Je vindt het op Voorwoord
_________________________________ p. 2
Hopsakee
__________________________________ p. 3
Doelgroep _________________________________________ p.
3
Organisatie ________________________________________ p.
3
Plaats en datum ____________________________________ p.
3
Uitleenprocedure ___________________________________ p.
3
Formule ___________________________________________ p.
3
Timing ___________________________________________ p.
4
Praktische tips _____________________________________ p.
4
Hopsakee rijmpje ___________________________________ p.
4
Ontwikkelingsdoelen ________________________________ p.
5
Speelhoeken _______________________________________ p.
5
1. Spelen met ballen ____________________________ 2. Bouwen en klauteren __________________________ 3. Dansen en muziek maken ______________________ 4. Fietsen _____________________________________
Materiaallijst
p. 5 p. 7 p. 8 p. 10
____________________________ p. 12
Nuttige informatie ______________________
SVS
kaft
Hopsakee!
1
Voorwoord Spelen is voor elk kind de meest natuurlijke en spontane vorm van bewegen. Al spelend worden zijn fysieke en psychomotorische capaciteiten optimaal ontdekt en ontwikkeld. Met dit uitgangspunt heeft de Stichting Vlaamse Schoolsport reeds een bewegingslandschap ontwikkeld voor de 4- en 5 jarigen. “Rollebolle” is een ideaal bewegingslandschap om kinderen van de 2de en de 3de kleuterklas te laten experimenteren en imiteren, en om allerlei vaardigheden en bewegingen bij hen uit te lokken. Door het aantrekkelijk en uitnodigend spelmateriaal dat wordt aangeboden, is Rollebolle een leerrijk speelparadijs waar elk kind ook echte spelvreugde ervaart. Het succes van Rollebolle bracht meteen de vraag met zich mee dit ook open te stellen voor de eerste kleuterklas. Daar dit project niet ontwikkeld is voor 2,5- en 3- jarige kleuters, wil de Stichting Vlaamse Schoolsport eveneens aan deze doelgroep tegemoet komen rekening houdend met een aantal specifieke ontwikkelingen, eigen aan deze leeftijdsgroep. Het project “Hopsakee” voor de eerste kleuterklas, is in dit verband minder groot opgevat. Zo hebben wij bewust gekozen het bewegingslandschap op te stellen in een vertrouwde ruimte voor de kleuters en met net voldoende ruimte om de speelhoeken kwalitatief goed te benutten. Wij vinden het belangrijk dat de kinderen in klasverband werken zonder de drukte van andere klassen. De Stichting Vlaamse Schoolsport wenst alle deelnemers veel spelplezier !
2 Hopsakee! SVS
Hopsakee DOELGROEP Hopsakee is bestemd voor leerlingen van de eerste kleuterklas (2,5-3 jarigen).
ORGANISATIE Het concept van dit schoolsportproject ligt in handen van de Stichting Vlaamse Schoolsport. De organisatie gebeurt in de school door de sportleerkracht. Alle gebruikt materiaal is terug te vinden bij WESCO, catalogus “leergenot”, www.wesco.cammaert.be
PLAATS EN DATUM Elke school kan het pakket aanvragen, al dan niet i.s.m. de gemeente, bij haar provinciaal schoolsportsecretariaat. Een inschrijvingsformulier en de inschrijvingsmodaliteiten kan je downloaden van de website www.schoolsport.be Het project wordt georganiseerd in de accommodatie van de eigen school.
UITLEENPROCEDURE Deze vind je in de begeleidende brief en op de website.
FORMULE De klas wordt in 4 groepen verdeeld, telkens van ongeveer 8 kleuters. Elke groep doorloopt 4 speelhoeken. De speelhoeken worden begeleid door de eigen juf/meester en enkele extra begeleiders door de school aangesproken. De inhoud van de speelhoeken en tips voor de begeleiders vind je hieronder. Het “Hopsakee”-rijmpje kan aangeleerd worden. De activiteit start met een dansje/opwarming op muziek (eigen keuze van de juf/meester) en het herhalen van het ‘Hopsakee’ - rijmpje. Doorschuiven gebeurt op muziek (keuze van de juf/meester). De activiteit eindigt met een kort vraaggesprek : wat vond jij nu het leukst... Keuze : ofwel schuift de begeleider mee door met het groepje ofwel blijft de begeleider bij 1 spel staan.
SVS
Hopsakee!
3
TIMING Duur van de activiteit : 90 minuten: (20 min. per speelhoek, doorschuiven inbegrepen). Na 2 x doorschuiven kan een pauzemoment ingelast worden.
PRAKTISCHE TIPS
De kinderen zijn sportief gekleed. Elke speelhoek dient actief te worden begeleid, zodat de veiligheid optimaal gewaarborgd is en de kinderen voldoende bewegingsprikkels krijgen. Vóór het doorschuiven moet de speelhoek terug ordelijk gezet worden voor de volgende groep.
HOPSAKEE RIJMPJE één - twee hopsakee ballen rollen, doe maar mee blokkentoren klim er op dansen hup en hop hop hop rinkel-tinkel op en neer met je fietsje heen en weer. ONTWIKKELINGSDOELEN De vooropgestelde doelen zijn gesteund op het decreet “Ontwikkelingsdoelen en eindtermen”, informatiemap voor de onderwijspraktijk, Gewoon Basisonderwijs van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Departement Onderwijs, Afdeling Informatie & documentatie - 1999. De hieronder geformuleerde ontwikkelingsdoelen stellen we voorop in de speelhoeken ‘fietsen’, ‘bouwen en klauteren’ en ‘spelen met ballen’. Bij elk van deze speelhoeken formuleren we de specifieke motorische competenties die met het spelmateriaal worden beoogd. De ontwikkelingsdoelen van ‘muziek maken’ staan volledig geformuleerd bij de speelhoek.
-
Gezonde en veilige levensstijl:
De kleuters beleven zichtbaar plezier aan fysieke inspanningen. De kleuters kunnen in diverse spelsituaties de nodige kracht tonen om het eigen lichaamsgewicht en aangepast materiaal te verplaatsen en te verdragen.
4 Hopsakee! SVS
-
Zelfconcept en het sociaal functioneren:
De kleuters kunnen speels bezig zijn met de eigen beweging en lichamelijkheid. De kleuters tonen in hun experimenteergedrag dat ze de eigen mogelijkheden en begrenzingen aanvoelen. De kleuters durven de eigen bewegingsvormen en behendigheid tonen. De kleuters tonen in diverse bewegingssituaties een variatie aan innerlijk beleven. De kleuters kunnen materialen op geëigende manier gebruiken.
SPEELHOEKEN
1. Spelen met ballen 1-2 Hopsakee, ballen rollen doe maar mee...
MATERIAAL Rubberbal, reliëf bal,zintuiglijke bal met stekels (groot, klein), ovalen bal, kristallen bal met inwendige veelkleurige balletjes, ultralichte bal, dubbele rolbal. Het geheel aanvullen met kleinere ballen van de school.
OMSCHRIJVING EN INHOUDELIJKE TIPS De kinderen experimenteren met de verschillende ballen ; op signaal wordt gewisseld van bal. De kinderen vertellen hun ervaringen met de verschillende soorten ballen. Bijkomende opdrachten: de juf/meester geeft volgende opdrachten: - met de kleinere ballen : - bal duwen , drijven, schoppen... - bal rollen over en rond het eigen lichaam vanuit zit (over de benen, de romp...) - de bal rollen en gooien naar, in, af, uit.... : vb ballenspuwer , doos, onder brug, van hellend vlak, door een buis, hoepel,... - met de grote ballen : - de bal met hand, met buik, met voet, met hoofd... voortbewegen over de vloer - de bal naar elkaar rollen - 2/2 groepje - de ballen sorteren: kleur bij kleur, groot en klein - met een bal over een bank stappen.
-
SVS
Hopsakee!
5
LET OP ! VEILIGHEID ! Kinderen zullen al experimenterend op de bal gaan: - zitten; dit is slechts veilig op een mattenvloer (niet geschikt op grote ballen zonder hulp); - liggen; dit is alleen veilig wanneer het kind al liggend zowel handen als voeten tegelijkertijd op de grond kan houden (niet geschikt op grote ballen zonder hulp). De rolbal is het meest geschikt om met het liggen, zitten, glijden, afschuiven te experimenteren. Rollen gebeurt steeds in één richting !
ONTWIKKELINGSDOELEN Motorische competenties - Zelfredzaamheid in kind-gerichte bewegingssituaties - Lichaams- en bewegingsbeheersing: de kleuters kunnen het eigen lichaamsgewicht veilig opvangen d.m.v. rollen op en over ballen. De kleuters kunnen met eenvoudige bewegingsantwoorden snel reageren op auditieve, visuele en tactiele signalen. - Voorkeurlichaamszijde: de kleuters oefenen in taken waar tweehandigheid vereist is; het gebruik van linker- en rechterhand (voet). - Lichaamsopbouw: de kleuters kunnen zelf actief omgaan met wijzigingen in de lichaamshouding rekening houdend met de omgeving. - Groot- motorische en klein- motorische vaardigheden in gevarieerde situaties - Groot-motorische vaardigheden - De kleuters tonen een toenemende bedrevenheid in basisbewegingen met betrekking tot de kind-eigen bewegingscultuur. - De kleuters tonen actieve bewegingspogingen om de eigen behendigheidsgrenzen volgens eigen aanvoelen te verleggen. - Klein-motorische vaardigheden - De kleuters kunnen de functionele grepen gebruiken voor het hanteren van voorwerpen. - Bewegingsantwoorden - De kleuters kunnen een gepast bewegingsantwoord geven op eenvoudige bewegingsopdrachten. - Sensorische prikkels - De kleuters kunnen gerichte aandacht opbrengen voor verschillende sensorische prikkels en deze rustig laten inwerken o.a. zintuiglijke ervaringen - cognitieve ontwikkeling : de kleuters kennen en herkennen kleuren en benoemen de kleuren ; de kleuters leren begrippen en woorden.
-
6 Hopsakee! SVS
2. Bouwen en klauteren met en op modulusblokken en ludiblokken Blokkentoren, klim er op
MATERIAAL modulusblokken - ludiblokken - voldoende kleine matten.
OMSCHRIJVING EN INHOUDELIJKE TIPS De blokken liggen kris-kras door elkaar. De kinderen mogen vrij experimenteren met het aangeboden materiaal : al spelend oefenen zij vaardigheden zoals: dragen, klimmen, kruipen, glijden, springen, overstappen, door rollen, evenwicht, trekken, duwen, schuiven, sjouwen en dit over, onder, op , door, heen en weer ... van de verschillende blokken. Constructie met aangeboden los materiaal: tunnel, brug, huis, kasteel,... De juf/meester zorgt voor een veilige opbouw !! Verbouwen: de kleuteronderwijzer(es) en de kleuters variëren de opstelling en maken er een parcours van. De kinderen doorlopen het parcours. De kleuteronderwijzer(es) bepaalt het begin en het einde van het parcours.
-
-
-
ONTWIKKELINGSDOELEN Motorische competenties - Zelfredzaamheid in kind-gerichte bewegingssituaties - Lichaams- en bewegingsbeheersing: de kleuters kunnen diverse ruimtelijke hindernissen nemen d.m.v. zich te verplaatsen op, over, onder... verschillende soorten (grote, kleine, dikke, dunne, ronde,...) blokken. De kleuters kunnen het evenwicht behouden tijdens de verplaatsingen en bij houdingen op de diverse materialen. De kleuters kunnen onder begeleiding klein aangepast materiaal veilig heffen, dragen en verplaatsen. - Lichaamsbouw: de kleuters kunnen zelf actief omgaan met wijzigingen in de lichaamshouding rekening houdend met de omgeving. - Complexe ruimte-en tijdsfactoren : de kleuters zoeken zelf een uitvoeringsvolgorde in bepaalde opstellingen van obstakels. De kleuters kunnen 2 of meer opeenvolgende hindernissen nemen.
SVS
Hopsakee!
7
-
Groot-motorische en klein-motorische vaardigheden in gevarieerde situaties - De kleuters tonen een toenemende bedrevenheid in basisbewegingen met betrekking tot de kind-eigen bewegingscultuur. - De kleuters tonen actieve bewegingspogingen om de eigen behendigheidsgrenzen volgens eigen aanvoelen te verleggen.
3. Dansen en muziek maken Dansen hup en hop, hop, hop
-
-
MATERIAAL Muziekinstrumenten van de klas (de instrumenten zijn niet opgenomen in het aangeboden pakket, omdat wij ervan uitgaan dat de meeste kleuterscholen zelf over genoeg muziekmateriaal beschikken). Muzikaal tapijt of muzikaal bord. Cd’s met bewegingsliedjes (Cd-speler). OMSCHRIJVING EN INHOUDELIJKE TIPS Kinderen kiezen een instrument en experimenteren met het geluid. De kinderen luisteren naar elkaars geluid : de kinderen worden hiervoor om beurt door de juf/meester aangeduid. De kinderen wisselen van materiaal. Bijkomende opdrachten : - de kleuters imiteren een geklopt ritme van de juf/meester - de kleuters geven antwoord op een geklopt ritme - de kinderen bewegen op het ritme van hun eigen muziek - de kinderen vormen een fanfare - de kinderen spelen ritmisch een gekend kinderliedje. De kinderen dansen, bewegen op het ritme van de bewegingsliedjes. OPMERKING : de juf/meester moet begeleiden wat betreft ritme, tempo, sterkte,... ; de muziek moet genietbaar zijn; het mag geen lawaai om het lawaai worden. Indien mogelijk bevindt deze speelhoek zich in een aangrenzende ruimte.
8 Hopsakee! SVS
-
ONTWIKKELINGSDOELEN Motorische competenties - Zelfredzaamheid in kind-gerichte bewegingssituaties - Lichaams- en bewegingsbeheersing : de kleuters kunnen met eenvoudige bewegingsantwoorden snel reageren op auditieve en visuele signalen. - Rustervaringen : de kleuters komen tot rustervaringen. - Complexe ruimte- en tijdsfactoren : de kleuters passen de eigen beweging aan de snelheid en het tempo van bewegende objecten aan of aan de tijdsduur van auditieve signalen. - De kleuters passen hun bewegingsritme spontaan aan een eenvoudig opgelegd ritme aan. - De kleuters komen tot luisterbereidheid. - Groot-motorische en klein-motorische vaardigheden in gevarieerde situaties - De kleuters tonen een toenemende bedrevenheid in basisbewegingen met betrekking tot de kind-eigen bewegingscultuur. - De kleuters tonen actieve bewegingspogingen om de eigen behendigheidsgrenzen volgens eigen aanvoelen te verleggen. - De kleuters kunnen de functionele grepen gebruiken voor het hanteren van muziekinstrumenten, hamers, slaginstrumenten,... - Sensorische prikkels - De kleuters kunnen gerichte aandacht opbrengen voor verschillende sensorische prikkels, voornamelijk auditieve.
SVS
Hopsakee!
9
4. Fietsen Rinkel-tinkel op en neer, met je fietsje heen en weer.
-
MATERIAAL Loopfietsen - driewielers - driewielers met opstand - auto - rolly. OMSCHRIJVING FIETSPARCOURS EN INHOUDELIJKE TIPS Elke kleuter krijgt een fiets waarmee hij/zij vrij mag rondfietsen in de voorziene zone. Er kan van fiets gewisseld worden. Bijkomende opdracht :
a. de juf/meester plaatst kegels in de zone: kinderen moeten de kegellijn volgen in één bepaalde richting.
b. kinderen rijden slalom tss. de kegels: de te rijden weg wordt gemarkeerd op de grond: heenweg (slalom), terugweg (rechte lijn).
c. de kinderen rijden tussen de lijnen en onder de poortjes in de richting van de pijlen.
10 Hopsakee! SVS
-
ONTWIKKELINGSDOELEN Motorische competenties - Zelfredzaamheid in kind-gerichte bewegingssituaties - Lichaams- en bewegingsbeheersing : de kleuters kunnen diverse ruimtelijke hindernissen nemen door zich te verplaatsen op rollend en rijdend materiaal, al of niet met behulp van de voeten op de grond... De kleuters kunnen het evenwicht behouden in verplaatsingen en bij houdingen op diverse zitjes van rollend materiaal. - Lichaamsopbouw: de kleuters kunnen zelf actief omgaan met wijzigingen in de lichaamshouding rekening houdend met de omgeving. - Complexe ruimte- en tijdsfactoren: de kleuters zoeken een uitvoeringsvolgorde in bepaalde opstellingen van obstakels en kegels. - Groot-motorische en klein-motorische vaardigheden in gevarieerde situaties - De kleuters tonen een toenemende bedrevenheid in basisbewegingen met betrekking tot kind-eigen bewegingscultuur. - De kleuters tonen actieve bewegingspogingen om de eigen behendigheidsgrenzen volgens eigen aanvoelen te leggen.
LET OP ! De kinderen eerst laten oefenen op de fietsen alvorens te starten met slalom en volgopdrachten.
SVS
Hopsakee!
11
Materiaallijst 0pmerking: de school kan best het gamma van materiaal aanvullen met eigen materiaal: kegels, voldoende matten, muziekinstrumenten, ballen, cd’s. Alle gebruikte materiaal is terug te vinden bij WESCO, catalogus “leergenot”. De materialen kunnen licht verschillen per uitgeleende set. SPEELHOEK
1
spelen met ballen
MATERIAAL
AANTAL
rubberbal, reliëf bal, zintuiglijke bal met stekels (groot, klein) ovalen bal, kristallen bal met veelkleurige
balletjes, ultralichte bal, dubbele rolbal dunne gelaste matten
2
kit nr.2: zachte golf, 1/2 kubus, 3 treden kit nr.10: evenwichtsbalk, 1 blauwe mat, met/op modulusblokken en 2U-inbouw, bouwen met ludiblokken ton, heuvel kit B: 18 ludiblokken
bouwen en klauteren
wolf
3
1
8 1 1 1 1
1
De school beschikt over eigen muziekmateriaal
muziek
4
fietsen
12 Hopsakee! SVS
driewielers met pedalen tweezitloopdriewielers autoped
2 2 2
rolly ‘de coupé’
2 1