Hoofdstuk 2 Problemen oplossen

Hoofdstuk 2 Problemen oplossen

Dit hoofdstuk geeft informatie over het oplossen van problemen met uw draadloze ADSL modem router. Na de omschrijving van het probleem worden er instructies gegeven om u te helpen de oorzaak van het probleem te bepalen en het probleem op te lossen. Ga naar het aangegeven gedeelte voor de veel voorkomende problemen in deze lijst. •

Is de router ingeschakeld? Ga naar “Basisfuncties” op pagina 2-1.

•

Heb ik de router correct aangesloten? Ga naar “Basisfuncties” op pagina 2-1.

•

Ik krijg via mijn browser geen toegang tot de configuratie van de router. Ga naar “Problemen met de Web Configuration Interface oplossen” op pagina 2-3.

•

Ik heb de router geconfigureerd, maar ik krijg geen toegang tot het internet. Ga naar “Problemen met de ISP-verbinding oplossen” op pagina 2-4.

•

Ik kan me het configuratiewachtwoord van de router niet meer herinneren. Ga naar “De Reset-knop gebruiken” op pagina 2-10.

•

Ik wil de configuratie ongedaan maken en opnieuw beginnen. Ga naar “De standaardconfiguratie enhet standaard wachtwoord herstellen” op pagina 2-10.

Basisfuncties Nadat u de router hebt ingeschakeld, zouden de volgende handelingen moeten plaatsvinden: 1. Wanneer de router voor het eerst wordt ingeschakeld, dient u te controleren of het voedingslampje brandt (raadpleeg “Het voorpaneel van de Router” op pagina 1-2 voor een afbeelding en uitleg over de statuslampjes). 2. Controleer of het testlampje binnen een paar seconden brandt. Dit wil zeggen dat de zelftestprocedure wordt uitgevoerd. Problemen oplossen

2-1 v1.0, 2005-10

Installatiehandleiding Draadloze ADSL Modem Router

3. Controleer na ongeveer tien seconden of: a. Het testlampje niet brandt. b. De statuslampjes van de LAN-poort branden voor alle LAN-poorten die zijn aangesloten. c. Het statuslampje van de internetpoort brandt. Als het statuslampje van een van de poorten brandt, is er verbinding met het aangesloten apparaat. Als een LAN-poort is aangesloten op een apparaat dat 100 Mbps ondersteunt, dient u te controleren of het statuslampje van de poort groen brandt. Als de poort 10 Mbps ondersteunt, brandt het lampje oranje. Als aan een van deze voorwaarden niet wordt voldaan, dient u het relevante gedeelte te raadplegen.

Netvoedingslampje brandt niet Als het netvoedings- en andere lampjes niet branden wanneer uw router is ingeschakeld: •

Controleer of het netsnoer correct op uw router is aangesloten en of de netvoedingsadapter correct op een functionerende stroombron is aangesloten.

•

Controleer of u de netvoedingsadapter gebruikt die door NETGEAR met dit product is meegeleverd.

Als het probleem niet is opgelost, is er een probleem met de hardware en dient u contact met de technische ondersteuning op te nemen.

Testlampje gaat nooit branden of testlampje blijft branden Als de router is ingeschakeld, gaat het testlampje gedurende ongeveer tien seconden branden en vervolgens gaat het weer uit. Als het testlampje niet gaat branden of als het blijft branden, is er een probleem met router. Als u problemen met het testlampje hebt: •

Zet voeding uit en weer aan om te controleren of de router zich herstelt en het lampje gedurende de juiste tijd knippert.

Als alle lampjes, waaronder het testlampje, één minuut na het inschakelen nog steeds branden: •

Zet de voeding uit en weer aan om te controleren of de router zich herstelt.

2-2

Problemen oplossen v1.0, 2005-10


•

Herstel de fabrieksinstellingen van de router. Hierdoor wordt het IP-adres van de router ingesteld op 192.168.0.1. Deze procedure wordt uitgelegd in “De Reset-knop gebruiken” op pagina 2-10.

Als het probleem niet is opgelost, is er mogelijk een probleem met de hardware en dient u contact met de technische ondersteuning op te nemen.

De lampjes van de LAN- of ADSL-internetpoort branden niet Als de statuslampjes voor LAN of ADSL-internet niet branden wanneer de Ethernet-verbinding tot stand is gebracht, dient u het volgende te controleren: •

Controleer of de Ethernet-kabels stevig op de router en de hub of het werkstation zijn aangesloten.

•

Controleer of de aangesloten hub of het aangesloten werkstation is ingeschakeld.

•

Controleer of u de correcte kabel gebruikt: als u de ADSL-poort aansluit, dient u de kabel die is meegeleverd met de draadloze ADSL modem router te gebruiken.

Problemen met de Web Configuration Interface oplossen Als u geen toegang krijgt tot de Web Configuration Interface van de router vanaf uw computer op uw lokale netwerk, dient u het volgende te controleren: •

Als u een computer met Ethernet-verbinding gebruikt, dient u de Ethernet-verbinding tussen de computer en de router te controleren zoals beschreven in het vorige gedeelte.

•

Controleer of het IP-adres van uw computer op hetzelfde subnet als de router zit. Als u het aanbevolen adresschema gebruikt, moet het adres van uw computer tussen 192.168.0.2 tot 192.168.0.254 liggen. Raadpleeg “Een computer klaarmaken voor toegang tot een netwerk” om het IP-adres van uw computer te ontdekken. Opmerking: als het IP-adres van uw computer wordt weergegeven als 169.254.x.x: recente versies van Windows en Mac genereren automatisch een IP-adres en kennen dit toe als de computer de DHCP-server niet kan bereiken. Deze automatisch gegenereerde addressen liggen in het gebied van 169.254.x.x. Als uw IP-adres in dit gebied ligt, dient u de verbinding tussen de computer en de router te controleren en uw computer opnieuw op te starten.

Problemen oplossen

2-3 v1.0, 2005-10


•

Als het IP-adres van de router is gewijzigd en u het huidige IP-adres niet weet, dient u de fabrieksinstellingen van de router te herstellen. Hierdoor wordt het IP-adres van de router ingesteld op 192.168.0.1. Deze procedure wordt uitgelegd in “De Reset-knop gebruiken” op pagina 2-10.

•

Java, JavaScript of ActiveX dienen te zijn ingeschakeld in uw browser. Als u Internet Explorer gebruikt, dient u op Vernieuwen te klikken om ervoor te zorgen dat het Java-applet wordt geladen.

•

Sluit de browser af en start deze opnieuw op.

•

Controleer of u de correcte aanmeldingsgegevens gebruikt. De standaard gebruikersnaam is admin en het wachtwoord is password. Zorg ervoor dat CAPS LOCK is uitgeschakeld wanneer u deze informatie invoert.

Als de router de wijzigingen die u in de Web Configuration Interface hebt gemaak niet opslaat, dient u het volgende te controleren: •

Vergeet als u configuratie-instellingen invoert niet op de knop Apply (Toepassen) te drukken voordat u naar een ander menu of tabblad gaat. Als u dat niet doet, gaan uw wijzigingen verloren.

•

Klik op de knop Vernieuwen of Opnieuw laden in de webbrowser. De wijzigingen zijn doorgevoerd, maar de webbrowser behoudt mogelijk de vorige configuratie.

Problemen met de ISP-verbinding oplossen Als uw router geen verbinding met internet kan maken, dient u de ASDL-verbinding en vervolgens de TCP-/IP-verbinding met het internet te controleren.

ADSL-verbinding Als uw router geen verbinding met internet kan maken, dient u eerst te controleren of u een ADSL-verbinding met de serviceprovider hebt. Het internetlampje geeft de status van deze verbinding aan. Het ADSL-internetlampje brandt groen of knippert groen Als uw ADSL-internetlampje groen brandt of groen knippert, hebt u een goede ADSL-verbinding. U kunt ervan uitgaan dat de serviceprovider uw lijn correct heeft aangesloten en dat uw bekabeling correct is. 2-4



Het ADSL-internetlampje knippert geel Als het ADSL-internetlampje geel knippert, probeert uw draadloze ADSL modem router een ADSL-verbinding met de serviceprovider te maken. Het lampje zou na enkele minuten groen moeten worden. Als het internetlampje niet groen wordt, dient u alle aangesloten telefoons uit de telefoonaansluiting te halen. Als dit het probleem oplost, sluit u de telefoons één voor één opnieuw aan. Gebruik voor elke telefoon een microfilter. Als de microfilters correct zijn aangesloten, zou u nu al uw telefoons moeten kunnen aansluiten. Als het loskoppelen van de telefoons er niet voor zorgt dat het ADSL-internetlampje groen wordt, is er mogelijk een probleem met uw bekabeling. Als de telefoonmaatschappij het ADSL-signaal op uw Network Interface Device (NID) heeft gecontroleerd, is de bekabeling in uw huis mogelijk van slechte kwaliteit. Het ADSL-internetlampje brandt niet Als het ADSL-internetlampje niet brandt, dient u alle aangesloten telefoons los te koppelen. Als dit het probleem oplost, sluit u de telefoons één voor één opnieuw aan. Gebruik voor elke telefoon een microfilter. Als de microfilters correct zijn aangesloten, zou u nu al uw telefoons moeten kunnen aansluiten. Als het loskoppelen van de telefoons er niet voor zorgt dat het ADSL-internetlampje groen wordt, hebt u mogelijk een van de volgende problemen: •

Controleer of de telefoonmaatschappij verbinding met uw lijn heeft gemaakt en deze heeft getest.

•

Controleer of u verbinding met de correcte telefoonlijn hebt. Als u meer dan een telefoonlijn hebt, dient u te controleren of u verbinding hebt met de lijn met ADSL. U hebt mogelijk een swapper nodig als uw ADSL-signaal op pin 1 en 4 van de RJ-11-aansluiting zit. De Draadloze ADSL Modem Router gebruikt pin 2 en 3.

Een IP-adres verkrijgen Als uw draadloze ADSL modem router geen verbinding met internet kan maken en het internetlampje groen brandt of groen knippert, dient u te controleren of de draadloze ADSL modem router een IP-adres van de ISP kan verkrijgen. Tenzij u een statisch IP-adres toegewezen hebt gekregen, dient uw draadloze ADSL modem router een IP-adres bij de ISP aan te vragen. U kunt controleren of de aanvraag succesvol was door de browserinterface te gebruiken.

Problemen oplossen

2-5 v1.0, 2005-10


Om het IP-adres van de browserinterface te controleren: 1. Start uw browser en selecteer een externe site zoals http://www.netgear.com. 2. Ga naar het hoofdmenu van de configuratie van de draadloze ADSL modem router op http://192.168.0.1. 3. Controleer bij Maintenance (Onderhoud) of er een IP-adres voor de internetpoort wordt weergegeven. Als 0.0.0.0 wordt weergegeven, heeft uw draadloze ADSL modem router geen IP-adres van uw ISP gekregen. Als uw router geen IP-adres van de ISP kan krijgen, hebt u mogelijk een van de volgende problemen: •

Uw ISP heeft mogelijk een Multiplexing-methode of Virtual Path Identifier/Virtual Channel Identifier-parameter nodig. Ga bij uw ISP na wat de Multiplexing-methode en de parameters zijn en werk de ADSLinstellingen van uw router bij.

•

Uw ISP heeft mogelijk een inlogprogramma nodig. Vraag uw ISP of inloggegevens voor PPP over Ethernet (PPPoE) of PPP over ATM (PPPOA) nodig zijn.

•

Als u een inlogprogramma hebt geselecteerd, hebt u mogelijk de foute servicenaam, gebruikersnaam of het foute wachtwoord ingesteld. Raadpleeg “Problemen met PPPoE of PPPoA oplossen” hieronder.

•

Uw ISP controleert de hostnaam van uw computer. Wijs in de op browsers gebaseerde Setup Wizard de hostnaam van de computer van uw ISPaccount toe aan de draadloze ADSL modem router.

•

Via uw ISP kan slechts één Ethernet MAC-adres met het internet worden verbonden en uw ISP controleert mogelijk het MAC-adres van uw computer. In dit geval: Laat uw ISP weten dat u een nieuw netwerkapparaat hebt gekocht en vraag hem om het MACadres van de router te gebruiken. OF Configureer uw router zodat deze het MAC-adres van uw computer spooft. Dit kan via het menu Basic Settings (Basisinstellingen). Raadpleeg de online help in het hoofdmenu van de draadloze ADSL modem router .

2-6



Problemen met PPPoE of PPPoA oplossen Fouten in de PPPoE- of PPPoA-verbinding kunnen als volgt worden opgespoord: 1. Ga naar het hoofdmenu van de router op http://192.168.0.1. 2. Selecteer Router Status (Status van de router) onder Maintenance (Onderhoud). 3. Klik op de knop Connection Status (Status van de verbinding). 4. Als bij alle stappen 'OK' wordt aangegeven, werkt uw PPPoE- of PPPoA-verbinding goed. 5. Als bij een van de stappen 'Failed' (Mislukt) wordt aangegeven, kunt u proberen om de verbinding te herstellen door op 'Connect' (Verbinden) te klikken. De draadloze ADSL modem router blijft proberen om een verbinding te maken. Als u na een paar minuten nog steeds geen verbinding kunt maken, gebruikt u mogelijk een foute servicenaam, gebruikersnaam of wachtwoord. Er is mogelijk ook een provisioning probleem met uw ISP. Opmerking: tenzij u de verbinding handmatig instelt, zal de draadloze ADSL modem router geen verificatie uitvoeren met PPPoE of PPPoA totdat de gegevens naar het netwerk zijn verzonden.

Problemen met Internet Browsing oplossen Als uw draadloze ADSL modem router een IP-adres kan verkrijgen maar uw computer geen webpagina's van het internet kan laden: •

Uw computer herkent mogelijk de DNS-serveradressen niet. Een DNS-server is een host op het internet die internetnamen (zoals www-adressen) omzet in numerieke IP-adressen. Uw ISP zorgt meestal voor de adressen van een of twee DNS-servers die u kunt gebruiken. Als u een DNS-adres hebt ingegeven tijdens de configuratie van de draadloze ADSL modem router, start u uw computer opnieuw op en controleert u het DNSadres zoals beschreven in “Een computer klaarmaken voor toegang tot een netwerk”. U kunt uw computer ook handmatig configureren met DNS-adressen, zoals uitgelegd in de handleiding van uw besturingssyteem.

•

Uw computer heeft de draadloze ADSL modem router mogelijk niet als TCP/IP standaard gateway geconfigureerd.

Problemen oplossen

2-7 v1.0, 2005-10


Als uw computer zijn informatie van de draadloze ADSL modem router via DHCP verkrijgt, start u de computer opnieuw op en controleert u het adres van de draadloze ADSL modem router zoals beschreven in “Een computer klaarmaken voor toegang tot een netwerk”.

Problemen met een TCP-/IP-netwerk oplossen met het pinghulpprogramma De meeste TCP-/IP-terminalapparaten en -routers hebben een ping-hulpprogramma dat een echoaanvraagpakket naar het relevante apparaat stuurt. Het apparaat antwoordt vervolgens met een echo-antwoord. Problemen met een TCP-/IP-netwerk oplossen is erg eenvoudig met behulp van het ping-hulpprogramma op uw computer.

Het LAN-pad naar uw router controleren U kunt de router van uw computer pingen om te controleren of het LAN-pad naar uw router correct is ingesteld. Om de router vanaf een pc met Windows 95 of hoger te pingen: 1. Klik in de Windows-taakbalk op Start en selecteer Uitvoeren. 2. Tik in het veld Ping in, gevolgd door het IP-adres van de router, zoals in dit voorbeeld: ping 192.168.0.1 3. Klik op OK. Er verschijnt een bericht zoals het onderstaande voorbeeld: Pinging with 32 bytes of data Als het pad werkt, verschijnt volgend bericht: Reply from < IP address >: bytes=32 time=NN ms TTL=xxx Als het pad niet werkt, verschijnt volgend bericht: Request timed out Als het pad niet correct functioneert, hebt u mogelijk een van de volgende problemen: •

Slechte fysieke verbindingen — Controleer of het lampje van de LAN-poort brandt. Als het lampje niet brandt, volgt u de instructies in “De lampjes van de LAN- of ADSL-internetpoort branden niet” op pagina 2-3.

2-8



— Controleer of de lampjes voor verbinding met uw netwerk interface card en voor de hubpoorten (indien aanwezig) die op uw werkstation en router zijn aangesloten branden. •

Foute netwerkconfiguratie — Controleer of de besturingssoftware van de Ethernet-kaart en de TCP-/IP-software allebei zijn geïnstalleerd en op uw pc of werkstation zijn geconfigureerd. — Controleer of het IP-adres van uw router en uw werkstation correct zijn en of de adressen op hetzelfde subnet zitten.

Het pad van uw computer naar een extern apparaat testen Nadat u hebt gecontroleerd of het LAN-pad correct werkt, controleert u het pad van uw pc naar een extern apparaat. Tik in Uitvoeren in Windows het volgende in: PING -n 10 waarbij het IP-adres van een extern apparaat zoals de DNS-server van uw ISP is. Als het pad correct functioneert, worden antwoorden zoals in het vorige gedeelte weergegeven. Als u geen antwoorden ontvangt: — Controleer of uw pc het IP-adres van uw router als de standaard gateway heeft ingesteld. Als de IP-configuratie van uw pc via DHCP wordt toegewezen, is deze informatie niet zichtbaar op het netwerkconfiguratiescherm van uw pc. Controleer of het IP-adres van de router als de standaard gateway is ingesteld zoals beschreven in “Een computer klaarmaken voor toegang tot een netwerk”. — Controleer of het netwerkadres van uw pc (het gedeelte van het IP-adres aangegeven door het netmasker) verschilt van het netwerkadres van het externe apparaat. — Als uw IPS een hostnaam aan uw pc heeft toegewezen, voert u die hostnaam in als de Account Name (Accountnaam) in het menu Basic Settings (Basisinstellingen).

Problemen oplossen

2-9 v1.0, 2005-10


De standaardconfiguratie enhet standaard wachtwoord herstellen In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de fabrieksinstellingen van de configuratie kunt herstellen en het beheerderswachtwoord van de router in password en het IP-adres in 192.168.0.1 kunt veranderen. U kunt de huidige configuratie ongedaan maken en de fabrieksinstellingen herstellen op twee manieren: •

Gebruik de functie Erase (Wissen) in de Web Configuration Manager.

•

Gebruik de Reset-knop op het achterpaneel van de router. Gebruik deze methode als u het beheerderswachtwoord of IP-adres niet weet.

De Reset-knop gebruiken Om de fabrieksinstellingen van de configuratie te herstellen zonder dat u het beheerderswachtwoord of IP-adres kent, dient u de knop voor het herstellen van de standaardinstellingen op het achterpaneel van de router te gebruiken. 1. Houd de Reset-knop ingedrukt totdat het testlampje gaat branden (ongeveer tien seconden). 2. Laat de knop voor het herstellen van de standaardinstellingen los en wacht totdat de router opnieuw opstart.

2-10


Hoofdstuk 2 Problemen oplossen

Recommend Documents