id.: 2.A.3. - 3.A.1. - 1.B.2.
CARBON FOOTPRINT CO2-EMISSIE INVENTARIS
RAPPORTAGE 2012
Jetmix DOCUMENTNAAM 3A1-2A3-1B2 CO2-VERSLAG 2012 Jetmix def 28-03-14.docx AUTORISATIE OPGESTELD DOOR: Datum: 28-03-14 Paraaf:
H. SCHEP KAM-COÖRDINATOR
AUTEUR: KAM
VERSIE: -B-
DATUM: 28-03-14
STATUS: DEFINITIEF
VERIFICATIE DOOR: Datum: 28-03-14 Paraaf:
W. VERBRUGGEN KAM-, RISICO- EN OMGEVINGSMANAGER
OUDSAS 11, 4251 AW WERKENDAM POSTBUS 25, 4250 DA WERKENDAM T: 0183 - 50 56 66 F: 0183 – 50 05 25 WWW.JETMIX.NL.
[email protected] DOCUMENTVERSIE: PR.18.03
JETMIX BV
PAGINA: 1 / 15
CARBON FOOTPRINT RAPPORTAGE 2012
INHOUDSOPGAVE 1
2
3
4
5
6
7
INLEIDING .......................................................................................................................................... 3 1.1. DOEL ................................................................................................................................................. 3 1.2. BASISJAAR EN REFERENTIEPERIODE..................................................................................................... 3 1.3. NORMEN............................................................................................................................................. 3 BEDRIJFSPROFIEL .............................................................................................................................. 3 2.1. ORGANISATIE ..................................................................................................................................... 3 2.2. ORGANISATORISCHE GRENZEN ............................................................................................................ 3 KOOLSTOFDIOXIDE EMISSIES ............................................................................................................ 4 3.1. SCOPES VAN DE INVENTARIS ............................................................................................................... 4 3.2. NUMERIEKE RESULTATEN .................................................................................................................... 4 3.3. RESULTATEN IN BEELD ........................................................................................................................ 5 EVALUATIE CO2-EMISSIES ................................................................................................................. 6 4.1. CO2-FOOTPRINT 2010 (BASISJAAR) ...................................................................................................... 6 4.2. PROJECTOMZET EN PRODUCTIEKOSTEN ............................................................................................... 7 4.3. ENERGIEVERBRUIK PANDEN ................................................................................................................. 7 4.4. BEDRIJFSINVESTERINGEN.................................................................................................................... 9 4.5. PERSONEELSBEZETTING ..................................................................................................................... 10 4.6. WAGENPARKBEHEER .......................................................................................................................... 10 4.7. MATHEMATISCHE ANALYSE ................................................................................................................. 11 4.8. CONCLUSIE........................................................................................................................................ 11 REDUCTIEKANSEN ............................................................................................................................ 12 5.1. ELEKTRICITEIT EN GAS....................................................................................................................... 12 5.2. BRANDSTOFVERBRUIK WAGENPARK .................................................................................................... 12 5.3. BRANDSTOFVERBRUIK PROJECTEN EN MATERIEEL................................................................................ 12 TOEGEPASTE METHODIEK ................................................................................................................. 13 6.1. BRONGEGEVENS................................................................................................................................. 13 6.2. TOEGEPASTE OMREKENFACTOREN ...................................................................................................... 13 MEETONZEKERHEDEN ....................................................................................................................... 14 7.1. ELECTRICITEIT .................................................................................................................................. 14 7.2. GASVERBRUIK .................................................................................................................................... 14 7.3. BRANDSTOFVERBRUIK WAGENPARK .................................................................................................... 14 7.4. BRANDSTOFVERBRUIK PROJECTEN EN MATERIEEL................................................................................ 15 7.5. VERBETERPUNTEN IN METINGEN......................................................................................................... 15
JETMIX BV
PAGINA: 2 / 15
CARBON FOOTPRINT RAPPORTAGE 2012 1
INLEIDING
1.1.
DOEL Dit jaarverslag geeft feiten en cijfers betreffende de uitstoot van broeikasgassen in het boekjaar 2012 van Jetmix BV. Deze rapportage dient om de uitstoot van koolstofdioxide-equivalenten inzichtelijk te maken voor Scope 1 en scope 2 zoals in het CO2-handboek van SKAO is gespecificeerd. Daarnaast dient dit rapport als basis om reductie in de emissies te meten en zo nodig bij te sturen.
1.2.
BASISJAAR EN REFERENTIEPERIODE Voorliggende rapportage heeft betrekking op boekjaar 2012. De gerapporteerde periode is gelijk aan het boekjaar. Het boekjaar voor Jetmix B.V. loopt van 1 januari tot en met 31 december. Jetmix heeft reeds over 2009 een Carbon Footprint opgesteld ten behoeve van haar klantenbestand. Deze footprint was echter vergaand gebaseerd op aannames en wordt daarom niet als representatief beschouwd. De Footprint van 2010 zal daarom het basisjaar worden aangemerkt van waaruit voortgang op reductie zal worden gemeten.
1.3.
NORMEN De bepaling van de CO2 footprint is opgesteld in overeenstemming met: NEN-ISO 14064-1 (Greenhouse gases) CO2-Prestatieladder Handboek 2.1 (18 juli 2012) NEN-EN-ISO 50001 (Energiemanagementsystemen - Eisen met gebruiksrichtlijnen) PR.18 Energiemanagement
2
BEDRIJFSPROFIEL
2.1.
ORGANISATIE Jetmix BV heeft sinds haar oprichting in 2006 ruime ervaring opgedaan met verschillende bouwprojecten waarin een grote diversiteit aan groutinjectieankers en groutinjectieankerpalen worden toegepast. Het bedrijf heeft als kernactiviteiten het ontwerpen en uitvoeren van verankerings- en funderingsprojecten. Verder handelt en verhuurt het bedrijf respectievelijk funderingsmateriaal en funderingsmaterieel. Jetmix beschikt over modern materieel en telt zo’n 17 vaste medewerkers. Jetmix is NEN-EN-ISO 9001 en VCA** gecertificeerd. De directie wordt gevoerd door Ad Hakkers.
2.2.
ORGANISATORISCHE GRENZEN Voor de bepaling van de Carbon Footprint wordt de emissies van de Jetmix Verhuur- en Exploitatiemaatschappij BV samen genomen met die van Jetmix BV, welke 100% eigendom is van Jetmix V&E-maatschappij. Daarmee wordt geborgd dat alle uitstoot van de aannemende partij wordt opgenomen in de inventaris.
JETMIX BV
PAGINA: 3 / 15
CARBON FOOTPRINT RAPPORTAGE 2012 3
KOOLSTOFDIOXIDE EMISSIES
3.1.
SCOPES VAN DE INVENTARIS Scope 1: Directe emissies betreffen emissie door eigen brandstof gebruik, wat bij Jetmix zoveel betekent als: aardgasverbruik voor verwarming; dieselolieverbruik door het varende materieel inclusief daarop gestationeerd materieel; dieselolieverbruik door droog materieel waaronder op de wal gestationeerde kranen en aggregaten; benzine, diesel en LPG verbruik door personen- en lichte bedrijfsauto’s; airconditioning die mogelijke koelgassen gelekt heeft. Scope 2: Indirecte emissies betreffen emissie door afgenomen energieverbruik, wat bij Jetmix zoveel betekent als: stroomverbruik van de verschillende gebouwen Binnen het handboek van SKAO worden daarnaast zakelijke vliegreizen en zakelijk gebruik van privéauto’s gerekend tot scope 2. Echter is hiervan binnen Jetmix geen gebruik gemaakt in het verslagjaar.
3.2.
NUMERIEKE RESULTATEN De emissies ten gevolge van het gebruik van de aangegeven energiedragers is bepaald middels de Carbon Assessment Tool. Deze tool gaat uit van de totale keten van de betreffende energiedrager en rekent deze om naar een CO2equivalent voor de totale uitstoot van broeikasgassen. Scope Aantal Eenheid Emissiefactor Eenheid 2 Normale ('grijze') elektriciteit 18.519 [kWh] 0,015 [kg CO2/kWh] 1 Aardgas 2.001 [m³] 1,825 [kg CO2/m³] Totaal panden
Panden
Materieel en projecten Gasolie (rode diesel) Wagenpark Verbruik benzine Verbruik diesel Verbruik lpg
ton CO2 Opmerkingen 0,28 3,65 3,93
Scope Aantal Eenheid Emissiefactor Eenheid ton CO2 Opmerkingen 1 85.495 [liter] 3,135 [kg CO2/liter] 268 Totaal materieel en projecten 268 Scope Aantal Eenheid Emissiefactor Eenheid 1 1.379 [liter] 2,780 [kg CO2/liter] 1 30.130 [liter] 3,135 [kg CO2/liter] 1 4.999 [liter] 1,860 [kg CO2/liter]
ton CO2 Opmerkingen 4 94
Totaal wagenpark
9 108
Carbon Footprint:
379,6 ton CO2
Scope 1:
379,3 ton CO2
Scope 2:
0,3 ton CO2
Op navolgende pagina is een visuele weergave van de carbon footprint opgenomen.
JETMIX BV
PAGINA: 4 / 15
CARBON FOOTPRINT RAPPORTAGE 2012 3.3.
RESULTATEN IN BEELD Carbon Footprint: 379,5 ton CO2 Andere emissies Panden Vliegreizen 0% 1% 0%
Wagenpark 28%
Materieel en projecten 71%
Scope 1: 379,3 ton CO2 Overig scope 1 0%
Scope 2: 0,3 ton CO2
Aardgas 1%
Totaal wagenpark 28%
Totaal materieel en projecten 71%
JETMIX BV
PAGINA: 5 / 15
CARBON FOOTPRINT RAPPORTAGE 2012 4
EVALUATIE CO2-EMISSIES Verschillen in emissies door het bedrijf staan niet op zichzelf, maar kunnen gerelateerd worden aan de groei van het bedrijf in termen van omzet, groei van de personeelsbezetting en de daarmee gepaard gaande groei van het wagen- en machinepark. Om de emissies van de koolstofdioxide te evalueren worden hieronder de gegevens van het basisjaar weergegeven en worden de relevante trends binnen het bedrijf beschreven.
4.1.
CO2-FOOTPRINT 2010 (BASISJAAR) Naar aanleiding van verzoeken van verschillende marktpartners is over 2010 een carbon footprint gemaakt, waarvan onderstaande figuur de resultaten weergeeft. De resultaten van 2010 worden aangemerkt als basisjaar.
Carbon Footprint: 379 ton CO2 Andere emissies 0%
Vliegreizen 0%
Panden 3%
Wagenpark 31%
Materieel en projecten 66%
JETMIX BV
PAGINA: 6 / 15
CARBON FOOTPRINT RAPPORTAGE 2012 PROJECTOMZET EN PRODUCTIEKOSTEN 100
300
80
100 Aantal
Index
60
75 50
100
88
108 73
87
25
60
40
72 53
52 37
37
40
20
2009 Hakkers
2009
2010
2011
200 150 255 100 113
50
2008
2008
250
85
80
73
0
0
Omzet per project (× 1000) [Jetmix]
Aantal projecten
Omzet Jetmix Geïndexeerd 2007 = 100 (ca 9 miljoen euro)
Omzet × 1000
4.2.
2010
2011
2012
141 87
97
0 2008
2009
2010
2011
2012
Jetmix
2012
De grootste component van de uitstoot wordt veroorzaakt door het gasolieverbruik van de projecten en materieelstukken die worden ingezet. Op materieel en projecten is in 2012 een stijging waar te nemen van 8% CO2uitstoot t.o.v. 2010. (249 naar 268 ton CO2) Relatief aan de omzet is de CO2-emissie van het bedrijf echter gereduceerd met 17%. (55,77 naar 46,31 gram CO2/€) Om de uitstoot van het materieel en de project beter te kunnen analyseren is deze tevens vergeleken met de gemaakte kosten onder de kostensoort ‘MATERIEEL’. Hierdoor is het mogelijk om de verwerkte hoeveelheden materialen los te koppelen van de uitstoot en enkel naar de productie te kijken. De totale kosten geboekt onder de kostensoort ‘MATERIEEL’ laten in 2012 een stijging zien van 61% ten opzicht van 2010, terwijl de uitstoot op de projecten naar productiekosten een daling van 33% laat zien.
4.3.
ENERGIEVERBRUIK PANDEN Elektraverbruik Het elektriciteitsverbruik is de laatste jaren redelijk stabiel gebleven. De doorgevoerde besparingsmaatregelen (zie § 5.1) hebben hierbij het extra elektriciteitsverbruik als gevolg van productietoename vereffend. Het elektriciteitsgebruik van het kantoor is met name in het laatste kwartaal van 2011 en eerste kwartaal toegenomen, in deze periode is veel (sloop)werk aan het kantoorpand verricht. Eind 2011 zijn er aanpassingen geweest aan de prefabhal. Daarnaast is in het eerste kwartaal van 2012 het verbruik van de nieuwe loods bij de prefabhal bij aangesloten.
JETMIX BV
PAGINA: 7 / 15
CARBON FOOTPRINT RAPPORTAGE 2012 De piek voor de werkplaats in het eerste kwartaal van 2012 is te verklaren door het vele constructiewerk in de hal, veel varend materieel in de haven, welke aangesloten waren op de walstroomvoorziening en de winterperiode met veel verlichting tijdens de donkere werkuren buiten op het werkterrein door de betonploeg. In 2012 is een stijging te zien in de hoeveelheid verbruikte kWh (17.014 naar 18.519 = +1.505 kWh) vanwege de strenge winterperiode en uitbreiding van de werkplaats met werkzaamheden op het buitenterrein van 9%. Ondanks de toename in het verbruik is de CO2-uitstoot gedaald door de overgang van grijze stroom naar Essent Windkracht 220. Dit geeft een lagere emissiefactor met als resultaat een reductie van 7,72 ton CO2 op het elektraverbruik!
Elektraverbruik 30000 25000 KwH
20000 15000
Prefab hal
10000
Werkplaats Kantoor
5000 okt-12
jul-12
apr-12
jan-12
okt-11
jul-11
apr-11
jan-11
okt-10
jul-10
apr-10
jan-10
okt-09
jul-09
apr-09
jan-09
0
Gasverbruik Het aardgasverbruik hangt sterk samen met het Nederlandse klimaat, de terugval in 2007 en de uitschieter in 2009 zijn daarom vrijwel geheel het gevolg van het klimaat. In 2010 en 2011 zijn twee milde winters voorgekomen waardoor het gasverbruik zeer beperkt is gebleven ten opzichte van voorgaande jaren. De winter van 2012 was qua temperatuur weer gelijk aan het gemiddelde, waardoor het verbruik per graaddag iets is afgenomen t.o.v. 2010, maar absoluut nog wel een reductie t.o.v. 2010. Te weten 2.869-2.001=-868 m3.
Gasverbruik totaal 7000 Nm3 Aardgas
6000 5000 4000
Prefab hal
3000
Werkplaats
2000
Kantoor
1000
Jaar 2010 2011 2012
3
Gasverbruik [m ] 2.869 1.291 2.001
Graaddagen [De Bilt] 3372,5 2664,9 2902,3
okt-12
jul-12
apr-12
jan-12
okt-11
jul-11
apr-11
jan-11
okt-10
jul-10
apr-10
jan-10
okt-09
jul-09
apr-09
jan-09
0
3
Verbruik[m ]/graaddag 0,85 0,48 0,69
Bron:KWA bedrijfsadviseurs, www.kwa.nl
JETMIX BV
PAGINA: 8 / 15
CARBON FOOTPRINT RAPPORTAGE 2012 4.4.
BEDRIJFSINVESTERINGEN Deugdelijk en veilig materieel en een goede infrastructuur met bijbehorende voorzieningen dragen bij aan een beheersing van de stationaire uitstoot van CO2 en zorgt over het algemeen voor een duurzamer machinepark. Daarnaast zijn het voorwaardenscheppende factoren om aan de bedrijfsdoelstellingen en klanteisen te kunnen voldoen. Naast de gebruikelijke vervangingsinvesteringen wat betreft het wagenpark, de kantoorinventaris, hard- en software, wordt geïnvesteerd in het verbreden van de bedrijfsactiviteiten en het verbeteren van de efficiency van productie en uitvoeringsfaciliteiten. Relevante investeringen (in het kader van energie) in het verslagjaar 2012 waren: uitbreiding en verbouwing kantoor bouw nieuwe opslagloodsen Onderzoek naar / geplande investeringen 2013 en verder: nieuwe Klemm 807 boormachine voor Jetmix incl. silo, menginstallatie en watercontainer vorkheftruck Jetmix minikraan Jetmix vernieuwen Total station alle werkschepen voorzien van CO2-lassen
Investeringen in de nieuwe opslagloods en de uitbreiding en verbouwing van het kantoor zijn niet in bovenstaande grafiek meegenomen omdat deze feitelijk niet door Hakkers / Jetmix zelf worden gedaan maar vanuit de Hakkers Vastgoed BV.
JETMIX BV
PAGINA: 9 / 15
CARBON FOOTPRINT RAPPORTAGE 2012 4.5.
PERSONEELSBEZETTING Uit onderstaande grafieken blijkt de personeelsbezetting en het -verloop: Personeelsverloop
Personeelsbezetting 20
100 75
18
13
50
94
90
84
78
76
17
17
18
Aantal medewerkers
Aantal medewerkers
125
25
15
1
2
10
6
5
6
7 -8
-10
-2
12
-6
-8
-7
-2
-1
2011
2012
11
5
0 -5
1 14
-3 -1
-2
-15
0 2008
2009
2010 Hakkers
2011
-20
2012
2008
Jetmix
2009
2010
Hakkers
Jetmix
Met 1 FTE minder dan in 2010 (in totaal 18 FTE) heeft Jetmix haar omzet in 2012 met 19% weten te vergroten.
4.6.
WAGENPARKBEHEER Het wagenparkbeleid is in 2012 verder doorgevoerd waardoor er wederom voor overwegend zuinigere auto’s is gekozen. Met het gelijk blijven van het aantal personeelsleden is het aantal auto’s gelijk gebleven. Zoals uit onderstaande weergave valt op te maken heeft het stimuleringsbeleid ertoe heeft geleid dat de personenauto’s in een lager uitstootklasse vallen. Tevens zal bij vervanging voor zuinigere auto’s worden gekozen.
Overzicht uitstootcategoriën 100% 90% 80% 70%
E 25%
60%
D 20%
50%
C 14%
40%
B Gas
30%
A 0%
20% 10% 0% 2009
2010
2011
Bijtelling
2009
2010
2011
2012
A 0%
0
0
0
0
B Gas
0
1
1
1
C 14%
0
0
0
0
D 20%
0
1
1
1
E 25%
3
3
2
2
3 JETMIX BV
2012
5
4
4 PAGINA: 10 / 15
CARBON FOOTPRINT RAPPORTAGE 2012 4.7.
MATHEMATISCHE ANALYSE In onderstaande tabel is een mathematische analyse uitgevoerd op de emissiecijfers en de relevante bedrijfsgegevens van Jetmix BV. In navolgende paragraven wordt een toelichting hierop gegeven.
Aspect Materieel Wagenpark Gas Elektriciteit Totaal uitstoot Personeelsbezetting Omzet Productie kosten
4.8.
eenheid ton CO2 ton CO2 ton CO2 ton CO2 ton CO2 FTE € €
2010
€ €
2011
2012
249,0 117,0 5,0 8,0 379,0
271,0 128,0 2,1 6,0 407,1
268,0 108,0 3,6 0,3 379,9
18 6.920.000,00 631.295,00
17 € 10.132.000,00 € 1.061.399,93
17 € 8.203.775,00 € 1.015.079,00
Totale uitstoot / Omzet Uitstoot projecten / PQ Totaal uitstoot / FTE Elektriciteit / FTE
gram CO2 / € gram CO2 / € ton CO2 /FTE ton CO2 /FTE
54,77 394,43 21,06 0,44
40,18 255,32 23,95 0,35
46,31 264,02 23,75 0,02
Wagenpark / FTE
ton CO2 /FTE
6,50
7,53
6,75
CONCLUSIE De omzet is met ca. 19% gestegen in 2012 t.o.v. 2010, terwijl de totale CO2-uitstoot bijna gelijk is in 2012 t.o.v. 2010. Dit betekend dat de uitstoot relatief aan de omzet is gedaald, te weten met 8,46 gram per Euro omzet. Relatief aan de omzet is er een reductie van 15% reductie t.o.v. 2010. Voor elke Euro die aan productiekosten is gemaakt, is in 2012 264 gram CO2 uitgestoten. In 2010 was dit nog 394 gram. Dit houdt in dat er een relatieve reductie is gerealiseerd van 33,0 % t.o.v. 2010, indien deze trend zich voortzet zal in 2015 voldoende gereduceerd zijn om aan de doelstelling te voldaan om totaal 6% reductie van de CO2-emissies te behalen De grootste inspanningen die het afgelopen jaar zijn verricht om het energieverbruik is op de levering van gasolie op drie grote projecten te reduceren zijn gedaan aan de hand van het energieonderzoek wat plaats heeft gehad. Het project waar dit heeft plaatsgevonden is GOVa IIIA. Dit werk stond centraal bij de inspanningen om CO2-emissies te reduceren zullen het komende jaar verder doorgezet worden om een nog beter inzicht te vergaren op dit soort projecten. Om de uitstoot van het materieel en de project beter te kunnen analyseren is deze tevens vergeleken met de gemaakte kosten onder de kostensoort ‘MATERIEEL’. Hierdoor is het mogelijk om de verwerkte hoeveelheden materialen los te koppelen van de uitstoot en enkel naar de productie te kijken. De totale kosten geboekt onder de kostensoort ‘MATERIEEL’ laten in 2012 een stijging zien van 61 % ten opzicht van 2010, terwijl de uitstoot op de project een daling van 33% laat zien.
JETMIX BV
PAGINA: 11 / 15
CARBON FOOTPRINT RAPPORTAGE 2012 5
REDUCTIEKANSEN Per energiestroom wordt hieronder en beknopte opsomming weergegeven op de gerealiseerde maatregelen en de kansen die zijn geïdentificeerd.
5.1.
ELEKTRICITEIT EN GAS Het kantoorpand is in 2011 / 2012 grondig verbouwd. Daarbij zijn navolgende maatregelen genomen om energieverbruik niet verder te doen stijgen. Groene stroom Daglichtsensoren voor verlichting Bewegingssensoren voor verlichting Warmteterugwinning op de afzuiging / luchtverversing Reduceren aircogebruik door toepassing lamellen, zonwering en isolatie Optimaliseren daglichttoetreding (vergroten glasoppervlak) Efficiënter maken computernetwerk: toepassen virtuele servers om efficiënter gebruik te maken van hardware Toepassen isolerend stucwerk op het buitenspouwblad Toepassen verbeterde dakisolatie Toepassen drie-dubbelglas HR verwarmingsinstallatie Na invoering van bovenstaande maatregelen liggen kansen om het energieverbruik te beheersen of te reduceren met name in het gedrag van de gebruikers en het gebruik van het pand. Een voorbeeld is dat er niet gelijktijdig een raam open staat en de airco wordt aangezet. Dan zal de efficiëntie van het gebouw volledig gebruikt kunnen worden.
5.2.
BRANDSTOFVERBRUIK WAGENPARK Onder druk van de brandstofprijzen, politiek klimaat op Europees en nationaal niveau is de ontwikkeling van energiezuinige personen- en bestelauto’s een grote vlucht genomen. Door tijdige vervanging van het wagenpark kan er geprofiteerd worden van de nieuwe technologie. Ook in dit aandachtsveld liggen de kansen voor reductie bij de gebruikers, dus onze medewerkers. Na vertrek van de directeur van Jetmix is het initiatief tot de cursus ‘Het Nieuwe Rijden’ weggevallen. Een pilot of proef zal moeten uitwijzen of een dergelijke cursus een positieve bedrage kan leveren. Ook kan er in de toekomst gekeken worden of een reductie van het aantal kilometers mogelijk is.
5.3.
BRANDSTOFVERBRUIK PROJECTEN EN MATERIEEL Zoals duidelijk te zien in de Footprint is het brandstofverbruik op de projecten en door het materieel de grootste energiestroom. Door de aard van het machine park en de werkzaamheden, zijn reductiekansen op korte termijn beperkt. Zoals vermeld staat er een grote investering op stapel door de keuze van een nieuwe Klemm boormachine, vorkheftruck en minikraan. Door bij de aanschaf rekening te houden met Best Available Techniek en bij de keuze brandstofverbruikgegevens in relatie tot gebruiksgebied mee te nemen in de beoordeling, zal een weloverwogen keuze gemaakt worden. Jetmix heeft zelfstandig nog geen projecten verworven met CO2-gunningsvoordeel. Projecten zijn van dermate korte duur dat er ook nog geen maatregelen op projectniveau zijn genomen.
JETMIX BV
PAGINA: 12 / 15
CARBON FOOTPRINT RAPPORTAGE 2012 6
TOEGEPASTE METHODIEK Ten behoeve van het bepalen van de Carbon Footprint is de methodiek aangehouden zoals voorgeschreven in het Handboek CO2-prestatieladder v 2.1 van SKAO (d.d. 18-07-2012) Het handboek verdeelt de CO2-emissies in drie scopes, gebaseerd op het Green House Gas protocol. De interpretatie daarvan en toepassing op de organisatie wordt hieronder weergegeven.
6.1.
BRONGEGEVENS Alle gegevens zijn gebaseerd op hoeveelheden zoals deze vermeld staan op de betreffende facturen. De kwantificering van grondstoffen naar CO2-emissiewaarden is telkens gedaan door geregistreerde volume-eenheden van de gebruikte brandstoffen te benutten. Zo kan een omrekening geschieden op werkelijk verbruikte hoeveelheden, tegenover afgelegde kilometers of andere onderbouwde schatters. Jetmix is in 2006 vanuit Hakkers ontstaan en is sinds 2010 een onafhankelijk bedrijf, verdeeld over de Jetmix Verhuur en Exploitatiemaatschappij BV (holding, eigenaar materieel) en Jetmix BV (aannemingsbedrijf). Jetmix maakt gebruik van de panden van Hakkers voor haar bedrijfsvoering. Gebroeders Hakkers Verhuur en Exploitatiemaatschappij BV huurt de drie panden van de Hakkers Vastgoed BV en betaald de energierekeningen. Intern worden deze verdeeld over Hakkers en Jetmix. Er worden verdeelsleutels toegepast om de kosten over de bedrijven te kunnen verdelen. Op basis van de oppervlakte die permanent in gebruik is dan wel de periode waarover een ruimte wordt gebruikt wordt meegenomen in de verdeelsleutel. De verdeelsleutels worden aangegeven in de spreadsheet ‘Gegevens energie panden’ onder het tabblad ‘energieberekening per bedrijf’. Vanaf 2010 is een start gemaakt door de brandstofregistratie van wagenpark en materieel/project per kenteken respectievelijk werknummer te documenteren. Hierdoor wordt meer transparantie en traceerbaarheid verkregen ten opzichte van het basisjaar en kunnen de geleverde brandstoffen beter worden gealloceerd aan de bedrijven Jetmix en Hakkers. Vanaf 2011 is een start gemaakt door de brandstofregistratie in de geautomatiseerde administratie tevens te voorzien van de hoeveelheden liters, zodat gemakkelijk een overzicht gegenereerd kan worden. Daardoor is handmatig rekenwerk niet langer nodig voor de hoeveelheden brandstoffen voor het wagenpark.
6.2.
TOEGEPASTE OMREKENFACTOREN Ten behoeve van het omrekenen van brandstof- en energieverbruik naar grammen koolstofdioxide worden conversiefactoren toegepast. De toegepaste conversiefactoren zijn betrokken van het Handboek CO2-prestatieladder versie 2.1 van SKAO (versie 18 juli 2012). De omrekening van volume naar emissiewaarden is eenduidig en geeft de meest betrouwbare vergelijking. In die situaties waar geen volume-eenheden van brandstof beschikbaar waren, is gebruik gemaakt van de meest betrouwbare informatie die beschikbaar was. Elektriciteitsgebruik is genomen aan de hand van facturen van het energiebedrijf welke periodiek gecontroleerd worden middels geijkte meters. Vigerende wetgeving beschouwt dit als de meest betrouwbare informatiebron die beschikbaar is.
JETMIX BV
PAGINA: 13 / 15
CARBON FOOTPRINT RAPPORTAGE 2012
7
MEETONZEKERHEDEN De brongegevens en rekenmethodiek kunnen leiden tot enige onzekerheid in de meetmethodiek. Per energiestroom wordt hieronder en beknopte analyse weergegeven op de toegepaste verwachte meetonzekerheid.
7.1.
ELECTRICITEIT Vanaf 2011 is een start gemaakt met opnames per kwartaal om meer inzicht te verwerven in de gebruiksgegevens. Van de staalwerkplaats wordt per maand een factuur ontvangen met het werkelijke verbruik. Verbruik werd voorheen bepaald op basis van de jaarafschriften van de energieleveranciers, echter werd deze verstrekt in de maanden april of mei. Om het verbruik in het boekjaar (januari t/m december) te bepalen is een extrapolatieberekening opgesteld om het verbruik per maand te schatten. Daarmee kon het werkelijke verbruik beter benaderd worden en wordt geborgd dat verbruik niet in de tijd wordt verlegd. Daarnaast kan er een beter vergelijk met toekomstige footprints worden verricht. Het verschil in meterstanden is in de bijbehorende maanden uitgezet (gelijk verdeeld) en daarmee kon het verbruik van januari tot en met december voor de jaren 2009 en 2010 accurater geschat worden. Vanaf 2011 is een start gemaakt met opnames per kwartaal om meer inzicht te verwerven in de gebruiksgegevens. Van de staalwerkplaats wordt per maand een factuur ontvangen met het werkelijke verbruik. Na ontvangst van een jaarafschrift wordt ter controle een meterstandopname verricht. Door toepassing van periodieke meterstandopnames kan beter inzicht verkregen worden in het energiegebruik. De meterstandopnames kunnen middels de facturen geverifieerd worden. In 2012 is een start gemaakt met opnames per maand uit te voeren om de meetonzekerheid nog verder te reduceren. In 2012 is de overstap gemaakt van “grijze”stroom naar Essent Windkracht 220, waardoor een andere emissiefactor is toegepast. De registratie van het elektra- en gasverbruik van de nieuwe loods is aangesloten op de reeds bestaande prefabhal. Verder heeft Jetmix de nieuwe loods in gebruik genomen op het bedrijfsterrein, waardoor de verdeelsleutel van het electraverbruik in het 2e kwartaal van 2012 aangepast van 90%-10% naar 80%-20%.
7.2.
GASVERBRUIK In overeenstemming met elektriciteit werd voorheen het gasverbruik geschat en gecontroleerd middels de facturen. Inmiddels worden op geregelde tijdstippen opnamen gedaan van de meterstanden. Met name het gasverbruik van de beton-prefabhal kent een onzekerheid omdat factuurgegevens in de historie niet overeenkomen met meterstandopnamen. In een extrapolatieberekening is dit gealloceerd aan de jaren 2008, 2009, 2010 en een gedeelte 2011. De registratie van het elektra- en gasverbruik van de nieuwe loods is aangesloten op de reeds bestaande prefabhal. In 2012 is een start gemaakt met opnames per maand uit te voeren om de meetonzekerheid nog verder te reduceren. Verder wordt de calorische waarde van het aardgas gecorrigeerd aan de hand van de correctiefactor welke vermeld staat op de factuur van de leverancier van het gas. Verder heeft Jetmix de nieuwe loods in gebruik genomen op het bedrijfsterrein, waardoor de verdeelsleutel van het gasverbruik in het 2e kwartaal van 2012 aangepast van 90%-10% naar 80%-20%.
7.3.
BRANDSTOFVERBRUIK WAGENPARK Controle van de invoer van brandstofgegevens is uitgevoerd door het sommeren van zowel de kostprijzen als de hoeveelheden van alle facturen. Met deze totalen kan een check gemaakt worden met de administratie dat alle facturen zijn inbegrepen in de inventarisatie.
JETMIX BV
PAGINA: 14 / 15
CARBON FOOTPRINT RAPPORTAGE 2012 7.4.
BRANDSTOFVERBRUIK PROJECTEN EN MATERIEEL Controle van de invoer van brandstofgegevens is uitgevoerd door het sommeren van zowel de kostprijzen als de hoeveelheden van alle facturen. Met deze totalen kan een check gemaakt worden met de administratie dat alle facturen zijn inbegrepen in de inventarisatie.
7.5.
VERBETERPUNTEN IN METINGEN Ten behoeve van het beheersen van de energiestromen, is de procedure PR.18 inclusief onderliggende instructies opgesteld. De instructie monitoring en meting borgt de gang van zaken rond het meten en beheersen van de energiestromen en de afgeleide carbon foorprint rapportage. Na aanleiding van het betrekken en analyseren van de energiegegevens worden onderstaande verbeterpunten voorgesteld: Registratie van het aantal gereden kilometers Inzichtelijk krijgen verbruiksgegevens van boorstellingen en kranen
JETMIX BV
PAGINA: 15 / 15