestuurlijke afspraken. De monitor Fries Milieuprogramma 2011 wijst echter uit dat er sprake is van een aanzienlijke restopgave, met name op de energie-, natuur- en bodemdossiers. Punt 5: Gerealiseerd volgens planning. In 2011 is er een pilotproject gestart om ervaring op te doen met de toepassing van The Natural Step op scholen. Punt 6. Onder het project Boustienen is (zie paragraaf 4.3) is gekeken naar mogelijkheden om vanuit het bodembeleid ondersteuning te geven bij gebiedsontwikkeling, duurzaam voorraadbeheer en de inzet van ecosysteemdiensten daarbij. Begin 2012 worden hierover bij de oplevering van dit project aanbevelingen gedaan. Punt 7: Een lerend netwerk is een groep ondernemers die met collega-ondernemers een proces doorlopen om een „amazing jump‟ te maken, om hiermee hun innovatiekracht te vergroten (hier: op het gebied van duurzaam ondernemen). Er zijn in 2011 gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van zorginstellingen in Fryslân met als doel de mogelijkheden en draagvlak te verkennen voor het opzetten van een lerend netwerk duurzaamheid. Tevens heeft er in het najaar een bijeenkomst plaatsgevonden met zorginstellingen over het opzetten van een lerend netwerk duurzaamheid. Tijdens deze bijeenkomst is samen met zorginstellingen een werkwijze geformuleerd om tot een dergelijk netwerk te komen. Ook is er een start gemaakt met het opzetten van lerende netwerken in de scheepsbouw en de grafische branche. Punt 8: Gerealiseerd volgens planning. Er is in 2011 een jongerenpanel opgestart dat de provincie gevraagd en ongevraagd zal adviseren over duurzaamheid. Daarnaast is in samenwerking met Urgenda en de FMF een duurzaamheidstank opgericht. Punt 9: Gerealiseerd volgens planning. In 2011 ondersteunden we het initiatief van het Duurzaamheidsplatform Heerenveen om een conferentie over het thema „biobased economy‟ te organiseren. Deze conferentie trok ruim 250 belangstellenden. Punt 10: Alles is conform planning verlopen.
72
Prestatie-indicatoren Onderwerp
Indicator
Nulmeting
Stimuleren „cradle to cradle‟ projecten
Aantal projecten
Nakomen convenants-en bestuurlijke afspraken
Percentage nagekomen afspraken
Lerende netwerken ten aanzien van duurzaam ondernemen
Aantal actieve lerende netwerken
1 projecten (Cradle tot cradle Islands) In 2011 zijn per thema de nagekomen afspraken in beeld gebracht 1
Doelwaarden 2011 4
Realisatie 2011 5
Niet vastgesteld
Niet vasgesteld
3
3
Toelichting Nulmeting nakomen convenants- en bestuurlijke afspraken is ambtelijk gereed. Dit moet nog worden vervat in een indicator. Bij de 1e Berap 2012 wordt de indicator toegevoegd.
Wat heeft het Beleidsveld gekost? Exploitatie Bedragen x € 1.000
Realisatie 2010
Baten Structurele beleidsprogrammabudgetten Tijdelijke beleidsprogrammabudgetten Totaal Baten
Begroting 2011 na wijziging
Rekening 2011
Verschil Begroting/ Rekening
0
0
18
-18
539
112
112
0
539
112
130
-18
72
54
72
-18
Lasten Structurele beleidsprogrammabudgetten Tijdelijke beleidsprogrammabudgetten Bedrijfsvoeringskosten Totaal Lasten
616
232
244
-12
594 1.283
367 652
361 677
6 -24
Resultaat voor bestemming
-744
-540
-547
6
-12
12
35
-23
-756
-529
-512
-17
Mutatie reserve Resultaat na bestemming
4.3 Duurzaam bodembeheer Wat wilden we bereiken? (beleidsdoel) Het provinciale bodembeleid draagt bij aan een duurzaam bodembeheer. Daarbij spelen natuur en milieu, economie en sociale omgeving hun eigen rol, die onderling in balans blijven. Uitgangspunt is zoveel mogelijk aan te sluiten bij maatschappelijke en ruimtelijke processen. Het beleidsveld bodem is erg in beweging, waarbij een verschuiving plaatsvindt van bodemsanering naar duurzaam bodembeheer. Kansen die de ondergrond biedt moeten optimaal en duurzaam worden benut.
73
Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? (doelrealisatie) Beleidsveld
Liggen we op schema met de doelrealisatie?
Hebben we de gewenste resultaten gerealiseerd? / Hebben we gedaan wat we wilden doen?
Wat heeft het gekost? (realisatie conform budget / onder/overschrijding?)
4.3 Duurzaam bodembeheer Toelichting De 1e Monitoringsrapportage Milieuprogramma 2011 die gelijktijdig met de 1e Berap 2012 zal verschijnen, zal nader ingaan op de doelrealisatie
Hebben we de gewenste resultaten bereikt / Hebben we gedaan wat we wilden doen? Gewenste resultaten Beleidsveld 4.3 – Duurzaam bodembeheer Spoor 1 1. Provincie, gemeenten en it Wetterskip hebben (daar waar) noodzakelijk beleid om de bodem zodanig te beschermen dat de huidige bodemkwaliteit, functies en waarden worden behouden en waar mogelijk worden afgestemd op het (voorgenomen) gebruik van de bodem. 2. De meldingen van nieuwe bodemverontreiniging worden adequaat opgepakt en afgehandeld. Verontreinigingen ontstaan door ongewone voorvallen zijn zoveel mogelijk verwijderd. 3. Beschikkingen op bodemonderzoeken, saneringsplannen, evaluatierapporten, ISV, ILG, Wbb en bijdragen op grond van de bedrijvenregeling worden op efficiënte wijze en binnen de wettelijke termijn afgegeven. 4. Weigerachtige derden die locaties moeten onderzoeken of saneren worden daartoe gestimuleerd op grond van het vastgestelde flankerend beleid. 5. Saneringen zijn in overeenstemming met de Wet bodembescherming (Wbb) uitgevoerd, waarbij het toezicht op een (voor het Rijk) acceptabel niveau is geregeld. 6. Humane spoedlocaties die al zijn opgenomen in de programma‟s of al bekend zijn, worden aangepakt. 7. Locaties waar (deels) is gesaneerd of waar de verontreiniging is geïsoleerd worden onder meer door middel van beschikkingen of nazorgplannen door de daarvoor verantwoordelijke instantie adequaat beheerst. 8. Gasfabrieksterreinen worden gesaneerd daar waar de maatschappelijke dynamiek het toestaat of daar waar sprake is van onaanvaardbare milieurisico‟s. Gasfabriek waterbodemverontreinigingen zullen worden gesaneerd voor zover dit milieuhygiënisch noodzakelijk is in samenloop met andere baggerwerkzaamheden. 9. Van alle officieel door ons gesloten verklaarde stortplaatsen worden de nazorgvoorzieningen gecontroleerd, in stand gehouden en zo nodig vervangen. Het fonds Nazorg gesloten stortplaatsen bevat voldoende geld om deze taken uit te voeren. 10. Alle mogelijkheden, die wij bezitten, zijn benut om opslag van gevaarlijk en radioactief afval op of in de bodem tegen te gaan.
Beleid
Tijd
Geld
Toelichting Punt 1: Het bodembeleid ligt vast in het Frysk Miljeuplan en in de structuurvisie (Streekplan). Voor de meest essentiële bodemthema‟s hebben College en Staten standpunten ingenomen. In het project Boustienen zijn bouwstenen verzameld voor een bodemvisie. Begin 2012 wordt dit project afgerond en worden aanbevelingen hiervoor gedaan, bijna een jaar vooruitlopend op de planning. Punt 8: In 2011 is gestart met de bodemsanering van de voormalige gasfabriek Sint Annaparochie.
74
Punt 10: In IPO-verband hebben wij aangegeven tegen ondergrondse opslag van radioactief afval in de Friese bodem te zijn. Het IPO neemt – om strategische redenen – niet altijd zo‟n hard standpunt in. Dit punt vraagt continu om aandacht. Prestatie-indicatoren Onderwerp Kansen die de ondergrond bezit optimaal benutten De werkvoorraad aan mogelijk verontreinigde locaties neemt jaarlijks af
Indicator
Nulmeting
Aantal projecten (diepe) ondergrond
0 projecten
Aantal spoedlocaties
In 2008 is de werkvoorraad spoedlocaties teruggebracht van 387 naar 220
Doelwaarden 2011 2
Realisatie 2011 2
Terugbrengen tot 120
Tot 22 teruggebracht
Toelichting De verwachting is dat de spoedlocaties eind 2015 zijn gesaneerd.
Wat heeft het Beleidsveld gekost? Exploitatie Bedragen x € 1.000 Baten Structurele beleidsprogrammabudgetten Tijdelijke beleidsprogrammabudgetten Overlopende passiva Totaal Baten
Realisatie 2010
Begroting 2011 na wijziging
Rekening 2011
Verschil Begroting/ Rekening
0
25
0
25
50
0
0
0
1.530 1.580
0 25
7.754 7.754
-7.754 -7.729
97
73
65
8
1.981
1.303
1.148
156
1.530 0 2.115 5.724
0 0 1.026 2.402
7.754 36 1.009 10.012
-7.754 -36 17 -7.610
Resultaat voor bestemming
-4.144
-2.377
-2.258
-119
Mutatie reserve
-2.304
-1.700
-1.636
-64
Resultaat na bestemming
-6.448
-4.077
-3.894
-183
Lasten Structurele beleidsprogrammabudgetten Tijdelijke beleidsprogrammabudgetten Overlopende passiva Reserves Bedrijfsvoeringskosten Totaal Lasten
Toelichting Baten Overlopende Passiva Het betreft hier de van het Rijk verkregen middelen voor het WBB-programma 2002-004. Deze middelen zijn in afwachting van de eindrapportage met het Rijk voorlopig toegevoegd aan het budget voor het WBB -programma 2005-2009.
75
Lasten Tijdelijke budgetten De onderbesteding wordt veroorzaakt door minder uitgaven op het WBB -budget 2010-2015. De oorzaak hiervan is het project baggerwerk Wijdegreuns, dat maar voor een gedeelte in 2011 is uitgevoerd. Reserves Het betreft hier vrijval op een aantal “oude” bodemsaneringsprojecten, waarvan de provincie 2,5% van de totale kosten bijdroeg. Het Rijk en de gemeenten namen ieder deel voor resp. 90% en 7,5%. Alle projecten zijn inmiddels afgerekend. De vrijval, als gevolg van onder meer lagere afrekeningen, bedraagt € 36.000.
4.4 Leefomgevingsbeleid Wat wilden we bereiken? (beleidsdoel) Het doel van dit beleidsveld vormt het borgen van de basismilieukwaliteit van onze lokale leefomgeving. Dat doen we door onze wettelijke taken op het gebied van o.a. geluid, externe veiligheid, lucht, geur, MER (Milieu Effect Rapportage), Plan MER en Provinciale Milieuverordening (PMV) op een adequate wijze uit te voeren.
Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? (doelrealisatie) Beleidsveld
Liggen we op schema met de doelrealisatie?
Hebben we de gewenste resultaten gerealiseerd? / Hebben we gedaan wat we wilden doen?
Wat heeft het gekost? (realisatie conform budget / onder/overschrijding?)
4.4 Leefomgevingsbeleid Toelichting De basismilieukwaliteit voldoet op dit moment voor een groot aantal dossiers aan de wettelijke normen. Op onderdelen is er de komende jaren sprake van een restopgave.
Hebben we de gewenste resultaten bereikt / Hebben we gedaan wat we wilden doen? Gewenste resultaten Beleidsveld 4.4 – Leefomgevingsbeleid Spoor 1 1. Milieuaspecten zijn voldoende en tijdig in beeld gebracht bij planontwikkeling. 2. Provinciaal beleid en regelgeving dat voldoet aan de Europees rechtelijke normen is doorvertaald naar de doelgroepen. 3. Betere afstemming van beleid, vergunningverlening en handhaving op het gebied van milieu tussen de provincies. 4. Gestructureerd en planmatig communiceren met de doelgroepen over de uitvoering van het PMP. 5. De belangenbehartiging voor natuur en milieu in Fryslân is geïnstitutionaliseerd. 6. Provinciale wegen en projecten of programma‟s in het kader van de EU-richtlijn Omgevingslawaai voldoen aan het gestelde van de Wet geluidhinder. 7. Actuele Provinciale regelgeving. 8. Maximale integratie van milieu met het ruimtelijk ordeningsspoor. 9. Productie, gebruik, opslag en distributie van gevaarlijke stoffen en het gebruik van luchthavens in Fryslân waarvoor wij het bevoegd gezag zijn, voldoen aan de wettelijke regelgeving. Spoor 2 10. Bij initiatieven om over te stappen op duurzaamheid treden belemmeringen op in de sfeer van regelgeving. Hierdoor lopen innovatieve trajecten vast. Via pilots bestuurlijke innovatie proberen wij deze belemmeringen op regionaal niveau weg te nemen.
76
Beleid
Tijd
Geld
Gewenste resultaten In het verlengde hiervan denken we ook aan regellichte zones; zones waarin minder regels gelden voor duurzame toepassingen. 11. Wij gaan in 2011 projecten ontwikkeling die gericht zijn op het realiseren van een reductie van 25% op de hoeveelheid huishoudelijk afval. Wie doen dit onder meer via het „cradle- to- cradle‟- principe. Spoor 3 12. In 2011 gaan we een verkenning uitvoeren naar mogelijkheden van decentrale energie-opwekking in Fryslân. Wij zijn initiatienemer, uitwerking is aan de samenleving. In dat kader wordt nauw samengewerkt met het Programma duurzame energie. 13. In 2011 wordt een Fries jeugdpanel duurzaamheid opgericht als ideeëngenerator en klankbord. Provincie is initiatiefnemer bij het opzetten, is het panel gerealiseerd, dan zijn we afnemer. 14. In 2011 worden duurzaamheidsnetwerken met scholen (basis, voorgezet, MBO, HBO) opgezet. Via scholen worden de doelstellingen van duurzaamheid onder de aandacht gebracht en verder uitgewerkt. Wij nemen het initiatief en werken dit samen met de scholen verder uit. De scholen brengen het in de praktijk.
Beleid
Tijd
Geld
Toelichting Punt 1: Geen bijzonderheden Punt 2, 7, 8: Bij het opstellen van beleid en regelgeving houden we rekening met Europeesrechtelijke verplichtingen. De Provinciale milieuverordening wordt in 2012 geactualiseerd. De verordening is op een aantal ondergeschikte punten niet meer actueel en de structuur van de verordening wordt aangepast, zodat de verordening beter leesbaar wordt. Het streekplan wordt momenteel geëvalueerd. De afdeling heeft aangegeven welke milieuaspecten moeten worden meegenomen. Punt 3: Over de uitvoering van de kwaliteit en samenwerking van de handhaving vindt periodiek overleg en afstemming tussen provincies (IPO-kader) plaats. De afstemming op het terrein van beleid en vergunningverlening gebeurt inde IPO-werkgroep Bedrijven. Punt 4, 5: Met name de Friese Milieu Federatie speelt hier een prominente rol. Communicatie richting de Friese burger over de uitvoering van het Frysk Miljeuplan wordt veelal in samenspraak met de FMF geregeld. Punt 6: Op dit moment wordt de Geluidsbelastingkaart Fryslân opgesteld. De planning is dat wij de kaart medio 2012 vaststellen. In vervolg op de vastgestelde Geluidsbelastingkaart wordt een Actieplan opgesteld, dat uiterlijk mei 2013 wordt vastgesteld. Punt 7,8 (zie punt 2) Punt 10: Gerealiseerd volgens planning. In 2011 is, samen met de gemeente Leeuwarden gewerkt aan het verkrijgen van de status van experimenteergebied voor Nieuw-Stroomland in het kader van de Crisis- en Herstelwet. Punt 11. Onze doelstelling voor afvalreductie wordt onder andere via het Afval Actie Programma (AAP) gerealiseerd. Doel hiervan is om een provinciaal platform te creëren waar de krachten van maatschappelijk verantwoord ondernemen en burgerparticipatie worden gebundeld om duurzame innovaties te realiseren en zo de hoeveelheid huishoudelijk afval in de provincie terug te brengen met 25% per 2013. Punt 12. Hiervoor wordt verwezen naar het jaarverslag van het programma duurzame energie (hoofdstuk 6). Punt 13: Het jeugdpanel gaat in voorjaar 2012 aan de slag. Dat is iets vertraagd, omdat we een en ander hebben afgestemd met al lopende jeugdplatforms in de provincie. Punt 14: Loopt volgens plan. Prestatie-indicatoren Onderwerp Borgen basiskwaliteit locale leefomgeving Voldoende en tijdig inzetten m.e.r. Afvalreductie huishoudelijk afval met 25% (in 2013) Fries jeugdpanel
Indicator
Nulmeting 100%
Doelwaarden 2011 100%
Realisatie 2011 100%
Aantal projecten dat voldoet aan wettelijke normen Tijdigheid
100%
100%
100%
Aantal tonnen huishoudelijk afval
308.500 ton per jaar (inschatting) Nee
Nog niet geformuleerd
Fries jeugdpanel operationeel?
77
Start panel
Panel start in voorjaar 2012
Toelichting Afvalreductie huishoudelijk afval wordt de komende jaren ook via de beleidsvelden Eco-effectiviteit en Basiskwaliteit & bewustwording aangepakt.
Wat heeft het Beleidsveld gekost? Exploitatie Bedragen x € 1.000
Realisatie 2010
Baten Tijdelijke beleidsprogrammabudgetten Overlopende passiva Totaal Baten
Begroting 2011 na wijziging
Rekening 2011
Verschil Begroting/ Rekening
25
36
36
0
854 879
600 636
1.087 1.123
-487 -487
381
376
374
2
Lasten Structurele beleidsprogrammabudgetten Tijdelijke beleidsprogrammabudgetten Overlopende passiva Voorzieningen Bedrijfsvoeringskosten Totaal Lasten
225
824
310
514
854 0 724 2.185
0 600 457 2.257
0 1.087 449 2.221
0 -487 7 36
Resultaat voor bestemming
-1.306
-1.621
-1.097
-523
64
-71
-586
515
-1.242
-1.692
-1.683
-9
Mutatie reserve Resultaat na bestemming Toelichting
Baten Overlopende Passiva In 2011 zijn, naast de voor dit jaar begrote inkomsten van het programma Externe Veiligheid, nog Rijksmiddelen ontvangen die betrekking hadden op het dienstjaar 2010. Lasten Tijdelijke budgetten Het budget Fries Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid 2011-2014 is niet geheel besteed. Dit komt doordat het programma nog in de aanloopfase zit en de kosten die in 2011 door de samenwerkende partners zijn gemaakt grotendeels nog in rekening gebracht moeten worden. De verwachting is dat de kosten van de uitvoering van 2011 in de eerste helft van 2012 betaald zullen worden. Aangezien het hier een categorie A tijdelijk budget betreft blijven de niet-bestede middelen voor dit project gereserveerd.
4.5 Regie & Strategie toezicht en handhaving Wat wilden we bereiken? (beleidsdoel) Het (interbestuurlijk) toezicht en de handhaving zijn er op gericht dat de normen worden nageleefd. Omdat de uitvoering van het toezicht en de handhaving voorbehouden is aan meerdere bevoegde gezagen in de provincie wordt gestreefd naar een goede onderlinge afstemming.
78
Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? (doelrealisatie) Beleidsveld
Liggen we op schema met de doelrealisatie?
Hebben we de gewenste resultaten gerealiseerd? / Hebben we gedaan wat we wilden doen?
Wat heeft het gekost? (realisatie conform budget / onder/overschrijding?)
4.5 Regie & Strategie toezicht en handhaving Toelichting Alle handhavingsorganisaties in Fryslân voldoen op dit moment aan de landelijk vastgestelde kwaliteitscriteria.
Hebben we de gewenste resultaten bereikt / Hebben we gedaan wat we wilden doen? Gewenste resultaten Beleidsveld 4.5 - Regie & Strategie toezicht en handhaving 1. Geborgd is dat alle bedrijven en activiteiten, waarvoor de provincie in de betreffende wet- en regelgeving is aangewezen als bevoegd gezag, zijn gecontroleerd en mogelijk gecorrigeerd overeenkomstig het hiervoor opgestelde beleid. Dit betekent dat er tenminste sprake dient te zijn van een adequate naleef-, toezicht-, sanctie en gedoogstrategie, die tevens voorziet in afstemming met het strafrechtelijk spoor. 2. Alle handhavingorganisaties in Fryslân werken op een efficiënte en effectieve manier met elkaar samen. Inzet is dat de verschillende organisaties zich inspannen om de gezamenlijke problemen ook gezamenlijk aan te pakken. 3. Alle bestuursrechtelijke handhavingorganisaties in Fryslân voldoen aan de landelijk vastgestelde kwaliteitscriteria. Deze criteria, die opgenomen zijn in het Besluit kwaliteiteisen handhaving milieuwetgeving, omvatten het minimum waaraan uitvoering dient te voldoen.
Beleid
Tijd
Geld
Toelichting 1. Op 7 juni 2011 hebben wij het nieuwe handhavingsbeleid vastgesteld: “Integraal toezicht- en handhavingsbeleid” en “Implementatieplan Integraal toezicht- en handhavingsbeleid”. In deze beleidsstukken is een handhavingsstrategie opgenomen, waarin de aanpak afgestemd is op het gedrag van de overtreder en de ernst van de overtreding. Deze strategie werken wij uit in 2012. 2. In het afgelopen jaar is het Fries Handhavingsoverleg (FHO) twee keer bij elkaar geweest. Daarin zijn afspraken gemaakt over de programmatische samenwerking. 3. Toetsing aan de kwaliteitseisen vindt plaats op grond van het Besluit omgevingsrecht. De provincie heeft de jaarprogramma‟s en jaarverslagen van alle bestuurlijke handhavingsorganisatie in Fryslân getoetst aan de wettelijke (minimum)eisen. Daar waar nodig (22 organisaties, inclusief de provincie) zijn verbeterplannen opgesteld voor die organisaties om de structurele tekorten op te lossen. In het afgelopen is verder gewerkt aan een nieuw stelsel van het interbestuurlijk toezicht, waarbij het de bedoeling is dat het toezicht zoveel mogelijk integraal en generiek wordt ingevuld. Prestatie-indicatoren Onderwerp Indicator Normstelling interbestuurlijk toezicht en handhaving wordt nageleefd
Nulmeting
Landelijk vastgestelde kwaliteitscriteria
79
Van de 30 Friese handhavingspartners voldoet de eigen organisatie voor 30%100% aan de landelijke (minimum-) criteria
Doelwaarden 2011 60-100%
Realisatie 2011 100%
Toelichting De kwaliteitscriteria zijn geformuleerd als minimumcriteria, waaraan de organisaties dienen te voldoen. Geen streven aldus, maar een wettelijke verplichting
Wat heeft het Beleidsveld gekost? Exploitatie Bedragen x € 1.000
Realisatie 2010
Baten Tijdelijke beleidsprogrammabudgetten Overlopende passiva Totaal Baten Lasten Structurele beleidsprogrammabudgetten Tijdelijke beleidsprogrammabudgetten Overlopende passiva Bedrijfsvoeringskosten Totaal Lasten Resultaat voor bestemming Mutatie reserve Resultaat na bestemming
Begroting 2011 na wijziging
Rekening 2011
Verschil Begroting/ Rekening
13
6
21
-15
0 13
140 146
93 114
47 32
0
3
0
3
167
416
377
39
0 144 311
140 144 702
93 141 611
47 2 91
-299
-556
-497
-59
-17
264
274
-10
-315
-292
-223
-69
Toelichting Tijdelijke budgetten (baten en lasten) Het saldo ad € 59.000 (Resultaat voor bestemming) op dit beleidsveld wordt met name veroorzaakt door lagere uitgaven regiekosten FUMO (€ 39.000) vanwege vertraging van de invoering van de Regionale Uitvoeringsdienst. Daarnaast is een bijdrage in deze kosten ontvangen van € 15.000 voor het project professionalisering Handhaving.
4.6 Uitvoering vergunningverlening, toezicht en handhaving Wat wilden we bereiken? (beleidsdoel) Omgevingsvergunningen en -toezicht Vergunningverlening, toezicht en handhaving zijn erop gericht dat bedrijven (inrichtingen) en initiatiefnemers (activiteiten) die vallen onder bevoegd gezag van de provincie hun werkzaamheden zodanig uitvoeren, dat de milieudruk, hinder en veiligheid aan de daarvoor gestelde wettelijke normen voldoen: Bedrijven en initiatiefnemers beschikken in de reguliere situatie en bij oprichting, verandering of uitbreiding tijdig over een goed te handhaven en actuele vergunning op maat. Bedrijven en initiatiefnemers voeren hun activiteiten in overeenstemming met de regelgeving uit. Voor de provinciale IPPC/BRZO-bedrijven (Integrated Pollution Prevention Control/Besluit Risico Zware Ongevallen) wordt een vorm van accountmanagement ingevoerd. De organisatie voert de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) op een adequate wijze uit. Er wordt daarbij maximaal gebruik gemaakt van ICT- en internetvoorzieningen. Er wordt effectief en efficiënt samengewerkt met interne en externe partners. Wabo De Wabo ging in het laatste kwartaal van 2010 van start. Het aantal vergunningaanvragen blijft achter bij de oorspronkelijke verwachtingen. De economische crisis is hieraan deels debet . In het voorjaar van 2012 ronden we een evaluatie van de uitvoering van de Wabo af
80
Friese Regionale Uitvoeringsdienst (Friese RUD) Het jaar 2011 stond voor de Fryske Utfieringstsjinst Miljeu Omjouwing (FUMO) in het teken van de “Modellen studie”. De regie heeft samen met Deloitte een onderzoek gedaan naar de werklast en de gevolgen voor de FUMO. Eind april is dit aan de gemeenten, het Wetterskip en de provincie gepresenteerd. Op 30 juni hebben die partners met uitzondering van de gemeenten Ooststellingwerf, Weststellingwerf en Opsterland een intentieovereenkomst getekend waarin wordt uitgesproken om op 01-01-2013 de FUMO operationeel te hebben. Vanaf begin juli is er onder leiding van algemeen directeuren een proces gestart met als doel om begin 2012 een bedrijfsplan voor besluitvorming gereed te hebben. REC Traject vergunning: Tegen de Wet milieubeheervergunning is beroep aangetekend bij de Raad van State door vijfpartijen. De zitting in het kader van de bodemprocedure is gepland op 6 februari 2012. Twee verzoeken om een voorlopige voorziening is afgewezen. Daardoor is de vergunning in werking, maar nog niet onherroepelijk. Er zijn, conform de vergunningvoorschriften, vier rapportages ter goedkeuring ingediend door Omrin. Het betreft: brandpreventieplan, brandblusplan doekenfilter, onderhoud- en inspectieplan en veiligheidsbeheersplan. Daarnaast is er, op verzoek van Omrin, een wijziging in het acceptatieplan goedgekeurd. Toezicht en handhaving: start van het toezicht ging gepaard met tal van activiteiten. Een samenvatting: - Beoordelen en afhandelen van circa. 50 bedrijfsmeldingen en klachten, idem zes WOB verzoeken, negen handhavingverzoeken, beoordelen van vijf emissierapporten opgesteld door TAUW, beoordelen en controleren VBS inclusief ondersteuning van Royal Haskoning, beoordelen en afhandelen halfjaarrapportage inclusief ondersteuning door Witteveen en Bos. - afhandelen van circa. 100 vragen van onder andere. diverse statenfracties, regionaal milieu team politie Friesland, gemeente Harlingen, plaatselijk belang Wijnaldum, Stichting Afvaloven Nee en omwonenden. - In het kader van het reguliere toezicht diverse meldingen en rapportages afgehandeld en opgesteld . - afleggen van 19 controlebezoeken, exclusief de controles in het kader van het VBS (wat is VBS) en hiervoor benodigde ondersteuning door externen.
Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? (doelrealisatie) Beleidsveld
Liggen we op schema met de doelrealisatie?
Hebben we de gewenste resultaten gerealiseerd? / Hebben we gedaan wat we wilden doen?
Wat heeft het gekost? (realisatie conform budget / onder/overschrijding?)
4.6 Uitvoering vergunningverlening, toezicht en handhaving
Hebben we de gewenste resultaten bereikt / Hebben we gedaan wat we wilden doen? Gewenste resultaten Beleidsveld 4.6 –Uitvoering vergunningverlening, toezicht en handhaving Spoor 1 1. Bedrijven en initiatiefnemers beschikken in de reguliere situatie en bij oprichting, verandering of uitbreiding tijdig over een goed te handhaven en actuele vergunning op maat 2. Bedrijven en initiatiefnemers voeren hun activiteiten in overeenstemming met de regelgeving uit. 3. Voor de provinciale IPPC/BRZO-bedrijven (Integrated Pollution Prevention Control/Besluit Risico Zware Ongevallen) wordt een vorm van accountmanagement ingevoerd. 4. De organisatie voert de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) op een adequate wijze uit. 5. We zetten in op een robuuste Friese Uitvoeringsdienst Milieu.
81
Beleid
Tijd
Geld
Toelichting Punt 3: Vanwege prioritering o.a. als gevolg van de Rec en de FUMO zijn we nog niet gestart met de pilot. De manier van werken die we daarmee beogen, krijgt uitvoering in het HandhavingsUitvoeringsProgramma (HUP).
Wat heeft het Beleidsveld gekost? Exploitatie Bedragen x € 1.000 Baten Structurele beleidsprogrammabudgetten Totaal Baten
Realisatie 2010
Begroting 2011 na wijziging
Rekening 2011
Verschil Begroting/ Rekening
160
580
223
357
160
580
223
357
523
796
650
145
Lasten Structurele beleidsprogrammabudgetten Tijdelijke beleidsprogrammabudgetten Bedrijfsvoeringskosten Totaal Lasten
883
617
660
-43
8.542 9.948
10.313 11.726
10.146 11.457
167 269
Resultaat voor bestemming
-9.788
-11.145
-11.233
88
-44
-188
-178
-10
-9.832
-11.333
-11.411
78
Mutatie reserve Resultaat na bestemming
Toelichting De belangrijkste verschillen doen zich voor bij zowel de gerealiseerde inkomsten als de uitgaven in het kader van de Wabo. Het aantal aanvragen om een omgevingsvergunning is niet zoveel kleiner, maar het aantal aanvragen met een bouwdeel is veel kleiner dan geraamd. Aangezien alleen over dit bouwdeel leges mogen worden geheven, vallen de inkomsten lager uit dan voorzien. Aan de uitgavenkant zien we bij de Wabo een beperkte besteding van het budget dat bestemd was voor de inschakeling van externe expertise voor deze bouwonderdelen.
82
3.5 Programma 5. Lanlik Gebiet
Portefúljehâlders: J.G. Kramer en S.A.E. Poepjes foar de Mynbouwet
A. Programmarealisaasje Wat woene wy berikke? (beliedsdoelen Begrutting 2011) Doel is om in lanlik gebiet yn Fryslân mei heechweardige ekologyske en romtlike kwaliteit (planet), mei in rendearjende lânbou- en plattelânsekonomy (profit), dêr’t minsken belutsen binne by de wearde fan ekology en romtlike kwaliteit (people). It belied is yn grutte halen yn it Streekplan en it Wetterhúshâldingsplan formulearre. Yn tematyske nota’s, wurkplannen, behearplannen, behear- en ynrjochtingsplannen wurde de konkrete aksjes oanjûn. Yn it Provinsjaal Mearjierreplan Lanlik Gebiet (pMJP) steane de konkrete prestaasjes dy’t wy, yn ‘e mande mei partners yn it lanlik gebiet, leverje wolle konkreet oanjûn, bygelyks yn hektaren of oantallen projekten. Yn it programma Lanlik Gebiet giet it, wat it belied oanbelanget, oer natuer, lânskip, lânbou en plattelânsûntwikkeling. Wy wurkje oan struktuerferbettering foar de lânbou, oankeap en ynrjochting fan natuer, soarch foar it lânskip. leefberens plattelân en in sosjaal-ekonomysk sterke lânbou. De útfiering fia it pMJP is breder en wurdt yntegraal oanpakt. Wy wurkje oan in boaiemfisy, de útfiering fan wetter (Ramtrjochtline Wetter), sosjaal-ekonomyske ûntwikkeling fan it lanlik gebiet, rekreaasje en toerisme, erfgoed en monumintesoarch. Dat totaalprogramma pMJP hat as titel meikrigen: Ympuls foar it Fryske plattelân.
Hawwe wy berikt wat wy berikke woene? (realisaasje doelen 2011) Beleidsfjilden
5.1 5.2 5.3 5.4
Lizze wy op skema mei de realisaasje fan de doelen?
Hawwe wy de ferlange resultaten helle? Hawwe wy dien wat wy dien woene?
Wat hat it koste? (realisaasje neffens budzjet / ûnder- / oerbesteging
Belied natuer Belied lânskip Beleid lânbou Yntegrale plattelânsûntwikkeling
Taljochting / relevante ûntjouwings yn 2011 / high lights Ûnderhannelingsakkoart Desintralisaasje Natuer It ôfrûne jier stie sterk yn it teken fan de ûnderhannelings oer de besunigings op en de desintralisaasje fan it natuer- en lanlik gebietsbelied. Der binne no ôfspraken makke oer: Ûntbining bestjoersoerienkomst ILG tusken Ryk en provinsjes. Juridyske ferplichtings fan foar 20-102010 en it behear oant en mei 2013 wurde noch troch it Ryk betelle. De (op ‘en nij hifke) EHS ynfiere, mar allinnich foarsafier’t de ynternasjonale ferplichtings jilde. Finansiering fan de kosten foar oankeap en ynrjochting fan de op ‘en nij hifke EHS mei de oanpak ‘grûn foar grûn’. Provinsje ferantwurdlik foar it behear fan de EHS nei 2014. Ryk finansieret mei yngong fan 2014 it agrarysk natuerbehear út Europeeske middels (pylder 1). Provinsje krijt sizzenskip oer ynset DLG en DR. Ryk lûkt him oangeande belied en ynvestearrings werom út it lanlik gebiet. Ryksdoelen as lânbou, rekreaasje, nasjonale lânskippen en parken ferfalle. Yn 2016 wurdt hifke yn hoefier’t de ynternasjonale ôfspraken neikommen binne. Boppesteande ôfspraken hâlde in desintralisaasje fan foegen fan it Ryk nei de provinsje yn. Troch dy
83
desintralisaasje en it weifallen fan de ILG-bestjoersoerienkomst is der minder bestjoerlike drokte. As provinsje hawwe wy in wichtige kearntaak krigen, dêr’t wy yntegraal mei úteinsette kinne, soks oanslutend op ús RObelied, ús wetterbelied en ús rekreaasje- en toerismebelied. Boppedat wurde in protte besunigings op it lanlik gebiet trochfierd. De talrike gefolgen dêrfan komme yn dit programma oan ‘e oarder. De flinke besunigings op natuer en lânskip (70%) sille harren effekt hawwe op de kwaliteit fan natuer en lânskip. Al hiel lang rint it bioferskaat tebek. It kearen fan dy efterútgong, lykas ynternasjonaal ôfpraat, wurdt no in noch folle grutter probleem. De struktuerfersterkjende maatregels foar de lânbou ferdwine ek. Ús eigen provinsje Fryslân ûnderkent de wichtige rol fan it agrarysk natuerbehear (de greidefûgelbeskerming dêryn begrepen). De oergong fan dat belied nei it Ryk, dêr sitte wy oer yn. Sa geane it greidefûgelbelied en it houtwâlebehear nei de ryksoerheid. De beëage finansiering út it GLB wei is noch net wis. Wy sille alle war dwaan om mei EL&I ta in goed mienskiplik belied te kommen. It gefolch fan it akkoart is dat wy ús natuer- en lanlik gebietsbelied op ‘en nij formulearje moatte. Ad. 5.1
Belied Natuer 2011 stie wat de natuer en it lanlik gebiet oanbelanget yn it teken fan de grutte ryksbesunigings op natuer. It Ûnderhannelingsakkoart Desintralisaasje Natuer twingt de provinsjes, troch de tige beheinde finansjele mooglikheden en it restant grûnfoarrie, om goed trochtocht te kiezen. In gefolch fan it akkoart is dat it bekostigjen fan projekten en aktiviteiten yn it lanlik gebiet ûnder tige grutte druk komt te stean. Dêrby is it de grutte fraach yn hoefier’t wy de doelen dy’t it Ryk steld hat, helje kinne. It gefolch fan dy ôfspraak is dat wy ús natuerbelied en belied lanlik gebiet op ‘en nij formulearje moatte. Posityf is dat wy dat belied foar it lanlik gebiet no as kearntaak yn eigen hannen krije: dat past ús skoan. Op 8 febrewaris 2012 binne Ryk en IPO it iens wurden oer de útfieringsôfspraken fan it Ûnderhannelingsakkoart Desintralisaasje Natuer. Wy sille mei de oanbelangjende partijen nij natuerbelied opstelle. Mei de tariedings foar it opstellen fan de Nota Natuer is ein 2011 úteinset. De gefolgen fan de ryksbesunigings komme dêryn oan ‘e oarder. It opstellen fan de behearplannen Natura2000. It opstellen fan de behearplannen foar de 20 Fryske Natura2000-gebieten is opkeard troch: de nasjonale diskusje oer besunigings op it natuerbelied en op de nasjonale ferplichtings dy’t yn behearplannen útwurke wurde. De lanlike útwurking fan de Programmatyske Oanpak Stikstof (en oanpassings yn de wetjouwing) en troch de fêststelling fan de Krisis- en Reparaasjewet. Troch de ûnderlinge ôfhinklikens fan behearplannen N2000 en de Programmatyske Oanpak Stikstof (PAS) kinne de behearplannen noch net fêststeld wurde. De tuskenhifking fan it Wurkplan greidefûgels 2007-2013 is ôfsletten. De resultaten dêrfan wurde meinommen by it opstellen fan de nije Nota Natuer. Ad. 5.1/5.2 It tiim Natuer en it tiim Romtlike kwaliteit hawwe mei harren advizen oan tredden en oan de eigen organisaasje bydroegen oan it ferbetterjen fan de kwaliteit fan natuer en romtlike ûntjouwings. De ynterne sprekoeren Natuer en Romtlike Kwaliteit, wichtich foar it yntegrale wurkjen, hawwe in ferfolch krigen.
Wat hat it programma koste? Eksploitaasje Bedraggen x € 1.000 Baten 5.1 Belied natuer 5.2 Belied lânskip 5.3 Belied lânbou 5.4 Yntegrale plattelânsûntwikkeling Baten mei-inoar Lesten 5.1 Belied natuer 5.2 Belied lânskip 5.3 Belied lânbou 5.4 Yntegrale plattelânsûntwikkeling
Realisaasje 2010
Begrutting 2011 nei wiziging
Rekken 2011
Ferskil Begrutting/ Rekken
340 0 143 38.081
617 0 594 59.962
516 0 424 59.682
101 0 171 279
38.565
61.173
60.622
551
5.449 686 819 56.295
5.175 1.403 788 81.397
4.879 1.394 646 90.396
295 9 142 -8.999
84
Bedraggen x € 1.000
Realisaasje 2010
Lesten mei-inoar Resultaat foar bestimming Mutaasje reserve Resultaat nei bestimming
63.248
Begrutting 2011 nei wiziging 88.762
-24.683
Rekken 2011 97.315
Ferskil Begrutting/ Rekken -8.553
-27.590
-36.693
9.103
-2.414
7.177
16.511
-9.334
-27.098
-20.413
-20.182
-231
B. Beliedsfjilden
5.1
Belied natuer
Wat woene wy berikke? (beliedsdoel) De wichtichste opjefte is it yn âlde steat werombringen fan it bioferskaat en it keppeljen fan kânsen fan natuer en ekonomy. Trends dêr’t wy mei te krijen hawwe, binne klimaatferoaring en romtedruk. Wy bestribje in goed wurkjend net fan natuergebieten yn Fryslân om sadwaande foar it bioferskaat ynstean te kinnen. Yn it Streekplan is de kaart fan de Ekologyske Haadstruktuer (EHS) opnommen, de Ekologyske Ferbiningssônes dêryn begrepen. It Streekplan jout ek oan hoe’t yn planprosessen mei de EHS omgien wurde kin. Op grûn fan it Koälysje-akkoart is foar de Robúste Wiete As in eigen Frysk plan makke. Der wurdt hurd wurke oan it stal jaan fan de EHS, dat wol sizze it begrinzgjen, it oankeapjen (of it fergoedzjen fan partikulier behear), de ynrjochting en it behear. Mei it projekt Natuer op Kaart kinne wy no – op de Fryske kaart – oanjaan hoefier’t wy binne en wat der noch dien wurde moat. Yn it ramt fan it nije Subsydzjestelsel Natuer en Lânskip (SNL) is foar alle natuergebieten oanjûn wat de natuerdoelen binne. Boppedat is yn it nasjonale Mearjierreprogramma Ûntsnipeling oanjûn hokker tûkelteammen yn ryks- en provinsjale diken út ‘e wei romme wurde moatte om de natuergebieten goed mei-inoar ferbine te kinnen. Yn de planfoarming bliuwt in foarbyldeboek oer foar alle ekologyske ferbiningssônes; dat fan Súdeast is, mei alle partners, al makke. Mei de plannen as ien gehiel is it foar de útfierders no dúdlik wat de bedoeling is. Yn de útfiering wurdt natuer keppele oan oare doelen, lykas wetter of lânbou yn gebietsrjochte projekten. De ryksoerheid hat parten fan de EHS as Natura2000-gebieten oanwiisd. Foar dy gebieten wurde behearplannen makke. Oanjûn wurdt hoe’t de stelde natuerdoelen helle wurde kinne en hokker aktiviteiten dien wurde kinne sûnder fergunningferliening. In ûnderdiel fan de behearplannen is in sosjaal-ekonomyske paragraaf. Salang’t de behearplannen der net binne, wurdt elke nije – mooglik signifikant fersteurende – aktiviteit mei fergunningferliening hifke oan de doelen fan de ynstânhâlding. Fan de 20 behearplannen dy’t der komme moatte, meitsje wy seis sels. De rest wurdt – yn ‘e mande mei ús – troch de Tsjinst Lanlik Gebiet (DLG) of Rykswettersteat makke. Yn 2012 moatte alle plannen klear wêze. Wy lizze no op skema. Ynstellings steane foar in part noed fan it útfieren fan it Natuerbelied: It Fryske Gea foar natuerbehear, it IVN foar edukaasje. Wy wolle foar it folsleine lanlik gebiet werom nei it oarspronklike nivo en ferskaat fan de greidefûgelstân, gaadlike opfang fan guozzen en goede ûntwikkeling fan oare soarten. Yn it wurkplan greidefûgels en it plan oanpak leefgebieten soarten wurdt oanjûn hoe’t wy dat berikke wolle. Foar guozzen jildt it belied yn ferbân mei foerazjeargebieten. Yn dy gefallen dat de fauna de ekonomy skea tabringt, kenne wy ûntheffing ta yn it ramt fan de Floara- en Faunawet (FFW). Mei dat doel hawwe wy it Faunabehearplan fan de Faunabehearienheid goedkard, op grûn fan beliedsregels dy’t wy fêststeld hawwe. Dêrby wurde soms spesjale plannen makke, lykas it kant en kleare wurkplan oersimmerjende guozzen. Der is in spesjale ûntheffing foar it ljipaaisykjen. De Faunabehearienheid krijt subsydzje foar koördinaasje fan it útjaan fan ûntheffings. Mei it fêststellen fan in nij Faunabehearplan troch ús kolleezje yn 2010 is de beliedssyklus op it stuit wer rûn. Yn 2010 binne alle ûntheffings wer foar fiif jier takend. Yn 2011 binne inkeld bysûndere ûntheffings takend. Om it wurkplan greidefûgels út te fieren, krijt BoerenNatuur subsydzje. Itselde jildt krekt as it Bûn fan Fryske Fûgelwachten. It greidefûgelbelied soe nei hifking yn 2011 op ‘en nij fêststeld wurde kinne. Troch de grutte feroarings dy’t it gefolch binne fan it Desintralisaasje-akkoart Natuer nimme wy dat lykwols yn de nije Nota Natuer mei. Foar Fryslân as gehiel stribje wy dernei dat ekology en ekonomy goed opinoar ôfstimd wurde. In foarbyld is it projekt Fryske Marren wêrby’t de saneamde Eco2-oanpak ynset wurdt. By romtlike ûntwikkelings, it oanlizzen fan diken,
85
peilbesluten, it sykjen nei gas en sâlt wurdt al yn in ier stadium fan it planproses advys jûn oer goede ôfstimming, soks op grûn fan it Streekplan. Yn dy gefallen dat floara en fauna skea tabrocht wurde by romtlike ûntwikkeling, set it ministearje fan Ekonomy, Lânbou en Ynnovaasje (EL&I) de ûntheffingferliening FFW yn. Yn it ramt fan de Boskwet stribje wy nei it behâld fan it areaal bosk yn Fryslân. Wannear’t troch doarnstikels of jabikskrúswoartel skea tabrocht driget te wurden, sette wy oarderings yn. By it waadrinnen steane wy noed fan goed oplate gidsen dy’t it waadrinnen ferantwurde hâlde of meitsje. Natuerbelied stiet min ofte mear ûnder druk. Natuer wurdt nochal faak sjoen as in remmende faktor foar ûntwikkeling. De regeldruk krijt om dy reden aloan ús omtinken. De klimaatferoarings meitsje it op ‘en doer needsaaklik om de ekologyske haadstruktuer robúster te meitsjen. Guon soarten sille ferdwine, oare sille harren mear sjen litte. Der is te min ryksjild beskikber foar de opjefte yn 2018 om de folsleine EHS yn Nederlân ta stân brocht te hawwen. De ferwachting is dat de de terminen ferlinge wurde sille. In oare ûntwikkeling yn it natuerbelied is de sterke ferfrisseling mei wetter en miljeu. Projekten sille hieltyd faker yntegraal oanpakt wurde.
Hawwe wy berikt wat wy berikke woene? (realisaasje doelen) Beliedsfjild
5.1
Lizze wy op skema mei de realisaasje fan de doelen?
Belied natuer
Hawwe wy de ferlange resultaten helle? Hawwe wy dien wat wy dien woene?
Wat hat it koste? (realisaasje neffens budzjet / ûnder- / oerbesteging)
Tajochting De ryksbesunigings op natuer hawwe de útfiering fan it folsleine provinsjale en ryksnatuerbelied ûnwis makke. Oer de ûntwikkeling fan de EHS, likegoed as oer ûnderdielen as Natura2000, lânskipsbelied, agrarysk natuerbehear, greidefûgelbelied en ferfallen doelen as Nasjonale Parken en Nasjonale Lânskippen, keppele oan de útfiering fan it ILG, sil op ‘en nij goed oer it provinsjale belied as gehiel neitocht wurde moatte. Dêrby moat net foarbygien wurde oan in eventuele nije oardering fan taken en ferantwurdlikheden.
Hawwe wy de ferlange resultaten berikt / Hawwe wy dien wat wy dwaan woene? Ferlange resultaten Beliedsfjild 5.1 - Belied natuer 1. It earste jier foar it nije natuerbehearplan is 2011. Sa geandewei hawwe der diskusjes oer de natuerdoelen west. As soks fann 2. eden is, wurdt dat byskaafd of oanfolle. De SBB-doelen moatte fan ‘t jier gaadliker yn ‘e Fryske kaart fan it projekt Natuer op ‘e kaart opnommen wurde. 3. Nij yn 2011 wie it wurkjen mei de Oardering Romte dêr’t de spulregels foar de EHS neier yn fêststeld wurde (de startnotysje is yn ‘e Steategearkomste fan 2 maart 2010 fêststeld). 4. Yn 2011 is ûnder oare op grûn fan de lanlike Mid Term Review ILG, de advizen fan de Rie Lanlik Gebiet, de diskusje oer klimaat en de lanlike diskusje oer besunigings de fraach oan ‘e oarder hoe’t de EHS-opjefte fierder stal jûn wurde moat. Dat krijt nochris ekstra klam troch de werhifking fan de EHS dêr’t it nije kabinet om frege hat. 5. Yn 2011sil de ekologyske advisearring by it útwurkjen fan provinsjale planprosessen (diken, bûtenpleatsen, ensfh.) en gebietsprosessen (steds- en lanlik gebiet) fuortset wurde. 6. Dielplannen by it stal jaan fan de robúste wiete ekologyske ferbiningssône wurde útfierd, krekt as it ferwêzentlikjen fan ekologyske doelen by ynfrastrukturele wurken, it projekt Fryske Marren en wetterskipswurken op grûn fan it prinsipe Eco2 (ekology en ekonomy lykop). 7. It wurkplan greidefûgels wurdt nei hifking op ‘en nij fêststeld. Natura2000-behearplannen 8. Yn 2012 wurde foar de measte fan de 20 Fryske Natura2000-gebieten de 0ntwerp- behearplannen ree makke, útsein de Rottige Meente en de Lauwersmar. Wêr’t kânsen lizze, wurde al maatregels útfierd om de ynstânhâldingsdoelen te heljen. 9. It Natura2000-behearplan foar Skiermûntseach is keppele oan it nije Behear- en
86
Belied
Tiid
Jild
Ferlange resultaten Ynrjochtingsplan (BIP). 10. Nasjonale Parken: der wurdt meiwurke oan in nij BIP fan it Drintsk-Fryske Wâld) (inisjatyf leit by de provinsje Drinte). De útfiering fan de ûntwikkelaginda Appelskea giet troch. Yn de Âlde Feanen wurdt oan de útfiering fan it BIP meiwurke. Griene wetten 11. Fergunnings, ûntheffings en de advizen foar de Nb-wet , de FFW, de Boskwet wurde binnen de wetlike terminen sûnder foarmflaters behannele, soks mei in doelgroep dy’t goed genôch op ‘e hichte is. Troch goed foaroerlis mei inisjatyfnimmers wurdt it bêste inisjatyf op it bêste plak ferwêzentlike en wurdt kwaliteit tafoege. 12. Op grûn fan de lanlike PAS (programmatyske oanpak stikstof, foarsjoen yn 2010) sille wy, meie wy hoopje, it ammoniakprobleem yn Fryslân sadanich oanpakke dat boeren wer útwreidzje kinne. 13. Yn 2011 wurde de earste behearplannen fêststeld, wêrtroch’t op termyn minder fergunnings fanneden wêze sille. 14. Op grûn fan de hifking (2010) wurdt gjin enerzjy mear yn de JKK-oardering stutsen. 15. De útfiering fan de Mynbouwet wurdt sûnder wizigings fuortset troch it Ministearje fan Ekonomyske Saken fan advizen te foarsjen. It ûndersyk nei sâltwinning ûnder de Waadsee wurdt fuortset. 16. It ta stân kommen fan in nije Natuerwet (it yninoar opgean fan de Nb-wet, de FFW en de Boskwet) en de desintralisaasje fan taken, dêrûnder it Faunafûns, wurdt oan meiwurke. Budzjetsubsydzjeynstellings Natuer- en Lânskipsbehear 17. Wy steane noed fan gaadlike ôfspraken foar it útfieren fan it behear en de ynrjochting yn de natuergebieten troch ús budzjetynstellings: It Fryske Gea, IVN, BoerenNatuur, Lânskipsbehear Fryslân, BFVW, SANL en NFW. Dy organisaasjes jouwe ek foarm oan it provinsjale belied op it mêd fan natuer en lânskip. 18. Yn dat ramt oefenje hja ûnder oare de neikommende taken út: it behear fan natuergebieten, noed stean fan ynformaasje, foarljochting en edukaasje, it selsstannich útfieren fan projekten en/of it begelieden fan harren leden en oare belangstellenden of belanghawwers by de tarieding en útfiering fan projekten. Sadwaande spylje dy organisaasjes, elk op harren eigen mêd, in sintrale rol by de útwurking fan de provinsjale doelstellings foar natuer en lânskip.
Belied
Tiid
Jild
Taljochting 5.1.3. It wurk oan de Nota Natuerbelied koe yn 2011 net ôfsletten wurde. De langduorjende ûnderhannelings tusken Ryk en provinsje oer in nij dielakkoart natuer binne dêr de oarsaak fan. Dêrtroch wie en is noch hieltyd net dúdlik wat de nije ramten foar it natuerbelied binne. 5.1.5A. Yn it regearakkoart binne de robúste ferbinings skrast en wurdt op it ILG besunige. Om dy reden is it wurk oan de robúste wiete as yn oktober 2010 stillein oant der mear dúdlikens is. Dat jildt ek foar it Mearjierreprogramma Ûntsnipeling (MJPO). 5.1. 7. It opstellen fan de behearplannen foar de 20 Fryske Natura2000-gebieten is opkeard troch: de nasjonale diskusje oer besunigings op it natuerbelied en op de nasjonale ferplichtings dy’t yn behearplannen útwurke wurde, de lanlike útwurking fan de Programmatyske Oanpak Stikstof en oanpassings yn de wetjouwing en troch de fêststelling fan de Krisis- en Reparaasjewet. Al dy saken wurkje troch yn de behearplannen en hawwe ta gefolch dat dy noch net fêststeld wurde kinne. Nei alle gedachten sille inkeld it behearplan Groote Wielen en De Deelen yn 2012 definityf fêststeld wêze. Foar it opstellen fan de behearplannen liket der genôch jild te wêzen, mar foar de útfiering dêrfan is der in tekoart fanwegen de lanlike besunigings op de realisaasje en it behear fan natuergebieten. 5.1.9. It Plan fan Oanpak Behear- en Ynrjochtingsplan (BIP) fan it Drintsk-Fryske Wâld is fêststeld. Mei de útwurking is úteinset. Der is ek in begjin makke mei de wiziging fan it BIP foar de Âlde Feanen. 5.1.10. Yn it ramt fan de no jildende Natuerbeskermingswet binne 38 fergunnings takend, 8 fergunnings ferlinge, ien wizige en ien (foar in part) wegere. Fierder binne 67 beoardielings fergunningplicht útfierd en is ien ynskewielbeslút ôfjûn (elektrisiteitssintrale yn de Iemshaven tegearre mei de provinsje Grinslân). Yn 2011 is begûn mei it op ‘en nij tsjin it ljocht hâlden fan de Waadrinoardering 1996 en it dêryn opnommen stelsel fan fergunnings en ûntheffings. Besjoen wurdt oft in stelsel mei algemiene regels folstean kin. Yn 2011 binne 213 fergunnings en 30 ûntheffings (wer foar trije jier) takend.
87
5.1.11. It opstellen fan de lanlike PAS is yn 2011 noch net klear. Foar elk stikstofgefoelich Natura2000-gebiet binne gebietsanalyzes opsteld, dêr’t maatregelpakketten yn opnommen binne. Ein 2011 begûn de faze fan ûnderhannelings mei it Ryk oer de ferantwurdlikheden, finansiering en de juridyske hâldberens fan de PAS. 5.1.12. It fêststellen fan de behearplannen is opkeard troch oarsaken dy’t ûnder 5.1.7 neamd binne. 5.1.15. Op nasjonaal nivo is úteinset mei it opstellen fan de nije Natuerwet. Yn dy wet sille ûnder oare de no jildende Natuerbeskermingswet 1998, de Floara- en Faunawet en de Boskwet opnommen wurde. In grut tal rykstaken giet oer nei de provinsjes. De ferwachting is dat de nije wet yn 2012 yngean sil. Prestaasjeyndikators Ûnderwerp Yndikator
Nulmjitting
Natuer
Stân fan fêststelling beliedsdoelen foar natuergebieten
Natuer
Stân realisaasje EHS
2010
Natuer
Stân behearplannen Natura2000 en Nasjonale Parken
2010
Natuer
Wetlike terminen fergunnings en ûntheffings griene wetten Klanttefredenens
Alle jierren
Natuer
Om de trije jier
Doelwearden 2011 Foar alle natuergebieten binne de EHS oankocht yn 2015 EHS ynrjochte yn 2018 EHS beheard yn 2018 20 Natura2000 plannen fêststeld yn 2012. BIP’s Nasjonale Parken fêststeld. 95% binnen termyn Yn trochsneed in 7
Realisaasje 2011 Ferskoot nei 2012 222 ha yn besit krigen 185 ha ynrjochting 2 Natura2000 behearplannen fêststeld, 16 klear om fêststeld te wurden. BIP+ Skiermûntseach is fêststeld. konform Gjin ûndersyk nei klanttefredenens útfierd yn 2011.
Taljochting It opstellen fan it nije Natuerbeliedsplan is ferskood nei 2012 fanwegen ryksbesunigings en de desintralisaasje fan it natuerbelied nei provinsjes.
Wat hat it beliedsfjild koste? Eksploitaasje Bedraggen x € 1.000 Baten Strukturele beliedsprogrammabudzjetten Tydlike beliedsprogrammabudzjetten Oerrinnende passiva Baten mei-inoar Lesten Strukturele beliedsprogrammabudzjetten Tydlike belieidsprogrammabudzjetten Oerrinnende passiva Foarsjennings
Realisaasje 2010
Begrutting 2011 nei wiziging
Rekken 2011
Ferskil Begrutting/ Rekken
110
60
87
-27
56
108
150
-43
174 340
449 617
279 516
170 101
1.561
1.506
1.456
50
1.024
807
825
-18
174 21
449 22
225 21
224 1
88
Bedraggen x € 1.000 Bedriuwsfieringskosten Lesten mei-inoar
Realisaasje 2010 2.669 5.449
Begrutting 2011 nei wiziging 2.390 5.175
-5.109
Resultaat foar bestimming Mutaasje reserve Resultaat nei bestimming
Rekken 2011 2.352 4.879
Ferskil Begrutting/ Rekken 39 295
-4.558
-4.363
-195
529
296
318
-22
-4.580
-4.262
-4.045
-216
Taljochting Lesten Tydlike budzjetten It saldo op dit beliedsfjild foar in bedrach fan € 195.000 (resultaat foar bestimming) wurdt benammen teweibrocht troch it frijfallen fan twa tydlike budzjetten, nammentlik Programmatyske Oanpak Stikstof (PAS) en it budzjet foar alternative sâltwinning. It PAS-projekt, dat yn it ramt fan Natura2000 útfierd is, wie yngewikkelder as yn it earstoan fan útgien wie. Dêrtroch koene de troch it Ryk beskikber stelde middels net folslein bestege wurde. It foarûndersyk nei alternative sâltwinning hoegde net mear útfierd te wurden en it budzjet falt dêrmei frij. As lêste hoegde it budzjet foar ferskate kosten yn ferbân mei griene wetten (ûnder oare ûndersyk), net folslein oansprutsen te wurden. Oerrinnende passiva De oerrinnende passiva slaan benammen op de Natura2000-middels dy’t wy fan it Ryk krigen hawwe.
5.2
Belied lânskip
Wat woene wy berikke? (beliedsdoel) De wichtichste opjefte is it yn stân hâlden en ûntwikkeljen fan de Fryske lânskippen. De trends dêr’t wy mei te krijen hawwe, binne: mear ynsette op romtlike kwaliteit, enerzjy, it kearen fan it fergriemen fan it lânskip en de needsaak fan mear partikulier jild foar it yn âlde steat werombringen fan it lânskip. Fryslân is unyk, om’t it sa’n grut ferskaat fan lânskippen hat. Yn it Streekplan wurde de kearnkwaliteiten fan de Fryske lânskippen oanjûn. Wy stribje dernei om lânskipseleminten yn ús beide Nasjonale Lânskippen (Súdwest-Fryslân en de Noardlike Fryske Wâlden) en dêrbûten aktyf yn âlde steat werom te bringen. Boppedat wurkje wy oan draachflak foar it yn stân hâlden fan it lânskip en oan foarmen fan finansiering foar it yn âlde steat werombringen fan it lânskip. It strategysk belied foar lânskip stiet yn it Streekplan. It wurk foar lânskip yn Fryslân bestiet út in syklysk proses. Wy ûnderskiede yn earste ynstânsje: de beliedsoanpak: kearnkwaliteiten fan it lânskip útwurke. de advysoanpak: yn in ier stadium advys oer lânskiplike aspekten by planfoarming. de oanpak fan de fuortgongskontrôle: it byhâlden fan de stân fan it lânskip. Betingsten foar it útfiere kinnen fan lânskipsbelied binne draachflak en finansiering. Der komt earst draachflak foar it lânskip as minsken dat brûke. Lânskip liket neat te kostjen, mar it peil hâlden fan in kreas lânskip kostet jild. Om dy reden wurde oan it wurk foar lânskip noch tafoege: de oanpak partisipaasje / draachflak: noed stean fan in goede wikselwurking tusken lânskip en minsken, draachflak foar lânskip by de befolking. It giet om lânskip foar minsken, tagonklikens fan it lânskip, partisipaasje fan minsken yn it lânskip (frijwilligerswurk), de ekstra wearde dy’t lânskip foar it libben fan minsken hat, ûnder oare as grûnslach foar ekonomyske aktiviteiten. de finansieringsoanpak: it sykjen nei (alternative) finansieringsboarnen foar it behâld en de ûntwikkeling fan lânskip, soks yn ‘e mande mei partners (fûnsfoarming). By einbeslút giet it by lânskip yn it foarste plak om de feitlike soarch foar it lânskip. Dêrmei is it lêste elemint: de subsydzje-oanpak: it behâld en de ûntwikkeling fan it lânskip, troch de wei fan it útfieren fan projekten, yn ‘e praktyk stal jaan (de skeppe yn ‘e grûn). Njonken de gemeenten fiert Lânskipsbehear Fryslân in part fan it belied út.
89
Hawwe wy berikt wat wy berikke woene? (realisaasje fan doelen) Beliedsfjild
5.2
Lizze wy op skema mei de realisaasje fan de doelen?
Belied lânskip
Hawwe wy de ferlange resultaten helle? Hawwe wy dien wat wy dien woene?
Wat hat it koste? (realisaasje neffens budzjet / ûnder- / oerbesteging)
Taljochting Sjoch taljochting by beliedsûnderdiel Natuer.
Hawwe wy de ferlange resultaten berikt / Hawwe wy dien wat wy dwaan woene? Ferlange resultaten Beliedsfjild 5.2 - Belied lânskip 1. Op it mêd fan belied wurkje wy oan de fêststelling fan de kearnkwaliteiten fan ús lânskippen. Dy binne foar de beide nasjonale lânskippen al útwurke. Yn 2011 wurkje wy fierder oan it Werkboek Landschap, Cultuurhistorie en Stedenbouw (Grutsk op ‘e Romte). Dat wurkboek is bedoeld as boarne fan ynspiraasje foar romtlike-planfoarmers en ek foar ûntwikkelingsprojekten lanlik gebiet. 2. De advysaktiviteiten binne benammen rjochte op it advisearjen fan projektlieders fan de provinsje, de gemeente, DLG (Tsjinst Lanlik Gebiet) ensfh. It giet bygelyks om it projekt Fryske Marren, it ynpassen fan pleatsen, fan provinsjale diken, bedriuweterreinen yn it lânskip, Deltaprogramma Iselmarkust en kaaiferhegings troch it wetterskip. 3. Op it mêd fan de fuortgongskontrôle is in nulmjitting fan lânskiplike eleminten foarsjoen. 4. Op it mêd fan draachflak sil benammen Landschapsbeheer Friesland der noed fan stean dat minsken aktyf oan lânskipsaktiviteiten meidogge. 5. Op it mêd fan finansiering wurdt fierder wurke oan gebietsfûnsen nei de start fan it earste gebietsfûns yn Oranjewâld-Ketlik.
Belied
Tiid
Jild
Taljochting 5.2.1. It Werkboek Landschap, Cultuurhistorie en Stedenbouw (Grutsk op ‘e Romte) is ein 2011 sa goed as klear en wurdt yn ‘e maitiid fan 2012 presintearre. Yn 2012 wurdt der in ynformearjende moeting mei de mienskip organisearre dy’t te’n doel hat om draachflak foar dat provinsjale inisjatyf te krijen. 5.2.3. Mei in earste folsleine ynventarisaasje fan de lânskipseleminten fan de Noardlike Fryske Wâlden is yn 2011 úteinset en dy wurdt yn 2012 ôfsletten. Dêrmei ûntstiet in folslein byld fan wat dien wurde moat om de kwaliteit op oarder te krijen en te hâlden. Sadwaande is tagelyk ek de nulsituaasje fêstlein. Foar oare parten fan de provinsje wurdt socht nei finansieringsboarnen om de nulsituaasje fêst te lizzen. 5.2.4. Ynsjoch yn it draachflak foar it lânskip sil ôfstimd wurde mei it projekt romtlike kwaliteiten. Dêrby sille de mooglikheden fan sosjale media ûndersocht wurde. De planning foar dat projekt is, ûnder oare om finansjele redenen, foarearst in jier opskood. Yn 2011 hawwe wy it beliedsramt Lânskipsbehear Fryslân fêststeld. 5.2.5. De Stichting Lânskipsfûns Oranjewâld-Ketlik is it earste jier fan it bestean mei sukses úteinset mei substansjele bydragen fan twa sponsors. Alle kontrakten foar it ôfsluten fan behearkontrakten binne tekene. Fierdere ferkennings foar oare foarmen fan fûnsfoarming is mei úteinset, lykas de streekrekken (benammen yn Súdeast-Fryslân). Besjoen is hokker bedraggen fanneden binne om it lânskip yn ús provinsje yn stân te hâlden. Knyppunt is de koarting fan it Ryk op lânskipsjild.
90
Wat hat it beliedsfjild koste? Eksploitaasje Bedraggen x € 1.000
Realisaasje 2010
Baten Baten mei-inoar Lesten Strukturele beliedsprogrammabudzjetten Tydlike beliedsprogrammabudzjetten Bedriuwsfieringskosten Lesten mei-inoar Resultaat foar bestimming Mutaasje reserve Resultaat nei bestimming
5.3
Begrutting 2011 nei wiziging
Rekken 2011
Ferskil Begrutting/ Rekken
0
0
0
0
249
249
249
0
438
625
625
0
0 686
529 1.403
520 1.394
9 9
-686
-1.403
-1.394
-9
100
0
0
0
-586
-1.403
-1.394
-9
Belied lânbou
Wat woene wy berikke? (beleidsdoel) De wichtichste opjefte is it ta stân bringen fan optimale romtlike betingsten foar de agraryske sektor. De trends binne kennisûntwikkeling, klimaat, enerzjy, omtinken foar it wolwêzen fan bisten en foar produksjemetoaden. Foar de lânbou jildt dat der hieltyd minder boeren komme, mar dat it areaal net lytser wurdt. It gefolch dêrfan is skaalfergrutting. Hieltyd mear sil de boer op maatskiplik ferantwurde wize buorkje. Dêrby sil de konsumint liedend wêze. De lânbou yn Fryslân bliuwt tige wichtich en kin as hannelsprodukt ynset wurde. De ûntwikkeling fan kennis foar de feehâlderij (greidbuorkerij) yn Ljouwert (Dairy Campus / Nij Bosma Zathe) skept in unike mooglikheid om in lân fan kij te bliuwen troch ‘kei in kennis’ te wurden. Doel is om de Fryske boer goede romtlike betingsten te bieden, sadanich dat de pleatsen romtlik goed ynpast binne. Dat is yn it Streekplan fêstlein. Wy stelle dêrby dus de ramten fêst. Yn de nota Sosjaal-Ekonomysk Lânboubelied is fêstlein dat wy stribje nei in duorsume Fryske lânbou dy’t skjin en sûn is, breed en mei ferskaat, goed en effisjint ynrjochte is en grûn hat yn kennis. Foar dy doelen jildt dat wy mear ‘agenderend’en stimulearjend hannelje, ûnder oare troch subsydzjes beskikber te stellen. Yn it ramt fan it mienskiplik lânboubelied fan de EU wurdt yn ‘e takomst in part fan de middels út Brussel keppele oan de útfiering fan maatskiplike prestaasjes. Dat betsjut in op ‘e merk rjochte beleanning foar maatskiplike prestaasjes (maatskiplike tsjinsten) levere troch agrariërs en plattelânsûndernimmers mei agraryske aktiviteiten. Wy sette yn op in sa breed mooglik pakket fan maatskiplike tsjinsten troch de agrariërs yn ús provinsje. Yn it ramt fan it programma Duorsumens wurkje wy oan doelen wêrby’t de Fryske lânbou enerzjyleveransier is en de útstjit fan CO2 sterk ferlege wurdt. De provinsje stelt foarsjennings beskikber foar griene enerzjy. Op grûn fan it unike plak fan de Fryske lânbou hat de provinsje ek yn dat gefal in oanfiterjende funksje. Hawwe wy berikt wat wy berikke woene? (realisaasje doelen) Beliedsfjild
5.3
Lizze wy op skema mei de realisaasje fan de doelen?
Belied lânbou
91
Hawwe wy de ferlange resultaten helle? Hawwe wy dien wat wy dien woene?
Wat hat it koste? (realisaasje neffens budzjet / ûnder- / oerbesteging)
Hawwe wy de ferlange resultaten berikt / Hawwe wy dien wat wy dwaan woene? Ferlange resultaten Beliedsfjild 5.3 – Belied lânbou Romtlik 1. Om ta in goede romtlike struktuer te kommen, passe wy it RO-ynstrumintarium ta. 2. Yn 2011 wurdt it lânboustruktuerûndersyk op ‘en nij útfierd, sadat dúdlik wurdt wat de ûntjouwings yn de lânbou binne en wêr’t ‘oer- of ûnderdruk’ is. De útkomsten wurde behelle by de útfiering fan de projekten (sjoch by it pMJP yn 5.4.). Sosjaal-ekonomysk 3. Jim Steaten hawwe yn 2009 de startnotysje foar in nije nota lânbou fêststeld. Yn 2010 is de nije nota opsteld. Yn 2011 kin op grûn fan de nije nota mei in nij aksjeprogramma lânbou úteinset wurde. Yn it pMJP wurdt finansjele romte foar de útfiering fûn. By it nije belied heart in sterker ramt foar de fuortgongskontrôle. De nulmjitting wurdt yn 2011 útfierd. 4. De ûntwikkeling fan de glêstúnbou ferget in soad omtinken. It giet om it projekt Waddenglas. Oan it ta stân kommen fan in nije lokaasje foar kassen wurket de provinsje risikodragend (partisipaasje) mei. 5. Nij yn it lânboubelied is de ûntwikkeling fan Ljouwert as kennissintrum foar de feehâlderij (greidbuorkerij). Dat is yn it Koälysje-akkoart opnommen. Op 23 juny 2010 hawwe jim ynstimd mei de meiwurking oan it ferwêzentlikjen fan de Dairy Campus. De Dairy Campus is it (ynter)nasjonale sintrum foar ûndersyk, ûnderwiis en ûndernimmings yn de molkesektor en de melkfeehâlderij. Dat wurdt ta stân brocht op/by de lokaasje Nij Bosma Zathe troch Wageningen Universiteit (WUR) Livestock Research, Van Hall Larenstein en Aeres (PTC+), yn oparbeidzjen mei de provinsje en de gemeente Ljouwert; earst noch mei in ‘bilokaasje’ yn Oentsjerk foar PTC+. Op it terrein komt in bedriuwegebou foar de bedriuwen dy’t meidogge.
Prestaasjes
Tiid
Jild
Taljochting 5.3.1. Yn desimber hawwe jim Steaten nij belied foar de skaalfergrutting fan de melkfeehâlderij (greidbuorkerij) fêststeld. Dat wurdt yn 2012 fierder útwurke. Foar boublokken jildt it nije belied ûnderwilen oant 3 ha. Op fersyk fan it Ryk wurkje wy net mei oan útwreidings dy’t liede ta in bedriuwsomfang fan mear as 300 nge (Nederlandse grootteeenheid). Dat is in mjitte dêr’t de ekonomyske omfang fan agraryske aktiviteiten mei oanjûn wurdt. Dy wurdt brûkt as drompel; dêrboppe wurdt de term megabedriuwen brûkt). Yn it ramt fan duorsume lânbou wachtet belied yn ferbân mei ljochtemisje fan lisboksstâlen op de resultaten fan in proef dêr’t Tytsjerksteradiel yn 2011 mei úteinset is. It aspekt fan it ljocht kin meinommen wurde yn it trajekt fan De Nije Pleats. By de parsjele wiziging fan de Oardering Romte sille wy neigean oft dêr in oanpassing fan de regels foar fanneden is. Yn 2011 hawwe in soad gemeenten de oanpak fan De Nije Pleats ynfierd. 5.3.2. Yn 2011 hat de Tsjinst Lanlik Gebiet (DLG) yn opdracht fan de provinsje in nij lânboustruktuerûndersyk útfierd. Dat rapport wurdt begjin 2012 foar kundskip oan jim foarlein. De resultaten fan dat ûndersyk sille meinommen wurde by de beslútfoarming oer hoe’t de ryksbesunigings opheind wurde kinne. De middels foar kavelruil reitsje op. It ferlet fan kavelruil foar de kommende tsien jier bliuwt, mar sil ferskowe fan grutte nei lytsere kavelruilprojekten. De problematyk yn ferbân mei it plattelânsferkear nimt ta. It Ryk hat it fuortsterkjen fan de struktuer fan de lânbou ta ferfallen ryksdoel ferklearre. Besjoen wurdt oft en hoe’t soks finansjeel opheind wurde kin. 5.3.3. Mei it nije aksjeprogramma lânbou is úteinset. De ûntwikkeling fan dongfergêsters stûket troch technyske tûkelteammen en ôffallende rendeminten. 5.3.4. Foar it glêstúnbouûntwikkelingsprojekt Waddenglas binne yn 2011 de earste hektaren ferkocht. Grutte grûnútjeften binne spitigernôch útbleaun. De Stjoergroep Waddenglas koe net oars dwaan as de trochrintiid op ‘en nij mei twa jier te ferlingjen oant 2019. De ferwachte einwearde fan de grûneksploitaasjerekken lit, nettsjinsteande dat, noch hieltyd in posityf resultaat sjen. By fierder opûnthâld yn de grûnútjefte (oant yn 2012) of inkeld parsjele útjefte (allinnich faze 1), is in negative einwearde fan de grûneksploitaasjerekken te ferwachtsjen dy’t mei de foarsjenning, dy’t yn 2011 troffen is, ôfdutsen wurde kin. Dy foarsjenning is net tarikkend wannear’t de grûnútjefte útbliuwt. Sjoch ek de risikoparagraaf. Yn 2011 is hurd wurke oan it ferwêzentlikjen fan duorsume enerzjy, sawol foar de nije as de besteande kassen yn Seisbierrum, it brûken fan restwaarmte fan it REC dêryn begrepen. Provinsjale Steaten binne yn oktober en novimber 2011 oer it projekt ynformearre.
92
5.3.5. Yn jannewaris 2011 is mei it ta stân bringen fan de Dairy Campus úteinset. Wageningen Universiteit wurket oan de bouplannen. De Aeres-groep (dêr’t PTC+ diel fan útmakket) heakke begjin 2011 ôf. AOC Friesland en Friesland Campina hawwe harren yn 2011 wol by de Dairy Campus oansletten. In earste grutte opdracht, Smart Dairy Farming, is mei in Koers Noard-subsydzje mei úteinset. It giet dêrby om it tapassen fan sensortechnology foar de kontrôle op it wolwêzen en de produksje fan kij, is mei in Koers Noard (SNN)-subsydzje mei úteinset. Op inisjatyf fan Fryslân Fernijt wurdt in foarstúdzje foar de ûntwikkeling fan technology foar dongraffinaazje útfierd. Yn ‘e mande mei gemeenten hawwe wy in bydrage fan € 20 miljoen tasein (foar in part út ryksdiel REP). De projektoanfraach foar REP-middels is by it ministearje fan Ekonomyske Saken, Lânbou en Ynnovaasje yntsjinne. Yn 2011 binne subsydzjes beskikber steld foar projekten foar de teelt fan mais op feangrûn sûnder te ploegjen, minder lossing fan skealike stoffen op it oerflaktewetter út hiemútwettering, oerdracht fan kennis yn ferbân mei it minder en goed trochtocht brûken fan antibioatika yn de melkfeehâlderij, it ynpassen fan greidefûgelbehear yn de agraryske bedriuwsfiering, it ûntwerpen fan ynnovative stâlen troch studinten fan Fryske mbû- en hbû-opliedings, it fee salang mooglik weidzje te litten (pure graze), agraryske grienstasjons (it ta kompost ferwurkjen fan gemeentlik grienteôffal en it benuttigjen dêrfan yn de lânbou), kennisprojekt klimaatneutraal produsearje fan Agrarisch JongerenKontakt Fryslân. Yn de biologyske lânbou is it projekt Planty Organic ûntwikkele, bedoeld om it brûken fan dong fan bisten tebek te kringen. Ein 2011 hawwe wy mei de Westergoagemeenten Waddenkas besletten om it ynnovaasjeprogramma foar de glêstúnbou nochris mei twa jier te ferlingjen.
Wat hat it beliedsfjild koste? Eksploitaasje Bedraggen x € 1.000
Realisaasje 2010
Baten Tydlike beliedsprogrammabudzjetten Oerrinnende passiva Baten mei-inoar Lesten Tydlike beliedsprogrammabudzjetten Bedriuwsfieringskosten Lesten mei-inoar Resultaat foar bestimming Mutaasje reserve Resultaat nei bestimming
Begrutting 2011 nei wiziging
Rekken 2011
Ferskil Begrutting/ Rekken
143
594
242
353
0 143
0 594
182 424
-182 171
425
788
646
142
394 819
0 788
0 646
0 142
-675
-193
-222
29
495
-7.128
-7.127
-1
-181
-7.321
-7.349
28
Taljochting Tydlike budzjetten By de lesten is it budzjet foar de Lânbounota net folslein bestege. De wichtichste oarsaak dêrfan is dat de ûntwikkeling fan dongfergêsters stûket. Oerrinnende passiva It giet yn dit gefal om de noch yn 2011 ynbarde bydrage fan € 182.000 fan it Ryk foar it MKZ-projekt dat de provinsje al yn 2010 ôfwikkele hie.
5.4
Yntegrale plattelânsûntwikkeling
Wat woene wy berikke? (beliedsdoel) Doel is om it plattelânsbelied in goed plak te jaan yn alle domeinen fan it provinsjaal belied. Dêrby wurdt de leefberens en de sosjaal-ekonomyske ûntwikkeling fan it plattelân optimaal befoardere. De wichtichste opjefte is in leefber en fitaal plattelân. De trends dêr’t wy mei te krijen hawwe, binne: tebekrinnende befolkingsgroei, fergrizing, ûntgriening, yndividualisearring, in grutter ferskaat, klimaat, enerzjy en duorsumens.
93
Wy bestribje in bliuwend en goed takomstperspektyf foar bewenners fan it plattelân as it giet om goed te berikken wurk (wurkje), goed te berikken foarsjennings (libje) en in bloeiend mienskipslibben ûnder romtlik goede betingsten (belibje en wenje). De doarpsmienskippen hawwe fariaasje yn de befolkingsopbou, wurkje aktyf oan harren takomst as doarpsmienskip, dêryn bystien troch oerheden en (maatskiplike) organisaasjes. In fitaal plattelân is de earste noed fan de gemeenten, de maatskiplike ynstellings en de wenningkorporaasjes. Wy wurkje dêr as provinsje oan mei út it perspektyf fan de spesifyk Fryske situaasje fan in protte lytse doarpen dy’t wy yn stân hâlde wolle as typysk eigen oan Fryslân. De provinsjale rol is dy fan boppelokale kennismakelder of fan fasiliteiten oanbiedende ynstânsje. Wêr’t de provinsje de eigen fysyk romtlike opjeften yn gebietsûntwikkeling oanpakt, wurdt it aspekt fan leefberens en wolwêzen hieltyd wer meinommen, soks tegearre mei de Tsjinst Lanlik Gebiet (DLG). Doarpswurk wurket as provinsjaal funksjonearjende stichting oan dat belied. It omtinken foar plattelânsûntwikkeling is grut. De metoade yn Fryslân, wêrby’t minsken sels teset geane mei it eigen doarp én wêrby’t oerheden de ûntwikkeling fan de doarpen stimulearje, is in eksportprodukt. De taakferdieling yn plattelânsbelied sil de kommende jierren feroarje. De gemeenten nimme de foarstap, de provinsje follet oan. It Fryske plattelân stiet, krekt as it oare plattelân, ûnder druk troch krimp fan de befolking.
Hawwe wy berikt wat wy berikke woene? (realisaasje doelen) Beliedsfjild
5.4
Lizze wy op skema mei de realisaasje fan de doelen?
Yntegrale plattelânsûntwikkeling
Hawwe wy de ferlange resultaten helle? Hawwe wy dien wat wy dien woene?
Wat hat it koste? (realisaasje neffens budzjet / ûnder- / oerbesteging)
Hawwe wy de ferlange resultaten berikt / Hawwe wy dien wat wy dwaan woene? Ferlange resultaten Beliedsfjild 5.4 - Yntegrale plattelânsûntwikkeling Nije nota, nije spearpunten 1. Yn 2011 wurdt úteinset mei de útfiering fan de nije nota plattelânsbelied. It jild dêrmei anneks is yn it pMJP opnommen. Der wurde projekten ûntwikkele dy’t ta fernijing fan de plattelânsûntwikkeling liede. By útfiering wurde advizen jûn dy’t bydrage oan de ûntwikkelingskwaliteiten fan it plattelân. 2. Yn 2011 wurdt benammen yn it ramt fan de yntegrale Beliedsaginda Befolkingsûntwikkeling Fryslân op leefberens fan de doarpen ynset. Budzjetsubsydzjeynstelling 3. Wy steane noed fan gaadlike ôfspraken oer de stipe fan de bestjoeren fan doarpsbelangen, doarpshuzen en oare groepen op it Fryske plattelân by it befoarderjen fan de leefberens en in doelmjittich wurkjende stipefunksjeorganisaasje. 4. Mei dat doel wurdt Doarpsbelangen subsidiearre, as stipefunksje foar de stipe fan de ynwenners fan it Fryske plattelân, benammen de bestjoeren fan doarpsbelangen en doarpshuzen. Ien fan de provinsjale spearpunten dêr’t oan wurke wurdt is duorsumens.
Belied
Tiid
Jild
Taljochting 5.4.1. De nije beliedsnota plattelân (BNP) hawwe wy yn 2011 mei de ynwenners fan Fryslân bepraat. De reaksjes binne optekene yn in reaksjenota en foar in part trochfierd yn de nije beliedsnota. Der is advisearre oer likernôch 80 projekten. As projekt fan boppen ôf is in stringprojekt mei streekprodukten oanfitere. Dat hâldt yn dat fan produsint oant konsumint ynset wurdt op de fersprieding fan in breed ferskaat fan streekprodukten. 5.4.2. Ûnder oare yn it ramt fan de yntegrale beliedsaginda befolkingsûntwikkeling krijt de leefberens ekstra omtinken. Sa wurde yn Noardeast-Fryslân de earste stappen set om te kommen ta in plan mei sprieding fan foarsjennings, soks yn nau oerlis mei oare provinsjale beliedsfjilden, lykas romte, soarch en wolwêzen, en krimp.
94
5.4.3 & 5.4.4. Wy hawwe ek yn 2011 ôfspraken makke mei Doarpswurk oer it stypjen fan frijwilligers yn bestjoeren fan benammen doarpsbelangen en doarpshuzen. Doarpswurk stipet dy minsken mei advizen, begelieding, kursussen, ynformaasje en it beäntwurdzjen fan fragen. Dêrnjonken hat Doarpswurk it Netwurk Duorsume Doarpen ûntwikkele. Doarpen dy’t wat mei duorsumens wolle kinne dêrfoar, mar ek mei spesifike fragen, by it netwurk telâne. It netwurk hat benammen in binende rol, sawol fysyk as digitaal. Prestaasjeyndikators Ûnderwerp Grûnôfhinklike lânbou Net-grûnôfhinklike lânbou Duorsum ûndernimme
Kennis en ynnovaasje en it fuortsterkjen fan de lânbou Fiskerij Ferwêzentliking EHS111
Natuer bûten EHS
Natuer, oars
Yndikator
Nulmjitting
Yn 2011 sille wy foar grûnôfhinklike lânbou 1.000 ha op ‘en nij ferkavelje. Foar de glêstúnbou yn NoardwestFryslân (ûnder oare Seisbierrum) beheine wy ús foar 2011 ta it besteande plan. Wy sille yn 2011 op syn meast 4 projekten útfiere dy’t rjochte binne op it behear fan mineralen, grûngebrûk, enerzjy en ‘griene ekonomy’. De middels foar dat doel binne folslein útbrûkt. Yn 2011 sille, útsein de MTR, gjin nije projekten ferplichte wurde. Yn dat ramt wurdt it antyfiskstreuperijtiim stipe. Yn 2011 binne wy, foar it ferwêzentlikjen fan de EHS, fan doel om 250-500 ha grûn oan te keapjen en sa’n 400 -600 ha yn te rjochtsjen (rinnende ferplichtings fan âlde projekten dêryn begrepen). Boppedat wurdt it behear troch natuerbehearorganisaasjes, partikuliere natuerbehearders en troch agrarysk natuerbehear betelle út it pMJP ILG. It behear troch Staatsbosbeheer falt bûten it ramt fan pMJP. Bûten de EHS wurdt natuer ek beheard troch natuerbehearorganisaasjes of fia partikulier (agrarysk) natuerbehear. Dêrby giet it om likernôch 41.000 ha. Wat de oerflakte oanbelanget binne yn dat gefal de ‘guozzefourazjeargebieten’ it wichtichst. Bûten de EHS is der, yn it ramt fan it pMJP, mar in bytsje romte om it (agrarysk) natuerbehear fierder út te wreidzjen. Nei hifking yn 2010 wurdt yn 2011 it wurkplan greidefûgels fierder útfierd. Njonken de ûnder 6 en 7 neamde doelen sille wy yn 2011 omtinken jaan oan de stimulearringsprogramma’s foar
95
Doelwearden 2011
Realisaasje 2011
1.000 ha op ‘en nij ferkavelje
3.540 ha
nft
nft
4 projekten
4 projekten
0 projekten
1
7 projekten (ynkl. projekten op grûn fan Lânbouaginda FYLG) 1
250-500 ha oankocht
222 ha oankocht
400-600 ha ynrjochte
185 ha ynrjochte
nft
nft
5 projekten
8 projekten
Ûnderwerp
Miljeukwaliteit EHS / Fûgel-en Habitatrjochtline / Nbwet
Nasjonale Parken Skiermûntseach en Âlde Feanen
Beskerming fan soarten
Regionale wettersystemen
Wetterkwaliteit
Duorsum grûngebrûk Grûnkwaliteit (sanearring)
Yndikator
Nulmjitting
partikulier natuerbehear en ynrjochtingsprojekten foar lytse natuergebieten bûten de EHS (likernôch 5 projekten). Wy sille yn 2011 op syn minst ien projekt ferdroegingsbestriding tariede en in projekt foar it ferbetterjen fan de oare miljeukwaliteit, benammen yn Natura2000-gebieten (likernôch *400 ha). Yn de beide Nasjonale Parken yn Fryslân wurdt it belied fan ûntwikkeling en behear fan de natuer fuortset. Grûnslach foar de útfiering foarmje de fêststelde Behear- en Ynrjochtingsplannen, bedoeld foar projekten foar foarljochting en edukaasje, op de natuer rjochte rekreaasje, en ûndersyk en fuortgongskontrôle fan de natuer yn dy parken. Yn de pMJP-perioade wurde foar spesifike, beskerme soarten fan bisten en planten foarsjennings troffen. Yn 2011 giet it om 2 oant 4 projekten. Yn kombinaasje mei de oanpak fan wâlen en kaaien troch Wetterskip Fryslân wurde 3 yntegrale projekten útfierd op it mêd fan natuer, rekreaasje en mooglik doarpsfernijing. By natuerprojekten kin it om ekstra wetterberging gean. De foarnimmens foar 2011 wurde yn de prestaasje-oerienkomst mei it Wetterskip Fryslân fêstlein. Yn de pMJP-perioade wurde projekten stimulearre om de ekologyske en gemyske kwaliteit fan it oerflaktewetter te ferbetterjen troch it selssuverjende fermogen fan it wetter te fergrutsjen. Oar ryksjild is beskikber yn ‘e foarm fan it saneamde synergyjild, soks om de Ramtrjochtline Wetter útfiere te kinnen. De prestaasjes dy’t wy foar eagen hawwe, binne opnommen yn it Wetterhúshâldingsplan dat yn 2009 fêststeld is. Der wurde op syn minst 3 synergyprojekten taret. De Boaiemfisy is yn 2010 opsteld en wurdt de kommende jierren útfierd. As gefolch fan it konvenant grûnûntwikkelingsbelied en urginte
96
Doelwearden 2011
Realisaasje 2011
tarieding fan 2 projekten
tarieding fan ien projekt
likernôch 400 ha
151 ha 2 útfieringsprogramma’s
2 útfieringsprogramma’s
2-4 projekten
gjin nije projekten
3 projekten
2 projekten
Der wurde 3 projekten taret.
Der wurde 4 projekten útfierd.
nft
nft
nft
nft
Ûnderwerp
Rekreaasjegrien
Tagonklikens (rûtenetwurken) ûntwikkelje en fuortsterkje
Behear rekreaasjefoarsjenning s yn it ramt fan EHS Kwaliteit nivo fan toeristyske foarsjennings fuortsterkje en ferbetterje
Lânskip (generyk)
Argeology Nasjonale Lânskippen Noardlike Fryske Wâlden en Súdwest-
Yndikator
Nulmjitting
lokaasjes binne de ôfspraken en de kêsten dêrmei anneks oangeande grûnsanearring troch LNV út de ILGBestjoersoerienkomst helle. Yn it konvenant binne nammentlik ôfspraken makke oer fierdergeande desintralisaasje fan de ynset fan it grûnsanearringsjild. Dêrmei binne de foarnommen prestaasjes ferfallen. Yn 2011 sille wy 8 ha grûn oankeapje foar deirekreaasjefoarsjennings en ynrjochtsje, fuort by stêden en doarpen. Yn 2011 geane wy fierder mei it ûntwikkeljen en ferbetterjen fan lanlike en provinsjale rûtenetwurken foarsafier’t de middels soks noch talitte. Yn ‘e ôfrûne jierren binne al in protte kilometers ta stân brocht. Wy hoopje dat wy yn 2011 noch 20 kilometer oan paden oanlizze kinne. Dat doel is in ûnderdiel fan de doelstelling ‘behear’ yn it ramt fan de EHS (doelstelling 6). Yn 2011 wurdt it nivo fan toeristyske foarsjennings fan it lanlik gebiet fierder fuortsterke troch de wei fan projekten dy’t út de maatskippij wei komme. Yn finansjele omfang wike dy sterk faninoar ôf. Yn de ôfrûne jierren binne al in protte projekten mei subsydzje honorearre. Yn 2011 wurde, neffens de basisprogrammearring, 19 projekten ferwêzentlike. Troch de wei fan dúdlik omskreaune projekten wurde de natuerlike, kultuerhistoaryske en karakteristike kwaliteiten fan it Fryske lânskip beholden en/of fuortsterke. Yn de ôfrûne jierren binne al in protte projekten mei subsydzje honorearre. Yn it ramt fan de Midterm Review wurde de prestaasjes op ‘en nij formulearre. De gefolgen dêrfan binne opnommen yn it Jierplan pMJP 2011. Yn 2011 wurdt ien argeologysk objekt feilich steld en ien argeologysk stipepunt ynrjochte. De ryksmiddels foar dat doel binne folslein útbrûkt. Yn 2011 sille gjin nije projekten ferplichte wurde, of
97
Doelwearden 2011
Realisaasje 2011
8 ha
2 projekten
20 kilometer
5 projekten
nft
nft
19 projekten
17 projekten
PM
8 projekten
1 argeologysk objekt 1 argeologysk stipepunt
2 projekten (1 dêrfan noch yn behanneling) 12 projekten (lêste FYLG-jild is no ferplichte)
0 projekten
Ûnderwerp
Yndikator
Fryslân
it moat wêze dat op grûn fan de MTR nij ryksjild beskikber komt. Wy stelle alle jierren in subsydzjebudzjet beskikber oan de Stichting Lânskipsbehear Fryslân. Wy jouwe yn 2011 ek behearfergoedings foar weardefolle en karakteristike lânskipseleminten, benammen yn de Nasjonale Lânskippen. De omfang dêrfan kin yn ‘e rin fan de perioade wat wikselje, soks ôfhinklik fan de ôfsletten kontrakten. Mei-inoar, op jierbasis, foar likernôch 130 ha, 1.240 km line-eleminten, 2.000 punteleminten. Foar lânskipsbehear binne der, yn it ramt fan it pMJP, gjin middels om it behear út te wreidzjen. Yn ‘e rin fan 2010 wurdt it nije plattelânsbelied oan Provinsjale Steaten foarlein. Nei oanlieding dêrfan wurde mooglik ek de te ferwêzentlikjen prestaasjes op ‘en nij formulearre. De gefolgen dêrfan binne opnommen yn it Jierplan pMJP 2011.
Stichting Lânskipsbehear Fryslân Behear lânskip
Ferbettering leefberens plattelânsgebieten
Ferbettering fysike wenkrite
Ferbettering berikberens
De plattelânsekonomy stimulearje en ferbreedzje
Erfgoed en monumintesoarch
Nulmjitting
De middels foar dat doel binne folslein útbrûkt. Yn 2011 sille gjin nije projekten ferplichte wurde, of it moat wêze dat op grûn fan de MTR ekstra FYLG-jild beskikber komt. Alhoewol’t dat ûnderwerp wol as doel yn it pMJP opnommen is, binne dêr gjin middels foar programmearre yn it ramt fan it pMJP. Yn de pMJP-perioade wurdt de plattelânsekonomy stimulearre en ferbrede troch de wei fan ferskate projekten. Foar 2011 hoopje wy op 25 projekten mei in bydrage fan de provinsje fan € 1 miljoen en in POP-bydrage fan € 1 miljoen. De oanbeane projekten lizze wat de kosten oanbelanget tusken € 20.000 en € 500.000. Mei it each op de besuniging op dat pMJP-ûnderdiel is yn 2011allinnich subsidiearring fan POP-projekten mooglik. It giet om 1 oant 3 projekten.
98
Doelwearden 2011
Realisaasje 2011
nft
nft
nft
nft
nft
20 doarpshuzen / multyfunksjonele akkommodaasjes 2 projekten wensoarch 30 projekten leefberens lokaal 13 projekten leefberens regionaal 8 projekten leefberens provinsjaal 2 projekten (op grûn fan frijfal FYLG)
0 projekten
nft
nft
25 projekten
27 projekten
1-3 projekten
3 projekten
Ûnderwerp
Yndikator
Kultuer
Yn 2011 drage wy by oan 8 projekten foar de promoasje en it fuortsterkjen fan de Fryske en de streekeigen kultuer. It EUPlattelânsûntwikkelingsprogramm a (POP) is yn ús pMJP opnommen. Wy passe de Leadersystematyk yn de 6 Fryske plattelânsgebieten ta. Foar de útfiering fan it pMJP wurde (eksterne) proseskosten makke dy’t net streekrjocht oan in spesifyk doel keppele wurde kinne. Efterôf wurde dy proseskosten oan de ôfsûnderlike doelen tarekkene. Troch de wei fan it Ynvestearringskredyt Grûnoankeapen wurdt de grûnmobiliteit befoardere. Dat draacht flink by oan it ferwêzentlikjen fan de pMJPdoelen, benammen oan de lânbou- en natuerdoelen, mar ek yn bredere sin oan de ferlange romtlike ynrjochting en kwaliteit fan it lanlik gebiet. Doel is om yn 2011 in goede ruilgrûnposysje te hawwen, ien dy’t net oer de maksimale omfang fan it YnvestearringsKredyt Grûn fan € 54 miljoen hinne giet.
Plattelânsprojekten, LEADER
Proseskosten
Grûnmobiliteit
Nulmjitting
Doelwearden 2011
Realisaasje 2011
8 projekten
7 projekten
nft
nft
nft
nft
nft
Sjoch tabel yn Paragraaf 6 Grûnbelied foar de aktuele stân fan it IKG.
Taljochting pMJP 2011 wie op ‘en nij in rûzich jier foar it pMJP. De gefolgen fan it stopsetten fan de ynvestearrings dy’t steatssiktaris Bleker op 20 oktober 2010 ôfkundige hie, waarden hieltyd better sichtber en better te merken. De rinnende projekten koene gewoan trochgean, om’t dêr al finansjele ferplichtings foar oangien wiene. Mar nije modules fan lânynrjochtingsprojekten (dy’t soms al jierrenlang taret wiene) koene net útfierd wurde, om’t de middels dêrfoar net mear beskikber wiene. Wat de rykstaken oanbelanget stie 2011 yn it teken fan de ûnderhannelings tusken IPO en it Ryk oer de útfiering fan it belied yn it lanlik gebiet. Yn septimber wisten dy partijen in oerienkomst te sluten (it Dielakkoart Natuer). Yn dat akkoart wurdt, mei weromwurkjende krêft (mei yngong fan 1 jannewaris 2011), de ILG-bestjoersoerienkomst ferfongen troch bestjoersôfspraken. Dêr stiet yn dat de taken op it mêd fan natuer fierder desintralisearre wurde nei de provinsje. Dêrmei is de ferantwurdlikens foar it natuerbelied folslein nei de provinsje oergien en kin de regeldruk fermindere wurde. It oernimmen fan de ferantwurdlikheden fan Natuer giet wol mank mei flinke besunigings op de Natuertaken (akwisysje, ynrjochting en behear). Dat sil grutte gefolgen hawwe foar de útfiering fan it Natuerbelied. De middels foar de Ramtrjochtline Wetter bliuwe noch wol beskikber. De rykstaken op it mêd fan Lânbou, Toerisme, Nasjonaal Lânskip, Nasjonale Parken, Oanpak Leefgebieten en Sosjaal-Ekonomyske Fitaliteit ferfalle yn it neamde akkoart. Yn desimber hawwe jim Steaten it Dielakkoart Natuer ôfwiisd. De provinsje Fryslân wie net de iennichste provinsje dy’t it akkoart ôfwiisd hat. Dêrtroch wiene nije ûnderhannelings fanneden. Dy binne ûnderwilen ôfsletten. It is no dúdlik dat der net mear jild beskikber komt. Wol is der in mienskiplike oerienkomst mei it Ryk oer de ynfolling fan it akkoart, meidat it Ryk de taljochting op it akkoart fan it IPO no ûnderskriuwt.
99
It subsydzjeprogramma hie nei ferhâlding mar in bytsje lêst fan it stopsetten fan de ferplichtings, om’t dat programma benammen finansiere wurdt út provinsjale (FYLG)-middels en Europeeske (POP-)middels. Mocht soks fanneden wêze, dan wurde hjirûnder de ôfsûnderlike ûnderdielen nochris neier taljochte. Grûnôfhinklike lânbou Fan ‘t jier is alle war dien om de lânboustruktuer better te krijen. It resultaat wie it ta stân bringen fan folle mear hektaren as foarsjoen. Dat wie yn de measte gefallen yn it ramt fan al rinnende lânynrjochtingsprojekten. Yn 2011 hawwe wy flink gebrûk meitsje kind fan it Europeeske POP-programma. Foar dat programma hiene wy € 11,26 miljoen tasein krigen foar de folsleine programmaperioade (2007-2013). Mei it honorearjen fan ûnder oare de lânynrjochtingsprojekten Sintrale As, Baarderadiel en Fiifhuzen is it ús slagge om de folsleine romte te benuttigjen. It Lânboustruktuerûndersyk is ûnderwilen oplevere. De provinsje sil yn berie nimme moatte oft de útstellen út it ûndersyk, soks yn gearhing mei de dêrfoar beskikbere middels (2x € 875.000,- ), wol goed útfierd wurde kinne. Dat ûnderwerp is in ûnderdiel fan it útwurkjen fan de gefolgen fan de ferfallen ryksdoelen yn ‘e earste helte fan 2012. Kennis en ynnovaasje en it fuortsterkjen fan de lânbou Mei it fêststellen fan de Lânbouaginda hawwe wy jim Steaten nije middels foar kennis en ynnovaasje beskikber steld. Dy middels meitsje gjin diel fan it pMJP út. Mei ferskate kennis- en ynnovaasjeprojekten is ûnderwilen úteinset (sjoch paragraaf 5.3., punt 3). Realisaasje EHS Lykas yn de 2e Berap al oanjûn is, is minder EHS ta stân brocht as earder oannommen wie. Dat komt troch it stopsetten fan de ferplichtings en de budzjetten dat it Ryk ôfkundige hat. Yn it ramt fan de rinnende projekten is 15 ha natuer ynrjochte yn de 2 e module Swette De Burd, yn it ramt fan de 2e module Âlde Feanen 150 ha, en yn de 1e module Beekdal Line 20 ha. Miljeukwaliteit EHS / Fûgel-en Habitatrjochtline / Nb-wet e Yn it ramt fan de 2 module Âlde Feanen is 150 ha ta stân brocht yn ferbân mei Ferdroegingsbestriding. Op it stuit wurdt in oanfraach taret yn it ramt fan it Europeeske miljeuprogramma LIFE. Dêrtroch sil de miljeukwaliteit yn it Natura2000-gebiet better wurde. Nasjonaal Lânskip Yn 2011 binne de lêste beskikbere FYLG- middels foar dat ûnderdiel ferplichte. Der binne dus gjin middels mear. Yn it nije jierprogramma 2012 stelle wy út dat projekten út de beide gebieten Nasjonaal Lânskip putte sille út it ûnderdiel Lânskip Generyk. Plattelânsprojekten / Leader As gefolch fan it op ‘en nij yndielen fan gemeenten, is it tal Leader-gebieten mei yngong fan 1 jannewaris 2011 fan seis nei fiif gien.
Wat hat it beliedsfjild koste? Eksploitaasje Bedraggen x € 1.000 Baten Strukturele beliedsprogrammabudzjetten Tydlike beliedsprogrammabudzjetten Oerrinnende passiva Foarsjennings Baten mei-inoar Lesten Strukturele beliedsprogrammabudzjetten Tydlike
Realisaasje 2010
Begrutting 2011 nei wiziging
Rekken 2011
Ferskil Begrutting/ Rekken
372
0
0
0
244
535
1.496
-961
36.366 1.100 38.081
59.426 0 59.962
58.186 0 59.682
1.240 0 279
608
622
613
9
13.732
16.645
27.003
-10.358
100
Bedraggen x € 1.000 beliedsprogrammabudzjetten Oerrinnende passiva Reserves Foarsjennings Bedriuwsfieringskosten Lesten mei-inoar
Realisaasje 2010
Resultaat foar bestimming Mutaasje reserve Resultaat nei bestimming
Begrutting 2011 nei wiziging
Rekken 2011
Ferskil Begrutting/ Rekken
36.366 -21 1.100 4.510 56.295
59.426 0 0 4.704 81.397
58.186 -34 0 4.628 90.396
1.240 34 0 76 -8.999
-18.213
-21.436
-30.714
9.278
-3.538
14.008
23.320
-9.312
-21.751
-7.428
-7.394
-34
Taljochting De oerbesteging fan de FYLG-budzjetten wurdt teweibrocht meidat de lesten fan in tal mearjierrige ferplichtings no foar rekken fan 2011 brocht wurde moasten. Dy oerbesteging wurdt opheind út it FYLG-budget foar 2012 en dêrnei, troch de wei fan de mutaasje reserve. As gefolch fan de nije begruttingssystematyk is der fan ‘t jier in flinke oerbesteging fan it FYLG-budzjet (tydlike beliedsprogrammabudzjetten). Dy oerbesteging wurdt opheind út it FYLG-budzjet foar 2012 en dêrnei. Oerrinnende passiva It giet by de Oerrinnende passiva om de ILG-middels. Ynvestearrings Bedraggen x € 1.000 Ôfrekkene wurk Oplevere wurk Rinnend wurk Mei-inoar
saldo op 1-1-2011 0 39.066 0 39.066
Fermearderings 0 2.201 0 2.201
Ferminderings
0 417 0 417
Saldo op 31-12-2011
0 40.851 0 40.851
Taljochting It giet yn dit gefal om it YnvestearringsKredyt Grûn (IKG). In oersjoch fan de stân fan it IKG stiet yn paragraaf 6 Grûnbelied.
101
Stân fan it Ynvestearringskredyt Grûn (IKG) op 31-12-2011 Jierlikse foarrie yn Tal ha. trochsneed yn Oankeap/ ferkeap hannen neffens PSbeslút 22-04-2009 Lânbou + EHS binnen gebietsûntwikkeling Oankeap
Bedrach
651,3
€ 27,2 mln. Grûn 3,9 mln. Gebouwen
€ Ferkeap
36.5
€ 1,1 mln. Grûn €
600
614,8
400
446,2
Ûnderdiel
0 mln.
Gebouwen
EHS Oankeap
€ 9,4 mln. Grûn € 0,43 mln. Gebouwen
Ferkeap
310,4
€ 5,8 mln. Grûn € 0,43 mln. Gebouwen
400
135,8
100
106,1
Kavelruil Oankeap
€ 3,8 mln. Grûn € 0,50 mln. Gebouwen
Ferkeap
67,7
€ 2,28 mln. Grûn € 0,50 mln. Gebouwen
100
38,4
300
155,7
Foarútrinnend Oankeap Ferkeap
Mei-inoar
13,0 300
142,7
1.400
931,7
102
€ 5,7 mln. Grûn én gebouwen € 0,36 mln. Grûn
3.6 Programma 6. Economie, Toerisme en recreatie
Portefeuillehouders: J.H.J. Konst, J.A. de Vries, S.A.E. Poepjes, C. Schokker-Strampel en J.A. Jorritsma
A. Programmarealisatie Wat wilden we bereiken? (beleidsdoelen Begroting 2011) De wereldeconomie ondervindt de gevolgen van de economische recessie. Het Nederlandse BBP is in 2009 met 4% gekrompen. De onzekerheden over de wijze waarop de internationale en de Nederlandse economie zich in de jaren 2010 en 2011 ontwikkelen zijn groot en talrijk. Het CPB raamt voor 2010 en 2011 een economische groei van 1½%, respectievelijk 2%, een welkom herstel. Dit bescheiden herstel is echter volstrekt onvoldoende om de schade van de crisis teniet te doen. Het nieuwe kabinet is genoodzaakt forse bezuinigingen door te voeren gelet op het verwachte begrotingstekort van 6,3% in 2010. De bedrijven hebben forse klappen gekregen, ook in onze provincie, vooral de bouwnijverheid, de metaal-ektro en de transportbranche moesten het ontgelden, hetgeen ook een grotere werkloosheid tot gevolg had. Het Economisch Bureau van de ING-bank verwacht voor 2010 dat de Friese economie 1% en in 2011 met 1½% groeit, iets minder dan de Nederlandse groei. In zijn onderzoek naar de effecten van het regionaal economisch beleid (mei 2010, in opdracht van het SNN) constateert het EIM dat het regionaal-economisch beleid, zoals dat sinds 1998 in samenwerking met de provincies Groningen en Drenthe wordt uitgevoerd, effect heeft gehad. Het zogenoemde faseverschil is verdwenen. Dit blijkt ondermeer uit het feit dat het verschil tussen Noord-Nederland en de rest van Nederland op het gebied van werkloosheid kleiner is geworden. Het voeren van regionaal-economisch beleid is een overheidstaak. Ons Friese beleid heeft als doelstelling het bereiken van ‟een duurzame economische ontwikkeling van de provincie Fryslân, waarbij nadrukkelijk wordt ingezet op een transitie naar een op kennis en innovatie gebaseerde economie.‟ Om dat doel te bereiken moeten alle talenten in Fryslân worden benut opdat iedereen zich in zijn/haar eigen omgeving en op eigen niveau kan ontplooien. Als provinciaal bestuur van Fryslân streven we er naar de economische ontwikkeling van onze provincie te stimuleren door samen met het bedrijfsleven, (kennis-)instellingen en gemeenten te werken aan een verbetering van de concurrentiepositie van onze provincie. Ons beleid is gefocust op zes speerpunten, c.q. belangrijke sectoren van de Friese economie: watertechnologie, groene life sciences, metaal, zorgeconomie, toerisme en duurzame energie. Voor het tot stand brengen van innovaties is een goed opgeleide beroepsbevolking van essentieel belang, vandaar dat ook sociale innovatie hoog in het vaandel staat. De provincie treedt hierop als olieman en verricht de volgende activiteiten: stimuleren, enthousiasmeren, de weg wijzen, bij elkaar brengen; anders geformuleerd: „makelend en schakelend‟. Middelen Voor de uitvoering van ons regionaal-economische beleid staat ons een aantal middelen ter beschikking. Ten eerste zetten wij eigen provinciale middelen in (budget SEB). Daarnaast kunnen wij een beroep doen op externe middelen, in het kader van de uitvoeringsprogramma‟s „Koers Noord‟, „OP EFRO-Noord‟, het Waddenfonds en het verband van Interreg (EFRO-middelen) beschikbaar zijn. Hierbij zij opgemerkt dat de middelen uit het OP EFRO, het Waddenfonds en Interreg breder kunnen worden ingezet dan alleen voor economische projecten. Daarnaast hebben wij als provincie de beschikking over de middelen uit het Ruimtelijk economische programma (REP). Dit zijn middelen ter compensatie van het niet doorgaan van de Zuiderzeelijn. Het REP kent een deel waarover wij als provincie zelf mogen beslissen (€ 48 miljoen) en een deel waar het Rijk (i.c. de minister van EZ) de zeggenschap over heeft. Het REP heeft een looptijd tot en met 2020. In het najaar van 2010 wordt het Beleidskader REP aan uw Staten voorgelegd.
103
Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? (doelenrealisatie 2011) Beleidsvelden
Liggen we op schema met de doelenrealisatie?
Hebben we de gewenste resultaten gerealiseerd? / Hebben we gedaan wat we wilden doen?
Wat heeft het gekost? (realisatie conform budget / onder/overschrijding?)
6.1 Bedrijvigheid 6.2 Toerisme en recreatie 6.3 Duurzame energie Toelichting / relevante ontwikkelingen die zich in 2011 hebben voorgedaan / high lights Economische groei De economie van Fryslân laat een wisselende groei zien. Het verwachte cijfer genoemd in de inleiding van 1,5% voor 2011 wordt niet gehaald. Momenteel schat het economisch bureau van de ING dat de economische groei in Fryslân op 1,1% uitkomt. Nieuwe beleidsvisie In 2011 is er in uw Staten een motie ingediend (en door ons aangenomen) om te komen met een beleidsvisie op de economie. Wij hebben hiervoor in 2011 de eerst stappen genomen. Wij zullen u begin 2012 de nieuwe visie voorleggen. Ook is in 2011 het Friese beleidskader REP opgesteld en door ons vastgesteld. Dit kader is op 25 januari 2012 door uw Staten vastgesteld. Speerpunten In 2011 is gewerkt aan de ontwikkeling van de speerpunten, samen met bedrijven, kennisinstellingen en andere partners. Voor de speerpunten watertechnologie, groene life sciences, metaal en de zorgeconomie wordt verderop in dit hoofdstuk gerapporteerd over de resultaten. Over toerisme (Friese Meren project) zal in 6.2 worden gerapporteerd. Duurzame energie wordt beschreven in hoofdstuk 6.3. Daar wordt ook beschreven dat projecten binnen dit beleidsthema wat later zijn opgestart vanwege de crisis. Middelen Wij hebben een aantal middelen ter beschikking voor de uitvoering van ons economisch beleid. Wij lichten hier nog kort het OP-EFRO en de rijksmiddelen toe. In 2011 hebben wij nog gebruik kunnen maken van het lopende Operationeel Programma EFRO (OP EFRO). Dit programma loopt nog tot en met 2013. De lobby om ook na 2013 weer Europees geld voor Noord-Nederland te verkrijgen is in volle gang. Ook hebben wij in 2011 nog geld voor projecten uit het zogenaamde transitie budget van het rijk kunnen krijgen. Dit loopt door middel van zogenaamde tenders. In 2012 is er geld voor nog een tender.
Wat heeft het programma gekost? Exploitatie Bedragen x € 1.000
Realisatie 2010
Begroting 2011 na wijziging
Rekening 2011
Verschil Begroting/ Rekening
Baten 6.1 Bedrijvigheid 6.2 Toerisme en recreatie 6.3 Duurzame energie Totaal Baten
3.168 1.587 0 4.756
5.425 1.967 369 7.761
4.949 826 124 5.899
476 1.141 245 1.862
Lasten 6.1 Bedrijvigheid 6.2 Toerisme en recreatie 6.3 Duurzame energie
22.818 10.965 3.355
30.061 11.397 6.544
32.733 11.524 6.567
-2.672 -127 -22
104
Bedragen x € 1.000
Realisatie 2010
Totaal Lasten Resultaat voor bestemming Mutatie reserve Resultaat na bestemming
37.138
Begroting 2011 na wijziging 48.003
-32.383
Rekening 2011 50.824
Verschil Begroting/ Rekening -2.822
-40.242
-44.925
4.683
-1.264
18.858
22.551
-3.693
-33.647
-21.384
-22.374
990
Toelichting Er is op programmaniveau sprake van een overschrijding op de lasten van € 2,8 miljoen, oftewel 6% afwijking op de begroting 2011 na wijziging. Deze overschrijding is het gevolg van hoger gerealiseerde lasten dan in de begroting geraamd en speelt met name op het beleidsveld bedrijvigheid. Aan de batenkant is er een onderschrijding van in totaal €1,8 miljoen. Er zijn het afgelopen jaar minder bijdragen van derden ontvangen. Per beleidsveld wordt nader ingegaan op de verschillen tussen de rekening en de begroting.
B. Beleidsvelden 6.1. Bedrijvigheid Wat wilden we bereiken? (beleidsdoel) Zoals in onze Uitvoeringsagenda economie staat beschreven wensen wij ‟een duurzame economische ontwikkeling van de provincie Fryslân, waarbij nadrukkelijk wordt ingezet op een transitie naar een op kennis en innovatie gebaseerde economie. Wij ambiëren een ondernemende, concurrerende en innoverende economie met oog voor duurzaamheid en samenleving. Kennis, innovatie, ondernemerschap en goed opgeleid personeel zijn hiervoor essentieel. Ons beleid is gericht op de verdere ontwikkeling van deze thema‟s. Voorwaarden hierbij zijn een optimaal vestigingsklimaat voor bedrijven met een goede kennisinfrastructuur, innovatiemogelijkheden, een goed functionerende arbeidsmarkt, sterke clusters van samenwerkende bedrijven en kennisinstellingen en een goed gedifferentieerd aanbod van bedrijventerreinen en kantoorlocaties die goed bereikbaar zijn. Leidraad bij de ontwikkeling en ondersteuning van projecten is de Uitvoeringsagenda Economie, waarin de volgende zes speerpunten zijn beschreven: watertechnologie, groene life sciences, zorgeconomie, metaal (w.o. scheepsbouw), toerisme en (duurzame) Energie. De komende jaren wordt nog verder gewerkt aan het ontwikkelen van plannen en projecten waarvoor middelen kunnen worden ingezet uit het convenant Regiospecifiek pakket Zuiderzeelijn ZZL (de zogenaamde REP-gelden). Ook de invulling van Europese en nationale regioprogramma‟s als Koers Noord en OP EFRO krijgt veel aandacht. Concreet willen we het volgende bereiken: Projecten verwerven binnen de verschillende speerpunten om zodoende een bijdrage te leveren aan de transitie naar een op kennis gebaseerde economie; Nieuw extern geld voor Friese pieken en projecten genereren; Uitvoeren van Fryslân Fernijt III; Goede samenwerking met bedrijven, kennisinstellingen en gemeenten om gezamenlijk projecten te ontwikkelen.
105
Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? (doelrealisatie) Beleidsveld
Liggen we op schema met de doelenrealisatie?
Hebben we de gewenste resultaten gerealiseerd? / Hebben we gedaan wat we wilden doen?
Wat heeft het gekost? (realisatie conform budget / onder/overschrijding?)
6.1. Bedrijvigheid Toelichting In 2011 richtten wij ons op projecten die bijdragen aan het doel van ons economisch beleid, namelijk het bereiken van een duurzame economische ontwikkeling van de provincie Fryslân waarbij nadrukkelijk ingezet wordt op een transitie naar een op kennis en innovatie gebaseerde economie.
Hebben we de gewenste resultaten bereikt / Hebben we gedaan wat we wilden doen? Gewenste resultaten Beleidsveld 6.1 - Bedrijvigheid 1. Concreet voor 2011 willen wij bereiken dat op de speerpunten watertechnologie, groene life sciences, metaal, zorgeconomie één of meer nieuwe clusters tot stand komen. Voorts dat de bestaande clusters zich verder ontwikkelen. 2. Lobbyen om na de expiratiedatum van de OP EFRO-beleidsperiode ook in de periode 2014-2020 te kunnen beschikken over EFRO-middelen voor uitvoering van ons beleid. 3. Lobbyen om na de expiratiedatum van de Pieken in de Delta-beleidsperiode ook in de periode 2011-2014 te kunnen beschikken over Pieken-middelen voor uitvoering van ons beleid. 4. Samenwerking met Leeuwarden, convenanten, projectbureau economie, Ontwikkelbedrijf. 5. Fryslân Fernijt III, projectvoorstellen per thema worden ingediend om de zo gewenste innovaties tot stand te brengen. 6. Heerenveen stad van sport, realisering van een nieuw of vernieuwd Thialf ijsstadion. 7. Heerenveen, kandidaat speelstad voor het wereld kampioenschap voetbal 2018 en 2022 8. Afsluitdijk, een integrale ontwikkeling van de Afsluitdijk waarin provinciale ambities op het gebied van duurzame energie (o.a. blue energy), het duurzaamheidscentrum, natuurontwikkeling, recreatie en (kennis)innovatie gerealiseerd kunnen worden.
Beleid
Tijd
Geld
Toelichting 6.2.1 De clusters zijn tot ontwikkeling gekomen, zie de teksten over de speerpunten hierna. De overbesteding op het e beleidsveld bedrijvigheid zal bij de 3 W-vraag - Wat heeft het Beleidsveld gekost – nader worden toegelicht. 6.2.2 De lobby is in volle gang. Er is nog geen duidelijkheid over het precieze bedrag aan EFRO-middelen voor rijke regio‟s, waaronder regio‟s in Nederland. Wel is duidelijk dat er wederom een bijdrage beschikbaar komt. Wij zetten onze lobbyactiviteiten voor dit dossier in SNN- en IPO-verband voort. De lidstaat Nederland heeft nog steeds het standpunt om geen EFRO-geld naar rijke lidstaten „door te sluizen‟. Mocht het wel het geval blijken, dan zou dit geld gekoppeld moeten worden aan het nationale Topsectorenbeleid, iets wat Noord-Nederland niet ambieert. 6.2.3 Er komt geen nieuw Pieken in de Delta Programma. Het Rijk heeft aangekondigd dat er geld komt voor de zogenaamde Topsectoren. Wel heeft de regio bewerkstelligd dat er geld beschikbaar komt voor een „transitie II en piekenprogramma‟, dat moet dienen als zachte landing. Transitiejaar 2011 is achter de rug. Er is nu nog geld voor het jaar 2012. 6.2.4 De convenantenperiode (Westergo en A7) loopt tot en met 2013. Momenteel wordt er een evaluatievoorstel gemaakt om te kijken of en hoe er na 2013 wordt doorgegaan. 6.2.5 Zie de tekst hierna.
106
6.2.6 Zie de tekst hierna 6.2.7 Zoals vermeld in de 1e en 2e BERAP is de keuze van de Wereldvoetbalbond, de FIFA, niet op Nederland gevallen. Verder geen financiële gevolgen en ambitie is vervallen. 6.2.8 Op 23 december 2012 hebben Rijk en regio een bestuursovereenkomst (BOK) ondertekend waarin de genoemde provinciale ambities een plekje hebben. De regionale partijen (provincies Noord-Holland en Fryslân en de gemeenten Hollands Kroon, Súdwest Fryslân en Harlingen) hebben gezamenlijk een Ambitie Agenda Afsluitdijk vastgesteld waarin nader uitgewerkt is hoe zij deze ambities denken te realiseren. De agenda is aan staatssecretaris Atsma van I&M aangeboden. De staatssecretaris heeft bij de ondertekening van de BOK een Rijksbijdrage aan de ambities van € 20 miljoen toegezegd, onder de conditie dat de regio minimaal eenzelfde bijdrage levert. Speerpunten Wat betreft de inzet op de speerpunten watertechnologie, groene life sciences, metaal en zorgeconomie volgt hierbij een korte weergave van onze inspanningen. De speerpunten toerisme en duurzame energie komen in respectievelijk 6.2 en 6.3 aan de orde. Watertechnologie In 2011 is gewerkt aan de ontwikkeling van de Europese hub voor watertechnologie in Fryslân. In het kader van het nieuwe Topsectorenbeleid wil het Rijk met het bedrijfsleven en kennisinstellingen innovatiecontracten sluiten. Voor de Topsector Water is vanuit het Friese watercluster het plan „Nederland internationale hub voor watertechnologie met fysieke kern in Leeuwarden’ ingediend met het businessplan van Wetsus als basis voor het Topkennisinstituut Watertechnologie. In dit kader zijn besprekingen over de financiering van Wetsus na 2012 gestart. De Tweede Kamer heeft een motie aangenomen met de dictie dat deze financiering voor 1 maart 2012 geregeld moet zijn. Diverse stakeholders hebben in 2011 projecten ontwikkeld die de centrumpositie van Fryslân verder versterken. Voorbeelden hiervan zijn: het Europese onderzoeksproject Bioelectricmet onder leiding van Wetsus, de universitaire researchopleiding watertechnologie (UCF/Wetsus) en de pilotplant voor Blue Energy op de Afsluitdijk. Onder grote (inter)nationale belangstelling zijn voorts de demosite drinkwatertechnologie bij Vitens in Noardburgum en het decentrale sanitatieproject Noorderhoek in Sneek officieel geopend. In het kader van de tweede PID-tender zijn twee nieuwe watertechnologieprojecten ingediend. Voor de (co-) financiering zijn en worden zowel Europese fondsen (KP7/EFRO), Koers Noord als provinciale middelen ingezet. De Ministeries van EL&I en OCW hebben het businessplan van NHL Hogeschool en Van Hall Larenstein gehonoreerd voor vestiging van het nationale Centre of Expertise Watertechnologie in Leeuwarden. De provincie Fryslân is in 2011 de grootste aandeelhouder van drinkwaterbedrijf Vitens geworden. Dit is van groot strategisch belang voor de verdere ontwikkeling van de watertechnologiesector in Fryslân. In het kader van het provinciale innovatieprogramma Fryslân Fernyt III zijn twee samenwerkingsprojecten van consortia van watertechnologiebedrijven gehonoreerd. Het betrof een project op het gebied van ozongeneratoren en een project voor de ontwikkeling van een intelligent drinkwaternetwerk. Het Leeuwarder bedrijf Capilix kreeg voor een - met behulp van Fryslân Fernyt - ontwikkelde sensor de Aquatech Innovation Award. Deze sensor (Qwatch) controleert de kwaliteit van bijvoorbeeld drinkwater volledig geautomatiseerd en continu op tien stoffen tegelijk. Groene life sciences De provincie heeft het initiatief genomen om de foodsector te versterken. Ze doet dit samen met andere partijen, waaronder ondernemers en kennisinstellingen, maar ook de NOM en Syntens. De markt verandert en investeren in innovatie is noodzakelijk. Willen bedrijven in de toekomst zelfstandig blijven en overleven, dan is samenwerking een must. Vanuit dat perspectief heeft de provincie projecten en de totstandkoming van netwerken gefaciliteerd die samenwerking, het komen tot nieuwe innovaties en de valorisatie van kennis tot doel hadden. In termen van projecten waar de provincie Fryslân een financiële bijdrage aan heeft geleverd heeft het gevoerde beleid het volgende opgeleverd: Innexus, netwerk van Friese foodbedrijven EDR project Agribusiness Interreg project Food Future Interreg project Innovate of Foresight planning (IFP) Koers Noord project Food Circle Koers Noord project Healthy Ageing Koers Noord project CCC I en II Fryslân Fernijt lll, onderdeel gezond ouder worden. In 2011 is door de drie Noordelijke provincies gewerkt aan de verdere versterking van de life sciences in het Noorden, waarbij het accent in Fryslân ligt op de groene life sciences/agro-food. In Fryslân zijn op initiatief van de provincie en Innexus sessies georganiseerd met vertegenwoordigers van de drie O‟s (ondernemers, onderwijs en overheid) om de gewenste koers voor Fryslân in beeld te brengen. Uitkomst: inzetten op ketensamenwerking, cross-sectorale samenwerking (met name agro-food/life sciences en agro-food/water) en de
107
kennisinfrastructuur. Tijdens de succesvolle eet & weetweken in het natuurmuseum (oktober 2011, mede georganiseerd door Innexus) is in een bijeenkomst deze koers naar voren gebracht. In deze bijeenkomst vond ook de officiële aftrap plaats van Food Circle (binnen Food Circle worden ontwikkelingen op het gebied van voeding, in het bijzonder voor de ouder wordende consument, omgezet worden in voor de voedingsmiddelensector beschikbare toepasbare kennis en kunde. Food Circle wil opereren als een regionaal platform waarin bedrijven, kennisinstellingen en experts samenwerken). Naast bovenstaande activiteiten is de provincie betrokken geweest bij de voorbereiding van de subsidieaanvraag van de Dairy Campus. De foodsector heeft in 2011 aangegeven graag aan te willen haken bij de Dairy Campus, dit vanuit de behoefte om innovaties vanuit de ketengedachte te laten plaatsvinden. Inmiddels is in de subsidieaanvraag de koppeling met de foodsector tot stand gekomen. Metaal In 2011 is de provincie nadrukkelijk in contact getreden met bedrijven uit de metaalsector. Met acht bedrijven uit de roestvaststaal verwerkende sector is de provincie in gesprek om de sector nationaal en internationaal beter te positioneren. Een onderzoek is gestart naar het opzetten van een concreet project. Effectuering vindt plaats in 2012. Met Philips te Drachten (en andere partijen) is de provincie in gesprek om de samenwerking tussen Philips en het noordelijke MKB te verstevigen. De samenwerking tussen de bedrijven richt zich op het gezamenlijk uitvoeren van innovatieve projecten om de concurrentiepositie van het noordelijke bedrijfsleven te versterken. Dit heeft reeds geresulteerd in het benoemen en beschrijven van projecten die in 2012 in uitvoering zullen worden genomen. Tevens is de provincie betrokken bij het initiatief tot het oprichten van een High Tech Campus in Drachten. Met de gemeente Smallingerland en Philips wordt onderzocht welke mogelijkheden er zijn om dit te realiseren. Een dergelijke campus kan een stevige bijdrage leveren om de metaalsector te faciliteren. Verdere uitwerking vindt plaats in 2012. Met acht technische opleidingsfondsen, waaronder klein-en grootmetaal, zijn besprekingen gestart om projecten te definiëren die inspelen op de mismatch tussen vraag en aanbod in de sectoren. De provincie heeft gestimuleerd dat de individuele opleidingsfondsen gezamenlijk gaan optrekken. Dit maakt de slagkracht groter alsmede het te bereiken effect. Tevens is het borgen van techniek in het onderwijs een belangrijk aandachtspunt in 2011 geweest. Hoe zorgen we ervoor dat techniek aantrekkelijk is voor onderwijsvolgenden. Hoe zorgen we voor een effectieve samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven. De noordelijke provincies opereren hier gezamenlijk met de bovengenoemde acht opleidingsfondsen. Enkele concrete projecten die in 2011 met ondersteuning van de provincie zijn opgestart: Uitwerking van project ICT in de Jachtbouw, is ingediend voor financiering uit Koers Noord middelen. OpleidingsBedrijfMetaal (OBM), loket voor ontzorging van bedrijven in de metaalverwerkende industrie. SIA RAAK aanvraag; gericht op internationalisering van de jachtbouwsector, ingediend voor subsidie. Zorgeconomie In 2011 hebben in het kader van het speerpunt „Zorgeconomie (Healthy Ageing/Gezond Ouder Worden)‟ de volgende activiteiten plaatsgevonden: In het kader van het thema „Gezond Ouder Worden‟ van het subsidieprogramma „Fryslân Fernijt III‟ zijn vijf innovatieve ontwikkelings-/demonstratieprojecten begeleid: IPOL: een innovatieve pollenmonitor, die in staat is lokaal pollenconcentraties in de lucht te meten en hooikoortspatiënten up-to-date te informeren via een website en de mobiele telefoon (gehonoreerd en in uitvoering) Care@Home: een platform, ter ondersteuning van het langer zelfstandig blijven wonen, waarop verschillende toepassingen op het gebied van telezorg, domotica en thuiszorgtechnologie met elkaar kunnen communiceren (gehonoreerd en in uitvoering) Telepas Authenticatie Dienst: een dienst voor beveiligde toegang tot digitale zorgdiensten m.b.v. een biometrische zorgpas en een zogenaamd „anonymous credential system‟. Hierdoor wordt de privacy van gebruikers van digitale zorgdiensten gewaarborgd en kunnen deze diensten/systemen optimaal beveiligd worden (in voorbereiding) Qwiek: een centraal Fries digitaal platform waarop zorginformatie van een breed scala aan Friese zorgaanbieders en alle huidige en toekomstige digitale zorgdiensten via een centraal portaal toegankelijk gemaakt worden voor Friese gebruikers (in voorbereiding)
108
-
Mastivax: een productieplatform voor het winnen van immunoglobulines (natuurlijke antistoffen) uit biest en melk voor toepassingen in de humane gezondheidszorg en in de veeteelt (in voorbereiding)
De provincie Fryslân is één van de participanten in het Healthy Ageing Network Noord-Nederland (HANNN). Twee keer per jaar overleggen de Noordelijke gemeenten en provincies die als participant bij dit netwerk zijn betrokken. Doel van dit overleg is afstemming, informatie-uitwisseling en voortgangsbewaking. Daarnaast is door een aantal Friese partijen (de provincie Fryslân, de gemeente Leeuwarden, de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden, Stenden Hogeschool, Van Hall Larenstein, Gameship, Limis, Innexus, AOC Friesland, Friesland College) het initiatief genomen om een eigen Fries Healthy Ageing-overleg te starten. Ook het HANNN neemt aan dit overleg deel. De vergadering vindt plaats op locatie bij een van de participanten. Doel van dit overleg is kennis- en informatie-uitwisseling en het initiëren van innovatieve samenwerkingsprojecten. In het kader van het Noordelijke programma OP-EFRO is in 2011 het Noordelijke project Springboard (een Noordelijk kenniscluster over medische technologie) gehonoreerd. De provincie Fryslân is bij de voorbereidingen van dit project betrokken geweest en is één van de cofinanciers van het project. Tenslotte is in het kader van de najaarstender van „Pieken in de Delta‟ een project begeleid voor de ontwikkeling van een Noordelijk COPD Kenniscluster bij Sionsberg in Dokkum. Voor dit project wordt eveneens provinciale cofinanciering gevraagd. De subsidieaanvraag voor het project is in december ingediend. Besluitvorming over het project heeft nog niet plaatsgevonden. Projecten Wij rapporteren tevens over een aantal projecten en onderwerpen die niet speciaal binnen de speerpunten thuishoort. Heerenveen stad van Sport In onze brief van 8 juli 2011 informeerden wij u over de voortgang van de plannen voor het nieuwe ijsstadion. Hier hebben wij toegelicht dat uit de onderzoeken blijkt dat twee locaties (drie varianten) voldoen aan uw kaderstelling. In de 1e en 2e berap hebben wij aangegeven dat beide opties financieel in kaart zullen worden gebracht. Op 13 december 2011 hebben wij mede op basis van het Businessplan Nieuw Thialf, waarin de twee locaties (drie varianten) zijn uitgewerkt en met elkaar vergeleken, nieuwbouw op de Noordplot als voorkeursvariant vastgesteld. De behandeling van ons voorstel voor een Nieuw Thialf vond plaats in uw bijeenkomst op 22 februari 2012. Toekomst Afsluitdijk Wij werken aan een integrale ontwikkeling van de Afsluitdijk waarin provinciale ambities op het gebied van duurzame energie (o.a. blue energy), het duurzaamheidscentrum, natuurontwikkeling, recreatie en (kennis)innovatie gerealiseerd worden. In 2012 start een gezamenlijke planuitwerking met als doel om samen met het Rijk en de regio maximaal uitwerking en uitvoering te geven aan de Rijksstructuurvisie Afsluitdijk. Met een motie van de Tweede Kamer is vastgesteld dat dit gebeurt binnen het geschetste financiële kader van € 600 miljoen van het Rijk, waarbij de hoogwaterbescherming en veiligheidsmaatregelen de eerste prioriteit zijn. Op 23 december 2011 hebben Rijk en regio een bestuursovereenkomst (BOK) ondertekend waarin de genoemde provinciale ambities een plekje hebben. De regionale partijen (provincies Noord-Holland en Fryslân en de gemeenten Hollands Kroon, Súdwest Fryslân en Harlingen) hebben gezamenlijk een Ambitie Agenda Afsluitdijk vastgesteld waarin is uitgewerkt hoe zij deze ambities willen realiseren. De agenda is aan staatssecretaris Atsma van I&M aangeboden. De staatssecretaris heeft bij de ondertekening van de BOK een Rijksbijdrage aan de ambities van € 20 miljoen toegezegd, onder de conditie dat de regio minimaal eenzelfde bijdrage levert. Dairy Campus Fryslân In januari 2011 is de Aeres groep (PTC+) afgehaakt bij het project Dairy Campus en heeft men ervoor gekozen de locatie Oentsjerk te sluiten en te verplaatsen naar Flevoland. Andere partijen zijn nu bezig het praktijkleren over te nemen op de locatie Dairy Campus. Tegenwoordig is ook Friesland Campina en AOC Friesland, partner in de Dairy Campus. Er wordt druk gewerkt aan de ontwikkeling van de locatie en de programma's. Ook heeft de stichting Groen Gas Nederland zijn hoofdkantoor in 2011 op de locatie gevestigd en heeft Energy Valley er een bijkantoor geopend. In 2011 is het projectplan Dairy Campus bij het Rijk ingediend voor een REP (rijksdeel) bijdrage. Het blijft onzeker of de aanvraag geheel of gedeeltelijk wordt gehonoreerd door het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. We hopen hierover in 2012 meer duidelijkheid te krijgen. Breedband infrastructuur In 2011 zijn er werkzaamheden verricht om te komen tot een scenariokeuze. Medio 2012 zal aan u besluitvorming worden gevraagd over de startnotitie „Scenariokeuze voor de totstandkoming van een hoogwaardige, toekomstvaste
109
en open breedbandinfrastructuur voor particulieren in Fryslân’. Het adviesrapport ´Strategische opties voor hoogwaardig breedband voor Friese huishoudens´ van de bureaus Dialogic en Stratix vormt hiervoor de basis. Doefonds, EKF en FOB Wij zijn van mening dat het tegelijk oprichten van deze drie economische instrumenten wat teveel van het goede is. Op dit moment geven wij de hoogste prioriteit aan het Doefonds en het Energiecoöperatiefonds (EKF). Wij temporiseren het traject om te komen tot een Fries Ontwikkelbedrijf. Voor het Doefonds en het EKF leggen wij u in 2012 voorstellen voor. Ondernemersplein De provincie nam in 2011 het initiatief tot het oprichten van het Ondernemersplein Fan Fryslân. Hierin werken partijen als Kamer van Koophandel, NOM, Syntens en provincie samen. Door de krachten te bundelen kan het bedrijfsleven op een effectievere wijze worden gefaciliteerd bij haar vraagstukken. In eerste instantie fungeert het Ondernemersplein als loket voor het bedrijfsleven om hier terecht te kunnen met haar vragen. De vier partijen dragen zorg voor een behandeling van de vragen; vanuit de eigen back office of door het inschakelen van andere partijen en kennisinstellingen. Op 1 januari 2012 heeft de provincie haar rol van initiatiefnemer overgedragen aan de Kamer van Koophandel. Dit speelt in op de ontwikkeling dat Kamer en Syntens als partijen gaan fuseren en verder gaan onder de naam Ondernemersplein (lijn van minister Verhagen). De provincie blijft participeren als één van de vier partners, maar dan in een andere rol. Op de Bedrijvencontactdagen in maart 2012 presenteert het Ondernemersplein zich aan ondernemend Fryslân, met een duidelijke identiteit (doel van de samenwerking van de vier partners, telefoonnummer, website, etc.). Hiermee is na een lange periode van voorbereiding een concreet instrument gerealiseerd waaraan het bedrijfsleven behoefte heeft. Waddenfonds In december 2010 heeft het Rijk de drie waddenprovincies verzocht of zij het beheer van het Waddenfonds van het Rijk wilden overnemen, zoals aangekondigd in het regeerakkoord van het kabinet-Rutte. De drie colleges van Gedeputeerde Staten hebben positief op dit verzoek gereageerd. In twee maanden tijd zijn de onderhandelingen met het Rijk over de decentralisatie afgerond naar volle tevredenheid. In april heeft de Tweede Kamer ingestemd met de decentralisatie, waarbij per motie is besloten dat de provincies voor een onafhankelijke kwalitatieve toetsing moeten zorgdragen. In september 2011 is het bestuursakkoord decentralisatie Waddenfonds ondertekend, waarmee de waddenprovincies per 1 januari 2012 het fonds zullen beheren, inclusief de lopende verplichtingen. De gelden worden via een decentralisatie-uitkering in het provinciefonds gestort als afzonderlijk fonds. Het waddenfonds wordt gezamenlijk beheerd door de drie waddenprovincies. Op dit moment wordt een Gemeenschappelijke Regeling Waddenfonds voorbereid. Arbeidsmarkt De provincie heeft zich in 2011 nadrukkelijk beziggehouden met de vraagstukken op het thema arbeidsmarkt. Met werkgeversorganisaties, brancheorganisaties, vakbonden, onderwijsinstellingen en individuele bedrijven is overleg gepleegd over de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Vooral het opleidingsniveau van werkenden en werkloze werkzoekenden baart partijen zorgen. Om de concurrentiepositie te behouden dan wel te versterken heeft het bedrijfsleven goed opgeleid personeel nodig. Vooral de technische sectoren zien ontgroening en vergrijzing als een wezenlijk (toekomstige) probleem. Daarbij is het animo onder jongeren om een technische opleiding te volgen aan het afnemen. Projecten waarop de provincie in 2011 heeft ingezet zijn: Project Kennis Ontwikkeling in de provincie Fryslan, 18 partijen (gemeenten, UWV, mbo- en hbo onderwijsveld, werkgeversorganisatie en brancheorganisaties en provincie werken samen om het opleidingsniveau onder werkenden en werkloze werkzoekenden te verhogen. Technetkringen: mede door de inzet van de provincie werken acht opleidingsfondsen samen om de instroom in het technisch onderwijs te verhogen. Moderniseren van de Praktijkopleding Bouw in Heerenveen en Leeuwarden, met middelen van provincie en Koers Noord is twee miljoen euro bijgedragen om het opleidingsaanbod beter te laten aansluiten bij de vraag van het bedrijfsleven. Er is een aanzet gegeven tot het oprichten van een provinciaal overlegplatform verbetering aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt. Dit betreft een orgaan op strategisch niveau onder voorzitterschap van de provincie Fryslân. Doel is het opleidingsaanbod beter te laten aansluiten bij de vraag op de arbeidsmarkt breed. Daarnaast is de provincie gesprekspartner voor gemeenten om mee te denken over de problematiek van de toename van de instroom van werkloze werkzoekenden. Tweetal subsidieprogramma‟s Hieronder volgt nog een toelichting op twee programma‟s, van waaruit projecten zijn gefinancierd.
110
Fryslân Fernijt III Fryslân Fernijt III is het subsidieprogramma voor innovatie voor de periode 201-2013. Voor de thema‟s duurzame energie, water, recreatie & toerisme en gezond ouder worden kunnen projecten worden ingediend. Op 12 januari 2011 is het symposium Fryslân Fernijt (FF) georganiseerd. Het symposium stond in het teken van de afsluiting FFII en de officiële aftrap van FFIII en werd door 125 deelnemers bezocht. Het deskundigenpanel dat belast is met de inhoudelijke beoordeling van subsidieaanvragen en de advisering aan Gedeputeerde Staten is benoemd. In 2011 kwam dit panel een aantal keer bijeengekomen. In totaal zijn er 16 subsidieaanvragen ingediend waarvan 8 projecten beschikt zijn. Vier projecten voor het thema duurzame energie, twee projecten voor het thema water en ook twee projecten voor het thema gezond ouder worden. In totaal is er in 2011 € 1,5 miljoen beschikt. Interreg In 2011 is verdere uitvoering gegeven aan diverse internationale samenwerkingsprojecten in het kader van het Europese fonds Interreg. De provincie is actief in een aantal projecten. In enkele daarvan neemt de provincie het voortouw als Lead Partner. In andere gevallen is ze partner of zorgt ze alleen voor cofinanciering zodat het Friese MKB en /of bedrijfsleven optimaal kunnen profiteren van deze EU-middelen. Als voorbeelden worden twee projecten genoemd: Een Amerikaanse delegatie kwam als onderdeel van het Cradle to Cradle Islands project voor een tweedaagse workshop naar Fryslân om kennis te nemen van de duurzame Friese technologieën op het gebied van water en energie. Vanuit New York is aangegeven deze samenwerking te willen continueren en intensiveren. Er wordt nu aan een 10-jaars programma gewerkt om deze technologieën daar te introduceren. Het project Netzwerk Toekomst heeft geleid tot een intensieve samenwerking met Noord Nederlandse en Duitse partijen op het gebied van recreatie en toerisme. Hiermee is de zichtbaarheid en toegankelijkheid van het aanbod over en weer verbeterd en is een innovatieve kwaliteitsimpuls gegeven. Meer dan 400 ondernemers binnen het projectgebied hebben deelgenomen aan een cursus websiteverbetering. In Fryslân is de zogenoemde waterwegennavigator ontwikkeld. Prestatie-indicatoren Bedragen in euro Onderwerp Interreg *
Speerpunt Watertechnologie
Speerpunt Groene life sciences,
Speerpunt Zorgeconomie
Speerpunt Metaal
Indicator Aantal gestarte projecten Waarvan afgeronde projecten Provinciale bijdrage Bijdrage derden Aantal projecten Provinciale bijdrage Bijdrage derden Aantal projecten in het kader van het Innovatieve actie programma Fryslân Fernijt III. Aantal projecten Provinciale bijdrage Bijdrage derden Aantal projecten in het kader van het Innovatieve actie programma Fryslân Fernijt III. Aantal projecten Provinciale bijdrage Bijdrage derden Aantal projecten in het kader van het Innovatieve actie programma Fryslân Fernijt III. Aantal projecten Provinciale bijdrage Bijdrage derden
Stand van zaken per 31/12/11 26 1 2.953.000 121.241.000 1 3.753.600 36.100.000 2 2 498.490 13.344.730 Nog geen committeringen afgegeven 0 2 0
Toelichting De projecten die worden meegeteld (met uitzondering van Interreg*) zijn projecten, die in 2011 zijn gecommitteerd. Dit zijn projecten die een bijdrage hebben ontvangen vanuit de budgetten Koers Noord / OP EFRO. De provinciale bijdrage betreft de beschikte cofinanciering.
111
* In 2011 zijn er vier nieuwe interregprojecten beschikt.
Wat heeft het Beleidsveld gekost? Exploitatie Bedragen x € 1.000 Baten Structurele beleidsprogrammabudgetten Tijdelijke beleidsprogrammabudgetten Overlopende passiva Totaal Baten Lasten Structurele beleidsprogrammabudgetten Tijdelijke beleidsprogrammabudgetten Overlopende passiva Bedrijfsvoeringskosten Totaal Lasten Resultaat voor bestemming Mutatie reserve Resultaat na bestemming
Realisatie 2010
Begroting 2011 na wijziging
Rekening 2011
Verschil Begroting/ Rekening
495
514
514
0
2.673
3.781
4.292
-511
0 3.168
1.129 5.425
143 4.949
987 476
1.427
1.016
1.195
-179
19.104
24.485
27.994
-3.509
0 2.287 22.818
1.129 3.431 30.061
143 3.401 32.733
987 29 -2.672
-19.650
-24.636
-27.784
3.148
1.327
13.650
15.661
-2.012
-18.323
-10.987
-12.123
1.136
Toelichting Er is in 2011 een overschrijding op zowel de structurele als de tijdelijke budgetten. Dit is grotendeels het gevolg van de correctie op de meerjarige verplichtingen. Door deze correctie is een groot gedeelte van de (meerjarig) geraamde lasten op rekeningsbasis alsnog ten laste van 2011 gebracht. Structurele budgetten Op de structurele budgetten (lasten) heeft er een overschrijding van € 179.000 plaatsgevonden bij het budget agenda economie. Deze financiële afwijking is het gevolg van de eerder genoemde correctie op de verplichtingen. Tijdelijke Budgetten Op de tijdelijke budgetten (lasten) is er een bedrag van € 3,5 miljoen overschreden. De overschrijding op de tijdelijke budgetten is te verdelen in de volgende categorieën: Projecten Convenanten A7 en Westergo Interreg OP/EFRO projecten Waddenfonds Kompas Fryslan Fernijt Totaal-Generaal
Bedragen (€) 500.000 1.500.000 300.000 - 150.000 500.000 850.000 3.500.000
Deze overschrijdingen worden gedekt door de budgetten 2012 en verder, die door de mutatie reserves naar voren zijn gehaald. Er zijn het afgelopen jaar ook meer inkomsten gerealiseerd. Het gaat om een totaalbedrag van € 511.000. Deze extra inkomsten hebben betrekking op Interregprojecten. De projecten liggen namelijk goed op schema, waardoor er extra middelen van de EU binnenkomen die direct weer ingezet kunnen worden. In die gevallen waarbij de provincie
112
leadpartner is, zal de provincie de middelen voor het totale project doorsluizen naar de diverse partners binnen dit project. Vrijval Daarnaast is er bij een aantal categorie B budgetten voor een bedrag van € 90.000 vrijval opgetreden, omdat ze in 2011 niet tot besteding zijn gekomen. Dit speelt vooral bij het project frl. Extensie. In 2011 waren er middelen geraamd voor de aanbesteding en de kosten voorde aanvraag van ICANN. Eind 2011 bleek dat de aanbesteding en de aanvraag mogelijk pas in 2012 zal plaatsvinden. Daardoor is een deel van het budget niet benut Overlopende Passiva De overlopende passiva betreffen de decentralisatie van het Waddenfonds (proceskosten) en het project Fryslan Fernijt.
6.2. Toerisme en recreatie Wat wilden we bereiken? (beleidsdoel) Onze provincie bezit een groot aantal kernkwaliteiten dat de potentie heeft om Fryslân uit te laten groeien tot één van de toeristische topgebieden in Noordwest-Europa. De sterke punten zijn het Friese Waddengebied, de watersportmogelijkheden (de Friese meren, IJsselmeer en Waddenzee) en de elf steden. Gelet op de potenties van deze sterke punten is het beleid geconcentreerd op versterking en internationalisering van deze speerpunten. Dit beleid heeft de naam toeristische topattractie gekregen. De toerisme branche is van groot belang voor de werkgelegenheid van Fryslân. Haar aandeel in de totale Friese werkgelegenheid bedroeg in 2009 direct 7,9% en indirect 3,1%; in totaal 11%. (bron CBS). Het beleidsveld kent drie thema‟s: Wadden, elf steden & algemeen, het Friese Merenproject en Merk Fryslân. Wadden, elf steden en algemeen Wij zijn gestaag op weg om Fryslân te profileren als topattractie in Nederland. Na een aantal stroeve jaren in de periode 2004-2007 laten de jaren 2008 en 2009 een groei zien in aantallen overnachtingen, aankomsten en bestedingen. Deze lijn willen wij doortrekken. Aangezien de trend heerst dat de toerist in Nederland voortdurend korter met vakantie gaat, zullen wij ons in de toekomst minder concentreren op „aantallen overnachtingen‟ als indicatiefactor. Wij leggen ons meer toe op „bestedingen‟ en „werkgelegenheidscijfers‟. Vanaf 2011 zal de provincie aansluiten op de systematiek van de landelijke standaard zoals die wordt gehanteerd bij de berekening van de directe en indirecte werkgelegenheidscijfers. Op deze manier kunnen provincies werkgelegenheidscijfers met elkaar vergelijken. Deze overgang zal waarschijnlijk consequenties hebben voor de presentatie van het huidige directe en indirecte aandeel toerisme op de Friese werkgelegenheid. De landelijke methode (CBS) wijkt namelijk op onderdelen af van de huidige systematiek van Toerdata Noord. Op middellange termijn streven wij de volgende ambities na: In 2012 is toegankelijkheidsinformatie over toeristisch-recreatieve voorzieningen in heel Fryslân optimaal beschikbaar. In dat jaar is ook het totaalconcept Fryslân Topattractie als beeldmerk ontwikkeld en „geladen‟ met integratie en differentiatie van de onderscheidende programmalijnen van het huidige programma Toeristische Topattractie - te weten Grenzeloos Varen, Friese Elfsteden en Fries Waddengebied - binnen het totaalconcept. De bezettingsgraad van accommodaties is toegenomen. De huidige graad bedraagt circa 40%. De internationale profilering van Fryslân als toeristische bestemming wordt vergroot. Het positieve toeristisch imago voor Fryslân heeft ten minste een waardering van 7,8. Het Friese Merenproject Door uitvoering van het Friese Merenproject willen we de volgende beleidsdoelen bereiken: Versterking van de marktpositie van de sector toerisme en recreatie in het Friese merengebied; Verbeteren van de kwaliteit van natuur, landschap en water; Vergroten en verbeteren van het vaargebied. De prestaties van dit beleid zijn als volgt geformuleerd: Een werkgelegenheidsgroei van 30% in de Friese watersport gedurende de looptijd van het Friese merenproject; Een bestedingsgroei (per persoon per dag) van 150% in de Friese watersport aan het einde van de looptijd; Een groei van het watertoerisme die ten minste even groot is als in de Duitse watersportgebieden.
113
Merk Fryslân De aanleiding om te werken aan het Merk Fryslân komt uit Fryske Fiersichten, waarvoor diverse ideeën zijn aangeleverd om het Merk Fryslân beter te benutten dan we nu doen. We hebben bovendien geconstateerd dat het Friese imago goed is maar smal en op traditionele beelden geënt. We willen graag een eigentijds beeld van Fryslân, waarbij ook oog is voor de economisch vernieuwende activiteiten van Fryslân en de Friese cultuur meer aandacht krijgt. Bovendien heeft Fryslân te kampen met concurrerende regio‟s, waardoor meer aandacht besteed moet worden aan promotie en PR. Fryslânpromotie is ook goed voor een stimulans van de Friese economie. Ten slotte: er gebeurt al heel veel aan Fryslânpromotie maar de activiteiten op dit terrein zijn versnipperd. Er ontbreekt een verbindende schakel. Met een Fries merkconcept hebben we een uitgelezen kans om de krachten te bundelen. De doelen voor het merk Fryslân zijn: meer effect sorteren in de regiomarketing van Fryslân en een breder en sterker imago van Fryslân, zowel binnen als buiten Fryslân. We willen met dat bredere en sterkere imago voor Fryslân bereiken: - Een eigentijdse en sterkere economische en culturele positie binnen Nederland en Europa; - Fryslân als regio met het hoogste percentage Bruto Nationaal Geluk; - Fryslân als de waterprovincie van de wereld; - Fryslân als voorbeeld van Europese plattelandsregio‟s.
Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? (doelrealisatie) Beleidsveld
Liggen we op schema met de doelenrealisatie?
Hebben we de gewenste resultaten gerealiseerd? / Hebben we gedaan wat we wilden doen?
Wat heeft het gekost? (realisatie conform budget / onder/overschrijding?)
6.2. Toerisme en recreatie Toelichting Wadden, elf steden en algemeen De doelstellingen voor Topattractie zijn meerjarig geformuleerd. In 2013 vindt evaluatie van de huidige uitvoeringsagenda plaats en zullen wij rapporteren over de cijfers over werkgelegenheid, bestedingen, overnachtingen en bezettingsgraden. Wel bestaat de indruk dat de doelstellingen onder druk staan door de economische recessie. Het Friese Merenproject De doelstellingen voor het Friese Merenproject zijn meerjarig geformuleerd. De voortgang wordt periodiek gemeten (midterm review). De eerstvolgende evaluatie zal plaats vinden in 2013. Op dat moment zullen wij rapporteren over de cijfers over werkgelegenheid en bestedingen. Wel bestaat de indruk dat de doelstellingen onder druk staan door de economische recessie. Merk Fryslân De campagne Fan Fryslân verloopt voorspoedig. De Club Diplomatique Fan Fryslân is (her)opgericht; deze club geeft input voor het beleid van Fan Fryslân en doneert de helft van de leden contributie aan campagnes van Fan Fryslân. Er is inmiddels aantoonbaar draagvlak in de markt. Zo hebben de drie belangrijkste Friese media, Leeuwarder Courant, Friesch Dagblad en Omrop Fryslân, zich achter de doelen van Fan Fryslân geschaard en is er samengewerkt met verschillende (project)organisaties als Fryslân Marketing, Culturele Hoofdstad, Wetsus, Leeuwarden Studiestad (zie ook 6.2.5 gewenste resultaten). We zien dat de term Fan Fryslân steeds meer gaat leven, zoals: Club Diplomatique Fan Fryslân, Ondernemersplein Fan Fryslân, Derby Fan Fryslân. De bekendheid onder alle Friezen is na één jaar al 12% (zie ook 6.2.6). Tenslotte is er in het eerste jaar meer dan 100.000 euro aan marktbijdrage verkregen.
114
Hebben we de gewenste resultaten bereikt / Hebben we gedaan wat we wilden doen? Gewenste resultaten Beleidsveld 6.2. - Toerisme en recreatie Wadden, elf steden en algemeen 1. Toeristische organisatiestructuur, continuering van regisserende en stimulerende rol om een sterke toeristische organisatiestructuur in Fryslân op te zetten in nauwe samenwerking met de vier O‟s (onderzoek, onderwijs, onderneming en overheid). 2. Projecten verwerven en financieren, meer toeristen trekken door seizoensverbreding, innovatiebevordering, kwaliteitsverbeteringen en slimme arrangementen m.b.v. provinciale subsidiefondsen 3. Regierol, samen met de Waddengemeenten, bewoners en ondernemers het Waddengebied als toeristisch concept uit werken en daarbij de Unescoerfgoedstatus van de Waddenzee toeristisch te verzilveren. 4. Regierol, de Friese Elf Steden als toeristisch concept uitwerken en ons sterk maken om de Friese Elf Steden toe te voegen aan de voorlopige (nationale) Unesco-erfgoedlijst.
Beleid
Tijd
Geld
Toelichting 6.2.4 Door beperkte capaciteit is de uitwerking van dit speerpunt nog niet ter hand genomen. Dit speerpunt zal in 2012 ter hand worden genomen, zodat een uitwerking naar verwachting nog wel in de huidige beleidsperiode kan worden gerealiseerd. Zoals in de 2e Berap 2011 beschreven heeft de Nederlandse regering besloten om de “elf steden” niet voor te dragen voor de lijst van Unesco voor cultuurhistorisch werelderfgoed. Subprogramma Friese Wouden De uitwerking en uitvoering van het subprogramma Friese Wouden vindt bottom up plaats door de inzet van plattelânsprojecten, streekagenda en het toeristisch platform Friese Wouden. Hiermee wordt invulling gegeven aan uw motie van 9 februari 2011. Merk Fryslan 5. Verbinden van de bestaande initiatieven en organisaties die bezig zijn met de ontwikkeling en promotie van Fryslân. 6. Bekendheid en gedragenheid binnen Fryslân van het te ontwikkelen Friese DNA/Friese “basisbeeld” en de bijbehorende eigentijdse Friese waarden. 7. Een breder imago van Fryslân buiten Fryslân, conform het te ontwikkelen merkbeeld. 8. Het behouden, c.q. aantrekken van getalenteerde mensen wat betreft studeren, wonen, werken. 9. Het aantrekken van investeringen/bedrijven en zodoende werkgelegenheid. 10. Het aantrekken van meer zakelijke- en vrije tijdsbezoekers.
Beleid
Tijd
Geld
Toelichting 6.2.5 Er is samengewerkt met (project)organisaties als Fryslân Marketing, A7/Westergo, Culturele Hoofdstad, Wetsus, Leeuwarden Studiestad, Duurzame Energie, Rijden op GroenGas, Elektrisch varen, etc. We hebben getracht om in 2011 de integratie van de activiteiten van Fan Fryslân in Fryslân Marketing te verwezenlijken. Dit is echter niet meer in 2011 gelukt, omdat er nog onduidelijkheid bleek over de wijze waarop de provincie een brede regiomarketing organisatie kan aansturen. De verwachting is dat dit de integratie voor het tweede semester van 2012 gerealiseerd wordt. 6.2.6 De bekendheid onder alle Friezen is na één jaar 12%. Meer dan 80% ziet Fryslân als een provincie met perspectief. Meer dan 85% vindt – na een korte toelichting - Fan Fryslân een goed initiatief; de term Fan Fryslân gaat steeds meer leven: Club Diplomatique Fan Fryslân, Ondernemersplein Fan Fryslân, Derby Fan Fryslân. Daarmee hebben zelfs met beperkte middelen de campagnes van Fan Fryslân binnen een jaar een bekendheid gegenereerd bij zo‟n 70.000 Friezen. Dat is relatief hoog in vergelijking met andere campagnes. 6.2.7 In 2011 is de focus van de activiteiten volledig op Fryslân gericht geweest. Regiomarketing is immers geen campagne, maar een gezamenlijk proces. En om „buiten‟ te winnen moet je „binnen‟ beginnen. Daarom is de focus volledig op Fryslân zelf geweest om hier een gezamenlijke „beweging‟ op gang te brengen, met name onder het Friese bedrijfsleven en organisaties die zich bezig houden met het promoten en vermarkten van Fryslân. Dit heeft geleid tot positieven resultaten.
115
Ook zijn er nog vele andere vormen van communicatie ingezet in de vorm van de website, de e-mail nieuwsbrieven, Twitter, de brochure, T-shirts, sjaals, etc. Tenslotte hebben er acties plaatsgevonden rond de Bedrijven Contact Dagen, de uitreiking van de Elfstedenbrevetten, het Magazine Mijn Fryslân, de huis-aan-huis krant van Culturele Hoofdstad, het Sportgala Fryslân, Derby Fan Fryslân tussen SC Heerenveen en Harkemase Boys, Fryske Music Night. Het Friese Merenproject (FMP) Grenzeloos Varen 2011 11. Uitbreiden vaarnetwerk In 2011 zullen de werkzaamheden aan het Polderhoofdkanaal worden hervat. De voorbereiding van de laatste fase van de Noordelijke Elf stedenvaar Route (NER),zal in 2011 plaats vinden. De Wellebrug bij Woudsend (programma 2) wordt in uitvoering genomen, evenals het fietspad langs de Swette (afronding tweede fase Middelseerûte) en de revitalisering van de recreatieve voorzieningen in de het Lauwersmeer. 12. Verbeteren toegangspoorten De uitvoering van de drempelverlagingen van de sluis in Workum zal in uitvoering worden genomen. De aanbestedingsprocedure van de capaciteitsuitbreiding van de Johan Friso sluis in Stavoren zal worden afgerond. Afhankelijk van uw beslissing kunnen wij vervolgens beginnen met de projectvoorbereiding en de uitvoering. 13. Verruimen bestaand vaarnetwerk en voorzieningen Start beweegbaar maken van de Oosterpoortsbrug te Sneek. Indien wij de financiering rond kunnen krijgen met de gemeenten, beginnen we met de realisatie van de toeristische route-overstappunten (TROP) langs de Turfroute. We starten de voorbereiding van de verhoging van de brug te Jirnsum. 14. Uitbreiding brug- en sluisbedieningstijden De pilot om te komen tot het afschaffen van de bedieningspauzes heeft nauwelijks resultaat gehad. Wij nemen nieuwe initiatieven en zullen daarbij rekening houden met de mogelijkheid dat gemeenten later kunnen aanhaken. 15. Baggeren bestaand netwerk Naast de uitvoering van een aantal gemeentelijke baggerprojecten op basis van de provinciale subsidieregeling “versnelling onderhoudsbaggeren” en het uitdiepen van de Langwarder Wielen, wordt een aantal provinciale projecten uitgevoerd: de Grutte Brekken (recreatiegeulen) it Soal en de Houkesloot. Bij de laatste twee worden recreatieve middelen en rijksmiddelen voor de quick wins binnenhavens gecombineerd tot een integraal project. Voor het vaarwegenstelsel tussen Balk en de Morra („Luts-complex‟) wordt een integraal plan ontwikkeld waarmee in 2011 zal worden gestart. Stimuleren bestedingen aan wal 2011 16. In 2011 wordt in samenwerking met de gemeenten voor drie watersportkernen (Dokkum, Franeker en Balk) een masterplan ruimtelijke kwaliteit voltooid. Tevens zal in 2011 de uitvoering van vier masterplannen (Bolsward, Franeker, Balk, Joure) worden voorbereid en waar mogelijk gestart met de uitvoering. Ook in Earnewâld, Heeg, Woudsend, IJlst, Langweer - 2e fase Stevenshoek en Grou 2e fase waterfront worden werken uitgevoerd in het kader van de versterking van de watersportkernen. 17. In 2011 wordt voor vier toegangspoorten (Stavoren, Workum, Makkum, Lauwersoog) een versterkingsplan opgesteld. In 2011 zal de uitvoering van 2 versterkingsplannen (Lemmer, Zuidoever Tjeukemeer) in uitvoering worden genomen. Voor Harlingen zal de planvorming worden afgerond, waarna bestuurlijke besluitvorming en het verwerven van externe middelen centraal zal staan. Ecologie en Duurzaamheid 2011 18. Elektrisch varen Door middel van een geïntegreerde aanpak gericht op consumentengedrag, uitbreiding van laad-infrastuctuur, kwaliteit, innovatie en vaarinfrastructuur, zal samen met de partners worden gewerkt aan (verdere) uitvoering van het beleid. In 2011 zullen o.a. promotieacties plaatsvinden, ca. 75 oplaadpunten worden gerealiseerd als start van een basis-netwerk en verder wordt gewerkt aan kennisontwikkeling en innovatie. Tevens zal er een vooronderzoek plaatsvinden naar “electric only” routes en/of vaargebieden.
116
Beleid
Tijd
Geld
Het Friese Merenproject (FMP) 19. Cradle to cradle Bij het opstellen van masterplannen voor de verbetering van watersportkernen en versterking van toegangspoorten is duurzaamheid één van de speerpunten. Er wordt gestreefd naar kernen die het predicaat „Duurzame watersportkern‟ verdienen. 20. Mitigatie-ecologie Na een inventarisatie is duidelijk waar en op welke wijze de mitigatiemaatregelen in het kader van de tweede fase van het FMP plaats dienen te vinden. De volgende stap is het maken van afspraken met terreinbeherende instanties, het Wetterskip, gemeenten en andere partijen over een definitief uitvoeringspakket. Daarbij zoeken wij de samenwerking met andere beleidsinitiatieven, zowel van de provincie als van derden, zoals de beheerplannen Natura 2000, de oever- en kadeprojecten, baggerprojecten en dergelijke.
Beleid
Tijd
Geld
Toelichting 6.2.11 Er is bestuurlijk overeenstemming bereikt over herstart van het Polderhoofdkanaal en er is een nieuwe ontheffing Flora- Faunawet verleend. Omdat er wederom bezwaar is ingediend,wordt de uitslag van dit bezwaar afgewacht en zullen de werkzaamheden starten in 2012. Dit brengt de einddatum niet in gevaar. De overige projecten lopen op schema. 6.2.12 Wetterskip Fryslân heeft naar aanleiding van de drempelverlaging sluis Workum de constructie nogmaals getoetst aan de normen voor de waterkering. Het Wetterskip heeft ondanks eerdere goedkeuring toch twijfels aan de sterkte van de constructie. Het aanvullend onderzoek heeft tot vertraging geleid. De verlaging kan nog wel binnen budget worden gerealiseerd. De overige projecten liggen op schema. 6.2.13 De gemeenteraad van Súdwest-Fryslân heeft besloten af te zien van beweegbaar maken van de Oosterpoortsbrug in Sneek. De hierdoor vrijgevallen middelen (€ 400.000) worden binnen het programma ingezet op het project Polderhoofdkanaal. 6.2.14 Het onderzoek naar brugbediening op afstand is afgerond. Het College ziet in het op afstand bedienen van bruggen een middel om zowel het serviceniveau voor de scheepvaart en watersport te verhogen en tegelijk als middel voor een efficiëntere bedrijfsvoering, en zal dit de komende tijd uitwerken. 6.2.15 Ons voornemen om gemeenten extra te stimuleren bij het baggeren door de inzet van provinciale kennis en projectmanagement heeft in 2011 nog niet geleid tot extra projecten in verband met overleg, planvorming en financiering. 6.2.16 & 17 Over de uitvoering van de masterplannen voor de toegangspoort Harlingen en de watersportkern Earnewâld zijn afspraken tussen gemeente en provincie gemaakt; onder andere over ons voornemen om een deel van de uitvoering van het plan te gaan financieren uit het REP. Voordat sprake is van definitieve financiering van het plan moet er finale besluitvorming over het REP door uw Staten plaatsvinden. Tot die tijd kunnen niet alle onderdelen uit het masterplan Earnewâld worden gerealiseerd. De masterplannen voor Joure, Balk, Franeker en Dokkum zijn af. Voordat de uitvoering kan starten zijn echter bestuurlijke afspraken nodig en zal voldoende externe financiering verworven moeten worden. Wij zien momenteel het REP als enige mogelijke externe financieringsbron. Pas na het verwerven van deze externe financiering worden met de betreffende gemeenten bestuurlijke afspraken gemaakt waarin ook de provinciale bijdrage wordt vastgelegd. Daarna kan de uitvoering gestart worden. De versterkingsplannen voor de toegangspoorten Lemmer en Zuidoever Tjeukemeer zijn al in 2010 afgerond. Ook hiervoor geldt dat de uitvoering pas kan starten als er bestuurlijke afspraken tussen gemeente Lemsterland en provincie gemaakt zijn. De gemeentelijke financiering is deels gedekt. De externe financiering (REP) echter nog niet, waardoor de uitvoering van de plannen vertraagd is. De masterplannen voor Stavoren, Workum en Makkum naderen hun voltooiing. Over de uitvoering van deze masterplannen, en van het in 2010 reeds afgeronde masterplan voor de watersportkern Bolsward, wordt één bestuurlijke afspraak gemaakt met de gemeente Súdwest Fryslân. Dit zal op zijn vroegst in april/mei 2012 plaats vinden. Pas hierna kan met de uitvoering van deze masterplannen worden gestart. Voortgang uitvoering 2e fase Friese Merenproject Wymbritseradiel Na uw toekenning van REP op 15 december 2010 is er als gevolg van de vorming van de nieuwe gemeente Súdwest Fryslân aanvankelijk stagnatie in de voorbereidingen opgetreden. Momenteel worden de verschillende projecten echter weer opgepakt. Voor de herontwikkeling van It Eilân is het vanwege de lastige economische situatie nog niet gelukt om tot een overeenkomst met een ontwikkelaar te komen. Wel is een stedenbouwkundig casco voor de
117
herontwikkeling opgesteld. Momenteel wordt gezocht naar financiers voor de uitvoering van dat casco. Ook voor de gebiedsontwikkeling van De Skou in Heeg zijn gesprekken met grondeigenaren inmiddels weer opgestart. Voor de overige projecten uit de bestuursovereenkomst met Wymbritseradiel wordt momenteel gewerkt aan de nadere invulling zodat deze, in lijn met uw besluit, uiterlijk 1 september 2012 aan uw Staten zullen worden voorgelegd. Bij een positieve besluitvorming over de nadere invulling van de Bestuursovereenkomst Wymbritseradiel kan de REPreservering om worden gezet in een beschikking. 6.2.18 De geïntegreerde aanpak van het elektrisch varen is in 2011 goed van de grond gekomen. In april 2011 zijn een subsidieregeling voor de nieuwbouw en ombouw van verhuurboten en een subsidieregeling voor oplaadpalen gerealiseerd. Bovendien zijn opstapdagen, beurzen en andere representatie activiteiten uitgevoerd en is het vooronderzoek naar de „electric only‟ routes in 2011 afgerond. Medio 2011 leek daarmee het programma redelijk op koers. Echter de trend in de realisatie van het aantal oplaadpunten heeft zich in de tweede helft van 2011 niet doorgezet. De doelstelling van de realisatie van 75 oplaadpunten eind 2011 is daarmee niet gehaald. Het zijn er ruim 50 geworden. Inmiddels is een uitvoeringsagenda elektrisch varen voor de komende 3 jaren opgesteld. Verwacht wordt dat met dit programma het uiteindelijke doel van 225 oplaadpunten, waarvan 45 snellaadpunten, behaald zal worden. 6.2.19 De masterplannen voor de watersportkernen en toegangspoorten worden opgesteld aan de hand van 23 bouwstenen. Hiermee wordt het speerpunt „duurzaamheid‟ nader geconcretiseerd. Daarbij kan gedacht worden aan onder andere de vuilwaterinzameling, materiaalkeuze, energiebesparing en levensloopbestendigheid. Er is een voorbeeldenboekje opgesteld waarin concrete voorbeelden op het gebied van o.a. duurzaamheid zijn opgenomen. Deze voorbeelden helpen bij het uitvoeren van de masterplannen. Momenteel zijn in de watersportkernen en toegangspoorten projecten in voorbereiding/uitvoering waarbij bijvoorbeeld hergebruik van materiaal (Earnewâld), multifunctioneel gebruik (Delfstrahuizen), duurzame verlichting (Harlingen) en vuilwaterinzameling (Heeg) belangrijke onderwerpen zijn. Als gevolg van het stagneren van het opstellen van bestuursovereenkomsten over de uitvoering van de masterplannen, is het tempo van het realiseren van duurzame oplossingen lager als gewenst. Daarnaast is het financieren van duurzame projecten momenteel lastig. De projecten vragen over het algemeen een hogere investering terwijl de „life cycle costs‟ vaak lager zijn. Vanwege de lastige financiële situatie bij onze partners is het vaak moeilijk om de extra financiering beschikbaar te stellen. 6.2.20 De samenwerking met andere partijen binnen en buiten de eigen organisatie heeft in 2011 duidelijk vorm gekregen. De eerste concrete resultaten (zoals een ecologisch beter ingerichte polder) zijn gerealiseerd. Prestatie-indicatoren Onderwerp
Tot standkoming recreatieschap;
Realisatie 2011 Gerealiseerd
Tot standkoming VVV Fryslân;
Gerealiseerd Gerealiseerd Cijfers over 2011 nog niet bekend
Waddenconcept Elfstedenconcept
Invulling Europees Top Instituut Toerisme. Toename aantal overnachtingen; Toename bezettingsgraad accommodaties; Aantal projecten; Financiële omvang projecten; Omvang geld van derden. Tot standkoming van een plan van aanpak Tot standkoming van een plan van aanpak
Toerisme met zorg
Tot standkoming van een plan van aanpak
Fryslân als topattractie Friese Meren project: groei werkgelegenheid, meer bestedingen aan de wal en concurrentiepositie t.o.v.. Duitse watersportgebieden
Toename positief toeristisch imago Fryslân
Toeristische organisatiestructuur
Meer toeristen
Indicator
Nulmeting
Groei van 30% 2000-2015 in de watersportsector; Bestedingsgroei van 150% per persoon per dag in de periode 2000-2015 Vergelijkbare groeicijfers
118
Doelwaarden 2011
Gerealiseerd Niet gerealiseerd Pilotprojecten geslaagd Rapportage in 2013 Wordt meerjarig geëvalueerd bij midterm review.
Onderwerp
Indicator
Nulmeting 0
Doelwaarden 2011 25/50
Realisatie 2011 Gerealiseerd
Merk Fryslân
Er zijn 25 partners/donateurs verbonden aan Merk Fryslân en staan er 50 organisaties/ bedrijven/instellingen geregistreerd als afnemer c.q. gebruiker van producten en diensten van Merk Fryslân. Er wordt minimaal tien keer gebruik gemaakt van het merkconcept Er worden ten minste drie individuele organisatie- overstijgende promotie- en marketingcampagnes in Fryslân uitgevoerd
0
10
Gerealiseerd
0
3
Gerealiseerd
Toelichting Meer toeristen De cijfers van het toerdata noord onderzoek over 2011 worden voor 1 juli 2012 opgeleverd. Op basis van deze rapportage wordt inzicht verkregen in aantallen overnachtingen en bezoekers over 2011. Elf stedenconcept Door beperkte capaciteit is de uitwerking van dit speerpunt in 2011 niet ter hand genomen. Dit speerpunt zal in 2012 worden opgepakt zodat een uitwerking naar verwachting wel in deze beleidsperiode kan worden gerealiseerd. Toerisme met zorg Partoer heeft een rapport opgesteld over de pilot Toerisme met Zorg Waddengebied met suggesties voor de uitrol van toegankelijkheidsgegevens voor alle accommodaties in Fryslan. Fryslân als topattractie Rapportage vindt plaats op driejaarlijkse basis. Laatste rapportage dateert van 2010. Friese Merenproject De doelstelling voor de concurrentiepositie ten opzichte van de Duitse watersportgebieden is losgelaten. Bij de vaststelling van het uitvoeringsprogramma Friese Merenproject 2011-2015 door uw Staten op 30 november 2011 heeft u besloten tot invoering van een vervangende doelstelling, gericht op behoud en versterking van de Friese marktpositie ten opzichte van andere watersportgebieden in Nederland.
Wat heeft het Beleidsveld gekost? Exploitatie Bedragen x € 1.000 Baten Structurele beleidsprogrammabudgetten Tijdelijke beleidsprogrammabudgetten Overlopende passiva Totaal Baten Lasten Structurele beleidsprogrammabudgetten Tijdelijke beleidsprogrammabudgetten Overlopende passiva
Realisatie 2010
Begroting 2011 na wijziging
Rekening 2011
Verschil Begroting/ Rekening
178
111
165
-54
55
511
509
2
1.354 1.587
1.345 1.967
153 826
1.193 1.141
1.574
1.495
1.540
-45
6.617
6.325
7.636
-1.311
1.354
1.345
153
1.193
119
Realisatie 2010
Bedrijfsvoeringskosten Totaal Lasten
1.420 10.965
Begroting 2011 na wijziging 2.231 11.397
Resultaat voor bestemming
-9.378
Mutatie reserve
Bedragen x € 1.000
Resultaat na bestemming
Rekening 2011 2.195 11.524
Verschil Begroting/ Rekening 36 -127
-9.430
-10.698
1.268
-2.661
3.504
4.833
-1.329
-12.040
-5.926
-5.865
-61
Toelichting Tijdelijke budgetten Per saldo laten de tijdelijke budgetten een overbesteding zien van € 1,3 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt, doordat de lasten voor het Friese Meren Project Polderhoofdkanaal, naar aanleiding van de correctie op meerjarige verplichtingen, zijn verantwoord in 2011. Overlopende Passiva De overlopende passiva betreffen de STINAF regeling en de Langweerder Wielen. Investeringen Bedragen x € 1.000 Afgerekende werken Opgeleverde werken Onderhanden werken Totaal
saldo per 1-1-2011 Vermeerderingen 0 0 25.463 983 1.136 2.147 26.599 3.130
Verminderingen 0 0 -837 -837
Saldo per 31-12-2011
0 26.447 4.120 30.567
Toelichting Verlaging drempel sluis Workum De verwachting is dat dit project in 2012 / 2013 gerealiseerd kan worden in plaats van 2011. De vertraging is veroorzaakt door een lastige en daardoor langere planvorming. Daarnaast is op basis van nader onderzoek geconcludeerd dat voor het project mogelijk de (tijdrovende)procedure Wet Waterkering doorlopen zal moeten worden. Staande Mastroute Project is zo goed als afgerond. De resterende middelen in het project worden gereserveerd voor mogelijke claims, waarvoor een arbitragezaak is aangespannen. Capaciteitsuitbreiding Johan Frisosluis Stavoren Op 15 juni van dit jaar hebben PS ingestemd met het plan en € 19,5 miljoen ter beschikking gesteld voor de realisatie van de capaciteitsuitbreiding van de Johan Frisosluis, inclusief het uitvoeren van 20 jaar onderhoud. De aannemer werkt het plan nu verder uit. De verwachting is dat in het 2e kwartaal 2012 “de schop in de grond” gaat en dat het plan conform planning in mei 2013 in gebruik kan worden genomen. Stoomtrein Sneek-Stavoren Het in opdracht van de gemeente, Rabobank en provincie uitgevoerde onderzoek door Deloitte heeft opgeleverd dat door de grote rente- en afschrijvingslast een positieve exploitatie van de stoomtrein in zijn huidige vorm niet haalbaar is. In november 2011 is het faillissement van de stichtingen, die de trein gingen exploiteren uitgesproken. Op initiatief van de gemeente Súdwest-Fryslân is onderzocht of in afgeslankte vorm een doorstart met een gedeelte van de bestaande boedel nog mogelijk is. Gebleken is dat de tekorten zo groot zijn, dat een doorstart alleen mogelijk is met een forse overheidsbijdrage, die er niet komt. De curator is daar van in kennis gesteld zodat hij het faillissement kan afwikkelen. Nadat het faillissement is afgewikkeld wordt de situatie opnieuw bekeken. Zolang liggen de werkzaamheden van Prorail stil. Prorail legt in onze opdracht de openbare infrastructuur aan. Brug- en sluisbediening Het onderzoek naar brugbediening op afstand is afgerond. Het College ziet in op het op afstand bedienen van bruggen een middel om zowel het serviceniveau als voor de scheepvaart en watersport te verhogen en tegelijk als middel voor een efficiëntere bedrijfsvoering, en zal dit de komende tijd uitwerken.
120
6.3. Duurzame energie Wat wilden we bereiken? (beleidsdoel) Fryslân geeft energie, dat is onze ambitie. We werken met elkaar aan een schoon en gezond Fryslân. Door de energievraag zo veel mogelijk te beperken en door het (decentraal) opwekken en produceren van duurzame energie kunnen wij op termijn onafhankelijk worden van fossiele brandstoffen, zoals olie en gas. “Frylân geeft energie” betekent een vrije keuze kunnen maken in Fryslân voor duurzame energie, volop groene warmte, groene stroom en groen gas; thuis, in de auto en op het werk, op school en in de vrije tijd. Fryslân stapt oer! Het kan, er zijn vrijwel geen technische belemmeringen. Wij gaan uit van eigen kracht. Een provincie onafhankelijk van fossiele brandstoffen is een kwestie van wil, doorzettingsvermogen en organisatie. In breder kader wil Fryslân samen met de Noord-Nederlandse partnerprovincies in het Energy Valleygebied koploper en natuurlijk laboratorium zijn en blijven in de energietransitie. Daartoe rekenen we ook een nieuw te sluiten Energieakkoord tussen NoordNederland en het Rijk, waarin op basis van wederkerigheid de successen van de samenwerking van de afgelopen jaren verder worden uitgebreid. Wij zetten er op in om meer en betere projecten in Fryslân gerealiseerd te krijgen en om meer externe middelen te genereren. Het beleidsveld kent drie thema's: energiebesparing gebouwde omgeving, opwekking duurzame energie en duurzame mobiliteit. Energiebesparing gebouwde omgeving De uitwerking van het thema energiebesparing in de gebouwde omgeving loopt via twee sporen. Het eerste spoor is nieuwbouw (14.000 stuks tot 2015). Nu de invoering van een strengere energiebesparingsnorm voor nieuwbouw met een gelijk speelveld voor alle partijen in het Noorden niet doorgaat, wordt opnieuw gekeken hoe de ambities voor Noord-Nederland moeten worden ingevuld. Uitgangspunt blijft dat zo energiezuinig mogelijk wordt gebouwd, met meer aandacht voor het casco. De provincie speelt een belangrijke rol in het bevorderen van innovaties in de bouw. Het tweede spoor betreft de bestaande bouw (26.000 stuks tot 2015). Bij herstructurering of renovatie zal de energieprestatie van bestaande woningen (zowel corporatiebezit als particulier eigendom) met minimaal twee labels worden verbeterd, met als ondergrens energielabel C. Opwekking duurzame energie De transitie van een maatschappij die „draait‟ op fossiele brandstof naar een daadwerkelijk duurzame samenleving, die enkel duurzame, hernieuwbare energie gebruikt kan nu worden ingezet. Ons doel is dat de Friese burger op termijn voor alle varianten van zijn energiebehoefte (warmte, elektriciteit en voortbewegen) een betaalbaar duurzaam alternatief voor handen heeft. In Fryslân zetten we daarbij vooral in op groen gas en zonne-energie, hoewel ook wind een belangrijke energiebron blijft. Het gebruik van restwarmte wordt daarbij in hoog tempo een steeds belangrijker onderwerp. Duurzame mobiliteit Duurzame mobiliteit is binnen het Energieakkoord Noord-Nederland gericht op een trendbreuk in mobiliteit in NoordNederland. Wij zetten in Fryslân in op twee sporen: transitie en besparing. 15 De ambitie in Fryslân is met het transitiespoor circa 1,5 PJ (petajoule, 1 PJ = 10 J) aan fossiel brandstofgebruik te vervangen door duurzaam opgewekte brandstoffen. Dit komt overeen met het brandstofgebruik van circa 40.000 voertuigen. Eind 2012 rijden er 500 elektrische auto‟s en varen er 700 elektrische boten in Fryslân. Er zijn dan 85 arbeidsplaatsen in deze sector en er zijn 800 oplaadpunten geplaatst. De ambitie van het besparingsspoor is om het energiegebruik als gevolg van mobiliteit niet verder te laten groeien.
Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? (doelrealisatie) Beleidsveld
Liggen we op schema met de doelenrealisatie?
Hebben we de gewenste resultaten gerealiseerd? / Hebben we gedaan wat we wilden doen?
Wat heeft het gekost? (realisatie conform budget / onder/overschrijding?)
6.3. Duurzame energie Toelichting Binnen het programma „Fryslân geeft energie‟ zijn 2011 meerdere projecten tot uitvoering gekomen. Zoals gemeld in eerdere Bestuursrapportages worden in de productie van duurzame energie grosso modo minder snel resultaten
121
geboekt dan vooraf ingeschat en gewenst. De economische crisis, maar ook het terughoudende (fiscale) beleid van de rijksoverheid, heeft ook zijn neerslag gehad op de ontwikkeling van de duurzame energieproductie in Fryslân. Marktpartijen zijn terughoudend met investeren. Het is de uitdaging – met name bij de kleinere projecten – om de samenwerking tussen (private) partijen op een hoger plan te krijgen: op dit soort momenten blijkt dat het organiserend vermogen van Friese partijen om dergelijke projecten van de grond te krijgen, laag is. Dit is overigens niet specifiek voor de sector duurzame energie. In 2011 hebben wij samen met de drie andere Energy Valley-provincies met het Rijk de Green Deal Noord-Nederland afgesloten. Daarin staan afspraken over samenwerking in een 50-tal concrete projecten. Daarnaast hebben we afzonderlijk een Green Deal over Elektrisch Vervoer in Fryslân afgesloten en waren we medeondertekenaar van de landelijke Green Deal Groen Gas. Samen met de andere Noordelijke provincies en marktpartijen hebben wij de continuering van Stichting Energy Valley geaccordeerd tot in ieder geval 2013, met de intentie om door te gaan tot 2015. De Stichting heeft zich in 2011, naast projectondersteuning, onder andere verdienstelijk gemaakt bij de totstandkoming van voorstellen voor de Innovatiecontracten voor de Topsector Energie. Omdat er voor energietransitie naast ontwikkeling van kennis op wetenschappelijk niveau (Energy Academy Europe) met name ook behoefte is aan goed geschoold vakpersoneel hebben wij samen met Groningen en Drenthe en de Noordelijke ROC‟s een intentieverklaring ondertekend voor verdere samenwerking en integratie van energiegerelateerde opleidingen. In samenwerking met de andere Noordelijke provincies hebben wij ook de banden met Noord-Duitsland verder aangetrokken. Het grote majeure interregproject Groen Gas is op de valreep van 2011 goedgekeurd.
Hebben we de gewenste resultaten bereikt / Hebben we gedaan wat we wilden doen? Gewenste resultaten
Beleid
Tijd
Geld
Beleidsveld 6.3 Duurzame energie 1. Ondersteuning partijen in bereiken landelijke energieprestatienorm bij nieuwbouw 2. Ondersteuning gemeenten en corporaties bij verbeteren energieprestatie bij groot onderhoud 3. Ondersteuning gemeenten en corporaties bij verbeteren energieprestatie bij groot onderhoud 4. Bevordering één-loketbenadering met lokale partijen op lokaal niveau 5. Zorgen voor verdere uitrol Noordelijk Fonds Energiebesparing Woningbouw 6. Bevorderen aanwijzing Friese gemeenten als excellent gebied 7. Bevorderen ontwikkeling productie en gebruik biogas 8. Inzetten op realisatie grootschalige systemen zonneenergie 9. Inzetten op samenwerking met agrarische sector voor productie en afname duurzame energie 10. Bevorderen komst pilot blue energy langs Afsluitdijk 11. Inzetten op komst pilotproject smart-grid-systemen 12. Werken aan ontwikkeling van warmtenetten 13. Inzetten op opschaling van mobiliteit op groen gas 14. Inzetten op verdere verduurzaming aanstaande OV-concessies 15. Participeren in projectbureau Drive 4 Electric 16. Bevorderen van Fryslân als nationale proeftuin voor transitie naar elektrisch varen Toelichting In zijn algemeenheid doet zich de economische crisis zich voelen. Resultaten worden minder snel geboekt dan vooraf ingeschat en gewenst. Wel zien we op het terrein van de energiebesparing in de woningbouw dat projecten meer en meer op stoom komen. Dit is voor de Friese installatie- en bouwbedrijven een flinke impuls. Er worden steeds meer samenwerkingsovereenkomsten met gemeenten gesloten (waarbij we moeten constateren dat gemeenten meer en meer moeite hebben om hun eigen financiering rond te krijgen) en ook de opbouw van lokale consortia lijkt z'n vruchten af te werpen. Er zijn 1.100 aanvragen gedaan bij de Subsidieregeling Energiebesparing Bestaande Bouw voor huiseigenaren. De subsidiepot was in acht maanden tijd op, waardoor er een financiële overschrijding heeft plaatsgevonden, (zie 3e W vraag exploitatietabel). In totaal was er 1,1 miljoen euro beschikbaar. Dankzij deze subsidie investeren 1.100 huiseigenaren ongeveer € 7 miljoen in energiebesparende maatregelen. Ook hebben zes woningcorporaties subsidie aangevraagd voor energiebesparende maatregelen. In totaal gaan nu twaalf corporaties meer dan € 20 miljoen investeren in energiebesparende maatregelen. Meer dan 850 corporatiewoningen hebben na afloop minstens energielabel C (zie ook Hf 9.3.6.).
122
6.3.7 Het sluitend krijgen van businesscases, knelpunten in de regelgeving op Rijksniveau en het goed ruimtelijk inpassen van biogasinstallaties leidt tot vertraging in de uitrol van productie van biogas in de provincie. Door de onaantrekkelijke rijkssubsidie (SDE) en de explosieve prijsstijging van co-vergistingmateriaal is co-vergisting momenteel nauwelijks rendabel. Agrariërs lijken af te wachten af of kleine mono-vergisting en mestraffinage meer perspectief bieden. Er is subsidie verstrekt voor de ontwikkeling van een mestraffinagesysteem op de Dairy Campus. Om de productie van groen gas te stimuleren is de landelijke Stichting Groen Gas NL in 2011 met onze steun gevestigd op de locatie van de Dairy Campus in Goutum. Door middel van communicatie en pilotprojecten is de landbouwsector geïnformeerd over de kansen die zonnestroom biedt. Er is subsidie verstrekt voor het ontwikkelen van een onafhankelijke rekentool waarmee agrariërs kunnen bepalen of zonnepanelen voor hen interessant zijn. Daarnaast is er subsidie voor een energiebesparingsscan voor agrariërs beschikbaar gesteld. Op de Friese Landbouwbeurs zijn 50 van de beschikbare 200 vouchers uitgegeven (zie tevens Hf 5.3.3.). 6.3.10 In december is de Bestuursovereenkomst Toekomst Afsluitdijk tussen Rijk en regionale overheden gesloten, met ruimte voor duurzame ambities. De publieke financiering van de pilot Blue Energy is rondgekomen uit Pieken in de Delta met provinciale cofinanciering. De daadwerkelijke realisatie van de pilot is nog niet begonnen, omdat de private financiering nog niet 100% rond was. Het proces van de realisatie van het Duurzaamheidscentrum Brinker is tot nog toe in handen van publieke partijen. Hoewel er bij private partijen veel commitment is voor het project, heeft dit tot nog toe niet geleid tot substantiële financiële participatie. 6.3.11 Door herprioritering binnen de provinciale organisatie is er minder ingezet op de komst van een pilotproject voor smart-grid-systemen. 6.3.12 Wij wachten op een nieuw voorstel van marktpartijen voor een haalbare variant voor de ontwikkeling van een warmtenet voor Leeuwarden. 6.3.13 Bij het thema duurzame mobiliteit moeten we opnieuw constateren dat de vraagstimulering moeilijk van de grond komt; met name door de voortdurende onduidelijkheid op nationaal niveau over het fiscale klimaat, ondanks een sterke inzet vanuit Noord-Nederland voor het rijden op groen gas. Bij elektrisch vervoer kunnen we constateren dat er een achterblijvende groei is van elektrische voertuigen., Dat wordt voor een groot deel veroorzaakt door de uitgestelde leveringen van elektrische auto‟s door grote automerken. De oplaadinfrastructuur is sterk verbeterd, waardoor het nu voor automobilisten eenvoudiger wordt om hun auto goed te gebruiken. Daarnaast zorgt het huidige economische klimaat ook bijvoorbeeld in de jachtbouwsector voor enige stagnatie, waarbij wel duidelijk is dat elektrisch varen een grote economische importantie heeft voor deze sector. Prestatie-indicatoren Onderwerp
Indicator
Nulmeting
Doelwaarden 2011
Emissiereductie CO2
Besparing CO2 in ton per jaar
542.362 ton per jaar besparing Bron: CO2 monitor
3% meer besparing tot 558.633 ton
Werkgelegenheid in duurzame energiesector: aantal arbeidsplaatsen
Aantal werkzame personen in de duurzame energie sector
Laatste gegevens zijn uit 2007; 4.951 werkzame personen.
Wordt in 2011 gemeten in de werkgelegenheid enquête
Bron Werkgelegenheidsregister (WGR): beperkt onderzoek naar Duurzame energie DE
Aantal energiezuinige
Label A,B en C zijn energiezuinige woningen.
Dit is een andere metings methodiek die beter aansluit bij landelijke systemen. Vindt wel plaats via het WGR. Nieuwbouw: 2000 woningen
Labels in Fryslân: A: 2.625
123
Realisatie 2011 550.089 ton Hier zijn de duurzame voertuigen nog niet aan toegevoegd Deze gegevens komen in februari beschikbaar
Wacht op nieuwe
Onderwerp
Indicator
Nulmeting
Doelwaarden 2011
woningen
Aantal A, B en C labels in Fryslân:
B: 6.363 C: 18.513 Totaal: 27501 energiezuinige woningen
met A label komen er bij.
Productie duurzame energie (Pj) naar energiebron
Duurzame energie productie in Peta Joule per jaar
Aantal voertuigen op elektrisch en/of groen gas
Aantal voertuigen elektrisch Aantal voertuigen Groengas
Aantal vaartuigen op elektrisch en/of groen gas Aantal aardgasvulpunten en/of elektrische oplaadpunten
Aantal vaartuigen op elektrisch of op groengas Voor voertuigen: Aantal aardgas vulpunten Aantal elektrische vulpunten Voor vaartuigen: Aantal Elektrische vulpunten
Dit is 10% van het volledig woningenbestand van 27.000 woningen in Fryslân. Bron: Klimaat monitor, jaar 2010 2,2 Peta Joule per jaar Bron: Doursume enerzjy, KNN rapport
Voertuigen elektrisch: 14 Voertuigen Groengas: 401 Bron RDW jan - 2011 225 elektrisch / groengas
Bestaande bouw: 2000 woningen verbeteren minimaal naar een C label.
Groei naar 3,4 Peta Joule in 2015
Niet bekend
Daarnaast werken we aan een kwalitatief betere monitoring. 50% meer voertuigen per 31-12-2011
Voertuigen Aardgas: 7 Voertuigen Elektrisch: 25
25% meer vaartuigen per 31-12-2011 10 50
Vaartuigen Elektrisch: 70
150 Per 31-12-2011
Realisatie 2011 gegevens van www. Senternovem. Databank.nl
Elektrisch: 28 CNG: 841 Elektrisch +100% CNG +26%* 440 elektrische vaartuigen Aardgas: 10 Elektrisch: 54 Vaartuigen: 50 Publieke oplaadpunten (er zijn ook nog particuliere punten).
* door aangepaste nulmeting (665 auto‟s in 2010) is percentage lager 3. Wat heeft het Beleidsveld gekost? Exploitatie Bedragen x € 1.000 Baten Overlopende passiva Totaal Baten Lasten Tijdelijke beleidsprogrammabudgetten Overlopende passiva
Realisatie 2010
Begroting 2011 na wijziging
Rekening 2011
Verschil Begroting/ Rekening
0 0
369 369
124 124
245 245
2.807
4.939
5.227
-288
0
369
124
245
124
Bedragen x € 1.000 Bedrijfsvoeringskosten Totaal Lasten Resultaat voor bestemming Mutatie reserve Resultaat na bestemming
Realisatie 2010 548 3.355
Begroting 2011 na wijziging 1.236 6.544
-3.355
Rekening 2011 1.216 6.567
Verschil Begroting/ Rekening 20 -22
-6.176
-6.443
268
71
1.705
2.057
-352
-3.284
-4.470
-4.386
-85
Toelichting Tijdelijke budgetten Op de tijdelijke budgetten (lasten) van het programma duurzame energie is de begroting met € 288.000 overschreden. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door de succesvolle regeling Energiebesparing Bestaande Bouw voor huiseigenaren. De subsidiepot was binnen 8 maanden op, waardoor het subsidieplafond opgehoogd is met als gevolg een overbesteding in 2011, zie tevens gewenst resultaat 6.3.5. De overbesteding wordt gedekt door de budgetten 2012 en verder via de mutatie reserves naar voren te halen. Een deel van de middelen voor lokaal klimaatbeleid (SLOK) is in 2011 niet meer volledig ingezet. Deze middelen vallen derhalve vrij in het rekeningresultaat. Overlopende passiva De overlopende passiva betreft de post elektrisch voorbewegen. Het Rijk heeft hiervoor middelen ter beschikking gesteld.
125
126
3.7 Programma 7. Sociaal beleid en zorg Portefeuillehouder: C. Schokker-Strampel
A. Programmarealisatie Wat wilden we bereiken? (beleidsdoelen Begroting 2011) Het beleidsprogramma Sociaal Beleid, Jeugdzorg en Sport is gericht op het welzijn en welbevinden van alle inwoners van Fryslân. Wij gaan daarbij uit van de menselijke maat, met aandacht voor de individuele behoeften en vanuit een sociale en culturele samenhang. Om deze doelstelling uit het Coalitieakkoord te bereiken, voeren we een aantal wettelijke taken uit en is autonoom beleid vastgesteld. Wettelijke taken hebben betrekking op Jeugdzorg, Steunfunctiebeleid (Partoer CMO Fryslân en SPORT Fryslân) en de Wet op de lijkbezorging. Autonoom beleid behelst Sociaal Beleid en Sport.
Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? (doelenrealisatie 2011) Beleidsvelden
Liggen we op schema met de doelenrealisatie?
Hebben we de gewenste resultaten gerealiseerd? / Hebben we gedaan wat we wilden doen?
Wat heeft het gekost? (realisatie conform budget / onder/overschrijding?)
7.1 Sociaal Beleid 7.2 Jeugdzorg 7.3 Sport De beleidsdoelen voor het programma zijn opgenomen in de Sociale Agenda (2008-2011), de Sportnota (2009) en het Beleidskader Jeugdzorg 2009-2012. De tussenevaluatie Sociale Agenda over de jaren 2008, 2009 en 2010 (die eind 2011 aangeboden is aan Provinciale Staten) heeft laten zien dat veel van de doelen (deels) zijn gerealiseerd. Gezien de langere termijn waarop effecten merkbaar worden, zijn hier echter nog geen definitieve conclusies aan verbonden. In het coalitieakkoord 2011-2015 zijn de hoofdtaken van de provincie op hoofdlijnen geformuleerd. Voor het sociale domein is gesteld dat de gemeenten als eerstverantwoordelijke overheid wordt gezien. Wel is de sociale component onlosmakelijk verbonden met veel initiatieven op andere beleidsterreinen. Insteek is dan ook om op die terreinen de sociale component integraal mee te nemen. In 2011 is daar al een aanzet toe gedaan door aansluiting te zoeken bij lopende beleidsontwikkelingen. Over de Jeugdzorg heeft het kabinet bepaald dat alle jeugdzorg wordt gedecentraliseerd naar de gemeenten. In ieder geval tot 2016 blijft de provincie echter op grond van de Wet op de Jeugdzorg verantwoordelijk voor de provinciale jeugdzorg. In het proces om te decentraliseren heeft de provincie een belangrijke rol in het borgen van de kwaliteit en de kwantiteit van de provinciale jeugdzorg in Fryslân voor de periode na 2016. In 2011 zijn met de gemeenten de eerste verkenningen gedaan om de taken aan de straks op een verantwoorde manier over te dragen. Op het gebied van sport heeft de provincie zich, naast het ondersteunen van de steunfunctie en het stimuleren en steunen van de Fryske sporten en grootschalige sportevenementen, vooral ingezet op het maken van een Olympisch Plan Fryslân.
127
Wat heeft het programma gekost? Exploitatie Bedragen x € 1.000
Realisatie 2010
Begroting 2011 na wijziging
Rekening 2011
Verschil Begroting/ Rekening
Baten 7.1 Sociaal Beleid 7.2 Jeugdzorg 7.3 Sport Totaal Baten
1 47.852 0 47.853
1 50.882 0 50.883
1 51.049 0 51.050
0 -167 0 -167
Lasten 7.1 Sociaal Beleid 7.2 Jeugdzorg 7.3 Sport Totaal Lasten
9.518 56.820 1.260 67.599
9.115 56.767 1.001 66.883
8.948 55.591 992 65.531
167 1.175 10 1.352
-19.746
-15.999
-14.480
-1.519
2.479
3.117
3.204
-88
-17.267
-12.883
-11.276
-1.607
Resultaat voor bestemming Mutatie reserve Resultaat na bestemming
Toelichting De jaarrekening kent aan de lastenkant een onderschrijding van ongeveer € 1,3 miljoen. Dit wordt veroorzaakt door lagere gerealiseerde lasten dan in de begroting geraamd. De belangrijkste oorzaak van deze afwijking is dat er extra middelen in 2011 vanuit het Rijk beschikbaar zijn gesteld voor de jeugdzorg. Daardoor hoefden wij minder autonome middelen in te zetten. Zie verder de toelichting bij de beleidsvelden.
B. Beleidsvelden 7.1
Sociaal Beleid
Wat wilden we bereiken? (beleidsdoel) Jeugd en gezin Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de realisatie van de Centra Jeugd en Gezin in 2011. Vanuit de provincie is de afgelopen jaren een bijdrage geleverd aan de inhoudelijke ontwikkeling van het CJG in Fryslân (zie beleidsveld Jeugdzorg). Tevens willen we dat jongeren pas op latere leeftijd starten met alcoholgebruik (van 12½/13 jr naar 13/14 jaar) en dat zij minder gaan alcohol gaan drinken. Onze (autonome) inzet wordt teruggebracht. Daar waar wij de afgelopen periode intensief hebben samengewerkt met de Friese gemeenten, vooral gericht op een provinciale, uniforme en effectieve invulling van gemeentelijke verantwoordelijkheden, zullen wij nu een meer terughoudende rol vervullen. Maatschappelijke participatie In het kader van maatschappelijke participatie krijgen gemeenten beter zicht op de aard, omvang en lokalisering van mensen in sociale achterstand en zullen meer mensen uit de meest kwetsbare groepen deelnemen aan de samenleving en hierbij aansluiting vinden. Vermaatschappelijking en leefbaarheid Sociale verbanden en betrokkenheid van burgers bij hun medemens en omgeving zijn krachtig en duurzaam (Aantal vrijwilligers op niveau en is 50% man en 50% vrouw). Dit wordt ondersteund door een toegankelijk voorzieningenniveau dat past bij de aard en de schaal van de plaats c.q. regio. Zorg Van belang is dat de integrale samenwerking tussen cure, care en aanpalende terreinen verbetert en dat er voldoende en bereikbare basiszorg voor alle inwoners van Fryslân is, waarbij vraagsturing vanzelfsprekend is.
128
Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? (doelrealisatie) Beleidsveld
Liggen we op schema met de doelenrealisatie?
Hebben we de gewenste resultaten gerealiseerd? / Hebben we gedaan wat we wilden doen?
Wat heeft het gekost? (realisatie conform budget / onder/overschrijding?)
7.1 Sociaal Beleid Toelichting Uit de eind 2011 aan uw Staten voorgelegde Tussenevaluatie Sociale Agenda 2008-2011 over de periode 2008-2010 komt naar voren dat op alle vier thema‟s, Jeugd & gezin, Maatschappelijke participatie, Vermaatschappelijking & leefbaarheid en Zorg veel is bereikt. Naar aanleiding van het Coalitieakkoord „Nije enerzjy foar Fryslân‟ zijn de eerste stappen gezet voor een plan van aanpak voor de integratie van sociaal en zorg in andere beleidsterreinen. Over het thema Maatschappelijke participatie hebben gemeenten in de evaluatie Armoedebeleid aangegeven voldoende zicht te hebben op burgers in een kwetsbare positie. De Taskforce Armoedebestrijding, bestaande uit een vertegenwoordiging van gemeenten, Kredietbank en maatschappelijke opvang, heeft nu nog de taak om zorg te dragen voor de borging van de successen van vier jaar armoedebeleid. Binnen het thema Vermaatschappelijking en leefbaarheid zijn projecten uitgevoerd om de gebruikswaarde, kwaliteit en spreiding van dorpshuizen, multifunctionele (wijk)centra en zorgvoorzieningen te verbeteren. Voor de verbetering van het thema Zorg loopt het Programma Frieslab, dat als doel heeft verschillende wetten „ te ontschotten‟. Het project loopt tot 1 maart 2012. Het ministerie van VWS heeft vanwege het grote succes van Frieslab in augustus 2011 aangekondigd dat Frieslab nog eens 3 jaar mag doorgaan. De veranderingen in wetgeving leveren nieuwe knelpunten op, die vragen om een analyse en oplossing van Frieslab. De werkwijze zal hetzelfde zijn: een klein bureau dat knelpunten inventariseert en analyseert en afhankelijk van de behoefte expertise mobiliseert vanuit het veld of inhuurt. De projecten die in dit kader zijn uitgevoerd hebben via het Sif cofinanciering ontvangen. De provincie is vertegenwoordigd in de stuurgroep.
Hebben we de gewenste resultaten bereikt / Hebben we gedaan wat we wilden doen? Gewenste resultaten Beleidsveld 7.1 – Sociaal Beleid 1. Jeugd en gezin De ontwikkelingen die in 2009 zijn ingezet, o.a. op het gebied van zorgcoördinatie in het CJG, effectieve opvoedingsondersteuning en de aanpak van kindermishandeling, worden in 2010-2011 door de provincie afgerond en voortgezet door de Friese gemeenten in de Centra voor Jeugd en Gezin. Zie ook beleidsveld jeugdzorg. 2. Maatschappelijke participatie (inclusief armoedebestrijding) De inzet van maatschappelijke organisaties gericht op diverse groepen in Fryslân die om verschillende redenen onvoldoende deelnemen aan de Friese samenleving. 3. Vermaatschappelijking & leefbaarheid Maatschappelijke organisaties worden ingezet om de betrokkenheid van burgers bij hun medemens en omgeving te bevorderen. 4. Zorg Zorgbelang wordt ingezet voor belangenbehartiging van (vooral de kwetsbare) burgers om de mondigheid en zelfstandigheid van burgers - om in de complexe samenleving de juiste zorg te regelen - te vergroten. Provinciaal budgetgefinancierde belangenbehartigende organisaties leveren binnen de productplannen hun bijdrage aan vraagsturing.
129
Beleid
Tijd
Geld
Toelichting 7.1.1. Dit jaar zijn in alle gemeenten Centra voor Jeugd en Gezin (CJG) gerealiseerd. 7.1.2. In samenwerking met de „gouden driehoek‟ (onderwijs, overheid en bedrijfsleven) is eind 2011 in NoordwestFryslân een pilot gestart gericht op toeleiding van kwetsbare groepen naar betaald werk en/of startkwalificaties en of werkervaring. Ook zijn eind 2011 twee workshops georganiseerd door Partoer om gemeenten en maatschappelijke organisaties te informeren over de (gevolgen van de) veranderingen in de sociale wetgeving. De Aanpak Aandachtsgebieden heeft zich in de afgelopen periode vooral gericht op het inrichten van de gemeentelijke organisatiestructuur met projectleiders, het formeren van lokale overleggroepen, het opstellen van een intentieovereenkomst en het opstellen van een communicatieplan. Verder zijn de plannen van aanpak van de Aandachtsgebieden (gemeenten West- en Ooststellingwerf) gehonoreerd. De projecten die in 2011 zijn gestart krijgen steeds meer succes. Zo heeft een school in Noordwolde met extra inzet van schoolmaatschappelijk werk het predicaat zwak ingeruild voor voldoende. 7.1.3. De uitwerking van het thema vermaatschappelijking en leefbaarheid krijgt een nieuwe impuls. Dit door de aandacht voor de demografische ontwikkelingen in relatie tot levensloopbestendig wonen gecombineerd met welzijnen zorgvoorzieningen en functies. De voorbereidingen om per cluster van gemeenten voorzieningenspreidingsplannen op te stellen zijn in gang gezet. 7.1.4. De voorgenomen activiteiten op het terrein van belangenbehartiging en vraagsturing zijn uitgevoerd. Prestatie-indicatoren Onderwerp Startleeftijd alcoholgebruik verhogen en hoeveelheid verlagen. Sociale verbanden en betrokkenheid burgers zijn krachtig en duurzaam.
Indicator
Nulmeting
- Startleeftijd van en percentage kinderen die wel eens alcohol gebruiken; - Percentage jongeren (16-24 jaar) dat voldoet aan de norm verantwoord alcoholgebruik.
2008/2009
aantal vrijwilligers, aantal naar leeftijd
2006: 143.640 - 50%: 25-55 jr - 35%: > 55 jr - 11 % < 25 jr
aantal naar sexe
50 % / 50 %
Realisatie 2011 Zie toelichting.
Zie toelichting
Het project Jeugd en Alcohol is overgedragen aan de gemeente Leeuwarden. De afrekeningen van de uitgevoerde projecten door verschillende Friese gemeenten zijn afgehandeld. De evaluaties, waaronder de „Tussenevaluatie Fries Jeugd en Alcoholbeleid‟ (2010) en het actiebegeleidend onderzoek onder jongeren „Iepen oer alcohol‟ (2011) zijn gepubliceerd (zie www.fryslan.nl/sociaalbeleid). Uit beide rapporten blijkt dat alle gemeenten alcoholbeleid geformuleerd hebben. Niet alle jongeren zijn voldoende op de hoogte van de inzet en regelingen die er zijn op het gebied van preventiemaatregelen van gemeenten. De verbeterpunten worden in het regulier overleg, zowel bestuurlijk als ambtelijk meegenomen. De vierjaarlijkse meting vrijwilligers in Fryslân heeft in 2010 (en ook in 2011) niet plaatsgevonden omdat uit landelijke onderzoeken en publicaties is gebleken dat er onder invloed van de crisis sprake was van een algehele toename van deelname in het vrijwilligerswerk.
130
Wat heeft het Beleidsveld gekost? Exploitatie Bedragen x € 1.000
Realisatie 2010
Baten Structurele beleidsprogrammabudgetten Totaal Baten Lasten Structurele beleidsprogrammabudgetten Tijdelijke beleidsprogrammabudgetten Bedrijfsvoeringskosten Totaal Lasten Resultaat voor bestemming Mutatie reserve Resultaat na bestemming
Begroting 2011 na wijziging
Rekening 2011
Verschil Begroting/ Rekening
1
1
1
0
1
1
1
0
4.314
4.283
4.260
22
4.395
4.052
3.920
132
808 9.518
780 9.115
767 8.948
13 167
-9.517
-9.114
-8.946
-167
1.242
2.603
2.625
-23
-8.275
-6.511
-6.321
-190
Toelichting Tijdelijke budgetten De onderbesteding van € 132.000 op de tijdelijke beleidsprogrammabudgetten is ontstaan door de afbouw van het programma Talenten fan jonge Minsken. Eerder gaven wij al aan dat we met dit programma zouden stoppen. Uiteindelijk bleek er € 155.000 niet nodig te zijn. Dit bedrag valt vrij ten gunste van het rekeningresultaat. Daarnaast is er € 23.000 overbesteding op SIF-projecten in 2011 dat wordt gedekt door het budget 2012 naar voren te verlagen via de mutatie reserves.
7.2 Jeugdzorg Wat wilden we bereiken? (beleidsdoel) Jeugdigen in Fryslân groeien in een goede en veilige leef- en leeromgeving op tot sociale en zelfredzame burgers. Missie Jeugdzorg: belemmeringen (risico‟s en problemen) in de ontwikkeling van jeugdigen en hun opvoeding oplossen, verminderen of compenseren, zodat een gezonde, evenwichtige ontwikkeling van jeugdigen tot volwassenen plaatsvindt die zij zelfstandig of met steun van basisvoorzieningen kunnen volbrengen. De kerndoelen hierin zijn: De hulpvragen van cliënten zijn beantwoord; De autonomie van cliënten is versterkt; De veiligheid van de jeugdige is hersteld; De jeugdige vormt geen bedreiging voor de veiligheid van de samenleving. Wij willen deze kerndoelen realiseren door ons te richten op vijf thema‟s: Invoering Centra voor Jeugd en Gezin De invoering van Centra voor Jeugd en Gezin (CJG) is een verantwoordelijkheid van de gemeenten. Vanuit het belang dat de provincie heeft bij een goed functionerend CJG en de wettelijke verantwoordelijkheid van een goede aansluiting van Bureau Jeugdzorg op het CJG draagt de provincie bij aan de ontwikkeling van de CJG‟s in Fryslân. Snellere Ketens Cliënten krijgen snel de hulp die nodig is. De provincie is daarin wettelijk verantwoordelijk voor de indicatiestelling door BJZ en de beschikbaarheid van voldoende provinciaal gefinancierde jeugdzorg. Als regisseur in de keten van jeugdzorg is het van belang dat er zicht bestaat op de cliëntstromen in de hele keten van jeugdzorg.
131
Zorg die werkt Friese jongeren krijgen zorg die effectief is. Voor cliënten, maar ook de organisaties en de provincie als subsidieverlener, is het belangrijk dat de geleverde jeugdzorg ook effectief is. Om dit te bereiken zijn bijvoorbeeld prestatie-indicatoren nodig en de beschikbaarheid van effectieve methodieken. Minder bureaucratie Onnodige bureaucratie moet verdwijnen in Fryslân. Bureaucratie is nodig om de jeugdzorg goed te organiseren. Onnodige bureaucratie is echter een bron van stoornis. Nieuwe financieringssystematiek Een nieuwe financieringssystematiek met als doel een toereikende Doeluitkering jeugdzorg, gebaseerd op de reële vraag naar jeugdzorg in Fryslân. De huidige Doeluitkering jeugdzorg is historisch gegroeid. Voor Fryslân is deze niet meer toereikend.
Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? (doelrealisatie) Beleidsveld
Liggen we op schema met de doelenrealisatie?
Hebben we de gewenste resultaten gerealiseerd? / Hebben we gedaan wat we wilden doen?
Wat heeft het gekost? (realisatie conform budget / onder/overschrijding?)
7.2 Jeugdzorg Toelichting De provincie zette in op de ontwikkeling van het Centra voor Jeugd en Gezin (CJG) vanuit de Sociale Agenda 20082011 op basis van de koersaccenten CJG. De provincie speelde in dit proces een stimulerende en coördinerende rol, gericht op de inhoudelijke ontwikkeling van het CJG en het zoveel mogelijk eenduidig invoeren van bovenlokale methodieken/instrumenten. Op grond van het provinciaal convenant CJG 2009 -2011 en enige indicatoren die tijdens de projectperiode zijn toegevoegd, heeft CMO Partoer jaarlijks onderzoek gedaan naar de stand van zaken bij de Friese CJG‟s. Alle gemeenten hebben inmiddels een CJG. In 2011 heeft de provincie zich vooral ingezet op een accentverschuiving van residentiële naar ambulante zorg. Deze accentverschuiving zien we onder andere terug in de toename van de vraag naar (netwerk)pleegzorg. Daarnaast zijn er pilots uitgevoerd die een snellere en efficiëntere inzet van jeugdzorg bevorderen en de instroom beperken. Voorbeelden hiervan zijn de pilots in het kader van Kind in Fryslan, zoals de pilot “Heechterp/Schieringen” en de pilot in de gemeente Súdwest Fryslân “met als vindplaats de school”.
Hebben we de gewenste resultaten bereikt / Hebben we gedaan wat we wilden doen? Gewenste resultaten Beleidsveld 7.2 - Jeugdzorg 1. Invoering Centra Jeugd en Gezin in Fryslân Bureau Jeugdzorg maakt met de verschillende CJG‟s in gemeenten afspraken over de aansluiting en samenwerking (o.a. gericht op de uitvoering van indicatiestelling in het CJG). Daarnaast is de inzet gericht op de afbouw en overdracht/borging van de provinciale inzet op o.a. zorgcoördinatie in het CJG, effectieve opvoedingsondersteuning en de aanpak van kindermishandeling. In 2011 werken de meeste gemeenten met de Friese verwijsindex (ViF ZiZeo). De provinciale ondersteuning wordt op dat moment sterk gereduceerd. 2. Snellere Ketens De vraag naar geïndiceerde jeugdzorg (op basis van onderzoek in 2009 en 2010 door BJZ) wordt vertaald naar productafspraken met het jeugdzorgaanbod in Fryslân. De verschillende databanken jeugdzorg (vrijwillige jeugdzorg, jeugdbescherming en jeugdstrafrecht) worden geactualiseerd en doorontwikkeld op www.ikpjeugdengezin.nl. 3. De zorg die werkt De landelijke set prestatie-indicatoren in de jeugdzorg wordt ingevoerd en er wordt een Friese intersectorale pilot gestart, gericht op snellere en betere diagnostiek, integrale zorgprogrammering, „stut‟ en „steun‟ voor cliënten met een langdurige zorgvraag en het
132
Beleid
Tijd
Geld
Gewenste resultaten beter organiseren van informatie-uitwisseling en verzameling met de cliënt en tussen organisaties. 4. Minder bureaucratie In het kader van de landelijke afspraken in het traject Beter, Anders, Minder richten we ons op het uitvoeren van het Friese plan van aanpak de regeldruk met 25% te verminderen. 5. Nieuwe financieringssystematiek In 2011 werken BJZ en het aanbod van provinciaal gefinancierde geïndiceerde jeugdzorg met het systeem van 8 indicatiecategorieën (BJZ) en 20 bekostigingseenheden (zorgaanbod). Voor de financiering en sturing van BJZ en het jeugdzorgaanbod ontvangen wij een doeluitkering. Vanaf 2008 zetten wij autonome middelen in om de sterk stijgende vraag naar jeugdzorg op te vangen en te voldoen aan de doelstelling dat jongeren niet langer dan maximaal 9 weken na indicatiestelling door BJZ hoeven te wachten op provinciaal gefinancierde geïndiceerde jeugdzorg. In de begroting is in totaal € 4,3 miljoen opgenomen als autonome bijdrage.
Beleid
Tijd
Geld
Toelichting 7.2.1. Invoering Centra voor Jeugd en Gezin Alle gemeenten hebben een CJG en BJZ Friesland is als samenwerkingspartner bij elke CJG betrokken. Er is een model voor zorgcoördinatie, dat ook in de CJG‟s wordt ingezet. De gemeenten hebben gekozen voor een website voor de Centra voor Jeugd en Gezin (www.cjginfryslan.nl). In alle gemeenten werken professionals met de verwijsindex. De Meldcode kindermishandeling is ontwikkeld en professionals zijn breed getraind in het signaleren van kindermishandeling en het voeren van gesprekken met ouders daarover. 7.2.2. Snellere Ketens Het aanbod aan Provinciale Jeugdzorg is in overeenstemming met de zorgvraag. De wachtlijsten die in de loop van het jaar waren ontstaan, zijn beperkt gebleven en waren aan het eind van het jaar in zijn geheel weggewerkt. Dit is mede mogelijk gemaakt door de inzet van autonome middelen 7.2.3. De zorg die werkt In 2011 zijn drie prestatie-indicatoren ingevoerd binnen Bureau Jeugdzorg: reden beëindiging Jeugdbescherming, nieuw of herhaald in Jeugdbescherming en reden beëindiging Jeugdreclassering. Men is nu bezig met de invoering van de vierde indicator, doelrealisatie. Landelijk is er een discussie of een verdere invoering van de overige zes prestatie-indicatoren wel gewenst is in verband met de transitie van de jeugdzorg naar gemeenten. 7.2.4. Minder bureaucratie. Belangrijk onderdeel van “Beter Anders Minder” is de aanpak van de ervaren regeldruk. In 2011 is door de partijen in het veld begonnen met de uitvoering van het Fryske plan van aanpak ervaren regeldruk” en is de éénmeting ervaren regeldruk opgesteld en vastgesteld. Opvallend is dat uit het medewerkers tevredenheidsonderzoek van Jeugdhulp Friesland blijkt dat zij wel een vermindering van de regeldruk ervaren n.a.v. de acties die Jeugdhulp Friesland heeft ingezet naar aanleiding van het Fries actieplan. Uit een onderzoek in opdracht van VWS blijkt dat de ervaren regeldruk van jongeren, ouders en professionals in de jeugdzorg in 2011 landelijk onverminderd actueel blijft. Over regeldruk rond indicaties is het rapport positief. Verder is op landelijk niveau ingezet op vermindering van de uitvraag van beleidsinformatie. Dit heeft geleid tot een nieuw landelijk rapportageformat. 7.2.5. Nieuwe financieringssystematiek In 2011 hebben we sterk ingezet op het bereiken van onze Provinciale doelen. Dit zijn onder andere: 1. Een adequate en daadkrachtige Provinciale Jeugdzorg die is toegerust op de komende transitie; 2. Geen wachtlijsten bij de (pleeg)zorg; 3. Geen wachtlijsten bij BJZ, waaronder AMK; 4. Een realistische case load bij de medewerkers van de instellingen; 5. Het verkrijgen van voldoende Rijksmiddelen voor deze taken. Als resultaat van de inspanningen waren er geen wachtlijsten aan het eind van 2011. Wij hadden om deze doelen te bereiken in de begroting van 2011 naast de Doeluitkering van het Rijk een bedrag aan autonome middelen begroot. Met het Ministerie van Veiligheid en Justitie is eind november 2011 overeenstemming bereikt over een verhoging van de door haar te betalen tarieven ten behoeve van de jeugdbescherming en
133
jeugdreclassering. Dit bedrag is begin december ontvangen. Ook is begin december nog een bedrag ten behoeve loonkosten/prijsontwikkeling ontvangen. Deze extra ontvangsten in combinatie met een efficiënte inzet van middelen hebben geleid tot een lager besteed bedrag aan autonome middelen dan begroot. Prestatie-indicatoren Onderwerp Voldoende aanbod aan provinciaal gefinancierde geïndiceerde jeugdzorg Geen wachtlijsten bij het Advies en Meldpunt Kindermishandeling
Indicator
Nulmeting
Geen jongeren wachten langer dan 9 weken op provinciaal gefinancierde jeugdzorg
1 januari 2009: 54
Het aantal jongeren waarbij niet binnen vijf dagen na de melding is vastgesteld of de melding in onderzoek moet worden genomen en waarbij het onderzoek niet na die vijf dagen is gestart
4 kwartaal 2008: 0
e
Doelwaarden 2011 0
Realisatie 2011 0
0
0
Toelichting. Voldoende aanbod aan provinciaal gefinancierde geïndiceerde jeugdzorg. Door het vrijmaken van extra capaciteit bij Jeugdhulpverlening Fryslân, alsmede de inzet van extra financiële middelen afkomstig van de Provincie voor het wegwerken van de wachtlijst, is die wachtlijst per 31 december 2011 nul. De wachtlijst AMK In de loop van 2011 was er een behoorlijk toename van het aantal meldingen bij het Advies en Meldpunt Kindermishandeling. Dit is mede het gevolg van de gevoerde (media) campagne. Daardoor ontstond in de loop van 2011 een wachtlijst bij het AMK. Door extra capaciteit bij BJZ vrij te maken, alsmede de inzet van extra financiële middelen afkomstig van de Provincie (autonome middelen), is die wachtlijst per 31 december 2011 geheel weggewerkt.
Wat heeft het Beleidsveld gekost? Exploitatie Bedragen x € 1.000 Baten Overlopende passiva Voorzieningen Totaal Baten
Realisatie 2010
Begroting 2011 na wijziging
Rekening 2011
Verschil Begroting/ Rekening
47.852 0 47.852
50.852 30 50.882
51.019 30 51.049
-167 0 -167
16
0
0
0
Lasten Structurele beleidsprogrammabudgetten Tijdelijke beleidsprogrammabudgetten Overlopende passiva Voorzieningen Bedrijfsvoeringskosten Totaal Lasten
8.421
5.373
4.039
1.334
47.852 0 532 56.820
50.852 30 512 56.767
51.019 30 503 55.591
-167 0 8 1.175
Resultaat voor bestemming
-8.968
-5.884
-4.542
-1.342
1.255
496
561
-65
-7.713
-5.388
-3.981
-1.408
Mutatie reserve Resultaat na bestemming
134
Toelichting Tijdelijke budgetten Op de tijdelijke autonome budgetten is er een onderbesteding van € 1,3 miljoen. Deze onderbesteding heeft te maken met extra ontvangen Rijksmiddelen en een efficiënte inzet van middelen, waardoor er minder autonoom geld in 2011 hoefde te worden ingezet. Zie gewenst resultaat 7.2.5. Overlopende passiva Het betreft hier de doeluitkering jeugdzorg. Voorziening De voorziening betreft hier de verzameluitkering zorg van het Rijk.
7.3 Sport Wat wilden we bereiken? (beleidsdoel) Alle inwoners in Friesland worden in de gelegenheid gesteld op een passende manier te sporten en te bewegen. Gemeenten, scholen, zorg- en welzijnsinstellingen, sportaanbieders en sportverenigingen worden ondersteund en gestimuleerd om te zorgen voor een kwantitatief en kwalitatief goed sport- en beweegaanbod voor diverse doelgroepen: jongeren, ouderen, mensen met een beperking of chronische aandoening. Voor de Fryske sporten worden inspanningen verricht om de daling van het aantal (actieve) leden stop te zetten en om te buigen in stabilisatie of groei. Er is aandacht voor de ontwikkeling van talentvolle sporters in Fryslân. Ter promotie van de sport en de provincie worden bovenlokale sportevenementen gesubsidieerd. In aansluiting op het Olympisch Plan 2028 wordt gewerkt aan een Olympisch Plan Fryslân waarbij het hoofddoel is om de sportinfrastructuur te verbeteren: heel Nederland / Fryslân op Olympisch niveau.
Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? (doelrealisatie) Beleidsveld
Liggen we op schema met de doelenrealisatie?
Hebben we de gewenste resultaten gerealiseerd? / Hebben we gedaan wat we wilden doen?
Wat heeft het gekost? (realisatie conform budget / onder/overschrijding?)
7.3 Sport Toelichting Doelen zijn gerealiseerd en de beschikbare middelen zijn optimaal ingezet. Dit blijkt ondermeer uit de positieve tendens die te zien is bij participatie van de Fryske sporten. Bij alle Fryske sporten is het aantal leden in 2011 toegenomen. Olympisch plan Fryslân Een tijdelijke projectleider is gestart met de opstelling van een Olympisch plan Fryslân. Hierbij wordt aangesloten bij de landelijke ontwikkelingen op dit gebied. Daarnaast vindt er afstemming plaats met de provincies Drenthe en Groningen. Begin 2012 zal het Olympisch plan Fryslân aan Provinciale Staten worden aangeboden.
Hebben we de gewenste resultaten bereikt / Hebben we gedaan wat we wilden doen? Gewenste resultaten Beleidsveld 7.3 - Sport 1. Breedtesport Onder breedtesport verstaan wij alle sport- en beweegactiviteiten die geen topsport of professionele sport zijn. Wij streven naar het stimuleren en ondersteunen van initiatieven, gericht op het in stand houden of vergroten van de sportdeelname van inwoners in Fryslân. SPORT Fryslân adviseert en ondersteunt gemeenten,
135
Beleid
Tijd
Geld
Gewenste resultaten sportverenigingen, sportorganisaties en sportbonden die een (pro-) actieve bijdrage leveren aan de ontwikkeling en/of uitvoering van sport- en beweegactiviteiten en projecten. 2. Fryske Sporten Het doel van het stimuleren van de Fryske Sporten en de deelname aan deze sporten is het behoud van de traditionele sporten omdat deze sporten een aanzienlijke bijdrage leveren aan de culturele, promotionele en economische waarde (en het imago) van Fryslân. Wij hebben gekozen voor stimulering van het kaatsen, fierljeppen, skûtsjesilen en het Frysk damjen. Wij subsidiëren de betreffende Fryske sportbonden om de bekendheid van hun sport te stimuleren, de afname van sportdeelname (van jongeren) tegen te gaan door de ledenaantallen te stabiliseren of te verhogen en evenementen te organiseren die toegankelijk zijn voor inwoners van Fryslân. 3. Talentontwikkeling Wij willen bijdragen in de ontwikkeling en begeleiding van Friese sporttalenten. Topsport Steunpunt Noord (TSN) ontvangt hiervoor een provinciale subsidie voor het registreren, benaderen en begeleiden van Friese regionale-, belofte-, nationale- en internationale sporttalenten. TSN bevordert daarnaast het netwerk van faciliteiten rondom de sporttalenten, zodat zij zich voornamelijk kunnen richten op het ontwikkelen van hun talenten. 4. Sportevenementen Wij hechten veel waarde aan de organisatie van sport- en beweegevenementen, in het bijzonder aan de deelname en de publieke belangstelling voor deze evenementen. De provincie subsidieert een aantal bovenlokale sportevenementen van sportverenigingen en sportorganisaties.
Beleid
Tijd
Geld
Toelichting 7.3.1. Breedtesport SPORT fryslan heeft in 2011 gemeenten, scholen en verenigingen geadviseerd en ondersteund op het gebied van (jeugd)sportbeleid. Daarnaast is SPORT fryslan betrokken bij het aanvragen/uitvoeren van landelijke regelingen voor gemeenten. Het nationaal actieplan sport en bewegen, de regeling voor combinatiefunctionarissen en de nieuwe regeling voor buurtsportcoaches. SPORT fryslan is tevens actief op het gebied van aangepast sporten en initieert sportstimuleringsprojecten voor bepaald doelgroepen. 7.3.2. Fryske sporten Op het gebied van de Fryske sporten worden de sportbonden gesubsidieerd om hun sport te stimuleren en te promoten. Deze subsidies worden ingezet voor schoolprojecten, sportclinics, regionale trainingen, innovatie binnen de sport en uitbreiding van de competitie. Het Cios heeft samen met de kaatsbond een project uitgevoerd waarin studenten worden opgeleid tot kaatstrainer en worden ingezet bij verenigingen, schoolprojecten en kaatsclinics. Het Friese paard krijgt aandacht bij de gezamenlijke concoursen Fryslan, die worden afgesloten met een provinciale prijs. 7.3.3. Talentontwikkeling Het scouten, faciliteren en ondersteunen van talentvolle sporters wordt gedaan door Topsport Steunpunt Noord (TSN ). TSN is tevens betrokken bij het sportgala en het Olympisch Netwerk Noord-Nederland. Eind 2011 is TSN gefuseerd met het Centrum Topsport Onderwijs (CTO Heerenveen) tot Topsport Noord, om van daaruit hun werkzaamheden voort te zetten. Het CTO Heerenveen heeft een meerjarige (2009-2013) startsubsidie gekregen voor de talentenacademie in Heerenveen. 7.3.4. Sportevenementen Er zijn twaalf grootschalige sportevenementen gesubsidieerd, waaronder de marathon van Leeuwarden, de profronde Surhuisterveen, het Philidor schaaktoernooi en het Internationaal Concours Noord Nederland (ICNN).
136
Prestatie-indicatoren Onderwerp 1. Stabilisatie van sportdeelname door inwoners van Fryslân 2. Stabilisatie of toename van sportdeelname aan Fryske sporten
Indicator
Nulmeting
Sportdeelname: 6-12 jaar 13-18 jaar 18-24 jaar Aantal leden Fryske Sporten: Skûtsjesilen : - IFKS - SKS (vast aantal) Damjen Fierljeppen Keatsen
2008: 06-12: 97% 13-18: 68 % 18-14: 74% 2009:
Realisatie 2011 Zie toelichting. 2011
615 51 262 296 14.219
830 51 271 324 13.425
Toelichting 1. Over de sportdeelname komen er in 2012 weer nieuwe gegevens ter beschikking. Deze komen vooruit het 4jaarlijkse onderzoek van de GGD. 2. Fryske sporten: het aantal leden van de IFKS is fors toegenomen. Dit is het resultaat van een actie van de IFKS om het ledenaantal te verhogen. Bij het fierljeppen en het Frysk damjen is eveneens een toename van het aantal leden te zien. De ledenstand voor het keatsen bedroeg is in 2011 met 117 toegenomen tot een ledenstand van 13.425.
Wat heeft het Beleidsveld gekost? Exploitatie Bedragen x € 1.000 Baten Totaal Baten
Realisatie 2010
Begroting 2011 na wijziging
Rekening 2011
Verschil Begroting/ Rekening
0
0
0
0
828
770
765
6
Lasten Structurele beleidsprogrammabudgetten Tijdelijke beleidsprogrammabudgetten Bedrijfsvoeringskosten Totaal Lasten
303
106
104
2
129 1.260
125 1.001
123 992
2 10
Resultaat voor bestemming
-1.260
-1.001
-992
-10
-19
18
18
0
-1.279
-983
-974
-10
Mutatie reserve Resultaat na bestemming
137
138
3.8 Programma 8. Kultuer, Taal en Ûnderwiis Portefúljehâlder: J.A. de Vries
A. Programmarealisaasje Wat woene wy berikke? (beliedsdoelen Begrutting 2011) De ôfrûne jierren hat de provinsjale oerheid him hieltyd ynsetten as katalysator foar de Fryske ekonomy en foar it befoarderjen fan kohesy en fersterking fan it kulturele bewustwêzen yn de Fryske maatskippij. Wy hawwe ferskillende lytsskalige, mar ek grutte inisjativen realisearre en mear fokus oanbrocht yn it kultuer-, taal-, erfgoed- en ûnderwiisbelied. Dat mei as doel it yn stân hâlden fan lytsskalige en libbene mienskippen yn plattelânsgebieten, it spegeljen fan ûntwikkelings yn de maatskippij en ynnovaasje te befoarderjen yn alle sektoaren fan de Fryske maatskippij. Wy hawwe de ôfrûne jierren al in soad dien om boppesteande doelstellings te heljen. Fryslân, “ìt bêste lân fan d‟ierde”. Dat jildt net yn it lêste plak foar de mêden keunst en kultuer yn Fryslân, de talen yn Fryslân én de kwaliteit fan it ûnderwiis mei in goed plak foar it Frysk yn dat ûnderwiis en it ferhaal fan Fryslân. It steand belied rjochtet him op it neikommende: útfiering fan it kultuerbelied 2009-2012; Fryslân Kulturele Haadstêd yn 2018; it behâld en fuortsterkjen fan it brûken fan de Fryske taal en de twa streektalen: it Biltsk en it Stellingwerfsk; it behâlden en fuortsterkjen fan Fryske monumintale, kultuerhistoaryske en argeologyske eleminten, patroanen en struktueren; in goed stelsel fan biblioteken en in duorsum, goed tagonklik argyfbestel. in goed en goed spraat, tagonklik, folslein en gearhingjend oanbod fan ûnderwiis dat op syn minst it nasjonaal gemiddelde hellet, optimale skoallearpaden (dêr‟t it yntegraal taalbelied goed yn ferfrissele is) foar de Fryske learlingen; goed hbû-ûnderwiis en in trochgeande learline nei in universitêre top, mei de ûntwikkeling fan akademyske masters op it mêd fan de Fryske Kennishotspots troch de realisaasje fan in University Campus Fryslân. Yn it ramt fan it boppeneamde belied wolle wy ús it kommende jier, ek mei it each op it koalysje-akkoart, benammen rjochtsje op de ûndersteande spearpunten: Fryslân Kulturele Haadstêd Europa 2018 University Campus Fryslân Deltaplan Fryske tsjerken Terpeprojekt Fersaakliking ferhâlding provinsje – kulturele ynstellings Ymplemintaasje advys Kommisje Hoekstra Ymplemintaasje advys Berie foar it Frysk oangeande útfieringsstruktuer taalbelied
-
Hoe stiet it mei de doelstellings fan de beliedsfjilden? Beliedsfjilden
8.1 8.2 8.3 8.4
Lizze wy op skema mei de realisaasje fan de doelen?
Kultuer Erfgoed Taal, Media en Letteren Ûnderwiis en Wittenskippen
139
Hawwe wy de ferlange resultaten realisearre? / Hawwe wy dien wat wy dwaan woene?
Wat hat it koste? (realisaasje neffens budzjet / ûnder/oerbesteging?)
Taljochting / relevante ûntwikkelings yn 2011 / high lights De beliedsdoelen foar it programma binne opnommen yn de Kultuernota “Finsters Iepen!”, Nota Erfgoed 2010-2013, Taalnota “Fan Rjocht nei Praktyk: Frysk yn Fryslân, Streektalenotysje (2007), Notysje Friesschrijvende Media (2007), Notysje Letteren (1998) en de ûnderwiisnotysje Boppeslach (2007). Om ta in bettere ôfstimming te kommen fan de ûnderskate beliedsdoelen hat it kolleezje de winsk útsprutsen om mei yngong fan 1 jannewaris 2013 alle ûnderskate beliedsfjilden yn ien nota foar Kultuer, taal en ûnderwiis ûnder te bringen. Yn it koälysje-akkoart Nije enerzjy foar Fryslân is oanjûn dat taal en kultuer wêzentlike eigenskippen binne, dy‟t bydrage oan de eigen identiteit en dêrmei oan it wolwêzen fan minsken. Dêrom wurdt ek ynset op it fuortsterkjen en sichtberder meitsjen fan de Fryske identiteit. It stimulearjen fan de Fryske taal en kuluer wurdt as in kearntaak fan de provinsje sjoen. Foar de útfiering en realisaasje fan it belied op it mêd fan kultuer, taal en ûnderwiis wurde sawol op strukturele as op ynsidintele basis budzjetsubsydzjes jûn oan sa „n 70 organisaasjes. Yn 2011 binne neist de realisaasje fan it rinnende belied ek in pear mear yn it each springende resultaten en ûntjouwings te neamen: Beslútfoarming oer UCF Opstellen fan in wetsútstel Wet gebrûk Fryske taal Tariedings foar in wetsútstel Desintralisaasje Frysk yn it ûnderwiis (as ymplemintaasje fan it advys fan de kommisje Hoekstra) Foarriedige beslútfoarming oer Ljouwert as Kulturele Haadstêd Yn it projekt Boppeslach partisipearje sa „n 240 skoallen út it primêr ûnderwiis. Ûnder oare troch de ynset fan Boppeslach is it tal swakke en tige swakke skoalen yn 2011 sakke oant it nivo dat wy ús yn it kwaliteitsakkoart mei it Ryk en de skoalbestjoeren steld hawwe. Fansels sette wy no, yn „e mande mei de skoalbestjoeren, yn op it boargjen fan dy resultaten en sette wy fierder yn op de meartalige learline Frysk. Mei in subsydzjeregeling is € 1,5 miljoen ynvestearre yn 122 monuminten, dêrûnder 65 tsjerken. Foar in part binne middels út de begrutting fan 2012 earder ynset. Mei de útfiering fan it Terpeprojekt is begûn. Mei it Deltatiim en it Deltaplatfoarm Fryske Tsjerken is úteinset. UCF
De Stichting UCF hat it eigen mearjierreplan 2011-2015 klear en wy hawwe harren in mearjierrige eksploitaasje yn in beskikking takend; Wy hawwe besletten om de master Wettertechnology 2012-2016 te bekostigjen mei UCF-jild; 18 novimber wie it iepeningssympoasium UCF yn Ljouwert.
Wat hat it programma koste? Eksploitaasje Bedraggen x € 1.000
Realisaasje 2010
Begrutting 2011 nei wiziging
Rekken 2011
Ferskil Begrutting/ Rekken
Baten 8.1 Kultuer 8.2 Erfgoed 8.3 Taal, Media en Letteren 8.4 Ûnderwiis en Wittenskippen Baten mei-inoar
612 7 58 9 687
304 7 0 6 317
298 9 0 4 310
7 -2 0 2 7
Lesten 8.1 Kultuer 8.2 Erfgoed 8.3 Taal, Media en Letteren 8.4 Ûnderwiis en Wittenskippen
26.115 4.465 5.910 8.095
25.866 3.532 5.521 8.234
25.913 3.674 5.513 9.017
-47 -141 8 -784
140
Bedraggen x € 1.000 Lesten mei-inoar
Realisaasje 2010 44.585
Begrutting 2011 nei wiziging 43.153
-43.899
Resultaat foar bestimming Mutaasje reserve Resultaat nei bestimming
Rekken 2011 44.117
Ferskil Begrutting/ Rekken -964
-42.836
-43.807
971
-115
-1.759
-623
-1.136
-44.013
-44.595
-44.430
-166
Taljochting Op it nivo fan it folsleine programma giet it by de lesten om in oerbesteging fan likernôch € 1 miljoen. Dat is 2% fan de begrutting nei wiziging. It grutste part fan dy ôfwiking slacht benammen op it beliedsfjild 8.4 - Ûnderwiis en Wittenskippen. De wichtichste oarsaak fan dy ôfwiking is de korreksje op de mearjierrige ferplichtings. It gefolch fan dy korreksje is dat in grut part fan de lesten yn it boekjier 2011 nommen binne, yn stee fan dat de lesten oer de jierren hinne spraat binne. Nei beliedsfjild wurdt fierder op de finansjele ôfwikings yngien.
B. Beliedsfjilden 8.1 Kultuer Wat woene wy berikke? (beliedsdoel) It kultuerbelied fan de provinsje Fryslân is yn in ambisjeuze nota beskreaun: Finsters Iepen!, mei in ynvestearringsprogramma, dat in rintiid hat fan fjouwer jier (oant en mei 2012). Dêryn wurdt ynset op it fuortsterkjen fan de kultuer yn Fryslân, dy‟t hieltyd mear in lanlike útstrieling krijt. Mei dat doel wurdt ek mei oare provinsjes en nasjonale fûnsen oparbeide. Fryslân wurdt hieltyd faker sjoen as in regio dêr‟t him nijsgjirrige ûntjouwings foardogge: tink bygelyks oan it omtinken foar lokaasjeteater en de iepenloftspullen. Wichtige spearpunten yn it belied binne de ynset foar in goed biblioteekstelsel, de útfiering fan de boppesteande ynset foar it fuortsterkjen fan it produksjeklimaat en it koersen op KH18 (oannommen troch PS yn 2009). It beliedsramt kultuer hat, yn nau oparbeidzjen mei it Fryske kulturele fjild, stal krigen en is yn desimber 2008 oan jim foarlein. Yn 2011 sille wy lykwols op „en nij, mei it each op de hjoeddeistige omstannichheden, mei de sektor yn petear om nei te gean hoe‟t wy it nivo fan de kulturele basisfoarsjennings yn stân hâlde, fuortsterkje en ferbetterje kinne. Wy meitsje, ek yn 2011, mei de gemeenten Súdwest Fryslân, Hearrenfean, Smellingerlân, Frjentsjerteradiel, Dongeradiel en Ljouwert ôfspraken oer de bydrage fan de sintrale fersoargingsplakken yn dy gemeenten oan it provinsjaal kultuerbelied. Troch yn 2011 fernijende inisjativen op it snijflak fan keunst, nije media, technology, ekonomy en toerisme te stimulearjen en gebrûk te meitsjen fan it (ym)materiële Fryske erfgoed, sille wy de kulturele dynamyk fuortsterkje. In troef dy't wy, om ús as 'Kulturele Haadstêd fan Europa' te profilearjen, wiswier yn 2011 en 2012 útspylje sille. Yn it part Kultuer wurde alle taken autonoom útfierd, útsein de Argyfynspeksje dy‟t yn it ramt fan de Argyfwet de gemeentlike en wetterskipsargiven kontrolearret. It programma Kultuerpartisipaasje wurdt yn oparbeidzjen mei it lanlik Fûns Kultuerpartisipaasje útfierd.
Hawwe wy berikt wat wy berikke woene? (realisaasje doelen) Beliedsfjilden
Lizze wy op skema mei de realisaasje fan de doelen?
8.1 Kultuer
141
Hawwe wy de ferlange resultaten realisearre? / Hawwe wy dien wat wy dwaan woene?
Wat hat it koste? (realisaasje neffens budzjet / ûnder/oerbesteging?)
Taljochting De doelstellings oangeande it kultuerbelied binne neffens plan realisearre. De beliedsnota Finsters Iepen sit dêrmei goed op skema. Der binne ynspannings dien om de kultuer yn Fryslân fierder fuort te sterkjen, sadat der hieltyd mear ynwenners binne dy‟t keunst- en kultueruterings meitsje, presintearje en ûndergeane. Út de enkête yn it ramt fan kultuerpartisipaasje hat ek bliken dien dat in grutter tal minsken partisipearret yn it kulturele barren. De ynwenners fan Fryslân hawwe it ôfrûne jier gebrûk meitsje kind fan in grut tal foarsjennings op kultureel mêd. De programmearring wie goed organisearre. Wy fernimme dat it tal inisjativen tanimt om‟t der hieltyd mear oanfragen foar subsydzjes komme, wylst it budzjet itselde bliuwt. In kulturele dynamyk dy‟t him nei de aard en de kwaliteit merkber en posityf ûnderskiedt fan de rest fan Nederlân en Europa, hat foar in grut part stal krigen troch de aktiviteiten fan de stichting foar de Kulturele Haadstêd 2018. Op ferskate terreinen hat de stichting aktiviteiten opset lykas De Reis 2018, De Buorren-gearkomsten en Explore the North. Lobbywurk út Fryslân wei hat bewurkmastere dat Tryater bliuwend oanspraak meitsje kin op ryksjild, alhoewol‟t it troch ryksbesunigings wol mei minder dwaan moat as foarhinne.
Hawwe wy de ferlange resultaten helle / hawwe wy dien wat wy dwaan woene? Ferlange resultaten Beliedsfjild 8.1 – Kultuer 1. Ferbouwing Filmhûs Ljouwert set útein. 2. Realisaasje ferbouwing Skipfeartmuseum. 3. Útfiering fan op syn minst 10 projekten ornearre foar amateurkeunst en kultueredukaasje, ûnder oare 2 produksjehuzen en 2 talintfoarsjennings, te mjitten oan de realisaasje fan projektplannen. 4. Realisaasje fan 2-4 brûsplakken en 4 inisjativen op dat mêd fan besteande ynstellings. 5. Goede en kwalitatyf heechsteande presintaasje, behâld en beskriuwing fan museaal erfgoed yn de 4 provinsjale musea en aktiviteiten Museumfederaasje en stipe foar oankeapen moderne b.k. Frysk Museum, te mjitten oan jierlikse rapportaazje oer útstallings en tallen besikers. 6. Yn 2013 úteinsette mei de bou fan it Frysk depot. 7. It realisearjen fan de útrikkings fan tal fan literêre en kultuerprizen. 8. Ferbreding fan it draachflak foar de ambysje Kulturele Haadstêd. 9. Beliedsyntinsivearring kulturele ynstellings neffens kultuernota; it giet yn dat gefal om 5 nije ynstellings yn dizze kultuerperioade, mear produksjes en presintaasjes yn Fryslân. 10. Ynstellings mei nasjonale útstrieling dy‟t sichtber bydrage oan de kulturele profilearring fan Fryslân oer de grinzen yn dizze kultuerperioade stypje. 11. Realisaasje fan 8 festivals yn Ljouwert, yn „e festivalaginda fan Ljouwert.
Belied
Tiid
Jild
Taljochting: 8.1.2 De ferbouwing en it op „en nij ynrjochtsjen fan it Frysk Skipfeartmuseum yn Snits is klear en is no wer hielendal by de tiid. Foar bern is ek in spesjaal bernemuseum opset, sadat it ek foar harren nijsgjirrich is om yn ‟e kunde te kommen mei it museum. It ferboude Skipfeartmuseum jout draacht sa ek optimaal by oan de kulturele, toeristyske en maatskiplike ynfrastruktuer fan Fryslân. 8.1.3 De útfiering fan de kultuernota “Finsters Iepen” yn 2011 ferrint goed. It tal aktiviteiten dat útfierd is, is mear as yn it earstoan te foarsjen wie. It finansjele gefolch dêrfan is dat wy yn 2011 al in berop dwaan moasten op it dutsen budzjet yn 2012. 8.1.4 Yn 2011 binne 2 brûsplakken realisearre, dy‟t foldiene oan de kritearia fan de útfieringsregeling. Sa is der in Popup-store ta stân brocht yn Ljouwert, sadat minsken yn yn „e kunde komme koene mei popkultuer yn de breedste sin fan it wurd (neist muzyk ek film, it omgean mei nije media ensafuorthinne). Oare oanfragen koene net honorearre wurde om‟t se net foldiene oan de kritearia. Dêrneist binne der wol inisjativen fan besteande ynstellings (lykas Oerol, Tryater en VoorHeen De Gemeente) ta stân brocht. 8.1.5 De fjouwer musea wurkje mei in format. Sadwaande is mear uniformiteit ûntstien yn de rapportaazjes dy‟t no ek mei-inoar ferlike wurde kinne. Dêrneist wurdt foar elk museum paswurk levere op grûn fan de foarôf yntsjinne produktplannen.
142
8.1.6. Der binne ferskate mooglikheden ûndersocht foar de realisearjen fan it sintrale depot, fan besteande bou oant (duorsume) nijbou. Omdat de besteande gebouwen fan it Frysk Museum, benammen troch de hjoeddeiske situaasje yn de ûnreplik guod merke, minder opsmite sille, is de begrutting noch net slutend. De ferwachting is dat wy yn it neijier fan 2012 mei in útstel foar de realisaasje fan it sintrale depot, in finansjele ûnderbouwing dêryn begrepen, oan jim foarlizze kinne. 8.1.8 De Stichting Fryslân 2018 hat yn 2011 dwaande west met de stipe en tarieding fan tal fan kulturele aktiviteiten en mei de earste tariedings fan it bidbook. Ynhâldlik is avensearre mei it skerp krijen fan de proposysje dy‟t Fryslân 2018 brûke kin foar de tarieding fan it bidbook en wie der omtinken foar it fierder ûntwikkeljen fan en it úteinsetten mei publyksaktiviteiten. Alle aktiviteiten binne opset mei safolle mooglik Fryske kulturele en saaklike partners. Dêrby gie it safolle mooglik om it prinsipe “fan ûnderen op”. De stichting hat ek tariedend wurk dien foar ferskate eveneminten. It projekt De Buorren is dêr in goed foarbyld fan. Sa kamen op 1 septimber sa‟n 50 bewenners fan de Buorren út Fryslân yn Jorwert byinoar om te praten oer it ferline, it no en foaral de takomst fan harren doarp, Fryslân en Europa. Yn 2011 is ek mei it projekt De Kulturele Reis úteinset. Dat projekt hat te‟n doel om keunst en kultuer yn ferskillende ferskiningsfoarmen foar in tal dagen yn in doarp, wyk of regio te bringen. Om‟t Ljouwert no de karre lûke sil, sil De Reis yn 2012 mear klam lizze op de wiken yn Ljouwert en op de doarpen dêromhinne. Nei de simmer hat der in mjitting west foar it draachflak foar de ambysje Kulturele Haadstêd 2018. Út de enkête die bliken dat 62% fan de minsken bekend is mei it fenomeen Kulturele Haadstêd en 38% net. Fan de ûnderfrege minsken wie 60% (sterk) foar, 31% neutraal en 10% (sterk) tsjin. 8.1.10 Ynstellings mei nasjonale útstrieling lykas Oerol, Opera Spanga en Tryater, mar ek oare ynstellings dogge it goed en drage sichtber by oan de kulturele profilearring fan Fryslân oer de grins hinne. Prestaasjeyndikators Ûnderwerp
Yndikator
Nulmjitting
Kultuerpartisipaasje
Tal minsken dat meidocht
Musea
1) tal besikers 2) kolleksjemobiliteit, 3) registraasje museums op peil hâlde Trochstream fan learlingen nei formele keunstfakopliedings út de ynformele struktueren wei Groei fan it tal realisearre subsidiearre produksjes
25% yn 2007 131.000 107
Kulturele ûntjouwing Poadiumproduksjes
Doelwearden 2011
Realisaasje 2011 25% 130.000 107
34 10
34 12
13 ( = 5 % mear as sûnder de regeling)
10
Taljochting It tal besikers oan de musea, de kolleksjemobiliteit en ek de registraasje fan museums is min ofte mear stabyl.
3. Wat hat it beliedsfjild koste? Eksploitaasje Bedraggen x € 1.000 Baten Strukturele beliedsprogrammabudzjetten Tydlike beliedsprogrammabudzjetten Oerrinnende passiva Foarsjennings Baten mei-inoar
Realisaasje 2010
Begrutting 2011 nei wiziging
Rekken 2011
Ferskil Begrutting / Rekken
54
67
59
8
437
140
140
0
23 98 612
0 97 304
0 98 298
0 -1 7
143
Bedraggen x € 1.000
Realisaasje 2010
Lesten Strukturele beliedsprogrammabudzjetten Tydlike beliedsprogrammabudzjetten Foarsjennings Bedriuwsfieringskosten Lesten mei-inoar Resultaat foar bestimming Mutaasje reserve Resultaat nei bestimming
Begrutting 2011 nei wiziging
Rekken 2011
Ferskil Begrutting / Rekken
20.281
19.980
19.964
16
4.723
4.958
5.046
-88
96 1.016 26.115
107 821 25.866
96 808 25.913
12 13 -47
-25.503
-25.562
-25.616
54
482
980
1.128
-148
-25.022
-24.581
-24.487
-94
Taljochting Tydlike budzjettten Op de tydlike beliedsprogrammabudzjetten is der úteinlik in oerbesteging. Dy oerbesteging op it kultuerpartisipaasjefûns fan € 146.000 is it gefolch fan de flotte útfiering fan de kultuernota “Finsters iepen”. Der binne mear aktiviteiten útfierd as yn de begrutting rûsd wie, sjoch 8.1.3. Dêrneist is der ek wat frijfal fan € 58.000 nei foaren kommen by it budzjet basisfoarsjennings, brûsplakken, om‟t in tal oanfragen net oan de kritearia foldiene, sjoch 8.1.4. Úteinlik komt de oerbesteging út op € 88.000. Dy wurdt dutsen troch it budzjet 2012 nei foaren te heljen fia de mutaasje reserves. De ferskowings yn de budzjetten hawwe der net ta laat dat de foarnommen aktiviteiten yn 2012 net folslein útfierd wurde kinne. Foarsjennings It giet yn dit gefal om de grafykkolleksje Knecht-Drent en it Buma-legaat.
8.2 Erfgoed Wat woene wy berikke? (beliedsdoel) It behâld en it fuortsterkjen fan Fryske monumintale, kultuerhistoaryske en argeologyske eleminten, patroanen en struktueren troch: yntegraasje fan kultuerhistoaryske wearden yn romtlike plannen keppelings mei gebietsûntwikkeling it stimulearjen fan it partikulier inisjatyf om dêryn te ynvestearjen it lizzen fan ferbinings tusken kultuerhistoarje en ekonomy it kreëarjen fan draachflak en it fergrutsjen fan it publyksberik fan kultuerhistoaryske wearden. It rike en grutte ferskaat fan kultuerhistoarysk erfgoed jout Fryslân karakter, identiteit en romtlike kwaliteit. De Nota Erfgoed 2010-2013 jout oan dat wy foar it behâld en de ûntjouwing dêrfan foar de provinsje in wichtige rol sjogge. Wy sille wat langer wat mear gebietsrjochte wurkje en sjogge ússels as gebietsregisseur. De basis dêrfoar leit yn de modernisearre monumintewet en de Wet romtlike oardering. Wy wolle de wearden dy‟t wy op grûn fan ús Kultuerhistoaryske Kaart fan provinsjaal belang achtsje, yntegrearje yn romtlike plannen en gebietsplannen. Wy wolle stimulearje dat partikulieren, ynstellings, bedriuwen en gemeenten ynvestearje yn it behâld en de ûntjouwing fan erfgoed. Wy wolle ek it draachflak en it berik fan it publyk fergrutsje.
144
Hawwe wy berikt wat wy berikke woene? (realisaasje doelen) Beliedsfjild
Lizze wy op skema mei de realisaasje fan de doelen?
Hawwe wy de ferlange resultaten realisearre? / Hawwe wy dien wat wy dwaan woene?
Wat hat it koste? (realisaasje neffens budzjet / ûnder/oerbesteging?)
8.2 Erfgoed Taljochting It beliedsdoel foar it behâld en fuortsterkjen fan Fryske monumintale, kultuerhistoaryske en argeologyske eleminten, patroanen en struktueren hawwe wy berikt troch it neikommende: Yntegraasje fan kultuerhistoaryske wearden yn romtlike plannen troch advys en oerlis, mei de Kultuerhistoaryske Kaart (CHK) en de Fryske Argeologyske MonuminteKaart Ekstra (FAMKE) as útgongspunt. Keppelings mei gebietsûntwikkeling hawwe wy makke yn lânynrjochtingsplannen, Sintrale As, N381, Fryske Marren, Terpeprojekt en troch erfgoedprojekten op grûn fan it pMJP. It partikulier inisjatyf om dêryn te ynvestearjen hawwe wy stimulearre mei de útfiering fan in subsydzjeregeling foar monuminten dêr‟t mei in provinsjale ynvestearring fan € 1,5 miljoen bydroegen is oan in ynvestearring fan mei-inoar € 7 miljoen. Troch middels fan de begrutting 2012 earder yn te setten is oer it budzjet hinne gien. It ta stân bringen fan draachflak en it fergrutsjen fan it publyksberik fan kultuerhistoaryske wearden hawwe wy berikt mei de ynstallaasje fan it Deltatiim en it Deltaplatfoarm Fryske Tsjerken en mei it stypjen fan Tsjerkepaad 2011 en it argeologyske steilkanteûndersyk. Foar beide wie flecht op „e koai, ek fan de kant fan de media.
Hawwe wy de ferlange resultaten helle / hawwe wy dien wat wy dwaan woene? Ferlange resultaten Beliedsfjild 8.2 – Erfgoed 1. Yntegraasje fan kultuerhistoaryske wearden yn romtlike plannen 2. Gebietsrjochte projekten, dêrûnder it Terpeprojekt en it pMJP 3. It subsidiearjen fan restauraasje, ûnderhâld en ûndersyk fan monuminten 4. Kultuerfûns foar Monuminten Fryslân 5. Deltaplan Fryske Tsjerken 6. Foarljochting oer, ûndersyk nei en beskerming fan argeologyske wearden 7. Finansjele stipe fan erfgoedynstellings 8. It stimulearjen fan erfgoededukaasje
Belied
Tiid
Jild
Taljochting 8.2.1. Foar de yntegraasje fan kultuerhistoaryske wearden is de Kultuerhistoaryske Kaart (CHK) in wichtich ynstrumint. De Fryske Argeologyske MonuminteKaart Ekstra (FAMKE) is dêr in ûnderdiel fan. It webstee foar de CHK is fernijd en is ien fan de meast besochte tema‟s. It is in stik nofliker wurden yn it gebrûk. De ynformaasje is ek bot útwreide. De wurdearring, it selektearjen fan eleminten en struktueren fan provinsjaal belang en it omsetten yn in beliedsfisy is yntegrearre yn lânskip en stêdebou yn it ramt fan it projekt “Grutsk op ‟e romte”. Om‟t dy yntegraasje wat mear tiid ferget, sille de lêste pear CHK-kategoryen nei alle gedachten noch yn 2012 wurdearre wurde moatte. 8.2.2. Kultuerhistoaryske wearden hawwe wy yntegrearre yn gebietsûntwikkeling, lykas lânynrjochtingsplannen, Sintrale As, N381, Fryske Marren, Terpeprojekt en troch erfgoedprojekten op grûn fan it pMJP. Yn it noardlike terpegebiet is mei it Terpeprojekt, dat him rjochtet op ûndersyk, de (frijwillige) oankeap en it behear fan bedrige ûnbeboude terpen fan provinsjaal belang en foarljochting dêroer, nei it ûndertekenjen fan in oerienkomst mei it Ryk, úteinset. DLG hat opdracht krigen om it Terpeprojekt út te fieren. It opstarten fan it Terpeprojekt is wat opholden, wêrtroch‟t wy fan „t jier noch net in terp definityf beskerme hawwe mei in oankeap of in behearoerienkomst. 8.2.3. Mei in subsydzjeregeling is € 1,5 miljoen ynvestearre yn 122 monuminten, dêrûnder 65 tsjerken foar restauraasje, ûnderhâld en bouhistoarysk ûndersyk. Troch middels út de begrutting fan 2012 earder yn te setten, neffens de moasje yn PS fan 2 novimber oer it stypjen fan ekonomyske aktiviteiten en troch it stellen fan oare prioriteiten by erfgoed is 8 ton ekstra ynvestearre. Sa wurdt bydroegen oan in ynvestearring fan mei-inoar hast € 7 miljoen. Dêrtroch krijt de bou- en restauraasjesektor in ympuls.
145
8.2.4. Wy binne mei it Nasjonaal Restauraasjefûns yn petear om te sjen nei mooglikheden om it Kultuerfûns foar Monuminten Fryslân, in revolvearjend fûns foar leechrintsjende lienings foar net-ryksmonuminten, oanfoljende finansjele stipe te jaan, soks yn oparbeidzjen mei de gemeenten. Dat fûns is sa goed as leech en de ôflossings fan de lienings binne, as wy nei de rintiid fan de lienings sjogge, noch net goed genôch op gong kommen. 8.2.5. It Deltatiim Fryske Tsjerken is úteinset om te helpen frijkommende tsjerkegebouwen oars te brûken. It Deltaplatfoarm Fryske Tsjerken is úteinset en hat te‟n doel: it útwikseljen fan kennis en ideeën en it berikken fan gearwurking, ôfstimming en inisjativen foar it behâld en de ûntwikkeling fan tsjerkegebouwen. Wy hawwe opdracht jûn om in ynventarisaasje út te fieren fan tsjerkegebouwen yn Fryslân dy‟t in nije bestimming krije. Dy ynventarisaasje soe liede moatte ta ideeën foar en ynspiraasje fan tsjerke-eigners en mienskippen oangeande frijkommende tsjerkegebouwen. Wy hawwe it projekt Tsjerkepaad 2011 stipe dat in protte belangstelling fan besikers en media lutsen hat. 8.2.6. De FAMKE is fierder ûntwikkele as advys- en beliedskaart, ûnder oare troch mei 3 gemeenten neier op de ynhâld yn te gean. Mei de gemeenten Littenseradiel en Skylge is dat folbrocht. Wy hawwe bydroegen oan argeologysk ûndersyk troch mei te wurkjen oan de oanstelling fan de provinsjaal argeolooch as bysûnder heechlearaar terpe-argeology by de Ryksuniversiteit Grins (RUG) foar ien dei yn ‟e wike. Wy hawwe it steilkanteûndersyk (RUG en Ynterreg) stipe fan de terpen fan Furdgum, Easterbeintum en Arkum, iepen dagen dy‟t in protte belangstelling fan besikers en media hân hawwe dêryn begrepen. It stappeplan foar it fierder ûntwikkeljen fan it ynterprovinsjale Noardlike Argeologyske Depot yn Nuis, benammen foar de technyske easken en de publyksfunksje, is troch de stjoergroep fêststeld. Wy hawwe yn de gemeentlike wurkgroep argeology, dêr‟t de provinsje sit yn hat, befoardere dat der in model beliedsfisy en in oardering foar gemeentlik argeologysk belied ûntwikkele is en dat gemeenten argeologyske (betelle en net-betelle) stipe krije kinne fan it Stipepunt Monumintesoarch Fryslân. Der binne noch gjin antwurden op of oplossings foar spesifike argeologyske beliedsfragen, lykas de gefolgen fan “de feroarsaker betellet”, de fierstente hege kosten en planskea yn dy yntergemeentlike wurkgroep, soks meidat de hjirboppe neamde punten prioriteit krigen hawwe. 8.2.7. Wy hawwe fjouwer erfgoedynstellings mei budzjetsubsydzje stipe. Alle ynstellings út it Platfoarm Fryske Monuminte-organisaasjes hawwe in útstel makke om nauwer mei-inoar op te arbeidzjen om de kwetsberens fan de organisaasjes te ferminderjen en de doelmjittigens te ferheegjen. 8.2.8. Wy binne mei Keunstwurk oerienkommen dat it projekt Koördinaasje Erfgoededukaasje yn 2012 ophâldt en opgean sil yn de algehiele koördinaasje foar Kultueredukaasje. Prestaasjeyndikators Ûnderwerp Terpeprojekt It subsidiearjen fan restauraasje, ûnderhâld en ûndersyk fan monuminten Deltaplan Fryske Tsjerken
Yndikator
Nulmjitting 0 0
Doelwearden 2011 2 15
Realisaasje 2011 0 122
Tal terpen dat beskerme is Tal monuminten dêr‟t de restauraasje finansjeel fan yn oarder makke wurdt.
Tal holpen tsjerken troch Deltatiim
0
0
0
Taljochting Tydlike budzjetten It opstarten fan it Terpeprojekt hat wat opûnthâld hân. Dêrtroch hawwe wy fan „t jier twa terpen noch net definityf beskerme. Dat betsjut net dat der te min bestege is, om‟t it giet om in fêste jierlikse stoarting fan provinsje en Ryk yn in mienskiplik fûns dat yn behear is by it Nasjonaal Restauraasjefûns, soks op grûn fan in foar dat doel sletten oerienkomst. It tal monuminten dêr‟t de restauraasje finansjeel fan yn oarder makke is, is in stik grutter om‟t der fan „t jier mear lytsere restauraasjes holpen binne en om‟t dêr mear jild foar frijmakke is.
146
Wat hat it beliedsfjild koste? Eksploitaasje Bedraggen x € 1.000
Realisaasje 2010
Baten Strukturele beliedsprogrammabudzjetten Tydlike beliedsprogrammabudzjetten Baten mei-inoar Lesten Strukturele beliedsprogrammabudzjetten Tydlike beliedsprogrammabudzjetten Bedriuwsfieringskosten Lesten mei-inoar Resultaat foar bestimming Mutaasje reserve Resultaat nei bestimming
Begrutting 2011 nei wiziging
Rekken 2011
Ferskil Begrutting / Rekken
6
7
8
-1
1
0
1
-1
7
7
9
-2
1.149
1.143
1.138
6
2.482
1.462
1.624
-162
835 4.465
927 3.532
912 3.674
15 -141
-4.458
-3.525
-3.665
139
266
100
262
-161
-4.192
-3.425
-3.403
-22
Taljochting Op de tydlike budzjetten sit in oerbesteging fan € 162.000. De oarsaak dêrfan is dat der mear middels ynset binne foar de subsydzjeregeling restauraasje en ûnderhâld fan monuminten. Troch middels út de begrutting fan 2012 earder yn te setten, neffens de moasje yn PS fan 2 novimber oangeande it stypjen fan ekonomyske aktiviteiten en troch nije prioriteiten te stellen by erfgoed is 8 ton ekstra ynvestearre. De middels dy‟t wy yn 2011 te koart kamen, binne dutsen út it budzjet fan 2012. Dat is ta stân kommen fia de mutaasje fan de reserve.
8.3 Taal, Media en Letteren Wat woene wy berikke? (beliedsdoel) Ús taalbelied is in logyske útwurking fan saken dy‟t wy op Europeesk (Hânfêst) en lanlik nivo (BFTK) fêstlein hawwe. Yn 2011 sille wy trochgean mei it ferwêzentlikjen fan de doelen fan it hjoeddeistige taalbelied „Fan Rjocht nei Praktyk: Frysk yn Fryslân; taal tusken minsken 2008 - 2010‟, dy‟t yn 2010 mei in jier (2011) ferlinge waard. Yn 2011 binne wy mei de sektor yn petear gien om nei te gean hoe‟t wy, mei it each op de hjoeddeistige omstannichheden, it brûken en stimulearjen fan it Frysk fuortsterkje en ferbetterje kinne. As provinsje hawwe wy ús yn 2011 sterk makke foar it sichtber brûken fan de Fryske taal yn skreaune, byldzjende en digitale media én foar in effektive desintralisaasje fan foech en middels op it mêd fan it Frysk yn it ûnderwiis, op grûn fan it advys fan de Stjoergroep Hoekstra 2010. Neffens de útgongspunten fan ús taalbelied hawwe wy yn 2011 ek gemeenten, de soarch, it ûnderwiis (fia Boppeslach) en it bedriuwslibben oantrune om it Frysk safolle mooglik te brûken. Sa sette wy ús yn foar it befoarderjen fan it Biltsk en it Stellingwerfsk, op grûn fan de hjoeddeistige Notysje Streektalen foar it Biltsk en it Stellingwerfsk. Wy fûnen it yn 2011 ek wichtich dat de provinsjale kennis en kunde op it mêd fan de Fryske taal yn Europa, Brussel en Straatsburch as goed, nuttich en nijsgjirrich sjoen waard.
147
Hawwe wy berikt wat wy berikke woene? (realisaasje doelen) Beliedsfjild
Lizze wy op skema mei de realisaasje fan de doelen?
8.3 Taal, Media en Letteren
Hawwe wy de ferlange resultaten realisearre? / Hawwe wy dien wat wy dwaan woene?
Wat hat it koste? (realisaasje neffens budzjet / ûnder/oerbesteging?)
De doelstellings oangeande it taalbelied, it streektaalbelied en it belied wat it Frysk yn de (skreaune) media oanbelanget, binne neffens plan helle. Wat de Stjoergroep Hoekstra oanbelanget: it advys fan de stjoergroep is yn „e maitiid fan 2011 oan de ministers fan ûnderwiis en ynlânske saken en oan deputearre De Vries oanbean. It kabinet hat dêr in stânpunt oer ynnommen en der wurdt no wurke oan wiziging fan de ûnderwiiswetjouwing mei it doel om it foech oangeande de kearndoelen Frysk oan de provinsje oer te dragen. De minister fan ynlânske saken hat fierder, neffens it regearakkoart, yn ôfstimming en nei oerlis mei de provinsje yn 2011 in wetsútstel Wet Gebrûk Fryske Taal opsteld. Dêrneist is yn 2011 úteinset mei de ûnderhannelings tusken it Ryk en de provinsje oer in nije Bestjoersôfspraak Fryske Taal en Kultuer (BFTK) foar de perioade 2012-2016. De nije BFTK kin nei alle gedachten yn „e maitiid fan 2012 ûndertekene wurde. Oer it generaal binne de doelstellings dy‟t spesifyk foar 2011 formulearre wiene, helle. Beliedsmjittich is der yn 2011 hurd oan boppeneamde doelstellings wurke. It hat lykwols bliken dien dat der foar de realisaasje fan guon doelstellings mear tiid fanneden is, lykas de ymplemintaasje fan it advys fan de Stjoergroep Hoekstra en de realisaasje en ferlinging fan de ôfspraken yn it ramt fan de BFTK. Fierder hawwe wy ús belied yn it ramt fan de taalnota, Frysk yn Fryslân, taal tusken minsken: fan rjocht nei praktyk neffens plan útfierd (Praat mar Frysk, Frysk en gemeenten, Taaltaske, Frysk yn bedriuwslibben, ûnderwiis en media, Frysk yn ynternasjonaal ferbân [NPLD], ensfh.).
Hawwe wy de ferlange resultaten helle / hawwe wy dien wat wy dwaan woene? Ferlange resultaten Beliedsfjild 8.3 – Taal, Media en Letteren 1. De kampanje Praat mar Frysk draacht yn 2011 by oan it doel om Friezen bewust te meitsjen fan de ekstra wearde fan meartaligens en it fergrutsjen fan de sichtberens fan it Frysk yn it iepenbiere libben. 2. Yn 2011 krije jonge âlden goede foarljochting oer it Frysk en/of meartalich grutbringen fan harren bern. Doel is dat safolle mooglik fan dy jonge âlden op grûn dêrfan kieze foar it meartalich grutbringen fan harren bern. 3. Yn it ramt fan it stribjen nei in folsleine en Frysktalige programmearring mei in breed ferskaat troch Omrop Fryslân, wurdt yn 2011 ynset op in ferdjipping en ferbreding fan dyselde programmearring. 4. Yn 2011 hawwe op syn minst mei-inoar 13 gemeenten yn Fryslân en it Wetterskip Fryslân in taaloardering Frysk yn it skriftlik ferkear fêststeld. 5. De nije fúzjegemeente Súdwest Fryslân krijt yn 2011 ambisjeus en nij formulearre taalbelied, ûnder oare mei help fan de provinsje. 6. Yn 2011 hat it Frysk by op syn minst 5 ICT-projekten in goed plak krigen. 7. It tal bedriuwen dat gebrûk makket fan it Frysk op it eigen webstee nimt yn 2011 mei 5% ta. 8. Der is genôch oanbod fan Frysktalich edukatyf materiaal foar de foarskoalske opfang, basisûnderwiis en it fuortset ûnderwiis. 9. Der is ek yn 2011 in Frysktalige jongereinstjoerder op ynternet mei in grut berik ûnder de jongerein yn de doelgroep 14 oant 20 jier. 10. Yn it ramt fan it befoarderjen fan de ferkeap fan Fryske boeken ûntwikkelje de útjouwers fan Frysktalige literatuer mei-inoar in deeglike ynfrastruktuer om de ferkeap fan dy boeken yn de takomst op eigen krêft goed stal jaan te kinnen. 11. It ferskaat fan Frysktalige (literêre) tydskriften stypje en it oanbod en de kwaliteit fan de Fryske literatuer garandearje. 12. De provinsje realisearret de ôfspraken yn de mei ien jier ferlinge Bestjoersôfspraak Fryske taal en Kultuer (BFTK) en it Útfieringskonvenant 2009-2011 en riedt in nije gearwurkingsfoarm ta.
148
Belied
Tiid
Jild
Ferlange resultaten 13. Ymplemintaasje fan it yn maart 2011 útbrochte advys fan de Stjoergroep Hoekstra en it wetsútstel oangeande de Wet Gebrûk Fryske Taal, yn gearhing mei it advys fan it Berie foar it Frysk oer de útfiering fan it taalbelied, nei oanlieding fan de moasje fan PS datoangeande. 14. De provinsje Fryslân hat yn 2011 in goede gearwurking mei oare minderheidstaalregio‟s fia it Network of the Promotion of Linguistic Diversity (NPLD). 15. It Mercator Kennissintrum foar Meartaligens en Taallearen jout omtinken oan it learen op skoalle, mar ek oan de taaloerdracht thús, op it wurk, yn de frije tiid of troch kultuerpartisipaasje. Mercator draacht by oan it befoarderjen fan it plak fan de Fryske taal yn ynternasjonale kontakten.
Belied
Tiid
Jild
Taljochting: 8.3.1 De kampanje Praat mar Frysk hat der ek yn 2011 ta bydroegen dat it Frysk op in positive wize by de Friezen yn it omtinken brocht waard, troch ferliedingstechniken ta te passen en no krekt net te driuwen. Dêr wurde bygelyks de bekende opblaaslippen (“mei in tútsje fan Doutzen”), rútstikkers, posters, de praatpeal en filmkes foar ynset. Boppedat is de kampanje, yn oparbeidzjen mei GGD Fryslân, breder wurden en him bygelyks ek rjochte op seksuele foarljochting (yn it Frysk) fan de jongerein. Fierder binne yn it ramt fan de kampanje ek Frysktalige apps ûntwikkele, bygelyks foar de iPhone. Praat mar Frysk rjochtet him ek op it brûken fan it Frysk by bedriuwen (foarljochting, taaladvys, bedriuwspakketsjes en filmkes), oerheden (gearwurking mei gemeenten, foarljochting oer taalbelied, bygelyks by de Plysje), soarch (húsdokters, toskedokters, âldereintehuzen yn oparbeidzjen mei Frysk yn de Soarch) en it ûnderwiis (basisûnderwiis: Rinze de Kikkert en Fryske dagen, fuortset ûnderwiis en beropsûnderwiis: Fryske dagen). Praat mar Frysk fiert ek kampanje yn it Frysk op de sosjale media en hat dêrmei de grutste community yn en oer de Fryske taal opboud (Facebook, Twitter, Hyves). Mei de taaltaskes waarden yn 2011 ek de jonge âlden berikt en foarljochte oer de foardielen fan in meartalige opfieding. 8.3.4 Op it stuit hawwe 16 gemeenten (fan de âlde 31 gemeenten) en it Wetterskip Fryslân in taaloardering. Mei ien fan de gemeenten dy‟t noch gjin taaloardering hie hat in tal kearen kontakt west en nei alle gedachten sil de rie fan dy gemeente yn 2012 de nij oardering fêststelle. De ferwachting is dat de gemeentlike weryndieling in gisel oan it gemeentlike taalbelied jaan sil, lykas dat yn de gemeente Súdwest Fryslân it gefal west hat. Mei in pear gemeenten dy‟t yn 2014 ta in nije gemeente fusearje sille, hat al in pear kear kontakt west wêrby‟t it taalbelied yn de nij te foarmjen gemeente oan „e oarder west hat. Doel is om yn 2012, yn oparbeidzjen mei BZK, te begjinnen mei yngeand oerlis mei de oanbelangjende gemeenten om, as de nije gemeente úteinset, in taaloardering klear te hawwen. Mei ien fan de gemeenten dêr‟t Boarnsterhim yn opgean sil, is ek al in pear kear sjoen nei de mooglikheden foar goed taalbelied; mei alle gemeenten dy‟t by dat proses belutsen binne, sil ek nau oparbeide wurde om ta goed taalbelied te kommen. 8.3.5 De gemeente Súdwest Fryslân hat yn septimber 2011 in “Plan van aanpak Fries taalbeleid” fêststeld. Soks nei oanlieding fan de oerlizzen dy‟t de gemeente, BZK en de provinsje hân hawwe. Op basis fan dat plan sil it taalbelied yn de gemeente de kommende jierren stal jûn wurde. Yn 2012 is der ek kontakt tusken de trije partijen oer de ûntwikkelings op dat mêd. 8.3.7 Fanwegen it ynearsten wat tsjinfallende tal oanfragen is de regeling “taalnota” op it punt fan de oanfregers wat ferromme: neist mkb-bedriuwen kinne no ek stichtings, ferienings en gemeenten in oanfraach yntsjinje. Dat hat al ta mear oanfragen laat. Fierder koene noch middels datoangeande ynset wurde foar it ûntwikkeljen fan in (digitaal) Grien Boekje foar de Fryske taal, soks yn kombinaasje mei in by de tiid brochte staveringshifker. 8.3.8 Foar de foarskoalske opfang binne Tomke en de Sânglêsrige (Afûk) wichtich en yn it basisûnderwiis wurdt in soad gebrûk makke fan Studio F (Taalsintrum Frysk en Afûk). Foar de jongste bern yn it basisûnderwiis (4 oant en mei 6 jier) is it online edukative programma Berneboel (Crolla Consultancy) yn ûntwikkeling; it programma slút oan by Studio F. Foar it fuortset ûnderwiis wurdt de metoade Freemwurk in soad brûkt. Dêryn krijt de digitale metoade Freemwurk.nl in hieltyd wichtiger plak. De mooglikheden foar differinsjaasje, it ynteraktive karakter en it op boartlike wize learen, wurde tige wurdearre.
149
8.3.12 Wy moatte fêststelle dat noch net alle ambysjes fan de BFTK helle binne. Dat hat bliken dien út ynterne hifking fan de Bestjoersôfspraak. De mei ien jier ferlinge BFTK is no lykwols al ôfrûn. Yn „e hjerst fan 2011 is mei de ûnderhannelings oer de nije BFTK foar de perioade 2012-2016 úteinset. Yn it bestjoerlik oerlis fan 22 desimber 2011 mei de ministers Van Bijsterveldt (OCW) en Spies (BZK) is ôfpraat dat de nije BFTK yn „e maitiid fan 2012 ûndertekene wurde sil. De teksten foar dy nije BFTK wurde sûnt de hjerst fan 2011 amtlik taret, troch de provinsje yn oparbeidzjen mei de ministearjes fan OCW, BZK, SZW en Justysje. Op it mêd fan it Frysk yn it bestjoerlik ferkear en it rjochtsferkear wurdt al in soad yn de nije Wet Gebrûk Fryske Taal fêstlein; de nije BFTK sil op dat punt dan ek wat beheinder wêze. Fierder wurde ambysjes dy‟t noch net helle binne yn de nije BFTK op „en nij útwurke. 8.3.13 It kabinet hat begjin july in stânpunt ynnommen oer it advys fan de Stjoergroep Hoekstra, soks yn relaasje ta it rapport fan de ûnderwiisynspeksje oer it Frysk yn it ûnderwiis. Nei oanlieding fan dat kabinetsstânpunt hat OCW yn 2011 in wetsútstel desintralisaasje Frysk yn it ûnderwiis opsteld, dat ynkoarten yn konsultaasje giet en dêrnei nei de Keamer stjoerd wurde sil. Doel fan dat wetsútstel is dat de Wet op it Primêr Ûnderwiis (WPO), de Wet op it Fuortset Ûnderwiis (WVO), de Wet op de Ekspertizesintra (WEC) en de Wet op it ûnderwiistafersjoch (WOT) wizige wurde, sadanich dat de provinsje it foech krijt om de kearndoelen foar it fak Frysk yn basis- en fuortset ûnderwiis fêst te stellen (PS) en foar in part of hielendal ûntheffing ta te kennen oan skoallen foar it opnimmen fan it fak Frysk yn harren learplan. Boppedat bringt de ûnderwiisynspeksje tenei formeel ek ferslach út oan Deputearre Steaten fan Fryslân. Fierder hawwe Ryk en provinsje nei oanlieding fan it kabinetsstânpunt ein desimber 2011 in Konvenant Frysk yn it Ûnderwiis sletten, dêr‟t hja yn ôfpraat hawwe hoe‟t hja mei-inoar oparbeidzje sille op it mêd fan kearndoelen Frysk en ûntheffing salang‟t boppeneamd wetsútstel noch net troch de Twadde en Earste Keamer fêststeld is. Boppedat hat de provinsje yn 2011 in ûnderwiiskommisje foarme, dêr‟t de koepels foar primêr en fuortset ûnderwiis yn fertsjintwurdige binne. Dy kommisje sil, nei wetswiziging, kedize oer saken as nije kearndoelen foar it fak Frysk en it ûntheffingsbelied, en DS dêroer advisearje. De Wet Gebrûk Fryske Taal hat yn 2011 yn „e ynternetkonsultaasje west en leit op it stuit by de Rie fan Steat foar. 8.3.14 Yn 2011 hawwe fjouwer ynstellings út Fryslân fanwegen it provinsjale NPLD-lidmaatskip op wurkbesite west by partners yn it bûtenlân. Tryater en Froeks.tv hawwe nei de Youth Conference yn Ierlân west, de Afûk hat in Community Visit yn Wales ôflein en Omrop Fryslân hat dielnommen oan in Broadcasting Conference yn Wales. De fjouwer ynstellings hawwe mei harren dielname oan boppeneamde konferinsjes ynternasjonale kontakten lein en ynspiraasje opdien foar harren eigen belied en bedriuwsfiering. Yn oktober 2011, yn Brussel, wie de ôfslutende konferinsje fan it MELT-projekt, in projekt dat fuortkommen is út it netwurk fan it NPLD. Dat projekt rjochte him op de promoasje fan it meartalich/twatalich opfieden fan bern yn de âldens oant fjouwer jier en wat dêr foar de âlden, berne-opfang en pjutteboartersplakken de bêste praktykmetoaden foar binne. Neist it Mercator Kennissintrum die it Sintrum Frysktalige Berne-opfang (SFBO) ek oan dat projekt mei. Fierder hat Fryslân mei de ynternasjonale NPLD-partners yn desimber de oanfraach foar it Match-projekt yntsjinne foar it Europeeske Ynterreg-programma. 8.3.15 Mercator hat him yn 2011 fierder ûntwikkele as ynternasjonaal ekspertizesintrum op it mêd fan meartaligens yn brede sin. Mercator is aktyf yn ferskate Europeeske netwurken en is liedend partner fan of partner yn ferskate Europeeske projekten op it mêd fan meartaligens. It sekretariaat fan it Europeesk Buro foar Lytse Talen (EBLT) is by Mercator ûnderbrocht, sadat beide ynstellings gebrûk meitsje kinne fan inoars netwurk.
150
Prestaasjeyndikators Ûnderwerp
Yndikator
Nulmjitting
Kampanje Praat mar Frysk Yntinsjeferklearring Frysk gemeenten Taaloardering Frysk
Tal besikers Hyves Tal leden Praat mar Frysk Tal gemeenten mei in yntinsjeferklearring
125.000 10.000 8
Tal oerheidsynstânsjes
14 (ynkl. 5 gemeenten dy‟t opgeane yn Súdwest Fryslân)
Doelwearden 2011 125.000 10.000 12
Realisaasje 2011 125.000* 12.505** 8***
14 (ynkl. Súdwest Fryslân)
15 (ynkl. Súdwest Fryslân)
* Dat is dreech om te mjitten. Mar mei it each op it grutte tal leden fan de Praat mar Frysk Hyve sil dat tal besikers yn in jier tiid mei gemak helle wurde. It tal besikers fan it webstee fan Praat mar Frysk, www.praatmarfrysk.nl seit faaks mear. Yn 2011 wiene dat 50.000 besikers dy‟t 175.582 siden besjoen hawwe. ** It giet dêrby om de sosjale media yn brede sin, dus Hyves, Twitter en Facebook. De Praat mar Frysk Hyve hat 7.981 leden. Dat ledetal wurdt lytser, soks fanwegen de ôfnimmende populariteit fan Hyves en de tanimmende populariteit fan Facebook. De Praat mar Frysk Community op Facebook hat al mear as 2.500 leden (2.549 op it stuit). Op Twitter hat Praat mar Frysk 1.975 folgers. Alles mei-inoar giet it dus om 12.505 Praat-mar-Frysk-besikers op de sosjale media. Berjochten op de Community op Facebook wurde alle moannen sa‟n 200.000 kear besjoen. Fierder steane der ek in soad Praat-mar-Frysk-filmkes (1.520) op Youtube.com, dy‟t yn 2011 316.128 kear besjoen waarden. Op Twitter hat Praat mar Frysk as Frysktalich Twitteraccount, op Omrop Fryslân nei, it grutste tal folgers. *** De doelwearde 2011 is net helle. Reden is dat gemeenten der op dit stuit fanwegen de kommende weryndielings faak gjin ljocht yn sjogge om sa‟n yntinsjeferklearring mei de provinsje te sluten. Der is noch mei Kollumerlân c.s. praat om ta sa‟n ferklearring te kommen, mar dy gemeente hat úteinlik dochs besletten om it sûnder te dwaan.
Wat hat it beliedsfjild koste? Eksploitaasje Bedraggen x € 1.000
Realisaasje 2010
Baten Oerrinnende passiva Baten mei-inoar Lesten Strukturele beliedsprogrammabudzjetten Tydlike beliedsprogrammabudzjetten Bedriuwsfieringskosten Lesten mei-inoar Resultaat foar bestimming Mutaasje reserve Resultaat nei bestimming
Begrutting 2011 nei wiziging
Rekken 2011
Ferskil Begrutting / Rekken
58 58
0 0
0 0
0 0
4.421
4.198
4.196
2
802
900
901
0
687 5.910
424 5.521
417 5.513
7 8
-5.852
-5.521
-5.513
-8
-37
186
187
0
-5.888
-5.335
-5.326
-9
8.4 Ûnderwiis en Wittenskippen Wat woene wy berikke? (beliedsdoel) In goed ûnderwiisklimaat betsjut dat Fryslân op it mêd fan kwaliteit in plak hat yn de top trije fan Nederlân. Dat stribjen jildt foar yntegraal taalbelied, de ûnderwiiskundige kwaliteit en it paswurk yn de kombinaasjes fan ûnderwiis en
151
learlingesoarch. Yn 2011 binne wy dêrom yn folle faasje fierder gien mei it ta stân bringen fan in profesjonele op prestaasjes rjochte kultuer dy‟t bydraacht oan in brede (kognitive en sosjaal-emosjonele) ûntwikkeling en optimale prestaasjes fan de learlingen yn it Fryske basisûnderwiis. Tagelyk wolle wy ynsette op in goed yntegraal taalbelied, mei omtinken foar talen as fak en as ynstruksjetaal en de relaasje tusken de ferskate talen (Nederlânsk, Frysk en Ingelsk). Wy sjogge ta op in goed spraat, tagonklik, folslein en gearhingjend oanbod fan ûnderwiis dat op syn minst it nasjonaal gemiddelde hellet en optimale skoallearpaden biedt foar de Fryske learlingen yn it ramt fan in goede tarieding op de kenniseknomy. Boppedat stimulearje wy in goed oanbod fan hbû-ûnderwiis en de realisaasje fan de “University Campus Fryslân”.
Hawwe wy berikt wat wy berikke woene? (realisaasje doelen) Beliedsfjild
Lizze wy op skema mei de realisaasje fan de doelen?
8.4 Ûnderwiis en Wittenskippen
Hawwe wy de ferlange resultaten realisearre? / Hawwe wy dien wat wy dwaan woene?
Wat hat it koste? (realisaasje neffens budzjet / ûnder/oerbesteging?)
Taljochting: De doelstellings foar it provinsjale belied oangeande ûnderwiis en wittenskippen, wurde neffens plan helle. Oer it generaal binne de doelstellings dy‟t spesifyk foar 2011 formulearre wiene, helle. De doelen dêr‟t wy ús yn 2009 by it ûndertekenjen fan it kwaliteitsakkoart primêr ûnderwiis Fryslân op fêstlein hawwe, binne yn 2011 helle. Dat betsjut dat it tal swakke en tige swakke skoallen yn Fryslân ôfnommen is oant it nasjonale nivo. Mei de skoallen dy‟t dielnimme oan it projekt Boppeslach (dat is hast de helte fan alle basisskoallen in Fryslân) wurkje wy oan it ta stân bringen fan yntegraal taalbelied yn ús basisskoallen. Derby wurkje wy mei it hiele fjild, fan VVE oant WÛ oan de realisaasje fan in trochgeande learline Frysk. Dat is ien fan de spearpunten fan ús belied. Troch de pilot dy‟t wy útfiere mei it trijetalich fuortset ûnderwiis kinne learlingen yn in tal gemeenten al effektyf de trochgeande learline VVE, PÛ, FÛ folgje. De realisaasje fan de University Campus Fryslân leit op skema. Hawwe wy de ferlange resultaten helle / hawwe wy dien wat wy dwaan woene? Ferlange resultaten Beliedsmêd 8.4 – Ûnderwiis en Wittenskippen 1. Wy besykje yn it ramt fan yntegraal taalbelied yn it ûnderwiis en foarskoalske edukaasje it tal Frysktalige of twatalige bernesintra op 110 te bringen. 2. Wy wolle foar de foarskoalske perioade in Bernefolchsysteem ta stân bringe en ynfiere. Dêryn krijt de talige ûntwikkeling fan de bern in foaroanplak. 3. Yn 2011 wurdt de marketingstrategy oangeande de foardielen fan trijetalich ûnderwiis rjochte op âlden, lykas dy yn 2010 opset is, fuortset en komt ta utering by de aktiviteiten as neamd by de punten 4, 5 en 6. 4. Op syn minst 150 skoallen hawwe it materiaal fan Studio F goed ynpast. 5. It grutste part fan de Boppeslach projektskoallen wurket mei in taalbeliedsplan. 6. It tal trijetalige skoallen leit flink boppe de 40. 7. De Cito-toets Begripend Lêzen Frysk sil yn 2011 ree wêze en beskikber komme foar groep 8 fan it primêr ûnderwiis. 8. Wat it fuortset ûnderwiis oanbelanget binne alle direksjes fan skoallen op „e hichte fan it nije ûntheffingsbelied. 9. Skoallen dy„t noch net oan de ferplichting foar it fak Frysk yn de earste faze foldogge, binne yn 2011 dwaande om it oanbod Frysk te ferbetterjen. 10. In lyts tal skoallen foar fuortset ûnderwiis biedt it fak Frysk yn alle learjierren oan. 11. Ein 2011 is der by it management en de kolleezjes fan bestjoer fan de Fryske mbû-ynstellings genôch draachflak foar de dúdlike erkenning dat de Fryske taal in plak hat yn it ramt fan de meartalige kontekst fan it sekundêr beropsûnderwiis. 12. Ein 2012 is der by de trije Fryske mbû-ynstellings genôch romte en binne der genôch foarsjennings (materiaal en minsken) om de Fryske taal yn alle lear- en beropssituaasjes yntegraal brûke te kinnen.
152
Belied
Tiid
Jild
Ferlange resultaten 13. Yn 2011 biede beide pabû‟s - njonken it nije learplan foar de inisjele oplieding ek in folslein programma oan foar byoplieding yn it ramt fan it nije foech Frysk. 14. Foar it projekt Boppeslach jildt dat yn 2011 sa‟n 90 projektskoallen wurkje oan de kwaliteitsferbettering fan it taalûnderwiis en 160 skoallen oan de ferbettering fan de ûnderwiiskundige kwaliteit. 15. Der wurdt ynset op in goede lokale gearwurking tusken ûnderwiis en de soarchsektor yn it ramt fan “passend onderwijs” en de realisaasje fan „Centra voor Jeugd en Gezin‟. 16. Begjin 2011 komt de Fryske Akademy mei de eigen effektrapportaazje oer de ôfrûne projektfaze en ein 2011 wurdt de jierrapportaazje Boppeslach op grûn fan it projektplan 2011 gearstald. 17. Yn 2011 rint it projekt beropstariedend ûnderwiis op basis fan it prinsipe „masterfeint‟ ôf. De resultaten fan dat projekt wurde dan oanbean. 18. Op it mêd fan kennis en kennisekonomy, sille wy yn 2011 de seis hotspots út de nota „Kennis en ynnovaasje as motor‟ fierder stal jaan. 19. De ûntwikkeling fan de Fryske Akademy sil fierder stimulearre wurde, neffens it masterplan, yn de rjochting fan in fleksibele, heechweardige kennisynstelling op it mêd fan de Fryske taal, kultuer en skiednis, op grûn fan it fisitaasjerapport fan de KNAW fan 2009. 20. Troch it operasjonalisearjen fan de business case University Campus Fryslân, sille wy de akademyske profilearring fan Fryslân fierder fuortsterkje.
Belied
Tiid
Jild
Taljochting 8.4.1 Der is in flink tal twatalige bernesintra. Dat betsjut dat bern no op in grut tal pjutteboartersplakken en berneopfangsintra sawol it Nederlânsk as it Frysk meikrije en dêrmei fierder bouwe kinne oan de basis foar it Frysk dy‟t thús al lein is. 8.4.2 Der is in bernefolchsysteem ûntwikkele dêr‟t de taalûntwikkeling fan bern in foaroanplak yn krigen hat. Op in tal pjutteboartersplakken yn Fryslân rint op it stuit noch in proef datoangeande. 8.4.3. De besteande strategy wurdt oanholden. Dy strategy komt ta utering yn de punten 4, 5 en 6. 8.4.4. Sa‟n 250 basisskoallen hawwe de help fan Taalsintrum Frysk ynroppen by de ynfiering fan Studio F. Op grûn dêrfan mei oannommen wurde dat al dy skoallen de metoade goed tapasse. 8.4.5. It grutste part fan de skoallen dy‟t oan Boppeslach meidogge, hat in taalbeliedsplan (sawat de helte fan it tal skoallen yn Fryslân docht oan it projekt Boppeslach mei). Foar de provinsje as gehiel leit dat persintaazje op omende-by 50%. It persintaazje by de Boppeslach projektskoallen leit dus wat heger. Yn Fryslân komme der hieltyd mear. Dat komt ek om‟t wy meiwurkje oan it netwurk fan taalkoördinators. 8.4.6. Der binne aardich wat trijetalige basisskoallen. Dat betsjut dat op in grut tal basisskoallen systematysk ûnderwiis jûn wurdt yn trije talen: Nederlânsk, Frysk en Ingelsk. Út ûndersyk is nei foaren kommen dat bern dêrtroch, krekt as oare bern, it Nederlânsk machtich binne, mar it Frysk better behearskje en makliker Ingelsk prate. 8.4.7. De cito- toets begripend lêzen Frysk is yn 2011 ta stân brocht en kin oan „e ein fan it rinnende skoaljier troch de skoallen brûkt wurde. Yn maart sil de toets feestlik lansearre wurde. 8.4.8. Deputearre Steaten hawwe op dit stuit it foech om skoallen in folsleine ûntheffing te jaan foar it fak Frysk. Dat betsjut dat dy skoallen dy‟t sa‟n ûntheffing hawwe, neat oan it fak Frysk te dwaan. It kabinet hat oanjûn posityf te stean oangeande it mooglik meitsjen fan in parsjele ûntheffing en in wetswiziging dêrta yn gong te setten. It provinsjale ûntheffingsbelied sil yn de rin fan 2012 noch fierder taret wurde moatte. Ta definitive fêststelling dêrfan kin oergien wurde as de Wet op it Fuortset Ûnderwiis (WVO) wizige is. Dan sille alle direksjes op „e hichte brocht wurde fan it ûntheffingsbelied. 8.4.9. By de skoallen dêr‟t noch gjin ûnderwiis yn it Frysk jûn wurdt, is it Frysk op „en nij troch it Taalsintrum Frysk oan „e oarder brocht. Dat is dien troch yndividueel kontakt mei de skoallen, mar ek fia de koepelorganisaasje. In grut tal skoallemienskippen sille yn dat ferbân stappen sette. 8.4.10. Op in tal skoallen foar fuortset ûnderwiis yn Fryslân wurdt Frysk yn alle learjierren jûn. Sadwaande kinne learlingen ek eineksamen foar it fak Frysk dwaan.
153
8.4.11 en 12 Mei de organisaasje fan it wurk om draachflak te krijen en genôch foarsjennings ta stân te bringen, is úteinset. Om te kommen ta konkrete resultaten binne fan „t jier konkrete ôfspraken makke mei it Taalsintrum Frysk. Fierder is de wurkgroep dy‟t him dwaande hâldt mei it Frysk yn it mbû op „en nij aktivearre. Sa is ekstern in positive beweging ûntstien. 8.4.13. Op beide pabû‟s kin it neiopliedingstrajekt foar it foech Frysk folge wurde. 8.4.14. De útfiering fan it projekt Boppeslach rint goed. Yn 2011 is in begjin makke mei de oerdracht fan noch mear ferantwurdlikens fan de skoallen en harren foechhawwend gesach. Dy oerdracht is mei faasje mei úteinset. De rol fan de provinsje wurdt dêrmei minder liedend. De klam ferskoot fan kwaliteit fan ûnderwiis nei ynset op taalbelied en meartaligens as kâns. 8.4.15. Gedragswerk en Partoer binne yn opdracht fan de provinsje dwaande om ûnderwiis diel útmeitsje te litten fan de jeugdsoarchstring. Yn 2011 hat dat ûnder oare laat ta trije regionale gearkomsten. 8.4.16. De resultaten binne mûnling presintearre, in skriftlik ynhâldlik ferslach wurdt begjin 2012 ferwachte. 8.4.17. De resultaten fan it t projekt binne oanbean. It projekt is suksesfol ferrûn. 8.4.18. De seis hotspots út de nota „Kennis en ynnovaasje as motor‟ binne ûnderbrocht en ferwurke yn de realisaasje fan de University Campus Fryslân. 8.4.19. Wittenskiplik sjoen giet it goed. It Wurdboek fan de Fryske Taal (WFT) is no klear en boppedat opnommen yn de digitale yntegrearre Taaldatabank fan it Instituut voor de Nederlandse Lexicologie (INL.) In oar taalkundeprojekt dêr‟t in start mei makke is, is it Taalportaal dêr‟t alle grammatikale kennis oer it Nederlânsk en it Frysk sammele en (digitaal) ûntsluten wurde sil. De útfiering fan it masterplan hat fierder stal krigen. De nije húsfestingsplannen fan de Fryske Akademy binne yn 2011 neier útwurke. 20. De tariedings troch de Stichting UCF – yn nau oparbeidzjen mei de eigen netwurkpartners – hat laat ta in beskikking foar de master Wettertechnology fan Wetsus. Fierder hat de stichting ein 2011 it plan foar de International Graduate and Research School by DS yntsjinne. De tariedings foar de master multilingualism – troch de RUG – binne no sa fier dat begjin 2012 in oanfraach ferwachte wurdt. De Stichting UCF hat in beskikking krigen foar syn mearjierreproduktplan 2011-2015. De rezjy fan de stichting leit sûnt 1 juny 2011 by prof.dr. F. Zwarts, heechlearaar en bestjoerder fan de UCF. De rie fan tafersjoch is operasjoneel sûnt maart 2011. Der is tydlike húsfesting foar it buro fan de stichting fûn yn de Johannes de Dopertsjerke yn Ljouwert. De Wittenskiplike Advysrie sil yn 2012 los. Wy hawwe ôfpraat dat der in dúdlike rapportaazje komt oer UCF. Krekt as yn de BERAP II - 2011 is de rapportaazje yn in aparte taheakke opnommen. UCF It programma IGRS: o Ein 2011 hat de Stichting UCF it plan foar de International Graduate and Research School by ús yntsjinne. Dat is opsteld yn nau oparbeidzjen mei de trije Ljouwerter hegeskoallen, Wetsus, de Waadakademy en de Fryske Akademy. It giet ynearsten om de earste transj fan twa en der wurdt ynset op 16 promovendi. Yn de twadde transj komme der noch 24 promovendi by. Mei de twadde transj wurdt begjin 2013 úteinset. Toerisme: o Ynset fan de stichting is it ferwêzentlikjen fan in akademyske master yn 2013. Stenden hat in earste konsept / fisy klear. It doel is om de master yn breder ferbân – dus mei universiteiten yn binnen- en bûtenlân – te ferwêzentlikjen yn oerlis mei Stenden. Der wurdt ek al neitocht oer in akademyske bacheloroplieding, neist de hbû-bachelor. MEEM (master energy and environmental management): o De UT hat in plan opsteld foar it bestindigjen en it útwreidzjen fan de besteande MEEM. Dat is op „t heden in postinisjele oplieding. De útwreiding hâldt ûnder oare yn dat in watertrack yn de oplieding ferfrissele wurdt. UCF stjoert ek op it omsetten fan of it ferbreedzjen fan in inisjele masteroplieding.
154
Wettertechnology: o It plan is klear en de stichting hat syn advys útbrocht. Yn desimber hawwe wy € 8 ton beskikt foar de nije master – en joint degree – Watertechnology. Multilingualism: o In konseptplan foar de master fan de RUG fan novimber 2011 wurdt by de tiid brocht. Fan de kant fan de stichting is oanjûn dat benammen de RUG en de NHL alle war dwaan wolle om de master multilingualism yn Ljouwert te ferwêzentlikjen en dat de FA him dêrby oanslute kin. Wy hawwe de partijen frege om uterlik op 1 oktober 2011 mei it plan te kommen. Dêrnei kinne wy de stichting it fersyk dwaan om in advys oan ús út te bringen. o It kuratoarium fan it Lektoraat Meartaligens is frege om in businesscase op te stellen en yn te tsjinjen foar de perioade 2012-2014. Iepen ynnovaasje: o Op grûn fan petearen mei de stichting wurket de NHL yn 2011 en 2012 it faset ûndersyk (yn it ramt fan IGRS) en it masterûnderwiis fierder út. bestjoerskunde / governance: o Foar it ûnderdiel governance / bestjoerskunde kin meidield wurde dat der nei oanlieding fan foarpetearen oerlis mei NHL en RUG taret wurdt oer de upgrading fan de Thorbecke Akademy yn oparbeidzjen mei de RUG. Der hat al in earste ferkenning west en de stichting jout dat in wat legere prioriteit as oare ûnderdielen fan it UCF-programma. bedriuwslibben: o De koepels binne ree om mei te wurkjen oan it ferwêzentlikjen fan de UCF. VNO/NCW hat oanbean om it ferwêzentlikjen fan UCF op te nimmen yn de eigen rige fan petearen mei it bedriuwslibben yn it seizoen 2011-2012; o UCF hat him ferbûn mei it Ûndernimmersplein; o Ûnderwilen hat der fruchtber oerlis west mei Paques (Balk) en Philips (Drachten). Fierder binne kontakten mei Friesland Campina lein. Akademysk klimaat Dat ûnderdiel krijt stal ûnder de rezjy fan de gemeente Ljouwert en yn nau oparbeidzjen mei de Stichting UCF. De gemeente Ljouwert is op it stuit yn petear mei de Stichting Studintehúsfesting SSH en DUWO (nasjonale organisaasje foar studintehúsfesting) om de húsfesting fan studinten better te krijen. Yn septimber 2011 wie der in debat oer it akademysk klimaat, organisearre troch de gemeente Ljouwert. Op 18 novimber 2011 wie it iepeningssympoasium UCF, de jûns mei in feest foar studinten en gasten. Kommunikaasje Op grûn fan it Programma UCF leit der no in earste oanset foar de kommunikaasje. Op 18 novimber 2011 binne de UCF-site en de hússtyl, as ûnderdiel fan it startsympoasium UCF yn Ljouwert, de wrâld ynstjoerd. Middels De neikommende beskikkings oer mear jierren binne ôfpraat: 1. € 2,4 miljoen stichting 2. € 0,5 miljoen kommunikaasje 3. € 0,8 miljoen Wetsus
155
Prestaasjeyndikators Ûnderwerp Frysk yn de FFE Frysk yn it PU
Frysk yn it FU
Underwiiskwaliteit PU UCF
Yndikator
Nulmjitting
Doelwearden 2011 110 40
Realisaasje 2011 110 45
Tal bernesintra dat Frysk brûkt Tal meartalige skoallen Tal skoallen dat eintoets Frysk brûkt Tal trijetalige skoallen
100 yn 2010 20 yn 2011 0% yn 2010 20 yn 2011
40
45
Tal skoallen dat it fak Frysk yn de earste faze oanbiedt Tal skoallen dat it fak Frysk yn alle learjierren oanbiedt. Tal tige swakke skoallen
70%
80%
70%
25%
40%
25%
26 in 2008
<10
5
Tal swakke skoallen Úteinsette mei UCF
70 in 2008 Start yn 2011
<40
24
Ja
Ja
Foar Frysk yn it fuortset ûnderwiis jildt dat dêr wol stappen set binne, mar der is yn 2012 noch wol winst te beheljen. Mei ynvestearrings lykas Freemwurk binne wy dêr yn 2011 al op foarútrûn. It tal swakke en tige swakke skoallen is ôfnommen oant it nasjonale nivo yn 2007. Dêrmei hawwe wy de doelstellings út it kwaliteitsakkoart helle. Mei Boppeslach sette wy fansels yn op it boargjen fan de resultaten, mei it doel om Fryslân yn de top trije te krijen en te hâlden. Wat hat it beliedsfjild koste? Eksploitaasje Bedraggen x € 1.000
Realisaasje 2010
Baten Foarsjennings Baten mei-inoar Lesten Strukturele beliedsprogrammaudzjetten Tydlike beliedsprogrammabudzjetten Foarsjennings Bedriuwsfieringskosten Lesten mei-inoar Resultaat foar bestimming Mutaasje reserve Resultaat nei bestimming
Begrutting 2011 nei wiziging
Rekken 2011
Ferskil Begrutting / Rekken
9 9
6 6
4 4
2 2
2.442
2.411
2.455
-44
5.251
5.426
6.197
-771
16 385 8.095
26 371 8.234
1 365 9.017
25 6 -784
-8.085
-8.228
-9.014
786
-826
-3.026
-2.199
-827
-8.911
-11.254
-11.213
-41
Taljochting Tydlike budzjetten By de tydlike budzjetten giet it by de lesten om in oerbesteging fan € 771.000. Troch in korreksje op de mearjierrige ferplichtings (beskikkings) fan it programma UCF falle de lesten foar it grutste part yn it boekjier 2011. Mei-inoar giet it om in bedrach fan om-ende-by € 800.000. Dy oerbesteging wurdt dutsen troch budzjetten yn 2012 nei foaren te heljen fia de mutaasje reserves. Dêrneist is der noch wat frijfal nei foaren kommen op it projekt regionale arranzjeminten. Dat projekt hat in relaasje mei it ôfboude programma talinten foar jonge minsken (sjoch haadstik 7). Úteinlik die bliken dat sa‟n € 30.000 net mear nedich wie; dy middels komme te‟n goede fan it rekkensaldo. Foarsjenning De neamde foarsjenning is it Jorritsma-Boschmafonds.
156
3.9 Programma 9. Ruimte en Wonen Portefeuillehouder: J.H.J. Konst
A. Programmarealisatie Wat wilden we bereiken? (beleidsdoelen Begroting 2011) Een duurzame ruimtelijke ontwikkeling van Fryslân gericht op een economisch sterk en tegelijkertijd mooi Fryslân. Doel is een toekomstbestendige ontwikkeling van sterke steden en een vitaal platteland. Ruimtelijke ontwikkeling is bedoeld om ontplooiingsmogelijkheden voor de bevolking te bieden: een krachtige economische ontwikkeling, goede woon- werk- en leefmilieus, een hoogwaardig landschap, een leefbaar platteland, goede verblijfsmogelijkheden voor toeristen en recreanten, een duurzame ecologische ontwikkeling, een schoon milieu, zorgvuldig waterbeheer en geleiding van de mobiliteit. Vanuit het principe van een zorgvuldig en doelmatig ruimtegebruik vindt een integrale afweging van alle belangen plaats. Het maatschappelijke kader voor deze integrale afweging van belangen is vastgelegd in het streekplan Fryslân 2007, “Om de kwaliteit fan de romte”. Dit streekplan heeft een wettelijke status als structuurvisie op grond van de wet ruimtelijke ordening. Het programma ruimtelijke kwaliteit maakt deel uit van de uitvoering van het streekplan. Het doel van het programma ruimtelijke kwaliteit is Fryslân zichtbaar mooier te maken: „Fryslân op afstand de mooiste provincie van Nederland‟. Uitgangspunt is dat bij nieuwe ontwikkelingen bewust moet worden omgegaan met bestaande waarden en kwaliteiten. Dit betekent behoud, maar ook ontwikkeling en versterking van die waarden en kwaliteiten en het toevoegen van nieuwe waarden en kwaliteiten. De ambitie van het programma is om, samen met anderen, te werken aan een mooier en duurzamer Fryslân, waarin de provincie ontwikkelingen als kans ziet om het karakter en de identiteit van het Friese landschap en de dorpen en steden sterker te maken.
Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? (doelenrealisatie 2011) Beleidsvelden
Liggen we op schema met de doelenrealisatie?
9.1 Planvorming, onderzoek en monitoring 9.2 Realiseren ruimtelijke ontwikkelingen 9.3 Wonen
Hebben we de gewenste resultaten gerealiseerd? / Hebben we gedaan wat we wilden doen?
Toelichting / relevante ontwikkelingen die zich in 2011 hebben voorgedaan / high lights De belangrijkste ontwikkelingen in 2011 zijn: Decentralisatie Rijksbeleid, vastgelegd in structuurvisie Infrastructuur en Ruimte; Bezuinigingen Rijk (na 2014 geen ISV meer); Schaalvergroting in de landbouw; Verordening Romte vastgesteld (juni 2011); Beleidsopgave Bevolkingsontwikkeling en Menukaart Krimp aan u toegezonden; Nieuwe uitvoeringsagenda Streekplan 2011 – 2014 door u vastgesteld; Aantal opgeleverde nieuwbouw woningen gezakt naar dieptepunt..
157
Wat heeft het gekost? (realisatie conform budget / onder/overschrijding?)
Wat heeft het programma gekost? Exploitatie Bedragen x € 1.000
Realisatie 2010
Baten 9.1 Planvorming, onderzoek en monitoring 9.2 Realiseren ruimtelijke ontwikkelingen 9.3 Wonen Totaal Baten Lasten 9.1 Planvorming, onderzoek en monitoring 9.2 Realiseren ruimtelijke ontwikkelingen 9.3 Wonen Totaal Lasten Resultaat voor bestemming Mutatie reserves Resultaat na bestemming
Begroting 2011 na wijziging
Rekening 2011
Verschil Begroting/ Rekening
829
607
607
0
36
0
0
0
1.999 2.863
1.700 2.307
22.382 22.989
-20.682 -20.682
1.981
1.562
1.557
4
3.224
2.762
2.518
244
4.132 9.337
3.872 8.196
11.621 15.696
-7.749 -7.501
-6.474
-5.888
7.293
-13.181
-392
727
1.924
-1.197
-6.866
-5.161
9.217
-14.378
B. Beleidsvelden 9.1 Planvorming, onderzoek en monitoring Wat wilden we bereiken? (beleidsdoel) Een toekomstbestendige integrale ruimtelijke ontwikkeling van Fryslân die afgestemd is tussen overheden, interactief tot stand komt en vastgelegd is in actuele en breed gedragen beleidskaders die uitgevoerd kunnen worden.
Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? (doelrealisatie) Beleidsveld
Liggen we op schema met de doelenrealisatie?
Hebben we de gewenste resultaten gerealiseerd? / Hebben we gedaan wat we wilden doen?
Wat heeft het gekost? (realisatie conform budget / onder/overschrijding?)
9.1 Planvorming, onderzoek en monitoring Toelichting In 2011 hebben wij voor planvorming, monitoring en onderzoek: voorbereiding nieuw Windbeleid voortgezet: Houtskoolschets vastgesteld, in Coalitieakkoord nader aangescherpt. Structuurvisie en PlanMER in voorbereiding; intensieve discussie gevoerd over werkwijze en structuur van het RCW; het Provinciaal beleidskader stedelijke vernieuwing 2012-2015 en het Aanvalsplan herstructurering Friese woningvoorraad (voor de (middel)lange termijn t/m 2022) opgesteld, en januari 2012 vastgesteld; het Provinciaal beleidskader en het Aanvalsplan zijn ter behandeling aan u toegezonden;
158
de Beleidsopgave 2010 -2030 Bevolkingsontwikkeling Fryslan vastgesteld en een Uitvoeringspamflet opgesteld waarin we aangeven wat wij gaan doen. In 2011 is aansluitend in de Menukaart Krimp aangegeven dat de provincie zich in 2011 – 2013 vooral richt op agendering, bewustwording en kennisdelen. Daarna stimuleren wij regionale integrale plannen van aanpak.
Hebben we de gewenste resultaten bereikt / Hebben we gedaan wat we wilden doen? Gewenste resultaten Beleidsveld 9.1 - Planvorming, onderzoek en monitoring 1. In 2011 wordt nieuw beleid voor windenergie vastgesteld. In de Statencommissie Lân, Loft en Wetter van september 2009 is u toegezegd dat u in het voorjaar van 2010 een concrete uitwerking van het nieuwe beleid voor windenergie wordt e toegezonden in de vorm van een voorontwerp structuurvisie. Zoals we u in de 1 Berap 2010 hebben laten weten schuift deze termijn op naar de tweede helft van 2010. 2. De Beleidsagenda demografische ontwikkelingen (plus uitvoeringsnotitie) wordt ter vaststelling aan u voorgelegd. De effecten van de bevolkingsontwikkeling in Fryslân zijn beschreven in de notitie Krimp en groei, demografyske feroaring yn de provinsje Fryslân (januari 2010). Samen met alle betrokkenen stellen wij inmiddels de beleidsagenda op. Wij geven zo uitvoering aan de motie bij de behandeling van de begroting 2010 (november 2009) waarin u ons opdroeg een aanvalsplan krimp op te stellen. 3. Het aanvalsplan naoorlogse woningvoorraad opstellen, gericht op duurzame en energiezuinige herstructurering van de woningvoorraad. Ook hiervoor heeft u ons bij motie bij de begrotingsbehandeling in november 2009 opdracht gegeven. 4. Het aanvalsplan bedrijventerreinen is op hoofdlijnen gereed. U heeft het ter kennisneming ontvangen (juni 2010). Dit provinciale plan herstructurering bedrijventerreinen 2010–2013 wordt samen met de gemeenten verder uitgewerkt. Wij ondersteunen de gemeenten bij het proces om tot regionale samenwerking te komenbij de (her)ontwikkeling van bedrijventerreinen, waaronder het toepassen van de SER-ladder en het opstellen van regionale programma‟s. 5. Zoals wij u bij brief van mei 2010 lieten weten, stellen wij voor de tussentijdse evaluatie van het streekplan pas in 2012 uit te voeren. 6. Uitwerken van de MIRT-afspraken met het Rijk voor verstedelijking; verstedelijkingsafspraken stadsregio Leeuwarden, stedelijke gebiedsontwikkeling zoals Nieuw stroomland en samen met de gemeenten uitwerken van de overige integrale gebiedsprojecten Drachten, Heerenveen, Sneek en Harlingen. 7. Deelnemen aan (initiatief ligt bij het Rijk) het opstellen van de gebiedsagenda voor het IJsselmeer 8. Deelname in coördinatie van het waddenbeleid (stuurgroep waddenprovincies en RCW) en waddengerelateerde programma‟s en projecten (waddenfonds, kennis voor klimaat deltaprogramma waddengebied en Afsluitdijk) en ondersteunen van de regisseur waddenfonds en internationaal (die worden ingevuld vanuit Fryslân) 9. Het leveren van provinciale inbreng in SNN, IPO, diverse Rijksprojecten zoals 380 kV hoogspanninglijn, gasleiding Eemshaven-Randstad en windpark Noordoostpolder. 10. Het voeren van het secretariaat Provinsjale Kommisje kritebelied (PKKB) en ook de uitvoering, evaluatie en functioneren van de PKKB.
Beleid
Tijd
Geld
Toelichting 9.1.1 In februari 2011 bent u op hoofdlijnen akkoord gegaan met de Houtskoolschets voor windenergie waarin de visie voor het nieuwe windbeleid is opgenomen. Na de verkiezingen zijn in het coalitieakkoord (april 2011) nieuwe afspraken over de zoekgebieden voor windenergie gemaakt en is met name het zoekgebied voor windclusters nader ingevuld naar drieconcrete zoekgebieden: het IJsselmeer, de kop van de Afsluitdijk en bij Heerenveen. Voor de op te stellen structuurvisie windenergie wordt een plan-MER opgesteld. Inmiddels is ook op Rijksniveau een structuurvisie windenergie in voorbereiding. Conform het regeerakkoord wil het rijk 6000 MW aan windenergie realiseren in Nederland (in 2020). In dit kader is in IPO-verband een aanbod aan het rijk gedaan om circa 5000 MW te realiseren. Voor Fryslân hebben wij aangeven hiervan 400 Mw bij te dragen.
159
Daarnaast speelt het project E10, een combinatie van vijf losse windprojecten in het Noordoosten en midden van Fryslân, die opgeteld een project willen vormen van meer dan 100 MW en als zodanig is aangemeld voor de Rijkscoördinatieregeling. Dit initiatief past niet in ons Coalitieakkoord. 9.1.2 De “Aanpak Demografische Ontwikkelingen” is eind augustus aan u toegezonden en omvat de Beleidsopgave 20102020 Fan mear nei Better en de Menukaart 2011-2013. 9.1.3 In aansluiting op ons coalitieakkoord hebben wij het aanvalsplan herstructurering naoorlogse woningvoorraad verder uitgewerkt. Dit aanvalsplan combineren wij met een actueel ISV3- beleidskader op basis waarvan op korte termijn ISV-projecten kunnen worden uitgevoerd. Het aanvalsplan herstructurering naoorlogse woningvoorraad is in de tijd enigszins vertraagd in afwachting van het langere termijn perspectief dat in het coalitieakkoord is opgenomen. Voor de korte termijn zijn al financiële middelen opgenomen in de begrotingvoor de komende jaren (t/m 2015). 9.1.4 De ondersteuning van de gemeenten om regionale bedrijventerreinenplannen te maken is succesvol gebleken. In al die regionale plannen wordt naast de afspraken over de programmering en fasering van nieuwe terreinen, ook de herstructureringsopgave in beeld gebracht. Samen met het PHP (wat is PHP) vormen de vier regionale bedrijventerreinenplannen daardoor het provinciaal aanvalsplan herstructurering bedrijventerreinen. Dit PHP is door het Rijk goedgekeurd. De Rijksmiddelen voor dit doel (in totaal bijna € 5,2 mln.) zijn toegezegd en gedeeltelijk al aan ons uitgekeerd. Het Rijk verwacht wel dat de provincie hier eenzelfde bedrag aan bijdraagt.. Tot en met 2011 is inmiddels is 1,7 miljoen euro. aan provinciale middelen beschikbaar gesteld, dan wel uitgegeven (inclusief de op 3 november 2011 door PS beschikbaar gestelde bijdrage aan de herstructurering van VenekotenNoord). Er rest nog een aanvullende cofinanciering van iets meer dan 3,4 miljoen. Met het rijksgeld en de provinciale cofinanciering komt in totaal een potentiële financieringsbron van ruim 10 miljoen. euro beschikbaar, in principe voldoende om 25 procentvan de geraamde kosten van circa € 38 miljoen te subsidiëren. De rest zal van de gemeenten en bedrijfsleven moeten komen. 9.1.6 Zoals ook in de Berap vermeldt,is deze taak vervallen omdat het nieuwe kabinet verstedelijking, buiten de Randstad en de regio Eindhoven, niet langer als een Rijksbelang ziet. Ook gebiedsontwikkeling wordt primair als een taak van de regionale overheden gezien. Het nieuwe Rijksbeleid is verwoord in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte, die begin 2012 definitief wordt. Tegen het ontwerp van deze Structuurvisie hebben wij in SNN-verband een zienswijze ingediend. Belangrijkste onderwerp daarin is het pleidooi om Noord-Nederland als energyport op te nemen in de Structuurvisie, waarmee Noord-Nederland een vergelijkbare positie krijgt als de nationale mainports, brainports en greenports. Onze inzet is gedeeltelijk gehonoreerd. Als opgave van nationaal wordt gezien het versterken van Energyport (Noord-) Nederland als internationaal energieknooppunt en kenniscentrum voor energievoorziening en –transitie. Op termijn kan dit leiden tot een vergelijkbare status als de huidige nationale “ports”. 9.1.7 Het Rijk heeft nog geen initiatief genomen voor een gezamenlijke gebiedsagenda IJsselmeer. Wel wordt door het Rijk met inbreng van de provincies gewerkt aan het Deltaprogramma IJsselmeer. 9.1.8 In maart hebben wij u het Evaluatierapport bestuurlijke organisatie Waddengebied en het adviesrapport Toekomst bestuurlijke organisatie waddengebied van Bureau Berenschot ter kennisneming toegestuurd. Naar aanleiding van deze rapporten is een Stuurgroep uit het RCW ingesteld om deze adviezen uit te werken in een nieuw Regiecollege Waddengebied. De afronding hiervan kost meer tijd dan voorzien. Het RCW heeft de discussie over de bestuurlijke organisatie van het Waddengebied nog niet afgerond. Op grond hiervan bent u nog niet nader geïnformeerd over de uitkomst hiervan. Zodra er duidelijkheid is over de nieuwe koers van het RCW zullen wij u hierover informeren. Met ingang van 2012 is de formatie van InterWad als gevolg van Rijksbezuinigingen teruggebracht van 3,4 fte naar 0,9 fte is de overeenkomst van InterWad met de stichting ICTU beëindigd en is de website www.waddenzee.nl ondergebracht bij het RCW. In de loop van 2012 wordt definitief besloten over de voortzetting van de website en de wijze waarop.
160
Wat heeft het Beleidsveld gekost? Exploitatie Bedragen x € 1.000
Realisatie 2010
Baten Tijdelijke beleidsprogrammabudgetten Overlopende passiva Totaal Baten
Begroting 2011 na wijziging
Rekening 2011
Verschil Begroting/ Rekening
74
0
20
-20
754 829
607 607
587 607
20 0
146
146
146
0
Lasten Structurele beleidsprogrammabudgetten Tijdelijke beleidsprogrammabudgetten Overlopende passiva Bedrijfsvoeringskosten Totaal Lasten
352
11
28
-17
786 697 1.981
607 797 1.562
599 784 1.557
8 13 4
Resultaat voor bestemming
-1.153
-955
-950
-4
95
0
0
0
-1.057
-955
-951
-4
Mutatie reserve Resultaat na bestemming
9.2 Realiseren ruimtelijke ontwikkelingen Wat wilden we bereiken? (beleidsdoel) Behalve beleid opstellen willen we vooral ook dat het beleid gerealiseerd wordt. Dat kan door doorwerking van het provinciaal ruimtelijk beleid in gemeentelijke ruimtelijke plannen en door zelf als provincie de regie voor de uitvoering op te pakken. Het streekplanbeleid wordt uitgevoerd in overeenstemming met de Uitvoeringsagenda Streekplan. De uitvoering van ruimtelijk beleid door de provincie zelf verloopt via meerdere sporen, programma‟s en projecten die binnen de overige begrotingsprogramma‟s vanuit de provincie worden geprogrammeerd, zoals bijvoorbeeld landinrichting via het pMJP, het Fries merenproject of het PVVP.
Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? (doelrealisatie) Beleidsveld
Liggen we op schema met de doelenrealisatie?
Hebben we de gewenste resultaten gerealiseerd? / Hebben we gedaan wat we wilden doen?
Wat heeft het gekost? (realisatie conform budget / onder/overschrijding?)
9.2 Realiseren ruimtelijke ontwikkelingen Toelichting In 2011 zijn de volgende doelen bereikt: De Verordening Romte is aan u voorgelegd ter vaststelling (juni 2011); De Uitvoeringsagenda Streekplan 2011-2014 is vastgesteld; De werkwijze Nije Pleats, voor de begeleiding van schaalvergroting in de landbouw, is in overleg met de Friese gemeenten geïmplementeerd; Beleid voor de schaalvergroting in de landbouw (melkveehouderij) vastgesteld.
161
Hebben we de gewenste resultaten bereikt / Hebben we gedaan wat we wilden doen? Gewenste resultaten Beleidsveld 9.2 - Realiseren ruimtelijke ontwikkelingen 1. Wij blijven ontwikkelingsgericht werken en inzetten op proactieve advisering aan gemeenten en initiatiefnemers door informeel vooroverleg. Gemeenten en initiatiefnemers worden uitgenodigd in een zo vroeg mogelijk stadium plannen en projecten voor te leggen aan de provincie. 2. Bij het beoordelen van gemeentelijke bestemmingsplannen en projecten worden de instrumenten die de Wet ruimtelijke ordening biedt ingezet: vooroverleg, zienswijze en/of reactieve aanwijzing. Daarnaast wordt een provinciale Verordening Ruimte opgesteld die in 2011 vastgesteld kan worden. In deze verordening is het streekplan beleidsneutraal vertaald. Omdat de verordening zich minder leent voor verdeelvraagstukken zoals kwantiteit van woningen, bedrijventerreinen en kwaliteitsaspecten is met de Friese gemeenten overeengekomen naast de verordening te werken met een samenwerkingsagenda. Ook deze samenwerkingsagenda zal in 2011 aan Provinciale Staten worden voorgelegd. 3. In 2010 wordt gerapporteerd over de stand van zaken met betrekking tot de uitvoeringsagenda streekplan Fryslân 2007– 2010 en wordt besluitvorming voorbereid voor de actualisatie van de Uitvoeringsagenda voor de periode 20112014. 4. Een hoofdbestanddeel van de uitvoering van het streekplan is het programma ruimtelijke kwaliteit. Dit programma zet in op het stimuleren van (meer) aandacht voor ruimtelijke kwaliteit via het Atelier Fryslân, een onafhankelijke werkplaats voor ruimtelijke kwaliteit en een provinciaal kwaliteitsteam dat pro-actief zowel adviseert over gemeentelijke initiatieven als intern over de eigen provinciale projecten zoals gebiedsontwikkeling, infrastructuurprojecten, etc. 5. Een stimulerende rol vervullen bij de implementatie van de werkwijze van De Nije Pleats (schaalvergroting in de landbouw) in bestaande structuren in gemeenten en bij andere organisaties. 6. Binnen het kader van de Landbouwnota zullen de ontwikkelingen in de intensieve veehouderij en de zeer grootschalige melkveehouderij tegen het licht gehouden worden. 7. Vanuit het oogpunt van ruimtelijke kwaliteit (o.a. het Rijksprogramma Mooi Nederland) en op basis van de regionale samenwerking tussen gemeenten op het gebied van bedrijventerreinen wordt het provinciale plan herstructurering bedrijventerreinen uitgevoerd. 8. Gebiedsontwikkeling met accent op stedelijke functies (wonen, bedrijvigheid en recreatie/toerisme). Dit betreft met name: Nieuw Stroomland Voor de gebiedsontwikkeling Nieuw Stroomland stellen de drie betrokken gemeenten (Leeuwarden, Menameradiel en Littenseradiel) eind 2010 een intergemeentelijke structuurvisie vast, die met regie van de provincie tot stand gekomen is. De provinciale inzet zal in 2011 en (gedeeltelijk) in 2012 nog worden voortgezet om de keten van duurzaamheid verder in te vullen, maar ook om de vertaling naar het MIRT te maken, eventuele bovengemeentelijke knelpunten mee op te lossen en het traject van Mooi Nederland af te maken. Nagegaan wordt of de bestuurlijke inzet teruggebracht kan worden door de stuurgroep Nieuw Stroomland samen te voegen met de stuurgroep Haak om Leeuwarden. Lauwersmeer Voor de integrale gebiedsontwikkeling Lauwersmeer wordt een ontwikkelingsvisie plus ontwikkelagenda opgesteld die in samenwerking met alle partijen wordt uitgevoerd.
162
Beleid
Tijd
Geld
Toelichting 9.2.1 Doorwerking provinciaal beleid in gemeentelijke plannen. In 2011 is nog een restant aan plannen op grond van het overgangsrecht oude Wro aangeboden en behandeld, maar lag het accent op de nieuwe Wro. In onderstaande schema‟s is het aanbod en de afhandeling van plannen met doorlooptijd weergegeven. Procedures Ruimtelijke Ordening 2011 (2010) soort procedure
aantal
Artikel 19 verkl. met bezwaar verkl. zonder bezwaar
6 (15) 0 (9) 6 (6)
oude Wro
wettelijke afhandelingsduur
Percentage op tijd afgehandeld 100% (100%)
8 weken
Procedures Ruimtelijke Ordening 2011 (2010)
Gemiddelde afhandelingsduur in dagen 10 (13)
nieuwe Wro (per 1 juli 2008)
soort procedure
Aantal
Afgedaan
geen wettelijke afhandelingsduur 6 weken
Voorontwerpbestemmingsplannen
156 (186)
148 (176)
98% (97%)
VoorontwerpProjectbesluiten/omgevingsvergunningen
42 (11)
37 (11)
100% (100%) Wettelijke afhandelingsduur (6 weken)
Zienswijze
Ontwerp-bestemmingsplannen
182 (147)
175 (139)
100% (100%)
24 (12)
Ontwerp-projectbesluiten/omgevingsvergunningen
54 (27)
43 (27)
100% (100%)
0 (0) Reactieve aanwijzing
Vastgestelde bestemmingsplannen
195 (121)
187 (119)
100% (100%)
0 (0)
Vastgestelde projectbesluiten/omgevingsvergunningen
22 (15)
20 (15)
100% (100%)
0 (0)
* In vet gedrukt de cijfers over 2011; tussen haakjes de cijfers over 2010. De zienswijzen hebben meestal betrekking op één thema, maar op meerdere onderwerpen. De zienswijzen hebben voor helft (12 keer) betrekking op ruimtelijke kwaliteit en dan vooral op de wijze van landschappelijke inpassing van activiteiten en de juridische borging daarvan. Voor het overige hebben de zienswijzen
163
betrekking op bijvoorbeeld archeologie (3), schaalvergroting in de landbouw (3), woningbouwafspraken (3), detailhandel (3), weidevogelcompensatie(3) en ecologie (2). Het totale jaarlijkse aanbod aan plannen en projecten is gegroeid van 550 naar ca 650 plannen. De komende jaren zal moeten blijken of deze trend zich voortzet. De behandeling van voorontwerpen wordt vastgelegd in een schriftelijk advies/standpunt van Gedeputeerde Staten. De behandeling van ontwerp en vastgestelde plannen vindt plaats in de vorm van een quick scan van de verwerking van ons standpunt. In 2011 was het (vaker dan in 2010) nodig om een zienswijze in te dienen tegen ontwerpplannen, ter borging van het provinciale belang. Het was niet noodzakelijk om met een reactieve aanwijzing de inwerkingtreding van het vastgestelde bestemmingsplan tegen te houden. Aan de ingediende zienswijzen is door de gemeenteraden (in voldoende mate) tegemoetgekomen. Zowel aan de wettelijke afhandelingtermijnen (zes weken bij ontwerp en vaststelling), als aan de zelf benoemde reële bestuurlijke afhandelingtermijn (zes weken) bij overleg over het voorontwerp kon in vrijwel alle gevallen worden voldaan. 9.2.2 Doorwerking provinciaal beleid in gemeentelijke plannen Per 1 augustus 2011 de provinciale Verordening Romte Fryslân van kracht, die door u op 15 juni 2011 is vastgesteld. In deze verordening is het streekplan ca. beleidsneutraal vertaald in regels die bindend doorwerken in gemeentelijke plannen. 9.2.4 Atelier Fryslân heeft twee keer een Atelierpodium georganiseerd, eenmaal over Industrieel Erfgoed en eenmaal over de „Fryske tsjerken en de romte om har hinne‟. Daarnaast zijn werkateliers met gemeenteambtenaren en bestuurders in Wolvega en op Vlieland gehouden en een werkatelier met Wetterskip Fryslân over de ruimtelijke kwaliteit van gemalen Tijdens zo‟n werkatelier wordt kennis gedeeld en advies op maat gegeven. Er is in 2011 een (ongevraagd) advies over Sinnestroom (de ruimtelijke kwaliteit van zonnestroom in het Friese landschap) uitgebracht en aan de provincie aangeboden In het kader van het advies Friese Waddenkust is de atlas van de Nederlandse waddenkust „Verstild getij‟ opgeleverd. Het advies over „Boer en Landschap‟ is in ontwikkeling. Op het streekplanbudget, waar ruimtelijke kwaliteit onderdeel van uitmaakt, is in 2011 een onderbesteding van ongeveer 200.000 euro ontstaan voornamelijk omdat in 2011 inkomsten zijn binnengekomen over projecten uit 2010. Het provinciaal ruimtelijk kwaliteitsteam heeft gewerkt aan tweespeerpunten: Mmsterplannen Waterfronten (Fries Merenproject) en het project Bedrijfsterreinen in het Landschap.Voor de bedrijfsterreinen de Marne in Bolsward, Dronrijp–West en in Hallum zijn ruimtelijke verkenningen gedaan voor betere landschappelijke inpassing. Aan een algemeen aanbevelingsdocument voor ruimtelijke inpassing wordt gewerkt. Daarnaast is medewerking gegeven aan het door het Rijk geïnitieerde Deltaprogramma IJsselmeer. Met name een verdieping van de kernkwaliteiten die relevant zijn voor mogelijke nieuwe peilscenario‟s zijn verkend. 9.2.5 In de eerste helft van 2011 zijn voor het project De Nije Pleats nog enkele pilots uitgevoerd om ervaring op te doen met de nieuwe werkwijze gericht op het begeleiden van bouwaanvragen voor agrarische schaalvergroting. Daarnaast hebben wij in 2011 samen met gemeenten ervoor gezorgd, dat de Friese gemeenten de werkwijze van De Nije Pleats kunnen overnemen. De uitvoeringsorganisatie van De Nije Pleats is per december 2011 ondergebracht bij Hûs en Hiem. Met gemeenten hebben wij hierover werkafspraken gemaakt. 9.2.6 Naar aanleiding van enkele aanvragen voor zeer grootschalige veehouderijen en de landelijke discussie over megastallen hebben wij een heroverweging aangekondigd van het provinciale beleid voor grootschalige melkveehouderij en intensieve veehouderij. In april 2011 verzochten wij de Friese gemeenten om in de tussentijd niet mee te werken aan aanvragen > 300 NGE (interim-beleid). Bij brief van 14 juli 2011 hebben wij u geïnformeerd over het vervolgproces voor de heroverweging van het provinciaal beleid voor schaalvergroting in de veehouderij. Eind september 2011 is een expertmeeting georganiseerd. Op basis van een analyse inclusiefzes werkateliers (Eindverslag XXL-bedrijven) en een inventarisatie bij gemeenten van aanvragen > 300 NGE, hebben wij op 1 november 2011 nieuw provinciaal voor de grootschalige melkveehouderij vastgesteld. U heeft op 21 december 2011 hiermee ingestemd. Het interim-beleid voor de grootschalige melkveehouderij is daarmee vervallen. Het nieuwe beleid zal doorwerken en geborgd worden via een partiële herziening van de Verordening Romte Fryslân. Het provinciale beleid voor de intensieve veehouderij zullen wij heroverwegen wanneer het advies van de Gezondheidsraad over gezondheidseffecten bekend is en het rijk hierover een aanvullend standpunt heeft ingenomen (naar verwachting 3e / 4e kwartaal 2012).
164
9.2.7 De resultaten van de pilots „bedrijventerreinen in het landschap‟ in Hallum, Dronrijp en Bosward worden opgenomen in het spoor van de verdere uitwerking van de regionale plannen voor bedrijventerreinen. Met werkateliers en een handreiking op basis van het advies van Atelier Fryslân wordt gewerkt aan draagvlak, inzicht en kennis bij de gemeenten. 9.2.8 Nieuw Stroomland De bestuurlijke inzet is teruggebracht door de Stuurgroep Haak op te laten gaan in de Regiegroep Bereikbaarheid Leeuwarden. De Stuurgroep Nieuw Stroomland blijft bestaan, alleen zal het voorzitterschap medio 2012 overgaan van de provincie naar de gemeente Leeuwarden en zal de provincie alleen nog ambtelijk vertegenwoordigd zijn. Lauwersmeer Binnen de bestaande beleidskaders is een Koersdocument opgesteld. Voorbereidingen zijn in gang gezet om over te gaan naar de programmerings- en uitvoeringsfase voor het gebied. Daarbij wordt nadrukkelijk aansluiting gezocht bij Agenda Netwerk Noord Oost (ANNO). Prestatie-indicatoren Onderwerp Verordening ruimte plus samenwerkingsagenda Uitvoeringsagenda streekplan 2010 - 2013 Atelier Fryslân
Provinciaal plan herstructurering bedrijventerreinen
Indicator
Nulmeting
Toezending aan PS: 1e kwartaal 2011
Doelwaarden 2011
Realisatie 2011
Uitvoeren na vaststelling door PS: 2011-2013 Doorstart met 2 jaar (2011 en 2012): het atelier is gestart in oktober 2008. In 2010 is het functioneren geëvalueerd en is besloten nog 2 jaar door te gaan. De uitvoering betreft 58 terreinen.
Toelichting In 2011 is voor vier herstructureringsprojecten (in Kootstertille, Harlingen, Veenwouden en Kollum) in totaal € 394.000 aan subsidie beschikbaar gesteld. Het betreft hier middelen die deels afkomstig zijn uit gedecentraliseerde Rijksgelden en deels vanuit provinciale cofinancieringsmiddelen. Samen met eerdere gehonoreerde projecten zijn voor de uitvoering van het Provinciaal Herstructureringsprogramma Bedrijventerreinen (PHP) zes projecten uitgevoerd, dan wel in uitvoering genomen. Tevens hebben PS in 2011 middelen toegezegd voor de herstructurering van Venekoten-Noord; een project dat nog wel uitgewerkt dient te worden en waarvan de uitvoering derhalve dus later zal starten. Maar door de toezegging is de totale provinciale cofinanciering van de gedecentraliseerde Rijksmiddelen (van bijna 5,2 miljoen) opgelopen naar iets meer dan 1,7 miljoen.
Wat heeft het Beleidsveld gekost? Exploitatie Bedragen x € 1.000 Baten Tijdelijke beleidsprogrammabudgetten Totaal Baten Lasten Tijdelijke beleidsprogrammabudgetten
Realisatie 2010
Begroting 2011 na wijziging
Rekening 2011
Verschil Begroting/ Rekening
36
0
0
0
36
0
0
0
1.952
1.421
1.199
222
165
Bedragen x € 1.000
Realisatie 2010
Bedrijfsvoeringskosten Totaal Lasten Resultaat voor bestemming Mutatie reserve Resultaat na bestemming
1.272 3.224
Begroting 2011 na wijziging 1.340 2.762
-3.188
Rekening 2011 1.319 2.518
Verschil Begroting/ Rekening 22 244
-2.762
-2.518
-244
-332
125
125
0
-3.520
-2.637
-2.393
-244
Toelichting Lasten Tijdelijke budgetten De afwijking op de tijdelijke budgetten wordt voornamelijk veroorzaakt door een onderbesteding op de volgende budgetten: Atelier Fryslân. De doelen en resultaten van het project Atelier Fryslan Ruimtelijke Kwaliteit zijn voor 2011 gehaald. Het hiervoor in de begroting opgenomen bedrag behoefde niet geheel te worden aangesproken. Herstructurering bedrijventerreinen Van twee projecten zal de betaling in 2013 plaatsvinden en niet in 2011 zoals aanvankelijk werd verondersteld. Hierdoor valt een bedrag van € 57.000 vrij. Demografische Ontwikkelingen (Krimp) In 2011 is veel energie en tijd is gestoken in de oriëntatiefase om een planmatige aanpak in de regio‟s op gang te brengen. Hierdoor behoefde het procesgeld niet geheel te worden aangesproken. Uitvoering Streekplan De onderbesteding op dit budget is het gevolg van een vertraging bij een aantal uitgezette opdrachten, die niet meer in 2011 konden worden afgerond. De prestatie is dus nog niet geleverd door de opdrachtnemer, waardoor de lasten ten laste van het volgende dienstjaar worden gebracht. Hierdoor is een bedrag van € 54.000 vrijgevallen.
9.3 Wonen Wat wilden we bereiken? (beleidsdoel) Een voldoende gevarieerd aanbod van woningen voor iedereen en het voorkomen van leegstand en verpaupering. Voor de verschillende doelgroepen zijn in Fryslân kwalitatief goede, betaalbare en energiezuinige woningen beschikbaar.
Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? (doelrealisatie) Beleidsveld
Liggen we op schema met de doelenrealisatie?
9.3 Wonen
Hebben we de gewenste resultaten gerealiseerd? / Hebben we gedaan wat we wilden doen?
Wat heeft het gekost? (realisatie conform budget / onder/overschrijding?)
Toelichting De woningbouwproductie is in 2011 op nagenoeg hetzelfde lage niveau gebleven als in 2010. De consequenties van de economische crisis zijn uit bijgevoegde tabellen overduidelijk zichtbaar. Mede vanuit dat oogpunt is een accentverschuiving naar herstructurering van de bestaande woningvoorraad steeds urgenter. Inmiddels hebben wij u het aanvalsplan Herstructurering Woningvoorraad toegezonden. Zoals ook al in de 2 e Berap is gemeld, is dit aanvalsplan ten opzichte van de oorspronkelijke planning enigszins vertraagd. Daarnaast is het beleidskader ISV 3 aan u voorgelegd ter besluitvorming. Op basis van dit beleidskader kunnen op de korte termijn aanjaaggelden aan herstructureringsprojecten toegekend worden. Aanvalsplan Herstructurering Per 1 januari 2011 is de decentralisatie van de ISV-middelen in het Provinciefonds een feit geworden.
166
Aantal opgeleverde nieuwbouwwoningen Fryslân 3.500
jan t/m dec jan t/m nov
3.000
jan t/m okt t/m 3e kw .
2.500
t/m 2e kw . t/m 1e kw .
2.000 1.500 1.000
500 0 2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
Bron: CBS
Mutaties woningvoorraad Fryslân 4.000
Nieuw bouw Onttrekkingen Overige toevoegingen Netto groei
3.500 3.000 2.500 2.000 1.500 1.000 500
0 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 (t/m nov.)
167
Hebben we de gewenste resultaten bereikt / Hebben we gedaan wat we wilden doen? Gewenste resultaten Beleidsveld 9.3 - Wonen 1. Op basis van geactualiseerde bevolkingsprognoses en monitoring van de woningbouwproductie gaan we na of de woningbouwafspraken met gemeenten op regionaal niveau voor de periode 2008 tot en met 2016 geactualiseerd moeten worden. Zonodig worden nieuwe afspraken voorbereid. 2. Het beleidskader en de verordening voor de inzet van (Rijks) ISV III-middelen vaststellen. Hierop vooruitlopend hebben we besloten 20% van het beschikbare budget van 2010 beschikbaar te stellen voor de zogenoemde programmagemeenten Heerenveen, Sneek, Harlingen, Dongeradeel en Smallingerland, zodat zij vooruit kunnen met hun meerjarenprogramma. Duurzame energie en de veranderende bevolkingsontwikkeling (vergrijzing en krimp) zullen hierin zwaarder gaan wegen. Er wordt ingezet op versneld afrekenen van oude regelingen zoals SDV en ISV I en provinciaal ISV. De eventuele vrijval die daarbij kan optreden en de renteinkomsten op de huidige voorzieningen ISV I en ISV II in de begroting zullen de komende jaren voor de herstructurering van het bestaand bebouwd gebied worden ingezet. 3. Het stimuleren dat gemeenten woonvisies in regionaal verband opstellen en actualiseren. 4. Het beoordelen van gemeentelijke woonplannen en het adviseren over initiatieven van derden. 5. Overleg en advisering in diverse verbanden zoals Wenjen Oerlis Fryslân, VFG verband, stadsregio Leeuwarden, bestuurlijke overleggen en bijdragen aan studiedagen en symposia. 6. Inzetten op het betaalbaar en het energiezuinig maken van woningen door het 100.000 woningenplan uit te voeren (onderdeel programma duurzame energie) in samenhang met het aanvalsplan na-oorlogse woningvoorraad. Daarbij ligt het accent op de bestaande bouw. 7. Het afleggen van verantwoording aan het Rijk over ISV II. 8. Het subsidiëren van collectief particulier opdrachtgeverschap. 9. Het verlenen van budgetsubsidie aan de Vrouwen Advies Commissie in de woningbouw (VAC) en de landelijke vereniging Groepsgewijs wonen. 10. Het houden van toezicht op de huisvesting van statushouders door de gemeenten en het hierover halfjaarlijks rapporteren aan het ministerie van VROM. Omdat de huisvesting van statushouders bij een groot aantal gemeenten meer dan 1 halfjaarlijkse taakstellingperiode achterloopt (meer dan de wettelijke termijn) is in 2011 extra inzet nodig, o.a. in de vorm van een in te stellen Taskforce. 11. Het afronden van het project landelijk wonen waarbij (conform streekplan 2007) 10 pilots landgoederen en 7 pilots voor landelijke woonclusters mogelijk gemaakt worden. Het project is bedoeld om bijzondere woonvormen te stimuleren om te bevorderen dat mensen van buiten Fryslân in de provincie komen wonen. De gemeenten hebben hiervoor ideeën ingediend. Na de planfase worden projecten in uitvoering genomen. Daarbij is promotie en marketing belangrijk. In overleg met de gemeenten gaan wij na welke rol wij hierin zullen nemen.
Beleid
Tijd
Geld
Toelichting 9.3.1. Woningbouwprogramma‟s Nadat in 2009 met bijna alle regio‟s woningbouwafspraken tot 2016 zijn gemaakt, hebben veel gemeenten in 2010 deze afspraken doorvertaald in een geactualiseerd Woonplan, Woonvisie en bijbehorend Woningbouwprogramma. Hier ligt ook een relatie met de Verordening Romte. Als de gemeenten beschikken over een door de provincie geaccordeerd actueel woonprogramma hoeft in het kader van de Verordening Romte geen discussie meer plaats te vinden over nut en noodzaak van het ontwikkelen van een woningbouwlocatie.
168
In 2011 zijn (actualiseringen van) 14 woonplannen en woningbouwprogramma‟s beoordeeld. Dit betrof de gemeenten Ameland, Boarnsterhim, Heerenveen, Kollumerland, Leeuwarderadeel, Lemsterland, Littenseradiel, Ooststellingwerf, Schiermonnikoog, Skarsterlân, Smallingerland, Sudwest Fryslân, Terschelling en Weststellingwerf. De woningbouwprogramma‟s zijn in 2011 beoordeeld binnen de huidige woningbouwafspraken 2008 t/m 2016). Eind 2011 is gestart met de voorbereiding van een bestuurlijke conclusie en worden nagegaan of de gemaakte woningbouwafspraken uit 2008-2009 nog voldoende passend zijn. In 2012 vindt evaluatie van de woningbouwafspraken plaats. Indien daarvoor aanleiding zullen de afspraken worden aangepast. 9.3.2 In het kader van ISV3 hebben wij: Met programma gemeenten (Sûdwest Fryslân (Sneek), Heerenveen, Harlingen, Dongeradeel en Smallingerland) hebben we programma-afspraken gemaakt en op basis daarvan een aandeel van 40% van het ISV3-budget gereserveerd; De overige gemeenten (projectgemeenten) kunnen op projectmatige basis in aanmerking komen voor een bijdrage vanuit het 60% deel van het ISV3-budget; Daarnaast hebben wij in 2011 voor de korte termijn (2012-2015) het Provinciaal beleidskader stedelijke vernieuwing 2012-2015 opgesteld en in januari 2012 vastgesteld. Hiermee geven wij sturing aan de inzet van ISV3-middelen; Voor de (middel)lange termijn (tot en met 2022) hebben wij in 2011 het Aanvalsplan herstructurering Friese woningvoorraad opgesteld en in januari 2012 vastgesteld. Hierin staat op welke wijze wij voor een langere termijn (tot en met 2022) de herstructurering van de Friese woningvoorraad willen aanjagen; Per 1 januari 2011 waren er met provinciaal ISV 21 projecten gesubsidieerd. Met deze middelen wordt in herstructureringswijken naast het stimuleren van de herinrichting van de openbare ruimte de duurzaamheid, omgevingskwaliteit, energiebesparing en levensloopbestendigheid bevorderd. Daarmee is wat de energiezuinigheid betreft vooruit gelopen op het 100.000 woningenplan. In 2011 zijn er zes projecten afgerekend en is één project is op verzoek van de aanvrager ingetrokken, 14 projecten zijn nog in uitvoering. 9.3.6 Over de uitvoering van het 100.000 woningenplan wordt gerapporteerd onder het programma Duurzame Energie (programma 6). 9.3.8 De uitvoeringsregeling Stimulering Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (passend binnen de subsidieverordening Ruimte) is tot en met 2013 opengesteld. Ondersteuning van jaarlijks 2 CPO-projecten was het uitgangspunt, maar dit lukt mede door de moeizame ontwikkelingen op de woningmarkt nog niet. In 2011 is het voortraject van de planuitwerking van het CPO project Easterlittens afgerond en is de bijdrage definitief vastgesteld op het maximum van €40.000 voor elf woningen. Tevens is in 2011 een CPO-subsidie van ten hoogste €16.000 toegekend aan een CPOgroep in Sint Johannesga voor de bouw van vier woningen. 9.3.10 In 2011 hebben wij een aanzienlijke extra inspanning geleverd om invulling te geven aan onze taak als toezichthouder op de gemeenten bij het huisvesten van statushouders. Door deze extra inspanningen, die in regioverband door gemeenten geleverd worden, is de taakstelling voor de eerste helft van 2011 gehaald. Vanaf mei 2011 nemen alle Friese gemeenten deel aan de pilot “Sneller Thuisgeven” van het Rijk. Bij succes zal het model landelijk geïmplementeerd worden. De achterstand uit de vorige taakstellingsperiodes is echter nog niet weggewerkt en daarmee is een mogelijke in de plaatstreden door het Rijk nog niet afgewend. Met het Rijk zijn afspraken gemaakt over de omvang van het aanbod woningzoekenden dat geleverd kan worden. Deze kwantitatieve doelen/afspraken zijn lager dan de achterstand. Met de VROM-inspectie is dit jaar eenmaal een bestuurlijk overleg geweest over onze aanpak. Wij hebben met 19 gemeenten in 2011 een bestuurlijk overleg gevoerd, waarvan met vier gemeenten tweegesprekken. Deze bestuurlijke overleggen vormen een formele stap in een mogelijke in-de-plaats-tredingsprocedure die door BZK kan worden uitgevoerd. 9.3.11 Pilots landelijk wonen Van de 20 door de gemeenten in 2008 ingediende planideeën voor landgoederen en landelijke woonclusters zijn 10 pilots geselecteerd (waarvan 2 alsnog zijn afgevallen). Zoals ook aangegeven is in de notitie stand van zaken uitvoeringsagenda streekplan zullen wij de komende periode de geselecteerde en genomineerde pilots verder beoordelen en begeleiden aan de hand van de criteria in het streekplan. De lopende pilots kunnen gedurende de looptijd van het streekplan (2016) planologisch uitgewerkt worden en vervolgens uitgevoerd. Er wordt geen mogelijkheid geboden voor het opnieuw indienen van pilots.
169
Voor de pilot Grou-Noord hebben wij besloten de oorspronkelijke insteek (landelijk wooncluster) te vervangen door een verblijfsrecreatieve invulling. Deze wordt op dit moment nader onderzocht. Voor de ontwikkeling van dit concept is een budget van € 25.000 beschikbaar gesteld. De pilot Trijntje Wiel (Skarsterlân) is in uitvoering genomen Prestatie-indicatoren Onderwerp Beleidskader ISV 3 Subsidie Collectief particulier opdrachtgeverschap
Indicator
Nulmeting
Doelwaarden 2011
Realisatie 2011
Toezenden aan PS: 2011 Het aantal te verstrekken subsidies hangt uiteraard af van het aantal aanvragen en de mate waarin aan de subsidievoorwaarden wordt voldaan. Gemiddeld kunnen circa 3 subsidies per jaar worden verstrekt.
Toelichting In 2011 zijn de volgende doelen (deels) bereikt: Het Beleidskader ISV3 is in 2011 uitgewerkt en op 24 januari 2012 vastgesteld in GS. Het Beleidskader ISV3 wordt, samen met het Aanvalsplan Herstructurering Friese Woningvoorraad, op 21 maart 2012 voorgelegd aan PS. In 2011 zijn met de programmagemeenten Smallingerland, Heerenveen, Dongeradeel en Sudwest-Fryslân afspraken gemaakt over het Meerjarenprogramma ISV3 (MOP3). Het MOP3 met Harlingen wordt medio 2012 afgerond. In 2011 heeft een versnelde eindafrekening van projecten met subsidie uit Stads-en Dorpsvernieuwing en ISV1 plaatsgevonden. In 2011 heeft 1 subsidietoekenning en –afrekening plaatsgevonden voor één CPO-project (4 woningen Sint Johannesga).
Wat heeft het Beleidsveld gekost? Exploitatie Bedragen x € 1.000 Baten Overlopende passiva Totaal Baten
Realisatie 2010
Begroting 2011 na wijziging
Rekening 2011
Verschil Begroting/ Rekening
1.999 1.999
1.700 1.700
22.382 22.382
-20.682 -20.682
3
66
21
44
Lasten Structurele beleidsprogrammabudgetten Tijdelijke beleidsprogrammabudgetten Overlopende passiva Bedrijfsvoeringskosten Totaal Lasten
831
983
2.180
-1.197
2.665 633 4.132
2.228 595 3.872
8.834 586 11.621
-6.606 10 -7.749
Resultaat voor bestemming
-2.133
-2.172
10.761
-12.933
-155
603
1.800
-1.197
-2.288
-1.569
12.561
-14.130
Beschikking over reserves Resultaat na bestemming Toelichting
Tijdelijke budgetten Met ingang van 2010 wordt de uitkering van het Rijk in het kader van ISV niet meer via een doeluitkering aan de provincie uitgekeerd, maar via een zgn. decentralisatieuitkering aan het Provinciefonds toegevoegd. Hiermee vallen
170
ze onder het regime van tijdelijke budgetten. Door de correctie van de meerjarige verplichtingen zijn de lasten van de (meerjarige) verplichtingen nu in 2011 verantwoord. De overschrijding die dit veroorzaakt wordt gedekt door het naar voren halen van middelen 2012 en verder via de mutatie reserves. Overlopende passiva In het najaar is duidelijk geworden dat de terugbetalingsplicht aan het Rijk van de oude ISV-I, ISV-II en Stads- en dorpsvernieuwingmiddelen is komen te vervallen. Hiermee vervalt tevens de overlopende passiva post. Resterende middelen ad. € 14 miljoen vallen dit jaar vrij in het rekeningresultaat. Een voorstel om deze middelen opnieuw in te zetten voor het aanvalsplan herstructurering woningvoorraad wordt in het voorjaar aan uw Staten aangeboden. De financiële besluitvorming daarover zal, na vaststelling van het beleid, tegelijkertijd met de behandeling van deze jaarstukken plaatsvinden. Dit verklaart tevens het verschil in de jaren 2010/2011.
171
172
3.10 Programma 10. Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Portefeuillehouder: J.A. de Vries
A. Programmarealisatie Wat wilden we bereiken? (beleidsdoelen Begroting 2011) Het zorg dragen voor een structureel sluitende meerjarenbegroting.
Wat heeft het programma gekost? Exploitatie Bedragen x € 1.000 Baten 10.1 Provinciefonds 10.2 Opcenten motorrijtuigenbelasting 10.3 Dividenden 10.4 Financieringsrente 10.5 BTW compensatiefonds 10.6 Interne financiering 10.7 Overige algemene dekkingsmiddelen 10.8 Onvoorzien Totaal Baten Lasten 10.1 Provinciefonds 10.2 Opcenten motorrijtuigenbelasting 10.3 Dividenden 10.4 Financieringsrente 10.5 BTW compensatiefonds 10.6 Interne financiering 10.7 Overige algemene dekkingsmiddelen 10.8 Onvoorzien Totaal Lasten Resultaat voor bestemming Mutatie reserve Resultaat na bestemming
Realisatie 2010
Begroting 2011 na wijziging
Rekening 2011
Verschil Begroting/ Rekening
132.638 56.641
138.227 57.661
138.227 57.435
0 227
35.896 3.331 132 11.210 401
45.398 3.030 49 15.537 -27.047
45.475 2.990 132 11.937 -29.461
-77 39 -83 3.601 2.414
48 240.298
0 232.855
0 226.734
0 6.121
0 0
0 0
0 0
0 0
188 4.076 2 0 12.037
189 5.114 0 0 27.357
188 4.729 0 0 23.607
0 385 0 0 3.750
456 16.759
-189 32.470
-3 28.522
-186 3.949
223.539
200.385
198.212
2.173
31.332
-9.644
-9.848
204
254.871
190.741
188.364
2.377
173
B. Beleidsvelden 10.1
Provinciefonds
De raming van de algemene uitkering uit het provinciefonds is op basis van de decembercirculaire 2011 opgesteld. Deze raming bestaat deels uit de eigenlijke algemene uitkering en deels uit zogenoemde decentralisatie-uitkeringen.
Wat heeft het gekost? Exploitatie Bedragen x € 1.000 Baten Structurele beleidsprogrammabudgetten Totaal Baten
Realisatie 2010
Verschil Begroting/ Rekening
138.227
138.227
0
132.638
138.227
138.227
0
0
0
0
0
132.638
138.227
138.227
0
0
0
0
0
132.638
138.227
138.227
0
Mutatie reserve Resultaat na bestemming
Rekening 2011
132.638
Lasten Totaal Lasten Resultaat voor bestemming
Begroting 2011 na wijziging
Opbouw provinciefonds: Bedragen x € 1.000 Algemene uitkering - huidig jaar - voorgaand jaar Decentralisatie-uitkeringen: - SLOK - Lokaal emancipatiebeleid - Elektrisch varen - RUD - RSP Zuiderzeelijn - Cultuurparticpatie - Sterke regio’s - Bodemsanering - ISV - Externe veiligheid - Bedrijventerreinen - Luchthavens - Waddenfonds
2011
Totaal
80.839 -35
2012
2013
2014
2015
2016
85.387
84.801
85.382
85.470
86.940
92 46 175 140 9.862 434 3.840 3.657 5.268 771 0 138 33.000
434 960 3.677 4.080 771 1.245 131 28.878
3.677 4.190 771 1.275 131 36.824
3.677 3.832 771 608 131 38.690
40.499
28.978
138.227
125.563
131.669
133.091
125.969
115.918
174
10.2
Opcenten motorrijtuigenbelasting
In de paragraaf heffingen wordt een nadere toelichting gegeven op de opcenten motorrijtuigenbelasting.
Wat heeft het gekost? Exploitatie Bedragen x € 1.000 Baten Structurele beleidsprogrammabudgetten Totaal Baten Lasten Totaal Lasten Resultaat voor bestemming Mutatie reserve Resultaat na bestemming
Realisatie 2010
Begroting 2011 na wijziging
Rekening 2011
Verschil Begroting/ Rekening
56.641
57.661
57.435
227
56.641
57.661
57.435
227
0
0
0
0
56.641
57.661
57.435
227
0
0
0
0
56.641
57.661
57.435
227
Toelichting Voor 2011 hadden wij een belastingopbrengst van € 57,7 miljoen begroot. In werkelijkheid hebben we € 57,4 miljoen ontvangen. De lagere opbrengst is een landelijke tendens die twee oorzaken heeft. Het aantal zuinige auto’s, waarvoor geen motorrijtuigenbelasting hoeft te worden betaald stijgt en het gewicht van de auto’s daalt, waardoor de opbrengst per punt verlaagd wordt. In onderstaande tabel is de opbouw van zowel de raming als de realisatie opgenomen. Gemiddelde opbrengst per punt Groei wagenpark Zuinige auto’s (geen MRB)
10.3
Begroting 2011 € 697.000 0,2% 8.100
Realisatie 2011 € 694.000 0,1% 14.800
Dividenden
Wat heeft het gekost? Exploitatie Bedragen x € 1.000 Baten Structurele beleidsprogrammabudgetten Totaal Baten Lasten Structurele beleidsprogrammabudgetten Totaal Lasten Resultaat voor bestemming Mutatie reserve Resultaat na bestemming
Realisatie 2010
Begroting 2011 na wijziging
Rekening 2011
Verschil Begroting/ Rekening
35.896
45.398
45.475
-77
35.896
45.398
45.475
-77
188
189
188
0
188
189
188
0
35.708
45.210
45.287
-77
0
0
0
0
35.708
45.210
45.287
-77
Toelichting Het dividend Falcon is circa € 70.000 hoger uitgevallen dan geraamd.
175
10.4
Financieringsrente
Het betreft hier zowel de financieringsrente van onze financiering op korte termijn als rente op verstrekte geldleningen.
Wat heeft het gekost? Exploitatie Bedragen x € 1.000 Baten Structurele beleidsprogrammabudgetten Totaal Baten Lasten Structurele beleidsprogrammabudgetten Totaal Lasten Resultaat voor bestemming Mutatie reserve Resultaat na bestemming
Realisatie 2010
Begroting 2011 na wijziging
Rekening 2011
Verschil Begroting/ Rekening
3.331
3.030
2.990
39
3.331
3.030
2.990
39
4.076
5.114
4.729
385
4.076
5.114
4.729
385
-745
-2.084
-1.739
-345
0
0
0
0
-745
-2.084
-1.739
-345
Toelichting De rentelasten van korte termijnfinancieringen zijn € 385.000 lager uitgevallen dan begroot als gevolg van een lagere kredietbehoefte. De ontvangen rente is € 39.000 lager dan begroot. In de Begroting was rekening gehouden met het verstrekken van een lening in verband met de rondweg Franeker. Deze lening is nog niet verstrekt en er is geen rente ontvangen wat een lagere bate van € 68.000 met zich meebracht. Daarnaast is er wel meer rente ontvangen op overtollige liquiditeiten wat een hogere bate van € 29.000 met zich meebracht.
10.5
BTW-compensatiefonds
Wat heeft het gekost? Exploitatie Bedragen x € 1.000 Baten Structurele beleidsprogrammabudgetten Totaal Baten Lasten Structurele beleidsprogrammabudgetten Totaal Lasten Resultaat voor bestemming Mutatie reserve Resultaat na bestemming
Realisatie 2010
Begroting 2011 na wijziging
Rekening 2011
Verschil Begroting/ Rekening
132
49
132
-83
132
49
132
-83
2
0
0
0
2
0
0
0
131
49
132
-83
0
0
0
0
131
49
132
-83
Toelichting Vanuit het BTW compensatiefonds is € 83.000 meer ontvangen. Dit betreft de BTW-component in de uitgaven voor het grondwaterplan waarin meer is uitgegeven dan begroot (zie toelichting programma 3).
176
10.6
Interne financiering
Conform de Nota Uitvoering begroting (december 2009) wordt aan de lopende investeringsprojecten bouwrente toegerekend. Daarnaast wordt rente toegerekend aan de aankopen/verkopen grond in het kader van het Pmjp (zie ook programma 5 Landelijk Gebied)
Wat heeft het gekost? Exploitatie Bedragen x € 1.000 Baten Structurele beleidsprogrammabudgetten Totaal Baten
Realisatie 2010
Verschil Begroting/ Rekening
15.537
11.937
3.601
11.210
15.537
11.937
3.601
0
0
0
0
11.210
15.537
11.937
3.601
0
0
0
0
11.210
15.537
11.937
3.601
Mutatie reserve Resultaat na bestemming
Rekening 2011
11.210
Lasten Totaal Lasten Resultaat voor bestemming
Begroting 2011 na wijziging
Toelichting Bij een aantal grote investeringsprojecten (waaronder Centrale As en de N381) zijn de bestedingen in 2011 achtergebleven, waardoor er minder bouwrente is toegerekend dan begroot. Oorzaak zijn juridische procedures en vertragingen in grondaankopen.
10.7
Overige algemene dekkingsmiddelen
Wat heeft het gekost? Exploitatie Bedragen x € 1.000 Baten Structurele beleidsprogrammabudgetten Totaal Baten
Realisatie 2010
Begroting 2011 na wijziging
Rekening 2011
Verschil Begroting/ Rekening
401
-27.047
-29.461
2.414
401
-27.047
-29.461
2.414
2.352
9.422
7.309
2.113
Lasten Structurele beleidsprogrammabudgetten Tijdelijke beleidsprogrammabudgetten Bedrijfsvoeringskosten Totaal Lasten
7.950
17.235
15.500
1.735
1.735 12.037
700 27.357
797 23.607
-97 3.750
Resultaat voor bestemming
-11.636
-54.404
-53.068
-1.336
Mutatie reserve
31.332
-9.644
-9.848
204
Resultaat na bestemming
19.696
-64.049
-62.917
-1.132
177
Toelichting In onderstaand overzicht is een specificatie van de overige algemene dekkingsmiddelen opgenomen. Exploitatie
-
Begroting 2011
Bedragen x € 1.000 Baten - Stelpost onderbesteding - Mutaties kostenplaatsen via reserves - Overboeking decentralisatie uitkering waddenfonds naar overlopende passivapost Totaal Baten Lasten - Mutaties kostenplaatsen via reserves - Stelpost nominaal - Bijdrage rijksagenda - Budget voormalig personeel - Voorwaardelijke budgetten PS: Sportstad Heerenveen RSP REP RSP REP Provinciefonds - Voorwaardelijke budgetten GS: RUD opbouw - Nog te verdelen bedrijfsvoeringkosten Totaal Lasten Baten - Lasten
Realisatie 201
Saldo 2011
114 5.839 -33.000
0 3.539 -33.000
114 2.300 0
-27.047
-29.461
2.414
9.440 -18 15.500 700
7.309 0 15.500 436
2.131 -18 0 264
140 1.075 380
0 0 0
140 1.075 380
140
0 361 23.606 -53.067
140 -361 3.750 -1.336
27.357 -54.404
Baten: Vanwege de tot nu toe jaarlijkse onderbesteding op goederen en diensten is hiervoor in de Begroting een stelpost hiervoor opgenomen. De mutatie kostenplaatsen via reserves betreft de tijdelijke budgetten bij de bedrijfsvoering. Het verschil met deze post aan de lastenkant betreft de vrijval bij de tijdelijke budgetten bedrijfsvoering Lasten: De salarisuitbetaling aan voormalig personeel is € 264.000 lager uitgevallen dan begroot. Jaarlijks wordt bekeken wat de hoogte moet zijn van deze post en zo nodig wordt de Begroting hierop aangepast. Bij de afronding van de jaarrekening bleek dat er nog een bedrag aan bedrijfsvoering verdeeld had moeten worden over de programma’s. Dat is nu in dit programma opgenomen. Als voorwaardelijke budgetten waren in de programma 10 nog de budgetten voor het project Sportstad Heerenveen en RUD opbouw opgenomen. Beide budgetten zijn vrijgevallen. Het opgenomen budget voor RSP/REP is via de jaarovergang tijdelijke budgetten meegenomen naar 2012.
178
10.8
Onvoorzien
Wat heeft het gekost? Exploitatie Bedragen x € 1.000 Baten Structurele beleidsprogrammabudgetten Totaal Baten Lasten Structurele beleidsprogrammabudgetten Totaal Lasten Resultaat voor bestemming Mutatie reserve Resultaat na bestemming
Realisatie 2010
Begroting 2011 na wijziging
Rekening 2011
Verschil Begroting/ Rekening
48
0
0
0
48
0
0
0
456
-189
-3
-186
456
-189
-3
-186
-408
189
3
186
0
0
0
0
-408
189
3
186
Toelichting Lasten: Het betreft hier de geraamde vrijval kapitaallasten tijdelijke huisvesting en de afboeking van oninbare vorderingen. De oninbare vorderingen waren niet begroot.
179
180
Paragrafen
181
182
4.1
Paragraaf 1 – Provinciale heffingen
1
Inleiding
De provincie kent verschillende bronnen van inkomsten. Eén van die bronnen betreft provinciale heffingen. Hieronder verstaan we, in afnemende volgorde van omvang: 1. opcenten op de motorrijtuigenbelasting (houderschapsbelasting motorvoertuigen); 2. grondwaterbelasting; 3. leges. Deze worden hieronder achtereenvolgens toegelicht. Het totaalbedrag aan heffingen in 2011 bedraagt ongeveer 17% van het totaal van de baten (exclusief beschikking over de reserves).
2
Opcenten Motorrijtuigenbelasting
Jaarlijks stelt het Rijk het maximaal toegestane niveau van de opcenten op de Motorrijtuigenbelasting vast. Dit wettelijke maximum gaat in op 1 april van het volgende belastingjaar. Het verschil tussen dit maximaal mogelijke tarief en het feitelijk door de provincie gehanteerde tarief voor de opcenten bepaalt de zogenoemde vrije ruimte, ofwel de onbenutte (belasting)capaciteit die de provincie heeft tot verhoging van haar inkomsten. Ontwikkeling heffing opcenten motorrijtuigenbelasting in punten 2010 Heffing voorgaand jaar
2011
2012
2013
2014
2015
80,4
81,7
83,0
84,9
86,5
90,1
Jaarlijkse inflatiecorrectie (Decembernota 2003) Centrale As (nog te bevestigen) Totaal heffing
1,3
1,3
1,9
1,7
1,6
1,5
81,7
83,0
84,9
86,5
2,0 90,1
2,0 93,7
Wettelijk maximum
116,7
119,4
123,0
n.n.b.
n.n.b.
n.n.b.
n.n.b.= nog niet bekend
183
In onderstaande grafiek is dit weergegeven, evenals het gemiddelde niveau van de opcenten van alle provincies. Wij zitten iets hoger dan het landelijk gemiddelde. Dit heeft te maken met het feit dat niet alle provincies hun opcenten jaarlijks indexeren.
Provinciale opcenten 140,0 120,0
123
119,4
116,7
aantal opcenten
100,0
81,7 80,0
78,3
83,0
84,9
79,3
79,8
60,0 40,0 20,0 0,0
2010
opc. Fryslân
2011
2012
gem. 12 prov
jaar
wettelijk toegestaan
Opbrengst 2011 (bedragen x € 1 miljoen) Opbrengst
Begroot 57,7
Realisatie 57,4
Verschil 0,2
De lagere opbrengst is een landelijke tendens die twee oorzaken heeft. Het aantal zuinige auto’s waarvoor geen motorrijtuigenbelasting hoeft te worden betaald stijgt en het gewicht van de auto’s daalt waarmee de opbrengst per punt verlaagd wordt. In onderstaande tabel is de opbouw van zowel de raming als de realisatie opgenomen. Gemiddelde opbrengst per punt Groei wagenpark Zuinige auto’s (geen MRB)
Begroting 2011 € 697.000 0,2% 8.100
Realisatie 2011 € 694.000 0,1% 14.800
Zoals verwacht stagneert de groei van het wagenpark. Daarentegen stijgt het aantal zuinige auto’s waarvoor geen motorrijtuigenbelasting meer hoeft te worden betaald. Voor onze provincie is de stijging hiervan 80% naar 14.800 stuks.
184
Onbenutte belastingcapaciteit 2011 De onbenutte belastingcapaciteit bedraagt sinds 1 april 2011 36,4 punten (119,4 – 83 punten). Eén punt verhoging was in 2011 € 694.000. De onbenutte belastingcapaciteit in 2011 bedraagt daarmee naar huidige inzichten ongeveer € 25,3 miljoen.
3
Grondwaterbelasting
Op het onttrekken van grondwater wordt een heffing geheven. Deze bevoegdheid is toegekend aan de provincies op basis van artikel 48 van de Grondwaterwet. Het Waterschap verzorgt de uitvoering, bij de provincie wordt de opbrengst verantwoord. De wet en de daarop gebaseerde Algemene Maatregel van Bestuur geven nauwkeurig aan waar de opbrengst van de heffing aan mag worden besteed. Dit is beperkt tot onderzoek dat verband houdt met grondwaterbeheer en activiteiten die noodzakelijk zijn om schade als gevolg van grondwaterwinning te kunnen onderzoeken, bepalen, vaststellen en uitbetalen. De provinciale verordening op de heffing en invoering van de grondwaterheffing bepaalt de omvang van de heffing. Deze heffing bedraagt ruim 1,1 eurocent per m³ gewonnen grondwater voor heffingsplichtige ‘onttrekkers’. De baten uit de grondwaterbelasting waren begroot op € 602.000, de opbrengst bedroeg in 2011 € 585.000.
4
Leges
In december 2009 hebt u de nota Actualisatie legesverordening vastgesteld. In deze nota is het beleid over de provinciale leges opgenomen. Het beleid is dat bestuursdocumenten, zoals begrotingen en jaarverslagen, tot een bepaald maximum gratis beschikbaar zijn. Deze producten staan in rubriek A van de tarieventabel. In rubriek B van de tarieventabel staan de vergunningen en ontheffingen, met uitzondering van de omgevingsvergunningen. De omgevingsvergunningen staan in rubriek C. Uitgangspunt voor de tarieven van deze producten is dat de belanghebbende betaalt. Zoals in de nota Actualisatie legesverordening is aangegeven, wordt eens in de vier jaar nagegaan of de leges aanpassing behoeven. Redenen hiervoor zijn het voorzichtigheidsprincipe en het feit dat de opbrengsten per product van jaar op jaar variëren. Een uitzondering hierop wordt gevormd door de leges voor de omgevingsvergunningen. De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) treedt per 1 oktober 2010 in werking. Aangezien het bij omgevingsvergunningen gaat om nieuwe werkzaamheden is in de nota Actualisatie legesverordening vastgelegd dat na drie jaar een evaluatie van de tarieven uitgevoerd wordt. Onderstaand een overzicht van de legesinkomsten 2011 (bedragen x € 1.000) Programma 2 3 4 4 5
Onderdeel Wegen algemeen Grondwaterwet Ontgrondingen Wabo Wadlopen Totaal
Begroot 10 13 66 433 11 569
Realisatie 33 3 72 55 39 232
Verschil 22 -10 5 -378 28 -337
Toelichting: De ontvangen leges voor de Wabo zijn aanzienlijk lager. Het aantal aanvragen om een omgevingsvergunning is niet zoveel kleiner, maar het aantal aanvragen met een bouwdeel is veel kleiner dan geraamd. Aangezien alleen over dit bouwdeel leges mogen worden geheven, vallen de inkomsten lager uit dan voorzien. Overigens zijn de begrote kosten voor de Wabo ook lager uitgevallen door een zeer beperkte besteding van het budget dat bestemd was voor de inschakeling van externe expertise voor deze bouwonderdelen.
185
186
4.2
Paragraaf 2 – Weerstandsvermogen
1
Inleiding
Het weerstandsvermogen is een maatstaf om te beoordelen of de provincie in staat is om nadelige gevolgen van risico‟s op te vangen zonder dat daarbij de continuïteit in de uitvoering van taken in gevaar komt, dan wel dat het beleid moet worden gewijzigd. Het weerstandsvermogen is afhankelijk van de benodigde weerstandscapaciteit (enerzijds de inschatting van de kans op het zich daadwerkelijk voltrekken van het risico en anderzijds de financiële gevolgen hiervan) en de beschikbare weerstandscapaciteit (de middelen die aanwezig zijn om eventuele tegenvallers op te kunnen vangen). In schema is dit als volgt weer te geven: Bekende risico‟s
Beschikbare middelen
Benodigde weerstandscapaciteit
Beschikbare weerstandscapaciteit
Weerstandsvermogen
De afgelopen jaren is veel aandacht besteed aan het verbeteren van risicomanagement. In 2007 is een start gemaakt om het beleid rondom weerstandsvermogen nader te formuleren. Dit heeft er toe geleid dat op 12 november 2008 de ‘Nota Weerstandsvermogen’ door u is vastgesteld. In deze nota is het beleid rond weerstandsvermogen geformuleerd. De nota geeft de methodiek en berekeningswijze van de afzonderlijke delen van het weerstandsvermogen aan, evenals de norm voor het gewenste niveau van het weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen dient positief te zijn, oftewel de beschikbare weerstandscapaciteit moet minimaal van dezelfde omvang zijn als de benodigde weerstandscapaciteit. De paragraaf Weerstandsvermogen is vanaf de Begroting 2009 conform het nieuwe beleid van deze nota ingericht. Deze paragraaf geeft een voortschrijdend inzicht vanuit de Begroting 2011 in de ontwikkeling van het weerstandsvermogen en de risico‟s. In deze paragraaf besteden wij eerst aandacht aan de beschikbare weerstandscapaciteit en vervolgens aan de benodigde weerstandscapaciteit. Daarna gaat de paragraaf in op de berekening van het weerstandsvermogen. De paragraaf wordt afgesloten met een overzicht van de risico‟s.
2
Beschikbare weerstandscapaciteit
De beschikbare weerstandscapaciteit is de optelsom van alle elementen uit de provinciale financiële huishouding die daadwerkelijk kunnen worden ingezet om tegenvallers op te kunnen vangen. Elementen uit de provinciale financiële huishouding kunnen alleen tot de weerstandscapaciteit worden gerekend als hierdoor het bestaande beleid niet wordt aangetast. Tevens mag aan deze elementen niet al een bestemming zijn gegeven.
187
Tot de beschikbare weerstandscapaciteit worden gerekend: de reserves waar geen claim op rust, ofwel reserves ná verwerking van vastgestelde beleidsverplichtingen; stille reserves; gelet op de aard van deze reserves worden deze bij voorbaat niet gekwantificeerd maar als p.m.-post opgenomen; de onbenutte belastingcapaciteit; deze wordt vanwege het structurele karakter tweemaal meegeteld in de berekening van de beschikbare weerstandscapaciteit. Dit sluit aan bij de kwantificering van risico‟s met structurele gevolgen, conform de “nota Weerstandsvermogen” (zie hierna).
3
Benodigde weerstandscapaciteit
De benodigde weerstandscapaciteit is een financiële vertaling van alle risico‟s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. Het betreft hier nadrukkelijk een vertaling, c.q. een inschatting. Een risico heeft voor de provincie een materiële betekenis indien deze meer bedraagt dan € 45.000. Dit lijkt wellicht voor een organisatie als de provincie laag, maar dit bedrag moet gezien worden als een grens om een risico te identificeren. Daarmee is het dan ook een bedrag dat iedere provinciale manager als denkbeeldige grens hanteert. De risico‟s die relevant zijn voor het bepalen van de benodigde weerstandscapaciteit worden niet op andere wijze ondervangen. Hiertoe behoren niet de reguliere risico‟s, d.w.z. risico‟s die zich regelmatig voordoen en die veelal vrij goed meetbaar zijn. Hiervoor kunnen verzekeringen worden afgesloten of voorzieningen worden gevormd. Ook kunnen door het treffen van beheersmaatregelen, bijvoorbeeld budgetafspraken en versobering van investeringsprojecten bij stijgende prijzen, risico‟s worden beheerst. Voor de bepaling van de benodigde weerstandscapaciteit is dan ook het netto risico van toepassing, oftewel de risico‟s na aftrek van voorzieningen, beheersingsmaatregelen, etc. De risico‟s voor het bepalen van de benodigde weerstandscapaciteit zijn dikwijls moeilijk te kwantificeren. Om inzicht te krijgen in het weerstandsvermogen van de provincie moeten de risico‟s wel van een kwantificering worden voorzien. Zie hiertoe onderdelen 4 en 6 van deze paragraaf. Hierbij moet wel bedacht worden dat het om grove schattingen gaat. Bij het kwantificeren van risico‟s wordt onderscheid gemaakt tussen risico‟s met eemalige gevolgen en risico‟s met structurele gevolgen. Voor de bepaling van de verwachte impact van een risico met een structureel gevolg wordt een tijdsperspectief aangehouden van twee jaar, d.w.z. dit risico wordt vermenigvuldigd met de factor twee. Binnen een reactietijd van twee jaar moet door middel van bijsturen en/of aanpassing van het beleid het risico geminimaliseerd, dan wel opgevangen kunnen worden binnen de (reguliere) exploitatie. De verwachte impact van de incidentele en structurele risico‟s wordt berekend door het netto risico te vermenigvuldigen met de geschatte kans dat het risico zich zal voordoen. Hieronder volgt een overzicht van de benodigde weerstandscapaciteit. De benodigde weerstandscapaciteit uit de Begroting 2012 is geactualiseerd voor de Jaarstukken 2011. Benodigde weerstandscapaciteit Netto risico (in €)
Progr
Omschrijving risico’s
2 4 4 4 4 4 4 4 5 5
Voorbereidingskosten infrastructurele projecten Nazorg gesloten stortplaatsen Stortplaats Ouwsterhaule Besluit Financiële zekerheid Repressieve handhaving Onvoldoende overheidstoezicht Vergunningverlening en Toezicht Grondwatersanering Heerenveen Leader+ Gevolgen besluitvorming staatssecretaris Bleker stopzetten ILG-bijdrage van het Rijk
188
5.500.000 1.029.000 68.000 35.000.000 5.005.000 35.005.000 35.005.000 505.000 1.000.000 22.500.000
kans % 25% 1% 1% 2% 2% 4% 1% 1% 5% 25%
Bedrag (in €), afronding op 1.000 tallen Incidenteel Structureel 1.375.000 10.000 1.000 700.000 100.000 1.400.000 350.000 5.000 50.000 5.625.000
Progr
Omschrijving risico’s
6 10
Stoomtrein Sneek Verstrekte leningen, borgstellingen en deelnemingen Juridische procedures diverse programma‟s
10
Netto risico (in €)
Subtotaal risico‟s
kans %
Bedrag (in €), afronding op 1.000 tallen Incidenteel Structureel
2.100.000 800.000
90% 1%
1.890.000 8.000
23.746.000
60%
14.177.000 25.691.000
Benodigde weerstandscapaciteit
0
25.691.000
De risico‟s worden toegelicht in onderdeel 6. Als er sprake is van mutaties op de gepresenteerde risico‟s ten opzichte van de laatstelijk geactualiseerde versie van deze paragraaf in de Begroting 2012 wordt dit in onderdeel 5 toegelicht.
4
Berekening weerstandsvermogen
Hieronder volgt een overzicht van de beschikbare weerstandscapaciteit gevolgd door een samenvattend overzicht van de kengetallen en de uitkomst van het weerstandsvermogen, inclusief de vergelijking van de benodigde weerstandcapaciteit met de Begroting 2012. Beschikbare weerstandscapaciteit (bedragen X € 1 mln.) 1-1-2012 (Begroting 2012)
31-12-2011 (Jaarstukken 2011)
Reserves (stand gebaseerd op transactiebasis1) Algemene reserve, basisreserve Algemene reserve, vrij aanwendbaar (VAR) Bestemmingsreserves, inclusief bestemmingsreserve aankoop natuurterreinen Rekeningresultaat 2011
8,8 61,3 1,4
8,8 45,0 2,5
0,0
11,1
Stille reserves
p.m.
p.m.
Onbenutte belastingcapaciteit (2 x € 25,3 miljoen)
53,2
50,6
124,7
118,0
Type beschikbare weerstandscapaciteit
Totaal beschikbare weerstandscapaciteit 1 Betreft stand ná verwerking vastgestelde beleidsverplichtingen Toelichting onderdelen beschikbare weerstandscapaciteit
Reserves Het totaal van de reserves van de provincie Fryslân bedraagt per 31 december 2011 € 152,5 miljoen. Er rusten op deze reserves echter vastgestelde beleidsverplichtingen: verplichtingen die zijn voorgelegd aan en goedgekeurd door u middels begrotingen en begrotingswijzigingen. Voor de bepaling of de reserves in aanmerking komen voor de beschikbare weerstandscapaciteit dienen deze verplichtingen in mindering te worden gebracht op de stand van de reserve. Daardoor resteert een bedrag € 71,5 miljoen. Deze € 71,5 miljoen bestaat uit de basisreserve ad € 8,8 miljoen, de stand van de VAR van € 45 miljoen, de bestemmingsreserves ad € 2,5 miljoen. In de bijlagen is een specificatie van de reserves opgenomen Stille reserves Ook stille reserves kunnen worden opgevoerd als een mogelijkheid tot het opvangen van tegenvallers. Ze kunnen slechts deel uitmaken van de beschikbare weerstandscapaciteit als het betreffende activum op korte termijn (binnen 1 jaar) verkoopbaar is én verkoop de taakuitoefening van de provincie niet aantast.
189
Stille reserves zijn de meerwaarden van direct verkoopbare activa, waarvan de verkoopwaarde hoger is dan de boekwaarde. Bij de provincie Fryslân gaat het om een stille reserve op de dienstwoningen en op de deelnemingen. Naast enkele kleine deelnemingen is het aandeelhouderschap van NUON (via Falcon) onze grootste deelneming. Deze had een zeer forse stille reserve in zich. Met de overname in 2009 van het productie- en leveringsbedrijf van NUON door het Zweedse Vattenfall is dit geen stille reserve meer. Hiermee is een bedrag gemoeid van in totaal € 1.247 miljoen. Dit bedrag wordt via de B.V. Houdstermaatschappij Falcon ontvangen in de periode 2009-2015. De stille reserves worden bij voorbaat niet gekwantificeerd. Mocht de beschikbare weerstandscapaciteit niet toereikend zijn om de risico‟s op te vangen worden de stille reserves wél betrokken bij de afweging of de beschikbare weerstandscapaciteit moet worden aangevuld. Onbenutte belastingcapaciteit Jaarlijks stelt het Rijk het maximaal toegestane niveau van de opcenten op de motorrijtuigenbelasting vast. Dit wettelijke maximum gaat tot 2012 in op 1 april van het volgende belastingjaar. Met ingang van 2012 zal het wettelijk maximum per 1 januari van het volgend belastingjaar ingaan. Het verschil tussen het maximaal mogelijke tarief en het feitelijk door de provincie gehanteerde tarief voor de opcenten bepaalt de vrije of onbenutte belastingscapaciteit (zie hiervoor ook paragraaf 1 „Provinciale heffingen‟). Deze onbenutte belastingcapaciteit is structureel, immers ieder jaar doet deze potentiële opbrengst zich in beginsel voor. Dit in tegenstelling tot een reserve, deze is na aanwending verdwenen. Daarom wordt deze opbrengst tweemaal meegesteld voor het bepalen van de beschikbare weerstandscapaciteit. Hieronder volgt een samenvattend overzicht van de kengetallen en de uitkomst van het weerstandsvermogen, inclusief de vergelijking met de Begroting 2012. Weerstandsvermogen bedragen x € 1.000 Benodigde weerstandscapaciteit (A) Beschikbare weerstandscapaciteit (B)
Begroting 2012
Jaarstukken 2011
36.311 124.700
25.691 118.000
Weerstandsvermogen B/A Weerstandsvermogen B – A
3,43 88.389
4,59 92.309
Weerstandsvermogen, exclusief onbenutte belastingcapaciteit (C) Weerstandsvermogen C/A Weerstandsvermogen C – A
71.500 1,97 35.189
66.500 2,59 40.809
Het weerstandsvermogen van de provincie is toereikend, ofwel de beschikbare weerstandscapaciteit is groter dan de benodigde weerstandscapaciteit.
5
Mutaties risico’s op gepresenteerde risico’s in het jaarverslag 2009
Onderstaand een overzicht van de mutaties op de laatstelijk gepresenteerde risico‟s in de Begroting 2012: Vervallen risico‟s Onderdeel ‘Juridische procedures’ in: Verweerschrift RvS PIP De Centrale As en besluit hogere geluidswaarden. Gewijzigde risico‟s Verlaging Verstrekte leningen, borgstellingen en deelnemingen Verlaging gevolgen besluitvorming staatssecretaris Bleker inzake ILG-bijdrage van het Rijk. Nieuwe risico‟s Stoomtrein Sneek
190
Hieronder vindt u een uitgebreide toelichting op de opgenomen risico‟s.
6
De risico’s
Wij sluiten deze paragraaf af met een toelichting van de mogelijke risico´s die wij onderkennen. Per risico geven we, naast een toelichting, het bedrag dat er mee gemoeid is en de kans dat het risico zich gaat voordoen. Zoals eerder is aangegeven betreft het hier grove schattingen. Voor de Jaarstukken 2011 zijn de risico‟s uit de Begroting 2012 geactualiseerd naar de huidige stand van zaken. Actuele risico’s Programma Verkeer en Vervoer
Milieu
Milieu
Milieu
Omschrijving
Bedrag & kanspercentage
Voorbereidingskosten infrastructurele projecten Het gaat hier om het risico dat bij infrastructurele projecten voorbereidingskosten worden gemaakt met de intentie deze te activeren. Echter is het denkbaar dat wel voorbereidingskosten worden gemaakt maar de kosten niet geactiveerd kunnen worden in verband met het uiteindelijk niet doorgaan van een project. De eerder gemaakte voorbereidingskosten zullen in betreffend jaar alsnog in één keer ten laste van de exploitatie moeten worden gebracht. Ondanks dat dit een risico is dat op zich geen extra kosten met zich meebrengt, omdat de kosten uitsluitend naar voren worden gehaald (immers anders via afschrijvingskosten uitgespreid over de jaren), wordt dit risico wel benoemd en gekwantificeerd aangezien de exploitatie in enig jaar zwaar belast kan worden.
min: € 1 miljoen max: € 10 miljoen
Nazorg gesloten stortplaatsen Het belangrijkste risico dat de provincie loopt is het falen van voorzieningen en monitoring in combinatie met bodemverontreiniging. De lang onopgemerkte bodemverontreiniging zou kunnen leiden tot schade bij derden. In verband met dit soort risico‟s is de risicovoorziening in het fonds opgenomen. Deze bedraagt ultimo 2011 € 1 miljoen. In de jaarrekening van het fonds nazorg stortplaatsen wordt vermeld dat de gewenste omvang van deze voorziening € 2 miljoen tot € 3 miljoen is. Het resterende risico bedraagt daardoor maximaal tussen de € 1 miljoen en € 2 miljoen. De kans op het ontstaan van een dergelijke omvangrijke kostenpost is op dit moment nog minimaal. Stortplaats Ouwsterhaule De provincie heeft als partij afval gestort op de voormalige stortplaats Ouwsterhaule. Alle partijen die afval hebben geleverd en/of de stortplaats hebben beheerd participeren in de stichting nazorg Ouwsterhaule. De provincie participeert voor 26% in de stichting. Het risico dat de provincie loopt is het falen van het beheerssysteem opdat er een lekkage in de afdichtingsbodem optreedt.
min: € 20.000 max: € 2 miljoen
Besluit Financiële Zekerheid De provincie verleent in het kader van de Wabo vergunningen aan onder andere bedrijven die afval bewerken, verwerken en/of opslaan. Vanwege intrekking van het Besluit financiële zekerheid milieubeheer kan de provincie geen dekking meer eisen voor financiële risico‟s die voortvloeien uit Wabo-vergunningverlening aan bedrijven.
min: € 10.000 max: € 70 miljoen
191
kans: 25%
kans: 1%
min: € 20.000 max: € 500.000 participatie 26% kans: 1%
kans: 2%
Programma
Omschrijving
Bedrag & kanspercentage
Milieu
Repressieve handhaving Op grond van een aantal milieuwetten is de provincie verantwoordelijk voor handhaving bij bepaalde categorieën van inrichtingen. Bij deze handhaving is incidenteel bestuursdwang nodig zonder dat financiële verrekening is verzekerd.
min: € 10.000 max: € 10 miljoen
Onvoldoende overheidstoezicht In het Integraal toezicht- en handhavingsbeleid staan uitgangspunten aangegeven op basis waarvan de provincie toezicht houdt op haar inrichtingen. Jaarlijks worden deze uitgangspunten vertaald in een Handhavingsuitvoeringsprogramma waarin per inrichting het risico bepaald wordt. Uitgangspunt is dat de ingeschatte risico‟s bepalen hoe frequent we controles uitvoeren. Dit geeft echter geen garantie dat er vervolgens niks kan gebeuren bij deze inrichtingen aangezien incidenten zich ieder moment kunnen voordoen. Uit recente jurisprudentie (22.03.2011 Gerechtshof Den Haag) blijkt dat de overheid aansprakelijk is indien zij in strijd met algemene beginselen van behoorlijk bestuur niet adequaat reageert op aan hen bekende ernstige en acute gevaren. De kans op niet adequaat optreden wordt ingeschat op 4%.
min: € 10.000 max: € 70 miljoen
Vergunningverlening & Toezicht Bij vergunningverlening bestaan er risico‟s dat er onterecht (dan wel onvolledig, niet doelmatig of niet tijdig) vergunningen e.d. (o.a. WABO, ontgrondingen, vuurwerk en luchtvaart) worden verleend, gewijzigd of geweigerd. Bij bodemverontreinigingen bestaat het risico dat een onjuiste beschikking omtrent een verontreinigingssituatie en/of saneringsplan wordt afgegeven. Daarnaast kunnen er financiële gevolgen voor bedrijven of derden ontstaan als gevolg van termijnoverschrijdingen bij het aanvragen van vergunningen alwaar de Provincie aansprakelijk voor kan worden gesteld. Ook kan bijvoorbeeld gedacht worden aan financiële gevolgen van het niet correct tot stand komen van een handhavingsbesluit of rechtsongelijkheid bij toezicht.
min: € 10.000 max: € 70 miljoen
Grondwatersanering Heerenveen Er loopt een procedure - na cassatie en verwijzing door de Hoge Raad - tegen de provincie bij het hof Arnhem. In die procedure stelt een aantal eigenaren van (winkel)panden in Heerenveen zettingsschade te hebben geleden als gevolg van een door de provincie in de jaren 80 tot begin jaren 90 uitgevoerde grondwatersanering in het centrum van Heerenveen. Gevorderd worden o.a. een verklaring voor recht en schadevergoeding, op te maken bij staat. De kwestie is gedekt onder de destijds voor het werk gesloten CAR-verzekering. Deze biedt dekking tot een maximumbedrag van fl 2,5 miljoen (circa € 1,13 miljoen). De procedure loopt al sinds 1992; de rechtbank Leeuwarden heeft destijds de vorderingen integraal afgewezen. De procedure in hoger beroep loopt - na een "omweg" via de Hoge Raad - dus nog. Het risico dat de provincie in deze zou kunnen lopen is dat áls het hof de eisers in het gelijk zou stellen én de schadestaatprocedure zou resulteren in een veroordeling tot betaling van een hoger bedrag dan het maximumbedrag van de verzekering, de provincie het meerdere zelf zal moeten bekostigen. De uitspraak in 2009 van het Hof van Arnhem beveelt een onderzoek aan door een drietal met name genoemde deskundigen die een aantal vragen meekrijgen. De resultaten
min: € 10.000 max: € 1 miljoen
Milieu
Milieu
Milieu
192
kans: 2%
kans: 4%
kans: 1%
kans: 1%
Programma
Omschrijving
Bedrag & kanspercentage
dienen aan het Hof te worden toegeleverd. Landelijk gebied
Landelijk gebied
Landelijk gebied
Leader+ Het LEADER+ programma 2000-2006 Noord-Nederland, ingediend door SNN en waarvan de uitvoering is verlengd tot medio 2009, omvat acht LEADER+ gebieden. Voor vier gebieden bleek een zeer bescheiden aanpassing van de gebiedsbegrenzing noodzakelijk. Deze gebiedsbegrenzing maakt deel uit van de afzonderlijke ontwikkelingsstrategieën voor de LEADER+ gebieden. De van toepassing zijnde EU-regels boden geen kanten-klare procedurevoorschriften om de gebiedsbegrenzing te kunnen aanpassen. Er is op een zorgvuldige wijze een oplossing gezocht en gerealiseerd. Deze is kenbaar gemaakt aan het ministerie van LNV. Voor NW-Fryslân is gekozen om de dorpskern van Makkum buiten het LEADER+ gebied te houden. Voor Lauwersland zijn de nieuwbouwwijken van Dokkum uit het werkgebied gelicht. Er is een risico, zij het dat dit zeer beperkt wordt geacht, dat in de toekomst een geschil ontstaat tussen de Europese Commissie en SNN over de vraag of de voorschriften voor selectie en vaststelling van de LEADER+ gebieden, voldoende juist zijn geïnterpreteerd. Dit risico is expliciet benoemd bij de besluitvorming over de beschreven oplossing. Het eindrapport Leader+ is voor 1 oktober 2010 naar Brussel gezonden. Het zal nog wel enige tijd vergen voordat hierover een oordeel wordt geveld. De besluitvorming van de Europese Commissie werd in 2011 verwacht.,maar zal waarschijnlijk in 2012 plaatsvinden Waddenglas Bij de start van het project begin 2008 werd een contante eindwaarde (winst min verlies zoals verwacht in 2015, de geplande afronding van het project) van € 1,8 miljoen berekend. Sindsdien varieert dat van ca. 1 tot 3,5 ton. Vertraging in de gronduitgifte, vooral veroorzaakt door de financiële crisis en in mindere mate door de vernietiging van het bestemmingsplan door de raad van state, is daar debet aan. Een nieuw bestemmingsplan is inmiddels vastgesteld. Er is inmiddels 3 ha grond verkocht. Desondanks blijft het zaak de vinger goed aan de pols te houden. Dat gebeurt met verschillende risicobeheersinstrumenten. Daarmee worden onder andere scenario‟s op hun effecten doorgerekend. Ook blijft de afspraak van kracht dat er geen grond aangekocht wordt eer er grond uitgegeven wordt. Het project is vertraagd tot 2019. Gevolgen besluitvorming staatssecretaris Bleker stopzetten ILG-bijdrage van het Rijk Eind 2011 zijn IPO en de Staatssecretaris van ELI tot een Onderhandelingsakkoord gekomen. Dit akkoord houdt de decentralisatie van het Natuurbeleid van rijk naar provincies in. Nu de Staten hebben ingestemd met de uitvoering van het natuurbeleid, vervalt het risico dat het Rijk middelen terugvordert wanneer de doelen en gewenste doelen in het kader van ILG niet gehaald worden. Een belangrijk onderdeel van het Onderhandelingakkoord is het zogenoemde Grond-voor-Grondprincipe. Dit betekent dat de ontwikkelopgave gefinancierd moet worden uit de verkoop van gronden die niet meer nodig zijn voor de EHS-opgave. Daarnaast
193
€ 1 miljoen kans: 5%
p.m.
€ 22,5 miljoen Kans 25%
Programma
Omschrijving
Bedrag & kanspercentage
moeten de bestuurlijk harde verplichtingen van € 22,5 miljoen, die wij zijn aangegaan maar nu niet meer door het Rijk worden betaald, ook uit deze grond-voor-grond gefinancierd worden. Het risico bestaat dat de geraamde inkomsten vanuit grond-voorgrond niet gehaald worden, en dat er daarmee een financieel tekort ontstaat om de natuurambities te realiseren. De financiële consequenties van het grond-voor-grond principe zal binnen het programma Landelijk Gebied worden opgelost. Eventueel kan sprake zijn van voorfinanciering van de grond-voorgrond middelen wanneer de verkoop van gronden stagneert. Economie, recreatie en toerisme
Europese programma’s Overcommittering EFRO/EZ, Kompas en Interreg. Het is een bekend verschijnsel dat de bedragen uit een subsidieaanvraag van een project hoger zijn dan de bedragen uit het afrekeningsverzoek. Dit leidt dan tot vrijval van cofinancieringsmiddelen. Om te voorkomen dat externe middelen terugvloeien, i.c. KoersNoord en OP EFRO-middelen, wordt zowel door het SNN als door de provincie tot overcommittering van de beschikbare middelen over gegaan. In de loop der jaren zijn ervaringscijfers beschikbaar gekomen (10 tot 15% vrijval). De provincie blijft met de gepleegde overcommittering van 10% beneden dat percentage. Daarom is er geen sprake van een risico.
p.m.
Economie, recreatie en toerisme
Stoomtrein Sneek Het in opdracht van de gemeente, Rabobank en provincie uitgevoerde onderzoek door Deloitte heeft opgeleverd dat door de grote rente- en afschrijvingslast een positieve exploitatie van de stoomtrein in zijn huidige vorm niet haalbaar is. In november 2011 is het faillissement van de stichtingen, die de trein gingen exploiteren uitgesproken. Op initiatief van de gemeente SúdwestFryslân is onderzocht of in afgeslankte vorm een doorstart met een gedeelte van de bestaande boedel nog mogelijk is. Gebleken is dat de tekorten zo groot zijn dat een doorstart alleen mogelijk is met een forse overheidsbijdrage, die er niet komt. De curator is daar van in kennis gesteld zodat hij het faillissement kan afwikkelen. Gemeente en provincie hebben onderzoeksbureau ZKA gevraagd onderzoek te doen naar de mogelijkheden na afwikkeling van het faillissement. Totdat die duidelijkheid er is liggen de werkzaamheden van Prorail stil. Prorail legt in onze opdracht de openbare infrastructuur aan. Naar verwachting zal in 2012 de balans worden opgemaakt waarna het project afgerond zal worden naar de Staten.
€ 2,1 miljoen Kans: 90%
Algemene dekkingsmiddelen
Verstrekte leningen, borgstellingen en deelnemingen Wanneer de begunstigde van een borgstelling of de ontvanger van een verstrekte geldlening niet aan zijn verplichtingen voldoet, komen de eventuele lasten voor de provincie. De deelnemingen en verstrekte geldleningen zijn van dien aard dat het risico te verwaarlozen is. Voor die enkele keer dat de provincie naar eigen inschatting wel enig risico loopt is een voorziening getroffen. Voor de borgstellingen wordt een marginaal risico aangehouden van het restantbedrag dat per balansdatum resteert. Per 31 december 2010 stond de provincie borg voor € 1,6 miljoen aan leningen.
194
min: € 25*) max: € 1,6 miljoen *) kleinste bedrag gewaarborgde lening kans: 1%
Programma
Omschrijving
Bedrag & kanspercentage
Algemene dekkingsmiddelen
EMU- saldo In theorie kan de Minister van Financiën op grond van de wijziging van de Wet Fido een eventuele Europese EMU-boete proportioneel doorbelasten aan mede veroorzakende lagere overheden. In 2012 is het wetsvoorstel houdbare overheidsfinanciën (Hof) ingediend. In dit wetsvoorstel is opgenomen dat de provincie gekort kan worden voor het bedrag waarmee zij de EMU norm overschrijdt.
Diverse programma‟s
Juridische procedures Hieronder vallen de nog lopende juridische procedures van derden tegen de provincie. Gelet op de onderliggende risico‟s komt het risicopercentage uit op gemiddeld afgerond 58%
Diverse programma‟s
Convenanten Zoals ook in de paragraaf „verbonden partijen‟ is opgenomen heeft de provincie convenanten afgesloten met een groot (financieel) belang. Dit kan risico‟s met zich meebrengen. Gelet op de beheersmaatregelen die getroffen zijn wordt het netto risico als nihil aangemerkt.
195
n.v.t.
€ 21,7.miljoen kans: 58%
p.m.
196
4.3
Paragraaf 3 – Onderhoud kapitaalgoederen
1
Inhoud
In deze paragraaf gaan wij in op de beleidslijnen voor het onderhoud en beheer van kapitaalgoederen. Onder „kapitaalgoederen‟ worden in dit verband verstaan de infrastructurele werken (wegen, vaarwegen, kunstwerken), de voorzieningen (bijvoorbeeld groen) en de gebouwen en opstallen. Ten aanzien van „groen‟ merken wij op, dat dit bij de provincie geen afzonderlijk beheersonderdeel vormt. Bermbeheer en groenbeleid maken deel uit van ons berm- en oeverbeheer en van het beleidskader „Fryske diken yn it grien‟. Uitgangspunt voor het onderhoud en beheer van kapitaalgoederen zijn de door uw Staten vastgestelde beleidskaders/-nota‟s; richtlijnen voor het onderhoud en beheer met specifieke benoemde kwaliteitseisen. Onderhoud en groot onderhoud hangen samen met het afschrijvingsbeleid, dat wij voeren voor de kapitaalgoederen. Algemeen uitgangspunt bij het afschrijvingsbeleid is de functionele levensduur van het kapitaalgoed. Dat is de periode, waarin het kapitaalgoed bij normaal onderhoud zijn functie behoudt. Met ingang van 2010 wordt er lineair afgeschreven.
2
Onderhoud infrastructuur
Beleid Het onderhoud van de provinciale infrastructuur wordt uitgevoerd volgens het op 7 november 2007 door Provinciale Staten vastgestelde scenario 1 uit de nota “Strategisch onderhoudsbeleid provinciale infrastructuur”. De kwaliteit van het onderhoud is omschreven in termen vanuit de te leveren prestatie en niet vanuit de te nemen maatregelen. Er is aandacht voor de keuzes die in het onderhoud zijn te maken, naast de functioneel-technische aspecten, en het onderhoud sluit nauw aan bij de gangbare normen en regelgeving. Door het resultaat centraal te stellen, is ook duidelijk op welke manier het onderhoud bijdraagt aan provinciale beleidsdoelen, anders dan functionaliteit en constructieve veiligheid. Daarbij zijn de behaalde prestaties goed te meten en te monitoren. De onderhoudsstrategie is gebaseerd op economische doelmatigheid en gericht op het continu in stand houden van de functionaliteit en de constructieve veiligheid van de voorziening tegen zo laag mogelijke kosten. De voorzieningen zijn redelijk comfortabel voor de gebruiker, enige slijtage, kleine schades en reparaties zijn zichtbaar. Onderhoudsmaatregelen worden op basis van inspecties bepaald. Er wordt snel ingegrepen zodra de kwaliteit daalt. Incidenteel en kortdurend kunnen zich beperkingen voor de gebruiker voordoen. Er is incidenteel kans op klachten en gegronde schadeclaims. Als dit in een werk tegen geringe kosten kan meeliften, wordt ook bijgedragen aan andere beleidsdoelen, zoals bereikbaarheid, beleving, milieu, duurzaamheid, natuur of landschapswaarden. Voor elk onderdeel wordt een optimale planning gemaakt voor het jaarlijks terugkerende onderhoud (JTO) en het niet jaarlijkse onderhoud (NJTO) op basis van inspecties en meerjarenplannen. Door de nadruk op techniek kan maar beperkt worden ingespeeld op ander beleid en doelen. Het onderhoud is niet strijdig met andere provinciale beleidsdoelen. Ieder onderdeel volgt een eigen optimale planning, maar er is nog geen integrale benadering van de infrastructuur. Op dit moment kan worden geconstateerd dat de onderhoudsbeleidskaders aan een revisie toe zijn. Enerzijds is er veel ruis op de lijn wat doelmatig doch sober onderhoud precies betekent. Anderzijds zijn de financiële mogelijkheden in een ander perspectief gekomen. In 2012 zullen de onderhoudsbeleidskaders tegen het licht worden gehouden, met als doel een realistisch beeld van het gewenste onderhoudsniveau en de daarvoor benodigde middelen. Belangrijk nevendoel is het scheppen van transparantie voor de provinciale bestuurders/beslissers. Het uitgevoerde onderhoud van de infrastructuur bleef in 2011 binnen de hiervoor beschikbare middelen. Het onderdeel gladheidbestrijding vertoont een overschrijding van circa € 4 ton.
197
In de Kaderbrief 2007 is voor achterstallig groot onderhoud en rehabilitatie over de periode van 2006 t/m 2011 een bedrag van € 1,4 miljoen opgenomen. Het inlopen van de in 2006 geconstateerde achterstand in het groot onderhoud en rehabilitatie is in 2011 afgerond. Voor het verstalen van houten brugdekken is voor de periode 2006 t/m 2011 een tijdelijk budget van € 2 miljoen beschikbaar gesteld. Ook dit project werd in 2011 afgerond. Voor de vervanging/renovatie van kunstwerken is met ingang van 2011 een investeringskrediet van € 8 miljoen per jaar in het leven geroepen. Zie beleidsprogramma 2.3 instandhouding provinciale infrastructuur. In 2010 zijn alle budgetten binnen het beleidsprogramma Verkeer en vervoer tegen het licht gehouden in het kader van de zogenoemde doorlichting programma 2 ten behoeve van de dekking van het RSP. De verwachte kosten van regulier onderhoud zijn in beeld gebracht op basis van aannames die gebaseerd zijn op een externe kwaliteitsschouw en op basis van cyclisch onderhoud. De hierbij uitgevoerde berekeningen leiden over de gehele linie tot het beeld dat de jaarlijks benodigde middelen hoger zijn dan de bedragen die in de begroting zijn opgenomen. De bedragen in de begroting zijn gebaseerd op berekeningen die zijn uitgevoerd als onderdeel van de onderhoudsbeleidskaders. Om deze reden gaan wij er niet zonder meer vanuit dat de middelen voor het onderhoud ontoereikend zijn. Wel zien wij de berekeningen als aanwijzing dat het niet gewenst is om op de huidige budgetten te bezuinigen. (PS 10 februari 2010: nota programma 2 tegen het licht gehouden blz. 20). Eind 2009 is een externe kwaliteitsschouw uitgevoerd naar de huidige kwaliteit van de verschillende onderdelen van de openbare ruimte. Deze kwaliteitsschouw is vanzelfsprekend enigszins gedateerd. Gemiddeld over de totale provincie scoren alle onderdelen conform het onderhoudsbeleidskader kwaliteitsniveau basis, waarbij op sommige technisch onderliggende aspecten het kwaliteitsniveau laag wel voorkomt. Bij de schouw wordt een onderscheid gemaakt tussen de aspecten verzorging en de technische staat van de openbare ruimte. Verzorging Op dit aspect scoort de provincie gemiddeld hoog. Dit geeft weer dat circa ¾ van de openbare ruimte goed onderhouden is ten aanzien van “schoon en netjes”. Het overige deel dat basis scoort ziet er redelijk verzorgd uit. Technische staat Uit de technische schouw komt naar voren dat de huidige kwaliteit voldoende is (basis). „Basis‟ betekent ook dat er op korte termijn onderhoud nodig is, omdat er anders achterstand ontstaat. Op de onderdelen water en vaarwegen, groen en kunstwerken en oevers liggen de basisscores tegen de score laag aan. Het risico op een verschuiving naar kwaliteitsniveau laag is aanmerkelijk. Bij het onderdeel kunst- en oeverwerken heeft een aanzienlijk deel van het areaal nog een lage kwaliteit. Hiervoor is ook het eerder genoemde jaarlijkse investeringskrediet beschikbaar. De technische staat van de verhardingen (wegen) voldoet gemiddeld aan de kwaliteit basis. Er is nog een beperkt aandeel op kwaliteitsniveau laag. Hierbij moet wel rekening gehouden worden met het cyclisch onderhoud (lifetime cycle), een meerjarig gemiddelde op basis van de middelen die jaarlijks nodig zijn (horizon voor het gemiddelde is gelegd op 2050). Areaal Het areaal dat dagelijks in beheer en onderhoud is bij Provinciale Waterstaat is weergegeven in 3 productgroepen: wegen, vaarwegen en kunstwerken. In 2011 hebben zich geen grote mutaties in het areaal voorgedaan. Productgroep wegen: Productgroep Wegen
Verhardingen Hoeveelheden in 2
m per
km
1000 m
lengte
Stroomweg
1.530
201
Gebiedsontsluitingsweg
2.049
311
29
4
Overige Wegen
311
51
Vrij liggende Parallelweg
521
120
Vrij liggende Fietspaden
490
159
4.929
846
OV Ontsluitingsweg
Totaal
198
Productgroep vaarwegen: Productgroep Vaarwegen
Bodem
Oevers
Hoeveelheden in km
m
lengte
m2 per
km lengte
breedte
1.000 m
Klasse Va
64,3
60
3.858
84,0
Klasse IV
65,0
40
2.600
56,0
Klasse III
29,7
35
1.040
21,5
Klasse II
0,0
30
0
0,0
Klasse I
90,3
20
1.806
14,9
Klasse O
204,9
20
4.098
54,1
Klasse OO
192,0
15
2.880
25,4
Totaal
646,2
16.282
255,9
Productgroep Kunstwerken Functie
Aantal
Productgroep Kunstwerken:
Wegen
Viaduct
Vaarwegen
Fiets-/ Veetunnel
37
Brug vast
94
Brug beweegbaar
55
Duiker / Viaduct
18
Sluizen
38
Aquaducten
3
5
3
Onderhoud gebouwen
Provinsjehûs, Hege Hûs en tijdelijke huisvesting Het nieuwe Provinciehuis is op maandag 7 november 2011 in gebruik genomen, hierna is de tijdelijke huisvesting aan de Snekertrekweg ontmanteld en voor de jaarovergang overgedragen aan de beheerder/verhuurder. Het Hege Hûs is tijdens ver-/nieuwbouw van het nieuwe provinciehuis in gebruik geweest bij de aannemer en wordt in het voorjaar van 2012 overgedragen aan de gemeente Leeuwarden voor de realisatie van een parkeervoorziening. Bedrijfsgebouwen Provinciale Waterstaat Kantoor Uitwellingerga en de steunpunten (programma 2, Verkeer en Vervoer) zijn technisch gezien in een goede staat van onderhoud. Van achterstallig onderhoud kan niet worden gesproken. De jaarlijkse kosten kunnen binnen de reguliere budgetten worden opgevangen. In 2011 is er in het kader van onderhoud circa € 200.000 uitgegeven. Dienstwoningen De provincie is eigenaresse van 26 (voormalige) dienst- en sluiswachterswoningen. Eind 2005 is de woonplicht van de laatste 7 woningen opgeheven. Hierover zijn met de bewoners afspraken gemaakt. 19 woningen zijn verhuurd. Waar mogelijk worden deze woningen verkocht aan zittende huurders of derden zodra de huurders vertrekken. Een aantal woningen heeft echter een zodanige verwevenheid met de kunstwerken dat deze woningen niet kunnen worden verkocht. De woningen voldoen aan wettelijke eisen, wat in de praktijk inhoudt dat de kwaliteit van deze (oudere) woningen „naar redelijkheid en billijkheid‟ voldoet aan de hedendaagse eisen. De woningen hebben geen boekwaarde meer. De mate van onderhoud is afgestemd op „goed huismeesterschap en representativiteit‟. De kosten worden gedekt door de huuropbrengsten. 2 woningen staan te koop, 1 wordt afgebroken.
199
4
Afschrijvingsbeleid
Het afschrijvingsbeleid hangt nauw samen met het onderhoud dat in deze paragraaf aan de orde is. Indien er wordt gekozen voor een langere functionele levensduur zal er rekening moeten worden gehouden met een groter beslag op onderhoudsmiddelen. Voor de bepaling van de functionele levensduur van de kapitaalgoederen Infrastructuur en Bouwurk hebben wij ons mede laten leiden door extern advies. Artikel 9 van de Financiële verordening provincie Fryslân 2010 schrijft voor dat een (geactualiseerde) nota afschrijvingsbeleid wordt vastgesteld. Middels de nota Waarderen, Activeren en Afschrijven (Statenvergadering van 16 december 2009) wordt het beleid vastgesteld met betrekking tot de waardering, activering, afschrijving en de rentetoerekening van alle vaste activa. De nota legt het afschrijvingsbeleid voor alle vaste activa (infrastructuur, bedrijfsmiddelen en overige activa) vast. De afschrijvingsmethodiek is gebaseerd op het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) met inachtneming van de Friese investeringsambities (de weg- en natte infrastructuur). Daarnaast is een belangrijke rol toebedeeld aan een solide financieel beleid op de korte en op de lange termijn. Het in de nota Waarderen, Activeren en Afschrijven beschreven afschrijvingsbeleid wordt in 2013 herijkt en u ter besluitvorming aangeboden. Bouwurk De nota afschrijvingen Bouwurk is op 16 november 2008 vastgesteld. Deze nota is projectgebonden en zal weer worden herzien als daar aanleiding voor is.
200
4.4
Paragraaf 4 – Financiering
1
Inleiding
In deze paragraaf gaan wij in op het beheer van de financiële middelen (treasury) in het afgelopen jaar. De basis voor ons handelen is het Treasurystatuut zoals dat in december 2009 is vastgesteld. Dit Treasurystatuut fungeert samen met de Wet Fido (Financiering Decentrale Overheden) als belangrijkste kader bij het prudent en verantwoord beheren van de financiële middelen van de provincie. Ons treasurybeleid is erop gericht binnen alle wettelijke voorschriften en de financiële mogelijkheden van de provincie Fryslân een optimaal rendement te verkrijgen en de lasten zo veel mogelijk te reduceren. Het financierings- of treasuryresultaat komt tot uiting in de renteopbrengsten dan wel rentelasten. Twee componenten zijn hierbij van belang: 1. De gemiddelde omvang van de liquiditeiten (financieringssaldo). Deze wordt besproken onder ‘2. Ontwikkeling van het financieringssaldo’. 2. Het verschil tussen de geraamde rentepercentages in de Begroting 2011 en de werkelijke (markt)percentages. Deze percentages worden besproken onder ‘3. Financiering en belegging’. Beide componenten zijn van invloed op het rendement van de uitgezette en geleende gelden. Aan het eind van deze paragraaf gaan wij in op het risicobeheer.
2
Ontwikkeling van het financieringssaldo
Onder het financieringssaldo wordt het saldo liquide middelen op kasbasis verstaan. Dit bestaat uit het saldo op de rekening courant en de kortlopende leningen. Op 1 januari 2011 was het saldo € 113,2 miljoen negatief. Het saldo van het Groenfonds bedroeg € 0,7 miljoen positief. In deze bedragen is geen rekening gehouden met de lening aan Heerenveen in verband met IBF (ter grootte van € 22,0 miljoen). Medio juli 2009 is een rekening courant overeenkomst aangegaan met de BV Houdstermaatschappij Falcon. Door de verkoop van de Nuonaandelen per 1 juli 2009 zijn de geldmiddelen van Falcon fors toegenomen en om in de liquiditeitsbehoefte van de provincie te voorzien is een rekening courant opengesteld. Begin 2011 bedroeg de rekening courant schuld van de provincie aan Falcon € 97 miljoen. In november is de rekening courant schuld met € 96 miljoen verhoogd tot € 193 miljoen. Na rente bijschrijving bedraagt de rekening courant schuld per einde 2011 €195 miljoen. Het liquiditeiten tekort is in 2011 nauwelijks toegenomen en bedraagt inclusief de rekening courant schuld aan Falcon € 122,7 miljoen. Dit komt met name door de eenmalige uitkering van het rijk eind december van € 96,4 miljoen inzake het Mobiliteitsfonds. De uitbetaling door het rijk stond voor de komende gepland, maar dat is door het rijk naar voren gehaald. Daarnaast is er vertraging ontstaan in de uitvoer van de infrastructurele investeringsprojecten. De waarde van het Groenfonds bedroeg per einde 2011 € 22,9 miljoen positief.
In de grafiek is het verloop van de liquiditeit over het boekjaar weergegeven. Als gevolg van seizoensinvloeden treedt in de zomer een verbetering op. Over heel 2011 is gemiddeld voor een bedrag van € 22 miljoen geleend, exclusief de rekening courant financiering van Falcon.
201
Verloop liquiditeit 2011
x € 1.000
gecorrigeerd voor de rekening courant financiering van Falcon
80.000 60.000 40.000 20.000 0 -20.000
dec-10
jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
-40.000 -60.000
3
Financiering en belegging
Er is in 2011 op de rekening courant zowel geld geleend als uitgezet. Daarnaast is er gebruik gemaakt van kortlopende leningen om rentekosten te besparen. De rente is in de eerste helft van het jaar toegenomen, maar in de tweede helft van 2011 weer gedaald, zie grafiek rente rekening courant. Het gemiddelde financieringspercentage in 2011 bedroeg 1,2%. In de begroting was uitgegaan van een gemiddeld percentage voor kortlopende financiering van eveneens 1,2 %. De rentelasten voor kortlopende financieringen bedroegen in 2011 € 1,7 miljoen. Er was € 1,8 miljoen begroot. Door het aangaan van de rekening courant verhouding met de BV Houdstermaatschappij Falcon is het aantrekken van langlopende leningen niet nodig. In de Wet Fido zijn bepalingen opgenomen over het maximum van kort aan te trekken middelen (onder verrekening van banksaldi). Deze kasgeldlimiet mag maximaal twee kwartalen achtereen overschreden worden en is gerelateerd aan de omvang van de begroting. De kasgeldlimiet was voor 2011 € 30 miljoen. In het tweede kwartaal is deze limiet, zoals was ingecalculeerd, overschreden. Na de uitkering van het BTW-compensatiefonds medio 2011 en de uitbetaling van het dividend Falcon is de kortlopende schuld weer binnen de kasgeldlimiet gekomen. In september en oktober is de kortlopende schuld wederom boven de kasgeldlimiet uitgekomen, maar door de verhoging van rekening courant schuld met Falcon weer ingelopen. Eind 2007 is besloten om de beleggingen van het Nazorgfonds te verkopen en de vrijvallende middelen tegen een vaste rente van 5,1% per jaar te lenen aan de provincie. Eind 2011 was de schuld aan het Nazorgfonds € 9,2 miljoen.
202
Ontwikkeling rente rekening courant 2011
3,0% 2,5% 2,0% 1,5% 1,0% 0,5% 0,0% jan
feb
mrt
apr
mei
jun debet
4
jul
aug
sep
okt
nov
dec
credit
Ontwikkeling op de financiële markten
De ECB heeft in april en juli 2011 de rente tweemaal verhoogd van 1,0% tot 1,5%. De marktrente voor kort krediet steeg hierdoor in korte tijd van 0,8% tot 1,5% (1 maands Euribor). Ook de kapitaalmarktrente steeg begin 2011 van 3,3% tot 3,8% in april, maar daalde kort daarna weer naar de niveaus aan het begin van het jaar. De kredietcrisis heeft in de tweede helft van 2011 een neerwaarts effect gehad op zowel de lang- als kortlopende rente. Door de aanhoudende schuldenproblemen in de perifere landen en de negatieve effecten ervan op de financiële sector heeft de ECB in november in december 2011 de rente in twee stappen verlaagd tot 1,0%. De kapitaalmarktrente daalde van 3,8% in april tot 2,5% eind 2011 en de kortlopende rente daalde ook fors van 1,5% naar 1,0% eind 2011. Voor 2012 wordt geen verhoging van de ECB rente verwacht, maar eerder een verdere verlaging. Het door het CPB verwachte herstel in 2011 is uitgebleven en wordt ook voor 2012 nog niet verwacht. Ook de banken houden rekening met het uitblijven van herstel in 2012 en verwachten eerder een daling van de rente dan een stijging. De marktrente voor kort krediet zal in 2012 naar verwachting laag blijven en voor de kapitaalmarktrente worden tevens lage niveaus verwacht.
5
Risicobeheer in verband met treasury
Renterisico In het kader van het risicobeheer is in de wet Fido de renterisico norm opgenomen. De renterisico norm (risico’s bij het uiteenlopen van rente-inkomsten en rente-uitgaven op lang geld wegzetten resp. lang geld lenen) is voor Fryslân circa € 2,5 miljoen. Hier blijven wij ruim onder.
203
Koersrisicobeheer De provincie belegt haar overtollige middelen alleen in vastrentende waarden zoals daggeld en deposito’s. Het beleggen in aandelen, uitsluitend voor het behalen van een rendement, is niet toegestaan. Tevens wordt er uitsluitend belegd in euro’s. Andere koersrisico’s zijn in 2011 niet gelopen. Kredietrisicobeheer Ter beperking van het debiteurenrisico bij beleggingen wordt door de provincie uitsluitend, conform het Treasurystatuut, belegd bij tegenpartijen die voldoen aan een minimale creditrating, te weten een A-rating. Er worden maxima gesteld aan het aandeel waarin per individuele tegenpartij mag worden belegd. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de lange en de korte termijn. In december 2009 is een nieuwe Uitvoeringsregeling Treasury vastgesteld waarin onder andere de eisen aan de tegenpartijen aan de hand van de Regeling Uitzettingen en Derivaten Decentrale Overheden (Ruddo) verder zijn aangescherpt, bij uitzettingen langer dan 3 maanden is een AArating vereist. In 2011 zijn geen kredietrisico’s opgetreden. Voor het debiteurenbeheer betreffende de levering van goederen en/of diensten hanteert de provincie een strikt beleid van herinnering en aanmaning. Indien de debiteur nalatig blijft, wordt de vordering overgedragen aan een incassobureau. In 2011 is voor € 125.500 aan oninbare debiteuren afgeschreven.
204
4.5 Paragraaf 5 – Verbonden partijen
1. Inleiding In deze paragraaf geven wij inzicht in de zogenoemde verbonden partijen weer. Daarnaast wordt in deze paragraaf een overzicht gepresenteerd van convenanten die de provincie met andere partijen heeft gesloten. Verbonden partijen zijn samenwerkingsverbanden van de provincie en externe partijen (privaatrechtelijk en/of publiekrechtelijk) waarin de provincie zowel een bestuurlijk als een financieel belang heeft, en die de status van publiek- of privaatrechtelijk rechtspersoon hebben. Er is sprake van bestuurlijk belang indien namens de provincie iemand zitting heeft in het bestuur, dan wel stemrecht heeft. Financieel belang is er zodra de provincie middelen ter beschikking stelt (of garanties heeft afgegeven) waarover ze risico loopt in geval van financiële problemen bij de verbonden partij. Verbonden partijen voeren beleid uit dat de provincie ook (gedeeltelijk) zelf had kunnen uitvoeren. Provincie Fryslân gaat samenwerkingsrelaties met verbonden partijen aan indien de realisering van beleidsdoelstellingen door de provincie op zelfstandige basis meer middelen vergt, meer risico‟s met zich meebrengt of niet mogelijk zou zijn geweest. De provincie draagt verantwoordelijkheid voor het bereiken van de doelstellingen die worden beoogd door het aangaan van de samenwerking met verbonden partijen. Sinds 2005 maakt het beleid ten aanzien van de verbonden partijen in het kader van risicomanagement daarom deel uit van de planning- en controlcyclus. Periodiek wordt nagegaan of de verbonden partijen nog in voldoende mate bijdragen aan de realisatie van de provinciale doelstellingen. Convenanten zijn schriftelijke overeenkomsten tussen de provincie en andere overheden en/of organisaties, met het doel om provinciaal beleid te verwezenlijken en/of afspraken te maken over de uitoefening van (publiekrechtelijke) bevoegdheden. Een convenant kent (in tegenstelling tot verbonden partijen) niet de status van een publiek- of privaatrechtelijk rechtspersoon. Als het convenant betrekking heeft op de uitvoering van een project en er contracten met bedrijven, zoals bouwbedrijven en/of onderzoeksbureaus worden aangegaan, is het minder duidelijk wie de opdrachtgever wordt. Het kan dan van belang zijn dat een van de convenantpartijen formeel als opdrachtgever fungeert. Deze taak heeft de provincie in vele gevallen op zich genomen. Het spreekt voor zich dat naarmate een convenant zich meer afspeelt in de „harde‟ sector, waarbij adequate afspraken over het gezamenlijk uitvoeren van projecten en de (financiële) belangen groot zijn, de afspraken daarover in een convenant juridisch bindend moeten zijn. Financieel belang is er zodra de provincie middelen ter beschikking stelt (of garanties heeft afgegeven) waarover zij risico loopt in het geval van dreigende financiële problemen. De financiële risico‟s die de provincie loopt waar het gaat om verbonden partijen en convenanten zijn in veel gevallen vrijwel gelijk aan de omvang van het directe financiële belang. In een aantal gevallen is sprake van een potentieel financieel risico die de omvang van het directe financiële belang aanzienlijk overstijgen. De inschatting van deze financiële risico‟s is in paragraaf 2 Weerstandsvermogen verwerkt.
2. Overzicht van verbonden partijen In onderstaand overzicht zijn de verbonden partijen van de provincie Fryslân weergegeven. Tussen haakjes staat bij rechtspersoon de naam van de gedeputeerde die namens de provincie lid is van het bestuur van de desbetreffende verbonden partij.
205
206
207
Algemene dekkingsmiddelen
1. Falcon De Nuon - aandelen zijn destijds ondergebracht in de “B.V. Houdstermaatschappij Falcon”. Deze houdstermaatschappij is voor 100% in het bezit van de provincie.
Op 12 januari 2012 is de BV Falcon ontbonden. De provincie is vanaf die datum weer rechtstreeks aandeelhouder in NUON Energy N.V. en Alliander.
In 2009 is 49% van de aandelen van het productie- en leveringsbedrijf van Nuon verkocht aan Vattenfall. De aandelen van het gesplitste netwerkbedrijf Alliander blijven in publieke handen. Vanaf 2009 is de provincie dus indirect (via B.V. Houdstermaatschappij Falcon) grootaandeelhouder in Alliander N.V. en in het nog niet verkochte deel van Nuon Energy N.V. In 2011 is de volgende tranche van 15% van Nuon Energy geleverd. Alliander keert dividend uit aan Falcon.
Programma
Verbonden Partij
Falcon: BV (J.A. de Vries)
Rechtspers. (GSbestuurder)
geen
geen
Bestuurswis- Verandeselingen ringen in openbaar belang
Resultaat 2011: Falcon rendement € 45,3 mln.
Resultaat
Voor 2011 wordt het Eigen dividend Falcon in totaliteit Vermogen 2011 op ca. € 45,2 mln .geraamd. € 1.321 mln. Het EV is nagenoeg gelijk aan het totale vermogen.
Financieel belang in de VP Eigen en (orde van grootte) vreemd vermogen verbonden partij
Eventuele financiële risico’s die de provincie loopt t.a.v. de verbonden partij Geen
208
Programma
3. Alliander NV Algemene De participatie in Alliander NV is dekkingsmet inachtneming van de Wet middelen Onafhankelijk Netbeheer per 1 juli 2009 ontstaan na de splitsing van Nuon in een productie- en leveringsbedrijf en een netwerkbedrijf. Het openbaar belang van het aandeelhouderschap is verankerd in de wet. De aandelen dienen ingevolge de wet in publieke handen te blijven. De vennootschap heeft o.a. ten doel: - het voorzien in de behoefte aan energie door het transporteren en distribueren van energie;
2. Nuon Energy NV Algemene In 2009 en 2011 zijn resp. 49% dekkingsen 15% van de aandelen van het middelen productie- en leveringsbedrijf van Nuon verkocht aan Vattenfall. In 2013 en 2015 vinden de resterende leveringen van 15% en 21% plaats. Over de nog niet geleverde aandelen ontvangt de provincie een preferent dividend van 2%. De aandelen van het gesplitste netwerkbedrijf Alliander blijven in publieke handen (zie 3).
Verbonden Partij
N.V. (J.A. de Vries)
N.V. (J.A. de Vries)
Rechtspers. (GSbestuurder)
Bestuurswis- Verandeselingen ringen in openbaar belang
Resultaat
De provincie bezit ruim 12,6% van de aandelen. Dividend 2010 .: € 10,1 miljoen Verwacht dividend 2011 Ca. € 13 mln.
Per 1 januari 2012 bezit de provincie nog 4,5% van de aandelen. Preferent dividend 2011: € 14,6 miljoen
Financieel belang in de VP Eigen en (orde van grootte) vreemd vermogen verbonden partij
In met name in de wet genoemde omstandigheden kan bijstorting van kapitaal aan de orde zijn
Eventuele financiële risico’s die de provincie loopt t.a.v. de verbonden partij Geen
209
- het doen beheren en exploiteren van elektriciteitsnetten en van gasnetten. 4. Vitens NV Vitens NV is het grootste drinkwaterbedrijf van Nederland en levert topkwaliteit drinkwater aan 5,4 miljoen mensen en bedrijven in de provincies Flevoland, Friesland, Gelderland, Utrecht, Overijssel. Het openbaar belang van het aandeelhouderschap is verankerd in de wet. Op grond van de wet dienen de aandelen in overheidshanden te blijven. GS hebben in 2011 het voorgenomen besluit genomen om 754.843 aandelen bij te kopen waardoor het aandelenbelang op 13% komt. 5. BNG (Bank Nederlandse Gemeenten) De BNG is bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijke belang. Ze beoogt met gespecialiseerde financiële dienstverlening tegen zo laag mogelijke kosten bij te dragen aan maatschappelijke voorzieningen voor de burgers.
Verbonden Partij
Algemene dekkingsmi ddelen
Algemene Dekkingsmiddelen
Programma
NV (J.A. de Vries)
N.V. (J.A. de Vries)
Rechtspers. (GSbestuurder)
N.v.t.
Geen
Bestuurswis- Verandeselingen ringen in openbaar belang
Conform doelstelling.
Dividenduitkering 2011: € 173.075,-. Waarde provincie Fryslân in eigen vermogen van de deelneming per 31-122010: € 3.052 mln.
Geen
Eventuele financiële risico’s die de provincie loopt t.a.v. de verbonden partij
Aansprakelijk Geen vermogen ultimo 2010: € 2,259 miljard.
EV: € 353 mln. (2009). EV 21% van totaal vermogen.
Financieel belang in de VP Eigen en (orde van grootte) vreemd vermogen verbonden partij
€ 24,9 mln. (2009) De provincie Fryslân bezit sinds ultimo 2011 755.043 aandelen Vitens (13 %) Dividenduitkering 2010 € 570, Het belang aandelenpakket is uitgebreid naar 13%.
Resultaat
210
NV (J.A. de Vries)
Vereniging (C. SchokkerStrampel)
GR (GS)
Algemene dekkingsmi ddelen
Bestuur en veiligheid
Bestuur en veiligheid
6. NWB (Nederlandse Waterschapsbank) De Nederlandse Waterschapsbank N.V. richt zich met haar diensten exclusief op de publieke sector. Zij financiert van oudsher waterschappen, maar ook gemeenten en provincies, en aan overheid gelieerde instellingen. 7. IPO (Interprovinciaal Overleg) Gezamenlijke belangenbehartiging van provincies in algemene overheidsaangelegenheden. In het Bestuursakkoord zijn uitspraken gedaan over zichtbaarheid en aanwezigheid van de provincie. Op landelijk niveau heeft het IPO daarbij een nadrukkelijke rol. 8. SNN (Samenwerkingsverband Noord – Nederland) Stimulering van de ruimtelijke economische ontwikkeling van Noord-Nederland, onder meer door behartiging van de economisch belangen van het Noorden.
Rechtspers. (GSbestuurder)
Programma
Verbonden Partij
Geen
Het SNNGeen voorzitterschap rouleert tweejaarlijks tussen de drie deelnemende provincies. Van 01-072011 tot 01-
SchokkerGeen Strampel heeft zitting in het bestuur van het IPO.
N.v.t.
Bestuurswis- Verandeselingen ringen in openbaar belang
Conform doelstelling.
Conform doelstelling.
Conform doelstelling.
Resultaat
Bijdrage 2012 € 533.000
Bijdrage 2011: € 534.816
Dividenduitkering 2011 circa € 19.384,-. Waarde provincie Fryslân in het eigen vermogen van de deelneming per 31-12-2010: € 1,56 mln.
Eventuele financiële risico’s die de provincie loopt t.a.v. de verbonden partij Geen
Per 31-12 2010 Geen bedraagt de geconsolideerd e algemene reserve € 3.813.000.
Eigen Geen vermogen 3112-2009: € 255.607 batig saldo van € 255.607.
Aansprakelijk vermogen ultimo 2010: € 1.068 mln.
Financieel belang in de VP Eigen en (orde van grootte) vreemd vermogen verbonden partij
211
Stichting (GS hebben het hoofd van de afdeling Verkeer en Vervoer aangewezen als vertegenwoordiger van de provincie in de Rv T) Stichting (ambtelijk)
Verkeer en Vervoer
11. Nazorg Ouwsterhaule Milieu De provincie Fryslân heeft als partij afval gestort op de voormalige stortplaats Ouwsterhaule. Alle partijen die afval hebben geleverd, en / of de stortplaats hebben beheerd, participeren in de stichting nazorg Ouwsterhaule. De provincie
Vereniging/ INPA [volgens Belgisch recht] (S. Poepjes)
Bestuur en Veiligheid
Geen
Geen
Overeenkomst Geen tot samenwerking aangegaan (GS 28 oktober 2008)
Poepjes zit in N.v.t. het AB, niet in DB
Bestuurswis- Verandeselingen ringen in openbaar belang
9. HNP (Huis van de Nederlandse Provinciën) Huisvesting in Brussel ter verdediging van de Europese belangen van de Nederlandse provincies (via het IPO). 10. Stichting Openbare Verlichting Fryslân Samenwerkingsverband op het gebied van beheer en onderhoud van openbare verlichting en op het gebied van gezamenlijke inkoop duurzame energie.
Rechtspers. (GSbestuurder)
07 - 2013 bekleedde (de CdK) van Drenthe het voorzitterscha p
Programma
Het publieke belang dat hiermee nagestreefd wordt, is „werkgelegenheid en welvaart‟.
Verbonden Partij
Jaarlijkse bijdrage circa € 19.500 (via bijdrage in de Begroting SNN).
Beheer stort con- Initiële storting ca. € 0,78 form doelstelling. mln. (i.e. 26% van Onderhoud wordt nazorgkapitaal) bekostigd uit het 26% van onvoorziene jaarlijkse uitgaven, indien deze rendement zich voor zouden doen. (jaarlijks 3 à 3½ %, over enkele jaren gunstiger).
Nazorgkapitaal in fonds (eigen vermogen) € 3 mln.
Financieel belang in de VP Eigen en (orde van grootte) vreemd vermogen verbonden partij
Gezamenlijk met Jaarlijkse bijdrage ca. groot aantal € 10.000. gemeenten beheer en onderhoud van de openbare verlichting en de inkoop van duurzame energie geregeld.
Gerealiseerde huisvesting
Resultaat
Berekend
Kans: 1%
Participatie 26%
Min: € 20.000 Max: € 500.000
Geen
Geen
Eventuele financiële risico’s die de provincie loopt t.a.v. de verbonden partij
212
Programma
12. Fonds Nazorg Stortplaatsen Milieu De betrokkenheid van de provincie vloeit voort uit de Wet Milieubeheer. Het Nazorgfonds Stortplaatsen is een „spaarpot‟ waaruit de kosten van nazorg van relatief jonge stortplaatsen worden gedekt. Deze nazorg beoogt te voorkomen dat het publieke belang wordt geschaad door milieuvervuiling als gevolg van gebrek aan onderhoud aan en tijdig vervangen van voorzieningen van overgedragen (gesloten) stortplaatsen. Het belangrijkste financiële risico dat de provincie loopt is het falen van voorzieningen en monitoring in combinatie met bodemverontreiniging. De lang onopge-
participeert voor 26% in de stichting. Het publieke belang dat hermee gediend is, betreft het voorkomen van ongewenste milieueffecten van de voormalige stortplaats. Het financiële risico dat de provincie loopt is het falen van het beheerssysteem opdat er een lekkage in de afdichtingsbodem optreedt.
Verbonden Partij
„Fonds‟ (bij Wet) (GS)
Rechtspers. (GSbestuurder)
Geen
Geen
Bestuurswis- Verandeselingen ringen in openbaar belang
Resultaat 2011: € 79.452
Resultaat
Geen jaarlijkse provinciale bijdrage.
Eigen vermogen ultimo 2011: € 1,2 mln. resp. 2010: € 1,2 mln. Dit EV betreft 13% van het totale vermogen, het restant is vastgelegd in voorzieningen voor te voorziene verplichtingen.
Financieel belang in de VP Eigen en (orde van grootte) vreemd vermogen verbonden partij
Berekend risico: € 11.000
Kans: 1%
Min: € 20.000 Max: € 2,125 mln.
Eventuele financiële risico’s die de provincie loopt t.a.v. de verbonden partij risico: € 1.000
213
Programma
13. LMA (Landelijk Meldpunt Milieu Afvalstoffen) Op grond van de Wet milieubeheer is per 1 januari 2005 de meldplicht van afvalstoffen geregeld in het „Besluit melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen‟. Het LMA beheert de centrale database (AMICE) voor het vastleggen van meldgegevens van bedrijven die bedrijfs- en/of gevaarlijke afvalstoffen ontvangen. In het convenant Melden bedrijfs- en
merkte bodemverontreiniging zou kunnen leiden tot schade bij derden. In verband met dit soort risico‟s is een risicovoorziening in het fonds opgenomen. Deze bedraagt ultimo 2009 € 900.000. In de jaarrekening van het fonds nazorg stortplaatsen wordt vermeld dat de gewenste omvang van deze voorziening € 2 miljoen tot € 3 miljoen is. Het resterende risico bedraagt daardoor maximaal tussen de € 1,1 miljoen en € 2,1 miljoen. De kans op het ontstaan van een dergelijk omvangrijke kostenpost is op dit moment minimaal.
Verbonden Partij
Stichting (S. Poepjes in Raad van Toezicht)
Rechtspers. (GSbestuurder)
Piet Adema
Geen
Bestuurswis- Verandeselingen ringen in openbaar belang
Eventuele financiële risico’s die de provincie loopt t.a.v. de verbonden partij
Eigen Geen vermogen circa € 3,3 mln. (84% van het totale vermogen)
Financieel belang in de VP Eigen en (orde van grootte) vreemd vermogen verbonden partij
Informatie van het Bijdrage in 2011 LMA maakt het de € 234.954 provincies mogelijk afvalstoffen door heel Nederland te traceren. Op deze wijze draagt het LMA bij aan een doelmatige handhaving.
Resultaat
214
Programma
gevaarlijke afvalstoffen, dat op 25 oktober 2005 in de Staatscourant is gepubliceerd, zijn de afspraken vastgelegd die gemaakt zijn tussen de Minister van VROM, de provincies en het LMA. Fryslân is één van die provincies. Het openbaar belang is dat afvalstoffen op een verantwoorde wijze worden afgevoerd/verwerkt. 14. Zonebeheer Friesland Milieu In het kader van de Wet Geluidshinder zijn door de gemeenten een groot aantal bedrijventerreinen „gezoneerd‟. Aanvragen van bedrijven die zich daar willen vestigen (of bij wijzigingen of revisie) dienen te worden getoetst aan de geluidszone. De gemeenten hebben de uitvoering van deze taak ondergebracht bij de drie regio's ( Milieuadviesdienst, De Friese Wouden en Sneek). Het publieke belang dat hiermee wordt gediend is de kwaliteit van het Friese milieu op het onderdeel geluidshinder. 15. Waddenglas Landelijk Met het project Waddenglas gebied realiseren de provincie Fryslân, de gemeente Franekeradeel en
Verbonden Partij
J.H.J. Konst is voorzitter van de stuurgroep
GR S. Poepjes
Rechtspers. (GSbestuurder)
Geen
Geen
Bestuurswis- Verandeselingen ringen in openbaar belang
N.v.t.
Resultaat
€ 2,9 mln. (voorgefinancierd voor aankoop gronden)
N.v.t
N.v.t.
Financieel belang in de VP Eigen en (orde van grootte) vreemd vermogen verbonden partij
p.m.
Geen
Eventuele financiële risico’s die de provincie loopt t.a.v. de verbonden partij
215
Dienst Landelijk Gebied (DLG) ten zuiden van Sexbierum een hoogwaardig glastuinbouwgebied. Het project dat in 2007 van start ging moet uiterlijk in 2015 zijn gerealiseerd. Het plan voorziet in een nieuwe locatie voor de ontwikkeling van ongeveer 200 ha glastuinbouw en sluit aan bij bestaande glastuinbouw. Het financiële risico heeft betrekking op de grondexploitatie, c.q. het tempo van gronduitgifte. De grondexploitatie wordt jaarlijks geactualiseerd, waarbij ook zogenoemde gevoeligheidsberekeningen worden gemaakt. De stuurgroep Waddenglas, met gedeputeerde Konst als voorzitter, overlegt regelmatig over de beheersing van de financiële risico's. Vanwege de aanhoudende financiële crisis in de glastuinbouw zijn gronduitgiftes tot nu toe nog uitgebleven. Om het risico te beheersen heeft de Stuurgroep Waddenglas besloten geen grond meer aan te kopen voordat er ook grond uitgegeven is.
Verbonden Partij
Programma
Rechtspers. (GSbestuurder)
Bestuurswis- Verandeselingen ringen in openbaar belang
Resultaat
Financieel belang in de VP Eigen en (orde van grootte) vreemd vermogen verbonden partij
Eventuele financiële risico’s die de provincie loopt t.a.v. de verbonden partij
216
Economie, Toerisme en Recreatie
16. NOM (N.V. Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij) te Groningen. De reden van participatie sinds de jaren negentig is terug te voeren op afspraken die met het Rijk en de drie noordelijke provincies zijn gemaakt over de economische ontwikkeling van Noord Nederland. Het publieke belang dat Fryslân met haar participatie in de NOM beoogt is het bevorderen van de concurrentiepositie van NoordNederland en daarbinnen van Fryslân.
NV (J.H.J. Konst)
Rechtspers. (GSbestuurder)
17 Marrekrite Economie, GR „De Marrekrite‟ bestaat sinds Toerisme J.A. de Vries 1957, en is een en recreatie gemeenschappelijke regeling van de Provincie Fryslân en Friese gemeenten, met als doel het Friese waterland recreatief zo goed mogelijk te laten
Programma
Verbonden Partij
Geen
geen
Geen
geen
Bestuurswis- Verandeselingen ringen in openbaar belang
De NOM kent een participatiepoot en een ontwikkelingspoot, waarbij de eerste in de regel een bescheiden winst maakt, en de ander geld kost. Als participatiemaat-schappij is de NOM zelf vaak afhankelijk van het presenteren van jaarcijfers van bedrijven waarin het deelneemt. De NOM maakt zelf haar resultaten bekend; dit kan pas gebeuren als de AvA de jaarstukken heeft goedgekeurd; meestal in april. Jaarverslagen verschijnen alleen nog digitaal. Het recreatieschap functioneert naar tevredenheid.
Resultaat
Deelnemersbijdrage in 2011 van de provincie aan “De Marrekrite”: € 542.545 Dit is € 477.544 deelnemersbijdrage en € 64.988 bijdrage aan het baggerfonds.
Bijdrage provincie in 2012 € 178.000. Fryslân bezit 0,01% van de aandelen van de NOM.
Eigen vermogen per ultimo 2011: € 3,7mln.
* Groepsvermogen € 85.231 * Financiële vaste activa € 39.206 * Resultaat € 11.263
NOM per 3112-2010 (in €*1000):
Financieel belang in de VP Eigen en (orde van grootte) vreemd vermogen verbonden partij
Geen
Eventuele financiële risico’s die de provincie loopt t.a.v. de verbonden partij Geen
217
Programma
functioneren, daarbij rekening houdend met de belangen van landschap en natuur. Zowel een toeristisch als economisch publiek belang: goede watersportvoorzieningen en werkgelegenheid. Vanaf de oprichting is het maken van aanlegvoorzieningen in het buitengebied en dus ook het beheer en onderhoud ervan nog steeds de hoofdactiviteit. Sinds 2011 komt daar de coördinatie van het beheer en onderhoud van het fietsknooppunten routenetwerk bij en op termijn meer soorten routes. Om die taak naar behoren uit te voeren werkt “De Marrekrite” nauw samen met provinciale en gemeentelijke diensten, maar ook met natuurbeschermingsorganisaties. 18. Ontwikkelingsmaatschappij Economie, Westergo (Harlingen) Toerisme De provincie participeert in de en recreatie ontwikkelingsmaatschappij Westergo CV/BV vanwege het versterken van de Friese economie en het stimuleren van de werkgelegenheid door het realiseren van een nieuwe
Verbonden Partij
CV/BV J.H.J. Konst is voorzitter van de Raad van Commissarissen.
Rechtspers. (GSbestuurder)
Geen
Geen
Bestuurswis- Verandeselingen ringen in openbaar belang
Vreemd vermogen: € 7.912.277
Ultimo 2009: Eigen vermogen: € 6.990.831
Financieel belang in de VP Eigen en (orde van grootte) vreemd vermogen verbonden partij
Doelstelling is het Participatie ca. € 800.000 ontwikkelen van de Lening € 567.225 industriehaven van Harlingen. De geplande einddatum van 3112-2014 zal naar verwachting niet worden gehaald.
Resultaat
Het is het tweede jaar op rij dat de einddatum wordt verschoven. Gezien de huidige economische
Eventuele financiële risico’s die de provincie loopt t.a.v. de verbonden partij
218
Programma
19. Stuurgroep Waddenfonds Economie, Doel van het Waddenfonds is het recreatie en subsidiëren van niet - reguliere toerisme investeringen op het gebied van: A. Versterken natuur- en landschapswaarden, B. Wegnemen externe bedreigingen natuurlijke rijkdom, C. Duurzame economische ontwikkeling, dan wel duurzame energiehuishouding, D.
zeehaven te Harlingen. Het publieke belang betreft de economische structuurversterking en de daarmee gepaard gaande verbetering van de werkgelegenheid binnen de regio.
Verbonden Partij
Minister I&M is initiatiefnemer (C. SchokkerStrampel is voorzitter) GS Fryslan (in voorbereiding is GR Waddenfonds medio 2012)
Rechtspers. (GSbestuurder)
Per 1-1-2012 van Min. I&M naar GS provincie Fryslan
Waddenfonds Penvoerder is vanaf 1 januari 2012 GS van de provincie Fryslan. Streven is om medio 2012 een GR Waddenfonds te hebben van
Bestuurswis- Verandeselingen ringen in openbaar belang
Vanwege de huidige marktsituatie is de streefdatum waarop alle grond is verkocht nu gepland op 31-122016. De exploitatie is hierop aangepast.
Resultaat
Gedecentraliseerde rijksmiddelen
geen
Financieel belang in de VP Eigen en (orde van grootte) vreemd vermogen verbonden partij
Eventuele financiële risico’s die de provincie loopt t.a.v. de verbonden partij ontwikkeling behoort een volgende verschuiving van de einddatum tot de mogelijkheid. Ook met de verschuiving naar eind 2016 is er nog zicht op een positief resultaat. Het risico dat de provincie loopt beperkt tot ingebrachte kapitaal en de geldlening. geen
219 Namens de minister van OC&W: *mr. E.J.
Namens de stichting FLMD: * W. Verf *P.J. de Groot.
Geen
De bestuurssamenstelling is als volgt: namens de provincie: *mevr.mr.drs. J.A. de Vries, voorzitter *F.P. Doting *A.M. van der Mei.
Bestuurswis- Verandeselingen ringen in openbaar belang
20. Tresoar Cultuur, taal GR Het doel is te zorgen voor een en (J. A. de Vries) goed voorzieningenpatroon van onderwijs historische documentatiecentra in een optimale samenwerking. Dat er een openbaar lichaam is dat de collecties en archiefbescheiden beheert, die aanwezig zijn in de rijksarchieven bewaarplaats in Fryslân, de provinciale bibliotheek en het FLMD.
Rechtspers. (GSbestuurder)
de 3 waddenprovin cies Groningen, NoordHolland en Fryslan.,
Programma
Ontwikkelen duurzame kennishuishouding.
Verbonden Partij
Resultaat lopend jaar: € 71.469
Vier bestemmingsre serves van: € 280.411 € 113.445 € 15.000 € 55.000
Algemene reserve: € 251.391
Vreemd Vermogen: € 525.000
2010: Eigen vermogen: € 743.411
Financieel belang in de VP Eigen en (orde van grootte) vreemd vermogen verbonden partij
Afspraken uit Bijdrage in 2010 ca. € 3 activiteitenplan mln. 2005-2008 uitgevoerd volgens afspraak.
Resultaat
Geen
Eventuele financiële risico’s die de provincie loopt t.a.v. de verbonden partij
220
Programma
GR: Gemeenschappelijke regeling CV: Commanditaire vennootschap
21. Regionaal College Ruimte en Waddengebied Wonen Ontwikkeling waddengebied in de richting van de provinciale beleidskaders.
Verbonden Partij
J.A. Jorritsma is voorzitter
Rechtspers. (GSbestuurder)
Rotshuizen *dr. P. Winsemius Drs. J. vd Velde
Bestuurswis- Verandeselingen ringen in openbaar belang
Resultaat
Jaarlijkse bijdrage € 40.600
Financieel belang in de VP Eigen en (orde van grootte) vreemd vermogen verbonden partij
Geen
Eventuele financiële risico’s die de provincie loopt t.a.v. de verbonden partij
3. Overzicht van Convenanten In dit onderdeel zijn de convenanten die de provincie heeft gesloten met andere partijen opgenomen. Daarbij is een onderscheid gemaakt tussen convenanten met een groot belang en een klein belang. Het onderscheid tussen groot en klein heeft vooral betrekking op: a) het financiële belang (groter/ kleiner dan € 100.000); b) het aantal (overheids)partijen en de looptijd van het convenant; c) de eventuele risico‟s voor de provincie; d) de politieke gevoeligheid. Zoals aangegeven wordt kunnen convenanten risico‟s met zich meebrengen. Gelet op de getroffen beheersmaatregelen worden deze risico‟s als nihil aangemerkt. Convenanten met groot belang Programma Verkeer en vervoer Convenant grootscheepsvaarwater Dit convenant beschrijft: het zorgdragen voor een vlot en veilig gebruik van de provinciale vaarwegen door zowel beroeps- als pleziervaart; het zorgdragen voor een afname van schadevaringen aan eigendommen zoals bruggen, steigers en geleidewerken; het zorgdragen voor verbetering van de mogelijkheden voor vervoer over water (vaarweg Lemmer-Delfzijl) en vergroten van de vaarmogelijkheden voor de recreatievaart; Het zorgdragen voor in stand houden van de oevers ten behoeve van de scheepvaart en ook ter bescherming van het achterland en naastgelegen wegen en bebouwing. Het convenant heeft betrekking op een traject van 77 km (Prinses-Margrietkanaal en Van Harinxmakanaal), het deel waarvoor rijksmiddelen worden gekregen. Momenteel wordt overleg met het Rijk gevoerd over het vernieuwen van dit convenant. Convenant Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV) Convenant voor het behoud van eenduidig, hoogwaardig openbaar vervoer. Sinds er geen landelijke productformule meer is, dreigt er verwatering van het begrip hoogwaardig. De in het convenant vastgelegde eisen vormen de basis voor deze aanbesteding. Samenwerkingsagenda’s verkeer en vervoer gemeenten Deze samenwerkingsagenda‟s beogen de samenwerking voor betrokken partijen inzake verkeer en vervoer transparant en duidelijk te maken. Er wordt gewerkt aan de integratie van de gebiedsgerichte aanpak (GGA) en de samenwerkingsagenda‟s in streekagenda‟s. Regio Specifiek Pakket Op 23 juni 2008 is het convenant Regio Specifiek Pakket (RSP) tussen het Rijk en de noordelijke provincies gesloten. Met deze afspraak over het RSP staat de provincie Fryslân voor een omvangrijk en ambitieus investeringsprogramma, dat moet leiden tot een wezenlijke verbetering van de bereikbaarheid en tot een impuls voor de economische ontwikkeling. Gezien de omvang van het pakket is de uitvoeringsperiode beperkt. Het totale pakket moet zijn gerealiseerd in de periode tot 2020. Met afzonderlijke gemeenten die belang hebben bij een RSP-infrastructuurproject zijn afspraken gemaakt inzake een gemeentelijke bijdrage. Overeenkomst Programma Bereikbaarheid Leeuwarden Dit betreft een overeenkomst met de gemeente Leeuwarden voor een integraal programma van maatregelen ter bevordering van de bereikbaarheid van Leeuwarden. Convenanten over rijkswegen - Realisatie overeenkomst Tracébesluit Rijksweg 31 Leeuwarden Dit betreft een realisatieovereenkomst met het ministerie van Verkeer en Waterstaat en de gemeente Leeuwarden voor de aanleg van de Haak om Leeuwarden. Provincie voert risicodragend het noordelijke deel uit en het ministerie het zuidelijke deel.
221
- Samenwerkingsovereenkomst bestuurlijke afspraak inzake knooppunt Joure Dit betreft een overeenkomst met het ministerie van Verkeer en Waterstaat en de gemeente Skarsterlân voor planstudiefase van het project en het taakstellend budget. Na de planstudiefase wordt een realisatie overeenkomst opgesteld. - Bestuursovereenkomst ombouw N31 Traverse Harlingen Dit betreft een overeenkomst met het ministerie van Verkeer en Waterstaat en de gemeente Harlingen voor planstudiefase van het project en het taakstellend budget. Na de planstudiefase wordt een realisatie overeenkomst opgesteld. Realisatieovereenkomst N7-rondweg Sneek In 2005 zijn over de realisatie van het project Rondweg Sneek afspraken gemaakt met de minister van Verkeer en Waterstaat en met de gemeente Sneek. Deze zijn in een overeenkomst vastgelegd. Programma Milieu Samenwerkingsovereenkomst (SOK) Dit zijn grote convenanten tussen gemeenten/provincie en private partijen. Een voorbeeld hiervan is de samenwerking tussen de provincie, Waterschap en gemeenten op het gebied van Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (WABO), voor het regelen van de omgevingsvergunning (een geïntegreerde vergunning voor bouwen, wonen, monumenten, ruimte, natuur en milieu). Programma Landelijk Gebied Convenant iepenbeheer De stichting Iepenwacht Fryslân is in het leven geroepen om het Friese iepenbestand door een gezamenlijke aanpak op peil te houden. Op 15 juli 2005 hebben 25 Friese gemeenten en vier terreinbeherende organisaties het convenant duurzaam Iepenbeheer ondertekend. Met deze ondertekening wordt een samenwerking aangegaan voor een periode van 15 jaar. Gebiedsagenda Noord Nederland (voorheen Samenwerkingsagenda met Rijk) Deze gebiedsagenda is opgesteld in samenwerking tussen SNN en de ministeries van V&W en VROM. Tweemaal per jaar vindt aan de hand van deze gebiedsagenda een Bestuurlijk overleg plaats. Afgesproken is dat de samenwerkingsagenda in 2009 zal overgaan in een Gebiedsagenda waarin ook verstedelijkingsafspraken zijn opgenomen. Programma 6 Economie Toerisme en Recreatie Convenant A7-zone, Landstad Fryslân Samenwerking tussen de provincie Fryslân en de gemeenten Opsterland, Heerenveen, Skasterlân, Smallingerland en Sneek. Voor de financiering van de diverse gezamenlijke projecten is een Projectenfonds A7 opgericht, waaraan partijen een bijdrage leveren. Daarnaast heeft de provincie Fryslân convenantmiddelen beschikbaar gesteld voor de uitwerking van het convenant. Convenant Westergozone Dit convenant betreft het versterken van de Westergozone, het gebied tussen Leeuwarden tot en met Harlingen. De samenwerking is aangegaan voor de periode tot 2013. De deelnemende partijen zijn naast de provincie, de gemeente Harlingen, gemeente Franekeradeel, gemeente Menaldumadeel en gemeente Leeuwarden. Samenwerkingsagenda’s Leeuwarden, Súdwest Fryslân, Smallingerland en Heerenveen In de samenwerkingsagenda‟s worden afspraken vastgelegd tussen de provincie en de 4 grote gemeenten voor de periode 2000 -2010. Het is een belangrijk instrument om sturing en uitvoering te geven aan de versterking van de economische, ruimtelijke en sociale structuur van deze gemeenten. De samenwerkingsagenda‟s kenmerken zich door strategische, majeure projecten met bovenlokale effecten en meerwaarde voor Fryslân. Regionale Afspraken Agenda Netwerk Noordoost Regionale afspraken zijn gemaakt tussen de partners (gemeenten Achtkarspelen, Dantumadiel, Dongeradeel, Kollumerland c.a., Tytsjerksteradiel en de provincie) over de uitvoering van de Agenda Netwerk Noordoost. De visie uit het Sociaal Economisch Masterplan is vertaald naar een uitvoeringsprogramma met concrete projecten en regionale thema‟s: de Agenda Netwerk Noordoost. Hierin is de ambitie en potentie van Noordoost Fryslân kort samengevat en vervolgens vertaald naar een brede aanpak voor de regio op vanuit een sociaal economisch perspectief. In de Agenda zijn alleen die projecten opgenomen die een regionale meerwaarde hebben en daarmee bijdragen aan de (structuur)versterking van de regio. De Agenda is vertaald naar een meerjarenprogramma voor de periode tot en met 2015. De gemeente dragen circa € 35 miljoen bij aan de uitvoering van de Agenda en de provincie heeft € 22,7 miljoen beschikbaar gesteld voor de periode tot en met 2015.
222
Convenant met de gemeente weststellingwerf De provincie wil met de gemeente Weststellingwerf in gezamenlijkheid enige doelstellingen realiseren. Allereerst het ontwikkelen en tot stand brengen van een adequate methodiek die op den duur kan worden ingezet in andere wijken en dorpen in de provincie Fryslân. Tevens een substantiële en bovenal structurele verbetering van het woon- en leefklimaat in Noordwolde, te realiseren binnen de looptijd van het project. De ontwikkeling neemt 2x7 jaar in beslag. Convenanten met klein belang Programma Bestuur en Veiligheid Convenant Samenwerking Friese Waddeneilanden Convenant tussen de 4 Friese Waddeneilandgemeenten, de rijksoverheid (BZK) en de provincie ter bevordering van de eilander samenwerking Programma Verkeer en Vervoer Convenant Regionaal Overlegorgaan Consumenten Openbaar Vervoer (ROCOV) Met het ROCOV en de vervoerders heeft onze provincie een convenant afgesloten over de wijze van consumenteninspraak over het openbaar vervoer. Convenant Landelijke tariefkaart/chipkaart Dit convenant is het resultaat van een samenwerking tussen onder meer de OV-bedrijven, decentrale overheden en het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Het convenant heeft betrekking op de invoering van de landelijke chipkaart als vervanger van de strippenkaart. Programma Landelijk Gebied Convenant wadlopen Het doel van het convenant is regels te stellen ten behoeve van de veiligheid van het wadlopen. Programma Sociaal beleid en zorg Convenant Fries Jeugd en alcoholbeleid Een convenant (zowel regionaal als gemeentelijk) gericht op het ontmoedigen van het alcoholgebruik door jongeren onder de 16 jaar en het bevorderen van verantwoord alcoholgebruik onder inwoners tot 24 jaar in Fryslân. Programma Kultuer, Taal en Underwiis Convenant Friese Taal en Cultuur Convenant waarin het provinciale beleid op het gebied van de Friese taal en cultuur voor de komende jaren op hoofdlijnen is beschreven. Convenant Rijk/SwF over taalbeleid Op 1 maart 2010 hawwe de boargemasters fan de eardere gemeenten Nijefurd, Snits, Wûnseradiel, Boalsert en Wymbritseradiel, de doetiidske steatssiktaris fan Ynlânske Saken en CdK Jorritsma de “Oerienkomst oangeande Fryske taalbelied yn de nij te foarmjen fúzjegemeente Súdwest-Fryslân” ûndertekene. Yn dy oerienkomst binne de ferantwurdlikheden fan boppeneamde gemeenten (no SWF), de provinsje, én it Ryk fêstlein yn it ramt fan it Europeesk Hânfêst foar Regionale Talen en Talen fan Minderheden, dat bepaalt dat it besteande nivo fan taalrjochten fan de Fryske taal foar de ynwenners fan in dielnimmende gemeente by weryndieling net ferminderje mei (kêst 4, twadde lid, en 7, lid 1.b). Nei oanlieding fan dizze oerienkomst hat de gemeente SWF yn septimber 2011 in “Plan van aanpak Fries taalbeleid” fêststeld. Op basis fan dit plan sil it taalbelied yn de gemeente de kommende jierren stal jûn wurde. Ek yn 2012 bliuwt der kontakt tusken de trije partijen (gemeente, ryk, provinsje) oer de ûntwikkelings op dit mêd. Rijkscultuur Convenant Convenant waarin het provinciale beleid op gebied van (jeugd)zorg, kunst en cultuur, maatschappelijke ontwikkeling (welzijn) en integratie voor de komende jaren op hoofdlijnen is samengebracht. Convenant/Gemeenschappelijke regeling archeologisch depot Nuis Convenant voor het vergroten van de belangstelling voor en het gebruik van de archeologische collectie (in relatie met kennis over geschiedenis in het algemeen).
223
Programma Algemene Dekkingsmiddelen ARBO – convenant Tripartiete overeenkomst op bedrijfstakniveau tussen werkgeververtegenwoordiging, werknemersvertegenwoordigers en de overheid over het verminderen van arbeidsrisico‟s en het terugdringen van het ziekteverzuim en de WAO-instroom in de branche sociale werkvoorziening.
224
4.6
Paragraaf 6 - Grondbeleid
1
Inleiding
De paragraaf grondbeleid geeft de visie op het grondbeleid van de provincie in relatie tot de wijze waarop wordt getracht de doelstellingen, zoals opgenomen in het Programmaplan, te realiseren. Via grondbeleid wordt een nadere invulling aan de uitvoering van beleidsvoornemens gegeven. Transparantie in het beleid is daarbij van belang vanwege de potentiële risico‟s bij grondaankopen. Onder grondbeleid wordt in dit verband verstaan: het anticiperend, dan wel taakgebonden aankopen van grond voor: de realisatie van natuur landbouwkundige structuurverbetering wegenaanleg waterwerken bedrijventerreinen baggerdepots en dergelijke Wat betreft het verband tussen het grondbeleid en - de doelstellingen van - de beleidsprogramma‟s (het programmaplan), geldt dat deze verbanden bestaan met de beleidsprogramma‟s 2. Verkeer en Vervoer, 3. Milieu, 5. Landelijk Gebied en 9. Ruimte en wonen.
2
Het grondbeleid van de provincie tot nu toe
De provincie voert veelal, in tegenstelling tot gemeenten, een passief ofwel een taakgebonden grondbeleid. Gronden worden pas aangekocht zodra de desbetreffende projecten zich in de fase van het „definitief ontwerp‟ bevinden. Op deze wijze worden de financiële risico‟s geminimaliseerd. De verwervingskosten van gronden maken deel uit van de investeringen en worden geactiveerd (op de balans geplaatst) en worden afgeschreven conform de daarvoor geldende afschrijvingstermijnen. Wat de infrastructuur betreft wordt nog gewezen op de voorgenomen aanpassingsinrichting (API) bij de realisatie van de Centrale As. Daarbij gaan de mogelijke aankopen verder dan de gronden te verwerven voor de weg zelf. Ook voor de nieuwe infrastructuurprojecten N-381 en Haak om Leeuwarden wordt via een gebiedsgerichte aanpak gewerkt. Daarbij wordt ca 30 ha grond verworven voor landschappelijke inpassing en voor de inpassing in bestaande natuur en landbouwgebieden. Behalve infrastructuur gaat het om milieuprojecten, gekoppeld aan afval, bodemsanering en baggeropslag, glastuinbouw en „groene‟ taken (landinrichting, natuurontwikkeling en recreatie). Grondbeleid wordt ook uitgevoerd om de doelstellingen voor het landelijk gebied te realiseren. Al in een vroeg stadium van de projecten wordt ingezet op grondverwerving voor het realiseren van de beoogde beleidsdoelen. In sommige gevallen wordt, binnen de beleidskaders, op anticiperende wijze grond gekocht nog voordat er sprake is van een afgewogen plan voor het gebied. Anticiperend wil zeggen, dat de grondaankoop naar verwachting binnen een periode van vijf jaar tot doelrealisatie leidt.
225
3
Nadere oriëntatie op het provinciaal grondbeleid
In het Koersdocument/Coalitieakkoord 2007-2011 is de intentie neergelegd een anticiperend grondbeleid te voeren. Diverse ontwikkelingen geven daartoe aanleiding. De decentralisatie van taken op het gebied van de inrichting van het landelijk gebied in de vorm van Investeringsbudget Landelijk Gebied en de Wet Inrichting Landelijk gebied. De decentralisatie maakt ook deel uit van het Onderhandelingsakkoord Natuur. In de nieuwe Nota Natuur en Landelijk gebied zullen de consequenties van de decentralisatie nader uitgewerkt worden. Een onderzoek naar de aankoop voor de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) op basis van volledige schadeloosstelling, c.q. minnelijke onteigening. De basis hiervoor ligt vast in het Coalitieakkoord (citaat): Met betrekking tot de uitvoering het natuurbeleid in het algemeen, en bij het tot stand brengen van de EHS in het bijzonder, hebben wij oog voor de positie van de landbouw. Door in te zetten op behoud van voldoende omvang van de sector, willen we het marginaliseren van deze positie voorkomen. Uitgangspunt is dat daling van de grondprijs als gevolg van natuurbeleid aan betrokkenen wordt gecompenseerd. Momenteel wordt onderzocht in hoeverre de aankoopstagnatie met betrekking tot de EHS kan worden aangepakt middels aankoop op basis van volledige schadeloosstelling, ook wel „minnelijke onteigening‟ genoemd. De urgentie hiervoor hangt mede af van de besluitvorming over de nieuwe Nota Natuur en Landelijk Gebied, medio 2012. Het nieuwe ruimtelijke ordeningsbeleid van het Rijk (Nota Ruimte, nieuwe wet RO) en onze provincie (Streekplan Fryslân 2007) met een grotere nadruk van ontwikkelingsgericht werken onder provinciale regie. In de Notitie „Nei Provinsjaal Grûnbelied‟, die u in oktober 2007 heeft vastgesteld, hebben wij vastgelegd hoe wij omgaan met onze grondaankopen. Ook hebben wij beleid voor het voeren van anticiperend grondbeleid geformuleerd, alsmede de financiering daarvan. In vervolg hierop hebben Provinciale Staten in april 2009 ingestemd met het instellen van een Investeringskrediet Grondaankopen (IKG) voor de grondaankopen voor het pMJP. De kern hiervan is om investeringen voor grondaankopen middels een apart investeringskrediet te laten verlopen dat van voldoende omvang is. De in 2007 beschikbaar gestelde middelen voor anticiperende grondaankopen zijn ondergebracht bij het krediet. Ook is besloten om een risicovoorziening in te stellen van 20% ten laste van de exploitatie (ILG, FYLG of het betreffende project). In het IKG zijn vier categorieën grondaankopen opgenomen, die elk een bepaalde mate van risico lopen: Landbouw en EHS binnen gebiedsontwikkeling. Deze gronden worden aangekocht zonder dat van te voren exact duidelijk is voor welk doel ze zullen worden aangewend. Bij deze aankopen is sprake van een risico van waardedaling. Ook kan het in beperkte mate voorkomen dat aangekochte grond uiteindelijk toch niet ingezet kan worden om tot doelbereiking te komen. Er was een theoretisch risico dat de provincie na afloop van de ILG-periode (na 2013) zou kunnen blijven zitten met grondposities als het ILG niet wordt voortgezet en het ministerie niet bereid is de grondposities van de provincie over te nemen. Hiervan is geen sprake meer in het Onderhandelingsakkoord Natuur; de grond die voor natuur bestemd is en blijft, kan daarvoor worden ingezet. De overige grond is van de provincie en kan worden verkocht waarbij de opbrengst ingezet wordt voor het betalen van de doorlopende verplichtingen die tijdens of na de ILG-periode zijn aangegaan ten behoeve van realisatie EHS.EHS: wanneer de aangekochte gronden na inrichting doorgeleverd worden aan een terreinbeherende organisatie, gebeurt dit tegen historische kostprijs. Bij doorlevering aan een particulier vindt de verkoop plaats tegen taxatiewaarde. Hierbij is dus een beperkt risico op waardedaling. Het risico om te blijven zitten met grondposities als het ILG niet wordt voortgezet is ook hier vervallen; Kavelruil: Hierbij is een beperkt risico op waardedaling, omdat de gronden pas worden aangekocht op moment dat er een ruilplan is. Anticiperende grondaankopen. Eventuele risico‟s op waardedaling komen ten laste van de betrokken projecten (bijvoorbeeld op het gebied van infrastructuur). In 2010 heeft een intern verkennend onderzoek plaatsgevonden naar het Provinciale grondbeleid. De hieruit voortvloeiende aanbevelingen zijn betrokken bij de door het college overgenomen motie (statenvergadering van 26 mei 2010) waarin wordt verzocht om een nota uitvoering Grondbeleid. In 2011 heeft de dienst een nota „Uitvoering van het grondbeleid‟ gemaakt. Vaststelling van de nota door GS en verzending naar PS zal in 2012 plaatsvinden. Ook in 2011 zullen diverse anticiperende grondaankopen worden gedaan voor infrastructurele werken, natuur en energie.
226
4
De grondvoorraad van de provincie Naast de ondergronden van de gebouwen, wegen en vaarwegen met overhoeken, oeverstroken, kades en dergelijke is de provincie eigenaresse van ca. 20 „slapende‟ en in gebruik zijnde gronddepots (in totaal ca. 175 hectare). Bij vraag naar grond kunnen de slapende depots weer worden leeggehaald en eventueel aangevuld. De provincie heeft de eigendom van ongeveer 24,7 hectare grond aan de Follegasloot waarvoor de vergunningsprocedure voor aanleg van het gronddepot nog moet worden gestart. Uit de provinciale kavelruilregeling is de afgelopen jaren € 3,2 miljoen beschikbaar gesteld voor de aankoop van glastuinbouwgronden bij Sexbierum. Inmiddels zijn deze deels besteed aan de aankoop van 95 ha voor de glastuinbouwontwikkeling. Onbekend is nog wanneer deze gronden worden doorgeleverd en dus ook wanneer de aankoopmiddelen weer vrij komen. Voorts is de provincie in het bezit van 19 hectare grasland. Deze gronden zijn niet te verkopen omdat zij behoren tot provinciale infrastructurele projecten of zijn daar zodanig mee verweven dat verkoop niet gewenst is. Het betreft hier oeverstroken, kades, dijken, overhoeken, waarvan ruim 8 hectare functionele agrarische grond. Een klein deel hiervan is verkregen uit ruilverkavelingen voor nog aan te leggen wegenprojecten. Van de totale lengte van provinciale oevers, kades, kanaaldijken, overhoeken, gronddepots en weilanden is ca. 180 hectare in gebruik gegeven aan derden. De totale opbrengst hiervan bedraagt ongeveer € 40.000 per jaar. Het betreft veelal een goedkope vorm van onderhoud; de percelen leveren weinig op, maar er zijn nagenoeg ook geen kosten. Tevens wordt er nog “water” verhuurd voor ongeveer € 15.000. Eind 2009 is de overname van de Friese meren gerealiseerd. De totale overgenomen oppervlakte van de Friese Meren bedraagt ongeveer 9.300 ha, overwegend water. Een klein deel van de oppervlakte bestaat uit land, dat voor het grootste deel bestaat uit oever en boezemland. De baten uit overgedragen overeenkomsten betreffende gebruik en verhuur bedragen (volgens opgave Domeinen) circa € 70.000. De zakelijke lasten circa € 30.000.
5
Dienst Landelijk Gebied/Bureau Beheer Landbouwgronden
De Dienst Landelijk Gebied (DLG) is een agentschap van het ministerie van LNV. Binnen landinrichtingsprojecten wordt door DLG gronden verworden voor diverse doelstellingen. Naast gronden voor nieuwe natuur betreft het grond voor landschapselementen, bedrijfsvergroting, te verplaatsen bedrijven, recreatieve voorzieningen en extra (ruil)grond om herverkaveling mogelijk te maken. De financiering voor aankopen vindt plaats uit Rijks- en provinciale middelen, overigens beide onder provinciale regie sinds de invoering van de Wet Inrichting Landelijk Gebied / Investeringsbudget Landelijk Gebied. Onze aansturing vindt plaats via de jaarlijkse prestatieovereenkomst. In de bestuursakkoorden tussen Rijk en provincies is afgesproken dat de DLG in het kader van het Investeringsbudget Landelijk Gebied gronden verwerft voor de afgesproken doelen in het landelijk gebied en aan de randen van de steden. DLG opereert in aankoopgebieden met een vooraf door ons vastgesteld aankoopstrategieplan. De DLG is betrokken bij diverse provinciale projecten, zoals bij de ontwikkeling van de glastuinbouw, bij de aankoop van gronden voor de Centrale As, de ontwikkeling van Ecologische Hoofdstructuur en bij diverse landinrichtingsprojecten. De eigen grondvoorraad van het Bureau Beheer Landbouwgronden (BBL) in Fryslân bedraagt nog ongeveer 1.500 ha. Dit betreft hoofdzakelijk gronden die als doelstelling „natuur‟ hebben, en die voortkomen uit Rijks-/LNV middelen. De grondvoorraad BBL zal in de komende jaren naar verwachting snel worden afgebouwd.
227
Peildatum 31-12-2011
Gem. jaarlijkse Aantal ha. voorraad ha. Aankoop/ verkoop Conform PS besluit 22-04-2009 Landbouw + EHS binnen gebiedsontwikkeling Aankoop
600
651,3
Bedrag
Onderdeel
Grond
€ 27,2 mln € 3,9 mln Gebouwen
Verkoop
36,5
€ 1,1 mln Grond € 0,0 mln
600
614,8
Gebouwen
€ 30,0 mln EHS
Aankoop
400
446,2
€ 9,4 mln Grond € 0,4 mln Gebouwen
Verkoop
310,4
€ 5,8 mln Grond € 0,4 mln Gebouwen
400
135,8
€ 3,6 mln Kavelruil
Aankoop
100
106,1
€ 3,8 mln Grond € 0,5 mln Gebouwen
Verkoop
67,7
€ 2,3 mln Grond € 0,5 mln Gebouwen
100
38,4
€ 1,52 mln Anticiperend
Aankoop
300
155,7
Verkoop
Totaal
13,0
€ 5,7 mln Grond incl. gebouwen € 0,4 mln Grond
300
142,7
€ 5,34 mln
1.400
931,7
€ 40,5 mln
228
4.7
Paragraaf 7 – Bedrijfsvoering
Inleiding Bedrijfsvoering is het geheel van plannings- en beheersingsactiviteiten om de realisatie van de doelstellingen van de beleidsprogramma‟s mogelijk te maken. Bedrijfsvoering maakt deel uit van zowel de primaire processen (beleid opstellen en uitvoeren) als de ondersteunende processen, en vormt een randvoorwaarde voor de totstandkoming van de producten en dienstverlening van de provincie. Uitgangspunten zijn een doelmatige, doeltreffende en rechtmatige bedrijfsvoering. De paragraaf Bedrijfsvoering wordt voorgeschreven door het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV). Omdat Provinciale Staten hebben aangegeven de beleidskaders voor de inhuur van derden in samenhang met de inzet van eigen personeel te willen zien wordt, in navolging van de Begroting 2012, de inhuur van derden, niet middels afzonderlijke paragraaf, maar in deze paragraaf, in samenhang met de strategische personeelsplanning, gepresenteerd. A. Algemeen / meerjarig Wat wilden we bereiken? Wij zijn ons aan het inzetten om de organisatie om te vormen naar een compacte, flexibele organisatie, waarin de nadruk meer ligt op uitvoering dan op beleid. Dit is een organisatieontwikkeling waaraan wij niet alleen de afgelopen jaren, maar ook in de komende jaren resultaten gaan boeken. De structurele bezuinigingen op de provinciale inkomsten, en de doelstelling tot reduceren van onze overheadkosten geven het tempo aan waarbinnen wij de bedrijfsvoering gaan ontwikkelen. Ons doel is de bedrijfsvoering goedkoper te maken en tegelijkertijd de organisatie meer flexibel, in samenwerking met bedrijven en mede-overheden. Hebben we bereikt wat we wilden we bereiken? Een belangrijke stap om de organisatie om te vormen naar een compacte en flexibele organisatie is in 2011 gezet. Er is een start gemaakt met het herinrichten van de divisie beleid en programma‟s. In november is het nieuwe provinciehuis in gebruik genomen met een modern kantoorconcept gebaseerd op digitaal (samen) werken. Dit concept het zogenoemde Fryske Wurkjen staat voor intensiever en integraler samenwerken in flexibele interne en externe verbanden. Daarnaast is een start gemaakt met het telewerken om „locatieonafhankelijk‟ kunnen werken. De inkoop is verder geprofessionaliseerd en er zijn stappen gezet in samenwerken met ander overheden bijvoorbeeld op het gebied van inkoop en shared services. Daarnaast is er van de Koöperaasje-gedachte samenwerking met andere overheden en andere partijen, binnen en buiten Fryslân, gezocht met als voorbeelden de beleidsagenda Krimp en de samenwerkingsagenda‟s met de vier grootste Friese gemeenten. De planning en control, d.w.z. het geheel van plannings- en beheersingsactiviteiten van de provincie is verder ontwikkeld: niet alleen de P&C-instrumenten, maar ook de sturing en beheersing aan de hand van deze instrumenten. Zo is bijvoorbeeld het jaarrekeningresultaat 2011 redelijk in lijn met de prognose in de tweede bestuursrapportage 2011.
229
B. Onderdelen van de bedrijfsvoering 1. Personeel en organisatie Wat zouden we doen? Organisatieontwikkeling In 2009 is een organisatiewijziging aan de top doorgevoerd, waarvan de vorming van divisies een direct gevolg is. Belangrijker is dat tegelijkertijd ook een verandering van de hele organisatie op gang zou komen. Centraal in deze verandering staat de verbetering van de toekomstbestendigheid van de organisatie en een optimale bediening van de Fryske mienskip. Ook de komende jaren zal onze organisatie nog veranderen. Deze veranderingen gaan stap voor stap. Afhankelijk van de ontwikkelingen (zoals takendiscussie, bezuinigingen, decentralisatie van Rijkstaken, regionale uitvoeringsdiensten) en de te realiseren bestuurlijke doelen zal de organisatie worden aangepast. Dit vraagt om een gecoördineerde aanpak en een geactualiseerde veranderagenda. Een meer samenhangende manier van programmasturing zal onderdeel vormen van deze veranderagenda. Om de benodigde flexibiliteit in de organisatie te krijgen ontwikkelen we nieuw HRM-beleid, implementeren we een strategische personeelsplanning, zetten we een flexpool op en bevorderen we de interne personeelsmobiliteit. Integriteit We willen een integere organisatie zijn. Dit impliceert dat bestuurders, management en de medewerkers van onze organisatie zich allen onder alle omstandigheden integer gedragen en bewust zijn van de impact van hun handelen. In 2011 worden trainingen rond het onderwerp vertrouwen en integriteit georganiseerd. Leidinggevenden gaan het onderwerp op afdelingsniveau en op individueel niveau actueel houden. Jaarlijks worden de kwetsbare processen, functies en functies met financiële belangen geactualiseerd. Hebben we gedaan wat we wilden doen? De belangrijkste organisatie-ontwikkeling is de herinrichting van de divisie beleid en programma‟s. Deze ontwikkeling is in drie fasen doorgevoerd. Dat heeft geresulteerd in drie nieuwe afdelingen, te weten: Kultuer en Mienskip, Kennis en Ekonomy en Stêd en Plattelân. Daarnaast is het project It Fryske Wurkjen gestart Ook is beleid ontwikkeld om in 2012 te starten met een Traineepool om jong talent aan te trekken. De selectieve vacaturestop is voor 2011 gehandhaafd; vacatures worden nagenoeg allemaal intern vervuld (zie bij 3 hierna). Er is HRM-beleid ontwikkeld over het terugdringen van ziekteverzuim. Het ziekteverzuim is in 2011 licht gestegen van 4,6% naar 4,8% en ligt daarmee op het zelfde niveau als in 2010. Het gemiddelde ziekteverzuim van de provincies bedroeg in 2010 3,9%. Wij zijn eind 2011 een programma begonnen om het ziekteverzuim terug te brengen. Het doel is om in enkele jaren het ziekteverzuim terug te brengen naar 3%. Voor 2012 streven we naar een daling tot 4%. In de tweede helft van 2011 zijn maatregelen getroffen om deze normen te halen. Het gaat hier met name om een intensievere samenwerking in de sociaal medische teams en een betere en minder vrijblijvende begeleiding van medewerkers. Daarbij heeft met name het terugdringen van de frequentie van de verzuimmeldingen prioriteit. Op het moment van dit schrijven is de verzuimfrequentie inmiddels licht gedaald; het totale ziekteverzuim blijft stabiel. Ook is er vanaf 2011 centrale (P&O) regie op de besteding van opleidingsgelden. Daarmee kan een betere optimalisatie van de opleidingsinspanningen worden gerealiseerd en ontstaat een beter overzicht op de uitgaven. Ingezette instrumenten zijn een centrale opleidingscatalogus, opleidingsjaarplan en optimalisering van de “in house” trainingen. Het management heeft in 2011 een aantal managementdagen besteed aan organisatie-en leiderschapsontwikkeling. Gerichte aandacht is gegeven aan de aansturing van medewerkers. In 2011 is een begin gemaakt met het verbeteren van de toepassing van het systeem van beoordelen en belonen en is de 5-puntsbeoordelingsschaal ingevoerd. Dit geeft leidinggevers de mogelijkheden zorgvuldiger te differentiëren in hun beoordelingsmogelijkheden. Integriteit Direct na hun aantreden hebben de nieuwe statenleden een workshop integriteit over morele oordeelsvorming gevolgd. Ook de directie heeft de wokshop integriteit gevolgd. Gedeputeerde Staten zal binnenkort eveneens aan deze workshop deelnemen. Vervolgens wordt de workshop voor de overige personeelsleden aangeboden. De regelgeving is en wordt up to date gehouden. Zo is een protocol hoe te handelen bij integriteitsschendingen vastgesteld en is met de Ondernemingsraad een nieuwe gedragscode overeengekomen. Deze gedragscode wordt in 2012 aan Gedeputeerde Staten ter vaststelling aangeboden. Verder zijn drie nieuwe vertrouwenspersonen
230
aangesteld. Eén vertrouwenspersoon , i.c. de bedrijfsmaatschappelijk werker, is aangewezen voor ongewenste omgangsvormen. 2. Fryske wurkjen Wat zouden we doen? Omstreeks de jaarovergang van 2011 op 2012 wordt het nieuwe Provinciehuis in gebruik genomen. De ingebruikname van de parkeervoorziening wordt een jaar na de ingebruikname van het Provinciehuis verwacht. De realisatie van de parkeervoorziening is in handen van de gemeente Leeuwarden. Ter overbrugging neemt de provinciale organisatie na de verhuizing een tijdelijke parkeeroplossing in gebruik. De ambtelijke organisatie wordt gehuisvest volgens een modern kantoorconcept gebaseerd op digitaal (samen-) werken. Dat staat voor intensiever en integraler samenwerken in flexibele interne en externe verbanden. Het versterkt de integrale advisering aan het bestuur, de integrale uitvoering in de samenleving en überhaupt de verbinding van de samenleving met de Provincie. We staan voor de uitdaging om slimmer te informatiseren en daardoor de kosten niet recht evenredig te laten stijgen met de toenemende ICT-behoefte. Met de uitvoering van het Informatiseringsplan krijgt de organisatie een flexibele ICT-structuur die het mogelijk maakt om zowel intern als extern digitaal samen te werken. We gaan in de komende jaren de beschikbare informatie vergaand ontsluiten en toegankelijk maken voor gebruikers binnen en buiten de provinciale organisatie. Zo gaan wij verbeteringen doorvoeren op het terrein van digitaliseren, ondersteunen wij zaakgericht werken en stimuleren wij ontwikkelingen waarbij informatie en kennis ingezet worden voor de aansturing van onze eigen lerende organisatie en voor onze externe partners. Hebben we gedaan wat we wilden doen? It Fryske Wurkjen heeft als doel de manier waarop we werken te moderniseren en de samenwerking, zowel onderling als met andere (externe) partijen, te verbeteren. Door onze werkwijze te vernieuwen kunnen we, ook met minder middelen, met een flexibele organisatie veel bereiken. We bedienen onze klanten beter en groeien naar een groene en kostenefficiënte organisatie, met minder kantoorruimte, minder reistijd en minder papier. Bovendien helpt deze nieuwe manier van werken onszelf te profileren als een moderne, aantrekkelijke werkgever voor jong talent. In het najaar van 2011 is het programma It Fryske Wurkjen binnen de organisatie zichtbaar geworden door informatie en themabijeenkomsten voor het personeel, directie en GS-leden. De programmaorganisatie is opgezet en er is een aantal concrete actiepunten gestart. Zo is gestart met een pilot „mobile devices‟, een gebruikersonderzoek van zes maanden onder medewerkers. Als als dwarsdoorsnede van de organisatie onderzoeken zij welke mobiele apparaten (Ipads, laptops of tablet pc‟s) het beste tegemoet komen om in een provinciale- omgeving bij te dragen aan een efficiëntere werkaanpak met minder papier en het tijd en plaatsonafhankelijk te kunnen werken. Ook zijn intervisiebijeenkomsten gestart met de leidinggevenden om inzicht te krijgen in de probleempunten, de kansen en de mogelijkheden per afdeling en duidelijkheid te krijgen over de inspanningen die (met name aan de gedragskant) noodzakelijk zijn. Om invulling te geven aan interne maar ook externe samenwerking en participatie is als pilot voor vier afdelingen een samenwerkingsomgeving in Sharepoint 2010 gerealiseerd. Een verdere implementatie naar de gehele organisatie zal naar verwachting grotendeels in 2012 plaatsvinden. Tevens is voor de genoemde afdelingen een pilotomgeving voor digitaal zaakgericht werken ingericht. Deze omgeving omvat een digitaal zaaksysteem, een digitaal archief, een koppeling met de scanstraat en een voorziening om documenten digitaal te kunnen ondertekenen. Met de introductie van (digitaal) zaakgericht werken wordt de papieren werkwijze gedigitaliseerd. Dat betekent dat we, in plaats van met papieren documenten en papieren dossiers, voortaan werken met digitale documenten en digitale dossiers, die we in digitale vorm kunnen overdragen naar een collega en in digitale vorm kunnen archiveren. Wat we daarmee hebben bereikt: Thuiswerken is eenvoudig mogelijk, omdat het zaaksysteem ook buiten het provinciehuis gebruikt kan worden (door geautoriseerde gebruikers). Het zaaksysteem biedt leidinggevenden inzicht in wie bezig is met een bepaald dossier en wat de voortgang van de behandeling is. Het papierverbruik neemt af. Onderdeel van beide trajecten is ook het optimaliseren van werkprocessen en het trainen van medewerkers in zowel het (aangepaste) werkproces als het gebruik van het systeem zelf. Bij de implementatie van beide systemen hebben we minder voortgang kunnen maken dan vooraf ingeschat, mede door de noodzakelijke en randvoorwaardelijke inrichting van een beheersomgeving.
231
Tenslotte is een start gemaakt met het telewerken om „locatieonafhankelijk‟ kunnen werken. Medewerkers worden nu in de gelegenheid gesteld door het maken van goede (productie) afspraken met hun leidinggevende locatieonafhankelijk te werken en op die wijze een betere afstemming te krijgen tussen werk en privébelang. Goede digitale voorzieningen zijn hiervoor een belangrijke voorwaarde. Niet alles gaat direct goed en in de praktijk blijkt soms dat „fan e flier op „e souder stappe‟ een te grote stap ineens kan zijn. Daarom is er een klankbordgroep in het leven geroepen die een kritische spiegel moet zijn. Hoewel deze eerste aanzetten vooralsnog intern gericht zijn, zal de Friese burger en zullen bedrijven in de loop van 2012 ook de ontwikkelingen opmerken. Dit door het participeren in de samenwerkingsomgeving zoals die bij de (grote) infrastructurele projecten al is ingericht. Maar ook door de instelling van een digitaal loket bij (om te beginnen) de subsidieverlening. 3. Dûbelslach: veranderen en bezuinigen in 2011 Wat zouden we doen? Bezuiniging bedrijfsvoering/efficiency Binnen de totale bezuinigingsopgave van € 22,2 miljoen is een taakstelling voor de bezuiniging op de bedrijfsvoering van € 6,0 miljoen opgenomen. Het College heeft de opdracht gegeven om dit bedrag te vinden in de bedrijfsvoering in „de volle breedte‟, dus inclusief overhead en de inkoopfunctie. Uw Staten hebben bovendien bij de behandeling van de Kaderbrief aangegeven dat de ambtelijke organisatie, net als de budgetinstellingen, in 2011 de nullijn moet aanhouden. Er vindt geen inflatiecorrectie plaats in de vorm van een accres. In de Begroting 2011 zijn de contouren van de compacte, flexibele en hoogwaardige organisatie zichtbaar geworden, terwijl tegelijk het budget voor de bedrijfsvoering € 6,0 miljoen lager is. Zo beschouwd staat de organisatie voor een dubbele opgave: de organisatie moet veranderen én bezuinigen. Voor de korte termijn is de uitwerking van de opdracht om € 6 miljoen te bezuinigen op de bedrijfsvoering hoofdzakelijk gezocht in efficiencymaatregelen en personeelsreductie. Daarbij is het streven om als organisatie de bakens te verzetten van beleid naar uitvoering leidend, met gebruikmaking van bestuurlijke en maatschappelijke partners in de provincie. Verder ligt het accent op proces- en productverbetering, ook met als doel een andere, slimmere manier van werken. Formatie/inhuur derden/strategische personeelsplanning/HRM We willen de inhuur van extern personeel reduceren en tegelijkertijd een flexibele schil van eigen medewerkers behouden (of zelfs toe laten nemen) om zo de benodigde flexibiliteit in de organisatie te houden. Zo kunnen we beter inspelen op alle ambities. Daarbij is de verwachting dat de provincie Fryslân als werkgever aantrekkelijk blijft voor hoger opgeleiden, vanwege het afwisselende werk en de scholingsmogelijkheden, maar ook dat de inhuur van derden kan dalen. Concreet hebben we al begin 2010 een selectieve vacaturestop ingesteld en zijn we terughoudend bij de inhuur van derden. Als onderdeel van de bezuinigingstaakstelling op de bedrijfsvoering zijn de budgetten 2011 voor de inhuur van vervangingscapaciteit beperkt: 50% t.o.v. de oorspronkelijke raming voor 2011. Ook in de personeelsformatie is geschrapt (o.a. niet ingevulde formatieplaatsen), waardoor naar verwachting het inhuurvolume zal dalen, omdat minder vacaturebudget beschikbaar is ter dekking van de kosten voor het inhuren van vervanging. Daarnaast willen we ook op de projectbudgetten de inhuur terugdringen door meer eigen personeel in te zetten waar mogelijk. De komende jaren zal de flexibele schil in de formatie toenemen. Tegelijk zal de organisatie nog op enkele punten worden aangepast om werkprocessen te stroomlijnen. Professionalisering inkoopfunctie Voor de professionalisering van de inkoopfunctie is een veranderplan opgesteld. Hierbij krijgt de afdeling inkoop de regie over drie inkoopcategorieën: centraal inkopen, afdelingsoverstijgende inkopen en afdelingspecifieke inkopen. Tevens zorgt de afdeling inkoop voor het beheer van de inkoopcontracten en het meten van leveranciersprestaties. Door standaardisering van het bestelproces, ondersteund door een bestelsysteem zal het ‘factuurafhandelingsproces’ en de managementinformatie verbeteren. Hebben we gedaan wat we wilden doen? Bezuiniging bedrijfsvoering/efficiency In de Begroting 2011 is een bezuiniging van € 22,2 miljoen opgenomen, waaronder een taakstelling op de bedrijfsvoering van € 6 miljoen. Met deze taakstelling zijn de totale algemene bedrijfsvoeringskosten met zo‟n 10% verlaagd: van € 67 miljoen naar € 61 miljoen (zie tabel op blz. 15). Deze bezuiniging loopt op tot € 7,5 miljoen structureel vanaf 2014, deels om de structurele lasten voortvloeiende uit het informatiseringsplan te dekken.
232
In onderstaande tabel is de opbouw van de bezuiningstaakstelling bedrijfsvoering (smal en breed) aangegeven. Conform de afspraak met de Staten kan de taakstelling in de eerste jaren ook gevonden worden in de goederen en diensten budgetten van de beleidsprogramma‟s hiermee is de bedrijfsvoering breed gevormd. De concrete invulling van de taakstelling in zowel de bedrijfsvoering (smal) en de beleidsprogramma‟s (breed) is tevens aangegeven in onderstaande tabel. Hieruit blijkt dat de taakstelling van 2011 is gerealiseerd. Hiervan is € 2,9 miljoen gevonden in de formatiekosten en € 3,1 miljoen in de goederen- en dienstenbudgetten („breed‟). Structureel is € 4,2 miljoen ingevuld vanaf 2011 en € 1,4 miljoen is tijdelijk ingevuld. e Bij de 1 berap 2012 zullen wij u informeren over de nadere invulling van de taakstelling voor de jaren 2012 en verder. Naast de bezuinigingstaakstelling heeft de organisatie de opdracht van Provinciale Staten gekregen om de salarisophoging in 2011 van € 1,1 miljoen als gevolg van de CAO binnen de bedrijfsvoeringsbudgetten op te vangen. Uit het overzicht bij onderdeel C „Wat mag het kosten‟ blijkt dat dit daadwerkelijk gerealiseerd is. Bij dit onderdeel is tevens een nadere toelichting op de bedrijfsvoeringskosten opgenomen. Bezuinigingsvoorstellen bedrijfsvoering (bedragen x € 1.000.000) Onderwerp 2011 2012 Opbouw Bezuinigingstaakstelling
2013
2014
Reductie personeel Reductie vervangingsbudgetten Reductie bedrijfsvoeringbudgetten Bedrijfsvoering smal (subtotaal)
3,6 0,5 1,1 5,2
4,6 0,5 1,1 6,2
4,8 0,8 1,1 6,7
4,6 0,5 1,2 6,3
Reductie goederen en diensten programma's Reductie inkoop (taakstelling) Bedrijfsvoering breed (totaal)
2,9 0,1 8,2
3,4 0,8 10,4
3,4 1,5 11,6
1,9 1,6 9,8
2,6
3,6
3,7
2,3
5,6
6,8
7,9
7,5
Gerealiseerde bezuiniging bedrijfsvoering Structureel Tijdelijk
4,2 1,4
4,9 0,2
4,9 0,6
4,9 0,0
Restant taakstelling bedrijfsvoering
0,0
1,7
2,4
2,6
Waarvan in bezuinigingsvoorstellen beleid GS Aanvullend via taakstelling Bedrijfsvoering
Formatie/strategische personeelsplanning/HRM De organisatie is vooral bij de onderdelen gericht op beleid en programma‟s in 2011 ingrijpend aangepast. Voor een andere groep afdelingen stond een belangrijk deel van 2011 in het licht van de verhuizing terug naar de Tweebaksmarkt. Rond strategische personeelsplanning is in 2011 kennis verzameld en beleid ontwikkeld om de organisatie in staat te stellen gericht op de toekomst nieuwe personeelsinstroom mogelijk te maken. In dit verband is besloten vanaf 2012 te starten met een traineeprogramma, waarin jaarlijks tien jongeren worden aangetrokken die na een gerichte inzet, ontwikkeling en begeleiding over twee jaar kunnen instromen in de organisatie. Alle vragen om personeelsinzet worden centraal verwerkt door een personeelsvoorzieningsteam. In 2011 zijn door dit team 71 aanvragen afgehandeld met in meerderheid interne plaatsingen. De totale instroom op vacatures van externen was 19 tegenover een uitstroom van 49 medewerkers, het merendeel van de externe kreeg een tijdelijke aanstelling. In april 2011 zijn wij gestart met het opzetten van een flexpool. In december is het jaar afgesloten met een instroom van 15 medewerkers met een bestaande ambtelijke aanstelling in deze flexpool. Deze worden ingezet in de organisatie bij diverse afdelingen voor opdrachten en op projecten. We willen hiermee de inhuur van extern personeel reduceren en tegelijkertijd een flexibele schil van eigen medewerkers behouden (of zelfs toe laten nemen) om zo de benodigde flexibiliteit in de organisatie te houden.
233
Overzicht kosten inhuur derden Bedragen x € 1000 Bedrijfsvoering Programma 1 Programma 2 Programma 3 Programma 4 Programma 5 Programma 6 Programma 7 Programma 8 Programma 9 Totalen
Bestedingen Vervangingscapaciteit 3.252 0 106 0 0 0 0 0 0 0 3.358
Totaal Kennis 67 19 3.482 0 3 14 950 5 68 22 4.630
Extra capaciteit 3.216 0 3.801 0 287 43 18 0 1 99 7.465
6.535 19 7.389 0 290 57 969 5 68 121 15.453
e
Bij de 2 bestuursrapportage 2011 was de prognose inhuur € 13,4 miljoen. De hogere inzet van inhuur derden is voornamelijk veroorzaakt door de extra inhuur voor kennis bij de grote infraprojecten zoals de Centrale As, N381 en RSP traverse Harlingen. De kosten hiervan worden uit de investeringskredieten gedekt. Binnen deze projecten zijn kosten begroot voor de realisatie van infrastructurele werken. Deze kunnen gerealiseerd worden door concrete producten/diensten uit de markt te vragen of door inhuur van mensen. De afwijking wordt veroorzaakt doordat de contracten zo zijn „weggezet‟ dat er formeel sprake is van inhuur van mensen en niet van producten/diensten. De uitgaven waren begroot als product/dienst en zijn door inhuur van mensen ingevuld en conform verantwoord. Het betreft onder ander de regie op een aantal deels nog op te stellen uitvoeringscontracten en de te sluiten overeenkomsten in het kader van verlegging kabels en leidingen. Tevens zijn kosten gemaakt om het proces van gebiedsontwikkeling bij project de Centrale As te faciliteren. Ook in het kader van voorbereiding en toezicht zijn extra kosten van voor inhuur derden gemaakt dan waarmee in de capaciteitsplanning rekening was gehouden. Dat geldt ook voor nautische zaken en handhavingsactiviteiten in het kader van omgevingsvergunningen en toezicht. Gedacht kan worden aan de activiteiten met betrekking tot de ReststoffenEnergieCentrale in Harlingen. Ook op het gebied van de informatievoorziening en automatisering is een groter beroep op de inhuur van derden gedaan. Professionalisering inkoopfunctie De inkoopdoelstellingen van de provincie liggen op het gebied van kostenbesparingen, verduurzaming, rechtmatigheid (het voorkomen van juridische procedures), regionale- en provinciale samenwerking en het heroverwegen van taken (in- en uitbesteding). Vanuit het uitvoeringsplan inkoop 2011 zijn diverse nieuwe contracten afgesloten. Sommige contracten waren sterk gerelateerd aan de verhuizing en (ver)nieuwbouw, zoals meubilair of printvoorzieningen. Andere contracten betroffen heraanbestedingen in verband met aflopende contracten, zoals (groene) energie. Een derde categorie betrof kansrijke, niet eerder aanbestede inkooponderwerpen, zoals juridische dienstverlening. Deze aanpak heeft diverse structurele en incidentele besparingen opgeleverd. Ook het thema duurzaam inkopen heeft hiermee heel concreet invulling gekregen (zoals wastewood kasten of cradle 2 cradle toiletpapier). Naast de uitvoering van diverse aanbestedingen is in 2011 is een uitgebreide uitgavenanalyse van de totale provincie uitgevoerd. Dit heeft geleid tot een gedragen visie, waarin een gedragsverandering/andere manier van werken de basis is voor inkoopsucces. Daarbij neemt de directie een meer sturende rol richting afdelingen. De afdeling Inkoop krijgt een adviserende en sturende rol richting zowel directie als afdelingen. Het contractbeheer/contractmanagement en het nieuwe bestelsysteem als onderdeel van het verbeteren van (inkoop)managementinformatie is in 2011 nog niet volledig gerealiseerd. Dit krijgt een vervolg in 2012. Deze onderdelen zijn ook van belang voor het meten van contractcompliance (het gebruik van de centrale contracten) en daarmee het inzichtelijk maken van de behaalde resultaten in euro‟s. 4. Koöperaasje: samenwerken met andere overheden Wat zouden we doen? Om de effectiviteit en de efficiëntie te verbeteren gaan we samenwerken met interne en externe partners. Interne samenwerking door te streven naar samenvoegen van samenhangende processen in afdelingen. Waarna externe
234
samenwerking wordt gezocht met medeoverheden en andere partners om gezamenlijk de dienstverlening uit te gaan voeren. Hebben we gedaan wat we wilden doen? Koöperaasje-gedachte Vanuit de Koöperaasje-gedachte zoeken we nadrukkelijk de samenwerking met andere overheden en andere partijen op, binnen en buiten Fryslân. We doen dat ook nu al: voorbeelden daarvan zijn de beleidsagenda Krimp en de samenwerkingsagenda‟s met de vier grote Friese gemeenten. In 2012 willen we deze samenwerking verder uitbouwen. We doen dat op verschillende gebieden en verschillende manieren. Allereerst door het gebiedsgerichte werken verder te versterken. Zo gaan wij in samenwerking met de verschillende streken in Fryslân streekagenda‟s opstellen en uitvoeren: een werkwijze waarbij gezamenlijke ambities en (beleidsmatige) doelen voor de streek worden benoemd, vastgelegd en gezamenlijk in de streek worden opgepakt. Dat doen we in samenwerking met de gemeenten, het Wetterskip en andere maatschappelijke partners die verantwoordelijkheid willen nemen voor de streekagenda‟s. Daarnaast gaan we voortvarend van start met uitvoering van de in 2011 afgesloten samenwerkingsagenda‟s. In de samenwerkingsagenda‟s worden thema‟s benoemd, maar wordt ook net als in de streekagenda‟s tot op concreet projectniveau de samenwerking tussen provincie en betreffende gemeente afgesproken. Ook onderzoeken we met andere overheden de mogelijkheden om op het gebied van bedrijfsvoering samen te werken en maken we hier afspraken over. Dat gebeurt zowel binnen Fryslân (bijv. inkoop, flexpool) als daarbuiten. In 2011 is bijvoorbeeld een interimmanager van de Flexpool gedetacheerd bij de gemeente Sud West Fryslan. Een specifieke ontwikkeling is dat in Noordelijk verband naar aanleiding van de globale verkenning naar samenwerkingsmogelijkheden op het gebied van bedrijfsvoering (2010), in 2011 een verdiepingsonderzoek is gestart genaamd „Noordelijke Samenwerking‟. De volgende deelgebieden zijn hierbij onderzocht: financiële administratie, personeel- en salarisadministratie, grafische dienstverlening, GEO/GIS, inkoop en specifieke kennisgebieden (rechtspositie en fiscaliteit). Het doel van de Koöperaasje, de Streekagenda en de samenwerkingsagenda is de Fryske Mienskip zo goed mogelijk te bedienen; en daarbij oog te hebben voor wat er specifiek per streek of kern speelt. Door via streekagenda‟s en samenwerkingsagenda‟s samen te werken, kunnen wij ons eigen beleid verbeteren en integraler maken. Daardoor kunnen we zo effectief en relevant mogelijk te werk gaan in de uitvoering. Ook bereiken wij symbiose met onze partners. Het doel van de samenwerking op het gebied van bedrijfsvoering is om in 2012 een samenwerkingsmodel te ontwikkelen dat een bijdrage levert aan: 1. kwaliteitsverbeteringverbeteren van kennis en deskundigheid en synergie in innovatie; 2. ontwikkeling continuïteit: verminderen van kwetsbaarheid en garanderen van levering van producten en diensten; 3. kostenreductie: efficiëntere werkprocessen en schaalvoordelen. Acties in 2012 Met betrekking tot de Koöperaasje, de Streekagenda en de samenwerkingsagenda: In 2012 wordt met iedere regio in Fryslân een streekagenda opgesteld. De projecten opgenomen in de eind 2011 vastgestelde samenwerkingsagenda‟s met Heerenveen, Smallingerland en Súdwest Fryslân zullen voorzien worden van een projectorganisatie en zullen daarna van start gaan. Deze nieuwe werkwijze zal gevolgen hebben voor de uitvoering. Voor nadere acties wordt verwezen naar de betreffende beleidsprogramma‟s. Met betrekking tot samenwerking op het gebied van bedrijfsvoering: In 2012 zal het College (evenals de andere noordelijke Colleges) een besluit nemen over de Noordelijke Samenwerking. Bij positieve besluitvorming zal 2012 in het teken staan van de implementatie. o realiseren project- en implementatieplan o de implementatie start in 2012 en zal gefaseerd, over meerdere jaren, worden uitgevoerd en in januari 2014 worden afgerond. Samenwerken andere overheden Inkoop In 2011 is Inkoop Samenwerking Leeuwarden (ISL) opgericht. Dit samenwerkingsverband heeft een kerngroep bestaande uit Provincie Fryslân, CJIB en gemeente Leeuwarden. Deze kerngroep zal worden aangevuld door Wetterskip Fryslân, Rijkswaterstaat, Noordelijke Hogeschool Leeuwarden, Stenden Hogeschool, Friesland College, Hulpverleningsdienst Fryslân. De groep deelnemers aan het ISL groeit snel. Naast kennisuitwisseling heeft het ISL in
235
2011 gezorgd voor een concreet contract voor afvalafvoer voor de provincie en het CJIB. In 2012 zullen meer contracten gezamenlijk worden aanbesteed. In 2011 is samen met de provincie Groningen en Drenthe een businesscase uitgewerkt voor inkoopsamenwerking. Verdere besluitvorming vindt plaats in 2012. Fumo 2011 stond vooral in het teken van het voorbereiden van de realisatie van de FUMO. Met name door de provincie in de rol van “regisseur”. In 2012 zal er Fryslân breed besluitvorming plaatsvinden over de daadwerkelijke realisatie, en begonnen worden met de implementatie. Vanaf 2013 zullen er in de bedrijfsvoering daadwerkelijke effecten gaan optreden. 5. Duurzaamheid Wat zouden we doen? De provinciale organisatie draagt op verschillende manieren bij aan een duurzame ontwikkeling van Fryslân. Via regelgeving, vergunningverlening en handhaving beschermen we de basiskwaliteiten van Fryslân. Via beleid, subsidieverlening en projecten zijn we aanjager en stimulator van duurzame ontwikkelingen op uiteenlopende terreinen. In al onze rollen werken we veelvuldig samen met tal van Friese partijen. Willen we naar hen toe geloofwaardig zijn, dan moeten we als provinciale organisatie zelf het goede voorbeeld geven. Hierbij past naar onze mening slechts een volledig duurzame interne bedrijfsvoering. Door duurzame oplossingen in onze eigen bedrijfsvoering structureel toe te passen, laten we zien dat het ons menens is, en dat wij ook onze eigen verantwoordelijkheid nemen. In 2011 ligt de focus op duurzaam inkopen en een duurzaam personeel- en organisatiebeleid. Hebben we gedaan wat we wilden doen? Het jaar 2011 stond -vanuit duurzaam inkopen bekeken- in belangrijke mate in het teken van het nieuwe provinciehuis. Binnen dat provinciehuis heeft het thema duurzaamheid op veel manieren vorm gekregen (zoals eerder genoemd kasten van „wastewood‟ of Cradle 2 cradle toiletpapier). Daarmee gaven we ook invulling aan ons streven naar een volledig duurzame bedrijfsvoering. Ook als het om duurzaam P&O-beleid gaat, zijn diverse maatregelen succesvol gebleken. Tevens is te zien dat een daadwerkelijke gedragsverandering is gerealiseerd. Bijvoorbeeld op het gebied van woonwerkverkeer en de dienstreizen van de medewerkers van de provincie. Op het gebied van woon-werkverkeer en zakelijk reizen zijn, conform de eerdere planning, belangrijke verbeteringen gerealiseerd. Door de nieuwe vergoedingen voor woon/werkverkeer is het fietsen en openbaar vervoer sterk gestegen ten opzichte van het gebruik van de eigen auto. Eind 2011 maakte ruim 60% gebruik van duurzame vervoersvormen tegen nog 40% begin 2011. De afgesproken maatregelen zijn derhalve zeer succesvol geweest en hebben de verwachtingen zelfs overtroffen. Ook is medio 2011 een pilot gestart met tienduurzame bedrijfsauto‟s op groen gas of elektrisch rijden. Hierdoor is het zakelijk reizen al voor een deel verduurzaamd. Deze pilot verloopt succesvol en zal worden uitgebreid in 2012. Met name het gebruik van openbaar vervoer, de fiets en “groene” auto‟s is nadrukkelijk gestimuleerd en heeft tot de gewenste effecten geleid. Dit heeft er toe geleid dat de parkeerdruk is afgenomen. 6. Sturing en beheersing / corporate control Wat zouden we doen? Strategische of corporate control gaat over het in control zijn van de provincie in totaliteit. Uitgangspunt is dat het management verantwoordelijk is voor het in control zijn. Ook in 2011 worden vanuit een onafhankelijke positie activiteiten verricht, voor zowel het bestuur als het management. Het gaat dan om onderzoeken, reguliere control op zowel de bestuurlijke als management planning & controlcyclus, proactieve advisering (ongevraagd en gevraagd), extra onderzoeken waar gedurende het jaar door zowel bestuur als management om verzocht wordt. Maar ook om het toetsen van doelmatigheid en doeltreffendheid van de beleid- en bedrijfsvoeringsprocessen, de betrouwbaarheid en relevantie van de informatievoorziening en het naleving van wet- en regelgeving (rechtmatigheid). Op basis van de bevindingen en analyse worden aanbevelingen en verbeterpunten aangegeven. Hebben we gedaan wat we wilden doen? In 2011 is gestart met de uitvoering van het meerjarenplan Versterken Sturing en Beheersing. Met dit plan wordt een groot aantal verbeterpunten in de sturing en beheersing van de organisatie in samenhang aangepakt. Het plan loopt tot einde 2012. In 2011 zijn de rollen van lijnorganisatie en staforganisatie aangescherpt, is de werking van de financiële functie getoetst en verbeterd, en is ingezet op het versterken van management control. In 2012 wordt het
236
sturingsmodel en de instrumenten van management control (zoals de dynamische beleidsagenda‟s, het afdelingsplan en de managementrapportage) verder gestroomlijnd. Zo worden de interne plannen en voortgangsrapportages beter op elkaar afgestemd en de samenhang tussen begroting en afdelingsplannen, en berap en managementrapportages verbeterd. Doel hiervan is om de sturing te versterken en het proces van beheersen efficiënter te maken. Daarnaast wordt de front office van de financiële functie versterkt, om meer focus te krijgen op de dienstverlening aan managers op dit terrein. Concerncontrol heeft in 2011 op basis van geplande en ongeplande onderzoeken en op basis van gevraagde en ongevraagde adviezen geadviseerd over de (risico)beheersing ten aanzien van doelen (doeltreffendheid), middelen (doelmatigheid), rechtmatigheid. In het Breed Audit Overleg is een aantal rapporten, inclusief het In Control Statement gepresenteerd. Uit de onderzoeken en het in control statement van Concerncontrol in 2010 blijkt dat de organisatie op gebied van het in control zijn, een aantal verbeterpunten kent. Daartoe heeft de directie een aantal acties geïnitieerd, waaronder het traject van sturen en beheersen en het opstellen van een nota Control. C. Wat heeft het gekost? In onderstaande tabel wordt de samenstelling van de bedrijfsvoeringskosten weergegeven: onderverdeeld in personele en de overige bedrijfsvoeringskosten. Onder de overige bedrijfsvoeringskosten vallen o.a. de kosten voor huisvesting, automatisering, opleidingen en archiefkosten. Samenstelling bedrijfsvoeringskosten: Realisatie 2010
Bedragen x € 1.000
Begroting
Realisatie 2011
2011 na wijziging
Verschil Begroting / Rekening
Baten - Personele kosten
825
512
1.174
-662
- Overige bedrijfsvoeringskosten
131
1.045
740
305
Totaal Baten
956
1.557
1.914
-357
- Personele kosten
63.104
62.568
63.125
-557
- Overige bedrijfsvoeringskosten
15.712
20.610
19.936
673
Totaal Lasten
78.816
83.177
83.061
116
-77.860
-81.620
-81.147
-473
2.655
3.602
3.771
-169
-75.206
-78.018
-77.376
-642
Lasten
Saldo voor mutatie reserves Mutatie reserves (lopen via de exploitatie) Mutatie reserves Saldo na mutatie reserves Algemene toelichting:
Uit bovenstaande tabel blijkt dat de bedrijfsvoeringskosten stijgen van € 78,8 miljoen in 2010 naar € 83 miljoen in 2011. Ook in 2012 zijn de totale kosten hoger namelijk € 82,8 miljoen. Na 2013 worden de totale kosten structureel € 77,7 miljoen (zie onderstaande tabel). Ontwikkeling bedrijfsvoeringskosten 2010 t/m 2015 Bedragen x € 1.000 Baten Lasten Saldo voor mutatie reserves Mutatie reserves Saldo na mutatie reserves
Realisatie 2010 956 78.816 -77.860 2.655 -75.206
Realisatie 2011 1.914 83.061 -81.147 3.771 -77.376
237
Begroting 2012 944 82.768 -81.825 3.707 -78.118
Begroting 2013 378 77.774 -77.396 500 -76.896
Begroting 2014 183 77.773 -77.590 0 -77.590
Begroting 2015 183 77.821 -77.638 0 -77.638
De realisatie van 2011 en de begroting van 2012 geeft ten opzichte van de realisatie van 2010 een stijging te zien. De stijging is en wordt met name veroorzaakt door de kosten van de huisvesting. In 2011 hebben we te maken met een extra afschrijvingslast in verband met de eerdere oplevering van de nieuwbouw. Voor het jaar 2012 is in de Begroting rekening gehouden met dubbele huisvestingskosten, aangezien we in eerste instantie pas in 2012 zouden teruge verhuizen naar de Tweebaksmarkt. Bij de 1 Berap 2012 zullen de consequenties hiervan voor de begroting gecorrigeerd worden. Daarnaast is het zogenaamde zaaigeld in de jaren 2011-2012 opgenomen. Het zaaigeld (€ 3,1 miljoen voor informatiseringsplan en € 1,4 miljoen voor frictiekosten) heeft u beschikbaar gesteld om de bezuinigingstaakstelling van € 6 miljoen vanaf 2011 te kunnen realiseren. Daarnaast is € 0,4 miljoen voor het persoonlijk ontwikkelbudget in 2011 opgenomen. Het effect van een krimpende organisatie is deels weggevallen door de reeds in de begroting opgenomen prijsstijgingen (nominaal) vanaf 2012. Na de extra incidentele bedrijfsvoerings-kosten in 2011/2012 blijft het niveau vanaf 2013 nagenoeg gelijk. Toelichting Rekening 2011: Personele kosten In 2011 heeft een extra inzet van personeel plaatsgevonden voor een aantal projecten. Dit heeft geleid tot zowel hogere lasten als extra baten. Het saldo op de personele kosten bedraagt uiteindelijk € 110.000. Overige bedrijfsvoeringskosten Baten In de begroting stond een stelpost voor onderbesteding apparaatskosten (€ 419.000). Hiermee is voorgesorteerd op een onderbesteding bij de inzet van personeel. Gezien de krimpende organisatie zal deze tot nu toe structurele onderbesteding onder druk komen te staan. Vandaar dat deze post vanaf 2012 is komen te vervallen. In 2011 is een incidentele meevaller ontstaan in verband met de verkoop van meubilair van € 90.000. Lasten Zoals aangegeven is de bezuinigingstaakstelling op bedrijfsvoering in de Begroting verwerkt. In 2011 zijn de bedrijfsvoeringslasten verlaagd met € 5,6 miljoen (zie blz. 7). Bij de realisatie is de nominale prijsstijging ivm. de CAO-afspraken 2011 van € 1,1 miljoen opgenomen, conform de afspraak met de Staten zijn de personele bedrijfsvoeringsbudgetten niet verhoogd hiermee. Daarnaast zijn er in 2011 enkele overbestedingen geweest in verband met de eerder verhuizing waaronder extra automatiseringskosten en kosten gerelateerd aan de huisvesting. In 2011 is bij een van de steunpunten asbest verwijderd wat tot extra kosten van € 125.000 heeft geleid. Bij de realisatie is verder de meevaller van € 2,3 miljoen als lagere vorming van de reserve (ver)nieuwbouw provinciehuis meegenomen (zie hieronder bij mutatie reserves voor een nadere toelichting). Mutatie reserves Reserve (ver)nieuwbouw provinciehuis De reserve (ver)nieuwbouw is indertijd ingesteld om de kosten van de tijdelijke huisvesting beheersbaar te maken voor de periode tot de verhuizing naar het Provinciehuis aan de Tweebaksmarkt. In 2012 zal de reserve worden opgeheven. Voor 2011 was rekening gehouden met een storting in de reserve van € 5,8 miljoen, onder andere voor de dekking van de tijdelijke huisvestingskosten in 2012. Omdat wij in dit jaar al terug verhuisd zijn naar de Tweebaksmarkt is de storting voor dat gedeelte (zijnde € 2,3 miljoen) achterwege gebleven. In 2011 waren kosten begroot voor onder andere de restauratie van kroonluchters en extra activiteiten. Deze kosten zijn deels besteed. In totaal bedraagt de onderbesteding van € 0,5 miljoen. In totaliteit betekent dit dat de mutatie aan de reserve € 1,8 miljoen lager is dan begroot. Reserve Frictiekosten Om de taakstelling van € 6 miljoen te kunnen realiseren hebben de Staten voor het jaar 2011 frictiekosten van € 3,4 miljoen beschikbaar gesteld. Een deel van deze kosten, zoals voor het informatiseringsplan, looptnog door na 2011 en de restantmiddelen van € 1,2 miljoen worden toegevoegd aan de reserve. Reserve persoonlijk ontwikkelingsbudget In 2011 is door de Staten een persoonlijk ontwikkelingsbudget beschikbaar gesteld van € 1.500 per persoon, conform de CAO-afspraken. In totaliteit is € 1.200.000 beschikbaar voor de periode 2011-2013. In het aanloopjaar 2011 was
238
€ 400.000 beschikbaar, hiervan is slechts mondjesmaat gebruik gemaakt door de organisatie. De resterende middelen, zijnde € 380.000 worden aan de reserve ontwikkelingsbudget toegevoegd. Toerekening van bedrijfsvoeringkosten Bedrijfsvoeringskosten specifiek en algemeen
Realisatie Begroting Realisatie Verschil 2010 2011 Begroting 2011 na / wijziging Rekening
Bedragen x € 1.000 Specifieke toerekening aan programma’s bestaand beleid - Programma 1 Bestuur en Veiligheid
635
650
590
60
1.760
1.343
1.696
-353
- Programma 3 Water
249
301
324
-23
- Programma 4 Milieu
333
0
11
-11
- Programma 5 Landelijk Gebied
627
816
471
345
- Programma 6 Economie, Toerisme en Recreatie
416
497
513
-16
4
0
0
0
576
358
407
-49
- Programma 2 Verkeer en Vervoer
- Programma 7 Sociaal beleid en zorg - Programma 9 Ruimte - Programma 10 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
666
0
0
0
- Investeringen
5.702
5.984
6.689
-705
- Voorzieningen
5.970
5.767
5.079
688
- schade, werken voor derden Totaal specifieke bedrijfsvoeringskosten
0
0
195
-195
16.938
15.715
15.975
-260
4.387
5.698
5.605
92
19.929
20.199
19.871
328
Algemene toerekening aan programma’s bestaand beleid o.b.v. verdeelsleutel - Programma 1 Bestuur en Veiligheid - Programma 2 Verkeer en Vervoer - Programma 3 Water
2.008
2.194
2.159
36
- Programma 4 Milieu
12.396
12.726
12.520
206
- Programma 5 Landelijk Gebied
7.573
7.624
7.500
124
- Programma 6 Economie, Toerisme en Recreatie
3.841
6.470
6.365
105
- Programma 7 Sociaal beleid en zorg
1.469
1.416
1.393
23
- Programma 8 Kultuer, Taal en Underwiis
2.922
2.543
2.501
41
- Programma 9 Ruimte
2.602
2.733
2.689
44
- Programma 10 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
1.140
700
797
-97
Totaal algemene bedrijfsvoeringskosten
58.267
62.303
61.401
902
Totaal toegerekende bedrijfsvoeringskosten
75.206
78.018
77.376
642
Toelichting In bovenstaande tabel is aangegeven hoe het saldo van de bedrijfsvoeringskosten wordt toegerekend aan de verschillende onderdelen in de Begroting. De bedrijfsvoeringskosten worden deels specifiek en deels algemeen toegerekend aan de programma‟s en investeringen. De specifieke toerekening vindt plaats bij investeringen en bij projecten waarbij de kosten door derden worden gefinancierd (overlopende passiva). Daarnaast worden de bedrijfsvoerings-kosten die gerelateerd zijn aan het bestuur specifiek doorbelast, aangezien deze volgens de voorschriften aan programma 1 moeten worden toegerekend. De resterende bedrijfsvoeringskosten worden gedekt uit de algemene middelen. Deze kosten worden via een verwachte en gerealiseerde inzet van menskracht (verdeelsleutel) aan de programma‟s toegerekend.
239
Investeringen bedrijfsmiddelen Bedragen x € 1.000 Afgerekende werken Opgeleverde werken Onderhanden werken Totaal
saldo per 1-1-2011 Vermeerderingen Verminderingen Saldo per 31-12-2011 321 847 1 1.166 45.523 32.392 0 77.915 962 1.614 337 2.239 46.806 34.853 338 81.320
Toelichting Bij de opgeleverde werken is het (ver)bouw van het provinciehuis opgenomen. Op 7 november zijn wij terugverhuisd naar de Tweebaksmarkt.
240
4.8
Paragraaf 8 – Handhaving
Wat wilden we bereiken? Bedrijven (inrichtingen), initiatiefnemers van niet-inrichtinggebonden activiteiten en burgers voeren hun werkzaamheden en activiteiten zodanig uit, dat de milieudruk, hinder en veiligheid aan de daarvoor gestelde normen voldoen. Wat hebben we daarvoor gedaan in 2011? Gewenste resultaten Alle bedrijven en activiteiten, waarvoor de provincie in de betreffende wet- en regelgeving is aangewezen als bevoegd gezag, zijn gecontroleerd op basis van het Handhavingsuitvoeringsprogramma 2011 De mate van risico‟s bij de inrichtingen en activiteiten bepaalt de frequentie en intensiteit van de handhaving. Daar waar de provincie overtredingen heeft geconstateerd, is het handhavinginstrumentarium gericht op het beëindigen van die overtredingen. De uitvoering van onze toezicht- en handhavingtaken vindt plaats conform landelijk vastgestelde kwaliteitscriteria. Overtredingen bij inrichtingen en activiteiten, waarvoor wij het bevoegde gezag zijn, worden door ons alleen gedoogd als wij hiertoe schriftelijk hebben besloten. Alle bestuurlijke handhavingorganisaties in Fryslân voldoen blijvend aan de in de AMvB Kwaliteitseisen genoemde kwaliteitscriteria. Daar waar nodig, is gebruik gemaakt van de instrumenten die de Wet milieubeheer biedt, één en ander conform de beleidsregel „Aanwijzingsbevoegdheden handhavingstructuur milieu‟. Wij verlenen en handhaven op adequate wijze een omgevingsvergunning Het provinciale handhavingsbeleid is actueel en geïmplementeerd. Ook buiten inrichtingen is sprake van integratie en afstemming van handhavingactiviteiten. Toelichting In het kader van het cyclische handhavingproces worden jaarlijks in de Programmabegroting de beleidsmatige kaders voor het komende begrotingsjaar (de speerpunten en prioriteiten) opgenomen in een aparte paragraaf,hierover wordt dan in het provinciale jaarverslag gerapporteerd. Het cyclische handhavingproces geldt voor alle beleidsterreinen met betrekking tot de fysieke leefomgeving, waarop de provincie – direct of indirect – handhaaft. In 2011 hebben wij de lijn van consequent en stringent handhaven onverminderd voortgezet. Dit is gebaseerd op het huidige handhavingsbeleid. Inmiddels is het nieuwe handhavingsbeleid “Het integraal toezicht en handhavingsbeleid”, inclusief het bijbehorende implementatieplan vastgesteld. De prioriteiten bij de provinciale handhavingstaken lagen vooral bij het beperken van de veiligheids- en milieurisico‟s. Op basis van een probleem- en risicoanalyse zetten wij onze kostbare handhavingtijd daar in waar de meeste risico‟s en/of gevaar voor calamiteiten zijn te verwachten. De resultaten resulteren in controlefrequenties per branche of activiteit (minimaal handhavingniveau). Wanneer bij voortgangbewaking blijkt dat de realisatie binnen een bepaalde branche of activiteit achterblijft bij de programmering wordt op bedrijfsniveau of per activiteit afgewogen of het actuele risicoprofiel aanleiding geeft tot herprioritering. paragraaf 9 - Handhaving Bij toezicht en handhaving speelden in 2011 een aantal complexe handhavingszaken een grote rol. Door sterk te prioriteren, zowel wat betreft capaciteit als de inzet van middelen (beperking externe inhuur), hebben we de geprioriteerde werkzaamheden kunnen afdoen en hebben we onze dienstverlening naar vergunninghouders en belanghebbenden op peil kunnen houden. De eerder genoemde maatregelen hebben er wel er toe geleid dat het aantal voorgenomen toezichtcontroles voor 2011 is verminderd. Specialistische en juridische ondersteuning is vooral ingezet op de risicovolle dossiers. Handhaving op het terrein van Ruimte richt zich meer op het behartigen van het belang van de provincie bij een goede omgevingskwaliteit van vooral het buitengebied. In 2011 is de samenwerking met de bestuursrechtelijke - en strafrechtelijke partijen in onze provincie vooral programmatisch ingestoken. Naast het gezamenlijk programma beschikt de Toezichtskringen natuurhandhaving over een afzonderlijk programma. Afstemming met de betrokken partijen vindt plaats in het Fries Handhavingsoverleg. Op basis hiervan zijn afspraken gemaakt over het oppakken van en de inzet op prioritaire dossiers, c.q. de gezamenlijke projecten. Naast de uitvoeringsprojecten, zoals de afdekking van koelinstallaties, is vooral de ketenhandhaving asbest en de ketenhandhaving grondstromen in 2011 door de betrokken partijen verder opgepakt. .
241
De provincie heeft in 2011 het bestuurlijk toezicht uitgeoefend. Zij heeft erop toegezien, dat de bestuursrechtelijke organisaties in Fryslân blijvend voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen. Hiervoor is, samen met de provincies Drenthe en Groningen, een programma opgesteld, waarin aangegeven is hoe dit concreet inhoud is gegeven. Zo zijn de individuele handhavingsuitvoeringsprogramma‟s en handhavings uitvoeringsverslagen beoordeeld. Daarnaast is vooral aandacht besteed aan de nazorg van het eerder ingezette verbetertraject van een groot aantal organisaties. Elke organisatie heeft een bestuurlijke reactie toegezonden gekregen, waarin de individuele resultaten en onze bevindingen zijn aangegeven. Afhankelijk van de uitkomsten volgen zo nodig aanvullende stappen. De eindresultaten zijn bij elkaar gebracht in een provinciale rapportage. Deze rapportage is verspreid onder alle handhavingsorganisaties in Fryslân. Hieruit is naar voren gekomen dat een groot aantal organisaties niet voldoen aan de gestelde eisen, zoals deze zijn geformuleerd in het Besluit Omgevingsrecht genoemde kwaliteitseisen handhaving. Naast de blijvende aandacht voor veiligheids- en milieurisico‟s, samenwerking en bestuurlijk toezicht hebben we, op basis van het Frysk Miljeuplan 2011-2014, en de ontwikkelingen in de uitvoeringspraktijk handhaving, voor 2011 een aantal gezamenlijke speerpunten benoemd, namelijk: • de implementatie van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo); dit speerpunt is sinds medio 2009 aangevuld met de ontwikkelingen over de uitvoeringspraktijk vergunningverlening, toezicht en handhaving; • de actualisatie van de nota Provinciale handhaving in Fryslân, beleidsvisie en aanpak; • verdere integratie en afstemming van handhavingstaken die betrekking hebben op activiteiten buiten inrichtingen. Als aanvullend speerpunt is opgenomen: • de ontwikkelingen in de uitvoeringspraktijk vergunningverlening en handhaving. De speerpunten worden hieronder kort toegelicht. Een deel van deze speerpunten is reeds eerder opgepakt. Over de voortgang hiervan zal worden gerapporteerd in ons handhavinguitvoeringsverslag. 291 Ad 1. In het kader van de implementatie van de Wabo hebben wij met de meeste betrokken besturen een Samenwerkingsovereenkomst gesloten. Medio 2011 hebben wij deze overeenkomst geëvalueerd. Hieruit is naar voren gekomen dat een beperkt aantal aanpassingen van de overeenkomst nodig is. De implementatie en het verder optimaliseren van onze organisatie aan de Wabo is losgekoppeld van de ontwikkelingen over de uitvoeringspraktijk van vergunningverlening en handhaving. Zie verder onder ad.4. Met de inwerkingtreding van de Wabo is ook het interbestuurlijk toezicht verbreed. Dit betekent dat naast de milieuhandhaving, het toezicht zich ook zal uitstrekken tot de Wabobrede handhaving, zoals bouwen en ruimtelijke ordening. Het Besluit kwaliteitseisen handhaving milieubeheer is hiermee gelijktijdig opgegaan in het Besluit Omgevingsrecht (Bor). Ad 2. Medio 2011 hebben wij de nota “Integraal toezicht- en handhavingsbeleid” en het bijbehorende implementatieplan vastgesteld. In deze nota is rekening gehouden met de landelijke ontwikkelingen op het gebied van wet- en regelgeving, waarvan de invoering van de Wabo de belangrijkste is. Hierbij horen de veranderde inzichten over de rol en taak van toezichthouders, waarbij de nadruk meer komt te liggen op de dialoog en minder op sanctioneren. Bovendien wordt meer ingezet op integraliteit van toezicht en het besef dat toezicht en handhaving een zaak is van alle bestuursorganen, waardoor samenwerking onontbeerlijk is. Tegelijkertijd met de nota is een implementatieplan vastgesteld. In dit plan staan de acties die de verantwoordelijke afdelingen moeten nemen om de nota in praktijk te brengen. De nota bevat daarom alleen beleid op hoofdlijnen. De rode lijn in de nota is dat wij ruimte geven daar waar het kan en streng zijn waar het moet. Centraal in deze aanpak staat de dialoog met de maatschappij, waarbij wij ons als regisseur van een schone provincie opstellen. Wij hanteren daarbij het uitgangspunt dat niet alleen de overheid, maar ook andere partijen mede verantwoordelijk zijn voor een schoon milieu. Uitgangspunt van onze aanpak is de ernst van de overtreding in relatie tot de houding Ad 3. Het integraal handhaven binnen inrichtingen wordt geregeld in de Wabo. Ook de regierol van de provincie (coördinatie van en het toezicht op de uitvoering van handhavingtaken door de andere bestuurlijke organisaties in Fryslân), heeft onder de Wabo betrekking op het gehele scala van de omgevingsvergunning. Hiermee krijgt het integreren en afstemmen van handhavingstaken binnen inrichtingen een wettelijke basis. Wij vinden het belangrijk dat ook buiten inrichtingen het integraal handhaven wordt gestimuleerd. Integraal handhaven is meegenomen in de actualisatie van het provinciaal handhavingsbeleid. Het versterken van de oog- en oorfunctie is daarbij een belangrijke opgave. Daarnaast vermindert het de bestuurlijke drukte en verhoogt het de productiviteit. Voor het bevorderen van integratie en samenwerking van de handhaving buiten inrichtingen met en tussen de andere handhavingpartners, hebben wij onze regierol ingezet (coördinatie van en toezicht op de doelmatige handhaving in Fryslân). Dit loopt vooral via het Fries Handhavingsoverleg (FHO) en de Toezichtkringen Natuurhandhaving Fryslân. Via de gezamenlijke programma‟s zijn hier afspraken over gemaakt. Voor wat betreft de groene handhaving is een aanzet gemaakt tot een analyse, om na te gaan waar eventueel verbeteringen nodig zijn.
242
Ad 4. In navolging van de Slotverklaring van het Zeisterberaad, en om uitvoering te geven aan het Friese Plan van aanpak, is met de betrokken partijen in 2011 verder gewerkt aan de Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO). Het is de bedoeling dat deze organisatie op 1 januari 2013 operationeel is. De provincie vervult hierbij de regierol. Op 30 juni jl. hebben in een gezamenlijke bijeenkomst gemeenten, provincie en waterschap een intentie-overeenkomst voor het vervolgproces voor de realisatie van een FUMO getekend. De gemeenten Ooststellingwerf, Opsterland en Weststellingwerf wensen niet deel te nemen aan een gemeenschappelijke regeling, maar willen hun basistaken wel onderbrengen in de FUMO. Verder is onder begeleiding van een extern procesbegeleider een start gemaakt met het vorm en inhoud geven van het bedrijfsplan/implementatieplan voor de FUMO. Alle betrokken partners in Fryslân leveren hier een bijdrage aan. Begin 2012 wordt dit plan verder uitgezet. 292 Parallel aan dit traject loopt de vernieuwing van het interbestuurlijk toezicht IBT). Als gevolg van de adviezen van de commissie Oosting is het de bedoeling dat meer gebruik wordt gemaakt van horizontale vormen van toezicht en het nabijheidsbeginsel. De uitwerking, waarin ook de overdracht van de tweedelijnstoezichtstaak van de VROM – inspectie is opgenomen, is in 2011 door ons opgepakt. De provinciale werkgroep IBT heeft een traject opgestart om met een aantal verkenningsgemeenten de wederzijdse bevindingen en ervaringen op dit dossier te delen en verder te ontwikkelen. De inwerkingtreding van de Wet revitalisering generiek toezicht staat gepland op 1 juli 2012. Onze planning is er op gericht dat onze organisatie mbt het IBT dan operationeel is.
243
244
4.9
Paragraaf 9 – Nuon-middelen
1 Inleiding
In juni 2006 is de BV Houdstermaatschappij Falcon opgericht. De aandelen Nuon die de provincie Fryslân had, zijn ondergebracht bij Falcon en de provincie Fryslân is hiervan enig aandeelhouder. In juni 2009 is in een bijzondere algemene vergadering van aandeelhouders van Nuon het besluit genomen om per 1 juli 2009 de aandelen Nuon, na afsplitsing van het netwerkbedrijf Alliander, te verkopen aan Zweedse energiebedrijf Vattenfall. De initiële transactie behelst de verwerving door Vattenfall van 49% van de aandelen van Nuon, na afsplitsing van het netwerkbedrijf Alliander. Het netwerkbedrijf valt geheel buiten de transactie. De verwerving van de resterende 51% van de Nuon Energy aandelen zal in drie stappen plaatsvinden en wel als volgt: 15% in 2011, 15% in 2013 en de laatste 21% in 2015. In de vergadering van 16 juni 2009 zijn de volgende aanvullende voorwaarden gesteld ten aanzien van de verkoopopbrengst van de aandelen. De opbrengst van de aandelen Nuon Energy dient in een reserve te worden gestopt, waarvan de helft een waardevast karakter heeft. 1.
3. 4. 5.
Uitgangspunten: a. de hoofdsom van deze reserve, minus een maximale uitname van € 252 miljoen ten behoeve van onder andere de cofinanciering RSP en voor het overige voor provinciale doelen die voldoen aan de zogenaamde Nuoncriteria, wordt in tact gehouden; b. de opcenten mogen niet hoger zijn dan het landelijke gemiddelde. Jaarlijks komt een vast bedrag uit de reserve ten goede aan de bestedingsruimte van de provincie, waarbij de criteria zoals door de Staten bepaald bij amendement op 19 maart 2008, van toepassing zijn. U hebt ons gevraagd regels op te stellen met betrekking tot de reserve en deze aan u voor te leggen. U hebt ons ook gevraagd regels op te stellen voor de aanwending van het financiële vermogen van de reserve en deze aan u voor te leggen en vervolgens met renderende aanwendingen te komen.
Inzet middelen 16 februari 2011 heeft Provinciale Staten kennisgenomen van de Nota inzet Nuonmiddelen. Deze nota geeft de kaders aan waar binnen de middelen (vermogen en reserve) ingezet kunnen worden, rekening houdende met eerdere uitspraken van de Staten hierover. Samengevat betekenen deze criteria het volgende: De aanwending van de Nuonmiddelen voor grootschalige projecten dient een duurzaam karakter te hebben en passen voornamelijk bij projecten in de investeringssfeer, en wel zodanig dat effecten op de Friese samenleving gedurende de langere termijn merkbaar en zichtbaar zijn. Het betreft projecten met een herkenbare plus voor Fryslân, die koersversterkend zijn en zichtbaar zijn voor de burgers
2 Huidige stand van zaken
Op 1 juli 2011 heeft de BV Houdstermaatschappij Falcon ruim € 187 miljoen ontvangen voor de verkoop van 15% van de aandelen Nuon Energy aan Vattenfall, zijnde de 2e tranche van de aandelenverkoop. In 2009 is € 566 e miljoen ontvangen inzake de 1 tranche. De verkoop van de aandelen Nuon Energy levert uiteindelijk € 1.247 miljoen op. Het bedrag wordt door de houdstermaatschappij in de reserve Nuon verantwoord. Opheffing BV Houdstermaatschappij Falcon Het oorspronkelijke doel van de oprichting van de BV Houdstermaatschappij Falcon was, vooruitlopend op de verkoop van de aandelen Nuon, de aandelen te belenen. Omdat de verkoop van de aandelen Nuon in de jaren 2008 en 2009 in een stroomversnelling is gekomen, is er nimmer gebruik gemaakt van de beleningsconstructie. Daarom is het aanhouden van de BV Houdstermaatschappij niet langer nodig en is in 2011 besloten de BV op te heffen. Per 12 januari 2012 is de BV Houdstermaatschappij Falcon opgeheven en zijn het vermogen, de rechten en plichten overgedragen aan de enige aandeelhouder: de provincie Fryslân. Voor 2011 is nog een jaarrekening voor Falcon opgesteld, daarnaast wordt een liquidatiebalans per 1 januari 2012 opgesteld. De liquidatiebalans e van Falcon wordt met ingang van 2012 in de provinciale boekhouding verwerkt. Hiertoe wordt bij de 1 Berap 2012 een begrotingswijzing gemaakt.
245
Vermogensbeheer Het vermogensbeheer wordt verzorgd door twee door Falcon aangestelde vermogensbeheerders. In 2010 is het vermogensbeheer Europees aanbesteed. Na de definitieve gunning in juli 2010 zijn BNG Vermogensbeheer en BNP Paribas aangesteld voor een periode van vier jaar. Ze beheren elk de helft van het vermogen. Het beheerde vermogen bedraagt per einde van 2011 circa € 659 miljoen (op marktwaarde inclusief opgelopen interest). In 2011 is na de uitkering van de 2e tranche van de aandelenverkoop een bedrag van € 120 miljoen toegevoegd aan het belegde vermogen. Het overige deel is gebruikt ter aanvulling van de liquiditeit van de provincie. De Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) verbiedt decentrale overheden om aan de ene kant geld te lenen – bijvoorbeeld in de vorm van kasgeldleningen – en aan de andere kant vermogen te beheren. Daarom is er een rekening courantovereenkomst tussen Falcon en de provincie. Ultimo 2011 bedraagt het saldo van deze rekeningcourant circa € 195 miljoen (vordering van Falcon op provincie). Het uitbestede vermogensbeheer met beleggingen in obligaties rendeert beter dan het te behalen rendement in geval van schatkistbankieren. In 2011 is er een nettorendement behaald van 3,2% op jaarbasis tegen een rendement van 1,5% voor schatkistbankieren met een vergelijkbare duration. Bij de huidige omvang betekent dit een extra rendement van circa € 10,5 miljoen per jaar. Schatkistbankieren biedt als voordeel dat het debiteurenrisico lager is dan die van een obligatieportefeuille, maar rendeert daarentegen ook minder. Gezien de spreiding in de obligatieportefeuille en de werkwijze met twee professionele vermogensbeheerders die volgens een strikt mandaat werken, wordt het debiteurenrisico aanvaardbaar geacht. Kenmerken van de obligatieportefeuille van BV Houdstermaatschappij Falcon per 31 december 2011: Portefeuilleverdeling: Staatsobligaties Obligatie Supranationals (bijvoorbeeld Europese Investeringsbank) Obligaties staatsgegarandeerde financiële instellingen Obligaties Financiële instellingen met aanvullende zekerheden Obligaties Financiële instellingen Totaal
33,3% 14,2% 11,5% 25,6%
15,4%
100,0%
Verdeling naar rating: AAA AA A BB Totaal
78,2% 14,7% 6,6% 0,5% 100,0%
Verdeling naar landen: België Duitsland Finland Frankrijk Nederland Noorwegen Oostenrijk Spanje Supranationaal Verenigd Koninkrijk Zweden Totaal
3,4% 20,9%
18,7% 2,5%
246
1,0% 12,1%
21,7% 0,5% 11,5% 1,3% 6,5% 100,0%
Marktwaarde portefeuille (incl. opgelopen interest)
€ 659 miljoen
Boekwaarde portefeuille (o.b.v. geamortiseerde kostprijs)
€ 620 miljoen
Couponrendement 2011
3,8%
Rendement na afschrijving
3,2%
Duration (rentegevoeligheid)
5,4 jaar
3 Dividenduitkering Falcon
Vanuit Falcon wordt de volgende dividenduitkering in 2011 aan de provincie Fryslan uitgekeerd: Preferent dividend Nuon Energy (i.v.m. uitgestelde betaling van de aandelentransactie) Dividend Alliander Netto-rendement vermogensbeheer Storting in reserve Nuon i.v.m. indexering en waardevastheid deel Nuon-vermogen Onttrekking aan reserve Nuon i.v.m. RSP/UCF Totaal
€ 14.594.000 € 10.168.000 € 18.779.000 -/-
€ €
3.806.000 5.547.000 € 45.282.000
Dit bedrag is verantwoord in programma 10 onder 10.5 Dividenden. De totale raming van het dividend Falcon voor 2011 bedroeg € 45.205.000.
4 Nuon-reserve Het Nuonvermogen is verantwoord in de jaarrekening 2011 van de BV Houdstermaatschappij Falcon in liquidatie en derhalve niet opgenomen in de provinciale balans. In deze paragraaf wordt een overzicht verstrekt van de Nuonreserve zoals die is opgenomen in de jaarrekening 2011 van Falcon. Het boekhoudkundige verloop van de Nuonreserve is in 2011: Bedragen x € 1.000,Nuon-reserve
01-jan
bij:
af:
31-dec
1.218.794
17.575
5.547
1.230.822
Mutaties 2011: Bij de verkoop van de aandelen Nuon Energy hebben de verkopers een gelimiteerde algemene aansprakelijkheid erkend. Voor deze aansprakelijkheid is een deel van de verkoopopbrengst op een (geblokkeerde) escrowrekening bij de BNG gestort. In 2011 is 25% van de Escrow vrijgevallen. Dit bedrag ad € 12.646.000 is toegevoegd aan de Nuonreserve. De laatste 25% valt in 2012 vrij. Op het moment van vrijval wordt nader bezien of er sprake kan zijn van een gerealiseerde bate en toevoeging aan de reserve. Er is in 2011 een bedrag van € 3.806.000 aan de Nuonreserve toegevoegd in verband met de indexering/ waardevastheid van een deel van de reserve In 2011 is ten behoeve van het Regionaal Specifiek Pakket en de University Campus Fryslân een bedrag van € 5.547.000 aan de vrij uitkeerbare reserve onttrokken en als dividend uitgekeerd aan de aandeelhouder. De onttrekking is conform de besluitvorming van 24 juni 2009 van PS over de verkoop aandelen Nuon en de cofinanciering van het RSP en de besluitvorming van 26 januari 2011 met betrekking tot het project UCF.
247
Totaal overzicht reserve Nuon m.b.t. inzet Nuonmiddelen Opbrengst NUON (inclusief rentevergoeding)
1.252,0 -/-
A. Reserve Falcon (hoofdsom waardevast in standhouden)
-/-
B. Reserve Falcon (niet-waardevast; hoofdsom in standhouden) C. Vrij inzetbaar deel
500,0 500,0 252,0
A. Reserve Falcon (hoofdsom waardevast in standhouden) A. Reserve Falcon (hoofdsom waardevast in standhouden) Indexering 2010 Indexering 2011
500,0 3,7 3,8 507,5
B. Reserve Falcon (niet-waardevast, hoofdsom in standhouden) B. Reserve Falcon (niet-waardevast; hoofdsom in standhouden)
500,0
C. Reserve Falcon (vrij inzetbaar deel) C. Vrij inzetbaar deel PS 24 juni 2009: Inzet voor RSP OV
-/-/-
PS 24 juni 2009: Inzet voor RSP REP
-/-
PS 26 januari 2011 Inzet voor UCF e
Dividend FALCON (o.a. i.v.m. rentevergoeding bij 2 Berap 2009) Restant vrij inzetbaar deel
248
-/-
252,0 131,8 32,4 16,4 6,1 65,3
Bijlagen
249
250
5.1
Ontwikkeling financieel kader
Het financieel kader is geactualiseerd ten opzichte van de 2e Bestuursrapportage 2011.
Begrotingssaldo Mutaties Bedragen x € 1.000 Stand 2e Berap 2011 Begrotingssaldo PS 2 november 2011 Bedrijventerrein Venekoten Nota van wijziging Begroting 2012 Begrotingssaldo Jaarverslag 2011 Rekeningresultaat 2011
2011
2012
2013
2014
2015
-4.502
-1.916
-3.621
11.426
13.158
-2.148 -30
20
20
30
-1.946
-3.601
9.299
13.128
11.136
Vrij Aanwendbare Reserve Ontwikkeling VAR De vrij aanwendbare reserve (VAR) bestaat uit een reeds bestemd deel conform eerdere besluitvorming van de Staten en een daadwerkelijk vrij aanwendbaar deel. De VAR wordt aan het eind van het jaar gevoed met het begrotingssaldo. De ontwikkeling van de vrij aanwendbare reserve (VAR) voor de periode 2011-2015 is als volgt: Vrij Aanwendbare Deel van de VAR per ultimo van het jaar bedragen x € 1.000 2011 2012 Beginsaldo 48.907 62.912 Mutatie reserve 2.869 6.092 Begrotingssaldo -1.946 Rekeningsaldo 11.136 Stand per 31/12 62.912 67.058 Minimumstand VAR 10.000 10.000 Vrij inzetbaar 52.912 57.058
2013 67.058 9.021 -3.601
2014 72.478 -5.613 9.299
2015 76.164 119 13.128
72.478 10.000 62.478
76.164 10.000 66.164
89.411 10.000 79.411
Reserve NUON Als gevolg van de verkoop van de NUON-aandelen is de reserve NUON gevormd ter waarde van € 1,2461 miljard. Uitgangspunt is dat de reserve een omvang van € 1 miljard kent, welk bedrag intact blijft. De helft van dit deel van de reserve heeft een waardevast karakter, voor de andere helft geldt dit niet.
1
Binnen de totale opbrengst van € 1,252 miljard is € 6,1 miljoen rentevergoeding aanwezig, die niet aan de reserve NUON is toegevoegd.
251
Er resteert dan een bedrag van € 246 miljoen dat inzetbaar is op de volgende wijze: Bedrag x € 1 mln.
Besluitvorming Omschrijving Regio Specifiek Pakket (RSP) Beschikbaar PS 24 juni 2009 RSP Openbaar Vervoer PS 24 juni 2009 RSP REP Restant nog in te zetten Duurzaamheid en Kennisinfrastructuur Beschikbaar PS 26 januari 2011 University Campus Fryslân Restant nog in te zetten Algemeen inzetbaar Beschikbaar Restant nog in te zetten
164,2 -131,8 -32.4 0,0 50,0 -16,4 33,6 31,7 31,7
Restant nog in te zetten
65,3
252
5.2
Overzicht Investeringen
In dit onderdeel zijn de investeringen opgenomen zoals die binnen de provincie geactiveerd worden. In grote lijnen activeert de provincie bedrijfsmiddelen en infrastructuur (wegen, vaarwegen en kunstwerken). In het overzicht wordt een onderscheid gemaakt tussen afgerekende, opgeleverde en onderhanden projecten. Het toegepaste stoplichtenmodel is in grote lijnen afgeleid van het stoplichtenmodel zoals toegepast in de beleidsprogramma’s met hier en daar specifieke project eigen invulling. Hieronder worden de kleuren toegelicht: Tijd Projecten met overschrijding in tijd.
Project met risico voor mogelijke afwijkingen in tijd
Project ligt qua tijdsplanning op schema
Een project met Rood stoplicht Het project wordt later opgeleverd. Een project met Geel stoplicht Het project loopt nog op schema, maar er doen zich zaken voor die een risico vormen voor het jaar van oplevering. Ook mogelijke eerdere oplevering valt hier onder. In de begroting is namelijk geen dekking voor eerder opleveren.
Een project met Groen stoplicht Een project dat qua tijd op schema loopt, dit betekent dat het project wordt opgeleverd in het jaar zoals in de begroting is vermeld.
Geld Projecten met overschrijding van het krediet.
Project met risico voor mogelijke overschrijdingen in krediet
Project ligt qua bestedingen op schema
Een project met Rood stoplicht De bestedingen overschrijden het beschikbare krediet van het project
Een project met Geel stoplicht Het project loopt qua bestedingen nog op schema, maar er doen zich zaken voor die een risico vormen en tot overschrijdingen van het beschikbare krediet kunnen leiden.
Een project met Groen stoplicht Een project dat qua bestedingen op schema loopt, dit betekent dat project wordt gerealiseerd binnen het beschikbare krediet. Onderschrijdingen van krediet vallen hier ook onder. Vervangingsinvesteringen
De provincie activeert investeringen die vooral betrekking hebben op Infrastructuur (wegen, vaarwegen en kunstwerken) alsmede bedrijfsmiddelen. In de bijlage zijn de vervangingsinvesteringen met een “*” gemerkt. Vervangingsinvesteringen zijn voor de genoemde onderdelen op de volgende wijze binnen de meerjarenbegroting geregeld:
253
Infrastructuur (wegen, vaarwegen en kunstwerken) Voor investeringen in wegen en vaarwegen zijn geen vervangingen in de begroting opgenomen. Na activering van een infrastructuurproject wordt deze opgenomen in de beheer en onderhoudsplanning om het actief in functie te kunnen houden. Mocht er al sprake zijn van noodzakelijke vervanging dan zal dit project afzonderlijk in de Begroting worden opgenomen. Voor kunstwerken is vanaf 2011 € 8 miljoen structureel als investeringskrediet in de meerjarenbegroting opgenomen om vervanging van kunstwerken te kunnen realiseren. Bedrijfsmiddelen Voor bedrijfsmiddelen worden de afschrijvingslasten structureel in de begroting opgenomen. Na afschrijving van een bedrijfsmiddel blijven de afschrijvingslasten als stelpost beschikbaar voor het doen van vervanging van het actief. Bij uitbreiding van de investeringen in bedrijfsmiddelen worden na besluitvorming de afschrijvingslasten structureel opgenomen in de begroting.
254
Baggerdepot Zuidwest Fr. 2e fase Stoomtrein Sneek-Stavoren railinfrastructuur Openbare LED-verlichting Onderzoek en voorbereiding kunstwerken Brug Rochsleat Warten
N31 Haak om Leeuwarden AB-6 Sluis Stavoren Vaarweg Lemmer-Delfzijl Ligplaatsen Vaarweg Lemmer-Delfzijl Vervanging brug Skulenboarch en Kootstertille Vervanging brug Burgum RSP Bereikbaarheid Leeuwarden Vervanging kunstwerken Quick win Greuns opwaarderen vaarweg Quick win zwaaikom Leeuwarden Quick win opwaarderen vaarweg Houkesleat Fietspad Leechlan
Bijdrage aan Centr.As afslag De Tike N392 rondweg Gorredijk N359 rondweg Lemmer N910 Stroobossertrekweg 2e fase N928 opwaardering Woudsend - Balk N358 opwaardering Skieding - Uterwei N369 Kootstermolen - Kootstertille N356 veiligheid Holwerd N359 stroomweg Leeuwarden - Bolsward N357 opwaardering Stiens - Holwerd N393 fietssnelweg Stiens - St. Jacobiparochie N355 Twijzel N354 fietsroute Sneek afslag Woudsend Reconstructie aansluiting IJlst Carpoolvoorzieningen 2010-2012 Kwaliteitsverbetering haltevoorzieningen N358 Lutkepost Augustinusga fase 2 N354 Dearsum-Scharnegoutum fase 2 N910 Stroobossertrekweg fietspad fase 2b MPI bijdrage Quick Win Houkesleat Carpoolplaats Oudeschoot
Ministations Joure RSP Heerenveen RSP Joure RSP OV spoor Heerenveen-Groningen RSP Startkrediet RSP Traverse Harlingen
B0202 B0602 B0202 B0202 B0202 B0202 B0202 B0202 B0202 B0202 B0202 B0201
B0202 B0202 B0202 B0202 B0202 B0202 B0202 B0202 B0202 B0202 B0202 B0202 B0202 B0202 B0202 B0204 B0202 B0202 B0202 B0202 B0202
B0202 B0202 B0202 B0202 B0202 B0202
138.164.285 436.503 1.900.000 7.500.000 4.710.906 152.711.694
153.622.490
Totaal beleidsvelden
18.665.150
115.466 400.000 8.679.467 2.436.244 2.546.778 4.487.195
21.865.187
103.929 4.161.733 527.277 735.333 2.334.337 621.897 44.475 2.074.144 424.737 5.373.777 158.891 517.759 665.953 1.368.502 55.985 100.000 468.696 1.350.517 511.620 255.625 10.000 21.865.187
40.188.198
14.000.000 843.581 2.952.279 0 182.666 14.724 18.600.000 -400.000 1.857.194 1.391.690 746.064 0 40.188.198
5.164.835
36.503 4.478.332 250.000 400.000 0 5.164.835
150.168.973 834.741 2.618.776
2.985.922
14.795 0 615.511 252.813 953.222 1.149.581
9.811.047
1.400.649 1.669.068 423.157 4.079.442 348.838 186.607 79.451 142.277 349.716 560.693 29.805 144.634 161.521 31.499 55.985 0 29.349 110.143 8.217 0 0 9.811.047
39.370.591
19.768.590 1.165.896 15.183.174 837.106 242.335 110.276 1.420.125 0 80.844 8.310 553.936 0 39.370.591
942.032
834.741 107.291 0 0 0 942.032
59.939.331
4.300.931
3.497.914
3.874.640
0 0 200.000 0 1.100.000 500.000 0 1.800.000
16.679.152
29.536.694
250.000 250.000
7.500.000
7.500.000 7.500.000
-611.007
Begroot 2011 10.706 -1.096.333 474.620 -611.007
Totaal B0202 Totaal B0203 Totaal B0204 Totaal B0504 Totaal B0602
2015 2020 2016 2020 2014 2018
2015 2014 2012 2012 2011 2013 2014 2011 2014 2012 2012 2013 2013 2011 2012 2014 2012 2011 2012 2011 2012
2017 2013 2011 2011 2012 2012 2017 2012 2011 2011 2011 2012
2013 2011 2013 2012 2013
99.167.309
993.925
180.749
10.507.761
0 0 0 0 0 0 0 0
22.785.614
64.699.260
0 0
0
0 0
1.345.589
Begroot t/m 2010 237.916 1.096.333 11.340 1.345.589
152.711.694
Ministations Joure RSP Heerenveen RSP Joure RSP OV spoor Heerenveen-Groningen RSP Startkrediet RSP Traverse Harlingen
Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Totaal Reguliere en kleine projecten
Projecten niet geactiveerd Projecten niet geactiveerd Projecten niet geactiveerd Projecten niet geactiveerd Projecten niet geactiveerd Projecten niet geactiveerd Projecten niet geactiveerd Projecten niet geactiveerd Projecten niet geactiveerd Projecten niet geactiveerd Projecten niet geactiveerd Projecten niet geactiveerd Totaal Projecten niet geactiveerd
Overige projecten Overige projecten Overige projecten Overige projecten Overige projecten Totaal Overige projecten
2014 2012 2011 2013 2011 2011 2012
2014
2009
Jaar van oplevering 2014 2013 2012
UITGAVEN
153.622.490
Totaal Infra/Overig
Totaal Rijksprojecten
Rijksprojecten Rijksprojecten Rijksprojecten Rijksprojecten Rijksprojecten Rijksprojecten
Totaal Reguliere en kleine projecten
Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten
Totaal Projecten niet geactiveerd
Projecten niet geactiveerd Projecten niet geactiveerd Projecten niet geactiveerd Projecten niet geactiveerd Projecten niet geactiveerd Projecten niet geactiveerd Projecten niet geactiveerd Projecten niet geactiveerd Projecten niet geactiveerd Projecten niet geactiveerd Projecten niet geactiveerd Projecten niet geactiveerd
Totaal Overige projecten
Overige projecten Overige projecten Overige projecten Overige projecten Overige projecten
Totaal Rondweg Woudsend
Rondweg Wouseds
Totaal Majeure projecten
Totaal Rondweg Franeker-zuid
Rondweg Franeker
Nieuw en Duurzaam OV Nieuw en Duurzaam OV Nieuw en Duurzaam OV Nieuw en Duurzaam OV Nieuw en Duurzaam OV Nieuw en Duurzaam OV Nieuw en Duurzaam OV Totaal Nieuw en Duurzaam OV
Totaal Noordwesttangent
Majeure projecten Majeure projecten Majeure projecten Majeure projecten Majeure projecten Majeure projecten Majeure projecten
NWT
Nieuw en Duurzaam OV Verduurzaming Infra Pilot combinatie OV en doelgroepen Investering duurzaam OV 2013 Investering Duurzaam OV 2011 Coulumbus Aardgasvulpunten
B0203 B0602 B0202 B0203 B0203
B0204 B0204 B0204 B0204 B0204 B0204 B0204
Aquaduct Lemmer Totaal Aquaduct Lemmer
Totaal N381
Majeure projecten
Grondbeleid Totaal Grondbeleid
N381
Aquaduct Lemmer
B0202
Totaal Grondbeleid
Grondbeleid
Begroting onderverdeling Overig Overig Overig Totaal Overig
Totaal Centrale As
No.33 Grondbeleid 2008-2010 LG
B0504
Totaal Friese Meren Project
Begroting hoofdindeling Friese Meren Project Friese Meren Project Friese Meren Project
CA
Project FMP 2 Verruiming brug en sluisbediening op afstand Bijdrage sluis Stavoren Bijdrage aanpassen sluisdrempeldiepte Workum
Beleids veld B0602 B0602 B0602
Onderhanden infra/overig
Jaarrekening 2011 overzicht investeringen
255 937.509.613
893.426.421 2.341.292 14.300.000 27.441.900
937.509.613
175.112.109
922.351 10.600.000 47.600.000 25.851.610 0 90.138.148
42.162.093
2.462.850 5.323.181 1.184.065 312.130 70.118 7.858.871 395.566 0 8.130.078 3.661.720 320.607 2.175.569 2.665.686 0 128.030 2.300.000 3.558.459 0 1.480.163 0 135.000 42.162.093
319.361.932
136.971.410 15.190.522 0 0 0 0 139.200.000 28.000.000 0 0 0 0 319.361.932
4.591.292
2.341.292 0 2.250.000 0 0 4.591.292
384.030.809
1.005.144
0
14.644.090
3.000.000 2.000.000 0 3.000.000 0 0 4.000.000 12.000.000
137.237.529
204.394.046
14.750.000 14.750.000
0
0 0
12.251.378
Begroot 2012 ev 11.951.378 0 300.000 12.251.378
1.243.843.797
1.181.759.679 3.612.536 16.200.000 7.500.000 34.771.582
1.243.843.797
196.763.181
1.052.612 11.000.000 56.894.978 28.540.667 3.500.000 95.774.924
73.838.327
3.967.428 11.153.982 2.134.499 5.126.905 2.753.293 8.667.375 519.492 2.216.421 8.904.531 9.596.190 509.303 2.837.962 3.493.160 1.400.001 240.000 2.400.000 4.056.504 1.460.660 2.000.000 255.625 145.000 73.838.327
398.920.721
170.740.000 17.199.999 18.135.453 837.106 425.001 125.000 159.220.125 27.600.000 1.938.038 1.400.000 1.300.000 0 398.920.721
10.698.159
3.212.536 4.585.623 2.500.000 400.000 0 10.698.159
543.137.449
6.300.000
3.678.663
29.026.491
3.000.000 2.000.000 200.000 3.000.000 1.100.000 500.000 4.000.000 13.800.000
176.702.295
298.630.000
15.000.000 15.000.000
7.500.000
7.500.000 7.500.000
12.985.960
Totale begroting 12.200.000 0 785.960 12.985.960
153.622.490
150.168.973 834.741 2.618.776
153.622.490
2.985.922
14.795 0 615.511 252.813 953.222 1.149.581
9.811.047
1.400.649 1.669.068 423.157 4.079.442 348.838 186.607 79.451 142.277 349.716 560.693 29.805 144.634 161.521 31.499 55.985 0 29.349 110.143 8.217 0 0 9.811.047
39.370.591
19.768.590 1.165.896 15.183.174 837.106 242.335 110.276 1.420.125 0 80.844 8.310 553.936 0 39.370.591
942.032
834.741 107.291 0 0 0 942.032
99.167.309
993.925
180.749
10.507.761
0 0 0 0 0 0 0 0
22.785.614
64.699.260
0 0
0
0 0
1.345.589
Bestedingen t/m 2010 237.916 1.096.333 11.340 1.345.589
51.702.667
49.310.670 244.832 2.147.164
51.702.667
3.797.339
666 0 1.054.187 688.909 729.035 1.324.542
5.476.617
104.105 1.288.405 119.268 363.911 139.765 108.429 41.980 410.381 379.831 1.490.021 114.947 39.895 541.640 25.118 20.191 0 143.470 126.565 18.693 0 0 5.476.617
12.871.640
3.125.268 866.360 2.614.731 215 127.610 22.208 4.456.710 17.850 922.190 69.694 648.805 0 12.871.640
2.481.075
36.503 2.236.243 0 189.976 18.353 2.481.075
28.031.434
2.821.228
306.287
2.215.927
0 0 0 0 0 0 0 0
4.762.563
17.925.429
0 0
0
0 0
-955.439
Bestedingen 2011 10.706 -1.077.187 111.042 -955.439
205.325.157
199.479.643 1.079.573 4.765.940
205.325.157
6.783.261
15.461 0 1.669.698 941.722 1.682.256 2.474.123
15.287.665
1.504.754 2.957.472 542.425 4.443.352 488.603 295.036 121.431 552.658 729.547 2.050.714 144.752 184.529 703.162 56.617 76.176 0 172.819 236.707 26.910 0 0 15.287.665
52.242.231
22.893.858 2.032.256 17.797.905 837.321 369.944 132.484 5.876.835 17.850 1.003.033 78.004 1.202.741 0 52.242.231
3.423.107
871.244 2.343.534 0 189.976 18.353 3.423.107
127.198.743
3.815.153
487.036
12.723.688
0 0 0 0 0 0 0 0
27.548.177
82.624.689
0 0
0
0 0
390.150
Bestedingen t/m 2011 248.623 19.146 122.382 390.150
101.009.027
88.853.615 191.671 1.900.000 7.500.000 2.563.742
101.009.027
14.867.811
114.800 400.000 7.625.280 1.747.335 1.817.743 3.162.653
16.388.570
-176 2.873.328 408.009 371.422 2.194.572 513.468 2.495 1.663.763 44.906 3.883.756 43.944 477.864 124.313 1.343.384 35.794 100.000 325.226 1.223.952 492.927 255.625 10.000 16.388.570
27.316.558
10.874.732 -22.779 337.548 -215 55.056 -7.484 14.143.290 -417.850 935.004 1.321.996 97.259 0 27.316.558
2.683.760
0 2.242.089 250.000 210.024 -18.353 2.683.760
31.907.897
1.479.703
3.191.627
1.658.713
0 0 200.000 0 1.100.000 500.000 0 1.800.000
11.916.589
11.611.265
250.000 250.000
7.500.000
7.500.000 7.500.000
344.432
Saldo 2011 Begroot - werkelijk 0 -19.146 363.578 344.432
45.682.232
44.176.139 23.560 1.482.533
45.682.232
3.147.849
0 0 1.767.041 235.003 0 1.145.805
1.492.079
0 0 67.000 1.418.079 0 0 0 0 0 0 0 0 7.000 0 0 0 0 0 0 0 0 1.492.079
34.037.683
15.886.162 1.190.955 13.827.956 837.009 250.000 0 1.402.512 0 80.844 8.310 553.936 0 34.037.683
23.560
23.560 0 0 0 0 23.560
6.689.482
0
2.184
3.919.935
0 0 0 0 0 0 0 0
0
2.767.363
0 0
0
0 0
291.578
Begroot t/m 2010 0 245.378 46.200 291.578
INKOMSTEN
105.874.405
98.842.555 6.000.000 1.031.850
105.874.405
17.119.592
0 353.028 8.400.151 2.454.054 1.750.000 4.162.359
7.080.000
0 150.000 0 0 1.000.000 0 0 0 0 2.600.000 0 0 250.000 400.000 0 0 1.950.000 730.000 0 0 0 7.080.000
43.912.386
17.882.428 -945.577 4.307.496 97 125.000 125.000 18.617.613 0 1.662.575 1.391.690 746.064 0 43.912.386
2.095.805
0 2.095.805 0 0 0 2.095.805
29.785.000
0
0
25.000
0 0 0 0 0 0 0 0
4.120.000
25.640.000
0 0
6.000.000
6.000.000 6.000.000
-118.378
Begroot 2011 0 -245.378 127.000 -118.378
487.391.276
486.992.325 398.951
487.391.276
161.966.353
0 9.355.253 43.146.602 25.851.610 0 83.612.888
10.694.000
0 5.809.000 0 0 250.000 0 0 0 1.000.000 1.400.000 250.000 500.000 1.400.000 0 0 0 0 0 0 0 85.000 10.694.000
276.366.029
136.971.410 0 0 0 0 0 139.200.000 0 194.619 0 0 0 276.366.029
398.951
0 398.951 0 0 0 398.951
37.965.943
0
1.875.000
381.556
0 0 0 0 0 0 0 0
15.186.750
20.522.637
0 0
0
0 0
0
Begroot 2012 ev 0 0 0 0
638.947.913
630.011.019 23.560 6.000.000 2.913.334
638.947.913
182.233.794
0 9.708.281 53.313.794 28.540.667 1.750.000 88.921.052
19.266.079
0 5.959.000 67.000 1.418.079 1.250.000 0 0 0 1.000.000 4.000.000 250.000 500.000 1.657.000 400.000 0 0 1.950.000 730.000 0 0 85.000 19.266.079
354.316.098
170.740.000 245.378 18.135.452 837.106 375.000 125.000 159.220.125 0 1.938.038 1.400.000 1.300.000 0 354.316.098
2.518.316
23.560 2.494.756 0 0 0 2.518.316
74.440.425
0
1.877.184
4.326.491
0 0 0 0 0 0 0 0
19.306.750
48.930.000
0 0
6.000.000
6.000.000 6.000.000
173.200
Totale begroting 0 0 173.200 173.200
45.682.232
44.176.139 23.560 1.482.533
45.682.232
3.147.849
0 0 1.767.041 235.003 0 1.145.805
1.492.079
0 0 67.000 1.418.079 0 0 0 0 0 0 0 0 7.000 0 0 0 0 0 0 0 0 1.492.079
34.037.683
15.886.162 1.190.955 13.827.956 837.009 250.000 0 1.402.512 0 80.844 8.310 553.936 0 34.037.683
23.560
23.560 0 0 0 0 23.560
6.689.482
0
2.184
3.919.935
0 0 0 0 0 0 0 0
0
2.767.363
0 0
0
0 0
291.578
Inkomsten t/m 2010 0 245.378 46.200 291.578
87.092.261
4.810.756
0 0 1.767.041 761.850 0 2.281.864
2.709.228
0 0 67.000 1.418.079 339.938 0 0 0 0 601.475 0 0 7.000 0 0 0 0 275.736 0 0 0 2.709.228
60.709.219
31.440.972 245.378 18.696.792 837.009 601.000 125.000 4.923.051 0 1.743.418 564.698 1.531.901 0 60.709.219
277.746
23.560 254.186 0 0 0 277.746
18.439.113
0
27.184
4.736.891
0 0 0 0 0 0 0 0
5.272.074
8.402.963
0 0
0
0 0
146.200
Inkomsten t/m 2011 0 0 146.200 146.200
41.410.029
87.092.261
42.246.798 86.422.937 23.560 836.769645.764
41.410.029
1.662.907
0 0 0 526.848 0 1.136.059
1.217.149
0 0 0 0 339.938 0 0 0 0 601.475 0 0 0 0 0 0 0 275.736 0 0 0 1.217.149
26.671.535
15.554.810 -945.577 4.868.835 0 351.000 125.000 3.520.539 0 1.662.575 556.388 977.965 0 26.671.535
254.186
0 254.186 0 0 0 254.186
11.749.630
0
25.000
816.956
0 0 0 0 0 0 0 0
5.272.074
5.635.600
0 0
0
0 0
-145.378
Inkomsten 2011 0 -245.378 100.000 -145.378
64.464.376
56.595.757 6.000.000 1.868.619
64.464.376
15.456.685
0 353.028 8.400.151 1.927.206 1.750.000 3.026.300
5.862.851
0 150.000 0 0 660.062 0 0 0 0 1.998.525 0 0 250.000 400.000 0 0 1.950.000 454.264 0 0 0 5.862.851
17.240.851
2.327.618 0 -561.339 97 -226.000 0 15.097.074 0 0 835.302 -231.901 0 17.240.851
1.841.619
0 1.841.619 0 0 0 1.841.619
18.035.370
0
-25.000
-791.956
0 0 0 0 0 0 0 0
-1.152.074
20.004.400
0 0
6.000.000
6.000.000 6.000.000
27.000
Saldo 2011 Begr - Werk 0 0 27.000 27.000
46.837.289
39.321.730 436.503 1.900.000 1.500.000 3.679.056
46.837.289
1.545.558
115.466 46.972 279.316 -17.810 796.778 324.836
14.785.187
103.929 4.011.733 527.277 735.333 1.334.337 621.897 44.475 2.074.144 424.737 2.773.777 158.891 517.759 415.953 968.502 55.985 100.000 -1.481.304 620.517 511.620 255.625 10.000 14.785.187
-3.724.188
-3.882.428 1.789.158 -1.355.217 -97 57.666 -110.276 -17.613 -400.000 194.619 0 0 0 -3.724.188
3.069.030
36.503 2.382.527 250.000 400.000 0 3.069.030
30.154.331
4.300.931
3.497.914
3.849.640
0 0 200.000 0 1.100.000 500.000 0 1.800.000
12.559.152
3.896.694
250.000 250.000
1.500.000
1.500.000 1.500.000
-492.629
Begroot 2011 Uitg - Ink 10.706 -850.955 347.620 -492.629
SALDO
10.292.638
7.063.872 244.832 2.983.933
10.292.638
2.134.432
666 0 1.054.187 162.062 729.035 188.483
4.259.468
104.105 1.288.405 119.268 363.911 -200.173 108.429 41.980 410.381 379.831 888.546 114.947 39.895 541.640 25.118 20.191 0 143.470 -149.171 18.693 0 0 4.259.468
-13.799.895
-12.429.541 1.811.937 -2.254.104 215 -223.390 -102.792 936.171 17.850 -740.385 -486.694 -329.160 0 -13.799.895
2.226.889
36.503 1.982.057 0 189.976 18.353 2.226.889
16.281.804
2.821.228
281.287
1.398.970
0 0 0 0 0 0 0 0
-509.511
12.289.830
0 0
0
0 0
-810.061
Werkelijk 2011 Uitg - Ink 10.706 -831.809 11.042 -810.061
36.544.651
32.257.858 191.671 1.900.000 1.500.000 695.123
36.544.651
-588.874
114.800 46.972 -774.871 -179.872 67.743 136.353
10.525.719
-176 2.723.328 408.009 371.422 1.534.510 513.468 2.495 1.663.763 44.906 1.885.231 43.944 477.864 -125.687 943.384 35.794 100.000 -1.624.774 769.688 492.927 255.625 10.000 10.525.719
10.075.707
8.547.113 -22.779 898.887 -312 281.056 -7.484 -953.784 -417.850 935.004 486.694 329.160 0 10.075.707
842.141
0 400.470 250.000 210.024 -18.353 842.141
13.872.527
1.479.703
3.216.627
2.450.670
0 0 200.000 0 1.100.000 500.000 0 1.800.000
13.068.663
-8.393.136
250.000 250.000
1.500.000
1.500.000 1.500.000
317.432
Saldo 2011 Vervangings Begr - Werk investering 0 -19.146 336.578 317.432
nvt
nvt
nvt
nvt
Geld
Tijd
256
Project Project Managing Security Centraal klant beheer systeem Fat Clients Switches nieuwbouw Laptops veld medewerkers (ICT-baseline) Heavy User werkplekken (ICT baseline) Werkplekken buitenlocaties (ICT-baseline) Milieuinformatie-/workflowmanagement systeem Vervanging en uitbreiding rapp.tool Cognos 8 Aanschaf inkoopmodule Koppelingen voorzieningen Centraal Medewerkersbestand Hardware virtualisatie Vervanging GTI-apparatuur Upgrade licenties MS producten (actualisatie ICT) Vervanging Novell-servers Smartphones (HTC) ArcGISserver Advanced FB Repro apparatuur Koppelingen NUP Nat.Uitv.progr. Dienstverlening en e-Overheid Subsidiesysteem Zaakgericht werken Sharepoint licenties Shared and user Device O en T omgevevingen Showcase Aankoop webparts D-style sjablonen generator Kofax
4 Hogedrukreinigers Actiewagen Gorredijk
Strooimachine N9050-42 WAN2000
Verv. Surveillance PW10 PW10 navigatiemiddelen motor PW 10
Beleids veld B0003 B0003 B0003 B0003 B0003 B0003 B0003 B0003 B0003 B0005 B0003 B0003 B0003 B0003 B0003 B0003 B0003 B0003 B0003 B0003 B0003 B0003 B0003 B0003 B0003 B0003 B0003 B0003 B0003
B0006 B0006
B0006
B0006 B0006 B0006
Onderhanden bedrijfsmiddelen
Jaarrekening 2011 overzicht investeringen
3.281.319 20.000 50.355 3.351.674
961.557
Totaal beleidsvelden
0 0 0 0
31.400 31.400
17.400 1.555 18.955
Begroot 2011 86.590 50.000 57.806 215.000 80.000 117.600 0 0 86.430 20.000 51.000 47.948 180.000 541.345 337.817 179.953 95.639 122.826 21.500 67.000 87.366 354.999 159.000 100.000 85.000 86.000 20.000 43.000 7.500 3.301.319
894.649 66.909
66.909 0 0 66.909
0 0
0 0 0
Begroot t/m 2010 76.410 0 0 110.000 0 0 0 0 108.570 0 3.600 52.053 145.216 37.095 0 0 48.828 7.735 0 41.555 2.634 192.976 67.978 0 0 0 0 0 0 894.649
Totaal B0003 Totaal B0005 Totaal B0006
2012 2012 2012
2011
2011 2011
Jaar van oplevering 2011 2011 2011 2012 2012 2011 2012 2012 2011 2011 2011 2011 2011 2012 2011 2013 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011
3.351.674
Voer- en vaartuigen Voer- en vaartuigen Voer- en vaartuigen Totaal Voer- en vaartuigen
Gladheidsbestrijding Totaal Gladheidsbestrijding
Gereedschappen Gereedschappen Totaal Gereedschappen
Begroting onderverdeling Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Totaal Automatisering
961.557
Totaal Bedrijfsmiddelen
Bedrijfsmiddelen Bedrijfsmiddelen Bedrijfsmiddelen
Bedrijfsmiddelen
Bedrijfsmiddelen Bedrijfsmiddelen
Begroting hoofdindeling Bedrijfsmiddelen Bedrijfsmiddelen Bedrijfsmiddelen Bedrijfsmiddelen Bedrijfsmiddelen Bedrijfsmiddelen Bedrijfsmiddelen Bedrijfsmiddelen Bedrijfsmiddelen Bedrijfsmiddelen Bedrijfsmiddelen Bedrijfsmiddelen Bedrijfsmiddelen Bedrijfsmiddelen Bedrijfsmiddelen Bedrijfsmiddelen Bedrijfsmiddelen Bedrijfsmiddelen Bedrijfsmiddelen Bedrijfsmiddelen Bedrijfsmiddelen Bedrijfsmiddelen Bedrijfsmiddelen Bedrijfsmiddelen Bedrijfsmiddelen Bedrijfsmiddelen Bedrijfsmiddelen Bedrijfsmiddelen Bedrijfsmiddelen
UITGAVEN
3.240.761
1.257.670 1.983.091
3.240.761
1.633.091 250.000 100.000 1.983.091
0 0
0 0 0
Begroot 2012 ev 0 0 0 0 180.000 0 144.000 340.000 0 0 0 0 0 262.104 0 331.566 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1.257.670
7.553.992
5.433.638 20.000 2.100.355
7.553.992
1.700.000 250.000 100.000 2.050.000
31.400 31.400
17.400 1.555 18.955
Totale begroting 163.000 50.000 57.806 325.000 260.000 117.600 144.000 340.000 195.000 20.000 54.600 100.001 325.216 840.544 337.817 511.519 144.467 130.561 21.500 108.555 90.000 547.975 226.978 100.000 85.000 86.000 20.000 43.000 7.500 5.453.638
961.557
894.649 66.909
961.557
66.909 0 0 66.909
0 0
0 0 0
Bestedingen t/m 2010 76.410 0 0 110.000 0 0 0 0 108.570 0 3.600 52.053 145.216 37.095 0 0 48.828 7.735 0 41.555 2.634 192.976 67.978 0 0 0 0 0 0 894.649
1.614.022
1.481.143 8.968 123.911
1.614.022
11.956 0 0 11.956
78.400 78.400
0 33.555 33.555
Bestedingen 2011 36.864 13.220 25.305 163.323 54.386 0 0 0 60.018 8.968 650 2.795 2.479 630.971 8.105 63.225 50.319 29.753 0 9.994 -2.634 133.282 66.310 21.584 34.509 44.541 0 24.938 7.206 1.490.111
2.575.579
2.375.791 8.968 190.820
2.575.579
78.865 0 0 78.865
78.400 78.400
0 33.555 33.555
Bestedingen t/m 2011 113.274 13.220 25.305 273.323 54.386 0 0 0 168.587 8.968 4.250 54.848 147.695 668.065 8.105 63.225 99.147 37.488 0 51.549 0 326.258 134.288 21.584 34.509 44.541 0 24.938 7.206 2.384.759
1.737.652
1.800.176 11.032 73.556-
1.737.652
-11.956 0 0 -11.956
-47.000 -47.000
17.400 -32.000 -14.600
Saldo 2011 Begroot - werkelijk 49.726 36.780 32.501 51.677 25.614 117.600 0 0 26.412 11.032 50.350 45.153 177.521 -89.626 329.712 116.728 45.320 93.073 21.500 57.006 90.000 221.717 92.690 78.416 50.491 41.459 20.000 18.063 294 1.811.208
-
-
0
0 0 0 0
0 0
0 0 0
Begroot t/m 2010 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
INKOMSTEN
337.107
337.107 -
337.107
0 0 0 0
0 0
0 0 0
Begroot 2011 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 3.600 0 0 0 0 0 0 0 0 53.555 0 197.975 81.977 0 0 0 0 0 0 337.107
-
-
0
0 0 0 0
0 0
0 0 0
Begroot 2012 ev 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
337.107
337.107 -
337.107
0 0 0 0
0 0
0 0 0
Totale begroting 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 3.600 0 0 0 0 0 0 0 0 53.555 0 197.975 81.977 0 0 0 0 0 0 337.107
-
-
0
0 0 0 0
0 0
0 0 0
Inkomsten t/m 2010 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
337.107
337.107 -
337.107
0 0 0 0
0 0
0 0 0
Inkomsten 2011 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 3.600 0 0 0 0 0 0 0 0 53.555 0 197.975 81.977 0 0 0 0 0 0 337.107
337.107
337.107 -
337.107
0 0 0 0
0 0
0 0 0
Inkomsten t/m 2011 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 3.600 0 0 0 0 0 0 0 0 53.555 0 197.975 81.977 0 0 0 0 0 0 337.107
-
-
0
0 0 0 0
0 0
0 0 0
Saldo 2011 Begr - Werk 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
3.014.567
2.944.212 20.000 50.355
3.014.567
0 0 0 0
31.400 31.400
17.400 1.555 18.955
Begroot 2011 Uitg - Ink 86.590 50.000 57.806 215.000 80.000 117.600 0 0 86.430 20.000 47.400 47.948 180.000 541.345 337.817 179.953 95.639 122.826 21.500 13.445 87.366 157.024 77.023 100.000 85.000 86.000 20.000 43.000 7.500 2.964.212
SALDO
1.276.915
1.144.036 8.968 123.911
1.276.915
11.956 0 0 11.956
78.400 78.400
0 33.555 33.555
Werkelijk 2011 Uitg - Ink 36.864 13.220 25.305 163.323 54.386 0 0 0 60.018 8.968 -2.950 2.795 2.479 630.971 8.105 63.225 50.319 29.753 0 -43.561 -2.634 -64.693 -15.667 21.584 34.509 44.541 0 24.938 7.206 1.153.004
1.737.652
1.800.176 11.032 73.556-
1.737.652
-11.956 0 0 -11.956
-47.000 -47.000
17.400 -32.000 -14.600
Saldo 2011 Vervangings Begr - Werk investering 49.726 36.780 32.501 51.677 25.614 117.600 0 0 26.412 11.032 50.350 45.153 177.521 -89.626 329.712 116.728 45.320 93.073 21.500 57.006 90.000 221.717 92.690 78.416 50.491 41.459 20.000 18.063 294 1.811.208
5.3 Verslag subsidies zonder wettelijk voorschrift Op basis van de Algemene wet Bestuursrecht zijn wij verplicht jaarlijks een verslag uit te brengen van verstrekte subsidies zonder wettelijke grondslag, die evenmin in de Begroting zijn gepubliceerd. Basis van dit verslag is een uittreksel van de in 2011 verstrekte subsidies gegroepeerd naar beleidsveld. Per beleidsveld zijn het aantal subsidieverstrekkingen en het daarmee gemoeide bedrag vermeld. Beleidsv Omschrijving eld Programma 3: Water 3.1 Wetterfeiligens 3.3 Skjin wetter Programma 5: Landelijk Gebied 5.1 Beleid natuur 5.2 Beleid landschap 5.3 Beleid landbouw Programma 6; Economie, toerisme en recreatie 6.1 Bedrijvigheid
Aantal subsidies
Bedrag * € 1.000
1 1
7 150
7 1 16
173 625 277
104
6.565
64
3.618
37
1.293
35 6
517 1.108
Programma 8: Kultuer, Taal en Underwiis 8.1 Kultuer 8.3 Taal, media en letteren 8.4 Underwiis en Wittenskippen
20 2 17
2.000 200 1.385
Programma 9: Ruimte en Wonen 9.2 Realiseren ruimtelijke ontwikkeling
13
112
324
18.030
6.2
Bevorderen toerisme en recreatie
6.3 Duurzame energie Programma 7: Sociaal beleid en zorg 7.1 Sociaal beleid 7.2 Jeugdzorg
Totaal
257
Toelichting
Met name subsidies vanuit het convenant A7, Westergozone en Stadsconvenant. Subsidies voor Friese Meren Project
o.a. pilot jeugdhulp gezinscoaches o.a. subsidie Kulturele Haadsted o.a. subsidie UCF en Wageningen centre for marine policy
5.4 Begrotingshistorie per programma In deze bijlage worden per programma de begrotingsmutaties weergeven die hebben plaatsgevonden tussen de besluitvorming over de 2e Berap 2011 en de Jaarstukken 2011.
Programma 1: Bestuur en veiligheid Baten en lasten Aansluiting tussen 2e Berap 2011 en de Jaarstukken 2011 Bedragen x € 1.000 Baten begroting t/m 2e Berap 2011 (voor besluitvorming PS)
2011
2012
2013
2014
2015
440
428
428
428
428
0
0
0
0
0
440
428
428
428
428
13.196
12.867
12.611
12.358
12.536
PS: PS 2 november 2011: - amendement 12 onderdeel Bestuurskwaliteit - motie 14 onderdeel Steatekomitee Frysk
0 0
-50 30
-50 30
-50 30
0 30
Begrotingswijziging totaal
0
-20
-20
-20
30
13.196
12.847
12.591
12.338
12.566
-12.755
-12.419
-12.163
-11.910
-12.138
Begrotingswijzigingen (BW): Begrotingswijziging totaal Baten begroting t/m Jaarstukken 2011 Lasten begroting t/m 2e Berap 2011 (voor besluitvorming PS) Begrotingswijzigingen (BW):
Lasten begroting t/m Jaarstukken 2011 Baten - Lasten
258
Programma 2: Verkeer en vervoer Baten en lasten Aansluiting tussen 2e Berap 2011 en de Jaarstukken 2011 Bedragen x € 1.000 2011 Baten begroting t/m 2e Berap 2011 (voor besluitvorming PS)
2012
2013
2014
2015
80.670
56.461
55.970
56.039
56.108
-176 577
-176 0
-176 0
-176 0
-176 0
GS: GS bijdrage derden
57.850
270
0
0
0
Begrotingswijziging totaal
58.251
94
-176
-176
-176
Baten begroting t/m Jaarstukken 2011
138.921
56.555
55.794
55.863
55.932
Lasten begroting t/m 2e Berap 2011 (voor besluitvorming PS)
147.026
102.259
108.708
121.779
116.488
577
0
0
0
0
GS: GS bijdrage derden
57.850
270
0
0
0
Begrotingswijziging totaal
58.427
270
0
0
0
Lasten begroting t/m Jaarstukken 2011
205.453
102.529
108.708
121.779
116.488
Baten - Lasten
-66.532
-45.974
-52.914
-65.916
-60.555
Begrotingswijzigingen (BW): PS: PS 2 november 2011: - onderdeel 1.2 Stortopbrengsten baggerdepot - onderdeel 3.1 Bezuiniging generieke korting programma 2
Begrotingswijzigingen (BW): PS: PS 2 november 2011: - onderdeel 3.1 Bezuiniging generieke korting programma 2
259
Programma 3: Wetter Baten en lesten Oansluting tusken 2e Berap 2011 en de Jierstikken 2011 Bedraggen x € 1.000 Baten begrutting o/m 2e Berap 2011 (foar beslútfoarming PS)
2011
2012
2013
2014
2015
906
732
731
726
652
0
0
0
0
0
906
732
731
726
652
3.494
3.730
3.687
6.116
4.873
PS: PS 2 novimber 2011: - ûnderdiel 2. B15 Utfieringskosten fondearringsherstel
-7
0
0
0
0
Begruttingswizigings mei-inoar
-7
0
0
0
0
3.487
3.730
3.687
6.116
4.873
-2.581
-2.999
-2.956
-5.390
-4.221
Begruttingswizigings (BW): Begruttingswizigings mei-inoar Baten begrutting o/m Jierstikken 2011 Lesten begrutting o/m 2e Berap 2011 (foar beslútfoarming PS) Begruttingswizigings (BW):
Lesten begrutting o/m Jierstikken 2011 Baten - Lesten
260
Programma 4: Milieu Baten en lasten Aansluiting tussen 2e Berap 2011 en de Jaarstukken 2011 Bedraggen x € 1.000 Baten begroting t/m 2e Berap 2011 (voor besluitvorming PS)
2011
2012
2013
2014
2015
1.499
545
545
545
545
0
0
0
0
0
1.499
545
545
545
545
19.361
18.593
19.096
19.062
12.804
0 -71 -600 -138 -160 -138
-18 0 0 58 160 0
-18 0 0 80 0 0
-18 71 600 0 0 0
-18 0 0 0 0 138
Begrotingswijziging totaal
-1.106
200
63
654
120
Lasten begroting t/m Jaarstukken 2011
18.255
18.793
19.159
19.716
12.924
-16.755
-18.247
-18.614
-19.171
-12.379
Begrotingswijzigingen (BW): Begrotingswijziging totaal Baten begroting t/m Jaarstukken 2011 Lasten begroting t/m 2e Berap 2011 (voor besluitvorming PS) Begrotingswijzigingen (BW): PS: PS 2 november 2011: - motie 39 onderdeel Procesgelden - onderdeel 2. A1 Decentralisatie uitkering externe veiligheid - onderdeel 2. B1 WBB bodemsaneringsbudget - onderdeel 2. C3 Provinciaal Milieubeleidsplan - onderdeel 2. C4 Invoering Wabo en RUD - onderdeel 2. C5 Decentralisatie uitkering luchthavens
Baten - Lasten
261
Programma 5: Lanlik Gebiet Baten en lesten Oansluting tusken 2e Berap 2011 en de Jierstikken 2011 Bedraggen x € 1.000 Baten begrutting o/m 2e Berap 2011 (foar beslútfoarming PS)
2011
2012
2013
2014
2015
38.354
37.885
37.409
172
172
DS: DS bydrage tredden
22.819
0
0
0
0
Begruttingswizigings mei-inoar
22.819
0
0
0
0
Baten begrutting o/m Jierstikken 2011
61.173
37.885
37.409
172
172
Lesten begrutting o/m 2e Berap 2011 (foar beslútfoarming PS)
73.299
70.867
65.401
28.025
28.113
0 -6.921
0 4.810
0 2.112
-5.500 0
-5.500 0
-40
40
0
0
0
-395
180
215
0
0
DS: DS bydrage tredden
22.819
0
0
0
0
Begruttingswizigings mei-inoar
15.463
5.030
2.327
-5.500
-5.500
Lesten begrutting o/m Jierstikken 2011
88.762
75.897
67.728
22.525
22.613
-27.590
-38.012
-30.318
-22.353
-22.441
Begruttingswizigings (BW):
Begruttingswizigings (BW): PS: PS 2 november 2011: - moasje 39 ûnderdiel Prosesjilden - ûnderdiel 2. A2 Programma Pmjp: ympuls foar it Fryske plattelân - ûnderdiel 2. C6 Programma ynnovative agrosektor Fryslân - ûnderdiel 2. C7 Aksjeplan duorsume lânbou
Baten - Lesten
262
Programma 6: Economie, toerisme en recreatie Baten en lasten Aansluiting tussen 2e Berap 2011 en de Jaarstukken 2011 Bedragen x € 1.000 Baten begroting t/m 2e Berap 2011 (voor besluitvorming PS)
2011
2012
2013
2014
2015
39.803
32.633
39.333
39.541
40.908
16 -32.850
0 32.850
-16 0
0 0
0 0
791
-61.761
-36.714
-38.690
-40.499
-32.043
-28.911
-36.730
-38.690
-40.499
7.761
3.722
2.603
851
409
84.702
68.122
71.478
63.712
62.898
1.200
1.700
1.025
775
600
0 -2.264 -214 0 -3.312 0
-1.036 0 -1.499 0 994 265
-3.086 0 1.714 0 1.312 85
-8.420 0 0 0 1.006 0
-8.818 0 0 0 0 0
-50 -32.850
50 32.850
0 0
0 0
0 0
0 0
1.500 200
1.500 0
2.000 0
2.700 0
791
-61.761
-36.714
-38.690
-40.499
-36.699
-26.737
-34.164
-43.330
-46.017
48.003
41.385
37.313
20.382
16.881
-40.242
-37.663
-34.710
-19.531
-16.472
Begrotingswijzigingen (BW): PS: PS 2 november 2011: - onderdeel 2. B2 Interreg - onderdeel 3.2 Decentralisatie uitkering waddenfonds GS: GS bijdrage derden Begrotingswijziging totaal Baten begroting t/m Jaarstukken 2011 Lasten begroting t/m 2e Berap 2011 (voor besluitvorming PS) Begrotingswijzigingen (BW): PS: PS 26 oktober 2011: - onderdeel Pieken in de Delta cofinanciering PS 2 november 2011: - motie 39 onderdeel Procesgelden - onderdeel 1.3 Wyldemerk - onderdeel 2. A4 Friese Meren Project - onderdeel 2. B2 Interreg - onderdeel 2. B3 Friese Meren Project - onderdeel 2. B4 Decentralisatie uitkering elektrisch varen - onderdeel 2. B5 Bezinningstoerisme - onderdeel 3.2 Decentralisatie uitkering waddenfonds PS 21 december 2011: - onderdeel Agenda Netwerk Noordoost fase 1 - onderdeel Procesgeld Afsluitdijk GS: GS bijdrage derden Begrotingswijziging totaal Lasten begroting t/m Jaarstukken 2011 Baten - Lasten
263
Programma 7: Sociaal beleid en zorg Baten en lasten Aansluiting tussen 2e Berap 2011 en de Jaarstukken 2011 Bedragen x € 1.000 2011 Baten begroting t/m 2e Berap 2011 (voor besluitvorming PS)
2012
2013
2014
2015
49.542
42.487
42.487
42.487
42.487
GS: GS bijdrage derden
1.342
0
0
0
0
Begrotingswijziging totaal
1.342
0
0
0
0
Baten begroting t/m Jaarstukken 2011
50.883
42.487
42.487
42.487
42.487
Lasten begroting t/m 2e Berap 2011 (voor besluitvorming PS)
66.026
56.286
54.608
54.503
54.269
0 -485
-547 181
-1.947 234
-1.647 70
-1.348 0
1.342
0
0
0
0
857
-366
-1.713
-1.577
-1.348
66.883
55.920
52.895
52.926
52.921
-15.999
-13.434
-10.408
-10.439
-10.434
Begrotingswijzigingen (BW):
Begrotingswijzigingen (BW): PS: PS 2 november 2011: - motie 39 onderdeel Procesgelden - onderdeel 2. B9 Sociaal InvesteringsFonds GS: GS bijdrage derden Begrotingswijziging totaal Lasten begroting t/m Jaarstukken 2011 Baten - Lasten
264
Programma 8: Kultuer, taal en ûnderwiis Oansluting tusken 2e Berap 2011 en de Jierstikken 2011 Bedraggen x € 1.000 Baten begrutting o/m 2e Berap 2011 (foar beslútfoarming PS)
2011
2012
2013
2014
2015
239
177
177
177
177
DS: DS bydrage tredden DS finansjeel kader
78 0
0 -6
0 -6
0 -6
0 -6
Begruttingswizigings mei-inoar
78
-6
-6
-6
-6
317
171
171
171
171
46.416
46.162
45.194
40.160
33.902
0 0 0 -1.517 -2.000 171 25 -20
50 -75 250 1.317 600 -171 25 0
0 -625 -250 0 800 0 -50 20
0 -1.350 0 0 600 0 0 0
0 -300 0 200 0 0 0 0
0
-350
-1.150
0
0
78 0 0
0 -6 453
0 -6 453
0 -6 453
0 -6 453
Begruttingswizigings mei-inoar
-3.263
2.093
-807
-303
347
Lesten begrutting o/m Jierstikken 2011
43.153
48.256
44.387
39.857
34.250
-42.836
-48.085
-44.216
-39.686
-34.078
Begruttingswizigings (BW):
Baten begrutting o/m Jierstikken 2011 Lesten begrutting o/m 2e Berap 2011 (foar beslútfoarming PS) Begruttingswizigings (BW): PS: PS 2 novimber 2011: - moasje 37 ûnderdiel Koarting museum federaasje - moasje 39 ûnderdiel Prosesjilden - moasje 42 ûnderdiel Omrop Fryslân - ûnderdiel 2. B10 University Campus Fryslân - ûnderdiel 2. B11 Boppeslach - ûnderdiel 2. B12 Kultuernota Finsters iepen - ûnderdiel 2. B13 Sintraal depot Fryslân - ûnderdiel 2. B14 Nota erfgoed PS 21 desimber 2011: - ûnderdiel Kulturele Haadstêd DS: DS bydrage tredden DS finansjeel kader DS nominaal
Baten - Lesten
265
Programma 9: Ruimte en wonen Baten en lasten Aansluiting tussen 2e Berap 2011 en de Jaarstukken 2011 Bedragen x € 1.000 Baten begroting t/m 2e Berap 2011 (voor besluitvorming PS)
2011
2012
2013
2014
2015
2.307
581
581
581
581
0
0
0
0
0
Baten begroting t/m Jaarstukken 2011
2.307
581
581
581
581
Lasten begroting t/m 2e Berap 2011 (voor besluitvorming PS)
8.621
8.101
5.590
5.960
5.984
Begrotingswijzigingen (BW): Begrotingswijziging totaal
Begrotingswijzigingen (BW): PS: PS 2 november 2011: - motie 39 onderdeel Procesgelden - onderdeel 2. B15 Uitvoeringskosten funderingsherstel - onderdeel 2. B16 Decentralisatie uitkering collectief particulier opdrachtgeverschap - onderdeel 2. B17 Herstructurering bedrijventerreinen - onderdeel 2. B18 Ruimtelijke kwaliteit - onderwerp Financiering plan Venekoten-Centrum
0 0 -80
-500 7 -20
-500 0 0
-1.200 0 100
-1.200 0 0
-145 -200 0
8 0 0
0 200 0
0 0 2.148
137 0 0
Begrotingswijziging totaal
-425
-505
-300
1.048
-1.063
8.196
7.595
5.290
7.008
4.921
-5.888
-7.014
-4.708
-6.427
-4.340
Lasten begroting t/m Jaarstukken 2011 Baten - Lasten
266
Programma 10: Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Baten en lasten Aansluiting tussen 2e Berap 2011 en de Jaarstukken 2011 Bedragen x € 1.000 2011
2012
2013
2014
2015
232.715
213.206
216.447
230.834
222.126
GS: GS bijdrage derden GS provinciefonds
0 140
61.728 0
36.824 0
38.690 0
40.499 0
Begrotingswijziging totaal controle
140
61.728
36.824
38.690
40.499
232.855
274.934
253.271
269.524
262.625
52.350
22.879
18.216
21.728
16.524
-1.000
-1.100
-1.600
-1.600
0
0 -5.268
2.176 0
6.176 0
18.135 0
17.184 5.268
-1.693
0
0
0
1.693
-2.330
1.330
1.000
0
0
-4.600
2.715
1.358
527
0
-3.840
2.880
960
0
0
-350
0
0
0
0
-750
-262
1.012
0
0
0
0
-1.500
-1.500
-2.000
0 0
350 -200
1.150 0
0 0
0 0
-189 0 0 140
0 61.728 -453 0
0 36.824 -453 0
0 38.690 -453 0
0 40.499 -453 0
-19.879
69.163
44.926
53.799
62.190
32.470
92.042
63.142
75.527
78.714
200.385
182.892
190.129
193.997
183.911
Baten begroting t/m 2e Berap 2011 (voor besluitvorming PS) Begrotingswijzigingen (BW):
Baten begroting t/m Jaarstukken 2011 Lasten begroting t/m 2e Berap 2011 (voor besluitvorming PS) Begrotingswijzigingen (BW): PS: PS 26 oktober 2011: - onderdeel Pieken in de Delta cofinanciering PS 2 november 2011: - motie 39 onderdeel Procesgelden - onderdeel 2. B19 Decentralisatie uitkering ISV - onderdeel 2. B20 Decentralisatie uitkering bedrijventerreinen - onderdeel 2. B21 Huisvesting Fryske Akademy - onderdeel 2. B22 Decentralisatie uitkering RSP onderdeel REP - onderdeel 2. B23 Decentralisatie uitkering sterke regio's (verduurzaming waddenglas) - onderdeel 2. B4 Decentralisatie uitkering elektrisch varen - onderdeel 2. C8 Implementatie Wabo PS 21 december 2011: - onderdeel Agenda Netwerk Noordoost fase 1 - onderdeel Kulturele Haadstêd - onderdeel Procesgeld Afsluitdijk GS: GS actualisatie investeringen GS bijdrage derden GS nominaal GS provinciefonds Begrotingswijziging totaal controle Lasten begroting t/m Jaarstukken 2011 Baten - Lasten
267
5. 5
Begrippenlijst
Accountantsverklaring Schriftelijke mededeling van de accountant waarin deze een oordeel geeft over de getrouwheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties en de rechtmatigheid van de financiële beheershandelingen die geleid hebben tot deze verantwoording. Getrouwheid betreft de juistheid en de volledigheid van de verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Rechtmatigheid betreft de mate waarin zogenoemde financiële beheershandelingen conform de interne en externe regelgeving zijn uitgevoerd. Algemene middelen Dekkingsmiddelen waaraan nog geen specifieke bestemming is gegeven (inzet van algemene reserve, algemene uitkering uit provinciefonds, opbrengst uit opcenten motorrijtuigenbelasting). Baten en lasten De provincie is verplicht het zogenoemde stelsel van baten en lasten toe te passen. Uitgangspunt voor het jaar waarin de lasten worden verantwoord is het moment van prestatielevering. Dit in plaats van het betaalmoment (kasstelsel). Begroting Het overzicht van de geraamde (verwachte) kosten en opbrengsten in een bepaald jaar, opgezet volgens het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV). De begroting wordt vastgesteld door Provinciale Staten. Begrotingswijziging Een aanpassing van begrotingsramingen tijdens het begrotingsjaar. Begrotingssaldo Het saldo van in de begroting geraamde baten en lasten in de exploitatie (programma’s). Balans Overzicht van de waarde van de activa (bezittingen, vorderingen) en passiva (reserves, voorzieningen, schulden) op één moment (31 december) BBV) Wettelijk bepaalde voorschriften voor inrichting van de provinciale begrotingen en jaarstukken. Doeluitkering (of specifieke uitkering) Door een ministerie aan de provincie verstrekte gelden ter uitvoering van een specifieke taak (bijvoorbeeld onderwijs, jeugdzorg etc); een doeluitkering is dus niet vrij besteedbaar. Exploitatie De baten en lasten in de beleidsprogramma’s. Dit betreffen de lopende inkomsten en uitgaven m.b.t. een kalenderjaar, geraamd en verantwoord conform het stelsel van baten en lasten. Financiële beheershandeling Handelingen zoals aanbesteden, inkopen en het verstrekken van subsidies. Deze handelingen leiden tot het verantwoorden van baten, lasten en balansmutaties in de jaarrekening. Garantie Zekerheidsstelling door de provincie ten behoeve van derden die een lening aantrekken. Bij derden valt te denken aan bijvoorbeeld gezondheidsinstellingen. Ingeval van wanbetaling zal de provincie de resterende schuld aflossen. Leges Leges worden geheven ter dekking van de kosten van provinciale dienstverlening. Normenkader Overzicht van wet- en regelgeving (extern en intern) aan de hand waarvan de accountant de rechtmatigheid van de financiële beheershandelingen controleert. Overlopende passiva Dit betreffen bijdragen van andere overheden voor specifieke doelen. Voor deze bijdragen geldt een zogenoemde terugbetalingsverplichting in het geval van niet-besteding. De nog te ontvangen of terug te betalen bedragen worden
268
verantwoord op de balans (jaarrekening). De besteding en de daar tegenoverstaande dekking (bate) worden in de exploitatie (programma’s) ten laste van deze balansposten verantwoord. Tegenover de last staat doorgaans een bate met dezelfde hoogte. Het gebruik van overlopende passiva is verplicht op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en gemeenten (BBV). Planning- en controlcyclus De jaarlijks terugkerende werkzaamheden die samenhangen met het opstellen van de kaderbrief/-nota, de begroting, de bestuursrapportages en de jaarstukken. Provinciefonds Uitkering van het rijk die de provincie in principe vrij mag besteden. Dit ter onderscheiding van doeluitkeringen/specifieke uitkeringen met ene gebonden besteding. Jaarrekening Overzicht van de in een bepaald jaar gerealiseerde kosten en opbrengsten; de jaarrekening dient ter verantwoording. Tevens wordt in de jaarrekening de stand van de provinciale vermogenspositie opgemaakt. Jaarrekeningresultaat Het saldo van gerealiseerde baten en lasten in de exploitatie (programma’s). Het (positieve) jaarrekeningresultaat wordt toegevoegd aan de reserve (eigen vermogen) Reserve Reserves behoren tot het eigen vermogen en kunnen worden ingedeeld in algemene en bestemmingsreserves. Aan bestemmingsreserves is door Provinciale Staten een bepaalde bestemming gegeven. Risicoparagraaf Onderdeel van de paragraaf Weerstandsvermogen waarin wordt ingegaan op risico’s waarvoor geen beheersmaatregelen (voorzieningen, verzekeringen) zijn getroffen. Indien een risico zich voltrekt komen de hieruit voortvloeiende kosten ten laste van de zogenoemde algemene middelen. Treasury Het geheel van activiteiten voor het beheer van de liquide middelen en de financiering van de provinciale taken. Voorziening Voorzieningen behoren tot het vreemd vermogen en geven een schatting van voorzienbare lasten in verband met risico’s en verplichtingen, waarvan de omvang en/of het tijdstip van optreden per de balansdatum min of meer onzeker zijn. Daarnaast worden middelen van derden waarvan de bestemming gebonden is geclassificeerd onder de voorzieningen.
269
270
Deel II Jaarrekening 2011
Statenvergadering van 23 mei 2012
Gedeputeerde Staten van 3 april 2012
271
272
JAARREKENING 2011 versie
donderdag 29 maart 2012
Statenvergadering 23 mei 2012 Gedeputeerde Staten van Fryslân 3 april 2012
273
Inhoudsopgave 1 2
Inleiding 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9
Balans Balans Programmarekening over begrotingsjaar Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Toelichting op de balans Gebeurtenis na balansdatum Toelichting op programmarekening Analyse rekeningresultaat Samenvatting begrotingsonrechtmatigheid Wet Openbaarheid Topinkomens
3
Tijdelijke Budgetten
4
Accountantscontrole
5
1 2 3 4 5 6
Bijlagen Overzicht aanwending onvoorzien Gerealiseerde algemene dekkingsmiddelen Overzicht structurele en tijdelijke baten en lasten Overzicht gewaarborgde geldleningen Overzicht personeelssterkte en -lasten Overzicht Sisa specifieke uitkeringen
274
1
Inleiding Onderdeel II van de jaarstukken bestaat uit de jaarrekening. Deze is ingericht volgens het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) en de door u vastgestelde financiële verordening, laatstelijk door u gewijzigd op 30 november 2011. De opzet van de jaarrekening 2011 verschilt niet ten opzichte van die over 2010.
De jaarrekening bestaat uit de programmarekening en de balans, inclusief diverse toelichtingen op baten, lasten en balansmutaties. De programmarekening bevat de verantwoording van de baten en lasten van de beleidsprogramma’s en de algemene dekkingsmiddelen in het rekeningjaar 2011. Deze baten en lasten worden geconfronteerd met de oorspronkelijke begroting 2011 en de begroting 2011 na wijziging (2e bestuursrapportage 2011). De balans geeft de vermogenssituatie van de provincie op 31 december 2011 weer. Het jaarrekeningresultaat is de verbindende schakel tussen de programmarekening en de balans. Het jaarrekeningresultaat 2011 van € 11,1 miljoen wordt op de balans gepresenteerd als nog te bestemmen resultaat en wordt daarmee toegevoegd aan het vermogen. In onderdeel 2.7 wordt het jaarrekeningresultaat nader toegelicht. Deze toelichting sluit aan op de toelichtingen die in de beleidsprogramma’s op de financiële tabellen zijn gegeve n. De jaarrekening is het object van de accountantscontrole. Daarom is in dit onderdeel de accountantsverklaring opgenomen. De accountant heeft de zogenoemde beheershandelingen, die hebben geleid tot de verantwoording van de baten, lasten en balansmutaties in de jaarrekening gecontroleerd op rechtmatigheid en getrouwheid. Met rechtmatigheid wordt bedoeld dat beheershandelingen zoals inkopen, aanbestedingen en het verstrekken van subsidies conform de betreffende externe en interne regelgeving hebben plaatsgevonden (normenkader). Met getrouwheid wordt bedoeld dat de baten, lasten en balansmutaties een juist en volledig beeld geven van het rekeningjaar 2011.
Uit de jaarrekening 2011 blijkt dat de vrijval van budgetten ten gunste van het rekeningresultaat aanmerkelijk lager is dan i n de jaarrekening 2010. Dit houdt verband met het in overleg met de accountant eerder verantwoorden van lasten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen. Uitgangspunt is het voor decentrale overheden geldende stelsel van baten en lasten, waarbij het moment van prestatielevering, in plaats van het betaalmoment, bepalend is voor het jaar waarin de uit de verplichtingen voortvloeiende lasten worden verantwoord. Dit komt de getrouwheid van de verantwoorde baten en lasten ten goede.
275
2
1 Balans 31 december 2011
31 december 2010 Activa Vaste actva Immateriële vaste activa
0
0
57.842.807 221.287.270 279.130.077
89.672.410 236.580.476 326.252.885
3.075.478 57.403.935 40.248.931 31.677.742 132.406.085 411.536.163
55.665.903 57.420.878 40.871.403 32.567.609 186.525.794 512.778.679
39.066.492 176.950 0 14.013.569 53.257.011
40.850.665 170.384 0 25.623 41.046.672
Liquide middelen Overlopende activa Totaal vlottende activa
24.976.234 0 0 3.737.448 17.890 28.731.573 21.970.373 21.183.873 125.142.829
21.363.613 0 3.540.835 6.435.862 17.890 31.358.199 135.270.916 51.320.465 258.996.253
Totaal activa
536.678.993
771.774.933
35.156.159 114.736.403 22.500.818 172.393.380
60.526.099 91.996.107 11.135.754 163.657.961
15.609.623 2.020.927 17.630.550
15.865.685 1.732.776 17.598.461
0 113.445 2.325 115.770 190.139.700
0 90.756 2.295 93.051 181.349.473
10.000.000 139.260.593 149.260.593
0 309.049.160 309.049.160
Totaal vlottende passiva
156.717.862 40.560.837 197.278.699 346.539.292
240.420.759 40.955.540 281.376.299 590.425.460
Totaal passiva
536.678.992
771.774.933
1.870.108 1.600.000 314.016
1.563.226
Materiële vaste activa - Investeringen met economisch nut - Investeringen met maatschappelijk nut
-
Financiële vaste activa Kapitaalverstrekking aan deelnemingen Overige langlopende leningen u/g Overige uitzettingen met looptijd >1 jaar Bijdragen aan activa in eigendom van derden Toaal vaste activa
-
Vlottende activa Voorraden Niet in exploitatie bouwgronden Onderhanden werken Gereed product en handelsgoederen Vooruitbetalingen
-
Uitzettingen korter dan één jaar Vorderingen op openbare lichamen Verstrekte kasgeldleningen Rek.courant met niet fin.instellingen Overige vorderingen Overige uitzettingen
Passiva Vaste Passiva Eigen vermogen - Algemene reserve - Bestemmingsreserves - Nog te bestemmen resultaat Voorzieningen - Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's - Door derden beklemde middelen met een specifieke aanwendingsrichting Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer - Onderhandse leningen van binnenlandse banken en financiële instellingen - Door derden belegde gelden - Waarborgsommen Totaal vaste passiva Vlottende passiva Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of korter - Kasgeldleningen - Overige schulden Overlopende passiva - Voorschotbedragen overheden voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel - Overige overlopende passiva
Niet uit de balans blijkende verplichtingen Gewaarborgde geldleningen Huurcontract tijdelijke huisvesting Leasecontract kopieerapparaten Leasecontract kopieerapparaten Xeros Huurovereenkomst Centrale As Leasecontract dienstauto's
276
267.948 600.000 2.700.951
2 2
Programmarekening over begrotingsjaar Bedragen x € 1.000 Programma 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Bestuur en veiligheid Verkeer en vervoer Wetter Milieu Landelijk gebied Economie, recreatie en toerisme Sociaal beleid en zorg Kultuer, taal en ûnderwiis Ruimte en wonen
Sub-totaal programma's
Begroting 2011 voor wijziging
Begroting 2011 na wijziging
Rekening 2011
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
440 56.422 913 224 37.384 1.311 42.487 177 581
11.471 99.818 3.403 17.936 71.021 32.562 55.545 44.451 5.978
-11.031 -43.396 -2.490 -17.712 -33.637 -31.251 -13.058 -44.274 -5.397
440 138.921 906 1.499 61.173 7.761 50.883 317 2.307
13.196 205.453 3.487 18.255 88.762 48.003 66.883 43.153 8.196
-12.756 -66.532 -2.581 -16.756 -27.589 -40.242 -16.000 -42.836 -5.889
575 164.235 1.222 9.380 60.622 5.899 51.050 310 22.989
12.604 207.804 3.790 25.523 97.315 50.824 65.531 44.117 15.696
-12.029 -43.569 -2.568 -16.143 -36.693 -44.925 -14.481 -43.807 7.293
342.185 -202.246
264.207
495.388 -231.181
316.282
523.204 -206.922
57.435 138.227 45.475
0 0 188
57.435 138.227 45.287
139.939
Algemene dekkingsmiddelen Provinciale heffingen Algemene uitkering Dividenden Overige alg. dekkingsmiddelen (financieringsfunctie) Saldo compensabele BTW en uitkering BCF Overige algemene dekkingsmiddelen Sub-totaal algemene dekkingsmiddelen Onvoorzien Gerealiseerd resultaat voor bestemming
57.142 89.038 40.866
0 0 189
57.142 89.038 40.677
57.661 138.227 45.398
189
57.661 138.227 45.209
18.660
4.830
13.830
18.567
5.114
13.453
14.927
4.729
10.198
49 5.953
0 31.431
49 -25.478
49 -27.047
0 27.357
49 -54.404
132 -29.461
0 23.607
132 -53.068
211.708
36.450
175.258
232.855
32.660
200.195
226.735
28.524
198.211
0
-189
189
0
-189
189
0
-3
3
351.647
378.446
-26.799
497.062
527.859
-30.797
543.017
551.725
-8.708
50 797 0 0 21.293 16.675 1.296 2.088 0
0 4.692 0 0 6.788 4.503 717 75 37
50 -3.895 0 0 14.505 12.172 579 2.013 -37
50 20.395 0 459 27.040 33.995 5.293 3.857 1.205
3 10.746 7 2.142 19.864 15.137 2.177 5.616 478
47 9.649 -7 -1.683 7.176 18.858 3.116 -1.759 727
50 3.832 28 579 36.438 40.538 5.358 4.932 2.384
3 15.684 6 2.670 19.927 17.986 2.153 5.555 460
47 -11.852 22 -2.091 16.511 22.552 3.205 -623 1.924
29.833
32.839
-3.006
45.661
55.305
-9.644
43.922
53.771
-9.849
72.032
49.651
22.381
137.955
111.475
26.480
138.061
118.215
19.846
423.679
428.097
-4.418
635.017
639.334
-4.317
681.078
669.940
11.136
Toevoeging/onttrekking aan reserves 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Bestuur en veiligheid Verkeer en vervoer Wetter Milieu Landelijk gebied Economie, recreatie en toerisme Sociaal beleid en zorg Kultuer, taal en ûnderwiis Ruimte en wonen Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
Sub-totaal mutaties reserves Gerealiseerd resultaat na bestemming
277
2 3
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Inleiding Onderstaande samenvatting van de grondslagen, waarop de financiële verslaglegging is gebaseerd, is bedoeld als leidraad voor een juiste interpretatie van de financiële overzichten. De jaarrekening 2011 is opgesteld overeenkomstig met de voor de provincies geldende voorschriften volgens het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Daarnaast is rekening gehouden met de bepalingen zoals opgenomen in de op 16 december 2009 door Provinciale Staten vastgestelde Financiële Verordening Provincie Fryslân en de daaraan gerelateerde nota’s. Algemene grondslagen De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden. De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop zij betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskostengerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt. Dit gebeurt onder andere bij overlopend vakantiegeld.
Met ingang van 2009 is de verplichting om te tijdschrijven als basis voor de kostenverdeling vervallen. Bepaalde medewerkers zijn nog wel verplicht tijd te schrijven. Dit is het geval wanneer formatie gedekt wordt uit specifieke (investering) projecten, waarbij het noodzakelijk is voor de verantwoording om de daadwerkelijk gemaakte uren op het project te registreren. Het resterende saldo op de kostenplaatsen wordt doorbelast naar de beleidsvelden op basis van de prijs per fte keer het aantal fte’s werkzaam per thema of beleidsveld, de bedrijsfvoeringskosten. Dit is voor het gehele concern toegelicht in het Jaarverslag Hoofdstuk 4, paragraaf 7 bedrijfsvoering. Balans Op de balans zijn alleen de posten opgenomen die bij de provincie aanwezig zijn. Bij het opstellen van de jaarrekening 2011 i s uitgegaan van het vastgestelde beleid zoals dit is opgenomen in de op 16 december 2009 door Provinciale Staten vastgestelde Nota Uitvoering Begroting 2010 (geamendeerd vastgesteld); Nota Reserves, Voorzieningen en Overlopende passiva; Nota Waarderen, Activeren en Afschrijven 2010. Daarnaast is rekening gehouden met de op 16 november 2008 door Provinciale Staten vastgestelde Nota Afschrijvingsbeleid Bouwurk. Met ingang van 2011 wordt uitgegaan van de nieuwe nota's die in december 2009 zijn vastgesteld, waarbij voor de wijze waarop de tijdelijke budgetten zijn verwerkt wordt verwezen naar de toelichting bij hoofdstuk 3.
Vaste Activa Artikel 59 BBV beschrijft het onderscheid tussen investeringen met uitsluitend maatschappelijk nut in de openbare ruimte en investeringen met een (beperkt) economisch nut. Investeringen die op enige wijze kunnen leiden tot, of bijdragen aan het verwerven van inkomsten, zijn investeringen met economisch nut. De vraag of de investering geheel kan worden terugverdiend is niet relevant voor de classificatie. De afschrijvingen worden conform de afschrijvingstermijnen berekend. De afschrijving begint te lopen vanaf 1 januari van het jaar na oplevering van de investering. De rentelasten worden in de rekening van baten en lasten verantwoord, behoudens de in voorkomende gevallen berekende bouwrente. Deze wordt geactiveerd. De periode van bouwrente eindigt op het einde van het jaar waarin de investering wordt opgeleverd. Deze rentelasten worden berekend op basis van de boekwaarde per 1 januari en de gemiddelde boekwaarde van de vermeerderingen en verminderingen in het verslagjaar. Op 16 december 2009 is de nota Waarderen, Activeren en Afschrijven 2010 door PS vastgesteld. Deze nota bepaalt dat er vanaf 2010 alleen nog maar lineair wordt afgeschreven en dat er geen interne rente meer wordt toegerekend.
Immateriële vaste activa Dit zijn kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen, het saldo van agio en disagio en de kosten van onderzoek en ontwikkeling. Per 31 december 2008 had de provincie geen immateriële vaste activa. Het beleid is, om immateriële vaste activa niet te activeren. Indien zich de noodzaak voordoet om dit toch te doen, dient over een dergelijk voornemen door Provinciale Staten een besluit te worden genomen, waarin ingegaan wordt op de wijze van waardering, afschrijving en rentetoerekening. Materiële vaste activa met economisch nut Deze materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijging- of vervaardigingprijs. Het kan zijn dat er in het verleden reserves op deze investeringen zijn afgeboekt; dit is nu conform het BBV niet meer toegestaan. De gehanteerde afschrijvingingstermijnen bedragen in jaren: Huisvesting en inrichting (Bouwurk) Casco (Betreft het grootste deel v.d. investering) 48 jaar Daarnaast hebben verschillende deelinvesteringen een aparte afschrijvingstermijn gekregen in verband met technische levensduur. Apparatuur 3 jaar Automatisering 5 jaar Voertuigen 6 jaar
Vaartuigen
Materiaal buitendienst
Aanhangmotoren Polyester speedboten Kranen/navigatie- + communicatieapp./generatoren Vasten motoren/spudpalen/lieren Conventionele vaartuigen GPS-ontvangers Maaimachines/hogedrukreinigers
278
3 jaar 6 jaar 10 jaar 15 jaar 30 jaar 3 jaar 6 jaar
Bebakeningwagens/zoutstrooiers/heftrucks Sneeuwploeg/gladheidsbestrijdingsinstallaties
10 jaar 15 jaar
Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut. De provincie schrijft af op deze middelen. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investeringen in mindering gebracht; in die gevallen wordt op het saldo afgeschreven. Op deze investeringen kunnen reserves in mindering worden gebracht.
De gehanteerde afschrijvingstermijnen bedragen in jaren: Weginfrastructuur Wegmeubilair/halteplaatsen/VRI Wegen/verharding Natte infrastructuur
Oeververdediging/bodem/vaarwegmeubilair Afstandsbedieningen Bruggen/sluizen/aquaducten
15 jaar 30 jaar
30 jaar 25 jaar 50 jaar
Financiële vaste activa De waardering van de deelnemingen vindt als volgt plaats: De aandelen van de Nederlandse Waterschapsbank, de Noordelijke Ontwikkeling Maatschappij (NOM) en van de Visafslag Lauwersoog zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. De aandelen Falcon en BNG zijn tegen verkrijgingsprijs opgenomen onder de deelnemingen. Verder zijn de obligaties van het Jorritsma-Boschmafonds tegen nominale waarde opgenomen en de aandelen van dit fonds tegen historische waarde. De aandelen zijn in 2011 verkocht. De Grootboeken der Nationale Schuld van het BUMA legaat staan te boek voor de nominale waarde. Activa en passiva worden gewaardeerd op basis van de verkrijging- of vervaardigingprijs. De aandelen NUON zijn in 2006 ingebracht in houdstermaatschappij Falcon. De provincie was in 100% aandeelhouder van Falcon. De waardering is gelijk aan de oorspronkelijke verkrijgingprijs van de NUON aandelen. In 2012 is de BV Falcon opgeheven en is de provincie weer aandeelhouder van de aandelen NUON. Bij de afwikkeling van de verkoop van deelnemingen van het NUON is bepaald dat niet het gehele verkoopbedrag in aandelen wordt omgezet, maar dat voor het garantiedeel door het NUON een geldbedrag uitgekeerd wordt, dat vervolgens weer als achtergestelde lening aan het NUON wordt verstrekt. De verstrekking van de lening is in de balans verwerkt onder de financiële vaste activa. De overeenkomsten tot het verstrekken van een aantal achtergestelde converteerbare geldleningen zijn ultimo 2001 opgemaakt. De eventueel door de provincie aangekochte obligaties zijn opgenomen onder de vlottende activa. In 2005 is een lening verstrekt aan de Gemeente Heerenveen, groot € 22 mln. Dit betreft besluit BW 12 2004, d.d. 15-9-2004. De lening wordt verstrekt in verband met de afwikkeling van IBF en is bedoeld voor herfinanciering van het bedrijventerrein Klaverblad Noord-Oost. De looptijd is 13 jaar. Daarnaast zijn in het verleden geldleningen verstrekt aan diverse stichtingen, bedrijven en instellingen.
De dividenduitkeringen van de BNG, NWB en Vitens worden verantwoord via het stelsel van baten en lasten. Dit houdt in, dat de vergadering van aandeelhouders besloten moet hebben over de hoogte van het dividend. De dividendbate over het jaar 2010 is daarom in de jaarrekening 2011 verantwoord. Het dividend van houdstermaatschappij Falcon over 2011 is verantwoord in 2011. Als bijdragen in activa in eigendom van derden zijn enkele posten opgenomen. Vlottende activa Vlottende activa zijn de voorraden, de uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar, de liquide middelen en de overlopende activa. De voorraden, waaronder de voorraad gronden, zijn gewaardeerd tegen verkrijgingprijs. Bij de voorraden zijn vanaf 2009 opgenomen de aangekochte gronden in het kader het investeringskrediet grondaankopen (IKG). Dit is vastgesteld op 22 april 2009. De provincie verwerft gronden voor de uitvoering pMJP voor de beleidsdoelen ten behoeve van landbouw, natuur en het provinciale grondbeleid.
Vorderingen, overlopende activa en liquide middelen. Deze activa zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor onverwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. Als een vordering na een incassoprocedure als oninbaar wordt ingeschat, wordt deze opgenomen in de voorziening. Passiva Passiva worden ingedeeld in vaste en vlottende passiva. Vaste passiva Onder vaste passiva wordt verstaan het eigen vermogen, de voorzieningen en de vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer. Op 16 december 2009 is door u de Nota Reserves en Voorzieningen vastgesteld. In deze nota is het algemene beleid met betrekking tot reserves, voorzieningen en overlopende passiva opgenomen. Het beleid rondom de tijdelijke budgetten is weergegeven in de Nota Uitvoering Begroting 2010. Daarin is ook vastgelegd hoe Gedeputeerde Staten de jaarovergang tijdelijke budgetten mag uitvoeren. Ten aanzien van de reservering van resterende middelen bij tijdelijke budgetten zijn de spelregels conform deze nota toegepast.
279
Het eigen vermogen bestaat uit reserves en het resultaat na bestemming volgend uit de programmarekening. Reserves worden gevormd conform de door u genomen besluiten. Ook onttrekkingen geschieden conform de door u daartoe genomen besluiten. Onttrekkingen ten behoeve van investeringen worden direct in mindering gebracht op de desbetreffende aanschaffingsprijs of vervaardigingkosten. Toevoegingen aan de reserves dienen te lopen via het rekeningsaldo. Bij bestemmingsreserves met bespaarde rente is een percentage van 3% gehanteerd die jaarlijks wordt toegevoegd. Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. De pensioenverplichting ten behoeve van GS-leden is op contante waarde van de toekomstige uitkeringsverplichting gewaardeerd. Voorzieningen worden gevormd wegens: a. verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs in te schatten; b. op de balansdatum bestaande risico’s ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten; c. kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren; d. van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden. De langlopende schulden zijn tegen nominale waarde gewaardeerd.
Vlottende passiva Onder vlottende passiva zijn opgenomen voorschotbedragen overheden voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel en netto-vlottende schulden, met een rentetypische looptijd korter dan één jaar. De kortlopende schulden zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. De overlopende passiva zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Waarborgen en garantstellingen De verplichtingen voortvloeiende uit het waarborgen van geldleningen zijn conform het BBV op de balans vermeld maar maken daar geen deel van uit. Dit betreffen borgstellingen van opgenomen leningen van diverse instellingen.
280
2
4 Toelichting op de balans Vaste activa Immateriële vaste activa
31 december 2010 31 december 2011 0 0
Materiële vaste activa Investeringen met economisch nut Boekwaarde per 1 januari Investeringen Bijdrage derden Afwaarderingen Afschrijvingen Boekwaarde per 31 december
31 december 2010 31 december 2011
Investeringen met maatschappelijk nut Boekwaarde per 1 januari Investering Bijdragen derden Afschrijvingen Boekwaarde per 31 december
Specificatie Investeringen met economisch nut Gronden en terreinen Woonruimten Bedrijfsgebouwen Vervoersmiddelen Machines, apparaten en installaties Overige materiële vaste activa Boekwaarde per 31 december
aanschafwaarde
Investeringen met maatschappelijk nut Grond-, weg- en waterbouwkundige werken
totaal afschrijvingen
1.953.036 0 106.681.266 2.347.229 8.096.772 3.845.637 122.923.940
25.315.137 1.535.305 3.497.020 1.980.043 32.614.077
283.055.642
46.475.166
29.439.251 32.629.747 -45.378 -200.801 -3.980.012 57.842.807
57.842.807 36.382.262 -486.857 -425.314 -3.640.488 89.672.409
183.955.790 92.088.475 -51.180.859 -3.576.136 221.287.270
221.287.270 65.443.775 -46.431.055 -3.719.515 236.580.476
totaal afwaardering
boekwaarde 31-12- 2011
286.573 315.442 212.139 109.872 637.453
1.666.463 0 81.050.688 599.785 4.599.752 1.755.722 89.672.410
236.580.476
De WOZ waade 2011 van volledig afgeschreven woningen en enkele bedrijfspanden is € 12,2 mln.
Financiële vaste activa Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen Boekwaarde per 1 januari (Des) investeringen Boekwaarde per 31 december
31 december 2010 31 december 2011 3.075.478 0 3.075.478
3.075.478 52.590.425 55.665.903
Deelnemingen Aandeel in Eigen Vermogen belangrijkste deelnemingen NV Bank voor Nederlandse Gemeenten 3.052.361 *) Nederlandse Waterschapsban 1.566.835 *) *) De waardebepaling van de deelneming is gebaseerd op gegevens uit het Jaarverslag 2010. BV Falcon
2.171.383
De NUON aandelen zijn ondergebracht in de “B.V. Houdstermaatschappij Falcon”. Deze houdstermaatschappij is, in 2011, voor 100% in het bezit van de provincie. In 2009 zijn de aandelen van het productie- en leveringsbedrijf van Nuon verkocht aan Vattenfall. De aandelen van het gesplitste netwerkbedrijf Alliander zijn nog wel in publieke handen. Het aandeel van Alliander in het Eigen Vermogen van Falcon bedraagt € 90 mln en is niet uitkeerbaar. Het eigen vermogen van Falcon bedraagt per einde 2011 € 1.320.728,-. Vanaf 2009 is de provincie dus indirect (via B.V. Houdstermaatschappij Falcon) grootaandeelhouder in Alliander NV. Nuon (t/m 2009) en Alliander (vanaf 2010) keren dividend uit aan Falcon. De waardering van de deelneming is gelijk aan de oorspronkelijke verkrijgingprijs van de NUON aandelen van € 2.171 383,33. Deze aandelen zijn ingebracht ten behoeve van het verkrijgen van de aandelen BV Houdstermaatschappij Falcon. De verkrijgingprijs is daarmee gelijk aan de ingebrachte waarde. De waardering van de aandelen BV Falcon is conform het Besluit Begroting en Verantwoording. Gemeenten en Provincies (BBV) en is in overleg met de externe accountant tot stand gekomen.
Overige langlopende leningen Boekwaarde per 1 januari (Des) investeringen Voorziening geldlening Boekwaarde per 31 december
94.163.951 -35.464.526 -1.295.490 57.403.935
58.699.425 164.995 -1.443.541 57.420.878
Financiële VA Overige uitzettingen met looptijd =1 jaar Boekwaarde per 1 januari Vermeerderingen Boekwaarde per 31 december
39.038.243 1.210.688 40.248.931
40.248.931 622.472 40.871.403
Bijdragen aan activa in eigendom van derden Boekwaarde per 1 januari Vermeerderingen Verminderingen Afschrijvingen Boekwaarde per 31 december
23.254.857 8.863.010 -437.478 -2.647 31.677.742
31.677.742 2.247.265 -265.684 -1.091.713 32.567.609
281
Vlottende activa Voorraden
*)
31 december 2010 31 december 2011
Niet in exploitatie bouwgronden Onderhanden werken Vooruitbetalingen *) met ingang van 2011 worden de vooruitbetalingen verrekend met de crediteurenpost. (Kortlopende schulden)
Verloop investeringskrediet grondaankopen (IKG) Boekwaarde per 1 januari Vermeerderingen Verminderingen Boekwaarde per 31 december
Uitzettingen korter dan één jaar Vorderingen op openbare lichamen
39.066.492 176.950 14.013.569
40.850.665 170.384 25.623
31.227.522 12.831.441 -4.992.470 39.066.493
39.066.493 2.201.469 -417.296 40.850.666
31 december 2010 31 december 2011 24.976.234 21.363.613
Verstrekte kasgeldleningen Rek.courant met niet fin.instellingen
Overige vorderingen Bij de overige vorderingen is een voorziening dubieuze debiteuren opgenomen. Het verloop in 2011 is als volgt: - Voorziening dubieuze debiteuren. Boekwaarde per 1 januari Oninbaar Alsnog voldaan Overige afname Opgenomen Boekwaarde per 31 december Overige uitzettingen Liquide middelen Rabobank (huisbankier) Bank Nederlandse Gemeenten ING Groenfonds Kas FP&C Groenfonds Garantielen. Grondaank. EHS Fryslân SNS-bank ABN-AMRO Rabobank mobiliteitsfonds Rabobank 33.14.87.6122 Spaar Rabobank 11.87.42.450 Waddenfonds RC Groenfonds Boerderijverplaatsing 201.001
0 0
0 3.540.835
3.737.448
6.435.862
1.629.575 -2.785 -2.145 -27.267 147.881 1.745.259
1.745.259 -125.448 -7.684 0 99.750 1.711.877
17.890
17.890
31 december 2010 31 december 2011 8.841.363 20.285.123 119 190 7.632 0 671.172 22.850.587 3.554 876 1.708.445 1.708.921 116 0 2.130 0 8.726.548 5.402.402 0 50.000.000 0 33.000.000 2.009.295 2.022.818 21.970.373 135.270.916
Verloop Groenfonds ILG Saldo Groenfonds per 1 januari Ontvangen voorschotten LNV ILG Rentebaten Onttrekkingen ILG Saldo Groenfonds per 31 december
Overlopende activa Nog te ontvangen bedragen Dividend Falcon Opcenten 2011 Debiteuren PMV Nog te ontvangen rente Overig
1.413.712 34.016.066 57.633 -34.816.239 671.172
671.172 46.892.129 103.799 -24.816.514 22.850.587
21.183.873
51.320.465
31 december 2010 31 december 2011 15.674.866 45.282.177 4.932.364 4.609.559 72.854 22.032 29.916 97.751 473.873 1.308.946 21.183.873 51.320.465
282
Vaste passiva
Eigen Vermogen Algemene reserve Overige bestemmingsreserve Resultaat na bestemming
1 januari 2011 57.656.977 114.736.402
mutatie vormen 28.563.896 89.651.277
172.393.380
118.215.173
Saldo eigen vermogen na begrotingsmutatie
Overzicht en verloop reserve R. Algemene reserve R. Vrij aanwendbare reserve totaal algemene reserve R. (ver-)Nieuwbouw provinciehuis R. 2,5% provinciale bijdrage bodemsanering R. EHS grondverwerving 5B-2 R. RW A7 bijdrage reserve infrastructuur R. Frictiekosten en infoplan 2011 R. Persoonlijk Ontwikkelingsbudget (POB)
algemene reserve (buffer)
totaal bestemmingsreserves
Stand van zaken reserves R. Algemene reserve R. (ver-)Nieuwbouw Provinciehuis R. 2,5% provinciale bijdrage bodemsanering R. RW A7 bijdrage reserve infrastructuur R. Frictiekosten en infoplan 2011 R. Tijdelijke budgetten
R. Persoonlijk Ontwikkelingsbudget (POB)
begrotings mutatie -6.739.138 -92.411.190 -99.150.328
53.371.878 8.750.000
mutatie vormen 0 28.563.896 28.563.896 3.538.600 0 34.003 0 1.500.000 1.185.479 6.258.082
beschikken afschrijvingslasten 31 december 2011 0 8.750.000 25.694.774 51.776.099 25.694.774 0 60.526.099 3.992.784 2.413.373 799.383 63.590 0 902.868 54.882 1.208.800 502.161 3.357.448 2.712.552 0 1.185.479 9.525.490 2.413.373 5.254.458
136.070 58.126.398 32.774.157 4.976.162 2.711.060 3.517.379 1.892.649 4.502.337 50.373.744 46.748 -7.463.660 0 385.610 759.489 1.692.751 -119.915 -4.698.977
734.345 0 0 1.434.375 1.031.571 0 0 0 327.838 0 19.334.909 0 5.675.000 6.054.000 4.678.741 259.255 106.609 478.004 0 379.624 30.562 414.000 576.766 136.070 41.651.669 12.280.395 2.153.117 5.492.395 459.649 1.562.023 2.500 21.950.079 3.252 4.692.000 6.296 531.202 558.228 13.880.554 119.915 19.791.447
734.345 0 0 1.801.009 722.063 0 0 0 3.739.835 411.293 35.768.129 3.236 3.316.657 3.582.000 0 0 0 0 -64.362 0 0 135.000 0 136.070 50.285.275 32.072.123 5.357.604 4.876.362 2.383.503 0 3.454.337 48.143.929 50.000 -958.966 28.003 515.463 696.256 1.692.751 0 2.023.507
114.736.403
89.651.277
109.978.200
1 januari 2011 8.750.000 48.906.977 57.656.977 3.666.940 63.590 923.747 1.710.961 4.570.000 10.935.238
Reserve tijdelijke budgetten R. TA4 FMP Noordelijke Elfsteden Route R. MPP infrastructuur opcenten storting R. UP U3: FMP spoor 1 fase 2 2006-2013 R. TA6 Convenant A7 2007-2013 R. TA7 Convenant Westergozone 2007-2013 R. UP U8: FMP spoor 2 R. MPP: Bulk nog toe te delen R. MPP MC: FMP spoor 1 fase 1 R. TA3 Convenant Leeuwarden 2000-2010 R. TA1 Convenant A7 1999-2006 R. TA5 FYLG 2007-2013 R. TA2 Convenant Westergozone 1999-2006 R. TA8 RSP REP NUON R. TA9 RSP Openbaar Vervoer NUON R. TA10 RSP Zuiderzeelijn Provinciefonds R. TA11 Progr Bereikbaarheid Leeuwarden 2010-2014 R. TA12 FMP Gaasterlan-Sleat R. TA13 FMP fietspad Swette bijdrage R. TA14 FMP Boarnsterhim R. TA16 RSP REP Provinciefonds R. TA17 FMP Harlingen R. TA18 FMP Tytsjerksteradiel R. TA19 Externe veiligheid R. TA20 FMP Turfroute overstapplaatsen Opsterland tijdelijk budget categorie A R. Tijdelijke budgetten programma 6 categorie B R. Tijdelijke budgetten programma 7 categorie B R. Tijdelijke budgetten programma 8 categorie B R. Tijdelijke budgetten programma 9 categorie B R. Tijdelijke budgetten programma 4 categorie B R. Verrek reserve begrotingsruimte categorie B tijdelijk budget categorie B R. Tijdelijke budgetten programma 1 categorie C R. Tijdelijke budgetten programma 2 categorie C R. Tijdelijke budgetten programma 3 categorie C R. Tijdelijke budgetten programma 4 categorie C R. Tijdelijke budgetten programma 5 categorie C R. Tijdelijke budgetten programma 10 categorie C R. Tijdelijke budgetten bedr voering categorie C tijdelijk budget categorie C
beschikken 31 december 2011 25.694.774 60.526.099 112.391.573 91.996.107 0 138.086.347 152.522.206
1.672.000 0 0 2.750.879 1.023.884 0 0 0 4.020.513 439.293 24.501.362 45.209 3.316.657 3.582.000 13.228.926 3.011.500
263.105 135.000
1.672.000 0 0 2.384.245 1.333.392 0 0 0 608.516 28.000 8.068.142 41.973 5.675.000 6.054.000 17.907.667 3.270.755 106.609 478.004 64.362 379.624 293.667 414.000 576.766 136.070 49.492.792 12.982.429 1.771.675 3.327.093 1.593.525 3.454.672 1.050.500 24.179.894 0 -1.812.694 -21.707 401.349 621.461 13.880.554 0 13.068.964 2.413.373
91.996.107
Flexibel te besteden bufferreserve. De buffer is bepaald op € 8.75 mln. Dekking kosten tijdelijke huisvesting ivm ver-/nieuwbouw Provinciehuis. Omvat budget om aan de wettelijke verplichting van 2,5% bijdrage te voldoen. Daarnaast wordt ook de aanpak van de oude gasfabrieken uit deze reserve betaald. In 2011 is de reserve opgeheven. Projecten zijn afgewikkeld. Provinciaal geld, beschikbaar voor aanleg RW A7. Reservering voor bedijfsvoeringskosten. De tijdelijke budgetten worden in drie categorieën ingedeeld waarbij elke categorie zijn eigen spelregels heeft, wat betreft de jaarovergang en het aangaan van verplichtingen. Volgens nota uitvoering begroting. Beschikbaar gestelde middelen persoonlijk ontwikkelingsbudget, € 1.500,- per persoon.
283
Voorzieningen Bestaande risico's Van derden verkregen met specifieke bestemming
1 januari 2011 15.609.624 2.020.928 17.630.551
Overzicht en verloop voorziening V. Waardeoverdracht pensioenen GS leden V. Wachtgelden PS-leden V. Onderhoud GSVW V. Legaat van Harinxma thoe Sloten V. Boot It Fryske Gea (IFG) V. Jorritsma-Boschmafonds V. Grafiekcollectie Knecht-Drenth V. Uitbr/instandh grafiekcollectie Knecht-Drenth V. Buma-legaten V. Risicovoorziening grondaankopen V. Verzameluitkering beleidsthema Zorg V. Baggerdepot Meilahuizen *) V Grondwaterplan
1 januari 2011 6.296.921 325.096 1.131.343 21.318 53.563 331.062 0 377.286 159.919 8.934.043 0 0
*) In de eindbalans overgeboekt van Overlopende Passiva naar Voorzieningen
17.630.551
mutatie toevoeging 397.329 7.210.928 7.608.256
aanwending 31 december 2011 141.267 15.865.685 7.499.078 1.732.777 7.640.345 17.598.463
mutatie toevoeging 0 0 6.561.505 0 21.200 800 73.059 22.689 5.790 0 30.000 376.129 517.084 7.608.256
aanwending 31 december 2011 0 6.296.921 89.317 235.779 7.192.028 500.820 113 21.205 9.750 65.013 208.802 123.061 73.059 0 0 399.975 5.790 159.919 42.200 8.891.843 19.286 10.714 0 376.129 517.084 7.640.345 17.598.463
Stand van zaken voorzieningen V. Waardeoverdracht pensioenen GS leden Risico voorziening. Ter dekking van betaling van afkoopsommen aan ABP voor pensioenen van GS-leden. V. Wachtgelden PS-leden Risico voorziening. Ter dekking van wachtgeld voor PS-leden. V. Onderhoud GSVW Voorziening ten behoeve van het onderhoud aan de grootscheepsvaarwaters, Prinses Magrietkanaal en Van Harinxmakanaal. V. Legaat van Harinxma thoe Sloten Legaat ten behoeve van onderhoud van een kamer in het Fries Museum. V. Boot It Fryske Gea (IFG) Risico voorziening. Voor aanschaf en onderhoud van een nieuwe boot. V. Jorritsma-Boschmafonds Fonds gevormd door een legaat ten behoeve van uitkering aan studenten. V. Grafiekcollectie Knecht-Drenth V. Uitbr/instandh grafiekcollectie Knecht-Drenth Schenking ten behoeve van aankoop, instandhouding en aankoop grafiekcollectie. De collectie is ondergebracht bij het Fries Museum. V. Buma-legaten Legaat ten behoeve van de provinciale bibliotheek, Tresoar. V. Risicovoorziening grondaankopen Risicovoorziening. Bij aankoop en verkoop van de gronden via DLG wordt 20% van het aan- of verkoopbedrag toegevoegd of onttrokken aan de voorziening. Dit om de risico's van waardeverlies bij de verkoop af te dekken. De 20% is een inschatting van de gemiddelde waardedaling. V. Verzameluitkering beleidsthema Zorg Bestemd voor diverse bestedingen voor zorg. V. Baggerdepot Meilahuizen
Langlopende schulden Onderhandse leningen van banken en financiële instellingen Door derden belegde gelden Waarborgsommen
1 januari 2011 0 113.445 2.325
vermeerdering
aflossingen 31 december 2011 0 22.689 90.756 30 2.295
Stand van zaken langlopende schulden Door derden belegde gelden Leningen aangegaan door de provincie ten behoeve van de aankoop van de Grafiekcollectie Knecht-Drenth. Vlottende passiva Kortlopende schulden Kasgeldleningen Overige schulden Nog te betalen Vooruitontvangen Vooruitbetaald *) ILG voorschotten DLG Nationaal Restauratiefonds voorschotten Rekening Courant Nazorg fonds Rekening Courant Falcon RC Groenfonds Kavelruil 201.002
1 januari 2011 10.000.000
vermeerdering
30.437.078 2.338.966 3.444.708
989.719.233 66.202.360 21.057.439
-5.163.166
17.577.679 3.540.835 465.252 97.614.541 30.467 1.196.207.805
9.202.803 97.179.161 1.821.042 139.260.593
aflossingen 31 december 2011 0 10.000.000 993.020.593 4.853.774 3.127.308 9.695.902 15.679.362 42.298
1.026.419.237
27.135.718 63.687.553 21.374.838 -9.695.902 -3.264.849 3.540.835 9.625.757 194.793.702 1.851.509 309.049.160
Bij de post nog te betalen is opgenomen de crediteuren jaarovergang 2011. In overleg met de accountant worden met ingang van 2011 lasten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen eerder genomen, c.q. verantwoord dan voorheen gebruikelijk. Uitgangspunt is het zogenoemde stelsel van baten en lasten waarbij het moment van prestatielevering leidend is voor het jaar van verantwoording. Vanwege deze aanpassing zijn meer lasten ten laste van de exploitatie geboekt dan voorgaande jaren. *)
Met ingang van 2011 worden de vooruitbetalingen verrekend met de crediteurenpost. (Kortlopende schulden)
284
voorschotbedragen overheden voor uitkeringen
*)
mutatie
met een specifiek bestedingsdoel OP Uitvoeringsprogramma SGB OP RCW diverse reserveringen OP Programma BDU (Brede Doel Uitkering) OP BDU Openbaar vervoer OP BDU Spoorlijnen OP Grondwaterplan OP Schade grondwaterplan OP WBB 2005-2009 OP Energie in de milieuvergunning OP Externe veiligheid 2006-2010 OP Natura 2000-beheerplannen (Rijk) 2007 t/m 2012 OP ILG OP Wadlopen OP SCW Secretariaat Stuurgroep Waddenprovincies OP Jeugdhulpverlening OP Besluit locatiegebonden subsidies OP Projecten volkshuisvesting OP Stads- en dorpsvernieuwing OP Integrale Stedelijke Vernieuwing OP SEPH ServicePunt Handhaving Waddenzee OP Project Boontjes OP Coordinatie rampenbestrijding Waddenzee OP Mobiliteitsfonds bereikbaarheid Lwd OP Kennis voor Klimaat Hotspot Waddenzee OP Mooi Nederland Rijk OP Leader Technische Hulp Plattelansprojecten OP Investeringsbudg Stedelijke Vernieuwing ISV III OP Topattractie Subs Toerisme Natuurlijk STINAF OP Programma Talinten praktijktest Alcoholslot OP Economische gevolgen MKZ crisis cofin LNV OP Duurzame Energie Elektrisch Voortbewegen OP Mooi Nederland Gemeente Leeuwarden OP RSP Mobiliteitsfonds via SNN OP Bodemsanering OP Decentralisatie Waddenfonds Rijk uit prov fonds OP Fries Bestuursakkoord Waterketen 2010-2015. OP Programmatische Aanpak Stikstof PAS OP Verdiepen Langweerder Wielen OP RIPF Fryslan Fernijt II OP Uitvoeringsprogramma RUD/FUMO OP Waddenzee.nl OP Quick Win Binnenhavens It Soal
1 januari 2011 706.011 98.008 32.554.520 9.455.766 18.757.763 1.002.837 244.689 889.487 35.275 1.045.753 581.582 21.484.114 36.454 71.971 160 599.094 85.551 1.631.580 15.965.585 29.689 0 51.702 8.746.278 38 27.784 116.078 4.619.642 447.775 12.267 182.000 116.025 7.163 29.849.673 7.265.546 0 0 0 0 0 0 0 0 156.717.861
toevoeging 223.596 0 260.002 94.558 187.578 0 0 6.795.897 0 0 0 46.995.929 63.206 2.246 0 0 0 0 0 3.609 266.912 0 98.347 0 0 0 0 0 0 0 245.297 1.714 96.422.400 0 32.959.575 210.779 0 0 62.705 197.995 0 146.595 185.238.941
aanwending 31 december 2011 929.607 0 40.602 57.406 13.120.377 19.694.145 8.606.253 944.071 3.616.896 15.328.445 1.002.837 0 244.689 0 0 7.685.384 35.275 0 1.045.753 0 16.429 565.153 37.629.204 30.850.839 0 99.660 0 74.217 0 160 79.800 519.294 85.551 0 1.631.580 0 15.965.585 0 0 33.298 0 266.912 51.702 0 3.395.000 5.449.626 38 0 27.784 0 116.078 0 4.619.642 0 152.640 295.135 12.267 0 182.000 0 0 361.322 0 8.878 1.662.907 124.609.166 7.265.546 0 0 32.959.575 0 210.779 0 0 0 0 0 62.705 0 197.995 0 0 0 146.595 101.536.042 240.420.759
*) In de eindbalans gepresenteerd bij voorzieningen
overige overlopende passiva *) Bijdrage gemeentes Centrale As overig Bijdrage derden in tijdelijke budgetten
1 januari 2011 40.248.931 144.913 166.993 40.560.836
mutatie toevoeging 622.472 144.913 767.385
aanwending 31 december 2011 40.871.403 144.913 144.913 227.769 -60.776 372.681 40.955.540
*) Betreft gemeentelijke bijdrage aan de Centrale As. Drie gemeentes hebben de bijdrage aan de Centrale As gestort op een bankrekening. In de provinciale administratie is een vordering en een post nog te betalen opgenomen van € 40,8 mln.
Waarborgen en garanties. De verplichtingen, voortvloeiende uit het waarborgen van geldleningen, zijn conform de BBV op de balans vermeld, maar maken er geen deel van uit. De provincie heeft zich garant gesteld voor de rente en aflossing van door diverse instellingen aangegane geldleningen.
Huurcontract tijdelijke huisvesting Leasecontract kopieerapparaten Leasecontract decentrale kopieerapparaten Leasecontracten dienstauto's Huurovereenkomst Centrale As Een specificatie van de gewaarborgde geldleningen is opgenomen in bijlage 5.4
1 januari 2011 31 december 2011 1.600.000 0 314.016 0 267.948 2.700.951 0 600.000 1.870.108 1.563.226
Financiële verplichtingen In de nota uitvoering Begroting 2010 zijn nieuwe afspraken gemaakt met betrekking tot de tijdelijke budgetten. De nota is op 16 december 2009 vastgesteld. Er zijn nu drie typen tijdelijke budgetten. Per type zijn afspraken gemaakt. Meer informatie is opgenomen in hoofdstuk 3, Ti jdelijke budgetten.
285
2
5 Gebeurtenis na balansdatum Op 12 januari 2012 is de BV Houdstermaatschappij Falcon ontbonden. Per 1 januari 2012 worden de balans en exploitatie van de geliquideerde BV Falcon in de provinciale boekhouding verantwoord. Hiertoe wordt bij de 1e Berap 2012 een begrotingswijziging gepresenteerd.
286
2. 6 Toelichting op programmarekening Thema 5.3 Provinciaal Meerjarenprogramma Landelijk Gebied 2007 t/m 2013 (pMJP) Aansluiting en toelichting op het verschil van de bestede Rijksbijdragen ILG en onttrekkingen ILG via RC Groenfonds en RC Rabobank. Specificatie bestede rijksbijdragen ILG Bestedingen DLG Bestedingen DR Overige bestedingen rijksbijdragen ILG Totaal bestede rijksbijdragen ILG
8.494.424 9.326.393 19.808.387 37.629.204
Onttrekkingen ILG Via RC Groenfonds Zie voor specificatie bij 2.4 toelichting op balans, onderdeel liquide middelen Via RC Rabobank Totaal onttrekkingen ILG
24.816.514 391.282 25.207.796
Verschil bestedingen ILG en onttrekking ILG Bestede rijksbijdragen ILG Onttrekkingen ILG Verschil
37.629.204 25.207.796 12.421.408
Verklaring verschil bestedingen ILG en onttrekking ILG Verschil tussen daadwerkelijke bestedingen DLG en voorschotten aan DLG Besteding DR 2010, betaald in 2011 Besteding DR 2011, betaald in 2012 Overige bestedingen Kostenvergoeding Groenfonds, niet meegenomen in bestedingen Totaal verschil
-7.184.938 -317.839 129.842 19.808.387 -14.044 12.421.408
Verklaring verschil tussen daadwerkelijke bestedingen DLG en voorschotten aan DLG Bestedingen FYLG Bestedingen BBL/IKG/Grond Beginbalans tussenrekening ILG voorschotten DLG Saldo 2011 tussenrekening ILG voorschotten DLG Totaal verschil
9.898.375 -815.120 -5.163.166 3.264.849 7.184.938
287
2
7 Analyse rekeningresultaat x € 1.000,-
Structurele budgetten Begrotingsruimte Tijdelijke budgetten Overlopende passiva Toegerekende bedrijfsvoeringskosten Overig
claim ISV resterend saldo
-2.637 -4.313 2.720 14.400 901 64 11.136 -14.064 -2.927 + = voordeel, - is nadeel (x € 1.000,-)
Structurele budgetten Programma/Beleidsveld 1 Bestuur en veiligheid minder lasten en verrekening lasten 2010 statengriffie minder lasten PS
2
Verkeer en vervoer minder kap.lst MPI extra lasten wegen algemeen minder lasten wegen bebording extra lasten gladheidsbestrijding minder lasten wegen klein incidenteel onderhoud minder lasten wegen kunstwerken extra lasten en minder baten wegen verhardingen minder apparaatskosten GSVW
6
10
Baten
Saldo
174 121
109
284 121
310 -449 336 -449 147 142 -461 1.011
extra lasten vaarwegen minder lasten vaarwegen algemeen extra lasten depostbeheer, deels goedgemaakt door extra baten extra lasten en minder baten depotbeheer minder lasten vaarwegen lauwerszeewerken minder lasten vaarwegen
4
Lasten
-161 250
Milieu minder baten en lasten WABO
-28 -4
125
-1
-137 -56 116 373
-46 -86
103
-378
Economie, toerisme en recreatie extra lasten agenda economie
-180
Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien minder opcenten minder financieringslasten minder toerekening bouwrente stelpost lasten afboeking oninbare vorderingen
379 0 0 -186
310 -422 336 -445 147 142 -586 1.011 totaal wegen
493
-161 249
-183 -142 116 373 totaal vaarwegen
251
-275
-180
-227 408 -3.601 -114 -186
-227 29 -3.601 -114
389
overige kleine over- en onderbestedingen alle programma's totaal structureel
-2.637 -4.313
Begrotingsruimte 2e berap 2011
288
2
8 Samenvatting begrotingsonrechtmatigheid De begrotingsrechtmatigheid heeft betrekking op het financiële handelen binnen het kader van de geautoriseerde begroting, dat als volgt wordt omschreven: “Financiële beheershandelingen, die ten grondslag liggen aan de baten en lasten (exploitatie), alsmede de balansposten (investeringen), dienen tot stand te zijn gekomen binnen de grenzen van de geautoriseerde begroting en hiermee samenhangende programma‟s (begrotingscriterium). In de begroting zijn de maxima voor de lasten vermeld die door Provinciale Staten zijn vastgesteld. Dit houdt in dat de financiële beheershandelingen dienen te passen binnen de begroting, waarbij het juiste programma, de toereikendheid van het begrotingsbedrag alsmede het begrotingsjaar van belang zijn.” Volgens het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) dienen de afwijkingen in de jaarrekening goed herkenbaar te worden opgenomen en toegelicht. Als blijkt dat de gerealiseerde uitgaven op programmaniveau hoger zijn, is er sprake van begrotingsonrechtmatigheid. Er zijn verschillende typen begrotingsoverschrijdingen. Overschrijdingen, die binnen d e beleidskaders van de Staten passen, worden in het accountantsoordeel niet meegewogen.
Zover mogelijk worden de begrotingswijzigingen, die gedurende het jaar al bekend waren, tijdens het jaar nog aan u voorgelegd . Begrotingswijzigingen voor het jaar 2011 zijn zoveel mogelijk meegenomen bij de 2e Bestuursrapportage per 1 september 2011. Begrotingswijzigingen daarna moeten in de jaarstukken worden toegelicht en worden door u met de vaststelling van de Jaarrekening 2011 geautoriseerd. Voor de investeringen wordt een krediet beschikbaar gesteld voor de duur van het project. Dit kan over meerdere jaren zijn. D e kredieten zijn echter niet altijd in een bestedingsritme begroot. Op deze wijze lijkt het alsof enkele bestedingen niet recht matig zijn. In totaal zijn de investeringen echter niet overschreden. Er is nog een krediet beschikbaar van € 127 mln. In het overzicht afgerekende-, opgeleverde - en onderhanden werken wordt de stand van zaken gepresenteerd. De stand van zaken van de exploitatie van de toe te lichten begrotingsonrechtmatigheden volgt op programmaniveau in onderstaand overzicht. Daarna worden de overschrijdingen toegelicht.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
*)
programma lasten Bestuur en veiligheid Verkeer en vervoer Wetter Milieu Landelijk gebied Economie, recreatie en toerisme Sociaal beleid en zorg Kultuer, taal en ûnderwiis Ruimte en wonen Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
begroting na wijziging 13.196 205.453 3.487 18.255 88.762 48.003 66.883 43.153 8.196 23.219
rekening 12.604 207.804 3.790 25.523 97.315 50.824 65.531 44.117 15.696 21.401
518.607
544.606
afwijking 592 -2.351 -302 -7.269 -8.553 -2.822 1.352 -964 -7.501 1.818
jaarovergang tijdelijke budgetten 0 21.501 -28 408 -9.334 -4.768 -88 -1.136 -1.197 1.455
saldo 592 -23.852 -274 -7.677 782 1.946 1.440 172 -6.304 363
-25.999
6.812
-32.811
*) *) *)
*)
Toe te lichten overschrijdingen
In deze tabel zijn de begrote en bestede lasten 2011 opgenomen. De hogere gerealiseerde lasten houden o.a. verband met het in overleg met de accountant en auditcommissie eerder nemen van lasten die voortvloeien uit juridisch afdwingbare verplichtingen. Dit conform het voor decentrale overheden geldende stelsel van baten en lasten, waarbij niet het betaalmoment maar het moment van levering/dienstverlening bepalend is voor het jaar waarin de lasten worden verantwoord.
In de kolom „Jaarovergang‟ is het bedrag weergegeven dat nog niet in 2011 is besteed of ontvangen en volgens de spelregels voor de tijdelijke budgetten gereserveerd mogen worden voor besteding in volgende jaren opdat de betreffende doelen gerealiseerd kunnen worden. Dit heeft betrekking op tijdelijke budgetten die bestemd zijn voor specifieke door de Staten gestelde doelen. Bij vier programma's er sprake is van een overschrijding van de lasten, hieronder volgt een korte toelichting.
Programma 2 Verkeer en vervoer De extra lasten van dit programma zijn ontstaan door het boeken van de verleende subsidies maar nog niet betaalbaar gestelde subsidies. Dit overeenkomstig de door het ministerie van BZK gepubliceerde spelregels voor het verantwoorden van doeluitkeringen. De overschrijding wordt gedekt door een direct gerelateerde inkomst. 3
Wetter
De extra lasten van dit programma zijn ontstaan door extra kosten waterschadeonderzoek Terwisscha. De overschrijding wordt gedekt door een direct gerelateerde inkomst.
4
Milieu
Het betreft hier de van het Rijk verkregen middelen voor het WBB -programma 2002-2004. Deze middelen zijn, in afwachting van de eindrapportage met het Rijk, voorlopig toegevoegd aan het budget voor het WBB -programma 2005-2009. De overschrijding wordt gedekt door een direct gerelateerde inkomst. 9
Ruimte en wonen
De extra lasten van dit programma zijn ontstaan door het als besteding boeken van verleende maar nog niet betaalbaar gestelde subsidies . De overschrijding wordt gedekt door een direct gerelateerde inkomst.
289
2
9 Wet Openbaarheid Topinkomens Wet WOPT ( Wet Openbaarheid uit publieke middelen gefinancierde Topinkomens) Met ingang van 1 maart 2006 is de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (WOPT, Stb. 2006, 95) van kracht. Deze wet regelt dat elke instelling, die overwegend uit publieke middelen is gefinancierd, jaarlijks het belastbaar jaarloon per individuele functionaris met wie zij een arbeidsrelatie heeft op functienaam zal publiceren, indien dit belastbaar jaarloon uitgaat boven dat van de minister. Voor 2011 is dit een bedrag van € 193.000,- Het voorschrift houdt voor provincies in dat de informatie over topinkomens moet worden opgenomen in de jaarrekening als bedoeld in artikel 201 van de Provinciewet.
Bij de beoordeling of het normbedrag wordt overschreden dient met de volgende beloningscomponenten rekening te worden gehouden: • Belastbaar loon; • Pensioenafdracht; • Overige voorzieningen betaalbaar op termijn; • Ontslagvergoedingen voor zover deze niet zijn opgenomen in het belastbaar loon. Bij de provincie Fryslân heeft alleen de Commissaris der Koningin in 2011 een inkomen dat op basis van de WOPT openbaar gemaakt moet worden. Zijn inkomen over 2011 was: Het belastbare inkomen van de CDK over 2011 is € 174.757,88 De pensioenafdracht € 29.175,48 Het totale inkomen voor de WOPT is € 203.933,36
290
3 Totaal tijdelijke budgetten 2011 Het overzicht tijdelijke budgetten is opgebouwd van uit de categorie indeling welke met de Staten is afgesproken bij de vaststelling van de nota ‘Uitvoering Begroting 2010’. De categorieën hebben de volgende betekenis: Categorie A: Betreft projecten waar een overeenkomst met derden is afgesloten. De gewenste resultaten en de benodigde middelen zijn hierbij vastgelegd. Bij deze categorie blijven de beschikbare middelen beschikbaar gedurende de looptijd van het tijdelijk budget. Categorie B: Bij deze projecten mogen meerjarige verplichtingen worden aangegaan. Niet bestede gelden aan het eind van het jaar vallen vrij in het rekeningsaldo. Categorie C: Bij deze projecten mogen geen meerjarige verplichtingen worden aangegaan. Niet bestede gelden aan het eind van het jaar vallen vrij in het rekeningsaldo. In 2011 is na overleg in het Breed Audit Overleg besloten om over te stappen van een kasstelsel naar een baten/lasten stelsel. Bij het kasstelsel werden alleen de daadwerkelijke betalingen als uitgaven gezien in dat jaar. Bij het baten/lasten stelsel wordt als last alle aan dat jaar toe te rekenen ontvangsten/uitgaven meegenomen. In het najaar zijn daartoe alle (meerjarige) verplichtingen die zijn aangegaan langsgelopen om te kijken waar deze verplichtingen, conform de afgegeven beschikking, betrekking had op de periode t/m 2011. Dit heeft geleid tot een verschuiving in de jaren waar de verplichting ten laste van komt. In een aantal gevallen zijn de verplichtingen alsnog ten laste van 2011 gekomen, hierbij was bij de 2e berap onvoldoende rekening gehouden. De overbesteding in 2011 bij deze projecten wordt opgevangen door de in de Begroting opgenomen budgetten 2012. Bij de 1e berap 2012 zal de wijziging voortvloeiende uit de jaarovergang tijdelijke budgetten aan u worden voorgelegd. Voor het inzicht in het verloop van de tijdelijke budgetten is in het overzicht aangegeven welke kasritme verschuiving heeft plaatsgevonden bij de 1e en 2e berap 2011. Daarnaast is aangegeven welke tijdelijke budgetten zijn beëindigd in 2011.
x € 1.000,-
baten
lasten budgetoverheveling
begroot 2011 806 3.786 1.392 5.984
tijdelijk budget A tijdelijk budget B tijdelijk budget C
totaal budgetmutatie
besteed 2011 1.800 4.334 960 7.094
begroot 2011 77.414 69.927 24.251 171.591
besteed 2011 7.094 121.573
verschil 1.110 8.452 9.562
1e berap 2011 -13.738 1.526 0 -12.213
2e berap 2011 -12.024 -21.343 -1.970 -35.337
overig 806 3.786 1.392 5.984
begroot na wijziging besteed 2011 52.457 38.725 53.896 60.034 23.672 22.814 130.026 121.573
-41.566
Aansluitingen x € 1.000,baten lasten
begroot 2011 5.984 130.026
toegevoegd aan reserve vrijval
6.843 2.719 9.562
Mutatie reserve 2011 x € 1.000,tijdelijk budget A tijdelijk budget B tijdelijk budget C
balans 1/1/2011 58.126 50.374 -4.699 103.801
primitieve jaarovergang mutatie reserve begroting 2010-2011 gedurende -18.492 -29.824 24.956 -20.436 -13.989 16.031 17.661 -387 578 -21.268 -44.200 41.566
Verloop reserve tijdelijke budgetten 2011 x € 1.000,01-01-2011 tijdelijk budget A 58.126 tijdelijk budget B 50.374 tijdelijk budget C -4.699 103.801
vormen 41.652 21.950 19.791 83.393
beschikken 50.285 48.144 2.024 100.453
31-12-2011 49.493 24.180 13.069 86.742
Afwikkeling reserve komende jaren x € 1.000,- beginbalans 2012 tijdelijk budget A 49.493 tijdelijk budget B 24.180 tijdelijk budget C 13.069 86.742
2012 -33.238 -13.620 197 -46.661
2013 -13.313 -5.996 -4.763 -24.072
2014 -2.941 -5.469 -1.405 -9.815
291
jaarovergang 2011-2012 balans 31/12/2011 14.726 49.493 -7.800 24.180 -84 13.069 6.843 86.742
2015
2016
-1.796 -7.098 -8.894
2.700 2.700
eindsaldo 0 0 0 0
vrijval 0 2.209 510 2.719
Ttijdelijke budgetten 2011 per beleidsveld
x € 1.000,beleids naam veld Tijdelijke budgetten A Tijdelijke budgetten B Tijdelijke budgetten C
806 3.786 1.392 5.984
Tijdelijke budgetten A x € 1.000,beleids veld B0202 B0202 B0202 B0404 B0504 B0601 B0601 B0602 B0602 B0602 B0602 B0602 B0602 B0602 B0602 B1007 B1007
1.800 4.334 960 7.094
Inkomsten Begroot Besteed
naam Bereikbaarheid Leeuwarden Decentralisatie uitkering RSP Openbaar Vervoer RSP: Openbaar Vervoer Decentralisatie uitkering externe veiligheid Programma pMJP: ympuls foar it Fryske plattelan (FYLG) Convenant A7-zone/Westergozone Stadsconvenant Leeuwarden FMP Boarnsterhim FMP Fietspad Swette FMP Gaasterlan-Sleat FMP Masterplan Harlingen FMP Masterplan Tytjerksteradiel FMP Noordelijke Elfsteden Route FMP Turfroute FMP Watersportvoorziening Leeuwarden Decentralisatie uitkering RSP Regionaal Economisch Pakket RSP: Regionaal economisch pakket
Tijdelijke budgetten B x € 1.000,beleids veld B0403 B0601 B0601 B0601 B0601 B0601 B0601 B0601 B0601 B0601 B0601 B0601 B0601 B0602 B0602 B0602 B0602 B0603 B0603 B0603 B0603 B0701 B0701 B0701 B0701 B0701 B0701 B0702 B0702 B0702 B0702 B0702 B0702 B0703 B0801 B0801 B0801 B0801 B0801 B0801 B0801 B0801 B0801 B0801 B0801
Inkomsten Begroot Besteed
0 161 506 140
0 1.172 488 140
0
0
0 806
0 1.800
Inkomsten Begroot Besteed
naam Decentralisatie uitkering bodemsanering Cofinancieringsbudget EFRO-EZ/Interreg/Waddenfonds Geografisch top level domein Interreg Kompas Kompas: Fries Museum Ondersteuning bestuurscie EZ en secretariaat NOA Revitalisering bedrijfsterreinen Sportstad Heerenveen (procesgeld) Verbreding techniek in het basisonderwijs Waddenfonds Watertechnologie (procesgeld) Werkbudget Kompas Bezinningscentra Friese Meren Project Toerdata Noord Toerisme beleid/topattractie Afsluitdijk (procesgeld) Decentralisatie uitkering SLOK Duurzame energie Fryske Fiersichten Budget zorg Decentralisatie uitkering emancipatiebeleid Pilot Farmacierobot Programma talinten fan jonge minsken SIF Stille armoede Huis van de jongeren Jeugdhulp Medisch kinderdagverblijf Dokkum Pilot gezincoaches Stimulering totstandkoming centra jeugd en gezin Woodbrookers Sport Basisfoarsjennings/opliedings Doelundersyk streekargivaris Ferbouwing Frysk skipfeartmuseum Fernijende inisjativen/briedplakken/topkeunst Fonds cultuurparticipatie Froeks Kultuernota Finsters iepen Kulturele Haadsted 2018 Omrop Fryslan Sintraal Depot Fryslan Topkeunst
0 1.470 0 1.805 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 511 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 1.470 0 2.334 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 510 0 -1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Begroot voor Wijziging wijziging 1e berap kasritme 78.220 -13.738 73.713 1.526 25.642 0 177.576 -12.213
Begroot voor Wijziging wijziging 1e berap kasritme 4.536 21.428 6.054 -6.054 660 29.166 -5.600 3.825 -1.350 3.517 687 500 213 294 414 734 -734 136 0 4.980 1.075 78.220 -13.738
Begroot voor Wijziging wijziging 1e berap kasritme 1.858 8.902 492 86 2.137 3.591 736 550 -2 8 350 74 1.708 -17 19 6 150 4.649 1.000 27 1.670 71 65 4.792 17 234 -23 46 26 687 2.557 -10 1.036 -8 38 4.313 120 650 152 100 106 37 27 160 74 1.021 70 766 1.651 830 -22 4
292
Uitgaven Wijziging Begroot na 2e berap wijziging -12.024 -21.343 -1.970 -35.337
52.457 53.896 23.672 130.026
Uitgaven Wijziging Begroot na 2e berap wijziging
-71 -6.921 -19 36 -250 -107
-92 -4.600 -12.024
4.536 21.428 0 589 16.645 2.456 3.517 723 250 107 294 414 0 44 0 380 1.075 52.457
Uitgaven Wijziging Begroot na 2e berap wijziging -600 16
-50 -3.312
-8 -485 -2
171 25
1.258 9.394 86 2.153 4.327 550 -2 8 350 74 1.691 19 6 100 2.338 27 1.670 71 65 4.792 17 212 46 26 679 2.062 1.027 38 4.313 120 650 152 100 106 37 27 160 74 1.021 70 937 1.651 830 3 4
saldo 2011 Besteed (inkomstenuitgaven) 38.725 60.034 22.814 121.573
-14.726 5.591 -427 -9.562
Besteed (inkomstenuitgaven) 943 3.521 0 83 27.003 2.979 3.552 623 22 0 0 0 0 0 0 0 0 38.725
-3.593 -17.908 0 -506 9.346 540 35 -100 -228 -107 -294 -414 0 -44 0 -380 -1.075 -14.726
Besteed (inkomstenuitgaven) 1.116 10.526 32 3.684 4.839 550 -2 6 324 73 1.546 15 5 103 4.568 23 1.951 86 0 5.141 5 212 46 26 530 2.085 1.021 38 2.914 120 650 217 100 104 22 27 160 31 1.178 70 937 1.650 830 3 4
-142 1.132 -54 1.002 513 0 0 -2 -26 -1 -145 -4 -2 3 2.231 -5 281 15 -65 349 -12 0 0 0 -149 23 -6 0 -1.399 0 0 65 0 -2 -15 0 0 -43 157 0 0 -2 0 0 0
naar 2012 vrijval 2011 Eindig 2011 14.726 -7.800 -84 6.843
0 -2.209 -511 -2.720
naar 2012 vrijval 2011 Eindig 2011 3.593 17.908 0 506 -9.346 -540 -35 100 228 107 294 414 0 44 0 380 1.075 14.726
0
naar 2012 vrijval 2011 Eindig 2011 -1.132 -1.002 -513
145 -3 -2.231 -281 -15 -349 12
-23
-142 -54
-2 -26 -1
ja
-4 -2
ja
-5
ja
-65 ja
-149 -6 -1.399
-65 -2 -15
-157
ja ja
-43
ja ja
ja ja ja ja ja ja ja
-2 ja
Tijdelijke budgetten B x € 1.000,beleids veld B0802 B0803 B0803 B0803 B0804 B0804 B0804 B0804 B0804 B0804 B0804 B0901 B0901 B0901 B0902 B0902 B0902 B0902 B0903 B0903 B0903 B1007 B1007 B1007
naam Nota erfgoed Frysk skreaune media Mercator kenniscentrum Taalnota Boppeslach HBO/WO lektoraten kennishotspots ICT en Frysk Nije Ensyklopedy fan Fryslan University Campus Fryslan VMBO regionale arrangementen Wageningen Centre for Marine Policy Convenant vaarrecreatie Waddenzee (Bijdrage aan) Fan Fryslan Gebiedsontwikkeling Nieuw Stroomland Decentralisatie uitkering bedrijventerreinen Demografische ontwikkelingen Herstructurering bedrijventerreinen Ruimtelijke kwaliteit Decentralisatie uitkering collectief part. opdrachttgeverschap Uitvoeringskosten funderingsherstel Herstructurering algemeen Decentralisatie uitkering ISV Decentralisatie uitkering sterke regio's Huisvesting Fryske Akademy
Tijdelijke budgetten C x € 1.000,beleids veld B0101 B0101 B0102 B0103 B0104 B0104 B0105 B0201 B0201 B0201 B0202 B0203 B0203 B0203 B0203 B0203 B0204 B0301 B0402 B0404 B0404 B0405 B0406 B0406 B0406 B0406 B0406 B0406 B0501 B0501 B0501 B0501 B0501 B0501 B0501 B0501 B0502 B0503 B0503 B0503 B0503 B0503 B0504 B1007 B1007 B1007 B1007 B1007 B0003 B0003 B0004
Inkomsten Begroot Besteed
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 3.786
1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 20 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 4.334
Inkomsten Begroot Besteed
naam Lobby foar it Frysk Statenverkiezingen VNG congres Fryske jun Procesarchitect Versterking bestuurskracht gemeenten SNN bestuurscommissie EZ Fietspad Leechlan Fryske Fiersichten Implementatie vaarwegenbeheer waterwet Haak om Leeuwarden Baggerdepots Kunstproject Woordenstroom PVVP achterstallig onderhoud Quick wins binnenhavens Verdiepen provinciale vaarwegen Korting OV voor scholieren 3e Waterhuishoudingsplan Leren voor duurzame ontwikkeling Milieubeleidsplan spoor 2 en 3 Provinciaal Milieubeleidsplan Invoering Wabo en RUD Decentralisatie uitkering luchthavens Duurzame energie Geurmetingen Toezichtsplan REC Vergunningverlening REC WABO Europees visserijfonds (bijdrage aan) Fan Fryslan It Fryske Gea Natuurbeschermingswet Onderzoek alternatieve zoutwinning Waddenzee Overzomerende ganzen SANL Uitvoering werkplan weidevogels Moai Fryslan: investeren in mooi landschap Actieplan duurzame landbouw Economische gevolgen MKZ crisis Landbouwvalley Programma innovatieve agrosector Fryslan Verlenging Waddenkas Projectverwerving Bijdrage rijksagenda Sportstad Heerenveen (procesgeld) Decentralisatie uitkering RUD opbouw Decentralisatie uitkering Electrisch varen Implementatie WABO Realisatie informatiebeleid door middel van bouwstenen Verbeterslag provinciale brieven en formulieren Aanschaf softwareapplicaties en apparatuur
0 0 0 0 0 0 0 120 0 0 0 0 0 0 40 1 0 0 112 0 42 0 0 0 0 0 0 0 108 0 0 0 0 0 0 0 0 485 0 0 -1 111 375 0 0 0 0 0 0 0 0 1.392
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 74 1 0 0 112 0 57 0 0 0 0 0 0 0 134 0 0 16 0 0 0 0 0 107 0 0 24 111 324 0 0 0 0 0 0 0 0 960
Begroot voor Wijziging wijziging 1e berap kasritme 1.482 100 200 600 6.640 42 3 90 2.017 150 645 -645 0 316 50 2.047 182 177 1.052 80 7 983 5.268 3.840 2.330 73.713 1.526
Begroot voor Wijziging wijziging 1e berap kasritme 25 150 31 35 120 47 64 200 300 150 1.500 400 1 284 40 144 0 365 163 347 463 423 248 15 3 37 400 4 208 -68 102 114 46 25 62 250 625 810 210 11 81 111 0 15.500 140 140 350 750 65 50 100 25.642 0
293
Uitgaven Wijziging Begroot na 2e berap wijziging -20
-2.000
-1.517
-1.693 -145 -200 -80 -7 -5.268 -3.840 -2.330 -21.343
1.462 100 200 600 4.640 42 3 90 500 150 0 0 316 50 355 182 32 852 0 0 983 0 0 0 53.896
Uitgaven Wijziging Begroot na 2e berap wijziging
-138 -160 -138
-395 -40
-350 -750
-1.970
25 150 31 35 120 47 64 200 300 150 1.500 400 1 284 40 144 0 365 163 210 463 263 111 15 3 37 400 4 208 -68 102 114 46 25 62 250 625 415 210 11 41 111 0 15.500 140 140 0 0 65 50 100 23.672
Besteed (inkomsten-
1.624 100 200 600 4.643 19 3 90 979 117 345 27 344 0 297 100 32 770 18 0 2.161 0 0 0 60.034
uitgaven) 161 0 0 0 3 -23 0 0 479 -33 345 7 28 -50 -57 -83 0 -82 18 0 1.179 0 0 0 5.591
Besteed (inkomsten-
3 125 31 33 120 32 0 0 103 93 1.500 400 0 236 74 225 -1 403 152 224 414 229 98 17 7 44 458 0 234 -21 102 130 0 25 80 254 625 260 209 9 59 108 0 15.500 0 0 0 0 64 44 110 22.814
uitgaven) -22 -25 0 -2 0 -15 -64 -80 -197 -57 0 0 -1 -48 0 81 -1 38 -11 14 -64 -34 -12 2 4 7 58 -4 0 47 0 0 -46 0 18 4 0 223 -1 -2 -7 -2 51 0 -140 -140 0 0 -1 -6 10 -427
naar 2012 vrijval 2011 Eindig 2011 -161
-3
-479 -345
-18
ja
-23
ja ja
-33
ja
7 28 -50 -57 -83
ja ja ja
-82
-1.179
-7.800
-2.209
naar 2012 vrijval 2011 Eindig 2011 -22 -25 -2 -15 -64 -80 -197 -57 -1 -48
-38 -14
-2 -7
81 -1 -11
ja
-64 -34 -12 4
ja
58 -4
ja ja
-46 -18 -4
7
215 -1 -2 -2 51 -140 -140
-84
ja
ja ja ja ja
47
-8
ja ja ja ja ja ja
-1 -6 10 -511
ja ja
ja ja ja ja ja ja ja ja
4
Accountantscontrole
294
295
5 1 Overzicht aanwending onvoorzien
Begroting 2011 Begroting voor wijz. 2011 na wijz.
Tussentijdse bijstelling
Rekening 2011
x € 1.000 baten 10.8 Onvoorzien totaal baten
0 0
0 0
0 0
0 0
lasten 10.9 Onvoorzien totaal lasten
-189 -189
-189 -189
0 0
-3 -3
De post onvoorzien wordt vaak gebruikt als tussenoplossing voor mutaties die op meerdere programma’s en producten betrekking hebben en die niet meer functioneel geraamd kunnen worden. Het wordt niet gebruikt als dekkingsmiddel voor begrotingswijzigingen gedurende het jaar, zoals bedoeld in het BBV.
296
5 2 Gerealiseerde algemene dekkingsmiddelen
10.1 10.2 10.3
10.4
10.5 10.6
10.7
10.8
x € 1.000 Baten Financiering op korte termijn Financiering op lange termijn Provinciale heffingen Provinciefonds BCF subsidiabele btw Algemene uitkering dividend NUON rente NUON dividend BNG dividend NWB dividend Vitens Dividenden Interne financiering mutatie reserve kostenplaats inkomsten prov.fonds naar OP Waddenfonds Overige algemene dekkingsmiddelen Stelpost loon- en prijsstijging Budget voormalig personeel Loon- en prijsstijgingen
Begroting 2011 Begroting 2011 voor wijz. na wijz.
Tussentijdse bijstelling
Rekening 2011
5.839 114 1 114
40 449 57.661 138.227 49 138.276 45.205 2.541 173 19 1 47.939 15.537 5.839 -33.000 -27.161 114 1 114
40 0 519 49.189 0 49.189 4.481 0 66 -14 0 4.533 -132 0 -33.000 -33.000 0 0 0
69 381 57.435 138.227 132 138.359 45.282 2.541 173 19 1 48.016 11.937 3.539 -33.000 -29.461 0 0 0
211.707
232.855
21.148
226.734
1.818 471
2.102 471
284 0
1.723 465
0 152 2.541 36 0 2.730
0 152 2.541 36 0 2.730
4.488 9.846
9.440 1.735
15.700 30.034 697 700 1.397
15.500 26.675 -18 700 682
0 0 0 0 0 0 0 0 4.952 -8.111 0 -200 -3.359 -715 0 -715
0 152 2.541 36 0 2.730 0 7.309 0 361 15.500 23.171 0 436 436
36.450
32.659
-3.791
28.524
449 57.142 89.038 49 89.087 40.724 2.541 107 34 1 43.407 15.670 5.839
totaal baten Lasten 10.1 Financiering op korte termijn 10.2 Financiering op lange termijn 10.3 Provinciale heffingen verrekende BTW 10.4 Algemene uitkering aandeelhoudersschap NUON rente NUON rente BNG rente NWB 10.5 Dividenden 10.6 Interne financiering mutatie reserve kostenplaats niet vrijgegeven door PS nog functioneel toe te rekenen bedrijfsvoering rijksbijdrage 10.7 Overige algemene dekkingsmiddelen Stelpost loon- en prijsstijging Budget voormalig personeel 10.8 Loon- en prijsstijgingen totaal lasten
297
5 3 Overzicht structurele en tijdelijke baten en lasten
1 2 3 4 5 6 7 8 9
1 2 3 4 5 6 7 8 9
x € 1.000 Baten Bestuur en veiligheid Verkeer en vervoer Wetter Milieu Landelijk gebied Economie, recreatie en toerisme Sociaal beleid en zorg Kultuer, taal en ûnderwiis Ruimte en wonen Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
Structurele budgetten Begroting Rekening Afwijking 2011 na 2011 /begroting wijziging rekening
Tijdelijke budgetten Begroting Rekening Afwijking 2011 na 2011 /begroting wijziging rekening
440 138.760 906 1.345 59.935 3.329 50.883 317 2.307 232.855
575 164.160 1.222 9.211 58.733 958 51.050 309 22.969 226.735
-135 -25.400 -316 -7.866 1.202 2.371 760 8 -20.662 6.120
0 161 0 154 1.238
0 75 0 169 1.889
4.432 0 0 0 0
4.941 0 1 20 0
0 86 0 -15 -651 -509 0 -1 -20 0
Totaal baten voor bestemming
491.078
535.923
-43.918
5.984
7.094
-1.110
Totaal tijdelijke en structurele budgetten
497.062
543.017
-45.955
12.724 176.469 3.122 14.738 69.965 12.465 57.352 30.550 5.426 15.236
12.260 200.711 3.387 22.680 68.237 10.177 57.468 30.483 11.946 13.021
464 -24.241 -265 -7.942 1.728 2.288 811 67 -6.520 2.215
472 28.984 365 3.517 18.797 35.538 9.531 12.603 2.770 17.235
344 7.093 403 2.843 29.078 40.647 8.063 13.634 3.750 15.500
128 21.890 -38 674 -10.281 -5.109 1.468 -1.031 -980 1.735
Totaal lasten voor bestemming
398.048
430.370
-31.394
129.811
121.355
8.455
Totaal tijdelijke en structurele budgetten
527.859
551.725
-23.866
Lasten Bestuur en veiligheid Verkeer en vervoer Wetter Milieu Landelijk gebied Economie, recreatie en toerisme Sociaal beleid en zorg Kultuer, taal en ûnderwiis Ruimte en wonen Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
Structureel bevat alle budgetten; structureel, reserves, voorzieningen, overlopende passiva en bedrijfsvoeringskosten. De tijdelijke budgetten zijn die budgetten die voor een bepaalde (eindige) periode in de Begroting zijn opgenomen. Zowel de baten als de lasten gemoeid met deze projecten worden als tijdelijk aangemerkt. In het Besluit Begroten en Verantwoorden (BBV) is aangegeven dat een overzicht van structurele en incidentele baten en lasten moet worden gegeven. Hierbij wordt als incidenteel beschouwd die baten en lasten met een looptijd van maximaal 3 jaar. Tot op heden presenteerden wij beide overzichten in de Begroting. In overleg met het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is overeengekomen dat vanaf heden alleen het overzicht van structurele en tijdelijke budgetten gepresenteerd hoeft te worden aangezien wij, zoals al aangegeven, zowel de baten als lasten eenduidig als structureel of tijdelijk aanmerken.
298
5.4 Overzicht Gewaarborgde geldleningen 2011 Nr. Oorspronkelijk Doel van de geldlening bedrag
Door wie de lening is aangegaan
Gevallen van gemeenschappelijke waarborging van de lening. Namen van de andere lichamen die mede waarborgen
in € 1
1.372.685 Borneroord te Beetsterzwaag gemeenschapscentrum
Stichting De Open Ankh. Dienstverl. Geest. Gezondheidszorg
Groningen en Drenthe
2
1.134.451 Uitbreiding en exploitatie van 1.588.231 psychiatr centrum Beileroord te Beilen
Stichting de Open Ankh.
Drenthe, Groningen idem
3
680.670 Uitbr/verb/inr verpl huis Bloemkamp
Zorggroep Plantein (De Bloemk/ Finke/ Ielânen/ Flecke)
4
1.134.451 Financ nieuw kantoorgeb, magaz'n, garages 1.134.451 idem
Bibliotheekservice Fryslan -( Stichting Centrale Bibliotheekdienst
5
3.176.462 Uitbr/renovatie afd geest. gestoorde bej.
Stichting Bertilla te Drachten
299
--
Grondslag/percentage Datum en nummer Goedkeurings- RenteRestant- Totaalbedrag v.d. van het deel dat door Besluit Provinciale besluit % bedrag van gewone en buitende provincie is Staten c.q. CdK de geldlening gewone aflossing gewaarborgd per 1-1-2011 in 2011 in € 100 21-06-78, nr 7
05-12-78, nr 3
4,31
33 22-06-77, nr 6 33 22-06-77, nr 6
26-08-78, nr 5 26-08-78, nr 5
4,53 7,2
100 22-06-71, nr 6
06-09-71, nr 25
5,89
100 31-03-82, nr 9 100 31-03-82, nr 9
29-05-82, nr 44 29-05-82, nr 44
6.86 4.47
100 12-11-80, nr 5
19-01-81, nr 6
5.36
TOTAAL
300
Restantbedrag van de lening per 31-12-2011
Totaal Gewaarborgd 31-12-2011 door provincie in € in € in €
73
73
-
0
73 113.399 211.700 325.100 48.080 48.080 357.352 357.920 715.272 998.316 998.316 2.086.841
73 113.399 211.700 325.100 48.080 48.080 29.779 29.827 59.606 90.756 90.756 523.614
-
0 0 0 0 0 0 327.573 328.093 655.666 907.560 907.560 1.563.226
0 0 327.573 328.093 655.666 907.560 907.560 1.563.226
5
5 Overzicht personeelssterkte en -lasten Feitelijke sterkte 750
Personeelssterkte De feitelijke sterkte is de werkelijk bezette formatieplekken.
Personeelslasten Organisatie - eenheid/ team
Loonkosten 2011
Directie SOBD Divisie Uitvoering Divisie Beleid Divisie Middelen Overig personeel
1.398.836 2.860.687 21.854.078 13.483.436 12.862.431 2.622.389 totaal personeelslasten
55.081.857
Specificatie personeelslasten Salarissen Toelagen
42.312.786 4.041.551 46.354.337
Sociale lasten: Pensioenpremie Overige
9.100.673 4.345.084 13.445.757
Overige uitgaven
816.013 60.616.108
totaal lasten
Inkomsten Salarissen Pensioenpremie Overige soc.verz.wetten
30.811 3.359.499 2.143.941 5.534.251
totaal baten totaal personeelslasten
55.081.857
301
5 6 Overzicht Sisa specifieke uitkeringen Sinds 2006 is voor de verantwoording van de bestedingen van specifieke uitkeringen van het rijk aan provincies en gemeenten dehoren SiSa (Single Information Single Audit) ingevoerd. is vervolgens in 2008 de Op grond geleidelijk van de BBV in dit overzicht de incidentele (maximaal drieDeze jaar) werkwijze baten en lasten weergegeven teinworden. Bij Financiële verhoudingswet verplicht gesteld. Dit heeft tot gevolg dat de verantwoording voor specifieke uitkeringen via een bijlage bij de Jaarrekening verloopt. De controle van deze bijlage wordt meegenomen in de accountantscontrole op de Jaarrekening. De accountant meldt vervolgens per specifieke uitkering de bevindingen in het accountantsverslag bij de Jaarrekening. De afzonderlijke verantwoordingen en de benodigde accountantsverklaringen richting het Rijk zijn daarmee vervallen. Voor 2011 gaat het om 11 regelingen, terwijl in 2009 nog over 18 regelingen verantwoording moest worden afgelegd. Dit verschil is vooral te verklaren uit het streven van het Rijk om het aantal specifieke uitkeringen te vermindere n. In dit kader worden bepaalde specifieke uitkeringen omgezet naar decentralisatie-uitkeringen waarover geen verantwoording meer behoeft te worden afgelegd. Het doel van SiSa was en is dat provincies (en ook gemeenten) voortaan minder vaak en maar op één moment verantwoordingsinformatie hoeven te verstrekken aan het Rijk over specifieke uitkeringen en de (controle) werkzaamheden over de besteding van specifieke uitkeringen worden verminderd. Deze vereenvoudiging is mogelijk omdat de accountant de provinciale Jaarstukken met ingang van 2004 ook op rechtmatigheid dient te beoordelen. Controle op rechtmatigheid van de bestedingen geldt met nadruk ook voor de specifieke uitkeringen waarover in het kader van SiSa verantwoording dient te worden afgelegd. Daartoe is in de bijlage SiSa een aparte kolom “aard controle “ opgenomen. In aanvulling op de in de bijlage SiSa gevraagde informatie mogen de Ministeries nog (beperkt en zeker niet jaarlijks) enige beleidsinformatie vragen. Hiervoor is niet meer een afzonderlijke accountantsverklaring nodig.
De in de verantwoordingsbijlage opgenomen bedragen sluiten niet altijd aan op de bedragen zoals deze in de Jaarrekening zijn verantwoord. Dit komt doordat tot en met 2009 moest worden verantwoord volgens het bestedingsbegrip van de desbetreffende regeling en ingaande 2010 ook voor de verantwoording in de SiSa-bijlage het baten-lastenstelsel geldt. Het ministerie heeft een en ander toegelicht in de Nota baten-lastenstelsel voor specifieke uitkeringen. Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat deze stelselwijziging ook voor in 2011 aanleiding geeft tot aansluitingsverschillen. SiSa Medeoverheden In juli 2008 is in een wijziging van de Financiële Verhoudingswet geregeld dat SiSa ingaande de jaarstukken 2008 ook van toepassing is op door de provincies naar gemeenten en gemeenschappelijke regelingen doorverdeelde rijksmiddelen. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft de SiSamatrix daartoe uitgebreid met speciaal voor de relatie gemeente-provincie ontwikkelde formats. Deze formats zijn in 2009 door het ministerie bijgesteld aan de hand van de in 2008 opgedane ervaringen. Bij de provincie Fryslân is SiSa-medeoverheden van toepassing op de Brede Doeluitkering Verkeer en Vervoer en de regeling ISV. Daarnaast legt de provincie als medeoverheid via SiSa aan het SNN verantwoording af over de bestedingen van het Regionaal Mobiliteitsfonds RSP.
302
Ontvanger
Juridische grondslag
Nummer E6
Specifieke uitkering
Departement I&M
Besteding 2011 uit Wbb
Bodemsanering (excl. Bedrijvenregeling) 20052009
Wet bodembescherming (Wbb), Besluit financiële bepalingen bodemsanering Aard controle R en Regeling financiële bepalingen bodemsanering;
I N D I C A T O R E N Besteding 2011 uit FES Eindverantwoording Uitgaven (Wbb) van vóór Ja/Nee 2010, waarvan besteding in 2011 plaatsvindt
Aard controle R
Aard controle n.v.t.
Uitgaven (FES) van vóór 2010, waarvan besteding in 2011 plaatsvindt
Zie Nota batenlastenstelsel
Zie Nota batenlastenstelsel
Aard controle R
Aard controle R
Provincies en gemeenten
I&M
E9
Programma Externe Veiligheid (EV) Subsidieregeling programmafinanciering Externe Veiligheid (EV)beleid voor andere overheden 2006-2010
€ 453.772 Aantal saneringen (in te vullen zodra de prestaties behaald zijn)
€0 Aantal bodemonderzoeken (in te vullen zodra de prestaties behaald zijn)
Nee Aantal m2 gesaneerd oppervlakte (inclusief SEB) (in te vullen zodra de prestaties behaald zijn)
€0 Aantal m3 gesaneerde grond (inclusief SEB) (in te vullen zodra de prestaties behaald zijn)
€0 Aantal m3 gesaneerd verontreinigd grondwater (inclusief SEB) (in te vullen zodra de prestaties behaald zijn)
Aard controle D1
Aard controle D1
Aard controle D1
Aard controle D1
Aard controle D1
Besteding 2011
Eindverantwoording ja/nee Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2011 plaatsvindt Zie Nota batenlastenstelsel
Aard controle R
Aard controle n.v.t.
Aard controle R
Provincies I&M
E10
Nee € 25.117 €0 Besteding 2011 ten laste van Eindverantwoording ja/nee Uitgaven van vóór 2010, rijksmiddelen waarvan besteding in 2011 plaatsvindt
Tijdelijke subsidieregeling Innovatieprogramma Mooi Nederland
Zie Nota batenlastenstelsel
Tijdelijke subsidieregeling innovatieprogramma Mooi Nederland
Aard controle R
Aard controle n.v.t.
Aard controle R
Ja Rentebaten 2011
€0 Ontvangen BDU-bijdrage V&W 2011
Aard controle R
Aard controle R
€ 561.554 Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2011 plaatsvindt
Provincies en gemeenten
I&M
E27
-€ 3.429 Eindsaldo/-reservering 2010
Brede doeluitkering verkeer en vervoer Wet BDU Verkeer en Vervoer (art. 10)
Aard controle R
Terugbetaling door derden Besteding 2011 vanuit BDU-bijdrage verstrekte middelen in 2011
Correctie over besteding 2010
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
€ 53.370.000
€ 920.690
€ 57.265.597
€0
Besteding 2011 uit fonds (onderscheid herkomst middelen niet nodig)
Eindsaldo 2011
Provincies en stadsregio's (Wgr+) € 56.155.359 Eindsaldo/-reservering 2011
Zie Nota batenlastenstelsel
1 I&M
E28
Regionale mobiliteitsfondsen Wet bereikbaarheid en mobiliteit (artikel 28)
Aard controle R
Aard controle R
€ 53.742.006 Individuele bestedingen 2011 die meer dan 20% van de totaal ontvangen BDU bedragen
€0 Individuele bestedingen 2011 die meer dan 20% van de totaal ontvangen BDU bedragen
Omschrijving
Bedrag
Aard controle n.v.t.
Aard controle R
14469315 Eindsaldo 2010
€0 Dotatie regio in 2011
Dotatie rijk in 2011
Rentebaten 2011
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
€ 8.746.278 Eindverantwoording Ja/Nee
€ 5.800.000 Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2011 plaatsvindt
€0
€ 98.347
Aard controle R
Aard controle R
Provincies en Wgr+ regio’s
Zie Nota batenlastenstelsel Aard controle n.v.t.
Aard controle R
Nee
€0
Pagina 5 van 8 303
€ 9.195.000
€ 5.449.625
Ontvanger
Juridische grondslag
Nummer E28B
Specifieke uitkering
Departement I&M
Hieronder per regel één beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie
Regionale mobiliteitsfondsen (Zuiderzeelijn) Beschikking of overeenkomst van Samenwerkingsverband Noord Nederland met provincies obv convenant tussen Rijk en Samenwerkingsverband Noord Nederland voor Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn
Gerealiseerd ja/nee
I N D I C A T O R E N Besteding 2011 ten laste Overige bestedingen 2011 Te verrekenen met SNN van SNN
Aard controle n.v.t. Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Toelichting
Aard controle n.v.t.
Provincies Friesland, Groningen en Drenthe (SiSa tussen medeoverheden+) nee 1 UP-10-03059 en UP-10-21309 nee 2 UP - 11 - 15070 3 4 5 Eindverantwoording Ja/Nee Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2011 plaatsvindt
€ 12.483.534 € 584.876
nvt nvt
€0 €0
Joure/Harl./Hveen.Grn/ bested. 2011 (N381)
Zie Nota batenlastenstelsel Aard controle n.v.t.
I&M
E30
1 Nee 2 Nee 3 4 5 Quick wins binnenhavens Hieronder per regel één projectaanduiding en in de Tijdelijke subsidieregeling kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie Quick Wins Binnenvaart
Aard controle R €0 €0
Besteding 2011 ten laste van rijksmiddelen
Overige bestedingen 2011 Eindverantwoording Ja/Nee Uitgaven tlv rijksmiddelen van vóór 2010, waarvan besteding in 2011 plaatsvindt Zie Nota batenlastenstelsel
Provincies en gemeenten Aard controle n.v.t. Aard controle R
I&M
E34
1 2 3 4 5 Bijdrage hoofdvaarwegen Fryslân en Groningen
500001288 Zwaaikom Lwd 500001326 It Soal 500001196 Wide Greuns 500001192 Houkesleat 500001195 Besteding 2011
Convenant tussen rijk en provincies Friesland en Groningen Provincies Friesland en Groningen
€ 34.847 € 37.148 € 156.384 €0 €0 Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2011 plaatsvindt
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
€ 34.847 € 37.148 € 156.384 €0 €0
Nee Nee Nee Ja Ja
€0 €0 €0 €0 €0
Zie Nota batenlastenstelsel Aard controle R
€ 7.099.943
Aard controle R
€0
Pagina 6 van 8 304
Overige uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2011 plaatsvindt Zie Nota batenlastenstelsel Aard controle R €0 €0 €0 €0 €0
VWS
H4
Verzameluitkering VWS (incl. oud JenG)
VWS
H8
Ontvanger
Verzameluitkering EL&I (incl. oud LNV)
Juridische grondslag
Nummer F3
Specifieke uitkering
Departement EL&I
I N D I C A T O R E N
Besteding 2011 (incl. besteding 2009 en 2010 voor zover nog niet eerder Regeling verzameluitkering verantwoord (zie nieuwsbrief IBI nr. 30) Provincies, gemeenten en Aard controle R gemeenschappelijke regelingen (Wgr) € 150.250 Besteding 2011 (incl. besteding 2009 en 2010 voor zover nog niet eerder Regeling verzameluitkering verantwoord (zie nieuwsbrief IBI nr. 30) Provincies, gemeenten en Aard controle R gemeenschappelijke regelingen (Wgr)
Doeluitkering jeugdzorg (Bureau Jeugdzorg + Zorgkosten Jeugdzorg)
€ 30.000 Aantal Onder toezichtstelling Aantal OTS 2010, overig (OTS), jaar 2010
Aantal voorlopige voogdij 2010
Aantal voogdij 2010
Aard controle D1
Aard controle D1
Aantal jeugdreclassering 2010
Aantal samenloop 2010
Aard controle D1
Aard controle D1
16
Aard controle D1
Aard controle D1
227
517
2
151
205
Aantal Individuele Traject Begeleiding 2010 (ITB), harde kern
Aantal ITB 2010, Criem
Aantal scholing- en trainingsprogramma's (STP) 2010
Besteding 2011 aan stichting die een bureau jeugdzorg in stand houdt deel justitietaken
Besteding 2011 aan Besteding 2011 aan stichting, die een bureau zorgaanbod jeugdzorg in stand houdt deel taken bureau jeugdzorg en subsidie bureau jeugdzorg
Aard controle R
Aard controle R
Wet op de jeugdzorg (art. 37) en Regeling bekostiging jeugdzorg 2009 Provincies en stadsregio’s (Wgr+)
Aard controle D1
Aard controle D1
Aard controle D1
111
3
Aantal aanmeldingen 2011 aan het LBIO door bureau jeugdzorg
Aantal afmeldingen 2011 Omvang aan het LBIO door bureau egalisatiereserve jeugdzorg jeugdzorg per 31 december 2011 Aard controle D2 Aard controle R
Aard controle D2
441
460
Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2011 plaatsvindt aan stichting die een bureau jeugdzorg in stand houdt -deel justitietaken
Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2011 plaatsvindt aan stichting, die een bureau jeugdzorg in stand houdt deel taken bureau jeugdzorg en subsidie bureau jeugdzorg
Zie Nota baten-lastenstelsel Aard controle R
Zie Nota batenlastenstelsel Aard controle R
€0
€0
0
-€ 13.871.508 Uitgaven van vóór 2010, waarvan de uitgave in 2011 plaatsvindt aan zorgaanbod
Zie Nota batenlastenstelsel Aard controle R €0
Pagina 8 van 8 305
€ 9.512.119 Eindverantwoording Ja/Nee
Aard controle n.v.t. Nee
9625833
Aard controle R € 34.331.492
306
Deel III
BURGERJAARVERSLAG 2011
Commissaris van de koningin, 3 april 2012
307
308
INHOUDSOPGAVE Pagina 310
Inleiding I. Provinciale Staten Vergaderingen en andere bijeenkomsten van PS en Statencommissies Initiatiefvoorstellen Vragenrecht Interpellaties
311 311 312 312 312
II. De kwaliteit van de dienstverlening Digitale agenda Fryslân Afhandeling van aanvragen Verbetering van dienstverlening Jeugdzorg De omgevingsvergunning (Wabo) Uitvoeringsorganisatie Vergunningverlening, toezicht en handhaving (Ook wel: RUD) Verlening van subsidies Telefonische bereikbaarheid Betaling facturen Website Andere wijze van bekendmakingen Nieuwsbrieven, informatiebrieven en persberichten Verzoeken om informatie Elektronisch aanvragen van subsidies,vergunningen, ontheffingen e.d. Klanttevredenheid Openbaar vervoer Fryske taal Integriteit
312 312 313 315 315 315 315 316 317 317 318 318 318 318 318 319 319 319 320
III. De kwaliteit van burgerparticipatie Informatie- en inspraakbijeenkomsten Plattelânsprojekten Duurzame energie Duurzame bedrijfsvoering Werkbezoeken College van Gedeputeerde Staten Fries Jeugd Parlement Statenspel Insprekers
320 320 322 323 325 325 325 326 326
IV. Afhandeling van klachten, bezwaar en beroep Klachtenregistratie divisie Utfiering, Fysiek Beheer, afdeling Beheer en onderhoud Provinciale klachtenregeling Klachtenregistratie afdeling Complexe infraprojecten Milieualarmnummer Bezwaar- en beroepschriften
326 326 327 327 327 328
V. Conclusies Ten aanzien van enkele onderwerpen worden er ten aanzien van het jaar 2011 kort enkele conclusies getrokken.
328
309
328
Inleiding Graag presenteer ik u het burgerjaarverslag over 2011. Het was een bijzonder jaar waarin de statenverkiezingen zorgden voor een nieuw provinciebestuur. Ruim de helft van Provinciale Staten is nieuw. De FNP debuteerde in het college van Gedeputeerde Staten en nam de plaats in van de ChristenUnie. CDA en PvdA behielden hun zetels in het dagelijks bestuur, al wisselde de PvdA het CDA af als grootste partij in de Staten. De nieuwe coalitie presenteerde in april haar coalitieakkoord: Nieuwe energie voor Fryslân. Op grond daarvan kwamen Gedeputeerde Staten twee maanden later met het uitgewerkte uitvoeringsprogramma voor de komende vier jaar: Koersfêst mei nei realisme. In beleid en financiën staat daarin verwoord hoe GS het door Provinciale Staten vastgestelde coalitieakkoord willen uitvoeren. Het kabinetsbeleid en de economische crisis gaan niet aan de provincie voorbij. Ze leiden tot bezuinigingen. De uitgaven van de provincie verminderen dit decennium van 440 miljoen euro in 2011 tot 263 miljoen in 2020. Uiteraard kan dit niet zonder gevolgen blijven, zowel voor het provinciale beleid als voor de ambtelijke organisatie. Hoe we ook verder gaan, een belangrijke doelstelling blijft om u als inwoner van deze provincie zo goed mogelijk te bedienen en te informeren. In dit jaarverslag geven we daarom aan hoe we dit doen en wat de resultaten zijn. We proberen onze bereikbaarheid en informatie te verbeteren. Digitale vernieuwingen bieden daarvoor volop extra mogelijkheden. Heeft u suggesties hoe het nog beter kan, dan vernemen we die graag, via
[email protected]. 2011 was voor ons ook het jaar waarin we in het nieuwe Provinsjehûs getrokken zijn. Het is een prachtige thuisbasis waar we vol energie u nog beter proberen te bedienen. In 2012 is de officiële opening van het gebouw en organiseren we een aantal open dagen waarop u van harte welkom bent. Volgt u daarvoor www.fryslan.nl, daar staat ook de Friestalige versie van dit jaarverslag. Oant sjen, J.A. Jorritsma Commissaris van de Koningin in de provincie Fryslân
310
I. Provinciale Staten Op 2 maart 2011 hebben de verkiezingen van provinciale staten plaatsgevonden. Op 10 maart 2011 zijn de nieuw gekozen statenleden geïnstalleerd. In onderstaande overzichten is de zetelverdeling vóór en na de verkiezingen aangegeven. Zetelverdeling van de 43 zetels. Periode 1 januari – 9 maart 2011 partij aantal zetels CDA 12 PvdA 12 VVD 5 FNP 5 SP 1 Feriene Lofts 3 CU 3 GrienLinks 2
Periode 10 maart – 31 december 2011 partij aantal zetels PvdA 11 CDA 8 VVD 6 PVV 3* FNP 4 SP 3 CU 3 GrienLinks 2 D66 2 Friese Koers 1*
*Binnen de PVV heeft een afsplitsing plaatsgevonden. Bij de verkiezingen heeft de PVV 4 zetels behaald in provinciale staten Fryslân. Vanaf 24 oktober 2011 heeft statenlid J.E. Hiemstra zich afgesplitst van de PVV en is als eenmansfractie doorgegaan, onder de naam Friese Koers. Vergaderingen en andere bijeenkomsten van PS en Statencommissies In 2011 kwamen Provinciale Staten 15 keer bijeen, waarvan 3 extra bijeenkomsten waren. Provinciale Staten vergaderden het afgelopen jaar o.a. over: Houtskoolschets Windstreek Uitgangspunten stimuleringsregeling funderingsherstel Nota Inzet Falcon Middelen Eindrapportage Provinciaal Armoedebeleid 2007-2010 Aginda Leefber Plattelân Landbouwagenda 2011-2013 Uitvoeringsagenda 2011-2013 Fryslân Toeristyske Topattraksje Provinciaal Milieubeleidsplan Hogere zomerpeilen veenweidegebied Position Paper Noord-Nederland Deelname Stichting Groen Gas NL Procesgelden Toekomst Afsluitdijk, Watertechnologie Aankoop van aandelen Vitens Verordening Ruimte Scenariokeuze breedbandinfrastructuur Uitvoeringsprogramma 2011-2015 “Koersfêst mei nij realisme” Provinciaal Verkeer en Vervoerplan 2006 Uitvoeringsprogramma Fryske Marren Projekt 2011-2015 Provinciaal Inpassingsplan N381 Agenda Netwerk Noordoost Bestuursovereenkomst Afsluitdijk Schaalvergroting Melkveehouderij Kandidaatstelling Leeuwarden Culturele Hoofdstad 2018 Bestuursovereenkomst tussen het Rijk en IPO De Statencommissie Boarger en Mienskip kwam 10 maal bijeen. De Statencommissie Lân, Loft en Wetter kwam 10 maal bijeen. Daarnaast waren er gezamenlijke Statencommissievergaderingen. Voorts zijn er altijd nog diverse andere bijeenkomsten voor Statenleden, variërend van werkbezoeken tot informatieve bijeenkomsten, los van de fractievergaderingen.
311
Initiatiefvoorstellen In 2011 waren er geen initiatiefvoorstellen. In 2010 gebeurde dit tweemaal. Vragenrecht In totaal hebben de fracties 89 keer schriftelijke vragen gesteld aan Gedeputeerde Staten. In 2010 werden er 62 keer schriftelijke vragen gesteld. De onderwerpen van deze schriftelijke vragen behelsden onder meer: Reststoffen Energie Centrale Harlingen, Centrale As, Culturele Hoofdstad 2018, Openbaar Vervoer, Ziekenhuiszorg, Duurzame Energie en Innovatie. Voor de volledigheid ziet u hieronder de aantallen vragen van de afgelopen jaren. Aantal schriftelijke vragen Partij 2011 CDA 6 PvdA 18 FNP 10 VVD 27 ChristenUnie1) 7 GrienLinks 7 SP 4 D66 2) 6 GBF2) 0 OFS2) 0 PVV3) 4 Friese Koers4) 1 Totaal 88*)
2010 11 13 13 9 2 11 6 0 0 0 0 0 62*)
2009 14 12 22 16 2 15 10 0 0 0 0 0 93*)
2008 8 10 16 19 3 7 7 0 0 0 0 0 68*)
2007 18 17 16 13 3 11 10 3 0 0 0 0 85*)
2006 10 8 19 7 11 9 12 10 0 0 0 0 85*)
2005 15 11 21 7 13 4 4 2 2 0 0 0 79
2004 8 14 10 2 13 2 19 3 4 2 0 0 77
1
) Tot 7 maart 2007 vormde de ChristenUnie een lijstverbinding met de SGP. ) D66, GBF en OFS hadden na 7 maart 2007 geen zitting meer in PS. D66 heeft vanaf maart 2011 wel weer zitting in PS. 3 ) PVV heeft sinds maart 2011 zitting in PS. 4 ) Vanaf 24 oktober 2011 heeft statenlid J.E. Hiemstra zich afgesplitst van de PVV en doorgegaan onder de naam Friese Koers. 2
*) Doordat een aantal vragen door een combinatie van fracties is ingediend, is het totaal aantal lager dan de som van de afzonderlijke fracties. Naast het indienen van schriftelijke vragen bestaat de mogelijkheid om aan het begin van iedere Statenvergadering mondeling vragen te stellen. In 2011 werden 14 mondelinge vragen gesteld. Interpellaties Als een Statenlid (nadere) informatie wenst over een bepaalde zaak, kan gebruik worden gemaakt van het recht van interpellatie. In 2011 is 7 keer van dat recht gebruik gemaakt. Van deze mogelijkheid werd in 2010 5 keer gebruikt gemaakt. Het betrof de volgende onderwerpen: Fryslân Kulturele Haadstêd 2018, Reststoffen Energie Centrale Harlingen (3x), Zoutwinning, Tryater, Onderhandeling met het Rijk over het Cultuurbeleid.
II. De kwaliteit van de dienstverlening Digitale Agenda Fryslân Het project Digitale Agenda Fryslân beoogt aan te sluiten bij wat de samenleving nodig heeft en digitalisering daarbij in te zetten als verandermotor voor de samenleving. Samen met TNO heeft de provincie Fryslân in 2011 eerst vijftig eigen medewerkers een cursus gegeven om er voor te zorgen dat een basisbegrip van maatschappelijke digitalisering in beginsel in elk beleidsveld aanwezig is. In het najaar van 2011 zijn er vijf workshops met actoren uit de Friese samenleving georganiseerd. Voor de resultaten en follow-up hieraan kunt u een indruk krijgen op www.daf2020.ning.com En tot slot is in 2011, in de week voor Sinterklaas, een Open Innovatiefestival Fan Fryslân gehouden. Kijk voor de resultaten hiervan op www.youtube.com/provfryslan. In 2011 is gewerkt aan de beïnvloeding van het Digitale Agenda beleid van de Europese Commissie. Net als in Fryslân zou ook het Europese beleid ten aanzien van digitalisering van de samenleving gekoppeld moeten zijn aan het regionaal ontwikkelingsbeleid. In 2011 is de Digitale Agenda Europa daadwerkelijk onderdeel geworden van de Smart Specialization Strategy, het regionaal cohesiebeleid van de Europese Commissie. Dit geeft Fryslân niet alleen meer ruimte om met haar projecten aanvragen te doen bij de Europese Commissie, het heeft haar ook een centrale positionering gebracht als innovatieve regio in het Europa van de regio‟s. Fryslân heeft daartoe in april 2011 een grote Europese conferentie georganiseerd in Brussel, waar 110 partners uit EU-
312
regio‟s en -steden hebben meegewerkt aan de advisering richting de Europese Commissie. Fryslân heeft daarmee ook partners gevonden voor haar Europese innovatieprojecten, zoals Interreg en FP7. Direct van nut is de toegang van onze regio tot de actuele kennis die de Europese Commissie heeft op elk maatschappelijk innovatieterrein. Afhandeling van aanvragen Sinds 1 oktober 2009 is de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen van kracht. De wet is bedoeld om ervoor te zorgen dat overheden, zoals provincies, gemeenten en waterschappen zo snel mogelijk beslissen over aanvragen en bezwaarschriften van burgers. Een overheid die niet tijdig beslist, overschrijdt de beslistermijn. De wet geeft de burger in zo‟n situatie de mogelijkheid om een vergoeding (dwangsom) van de provincie te krijgen als er niet op tijd een beslissing op zijn of haar aanvraag of bezwaarschrift wordt genomen. In specifieke regelgeving waar de aanvraag of het bezwaarschrift uit voortvloeit, staat aangegeven binnen welke termijn er een beslissing op een aanvraag of bezwaarschrift moet worden genomen. Dit kan een Rijkswet zijn, maar ook een provinciale verordening of een andere regeling. Als er geen wettelijke termijn is, geldt een „redelijke termijn‟. Wat redelijk is, hangt af van het soort beslissing. Dat kan enkele weken of maanden zijn, maar in sommige, eenvoudige, gevallen ook een paar dagen. Hieronder volgt een overzicht van de zojuist genoemde aanvragen. Besluiten Natuur en Milieu Wet/Regeling soort procedure (wettelijke) afhandelingsnorm
aantal afgehandeld
Wet Bodembescherming
15 wkn
29
percentage op tijd afgehandeld 97%
5 wkn
51
94%
13 wkn
1
100 %
8 wkn evaluatieverslag 6 mnd nazorgplan 16 wkn
60
82%
14 resp. 9
6 mnd 6 mnd 8 wkn
79% resp. 78%
10 17
Vrijstelling Vergunning
8 wkn 13 wkn
1416 38
100% 94% (1 niet tijdig) 100% 100%
Verlenging vergunning Wijziging vergunning Deels verleend/geweigerd Niet-vergunningplichtig 1 gedoogbesluit (elektriciteitscentrale Eemshaven provincie Groningen) Controle herplantverplichtingen Kapmeldingen Illegale vellingen Teniet gegane beplantingen
13 wkn
8 1 1 67 1
Uitgebreide procedure Reguliere procedure Gedoogbeschikkingen Ontheffingen Goedkeuringsbesluiten Ontbrandingstoestemming/ meldingen Locatiegebonden TUG Generieke TUG Regeling
Ontgrondingenwet Waterwet Flora en Faunawet Natuurbeschermingswet 1998
Boswet
Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht*
Vuurwerkbesluit Luchtvaartwet
Beschikking ernst en spoedeisendheid, saneringsplan of combinatie hiervan Beoordeling melding Besluit Uniforme Saneringen Subsidiebeschikkingen Bedrijvenregeling Beschikking evaluatieverslag en/of nazorgplan bodemsanering Vergunning/melding (korte proc.) (lange proc.) Watervergunning Ontheffing
313
100% 100% 100% 100%
150
6 mnd
127 18 14 35
97%
8 wkn 6 wkn 6 wkn 6 wkn 8 wkn
43 4 5 17 55
93% 100% 80% 100% 100%
4 wkn 4 wkn 6 mnd
30 11 1
100% 100% 100%
* Wederom kan worden geconstateerd dat het algemene beeld dat uit deze tabellen naar voren komt, zeer positief is. De scores zijn, uitzonderingen daargelaten, veelal (ca.) 100%. Voorts heb ik er alle vertrouwen in, dat onze ambtenaren er alles aan doen deze scores hoog te houden. Besluiten Wegen en Vaarwegen Wet/Regeling
soort procedure
(wettelijke) afhandelingsnorm
aantal afgehandeld
percentage op tijd afgehandeld
Vaarvergunning
5 dgn
274
100%
Ontheffing voor evenementen
6 wkn
24
100%
Ontheffing beperkingen kunstwerken
6 wkn
14
100%
Vaarwegenverordening Wegenverordening
Ontheffing Ontheffing (*)
16 wkn 1X 8 wkn + 1X 6 wkn verdagen
146 165
95% 100% *)
Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens
Ontheffing
8 wkn
38
100%
Wegenverkeerswet Regeling Voertuigen
Ontheffing Ontheffing t.b.v. landbouwverkeer
8 wkn 8 wkn
18 11
100% 100%
Binnenvaartpolitiereglement / Vaarwegenverordening
*) 1 x gebruik gemaakt van de mogelijkheid de termijn te verlengen Sinds 2006 geeft de provincie geen ontheffingen meer af voor exceptionele transporten. Dit wordt sinds die tijd gedaan door de Rijksdienst voor het Wegverkeer. Buiten de afmetingen van het mandaat m.b.t. tot de beslisruimte vraagt de RDW nog wel advies aan bij de provincie. In 2011 zijn 455 adviezen aan de RDW afgegeven door de provincie. Per 1 juli 2008 is de nieuwe Wet ruimtelijke ordening in werking getreden. Dit zorgt voor een veranderde werkwijze, maar heeft geen directe gevolgen voor de burgers. Daarom is hieronder t.a.v. de besluiten in het kader van de Wet ruimtelijke ordening een tweedeling gemaakt. Een schema tót 1 juli 2008, voor de zaken die volgens het overgangsrecht nog onder de “oude” WRO vallen, en een schema ná 1 juli 2008, voor de nieuwe Wro. Besluiten Wet op de Ruimtelijke Ordening 2008 oude WRO Soort procedure aantal wettelijke afhandeGemiddelde lingsduur afhandelingsduur in dagen Artikel 19 Verkl. met bezwaar Verkl. zonder bezwaar
6 0 6
*)
10
Percentage op tijd afgehandeld 100%
8 weken
*) Bij de afgifte van verklaringen van geen bezwaar blijven gedeputeerde staten ondanks het overschrijden van de termijn bevoegd alsnog een besluit te nemen. Soort procedure Nieuwe Wro (per 1-1-8)
aantal
afgedaan
geen wettelijke afhandelingsduur; bestuurlijke streeftermijn 2 maanden
Voorontwerpbestemmingsplannen
156
148
98%
Voorontwerpprojectbesluiten
42
37
100%
Ontwerpbestemmingsplannen
182
175
wettelijke afhandelingsduur (6 wkn.) 100%
314
Soort procedure Nieuwe Wro (per 1-1-8)
aantal
afgedaan
geen wettelijke afhandelingsduur; bestuurlijke streeftermijn 2 maanden
Ontwerpprojectbesluiten/omgevingsvergunningen
54
43
100%
Vastgestelde bestemmingsplannen
195
187
100%
Vastgestelde projectbesluiten
22
20
100%
Verbetering van dienstverlening Voortdurend wordt er gewerkt aan verdere verbetering van de dienstverlening aan de burgers, onder andere door het introduceren van nieuwe producten en werkwijzen. Het team van het Friese Merenproject bijvoorbeeld heeft begin 2011 een geheel vernieuwde website gelanceerd. Via www.friesemeren.nl zijn watersporters, ondernemers en andere belangstellenden nog beter op de hoogte. Twitter speelt daarin een belangrijke rol. Bijna dagelijks ontvangen 300 volgers van het Friese Merenproject tweets met daarin nieuws over het project of gerelateerde onderwerpen. Jeugdzorg In 2011 is de Medische Orthopedagogische Dagopvang in Dokkum definitief geopend. Hiermee is een witte vlek in de jeugdketen in Noordoost Fryslân ingevuld. Daarnaast is een gezinshuis in Burgum geopend. Evenals in 2010 is de vraag naar pleegzorg in 2011 opnieuw gestegen. Pleeggezinnen vangen kinderen met problemen op en kunnen terugvallen op deskundige begeleiding. Kinderen van 0 - 12 jaar worden bij voorkeur thuis geholpen, of als dat niet mogelijk is, opgevangen in een pleeggezin. Er zijn veel nieuwe pleeggezinnen geworven en getraind, waarbij pleeggezinnen sneller worden gescreend dan voorheen. In 2011 is er geen aparte week van de jeugdzorg georganiseerd. Succesvolle activiteiten uit voorgaande weken van de jeugdzorg zijn herhaald op andere plaatsen in de provincie: zoals twee bijeenkomsten op school met het J-team: en twee „meet, eat and greet‟-bijeenkomsten in Heerenveen en Burgum. De omgevingsvergunning (Wabo) Na een lange voorbereiding is per 1 oktober 2010 de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking getreden. Vanaf deze datum kan de burger c.q. ondernemer bij één loket zijn aanvraag indienen voor het verkrijgen van een vergunning voor het realiseren van een project. De Wabo vervangt circa 25 vergunning- en toestemmingstelsels, waaronder de bouwvergunning en de milieuvergunning. De aanvraag voor een vergunning kan digitaal worden ingediend. Uitgangspunt hierbij is dat de aanvrager van de omgevingsvergunning de gewenste gegevens maar één maal hoeft aan te leveren bij de overheid. De betrokken overheden stemmen onderling af. De provincie heeft voor bedrijven een voorlichtingsboekje gemaakt waarin de veranderingen zijn aangegeven. De provinciale medewerkers hebben zich geschoold om in de nieuwe situatie goed te kunnen handelen en er zijn samenwerkingsafspraken gemaakt met de Friese gemeenten en Wetterskip Fryslân. Fryske Útfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO) voor vergunningverlening, toezicht en handhaving (Ook wel: Regionale Uitvoeringsdienst (RUD)) Een groot aantal landelijke ontwikkelingen is aanleiding om de uitvoering van vergunningverlening en het toezicht op de leefomgeving te verbeteren. De belangrijkste zijn ondermeer het één-loketprincipe bij de overheid (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, Wabo), het verder inperken van de vergunningplicht, de gemeenten als eerste overheid (uitgezonderd complexe inrichtingen) en de verhoging van de kwaliteit van de uitvoeringspraktijk. Ook voor de strafrechtelijke milieuhandhaving is er reden de uitvoering te bundelen, zodat de landelijke criminaliteit door een betere en afgestemde informatievoorziening effectief kan worden aangepakt. Doel is op 1-1-2013 een FUMO operationeel te hebben, waarvoor de provincie de regietaak toegewezen heeft gekregen. De RUD werkt binnen een landelijk netwerk voor de overheden, zodat de informatievoorziening naar alle betrokkenen kan worden verbeterd en de versnippering vermindert. Daarmee wordt de kwaliteit van de uitvoering binnen de leefomgeving integraal verbeterd. In 2011 heeft het bottom-up proces geleid tot het in beeld brengen van het meest geschikte model waarmee kan worden voldaan aan landelijke en Friese kaders. De bijbehorende taken, de bedrijfseconomische, personele gegevens en het gebruik van hulpmiddelen voor de informatiedeling van de deelnemende partners en de RUD zijn daarin in beeld gebracht. In juni hebben de betrokken organisaties, uitgezonderd de gemeenten Ooststellingwerf, Weststellingwerf en Opsterland, de intentie-overeenkomst voor het uiterlijk op 1-1-2013 in werking hebben van een FUMO getekend. Daarna hebben de gemeenten, provincie (in haar rol als eigenaar en opdrachtgever) en waterschap uitvoering gegeven aan deze intentie door het opdrachtgeverschap te bundelen. Concreet heeft dit geleid tot de start van het deelproces voor het opstellen van een bedrijfsplan met daarin de hoofdlijnen van de implementatie. In haar rol als regisseur toetst de provincie daarbij of voldaan wordt aan de landelijke en regionaal afgesproken kaders voor inhoud en proces.
315
Verlening van subsidies De afdeling Subsidiezaken (SZ) heeft in 2011 de subsidieaanvragen en subsidievaststellingen voor een 25-tal regelingen uitgevoerd. De subsidies voor deze regelingen variëren van subsidieaanvragen voor culturele activiteiten tot subsidies voor elektrisch varen. In totaal zijn er in 2011 zo‟n 700 subsidieaanvragen behandeld en evenzoveel aanvragen tot subsidievaststelling afgehandeld. Ook hebben we in 2011 juridisch advies gegeven voor het maken van de nieuwe subsidieregelingen. De kracht van de afdeling SZ ligt erin dat we op een efficiënte wijze zorgen dat de subsidies op een rechtmatige wijze worden verleend. De beleidsinhoudelijke afdelingen toetsen of de aanvraag voldoet aan de inhoudelijke eisen van de regeling. Om dit subsidieproces goed te ondersteunen is een goed werkend subsidiesysteem belangrijk. Met name voor het bewaken van termijnen, een soepele interne samenwerking en het genereren van rapportages. Daarom is er in 2011 veel tijd en energie gestoken in het inrichten van een nieuw subsidiesysteem. In 2012 zullen naar verwachting alle regelingen in het subsidiesysteem staan. Op 12 december werden we verrast door gedeputeerde Hans Konst en de afdeling Economie Recreatie en Toerisme (ERT). De reden voor dit onverwachte bezoek was dat de afrekening van de laatste zonnestroomsubsidie in november vastgesteld is. Voor deze regeling hebben we vanaf 2009 zo‟n 2000 brieven verstuurd om daarmee 650 aanvragen af te handelen. Om dit te vieren kregen we een mooie taart van gedeputeerde Konst, versierd met natuurlijk minizonnepanelen van marsepein. In onderstaand schema zijn bij wijze van voorbeeld de subsidieregelingen ten aanzien van Monumenten en cultuurhistorie opgenomen. Besluiten subsidies Subsidieregeling Uitvoeringsregeling projectsubsidies ruimte, onderdeel Stimuleringsregeling restauratie, onderhoud en bouwhistorisch onderzoek idem
Categorie Instandhouding Kerken
Molens
idem
Overige (waaronder boerderijen)
idem
Bouwhistorisch onderzoek / bouwhistorische inventarisatie
Totaal
(Wettelijke) afhandelingsnorm
Aantal afgehandeld
8 weken (termijn bij ontvangstbevestiging verlengd met 6 weken)
71
Percentage op tijd afgehandeld 100 %
8 weken (termijn bij ontvangstbevestiging verlengd met 6 weken) 8 weken (termijn bij ontvangstbevestiging verlengd met 6 weken) 8 weken (termijn bij ontvangstbevestiging verlengd met 6 weken)
50
100 %
15
100 %
1
100 %
137
100 %
Met een subsidieregeling is € 1,5 miljoen geïnvesteerd in 122 monumenten, waaronder 65 kerken voor restauratie, onderhoud en bouwhistorisch onderzoek. Door middelen uit de begroting van 2012 versneld in te zetten, conform de motie in PS van 2 november over het steunen van economische activiteiten en door herprioritering binnen erfgoed, is er 8 ton extra geïnvesteerd. Subsidie uit Sociaal Investeringsfonds voor 29 projecten. Voor 29 projecten is een subsidie toegekend vanuit het Sociaal Investeringsfonds van de provincie Fryslân. Met deze projecten is een totaalbedrag ad € 1.555.000 gemoeid. Daarnaast is nog een bedrag ad € 395.493 ingezet vanuit andere budgetten (Sif projectengeld, armoede en zorg). Van de in totaal 38 ingediende aanvragen zijn 3 aanvragen afgewezen omdat zij niet voldeden aan de criteria. 6 aanvragen zijn ingetrokken. Er is 6 keer een subsidie verleend van € 5.000 of minder (projecten met een lichte toetsing). De hoogte van de overige projecten varieert van € 20.800 tot € 200.000. 5 projecten vallen onder het thema Jeugd en gezin, 5 onder Maatschappelijke participatie, 7 onder Vermaatschappelijking en leefbaarheid en 6 onder het thema Zorg. Voorbeelden van projecten waar subsidie voor is toegekend: Jeugdhulp Friesland: Veiligheid in de Jeugdzorg – Signs of Safety (Jeugd en gezin); Gemeente Franekeradeel in samenwerking met 4 andere gemeenten: Versterken eigen regie en sociaal netwerk om eenzaamheid te verminderen (Maatschappelijke participatie);
316
-
Maatschappelijk werk Fryslân: Frysl@n On Line, digitale dienst- en hulpverlening (Vermaatschappelijking en leefbaarheid); Palet: De Handen In Een, op zoek naar nieuwe regels in de Zorg (Zorg). Hoor Friesland: Toegankelijk maken van websites voor doven (aanvragen < 5.000).
Provinciaal armoedebeleid 2007-2010 Voor de jaren 2007 t/m 2010 zijn er middelen beschikbaar gesteld voor de bestrijding van armoede in Fryslân. In 2011 is de Eindrapportage Provinciaal Armoedebeleid 2007-2010 van de zgn. Taskforce in PS behandeld. Daaruit kwam het volgende naar voren: Als belangrijkste resultaten van 4 jaar armoedebeleid is aangegeven dat : -Armoede een provinciebreed thema is geworden. -De provinciale bijeenkomsten armoede een stimulans waren om armoede te agenderen, informatie uit te wisselen en af te stemmen op het gebied van armoede. -Er meer initiatieven zijn genomen door partijen op het gebied van armoedebestrijding. -De toegekende projecten uit het Budget Armoede een blijvende aanvulling betekenen voor de infrastructuur in Fryslân op het gebied van armoedebestrijding. -Er sprake is van meer samenwerking tussen organisaties. Zonder dat hiervoor nieuwe structuren/organisaties zijn opgezet. -Het provinciaal armoedebeleid een impuls betekent voor de samenhang van beleid van gemeenten en organisaties die zich bezig houden met armoedebestrijding in Fryslân. Versnippering van beleid is minder geworden. -Er kansen liggen voor gemeenten om tot nog meer uitwisseling te komen en bekendheid te geven aan projecten en initiatieven die bijdragen aan armoedebestrijding. Indirect heeft het provinciale armoedebeleid veel bijgedragen aan de vermindering van het aantal mensen dat financieel en sociaal uitgesloten wordt. Met name zijn er resultaten bereikt in de versterking van de sociale infrastructuur armoedebestrijding en in preventie. Initiatieven zijn verbonden op bovenlokaal en provinciaal niveau. Het provinciale beleid is van belang geweest omdat het initiatieven nam waar gemeenten dit minder konden, bijvoor-beeld door bovenlokale initiatieven te steunen en uit te breiden. De winst van het provinciale armoedebeleid zit in het feit dat armoede een onderwerp is ge-weest in de afgelopen periode van vier jaar waaronder tal van partijen hun schouders gezet hebben: gemeenten, provincie, de Taskforce, maatschappelijke organisaties, bedrijven en particuliere initiatieven. Eventueel stukje hieronder schrappen….. De gemeenten benadrukken echter ook dat zij verantwoordelijk zijn voor armoedebeleid en de participatie van kwetsbare groepen in de samenleving. Gemeenten vinden dat zij de ver-bindende, coördinerende en stimulerende rol op het gebied van armoedebestrijding kunnen oppakken in het kader van de intergemeentelijke samenwerking in VFG-verband. De Taskforce is van mening dat in de ontwikkelingen rond de samenwerking en samenhang op het gebied van armoedebestrijding in Fryslân nog een aantal stappen gezet moet worden. In de eerste plaats is de samenwerking tussen vrijwilligers en professionals nog niet zodanig ontwikkeld dat het vanzelfsprekend is dat partijen elkaar zullen opzoeken en tot goede sa-menwerking komen. De Taskforce is dan ook van mening dat de impuls die met het provinci-aal armoedebeleid is gegeven nog een vervolg dient te krijgen in bijv. een tweetal werkbijeenkomsten in de komende twee jaar. Telefonische bereikbaarheid Over zaken als telefonische bereikbaarheid, afhandeling brieven, facturen etc. zijn in IPO-verband afspraken gemaakt. Daarnaast is ook tussen verschillende overheden afgesproken dat er een zogenaamde front-office zal komen mede in relatie met de invoering van de basisregistraties. Al deze ontwikkelingen hebben er toe geleid dat wij, teneinde deze zaken goed in te voeren, in 2012 een start hebben gemaakt met een analyse en inventarisatie van al deze (en andere) ontwikkelingen met als doel deze afspraken op een gestructureerde, effectieve en efficiënte wijze in onze organisatie te implementeren. Tussen de 12 provincies is afgesproken dat er in 2012 een KTO zal worden uitgevoerd. Wij zullen dit doen. Betaling facturen Het beleid van de provincie Fryslân is er op gericht om facturen binnen 30 dagen te betalen. Facturen die niet binnen die termijn zijn voldaan, worden als te laat betaalde facturen beschouwd. In 2011 kreeg de provincie circa 25.500 facturen te verwerken (2010 circa 26.000). In gevallen van onenigheid over de geleverde prestatie kan een factuur meestal niet binnen 30 dagen worden betaald. Onderstaande percentages zijn niet gecorrigeerd voor dergelijke betalingen. Het factuurafhandelingsproces is eind 2010 volledig gedigitaliseerd. Met de digitalisering is een betere bewaking van de betalingstermijnen en een versnelling in het betalingsproces mogelijk. In 2011 hebben we ingezet op een strakker proces van inkoop/opdrachtverlening en centrale adressering van facturen. Tevens hebben we de leveranciers verzocht de factuurvereisten in acht te nemen. Ondanks deze acties is het percentage te late betalingen
317
iets gestegen. In 2012 gaan we het afhandelingsproces van de facturen binnen de organisatie strak monitoren. We streven er naar om het percentage tijdige betalingen naar minimaal 90% te laten stijgen. Ontwikkeling te laat betaalde facturen 2004 20% 2005 14 % 2006 11 % 2007 16 % 2008 18 % 2009 17 % 2010 17% 2011 18 % Overzicht betaalde facturen in 2011 Tijdig betaald 82% 0-10 dagen te laat 7 % 11-21 dagen te laat 4 % 22-31 dagen te laat 2 % 32-75 dagen te laat 1 % > 75 dagen te laat 4 % Website De website www.fryslan.nl is in 2011 door 200.000 mensen 385.000 maal bezocht. Zij vroegen 2,1 miljoen maal een pagina op en typten 25.000 maal een zoekopdracht in. Iets meer dan de helft van het bezoek was afkomstig uit Fryslân. Ruim 8000 mensen bezochten de site via Twitter. www.twitter.com/provfryslan heeft inmiddels bijna 2100 volgers. De meeste bezoekers waren geïnteresseerd in subsidiemogelijkheden, de algemene subsidieverordening, vacatures, ons adres en telefoonnummer en statenvergaderingen. Maar ook informatie over de Reststoffen Energiecentrale (REC), de statenverkiezingen op 2 maart en het organogram van de provinciale organisatie scoorden hoog. In 2012 gaan wij de website vernieuwen, zodat deze op 1 januari 2013 voldoet aan de minimale eisen van de verplichte landelijke „webrichtlijnen‟. Hierdoor is de site ook te lezen door bezoekers die slechtziend, (kleuren)blind, dyslectisch of doof zijn. 1 januari 2015 moeten alle overheidssites volledig aan deze richtlijnen voldoen. Om het bereik van de provinciale informatie te vergroten, verspreiden we deze naast Twitter ook via Facebook. Vragen die via die kanalen binnenkomen, proberen we zo goed mogelijk af te handelen. Via Facebook willen we in beeld brengen wat de provincie doet. Het Facebook-account is te vinden op www.facebook.com/provinciefryslan. Andere wijze van bekendmakingen Elke zaterdag verschijnen de provinciale mededelingen op een vaste pagina in de Leeuwarder Courant en het Friesch Dagblad. Uit kostentechnische overwegingen is gekozen voor uitsluitend deze beide kranten. Deze centrale mededelingenpagina is ingesteld om de provincie beter herkenbaar te maken. De lay-out en de informatievoorziening op deze pagina blijven een punt van aandacht. Inhoudelijk zijn enige aanpassingen doorgevoerd, zoals het zoveel mogelijk realiseren van uniformiteit in de diverse teksten. In een enkel geval, bij zeer specifieke of plaatselijke onderwerpen wordt nog gebruik gemaakt van huis-aanhuisbladen of vakbladen. De bekendmakingen van de provincie Fryslân zijn ook te vinden op www.overheid.nl en op www.fryslan.nl. Nieuwsbrieven, informatiebrieven en persberichten Alle extern gerichte afdelingen binnen het provinciehuis maken gebruik van nieuwsbrieven (schriftelijk dan wel ook digitaal) om de burgers dan wel gemeenten en/of maatschappelijke organisaties e.d. op de hoogte te stellen van hun activiteiten. Zo zijn er bijv. nieuwsbrieven over het project N381 Drachten-Drentse grens, Plattelânsprojekten en het Friese Merenproject. Ten aanzien van de N381 wordt de digitale nieuwsbrief als communicatiemiddel ingezet. Tevens is het vastgestelde tracé van de N381 Drachten – Drentse grens op de website geplaatst (interactieve kaart). Op deze wijze kunnen belangstellenden het ontwerp, geprojecteerd op luchtfoto‟s, visualisaties en filmpjes bekijken. Verder zijn er 367 persberichten verstuurd over allerhande onderwerpen. Verzoeken om informatie Er kwamen in 2010 circa 970 elektronische informatieverzoeken binnen en ongeveer 840 telefoontjes. Voor 2011 gaat het om 860 e-mails respectievelijk 780 telefoontjes. Beide aantallen zijn derhalve afgenomen. Dit heeft wellicht te maken met het verder verbeteren van de website, www.fryslan.nl.
318
Elektronisch aanvragen van subsidies, vergunningen, ontheffingen e.d. Er zijn verschillende mogelijkheden om digitaal (via de mail) subsidies aan te vragen, bijv. voor sport, alsmede voor zorg en sinds kort ook voor onderwijs. Wel dient het definitieve verzoek op dit moment nog schriftelijk te worden ingediend, vanwege de juridische status van een elektronische handtekening, die nog niet voldoende is. Datzelfde geldt voor ontheffingen/subsidies/vergunningen in het kader van de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht, Natuurbeschermingswet e.d. Voorts zijn er bijv. in het kader van de Boswet kapmeldingen en verzoeken om compensatie e.d. Via de website van het ministerie van LNV zijn speciaal hiervoor bestemde formulieren te downloaden. Klanttevredenheid In 2011 hebben wij geen klanttevredenheidsonderzoek gehouden. Reden hiervoor is dat de provincies hebben afgesproken dit allen in 2012 te gaan doen. Een aantal provincies heeft afgelopen jaren een organisatiebreed klanttevredenheidsonderzoek gehouden. De gehanteerde vragenlijst is eind 2011 bijgewerkt. Met deze lijst, als basisvragenlijst, gaan alle provincies aan de slag. Openbaar vervoer De provincie verleent middels aanbestedingen concessies voor openbaar vervoer en ziet erop toe dat de bedrijven de beloofde dienstverlening aan de burger ook daadwerkelijk nakomen. In 2009 is de Nota Concessiebeheer OV vastgesteld. Hierin worden de kaders van het concessiebeheersysteem neergezet, waarmee sprake is van een gestructureerde aanpak van het toezicht op de naleving van de concessies. Om ook aan burgers duidelijk te maken hoe de openbaar vervoerbedrijven presteren, worden elk kwartaal de cijfers over gebruik, tijdigheid, rituitval en klachten bekend gemaakt. Deze cijfers worden gepubliceerd op de website van de provincie. Aanbestedingen In 2010 is de concessie voor de Hoogwaardige OV-verbinding Groningen – Heerenveen – Lelystad aanbesteed en per 1 juli 2011 aan Arriva gegund. Deze concessie heeft een korte looptijd van 1 juli 2011 tot en met 8 december 2012. Hiervoor is gekozen om het vervoer op het traject Groningen – Lelystad (of een gedeelte van dit traject) onder te kunnen brengen bij de nieuwe concessie voor Noord en Zuidwest Fryslân, die ingaat op 9 december 2012. In 2011 is het bestek gemaakt voor de samengevoegde concessie voor Noord-Zuidwest Fryslân, stad Leeuwarden, Schiermonnikoog en het traject Groningen-Lelystad. In november 2011 is het bestek op de markt gekomen. We verwachten in maart 2011 deze concessie te kunnen gunnen aan de beste inschrijvende partij. In december 2011 heeft de provincie de busstations Leeuwarden, Heerenveen, Sneek, Dokkum en Oosterwolde overgenomen van Arriva. Hiermee hebben we een level playing field, ofwel een gelijkwaardig speelveld, gecreëerd voor de inschrijvers voor bovenstaande concessie. Duurzaam OV PS hebben in 2010 een motie aangenomen voor een nieuw te ontwikkelen OV-systeem waarbij ook aandacht is voor duurzame brandstoffen. In 2011 zijn we gestart met de voorbereidingen voor het verduurzamen van het OV. Middels de aanbesteding voor Noord-Zuidwest Fryslân, stad Leeuwarden, Schiermonnikoog en het traject Groningen-Lelystad, willen we hieraan vorm geven. Voor Schiermonnikoog is gekozen voor het rijden met elektrische bussen vanaf de start van de concessie (dec. 2012). Voor de andere delen van de concessie is in het bestek een optie uitgevraagd voor het rijden op groen gas. Om dit te kunnen verwezenlijken zal de provincie zorgdragen voor de realisatie van de (groen) gasvulpunten als de optie wordt gelicht. Daarnaast is in 2011 de visie en het programmaplan Duurzaam Openbaar Vervoer door GS vastgesteld. Hiermee willen we, naast het realiseren van het gebruik van duurzame brandstoffen in het OV, pilots doen voor maatwerk voor het OV op het platteland (pilots). Voorts willen verbeteringen realiseren in de OV-infrastructuur en informatievoorziening aan de reiziger. In 2012 komt het programmaplan in de uitvoering. Fryske taal (Taalbelied) Yn de Taalnota Frysk yn Fryslân, Taal tusken minsken, dy‟t yn 2011 noch ris mei in jier (2012) ferlingd waard, stiet dat elkenien dy‟t Frysk prate en skriuwe wol, folslein it rjocht hat om dat te dwaan, by de rjochtbank like goed as by de bakker. Sadwaande hawwe wy yn 2011 yntinsyf oerlis hân mei de ryksoerheid oer in Wet Gebrûk Fryske Taal, dy‟t de gelykweardige posysje fan it Nederlânsk en it Frysk yn de provinsje Fryslân waarboargje moat, benammen yn it bestjoerlik ferkear (de oerheid) en it rjochtsferkear. Yn 2011 hat it kabinet ek in stânpunt ynnommen oer it advys fan de Stjoergroep Desintralisaasje Fryske taal fan Ryk nei provinsje, ûnder foarsitterskip fan âldsteatsried mr. Rein-Jan Hoekstra, koartwei de Stjoergroep Hoekstra. Hoekstra advisearre om it foech oangeande it fêststellen fan de kearndoelen foar it fak Frysk nei de provinsje te desintralisearjen. It kabinet sil no de ûnderwiiswetjouwing wizigje om ien en oar mooglik te meitsjen. De provinsje is yntusken yn oerlis mei de Fryske ûnderwiiskoepels om yn gearwurking mei it ûnderwiisfjild ynfolling te jaan oan dit nije, takomstige provinsjale foech, dat de provinsje ek de mooglikheid jaan sil om tenei net allinne folslein, mar ek parsjeel ûntheffing oan skoallen te ferlienen foar it ûnderwizen fan it fak Frysk.
319
Fierder hat de provinsje yn 2011 de ûnderhannelings starten oer in nije Bestjoersôfspraak Fryske Taal en Kultuer (BFTK) tusken Ryk en provinsje, oer it Frysk yn ûnder oaren media, ûnderwiis, kultuer en ekonomysk en sosjaal libben. Nei alle gedachten kin dy Bestjoersôfspraak yn it foarjier fan 2012 tekene wurde. Mar it giet fansels net allinne om it (better) ferankerjen fan de rjochten wat it gebrûk fan de Fryske taal oanbelanget by oerheid, rjochtspraak en yn it ûnderwiis; it giet der om dat ien en oar yn de praktyk brocht wurdt. De taalnota hat net om „e nocht as ûndertitel “Fan Rjocht nei Praktyk”. Dêrom hat de provinsje ek yn 2011 bedriuwen, ferienings en soarchynstellings subsidiearre foar it mear sichtber meitsjen fan it Frysk op „e webside, op „e wurkflier, yn games en yn materiaal foar de âldereinsoarch. Op dy wize wol de provinsje sokke ynstellings en bedriuwen ferliede om de Fryske taal mear te brûken. As de klant, kliïnt of pasjint yn de eigen taal benadere wurdt, biedt dat foardielen foar beide partijen: de tsjinst of it produkt komt tichter by dyjinge dêr‟t it foar bedoeld is. Fierder ferskynde der yn 2011 wer in nije Fryske taalatlas, dy‟t in oersjoch jout fan it nivo fan it behearskjen en brûken fan it Frysk troch de ynwenners fan Fryslân. De Taalatlas 2011 is in ferfolch op de taalatlas dy‟t yn 2007 ferskynde. Út de nijste taalatlas die bliken dat hast alle ynwenners fan Fryslân de Fryske taal frij aardich oant tige goed ferstean kinne. Trijefearn fan de Fryske befolking kin de Fryske taal frij aardich oant tige goed prate. Allyksa kin trijefearn fan de Fryske befolking de Fryske taal frij aardich oant tige goed lêze. Oars as it nivo fan it behearskjen fan it ferstean, praten en lêzen kin mar in lytse groep it Frysk goed skriuwe. Út in ferliking mei de taalmjitting fan fjouwer jier ferlyn docht bliken dat it nivo fan it behearskjen fan it Frysk op alle aspekten feroare is. Sawol it tal minsken dat it Frysk ferstean kin, as it tal Friezen dat it Frysk prate, lêze of skriuwe kin, is yn fergeliking mei 2007 signifikant tanommen. Dat binne bemoedigjende resultaten. Dêrom is it wat ús oanbelanget saak om it útnoegjende taalbelied fan de ôfrûne jierren, konkretisearre yn bygelyks de kampanje Praat mar Frysk, de digitale learomjouwing EduFrysk.com en it Taaltaske foar jonge âlden, troch te setten. Om troch te gean mei ús belied oangeande meartalich ûnderwiis. En om de trochgeande learline mei twatalige pjutteboartersplakken, trijetalige basisskoallen en trijetalich fuortset ûnderwiis goed en breed del te setten. De taalatlas is fergees te downloaden op de webside fan de provinsje Fryslân: www.fryslan.nl/taalatlas. Integriteit Integriteit is één van de pijlers van het openbaar bestuur. De organisatie blijft daarom aandacht schenken aan het onderwerp. Direct na het aantreden hebben de statenleden een workshop integriteit gevolgd. De regelgeving wordt ook up to date gehouden. Zo is een protocol „Handelen bij integriteitsschendingen‟ vastgesteld en is met de Ondernemingsraad een nieuwe gedragscode overeengekomen. Deze gedragscode zal in 2012 door Gedeputeerde Staten worden vastgesteld. Verder zijn er drie nieuwe vertrouwenspersonen aangesteld, waarvan één, de bedrijfsmaatschappelijk werker, specifiek voor ongewenste omgangsvormen.
III. De kwaliteit van burgerparticipatie Informatie- en inspraakbijeenkomsten Elk jaar worden er voor omwonenden, belangstellenden, ondernemers e.d. tal van informatiebijeenkomsten en inspraaktrajecten georganiseerd, om mensen op de hoogte te stellen van op handen zijnde of lopende plannen, waaronder ook ruimtelijke plannen. Onder informatiebijeenkomsten worden die bijeenkomsten verstaan die een zuiver informerend karakter hebben. Bij inspraakbijeenkomsten of inspraaktrajecten is de opzet om standpunten of ideeën van de aanwezigen te verzamelen, zodat deze kunnen worden meegewogen in de besluitvorming. Het kan daarbij gaan om zeer uiteenlopende onderwerpen, zoals Jeugdzorg en informatiebijeenkomsten over infrastructurele plannen. Bij dat laatste kan worden gedacht aan wegenplannen, maar ook aan bijvoorbeeld aan het deelnemen door de provincie als adviseur voor de verkeersveiligheid bij verkeerscommissies die door een 7-tal gemeenten is ingesteld. Hierin worden vooral de gemeentelijke verkeersproblemen besproken, bij twee gemeenten zijn er ook spreekuren voor bewoners. De commissie wordt vertegenwoordigd door gemeente, politie, VVN en provincie Fryslân en komen gemiddeld 4 x per jaar bij elkaar. Er zijn in januari nog enkele voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd om OV-reizigers te ondersteunen bij het aanvragen en gebruik van de OV-chipkaart. Deze bijeenkomsten zijn gehouden in Leeuwarden, Sneek en Drachten. De bijeenkomsten trokken volle zalen. In juni heeft een viertal consultatiebijeenkomsten in verschillende plattelandsgebieden plaatsgevonden rond het onderwerp: Werken met Streekagenda‟s. Dat is een coöperatieve werkwijze die de provincie in de toekomst op het platteland en in het landelijk gebied wil introduceren. De bijeenkomsten waren gekoppeld aan de consultatieronde met betrekking tot de nieuwe Beleidsnota Platteland. Naast bovengenoemde kleine greep uit de vele voorbeelden is hieronder, in 2 overzichten, nog een aantal van deze bijeenkomsten weergegeven, met bijbehorende doelgroepen.
320
Deze overzichten bevatten niet alle bijeenkomsten, maar ze geven een goed beeld van de veelheid aan onderwerpen die in de provincie spelen. Informatiebijeenkomsten e.d. in 2011 Onderwerp De Commissie Overleg en Voorlichting Milieuhygiene (COVM) is ingesteld op grond van de Luchtvaartwet. De commissie ziet er onder meer op toe dat het vliegverkeer geen grotere geluidsbelasting veroorzaakt dan volgens de vastgestelde geluidscontour van de vliegbasis Leeuwarden is toegestaan. De commissie ziet er ook op toe dat klachten op een juiste wijze worden behandeld.
Stinaf-regeling (Stimuleringsregeling toerisme natuurlijk Fryslân) Toerisme congressen voor Friese recreatieondernemers: 21 oktober 2011 een symposium over natuurlijke ontwikkelingen en toerisme langs de Friese Waddenzeekust in Marrum en 3 november 2011 de jaarlijkse Fryske Toerisme Kongresdei met de horeca in de hoofdrol in Leeuwarden. De stichting UCF organiseert in aansluiting op bovenstaande onderwijs- en onderzoeksinitiatieven uiteenlopende academische en culturele activiteiten, zoals: kenniskringen, expertmeetings, congressen, lezingen/fora en debatten, academische activiteiten voor scholieren en activiteiten voor (clusters van) bedrijven. Vredeman de Vriespriis
Friese Anjer van het Prins Bernhard Cultuurfonds.
Overleg met aantal „Plaatselijke Belangen‟ van de dorpen langs het tracé van de Gebiedsontwikkeling N381. Gebiedsontwikkeling Rw 7 Sneek: Dit project is eind 2010 min of meer afgerond. We zijn echter nog bezig met de laatste puntjes op de i te zetten, waardoor we de website en het emailadres nog in de lucht houden. Voorts zijn er enkele advertenties in het Sneeker Nieuwsblad geplaatst om te berichten over de werkzaamheden en de mogelijke hinder die dit veroorzaakt voor de bevolking. Verder is er nog een brief rondgestuurd aan omwonenden (ergens in de zomer) om deze mensen te informeren over de werkzaamheden rond de Geeuw/Waterstad eerste fase.
Doelgroep Omwonenden. Als een burger hinder ondervindt van de vliegbasis kan hij/zij telefonisch of schriftelijk een klacht indienen bij Staf Voorlichting van de Vliegbasis Leeuwarden of het Bureau Geluidhinder van de Luchtmachtstaf. Als de burger het niet eens is met een telefonisch gegeven antwoord op de klacht, dan kan hij/zij de klacht alsnog schriftelijk indienen. Pas indien de burger het niet eens is met het schriftelijke antwoord op de klacht, kan de COVM om een oordeel worden gevraagd. De vergaderingen van de commissie zijn openbaar en worden in de Friese regionale dagbladen aangekondigd. Tijdens de vergadering bestaat voor het publiek de mogelijkheid om het woord te voeren. Toeristische ondernemers, voor bedrijfsinvesteringen in toerisme en recreatie. Toeristische ondernemers en branche vertegenwoordigers, alsmede horeca-ondernemers.
Studenten en belangstellenden.
Gjalt Pilat heeft met de tafelserie „Pake Sytse‟ de Vredeman de Vriesprijs voor Vormgeving 2011 gewonnen. De Vredeman de Vriesprijs van de provincie Fryslân is een jaarlijkse prijs voor architectuur en vormgeving, het ene jaar voor architectuur en het andere jaar voor vormgeving. Uitgereikt aan zangeres Elske DeWall, als stimulans voor haar muzikale carrière. „Ze draagt op een eigentijdse manier en met geweldig veel enthousiasme bij aan de cultuur in Fryslân‟, aldus John Jorritsma, Commissaris van de Koningin en tevens voorzitter van het Prins Bernhard Cultuurfonds Fryslân. Dit fonds wil jonge podiumkunstenaars belonen en stimuleren. De verschillende Plaatselijke Belangen, hun achterban en omwonenden. Omwonenden. Aldus wordt een project op een zorgvuldige manier afgehecht.
321
Informatiebijeenkomsten e.d. in 2011 Onderwerp Infoavond N355 kom Twijzel (60 personen) Infoavond N369 Kootstermolen - Kootstertille (70 personen) Infoavond N356 kom Holwerd (60 personen) Klankbordgroep N361 Trynwalden (20 personen) Inloopavond St. Annaparochie, fietssnelweg Stiens-St.Jacob 50 personen) Inloopavond N355 kom Twijzel (90 personen) Dorpsbelangen N358 Skieding-Uterwei (15 personen) Capaciteitsuitbreiding JF sluis: 3 informatieavonden Bolsward-Leeuwarden: 1 informatieavond te Hilaard Woudsend-Balk: Informatieavond bewoners Traverse Lemmer: 2 Informatieavonden voor bewoners, alsmede een informatieavond voor de gemeenteraad N393 fietssnelweg Stiens - St.Jacobi Parochie; Quick win Houkesleat
Doelgroep Allen voor omwonenden/belangstellenden.
Omwonenden en gemeenteraadsleden.
Omwonenden.
Inspraaktrajecten en -bijeenkomsten in 2011 Onderwerp Doelgroep 381; Openbare hoorzitting Betrokkenen, belangstellenden Statencommissie Lân, Loft en Wetter N381: Overleg met 17 huishoudens De 17 huishoudens i.v.m. akoestisch onderzoek N381: Inloopmarkt Provinciaal Inpassingsplan (PIP) (alsook Ontwerp-PIP)
Provinciaal Inpassingsplan De Centrale As. Vrijwillige kavelruil.
Effect Geen meetbare effecten. Reacties worden meegenomen in de overwegingen. Geen meetbare effecten. Reacties worden meegenomen in de overwegingen.
Betrokkenen, belangstellenden en gemeenteraden Opsterland, Heerenveen en Ooststellingwerf
Creëren draagvlak. Horen van wensen en ideeën uit de streek. Polsen houding van streek over PIP en plan gebiedsontwikkeling.
Betrokkenen. Grondeigenaren bepalen zelf de nieuwe toedeling.
Creëren draagvlak; sneller resultaten. Aankoop gronden ten behoeve van de Centrale As.
Plattelânsprojekten Op vrijdag 28 oktober vierde Plattelânsprojekten feest vanwege het tienjarige jubileum. Om dit te delen met alle betrokkenen van de afgelopen jaren, organiseerde Plattelânsprojekten diverse gebiedsexcursies en een feestelijk symposium. Prof. Dr. Pieter Winsemius sprak op het symposium over de rol van de overheid en de burger bij plattelandsontwikkeling. In juni en juli is de provincie de streek ingegaan om de Aginda Leefber Plattelân en het Werken met Streekagenda‟s te presenteren en te bespreken. Het ging om vier bijeenkomsten in Weidum, Rinsumageast, Jubbega en Nijland. De avonden werden goed bezocht door dorpsbewoners, vertegenwoordigers van gemeenten en maatschappelijke organisaties. In 2011 zijn er 27 persberichten en 6 redactionele artikelen verstuurd. De gebiedsgedeputeerden, platformleden en initiatiefnemers zijn bij verschillende persmomenten zoals openingen, bijeenkomsten, ondertekeningen e.d. voor het voetlicht gebracht. Er zijn rond de 40 persvragen gesteld, verdeeld over het hele jaar. Plattelânsprojekten verstuurde 15 digitale nieuwsbrieven en 5 projectenbrochures, verdeeld over de vijf gebieden. De beginpagina van de website van Plattelânsprojekten staat op nummer 21 van de 4500 bezochte pagina‟s. Deze is 17.072 maal geraadpleegd. De gemiddelde tijd dat bezoekers op deze site bleven bedraagt 14 seconden. Dat is prima, want het is een zogenaamde „landingspagina‟ met doorverwijzingen.
322
Highlights Noordoost De ontwikkeling van de Agenda Netwerk Noordoost (ANNO), de opening en verwezenlijking van het project ‟12 Stekjes‟, een succesvol project dat voortgekomen is uit Fryske Fiersichten, de lancering van de jongerenagenda door Jonge Friezen Foarút en de inbreng van de Jonge Friezen tijdens het congres Vital Rural Area en de projectmonitoring van Leader in de vorm van filmpjes. Highlights Zuidoost Het goed bezochte en succesvolle symposium cultuurhistorie in Oldeberkoop, de netwerkavond Cultuurhistorie in Drachten, de verdere ontwikkeling van het project De Friese Waterlinie en de ontwikkeling van de cursus Cultuurhistorische Dorpsgids. Highlights Noardwest De lancering van de jongerenagenda door Jonge Friezen Foarút en de inbreng van de Jonge Friezen tijdens het congres Vital Rural Area, de lancering van het gebiedsprofiel Waddenland van Overvloed en de openingen van de projecten „Groate Kerk‟ en „bunker Koehoal‟. Highlights Waddeneilanden De realisatie van de film „Reis door het Waddengebied (gefinancierd m.b.v. Leader), de lancering van de website www.gastvrijwaddengebied.nl en de ontwikkeling en lancering van het stappenplan Duurzame Waddeneilanden. Highlights Zuidwest De aanbieding van het werfboek bezoekerscentrum Nationaal Landschap aan toeristisch recreatieve ondernemers, ondernemers die opgeleid worden tot ambassadeurs van het Nationaal Landschap en de projectenmonitoring Zuidwest Fryslân door platformlid Anneke Koster. Duurzame Energie In 2011 is het programma Duurzame Energie opgegaan in het programma Duorseme Ynnovaasjes. Met dit programma kiest de provincie Fryslân voor een Friese aanpak. We werken aan een sterk en gezond Fryslân! Samen met woningcorporaties, gemeenten, bedrijven, dorpsbelangen, onderwijsinstellingen, maatschappelijke organisaties en inwoners. We zetten in op energie besparen en het opwekken van duurzame energie. In de landbouwsector, in de gebouwde omgeving en in de eigen organisatie. En we zetten in op het besparen van afval en recycling. Uiteindelijk moet onze aanpak bijdragen aan de werkgelegenheid in Fryslân. Green Deals Samen met Noord-Holland, Groningen en Drenthe hebben we verschillende Green Deals met het Rijk afgesloten. Met deze provincies vormen we de Energy Valley regio. De Rijksoverheid wil helpen om knelpunten voor duurzame projecten weg te nemen. Bijvoorbeeld met vergunningen en regels of het vinden van samenwerkingspartners. De Green Deal Noord-Nederland is de opvolger van het Energieakkoord Noord-Nederland. Deze Green Deal heeft als doel om het Noorden dé energieregio van Nederland te laten worden. In deze Green Deal zijn ongeveer 50 projecten op het gebied van duurzame energie opgenomen. Ook is de provincie Fryslân één van de partijen die een Green Deal Groengas heeft afgesloten. Tot slot heeft de provincie ook een Green Deal Elektrisch Vervoer Fryslân met het Rijk afgesloten. Samenwerkingsovereenkomst slim met water en energie De provincie Fryslân en gemeente Leeuwarden ondertekenden begin 2011 de overeenkomst Slim met water en energie. Fryslân en Leeuwarden zijn koploper op het gebied van duurzame energie en watertechnologie. Uiteindelijk willen we onafhankelijk zijn van de huidige brandstoffen zoals olie en gas. En we willen dat Leeuwarden straks Capital of Water Technology is. Onze koppositie willen we omzetten in banen op het gebied van watertechnologie en duurzame energie. Voor jong en oud. En voor hoger en lager opgeleiden. De samenwerking moet leiden tot een efficiëntere aanpak en leidt tot meer resultaten. Bijeenkomsten ‘Fryslân geeft energie’ Alweer voor het derde jaar organiseerde de provincie Fryslân de bijeenkomst Fryslân geeft energie. Het uitwisselen van kennis, informatie en positieve en negatieve ervaringen stond centraal. Ruim 90 gemeentebestuurders, gemeenteraadsleden en ambtenaren en leden van Provinciale Staten bezochten de bijeenkomst op 27 mei 2011. De bijeenkomst op 8 december 2011 telde ruim 120 deelnemers. Ook in 2012 organiseert de provincie Fryslân deze bijeenkomsten weer in samenwerking met de VFG. Fryslân Fernijt Met Fryslân Fernijt wil de provincie innovatie binnen Fryslân stimuleren. Innovatie is goed voor de Friese economie. En het versterkt de concurrentiepositie van het Friese bedrijfsleven. In 2011 is Fryslân Fernijt II afgesloten. In totaal hebben 25 vernieuwende projecten subsidie ontvangen. Zo past een wasserij in Heerenveen nieuwe technologie toe om water en energie te hergebruiken. En de Friese Verhuurvloot heeft 10 motorjachten omgebouwd van diesel naar een schone elektro/hybride aandrijving. Verder maakt het YOSS-project het nu mogelijk dat plezierjachten gebruik kunnen maken van een persoonlijke vuilwaterservice op de ligplaats in de jachthaven. Inmiddels is Fryslân Fernijt III gestart. Tot 1 april 2012 kunnen ondernemers subsidie aanvragen.
323
Subsidieregeling Energiebesparing Bestaande Bouw Ook in 2011 was de Subsidieregeling Energiebesparing Bestaande Bouw voor huiseigenaren succesvol. Deze subsidie voor het energiezuiniger maken van huizen was in acht maanden tijd op. In totaal was er € 1,1 miljoen beschikbaar. Investeren in energiebesparende maatregelen verlaagt de woonlasten en draagt bij aan het wooncomfort. En beter geïsoleerde huizen zijn meer geld waard. Dankzij deze subsidie investeren 1100 huiseigenaren ongeveer 7 miljoen euro in energiebesparende maatregelen. Voor de Friese installatie- en bouwbedrijven is dat een flinke impuls. Ook woningcorporaties kunnen subsidie aanvragen voor energiebesparende maatregelen. Zes corporaties hebben in 2011 een aanvraag ingediend. Corporaties komen in aanmerking voor subsidie als ze tenminste vijftig woningen met drie labelstappen verbeteren. Of als ze tien van hun woningen energieneutraal maken. De woningen moeten na afloop minstens energielabel C hebben. In totaal gaan nu twaalf corporaties meer dan twintig miljoen euro investeren in energiebesparende maatregelen. Meer dan 850 woningen hebben na afloop minstens energielabel C. Elektrisch Varen Als provincie van de watersport stimuleert Fryslân het elektrisch varen. In 2011 is het aantal elektrisch aangedreven boten verdubbeld. Er varen nu ruim 400. Dit zijn boten die een elektrische aandrijving als hoofdaandrijving hebben. Daarnaast varen er bijna 1980 boten met kleine elektrische hulpmotoren. Voor de subsidieregeling elektrische oplaadpunten zijn 8 aanvragen ontvangen voor in totaal 13 oplaadpalen. De subsidieregeling loopt nog tot 30 juni 2012. In totaal zijn in 2011 50 laadpunten gerealiseerd. Verder is onderzoek gedaan naar het ontwikkelen van routes speciaal voor elektrische boten. In dit onderzoek van „electric only routes‟ zijn 10 routes met elkaar vergeleken. Er ligt nu een lijstje van 5 kansrijke routes. Het is de bedoeling dat hiervan 3 routes worden gerealiseerd. Wie Slim is rijdt Groengas Rijden op Groengas is goedkoop en schoon. Het is nu al verkrijgbaar op 84 plekken in Nederland. In 2011 zijn in Fryslân nieuwe groengasvulpunten geopend in Surhuisterveen en Burgum. Daarmee heeft Fryslân als eerste provincie een dekkend netwerk. Groengas tanken kon in Fryslân al in Leeuwarden (2), Dokkum, Heerenveen, Drachten, Harlingen en Nes Ameland. De twee aanjagers van de provincie en de gemeente Leeuwarden hebben in 2011 twee belangrijke acties ondersteund. Beide acties waren gericht op het vergroten van het aantal groengasauto‟s in Fryslân. Zo startte op 1 mei 2011 de regeling Leeuwarden 100. Ondernemers konden € 1000,- aanvragen bij aanschaf van een groengasauto. In 2011 zijn 50 aanvragen gedaan. Daarnaast was er de landelijke subsidieregeling „Proeftuin Rijden op Groengas‟. Hier konden ondernemers € 3000,- subsidie aanvragen voor aanschaf van een groengasauto. Dankzij de inspanningen van de aanjagers zijn er 179 aanvragen voor Fryslân ingediend. De voertuigen worden in de eerste helft van 2012 uitgeleverd. Groengas Nederland De Stichting Groengas Nederland opende begin september 2011 officieel haar deuren op het terrein van de Dairy Campus. Het landelijke centrum gaat alle kennis over Groengas bundelen en beschikbaar stellen aan producenten van groengas. Groengas Nederland is een initiatief van provincie Fryslân, gemeente Leeuwarden en een aantal grote landelijke energiedistributie- en netwerkbedrijven. Fryslân alleen al heeft in theorie potentie om voor 150.000 huishoudens Groengas te maken en leveren. Het kenniscentrum moet productie en afzet zoveel mogelijk stimuleren. Blue Energy Op de Afsluitdijk in Breezanddijk komt een proef met Blue Energy. Blue Energy is duurzame energie die gewonnen wordt door het met een speciale techniek mengen van zoet en zout water. De Afsluitdijk is bij uitstek een plek waar zoet en zout water bij elkaar kunnen komen. Proeven met deze vorm van energie moet uitwijzen wat we precies met Blue Energy kunnen. De bedrijven REDstack, Wetsus en Fuji voeren deze proef uit. Blue Energy is voor de provincie een mooie kans. Kans op een nieuwe duurzame energiebron, maar ook kans op werk. De proef kost in totaal € 7,3 miljoen. De provincie Fryslân draagt €1,6 miljoen bij. Internationale samenwerking Met het Interregprogramma werkt Europa aan duurzame grensoverschrijdende regionale ontwikkeling. In dit kader is in 2011 een aantal internationale samenwerkingsprojecten succesvol uitgevoerd. Op 13 mei lanceerde Cradle to Cradle Islands haar nieuwe website Wisle (www.wisle.org). Met Cradle to Cradle Islands willen eilanden rond de Noordzee zelfvoorzienend worden op het gebied van water en energie. De nieuwe netwerksite is gemaakt om ervaringen van het project wereldwijd te delen. Als onderdeel van het Cradle to Cradle Island project kwam een Amerikaanse delegatie naar Fryslân. Zij volgden hier een tweedaagse workshop over duurzame Friese technologie op het gebied van water, energie en materialen. Deze samenwerking wordt ook voortgezet. Er wordt gewerkt aan een 10-jarenprogramma om de Friese technologie ook in New York te gaan gebruiken. Binnen het project Netzwerk Toekomst werkten Noord-Nederlandse en Duitse partijen intensief samen op het gebied van recreatie en toerisme. Door het project is het aanbod in beide landen meer zichtbaar en toegankelijk gemaakt. Ook de kwaliteit is verbeterd. Zo volgden meer dan 400 ondernemers uit het projectgebied de cursus websitever-
324
betering. In Fryslân is de zogenaamde waterwegennavigator ontwikkeld. Hiermee kan straks alle informatie over het vaargebied of vaarbestemming worden opgevraagd via telefoon of laptop. Het Afval Actie Programma Het Afval Actie Programma (AAP) is door de provincie opgezet met als doel het huishoudelijk afval met 25% te verminderen. Het programma wil bedrijven en burgers een platform bieden om samen duurzame innovaties voor afvalpreventie te realiseren. AAP richt zich eerst vooral op het terugdringen van voedselverspilling. Huishoudelijk afval bestaat namelijk voor ongeveer 30% uit voedsel of verpakkingsafval. Binnen AAP werkt de provincie samen met de gemeenten, die verantwoordelijk zijn voor het inzamelen van afval. Daarnaast ook met andere deelnemers in de keten: van de producent tot de afnemer van producten. Duurzame bedrijfsvoering Het jaar 2011 stond -vanuit duurzaam inkopen bekeken- in belangrijke mate in het teken van het nieuwe provinciehuis. Binnen dat provinciehuis heeft het thema duurzaamheid op veel manieren concreet vorm gekregen. Denk aan de „slimme‟ verlichting (die uit gaat als er niemand is) of de verwarming van het gebouw door middel van aardwarmte in combinatie met betonkernactivering. Maar ook bij de inrichting van het provinciehuis is duurzaamheid een belangrijk uitgangspunt geweest. Door het hele gebouw is „wastewood‟ toegepast voor kasten en vaste inrichting. Door een Cradle 2 Cradle gecertificeerd proces verwerken we nu ons afvalpapier en wordt het hergebruikt als toiletpapier. Het zijn praktische voorbeelden waarmee we invulling hebben gegeven aan ons streven naar een volledig duurzame bedrijfsvoering. Ook als het om duurzaam P&O beleid gaat, zijn diverse maatregelen succesvol gebleken de afgelopen periode. In het nieuwe provinciehuis werken we volgens de principes van „Het Nieuwe Werken‟. Op deze manier wordt de beschikbare ruimte optimaal benut en wordt plaats en tijdsonafhankelijk werken mogelijk gemaakt. Dat heeft bijvoorbeeld effect op het woon-werkverkeer. Bij het woon- werkverkeer is overigens goed te zien dat het duurzame beleid geleid heeft tot een daadwerkelijke gedragsverandering. Door de nieuwe vergoedingen voor woon- werkverkeer is het fietsen en openbaar vervoer sterk gestegen t.o.v. het gebruik van de eigen auto. Eind 2011 maakte ruim 60 % gebruik van duurzame vervoersvormen tegen nog 40 % begin 2011. De afgesproken maatregelen zijn derhalve zeer succesvol geweest en hebben de verwachtingen zelfs overtroffen. Ook is medio 2011 een pilot gestart met 10 duurzame bedrijfsauto‟s die op groen gas of volledig elektrisch rijden. Hierdoor is het zakelijk reizen al voor een deel verduurzaamd. Deze pilot verloopt succesvol en zal verder worden uitgebreid in 2012. Werkbezoeken College van Gedeputeerde Staten en Commissaris van de Koningin In 2011 hebben het gehele College van GS dan wel de Commissaris van de Koningin de volgende werkbezoeken afgelegd. 22 april 2012 29 juni 2012 10 oktober 2012 28 oktober 2012 28 november 2012 12 december 2012
Drukkerij Jongbloed BV BASF Nederland BV Beatrix Kinderziekenhuis Universitair Centrum Groningen Achmea Van de Leur Banketspecialiteiten Noordelijke Hogeschool Leeuwarden
Heerenveen Nijehaske Groningen
CdK CdK CdK
Leeuwarden Bolsward Leeuwarden
GS CdK CdK
Het aantal werkbezoeken is lager dan het voorgaande jaar, in verband met het aantreden van een nieuw college, in een gewijzigde samenstelling, na de in maart gehouden Statenverkiezingen. Verder zijn er tientallen werkbezoeken geweest van individuele gedeputeerden en van mezelf, maar het voert in het kader van dit burgerjaarverslag te ver om die afzonderlijk te noemen. Indien u hiervan kennis wilt nemen, kunt u surfen naar www.fryslan.nl, onderdeel Actueel en vervolgens Agenda. Fries Jeugd Parlement Van 23 tot en met 25 maart vond de twintigste editie plaats van het Fries Jeugd Parlement (FJP). Net als voorgaande jaren hebben circa negentig leerlingen van tien middelbare scholen kennis gemaakt met de provinciale politiek. Elke school vormde een politieke partij die weer vertegenwoordigd was in een commissie. Voor de voorstellen die door de commissies zijn geformuleerd was in totaal € 2.500 beschikbaar. Ook dit jaar werden er goede voorstellen aangenomen door de jongeren. Te weten: „‟Impactproject”: voorlichting door ex-gedetineerden op scholen over jeugdcriminaliteit; ‘’Graffiti’’: ter promotie van Fryslân; ‘’Korting jongeren openbaar vervoer’’: onderzoek naar de mogelijkheid om jongeren van 12 tot 18 jaar op de OV-chipkaart in het weekend een korting van 40% te geven; ‘’Fryskmob”: een flashmob ter promotie van Fryslân; “Go your own way”: promotiefilmpjes van bedrijven om bepaalde beroepen aantrekkelijker te maken en “De opfleurrotonde”: lokale hoveniersbedrijven fleuren rotondes op in ruil voor reclame.
325
Statenspel Het statenspel - een simulatie van de provinciale politieke besluitvorming - wordt vaak gespeeld door leerlingen van MBO- en HBO-opleidingen, maar ook door andere groepen. In 2011 werd het Statenspel acht keer gespeeld. Ieder spel staat onder begeleiding van een of meer statenleden of oud-statenleden. Halverwege 2011 heeft de statengriffie de organisatie van de spellen overgenomen van de afdeling Communicatie en is de opzet ervan vernieuwd. Sinds de verhuizing naar de Tweebaksmarkt worden de statenspellen weer in de historische statenzaal gehouden. Insprekers Burgers, bedrijven en andere organisaties hebben het recht om tijdens de vergadering van een Statencommissie het woord te voeren over onderwerpen die op de agenda staan. Hieronder is een overzicht opgenomen van de beide Statencommissies, alsmede van enkele gezamenlijke Commissievergaderingen. Insprekers Commissie Lân, Loft & Wetter 2011 02-02-11
Houtskoolschets Windstreek 2011
18 insprekers
02-02-11
Eindevaluatie praktijkproeven hogere zomerpeilen Fries veenweidegebied Uitgangspunten stimuleringsregeling funderingsherstel MER Frisia zoutwinning Provinciaal inpassingsplan N381 Schaalvergroting melkveehouderij
4 insprekers
09-02-11 06-04-11 09-11-11 07-12-11
1 inspreker 2 insprekers 15 insprekers 2 insprekers
Insprekers Commissie Boarger & Mienskip 2011 05-01-11 02-02-11 29-06-11 16-11-11 07-12-11
Statenvoorstel UCF 2010-2015 Evaluatie R&T Beleid en Uitvoeringsagenda Top-attraksje Scenariokeuze hoogwaardige toekomstvaste open breedbandinfrastructuur voor particulieren in Fryslân Uitvoeringsprogramma Fryske Marreprojekt 2011 Leeuwarden als Culturele Hoofdstad 2018
1 inspreker 1 inspreker 2 insprekers 2 insprekers 8 insprekers
Insprekers Gemeenschappelijke Commissie Boarger & Mienskip/Lân, Loft & Wetter 2011 26-01-11 13-7-11 12/26-1011 14-12-11
Vertaling scenario 4 takendiscussie naar beleidsvelden Uitvoeringsprogramma 2011-2015 Koersvast met nieuw realisme Begroting 2012 en begroting 2012 Fonds Nazorg Stortplaatsen Bestuursakkoord Rijk-IPO en deelakkoorden Water en Natuur en Landelijk gebied
4 insprekers 2 insprekers 1 inspreker 2 insprekers
IV. Afhandeling van klachten, bezwaar en beroep Klachtenregistratie , divisie Utfiering, Fysiek Beheer, afdeling Beheer en onderhoud De klachten, meldingen en verbetervoorstellen m.b.t. het gebruik van de provinciale infrastructuur van 2011 worden op diverse manieren gemeld, telefonisch, via het meldpunt op de site van de provincie Fryslan of via de post. Er wordt in dit geval over klachten gesproken als duidelijk is dat een voorval het gevolg is van het in gebreke blijven bij het uitvoeren van regulier onderhoud en/of het niet binnen een reële termijn reageren op een melding. Op basis van voorgaande definitie bedraagt het aantal klachten dat is binnengekomen bij de afdeling Beheer en Onderhoud een niet noemenswaardig aantal. De meldingen/klachten die binnenkomen bij de afdeling Beheer & Onderhoud, bedroegen afgelopen jaar 66 in getal, schriftelijk (via de post), via de mail dan wel telefonisch. Een deel van deze reacties betreft het attenderen van de provincie op (mogelijk) gevaarlijke situaties bij wegen, zoals kruispunten en fietspaden en vaarwegen, dan wel verstopte duikers. De klachten gaan bijv. over oeverafslag, bestrating, bebording, (te laat) maaien e.d. Veelal wordt contact opgenomen met de reageerders/klagers en worden de klachten, voor zover gegrond en mogelijk, zo spoedig mogelijk aangepakt.
326
Enkele meldingen betreffen een gevolg van de strenge winter, zogenaamde winterschade aan de verhardingen, verzakte bestrating of beschadigd asfalt. Hierdoor ontstonden er soms wateroverlast of verkeersonveilige situaties. Verder is herhaaldelijk gemeld dat het landbouwpad tussen Terwispel en Gorredijk, dat na een reconstructie van de hoofdrijbaan gebruikt moet worden door meerdere voertuigen, (langzaam rijdend verkeer), slecht begaanbaar is. Intussen is hier een proef gaande van de afdeling Nieuwe Werken om daar de juiste verharding aan te brengen. Voor het behandelen van klachten is een kwaliteitshandboek opgesteld; daarin staat aangegeven hoe ambtenaren moeten omgaan met milieuklachten, bedenkingen en klachten. (Dit dateert van 2008). Een klacht wordt geregistreerd en afgehandeld met behulp van een workflowmanagementsysteem (Powerforms). Provinciale klachtenregeling Er zijn in 2011 negen klachten binnengekomen. Hiervan konden er vier binnen drie weken of iets langere tijd worden opgelost via overleg tussen de klager en de ambtenaar tegen wie de klacht was gericht dan wel zijn afdelingshoofd. Vijf klachten konden niet op minnelijke wijze worden opgelost en zijn behandeld door de commissie. Hiervan is één klacht zonder hoorzitting door de commissie niet ontvankelijk verklaard. De overige klagers zijn, evenals degenen op wie hun klacht betrekking had, in de gelegenheid gesteld hun klacht resp. hun visie op de klacht toe te lichten tijdens een hoorzitting. Van deze zaken heeft de commissie in één geval geadviseerd de klacht door te zenden naar de Landinrichtingscommissie. In één geval heeft de commissie geadviseerd de klacht gegrond te verklaren en in twee gevallen heeft de commissie geadviseerd de klachten ongegrond te verklaren. Twee klachten die in 2010 zijn ingediend en waarvan de beslistermijn is geschorst omdat de klagers nog in gesprek zijn met de provincie, zijn nog niet afgehandeld. Klachtenregistratie afdeling Complexe infraprojecten M.b.t. het project N381 Drachten-Drentse grens. Klachtenregistratie is mogelijk via de website (www.n381.nl) of in persoon (Infocentrum N381). De beantwoording van ingekomen vragen wordt gearchiveerd in het projectarchief van de N381 Drachten – Drentse grens en het centrale archief van de provincie Fryslân. Datzelfde geldt voor de sites van de andere infraprojecten, zoals bijv. die van de Centrale As en de Haak om Leeuwarden. Milieualarmnummer Via het telefoonnummer 058-21.22.422 kunnen burgers 24 uur per dag melding doen van situaties waarbij het milieu in het geding is, maar ook van andere incidenten. Bij milieu-incidenten gaat het over bodemverontreiniging, lawaaioverlast, zwemwaterkwaliteit en stankoverlast. Het Milieualarmnummer is gebaseerd op een samenwerkingsovereenkomst met Wetterskip Fryslân. Burgers kunnen daarom ook melding doen van problemen aan gemalen of andere wateroverlast. Dit telefoonnummer is daarnaast ook bedoeld als aanspreekpunt voor medeoverheden. Het Milieualarmnummer heeft in 2011 in totaal 2099 meldingen verwerkt. Dit getal ligt mooi op het gemiddelde van de afgelopen 4 jaar van ongeveer 2100 meldingen per jaar. Bij Milieu betreft circa de helft van de meldingen een melding over stankoverlast. De meeste meldingen vallen onder Provinciale Waterstaat. Dit betreffen meldingen over wegen en waterwegen. Denk aan meldingen over storingen aan installaties, zoals verkeerslichten en bruggen of verontreiniging op de weg, maar ook verzoeken van de politie om een wegafzetting te plaatsen na een ongeval. De storing aan verkeerslichtinstallaties voert met 305 meldingen ook dit jaar weer de top aan van de onderwerpen. Storingen over verkeerslichtinstallaties kunnen door de installatie zelf worden gemeld en ook door de burger. De onderstaande cijfers betreffen alleen het aantal meldingen aangenomen door het call centre. Deze cijfers komen daarom per definitie niet overeen met de cijfers die bij de afzonderlijk vakafdelingen worden benoemd. Over een storing of incidenten kunnen immers verschillende meldingen gedaan worden. Meldingen Milieualarmnummer 2011: Totaal Milieu Droog
Milieu Nat
Meldingen PWS Overig provincie Meldingen WF
2099
354
1034
444
125
327
142
Bezwaar- en beroepschriften Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kunnen belanghebbenden bezwaar maken tegen besluiten van provinciale bestuursorganen. Ook kunnen belanghebbenden in bepaalde gevallen bij gedeputeerde staten administratief beroep instellen tegen besluiten van het gemeente- of waterschapsbestuur. Bezwaar- en beroepschriften worden voor advies voorgelegd aan een onafhankelijke commissie. De commissie stelt de indiener van het bezwaar- of beroepschrift, eventuele derde-belanghebbenden en het bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen, in de gelegenheid om te worden gehoord. In 2011 zijn 104 bezwaarschriften (exclusief SNL-bezwaren) en 1 beroepschrift ingediend. In het verslagjaar zijn 118 dossiers, waarvan een gedeelte voor 2011 is binnengekomen, afgedaan. Daarvan is 35% ingetrokken, mede dankzij de nadrukkelijke focus van gedeputeerde staten, de ambtelijke dienst, de adviescommissie en het secretariaat van deze commissie op de mogelijkheid om zaken buiten de formele bezwaarschriftenprocedure tot een oplossing te brengen. In 2011 werd gemiddeld in 85% van de dossiers tijdig een beslissing genomen dan wel is de beslistermijn met instemming van de bezwaarmaker overschreden. Wet Dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen De Wet Dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen regelt dat de burger de overheid bij het niet tijdig nemen van een besluit kan aanspreken. Als een besluit niet tijdig is genomen kan de aanvrager (burger of bedrijf) de overheid schriftelijk in gebreke stellen. Na ontvangst van de ingebrekestelling moet binnen 2 weken worden beslist. Indien dit niet lukt, gaat de dwangsom lopen. Op grond van de Wet Dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen is de provincie in 2011 acht keer in gebreke gesteld. In één geval was het besluit reeds vóór de ingebrekestelling genomen en in één geval was de beslistermijn nog niet verstreken. Driemaal is het besluit binnen twee weken na de ingebrekestelling genomen. In één geval is de ingebrekestelling aangemerkt als een beroep en doorgezonden aan de rechtbank. In twee gevallen is een dwangsom vastgesteld. In beide gevallen is de dwangsom vastgesteld op € 1260,-.
V. Conclusies Kort gezegd kunnen voor het jaar 2011 de volgende conclusies worden getrokken: Het aantal tijdig afgedane zaken is toegenomen, de betaling van de facturen is nagenoeg onveranderd, we zijn telefonisch nog beter bereikbaar geworden, klachten worden als vanouds zo goed mogelijk afgehandeld, en ook de tijdige afdoening van bezwaarschriften is onveranderd hoog. Daarnaast weet de burger ons via internet steeds beter te vinden en is er ook steeds meer informatie vrijelijk beschikbaar. Kortom, de ambtenaren blijven op allerlei terreinen de burgers zo goed mogelijk bedienen, en ondanks het feit dat wat we doen altijd voor verbetering vatbaar is, mogen we al met al niet ontevreden zijn.
328
Omslag_Jaarstukken_2011.qxp:439x297
30-03-2012
11:06
Pagina 1
Jierstikken 2011
Jierferslach, Jierrekken en Boargerjierferslach
Jierstikken 2011 Fryslân: iepen en eigen
Fryslân: iepen en eigen
Jierstikken 2011 Jierferslach, Jierrekken en Boargerjierferslach Fryslân: iepen en eigen