‘In 1962 zond de provinciaal van New York, pater John McGinty, drie leraren naar de universiteit van Lagos, de grootste stad van Nigeria. Vandaag de dag zijn er ongeveer 110 jezuïeten werkzaam in de Noord-West Afrikaanse provincie, waarvan 90% van inheemse afkomst. Naast Nigeria en Ghana werken er ook jezuïeten uit de provincie in Liberia, Gambia en Sierra Leone.’ Gabriel Ujah Ejembi SJ
nr. 32 | winter 2012
Jezuïeten
Jezuïeten is een uitgave van de Nederlandse en de Vlaamse Provincie van de Sociëteit van Jezus. Ze verschijnt viermaal per jaar en is bedoeld voor familieleden, vrienden en weldoeners. Het blad is in principe kosteloos. Giften zijn altijd welkom, meer informatie hierover op pag. 2.
Afgiftekantoor 3000 Leuven 1 *Erkenningsnummer P004583
Afgiftekantoor 3000 Leuven 1 *Erkenningsnummer P004583
nr. 32 | winter 2012
Jezuïeten
n r. 3 2
w i n t e r
2 0 1 2
ING 828228 IBAN: NL85INGB0000828228 BIC : INGBNL2A
J e z u ï e t e n
2
ABN AMRO Bankrekening nr. 51.89.91.830 IBAN: NL46ABNA0518991830 BIC : ABNANL2A Voor Vlaanderen: vzw Lessiusvereniging, Koninginnelaan 141 1030 Brussel Rekeningnummer 435-2059281-51 IBAN: BE75 4352 0592 8151 BIC: KREDBEBB Mededeling: tijdschrift Jezuïeten Redactie: Ward Biemans SJ, Guido Dierickx SJ, Walter Fabri SJ, Eduard Kimman SJ en Carola Lexmond-Kiepe Amaliastraat 13 NL - 2514 JC Den Haag
[email protected] tel. 070 364 29 22 Jezuïetenhuis Hurtado Drongenplein 26 B - 9031 Drongen-Gent
[email protected] ISSN 0167-2967 Verantwoordelijk uitgever: Frans Mistiaen SJ Koninginnelaan 141 1030 Brussel
Voorpagina: Pater Bob Dundon in Nigeria
INHOUDSOPGAVE ACTUALITEITEN – Stilte van Kerstmis – Johan Verschueren SJ. . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Sociaal Project gaat tiende jaar in . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Pater Jacques Berthieu SJ heilig verklaard. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Mark Rotsaert SJ ontvangt Prijs voor het Religieuze Boek. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 WERELDWIJD – 50 jaar jezuïeten in Nigeria: een succesverhaal gepaard met grote zorgen – Gabriel Ujah Ejembi SJ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 QUICKSCAN – Rik van Wijnsberghe. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 KORTE BERICHTEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 KORT WERELDWIJD – 50 jaar ‘CONGO-AFRIQUE’ tijdschrift in dienst van Afrika – Ferdinand R.Muhigirwa SJ. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 IN DE KIJKER – Naar Rome – Eduard Kimman SJ. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 IN DE VERREKIJKER – Reacties tijdens het Tweede Vaticaanse Concilie. . . . . . . 20 KUNST – Nieuwe Mariakapel in Zomergem – Walter Fabri SJ. . . . . . . . . . . . . . . . . 21 BOEKEN – Engelenbrood, door Stephanie Saldaña – Pieter-Paul Lembrechts SJ. . . 22 IN MEMORIAM – Jan van Deenen SJ, Alfons Grimberg SJ, Harry Schelbergen SJ, Henri Suasso de Lima de Prado SJ, Ghisleen Van Doorsselaer SJ. . . . . . . . . . . 23 UIT DE STUDIEHUIZEN – Jan van de Poll SJ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 ACTIVITEITEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
De laatste vogelkeel, nu heel de lucht verduisterde viel stil En in mijn hoofd elke gedachte, in mijn hart ieder verlangen, in mijn ziel de twijfel of Gij met mij waart of mij verliet viel stil Lang zocht ik in de stilte naar de bron van mijn gezangen: ik vond een kind, dat in de kribbe sliep, en ieder lied viel stil.
Anton van Duinkerken
Verstilling en stilte. Als er iets is wat wij vandaag missen én verlangen is het wel dit: stilte en verstilling. Niet zomaar een verlangen; het is verlangen dat bang maakt. ‘Kan ik de stilte wel aan?’ is de eerste vraag die tijdgenoten overvalt als we hen spreken over een lang stil verblijf in een abdij of in een retraite. Stilte maakt mensen bang omdat ze eigenlijk weten dat er zoveel in gehoord wordt. Geruis, geritsel, gedachten, bewegingen van binnen, doorgaans onbekend en vreemd. Zelden zinnenstrelend. Meestal ongetemd en onbeheerst. Daarom maar vlug die oortjes insteken, twitteren of sms-en met de vrienden, en vooral niet stil vallen. Alles om de oorverdovende stilte niet te hoeven horen. Onze natuurlijke afkeer en angst voor stilte is gegrond. In de stilte gebeurt er veel meer dan we eigenlijk willen. Dáár gebeurt het. De meeste wendingen, keuzen en beslissingen in ons leven kiemen in de stilte en beklijven beter dan elke bekoorlijke
Johan Verschueren SJ Provinciaal Vlaanderen en Nederland
2 0 1 2
Voor Nederland: Stichting St. Claverbond te Den Haag
’t Laatste geluid op straat, waarnaar ik luisterde viel stil.
rapsodie. En willen we die wendingen wel? Wie blijft immers niet liever bij het oude, hoe onvolkomen ook, omdat we het kennen en beheersen kunnen. En ach, met het onvolkomene valt uiteindelijk wel te leven. Zo kabbelen velen doorgaans voort. Maar soms gebeurt het toch. Dat onbewaakte moment waarin de stilte ons overweldigt en ons voert - onstuitbaar - naar een nieuw begin. Het oude boek, heel de Bijbel, ademt dat klimaat. Elk nieuw begin wordt geboren in de stilte. Zelfs in de eerste mythische beginvoorstelling van de aarde met oerchaos, duisternis en afgrondelijkheid, hoor je slechts stilte in het zwartste zwart. En toch weerklinkt in díe stilte een woord: ‘er moet licht zijn’. Dat woord schept een nieuwe reeks van mogelijkheden en kansen die voordien onhoorbaar waren. Ook Abram hoort zo’n woord op een onbewaakt moment als chaos en dood zijn familie alle perspectief ontnemen: ‘Ga, verlaat je familie, naar het land dat ik u wijzen zal’. De stille doodsluier die over hem gevallen was, ogenschijnlijk voorgoed, scheurt doormidden. Abrams leven zal nooit meer zijn wat het was. En Samuël in de stilte van de nacht; een jongen nog. Hij hoort zijn naam, zoals hij nog nooit zijn naam gehoord heeft. En in die nachtelijke stilte wordt hem een ontstellend antwoord ontfutseld: ‘spreek, Heer, uw dienaar luistert.’ Zijn leven zal niet meer zijn wat het was. En Maria, zoals de middeleeuwse meesters haar voorstelden in de stilte mediterend bij het woord. Ook zij hoort haar naam in de stilte, nieuw en ongehoord! Ook haar wordt een antwoord ontfutseld, groter dan haar eigen vermogen: ‘Mij geschiede naar uw woord.’ En de evangelist commentator schrijft er fijntjes bij: ‘En zij bewaarde alles in de stilte van haar hart.’ Het mag ons niet verbazen dat onze historische stilte doorbroken wordt door een schreiend kind aan de rand. In de marge. De nachtelijke slaap die jaar na jaar alleen het geblaat van schapen weerstaat, wordt nu verstoord. Een woord. Een naam. Een nieuw begin, voor wie het horen wil... Zalig Kerstfeest
w i n t e r
Het blad is in principe kosteloos. Giften zijn altijd welkom.
Het jaarboek 2012 van de Sociëteit van Jezus vermeldt bij de foto die wij uitgekozen hebben op de voorpagina van dit nummer van ‘Jezuïeten’: ‘pater Bod Dundon geeft dans lessen aan Afrikaanse vrouwen in Benin City’. Deze stad ligt in Nigeria, waar de jezuïetenprovincie dit jaar haar gouden jubilieum vierde. We blikken opnieuw terug op het Tweede Vaticaanse Concilie, eveneens 50 jaar geleden geopend. Iets minder lang, maar zeker vermeldenswaard zijn de ervaringen van tien jaar Sociaal Project op Vlaamse middel bare scholen. Eduard Kimman ging in november met het Nederlandse economaat op pelgrimstocht naar Rome. Een maand eerder werd daar missionaris en martelaar Jacques Berthieu heilig verklaard. We gedenken zoals gebruikelijk de overledenen in onze eigen provincies. In de rubriek ‘Kunst’ ruimte voor een mooie, gloednieuwe Vlaamse Mariakapel. ‘Uit de studiehuizen’ laat deze keer een directeur aan het woord: Jan van de Poll, die het laatste vormingsjaar voor Europese jezuïeten in Dublin coördineert. We openen met Kerstwensen aan u van Johan Verschueren, pater provinciaal van Nederland en Vlaanderen. De redactie van ‘Jezuïeten’ sluit zich hierbij van harte aan.
Stilte van Kerstmis
n r. 3 2
Jezuïeten is een uitgave van de Nederlandse en de Vlaamse Provincie van de Sociëteit van Jezus. Ze verschijnt viermaal per jaar en is bedoeld voor familieleden, vrienden en weldoeners.
Voorwoord
3 J e z u ï e t e n
Colofon
ACTUALITEITEN actualiteiten
ACTUALITEITEN
J e z u ï e t e n
4
• ‘De voldoening die de kinderen je geven is onbeschrijfelijk. Elke keer als ik terugkwam van het sociaal project was ik gelukkig omdat het voelde alsof ik iets goed had gedaan, iets wat er echt toe deed. Dat ik echt iets betekende voor de kinderen en dat ze dankbaar waren voor wat ik deed.’ • ‘Doordat ik met kinderen in contact ben gekomen die het thuis niet gemakkelijk hebben op financieel vlak, ben ik de kleine dingen beginnen te appreciëren die ik kan krijgen van mijn ouders. … Nu weet ik dat het ook anders kan en dat ik blij moet zijn dat ik in zo’n warm gezin geboren ben.’ • ‘Ik ga graag naar mijn sociaal project omdat ik de indruk heb dat de mensen die ik probeer te helpen ook degelijk geholpen worden. Dit betekent veel voor mij en ook geeft het mij veel voldoening. Daarom heb ik besloten om mijn sociaal project verder te zetten tot de examens in juni achter de rug zijn. Zo kan ik met een gerust hart aan mijn vakantie beginnen.’ • ‘Het project verandert je wel een beetje. Alleen al op sociaal vlak en het gevoel dat je krijgt dat je iets goeds hebt gedaan voor iemand die je eigenlijk niet kent, maar die het toch apprecieert dat je tijd doorbrengt met hen.’
2 0 1 2
invulling van de jezuïetentraditie om jonge mensen te helpen groeien tot dienstbare verantwoordelijkheid in onze samenleving, of zoals Pater Peter-Hans Kolvenbach SJ het uitdrukte: ‘Jongeren opvoeden tot bekwame, gewetensvolle en meelevende mannen en vrouwen.’ Dit schooljaar beleeft het Sociaal Project voor de leerlingen van de Vlaamse jezuïetencolleges zijn tiende jaar. De jongeren steken niet alleen de handen uit de mouwen. Hun wordt ook de kans geboden om te reflecteren op hun ervaring. Hieronder vindt u een bloemlezing uit de eindverslagen:
w i n t e r
Sinds september 2003 organiseren de Vlaamse jezuïetencolleges verplichte sociale stages voor hun leerlingen. Eén uur per week of twee uur om de veertien dagen werken de jongeren met en voor blinden, bejaarden, allochtone kinderen, mentaal gehandicapten. Alles samen gaat het gemiddeld over 30 uur, gespreid over het hele jaar en buiten de schooluren. In de meeste colleges vindt deze (verplichte) stage plaats in het vijfde jaar. De stages gaan gepaard met uiteenlopende vormen van reflectie: vooraf schrijven de leerlingen een motivatiebrief, tijdens de stage houden ze een logboek bij en komen ze regelmatig samen in kleine groepjes om uit te wisselen. Aan het einde van hun stage maken ze een uitvoerig stageverslag. Het reflectieluik helpt hen om de onmiddellijke ervaring beter te plaatsen en te verdiepen. Maar ook om mogelijk te maken dat de persoonlijke geraaktheid een springplank wordt naar een levensbeschouwelijke bevraging. Jaarlijks komen een 1000-tal jongeren aan de beurt. Hun mondelinge en schriftelijke terugblik getuigt van de positieve impact. Voor de grote meerderheid is dit een totaal nieuwe ervaring. Ze ontdekken dat het mogelijk is om zich zo maar in te zetten voor een ander en dat dit op de koop toe vervullend is. Velen ervaren een kwaliteit van vreugde die hen tot dan toe onbekend was. Iets analoogs geldt voor de honderden leerkrachten, ouders en professionele hulpverleners die de stages begeleiden. Hun blijvende inzet en bezieling garanderen de duurzaamheid van het Sociaal Project. De inspanningen van de directies en de steun van financiële weldoeners laten toe om leerkrachten deeltijds vrij te stellen voor de omkadering. Een project van dergelijke omvang duldt geen improvisatie. Het Sociaal Project is een antwoord op de oproep van wijlen pater Pedro Arrupe SJ om bij de christelijke geloofsopvoeding expliciete verkondiging en concrete inzet voor een betere wereld samen te brengen. Evangelisatie begint bij daden, eerder dan bij woorden. Ruimer gezien is het een hedendaagse
• ‘Tijdens het project heb ik me voorgenomen om nog hulp aan te bieden aan een organisatie die zich bezig houdt met gehandicapten, omdat ik nu beter met hen kan omgaan.’ • ‘Ik had een gevoel in de zin van “wow” hoe kan nu iemand ondanks zijn handicap zo vrolijk door het leven gaan. Het was verbazingwekkend hoe blij hij was toen hij voor we vertrokken de woorden: “We gaan wandelen” hoorde. Ik vind het eigenlijk verschrikkelijk dat ik (en ik ben er zeker van ook vele anderen van mijn leeftijd en ouder) niet meer besef dat je blij moet zijn met elk moment van de dag, wij zijn met niets meer tevreden. Als ik hier thuis de woorden: “We gaan wandelen” hoor, trek ik bij wijze van spreken al meteen een zuur gezicht. […] Het is iets dat me zal bijblijven voor de rest van mijn leven.’ • ‘Ik heb gemerkt dat je veel terug krijgt van de kinderen. Ze geven – onbewust – heel veel liefde. Door gewoon met de kinderen bezig te zijn en ze te helpen, krijg je echt een gevoel van voldoening, je weet dat je iets nuttigs aan het doen bent.’
• ‘Ik heb een verantwoordelijkheidsgevoel ontdekt in mezelf. Mijn stage was leerrijk en tegelijkertijd een bewustwording. Het leven in onze maatschappij is voor sommige mensen toch zo moeilijk en dat vind ik merkwaardig en beangstigend. Het heeft me mijn eigen situatie nog meer leren appreciëren. Ik heb ontdekt dat je leven in grote mate wordt bepaald door de omgeving waarin je wordt geboren.’ • ‘Er is een deur in mijn wereld opengegaan. Ik heb gezien dat zij die beweren dat de vreemdelingen die hier komen, profiteurs zijn, er niets van weten. Ze moesten eens gaan kijken naar de omstandigheden waarin deze mensen hier moeten leven!’ • ‘Deze kinderen hebben het niet goed, en toch kan je je goed met hen amuseren, soms nog beter dan met kinderen die het tè goed hebben.’ • ‘Je helpt hen met kleine dingen en krijgt er een enorme hoeveelheid vriendschap en genegenheid voor in de plaats.’ Bron: www.jezuieten.org
J e z u ï e t e n n r. 3 2
n r. 3 2
w i n t e r
2 0 1 2
Sociaal Project gaat tiende jaar in
5
ACTUALITEITEN
Mark Rotsaert SJ ontvangt Prijs voor het Religieuze Boek
J e z u ï e t e n
6
Madagascar Jacques Berthieu werd geboren op 27 november 1838 in Polminhac (Cantal, Frankrijk). Hij stierf de marteldood in Madagascar in 1896. Hij was al negen jaar diocesaan priester toen hij op de leeftijd van 35 intrad in de Sociëteit van Jezus in 1873. Als missionaris was hij heel succesvol. Hij werd uitgezonden naar Madagascar in 1875. Hij zou er blijven tot aan zijn dood, 21 jaar later. Hij verdrievoudigde het aantal missieposten in het Noorden van het eiland. Meer in het bijzonder zette hij zich in voor de uitbouw van het onderwijs, voor de irrigatie en de tuinbouw en het onderricht in landbouwtechnieken.
Tot de dood Tijdens een opstand in Ambitatibe vergezelde hij vluchtelingen die wilden ontsnappen aan het geweld. Eerder dan weg te vluchten met zijn paard, verkoos hij om bij zijn mensen te blijven. De Franse kolonel die met zijn troepen voor zijn veiligheid moest instaan, had hem in de steek gelaten omdat de Franse jezuïet hem opmerkingen had gemaakt over zijn gedrag ten aanzien van de inheemse vrouwen. Berthieu werd op 8 juni 1896 gevangenen genomen en naar het dorp van de aanvallers gebracht, waar de aanvoerder verbleef. Pater Berthieu verwierp het
Pater Berthieu afgebeeld op banier aan de St. Pieter bij zijn heiligverklaring
voorstel van de aanvoerder om raadgever te worden van zijn stam. Hij beloofde zijn leven te sparen indien hij zijn geloof afzweerde. Berthieu zei dat hij liever stierf dan ontrouw te zijn aan zijn godsdienst. Hij werd vervolgens aangevallen, geslagen met een bijl en ten slotte gefusilleerd. Zijn lichaam werd in een rivier geworpen. Jacques Berthieu SJ werd zalig verklaard door Paulus VI op 17 oktober 1965, tijdens het Tweede Vaticaanse Concilie. Pater Generaal Nicolás schrijft over de nieuwe heilige: ‘Moge de heilige Geest ons helpen om zelf ook te leven volgens de keuzes van Jacques Berthieu: zijn gedrevenheid voor een uitdagende zending voerde hem naar een ander land, een andere taal, een andere cultuur; zijn persoonlijke verbondenheid met de Heer vertaald in zijn gebed; zijn pastoraal engagement dat zich zowel uitte in broederlijke liefde voor de gelovigen die aan hem waren toevertrouwd als in zijn verlangen om hen te doen groeien in het christelijk leven; en, ten slotte, een leven dat gave was, een keuze die hij elke dag waarmaakte tot in de dood, die hem definitief gelijkvormig maakte aan Christus.’ Bron: www.jezuieten.org
ontdekken hoe de Geest van God hen beweegt.’ Rotsaert meent dat de ignatiaanse spiritualiteit en traditie kunnen bijdragen tot de nieuwe evangelisatie: ‘We vinden daarbij niet zozeer dat we dat geloof naar de cultuur van mensen moeten brengen. Wij willen hen wel helpen ontdekken dat God er al is, dat Hij al aanwezig is in hun leven. In het verleden heerste te veel de mentaliteit: “wij weten het”. Ons vertrekpunt is dat wij kijken en luisteren naar mensen en zien hoe God aanwezig is in het leven en de cultuur van mensen. Van daaruit proberen wij met hen een stap verder te zetten.’ Bron: Kerknet / www.jezuieten.org
www.igniswebmagazine.nl
w i n t e r
De Prijs voor het Spirituele Boek wil telkens een boek bekronen waarin op een toegankelijke wijze wordt bijgedragen tot de zoektocht naar zin, bezinning en bezieling in de huidige samenleving. Deze prijs ging dit jaar naar Jan De Cock, met zijn boek: ‘Doodgelukkig leven’, de auteur die reeds vroeger het bekende: ‘Hotel Prison’ schreef. In ‘Doodgelukkig leven’ loopt hij door het ziekenhuis, kijkt en luistert. De verhalen laten zien wie de mensen werkelijk zijn. De Prijs voor het Religieuze Boek werd gedeeld door Mark Rotsaert SJ met zijn boek: ‘Geestelijke Onderscheiding bij Ignatius van Loyola’ en Huub Oosterhuis met zijn: ‘150 psalmen vrij’. In reactie op de prijs zegt Mark Rotsaert: ‘Ik heb dit boek vooral geschreven voor mensen die Ignatius van Loyola al een beetje kennen. Zo probeer ik hen in contact te brengen met zijn geschriften. Voor deze publicatie heb ik uitvoerig gebruik gemaakt van de verschillende publicaties van Ignatius. Met Geestelijke onderscheiding bij Ignatius, spoor ik mensen aan om de geschriften van de stichter van de jezuïetenorde te lezen. Tegelijk geef ik hen een ander beeld van de heilige door zijn teksten naast elkaar te plaatsen en ze te becommentariëren. Zo laat ik mensen aanvoelen dat die innerlijke beweging ook bij hen leeft en spoor ik hen aan om daar iets mee te doen.’ Mark Rotsaert is getroffen door het blijvende succes van de Geestelijke Oefeningen van Sint-Ignatius, ook bij mensen die geen band hebben met de ignatiaanse traditie en die de stichter van de jezuïeten minder goed kennen. ‘Deze Oefeningen laten ook vandaag nog, in een heel andere tijd, mensen hun eigen innerlijkheid ontdekken en helpen hen
2 0 1 2
Op initiatief van de Vereniging van de Katholieke Periodieke Pers, VUKPP, werden op 17 oktober prijzen uitgereikt voor het religieuze en spirituele boek in het Dr.Guislaininstituut in Gent.
n r. 3 2
Een jezuïet en twee anderen die verbonden waren met de jezuïeten zijn op zondag 21 oktober 2012 heilig verklaard, samen met nog vier andere zaligen. Het gaat over Jacques Berthieu SJ, een Frans missionaris, Kateri Tekakwitha, de eerste inheemse Amerikaanse heilige en Peter Calungsod, een katholieke leek uit de Filippijnen. ‘De Sociëteit is verheugd omdat de Kerk een van de onzen heilig verklaart en hem aldus tot voorbeeld stelt voor al de gelovigen en hen uitnodigt om zijn voorspraak te vragen’, zo schrijft Adolfo Nicolás, Algemeen Overste van de jezuïeten.
7 J e z u ï e t e n
n r. 3 2
w i n t e r
2 0 1 2
Pater Jacques Berthieu SJ heilig verklaard
wereldwijd
50 jaar jezuïeten in Nigeria:
een succesverhaal gepaard met grote zorgen
J e z u ï e t e n
8
Vorming van jezuïeten en onderwijs Een van de belangrijkste ontwikkelingen van de afgelopen decennia was de bouw van een noviciaat, om inheemse mannen op te leiden om verantwoordelijkheid voor de groeiende werkzaamheden op zich te kunnen nemen. Nog altijd worden veel kandidaten voor de vorming tot jezuïet toegelaten. Een andere grote stap was de opening van een middelbare school, Loyola Jesuit College, in 1996 in de Nigeriaanse hoofdstad Abuja. De school staat bekend als een van de beste middelbare scholen in het land. Op 22 juli 2005 werd de Nigeria/Ghana missie een onafhankelijke provincie, de Noord-West Afrikaanse provincie tijdens een uitbundige viering, voorafgegaan door drie dagen van gebed, sharing en planning. De nieuwe provinciaal pater George W. Quickley begon vrijwel onmiddellijk met het verkennen van nieuwe grenzen. Er zijn vandaag de dag ongeveer 110 jezuïeten
2 0 1 2
w i n t e r
dopelingen per jaar. In dezelfde stad werd in 1992 een ignatiaans retraitecentrum gebouwd, dat tot op vandaag functioneert voor religieuzen, leken en niet katholieken. In Lagos, een stad met meer dan acht miljoen inwoners, heeft de Sociëteit onder meer de zorg op zich genomen voor enkele parochies, het ziekenhuispastoraat en voor een school die kwaliteitsonderwijs aanbiedt tegen een zeer lage prijs. In 1986 werd Ghana officieel toegevoegd aan de Nigeriaanse missie. Een permanente residentie werd gebouwd in Cape Coast, waar jezuïeten woonden en werkten als seminariepastores, leraren en retraitebegeleiders. In 1999 werd door de aartsbisschop van Accra de St. Antoniuskerk toegewezen aan de Sociëteit, alwaar een bloeiend parochieleven tot stand is gekomen.
n r. 3 2
In 1962 zond de provinciaal van New York, pater John McGinty, drie leraren naar de universiteit van Lagos, de grootste stad van Nigeria. Dit gebeurde op verzoek van de Apostolisch Gedelegeerde voor Nigeria en de toenmalige Generale Overste pater Janssens. Al snel kwamen andere verzoeken: voor leraren aan zowel middelbare scholen als seminaries in Nigeria en Ghana, schoolpastores enz. Na een bezoek van pater McGinty in 1965 werd besloten tot de oprichting van een communiteit waar vele jezuïeten, zowel priesters als scholastieken konden gaan wonen. Zij hadden een enorme hoeveelheid werk te doen. Het succes van hun werk vroeg dat ze hun aanwezigheid uitbreidden naar andere delen van het land. Ondanks de bloedige burgeroorlog van 1967 tot 1970 bleven de jezuïeten hun dienst verrichten, energiek en volhardend, terwijl ze zich aanpasten aan de soms gevaarlijke uitdagingen in Nigeria. Sommigen moesten evacueren naar andere gebieden, terwijl anderen het land moesten verlaten. Maar de burgeroorlog verminderde het enthousiasme van de Sociëteit niet. Deze jezuïeten waren gedwongen hun eerste taak te laten vallen, om nieuwe rollen als zorgverleners aan gewonde oorlogsslachtoffers op zich te nemen. Een betrouwbaar criterium om hun succes te beoordelen was de snelheid waarmee ze Nigerianen konden recruteren. Om een zichtbare corporate identity te realiseren nam de Sociëteit de verantwoordelijkheid op zich voor de St. Joseph Catholic Church in Benin City in het zuiden van Nigeria in 1980. Toen er aan de bisschop van Benin City werd gerapporteerd dat de jezuïeten zich teveel bekommerden om de armen en een vluchtplaats voor ‘zondaars’ waren, verplaatsten zij hun activiteiten naar de gevangenissen en de nabij gelegen leprakolonie. Het catecheseprogramma zorgde voor zo’n 300 volwassen
Scholieren beginnen hun lessen in Loyola Jesuit College in Abuja.
werkzaam in de provincie, waarvan 90% van inheemse afkomst. Naast Nigeria en Ghana werken er ook jezuïeten uit de provincie in Liberia, Gambia en Sierra Leone. Op 10 december 2005, kwamen maar liefst 60 studenten van het Loyola Jesuit College om bij een vliegtuigongeluk in Port Harcourt, Nigeria. Deze droevige en emotionele tragedie bracht de Sociëteit tot een diepere reflectie over gebieden waar ze een begin kan maken om de ernstige infrastructurele problemen aan te pakken in de landen die de provincie vormen. De provincie is inmiddels vergevorderd om een nieuwe middelbare school op te richten in Port Harcourt, om zo tegemoet te komen aan de verzoeken van de ouders van de kinderen die het leven lieten en om hun gedachtenis levend te houden. De school die momenteel wordt gebouwd gaat de naam Jesuit Memorial College dragen. De provincie heeft nog andere toekomstplannen: er werd een haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd naar de komst van een centrum voor sociale en theologische reflectie, onder meer om een geschikte locatie te vinden in één van de vijf landen die deel uitmaken van de provincie.
Zorgen Zorgen om de toekomst zijn er ook. De Nigeriaanse bisschoppen brachten onlangs een verklaring uit naar aanleiding van de bloedige aanslagen op christelijke gebedshuizen in het noorden van het land. Ze roepen de Nigeriaanse overheid op tot het waarborgen van de veiligheid en de bezittingen van alle burgers. Natuurlijk wijzen de bisschoppen op het belang van optreden op christelijke wijze, in een geest van vrede, liefde en vergeving. Maar de bisschoppen waarschuwen eveneens dat ‘het geduld van veel christenen opraakt als er geen tekens van verbetering zijn. Zij roepen hun christelijke broeders en zusters op vurig te blijven bidden en Gods bescherming te vragen en een verandering van hart van diegenen die geweld, onrust en zorgen verspreiden onder onschuldige mensen.’
Gabriel Ujah Ejembi SJ, bewerkte vertaling: Ward Biemans SJ Meer info over de Noord-West Afrikaanse provincie: http://www.jesuits-anw.org/ en over de kerk in Nigeria: www.kerkinnood.nl
9 J e z u ï e t e n
n r. 3 2
w i n t e r
2 0 1 2
De eerste jezuïet arriveerde in Nigeria in 1962. Zeven jaar later werden de eerste inheemse novicen geaccepteerd in de Sociëteit. Sindsdien is zowel het aantal jezuïeten gegroeid als ook hun apostolische betrokkenheid. Sinds 2005 is de NoordWest Afrikaanse provincie zelfstandig met een veelbelovende toekomst, ondanks de zorgen over het terroristische geweld in Noord-Nigeria.
korte berichten
n r. 3 2 J e z u ï e t e n
10
Hoe heb je de jezuïeten leren kennen? Door er les van te krijgen op het Onze-LieveVrouwecollege in Antwerpen. Die kennis werd persoonlijker tijdens een bezinning met Wauthier de Mahieu, met onze GCL-groep, tijdens mijn universiteitsjaren in Leuven. De verbondenheid groeide toen mijn echtgenote Veerle bij Kerk & Wereld werkte – ikzelf werkte toen bij een bank – en Mark Rotsaert ons uitnodigde voor een dwarsverband met jezuïeten en niet-jezuïeten. Samen wilden we op zoek gaan naar nieuwe vormen voor het ignatiaans apostolaat. Stilaan groeide aan beide kanten een verlangen om de krachten te bundelen. In 2004 ben ik op het provincie-economaat beginnen werken. Wat trekt je aan in de Ignatiaanse spiritualiteit? De overtuiging dat God in iedereen en alles werkzaam is, dat je Hem kan liefhebben en dienen in elk domein van het maatschappelijk en persoonlijk leven, de overtuiging dat het niet nodig is om iemand in een bepaalde richting te duwen, dat de Geest wel zijn werk zal doen bij een mens die open staat; tenslotte de vrijheid die daarmee gepaard gaat. Wanneer noem je iemand een vriend? Als ik bij die persoon een gelijkaardige eerbied voor mijn waarden terugvind, als we met onze betere en mindere kanten bij elkaar onszelf mogen
Wie is je meest bewonderde persoon? Er zijn er meerdere. Ze hebben gemeen dat ze hun talenten en ontwikkeling niet voor zichzelf inzetten. Vaak laten ze ‘voor de wereld’ zelfs grote kansen onbenut. Ik heb het geluk om met verschillende van die mensen te mogen leven en werken. Jouw idee van een gelukkig leven? Samen met mijn vrouw een fijn gezin mogen grootbrengen, voor elkaar steun en bemoediging, echte gezellen mogen zijn naar onze Bestemming toe. Dit mogen doen in de huiskring, maar ook op het terrein van ieders werk, waarbij we elk met onze eigen specifieke talenten mogen meewerken aan de zending van de Sociëteit. Van welke historische gebeurtenis was je getuige? Van het barsten van de westerse schuldenbel in 2008, met alle moeizame aanpassingen vandien op financieel-economisch, politiek-maatschappelijk en moreel vlak. Wie is Ignatius in je leven? Iemand die zich door zijn grote Godsverbondenheid steeds meer liet uitzuiveren en verdiepen, een man met een liefde om een voorbeeld aan te nemen. Heb je een levensmotto? Trachten steeds gevoelig te zijn voor de noden van anderen.
*
*
*
*
*
Romero
ANTWERPEN
Het startschot voor het jaar werd gegeven tijdens een gemeenschapsweekeinde (25-26 augustus) in de Abdij van Westmalle. Daar werd een nieuw communiteitslid verwelkomd: Walter Ceyssens. Hij kwam over van Lessius (Leuven), en geeft nu al twee maanden halftijds Latijn en godsdienst aan het Xaveriuscollege in Borgerhout. Met medewerking van velen neemt hij ook het opvoedingsproject van de jezuïetencolleges onder handen. Verder gonst het van de activiteiten bij de andere medebroeders: Johan Vanhoutte bijvoorbeeld, gaf als universiteitspastor kersverse studenten vaste grond onder de voeten tijdens de kennismakingsdagen. Samuel Overloop begint zijn tweede jaar stage aan het SintJozefscollege in Turnhout. Guido Dierickx heeft een kleine lesopdracht aan de Universiteit van Antwerpen, maar reist al eens naar de USA om anderen van zijn brede kennis te laten profiteren. Guido Cornelissen houdt het huis, en daarmee ons allemaal, recht. Dat huis is ook een solide thuisbasis voor Johan Verschueren, de pas aangestelde provinciaal voor NER en BSE: hij reist wat af tussen zijn kantoren in Brussel en Nijmegen, maar lijkt er nog plezier in te vinden ook. Van de gasten willen we hier Michel Istas vermelden (ACE), socius voor de President van JESAM – de vergadering van oversten van Afrika en Madagascar. Hij was voor enkele weken onze gast en vertelde van het reilen en zeilen, het wel en wee van Afrika. We nemen onze medebroeders daar op in ons gebed.
Inigo
BRUGGE
Op 9 september vierden we feest omdat Leo Vandenabeele zestig jaar geleden intrad in de Sociëteit. Tijdens de gewone zondagsviering concelebreerde de hele communiteit met de jubilaris, die zelf voorging en de homilie hield. Na de viering werd aan alle aanwezigen in de zonnige tuin een receptie aangeboden. En het feestmaal bracht de communiteit en de familie samen rond een fijn verzorgde
2 0 1 2
Een kort gesprek met Rik Vanwijnsberghe, adjunct-econoom van de Vlaamse provincie.
Hou je van kunst, muziek? Heel erg! In het bijzonder orgelmuziek kan voor mij zielsverheffend zijn. Ik wijd mezelf met passie aan het orgelspel. Ik hoop het ooit zover te brengen dat ik de Toccata en Fuga in d van J.S. Bach kan spelen. Dat stuk heeft me sinds mijn jeugd steeds troost gebracht.
Half augustus hebben we vanuit De Bilt afscheid genomen van Harry Schelbergen, en ook van Alfons Grimberg jarenlang onze unieke huisgenoot. Zij beiden mogen nu rusten in vrede. In de aan- en afbouwbeweging van de provincie verwelkomen we Eduard Kimman – voorlopig nog wonend in Amalia 13 - als nieuw lid. Verder hadden we enige malen bisschoppelijk bezoek. Allereerst op onze uitnodiging de nieuwe lokale hulpbisschop ter kennismaking met ons als religieuzen, in wiens pastorale portefeuille wij zitten. Het tweede bezoek waren de Bossche bisschoppen samen met hun 12 dekens, die onder aanvoering van deken Jan Stuyt voor hun afgeslankte jaarlijkse outing Amsterdam hadden verkozen. Daarnaast hebben ook Bart Beckers en Jos Moons ter kennismaking privé-bezoeken gebracht aan plaatselijke bisschop en kanselier van de faculteit. Al deze bezoeken waren stimulerend en hebben ons erin gesterkt dat assertief sentire cum ecclesia (meevoelen met de Kerk) een goede strategie is. Als nieuwe conrector bemant Bart samen met Tjeerd Jansen – die succesvol aan z’n gal behandeld is - het kerkkantoor, met hopelijk goedwerkende agenda’s van aan- en afwezigheid. Barts wittebroodsweken in het pastorale veld zijn wel concurrerend met het academische ei dat nog steeds gelegd moet worden. Onze vakantie uitwaaieren ‘te land, ter zee, en in de lucht’, verhoogde het bijenkorf-effect van ons huis waardoor helaas een aantal gasten ‘de herberg gesloten vonden’. Voor onze persoonlijke retraites bleken Taizé, Birmingham, Schiermonnikoog en zelfs het eigen huis, favoriet. Geen wonder nu Peter van Dael bij het koken Japanse assistentie inschakelt! We hebben een geanimeerd communauteitsgesprek gehad over het document ‘de statu SJ’ waar met name vlotte leesbaarheid en ontbreken van ‘jargon’ goed in de smaak viel. Empirische observaties en reflecties betrekken ons bij het proces van kritisch naar de toekomst durven kijken, en de zich aandienende consequenties niet te ontlopen. Verheugend ook te vermelden dat het Ignatiushuis onder Theo van Drunens leiding een grote toeloop heeft van mensen voor geestelijke begeleiding en Geestelijke Oefeningen in het Alledaagse Leven (GOAL). Op de vernieuwde website kunt u daar meer over
w i n t e r
w i n t e r
2 0 1 2
Wat valt je tegen in jezelf? Mijn opvliegendheid die ik soms onvoldoende kan bedwingen, en, op een heel ander terrein, mijn gebrek aan zin om te lezen, dat is zeker om mijn doorzettingsvermogen aan te scherpen…
*
lezen. Verder bereiden we ons voor op het Franciscus Xaverius feest in kerk en communiteit waarbij het traditionele (voorheen: kerst)Vriendendiner nu gekoppeld wordt aan onze patroon.
n r. 3 2
AMSTERDAM
zijn, als we elkaar mogen aansporen tot het betere, als het even kan, tot het meer heilige.
11 J e z u ï e t e n
quick scan
n r. 3 2 J e z u ï e t e n
12
*
Arrupe
BRUSSEL
Vincent Ferrant, die een zware therapie onderging in het Sint- Jansziekenhuis, kreeg elke dag bezoek van een van ons tot zijn overbrenging naar de communauteit van Heverlee eind oktober. Op onze startvergadering in de abdij van Kortenberg evalueerden we oprecht ons voorbije jaar, maakten we onderlinge afspraken en beloofden we om dit en volgend jaar te streven naar beter. Rik De Gendt leeft en werkt in Aalst, maar als ons communiteitslid komt hij al enige tijd trouw elke zondag avondmalen. In contrast daarmee verblijft de provinciale jezuïetenoverste der Lage Landen
Stanislashuis
DELFT
De jezuïeten in Delft blijven timmeren aan de Weg, maar gelukkig hebben we daarbij hulp van veel niet-jezuïeten, zoals de stratenmakers van de gemeente. Zij hadden tijdens de werkzaamheden aan de oprit naar de school en naar ons huis de prachtige borden gemaakt die u op de foto kunt zien. Er staat geen enkele jezuïet meer op de loonlijst van het college, maar de betrokkenheid met de school is nog groot. Bert ten Berge en Dries van den Akker nemen dikwijls deel aan vergaderingen die vaak bij ons in de bibliotheek gehouden worden en gaan voor bij vieringen in de schoolka-
DRONGEN
Hurtado
pel. Zo was er onlangs een huwelijksinzegening – een welkome afwisseling na de uitvaarten van het afgelopen jaar. Op alle zeven vestigingen van het Stanislascollege werden op Allerzielen overledenen herdacht. Honderden leerlingen staken een kaarsje op – ook op de scholen waar meer dan 50% van hen allochtoon is. Als afgevaardigde naar het Europees Netwerk van Jezuïeten Colleges (JECSE) is Bert opgevolgd door Ilse Dekker. Dries is nu de geestelijk begeleider van de Rooms Katholieke Jongerengroep (RKJ) in Delft. Een mooi verslag van de liftbedevaart naar Banneux door enkelen van hen kunt u lezen op het internetmagazine van de jezuïeten (www.igniswebmagazine.nl). Tijdens de afgelopen Provinciale Congregatie werd contact met jongeren genoemd als een prioriteit. Scholieren van het Rotterdamse Sint-Laurenscollege die voor een ‘kloosterdag’ bij ons langskomen en Wiggert Molenaar die met Wouter Blesgraaf uit Brussel het kraampje van de jezuïeten op de Katholieke Jongerendag (KJD) in Den Bosch bemant, kunnen we ook onder dit kopje plaatsen. Jan Hoogma is een tijdje geleden van Den Haag naar Delft verhuisd – zijn goede voorbeeld is in zekere zin gevolgd door Jan Bentvelzen die ons nieuwste ‘aanleunlid’ is (hij woont nog in
*
2 0 1 2
*
*
www.wijselijkonwetend.org
*
Vele mails met code: ‘geheim’ gingen over en weer als voorbereiding op het verrassingsfeest voor Bart van Emmerik die vijftig werd. Medebroeders, familie en vrienden waren in het complot betrokken. Een hartelijke namiddag werd het voor Bart, zijn familie en de vele aanwezigen. Met Nikolaas Sintobin en Leo De Weerdt bracht hij onlangs een sessie Geestelijk Oefeningen en film op het doek. Een veertigtal belangstellenden nam eraan deel. André Cnockaert mocht in Nijmegen aan de bewoners van het Bechmanianum de jaarlijkse retraite geven. Onze startdag hielden wij dit jaar in Bellem.
*
*
HEVERLEE
Sint-Jan Berchmans
Van 15 tot 19 oktober mocht heel de communiteit delen in de beleving van de medebroeders die hier deelnamen aan de huisretraite. Dat waren er meer dan dertig, van ons huis maar ook enkelen uit Dijlehof Leuven en Mechelen. De retraite werd degelijk geleid door Charles Verhezen. Alois Vissers dankte hem oprecht in naam van de groep. Enkelen gingen zich elders bezinnen: Frans Feyen in de buurt van Orval, Robert Hermans in ‘De Bron’ in Lovenjoel, Renaat Dumon in Vorselaar. Nicolas Standaert, die door de provincie afgevaardigd was naar de procuratorenvergadering in Nairobi, kwam ons daarover zijn ervaring meedelen. En onze minister Bob Albertijn bracht een persoonlijk getuigenis over verleden en toekomst van de samenleving in Congo en Burundi. Tijdens de zomercursus mystiek in
*
*
w i n t e r
w i n t e r
2 0 1 2
*
de Amaliastraat). Inwonende en uitwonende leden van onze communiteit treffen elkaar in het Stanislashuis bij speciale gebeurtenissen als het feest van Sint Stanislas op 13 november en het inspirerende bezoek in september van de nieuwe provinciaal Johan Verschueren. We begonnen met het noemen van niet-jezuïeten waar we mee samenwerken; we besluiten dit bericht ook met hen en wel met een verwijzing naar het Stanislasteam. Dit team van veertien mensen – waaronder drie jezuïeten – is verantwoordelijk voor o.a. de zaterdagochtendmeditaties, de cursussen en retraites die in en om ons huis worden georganiseerd.
n r. 3 2
*
nu minder frequent in onze gebouwen dan zijn voorganger. Die revolutionaire praktijk bevreemdt sommigen. Maar wij begrijpen wel dat Johan Verschueren naast zijn residentie in Antwerpen en zijn bureau bij ons in Brussel ook nog over een heuse ‘ambtswoning’ beschikt in Nijmegen en een alkoofje in Den Haag. Een Afrikaanse hogere overste had er zo zijn bedenkingen bij. Naar Afrikaans taalgebruik verwijst de uitdrukking ‘tweede bureau’ namelijk naar een tweede vrouw. Met je vier burelen moet je bij mij niet komen klagen dat sommigen vanuit den vreemde je van polygamie gaan verdenken. Onze toegewijde kokkin Mw. Patricia brak haar pols op weg naar het werk. Een vijftigtal bladzijden werkongevallenformulieren invullen is één zaak, haar vervangen in onze keuken gedurende haar zes weken herstelverlof een andere. Onze minister, Jos Alaerts, draaide er echter zijn hand niet voor om. Om te beginnen gehoorzaamde hij scrupuleus de technische instructies van TV-kok Piet Huysentruyt, die nu in Vlaanderen zowat het culinaire geweten is geworden van elke vrouw - of man - aan de haard. Maar daarenboven heeft onze pater Jos een blinde devotie tot de spiritualiteit van Joël Robuchon, de met de meeste sterren ter wereld getooide Franse topchef van het ogenblik. Je kan niet hoger mikken. Die keukenpiet had onlangs op het televisiekanaal France5 zijn levensbiecht uitgesproken en verklaard: ‘Longtemps, j’ai fait une cuisine qui était technique. Je me trompais.’ Waar het om gaat is: ‘aimer les gens, les rendre heureux, penser à eux et à leur bien-être’. Kookkunst als kunst in het minnen.
13 J e z u ï e t e n
tafel, dank zij de medewerking van enkele vrijwilligsters. Charles Verhezen begeleidde van 15 tot 20 oktober in Heverlee een retraite voor 35 medebroeders uit Heverlee, Leuven en Mechelen. Leo De Weerdt organiseerde in Drongen samen met Nikolaas Sintobin en Bart van Emmerik van 27 tot 30 oktober een sessie ‘Geestelijke Oefeningen en film’ voor een 40-tal deelnemers/sters. Verder worden Charles Verhezen en Hugo Roeffaers veel gevraagd voor recollecties en retraites vooral voor vrouwelijke religieuzen. Leo De Weerdt en Tonny Cornoedus gaan in scholen en verenigingen getuigen over het leven in de gevangenis. Van 5 tot 7 oktober mochten we vijf jonge medebroeders (vijf verschillende nationaliteiten) van het studiehuis van de rue Blommet in Parijs ontvangen, die hier een communiteits-weekend kwamen houden. Op 29-30 oktober ontvingen wij onze nieuwe provinciaal Johan Verschueren voor het jaarlijkse huisbezoek. We danken hem voor de bemoediging die hij ons gaf.
J e z u ï e t e n
14
LEUVEN
Dijlehof
Nieuw: in ons Woon- en Zorgcentrum worden nu alle medicamenten per bewoner afgeleverd door de apotheker. Bij elke maaltijd ligt op onze plaats een klein, doorzichtig plastieken zakje klaar met alles erin en alle gegevens erop gedrukt. Het rusthuis heeft ook enkele wandelingen georganiseerd, met rolstoelgebruikers en andere bejaarden die moeilijk te been zijn, om zo, aan de hand van foto’s en getuigenissen, een inventaris op te maken van de erbarmelijke en gevaarlijke toestand van voetpaden en wegen rondom ons huis. Nog vóór de verkiezingen werd aan de burgemeester van Leuven een dossier ‘bouw-val-lig’ overgemaakt. Nu kijken wij hoopvol uit naar de nodige, overigens al vroeger beloofde, herstellingen! In Overmere werd Paul Verkissen, een broer van Br. Bernard, begraven op 8 augustus. Namens de communiteit hebben ook Jan Cornelissen en Frans Stoops deelgenomen aan de uitvaart. In Heverlee zijn wij op 7 september met zijn allen gaan meevieren: de 60 jaren religieus leven van Jan Cornelissen, samen met vele andere jubilarissen. Die namiddag kregen we in Dijlehof nog een feestelijke fanfare op bezoek en ’s avonds een prachtig vuurwerk in het stadspark: Leuven
*
*
*
De Lessiuscommunauteit ziet er dit jaar weer even anders uit, nu Walter Ceyssens naar Romero is verhuisd om in het Xaveriuscollege de Latijnse gelederen te versterken en Bert Daelemens is teruggekeerd uit Berkeley om zijn doctoraat voort te zetten en ook bij de Universitaire Parochie een handje toe te steken; waar Nicolas Standaert en Marc Desmet al jaar en dag trouw de vieringen opluisteren en regelmatig van wijsheid voorzien. Op zaterdag 15 september kwam de Vietnamese medebroeder Sieu Anthony Nguyen ons voor drie maanden vervoegen om met zijn brede glimlach bij te dragen tot studiesfeer en gemeenschapsleven. Voor zijn doctoraat op het Johannesevangelie maakt hij nu van de uitstekende voorzieningen van de theologische bibliotheek gebruik, onder deskundig toezicht van professoren Reimund Bieringer en Jan Lambrecht. Na een zomer ad dispersionem hebben wij op zondag 30 september het nieuwe academische jaar – waarop ons samenleven in Leuven toch valt of staat – weer ingezegend met een startdag in Averbode. Nicolas Standaert gaf een originele en vruchtbare input uit de meest recente gesprekken over gemeenschapsleven zoals die opgepend waren voor de procuratorenvergadering te Nairobi. Dit leidde heel spontaan naar concrete punten om het jaar zo ignatiaans en ongedwongen mogelijk te laten verlopen. Een formule die Rob Faesen had opgevangen tijdens een gelofteviering in Opgrimbie vormde de spirituele leidraad van onze gesprekken: ‘Ik beloof je,’ zo zegt de overste aan de gelofteling, ‘het werk van de Heilige Geest in je te zullen vertrouwen.’ Na een deugddoende viering rond de tafel van de Heer in de stemmige, maar toch formele kapittelzaal, hebben wij nog gezellig tafelend de dag afgerond en het jaar ingezet.
*
Uw correspondent staat soms verbaasd te kijken hoe materiële, lichamelijke en spirituele bekommernissen in elkaar overlopen. Kokkin en wasvrouw Marina moet geopereerd worden. Twee maanden buiten strijd. Het vooraf zoeken naar een vervangster levert niets op, tot Guy Borreman op het laatste nippertje met Kristien komt aandragen, die de twee maanden uitstekend heeft ingevuld. Je moet toch eten en netjes gekleed zijn. We hebben een goede beurtrol voor de liturgie. Maar de ogen van Maurits Delbaere laten het afweten, zodat hij niet meer kan voorgaan in de vieringen. Een streep door de rekening voor het opstellen van de beurtrol, omdat retraites en bezinningen veel afwezigheden van sommige huisgenoten met zich meebrengen. Om er enkele op te noemen: Paul Van Looy in Wahlwiller en Bonheiden, Marc De la Marche in Strijtem en Herkenrode, Guy Borreman met Aimé De Vocht in Tegelen en zelfs in Beiroet. Onze pater Gilbert Boomgaert begon een beetje als een dronkaard over straat te lopen, en dat kan toch niet. Oorzaak: flink dichtgeslibde halsslagaders, wat dus een grondige reiniging vroeg. De ingreep is goed gelukt en nu loopt hij weer helder en rechtop rond. Hetzelfde kan niet gezegd worden over het opvanghuis van Gilbert in de Nokerstraat. Het is nu definitief gesloten. De inboedel heeft allerlei bestemmingen gevonden, tot materiaal voor de rommelmarkt toe. Onze twee afgeschreven verwarmingsketels werden vervangen door twee condensatieketels, en alle radiatoren kregen nieuwe thermostatische kranen. Een prachtige installatie. Zowel lichaam als geest zullen deze winter niet in de kou zitten. We danken de provincie, bij name pater Walter Devos. Onze kerk kreeg weer tweemaal bezoek van dezelfde inbrekers. Hoe weten we dat? De eerste maal bleef het bij de offerblokken. De tweede maal werden verschillende deuren opengebroken, biechtstoel, toren, sacristie, met nogal wat schade. Sleutels en micro gestolen. Vandaar trokken ze naar Hanswijk waar één van hen door twee schilders werd gepakt. Het betreft inbrekers die vanuit Charleroi in Mechelen komen opereren. Gilbert is de gepakte inbreker als een van zijn brave jongens in de gevangenis gaan troosten. We hebben ons materiaal via de politie
*
*
*
NIJMEGEN
Berchmanianum
Voor het eerst sinds twee jaar haalden wij het hoogtepunt van de zomer: de barbecue in het park. Wij haalden het net, want weer had het slechte weer de koks bijna ingehaald. Pater Jan Bots verliet Berg-en-Terblijt en zet zijn bezinningswerk voort vanuit ons huis. Pater Alfons Grimberg overleed na lang ziek te zijn geweest, deze eenvoudige wat eenzame man was tegelijk zo vriendelijk onder ons rondgegaan. Dankzij pater André Cnockaert uit Drongen beleefden wij een beeldrijke, inspirerende retraite. In het begin van het Jaar van het Geloof maakte een heldere inleiding van pater Hans van Leeuwen ons de ‘grandeur et misère’ van Vaticanum II aanvoelbaar. Het ‘smoelenboek’ is de naam voor de prachtige set foto’s van alle bewoners van ons huis die iedereen ontving; nu heeft niemand meer het recht om na enige maanden verblijf te vragen: ‘Hoe heet u eigenlijk?’ Onder de leiding van directeur Paul Elsen blijft de restauratie van ons gebouw gestaag doorgaan. Binnenkort worden de steigers rond de toren opgetrokken, hetgeen waarschijnlijk een spectaculair gebeuren gaat opleveren. En wij schijnen op schema te liggen. Op de drempel van de herfst telde de herfsttocht naar Ravenstein, de bakermat van de jonge Provincia Neerlandica waar noviciaat en junioraat tussen 1851 en 1866 gevestigd waren, veel dankbare deelnemers. En de kermisbingo (met beignets) nog meer volop genietende afnemers.
*
*
*
*
*
*
www.gewijderuimte.org
2 0 1 2
Lessius
Huis Leliëndaal
*
teruggekregen. Om het nieuwe werkjaar spiritueel te beginnen hebben we dan maar onze startdag gehouden in Ter Dennen, Malle.
w i n t e r
*
MECHELEN
n r. 3 2
n r. 3 2
w i n t e r
2 0 1 2
*
*
kermis. Andermaal hebben we mogen genieten van de gastvrijheid van Heverlee, voor de vijfdaagse retraite in oktober. Vijf van ons namen eraan deel met vrucht en dankbaarheid. Intussen bereidt ons Bellarminozangkoor zich voor om mee te doen aan de zangwedstrijd met het nieuwe Leuvense Stadslied. Wij hebben al de tekst gekregen van het refrein, dat in het Leuvens dialect moet gezongen worden: ‘O Leuven, o Leuven, mijn vriend, mijn kind. O Leuven, o Leuven, daar waar wijsheid begint!’
15 J e z u ï e t e n
Drongen was Paul Verdeyen weer een gewaardeerde spreker. Dit jaar had hij het, aansluitend bij het algemene thema, over ‘Willem van St.-Thierry en de passiviteit’. Ook Ward Dirven liet zich daar onderdompelen in het mystieke bad. Paul is ook nog gaan spreken voor de Ignatiusvereniging: op 16 september in Capenberg, Boechout. Einde september liep ons studentenhuis Lerkeveld weer vol met 140 studenten: 113 ouderejaars- en 27 eerstejaars. Naast hun studie volgen ze ook een huisprogramma (cultureel, sociaal, spiritueel), waarvoor ze kunnen kiezen uit een gevarieerd aanbod. En zelf zetten ze nog allerlei activiteiten op het getouw. Zo is er ‘Lerkeveld Goes Charity’, een groepje studenten die geld inzamelen voor een goed doel. Vorig jaar was dat voor het kinderkankerfonds, dit jaar gaat hun aandacht naar de watervoorziening voor kinderen in het platteland van Rwanda. Het werd een ontbijtactie, waaraan ook de communiteit graag heeft meegedaan: een gevarieerd ontbijt op de kamer of in de eetzaal.
J e z u ï e t e n
16
50 jaar ‘CONGO-AFRIQUE’ tijdschrift in dienst van Afrika ‘Congo-Afrique’ bestaat sinds 1961 en verscheen voor het eerst vanuit de ‘Bibliothèque de l’Etoile’ onder de naam Documents pour l’action’. Later werd het Congo-Afrique. Het is het enige wetenschappelijke maandblad in Congo dat onafgebroken vijftig jaar bestaat. Dit betekent vijftig jaar informatie en reflectie over Afrikaanse actualiteit, literatuur, en dit met het oog op een creatieve trouw aan de ontwikkeling en de vooruitgang van Congo en Afrika. Dit maakt, met tien nummers per jaar, reeds een vijfhonderdtal verschenen nummers. De uitgever van het eerste nummer omschrijft de
Ferdinand R.Muhigirwa SJ, directeur CEPAS, hoofdredacteur Bewerkte vertaling: Walter Fabri SJ
Eeuwenlang hebben Europese christenen pelgrimstochten naar de graven van de apostelen Petrus en Paulus gemaakt. We zijn niet zo goed geïnformeerd over de aantrekkingskracht van Rome in de eerste eeuwen van de Kerk. Vanaf de tweede helft van de vierde eeuw kreeg de stad allengs een christelijk karakter door de bouw van grote basilieken en kleinere grafkerken. Na de implosie van het Romeinse rijk volgden enige eeuwen van bestuurlijke chaos. Uiteindelijk kreeg de paus noodgedwongen een steeds grotere bestuursverantwoordelijkheid. De aanvankelijk sober uitgevoerde basilieken en andere godshuizen werden door kunstenaars aangekleed. Hun schoonheid versterkte hun aantrekkingskracht als pelgrimsoord. Volkeren uit Noord-West Europa trokken op bedevaart naar Rome en vestigden pelgrimshuizen of scholae soms in de stad, zoals de Engelsen, soms dichtbij de grafkerk van Sint Petrus. Het generalaat of curia generalizia van de jezuïeten ligt tegen de heuvel Janiculo, tussen het pelgrimshuis van de Saksen (het huidige Ospedale Santo Spirito met de kerk Santo Spirito in Sassia) en het pelgrimshuis van de Friezen, waarvan alleen klokkentoren en kerk zijn overgebleven. Wanneer je de Interieur Friezenkerk
Personeelsreisje Een jaarlijks uitstapje hoort tot de goede gewoonten die pater Clemens Brenninkmeijer, econoom
w i n t e r
Naar Rome
Borgo Santo Spirito zou uitlopen, links blijft van de Colonnade van het Sint Pietersplein, het Plein van het Heilig Officie oversteekt en de wacht naar Vaticaanstad passeert, kom je op het terrein van het pelgrimshuis van de Franken, waar zich ook bevindt het Campo santo dei Teutonici e Fiamminghi: daar wordt mee bedoeld de begraafplaats van Duitsers en Vlamingen. In de negentiende eeuw hebben we allemaal nationale namen gekregen als Duitser, Nederlander of Vlaming, maar hier kom je erachter dat ooit de naam van een van de Duitse volkeren, namelijk Teutonen, werd gebruikt om de wat hogergelegen bewoners in het huidige Duitsland aan te duiden en met Vlamingen de bewoners van de Lage Landen. Ergens in Rome las ik een opschrift waaruit bleek dat dit gebied met Neder-Lotharingen werd aangeduid. Sinds twee decennia wordt in de kerk van de Friezen iedere zondag om 10.30 uur de eucharistie in het Nederlands voor alle bewoners van de Lage Landen gevierd. Daar was op zondag 11 november, de feestdag van St. Martinus van Tours, het voltallige personeel van het economaat van de Nederlandse jezuïeten aanwezig. Wat bracht hen daar?
n r. 3 2
bedoeling van het tijdschrift als volgt: ‘Actie van leken verhelderen, bijdragen tot hun vorming als mens en christen’. Welke lezer heeft het blad voor ogen? Wie deel uitmaakt van studiegroepen, in het verenigingsleven actief is, of deel uitmaakt van sociaal-apostolisch gerichte organisaties. Daarbij wordt een dialoog aangeboden tussen de redactie en het lezerspubliek waarbij de lezers uitgenodigd worden te reageren op de verschenen artikels en om zelf suggesties te doen. Zo kan het blad zijn doel bereiken. In januari 1966 verandert het blad van naam. Het heet dan: ‘Congo-Afrique’, met als ondertitel: Economie – Culture – Vie Sociale. Uitgegeven door het CEPAS (Centre d’Etudes pour l’Action Sociale). In het januarinummer van 1965 zegt het CEPAS van zichzelf dat het: ‘niet gebonden wil zijn door privébelang of politieke stroming. Het wil een onafhankelijke bijdrage leveren aan de vooruitgang en ontwikkeling van Congo en Afrika. Tegelijk benadrukt het zijn christelijke gerichtheid, niet als begrenzend, maar als richtinggevend en als teken van zijn ‘persoonlijkheid’. De houding van het CEPAS veranderde ondertussen niet. Bij het zilveren jubileum van het blad in 1986 herdefinieerde het zich als: ‘maandblad dat informatie biedt en reflecteert op de grote vragen van algemene ontwikkeling van Zaïre en Afrika’. ‘De grote vragen rond ontwikkeling hebben ons altijd bezig gehouden. Onze christelijke visie streeft een ‘totaalontwikkeling’ na, dit wil zeggen: ‘ontwikkeling van de hele mens en van elke mens. Dit wil niet alleen zeggen economische expansie, maar ook sociale rechtvaardigheid en welzijn voor ieder. Hierbij mogen zeker cultuur en moraal niet achterwege blijven.’ Onze bijdrage tot de vooruitgang van Congo en Afrika bestaat in de informatie die we geven en in de reflectie. Dit is goed werk. Bij de vijftigste verjaardag van het tijdschrift zal het nu ook een pdf-versie krijgen. ‘Mogen al onze abonnees, lezers, auteurs en medewerkers met nieuwe moed verder gaan om ons land nog mooier uit te bouwen.’
2 0 1 2
in de kijker
17 J e z u ï e t e n
n r. 3 2
w i n t e r
2 0 1 2
KORT wereldwijd
Wandelen door Rome Op vrijdagmorgen maakten we een wandeling naar de Villa Farnesina, een Renaissance-paleisje, omstreeks 1500 gebouwd als een soort Romeinse
In de Gesù-kerk
2 0 1 2
w i n t e r
Interieur Sint Ignatiuskapel
villa. De fresco’s in dit huis werden geschilderd door soms dezelfde artiesten die werkten aan de Sixtijnse Kapel, maar hier hebben ze zich geheel uitgeleefd in klassieke motieven. Deze villa ligt in de wijk van Trastevere, dus aan de overzijde van de Tiber. We staken vervolgens de Sixtijnse brug over en kwamen in de eigenlijke stad. Daar wandelden we naar de titelkerk van de jezuïeten, de Gesù, gebouwd tussen 1568 en 1584. Ordesgeneraals liggen er begraven, zoals de stichter Ignatius van Loyola, maar ook Pedro Arrupe. Daarna liepen we om de kerk naar het economaat van de Italiaanse jezuïeten, waar we door de provinciaal onthaald werden. We bezichtigden een kleine huiskapel, de vergaderzaal en de werkruimten van de staf. Daarna liepen we naar de originele werkkamers van Sint Ignatius. In zijn sterfkamer, nu een kapel, zetten we ons neer en overwogen in stilte alle goeds dat deze heilige man voor kerk en wereld heeft tot stand gebracht. Daarna liepen we naar het Collegio Romano en zijn universiteitskerk Sant ‘Ignazio met het beroemde plafond geschilderd door broeder Andrea Pozzo SJ. De volgende dag gingen we naar de catacomben van San Calisto. De bus verliet het drukke Rome en
reed de oude Via Appia op, omzoomd met bomen, stil tussen tuinen en weilanden. Catacomben zijn begraafplaatsen uit de eerste eeuwen. Het waren niet plaatsen voor ondergrondse, geheime samenkomsten, zoals sommige legendes beweren, betoogde onze gids. We bezochten de pausgroeve waar de pausen van de eerste twee eeuwen begraven werden. We bezochten in de Ceciliagroeve het graf van de jonge Romeinse martelares uit Trastevere. En zo kan ik meer graven opsommen van bekende belijders en martelaren van de oerkerk. Rond het middaguur bracht de bus ons weer terug naar het hotel. In de middagen werd er gewandeld, er werden in kleinere groepjes nog meer kerken en musea bezocht. ’s Avonds ontmoetten we elkaar weer in een of ander restaurant. Het gaf het personeel ruim de gelegenheid om kennis te maken met de historische plaatsen waar de Sociëteit van Jezus ontstond en groeide. In de Friezenkerk, gelegen naast de tuin van het generalaat, sloten we dit bezoek af. De Raptim-bus bracht ons daarna eerst naar de basiliek Sint Paulus Buiten de Muren en iets later naar de luchthaven. Eduard Kimman SJ
n r. 3 2
tuur en de betekenis uit van de wand- en plafondschilderingen van de Cappella Sistina, omdat in de kapel zelf niet gesproken mag worden. Om tien uur dronken we koffie, vlak naast de onderaardse expositieruimte met de pauselijke staatsierijtuigen. De interesse voor tuig en paard is op het economaat slechts tot één persoon beperkt, die de verleiding niet kon weerstaan om even de karossen te gaan bekijken. Toen werd er begonnen aan een selectieve toer door de musea. We bewonderden Griekse en Romeinse beelden, grafmonumenten en kunstvoorwerpen, terwijl telkens Hadelinde Brugge ons wees op subtiele verschillen tussen die twee culturen. Langs de Cortile Ottagonale, de Galleria della Carte, de pauselijke appartementen met de Stanze van Rafaël naar de adembenemende en rustige Sixtijnse Kapel. Daarna gingen enkelen naar de Sint Pieter en anderen keerden terug door andere vertrekken van de musea. ’s Avonds ontmoetten we elkaar in een restaurant waar de Nederlandse jezuïet Marc Lindeijer onze gastheer was. Hij vertelde over zijn werk op het generalaat, in het bijzonder over zijn activiteiten ter bevordering van zalig- en heiligverklaringen van jezuïeten uit het verleden.
19 J e z u ï e t e n
2 0 1 2
w i n t e r n r. 3 2 J e z u ï e t e n
18
van de Nederlandse jezuïeten tussen 1968 en 1987, heeft ingevoerd. Eens per jaar, meestal in de maand juni, verzamelen actieve en gepensioneerde werknemers met hun partners zich op de Amaliastraat, waar een bus klaar staat om hen naar een op dat moment nog onbekende bestemming te brengen. Die bestemmingen variëren van de Deltawerken in Zeeland, de Friese Meren of de jezuïetengrot bij Neercanne, even buiten Maastricht op de grens naar België. Een uitstapje met een overnachting is maar één keer voorgekomen, dat was bij gelegenheid van het eeuwfeest van de Sint Bonifacius Stichting en de Sint Willebrordus Stichting, twee zelfstandige vermogensstichtingen ten behoeve van de facilitering van priesteropleidingen respectievelijk katholieke opvoeding in Nederland. Die werden in 1887 opgericht en worden geadministreerd door het economaat. Dit jaar bestaan de beiden vermogensstichtingen dus 125 jaar. Ging het personeel in 1987 nog naar Mettingen, in Westfalen, nu dacht ik om eens naar Mechelen te gaan, ooit het middelpunt van de Lage Landen. Maar het personeel van het Berchmanianum was in 2010 in drie grote groepen naar Rome geweest en de verhalen over die bezoeken waren langzaam in Den Haag aangekomen. Daar wilden onze werknemers en werkneemsters niet voor onder doen. Mede gelet op de verhuizing van het provincialaat naar Nijmegen en de samenwerking met de Vlaamse jezuïeten was een extra uitgave voor de bekostiging van deze pelgrimstocht van zes koppels met de provincie-econoom eigenlijk wel gepast. Raptim Italia, met een vestiging in de benedenverdieping van het generalaat, verzorgde de tickets, de transportbehoeften en de huisvesting in het gastenverblijf van de Ridders van het Heilig Graf, waar men aankwam op woensdagavond 7 november 2012. De volgende morgen stond de gids voor de Vaticaanse Musea al klaar in de hal van het hotel. Tevoren waren de entreebewijzen gekocht en een entreetijd geboekt, zodat we even na negen uur de musea binnenliepen. Staande voor een groot plan van musea en de Sixtijnse kapel gaf onze bekwame en hartelijke gids, Hadelinde Brugge van de reisorganisatie ‘PersoonlijkRome’, eerst rustig uitleg over de ontstaansgeschiedenis van de grafkerk, later de woonvertrekken, de andere kapellen en de musea op de Vaticaanse heuvel. In detail legde ze de struc-
KUNST
Zij maakten het mee.
sobere romaanse, een sierlijk gotische of in een zwierig barokke stijl. Later boetseerde elke eeuw een eigen wijze om haar de eer te brengen die haar toekwam. Ook vandaag is dat zo.
J e z u ï e t e n
20
10 OKT ‘62 | Liever in Maastricht bidden, dan in deze heksenketel duiken ‘Mijn neiging zou zijn liever in Maastricht te bidden voor de goede afloop dan in deze heksenketel te gaan duiken. Het wordt natuurlijk uiterst interessant en leerzaam, en misschien kan ik een heel klein beetje goeds doen. Maar anderzijds zal het uiterst enerverend worden. Ik ben overtuigd dat er niets goeds uit kan komen zonder Piet Smulders SJ (1911 – 2000)
Van oudsher wordt Maria gevraagd om samen met ons te bidden tot haar Zoon, Jezus. Dit bidden gebeurt in de stilte van de eigen huiskamer, de plaatselijke kerk of kapel, in het voorbijgaan langs straten en velden en in bedevaartsoorden. Niet ieder gelovige kan echter, als hij of zij het wenst, naar een bedevaartsoord gaan. De reis is niet altijd mogelijk. Dichterbij vervullen veldkapellen, de kapel in de eigen straat of buurt een niet onbelangrijke rol. Zo was het vroeger, zo is het nu.
27 OKT ‘62 | Het wordt [zeer slopend] naar al die voordrachten te luisteren ‘De achtste algemene zitting sloot vandaag en we zijn nog altijd bezig met de algemene discussie over de eerste twintig pagina’s van het schema over de liturgie. Minstens zestig bisschoppen hebben al gesproken en er staan er nog dertig op de wachtlijst. […]. Het wordt [zeer slopend] naar al die voordrachten te luisteren: iedereen raakt verzadigd en er is algemene […] voor een verandering van de procedure. Ik heb altijd gevreesd dat het daarop zou uitdraaien, het grote aantal concilievaders maakt het hoogst [onpraktisch] om vruchtbaar te discussiëren.’ 18 OKT ‘62 | Er werd voorgesteld om een boodschap aan de wereld te schrijven ‘Er werd een voorstel gedaan om een boodschap aan de wereld te schrijven. De [ingekorte] boodschap werd gekopieerd en rondgedeeld en we kregen 15 minuten om ze te bekijken. Er volgde een debat. Minstens vijftien mensen namen het woord en brachten amendementen aan. Slechts twee daarvan werden uiteindelijk aangenomen door de voorzitter en er werd ons gevraagd het document goed te keuren door op te staan en het te verwerpen door te blijven zitten. De grote meerderheid stond op, ik ook, omdat ik akkoord ging met de twee amendementen. Maar dat betekent niet dat ik akkoord ging met de rest. Ik ging akkoord met de opmerkingen van Mgr. Marran van Krishnagar. Hij zei dat, als de boodschap aan de hele wereld gericht was, ze ook zin moest hebben voor de hele wereld en daarom […] dingen of uitdrukkingen die specifiek katholiek waren, achterwege moest laten.’ Marcel Buyse OFM Cap. Bron: www.volgconcilie.be
Zomergem
Nieuwe Mariakapel in Zomergem
‘ Waar men gaat langs Vlaamse ( Nederlandse) wegen... ... komt men u, Maria, tegen’. Zo was het eeuwen, zo is het vandaag Sinds oude tijden tellen onze landen beelden van Maria geplaatst tegen bomen, huisgevels, op hoeken van straten, huiskamers, in kleine en grote kapellen en kerken. In de verschillende tijden van onze geschiedenis zijn er kunstenaars gevraagd en gevonden om haar af te beelden, nu eens in een
In Zomergem, (Oost-Vlaanderen) is een nieuwe Mariakapel gebouwd en op de vooravond van Maria Tenhemelopneming ingehuldigd. In de nis van de kapel staat een hedendaags Mariabeeld. Het werd ontworpen en uitgevoerd door de gerenommeerde keramist Marnix Hoys, geboren in Brugge. Het beeld is een ‘zwarte madonna’, gekend in de reeks beelden die van haar in de loop van de eeuwen gemaakt zijn. Wie ooit in Auvergne Frankrijk romaanse kerken bezocht, kwam haar zeker tegen. Eigen aan het nieuwe beeld is dat de kunstenaar de kijker en bidder de ruimte laat om het gelaat zelf mee vorm te geven. Zoveel mensen komen voor haar in gebed met allerhande gevoelens. Maria kijkt elk van hen op een hoogst persoonlijke manier aan: blij met de blijden, droef met een ander, bezorgd met de derde. Het gelaat kan vele uitdrukkingen krijgen, aangepast aan wie bidt. Goud als materiaal en kleur is in de schilder- en beeldhouwkunst als een teken van verering aangewend. Denk aan achtergronden van iconen, aan sterren en gouden kronen. Maria draagt in het beeld van Hoys een ‘gouden kroon’. Ook hier blijkt in de vormgeving dat ruimte gelaten wordt welk soort ‘kroon’ Maria op het hoofd wordt gezet. ‘Wie zeggen jullie dat Ik ben’, vroeg Jezus zijn leerlingen? ‘Wie mag ik voor jullie zijn?’, vraagt dit beeld. Walter Fabri SJ
2 0 1 2
Zij bidt met ons
hevige en verwarde strijd.’ [Een paar dagen eerder was Smulders door zijn provinciaal gevraagd als theologisch adviseur de Indonesische bisschoppen bij te staan.] Piet Smulders SJ
w i n t e r
13 OKT ‘62 | Het toont dat de bisschoppen willen spreken en discussiëren ‘Kardinaal Liénart ... vraagt dat men deze verkiezing [van de conciliaire commissies] zou uitstellen tot dinsdag... Dit kleine punt was belangrijk. In dit geval ligt het grote belang hierin dat het om de eerste conciliaire daad gaat: het verwerpen van een geprefabriceerd gebeuren. Men had de bisschoppen een lijst bezorgd van de bisschoppen die lid waren van de pauselijke voorbereidende commissies, op hetzelfde formaat als de stemformulieren. Het is waarschijnlijk dat velen die lijst grotendeels zouden overgenomen hebben. Men zou dus te maken hebben gekregen met dezelfde mannen die de teksten hebben geschreven waarover de bisschoppen mistevreden zijn. Het voorstel van kardinaal Liénart weerspiegelt de wil van de bisschoppen om in alle vrijheid de zaken te behandelen, zonder alles te moeten aanvaarden wat de curie en haar personeel hebben voorbereid. Het toont dat de bisschoppen willen spreken en discussiëren. Wat ik voorvoeld had kondigt zich aan: het concilie zelf zou wel eens heel verschillend kunnen zijn van wat er is voorbereid.’ Yves Congar OP
n r. 3 2
n r. 3 2
w i n t e r
2 0 1 2
Reacties tijdens het Tweede Vaticaanse Concilie.
21 J e z u ï e t e n
IN DE verrekijker
(1927 – 2012)
Het autobiografische verhaal Engelenbrood van de jonge Amerikaanse Stephanie Saldaña bestaat uit vier delen: De gevallen wereld – Menswording – Kruisiging – Opstanding. Wie vertrouwd is met de ignatiaanse spiritualiteit herkent meteen de vier ‘weken’ van de Geestelijke Oefeningen van Ignatius. Stephanie Saldaña groeide op in Texas in een uit Mexico afkomstige familie. Ze studeerde theologie in Harvard en heeft een bijzondere belangstelling voor de relaties tussen christendom en islam. Ze is niet alleen wetenschapper, maar won ook verschillende prijzen voor haar poëzie. Tegenwoordig woont zij in Jeruzalem.
n r. 3 2
w i n t e r
2 0 1 2
Stephanie Saldaña
J e z u ï e t e n
22
In haar boek doet ze verslag van het jaar dat ze in Damascus doorbracht, van september 2004 tot september 2005 – ze was toen 27. Met een studiebeurs trok ze naar Syrië om er Arabisch te leren en de figuur van Jezus in de islam te bestuderen. ‘Dat hield ik mezelf in ieder geval voor’, schrijft ze. ‘Maar de waarheid was dat ik vluchtte voor een gebroken hart’ (blz. 18). Daarmee zijn de twee lijnen aangegeven waarlangs het verhaal zich ontwikkelt: de Arabische wereld en het innerlijk leven van Stephanie. Om te genezen van haar verleden trekt de schrijfster zich terug in het klooster van de heilige Mozes de Abessiniër, Deir Mar Moesa al-Habasji, in de Syrische woestijn. Dit eeuwenoude christelijke klooster werd in de jaren ’80 van de vorige eeuw opnieuw opgebouwd door de Italiaanse jezuïet Paolo Dall’Oglio, een legendarische figuur, ‘zonder meer briljant en zeer controversieel, omdat hij christenen oproept van de moslims en de islam te houden’ (blz. 113). Hij is de stichter van een nieuwe gemeenschap van monniken en monialen die zich midden in het geweld van het Nabije Oosten wijdt aan een leven van gebed, stilte en gastvrijheid, én aan de dialoog met de islam. In Mar Moesa doet Stephanie begeleid door Paolo de dertigdaagse Geestelijke Oefeningen. De retraite verloopt moeizaam, omdat Stephanie geen duidelijkheid krijgt over de richting die haar leven uit moet. Niettemin geeft haar verblijf in de woestijn haar kracht om haar weg verder te zetten – zoals de profeet Elia, die onder een bremstruik instortte, maar door het brood der engelen in leven
werd gehouden (1 Koningen 19,3-8). In het klooster wordt Stephanie verliefd op een jonge Franse novice. Zal hij kiezen voor het kloosterleven of voor Stephanie? Engelenbrood is het betoverende verhaal van de zoektocht van een jonge vrouw ‘naar liefde en geloof’. In het hart van het boek staan de ignatiaanse Oefeningen. De beschrijving ervan is tamelijk donker. De eerste week (die over zonde en kwaad) neemt naar verhouding veel plaats in. In de woestijn worstelt de auteur vooral met haar demonen. Haar keuze voor God is niet rijp. De opstanding wordt pas maanden nadien beleefd. Niettemin schrijft Saldaña op een authentieke en boeiende manier over geloof, zowel het christelijke als het islamitische. Boeiend wordt ook de achtergrond van deze zoektocht beschreven: het leven in Damascus en de situatie in Syrië, dat overspoeld wordt door vluchtelingen uit Irak en getekend is door spanningen met buurland Libanon en de Verenigde Staten. In het boek neemt Paolo Dall’Oglio een bijzondere plaats in. Deze medebroeder ontving in 2009 een eredoctoraat van de universiteit van Leuven. Wegens zijn politieke stellingname werd hij op 12 juni 2012 gedwongen Syrië te verlaten. Pieter-Paul Lembrechts SJ
Stephanie Saldaña, Engelenbrood. Een zoektocht naar liefde en geloof in Damascus, Kampen, Ten Have, 2010, 352 blz.
Jan van Deenen was provinciaal in een zeer moeilijke periode van de Nederlandse provincie (1969 – 1975). De directe aanleiding van zijn plotselinge benoeming was het uittreden van zijn voorganger. Tijdens zijn provincialaat zouden er nog ongeveer 100 andere jezuïeten de orde verlaten. Noodgedwongen moesten ook enige parochies en retraitehuizen worden gesloten. Voor hij provinciaal werd had hij 8 jaar gewerkt aan het Canisiuscollege in Nijmegen, als godsdienstleraar en directeur van de Mariacongregatie en de laatste jaren ook als rector.
Na zijn provincialaat vertrok hij voor een sabbatperiode van 4 maanden naar India, waar hij o.a. opnieuw een grote retraite deed. Deze periode betekende veel voor hem. Hij omschreef zijn spirituele ervaringen aldaar als “een ruimte en een vrede ongekend”. Het werd de basis voor zijn latere werk dat zich voornamelijk heeft afgespeeld in het kader van de geestelijke vorming. Al spoedig werd hij coördinator
spiritualiteit en instructor van het tertiaat. Vanaf de oprichting in 1979 tot 1986 woonde hij in “Om Vuur”, het Centrum voor Geloofsverdieping in Deventer. In 1986 verhuisde hij naar Arnhem, waar hij woonde in een zeer eenvoudig huisje in een achterstandswijk. In de wijk was hij heel actief: in het buurtwerk, de wijkraad, de Oranjevereniging, het Centrum voor Baanlozen, dienstencentra etc. Maar zijn werk als geestelijk leider ging ook gewoon door: hij gaf retraites, conferenties en persoonlijke begeleiding in samenwerking met de abdij Slangenburg en vanuit de Praktijkschool voor Levensvragen in Doetinchem. In die stad stichtte hij ook een hospice, wat hem het ereburgerschap opleverde. De kennis en ervaring die hij in de loop der jaren aangaande de Ignatiaanse spiritualiteit had opgebouwd verwoordde hij op originele wijze als (co)-auteur van enige boeken. Hij is actief gebleven tot aan het eind van zijn leven, vol belangstelling voor anderen. Maar toen het einde naderde voelde hij zich evenzeer geroepen als tijdens zijn leven. Hij zag uit naar zijn ontmoeting met de Heer. De overvolle kerk van Brakkenstein bij zijn uitvaart getuigde welsprekend van de grote betekenis die Jan heeft gehad in het leven van velen.
Pater Alfons Grimberg (1940 – 2012)
Op zijn verjaardag overleed Alfons Grimberg, precies 72 jaar. De laatste drie jaar van zijn leven had hij moedig gevochten tegen de kanker, waarvan hij wist dat die hem het leven zou kosten.
Als scholastiek was bij hem al diabetes geconstateerd, maar hij weigerde zijn leven daardoor te laten bepalen. Ook bij de kanker legde hij zich niet neer en de chemotherapie samen met zijn optimistische karakter hielden hem een stuk langer in leven dan de aanvankelijke prognose liet aanzien.
2 0 1 2
Pater Jan van Deenen
w i n t e r
Engelenbrood, door Stephanie Saldaña
n r. 3 2
In memoriam
23 Alfons werd geboren in Amsterdam, niet ver van de Krijtberg, waar hij misdienaar was, net zoals zijn grote voorbeeld Jan Philip Roothaan dat geweest was, anderhalve eeuw eerder; levenslang had hij devotie tot deze generaal van de orde, wiens beeltenis in de Krijtbergkerk staat. Zelf is Alfons zijn hele werkzame leven pastoor geweest. Al tijdens zijn studie sociologie en zijn studie theologie was hij verbonden aan de kerk van de Elandstraat in Den Haag, waar hij ook priester gewijd werd in 1972. Hij schreef zijn doctoraalscriptie sociologie over de ontwikkelingen van de kerk in de Haagse binnenstad. Hij bleef er tot 1979 en keerde er weer terug in 1995. In de tussentijd was hij pastoor in Groningen (1980-1992) en de Jozefkerk in Nijmegen (1992-
J e z u ï e t e n
Boeken
Pater Harry Schelbergen (1924 – 2012)
De drukbezochte uitvaart maakte duidelijk hoe groot de invloed van pater Harry Schelbergen is geweest. Tijdens die uitvaart
Pater Henri Suasso de Lima de Prado (1917 – 2012)
Henri was de nestor van de Indonesische Provincie. Op 20-jarige leeftijd vertrok hij als novice naar toen nog Nederlands Indië, op 95-jarige leeftijd overleed hij in het ziekenhuis van Semarang. Tijdens zijn filosofiestudie in Yogyakarta begon de wereldoorlog. Van 1943 tot 1946 verbleef hij in interneringskampen. Na de oorlog studeerde hij theologie in Maastricht en Bijbelwetenschap-
en acties zoals een jaarlijkse tombola op Schiermonnikoog. Hij is van onschatbare waarde geweest voor deze paria’s van de maatschappij, waar noch de regering noch particulieren iets mee te maken wilden hebben. Henri was een wijs mens, hij was
Hij hield ervan retraites te geven aan schoolkinderen die in de ban kwamen van zijn levendig vertellen. Bovendien werd hij geestelijke leider van de Daughters of Saint Anne van de Madhya provincie.
2 0 1 2
graag gezien als bestuurder en overste. Henri was een pastoraal ingestelde priester, biechtvader en raadgever voor studenten, seminaristen, zusters, politieke gevangenen en wie zijn raad verder vroegen. Henri was een aangenaam en gezellig mens. De Indonesische provincie verliest in Romo Su (zoals hij in de wandelgangen werd genoemd) een markante en sympathieke persoonlijkheid.
Pater Ghisleen Van Doorsselaer
w i n t e r
pen aan het Biblicum in Rome. In 1955 keerde hij terug naar Indonesië. Daar werd hij docent aan het seminarie en aan de universiteit Sanata Dharma, de door de jezuïeten opgerichte lerarenopleiding in Yogyakarta. Tot op hoge leeftijd bleef hij doceren aan verscheidene instituten. Zijn grote liefde ging echter niet uit naar de wetenschap. Hij was vooral sociaal bewogen. Als directeur van de Yayasan Realino en in samenwerking met de studenten van het gelijknamige studenten-internaat zette hij zich in voor de minsten in de samenleving. Zijn zorg ging vooral uit naar de politieke gevangenen en hun gezinnen. Speerpunten daarbij waren: onderwijs voor de kinderen en startkapitaal voor de volwassenen. Kapitaal daarvoor zocht hij bij bekende industriëlen
(1910 - 2012)
Ghisleen Van Doorsselaer werd geboren in Sint-Pauwels, Oost-Vlaanderen. Van 1924 tot 1930 liep hij de Latijns-Griekse humaniora aan de Apostolische School te Turnhout. Hij trad in te Drongen op 23 september 1930. De grote stap werd gezet toen hij op 24 december 1934 afreisde naar India. Zijn filosofie voltooide hij in Shembaganur (Tamil Nadu) en zijn theologie in Kurseong (Himalayas). Aan die omzwervingen kwam een einde toen hij leraar werd: eerst in Samtoli (tot 1958), later in Ambikapur (tot 1973). In Ambikapur beheerde hij tevens een tehuis voor studenten. Diezelfde functie oefende hij uit, van 1979 tot 1986, in Jabalpur. Deze jongvolwassenen leerden allengs hoezeer hij hun waardering verdiende. In 1986 werd hij pastoor van de nieuwe missiepost van Junadith. In 1990 riep men hem als econoom naar het provinciale huis Pathalgeon. Hij werd toen ook een retraitepredikant.
n r. 3 2
viel vooral de grote groep oudleerlingen van het internaat Katwijk de Breul op. Aan dat internaat had hij de beste jaren van zijn leven gegeven. Hij kwam er in 1959 als leraar godsdienst en directeur van de Mariacongregatie. In 1968 werd hij rector en directeur. Hij had een groot aandeel in de nieuwe opzet van de Breul, minder gericht op de katholieke elite en qua huisvesting meer aangepast aan de eisen van de tijd. Uiteindelijk bleek ook deze nieuwe opzet niet houdbaar, financieel en door een tekort aan mankracht. Hij bleef directeur tot de Breul gesloten werd in 1982. Niet voor niets gaf hij aan de autobiografie die hij aan het einde van zijn leven schreef de ondertitel: Opvoeding als levensvervulling. Zijn pedagogische talenten benutte hij niet alleen voor de Breul. Hij stond ook aan de wieg van wat het Dondeynehuis voor studenten in Leuven is geworden. Korte tijd was hij ook spirituaal van de priesteropleiding in Vronesteyn. Vanwege zijn brede pedagogische ervaring werd hij gevraagd om zitting te nemen
in het Algemeen Bestuur van de Nederlandse Katholieke Oudervereniging en in de Nederlandse Katholieke Schoolraad. In 1995 veranderde zijn leven volledig door een herseninfarct. Door een ijzeren wilsinspanning en door de hulp van talloze vrienden wist hij zijn spraak en de macht over zijn ledematen te herwinnen. Maar hij bleef een invalide man. Wel herstelde hij zodanig dat hij in Austerlitz de pastorale zorg voor de kerkgemeenschap op zich kon nemen. Toen dat na enige jaren niet meer ging verhuisde hij naar het verpleeghuis van de fraters van Utrecht in De Bilt. Daar voelde hij zich thuis. Het verschafte hem ook de rust om aan zijn boek te werken. Hij gaf het de titel U legt uw hand op mij. Voor menige leerling en oud-leerling is Harry Schelbergen een hand op de schouder geweest, troostend en stimulerend. Een grote groep van hen stond naast het graf en zong het lied waarin het ideaal van de Breul wordt verwoord: Mutua fides.
Zijn laatste jaren bracht Ghisleen door in een tehuis voor bejaarde jezuïeten. Maar een periode van volstrekte rust was dit niet. Hij maakte ervan gebruik om het leven van Franciscus Xaverius in het Hindi te vertalen, te laten drukken en uit te delen. Na zijn 101ste verjaardag hield hij doorgaans het bed, maar bleef ook dan nog getuigen van een grote levenswil. Volgens hem mochten er gerust nog tien jaren bij. Een lange levensduur was immers ingebouwd in de familiale genen. De laatste week bracht hij door in het hospitaal: hij had een infectie in de keel opgelopen. Maar hij bleef glimlachen, zoals altijd, tegen iedereen die hij tijdens zijn verplaatsingen met zijn rolstoel ontmoette. In die geestesgesteltenis is hij overleden op 8 juli 2012.
25 J e z u ï e t e n
2 0 1 2
w i n t e r n r. 3 2 J e z u ï e t e n
24
1994). Zijn laatste standplaats was de Krijtberg, de kerk van zijn jeugd. Daar bleef hij niet lang, want zijn ziekte noopte hem al spoedig naar het Berchmanianum in Nijmegen te gaan. Gevraagd naar zijn inspiratie om in te treden bij de jezuïeten antwoordde hij: ‘mensen helpen’. Dat typeert hem ook als pastoor. Hij was de mensen nabij. Hij was heel direct in de omgang met zijn parochianen. Hij bleef gewoon. Hij was geliefd. Hij was ook een beetje eigenaardig: hij had een heel eigen manier om met mensen om te gaan, met een eigen humor, met practical jokes. Die werden niet door iedereen gewaardeerd. Maar wat wel door iedereen gewaardeerd werd was dat je altijd een beroep op hem kon doen. Hij liet merken dat hij je graag van dienst was. Toen de ziekte hem dat werken voor de medemens onmogelijk maakte drukte dat zwaar op hem. Hij voelde zich te jong voor het Berchmanianum. Het heeft hem veel moeite gekost om de naderende dood te aanvaarden. Maar zijn vroomheid en zijn geloof hebben hem toch tot die overgave gebracht. Voor zijn begrafenis koos hij de evangelietekst van de broodvermenigvuldiging: de gaven van de Heer overvloedig mogen uitdelen aan mensen die hongerig zijn naar brood en naar het Woord van de Heer.
UIT DE STUDIEHUIZEN
De geschiedenis van het kerstlied
In het spoor van Ignatius van Loyola wijst pater Franz Jalics SJ een weg naar het stille gebed als de ruimte waarin wij ons afstemmen op God. Contemplatieve oefeningen voeren ons via de waarneming van de natuur, van onze adem en van ons lichaam naar de eenvoud van het Jezusgebed. Aanbevolen lectuur: Franz Jalics, De contemplatieve weg, Gent Carmelitana, 2010. Begeleiding: Pieter-Paul Lembrechts SJ, stafmedewerker, en Theresia de Meijer. Van zaterdag 23 februari 2013 (18.00) tot zondag 3 maart (14.00) Meer info: zie lager
n r. 3 2
w i n t e r
2 0 1 2
Aan God gewijde sabbattijd - achtdaagse retraite
J e z u ï e t e n
26
Europees Tertiaat Pater Jan van de Poll is directeur van het Europees Tertiaat in Dublin, een op leidingshuis voor jezuïeten in hun laatste vormingsjaar, meestal enkele jaren na de priesterwijding. Hij vertelt over zijn ervaringen. ‘Vandaag juist drie gesprekken achter de rug. Eerst met een jezuïet die zes jaar consultor was in zijn provincie en nu als veertiger zijn tertiaat doet. Na het tertiaat zal hij president van een universiteit zijn. Mijn tweede gesprekspartner voor persoonlijke begeleiding vandaag was een aantal jaren assistent van zijn provinciaal. De derde was studentenpastor en is nu ‘klusjesman’ in ons huis. Jong, maar vol ervaring onder communisme en daarna. Vanmorgen hadden we een gast die sprak over hoe je met verandering en overgang omgaat. En vanavond hebben we een lezing over ‘Leiderschap en Spiritualiteit’. Met veel gasten. Het is een heel boeiend leven hier in Dublin. Het begon voor mij zeven jaar geleden samen met een Ierse jezuïet. Pater Kolvenbach, de vorige algemene overste in de Sociëteit van Jezus, zond ons om samen een Europees tertiaat te starten. Waarom? Onder de Europese provinciaals groeide het besef dat er een Engelstalig laatste vormingsjaar voor jezuïeten in Europa nodig was. Dat jaar helpt om integratie van de jezuïet en zijn ingroei in de Sociëteit en Kerk tot een voorlopige afronding te brengen Tot nu toe hadden we vierentachtig jezuïeten hier in Dublin, waarvan tachtig procent uit Europa.
Wat er zoal gebeurt? Een introductieprogramma geeft de fundamenten van het vormingsjaar. We delen bepaalde onderwerpen met elkaar sprekend vanuit het hart, gaan een paar dagen de bergen in en kijken naar de wortels van de Ierse kerk. Daarmee wordt ieder geholpen om naar de wortels van zijn eigen land, achtergrond en cultuur te kijken. Dat leidt tot het schrijven van een levensgeschiedenis, vooral dan met de vraag hoe God met je bezig was en is. We nemen de gronddocumenten van de Sociëteit door, wel wetend dat het bij onze groep om vorming van volwassenen gaat. Sprekers en experts worden uitgenodigd uit Ierland en andere landen in Europa. Een persoonlijk begeleide dertigdaagse retraite vindt plaats, waarin de roeping bevestigd kan worden. Een ieder gaat tien weken naar een plaats ergens in ‘Groot’ Europa: vluchtelingen in Malta, daklozen in Edinburgh, parochies in Portugal, het Europese werk in Brussel, gehandicapten in de Oekraïne, een school in Kosovo. De geloften worden doorgenomen en de Constituties van de Sociëteit en de hedendaagse documenten krijgen volle aandacht. Thema’s als leiderschap, communauteitsleven, intellectueel apostolaat, islam en secularisatie worden bestudeerd binnen de context van Kerk en wereld. We gebruiken ook de aanwezige talenten onder ons. Na acht maanden evalueren we en op basis daarvan passen de directeurs (de Ier Joe Dargan en ikzelf) het programma aan. Voorlopig zien we dat een groep jonge jezuïeten geholpen zijn om Europees te denken, om hun grenzen te doorbreken en om boeiende religieuzen te zijn in de Kerk en Sociëteit in Europa.’
Jan van de Poll SJ www.tertianship.eu
Tijd van stilte om zich te onthaasten, om te peilen naar ‘het diepste dieper dan mezelf’ (Augustinus), om ‘Jezus beter te leren kennen om Hem meer lief te hebben en te volgen’ (Ignatius). Er zijn dagelijks twee inleidingen. Verder elke dag eucharistie en avondgebed. Voor wie het wenst is er de mogelijkheid tot een begeleidingsgesprek. Begeleiding: André Cnockaert SJ, stafmedewerker Van maandag 6 mei 2013 (18.00) tot woensdag 15 mei (9.00). Meer info: www.oudeabdij.be; inschrijven via 09.226 52 26 of
[email protected] Oude Abdij, Drongenplein 26-27, 9031 DRONGEN
In memoriam
Het ‘In memoriam jezuïeten uit Vlaanderen, nov. 2012’ is verschenen. Hierin gedenken wij: Pater Emiel DE GRAEVE (1925-2011) Pater Jozef LOMBART (1928-2011) Pater Antoon VERWILGHEN (1919-2011) Pater Raoul LIEVENS (1926-2011) Pater Frans MATTHIJS (1924-2012) Pater Jan-Hendrik IMBERECHTS (1922-2012) Broeder Richard ROOMAN (1929-2012) Pater Robert JANSEN (1924-2012) Pater Frans TORFS (1926-2012) Pater Willy DELPUTTE (1925-2012) Pater André COEN (1924-2012) Pater Daniël BUTAYE (1925-2012) Pater Ghisleen VAN DOORSSELAER Broeder Jozef VAN TULDER (1926-2012) Pater Joseph DE CUYPER (1920-2012) Het kan besteld worden bij Frans Mistiaen SJ Koninginnelaan 141 1030 BRUSSEL of via:
[email protected] met vermelding: 'In Memoriam SJ 2012'. Een richtprijs van € 6,00 over te schrijven op BE75 4352 0592 8151 (KREDBEBB) van Lessiusvereniging.
Achter veel van onze bekende kerstliedjes zit een verrassend, leuk of interessant maar altijd wetenswaardig verhaal. Van middeleeuwse liederen, bijvoorbeeld Nu zijt wellekome en Er is een roos ontsprongen, of evergreens als Stille Nacht, via de Christmas carols – God rest ye merry gentlemen, Good King Wenceslas - tot de populaire Amerikaanse kersthits als I´m dreaming of a white Christmas en Rudolph the red nosed reindeer. Uiteraard zal een aantal van de liederen deze avond te horen zijn en is er gelegenheid tot het stellen van vragen en het delen van eigen opvattingen. Donderdag 20 december, 19.30 Begeleiding Robert-Henk Zuidinga Ignatiushuis Amsterdam Beulingstraat 11, 1017 BA Amsterdam Tel. 0031 (0)20 679 82 07. www.ignatiushuis.nl
Kerstvieringen
H. Petrus Canisiuskerk, Molenstraat 37, 6511 HA te Nijmegen. Maandag 24 december, Kerstavond: 19.00 Kerstviering speciaal voor jonge gezinnen 21.00 Hoogmis solisten en samenzang 23.00 Hoogmis met A.M.D.G.-koor, Mozart Dinsdag 25 december, Eerste Kerstdag 9.30 (zonder zang) en 10.30 u. (Hoogmis) Woensdag 26 december, Tweede Kerstdag 10.30 Hoogmis met samenzang www.petruscanisiusparochie.nl H. Franciscus Xaveriuskerk (Krijtberg), Singel 448, 1017 AV, Amsterdam. Maandag 24 december, Kerstavond: 19.30 Schola Cantorum zingt liederen: 20.00 Latijnse H. Mis, met Gregoriaanse zang van Schola Cantorum 21.45 Gemengd koor Jubilate Deo zingt liederen 22.15 H. Mis, Nederlandstalig, met Latijnse zang van Jubilate Deo 24.00 H. Mis, Nederlandstalig, met orgel en cantor/cellist Dinsdag 25 december Eerste Kerstdag 9.30 H. Mis, Nederlandstalig, met Latijnse zang van Jubilate Deo 11.00 Latijnse H. Mis, met Gregoriaanse zang van Schola Cantorum 12.30 H. Mis, Nederlandstalig, zonder zang 17.15 H. Mis, Nederlandstalig, met orgel en cantor/cellist Kerk ’s middags open Woensdag 26 december Tweede Kerstdag 11.00 Latijnse H. Mis, met Gregoriaanse zang van Schola Cantorum Kerk ’s middags open tot 16.00 u. www.krijtberg.nl
w i n t e r
Contemplatieve retraite
n r. 3 2
NEDERLAND
27 J e z u ï e t e n
Deelnemers tertiaat 2012, met links pater Van de Poll en vierde van links, staand pater Dargan.
VLAANDEREN
2 0 1 2
ACTIVITEITEN