id.: 2.A.3. - 3.A.1. - 1.B.2.
CARBON FOOTPRINT CO2-EMISSIE INVENTARIS
RAPPORTAGE 2013
Jetmix DOCUMENTNAAM 3A1-2A3-1B2 CO2-VERSLAG 2013 Jetmix v3 06-06-14 AUTORISATIE OPGESTELD DOOR: Datum: 06-06-14 Paraaf:
H. SCHEP KAM-COÖRDINATOR
AUTEUR: KAM
VERSIE: -C-
DATUM: 06-06-14
STATUS: DEFINITIEF
VERIFICATIE DOOR: Datum: 06-06-14 Paraaf:
W. VERBRUGGEN KAM-, RISICO- EN OMGEVINGSMANAGER
OUDSAS 11, 4251 AW WERKENDAM POSTBUS 25, 4250 DA WERKENDAM T: 0183 - 50 56 66 F: 0183 – 50 05 25 WWW.JETMIX.NL.
[email protected] DOCUMENTVERSIE: PR.18.03
JETMIX BV
PAGINA: 1 / 17
CARBON FOOTPRINT RAPPORTAGE 2013
INHOUDSOPGAVE 1
2
3
4
5
6
7
INLEIDING .......................................................................................................................................... 3 1.1. DOEL ................................................................................................................................................. 3 1.2. BASISJAAR EN REFERENTIEPERIODE..................................................................................................... 3 1.3. NORMEN............................................................................................................................................. 3 BEDRIJFSPROFIEL .............................................................................................................................. 3 2.1. ORGANISATIE ..................................................................................................................................... 3 2.2. ORGANISATORISCHE GRENZEN ............................................................................................................ 3 2.3. SCOPE ACTIVITEITEN .......................................................................................................................... 3 KOOLSTOFDIOXIDE EMISSIES ............................................................................................................ 4 3.1. SCOPES VAN DE INVENTARIS ............................................................................................................... 4 3.2. NUMERIEKE RESULTATEN .................................................................................................................... 4 3.3. RESULTATEN IN BEELD ........................................................................................................................ 5 EVALUATIE CO2-EMISSIES ................................................................................................................. 6 4.1. CO2-FOOTPRINT 2010 (BASISJAAR) ...................................................................................................... 6 4.2. PROJECTOMZET EN PRODUCTIEKOSTEN ............................................................................................... 7 4.3. ENERGIEVERBRUIK PANDEN ................................................................................................................. 8 4.4. BEDRIJFSINVESTERINGEN................................................................................................................... 10 4.5. PERSONEELSBEZETTING ..................................................................................................................... 11 4.6. WAGENPARKBEHEER .......................................................................................................................... 12 4.7. REDUCTIEDOELSTELLINGEN................................................................................................................ 13 4.8. MATHEMATISCHE ANALYSE ................................................................................................................. 14 4.9. CONCLUSIE........................................................................................................................................ 14 REDUCTIEKANSEN ............................................................................................................................ 15 5.1. ELEKTRICITEIT EN GAS....................................................................................................................... 15 5.2. BRANDSTOFVERBRUIK WAGENPARK .................................................................................................... 15 5.3. BRANDSTOFVERBRUIK PROJECTEN EN MATERIEEL................................................................................ 15 TOEGEPASTE METHODIEK ................................................................................................................. 16 6.1. BRONGEGEVENS................................................................................................................................. 16 6.2. TOEGEPASTE OMREKENFACTOREN ...................................................................................................... 16 MEETONZEKERHEDEN ....................................................................................................................... 17 7.1. ELECTRICITEIT EN AARDGAS .............................................................................................................. 17 7.2. BRANDSTOFVERBRUIK WAGENPARK .................................................................................................... 17 7.3. BRANDSTOFVERBRUIK PROJECTEN EN MATERIEEL................................................................................ 17 7.4. VERBETERPUNTEN IN METINGEN......................................................................................................... 17
JETMIX BV
PAGINA: 2 / 17
CARBON FOOTPRINT RAPPORTAGE 2013 1
INLEIDING
1.1.
DOEL Dit jaarverslag geeft feiten en cijfers betreffende de uitstoot van broeikasgassen in het boekjaar 2013 van Jetmix BV. Deze rapportage dient om de uitstoot van koolstofdioxide-equivalenten inzichtelijk te maken voor Scope 1 en scope 2 zoals in het CO2-handboek van SKAO is gespecificeerd. Daarnaast dient dit rapport als basis om reductie in de emissies te meten en zo nodig bij te sturen.
1.2.
BASISJAAR EN REFERENTIEPERIODE Voorliggende rapportage heeft betrekking op boekjaar 2013. De gerapporteerde periode is gelijk aan het boekjaar. Het boekjaar voor Jetmix B.V. loopt van 1 januari tot en met 31 december. Jetmix heeft reeds over 2009 een Carbon Footprint opgesteld ten behoeve van haar klantenbestand. Deze footprint was echter vergaand gebaseerd op aannames en wordt daarom niet als representatief beschouwd. De Footprint van 2010 zal daarom het basisjaar worden aangemerkt van waaruit voortgang op reductie zal worden gemeten.
1.3.
NORMEN De bepaling van de CO2 footprint is opgesteld in overeenstemming met: § NEN-ISO 14064-1 (Greenhouse gases) § CO2-Prestatieladder Handboek 2.2 (04 april 2014) § NEN-EN-ISO 50001 (Energiemanagementsystemen - Eisen met gebruiksrichtlijnen) § PR.18 Energiemanagement
2
BEDRIJFSPROFIEL
2.1.
ORGANISATIE Jetmix BV heeft sinds haar oprichting in 2006 ruime ervaring opgedaan met verschillende bouwprojecten waarin een grote diversiteit aan groutinjectieankers en groutinjectieankerpalen worden toegepast. Het bedrijf heeft als kernactiviteiten het ontwerpen en uitvoeren van verankerings- en funderingsprojecten. Verder handelt en verhuurt het bedrijf respectievelijk funderingsmateriaal en funderingsmaterieel. Jetmix beschikt over modern materieel en telt zo’n 19 vaste medewerkers. Jetmix is NEN-EN-ISO 9001 en VCA** gecertificeerd. De directie wordt gevoerd door Ad Hakkers.
2.2.
ORGANISATORISCHE GRENZEN Voor de bepaling van de Carbon Footprint wordt de emissies van de Jetmix Verhuur- en Exploitatiemaatschappij BV samen genomen met die van Jetmix BV, welke 100% eigendom is van Jetmix V&E-maatschappij. Daarmee wordt geborgd dat alle uitstoot van de aannemende partij wordt opgenomen in de inventaris. Deze zijn in 2013 onveranderd.
2.3.
SCOPE ACTIVITEITEN De scope van de activiteiten van Jetmix is in 2013 onveranderd gebleven. Te weten: Het ontwerpen, aannemen en uitvoeren van verankerings- en funderingsprojecten en het handelen in en verhuren van respectievelijk funderingsmateriaal en funderingsmaterieel.
JETMIX BV
PAGINA: 3 / 17
CARBON FOOTPRINT RAPPORTAGE 2013 3
KOOLSTOFDIOXIDE EMISSIES
3.1.
SCOPES VAN DE INVENTARIS Scope 1: Directe emissies betreffen emissie door eigen brandstof gebruik, wat bij Jetmix zoveel betekent als: § aardgasverbruik voor verwarming; § dieselolieverbruik door het varende materieel inclusief daarop gestationeerd materieel; § dieselolieverbruik door droog materieel waaronder op de wal gestationeerde kranen en aggregaten; § benzine, diesel en LPG verbruik door personen- en lichte bedrijfsauto’s; § airconditioning die mogelijke koelgassen gelekt heeft. Scope 2: Indirecte emissies betreffen emissie door afgenomen energieverbruik, wat bij Jetmix zoveel betekent als: § stroomverbruik Binnen het handboek van SKAO worden daarnaast zakelijke vliegreizen en zakelijk gebruik van privéauto’s gerekend tot scope 2. Echter is hiervan binnen Jetmix geen gebruik gemaakt in het verslagjaar. Biomassa: § er is in 2013 geen gebruik gemaakt van biomassaverbranding Opname van CO2: § er heeft in 2013 geen CO2 opname plaatsgevonden binnen de bedrijfsactiviteiten. Koel- en koudemiddelen: § er hebben in de afgelopen periode geen lekkages plaatsgevonden binnen de bedrijfsactiviteiten.
3.2.
NUMERIEKE RESULTATEN De emissies ten gevolge van het gebruik van de aangegeven energiedragers is bepaald middels de Carbon Assessment Tool. Deze tool gaat uit van de totale keten van de betreffende energiedrager en rekent deze om naar een CO2equivalent voor de totale uitstoot van broeikasgassen. Panden Groene elektriciteit Aardgas
Scope Aantal Eenheid Emissiefactor Eenheid 2 21.014 [kWh] 0,015 [kg CO2/kWh] 1 2.961 [m³] 1,825 [kg CO2/m³] Totaal panden
ton CO2 Opmerkingen 0,32 Windkracht 220 5,40 5,72
Materieel en projecten Scope Aantal Eenheid Emissiefactor Eenheid ton CO2 Opmerkingen 1 Gasolie (rode diesel) 121.165 [liter] 3,135 [kg CO2/liter] 380 Totaal materieel en projecten 380 Wagenpark Verbruik benzine Verbruik diesel Verbruik lpg
Scope Aantal Eenheid Emissiefactor Eenheid 1 1.254 [liter] 2,780 [kg CO2/liter] 1 36.476 [liter] 3,135 [kg CO2/liter] 1 1.260 [liter] 1,860 [kg CO2/liter]
ton CO2 Opmerkingen 3 114
Totaal wagenpark
2 120
Carbon Footprint:
505,8 ton CO2
Scope 1:
505,4 ton CO2
Scope 2:
0,3 ton CO2
Op navolgende pagina is een visuele weergave van de carbon footprint opgenomen.
JETMIX BV
PAGINA: 4 / 17
CARBON FOOTPRINT RAPPORTAGE 2013 3.3.
RESULTATEN IN BEELD Carbon Footprint: 505,8 ton CO2 Andere emissies Panden Vliegreizen 0% 1% 0%
Wagenpark 24%
Materieel en projecten 75%
Scope 1: 505,4 ton CO2
Scope 2: 0,3 ton CO2
Aardgas 1%
Overig scope 1 0% Totaal wagenpark 24%
Totaal materieel en projecten 75%
JETMIX BV
PAGINA: 5 / 17
CARBON FOOTPRINT RAPPORTAGE 2013 4
EVALUATIE CO2-EMISSIES Verschillen in emissies door het bedrijf staan niet op zichzelf, maar kunnen gerelateerd worden aan de groei van het bedrijf in termen van omzet, groei van de personeelsbezetting en de daarmee gepaard gaande groei van het wagen- en machinepark. Om de emissies van de koolstofdioxide te evalueren worden hieronder de gegevens van het basisjaar weergegeven en worden de relevante trends binnen het bedrijf beschreven.
4.1.
CO2-FOOTPRINT 2010 (BASISJAAR) Naar aanleiding van verzoeken van verschillende marktpartners is over 2010 een carbon footprint gemaakt, waarvan onderstaande figuur de resultaten weergeeft. De resultaten van 2010 worden aangemerkt als basisjaar.
Carbon Footprint: 379 ton CO2 Andere emissies 0%
Vliegreizen 0%
Panden 3%
Wagenpark 31%
Materieel en projecten 66%
JETMIX BV
PAGINA: 6 / 17
CARBON FOOTPRINT RAPPORTAGE 2013 4.2.
PROJECTOMZET EN PRODUCTIEKOSTEN Het aantal projecten is fors gestegen ten opzichte van het basisjaar 2010. De omzet van Jetmix is het afgelopen jaar gestegen ten opzichte van het basisjaar 2010. Dus is er een daling in omzet per project t.o.v. 2010. Jetmix boekte in 2013 ruim 26% meer omzet vergeleken met het basisjaar 2010. Daarnaast werd in 2013 een lichte daling van 6% op de gemiddelde omzet per project t.o.v. 2010.
Index
75 50
123 100
99
106
25 0 2010
2011
2012
2013
Omzet per project (× 1000)
160 140 120
Omzet × 1000
100
Projecten Jetmix 110 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
Aantal
Omzet Jetmix Geïndexeerd 2010= 100 (ca 6,9 miljoen euro)
100
107 80
72
85
80
141
60 40
97
87
82
20 0
2010
2011
2012
2013
2010
2011
2012
2013
De grootste component van de uitstoot wordt veroorzaakt door het gasolieverbruik van de projecten en materieelstukken die worden ingezet. Op materieel en projecten is in 2013 een stijging waar te nemen van 53% CO2uitstoot t.o.v. 2010. (249 naar 380 ton CO2) Relatief aan de omzet is de CO2-emissie van het bedrijf gestegen met 6%. (54,77 naar 57,99 gram CO2/€) Om de uitstoot van het materieel en de project beter te kunnen analyseren is deze tevens vergeleken met de gemaakte kosten onder de kostensoort ‘MATERIEEL’. Hierdoor is het mogelijk om de verwerkte hoeveelheden materialen los te koppelen van de uitstoot en enkel naar de productie te kijken. De totale productiekosten geboekt onder de kostensoort ‘KOSTEN PROJECTEN’ laten in 2013 een stijging zien van 114% ten opzicht van het basisjaar 2010, terwijl de uitstoot op de projecten naar productiekosten een daling van 29% laat zien (394,43 naar 281,31 gram CO2/€). In 2013 heeft Jetmix geen projecten aangenomen met CO2- gunningsvoordeel.
JETMIX BV
PAGINA: 7 / 17
CARBON FOOTPRINT RAPPORTAGE 2013
4.3.
ENERGIEVERBRUIK PANDEN Elektraverbruik De piek voor de werkplaats in het eerste kwartaal van 2012 is te verklaren door het vele constructiewerk in de hal, veel varend materieel in de haven, welke aangesloten waren op de walstroomvoorziening van de constructiehal en de winterperiode met veel verlichting tijdens de donkere werkuren buiten op het werkterrein door de betonploeg. In 2013 is deze piek beduidend minder daar de betonploeg dit jaar in deze periode niet buiten op het werkterrein heeft gewerkt. In 2013 is een stijging waar te nemen van 13 % t.o.v. 2012 in de hoeveelheid verbruikte kWh (18.519-21.014 = +2.495 kWh) De reden hiervan is dat de nieuwe werkplek en de schaftkeet elektrisch verwarmd worden. Het gebruik van Essent Windkracht 220 is het afgelopen jaar voortgezet.
Electraverbruik Jetmix 4.000 3.500 3.000 2.500 Kantoor
2.000
Werkplaats Prefab hal
1.500 1.000 500 0 2012 Q1 2012 Q2 2012 Q3 2012 Q4 2013 Q1 2013 Q2 2013 Q3 2013 Q4
JETMIX BV
PAGINA: 8 / 17
CARBON FOOTPRINT RAPPORTAGE 2013 Aardgasverbruik Het aardgasverbruik hangt sterk samen met het Nederlandse klimaat. De uitschieter in het eerste kwartaal van 2013 hangt samen met een aaneengesloten vorstperiode, waarbij er veel aardgas verbruikt is voor de verwarming van de constructiewerkplaats en zijn daarom vrijwel geheel het gevolg van het klimaat. Waardoor het verbruik met 48% is toegenomen (2.001-2.961=+960 m3). Om een beter beeld te krijgen wat de relatieve stijging hebben we een omrekening gemaakt naar de graaddagen, waarbij we een procentuele toename zien van 39% per graaddag t.o.v. 2012.
Gasverbruik Jetmix 900 800 700 600 500
Kantoor Werkplaats
400
Prefab hal
300 200 100 0 2012 Q1 Jaar 2010 2011 2012 2013
2012 Q2
2012 Q3
2012 Q4 3
Gasverbruik [m ] 2.869 1.291 2.001 2.961
2013 Q1
2013 Q2
2013 Q3
Graaddagen [De Bilt] 3372,5 2664,9 2902,3 3094,3
2013 Q4 3
Verbruik[m ]/graaddag 0,85 0,48 0,69 0,96
Bron:KWA bedrijfsadviseurs, www.kwa.nl
JETMIX BV
PAGINA: 9 / 17
CARBON FOOTPRINT RAPPORTAGE 2013 4.4.
BEDRIJFSINVESTERINGEN Deugdelijk en veilig materieel en een goede infrastructuur met bijbehorende voorzieningen dragen bij aan een beheersing van de stationaire uitstoot van CO2 en zorgt over het algemeen voor een duurzamer machinepark. Daarnaast zijn het voorwaardenscheppende factoren om aan de bedrijfsdoelstellingen en klanteisen te kunnen voldoen. Naast de gebruikelijke vervangingsinvesteringen wat betreft het wagenpark, de kantoorinventaris, hard- en software, wordt geïnvesteerd in het verbreden van de bedrijfsactiviteiten en het verbeteren van de efficiency van productie en uitvoeringsfaciliteiten. Relevante investeringen (in het kader van energie) in het verslagjaar 2013 waren: · nieuwe Klemm 807 boormachine voor Jetmix incl. silo, menginstallatie en watercontainer · vorkheftruck Jetmix · minikraan Jetmix Onderzoek naar / geplande investeringen 2014 en verder: · nieuwe Klemm 806-5G boormachine · menginstallatie boormachine vervangen door efficiëntere menginstallatie
JETMIX BV
PAGINA: 10 / 17
CARBON FOOTPRINT RAPPORTAGE 2013 4.5.
PERSONEELSBEZETTING Uit onderstaande grafieken blijkt de personeelsbezetting en het -verloop: Personeelsbezetting
Personeelsverloop 20
100 18
18
17
17
19
75
50 78
84
94
90
99
25
Aantal medewerkers
Aantal medewerkers
125
15 10
2 6
5
12
1 1 14
3 11
5 0 -5
-3
-6
-1 -2
-10
7 -2
-8 -2
-7
-1
-1
-15
0 2009
2010
2011 Hakkers
2012 Jetmix
2013
-20 2009
2010 Hakkers
2011
2012
2013
Jetmix
Met 1 FTE meer dan in 2010 (in totaal 19 FTE) heeft Jetmix haar omzet in 2013 met 26% weten te vergroten t.o.v 2010.
JETMIX BV
PAGINA: 11 / 17
CARBON FOOTPRINT RAPPORTAGE 2013 4.6.
WAGENPARKBEHEER Het wagenparkbeleid is in 2013 verder doorgevoerd waardoor er wederom voor overwegend zuinigere auto’s zijn gekozen. Met de groei van het aantal personeelsleden (+2 personen) is het aantal auto’s met 6 stuks toegenomen over het totale personeelsbestand van Jetmix. Zoals uit onderstaande weergave valt op te maken heeft het stimuleringsbeleid ertoe heeft geleid dat meer dan een derde van de personenauto’s in een lagere uitstootklasse vallen. En dat bij vervanging voor zuinigere auto’s worden gekozen.
Overzicht uitstootcategoriën 100% 90% 80% 70%
E 25%
60% 50% 40% 30%
D 20%
20% 10% 0%
A 0%
C 14% B Gas
2009 Bijtelling
2010
2009 0 0 0 0 3
A 0% B Gas C 14% D 20% E 25%
3
2011
2010 0 1 0 1 3 5
2012
2011 0 1 0 1 2 4
2013
2012 0 1 0 1 2 4
2013 0 0 3 1 6 10
In 2012 is een start gemaakt om het rijgedrag van de medewerkers te verbeteren door het benadrukken van de nieuwe rijstijl. Op projectniveau zijn deze stappen doorgezet ten aanzien van groene mobiliteit maar een mogelijkheid tot structurele carpooling door de medewerkers is moeilijk te bewerkstelligen, door het kleine aantal medewerkers op 1 project en het steeds grotere aantal projecten welke gedraaid worden. Met als resultaat dat alsnog een stijging van de uitstoot van CO2 in het wagenpark te zien, met name door de grotere hoeveelheid kilometers die de medewerkers hebben gemaakt. In 2013 is echter wel de positieve trend doorgezet; met per Fulltime equivalent een daling van 6,75 ton CO2 naar 6,32 ton CO2 uitgestoten met verreden kilometers in het wagenpark t.o.v. 2012.
JETMIX BV
PAGINA: 12 / 17
CARBON FOOTPRINT RAPPORTAGE 2013 4.7.
REDUCTIEDOELSTELLINGEN Onderstaande tabel geeft de reductiedoelstellingen van Jetmix BV t.o.v. 2010 (basisjaar)
Aspect
t.o.v.
Panden Elektriciteit
FTE
Aardgas
FTE
Materieel en projecten Gasolie Omzet Prod.kosten
Kwalitatieve doelstelling
Efficiënter stroomverbruik Groene stroom toepassen, opgewekt door windkracht Toepassen zonwerende maatregelen bij verbouwing kantoor Efficiënter gasverbruik Toepassen isolerende maatregelen bij verbouwing/ uitbreiding kantoor
Reduceren brandstofverbruik Biobrandstoffen Efficiënter brandstofverbruik
Wagenpark Verbruik benzine Verbruik diesel Verbruik lpg Verbruik brandstof
Scope
2
1
1
1 1 1 FTE
Vermijden CO2uitstoot Aanpak wagenpark Beïnvloeding rijgedrag
Carbon Footprint Scope 1: Scope 2:
JETMIX BV
Kwantitatieve doelstelling Dec-2010 Prognose Reductie Dec 2015 ton CO2 ton CO2 8 1,2 -85%
5
5
+0%
13
6
-52%
249
239
249
239
-4%
118
112
-5%
380 372 8
357 356 1
-6% -4% -85%
11 98 9
PAGINA: 13 / 17
CARBON FOOTPRINT RAPPORTAGE 2013
4.8.
MATHEMATISCHE ANALYSE In onderstaande tabel is een mathematische analyse uitgevoerd op de emissiecijfers en de relevante bedrijfsgegevens van Jetmix BV. In navolgende paragraven wordt een toelichting hierop gegeven.
Aspect Materieel Wagenpark Gas Electriciteit Totaal uitstoot
4.9.
eenheid ton CO2 ton CO2 ton CO2 ton CO2 ton CO2
2010
2011
380,0 120,1 5,4 0,3 505,8
Verschil in % t.o.v. 2010 +53% +3% +8% -96% +33%
18 17 17 19 6.920.000,00 10.132.000,00 8.203.775,00 8.721.557,00 631.295,00 1.061.399,93 1.015.079,00 1.350.804,00
+6% +26% +114%
249,0 117,0 5,0 8,0 379,0
2012
271,0 128,0 2,1 6,0 407,1
2013
268,0 108,0 3,6 0,3 379,9
Personeelsbezetting Omzet Productie kosten
FTE € €
Totale uitstoot / Omzet Uitstoot projecten / PQ Totaal uitstoot / FTE Elektriciteit / FTE
gram CO2 / €
54,77
40,18
46,31
57,99
+6%
gram CO2 / €
394,43
255,32
264,02
281,31
-29%
ton CO2 /FTE
21,06
23,95
23,75
26,62
+26%
ton CO2 /FTE
0,44
0,35
0,02
0,02
-95%
Gas / FTE
ton CO2 /FTE
0,28
0,12
0,21
0,32
+14%
Wagenpark / FTE
ton CO2 /FTE
6,50
7,53
6,75
6,32
-3%
CONCLUSIE De omzet is met ca. 26% gestegen in 2013 t.o.v. 2010, terwijl de totale CO2-uitstoot met 33% is gestegen in 2013 t.o.v. 2010. Dit betekend dat de uitstoot relatief aan de omzet licht is gestegen, te weten tot 57,99 gram per Euro omzet. Relatief aan de omzet is dit het eerste jaar, na drie jaar op rij van reductie, met een stijging van de uitstoot gerelateerd aan de omzet. In 2013 6% stijging t.o.v. 2010. Voor elke Euro die aan productiekosten is gemaakt, is in 2013 281,31 gram CO2 uitgestoten. In 2010 was dit nog 394,43 gram. Dit houdt in dat er een reductie is gerealiseerd van 29,0 % t.o.v. 2010, indien deze trend zich voortzet zal in 2015 voldoende gereduceerd zijn om aan de doelstelling te voldaan.
JETMIX BV
PAGINA: 14 / 17
CARBON FOOTPRINT RAPPORTAGE 2013 5
REDUCTIEKANSEN Per energiestroom wordt hieronder en beknopte opsomming weergegeven op de gerealiseerde maatregelen en de kansen die zijn geïdentificeerd.
5.1.
ELEKTRICITEIT EN GAS In 2013 hebben er geen verbouwingen of uitbreidingen plaatsgehad in de panden, welke invloed kunnen hebben op het brandstofverbruik. Verder is de constructiewerkplaats uitgebreid met een lasrook-bronafzuigingsinstallatie, welke het energieverbruik kan beïnvloeden. De navolgende maatregelen zijn genomen/behouden om het energieverbruik niet te doen stijgen. § Groene stroom (Windkracht 220) § Energieverliezen voorkomen door onderhoudscontract af te sluiten voor het airco-, verwarming- en ventilatiesysteem voor het kantoorpand § Efficiënter maken computernetwerk: toepassen virtuele servers om efficiënter gebruik te maken van hardware
Na invoering van bovenstaande maatregelen liggen kansen om het energieverbruik te beheersen of te reduceren met name in het gedrag van de gebruikers en het gebruik van het pand. Een voorbeeld is dat er niet gelijktijdig een raam open staat en de airco wordt aangezet. Dan zal de efficiëntie van het gebouw volledig gebruikt kunnen worden.
5.2.
BRANDSTOFVERBRUIK WAGENPARK Onder druk van de brandstofprijzen, politiek klimaat op Europees en nationaal niveau is de ontwikkeling van energiezuinige personen- en bestelauto’s een grote vlucht genomen. Door tijdige vervanging van het wagenpark kan er geprofiteerd worden van de nieuwe technologie. Ook in dit aandachtsveld liggen de kansen voor reductie bij de gebruikers, dus onze medewerkers. Het initiatief tot de cursus ‘Het Nieuwe Rijden’ is in 2013 nog niet uitgevoerd. Een pilot of proef in 2014 zal moeten uitwijzen of een dergelijke cursus bedrijfsbreed een positieve bedrage kan leveren.
5.3.
BRANDSTOFVERBRUIK PROJECTEN EN MATERIEEL Zoals duidelijk te zien in de Footprint is het brandstofverbruik op de projecten en door het materieel de grootste energiestroom. Door de aard van het machine park en de werkzaamheden, zijn reductiekansen op korte termijn beperkt. Zoals vermeld staat er weereen grote investering op stapel door de keuze van een nieuwe Klemm boormachine. Door bij de aanschaf rekening te houden met Best Available Techniek en bij de keuze brandstofverbruikgegevens in relatie tot gebruiksgebied mee te nemen in de beoordeling, zal een weloverwogen keuze gemaakt worden. Mogelijkheden voor 2014 om voor brandstofverbruik de CO2-emissie te reduceren zijn de mogelijkheden van alternatieve brandstoffen verder uit te diepen. Jetmix heeft zelfstandig nog geen projecten verworven met CO2-gunningsvoordeel. Projecten zijn van dermate korte duur dat er ook nog geen maatregelen op projectniveau zijn genomen.
JETMIX BV
PAGINA: 15 / 17
CARBON FOOTPRINT RAPPORTAGE 2013 6
TOEGEPASTE METHODIEK Ten behoeve van het bepalen van de Carbon Footprint is de methodiek aangehouden zoals voorgeschreven in het Handboek CO2-prestatieladder v 2.2 van SKAO (d.d. 04 april 2014) Het handboek verdeelt de CO2-emissies in drie scopes, gebaseerd op het Green House Gas protocol. De interpretatie daarvan en toepassing op de organisatie wordt hieronder weergegeven.
6.1.
BRONGEGEVENS Alle gegevens zijn gebaseerd op hoeveelheden zoals deze vermeld staan op de betreffende facturen. De kwantificering van grondstoffen naar CO2-emissiewaarden is telkens gedaan door geregistreerde volume-eenheden van de gebruikte brandstoffen te benutten. Zo kan een omrekening geschieden op werkelijk verbruikte hoeveelheden, tegenover afgelegde kilometers of andere onderbouwde schatters. Jetmix is in 2006 vanuit Hakkers ontstaan en is sinds 2010 een onafhankelijk bedrijf, verdeeld over de Jetmix Verhuur en Exploitatiemaatschappij BV (holding, eigenaar materieel) en Jetmix BV (aannemingsbedrijf). Jetmix maakt gebruik van de panden van Hakkers voor haar bedrijfsvoering. Gebroeders Hakkers Verhuur en Exploitatiemaatschappij BV huurt de drie panden van de Hakkers Vastgoed BV en betaald de energierekeningen. Intern worden deze verdeeld over Hakkers en Jetmix. Er worden verdeelsleutels toegepast om de kosten over de bedrijven te kunnen verdelen. Op basis van de oppervlakte die permanent in gebruik is dan wel de periode waarover een ruimte wordt gebruikt wordt meegenomen in de verdeelsleutel. De verdeelsleutels worden aangegeven in de spreadsheet ‘Gegevens energie panden’ onder het tabblad ‘energieberekening per bedrijf’. Vanaf 2010 is een start gemaakt door de brandstofregistratie van wagenpark en materieel/project per kenteken respectievelijk werknummer te documenteren. Hierdoor wordt meer transparantie en traceerbaarheid verkregen ten opzichte van het basisjaar en kunnen de geleverde brandstoffen beter worden gealloceerd aan de bedrijven Jetmix en Hakkers. Vanaf 2011 is een start gemaakt door de brandstofregistratie in de geautomatiseerde administratie tevens te voorzien van de hoeveelheden liters, zodat gemakkelijk een overzicht gegenereerd kan worden. Daardoor is handmatig rekenwerk niet langer nodig voor de hoeveelheden brandstoffen voor het wagenpark.
6.2.
TOEGEPASTE OMREKENFACTOREN Ten behoeve van het omrekenen van brandstof- en energieverbruik naar grammen koolstofdioxide worden conversiefactoren toegepast. De toegepaste conversiefactoren zijn betrokken van het Handboek CO2-prestatieladder versie 2.2 van SKAO (versie 04 april 2014). De omrekening van volume naar emissiewaarden is eenduidig en geeft de meest betrouwbare vergelijking. In die situaties waar geen volume-eenheden van brandstof beschikbaar waren, is gebruikgemaakt van de meest betrouwbare informatie die beschikbaar was. Elektriciteitsgebruik is genomen aan de hand van facturen van het energiebedrijf welke periodiek gecontroleerd worden middels geijkte meters. Vigerende wetgeving beschouwt dit als de meest betrouwbare informatiebron die beschikbaar is. Omrekenfactor voor de calorische waarde van het aardgas wordt tevens aan de hand van de facturen van het energiebedrijf gecontroleerd.
JETMIX BV
PAGINA: 16 / 17
CARBON FOOTPRINT RAPPORTAGE 2013
7
MEETONZEKERHEDEN De brongegevens en rekenmethodiek kunnen leiden tot enige onzekerheid in de meetmethodiek. Per energiestroom wordt hieronder en beknopte analyse weergegeven op de toegepaste verwachte meetonzekerheid.
7.1.
ELECTRICITEIT EN AARDGAS Vanaf 2011 is een start gemaakt met opnames per kwartaal om meer inzicht te verwerven in de gebruiksgegevens. Van de staalwerkplaats wordt per maand een factuur ontvangen met het werkelijke verbruik. Na ontvangst van een jaarafschrift wordt ter controle een meterstandopname verricht. Door toepassing van periodieke meterstandopnames kan beter inzicht verkregen worden in het energiegebruik. De meterstandopnames kunnen middels de facturen geverifieerd worden. In 2012 is de overstap gemaakt van “grijze”stroom naar Essent Windkracht 220, waardoor een andere emissiefactor is toegepast. De registratie van het elektra- en gasverbruik van de nieuwe loods is aangesloten op de reeds bestaande prefabhal. Daar Jetmix de nieuwe loods in gebruik heeft genomen op het bedrijfsterrein, is de verdeelsleutel van het elektra- en gasverbruik in het 2e kwartaal van 2012 aangepast van 90%-10% naar 80%-20%.
7.2.
BRANDSTOFVERBRUIK WAGENPARK Controle van de invoer van brandstofgegevens is uitgevoerd door het sommeren van zowel de kostprijzen als de hoeveelheden van alle facturen. Met deze totalen kan een check gemaakt worden met de administratie dat alle facturen zijn inbegrepen in de inventarisatie.
7.3.
BRANDSTOFVERBRUIK PROJECTEN EN MATERIEEL Controle van de invoer van brandstofgegevens is uitgevoerd door het sommeren van zowel de kostprijzen als de hoeveelheden van alle facturen. Met deze totalen kan een check gemaakt worden met de administratie dat alle facturen zijn inbegrepen in de inventarisatie.
7.4.
VERBETERPUNTEN IN METINGEN Ten behoeve van het beheersen van de energiestromen, is de procedure PR.18 inclusief onderliggende instructies opgesteld. De instructie monitoring en meting borgt de gang van zaken rond het meten en beheersen van de energiestromen en de afgeleide carbon foorprint rapportage. Na aanleiding van het betrekken en analyseren van de energiegegevens worden onderstaande verbeterpunten voorgesteld: § Registratie van het aantal gereden kilometers § Inzichtelijk krijgen verbruiksgegevens van boorstellingen en kranen
JETMIX BV
PAGINA: 17 / 17