Algemeen Nijmeegs Studentenblad / januari 2011
Populisme is niets meer Onder het mes van een dan politiek drijfzand halalslachter Anton Zijderveld Hakken in Halal
Met een zelfgebouwd vliegtuig naar Kenia Joost Conijn
Vooraf Tekst: Redactie P. 02
commentaar Januari beschouwend ontspringt er geen enkele positieve gedachte. De vakantie zit erop, alle feestelijkheden met bijbehorende incassering van cadeaus laten weer een jaar op zich wachten en een leuk vooruitzicht is ver te zoeken. Is het misschien al bijna lente? Nee. Bijna carnaval dan? Nope. Veelbelovende kabinetsplannen? Helaas. Vooral het vrouwelijk schoon heeft het zwaar te verduren. De decembermaand was een legitieme reden om het lichaam lekker vol te proppen met chocoladepepernoten en –kerstkransjes, waardoor mevrouw in januari des te meer wordt geteisterd door zichtbare rolletjes die alle overtollige kilo’s met zich meebrengen. Ook moet de vrouw met pijn in het hart weer afstand doen van al het kunstmatig groen, kaarsjes en andere nare knussigheden die haar lieten stilstaan bij alles wat is. Het is immers zelden de man die het ‘gezellig’ maakt tijdens de feestdagen. Hopelijk probeert ze de leegte niet op te vullen met een emotionele vreetbui. Toch is januari zo erg nog niet. Hoewel mannen zich wellicht ook druk zouden moeten maken over het aantal verorberde biertjes, doen ze dat gewoonweg niet. Daarenboven was de decembermaand niet bepaald een feestje voor kerels, gezien de afwezige behoefte aan al die kneuterigheid. Zoals ook Volkskrant-columnist Wim de Jong stelt: ‘Geef het als gemiddelde weinig-empathische masculiene knoest maar eens allemaal een plekje.’ Hulde aan januari waarin dat allemaal niet meer van je verwacht wordt. Wat er wel van je verwacht wordt, zijn goede voornemens. Wellicht helpt deze ANS je daar een handje bij. Vrouwen die minder willen eten, moeten even de reportage over een halalslachterij lezen. Weg eetlust. Mannen die dit jaar echt minder willen gamen, worden vanzelf afgeschrikt in de reportage over gameverslaving. Degenen die behoefte hebben aan een jaar met wat minder conventies, kunnen een voorbeeld nemen aan kunstenaar Joost Conijn. Heb je zin in een reisje naar Afrika? Bouw gewoon een vliegtuig en ga! De hoofdredactie
12
16
DEZE ANS 07 Anton Zijderveld Het populisme viert hoogtij. Niet alleen in Nederland, maar ook in de landen om ons heen. Anton Zijderveld, emeritus-hoogleraar Sociologie, zegde daarom zijn CDAlidmaatschap op en schreef er een essay over. ‘De enige oplossing is tijd.‘ 12 Virtuele vlucht Met de populariteit van online games als World of Warcraft is het gevaar van een gameverslaving vergroot. In afzondering nachtenlang doorspelen kan ernstige gevolgen hebben voor de rest van je leven. Of heeft gamen ook een positieve invloed? 18 Meelopers: hakken in halal Afgehakte runderkoppen, liters bloed en gevilde huiden. Hoe gaat het er aan toe in een halalslachterij? ANS mocht een dagje meekijken in de keuken van slachterij New Atlas BV. 20 Joost Conijn In een zelfgebouwd vliegtuig vloog hij van West- naar Oost-Afrika. Op dit moment beschrijft de kunstenaar zijn belevenissen in een boek. ‘Ik neem een voorbeeld aan mensen die conventies doorbreken.’ 04 05 06 24 25 26 28 30 31 32
18
Nijmeegse braindrain Samantha’s Garden Het laatste oordeel Tegen de muur De graadmeter Het issue De bankzitter Colofon Crypto Tot de bodem
26
Tekst: Redactie/ Illustratie: Erik Molkenboer ANS-Online.nl P. 03
niet Requiescat in pace Te vroeg is ons helaas ontvallen de site van het universiteitsblad Vox. Ruim vier jaar geleden maakte oud-ANS’er en oud-Vox’er Jaap Stronks een site ‘specifiek gericht op de deelnemers aan de Nijmeegse studentenintroductie’. De grote broer van ANS-Online was geboren en pas vorig jaar konden we echt concurreren. Sinds deze lente was de groei eruit en na de zomer leek de strijd de Vox-redactie niet meer te boeien. Binnenkort is er een nieuwsplatform dat met de digitale rode pen wordt gecontroleerd. Zoals staatssecretaris Zijlstra het graag ziet, duurde het bestaan nauwelijks meer dan vier jaar en was de uitloop niet onnodig lang. Tot zover de onafhankelijke nieuwsgaring door de universiteit. Het is stom! Het zou ook over het bovenstaande voorval kunnen gaan, maar helaas was deze inspiratieloze slogan te horen bij de protesten tegen de langstudeerdersregeling. Hoezeer we onze makkers op de barricaden ook ondersteunen, die slogan kan toch echt wel beter. Daar dachten niet alleen wij zo over en daarom hebben de organisatoren van de protestmarsen zichzelf een herkansing geboden. Op vrijdag 21 januari worden alle studenten door een samenwerkingsverband van landelijke studentenorganisaties verwacht op het Malieveld in Den Haag. Met betere slogans uiteraard. ‘We moeten een keer een kunstenaar interviewen!’ Het was al een tijdje terug en dus besloten we weer een kunstenaar aan te schrijven. De bezuinigingen op kunst en cultuur waren bovendien een goede aanleiding. Onze keus viel op Joost Conijn, hij vloog immers deze zomer nog met een zelfgebouwd vliegtuig naar Kenia. Conijn bleek nogal een controlfreak. Een fotograaf was niet welkom en hij wilde het interview autoriseren alvorens eigen foto’s aan
te leveren. Chantage zo bleek achteraf. Iedere verbeterde versie stuurden we braaf op waarna een denigrerende kanonnade aanpassingen door de telefoon volgde. Afspraken om foto’s op te sturen leefde hij niet na, pas enkele uren voor de deadline zwichtte hij. Dat internet gaat ooit nog eens heel groot worden ANS-Online mag dan wel een kort kerstverlof ingelast hebben, in 2011 gaan wij vrolijk verder met het onderhouden van onze site. Na een interview met Volkskrant-columnist Bert Wagendorp als kerstcadeautje onder de al bijna uitgevallen kerstboom, verschijnt begin januari een opvolger van het Kenny van Hummel-interview. Kai Reus was wielrenner, maakte tijdens een training bijna letterlijk een doodsmak en lag elf dagen in coma alvorens te ontwaken. Inmiddels is hij gestopt met fietsen en heeft hij zich gericht op het marathonschaatsen. Waarom? En hoe is het om te leven na een bijna-doodervaring? ANS Kijk voor uitgebreidere berichtgeving en meer nieuws op ANS-Online.nl
Het Algemeen Nijmeegs Studentenblad is een onafhankelijk maandblad dat gratis in de binnenstad en op de Radboud Universiteit Nijmegen wordt verspreid. Het verschijnt 10 keer per jaar in de maanden september t/m juni. De uitgave van ANS wordt mede mogelijk gemaakt door:
De wijzen vertrekken uit het Oosten Tekst: Dorien Pool en Valerie Rutjes P. 04
Nijmeegse braindrain De ambitie van de Nijmeegse student reikt voorbij de grenzen van de provincie Gelderland. De Randstad vormt voor velen een intellectueel toevluchtsoord wanneer de eigen stad tekort schiet. ‘Nijmegen is niet sexy.’ Na een studententijd in Groningen, Enschede of Nijmegen gaan veel afgestudeerden op zoek naar een baan in het Westen des lands. Als gevolg hiervan ondervinden verschillende studentensteden in randgebieden een zogenaamde braindrain. Geografisch gezien valt Nijmegen in de perifere zone. Cijfers van de eenheid Marktverkenning, Strategie en Ontwikkeling (MSO) van de Radboud Universiteit laten zien dat ook de Waalstad lijdt onder een kennisvlucht. Van de Nijmeegse alumni zoekt 59 procent zijn heil elders. Dit is een groter aandeel dan in andere provincies. In Groningen, het ultieme voorbeeld van een leeglopende stad, verlaat de helft van de afgestudeerden de stad. Hoogopgeleiden zijn van grote waarde voor een stad en een stimulans op wetenschappelijk, economisch en cultureel gebied. Groningen en ook Nijmegen zijn ‘roltrapsteden’. Studenten gebruiken de stad om een betere maatschappelijke positie te verkrijgen en maken hun opgedane kennis elders te gelde. Een stad investeert jarenlang in deze studenten en vervolgens leidt deze investering tot niets. Met name de Randstad heeft een grote toestroom vanuit andere steden. Een op de zes Nijmeegse alumni woont en werkt in de provincies Noord- of Zuid-Holland. Hoe kan het dat zoveel studenten na hun afstuderen besluiten Nijmegen te verlaten? En belangrijker, hoe kan deze braindrain voorkomen worden? Stadsreclame Citymarketeers proberen inwoners aan de stad te binden. Hierbij onderscheiden zij drie factoren: werk, huisvesting en beeldvorming van de stad. Dit zijn ook de drijfveren voor afgestudeerden om ervoor te kiezen hun studentenstad te verlaten. Gert-Jan Hospers is bijzonder hoogleraar City- en Regiomarketing aan de Radboud Universiteit. Hij onderzoekt de gevolgen van een braindrain voor steden en remedies daarvoor. Hospers constateert dat in Nijmegen verschillende push- en pullfactoren een rol spelen.
‘Met name beeldvorming heeft grote invloed op studenten. Het klinkt goed om te zeggen dat je naar de Randstad gaat. Daar zitten de grote namen. Werken voor een minder bekend provinciaal bedrijf is niet sexy.’ Volgens Hospers moet Nijmegen proberen inwoners te behouden en niet aan te trekken. ‘Het culturele klimaat is een groot pluspunt voor Nijmegen. Praktische zaken als huisvesting en werkgelegenheid vragen echter nog om verbetering.’ De gemeente Nijmegen houdt zich hier naar eigen zeggen voldoende mee bezig. ‘We willen afgestudeerden graag aan de stad binden door beginnende ondernemers te steunen en meer starterswoningen te bouwen.’ Zij ontkent dat er sprake is van een probleem. ‘Onze afdeling Citymarketing houdt zich niet specifiek bezig met deze doelgroep. Het wegtrekken van alumni heeft altijd al plaatsgevonden en heeft daarom geen prioriteit’, aldus de persvoorlichter. Van eerstejaars tot starter Huisvesting vormt een groot probleem en kan reden zijn voor vertrek. Studentenvakbond AKKU zet zich in voor studenten en afgestudeerden op de woningmarkt. ‘Het probleem is breder dan alleen het kamertekort voor studenten. Het gaat om het gehele traject van eerstejaars tot starter. De doorstroom wordt geblokkeerd door lange wachttijden’, aldus voorzitter Willem de Kleijne. ‘Voor sommige studentenwoningen sta je vijf jaar op een wachtlijst. Deze wachttijden ontstaan onder andere doordat veel afgestudeerden in hun studentenkamer blijven wonen in plaats van door te schuiven naar starterswoningen.’ Niet alleen AKKU zet zich in voor dakloze studenten en afgestudeerden. Ook de gemeente, Stichting Studentenhuisvesting Nijmegen (SSHN) en woningcorporatie Standvast werken aan verbetering van de situatie. De gemeente is van plan tweeduizend studentenwoningen bij te bouwen en Standvast gaat onder andere onderzoek doen naar de woonwensen van starters. Er liggen mooie plannen op tafel, maar de vraag zal het aanbod blijven overstijgen. Het inwonersaantal in Nijme-
Samantha’s Garden P. 05
Samantha’s garden Samantha’s Garden is waar ik woon, het is het huis dat ik met vijf vriendinnen deel. Ik? Ik ben een studente met een hart voor vinyl. Belg bovendien.
gen blijft groeien en op de lange termijn zijn tweeduizend extra woningen bij lange na niet genoeg. Arbeidsmarkt Uiteindelijk is het vinden van een baan de doorslaggevende reden voor afgestudeerden om hun studentenstad te verlaten. Detacheringsbureau Randstad ziet bij bemiddeling voor starters dat de grote steden met name meer in trek zijn voor studenten Bedrijfs- en Bestuurskunde. ‘Denk aan de politiek in Den Haag voor bestuurskundigen. Amsterdam, Rotterdam en Utrecht hebben voor bedrijfskundigen en bestuurskundigen een aantrekkingskracht door de aanwezigheid van grote bedrijven, adviesbureaus, banken en verzekeraars,’ aldus consultant Alexander van der Graaff van Randstad. Hospers geeft aan dat 40 procent van de studenten bij de organisatie waar hij stage loopt blijft plakken. ‘Lokale overheden en bedrijven moeten investeren in stageplekken, aangezien die een brug kunnen slaan tussen studententijd en carrière.’ Het is moeilijk het imago van een stad te veranderen, hoe hard citymarketeers dit ook proberen. Beeldvorming lijkt een hardnekkig probleem. Nijmegen staat bekend als een gezellige, culturele en linkse studentenstad. De associatie met de zakenwereld en carrièretijgers ligt dan ook niet direct voor de hand. Daartegenover staat de Randstad, waar het grootste deel van het Nederlandse bedrijfsleven geconcentreerd is, een oase voor nieuwelingen op de arbeidsmarkt met een dorst naar het grote geld. Nijmegen kan met name wat betreft de woning- en arbeidsmarkt nog veel doen om de stad aantrekkelijker te maken voor starters. Tweeduizend nieuwe studentenwoningen zijn niet voldoende en plannen voor starterswoningen moeten omgezet worden in daden. Daarnaast zou het voor afgestudeerden niet nodig moeten zijn naar de Randstad te gaan om een baan te vinden. Carrièrekansen moeten ook in Nijmegen te vinden zijn. ANS
Die maand brulde de wind zo hard dat de oude dames bontjassen droegen en in het bankkantoor aan elkaar vertelden dat België ‘Siberisch’ was. Ik geloofde hen. Ik heb de vingers van mijn moeder. Ze trekken spierwit weg na de eerste stap die ik buiten zet. Ik ben geboren in de zomer en zo zal ik altijd zijn. Die maand had ik een nachtmerrie waarin roze fluostiften door de kamer zweefden en ik in de spiegel zag hoe zich onder mijn rechteroog een derde oog begon te vormen. Eerst een snee, dan wimpers, dan een oogbol. Toen werd ik wakker. Badend in het zweet. Het was de warmste nacht van de maand. Die maand werd de namaaktijger in de etalage van de lingeriewinkel om de hoek vervangen door bewegende ijsberen. Bikini’s en ijsberen. Ik vind het absurd. Er staat een grote ijsbeer rechtop, zijn poten zijn in een onnatuurlijke hoek naar buiten gedraaid en ze gaan op en neer terwijl hij een lingerieaffiche aanbiedt aan een schaars geklede etalagepop. Een beetje verder ligt een ijsbeer op de grond. Hij hangt vol sneeuw. Zijn buik gaat traag op en neer. Hij kijkt omhoog, onderdanig. Er reiken vijf etalagepoppen in bikini boven hem uit. Ze staan met hun handen in hun zij, de blik strak naar voren gericht. Het heeft iets pervers. Ik dagdroom dat de ijsbeer opspringt en de etalagepoppen opeet. ‘I like it when wild animals attack their trainers, I think they deserve it.’(Post Secret – Frank Warren) Die maand ging ik naar de theatervoorstelling van mijn vriend en zag hoe ze hem in een plastieken zak staken. Hij bleef liggen en de zak besloeg met damp. Ik weet dat het ‘niet echt is’, maar toch maakte ik stiekem een reddingsplan op. Voor het geval dat. Ik vond het steengoed. Ik geloofde het. Ik hou van verhalen die goed verteld zijn. Van het gezoem van theaterspots. Zolang je dat hoort, is alles nog mogelijk. En ik hou van het einde, wanneer de spelers komen buigen. Allemaal. De ‘goeden’, de ‘slechten’, en ook de doden. Ze hebben het beste van zichzelf gegeven, en staan achteraf zo’n beetje verlegen op een rijtje. Ik vind het prachtig. Op het moment dat ik dit schrijf, wordt in Den Haag geprotesteerd tegen de culturele bezuinigingen. Ik hoop dat iedereen mee schreeuwt. Zoals Jacques Brel zegt: ‘Sla de bal mis, struikel, sta vol blauwe plekken en schrammen, maar DOE IETS. Opdat verhalen kunnen blijven verteld worden.’
Het laatste oordeel Tekst: Susanne Geuze en Henk Strikkers/ Foto: Yahya Hussin P. 06
het laat ste oor deel
studie: Politicologie college: Europese Politieke Filosofie, maandag 6 december, 10:45 - 12:30, TvA 2.00.13 docent: Prof. dr. M. L. J. Wissenburg uitstraling: Stuiterende Sigmund look-a-like publiek: Standaardmelange met enkele goedgebekte wijsneuzen inhoud: Waarom werk van cultfiguur Rousseau op ieder nachtkastje moet liggen eindcijfer: 8
Duffe opsommingen of ultiem entertainment? Iedere maand verschanst ANS zich in de collegebanken om een genadeloos oordeel te vellen over het onderwijs aan de RU. Terwijl de studenten de Eredivisiewedstrijden van afgelopen weekend bespreken, komt Wissenburg met ferme tred de collegezaal binnenlopen. Met een paar klikken start hij de Powerpointpresentatie en wanneer hij zijn hand tegen zijn oor houdt, is het snel stil. ‘Zelfs in de politieke filosofie heb je soms instrumenten nodig’, zegt hij wanneer hij zijn handschoenen laat zien. In de reeks grote politieke denkers wordt vandaag de Zwitser Jean-Jacques Rousseau besproken. Wissenburg is meteen in zijn element. Druk gebarend wandelt hij op en neer. Helaas moeten de achterste rijen het door zijn bescheiden postuur met alleen zijn stemgeluid stellen. Het college begint niet met de Geneefse geleerde, maar met de Fransman Voltaire ‘omdat ik vind dat jullie dat ook moeten weten.’ De kleine politiekfilosoof weet zijn uiteenzetting levendig te houden door met actuele voorbeelden te strooien. ‘Je kunt de werken van Rousseau en Voltaire vergelijken met die van respectievelijk Job Cohen en Youp van ’t Hek. Wie heb je liever op je nachtkastje?’ Wanneer Wissenburg over de boekjes vol politiek en porno van Marquis de Sade begint, luistert vrijwel iedereen met rode oortjes. Dan wordt de brutale vraag gesteld of die politieke intermezzo’s overgeslagen kunnen worden. De professor antwoordt met luide lach: ‘Ik kan uit eigen ervaring vertellen dat de porno uitermate teleurstellend is.’ Al snel vallen de studenten de giebelende grijsaard bij. Het nut van de handschoentjes wordt duidelijk wanneer hij een eerste druk van Voltaires Collection d’anciens évangiles tevoorschijn haalt. ‘Dit boek valt uit elkaar als ik het te lang vasthoud.’ Kort voor de pauze komt Rousseau, ‘de held van vandaag’, pas aan bod. In plaats van een langdradige beschouwing van zijn theorieën, begint Wissenburg over het uitbundige liefdesleven van de filosoof. ‘Politieke filosofie is over het algemeen geen vetpot, dus dan maar af en toe met de benen wijd voor een rijke vrouw, moet Rousseau gedacht hebben.’ Direct daarna komt de zwaardere kost aan bod. Volgens de achttiende-eeuwse filosoof zijn de beschaving en eigendomsrechten hoofdschuldige van het moreel verval. Daarmee is een vals maatschappelijk contract afgesloten. Rousseau pleit voor een nieuw sociaal contract dat iedereen evenveel rechten geeft. Dit moet worden uitgevoerd door een centraal orgaan dat de volonté générale, de algemene wil, vertegenwoordigt. Alle studenten pennen stevig mee. Tien minuten voor afloop van het college neemt het rumoer toe, maar met sussende lichaamstaal weet Wissenburg het nog even stil te krijgen. Klokslag half één is het met de rust gedaan en is het thema van het volgende college nauwelijks nog hoorbaar. Het Laatste Oordeel der Studenten Veelal positieve reacties vallen Wissenburg ten deel. De professor wordt getypeerd als ‘een grappig, neurotisch mannetje dat leuke, soms nuttige anekdotes kan vertellen.’ De Powerpointpresentatie valt echter niet bij iedereen in de smaak, deze zou te bondig zijn. Desondanks blijft het college volgens het publiek altijd verrassend en de lange anekdotes vormen voor de meerderheid een welkome afwisseling. Eén student blijkt fan van de flauwe verhaaltjes: ‘Wissenburg is een combinatie tussen professor Zonnebloem uit Kuifje, Perkamentus uit Harry Potter en professor Xavier uit X-men.’ ANS
Leef, woon, werk, feest... met ANS P. 7
Het redelijke alternatief Het CDA zei hij vaarwel vanwege een meningsverschil over islamofobie. Als emeritus-hoogleraar Sociologie analyseert Anton Zijderveld de huidige hoogtijdagen van het populisme. ‘Over twintig jaar lachen we om deze idiotie.’
Interview Anton Zijderveld Tekst: Henk Strikkers/ Foto’s: Martijn Wehrens P. 08
‘Voormalige partij’, corrigeert Anton Zijderveld (73) nog voordat een vraag over de huidige regering is gesteld. Het illustreert de spitsvondigheid van het ex-lid van het ChristenDemocratisch Appèl (CDA) en emeritus-professor Cultuursociologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR). Zijn woonkamer is volledig volgebouwd met literatuur, maar zijn eigen werk bewaart hij er niet pontificaal: ‘Ik heb een hoekje waar ik alle dissertaties die ik begeleidde en mijn eigen uitgaven bewaar. Dat noem ik wel gekscherend mijn ego-corner.‘ Zelfs zijn essay Populisme als politiek drijfzand over oorzaken van en oplossingen voor populisme, is niet te bekennen tussen de Bertolt Brechts, Jules Vernes en Louis Paul Boons. Omringd door de grote meesters der letteren oogt Zijderveld ontspannen en vertelt hij over zijn levensloop. Als klein kind zat hij vast in een Jappenkamp in NederlandsIndië, wat de overgang naar het christelijke onderwijs in Utrecht niet vergemakkelijkte. ‘Ik was een kleine barbaar en kon het autoritaire en verzuilde Nederland van de jaren vijftig totaal niet verdragen.’ Nederland verruilde hij al snel voor Connecticut, waar hij ging studeren. ‘Ik was totaal overdonderd toen ik daar aankwam. In Nederland was het destijds normaal om op straat stil te gaan staan en een neger na te wijzen, terwijl in de Verenigde Staten alles door elkaar liep. Geel, zwart, rood, wit. Dat was een ongelooflijke eye-opener.’ Via Montréal kwam Zijderveld terug naar Nederland om zich begin jaren zeventig als ‘agnostische cultuurprotestant’ op te werken tot hoogleraar aan de Katholieke Hogeschool. Hij was professor Sociologie en Filosofie aan de EUR en toen Pim Fortuyn daar gasthoogleraar was werd hij zelf geconfronteerd met populisme. Tegelijkertijd was hij actief voor het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA, totdat zijn oproep tot een debat over islamofobie binnen de christendemocratische partij werd genegeerd. De geknapte sarong ‘Het CDA ging op een vreselijk stomme manier om met de islam. Maxime Verhagen sloeg steeds hardere, Wildersachtige kreten uit. En hij was niet de enige. Met name in dorpen als Staphorst en Urk is men doodsbang voor de islam, omdat men het daar niet kent. Door die harde taal verloren wij islamitische kiezers.’ Naast puur electorale redenen ziet Zijderveld een principiëler argument om de partij niet van de islamitische Nederlanders te vervreemden. ‘Wij hebben veel gemeen met moslims. Sterker nog, we hebben ze bijvoorbeeld nodig in de strijd voor behoud van de vrijheid van onderwijs. Daar is veel te weinig aandacht voor.’ Hij belegde met Ruud Lubbers en een aantal andere gelijkgezinden een bespreking op het CDA-partijbureau. Deze liep naar eigen zeggen volledig uit de hand. ‘Er waren prominenten die riepen dat islamofobie in mijn voormalige partij niet bestond en al snel verloor het debat haar inhoud. Uiteindelijk zat de partijvoorzitter zelfs een beetje te dutten. Ik bestempelde
de poging als mislukt.’ Een lach zwelt aan. ‘Een paar weken later kreeg ik een uitnodiging voor een debat over “Islam en het CDA”. Ik was totaal niet betrokken bij dat idee en de uitvoering daarvan. Nou, toen knapte mijn sarong, zoals we in Indië zeggen. Ik was echt heel boos en heb toen een briefje geschreven naar het bestuur van het CDA waarmee ik mijn lidmaatschap opzegde.’ Staccatocultuur Bang zijn voor de islam of de islamisering van ons land is volgens Zijderveld onnodig. ‘Ik kom uit een calvinistisch onderwijzersgezin. Ik kan me goed herinneren dat het Centraal Bureau voor de Statistiek in de jaren vijftig met de mededeling kwam dat 51 procent van de Nederlanders katholiek was. Bij ons sloegen de stoppen door. We dachten in een protestantse natie te wonen en nu kwamen die volgelingen van de paus ons de les lezen. Direct daarna begon de ontkerkelijking. Ik zie nu ook tekenen van ontmoskeeïsering. Over twintig jaar lachen we om de idiotie waar we nu middenin zitten.’ Rotterdam heeft volgens Zijderveld een goed integratiebeleid. Met name over de aanpak van de Millingsbuurt, in vroeger tijden ‘een enorme zee van ellende’, is hij lyrisch. ‘Die wijk werd een toonbeeld van alles wat slecht was en na een tijdje pikten de bewoners dat niet langer. Autochtonen en allochtonen werkten samen aan sociale vernieuwing en bestreden de problemen. De gemeente faciliteerde slechts de facelift door de huizen op te knappen. Dat is nu een fantastische wijk geworden, maar daar hoor je niets meer over op het journaal.’
‘Alles in de media moet kort en pakkend. Ze zijn hijgerig, alleen oneliners en hypes tellen nog.’ Zijderveld lijkt aanstoot te nemen aan de manier waarop media zich tegenwoordig gedragen. ‘Ik weet ook wel dat goed nieuws geen nieuws is. Het lijkt echter alsof zij niet langer bewust zijn van hun educatieve functie. Het is enkel hijgerig, alleen oneliners en hypes tellen nog. Ik noem dat weleens de “staccatocultuur”. Alles moet kort en pakkend.’ Het enige moment waarop Zijderveld echt stil lijkt te vallen is na de vraag of er nog wel ruimte is voor nuance in de politiek. Na een seconde of tien vervolgt hij: ‘Dat is een moeilijk punt. Wanneer je in twee zinnen weinig genuanceerd een standpunt kunt beargumenteren, heb je al snel de media achter je. Daardoor krijg je een uitstraling en een air die electoraal heel gunstig is. Ik hoop dat het daarmee snel afgelopen is. Gelukkig zijn de eerste tekenen van een ommekeer al zichtbaar. Alexander Pechtold doet het bijvoorbeeld erg goed in de peilingen en dat terwijl hij zich wel genuanceerd uitdrukt. Dat had Maxime Verhagen moeten doen, verdomme.’
Meer dan onderwijs alleen Idealiter ziet de éminence grise de rol van de media veranderen van verslaggeving naar educatie. ‘Naast het aanpakken van sociaaleconomische achterstanden is dat een belangrijk punt in de strijd tegen populisme. Educatie is veel meer dan onderwijs, het heeft te maken met een kritische houding. Daar hebben we veel te weinig aan gedaan.’ Het is echter niet alleen de matige opleiding van velen die ervoor zorgt dat zij ten prooi vallen aan populistische partijen. Ook hoogopgeleiden sluiten zich volgens Zijderveld na een tijdje aan bij dat soort politici. Zo vertelden zelfs professoren dat zij op Wilders zouden stemmen: ‘Aan het hoogleraarschap was vroeger een enorme status verbonden. Ik was professor doctor A.C. Zijderveld en brieven openden steevast met “Hooggeleerde heer”. Met name oudere professoren hebben moeite met de nivellering en democratisering van de universiteiten en dan hoor je: “Wilders zegt het tenminste”.’ Hitler was een socialist Zijderveld lacht om de bezwaren van zijn voormalige collega’s. Zelf heeft hij geen problemen met de moderne samenleving. ‘Ik vind het heerlijk dat alles op me afdendert.’ Zijn vele buitenlandse gasthoogleraarschappen hebben hem geleerd cultuur en politiek te relativeren en ook dat populisme vrijwel altijd dezelfde kenmerken heeft. Het grondkenmerk is de uitspraak Vox populi, vox dei, de stem van het volk is Gods stem. ‘Maar de stem van het volk bestaat helemaal niet. Geert Wilders mobiliseert enkel onvrede die voortkomt uit persoonlijke rancunes, ongeluk en angst.’
Andere karakteristieken van populisme zijn een beweging met een absolute leider en een programma met duidelijke nationalistische en socialistische inslag. Voordat hij zijn betoog voortzet, waarschuwt hij: ‘Ik weet dat het gevaarlijk wordt en het mag eigenlijk niet, maar ik doe het toch. Ik vergelijk het heden weleens met Duitsland in de jaren dertig. Natuurlijk is het een totaal andere situatie, want de Weimarrepubliek zat economisch volledig aan de grond en haar eer was gekrenkt. Wilders gebruikt nu precies dezelfde slimme combinatie van nationalisme plus socialisme. De nazi’s waren bijvoorbeeld net als Wilders ongelooflijk gebeten op communisten en sociaaldemocraten, maar Hitler was een socialist. Dat zijn parallellen die heel griezelig zijn.’
‘Barry Madlener wil met drie kornuiten het Europese Parlement met 736 leden opheffen. Nou, veel succes.’ Drijfzand Populisme kan volgens Zijderveld maar op één manier overleven, namelijk wanneer het op korte termijn de macht in handen krijgt. ‘En dan wordt het echt heel gevaarlijk, kijk maar naar wat er met Franco, Mussolini en Hitler gebeurde. Daar moet ik echter direct bij zeggen dat ik dat in Nederland of in Europa niet zie gebeuren, het is soms eerder treurig. Het mooiste voorbeeld daarvan is nog wel PVV’er Barry Madle-
Leef, woon, werk, feest... met ANS ANS-Online.nl P.P.10 10
ner. Die gaat met drie kornuiten het Europees Parlement van 736 man opheffen. Nou, veel succes.’ Wanneer populisten wel verkiezingssuccessen boeken, maar zij niet de absolute meerderheid krijgen, zijn ze volgens Zijderveld gedoemd tot mislukking. Het is direct de titelverklaring van zijn boekje Populisme als politiek drijfzand. Populistische partijen die successen boeken, scheppen vaak verwachtingspatronen waar zij niet aan kunnen voldoen. ‘Wanneer het CDA en de VVD het goed hadden gespeeld, had Wilders compromissen moeten sluiten en kan hij niet toeteren wat hem zint.’ Dat populisten die winnen deel gaan uitmaken van het establishment waar zij zo sterk tegen ageren, is niet de enige reden voor Zijderveld om populisme als drijfzand te bestempelen. Ook het bestaan van opstandige politici die de leider naar de troon willen steken, maakt populistische partijen erg zwak. ‘Ik heb een voorspelling gedaan in mijn boekje en dat is erg gevaarlijk, want voorspellingen van sociologen komen nooit uit.’ Een schaterlach volgt. ‘Die van economen trouwens ook niet, maar ik voorspelde in Populisme als politiek drijfzand dat Hero Brinkman de tweede plaats niet zou accepteren. Hij werd ditmaal op plaats elf van de kandidatenlijst gezet, dat kan hij nooit verkroppen. Zijn plannen voor een democratische partijstructuur en een jongerenbeweging zijn daar een rechtstreekse uitwerking van.’
‘De oplossing voor populisme? We hebben tijd nodig en verdergaande modernisering.’ De dictatuur van de meerderheid Naast media, educatie en interne onrust kunnen ook politieke buffers ervoor zorgen dat populisten niet snel de absolute macht in handen kunnen krijgen. Voorbeelden daarvan zijn weinig directe democratie en een politiek stelsel met twee Kamers. Zijderveld lijkt daarin een behoorlijk radicaal standpunt in te nemen. ‘Ik vind referenda en andere vormen van directe democratie erg angstaanjagend. Wanneer na zware debatten en een lange periode zowel de Tweede Kamer als de Eerste Kamer met een wetsvoorstel instemmen, dan moet dat voorstel wel goed zijn. Dat is bij een door het volk genomen beslissing anders. Bovendien worden bij referenda kleine partijen uitgesloten van het debat en dat neigt naar een dictatuur. De dictatuur van de meerderheid.’ Zijderveld is erg positief over representatieve democratie en interne partijdiscussies. De Eerste Kamer roemt hij om haar reflectietaak en haar leden omdat zij drie dagen in de week een baan in de maatschappij hebben. ‘Dan kun je die Eerste Kamerleden wel wegzetten als mensen die van ons belas-
tinggeld zitten te kletsen, maar daar wordt zorgvuldig besloten. Het is soms rechtvaardig om te twijfelen aan de vakbekwaamheid van politici, maar ik vind het een fijn gevoel dat het mensen zijn die dat als beroep hebben. Ik doe mijn vak, daar moeten politici zich vooral niet mee bemoeien en dan wil ik best beloven dat ik me ook niet met hen bemoei. Al die tv-debatten zie ik ook niet, ik controleer de politieke partijen wel één keer in de vier jaar bij de verkiezingen.’ Wanneer het einde van het anderhalf uur durende gesprek nadert en er een enorme uiteenzetting van het populisme in de Nederlandse geschiedenis en elders ter wereld achter de rug ligt, resteert één vraag. Want wat is eigenlijk de oplossing voor populisme? Zijderveld denkt nog één keer lang na. ‘Ik ga een heel stom antwoord geven. Tijd. Het heelt niet alleen wonden, maar neemt in een democratische rechtsstaat ook de scherpe kantjes van maatschappelijke en politieke conflicten weg. Hetgeen we bovendien nodig hebben is verdergaande modernisering van ons land. Er zullen altijd ontevreden lieden zijn en onvrede kan altijd gemobiliseerd worden. Wilders kan dan wel van het politieke podium verdwijnen, de onvrede blijft bestaan. De voedingsbodem blijft immer aanwezig.’ ANS
Adverteren? Leef, woon, werk, Kijk op feest... ANS-Online.nl met ANS P.P.11 11
ansjes Een Ansje mag maximaal 35 woorden bevatten en kost 5 euro. De waarde van de aangeboden goederen mag de 900 euro niet te boven gaan. Mail naar
[email protected] Studentpool.net, dé website voor studenten op het gebied van wereldwijde stages, bijbanen, startersbanen, gratis studieboeken en carrièreadvies. Gratis bemiddeling! Wij zijn ook doorlopend op zoek naar studentredacteuren. Interesse? Mail naar:
[email protected] De meeste studenten betalen gemiddeld 80 euro te veel huur per maand. Jij toch niet? Huurteams Nijmegen helpt gratis bij: huurprijs verlagen, servicekosten, all-inprijzen en onderhoudsklachten. Kijk op: www.huurteamsnijmegen.nl Mail:
[email protected] Bel: 06-24247473 GEZOCHT DANSERS!! Lijkt het jou leuk om samen met een groep dansers op te treden samen met zangeres Amadea, kom gezellig een keer kijken. Lerato Music boekingskantoor kantoor: 024- 388 99 33 mobiel: 06- 23 12 66 66 e-mail:
[email protected] BELEEF CULTUUR, BOUW MEE Uniek vrijwilligerswerk in het buitenland met internationale groepen, 2-4 weken, lage kosten. Kijk op www. ibo-nederland.org of kom naar een infodag: zaterdag 12 maart in Nijmegen of vrijdag 18 maart in Utrecht.
Game over Tekst: Eva-Marijn de Vries en Jozien Wijkhuijs/ Illustratie: Chris Berenbak P. 12
virtuele vlucht Het predicaat ‘verslavend’ is de ultieme waardering voor computerspellen. De keerzijde is dat gamers zich kunnen verliezen in excessief spelen. ‘Na ruim tien uur spelen ging ik ijlen en de virtuele wereld als echt beschouwen.’ Waar gamen op de pc voor de komst van internet nog een eenzame aangelegenheid was voor nerds op een zolderkamer, wordt het tegenwoordig vaak gezien als sociale bezigheid. Dit komt vooral door de opkomst van zogenaamde massively multiplayer online games, met als bekendste voorbeeld World of Warcraft, waarvoor wereldwijd inmiddels twaalf miljoen mensen een account hebben. Wat begint met een paar uur spelen per dag, kan uitgroeien tot een ernstige verslaving. In Nederland bestaat er nog geen officiële diagnose voor een gameverslaving. Toch zijn er volgens onderzoeksbureau IVO zo’n 13.000 jongeren game- of internetverslaafd. In Zuid-Korea voert de regering zelfs campagnes om verslaving tegen te gaan. Belangrijkste aanleiding was de stroom aan berichten over mensen die zich verloren in de virtuele wereld. Zo vermoordde een vijftienjarige jongen zijn moeder nadat zij hem verbood te gamen, overleed een man na vijf dagen onafgebroken spelen en verwaarloosde een stel hun baby omdat de opvoeding van een virtueel kindje hun voorkeur genoot. In 2009 verscheen het boek It’s all in the games waarin zorgverleners Herman Kisjes en Erno Mijland overmatig gamen definiëren als een verstoorde balans tussen het gamen en andere activiteiten zoals sporten, vrienden en studie. Voor sommigen is het een welkome vlucht uit de realiteit of een laagdrempelige manier om met gelijkgestemden in contact te komen. Waarom zijn games zo verslavend en hoe groot is het probleem? Gamebubbel Naast gevolgen als niet meer eten en het verwaarlozen
van school of werk, kan het eindeloos gamen zorgen voor humeurig of zelfs agressief gedrag. Irmgard Poelmans, preventiewerker van de Gelderse verslavingszorginstantie Iriszorg: ‘Wij vangen jongeren op die zoveel spelen dat ze niet meer kunnen functioneren in de maatschappij. Zij hebben geen sociale contacten meer en zijn afhankelijk van het gamen.’ Laurens (24), student Game Art en groot liefhebber van World of Warcraft, herkent die afhankelijkheid. ‘Ik heb vaak nachtenlang doorgespeeld. Wanneer ik meer dan tien uur speelde, kwam ik in een “gamebubbel” terecht. Ik ging dan ijlen en dacht dat ik écht in die virtuele wereld zat.’ Poelmans stelt dat een verslaving altijd samengaat met het onderdrukken van negatieve gevoelens en daarmee is het een vlucht uit de werkelijkheid. De voldoening die gamers niet uit hun eigen leven halen, vinden ze wel in een spel. Aard van het beestje Niet iedereen zal zomaar gameverslaafd raken, de slachtoffers hebben vaak al persoonlijkheidsproblemen. Poelmans ziet bij Iriszorg jongeren die weinig zelfvertrouwen hebben, moeilijk sociaal contact leggen en soms autistische stoornissen hebben. ‘Een exact profiel van een risicogroep is niet vast te stellen. Toch bestaat er een aantal factoren dat het risico om verslaafd te raken aan games vergroot. Naast opvoeding kunnen omgevingsfactoren een rol spelen. Studenten die bijvoorbeeld bij een hospita wonen en erg eenzaam zijn, lopen eerder gevaar verslaafd te raken aan het gamen dan studenten met een druk sociaal leven.’
ANS-Online.nl P. 13
Laurens beaamt dat fanatieke gamers veel overeenkomsten hebben. ‘Het zijn vaak types die ongemotiveerd zijn voor hun werk of studie en op zoek zijn naar iets anders.’ Ook hijzelf geeft toe dat zijn gedrag al ‘in de aard van het beestje’ zit. Wanneer het niet een scherm is dat zijn volle aandacht opeist, zoekt hij wel iets anders. Ooit verslond hij achttien boeken in drie maanden tijd. ‘Het is puur vluchtgedrag.’ Laurens legt uit een moeilijke jeugd te hebben gehad, waarin hij veel voor anderen moest zorgen. Na acht jaar vwo ging hij zonder diploma van school. Daarna startte hij met een mbo-opleiding, wederom zonder succes. Toen hij vervolgens ruim acht maanden bij een vriend op een kamer woonde zonder te studeren, sloeg de depressiviteit toe. Om die negatieve gevoelens te onderdrukken, zocht Laurens zijn toevlucht in de digitale wereld. ‘Ik was mezelf echt een beetje kwijt en wist het niet meer. Daar hoefde ik niet aan te denken tijdens het spelen van World of Warcraft.’ Toch zegt Laurens geen spijt te hebben van de jaren die hij verloor door al het gamen. ‘Ik had die tijd nodig. Door mijn moeilijke jeugd had ik iets in te halen. Bovendien heeft mijn sociale leven er nooit onder geleden, ik ben nu eenmaal ook een kroegtijger.’ Dat is bij een vriend van hem wel anders. Laurens vertelt hoe die naast zijn baan als kok geen leven meer heeft ten gevolge van een game- én alcoholverslaving. ‘Die jongen verwaarloost
zichzelf en staat weg te rotten in de keuken. Hij is compleet verwijderd van de maatschappij. Wanneer we hem zover krijgen om bij hem thuis een biertje te drinken, zit hij alsnog te gamen.’ Terug in de maatschappij Hoewel er geen officiële diagnose gesteld kan worden, zijn er wel degelijk instanties die hulp bieden aan gameverslaafden. Zij kunnen nog niet terecht op een aparte afdeling, maar worden behandeld tussen patiënten met andersoortige verslavingen. Poelmans: ‘We leren ze vooral weer een ritme in hun leven te krijgen. Ze moeten op tijd opstaan en doen verschillende creatieve en sportieve activiteiten ter afleiding. Daarnaast zijn er gesprekstherapieën.’ Hoe intensief en hoe lang gameverslaafden behandeld worden, verschilt sterk per persoon. Zo kan iemand die een stabiele thuissituatie heeft sneller weer naar huis dan een jongere die zijn hele leven verwaarloosd is. ‘Het belangrijkste is dat de patiënt weer zelfstandig wordt en kan functioneren binnen de maatschappij.’ Psycholoog en gamer Tony van Rooij doet bij IVO onderzoek naar gameverslaving. Hij neemt het zeer serieus, maar geeft aan dat er vooralsnog relatief weinig gamers in behandeling zijn. ‘Binnen de verslavingszorg wordt een game- of internetverslaving als een reëel probleem gezien. Het blijft echter de vraag of je
Adverteren? Kijk op ANS-Online.nl P. 14
het als een echte verslaving moet zien of meer als een probleem in leefstijl.’ Virtuele vriendjes In It’s all in the games krijgen ook de positieve effecten van online spellen een plaats. Zo wordt in verschillende casussen de educatieve functie ervan toegelicht. Spelers claimen dat ze hebben geleerd te managen, bemiddelen en vergaderen. Anderen ontlenen er waardering en respect aan, iets wat hen in het dagelijks leven blijkbaar niet lukt. Daarnaast zien velen het gamen als een sociale aangelegenheid. Van Rooij: ‘Soms leren mensen met een lichte aandoening op het autismespectrum beter te communiceren door zo’n manier van contact. Gamers zien de mensen met wie ze samenspelen dan ook vaak als vrienden.’ Laurens kan dit beamen. Hij heeft regelmatig contact gelegd met mensen over de grens. ‘Met sommigen speel ik intensief samen. Die spreek je zo regelmatig, dat is zeker een vorm van sociaal contact. Als je daar in het echte leven moeite mee hebt, is dat een uitkomst.’ Laurens benadrukt bovendien dat extreem veel gamen lang niet zo gevaarlijk is als veel andere verslavingen, omdat de activiteit minder destructief zou zijn. ‘Met alcohol of drugs maak je direct je lichaam kapot, dat doe ik met gamen absoluut niet.’ Pavlov-effect Van Rooij vindt dat het verslavingsaspect dat de gameindustrie in de games aanbrengt, vermeden zou moeten worden. ‘Door het oneindige karakter van online games is het risico om verslaafd te raken gegroeid. Een spel als
In 2008 waren ongeveer vier miljoen Chinese jongeren verslaafd aan online games. Het overheidcomité roept op internetspelletjes strenger te controleren. Spelers die een maximaal aantal uren hebben gespeeld, worden automatisch afgesloten en games met een ‘illegale, ongepaste of niet-pattriotistische inhoud’ worden wettelijk verboden. Onlangs verscheen er een nieuwe uitbreiding op het populaire spel World of Warcraft, genaamd Cataclysm. In de eerste vierentwintig uur dat het spel verkrijgbaar was, gingen er 3,3 miljoen exemplaren van over de toonbank. Volgens het boek It’s all in the games leidt intensief gamen tot agressief gedrag in het dagelijkse leven. Dit blijkt
World of Warcraft is bijvoorbeeld niet uit te spelen.’ Hij legt uit dat zo’n spel allerlei soorten beloningsmechanismen bevat. Die beloningen hebben geen betekenis buiten de spelwereld en stimuleren louter het verder spelen. Van Rooij: ‘Wij hebben firma’s aangespoord hun verantwoordelijkheid te nemen, maar er wordt weinig mee gedaan. Dat is logisch, want zolang een spel niet ophoudt, blijven mensen betalen. Toch evalueren de spellen ook vanzelf: spelaspecten die extreem gedrag oproepen worden tegenwoordig vaker vermeden door de industrie. In World of Warcraft kon je voorheen bijvoorbeeld alleen de status van generaal bereiken als je continu online was. De persoon die het meeste speelde, verkreeg de titel. Dat stimuleerde het alsmaar doorspelen en is daarom aangepast. Toch zou er nog meer moeten veranderen.’ Laurens ziet dit totaal anders. Volgens hem zijn de firma’s niet verantwoordelijk voor eventuele verslavingen. ‘Natuurlijk zit er een bewust verslavingsaspect in de games, de industrie moet tenslotte ook winst maken.’ Hij geeft aan dat al die games met grote, irreële werelden je een misplaatst gevoel van beloning geven, vergelijkbaar met het Pavlov-effect. Ook bij online games krijgt de speler voortdurend prikkels die hem hoop bieden op een beloning, zoals het behalen van een hogere status. Toch zoekt Laurens het probleem van een verslaving bij de gamer zelf: ‘Ik geloof niet dat games je karakter kunnen veranderen, dat zit al in je. Het is een fout in de menselijkheid dat zulke types verslaafd raken, niet van de game-industrie. Ik heb in mijn leven alle agressieve games gespeeld, maar ben daar ook niet ineens gewelddadig van geworden. Ik ben eigenlijk de liefste jongen op aarde.’ ANS
ook uit de brute taximoord in 2008 in thailand. De dader was een fanatiek speler van Grand Theft Auto. De thaise regering heeft het spel sindsdien uit de schappen gehaald. Sinds drie jaar wordt in Oirschot het evenement CampZone georganiseerd. Op het kamp kunnen bijna 2000 deelnemers elf dagen lang, 24 uur per dag, vanuit hun tent of caravan met elkaar gamen via een LAN netwerk. Het is daarmee de grootse LAN-party ter wereld. Bij veelvuldig gamen wordt de stof dopamine aangemaakt in het beloningscentrum van de hersenen. De stof geeft je een plezierig gevoel en werkt als een soort drug. Na het gamen raakt de dopamine uitgewerkt, dat tot somberheid en irritatie kan leiden.
Adverteren? Leef, woon, werk, Kijk op feest... ANS-Online.nl met ANS P.P.15 15
www.ans-online.nl. Tekst: De redactie / colofon P. 16
olivier de bree ‘Dit heb ik gemaakt om wetenschap en kunst in één beeld te laten versmelten. Het ‘projectiel’ is een omgevouwen Mondriaan-schilderij.’ Kijk voor meer informatie over deze kunstenaar en zijn werk op ANS-Online.nl
Ans deze maand P. 17
Een dag in een halalslachthuis Tekst: Pieter Hengst en Mickey Steijaert/ Illustratie: Argibald P. 18
Meelopers Iedere maand loopt ANS een dag mee in de schaduw van een zonderling. Deze maand: Moskee-vee van New Atlas BV
Hakken in halal
Afgehakte koppen en dode runderen geflankeerd door besnorde Turken. Hoe ziet een halalslachterij er van binnen uit? Een blik op de bebloede werkvloer van een rituele slachter. New Atlas BV, gelegen op een grauw Arnhems bedrijventerrein, oogt verlaten. Op een onbestemd stuk vlees na is de lange snijtafel leeg. Scherpe vleeshaken aan het plafond dragen bij aan de slachthuisambiance. Er is een inspectie gaande. De slachters zijn achter in de zaak bezig de controleur in te lichten over de dieren die vandaag over de kling worden gejaagd. Dierenarts Nico Hoogland, die de controle uitvoert, is vooralsnog de enige persoon in het gebouw die vloeiend Nederlands spreekt. Hij vertelt in de smoezelige kantine over zijn werk bij de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA). ‘Mijn taak is om te kijken of de dieren gezond zijn voordat ze worden geslacht, de zogenaamde ad mortem-keuring. Als een rund gekkekoeienziekte heeft of een andere aandoening met consequenties voor de vleeskwaliteit mag het niet worden geslacht. Deze stieren zijn in goede conditie en de slacht kan gewoon doorgaan.’ Hoogland bezoekt niet alleen halalslachthuizen maar ook reguliere slachterijen, waar hij nog met enige regelmaat ernstig zieke beesten tegenkomt. ‘Hier hebben ze hun zaakjes prima op orde, maar dat is niet overal zo. Soms moet de slacht afgelast worden. Zieke runderen zijn een risico voor de volksgezondheid.’
een nauwe kooi worden gemanoeuvreerd. Deze draait 180 graden waardoor de stier op zijn rug ligt. Muzaffer bindt de kop vast zodat Ali in precies de juiste hoek met één haal de hals door kan snijden. Voordat hij dit doet mompelt hij weinig theatraal de frase Bismillah Allahu Akbar (‘in naam van Allah de allergrootste’). Onmiddellijk na de vloeiende snijbeweging begint het dier te bloeden als een rund. Door de hoge bloeddruk spuit het bloed meters ver de slachtruimte in. Muzaffer houdt de situatie onder controle met de waterslang en loodst het levensvocht richting afvoergoot. De tweede slager kan buigen op 18 jaar ervaring. Hij geeft toe: ‘Echt leuk werk is het niet.’ Het slachten van dieren zonder verdoving is omstreden. De Partij voor de Dieren toonde recentelijk een filmpje in de Tweede Kamer van de rituele slacht van geiten. Hierin is te zien hoe dieren minutenlang spartelen na het doorsnijden van de hals. Hoogland legt uit: ‘Dat zijn veelal automatische reflexen. De stieren die ze hier slachten zijn binnen twee minuten morsdood.’ De stuiptrekkingen lijken uitermate levensecht. Vanuit het niets begint het onthoofde dier wild in de lucht te trappen. Volgens Hoogland is het dan echter al lang op de eeuwige jachtvelden.
Spuiten en snijden De dienstdoende slagers zijn Ali Eucen en Muzaffer Nalbant, beiden 46 jaar oud en van Turkse afkomst. Ali zit al 21 jaar in het vak en is in heel Gelderland befaamd om zijn slachterskwaliteit. Het belangrijkste gedeelte van de slacht, het doorsnijden van de keel, is een techniek die Ali perfect onder de knie heeft. Voordat hij zijn talenten op de stier kan botvieren moet het tegenstribbelende dier in
Geklots in de kliko Een half uur en twee koppen koffie later wordt het inmiddels leeg gebloede beest uit de kooi en op een kar gehesen. Meteen slacht het tweetal nog een stier volgens hetzelfde stramien. Ook dit rund laten ze een halfuur op zijn rug liggen. Ondertussen wordt de eerste stier met vlijmscherpe messen gevild. Dit is een secuur werkje, maar Muzaffer en Ali gaan geroutineerd te werk. Binnen enkele minuten is het
ANS-Online.nl P. 19
karkas van zijn huid ontdaan en hangen ze de enorme kluit vlees ondersteboven aan de achterpoten op. Tijd voor het ranzigere werk. Muzaffer rijdt een groenbak onder het ontvelde vee en snijdt de buik open. De vier magen en andere ingewanden glibberen met veel geweld en geklots in de kliko. Vervolgens grijpt hij naar een buitenproportioneel groot slagersmes dat op een middeleeuws slagveld niet had misstaan. Met ferme slagen hakt de besnorde Turk de stier in tweeën. De grote hoeveelheden bloed en ingewanden maken weinig indruk op het slagersduo. Onverstoord blijven de twee geanimeerd kletsen in het Turks. Ali is tegelijkertijd bezig de afgezaagde kop te villen. ‘Mooie haardos, niet?’ grapt hij terwijl hij met de scalp van de stier rondzwaait. ‘Met de kop doen we in principe niks, die bewaren we enkel voor de post mortem-keuring.’ Deze wordt uitgevoerd door Rob Coolen, keurmeester van de Kwaliteitskeuring Dierlijke Sector (KDS). Met een mes ontleedt hij onder andere de koeienkop op zoek naar besmettelijke ziektes. ‘Het is moeilijk om niet te verdwalen in het regeldoolhof. Elke week komen er vier nieuwe voorschriften bij waar een slachterij aan moet voldoen,’ aldus Coolen. De zojuist geslachte stieren blijken ook van binnen kerngezond en het vlees hoeft niet te worden vernietigd. Zodra Coolen zijn keuringsstempel op de hompen vlees heeft aangebracht kan het verkocht worden. Hakken en zagen De klandizie bestaat behalve uit winkels en restaurants ook uit particulieren die wel oren hebben naar een mals stukje halalvlees. Gedurende de middag neemt het aantal bezoekers toe. Elke klant bestelt een stuk vlees dat vervol-
gens op maat gehakt, gesneden of gezaagd wordt door Ali en Muzaffer. ‘Ongeveer de helft van het vlees gaat naar Rotterdam en Utrecht, de andere helft verkopen we hier’, legt eigenaar Recep Kolukisa uit. Kolukisa kwam enige tijd geleden in het nieuws nadat een dol geworden stier ontsnapte uit zijn slachthuis. Deze gebeurtenis werd opgepikt door de landelijke media en een hype was geboren. Kinderboekenschrijfster Bibi Dumon Tak zette een burgerinitiatief op om de stier van een wisse dood te redden. Kolukisa: ‘Ik had een prijs van 2500 euro met dat rare wijf afgesproken, maar toen ze me belde nam ze op met “Hé gekke Turk!” Toen besloot ik de prijs te verdubbelen. Ze moet eerst maar eens leren communiceren.’ Zover kwam het echter niet. Toen een kinderboerderij voor gehandicapten bij Kolukisa aanklopte, kregen ze de stier gratis mee. ‘Ik kon zelf niets met dat beest. Verdoofde dieren kan ik niet als halal verkopen. Op deze manier maakte ik er nog iemand blij mee.’ Kolukisa maakt ook andere mensen met vreemde verzoeken vrolijk: ‘Ik dacht dat ik een rare cultuur had, maar welke delen van de stier sommige mensen eten is echt bizar. Dingen die anders worden verbrand. Sommige Somaliërs hebben een vreemde voorliefde voor de staart. Af en toe heb ik Soedanezen in de zaak die de tong, ballen of magen willen. Laatst was er zelfs iemand die vroeg naar het buikvet. Die heb ik zelf in de afvalcontainers laten graaien.’ Het leiden van het bedrijf bezorgt Kolukisa veel kopzorgen. Hij is nu zeven maanden eigenaar van New Atlas en wordt inmiddels mismoedig van alle regeltjes. ‘Voor het minste of geringste wordt je vlees afgekeurd en ben je het kwijt. Ik heb er nu al spijt van dat ik er in ben gestapt.’ ANS
onbevangen en onconventioneel Met een zelfgebouwd vliegtuig trok Joost Conijn van Nederland naar Kenia. In zijn aankomende boek probeert hij een onbevangen beeld te schetsen van het Afrikaanse continent. ‘Ik wil clichés doorbreken en voorbij vooroordelen gaan.’
Tekst: Eline Huisman en Mart Waterval/ Foto’s: Persoonlijk archief Joost Conijn Interview Joost Conijn P. 21
‘Als je het station uitloopt, kom je bij een grote weg en dan is het rechts. Dus gewoon direct links als je de drukke weg bent overgestoken’, instrueert Joost Conijn (39) ons over het Arnhemse café waar het interview plaats zal vinden. Kort daarna belt hij nogmaals: ‘Ik geloof dat ik het zojuist verkeerd heb uitgelegd. Je moet naar rechts.’ In een lange jas staat de kunstenaar recht tegenover het station met ons te telefoneren. Conijn kwam in 2010 vooral in de publiciteit met een zelfgebouwd vliegtuig, waarmee hij dat jaar een reis naar Kenia ondernam. Eerder trok hij al met een houten auto door Oost-Europa. Met de films die hij tijdens zijn avonturen maakte, exposeerde hij in de Verenigde Staten, Japan en vele Europese landen. Momenteel werkt Conijn aan een boek waarin hij de ervaringen van zijn reis door Afrika beschrijft. ‘Toeristen kennen ze niet in die gebieden en van kunstprojecten begrijpen ze al helemaal niets. Voor hen kwam ik echt van een andere planeet.’ Waarom wilde je met een zelfgemaakt vliegtuig naar Kenia? ‘Wanneer ik altijd op dezelfde plek zit, raak ik verstrikt in geijkte patronen en vastgezogen in de verwikkelingen van het dagelijkse leven. Dat voelt voor mij als gevangenschap. Reizen werkt bevrijdend. Ik wilde met eigen ogen zien wat er in de wereld gaande is en mijn perspectief verbreden. ‘Het oosten van Afrika had ik nog nooit gezien. Toevallig woont een vriend van mij al tien jaar in Nairobi, dat werd mijn eindpunt. In tegenstelling tot een reis van Noord naar Zuid is een reis van West naar Oost minder gangbaar. Het gebied zit vol rebellen en is per auto onbegaanbaar. Ik hoopte deze ongebruikelijke route per vliegtuig wel af te kunnen leggen.’ Een eerder vliegtuig dat je bouwde, stortte neer. Was je niet bang voor eenzelfde noodlottige situatie? ‘Dat vorige vliegtuig moest een noodlanding maken, omdat de luchtstroom het naar beneden duwde. Alle omstandigheden waren ongunstig. Natuurlijk was ik bang, maar dat is een basisgevoel dat hoort bij vliegen. Ik moest voortdurend scherp zijn omdat mijn leven ervan afhing. Tegelijkertijd wist ik: “Wanneer de dood dicht in de buurt is, leef je op je toppen.”’ Hoe heb je je voorbereid? ‘Het was onbegonnen werk om de juiste informatie te vinden. Ik had oude, Amerikaanse luchtvaartkaarten, want er bestaan simpelweg geen recente exemplaren. Hoewel alle vliegvelden er wel op staan, zijn sommige daarvan inmiddels volledig begroeid. Op een gegeven moment moet je gewoon gaan en maar kijken wat je tegenkomt. Zenuwslopend.’
Hoe reageerden de Afrikanen op je komst? ‘Over het algemeen werd ik geweldig gastvrij ontvangen. In Oeganda dachten ze echter dat ik een spion was. Ik moest mijn paspoort inleveren en werd vastgezet. Dat is zo’n gedoe. Die ervaringen gaven mij tegelijkertijd veel inzicht in de werking van Afrikaanse samenlevingen. Ik heb de hiërarchie en politieke systemen zelf ondergaan. ‘De diverse ontmoetingen op zo’n reis geven je de kans een cultuur echt te leren kennen. Zelfs een dieptepunt als in Oeganda is daarom in zekere zin een hoogtepunt.’
‘Vooral de denigrerende manier waarop over kunst wordt gesproken is buitengewoon schofterig.‘ Kun je een voorbeeld geven van zo’n confrontatie met cultuurverschillen? ‘Op een gegeven moment landde ik in de Centraal Afrikaanse Republiek. Door slecht weer kon ik niet verder reizen en moest ik een tijdje op een Oegandese legerbasis verblijven. Daar raakte ik met militairen in heftige discussies over geloof, goed en kwaad en homoseksualiteit verzeild. Sommige culturele verschillen zijn absurd groot. ‘Zo moest ik eens een politiecommissaris vijfhonderd euro smeergeld betalen om mijn paspoort terug te krijgen. Ik was ontzettend boos en gefrustreerd, maar kon er uiteindelijk wel begrip voor opbrengen. De man krijgt geen salaris van de overheid, maar moet wel ergens zijn kinderen van voeden. Dat hij het bij mij vandaan moet halen, maakt hem niet meteen een slechterik.’ Wat wil je het publiek met je belevenissen laten zien? ‘Ik denk dat ik een onbevangener perspectief wil laten zien. Als het in de media over Afrika gaat, zien we armoede, honger en onbeschaafde toestanden. Daaraan zijn vaak politieke belangen verbonden en dat maakt mij achterdochtig. Door een ander beeld te schetsen hoop ik door die beeldvorming heen te prikken.’ Het werk van Conijn is eigenzinnig. Hij doet precies waar hij zin in heeft en een uitdaging in ziet. ‘Ik wil in de eerste plaats mijn eigen leven vormgeven.’ Dat hij daarmee een ander perspectief schetst en het publiek aanzet tot nadenken, vloeit hier uit voort. Een voorbeeld hiervan is de film van Conijn over zijn zeven Nederlandse buurkinderen, die niet naar school gingen. Hoewel hij hierover zelf geen moreel standpunt innam, bracht het project een heftige discussie teweeg.
ANS-Online.nl P. 22
Deze kinderen leven aan de rand van de samenleving. Was dat de drijfveer om hen te filmen? ‘Nee. Ik vind die kinderen bijzonder, omdat ze in de wildernis leven en daardoor heel erg kind kunnen zijn. Ze leven op een terrein waar ze ongestoord vuurtjes kunnen stoken en met bijlen kunnen hakken. Het is enorm puur. Het is het paradijs voor die kinderen, maar tegelijkertijd ook de hel. Wat moet er van hen worden? Er is geen plaats in de samenleving voor kinderen die op die manier leven. Die kinderen hadden een bijzondere vrijheid in hun spel, maar in het manifest van de samenleving worden zij gezien als delinquenten. Dat er geen plaats voor deze vrijheid is, komt mede door de manier waarop er met educatie wordt omgegaan. Het is jammer hoe hier in de samenleving over wordt gedacht.’ Vind je het verkeerd hoe er met onderwijs wordt omgegaan? ‘De inrichting van het Nederlandse onderwijs is verschrikkelijk. Het is anderhalve eeuw geleden uitgevonden door industriëlen om geschoolde arbeiders te krijgen die precies doen wat zij
willen. Ik vind dat kinderen daardoor beperkt worden. De vrijheid van de mens moet het uitgangspunt zijn. Zelf kunnen bedenken wat je in je leven wilt is veel interessanter. Het is toch heel erg dat zoveel mensen niet weten wat ze willen?’ Wat vind jij van de bezuinigingen op kunst en cultuur? ‘Ik laat me zelf niet zo snel raken en heb me er niet afhankelijk van gemaakt. Het is echter schrijnend dat deze maatregelen worden genomen. Vooral de denigrerende manier waarop over kunst wordt gesproken is buitengewoon schofterig. Die houding van de politiek is dom en beperkt. Er groeit door de bezuinigingen op de culturele sector straks een hele generatie op die kunst en cultuur niet op waarde weet te schatten. ‘Kunst en cultuur geven je enorm veel inzichten in een samenleving. In tegenstelling tot Afrika is kunst en cultuur in Nederland een vanzelfsprekendheid en een grote verworvenheid. Musea, architectuur, dans, muziek, mode en design; het staat allemaal met haar wortels in de kunsten. In Afrikaanse steden ontbreekt het daar nogal aan. Terug in Nederland besef je van welke grote waarde die verworvenheden eigenlijk zijn, en dat gaan we nu weer lekker allemaal afbreken.’ Momenteel sla je een compleet andere weg in door een boek te schrijven over je reis naar Kenia. ‘Door steeds dezelfde dingen te doen raak ik verveeld. Het schrijven van een boek is voor mij een stap in een onontgonnen wereld. Ik kies graag de weg die voor mij onbekend is, waardoor ik voor mezelf weer vanaf nul moet beginnen. ‘De strijd van iets nieuws ontdekken voelt niet altijd lekker aan. Je bent onzeker: “Wat doe ik nou, kan ik dit wel?” Tegelijkertijd werk ik het liefst in die staat van spanning.’ Wat zijn je plannen voor de toekomst? ‘Mijn boek vergt nu alle aandacht. Toekomstplannen zijn een ruis in je hoofd en maken mijn leven te gecompliceerd. Mijn leven is te vol en opwindend om er nog meer gedachten bij te hebben, naast wat er nu gaande is.’ Wie zijn je grote voorbeelden? ‘Dat weet ik niet precies. Ik neem een voorbeeld aan mensen die conventies doorbreken met de manier waarop ze leven en werken, die met hun levensstijl anderen wakker schudden. Ik probeer goed naar mezelf te luisteren.’ Vind je dat meer mensen zo moeten leven? ‘Veel mensen klampen zich vast aan wat ze hebben en wat ze aan het doen zijn. Volgens mij word je daar niet gelukkig van, ik niet tenminste. Ik wil de vrijheid hebben om nieuwe stappen te kunnen zetten. Het uitbrengen van mijn boek is daar een voorbeeld van. Om iets nieuws te doen moet je kunnen loslaten, maar dat is lastig. Daardoor raken mensen gevangen in dingen als een baan, een hypotheek en kinderen. Je kunt dan geen kant meer op. Dat veel mensen zo leven, is voor mij onbegrijpelijk.’ ANS
ANS-Online.nl P. 24
TEGEN de muur Helaas zijn ze overal. Mensen die het levenslicht niet hadden moeten aanschouwen. Zij die eigenlijk het vuurpeloton verdienen. Elke maand het relaas over een van hen. De Appie-deuren suizen zachtjes dicht achter Maurits. De wind speelt met de sneeuwvlokken. Terwijl hij naar zijn fiets loopt, komt verderop een dik ingepakte vrouw op een scootmobiel de stoep niet op. Maurits kijkt een tijdje gefascineerd naar haar moeizame strijd. De derde keer slaagt ze met een aanloop. Tijd om te kijken of de bejaardenmobiel de schuifdeuren haalt is er niet. Vanavond heeft Maurits een tweede date met Karlijn. Hij haast zich naar huis om zijn pizza naar binnen te rammen, de resten uit te smeren met zijn tandenborstel en met zijn bus deo een studentendouche te nemen. Na een vlugge zoen en een compliment over zijn geurtje lopen Maurits en Karlijn richting bioscoop. Niet ver van de ingang valt een ongewassen low-life hen lastig. Met een euroshopper biertje in de hand houdt hij een verwarrend betoog waarin de woorden ‘nachtopvang’, ‘kou’ en ‘euro’ vallen. Karlijn knijpt wat steviger in Maurits’ hand en snel lopen ze door, de warmte van de bioscoop tegemoet. Hij fluistert: ‘Snap jij dat nou? Zoveel belastinggeld naar uitkeringen en nog steeds kiezen mensen voor de straat.’ Karlijn knikt instemmend. Na de film wordt er voor de bioscoop gezoend, maar vanwege de kou vertrekt Karlijn al gauw richting huis. Gelukkig is de zwerver nergens te bekennen. Maurits kijkt even hoe ze wegfietst, maar pakt al gauw zijn telefoon. Snel stuurt hij een smsje. ‘Niet geneukt. Zie je zo.’ Halfdronken stommelt Maurits de El Sombrero uit. Zijn fiets. Waar is dat ding godverdomme? Hij wankelt richting kerk. Uit een steeg klinkt geschreeuw. Twee vrouwen schreeuwen hysterisch terwijl een man een andere aan het aftuigen is. Ach, hij zal het wel hebben verdiend. En van een paar blauwe plekken is nog nooit niemand gestorven. De volgende dag zit Maurits met een kater in college. Zijn vriend stoot hem aan. ‘Zo, kijk dit!’ Maurits bekijkt de krantenkop. ‘Buren negeren jarenlange kindermishandeling’. ‘Jezus, ziek hoe egoïstisch al die burgermannetjes zijn. Die zien niets buiten hun VINEXhuis.’
Tekst: Redactie/ Foto’s: Eva-Marijn de Vries/ Illustraties: Joost Dekkers De graadmeter P. 25
De graadmeter Twintig kebabzaken, talloze bijbaantjes en tien soorten glijmiddel. Om de keuzestress te reduceren treedt ANS elke maand op als keuringsdienst van studentenwaren. Welke optie doet de graadmeter het hoogst uitslaan en wat kun je beter links laten liggen? Deze keer: Nijmeegse kroegen in de café top 100.
Wat: De Tempelier Waar: Molenstraat 95 Aanbod: standaard biervoorraad, blaadjes en bitterballen Plaats in top 100: 93
Wat: In de Blaauwe Hand Waar: Achter de Hoofdwacht 3 Aanbod: historie, huiskamersfeer en warme chocolademelk Plaats in top 100: 28
Wat: Café Samson Waar: Houtstraat 4 Aanbod: bestrikte obers, speciaalbier en gratis pelpinda’s Plaats in top 100: 16
De Tempelier lijkt een stereotype oudemannencafé. Achterin de kroeg staat een tv, omringd door incidenteel schreeuwende kerels die het oneens zijn met de scheidsrechter. Iemand verzucht: ‘Ik krijg zin om Volkskrant Banen te lezen.’ Verder is het verlaten, waardoor het mogelijk is om een fatsoenlijk gesprek te voeren zonder je stembanden te slachtofferen. Het drankaanbod voldoet voor de minder veeleisende bierdrinker. Naast rustig een biertje drinken is de kroeg geschikt voor een vlucht uit een midlifecrisis. In het weekend loopt de Tempelier, weggedrukt tussen studentenwalhalla’s Boogie Wonderland en de NDRGRND, namelijk vol met veertigers. De leeftijd van de bezoekers ligt derhalve hoger dan in de rest van de Molenstraat, als een oude rots in de jeugdige branding.
In de Blaauwe Hand heeft van alle kroegen in Nijmegen de meeste tijd gehad een naam op te bouwen. Het café bestaat namelijk al sinds 1542. Dit is ook te zien aan de minuscule deur aan de achterkant waar tegenwoordig geen mens meer doorheen past. Het bieraanbod is weliswaar klein, maar zeer gevarieerd en de aardige bediening geeft graag uitgebreidere informatie. Daarnaast heeft de chocolademelk van dit café terecht een goede naam. De krappe ruimte brengt een knusse sfeer met zich mee, maar zorgt er ook voor dat het moeilijk is een plekje te bemachtigen. Op donderdagavond en in het weekend zitten beide verdiepingen bijna altijd vol. Wie het massale karakter van de binnenstad wil ontvluchten, kan in dit café op de markt Nijmeegse historie opsnuiven.
Café Samson is knus ingedeeld en opgeluisterd met sfeervolle accessoires als kaarsen, raamversieringen en immer aanwezige schillen van gratis pelpinda’s. De meterslange bar met eindeloos veel bieren van de tap springt direct in het oog. De kast vol glaswerk, het meubilair en het donkere houtwerk zorgen voor een authentieke sfeer die doet denken aan de boerderij van opa en oma. De appetijtelijk uitziende barmannen zorgen graag voor uitleg over het assortiment, dat zowel de bekende bieren als een eigen brouwsel beslaat. Ondanks de enorme ruimte is in het weekend vaak elke vierkante meter van het café bezet. Het publiek varieert dan van onvermijdelijke locals tot stappende studenten. Een breed publiek bekoren is een van Samsons specialiteiten. Kijk voor de winnaar van vorig jaar (en derhalve uitgesloten van deelname aan deze editie), Café Jos, op ANS-Online.
Het issue Tekst: Joeri Pisart en Lucy Vleeshouwers/ Illustratie: Joost Dekkers P. 26
het issue In deze rubriek staat iedere maand een ander issue centraal, waarover de meningen sterk zijn verdeeld. Deze maand: delinquenten in de Kamer
ploerten op het pluche? Begin november raakte PVV-Kamerlid Eric Lucassen in opspraak. Tegenover zijn fractie had hij verzwegen dat hij was veroordeeld wegens ontucht met een van zijn studentes op de Koninklijke Militaire School. Voor RTL was dit aanleiding om het verleden van de gehele Tweede Kamer te onderzoeken. In een open brief werd de Kamerleden gevraagd hun veroordelingen te melden. Al snel werden de fouten van politici breed uitgemeten in de media. Sommigen reisden zonder treinkaartje, anderen misdroegen zich in het verkeer en een enkeling pleegde zelfs fraude. Hoewel meerdere Kamerleden hun spijt betuigden, bleek dat zij niet altijd hun wandaden met partij en volk hadden gedeeld. In de heksenjacht die volgde, werden niet louter feiten, maar ook verdenkingen en aantijgingen uitgesproken. Geseponeerde rechtszaken en uit de hand gelopen burenruzies voedden de onrust in de media. Al deze vuile was deed afbraak aan hun voorbeeldfunctie en geloofwaardigheid. Kamerleden moesten met de billen bloot en de moraliteit van enkelen werd ernstig in twijfel getrokken. Sindsdien laait de discussie op of zogenaamd onbetrouwbare criminelen op hun plek zijn in het parlement. Kan een delinquent het volk vertegenwoordigen?
De stelling van deze maand: politici mogen geen strafblad hebben. Prof. Dr. Evert van der Zweerde, hoogleraar Politieke Filosofie aan de RU ‘Het idee van een “strafbaar feit” vind ik niet het belangrijkste criterium: sommige dingen zijn niet strafbaar maar wel zeer laakbaar. Het belangrijkste is niet wat iemand wel of niet gedaan heeft, maar wie hij of zij is. Ik heb meer respect voor een politicus die zijn verleden niet verdoezelt en spijt heeft van zijn daden, dan voor iemand die verzwijgt dat hij iets op zijn kerfstok heeft uit angst niet op de kandidatenlijst te komen. Natuurlijk zijn er grenzen: moord, vrouwenhandel of een verleden als NSB-er overschrijden deze. ‘Het onderzoek van RTL vind ik te ver gaan, dat zou aan de Staten-Generaal moeten worden overgelaten. Ik ben heel huiverig voor dit soort journalistiek, omdat een commerciële televisiezender een evident belang heeft bij spannende en sexy verhalen. Door de huidige medialisering van het politieke veld is er een verandering zichtbaar in de richting van zogenaamde “afrekeningspolitiek”. Je krijgt daardoor politici die nergens op te vangen zijn, die meer op vorm letten dan op inhoud. ‘Het principe van onze rechtsstaat is dat iemand onschuldig is totdat het tegendeel is bewezen. Dat impliceert dat je heel voorzichtig moet zijn met verdachtmakingen en suggesties. Daarom houd ik niet van gesnuffel in vuilnisbakken.’
Ton Elias, Tweede Kamerlid voor de VVD, in het bezit van een strafblad ‘Formeel is iedereen “blanco” nadat hij of zij de straf heeft ondergaan. Politici mogen juridisch gezien een strafblad hebben. Uiteraard wordt de moraliteit van politici wel onder de loep genomen. Bij de beoordeling daarvan zijn de ernst van het vergrijp en de opgelegde strafmaat bepalend. ‘Het onderzoek van RTL vond ik wat merkwaardig van vorm, maar principieel is het niet onjuist om zaken te willen weten. De vragen voor de Tweede Kamerleden werden echter dermate ruim gesteld, dat ook irrelevante en verouderde overtredingen moesten worden vermeld. Als voormalig journalist vind ik dat de redactie zich bij het publiceren had moeten beperken tot kwesties die daadwerkelijk van belang zijn. ‘Ik onderschrijf de kern van het onderzoek betreffende de moraliteit van Kamerleden. Hebben ze iets ernstigs op hun kerfstok? Hebben ze in ieder geval geleerd dat zij een smet op hun blazoen moeten melden bij hun partijleiding? Kiezers hebben het recht te weten welk vlees ze in de kuip hebben om op basis daarvan een keuze te maken.’
ANS-Online.nl P. 27
Mr. drs. Joost Sillen, universitair docent Staatsrecht aan de RU ‘Juridisch is er voor een delinquent geen beletsel om de politiek in te gaan, tenzij de rechter hem het passieve kiesrecht heeft ontnomen. Deze maatregel wordt in de praktijk echter nauwelijks opgelegd. Vanuit moreel opzicht ligt dit anders. Idealiter zijn politici van onbesproken gedrag, maar in de praktijk is dit niet altijd het geval. Waar de grens moet worden getrokken tussen gedrag dat nog wel en gedrag dat niet meer toelaatbaar is, is lastig. Volgens mij zijn daarbij de ernst van het vergrijp en de tijd die sindsdien is verstreken van belang. Iemand die bijvoorbeeld valsheid in geschrifte heeft gepleegd, zou naar mijn mening geen politicus moeten worden. Als hij echter een aantal jaren geleden een klein vergrijp heeft gepleegd, zou dat volgens mij geen beletsel horen te zijn lid te worden van de Tweede Kamer. Ik heb er geen bezwaar tegen dat het verleden van politici kenbaar wordt gemaakt aan de kiezers. Weliswaar heeft dat tot gevolg dat ze een deel van hun privacy moeten inleveren, maar dat is nu eenmaal een gevolg van een publieke functie. Als je bang bent voor de wolven, moet je het bos niet ingaan.’ ANS
Vlak voor het RTL-onderzoek stapte PVV’er James Sharpe uit de Tweede Kamer. Eerder lekte uit dat zijn bedrijf in Hongarije een boete had gekregen wegens misleidende sms-diensten. Acht huidige leden van de Tweede Kamer zijn in het verleden veroordeeld, waarvan een SP’er, een VVD’er en zes PVV’ers. In 1966 trad de toenmalige minister Van Binnenlandse Zaken Jan Smallenbroek (ARP) af nadat hij met meerdere glazen jenever achter de kiezen enkele geparkeerde wagens in Den Haag had geschampt. kijk voor meer reacties op ans-online.nl
De bankzitter Tekst: Erik van Rein en Adrianne Tuk/ Foto’s: Yahya Hussin P. 28
de bankzitter Op zoek naar avonturen in de avonduren proeft ANS de sfeer bij markante studentenhuizen. De bankzitter ploft neer, test borrelwijsheden en oordeelt over huis en haard.
Deze maand: Mysteries in Het Gulden Vlies
Waar studentenhuis Het Gulden Vlies op het eerste gezicht een doorsnee woning lijkt, verraadt het bordje met de naam van het huis boven de voordeur dat het hier gaat om een wat merkwaardig onderkomen. ‘In een ver, ver verleden was dit een dispuutshuis, maar dat is het nu absoluut niet meer’, vertelt Sophie (22), derdejaars Communicatie aan de Hogeschool Arnhem-Nijmegen. De geheimzinnige blikken tussen de bewoners spreken boekdelen en doen ons vermoeden dat hier wellicht meer aan de hand is. De kamer van huisoudste Fleur (25), momenteel genietend van een sabbatical, dient bij gebrek aan een gemeenschappelijke ruimte als vaste ontmoetingsplek voor de studenten. Elke maandagavond kijken ze daar naar de herhaling van The voice of Holland. ‘We doen ook leuke dingen, hoor’, zegt Anne (21), derdejaars Ontwikkelingsstudies. Zo hielden ze een paar weken geleden een huisfeest met het thema ‘Oh ODOL en WOKNOK op de prairie’. Prompt komen de bewoners op de proppen met het verhaal over hoe Geert (23), tweedejaars Planologie, tijdens dat feest ‘bijna het loodje legde’. Een dronken bezoeker hoekte hem neer, waarna hij als een bang haasje zijn kamer invluchtte. Bovendien heeft hij zichzelf uitgeroepen tot seksgod en loopt hij regelmatig rond in een fluwelen, Hugh Hefnerachtige badjas. ‘Hij kan niet naar de supermarkt zonder
minstens één keer zijn broek te laten zakken’, grapt Fleur. De jongste van het stel, derdejaars Geneeskundestudent Wytse (20), prijst zich gelukkig met zijn plek in het huis. ‘Toen ik vanuit Friesland naar Nijmegen kwam, had ik nog geen kamer. Mijn opa bood zijn caravan aan, waarmee ik op camping De But in Groesbeek kon kamperen.’ Op de valreep bleek dit niet meer nodig. Wytse pakte de bewoners op de kijkavond volledig in. ‘Hij is net zo’n hondje dat je niet in het asiel kunt achterlaten, aldus Anne. Op het moment dat de waterpijp tevoorschijn wordt gehaald komt Rob (22), net zoals Wytse derdejaars Geneeskunde, ook even om de hoek kijken. Wanneer nadrukkelijk naar de ware aard van Het Gulden Vlies wordt gevraagd, geven de bewoners niet thuis. ‘Het enige wat we erover willen zeggen is dat Jules Deelder en Herman Brood hier vroeger weleens over de vloer kwamen’, vertelt Sophie. Ooit waren er bewijzen van deze bezoeken. Wytse: ‘Ze hebben muurschilderingen gemaakt. Helaas heeft een stel stomme Polen de wand gewit en zijn de kunstwerken verloren gegaan. Meer kunnen we niet vertellen, anders is onze identiteit no more.’ De deur in de gang van het huis met de naam Cees erop doet echter vermoeden dat er nog een achtste bewoner zich schuilhoudt. Eén die wellicht banden had met Deelder en Brood? ANS
ANS-Online.nl P. 29
De inboedelindex • Lama-zoemer ter bevestiging van een slechte grap • De huisgrazer, a.k.a. Killer Bunny • Een goedlachse papieren tuinkabouter • Een kerstboom zonder slingers • Toilet met foto’s van reeds vervlogen herinneringen aan legendarische huisfeesten • Een witte muur met zonder beschildering
Gelukkig blijken de bewoners wel verstand te hebben van actuele financiële zaken. Het is inderdaad peroxideGeert die terug verlangt naar het verleden. Breintje één is binnen. Hoe heet de bekende drummer van Golden Earring? Sophie: ‘De opa van Wytse!’ Fleur: ‘Is dat niet Barry Hay, van die zonnebrillenreclame?’ Anne: ‘Nee joh, het is Cesar Zuiderwijk.’ Met de muzikale kennis van de bewoners van de mysterieuze ex-dispuutswoning zit het wel goed. Niet alleen weten ze de zanger van de bijna bejaarde band bij naam te noemen, ook de drummer komt na wat gissen naar boven. Hulde!
Een bonte verzameling van voorwerpen leukt het huis op, maar de rommelige gang met dito kamers doet denken aan een gemiddeld studentenhuis. De verhalen waarmee de bewoners komen zijn raadselachtiger dan hun inboedel.
Kennisvragen Welke Griekse god droeg de schapenvacht het gulden vlies? Geert: ‘Volgens mij is het iets met een g, e, e, r, en t…’ Wytse: ‘Nee, Achmed de shoarmaboer!’ Anne: ‘Hou het maar op seksgod Geert.’ Hoewel Geert lekker onderweg was met het raden van letters, blijken de bewoners weinig mythologisch besef te hebben. Niet seksgod Geert, maar de Griekse god Chrysomallos droeg het gouden vlies, totdat het werd gestolen door de koningszoon Jason. Het eerste breintje gaat aan hun neus voorbij. Welke politicus wil terug naar de gulden? Anne: ‘Geert Wilders.’ Geert: ‘Seksgod Geert!’ Fleur: ‘Bij dit soort vragen kun je inderdaad maar aan één persoon denken.’
Wat waren de laatste woorden van Herman Brood? Geert: ‘Kiek ‘m goan.’ Wytse: ‘Zei hij iets of dacht hij het alleen? Hij zal waarschijnlijk wel gedacht hebben: “Ik wil nog even onder een rokje kijken.”’ Sophie: ‘Houdoe en bedankt.’ Ondanks de creativiteit in het verzinnen van afscheidsgroeten, weten ze het goede antwoord niet te raden. Op het briefje dat de kunstenaar annex zanger bij zich had, stonden de fameuze woorden: ‘Maak er nog een groot feest van.’ Helaas voor de bewoners gaat het feest aan hun neus voorbij. Hiervoor geen breintje. In welke provincie ligt het illustere plaatsje Sexbierum? Wytse: ‘Wat is dit nou voor makkelijke vraag?’ Geert: ‘Dat was vanochtend nog op het nieuws!’ Rob: ‘Bij Harlingen rechtsaf.’ Hoewel Geert het nog niet helemaal door heeft, neemt de rest niet eens meer de moeite om echt serieus te antwoorden. Met Wytse als rasechte Fries in hun midden zitten ze gebakken. Het laatste breintje wordt op de valreep moeiteloos binnengetikt.
Het juryrapport: Aanvankelijk leken de bewoners slechts in het wilde weg te gokken, maar af en toe werden er serieuze antwoorden gegeven. Ze blijken wel degelijk over enige kennis van zaken te beschikken. Met drie uit vijf punten wordt een acceptabele score behaald.
Colofon P. 30
Restaurant
Ankara
Al 30 jaar het adres voor Turkse specialiteiten Vleesgerechten vegetarische gerechten pizza's
Afhalen mogelijk Iedere dag geopend vanaf 17.00 uur
Burg.v.d.Berghstraat 144 Nijmegen 024-3228108
Elke woensdag Taizé-viering 13/27 jan.: Roze Lunch 19 jan.: Dagelijke rituelen 24 jan.: Biblestudy 3 febr.: Soeplezing; thema: De migranten in Calais.
www.restaurantankara.nl
www.ru.nl/studentenkerk
25e jaargang
Medewerkers
Eindredactie
Crypto
Druk
Oplage 10.000 stuks
Susanne Geuze
Anne Elshof
Laura van Asselt
Drukkerij Offsetservice
Dorien Pool
Yolanda de Haan
Aan deze ANS
Joeri Pisart
Britt Latour
Voorpagina
werkten mee:
Erik van Rein
Stefan Meeuws
Martijn Wehrens
Ontwerp
Mickey Steijaert
Joost Nellen
Hoofdredactie
Adrianne Tuk
Timo Pisart
Columnisten
Roel Vaessen
Henk Strikkers
Lucy Vleeshouwers
Rob Ramaker
Charlien Adriaenssens
Eva-Marijn de Vries
Mitchel Wijnen
Laura van der Sman
Rob Ramaker en
Lay-out
Juliet Van de Voort
Martijn Wehrens
Henk Strikkers
Valkenswaard
Marloes de Laat en
Webredacteur
Illustraties
Mart Waterval
Argibald
Foto’s
Uitgave,
Eva-Marijn de Vries
Chris Berenbak
Jaap Baarends
abonnementen en
Redactieadres
Redactie
Joost Dekkers
Archief Joost Conijn
advertentieacquisitie
Heyendaalseweg 141
Dirk van den Brand
Erik Molkenboer
Yahya Hussin
Stichting MultiMedia
6525 AJ Nijmegen
Pieter Hengst
Eva-Marijn de Vries
stichtingmultimedia@
024-3612176
Eline Huisman
Martijn Wehrens
gmail.com
redactie @ ans-online.nl
Valerie Rutjes Jozien Wijkhuijs
Dagelijks bestuur Tim Ficheroux Tijs Karskens
Ans deze maand Crypto P.P.31 31
CRYPTO
Guur of onguur? Naar buiten moet je. Door weer en wind op weg om deze maand tentamens te maken. Ondertussen vind je hieronder beter sog-plezier.
Horizontaal 1. …, daar uw handen koud worden (6), 4. Is dit Riesling of Rheinhessen met koorts? (8), 7. Komt dit vers uit een bruine koe....(5, 13), 9. Loop je in deze Engelse winterneerslag of vaar je op zee? (8), 11. Zeker geen pepernoten op de weg (10), 12. Bevroren citytrip (14), 15. Doen de RU en UvA hard hun best om het warm te krijgen? (9), 16. Ik pas ‘r es voor om dit feestje te bouwen (9), 18. Lol op de schaats (6), 19. Corpslid in de winter (9). Verticaal 2. IJskoning van de kleine uurtjes (10), 3. … en dan een toef erop (3, 8), 5. Zakt Donald Duck hierin? (3), 6. Doos op je hoofd? (4), 8. Dit heeft er geen eigeel, maar het vriest tenminste niet meer (4), 10. Wint er iemand op deze traptrede? (11), 13. Ja, als het koud is (5), 14. Kan een verschrikkelijke pop zijn (9), 17. Ik heb een LAT-relatie met deze sport (5), 18. Klinkt als een rivier met hard water, wel koud!(4)
OPLOSSING crypto December Horizontaal 2. Oudejaarsavond. 6. Schoen. 7. Poedersuiker. 10. Oliebol. 11. Nachtmis. 12. Stoomboot. 15. Roe. 16. Zak. 18. Kerstgala. 19. Sfeer. 20. Vuurwerk. Verticaal 1. Marsepein. 3. Dennenboom. 4. Vrede. 5. Pakjesavond. 6.
Slee. 8. Winter. 9. Sterretjes. 13. Banketletter. 14. Kerstbal. 17. Pepernoten.
winnaaR Winnaar van de vorige crypto is Sanne van Dorland. Wil jij ook 15 euro winnen? Stuur je oplossing van de ANS-crypto voor 16 januari onder vermelding van naam, adres en bank-/gironummer naar de redactie of naar
[email protected].
www.ans-online.nl. Tekst: De redactie / colofon P. 32