Je zult het maar in je systeem hebben Over de achtergronden van seksueel misbruik van kinderen
Inleiding Seksueel misbruik van kinderen is een eeuwenoud fenomeen die in deze moderne tijd om een alomvattende aanpak vraagt. Deze dient plaats te vinden op alle niveaus van voorkomen, zowel op wijk- als landsniveau maar ook op het mondiale vlak. Zo kwam er in december 2010 weer een omvangrijke zedenzaak aan het licht binnen een Amsterdams kinderdagverblijf waarbij ook verspreiding van pornografisch materiaal via internet een grote rol speelde. Sinds 2009 staat ook de rooms-katholieke kerk wederom ernstig onder druk nu er vele getuigenissen naar buiten komen van slachtoffers die op enigerwijze afhankelijk zijn geweest van het instituut kerk. De omvang en werkwijzen lijken zich steeds heftiger voor te doen en dit heeft effect op het objectieve en subjectieve gevoel van onveiligheid. In de huidige tijdsgeest van snelle, wereldwijde informatievoorziening komen dergelijke zaken ook steeds meer en steeds sneller onze huiskamers binnen. Daarbij heeft de media een belangrijke rol in de wijze en toonzetting van berichtgeving.
Wetgeving en Psychische modellering De wetgever heeft in het Wetboek van Strafrecht verschillende handelingen en gedragingen strafbaar gesteld in een speciale titel ‘Seksuele Misdrijven’. In Nederland is seksueel contact met kinderen beneden de leeftijd van 12 jaar per definitie strafbaar. Het is belangrijk om enkele verschillen en overeenkomsten aan te geven tussen een pedofiel en een pedoseksueel. Het Diagnostic Statistical Manual of Mental Disorder (DSM) is een handboek van psychische aandoeningen die binnen de psychiatrie als standaard beschouwd wordt. Het is onder andere ontwikkeld om eenheid te brengen in diagnose en om ziektebeelden te beschrijven en te classificeren. In het DSM IV staat onder 320.20 Pedophilia de volgende definitie beschreven van iemand die in de volksmond als pedofiel wordt aangemerkt: ‘Betrokkene heeft gedurende een periode van ten minste 6 maanden een terugkerende, intense seksuele drang en seksueel geprikkelde fantasieën betreffende seksuele handelingen met een kind of kinderen in de prepuberteit (13 jaar of jonger). Betrokkene heeft aan deze drang toegegeven of lijdt er duidelijk onder. Betrokkene is ten minste 16 jaar oud en ten minste 5 jaar ouder dan het kind.’ Het verschil tussen een pedofiel en een pedoseksueel is dat de pedoseksueel daadwerkelijk handelingen verricht bij jonge kinderen. De pedofiel houdt gedachten dan wel handelingen voor en bij zichzelf, bijvoorbeeld door te fantaseren en excessief te masturberen. Een pedofiel blijft daarom vaak uit de handen van justitie tot het moment dat hij bijvoorbeeld pornografisch materiaal van jonge kinderen opslaat op zijn computer of dat hij toch overgaat tot het verrichten van seksuele handelingen op kinderen. Dan gaat het om strafbare handelingen of gedragingen. De overeenkomst tussen een pedofiel en een pedoseksueel is dat er in beide gevallen sprake is van psychische problematiek die ten grondslag ligt aan het boven beschreven gedrag.
1
Opsporing is voornamelijk gericht op de bedoeling plegers van seksuele misdrijven te vervolgen door de rechter. Het recidive gehalte van dit soort misdrijven is hoog. Het uitgangspunt van ons strafrechtsysteem is gericht op het voorkomen van herhaling en op de terugkeer in de maatschappij. Er bestaan grote verschillen in aanpak binnen de diverse soorten hulpverlening. De inzet van de hulpverlening als proces richt zich vooral op verwerking van traumatische ervaringen. Nu wordt er naar mijn mening te weinig aandacht geschonken aan de vraag: ‘Wat maakt dat seksueel misbruik bij deze persoon heeft plaats gevonden?’ De verwarring die ontstaat bij slachtoffers, getuigen maar ook bij plegers rond dit type misdrijven lijkt groter te zijn dan bij andere geweldsmisdrijven. Deze verwarring komt vooral voort uit de effecten die de handelingen van plegers veroorzaken op het energetische, fysieke en mentale niveau van het slachtoffer. Mijns inziens wordt hierbij nog verder over grenzen gegaan van het slachtoffer dan bij andere geweldsdelicten het geval is. Het verschil tussen geweldsmisdrijven en seksuele misdrijven is dat plegers, zeker als het gaat om pedoseksuelen en incestplegers, proberen om in de veilige invloedssfeer van het slachtoffers te komen door het toepassen van manipulatie en het uitbuiten van de afhankelijkheidsrelaties die slachtoffers hebben met plegers. Daarnaast is ook de opsporing bij heel jonge kinderen en verstandelijk gehandicapten extra lastig omdat hier communicatieve beperkingen een rol spelen.
Waarom dit artikel ? De titel van dit schrijven is erop gericht een bepaalde verbreding van denken en een vermindering van oordelen over deze categorie mensen te bevorderen. Ik denk dat het logisch is waarom mensen bepaalde handelingen of gedragingen verrichten. Dit is voor mij ook het uitgangspunt wanneer ik het gedrag van mensen analyseer. Het wil zeker niet zeggen dat ik dit gedrag niet afkeur. Wel vind ik het erg belangrijk me te realiseren dat een dergelijk gedrag deel uitmaakt van de gehele persoonlijkheid van een dader. Ik kwam tot dit inzicht toen een kind tijdens een gesprek met haar mij teruggaf dat ik niet haar vader als geheel mocht veroordelen maar slechts het gedrag dat hij had vertoond naar haar toe. Over loyaliteit en wijsheid gesproken. Het is dus de kunst om antwoord te krijgen op de vraag: ‘Wat maakt dat hij zich (telkens weer) zo gedraagt?’ Op basis van mijn ervaring met zowel plegers als slachtoffers van seksueel misbruik wil ik wel vaststellen dat vele pedofielen en pedoseksuelen onvoldoende zelfbewustzijn hebben om op hun handelingen en gedragingen te reflecteren. Het is bij lange na niet gemakkelijk voor wie dan ook om tot voldoende zelfbewustzijn te komen en te beseffen waarom iemand doet zoals hij doet. Dit vergt veel zelfonderzoek. Dus zowel een pleger als een slachtoffer heeft een bepaalde mate van veiligheid en vertrouwen nodig die als bedding fungeert voor dit zelfonderzoek. Het is evident dat innerlijke weerstand ten opzichte van dieper gelegen pijn naar boven komt. Deze wordt alleen maar groter wanneer de stem van de maatschappij iemand als object beschouwt, hem zwaar veroordeelt en niet geneigd is dieper gelegen trauma mee te wegen. Wanneer het groeien van zelfbewustzijn wel plaats kan vinden en dit besef vanuit een holistische visie geanalyseerd kan worden dan komen er diepliggende, vastgezette emoties tevoorschijn, maar ook macht- en onmacht structuren, uitsluiting van de omgeving, afhankelijkheidssituaties en oneigenlijke koppelingen.
2
Overigens hebben velen van ons te maken met genoemde problemen, deze zijn niet voorbehouden aan pedofielen en pedoseksuelen. Bij deze groep is er veelal sprake van een oneigenlijke koppeling tussen de seksuele ontwikkeling enerzijds aan bijzondere ervaringen of trauma anderzijds.
Een praktijkvoorbeeld De politie heeft een man van 74 jaar opgepakt die krantbezorgende jongens van ongeveer 12 jaar met blond haar seksueel had misbruikt. Tijdens het indringende politie verhoor vertelt de verdachte in tranen dat hij zijn vriendje zo mist. Dit is in eerste instantie verwarrend voor de rechercheurs die ook de slachtoffers hebben verhoord, maar de man vertelt verder. In een Jappenkamp blijkt hij een vriendje te hebben gehad met wie hij samen het water voor de gevangen in het kamp rondbracht. Zijn vriendje, 12 jaar met blond haar, kwam door een ziekte in dat kamp te overlijden. De man vertelt dat een deel van hem toen ook is doodgegaan. In deze periode echter was ook zijn seksualiteit aan het ontluiken en hij begon met masturberen. Terwijl hij zichzelf bevredigde kwamen er ook gedachten over zijn overleden vriendje naar boven. Eigenlijk was de man als 74-jarige nog steeds op zoek naar zijn vriendje en had hij het sterven van zijn vriendje niet of onvoldoende verwerkt of willen verwerken. Door op zoek te gaan naar 12-jarige blonde jongetjes hield hij als het ware zijn toenmalige vriendje in leven. Hij heeft dus zijn opbloeiende seksualiteit gekoppeld aan het verlies van zijn vriendje. Het in stand houden van deze koppeling heeft het mogelijk gemaakt dat deze pedoseksueel vele slachtoffers heeft kunnen maken en dat hij uiteindelijk pas op hoge leeftijd is veroordeeld. Dit is wat ik bedoel met ‘oneigenlijke koppeling’. Het gaat hier dus om een samenkomst van bijzondere of traumatische ervaringen die gekoppeld zijn aan de seksuele ontwikkeling. De ontkoppeling is mijns inziens pas mogelijk wanneer de pleger inzichten verkrijgt over zichzelf, weerstanden wil overwinnen en bereid is door pijn heen te gaan. Deze bewustzijnsverhoging kan alleen maar geschieden onder begeleiding van een competente psycholoog of therapeut. Zeer van belang is dat de professional ook zijn of haar eigen seksualiteit, afhankelijkheidsrelatie(s) of neiging tot manipuleren heeft onderzocht alvorens anderen te analyseren en/of te begeleiden op dit gebied. Het veroordeeld worden vergroot de weerstand van plegers om dichterbij hun authentieke persoonlijkheid te komen.
Plegerschap Er zijn veel verschillende vormen van handelingen en gedragingen bekend van plegers van seksueel misbruik. Deze kunnen gepaard gaan met geweld, het dreigen met geweld of het toepassen van manipulatie. Deze laatste manier wordt gebruikt door een pleger die een kind geleidelijk en weloverwogen in zijn invloedssfeer probeert te krijgen om zo in het geheim het misbruik plaats te laten vinden. De pleger oefent dan een hoge mate van controle uit op de situatie. De veelal onbewuste planning voor zowel de slachtoffers als plegers verloopt volgens een bepaalde volgorde: 1) 2) 3) 4) 5)
Het Het Het Het Het
winnen van vertrouwen bevoorrechten van het kind isoleren van het kind bewerkstellingen van geheimhouding verleggen van grenzen
3
Belangrijk daarin is dat de pleger een bepaalde motivatie moet hebben om tot dit seksueel misbruik te komen. In de meeste situaties is deze opgebouwd binnen zijn innerlijke wereld van traumatische ervaringen die een oneigenlijke koppeling vormen met seksualiteit. In- en externe remmingen moeten worden overwonnen bij zowel de pleger als het slachtoffer. Mijns inziens is een pedofiel/pedoseksueel zich veelal onvoldoende bewust van deze aspecten. Het is van groot belang dat een dader het aandurft onderzoek te doen naar deze oneigenlijke koppelingen, de eenzaamheid en de behoefte aan erkenning, authenticiteit, heelheid, respect en vertrouwen. De competenties die een therapeut moet hebben om met deze mensen aan het werk te gaan berusten onder andere op het vermogen om zonder oordeel naar deze mensen te kijken.
Ontucht met misbruik van gezag Deze terminologie is afkomstig uit het Wetboek van Strafrecht, artikel 249. Dit is het artikel waarin beschreven wordt wat in de volksmond ‘incest’ genoemd wordt. De incestpleger valt overigens ook onder het begrip ‘pedoseksueel’. Over incest zijn boekenkasten vol geschreven maar het is eerst van belang om eenduidige beeldvorming te krijgen. Het wetsartikel omschrijft handelingen en/of gedragingen van volwassenen, ouders, verzorgers, ambtenaren of onderwijzend personeel die ontucht plegen met kinderen of aan hun zorg of opleiding toevertrouwde personen. Met incest wordt ook de zogenaamde afhankelijkheidsrelatie tussen volwassenen bedoeld. De relatie tussen bijvoorbeeld een arts en patiënt, leraar en student, ambtenaar en burger, leidinggevende en ondergeschikte om er een paar te noemen. Een pedoseksueel kan dus strafbaar zijn voor meerdere misdrijven zoals het plegen van incest én voor het hebben van seksuele relaties met kinderen onder de 12 jaar. Het creëren van een afhankelijkheidsrelatie met een kind en het op deze wijze dus feitelijk ook afsluiten van zijn of haar omgeving is een van de kenmerken die passen in de werkwijze van de pleger van seksueel misbruik. Vaak is het zo dat juist daar ook de trauma van de pedofiel/pedoseksueel zelf ligt.
Afsluiter Nadat het kind in de invloedssfeer van de pleger is gekomen en het seksueel misbruik plaats heeft gevonden brengt de pleger op verbaal maar vaak ook op energetisch niveau een zogenaamde afsluiter of beperking in op het kind. Ik probeer dit aan de hand van een voorbeeld te verduidelijken. In een incestsituatie zegt een oom tegen zijn nichtje dat hij in de gevangenis komt wanneer ze gaat vertellen wat er is gebeurd tussen hen. De pleger geeft daarbij ook nog aan dat het haar schuld zal zijn wanneer hij achter de tralies komt te zitten. Zij kijkt dus wel uit om daarover iets te gaan zeggen. Hij laat haar weten dat zij zich heel erg schuldig zal gaan voelen als ze hem in deze positie zou brengen. De afsluiter op verbaal niveau is ingebracht. Als hulpverlener kom je deze afsluiter veelvuldig tegen wanneer je vraagt naar het seksueel misbruik. Dit wordt door velen als de weerstand van het slachtoffer gezien maar het is feitelijk de energie van de pleger. Als hulpverlener is het belangrijk hier inzicht in te hebben. Op fysiek niveau wordt deze energie van de pleger ook vastgezet in het lichaam van het slachtoffer, iets wat later lichamelijke klachten kan gaan geven.
4
Je zult het maar in je systeem hebben Wellicht is bovenstaande zin voor een aantal mensen onvoldoende neutraal. Zoals ik al eerder aangaf is het geenszins mijn bedoeling om het gedrag en de handelingen van pedoseksuelen en incestplegers te rationaliseren, bagatelliseren of te minimaliseren. Wat ik wel beoog is plegers te zien als mensen die op dat gebied binnen de diepere lagen van hun psyche nog zaken hebben uit te werken. Een van de meest moeilijke sociale vaardigheden is het feitelijk of neutraal waarnemen zonder de filter van je innerlijk kompas deze waarneming te laten beïnvloeden zoals J. Krisnamurti al aangaf. Het lijkt wel of deze categorie plegers op dit gebied de stem van de maatschappij extra tegen zich hebben. Dat zie je bijvoorbeeld in gevangenissen waar plegers van seksueel misbruik het nog moeilijker hebben dan andere gevangenen. Ondanks mijn betoog om plegers van seksueel misbruik zonder oordelen te benaderen ben ik van mening dat wanneer zij niet bereid zijn om zelfonderzoek te doen en zo tot meer bewustzijn te komen, langdurige uitsluiting van de maatschappij hun deel moet zijn om verdere beschadiging van anderen te voorkomen.
Samenvatting In dit artikel komen de achtergronden van het plegen van kindermisbruik aan de orde zoals het verschil tussen een pedofiel en pedoseksueel, de specifieke competenties en juiste vraagstelling die nodig is voor een goede hulpverlening Tevens bespreek ik de noodzaak het denken over deze groep mensen te verbreden, deze niet uit te sluiten en zonder oordelen tegemoet te treden. Het therapeutisch denken en handelen in delen kan daarin zeker van hulp zijn. Voor meer informatie Coen Sprenger 0614722983
5