April 2008
ME N SenWERK
Jan van Zijl over voortijdige schoolverlaters
‘Eerst problemen oplossen, dan opleiden’
INHOUD INHOUD INHOUD INHOUD
Mensenwerk APRIL 2008
Nieuwe kansen Zowel EQUAL als het Europees Jaar van Gelijke Kansen voor Iedereen zijn afgesloten met een inspirerend symposium. We hebben gezien dat de aanpak binnen de projecten buitengewoon creatief was en mooie resultaten heeft opgeleverd. Het is belangrijk dat deze aanpak nu breed wordt toegepast in de praktijk van ESF 2007-2013. Daarom is het zinvol dat succesfactoren en leerpunten worden geïnventariseerd en gedeeld. Ervaringen en lessen delen we ook via de eindrapporten van de Nationale Thematische Netwerken en de productenbank van EQUAL, die dit voorjaar online gaat op www.agentschapszw.nl. Maar we kijken ook vooruit. Binnenkort opent het Agentschap ‘actie E’, een onderdeel van de regeling ESF 2007-2013 om sociale innovatie te bevorderen. In dit nummer leest u wat sociale innovatie kan inhouden. Hopelijk brengt het u op ideeën over de meerwaarde hiervan voor uw organisatie. Het Agentschap werkt op dit terrein samen met het Nederlands Centrum voor Sociale Innovatie. Misschien is ook de innovatie van dit magazine u opgevallen. MensenWerk heeft een aantal nieuwe rubrieken met veelzijdige informatie over projecten. Wilt u uw eigen project graag eens in het zonnetje zetten, of reageren op artikelen? Mail dan de redactie via
[email protected]. Ik hoop dat Mensenwerk u inspireert en op (nog meer) ideeën brengt. Want één ding is duidelijk: met Europese steun kunnen we geweldige projecten realiseren.
6
8
4 Faits Divers Kort nieuws over projecten.
ESF (2007-2013)
EQUAL
Sociale innovatie
Aanval op de uitval
De economische ontwikkeling van Nederland gaat niet snel genoeg. Omdat de arbeidsproductiviteit al erg hoog ligt, moeten we oplossingen zoeken in slimmer werken. Het is tijd voor: sociale innovatie.
Onderwijsinstellingen zijn de spil in de keten rond probleemjongeren die hun opleiding voortijdig dreigen te verlaten. Het Nationaal Thematisch Netwerk Leren en Werken adviseert op basis van ervaringen met EQUAL-projecten dat meer regie nodig is. Jan van Zijl is voorzitter van de MBO Raad. Wat zijn volgens hem de rollen en taken van onderwijsinstellingen?
12 Op weg naar inburgering ‘Een begaanbare weg naar inburgering’ werd met steun van EQUAL bedacht en uitgevoerd. Drie deelneemsters vertellen wat het traject voor hen betekende.
15 Reconstructie Hoe vraag je subsidie aan binnen de regeling Progress?
16 Undsoweiter
11
14
Het Europa van…Erik Fontijn (consultant ESF-EQUAL) Standplaats Brussel - Monique Raquet (beleidsmede werker in Brussel) Vijf minuten bellen met…Povilas Cesonis (directeur van het ESF-Agentschap van Litouwen)
COLOFON
Tekst en eindredactie: Lansu+Paulis Communicatiepartners in samenwerking met Agentschap SZW. Fotografie cover: Peter Nicolai Vormgeving: T2 Ontwerp Drukwerk: UnitedGraphics, Zoetermeer Oplage: 3.500 exemplaren
APRIL 2008
En verder:
Ahmed Aboutaleb Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
MensenWerk is een uitgave van het Agentschap SZW. Dit magazine wordt verspreid onder vertegenwoordigers van betrokken partijen, zoals gemeenten, O&O-fondsen, stichtingen en ministeries.
Mensenwerk
ESF (2007-2013)
ESF-3
Deventer industriestad
Re-integratie van jongeren in Haarlem
Ooit was Deventer een industriestad met veel arbeidsmigranten. Dit is inmiddels jaren geleden, maar de gevolgen zijn nog altijd voelbaar in de samenleving: hoge werkloosheid en grote afstand tot de arbeidsmarkt.
Bureau Jeugdzorg Noord-Holland geeft voortijdige schoolverlaters een nieuwe kans op een opleiding en diploma. De integrale aanpak werpt zijn vruchten af: bijna negentig procent van de doelstellingen van het ESF-programma wordt gehaald. “Soms trek je jongeren letterlijk uit de goot”, vertelt teamleider Gerrie van den Berg.
De subsidies uit het ESF, EQUAL en het Europees Jaar van Gelijke Kansen voor Iedereen worden alle uitgevoerd en verstrekt door het Agentschap SZW. In ‘MensenWerk’ laten we projectleiders aan het woord. Omdat zij als geen ander weten hoe het project waar zij zich met hart en ziel aan verbinden, verloopt en wat de resultaten zijn. Van het meer laten participeren van vrouwen in wetenschappelijke functies tot het helpen re-integreren van exgedetineerden in de maatschappij. Meer informatie op de website www.agentschapszw.nl.
Mensenwerk APRIL 2008
FAITS DIVERS FAITS DIVERS FAITS DIVERS FAITS DIVERS
Mensenwerk APRIL 2008
Kleurrijk Brabant Werkt
Gezocht: EQUAL-producten voor online catalogus Het Agentschap SZW is op zoek naar geslaagde en aansprekende producten die met ondersteuning van het EQUALprogramma zijn ontwikkeld. Het is de bedoeling om ze in een nieuwe productenbank op de website www.agentschapszw.nl te zetten. In deze online catalogus vinden instanties,
instellingen en overheden straks een handzaam overzicht met voorbeelden van succesvolle trainingen, handleidingen, promotiefilms of methodiekbeschrijvingen. Het doel van de digitale productenbank is opgedane kennis en ervaring in de tweede tranche van EQUAL te
verspreiden, zodat iedereen van een vernieuwende en geslaagde aanpak kan profiteren. Heeft u zo’n product kunnen ontwikkelen dankzij EQUAL-subsidie? Stuur het dan per e-mail naar
[email protected] of per post naar uw contactpersoon bij het EQUAL-team.
Het Europees Jaar van Gelijke K ansen voor Iedereen (EJGK) was een groot succes. Meer dan 25 activiteiten en maar liefst 22 Nederlandse projecten zijn vorig jaar in dit kader uitgevoerd, met steun van de Nederlandse en Europese subsidieregeling. Het Agentschap SZW was het nationaal uitvoeringsorgaan van het Europees jaar. Projectsecretaris Roger de Boer is vooral lovend over de samenwerking tussen organisaties: “Verschillende belangenorganisaties en expertisecentra hebben de handen ineen geslagen en zullen dat blijven doen. Daardoor kijken ze over hun eigen grenzen heen en zorgen voor een gezamenlijke aanpak ter voorkoming van onderscheid op grond van bijvoorbeeld seksuele gerichtheid, ras of leeftijd.”
Tour d’Activering Re-integratie stond centraal tijdens de Tour d’Activering die in maart en begin april 2008 door het land trok. In zes steden organiseerden de Raad voor Werk en Inkomen (RWI) en de stichting StimulanSZ een middagbijeenkomst over de recente ontwikkelingen en inzichten op de re-integratiemarkt. Ook enkele goede resultaten en best practices uit EQUAL-projecten kwamen aan bod. De Tour d’Activering deed Utrecht, Zwolle, Eindhoven, Arnhem, Rotterdam en Amersfoort aan. De bijeenkomsten werden bijgewoond door onder meer hoofden sociale zaken, beleidsmedewerkers en klantmanagers van sociale diensten of afdelingen sociale zaken.
Werk aan de winkel
Je verdiende loon Tijdens de slotbijeenkomst van de tweede tranche van EQUAL werd een heuse ‘EQUAL-Idolsverkiezing’ gehouden. Vijf projecten presenteerden zichzelf met een korte film en een persoonlijk verhaal aan een jury, die bij de beoordeling vooral op praktische uitvoerbaarheid en vernieuwende elementen lette. Het project ‘Je verdiende loon’ van LTO Nederland (LTO Vrouw en Bedrijf) werd uitgeroepen tot beste project. Het project richtte zich op het verbeteren van de positie van meewerkende partners van ondernemers. Hun financiële situatie in geval van scheiding, faillissement of overlijden van de partner laat vaak te wensen over. De slotbijeenkomst was op 4 december jl. in Den Haag en werd in de ochtend
bijgewoond door staatssecretaris Aboutaleb. De dag begon met de presentatie van het eindrapport van de vijf Nationaal Thematische Netwerken (NTN’s) aan de directeur Arbeids marktbeleid, Robert Wester. De NTN’s zijn de directe schakel tussen de projecten enerzijds en de beleidsmakers bij overheid en andere organisaties anderzijds. Wester zei blij te zijn met de hoeveelheid EQUAL-projecten en de resultaten: “Daar kunnen we wat mee!” De eindrapporten van de vijf NTN’s zijn te vinden op www.agentschapszw. nl (doorklikken naar de regeling EQUAL). Over het winnende EQUALIdolsproject leest u meer op www.jeverdiendeloon.nl.
Een van de projecten die een doorloop heeft gekregen in 2008, is de fototentoonstelling ‘Werk aan de winkel, diversiteit op de arbeidsmarkt’. De tentoonstelling kwam tot stand dankzij de tijdelijke subsidieregeling EJGK. Zes fotografen geven op een positieve manier uitdrukking aan diversiteit op de arbeidsmarkt. Ze willen werkgevers en werknemers laten zien hoe stereotypen en vooroordelen de gelijke toegang tot de arbeidsmarkt belemmeren. De fototentoonstelling reist in 2008 het hele land door en is te zien in verschillende vestigingen van het CWI. Fahd Targuisti wil met deze foto ‘Stigma 0003’ toeschouwers op het verkeerde been zetten zodat ze zich bewust worden van hun stereotypen en vooroordelen op de arbeidsmarkt.
Prijs voor les op afstand Het EQUAL-project ‘Eminus’ heeft de E-Werk Aspectprijs 2007 gewonnen, voor de ontwikkeling van een elektronische leeromgeving voor jongeren met een handicap. Dit is een prestigieuze onderscheiding. Het REA College in Utrecht startte dit project in april 2005 met als doel een elektronische leeromgeving voor jongeren met een handicap te ontwikkelen en in gebruik te nemen. Tijdens het E-Werk Congres in Den Haag op 14 december jl. verkoos de jury ‘Eminus’ boven de projecten van KPN en OminMove, die ook nog in de race waren. De jury stond onder voorzitterschap van econoom en hoogleraar Arnold Heertje.
‘Eminus’ stelt gehandicapte jongeren tussen 16 en 25 jaar in staat om beroepsonderwijs op afstand te volgen, in situaties waarbij les krijgen op school niet of niet meer mogelijk is. De opleiding heeft verder als doel dat deze jongeren na afloop passend werk vinden. Het EQUALproject liep tot 1 januari 2008. Plannen over de manier waarop de ontwikkelde toepassingen voor leren op afstand uit ‘Eminus’ verder gebruikt kunnen worden liggen op tafel.
Mensenwerk
Mensenwerk
APRIL 2008
APRIL 2008
Meer doen door slimmer te werken Productiviteitsgroei vormt de basis van onze welvaart. In vergelijking met ons omringende landen groeit de Nederlandse productiviteit echter niet genoeg. Slimmer werken is het devies. Daarom opent Agentschap SZW binnenkort ‘Actie E’, een onderdeel binnen de ESF-regeling om sociale innovatie te bevorderen. Nederland blijft achter wat productiviteitsgroei en economische ontwikkeling betreft. In de 2008 European Growth and Jobs Monitor, die de Lisbon Council begin maart presenteerde, zakte ons land van de vijfde naar de negende plaats. Toch scoorde Nederland even goed als in 2006. Dat dit niet genoeg is blijkt uit de inhaalslag van landen als Polen, Grieken land en Duitsland. Door versnelling van hun ontwikkeling streefden zij Nederland voorbij. Onze zwakke plek is bekend: gebrek aan sociale innovatie. Wat is sociale innovatie eigenlijk? Ton de Korte, directeur bij het Nederlands Centrum voor Sociale Innovatie (NCSI),
omschrijft het als “alle activiteiten binnen arbeidsorganisaties die leiden tot hogere productiviteit en betere benutting van de talenten van de mensen.” Wat in de ene organisatie nieuw is, kan in een andere al een goed gebruik zijn. Ook de mate waarin een sector openstaat voor sociale innovatie verschilt. “Waar de concurrentie stevig is, gaat het haast vanzelf. In het onderwijs en bij sommige delen van de overheid komt het moeilijker van de grond.” Weinig uren De noodzaak tot innovatie is echter alom tegenwoordig. Zo wijst De Korte op het onlangs verschenen OESOr apport, waarin staat dat er meer gewerkt moet worden om de welvaart op peil te houden. “Harder werken kan haast niet in Nederland”, voegt hij toe. “In vergelijking met andere landen wordt hier heel hard gewerkt. Wel werken Nederlanders relatief weinig uren, omdat wij hechten aan de balans tussen werk en privé. De oplossing zit dan in slimmer werken, ofwel met dezelfde hoeveelheid mensen méér leveren.”
NS wint AWVNinnovatietrofee 2007 De NS werden beloond voor het ambitieus ‘sociaal contract’ dat ze met de vak bonden afsloten om langjarig en stelselmatig te investeren in huidige en nieuwe medewerkers.
ESF (2007-2013)
Dat kun je volgens het NCSI vanuit drie invalshoeken doen: dynamisch management, flexibel organiseren en slimmer gebruik maken van de talenten binnen een organisatie. Meer plezier in het werk kán er vervolgens toe leiden dat mensen ook langer willen werken. 3 tips om slimmer te organiseren • Gluur bij de buren: hoe zijn andere bedrijven georganiseerd? Kijk daarbij over de grenzen van de eigen sector heen! • Probeer de green field-benadering. Stel: de organisatie is er nog niet en jij moet haar ontwerpen, hoe zou je dat dan doen? • Voer een verbeterproject samen met een paar andere organisaties uit. Zo kun je ervaringen uitwisselen en van elkaar leren. (bron NCSI) Innovatie staat al enkele jaren hoog op de landelijke politieke agenda. Opvallend is dat Nederland op technisch gebied innovatief is, maar dat deze innovaties vervolgens slecht worden omarmd. Management of medewerkers willen niet, er bestaan institutionele belemmeringen, of de aansluiting tussen bedrijven en kennisinstellingen laat te wensen over. Inmiddels zijn er behoorlijk wat initiatieven ontplooid op het gebied van sociale innovatie. Werkgeversvereniging AWVN bijvoorbeeld, reikt sinds 2005 de innovatietrofee uit aan inspirerende voorbeelden van sociale innovatie. En in 2006 richtten vakbonden, werkgeversorganisaties, TNO en universiteiten het NCSI op. Durf Sociale innovatie staat ook hoog op de Europese agenda. Een deel van de ESF-gelden wordt benut om sociale innovatie te bevorderen. In een rapport uit 2005 komt de Taskforce Sociale Innovatie met vijf actiepunten: vermindering van regeldruk, aandacht voor excelleren, ontsluiten van kennis, meer aandacht voor de inzetbaarheid van personeel, en het bedrijfsleven betrekken bij het onderwijs. “Het rapport van de Taskforce heeft duidelijk gemaakt dat er veel activiteiten onder de noemer sociale innovatie kunnen worden geschaard”, verduidelijkt Saskia Theeuwen, relatiebeheerder bij het Agentschap SZW. “Mij spreekt vooral de aandacht voor excelleren aan: het ontstaan van een cultuur waar uitblinken de norm is, durf gewaardeerd wordt en op falen geen stigma rust. Dat is ook sociale innovatie. Maak van uitblinken de norm, en het komt wel goed met de economische ontwikkeling.” Loslaten Het NCSI is aangesloten bij een Europees netwerk van instellingen op het gebied van sociale innovatie. De Korte:
Illustratie: Marion Regter
“De accenten in Europa verschillen. Vanwege de hoge werkloosheid is sociale innovatie in Duitsland meer gericht op de arbeidsmarkt. In Zuid-Europa is meer aandacht voor veiligheid en arbeidsomstandigheden. Een ander opmerkelijk verschil is de grote rol van de sociale partners in Nederland. In andere landen ligt de taak bij overheid en universiteiten.” Maar we kunnen van elkaar leren. Dat blijkt uit de studiereis die het NCSI naar Zweden organiseerde. Ze bezochten interessante projecten op het gebied van zelfroosteren. “Het ziekteverzuim blijkt er te dalen, de productiviteit stijgt
“Maak van uitblinken de norm, en het komt wel goed met de economische ontwikkeling”
en de tevredenheid van de werknemers neemt toe. Een winwinsituatie dus. In Nederland komt dit soort innovaties nog te weinig voor. Regelgeving, bijvoorbeeld in de cao, staat in de weg en het management houdt het soms tegen, uit angst om dingen los te laten.” Actie E biedt nu de kans om ervaring op te doen. Top 5 sites 1. ncsi.nl 2. socialeinnovatie.nu 3. awvn.nl (themamap sociale innovatie) 4. erasmusinnovatiemonitor.nl 5. innovatieforganiseren.nl (weblog) Actie E Het Ministerie van SZW werkt Actie E nog uit. De ver wachting is dat de publicatie van de subsidieregeling en de opening van het tijdvak voor subsidieaanvragen in de zomer van 2008 plaatsvinden. Dit wordt via w ww.agentschapszw.nl bekend gemaakt. Voor de Actie sociale innovatie geldt 75% ESF-subsidiering en 25% co-financiering.
Mensenwerk
Mensenwerk
APRIL 2008
APRIL 2008
ie leidt de aanval W op de uitval? EQUAL
Het tegengaan van schooluitval heeft hoge prioriteit bij het kabinet: in 2012 moet deze gehalveerd zijn ten opzichte van 2002, tot 35.000. Diverse EQUALprojecten hebben hieraan hun steentje bijgedragen. Onderwijsinstellingen vormen een belangrijke spil in de keten rond probleemjongeren. Jan van Zijl, voorzitter van de MBO Raad, ziet dat met name ROC’s in de grote steden veel op hun bordje krijgen. Te veel? “Met het grootste deel van de 600.000 mbo-leerlingen gaat het goed. Dat wil ik voorop stellen.” Aan het woord is Jan van Zijl, voorzitter van de MBO Raad, de brancheorganisatie in het middelbaar beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie. Van Zijl maakte begin dit jaar de overstap vanuit Den Haag (Raad van Werk en Inkomen) naar De Bilt. Intensieve zorg “Voortijdige schoolverlaters zijn jongeren tussen 12 en 23 jaar die tussen wal en schip dreigen te vallen. Ze gaan van school zonder een mbo-diploma op niveau 2 - de startkwalificatie. Meestal zijn ze ouder dan achttien en kampen ze met een combinatie van moeilijkheden: ziekte, schulden, verslaving en criminaliteit”, legt Van Zijl uit. ROC’s bieden leerlingen begeleiding op school en schakelen hulpverleners in via hun zogenoemde ZorgadviesTeams. Het kan bijvoorIllustratie: Peter Nicolai
beeld gaan om schuldhulpverlening, psychosociale hulp of een gedragstraining. Naar schatting doet twintig procent van de leerlingen een beroep op basiszorg tijdens zijn schoolloopbaan. Ongeveer vijf procent heeft intensieve zorg nodig. Die wordt geboden via trajecten waarin de onderwijsinstellingen nauw samenwerken met hulpverleners als gemeenten, maatschappelijk werk, Justitie, CWI en wooncorporaties. Van Zijl: “In dat soort situaties moeten eerst de problemen worden opgelost, voordat iemand überhaupt kan nadenken over een studie.” De ROC’s merken dat de groep die intensieve zorg nodig heeft het afgelopen jaar is gegroeid, met name in de grote
“Ongeveer vijf procent van de leer lingen heeft intensieve zorg nodig” s teden. Volgens de MBO Raad houdt deze toestroom verband met de recent ingevoerde kwalificatieplicht. Sinds vorig jaar augustus zijn jongeren van 16 tot 18 jaar verplicht om te leren, te werken of een leerwerktraject uit te voeren ...:. en daarbij minimaal een startkwalificatie te behalen.”
HORIZON HORIZON HORIZON HORIZON
10 Mensenwerk
Voor leerlingen die niveau 2 (nog) niet aankunnen, is het AKA-traject ontwikkeld, dat opleidt tot Arbeidsmarktkwalificerende Assistent. De filosofie achter deze niveau 1-opleiding is dat jongeren binnenboord worden gehouden door ze onder intensieve begeleiding vertrouwd te maken met een werkritme, omgangsvormen en samenwerking. Daarnaast leren ze basale beroepsvaardigheden, zodat ze onder steunend werk kunnen verrichten. Het traject is ontwikkeld met bedrijven en bedoeld als opstapje naar (minimaal) een niveau 2-opleiding. Van Zijl: “Maar niet alle leerlingen redden dit. Een leerling die bijvoorbeeld autistisch is, haalt niet het vereiste niveau van samenwerking. Ook deze jongeren moeten we perspectief bieden. Daarom stellen wij voor om hen – ook samen met bedrijven - klaar te stomen tot ‘sectorstartniveau’. Leerlingen worden dan specifiek opgeleid voor een baan in bijvoorbeeld de schoonmaakbranche, en leren gericht wat ze nodig hebben. Het voorstel ligt nu bij de staatssecretaris van SZW.” Regie versterken Het Nationaal Thematische Netwerk Leren en Werken concludeert in zijn eindrapport op basis van de EQUALprojecten dat een sterke aanjager cruciaal is om de ketenzorg rondom probleemjongeren te verbeteren. Er is regie nodig om de betrokkenen verantwoordelijkheid te geven zodat zij zich ‘probleemeigenaar’ voelen. Ligt het voor de hand dat onderwijsinstellingen deze rol op zich nemen? “Dat zal per
“Het is wat ons betreft niet een kwestie van leiding nemen” situatie verschillen”, vindt Van Zijl. “De ene keer wel, maar de andere keer is Jeugdzorg misschien een betere keus. Het is wat ons betreft niet een kwestie van de leiding nemen, maar de intentie uitspreken om samen te werken. Bovendien hebben scholen weliswaar het eerste contact met leerlingen, maar onze primaire verantwoordelijkheid ligt bij de kwaliteit van het beroepsonderwijs. En ook op dat punt hebben ROC’s nog veel te doen: de invoering van het competentiegerichte onderwijs (onderwijs van kennis en vaardigheden) is nog niet voltooid.” Dat ROC’s dat overigens prima zouden kunnen, laten instellingen in de grote steden zien. “Zij voelen zich erg verantwoordelijk en hebben de leiding in de keten volledig naar zich toe getrokken. Zo hebben de instellingen Zadkine en Albeda bijvoorbeeld dakloze jongeren opgevangen in een ‘begeleid
Tien aanbevelingen Op basis van good practices en aandachtspunten formuleert het NTN Leren en Werken tien aanbevelingen voor beleid en uitvoering: 1. Versterk de regionale keten leren en werken. 2. Faciliteer een integrale aanpak en maatwerk in de keten. 3. Investeer in zelfmanagement van het individu. 4. Investeer in meer en betere persoonlijke begeleiding. 5. Neem de EVC-methodiek op als officieel erkende wijze van examineren. 6. Ondersteun individuen en organisaties in het veranderingsproces. 7. Neem ketenmanagement en de verschillende good practices op in het onderwijs/scholingsaanbod van huidige en toekomstige actoren in het netwerk. 8. Onderzoek welke rol oudere medewerkers kunnen hebben als begeleider/coach in bijvoorbeeld voortrajecten. 9. Stimuleer bedrijven een lange termijn visie te ontwikkelen op leeftijdbewust beleid. 10. Geef op het nationale niveau ruimte, zo niet prioriteit, aan het lokale en bijzondere. wonen huis’. Een succesvol project, maar ze verkeren nu in dusdanig zwaar financieel weer dat ze moeten snoeien in hun zorg. Die wordt namelijk ook betaald uit het gewone onderwijsbudget. Terwijl het mbo minder budget heeft per leerling dan het voortgezet onderwijs. In feite moeten wij met minder geld méér doen.” Harde opdracht “Dankzij EQUAL hebben diverse scholen mooie en innovatieve projecten van de grond kunnen krijgen. Maar nu zou er structurele financiering moeten komen om deze zorginfrastructuur verder in te vullen, zodat we uit de kinderschoenen kunnen groeien”, stelt Van Zijl. Maar wie gaat die infrastructuur opzetten? “De situatie in Rotterdam legt een harde opdracht aan de politiek bloot. Ik zie drie opties: de regio zoekt het zelf uit, er wordt een regisseur in de keten aangewezen, of er zijn faciliteiten op maat per project. Ik heb geen voorkeur, maar pleit wel voor een duidelijke keuze. Alleen dan kunnen we de aanval op de uitval effectief inzetten.”
Het eindrapport van het NTN Leren en Werken is te vinden op www.agentschapszw.nl (doorklikken naar de regeling EQUAL).
Foto: Gerard Dubois
APRIL 2008
Deventer industriestad Het terrein van de voormalige blikfabriek Thomassen en Drijver ligt er nu stil en verlaten bij. In de jaren zestig en zeventig was hier veel bedrijvigheid, er was zelfs een schreeuwend tekort aan werknemers. Arbeidsmigranten uit Spanje, Italië en Turkije kwamen hier werken. Wonen deden ze meestal in de wijk direct rond het oude fabrieksterrein en in de nabijgelegen Rivierenwijk, die onlangs is aangewezen als Prachtwijk. In de jaren tachtig sloten de fabrieken, maar de arbeidsmigranten bleven. Vorige maand heeft de gemeente ESF-subsidie gekregen voor een project om bewoners van Deventer, en in het bijzonder van deze Prachtwijk, meer bij de samenleving te betrekken. Om de spiraal van armoede te doorbreken, richt het project zich vooral op vrouwen die buiten de reguliere financieringsvormen vallen doordat ze geen baan of uitkering hebben. In het jargon heten ze ‘nugger’, ofwel niet-uitkeringsgerechtigde.
Aanvrager: gemeente Deventer ESF-subsidie: € 239.480 Naam project: Nuggers doen ook mee Looptijd: 1 januari – 31 december 2008 Doelgroep: niet-uitkeringsgerechtigden (nuggers) met grote achterstand tot de arbeidsmarkt, vooral (allochtone) vrouwen. Doel: afstand tot arbeidsmarkt verkleinen door middel van persoonlijke ontwikkeling.
11 Mensenwerk APRIL 2008
12
13
Mensenwerk
Mensenwerk
APRIL 2008
APRIL 2008
EQUAL
Een begaanbare weg naar inburgering Foto: Judith Jongejan
Hoe krijgen allochtone vrouwen met een laag taal- en opleidingsniveau een plekje in de Nederlandse maatschappij? Door in wekelijkse bijeenkomsten te werken aan hun bewustwording en tegelijkertijd de kloof tussen hier en hun thuisland te dichten. Met steun van EQUAL maakte ‘Een begaanbare weg naar inburgering’ het mogelijk. Drie vrouwen over hun ervaringen. Hacer Kömbe (29) geboren in Turkije en woont elf jaar in Nederland: “Het traject heeft me zelfvertrouwen gegeven. Doordat ik meer weet, ben ik onafhankelijker geworden, want ik kan
nu zelf beslissen of de informatie die ik krijg goed voor mij is. En wat ik leer, geef ik weer door aan mijn kinderen. Toen de juf van mijn oudste dochter vroeg wie een spreekbeurt over Anne Frank wilde houden, stak mijn kind gelijk haar hand op. Ze weet namelijk veel over Anne Frank, we zijn ook naar haar huis geweest. Dat komt omdat ik tijdens ‘Een begaanbare weg naar inburgering’ over Anne Frank leerde. Mijn kind waardeert mij hierom, dat vind ik heel belangrijk. Mijn jongste dochtertje, een echt moederskindje, ging altijd mee naar de lessen. Ze is nu bijna vier. Als ik straks mijn inburgeringsexamen heb gehaald, wil ik een opleiding voor onderwijsassistent doen. Ik heb ook veel steun aan de contacten met de andere vrouwen. Ze
ondervinden dezelfde problemen als ik en dan voel ik me minder alleen. En we delen onze informatie. Samen weten we een heleboel! Via het traject ontmoet ik ook vrouwen die een succes van hun leven weten te maken, goede voorbeelden. Als ik thuis was blijven zitten, had ik dat allemaal gemist.” Zeynep Uzunoglu-Tasgin (35) geboren in Turkije, en woont dertien jaar in Nederland: “Ik zag een folder van het traject ‘Een begaanbare weg naar inburgering’ en heb me direct ingeschreven. Om nog meer van de taal en van Nederland te leren. Hiervoor ging ik al naar de taalschool, want ik wilde graag gaan werken. In Turkije heb ik een admini-
Hacer Kömbe
Zeynep Uzunoglu-Tasgin
Bouchra Belouaked
“Ik voel me minder alleen”
“Mijn man plaagt: Je bent een feministe geworden!”
“Sommige antwoorden weten zelfs Nederlanders niet!”
stratieve opleiding gedaan, maar het lukte me niet om hier werk te vinden. Toen ik vier jaar geleden mijn tweede zoon kreeg, ben ik even gestopt. Nu wil ik nog een keer proberen iets te bereiken. Het traject helpt mij om die stap te maken. Ook al had ik het niet nodig voor mijn paspoort, ik heb onlangs toch mijn inburgeringsexamen gedaan, en gehaald! Ik twijfel nu of ik een opleiding wil gaan volgen of verder wil in de administratie. Ik wil wel verpleegkundige worden, of dokters- of apothekerassistente, maar dat duurt drie jaar. In ieder geval ga ik door met de taallessen, want voor een opleiding moet mijn Nederlands nog beter worden. Tijdens die lessen merk ik veel verschil met vrouwen die het traject niet hebben gevolgd. Ik weet veel meer van Nederland. En ik kan gemakkelijker dingen zelf oplossen dan voordat ik aan het traject begon. Ik durf ook meer. Mijn man plaagt: ‘Je bent nu een feministe geworden.’ Vroeger wachtte ik altijd totdat hij tijd had om iets voor mij te doen. Nu niet meer. Ik heb bijvoorbeeld gesolliciteerd en werk nu bij TNT als postbode. Dat heb ik helemaal zelf geregeld.”
Bouchra Belouaked (36) geboren in Marokko en woont drie jaar in Nederland: “In het begin was ik deelneemster aan het traject, later werd ik assistent trainer. Dan ben je tolk en help je de vrouwen bij de lessen. Soms geef ik ook les. Voor mij was het traject een manier om de taal nog beter te leren en veel informatie te krijgen. Wat mij opvalt is dat de vrouwen allemaal zo leergierig zijn, net als ikzelf. De ene vraag roept de andere op en zo dwalen we vaak van het eigenlijke onderwerp af. Ik werk nu als vrijwilligster, maar uiteindelijk wil ik graag een echte baan. Ik weet nog niet precies welke richting ik op wil. In Marokko heb ik een universitaire studie Engels afgerond en veel werkervaring opgedaan. Helaas telt dat hier nauwelijks mee. De taal is voor mij de grootste barrière. Dat maakt dat ik me soms onzeker voel. In mijn eigen land heb ik daar namelijk geen last van. Mijn man woont al twintig jaar in Nederland. Toch denkt hij niet dat hij zou slagen voor het inburgeringsexamen. Sommige antwoorden weten zelfs Nederlanders niet! Vraag maar eens een willekeurige voorbijganger hoeveel personen er in
de Tweede Kamer zitten. Met de kennis die ik nu heb, kan ik meepraten en discussiëren. Dat vind ik belangrijk, dan hoor je er echt bij.” Een begaanbare weg naar inburgering Doel: integratie en participatie van allochtone vrouwen met een islamitische achtergrond en een laag opleidingsniveau. Hoe: in wekelijkse bijeenkomsten werken aan bewustwording en het overbruggen van de culturele kloof. Door een relatie te leggen tussen Nederland en het land van herkomst ‘landt’ de kennis in een bekend kader en wordt makkelijker opgenomen. Looptijd: augustus 2005 tot 31 december 2007 Uitvoerder: VluchtelingenWerk Inburgeringsorganisatie ZuidHolland-Zuid (VIOZ) Met steun van: EQUAL Meer weten: kijk op www.vioz.nl. Bij het project verschenen een boekje en een DVD.
14 Mensenwerk APRIL 2008
IN PROGRESS IN PROGRESS IN PROGRESS IN PROGRESS
RECONSTRUCTIE RECONSTRUCTIE RECONSTRUCTIE RECONSTRUCTIE
‘Als ik die jongeren zie sta an bij de diploma-uitreiking, doet me dat wel wat’ ESF 3
“We zijn zo blij dat ze eindelijk een vak leert. Het zorgt voor regelmaat en ook thuis is de situatie nu veel meer ontspannen.” Twee opgeluchte ouders vertelden dit aan teamleider Gerrie van den Berg van Bureau Jeugdzorg Noord-Holland. Hun dochter deed mee aan het ESF-project voor re-integratie van jongeren in Haarlem. Voor wie is dit project bedoeld? “Dit project is niet alleen voor jongeren die in de criminaliteit terecht zijn gekomen. Dat beeld bestaat vaak als je het hebt over jonge dropouts. Maar er zijn nog zoveel andere oorzaken die ertoe leiden dat jongeren geen diploma halen en daardoor geen werk vinden. Sommigen hebben last van extreme faalangst of hebben ervaringen met misbruik. Ook onverwerkte trauma’s of complexe thuisomstandigheden spelen vaak een negatieve rol.” Wat is er bijzonder aan jullie project? “Onze integrale en praktijkgerichte aanpak is bijzonder. En ook het feit dat we zulke goede resultaten behalen. We halen bijna negentig procent van de doelstellingen van het ESF-programma. Bij de aanvang in 2004 wilden we in totaal 120 jongeren helpen, waarvan de helft zou moeten uitstromen richting een betaalde baan. Uiteindelijk kwamen we eind vorig jaar uit op 181 deelnemers en 75 geslaagden, die ook werk hebben gevonden. En voor dezelfde kosten als de geplande zestig!” Foto: Marisa Beretta
Progress Werving en selectie zonder zorgen Aanvrager: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), directie Arbeidsverhoudingen Uitvoerder: stichting Art. 1 Regeling: Progress
Eind 2006-begin 2007: het idee
Wat drijft jou om je in te zetten voor dit project? “Voldoening. Bijvoorbeeld toen een ex-deelnemer me vertelde dat hij zich pas via deze leerwerkplaats bewust werd van een eigen verantwoordelijkheidsgevoel. Met dit project was voor hem de weg naar boven begonnen. Ik spreek ook ouders van deelnemers. Die zijn meestal enorm opgelucht dat er iets aan de problemen van hun kind kan worden gedaan. Ze vertellen me hoe blij ze zijn dat hun kind een vak leert en een diplo ma haalt. Het zorgt bij hen thuis voor regelmaat en helpt de situatie met hun kind veel meer ontspannen te maken.”
Dat klinkt als een leuke baan. “Ik heb een hele leuke baan! Als teamleider zorg ik voor het zakelijk beheer van de vier leerwerkbedrijven, stuur ik het personeel aan en heb ik een pr- en netwerkfunctie. Heel divers allemaal: ik heb te maken met zowel de deelnemers aan het project als betrokken partijen uit het bedrijfsleven. Het vergt veel inzet, maar het levert ook veel succes op. Soms trek je jongeren bijna letterlijk uit de goot. Daar zijn ze zich dan terdege van bewust en ze voelen dat dit misschien wel hun laatste kans is. Als ik ze dan zie staan bij de diploma-uitreiking doet me dat wel wat.”
Heb je persoonlijk iets aan dit project bijgedragen waar je trots op bent? “Jazeker. Ik heb bedacht dat het goed zou zijn voor de motivatie van de deelnemers als we hen in een echt restaurant aan het werk zetten. In andere steden ontstaan dit soort projecten vaak vanuit een ROC en dan is de structuur schoolser. Hier gaan jongens en meisjes aan de slag in een echt bedrijf, bijvoorbeeld bij de restaurants De Ripper of De Kloosterkerk. De Ripper werkte al langer met mensen uit de psychiatrie, en het verloop was hoog. Via dit project is er nu veel meer continuïteit en dat maakt het mogelijk om de keuken op een hoog niveau te brengen. Waarom zou je niet streven naar het halen van een Michelinster? Het is gebleken dat die aanpak de jongeren enorm motiveert, zodat het hele project succesvol is. En daar ben ik best trots op.”
Daar ben je ook bij aanwezig? “Absoluut. Het is voor veel jongeren een bijzonder moment om een echt diploma te krijgen. Dat is een grote prestatie en daarom besteden we aan de diploma-uitreiking elk jaar veel aandacht. We organiseren een speciale dag en nodigen daar de pers voor uit. Er zijn dan sketches, hapjes, een drankje: heel feestelijk allemaal. En alle betrokkenen zijn aanwezig, ook de familie bijvoorbeeld. Het motiveert mij om ervoor te zorgen dat ook het volgende schooljaar weer ruim dertig diploma’s uitgedeeld kunnen worden.”
Meer informatie Bureau Jeugdzorg Noord-Holland: www.bjznh.nl De Kloosterkeuken: www.kloosterkeuken.nl De Ripper: www.deripper.nl
Het idee voor dit project ontstaat eind 2006. Onder andere uit onderzoek blijkt dat bepaalde groepen werkzoekenden, zoals gehandicapten of allochtonen, te vaak aan de kant blijven staan op de arbeidsmarkt. De directie Arbeidsverhoudingen van het Ministerie van SZW wil de bewustwording hierover onder CWI-medewerkers en personeelsfunctionarissen stimuleren via workshops, genaamd ‘Werving en selectie zonder zorgen’.
Mei 2007: het indienen De richtlijnen voor het indienen van Progress-projecten zijn begin deze maand bekend. De directie Arbeidsverhoudingen wil gebruik maken van deze subsidie mogelijkheid en start een intern goedkeuringstraject. Nadat hierover een akkoord is bereikt, worden diverse organisaties in den lande aangeschreven met de vraag of ze het project ‘Werving en selectie zonder zorgen’ willen uitvoeren. Een aantal belangstellende partijen dient een op hun situatie toegespitst plan in bij het ministerie. De keuze valt uiteindelijk op Art. 1, een landelijke vereniging ter bestrijding van discriminatie. Eind mei wordt het definitieve plan bij de Europese Commissie ingediend.
Medio oktober 2007: de goedkeuring De Europese Commissie laat weten dat het plan is goedgekeurd en het project in aanmerking komt voor subsidie in het kader van het Progress-programma. Ze sturen het contract ter ondertekening. Het Ministerie van SZW laat begin november weten dat ze akkoord gaat met het contract en stuurt het ondertekend terug naar de Europese Commissie, die het vervolgens op zijn beurt ondertekent en terugstuurt. Daarmee is de overeenkomst officieel een feit. Het Ministerie van SZW stuurt een subsidiebeschikking naar Art. 1. Daarmee is ook de overeenkomst met de uitvoerende stichting een feit.
Januari 2008: de start Stichting Art. 1 gaat van start met het project ‘Werving en selectie zonder zorgen’. De looptijd van de Progress-subsidie is tot 21 december 2008.
Meer informatie Meer informatie over het project vindt u op www.art1.nl/?node=7954 Meer informatie over Progress vindt u op www.agentschapszw.nl (doorklikken naar ‘regelingen’ en vervolgens naar ‘Progress’)
15 Mensenwerk APRIL 2008
UNDSOWEITER UNDSOWEITER UNDSOWEITER UNDSOWEITER
Denkend aan Europa… …Zie ik op de camping een begin van de Europese integratie: samen op de foto met de nieuwe Franse vrienden. Het is eind jaren zestig. In een Opel Kadett gaat een gezin met drie jongetjes naar Frankrijk, om daar in verlaten oorden behalve autochtonen af en toe een verdwaalde Belg of Duitser tegen te komen. In het land van de french fries kende men nog geen patat, laat staan het toch wel erg Frans klinkende mayonaise. Maar de zomers daar waren vroeger niet zo mooi als we nu wel eens denken. En zo zijn we tijdens een nachtelijke rit met natte tenten op de imperiaal de Pyreneeën over getrokken. Zwaar onder de indruk van de overweldigende sterrenhemel kwamen we in het Spanje van Franco aan. Hier
Standplaats Brussel Karavaanserail Brussel is de ‘saaiste stad van Europa’, zo lees ik in de krant aan de ontbijttafel. Het is de belangrijkste uitkomst van de enquête die de reissite TripAdvisor heeft gehouden. betaalde je met peseta’s, je at exotische gerechten, buiten en veel later dan in Nederland, en je had enge politieagenten die zwaar gewapend over straat liepen. Denkend aan Europa, zie ik diversiteit die nu een beetje verdwijnt. Erik Fontijn, consultant EQUAL, Agentschap SZW
Welke persoon, gebeurtenis of gebouw belichaamt voor u ‘Europa’? Welk verschijnsel is ‘typisch Europees’? Mail de redactie, en vertel er meer over in het volgende nummer van MensenWerk.
[email protected]
Vijf minuten bellen met... Povilas Cesonis, directeur van het ESF-Agentschap van Litouwen. Donderdag 13 maart, 15.30 uur Leuk dat ik u spreek! “Ja, we hebben gisteravond tijdens het diner geloot wie je te woord mocht staan. Ik was de gelukkige!” Wat brengt u in Den Haag? “Wij zijn hier twee dagen, met z’n zevenen, om ervaringen over de uitvoering van het ESF-programma uit te wisselen met onze Nederlandse collega’s.” En, onder de indruk? “Ja, vooral van de gewoonte om de hele projectadministratie te digitaliseren. Dus
ook alles wat per post binnenkomt, wordt gescand en in een elektronische file gezet.” Dat neemt u dus mee naar huis. “Ik ga zeker onderzoeken of dat voor ons ook handig is.” En wat vond u van Nederland? “Er is een stevig programma voor ons samengesteld. Ik geloof dat we maar een krappe anderhalf uur aan sightseeing hebben gedaan. Maar het is een mooi land, en je kunt hier zo gemakkelijk communiceren. Vrijwel iedereen spreekt Engels. In Litouwen beheerst alleen de jongere generatie deze taal.”
Op weg naar mijn werk doorkruis ik het park tussen het Koninklijk Paleis en het Belgische parlement. Aan het begin van de Wetstraat houd ik even mijn adem in. De concentratie fijnstof is hier iedere dag ver boven de toegestane limiet. Vandaag is het nog drukker dan anders door loeiende sirenes en voorbijflitsende limousines op weg naar de Europese Lentetop. In de Spastraat groet ik de veiligheidsbeambte met een vriendelijk ‘bonjour’, toon plichtsgetrouw mijn badge en treed binnen in het innersanctum van het Directoraat-Generaal Werkgelegenheid, Sociale Zaken en Gelijke Kansen. Op tweehoog is mijn kamer. Hier geen gouden badkranen en Italiaans marmer, maar grijze muren, grijze tafel, grijze kast, grijze vloerbekleding, kortom een werkruimte van drie bij zes meter met het allernoodzakelijkste voor het uitoefenen van de dagelijkse werkzaamheden: een computer, een beeldscherm, een telefoon, een kast, een stoel en een tafel. Jas aan de kapstok, tas op de grond en een fles Spa-blauw als doping op de tafel: ik ben klaar voor mijn lemma in de Europese geschiedenis. Rondom mij gonst Brussel in vele talen als een drukke karavaanserail. Hoezo saai? Monique Raquet is beleidsmedewerker bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en werkt sinds maart 2007 als gedetacheerd nationaal expert (END-er) bij de Afdeling ESF Coördinatie in DG EMPL.