Cycle Talk Jaargang 8 nr. 1
Winter 2011-2012
Colofon Cycle Talk jaargang 8, nr. 1
In dit nummer:
Cycle Talk verschijnt vier keer per jaar en wordt verspreid onder alle leden en sponsors van Cycle Sport Groningen. Elk lid van de vereniging kan bijdragen aan de inhoud van het blad. De redactie heeft het recht bijdragen in te korten en anonieme en kwetsende bijdragen te weigeren.
Van de veurzitter
2
In de voorvork
4
Nieuws
5
De Cyclesporter
7
Cycloklassement
9
Winnaar Cycloklassement
12
Giro delle Dolomiti
13
ICW Norg
18
Trainingen eerste kwartaal
21
Amstel Curaçao Race
25
Homp
29
Het hoekje van Principio
31
De CT-keuken
34
Redactie Cycle Talk Bert Platzer, Tessa Nederhof Layout Cycle Talk Eelko Steenhuis Redactieadres Tuinstraat 85 9711 VC Groningen
Cycle Sport Groningen, opgericht op 2 februari 2004 (KvK 02083132), biedt training en begeleiding aan leden die op serieuze wijze de ietssport willen beoefenen en leden (en jeugdleden vanaf twaalf jaar) die willen kennismaken met de wedstrijdsport. Secretariaat Cycle Sport Groningen André Wilting Winschoterdiep 1024 9723 AC Groningen (050) 313 80 17
[email protected] www.cyclesportgroningen.nl Bestuur Cycle Sport Groningen Sipke Benus
[email protected]
André Wilting
[email protected] Josanne Venekamp
[email protected]
Florian Schmidt Hein Linker Ivo Beetz
Van de veurzitter
Verenigingsgevoel Het is naar om iemand uit te sluiten. Het doel van een vereniging is verbintenis. Toch gelden in die verbintenis ook regels en kom je soms in een situatie terecht die je dwingt om beslissingen te nemen. Dat was tijdens de extra ingelaste ALV dan ook het onderwerp, uitsluiting. Momenten die je liever niet door hoeft. Nu even wel. Daarmee komt de verbintenis ook echt onder druk te staan. Er zijn goede redenen om je even niet verbonden te voelen. We staan nu voor een nieuw jaar. Dat vraagt om vooruitzien. Maar vooral om vereniging, samen er wat van maken. Wij, als uw bestuur en ik als uw voorzitter, willen dat graag aanjagen en ondersteunen, maar we moeten het met z’n allen doen. In februari is de jaarlijkse algemene ledenvergadering. Daar wil ik u graag zien, om een goed plan voor 2012 te maken. En uiteraard verslag te doen van 2011. Het bestuur van onze vereniging zal dan ook gaan wijzigen, er zijn vacatures. Ook een aantal commissies heeft versterking nodig, om plannen om te zetten in concrete acties. We hebben elkaar dus hard nodig. Maar eerst is het winter en gaan wij in hoog tempo 2012 in. Daarom zeg ik u: CHEERS, op een goed en nieuw jaar!
2
Advertentie
3
Afscheid
In de voorvork
Afscheid? Dat gaat zeker weer over die onfrisse afaire VDW. Nee? Gelukkig maar, want die kwestie is al genoeg uitgekauwd. Waar de kop dan wel op slaat? Op de niet minder dan twee clubprominenten die we in deze editie uitzwaaien. De eerste is niemand minder dan Johan ‘Homp’ Gibcus, die zijn afscheid vanaf een roemruchte Amerikaanse bergtop wereldkundig maakte. De tweede afzwaaier deed dat eigenlijk al in de vorige editie, maar dat wisten we toen nog niet. Miguel, onze man down under, heeft naar eigen zeggen zijn actieve carrière als wielrenner achter zich gelaten en waarover moet je dan nog schrijven in een belangwekkende publicatie als Cycle Talk? Beide eminences emigrés worden natuurlijk van harte bedankt voor hun aanwezigheid, binnen en buiten uw favoriete tijdschrift! In het zog van Miguel Down Under (waar anders) dient de nieuwe columnist van Cycle Talk zich aan: niemand minder dan onze eigen Leon ‘Prinicipio’ Tolboom neemt het stokje over. Het eerste doorwrochte epistel van de grootste zwamneus van CSG is inmiddels een voldongen feit. Het resultaat is om te janken. Of dat is omdat brullend van de lach de tranen over de wangen lopen, omdat de waarheid in zijn wereld zo’n gruwelijk lot is beschoren of ‘gewoon’, omdat het niveau meer dan bedenkelijk is, verschilt sterk per lezer. Snel doorbladeren dus, om het slechtste stuk van deze Cycle Talk maar uit de weg te hebben. Of lees je rustig door het tussenliggende prachtigs, op weg naar een zinderend einde. Net als op de jongste ALV is de keuze aan jou!
4
Nieuws
De veldrit/atb-trainingen die deze winter door Jan Prenger zijn verzorgd, waren een groot succes. Jan kent de boswachterij op zijn duimpje en weet leuke ritten te combineren met goede technische oefeningen. Wordt volgend jaar vervolgd!
Niet bij iedereen is bekend dat de licenties niet ieder jaar automatisch worden verlengd. De licentie voor aankomend jaar moet dus handmatig worden aangevraagd. Doe dit niet te laat, want dan is een nieuwe sportkeuring noodzakelijk.
Nadat de cyclocommissie de afgelopen jaren voedselpakketjes heeft uitgereikt, kiest de commissie in 2012 voor een wat andere aanpak. Er worden twee clubcyclo’s aangewezen waar in de trainingen naartoe wordt gewerkt en waar we met een zo groot mogelijke groep naartoe gaan. Dat zijn Les Trois Ballons (9 juni) en de Claude Criquelion (25 augustus). In de trainingen zullen meer faciliteiten voor de cyclorijders worden geboden. Zo is er voor de liefhebbers om de vier weken een langere duurrit van 4,5 tot 5 uur en worden er een aantal heuveltrainingen rond Tecklenburg georganiseerd. Voor de clubcylo’s worden mensen gezocht die mee willen ter ondersteuning om bijvoorbeeld onderweg bidons en voeding aan te reiken. Reis- en verblijfkosten worden voor hen vergoed.
5
Oege Hiddema zal volgend jaar voor het eerst geen deel uitmaken van het Veltec Granfondo team. Hij heeft aangekondigd dit jaar meer op de trainingen van CSG aanwezig te zijn. Leerzaam, want hij weet hoe een cyclo voorbereid en gereden moet worden.
Ook dit jaar zal er een trainingsweekend voor de wedstrijdrijders worden georganiseerd. Dit weekeind is natuurlijk ook voor de dames met een licentie bedoeld. Als voorlopige datum wordt het weekeind van 10 maart genoemd. De bestemming zal opnieuw de Voerstreek zijn.
De plannen voor het komend seizoen worden gepresenteerd op de Algemene Ledenvergadering, die op woensdag 1 februari om acht uur ‘s avonds plaatsvindt. De stukken voor de ALV komen circa een week voor de vergadering op het ledendeel van de site te staan. Komt allen!
Nieuws
Begin januari neemt een aantal bestuursleden afscheid en zullen nieuwe bestuursleden zitting nemen in het bestuur. Florian, Josanne en Ivo verlaten het bestuur. Er zijn vervangende kandidaten voor hen gevonden in de personen van Guus Dijkstra, Bert Smilda en Jan Prenger. Andere leden kunnen zich uiteraard ook kandidaat stellen. Over de status van de bestuursauto houdt het bestuur voorlopig de kaken stijf op elkaar.
Het veldritseizoen loopt bijna op zijn eind. Jan en Ivo hebben dit jaar voor het eerst een aantal nationale veldritten gereden. Dat was vooral aanklampen en proberen wat puntjes te sprokkelen. Bij de ICWwedstrijden doen Florian, Frank, Jan en Tessa mee in de top van de klassementen.
De bon die ploegleider Andre in de ronde van Brabant in de volgerskaravaan te pakken had is nog niet kwijt gescholden door de oicier van justitie. Nu zal de kantonrechter zich hierover gaan buigen.
Aankomend voorjaar kan er weer in Mallorca worden getraind, en wel van 15 tot en met 22 april. Er wordt in niveaugroepen geietst (en eventueel gezwommen). Bij terugkomst kun je neerplofen bij het zwembad, want een privékok verzorgt het eten. Op de vlucht na is de reis all-inclusive (ook de ietshuur). Opgeven kan via Florian:
[email protected]. Wees er snel bij, want vol is vol!
6
De Cyclesporter ‘ik wil nog steeds meer en beter en dat kon ik bij de damesgroep niet krijgen. Zo ben ik bij CSG terechtgekomen‘ Natasja van der Zwaag (1973) wel een betere en bovenal lichtere iets, dus ben ik gaan sparen en kon begin dit jaar mijn Hoe lang ben je al lid van CSG? Ik ben pas in augustus lid geworden, na nieuwe carbonnen Cube ophalen. Dat was een paar trainingen te hebben meegeietst. een wereld van verschil. Dit jaar heb ook al Ik was meteen enthousiast en heb de hele ongeveer vijftien toertochten geietst, maar zomer meegetraind. Dit heeft me al zo veel ik wil nog steeds meer en beter en dat kon verbeterd dat ik meteen besloot lid te wor- ik bij de damesgroep niet krijgen. Zo ben ik den en daar heb ik nog steeds geen spijt van. Ik hoop dat de “Verder hoop ik dat CSG me kan helpen mijn verbetering komend seizoen doorzet.
grenzen te verleggen en te ontdekken wat voor
Wat deed je voordat je lid werd bij CSG? Ik heb de ALO Groningen gedaan en ben dus eigenlijk gymjuf. Ik doe hier niks mee, want in het dagelijks leven ben ik accountmanager. Het sporten zit wel in mijn bloed. Ik heb tot de ALO altijd heel fanatiek geturnd en daarna ben ik gaan tennissen. Toen ontdekte ik het snowboarden, maar dat kan alleen in de winter. Dus pakte ik in de zomer het windsurfen weer op. Maar wat doe je dan als het niet waait? Aangezien ik het ijn vind om te kunnen sporten wanneer je wilt, ik al ongeveer tien jaar op de sportschool RPM volg en dat superleuk vind, werd het ietsen. Ik kocht een goedkope raceiets en ging zelf op weg. Op de sportschool ging ik intussen ook door met RPM en daar kwam ik in het voorjaar 2010 in gesprek met een andere dame die op maandagavond met een stel andere vrouwen altijd een stuk ietst. Dat leek me ook wel wat en begon mee te ietsen. Door toenemend enthousiasme wilde ik ook
7
mij haalbaar is om te doen”
bij CSG terechtgekomen en ik hoop nog veel te leren. Met de damesgroep iets ik ook nog steeds elke maandagavond. Waarom ben je lid geworden? I k ietste al wel, maar nog niet erg lang. In januari 2010 heb ik mijn startiets aan de kant gezet en een nieuwe Cube gekocht bij Cycle Trend. Daar werd ik door Steven gewezen op CSG. Hij zei telkens ‘ga eens een keertje meeietsen, dan kun je zien of het leuk is’. Meteen na de eerste keer meetrainen, waar ik overigens helemaal doodging, was ik verkocht. Na elke training kon je me bij elkaar vegen, maar het ging telkens een stukje makkelijker. Ik merkte al snel dat ik sneller en langer kon ietsen. Dit geeft een enorme motivatie om er komend seizoen tegenaan te gaan. Dus
De Cyclesporter bedankt Steven. Wat verwacht je van CSG? Graag wil ik nog steeds sneller en beter worden en zo mijn grenzen verleggen. Ik verwacht net zulke goede trainingen als deze zomer, want daardoor kwam er al een enorme verbetering. Wat ik heel ijn vind van de trainingen, is dat ze meestal zo zijn opgebouwd dat iedereen aan zijn trekken komt. Als er alleen maar heren zijn, hoef ik me niet vervelend te voelen en kan iedereen trainen op zijn eigen niveau. Verder hoop ik dat CSG me kan helpen mijn grenzen te verleggen en te ontdekken wat voor mij haalbaar is om te doen, dan denk ik aan bijvoorbeeld ICW’s. Maar ook samen met andere leden wellicht tochten of cyclo’s rijden. De mail over de cyclo’s heb ik ook zeker met interesse gelezen, maar ik zag weinig reacties van dames. Het is voor mij nog wel allemaal erg onduidelijk in die zin. Ik weet ook nog niet hoe de organisatie precies werkt en wat er wel en niet mogelijk is bij CSG. Dat moet ik nog ontdekken. Wat ik zou willen, is wat hulp bij een trainingsschema of adviezen over trainingen of voeding. Of dat er is, weet ik dus niet. En van het komende seizoen? Met de gedachten over komend seizoen ben ik nog volop bezig. Ik weet niet goed wat de mogelijkheden zijn voor mij. Wel ben ik al gewezen op de ICW-wedstrijdjes en die zou ik graag eens willen proberen komend seizoen. Maar kan ik dat? Ook een cyclo zou ik heel graag willen ietsen, lijkt me een enorme uitdaging. Verder heb ik al een aantal toertochten staan, onder andere alle tochten van de Vacansoleil4Challenge en de Amstel Gold Race.
Wat doe je als je niet ietst? Als ik niet iets, dan ben ik in de sportschool, aan het werk of bij vrienden. Ik ben alleen, dus kan mijn tijd indelen zoals ik het wil. Ook ga ik elk jaar sowieso een keer op wintersport om te snowboarden, want dat is ook nog steeds een passie. In oktober ben ik met een vriendin naar Tenerife geweest en heb daar ook nog heerlijk kunnen ietsen op de mountainbike. Verder zit ik in het bestuur van Stichting Daniëlle. Een stichting die wensen vervult van jongeren tussen de 18 en 30 jaar die een levensbedreigende vorm van kanker hebben. Het is erg bijzonder om hiermee bezig te zijn. Voor deze stichting gaan we ook de Amstel Gold Race ietsen en de Alpe d’Huez beklimmen. Uiteraard om geld op te halen. Ook lees ik veel en kan er enorm van genieten lekker thuis te zijn en wat aan te rommelen. Geboortejaar: 1973 Lengte: volgens paspoort 1,66, volgens sportarts 1,64 Gewicht: 58 kg Waar ik naar luister: ik heb een brede muzieksmaak, houd vooral van rock zoals Greenday, maar ben ook enorm fan van Pink. Wat ik graag lees: hangt enorm van mijn bui af, soms no-nonsense om lekker te ontspannen en ook vaak waargebeurde verhalen of thrillers. Ik lees wel veel boeken en ietstijdschriften. Waar ik graag naar kijk: veel sport, maar geen voetbal. Grey’s Anatomy en ilms. Eerder beoefende sporten: turnen, tennis. Nu nog snowboarden, windsurfen, mountainbiken en wielrennen.
8
Cycloklassement
En de winnaar is... Na de afgelopen jaren ernstig in gebreke te zijn gebleven bij het opstellen van een eindstand van het CSG cycloklassement, was voor dit jaar beterschap beloofd door de cyclocommissie. Echter, zoals het wel vaker gaat met goede voornemens, liet ook dit jaar het eindklassement weer (te) lang op zich wachten. Mea culpa. Het is volledig te wijten aan laksheid van ondergetekende. Door Roel Kerkhof Het kostte uiteindelijk het nodige nazoekwerk en hoofdbrekens, maar het is dan toch gelukt om een eindstand voor het cycloklassement op papier te krijgen, zij het dat hierin alleen renners zijn opgenomen die aan minimaal twee cyclo’s hebben deelgenomen. Hoewel CSG bij met name de Dolomietenmarathon en de Steven Rooks Classic en in mindere mate bij onder meer de Gran Fondo Eddy Merckx en Münsterland Giro goed vertegenwoordigd waren dat er uiteindelijk twaalf. Voor de puntentelling telden de 29 cyclo’s mee die vermeld stonden op de kalender van Cyclo Benelux (http://cyclobenelux. com). Tevens is gebruik gemaakt van dezelfde puntentelling, die is na te lezen op de website van Cyclo Benelux. Voor de kortere afstanden van de genoemde evenementen die eveneens meetelden voor het
9
CSG cycloklassement is de vermenigvuldigingsfactor steeds met honderd verlaagd. Bij twee evenementen die aan het klassement zijn toegevoegd geldt de volgende vermenigvuldigingsfactor: Transalp (eindstand) categorie A en Münsterland Giro – categorie F (800 punten voor de winnaar). Gezien zijn fantastische palmares in toonaangevend cyclo’s werd niet geheel onverrassend Oege de glorieuze winnaar van het CSG cycloklassement 2011. Vooral zijn derde plaats samen met de Belg Geert Plancke in de loodzware, zeven etappes tellende Tour Transalp is daarbij vermeldenswaardig. Knechtend voor zijn teammaatje bij het Veltec Granfondo team Edith van den Brande werd hij daarnaast 28ste in de Dolomietenmarathon en 20ste in de Ötztaler Radmarathon. Het was ruim voldoende om Johan, die in drie cycloklassiekers binnen een maand
Cycloklassement constant presteerde, voor te blijven. In de strijd om plaats drie bleek het zwaardere programma van Ivo de doorslag te geven. Sterk rijden in de Transalp legde duidelijk meer gewicht in de schaal dan de mooie vijftiende plaats van Joost op de middenafstand tijdens de Dolomietenmarathon (waar hij wegens omstandigheden naartoe was uitgeweken). Joost had daarnaast de pech dat de Magniique des Ardennes op het laatste moment werd geannuleerd. 1. Oege Hiddema (3) Transalp, Dolomietenmarathon, Ötztaler
2.818 ptn
2. Johan Boonstra (3) Trois Ballons, Marmotte, Dolomietenmarathon
2.581 ptn
3. Ivo Beetz (3) GF Eddy Merckx, Transalp, Ballons Vosgiens
2.494 ptn
4. Joost Bakker (3) Trois Ballons, Dolomietenmarathon, Münsterland Giro
2.443 ptn
5. Eppe Kerbof (3) Trois Ballons, Ballons Vosgiens, Münsterland Giro
2.134 ptn
6. Roel Kerkhof (3) SRC, Dolomietenmarathon, Münsterland Giro
2.094 ptn
7. Henk Lammerts (3) SRC, Dolomietenmarathon, Münsterland Giro
1.972 ptn
8. Bert Platzer (2) Ballons Vosgiens, Münsterland Giro
1.540 ptn
9. Bert Smilda (2) Dolomietenmarathon, Münsterland Giro
1.490 ptn
10.Richard Kremer (2) Trois Ballons, GF Eddy Merckx
1.409 ptn
11.Irene Lako (2) SRC, Dolomietenmarathon
1.091 ptn
12.Raymund Prins (2) SRC, Dolomietenmarathon
1.086 ptn
10
Advertentie
11
Cycloklassement
Recept voor klassementswinst
Hoe word je winnaar van het CSG cycloklassement? Oege licht zijn cycloseizoen 2011 toe. En hoe kan dat beter dan door de krenten in de pap, de uitstapjes over de grens, als leidraad te nemen? Door Oege Hiddema Na een winter met relatief veel indoorwerk, onder andere door de sneeuw, mocht ik, inmiddels bijna traditioneel voor team Veltec, in de laatste week van maart voor het eerst weer aan het klimwerk snuiven rondom de Mont Ventoux. Een prachtige trainingsomgeving, waarin naast de Ventoux ook genoeg minder zware hellingen liggen om een week lang gevarieerd te trainen. Helaas werd ik al op de eerste dag wat ziekjes, waardoor ik in de inmiddels ook traditionele klimtijdrit op de Ventoux niet kon schitteren. Hoogtepunt van de week was letterlijk en iguurlijk de top van de Ventoux, die met helder weer altijd een schitterend uitzicht oplevert. In april mocht ik voor het eerst met CSG op stap: een weekendje Sauerland. Een mooie nadere kennismaking met CSG in een voor mij onbekende streek, waarin ik ook nog eens de snelste tijd wist te klokken in de (klim)tijdrit. In de tweede week van mei volgde de ontdekking van alweer een nieuwe streek: het Zwarte Woud. En ideaal trainingsgebied voor de klimmer. Ik heb hier een week samen getraind met mijn partner in crime voor de Transalp, Geert Plancke. Hierna volgde een periode met blessureleed: een geïrriteerde achillespees, waardoor ik onder andere de Trois Ballons aan me voorbij moest laten gaan. Gelukkig was ik net op tijd weer it om eind juni aan de Transalp te beginnen. Achteraf gezien het sportieve hoogtepunt van het seizoen. We werden tweede duo bij de Masters en derde overall. Bovendien een onvergetelijke ervaring om zeven dagen achter elkaar te kunnen ‘koersen’ in het gebergte. Na de Transalp was het direct doorreizen
naar de Dolomieten om een week lang veel te rusten in de aanloop naar de Maratona dles Dolomites. Hier reden Geert en ik met teamgenote Edith mee, om haar grootste seizoensdoel, winst in de Maratona, te verwezenlijken. Achteraf gezien heeft de sterkste hier gewonnen door met een verschroeiend tempo weg te rijden op de Giau. Wij hebben het alleen maar iets makkelijker gemaakt. Na in de laatste week van juli nog een trainingsweek in de noordelijke Alpen te hebben gedraaid, dacht ik helemaal klaar te zijn voor het sluitstuk: de Oetztaler Radmarathon. Ik hoopte hier een top tien te kunnen rijden, maar moest tevreden zijn met een twintigste plaats. Over mijn plannen voor 2012 kan ik kort zijn: die zijn er nog niet concreet. Maar neem maar van me aan dat als de dagen straks langer worden, en de ‘goesting’ weer toeneemt, ik wel enkele cyclo’s zal aanstippen om te rijden.
12
Giro delle Dolomiti
Giro delle Dolomiti 2011 Afgelopen zomer reisde Tom af naar Zuid-Tirol om daar de Giro Delle Dolomiti te rijden. Een stuk betaalbaarder dan de dure Haute Route en veel minder massaal dan de Transalp. Maar wel een week lang eten, ietsen, eten en slapen. Door Tom Wassink Het wielerjaar 2011 stond voor mij in het teken van de Giro delle Dolomiti, een meerdaags cyclo-evenement, waarin in zeven dagen zes etappes worden afgelegd over 595 kilometer en 11.252 hoogtemeters. Het wedstrijdelement betreft dagelijks een klimtijdrit op één of twee van de cols in het parcours. De overige kilometers worden toerend in een groot peloton van ongeveer vijfhonderd coureurs achter de auto van de organisatie afgelegd. Op het vlakke wordt met ruim dertig kilomter per uur gegroepeerd gereden, maar zodra het omhoog begint te lopen kiest een ieder zijn of haar eigen tempo. De afdalingen worden rustig achter de auto gedaald. Dit is soms wel frustrerend, maar wel zo veilig. Om de veiligheid verder te vergroten worden de kruisingen afgezet en het overige verkeer door verkeersregelaars tot stoppen gedwongen. Etappe 1: 105 km – 1677 hm Zondagochtend om twintig over zes gaat de wekker voor de eerste etappe voor mij en mijn ietsmaatje. Na een snel ontbijt vertrekken we vanaf de camping naar Bolzano, de start- en inishlocatie. We zijn nog niet geheel aan het vroege tijdstip gewend, waardoor we in een straf tempo naar de start moeten ietsen. Eenmaal aangekomen besefen we ons dat we een essentieel onderdeel missen om een goed klassement te kunnen rijden: de chip. Gisteren hebben we onze goodie bag met rugnummers en dergelijke in ontvangst
13
genomen, maar hebben we ons niet gerealiseerd dat de chip elders afgehaald diende te worden. Met nog enkele minuten te gaan tot de start gaan wij, toch enigszins zenuwachtig, op zoek naar de chip. Al snel hebben we deze in ontvangst genomen en gemonteerd waarna we vlak voor de start achter in het peloton kunnen plaatsnemen. Na vijftien kilometer beginnen we aan de klim van de dag: de Passo Mendola (14,8 km, 6,1%). Vanaf het begin loopt het erg lekker en blijkt de trainingsarbeid niet voor niets te zijn geweest. Met ruim achttien kilometer per uur een col oprijden is voor mij een nieuwe ervaring. Als verwende fan van mijn wattagemeter rij ik de gehele col op vermogen omhoog, wat resulteert in een gemiddelde van 275 watt. Het rijden op vermogen zorgt ervoor dat je aan het begin enkele overmoedige coureurs moet laten gaan, maar deze na enkele kilometers vaak alweer voorbij snelt. Door mijn relatief hoge snelheid en het feit dat ik achteraan in het peloton de klim ben begonnen heb ik tientallen coureurs weten in te halen, wat voor de nodige motivatie zorgt. Na ruim 48 minuten ben ik boven wat goed is voor een zeer bevredigende 79e plek in de etappe uitslag. Boven op de top is de bevoorrading met voldoende zoete versnaperingen en (sport)drank. Doordat we als groep de route zullen vervolgen duurt de pauze ruim drie kwartier, iets wat zich na alle andere beklimmingen zal herhalen. Hier moet je je dus wel op instellen maar eigenlijk is het ook wel even
Giro delle Dolomiti lekker om in het zonnetje uit te pufen. Het is per slot van rekening vakantie. Na de afdaling wordt de Passo Palada in de spaarstand beklommen en wordt, na nog een stop, afgedaald richting Bolzano. Bij de inish wacht ons een simpele pastamaaltijd om ons op te laden voor de volgende dag. Etappe 2: 91 km – 1980 hm Vandaag staat de door ons gevreesde Passo Pampeago (10,1 km, 10,5%) op het programma. Het routeboek vermeldt dat de eerste 5,8 kilometer stroken tot zestien procent bevat en dat de laatste 4,3 kilometer een gelijkmatig karakter, met een gemiddelde van acht procent heeft. De realiteit blijkt toch wat genuanceerder te zijn. Zo zit er een strook van 2,2 kilometer in met een gemiddeld stijgingspercentage van 14,1 procent. Menig coureur zwalkt hier omhoog. Ik behoor nog niet tot die categorie, maar met nog geen zestig toeren per minuut neemt het verlangen om af te stappen meter per meter toe. Het tweede deel van de beklimming blijkt ook niet helemaal conform afspraak. De eerste twee kilometer gaat met ruim 11,5 procent omhoog. Daarna volgt, tot mijn afgrijzen, zelfs een kleine afdaling! Na ruim vijgtig minuten kom ik als 52e boven. Etappe 3: 144 km – 2128 hm Op de derde dag begint de vermoeidheid
toe te nemen. Gelukkig hebben we een stevige klim als opwarmer voor de twee klimtijdritten op respectievelijk de Passo Nigra (7,3 km, 7,7%) en Valle San Nicolò (6,9 km, 8%). Zowel de eerste als de tweede klimtijdrit verlopen voor mij erg goed, waarbij ik tijdens de tweede tijdrit ook nog eens een moraal boost krijg door een ex-tourwinnaar in te halen: Der Jan, alias Max Kraft. Het is opvallend om te zien dat hij nog onverminderd populair is bij vooral de Duitse deelnemers. Vandaag eindig ik respectievelijk als 51e en 44e, waardoor na drie dagen koersen de top vijftig van het algemeen klassement binnen handbereik ligt. Etappe 4: 162 km – 3235 hm Na de rustdag staat het Sella-rondje op het programma, welbekend bij de deelnemers aan de Dolomieten Marathon. Vanuit Bolzano worden achtereenvolgens de Passo Gardena en de Passo Campolongo in een rustig tempo beklommen. Op de Passo Pordoi gaan de remmen weer los. Na een litsende start krijg ik het op het einde toch wat moeilijker, maar weet ik toch goed door te zetten. Het resultaat is een verdienstelijke 43e plaats in de daguitslag. Etappe 5: 63,2 km – 1851 hm Vandaag beklimmen we de legendarische Passo dello Stelvio (24,8 km, 7,5%). Uitslapen zit er ook dit keer niet in, omdat we eerst met de auto naar de start in Prato allo
14
Giro delle Dolomiti
Stelvio moeten rijden. Omdat we direct met de klim zullen beginnen en ik geen idee heb van de breedte van de weg, heb ik een plekje vooraan in het peloton opgezocht. De eerste kilometer verloopt geneutraliseerd achter de auto, waarna de tijdswaarneming begint en het tempo direct omhoog schiet. Al snel rij ik met een groep van acht man omhoog. Opvallend is dat de groep vooral op de steilere stroken hard door trekt, maar op de ‘vlakkere’ stroken maar beperkt versnelt. Doordat ik mijn vermogen constant hou lijk ik wel een jojo. Op de minder steile stroken bepaal ik het tempo en op de steilere stroken verlies ik de aansluiting. Na ruim tien kilometer begint het steilere gedeelte, waarbij ik de groep laat gaan. Maar al na enkele kilometers rij ik de achterste renners in de groep weer voorbij en bij de inish heb ik ze allemaal te pakken! Door het grote hoogteverschil en de lichte regen is het op de top vrij fris. Om te verkomen dat je staat te kleumen, zoals ik, kun je bij de organisatie een kledingtas inleveren. Helaas heb ik dat niet gedaan. Na drie kwartier kleumen ga ik met de eerste groep naar beneden. Gelukkig is het opgehouden met regenen en begint de zon al snel te schijnen, waardoor ik heerlijk kan genieten van de prachtige afdaling. Met een 42e plek in de daguitslag heb ik met nog één korte etappe te gaan mijn top vijftig notering zo goed als zeker gesteld. Etappe 6: 61,1 km – 381 hm De laatste dag staat er één enkele, maar steile klim op het programma: de Prissian (2,5 km, 11,5%). In het routeboek staat dat de klim 3,5 km lang is met een gemiddelde van onder de tien procent. Daardoor trek ik de eerste steile meters link door. Na de
15
eerste bocht ben ik dan ook verrast dat het wegdek nog altijd steil omhoog blijft lopen. Al snel is het duidelijk waarom de klim zo steil is; de klim is geen 3,5 maar 2,5 kilometer lang. Eenmaal boven ben ik goed leeg, maar ook voldaan dat de laatste beproeving erop zit. Met plaats 41e in de eindklassering komt er een einde aan een mooie en succesvolle wielerweek.
Giro delle Dolomiti
Etappe 1 2 3(1) 3(2) 4 5 6
Passo Passo Mendola Passo Pampeago Passo Nigra Valle San Nicolò Passo Pordoi Passo Stelvio Prissiano
Afstand 14,8 10,1 7,7 5,6 9,0 23,7 2,5
% 6,1 10,5 7,9 7,4 6,7 7,5 11,5
Tijd 48:43 50:31 29:03 20:31 30:29 1:33:43 11:59
Wattage Hartslag Cadans 275 179 75 276 175 65 291 173 74 295 175 74 287 173 74 270 167 78 326 169 69
Snelheid 18,3 12,4 15,9 16,3 17,7 15,2 12,5
16
Advertentie
17
Koudwatervrees te boven
ICW Norg
Bij de ICW in Veendam en vooral onze eigen ICW in Norg bewees Tessa ‘met harde feiten’ dat koudwatervrees voor de winter-ICW’s niet nodig is. Door Tessa Nederhof De crosstrainingen van Jan en Ivo gaven mij niet veel hoop. Vooral in de door Jan zo geliefde zandgaten, bleef ik hopeloos steken. Op de technische stukken bleef ik achter en regelmatig moest de groep op mij wachten. Het zelfvertrouwen dat ik van de trainingen hoopte te krijgen, kwam niet. Toch besloot ik in de ICW Veendam te starten. Samen met Ivo en Steven ging ik vroeg op pad om het rondje goed te verkennen. ‘Armen naar beneden drukken in de afdaling, in gladde bochtjes geen abrupte stuurbewegingen maken, druk op je achterwiel houden, alvast afstappen als je weet dat je de klim niet ietsend haalt en vooral soepel weer opstappen’, zo doceerde Steven tijdens het inrijden, terwijl ik dacht: het zal allemaal wel, eerst maar eens zien dat ik zonder kleerscheuren dit rondje doorkom. Ik startte – tegen de adviezen in – vrijwel achteraan. Bang om andere rensters in de weg te rijden. Na de start kwam ik in een groepje dat toch wel vrij langzaam reed. Grote verbazing; zou ik dan toch geen laatste worden? Inhalen maar. Nog meer rensters voorbij. In het laatste rondje hoorde ik roepen dat ik derde lag. Echt? Na de inish bleek dat ik daadwerkelijk derde was geworden en de eerste tachtig punten voor het ICW-klassement binnen waren. Oké, er deden maar zes crossers mee, maar er inishte ook maar één mountainbiker voor mij. In Norg besluit ook Natasja over haar koudwatervrees heen te stappen. Mijn zelfvertrouwen is iets gestegen, maar toch zitten we tamelijk gespannen bij de inschrijving. Het heeft de afgelopen dagen link gere-
gend en we weten nog niet hoe het parcours erbij ligt. Samen ietsen we in. Uiteindelijk valt de hoeveelheid modder mee. Een groot boomwortelplateau en wat ‘getrapte’ afdalingen baren me meer zorgen. Bij de start besluit ik meer initiatief te nemen, maar alsnog strand ik bij de eerste smalle passage achter een langzamer groepje. Ik weet ze in te halen en even later zie ik dat de volgende twee crossers binnen handbereik zijn. Ook hier kom ik langs, maar ik voel hun hete adem nog lang in mijn nek. Het laatste rondje gaat niet soepel, maar na de 180-gradenbocht zie ik mijn achtervolgsters niet meer en ben ik veilig van mijn plek. Bij de inish roept Wilco: ‘derde, Tessa!’ Uiteindelijk blijkt dat Wilco de winnares bij de mountainbikers heeft meegerekend en mag ik nu dus negentig punten bijschrijven. Ook Natasja is tevreden. ‘Ik heb uitgereden en was geen laatste’, luidt haar positieve commentaar. Conclusie: stap over je koudwatervrees heen, doe mee, ook als je er van overtuigd bent dat je laatste wordt. Zoals hier met harde feiten is bewezen, hoeft dat niet zo te zijn. En mocht het onverhoopt toch gebeuren, ook dan ben je nog welkom bij de clubtrainingen.
18
ICW Norg
Wedstrijdvereniging In het licht van Wilco’s opmerkingen over CSG als trainingsvereniging, heeft de vereniging dit jaar drie ICW-wedstrijden georganiseerd. Deze wedstrijden passen helemaal in de trainingsilosoie, want ze zijn laagdrempelig, goed om ervaring op te doen en kleinschalig. Door Ivo Beetz
De laatste ICW in Norg was in een aantal opzichten anders dan de andere ICW-wedstrijden die we dit jaar hebben georganiseerd. Het ging dit keer niet om een wedstrijd op de weg, maar om een wedstrijd over een mooi modderparcours in de bossen van Norg. Bij CSG zijn niet zo veel liefhebbers van een vieze iets, maar in de rest het Noorden des te meer. Met 139 deelnemers, van de jongste jeugdcategorieën tot en met de senioren, op zowel de atb als de veldiets, was dit de wedstrijd met de meeste deelnemers tot nu toe in de wintercompetitie van ICW Noord. Bijkomend voordeel van vieze-iets-fobie bij CSG is dat we konden rekenen op de hulp van twintig vrijwilligers om de wedstrijddag tot een succes te maken. Want wat is het organiseren van een cross een hoop werk! Op zaterdag werd het 3,5 kilometer lange parcours al voorzien van ruim twee kilometer lint, werden de lunchpakketten gesmeerd voor alle vrijwilligers, spandoeken van de sponsoren opgehaald en op de dag zelf om negen uur ‘s ochtends de laatste tentjes neergezet en weer afgebroken om vier uur ‘s middags. Zonder vrijwilligers is het organiseren van zo een ‘kleinschalig’ wedstrijdje niet mogelijk. De eerste twee ICW-wedstrijden op de weg in 2011 werden georganiseerd door Andre en gaande de organisatie gingen wij (Jan en Ivo) steeds meer inzien hoeveel werk er op je afkomt. Regelmatig vroegen we ons dan ook af waar Andre de energie en tijd vandaan haalde om al die zaken, vaak op het laatste moment, te regelen.
19
Een goede les was wel dat het uiteindelijk allemaal wel goed komt en dat je na alle inspanningen je op zondagavond met een voldaan gevoel op de bank zit. Volgend jaar zullen we zeker weer een ICW-winterwedstrijd organiseren. Als we dan ook nog een tijdrit kunnen organiseren tijdens het wegseizoen, kunnen alle disciplines van de wielrensport in wedstrijd verband bij ons eigen club beoefend worden. Dan kan er de komende maanden weer volop getraind worden voor de trainingswedstrijden, een mooie opmaat voor het echte werk.
Advertentie
20
Trainingen eerste kwartaal
Niet alleen maar hard rammen In januari gaan de wegtrainigen van CSG weer van start. Tijd om hoofdtrainer Henk te vragen hoe het zit met de basisprincipes van de trainingen bij Cycle Sport Groningen. ‘Krachttraining is ook in de winter belangrijk!’ Door Henk Lammerts Alle duursporters die de top hebben bereikt hebben gemeen dat ze zeer veel trainingsarbeid kunnen verteren, omdat ze in staat zijn tussen de zware en lange trainingen te herstellen. Als dat snelle herstel niet lukt, bereikt de progressie als gevolg van training snel een plafond. Zeer veel goede wielrenners beantwoorden de vraag hoe zij trainen, met de opmerking: ‘gewoon heel hard rammen, dan word je vanzelf goed’. Hoe hebben deze sporters de (sub)top kunnen bereiken met zo’n simpel trainingsregime? Door speciieke aanleg. Kenmerkend voor deze atleten is dat ze bijna altijd zeer snel herstellen van zware inspanningen en daardoor kunnen ze een zeer grote hoeveelheid training aan. We kennen ze wel uit onze omgeving, ook bij CSG ietsen ze rond, veel en vaak zwaar trainen en er snel van herstellen. Dit is geen pleidooi om ze blindelings na te doen. Belangrijk is dat je vooral je eigen belastbaarheid en herstelvermogen kent en bepaal zelf, eventueel met je trainer waar jij beter van wordt. Duurtraining (D1) Algemeen start een duursporter zijn trainingsschema met een periode van duurtrainingen. Duurtrainingen stimuleren de vetverbranding, en verbeteren het duurvermogen en het herstelvermogen. Het duurvermogen is een lange duurinspanning volhouden op een bepaald startniveau. Herstelvermogen is de mate waarin een renner herstelt van een zware intensieve training, wedstrijd of cyclo. Duurtraining is een diepte-investering. Het
21
levert niet direct verbetering op, maar in een later stadium kan intensiever getraind worden omdat door duurtrainingen het lichaam sneller herstelt. Voor sporters die maximaal negen uur per week trainen, duurt deze startperiode ongeveer anderhalve maand, waarna een periode begint waarin de intensiteit van de trainingen wordt opgevoerd. De intensiteit van de trainingen is ongeveer twee weken voor het trainingsdoel het hoogst. Sporters die veel minder trainen, kunnen vroeger met intensieve trainingen beginnen, ze moeten ook al vroeg variatie in hun schema aan brengen, anders lijkt elke trainingsweek op de voorgaande. Meer uren trainen geeft tot op zekere hoogte een prestatiecurve die langer door blijft stijgen: de renner bereikt ook later zijn hoogste piek. Sporters die meer trainen dan negen uur maken de periode met duurtraining langer. Zij moeten vooral in de periode waarin intensief wordt getraind (vlak voor het trainingsdoel) over een goed herstelvermogen beschikken. Zo niet, dan gaat bij hen het prestatievermogen in de intensieve periode achteruit. Het duurvermogen verbetert het snelst door lange trainingen te doen, liefst meer dan twee uur. Afhankelijk van de fase van het seizoen waarin de renner zich bevindt kan hij intensieve duurtrainingen (D2) doen of juist extensieve duurtrainingen (D1). Aan het begin van de voorbereiding heeft de extensieve (rustige) duurtraining (D1) de voorkeur, aangezien een intensieve duurtraining een zo grote trainingsprikkel geeft dat de
Trainingen eerste kwartaal renner snel dichtbij zijn maximale prestatieniveau zal belanden. Vroeg in het seizoen is dat ongewenst. De meeste renners kiezen ervoor vroeg in het seizoen extensieve (D1) duurtrainingen te doen. Het duurvermogen wordt dan wel opgebouwd, maar het algehele prestatievermogen blijft voor verbetering vatbaar. Intensieve duurtraining (D2) Intensieve duurtraining is een trainingsvorm waarbij absoluut gezien de meeste vetten per tijdseenheid worden verbrand. Sporters ervaren het als meest prettige trainingszone (lopers spreken van runners high). Trainen in deze zone is met name interessant voor duursporters die over weinig tijd beschikken, zoals de meeste CSG-renners, maar die toch een duurtrainingsefect nastreven. Doe de D2 trainingen wel in blokjes. Dat wil zeggen een lange periode in D2, afgewisseld met kortere periodes in D1. Bijvoorbeeld tien minuten in D2, afgesisseld met vijf minuten in D1 (of 15 minuten-10 minuten, 30 minuten-20 minuten, etc.). Fiets maximaal twee uur per training in D2. Duurtrainingen doe je altijd met een hoge trapfrequentie, met honderd omwentelingen per minuut als ondergrens, en liever meer. Dit heeft te maken met je spiervezels. Je snelle (witte, weinig bloed bevattende) spiervezels, die je vooral gebruikt bij uitputtende zeer intensieve korte inspanningen (sprints, demarrages), produceren met name melkzuur (lactaat) waardoor je benen vollopen. Je trage (rode en veel bloed bevattende) spiervezels consumeren dat lactaat. Duurtraining is gericht op het mobiliseren van bloedvaatjes van je trage vezels, je wilt immers ook je herstelvermogen verbeteren. Dat is niet zoveel meer dan tijdens enorme zware inspanning zo snel mogelijk van je surplus aan lactaat af zien te komen. De bloedvaatjes ‘groeien’ het best bij een trapfrequen-
tie van honderd of hoger. Jaarplanning 2012 Het seizoen 2011 zit erop. Oktober is met name een maand om wat bij te komen van het afgelopen seizoen, even niets doen aan training. De komende maanden worden wensen en ambities uitgesproken, er komen voorstellen voor cyclo’s en wedstrijden in 2012 en meestal is overleg met het thuisfront handig om je ietsplannen voor 2012 te kunnen verwezenlijken. Voorbereidingsperiode 1 (VP1) De eerste voorbereidingsperiode loopt tot en met februari en wordt gekenmerkt door het trainen van core stability, kracht en duurvermogen. De clubtrainingen beginnen vanaf januari. Tot dan zijn andere sporten prima om te doen. Core stability, spinnen, zwemmen, hardlopen, crossen en atb-en, schaatsen: doe wat je leuk vindt. De noodzaak om ook in de winterperiode het niveau van kracht op peil te houden is echter steeds meer wetenschappelijk aangetoond! Zeker vanaf ongeveer je 35e levensjaar verlies je aan spierkracht. Gerichte training kan het verval verlangzamen en ervoor zorgen dat het niveau zeer respectabel blijft of weer wordt. Dit jaar is een behoorlijk aantal renners van CSG het krachthonk van Sportief Negentig ingedoken om onder deskundige begeleiding van Bram naast core stability ook enig ijzer te verplaatsen. Krachttraining op de iets Speciiek kracht trainen kan ook op de iets. De essentie voor wielrenners is om de trage spiervezels te versterken. De snelle vezels moeten na enkele seconden uitgeput raken zodat vooral trage spiervezels actief zijn. De intensiteit is matig, je blijft onder je MLSS (omslagpunt), het ideale toerental per minuut (tpm) is 60 op een zeer groot verzet
22
Advertentie
plotten
printen
scannen
kleurkopie fotokopie
groot kopie
plastificeren inbinden
Professionals in printing en grootkopie Schuitendiep 28 9711 RC Groningen Tel.:050-3136505 www.ldsrepro.nl e-mail:
[email protected]
23
Trainingen eerste kwartaal (52x11/12). Zoek een steile helling of viaduct, liefst een die abrupt van vlak naar zeer steil overgaat. Je komt aanrijden met een tpm van 60 en je probeert op de helling dat toerental 20 tot 30 trappen vast te houden (ongeveer twintig seconden). Zakt de tpm tot onder de 50 dan stopt de oefening. Zorg voor een volledig herstel van tussen de 3 en de 6 tot 8 minuten rustig trappen. Herhaal deze oefening een keer of 6. Meerdere van dit soort trainingen (tot twee of drie keer per week) verhogen de effectiviteit. Varieer bijvoorbeeld door zowel in het krachthonk als ook speciiek buiten te trainen. Volgende keer meer... Succes!
24
Amstel Curaçao Race
Tropische afscheidskoers Na een ‘carrière’ van achttien licentiejaren reed ik op 6 november mijn laatste wedstrijd. Dat deed ik niet in een onbeduidende WV Snits-koers, maar op het zonovergoten Curaçao. Door Sander Slager
Gletsjer De man in de Curaçaose ‘Cycle Trend’ kijkt me een beetje glazig aan. ‘Een raceiets? Om mee te doen aan de race? Die zijn allemaal al sinds april verhuurd!’, roept hij vanuit de werkplaats. ‘Maar je mag het natuurlijk hierop proberen.’ Met een veelzeggende glimlach haalt hij een Specialized Rockhopper tevoorschijn, een mountainbike dus. Driehonderd renners zullen de tachtig kilometer lange koers per
aan mijn lichaam als ik vanuit mijn koele hotelkamer de gang oploop. Na vijf kilometer inietsen richting de start loopt het zweet al in straaltjes van mijn hoofd. Straks maar even een extra lesje water kopen voor onderweg, neem ik me voor. In de startinish-zone voor de ingang van een luxe beachresort is het een drukte van belang en organisator Leo van Vliet loopt er zenuwachtig heen en weer. Om de haverklap kijkt hij naar boven, naar de donkere lucht boven de westkant van het eiland. Een jaar geleden moest hij zijn race al eens annuleren omdat Curaçao het staartje van een orkaan meepakte. Dit keer lijkt een tropische regenbui roet in het eten te gooien. Uit voorzorg wordt de start met twee uur vertraagd, waardoor ik de airco in mijn hotelkamer weer kan opzoeken.
raceiets aleggen, maar ik moet het doen met banden die genoeg proiel hebben om een gletsjer op te ietsen. Maar ik ben er nu toch en wil nog wat van het eiland zien, dus ik neem zijn aanbod aan. De volgende ochtend trek ik mijn wielerkleding aan en speld ik voor de laatste keer een rugnummer op. Hoewel het nog maar tien uur is, kleeft mijn shirt in een mum van tijd
Koiekoekjes De nieuwe poging om één uur blijkt nog minder succesvol. Ik ben nog niet in de permanence of de regen komt met bakken uit de lucht. Ondertussen hebben de meeste renners zich al opgesteld voor de start. De Schlecks niet, die besluiten de bar op te zoeken voor een kop koie. Ik volg hun voorbeeld, zonder hen wordt er toch niet gestart.
Als wielerjournalist werd ik op het tropische eiland een week lang in de watten gelegd door bondscoach Leo van Vliet. In ruil daarvoor liet ik me gewillig naar de slachtbank leiden door internationale toppers als de gebroeders Schleck, Steven Kruijswijk en Peter Sagan. Tachtig kilometer afzien in de Amstel Curaçao Race. Voor wat hoort wat.
25
Amstel Curaçao Race Na een goed half uur klaart het op en kunnen we alsnog vertrekken. Ik sluit als laatste aan bij het startveld en merk hoe de mensen naast me, op hun dure raceietsen, grinnikend mijn ATB inspecteren. Ik krijg wat bemoedigende woorden toegeworpen. Bij het lossen van het startschot bedenk ik me plotseling twee dingen. Dat ik toch geen extra lesje water heb gekocht en, erger nog, dat mijn lunch bestond uit twee koiekoekjes. Als me dat straks maar niet opbreekt. In de eerste vijf geneutraliseerde kilometers blijkt mijn materiaalkeuze niet zo slecht als gedacht. De straten van het schilderrijke Willemstad staan namelijk blank, mooi! Ik schakel een tandje groter en raas door de plassen naar voren. Wie het laatst lacht... Aangekomen bij de pontjesbrug, een drijvende draaibrug, meld ik me op de tweede rij van het peloton, in het wiel van Steven Kruijswijk. Die kijkt nerveus om zich heen, doodsbang dat een overenthousiaste toerist als ik hem van de sokken rijdt. De pret van het rijden op een ATB vergaat me al snel als we vanuit Willemstad naar het noordwesten rijden. Bij het vrijgeven van de
koers zijn de wegen weer kurkdroog, daar gaat mijn voordeeltje. Ik zit echter in een heerlijke roes en probeer uit alle macht te volgen als de weg direct link omhoog loopt. Dat lukt niet. Een linke groep renners rijdt bij me weg en ik zwem tussen twee groepen. Om te voorkomen dat ik me nu al over de kop iets, wacht ik op het groepje achter me. Ze zijn met vijftien man en onderhouden een tempo dat eigenlijk nét iets te hoog voor me ligt. Toch klamp ik aan omdat ik geen lauw idee heb hoeveel er nog achter me aan komt. Voor hetzelfde geld rijden we helemaal achteraan en word ik straks ingehaald door een dikke vent met een baard. Doorbijten dus. Na een uur ietsen moet ik op een steile klim toch capituleren. Ik zit even slecht en bovendien hapert mijn versnellingsapparaat, wat eigenlijk helemaal niet slecht uitkomt. Mijn kompanen verdwijnen langzaam uit het zicht. Gelukkig biedt de top een mooi uitkijkpunt en zie ik in de verte een nieuw groepje aankomen. Bij dit zevental rijden ook twee mountainbikers, lotgenoten dus. We knikken naar elkaar en proberen ons op de glooiende
26
Amstel Curaçao Race wegen staande te houden. Tegenwind Van local hero Marc de Maar hoorde ik dat de wind op Curaçao altijd uit dezelfde hoek waait. Tijdens de koers zullen we hem dan ook eerst in de rug hebben om daarna dertig kilometer tegenwind voor de kiezen te krijgen. En waaien doet het vandaag! Mijn parkoerskennis is beperkt, maar ik voel dat het keerpunt nooit ver meer kan zijn; we zijn immers al van de kust af het binnenland ingedraaid. De volgende bocht naar links zou een einde aan de pret moeten maken. Daar moet ik dus wel in een groepje zitten om een uitzichtloos lijdensweg te voorkomen. Net als ik me dat bedenkd, besluit een renner in het zwart om hard op kop van ons groepje te gaan sleuren. Ik vervloek hem en besluit op eigen tempo verder te rijden. Een collegamountainbiker moet dan al lossen uit mijn wiel, maar de andere ietst nog vlak voor me. De man kijkt achterom en schreeuwt iets on-
27
verstaanbaars naar me. Pas als hij zijn linkerarm uitsteekt begrijp ik hem: dé bocht is op komst! We passeren samen de top en zetten een helse achtervolging in. Kop over kop op de grote plaat (helaas een relatief begrip op deze iets) krijgen we het groepje binnen handbereik. Maar daar is de bocht ook al. Gaat dit goed komen? Mijn benen vallen er zowat af, maar mijn strijdmakker neemt gelukkig het laatste stuk voor zijn rekening. Letterlijk tien meter voor de bocht vinden we de aansluiting. De opluchting is groot en ik geef hem een schouderklopje. Missie geslaagd. De dertig kilometer die volgen zijn een verademing. Niemand wil met zijn snuferd in de wind ietsen en ik voel me ook niet bepaald geroepen. Alleen op de vele klimmetjes gaat het tempo de hoogte in en moet ik alle zeilen bijzetten om het wiel te houden. Daar ontwikkel ik een mooie routine in. Zodra er iemand versnelt ga ik zittend in het zadel mijn eigen tempo rijden. Het is stoempen, want
Amstel Curaçao Race mijn redelijk ongetrainde benen lopen al aardig vol. Elke afdaling benut ik vervolgens om weer aansluiting te vinden. Die tactiek brengt mij met dit groepje naar Willemstad, waar nog een laatste beproeving wacht: de vijfenvijftig meter hoge Koningin Julianabrug. Julianabrug De renner in het zwart heeft blijkbaar zin in de beklimming, want hij sleurt al bij het binnenrijden van Willemstad op kop. Omdat ik wat krampen voel opkomen, besluit ik vast wat gas terug te nemen en afscheid van de rest te nemen. Vlak voordat ik mijn benen stil wil houden, zie ik uit mijn linker ooghoek een hond de straat op rennen. Hij wil zijn tanden in onze kuiten zetten, maar ziet een tegemoetkomende auto over het hoofd. Bam! De auto rijdt met twee wielen over zijn achterwerk. Jankend blaast het beest de aftocht. Verschrikt kijk ik een andere renner aan. Hij blijkt op Curaçao te wonen en is wel wat gewend. ‘Maak je geen zorgen, dat gebeurt hier elke dag’, roept hij lachend. Het incident zorgt voor wat adrenaline waardoor de klim minder pijn doet, maar nog steeds tergend lang duurt. Het wereldse uitzicht dat ik op de top voorgeschoteld krijg, doet vervolgens werkelijk alle ellende vergeten. Ik heb honger, dorst en de kramp zit tot
achter mijn oren, maar wat is dit geweldig! De laatste kilometers door Willemstad voelen als een ware triomftocht, overal staat publiek. In een roes passer ik de streep, waar ik me op de dames van het AA Drink promotieteam stort om mijn dorst te lessen. Eenmaal bijgekomen hoor ik dat Marcel Kittel de koers gewonnen heeft door na twee uur koers Andy Schleck te verslaan. De Duitser ziet er afgepeigerd uit. Opmerkelijker is de negende plaats van de pas 17-jarige Gyasi Sulvaran, een renner van Pedal Pushers Cycling Club uit Curaçao. Zijn achterstand bedroeg slechts twee minuten. Mijn achterstand is ‘iets’ groter, maar met een 138e plaats ben ik gezien de omstandigheden zeker niet ontevreden. Een lekkere koude Amstel Bright op de afterparty heb ik wel verdiend. Van die beloning kan ik helaas maar kort genieten omdat, jawel, de weergoden ook nu de pret bederven.
28
Homp
29
© Homp Design 2011
Address
Name
Homp
2011 Mount Washington Auto Road Bike Hill Climb 8/20/2011
#126 Johan Gibcus, Mount Washington Bike Hill Climb 2011 © Photo by Leo Kenny Photography, 2011
30
Het hoekje van Principio Redactielid Platzer zit omhoog. Zijn Cycle Talk moet vol en er wordt niet geleverd. Het is december en de wedstrijden en vakanties zijn allang uitgemolken en Prengo is de enige CSG-er die wel eens een crossje rijdt. En die schrijft niet, maar ietst. Wat nu? Wie kan hij nu weer benaderen met een verzoek om kopij. Deze vragen dreinen in Berts brein wanneer hij op donderdagavond bij oom Wi€lco zijn rondje krachtoefeningen (een mens moet toch wat) doet. Ik (Principio) begin te wauwelen. Des te minder er gereageerd wordt (en laat dat maar aan iguren als Stefen en Does over!), des te meer er uit mijn mond komt. ‘Zeg, Billy! Kan ik niet een hoekje in dat krantje van je krijgen? Maakt me niet uit waar ik over moet lullen, ik lul hem wel vol.’ Eén moment aarzelt de doctorandus. Wat willen de lezers? Kan hij die rare snijboon zo maar carte blanche geven? ‘Kijk eens, Bill! Als ik zó sta, lijken mijn bovenbenen supergespierd. Wow! Vind je ze niet mooi? Eigenlijk zijn het geen echte spieren, hoor! Ik heb mijn benen laten opvullen met het weggezogen buikvet van Wout. Snijdt het mes mooi aan twee kanten! Jezus, ik dacht dat ik stiekem naar de kont van Tessa aan het gluren was, blijken het de billen van Billy te zijn! Zou ik dan tóch homo zijn?’ Hmmmm!!! Bert denkt (voor zijn doen) op volle snelheid. Dertig seconden later is hij eruit. Met het nieuwe bestuursbeleid (‘zero tolerance’) is dit dé kans om van deze malloot af te komen. ‘Vooruit dan maar! Een stukje waarin je de vrije hand krijgt. Lul maar een eind weg, maakt mij het uit!’ De lach van de schrijver dezes is op dat moment als die van een drie-jarige die een lolly krijgt. Zo ongeveer is dit hoekje geboren. Nu ben ik een paar pb-tjes (‘Heb je nou nog geen stukje volgeluld, lul?’) verder. De al-
31
lerlaatste deadline is over anderhalf uur. Zal ik gaan schrijven over het CSG-tribunaal? Nee, te afgezaagd. Bovendien weten 133 – 18 = 115 lezers niet eens waar ik het dan over heb. Is bovendien niet echt iets voor het ouwehoerhoekje dat Platzer voor ogen heeft. Is meer iets voor een opera. En die is met dank aan eXpada al geschreven, Fii Mercury (I’m just a poor boy, nobody loves me) en z’n Sirenen (Spare him his life from this monstrosity!). Nee, ik moet me richten op de randzaken. De randjes waar anderen vergeten te stoffen. Dan haal ik mijn vinger erdoor en kan ik mooi vertellen wat ik allemaal aan mijn vinger heb hangen! Stof, zolder, vergane glorie, vergeelde krantenknipsels. Hebbes! Ik ga schrijven over vroeger! Toen we nog geen rellen hadden. En geen forum. En geen clubblad! Ik hoor bij de eerste dertig leden sinds de oprichting van de club. Ik ben een Master. Ik heb Max en Luuk nog meegemaakt. En Rudie Wiersma. Omdat het geen betoog moet worden (voor je het weet ontaardt geouwehoer in serieuze beschouwingen) beperk ik me tot de beschrijving van een zeer toevallig voorval. Ik was erbij, dus de volgende beschrijving is uit de eerste hand! Ik weet niet meer in welk jaar dit speelt. Zeg 2004. De dinsdagavondtrainingen waren al op dinsdagavond en hielden vaak niet veel meer in dan dat we met een man of 25 vertrokken om met een man of tien terug te keren. Ja, in die tijd stond saamhorigheid nog niet zo hoog in aanzien als tegenwoordig. Op een zekere dinsdagavond, zeg in juni, ietsten we het zogenaamde ‘Rondje Peizermade’ een paar keer achter elkaar. Het genoemde rondje was een rondje dat nu niet meer per raceiets genomen kan worden. In die jaren had de gemeente nog geen kaas
Het hoekje van Principio gegeten van het aanleggen van schelpenpa- nen te herkennen. Wat onmogelijk is natuurden en grindhopen. Enin, we reden op de lijk, want het betreft hier natuurlijk slechts Drentse Dijk. Zuidwaarts. Rudie Wiersma was dom geouwehoer... de gangmaker (verbaal). Laverend ging hij door de groep om te verhalen over de wedstrijden die hij als junior in de jaren tachtig had gereden en over zijn belevenissen als ‘mechanieker’ (een woord dat de gemiddelde CSG-er in die dagen nog niet kende). Dat ‘laveren’ dient letterlijk genomen te worden en dit gevoegd bij het feit dat de gemiddelde CSG-er in die dagen niet gewend was om in een groep te ietsen bij snelheden van meer dan achttien kilometer per uur, maakte dat een ongeluk op de loer lag. Rudie mocht graag luidkeels groeten. En hij had oog voor vrouwelijk schoon. Toen hij naast Peter Sleutelbeen (die toen nog niet zo heette) ietste, kwam er een blondine op een randonneur de groep tegemoet. Rudie deed zijn ding (luidkeels groeten), maar toen hij de derrière van de blondine in kwestie ook wilde bestuderen, maakte hij de elementaire fout (normaal alleen door kinderen en hoogbejaarden gemaakt) om zijn schouders met zijn hoofd mee te bewegen. En zijn stuur met zijn schouders. En het stuur van Peter Sleutelbeen met zijn stuur. Een fractie van een seconde later had Peter zijn nieuwe achternaam verdiend. En wat bleek? De blondine bleek de vriendin van Peter te zijn! ‘What are the chances?’, zoals de voice-over tijdens het begin van Magnolia zich afvraagt... En zo eindigt dit stukje toch nog met een moraal: kijk niet om, maar vooruit! (Zelfs niet wanneer je denkt dat het verleden of een derrière mooier is dan de toekomst of een arrière.) Met excuses aan redactielid Platzer omdat het bovenstaande vast weer niet in het beoogde hoekje past en aan Billy, Tessa, Stefen, Does, Wout, Farrokh Bulsara, Rudie, Peter en alle andere personen die zich in één van de boven beschreven ictieve personages me-
32
Advertentie
33
De CT-keuken
Vegetarische stoofpot met bier Wat is dat toch met wielrenners en vlees? Wat het ook is, de CT-keuken gelooft het wel. Biefstukkken, met clenbuterol opgewerkte braadlappen uit China of Mexico of gebraden duif op de avond voor de koers; de CT-keuken heeft het allemaal geprobeerd en rijdt nog steeds als een natte krant. Tijd voor drastische maatregelen dus. Om toekomstige resultaten in cyclo’s en wedstrijden te waarborgen, doet de CT-keuken de oorzaak van menig positieve dopingtest in de ban. Cold turkey. Vlees noch vis komt er nog in. Voorbeelden genoeg om de Kannibaal als idool te vervangen: Robert Millar, Urs Zimmermann, Sean Yates en zelfs onze eigen Maarten Tjallingii bewijzen immers dat topprestaties en een vegetarische levensstijl hand in hand gaan. Of het ook voor de CT-keuken gaat werken? Zo lang de Belgen stoofpotten zonder vlees, maar met bier kunnen maken, zal er toch zeker geen man overboord zijn?
Ingrediënten (twee personen) tofu of seitan (250g) 2 lesjes geuzebier of bruin bier 1 ajuin halve rode paprika 1 wortel 1 oude boterham 2 laurierblaadjes 2 kruidnagels 2 eetlepels tijm 1 eetlepel bruine suiker 1 blokje groentebouillon peper zout mosterd boter
Laat de boter op een halfhoog vuurtje smelten en voeg de seitan in grote brokken toe. In plaats van seitan kun je ook tofu gebruiken, al valt dat uiteen. Kruid de seitan met peper en zout en bak het aan tot het een beetje kleur krijgt. Zet het vuur lager en bak de niet te ijngesneden ajuin mee totdat hij glazig is. Nu kunnen de lesjes bier erbij, samen met de laurierblaadjes, de kruidnagels, de tijm, het bouillonblokje, de gesneden paprika en de schijjes wortel. Breng het mengsel aan de kook, voeg een eetlepel bruine suiker toe en zet het vuur laag. Leg er een boterham met een dikke laag mosterd bovenop. Doe een deksel op de pan en laat het geheel twee tot drie uur op een laag vuurtje rustig doorpruttelen. Serveren met friet, mayonaise en een winterbok!
34