JAARVERSLAG 2014 Wmo raad van de gemeente Velsen
Wmo Raad van de gemeente Velsen Postbus 142 1970 AC IJmuiden 1
Wmo raad van de gemeente Velsen Postbus 142 1970 Ac IJmuiden Tel 02555-548548 E-mail:
[email protected]
Maart 2015 Samensteller : Secretaris Wmo raad Wim Polman 2
Inhoudsopgave
1.
Voorwoord voorzitter ...................................................................................................................... 4
2.
Secretariaat ..................................................................................................................................... 6
3.
Rol en werkwijze Wmo raad Velsen. ................................................................................................ 6
4.
Agenda Wmo raad ........................................................................................................................... 7
5.
Vergaderingen / Bijeenkomsten. ...................................................................................................... 9
6.
Adviezen van de Wmo raad ............................................................................................................ 11
7.
Samenstelling Wmo raad 2014 ....................................................................................................... 53
3
1. Voorwoord voorzitter In 2007 is de Wmo raad gestart als adviesorgaan van het college van B&W van Velsen nadat op 1 januari 2007 de Wet Maatschappelijk Ondersteuning in werking was getreden. De invoering van de Wmo is een groot project dat al meerdere jaren heeft bestreken. Per 1 januari 2015 moet de wet volledig zijn ingevoerd, zij het dat er ook dan nog sprake is van diverse overgangs- trajecten. Behalve de completering van de decentralisatie AWBZ naar Wmo zal per 1 januari ook de decentralisatie van de Jeugd wet en van de Participatiewet gerealiseerd moeten zijn. De terreinen van deze wetten bestrijken het gehele sociale domein en deze vertonen een grote mate van samenhang. Het zal dan ook duidelijk zijn dat hiermee een grote inspanning wordt gevraagd van het gemeentelijk apparaat en van alle betrokken organisaties. Tot op heden zijn wij als Wmo raad onder de indruk van datgene wat vooral door de ambtenaren van de gemeente Velsen al is gepresteerd. Dit neemt niet weg dat wij voor de toekomst een aantal grote risico’s zien, waarvoor de beheersmaatregelen nog niet altijd voldoende lijken te zijn geïmplementeerd. Risico’s die naar onze mening ook in 2015 aandacht behoeven, zijn vooral De complexiteit van de hele operatie: veel zorg verlenende organisaties krijgen andere rollen, andere samenwerkingsverbanden ontstaan, verantwoordelijkheden in wijkteams moeten zich nog uitkristalliseren, efficiencyslagen moeten in feite in 2015 nog gerealiseerd worden, De bescherming van de privacy wordt minder doorzichtig. Veel partijen werken aan dezelfde probleemgevallen. Uitwisseling van informatie is noodzakelijk voor een gecoördineerde aanpak. Dit vraagt om een uitgewerkt privacy beleid met een eenduidige communicatie naar zowel cliënten als zorgverleners. De toegang tot het sociale domein is beleidsmatig goed uitgewerkt. Met een veelheid aan mogelijkheden bestaat de zorg of voor de burger voldoende duidelijkheid bestaat waar hij terecht kan en door wie en hoe hij in het formuleren van zijn hulpvraag ondersteund kan worden. Een groot beroep wordt gedaan op mantelzorgers en vrijwilligers. In Velsen wordt al veel zorg verleend door deze mensen. Meer vragen houdt een keer op. Een van de doelstellingen van de decentralisaties is een verschuiving te bewerkstelligen van dure specialistische zorg naar meer goedkopere algemene en preventieve zorg. Hier vragen wij aandacht voor een goede inhoudelijke controle op de kwaliteit van de uiteindelijke hulpverlening. Gegeven de vele veranderingen in de zorgverlening dreigt het zicht op de kwaliteit en effectiviteit van de zorgverlening verloren te gaan. Wij pleiten voor het continu volgen van de tevredenheid van de cliënten op een zodanige wijze dat gerichte bijsturing mogelijk is. Vorig jaar merkten wij in algemene zin op dat niet iedereen in staat is te participeren in de zin van werk en niet iedereen in staat is een sociaal netwerk te onderhouden.
4
Door de bezuinigingen in de psychiatrie, de gehandicaptenzorg en de verpleegzorg zijn deze straks alleen nog toegankelijk voor cliënten die echt geen enkele zelfstandigheid hebben of kunnen opbrengen. Uit onderzoek blijkt echter dat er een niet onaanzienlijke groep cliënten is die geen stabiel zorgbehoefte patroon heeft. Ze wonen geheel zelfstandig, maar er hoeft maar iets mis te gaan en het zelfstandig functioneren stort helemaal in. Voor deze groep zal een goede monitoring moeten plaatsvinden, deels door professionals, deels door mantelzorgers en vrijwilligers. Ook het verdwijnen van sociale werkplaatsen en dagbesteding mag er niet toe leiden dat een deel van deze oorspronkelijke gebruikers thuis zit te verpieteren. In de bijlage bij dit jaarverslag geven wij een compleet overzicht van onze adviezen en de antwoorden hierop door het college van B&W. Het college heeft haar eigen verantwoordelijkheid in het opvolgen van onze adviezen. Ten aanzien van de verhogingen eigen bijdrage voor zowel de voorzieningen als voor de OV-Taxi ervaren wij veel teleurstelling. Voor een volwaardige deelname aan de samenleving is goed toegankelijk en betaalbaar vervoer van essentieel belang. Het jaar 2014 stond in het teken van de voorbereidingen van drie decentralisaties in het sociale domein. De Wmo raad heeft een groot aantal adviezen uitgebracht op de beleidsterreinen van de Wmo, de jeugd en de participatie. Daarnaast was veel aandacht voor al in uitvoering genomen trajecten. In 2014 hebben wij onze vacatures weer kunnen opvullen. Alicia Slot en Mariam Schenk, beiden met onder andere ervaring met jeugdproblematiek. Onze Wmo raad is breed samengesteld met een diversiteit aan leeftijden, deskundigheden en zowel ervaringsdeskundigen als mensen met ervaring in beleid en uitvoering van de zorg. In 2015 zal B&W met voorstellen komen voor een nieuw beleidsplan voor het hele sociale domein met mogelijk een nieuwe inspraakstructuur. Mogelijk zal dit leiden tot een verbreding van het aandachtsveld met de problematiek van werk en inkomen en mogelijk zal dit ook leiden tot een ander profiel nieuwe adviesraad. Tot dan zullen wij doorgaan met de huidige raad. De leden van de raad tonen een grote betrokkenheid en besteden veel tijd aan contacten met het veld, studie van de beleidsstukken en algemene documentatie, het voorbereiden en uitwerken van adviezen en het intern overleg en overleg met de ambtenaren en B&W. Hier komt nog bij het steeds frequenter overleg met de collega’s van Beverwijk en Heemskerk.
Jan Stringer, voorzitter Wmo raad Velsen
5
2. Secretariaat In ons achtste jaarverslag vindt u de uitgebrachte adviezen en de rol, werkwijze en samenstelling van de Wmo raad. Tevens krijgt u een kijkje in de agenda van de Wmo raad van de gemeente Velsen en geven wij een overzicht van bezochte vergaderingen, conferenties en bijeenkomsten van de Wmo raad. De Wmo raad ontvangt geen ambtelijke ondersteuning. Wel krijgt zij van de gemeente subsidie voor haar werkzaamheden. Wim Polman verzorgt het secretariaat. Hij maakt gebruik van een flexplek bij Stichting Welzijn Velsen. E-mail:
[email protected]. Hij wordt vanuit de Wmo raad ondersteund door de voorzitter Jan Stringer en de vice voorzitter Bert Gerrits van de Wmo raad. Op afstand verzorgt Lea Roodnat (penningmeester van het Gehandicapten Beraad Velsen) de financiële administratie tot 2015. Wmo lid Tini Jansen – Bruul gaat haar vervangen per januari 2015.
3. Rol en werkwijze Wmo raad Velsen. De Wmo raad is een adviesorgaan dat gevraagd en ongevraagd advies kan uitbrengen aan het College van B&W over het Wmo beleid en aanverwante levens brede terreinen. Om de rol van adviesorgaan goed te kunnen uitoefenen is het van belang om voldoende tijd te krijgen om het advies op te stellen. De werkwijze in de Wmo raad is constructief. De omgang en de besprekingen met de ambtenaren is respectvol naar elkaar in een vriendelijke sfeer. We schuwen de debatten niet. Maar als er eenmaal is besloten, dan respecteren wij het beleid, tot het beleid weer aan de orde komt. Wij stellen het zeer op prijs dat wethouder R. te Beest de vergaderingen bijwoont. Indien nodig schuift Annette Baerveldt aan.
Bert Gerrits Vice voorzitter Wmo raad Wmo biedt kansen op betere zorg.....en kans op toenemende willekeur in de zorgtoewijzing. Hoe pakt de Wmo in de praktijk uit? Het zal toch niet zo zijn dat maatschappelijke ondersteuning en maatschappelijke participatie leiden tot een zodanige stapeling van kosten voor de minder financieel draagkrachtige burger (eigen risico, eigen bijdragen, hoge premies etc.) dat dit maatschappelijke uitsluiting tot gevolg heeft? Die kans bestaat en is onaanvaardbaar.
Johan Feenstra Lid Wmo raad Kritisch volgen van de aandacht voor de vrijwilligers en waardering van mantelzorgers .
6
4.
Agenda Wmo raad
Wij geven u een overzicht van de vele verschillende agendapunten. De meeste komen regelmatig terug op de vergaderingen. Deze vergaderingen zijn vooraf gegaan door een tussenvergadering van de Wmo raad. Die vergaderingen zijn alleen voor de leden maar zij kunnen wel gasten uitnodigen. 7
Wajong Wtcg gelden Pgb Wmo 2015 Compensatieplicht Notulen vergaderingen Diverse uitvoeringszaken; Harry Verheul. Ontwikkelingen Decentralisatie AWBZ Verzoek cliëntenraad-Afdeling Werk. Inkomen en Zorg Zorgen Wmo raad ontwikkelingen rond verzorgingshuizen Voorstel nieuwe Wmo/raadsleden Stand van zaken Ov/taxi Diverse College berichten Verslag voorzitter bezoek Koepelraad Wmo Vernieuwde beleidsregels gehandicaptenparkeerplaats Stand van zaken sociale kaart BUUV. Vrijwilligersverzekering Decentralisatie AWBZ. Beleidskader vastgesteld Planning in grote lijnen (o.a. inkoop, verordening etc.). Inkoop / verwerving. Financiën. Eindrapportage parkeeronderzoek Resultaten parkeeronderzoek De evaluatie van het Regionaal Kompas Het VN verdrag ‘rechten van personen met een handicap’ invoeren Klanttevredenheidsonderzoek Voorstel vergaderschema Wmo raad Advies VNG Huishoudelijke hulp Hartingbank Hulpwijzer Velsen Introductie nieuwe wethouder Wmo Stand van zaken cliëntondersteuning voor mensen met een beperking; Decentralisatie AWBZ Rob. D. Verwervingsstrategie Maatwerkvoorzieningen Wmo Col. Bericht Communicatie traject Collegebericht: verwervingsstrategie jeugd en AWBZ Perspectiefnota 2014 Terug koppeling bijeenkomsten
8
Stand van zaken Jeugd nota Wtcg Participatiewet Beleidsregels eigenbijdrage Overleg cliëntenraad Herindicatie De lokale seniorenagenda Artikel 17. Tegemoetkoming meerkosten personen met een beperking of chronische problemen De Wmo-verordening De notitie Toegang De notitie Sociale Wijkteams Heidag Participatieraad Jaarverslag 2013 overhandigen eerste exemplaar aan de wethouder Krantenartikel NRC Privacy Functioneren Wmo raad Het traject Participatie raad Privacy bij decentralisatie in de zorg Collegebericht 121 van 2014 Ouderen blijven langer thuis wonen. Wet langdurige zorg (Wlz) De startbijeenkomst Sociale Wijkteams Ton van Voorden, directeur zorg van OCK het Spalier Presentatie van zijn onderzoek een karig en sober leven. Pim Duurkoop De ondersteunende begeleiding via de Awbz De zachte landing De meicirculaire Concept nadere regels Verordening Wmo 2015 Concept nadere regels met nieuwe eigen bijdrage Zelfevaluatie Wmo-raad Velsen Nadere regels jeugd IJmond Bespreken uitkomsten woningmarktonderzoek Huisartsen overleg Dr. Bakx Zorgvuldigheid cruciaal bij wijziging beleid huishoudelijke hulp Presentatie /informatie door Mw Schouten. Zorgbelang
5.
Vergaderingen / Bijeenkomsten.
De Wmo raad heeft 12 maal met het projectteam en de wethouder Wmo van de gemeente Velsen vergaderd. Tussendoor zijn er gesprekken en vergaderingen tussen ambtenaren, leden van de Wmo raad geweest. De Wmo raad heeft maandelijks vergaderd zonder ambtenaren ( de zgn. tussenvergadering) als voorbereiding op de Wmo vergadering. Begin november hebben wij een geslaagde “Heidag” gehouden om de onderlinge verstandhouding te versterken. We hebben ons beziggehouden met een zelfevaluatie. In 2014 was er bij elke tussenvergadering een afvaardiging van de Cliëntenraad Velsen aanwezig.
De Wmo raad heeft vele malen bijeenkomsten bijgewoond die werden gehouden in het kader van de Wmo. Dit jaar is er IJmondiaal samengewerkt met onze Wmo raad collega’s van Beverwijk en Heemskerk. Er is gezamenlijk geadviseerd. Het jaar hebben wij afgesloten met een etentje ter bevordering van de teambuilding. De leden van de Wmo raad hebben afgesproken zoveel mogelijk aanwezig te zijn tijdens de Carrousel (vergadering van de gemeenteraad). En de leden hebben diverse bijeenkomsten bezocht. Een breed scala aan onderwerpen werd uitgelegd en bediscussieerd om handen en voeten te geven aan de eigen werkzaamheden. De WMO raad heeft, naast internet, profijt gehad van de volgende documenten en publicaties over het onderwerp Wmo:
Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) van de rijksoverheid Wmo Magazine Nieuwsbrief Koepel Wmo-raden VNG-weekoverzicht Aandacht voor iedereen Abonnement bij de gemeente Velsen op raadsinformatie
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Nieuwjaarreceptie Opening Publiekshal Sessie en raadsvergadering Vrijwillige inzet in Velsen Jeugd onze zorg Voorzitter bezoek Koepelraad Het symposium de kracht van groen op gezondheid en herstel en Wmo /inkoop De Raadscommissie IJmond raadsleden uit Beverwijk, Heemskerk, Velsen en (1) Regionaal beleidskader decentralisatie Awbz.(2) Beleidsplan jeugdhulp IJmondgemeenten 2015-2018 8. Bijeenkomst BUUV op 20 februari 2014 9
9. Werkbezoek bij Zorgbalans van12 maart. Netwerkbijeenkomst voor belangenbehartigers uit de regio IJmond-onderwerp: Inkoop van zorg en ondersteuning 10. De IJmondiale projectgroep decentralisatie AWBZ een uitnodiging voor een IJmondiale bijeenkomst op 26 mei voor de Wmo-raden van de gemeenten Beverwijk, Heemskerk en Velsen 11. Wijkcentrum Beatrixlaan 2 Zorgbelang. Inkoop van zorg en ondersteuning 12. Afscheidsreceptie Stadhuis Wim Westerman 13. Afscheid Floor de Jong Stadhuis 14. Werkbezoek Socius 15. Het klankbordoverleg Transitie Jeugdzorg op 12 juni 16. Het Jaarverslag 2013 17. Bijeenkomst Transitie Jeugdzorg 18. Agenda voor de Carrousel 19. Sessie; Notitie Toegang Sociaal; Domein en de notitie; Sociaal wijkteam 20. Het autismecafé in Velsen 21. Netwerkbijeenkomsten mantelzorg 2014 Noord-Holland - formele en informele zorg samen sterk? Nu aan het werk 22. De behandeling van de verordeningen in de Gemeenteraad 23. Presentatie over de digitale sociale kaart
Pim Duurkoop lid Wmo raad
“Ik wil er hiervoor pleiten bij die groep mensen waarvan de zelfstandigheid nogal wankel is en die ook het zelfinzicht missen om aan de bel te trekken als het mis gaat, van te voren een kader te scheppen waardoor ongelukken voorkomen kunnen worden. Dit betekent dat er in samenspraak met de cliënt iemand de taak op zich moet nemen regelmatig contact te hebben met de cliënt om te kijken of alles nog loopt. Als er problemen zijn (zelfs kleine) moet er onmiddellijk ingegrepen worden om erger te voorkomen. Vooral als die verantwoordelijke contactpersoon een buur of een familielid is moet tevens gewaarborgd worden dat er door de instanties naar die contactpersoon geluisterd wordt en ook werkelijk maatregelen genomen worden. Als er niet geluisterd wordt zal niet alleen de cliënt dieper in de problemen komen en dus meer zorg nodig hebben, ook de mantelzorger zal denken laten anderen het maar doen, naar mij wordt toch niet geluisterd.”
Lenie Hagen lid Wmo raad
“Nu er bij veel voorzieningen vrijwilligers worden ingezet, zal er op zijn minst moeten worden nagedacht over het eventueel wegvallen van functies/banen. Banen zijn hard nodig om de participatiewet gestalte te geven. Welke verantwoordelijkheden leg je neer bij vrijwilligers en welke opleiding/training hoort daarbij? Thuis wonen ouderen: goed 10
bouwbeleid om ouderen, die vanwege te grote behuizing moeten verhuizen, een goede, veilige woning te bied.”
6.
Adviezen van de Wmo raad
Hieronder vermelden wij integraal onze adviezen aan het College. Voordat wij verder gaan willen wij het projectteam hartelijk dank zeggen voor de wijze waarop wij met elkaar hebben vergaderd en hoe zij onze vragen en/of opmerkingen beantwoord en geïmplementeerd hebben. Ook al zijn wij het over een aantal punten (nog) niet eens geworden, wij ervaren de vergaderingen als positief en opbouwend. De adviezen en college reacties die wij in 2014 hebben uitgebracht en ontvangen zijn:
IJmuiden, 4 december 2013.
Advies; Beheersmaatregelen OV-Taxi In het afgelopen jaar is meermaals geconstateerd, dat de kosten van de OV-Taxi ontzettend zijn toegenomen. Ten opzichte van het vorige contract zijn de kosten ongeveer verdubbeld. In de zogenaamde ‘Van der Valk-overleggen’ zijn wij door u hierover al op de hoogte gesteld. In die overleggen is ook gemeld, dat de gemeenten - in overleg met provincie Noord-Holland en BIOS-Groep - zochten naar bezuinigingsmaatregelen. Uitgangspunt daarbij is wel dat de kwaliteit van het vervoer gewaarborgd blijft. Wij ondersteunen dit streven maar zetten een vraagteken bij de kans van slagen. Het blijft een vreemde zaak dat u overgaat tot draconische maatregelen. Er was een systeem dat niet functioneerde; daar was iedereen het over eens. Gemeenten en de cliëntenorganisaties hebben gezamenlijk met de Bios-groep maatregelen genomen om te komen tot een goed functionerende OVtaxi. Nu moeten burgers die afhankelijk zijn van het vraagafhankelijk collectief vervoer (CVV) hiervoor bloeden. Er wordt een aantal maatregelen voorgesteld zonder een begroting, die inzicht geeft in hoeveel u gaat besparen. De Wmo raad Velsen wil vervoer voor mensen die het nodig hebben ook voor de toekomst veiliggesteld zien. 1. Invoeren kanteling; scherper indiceren. In het stuk Beheersmaatregelen OV-taxi lijkt het nog steeds te gaan om een vaststaand recht dat ouderen hebben tot het verkrijgen van een vervoerspas zonder indicatie Het is ook duidelijk dat van dit recht de afgelopen jaren veel meer gebruik gemaakt is dan vroeger. Zeer waarschijnlijk dus vooral ook door cliënten die ook andere middelen tot hun beschikking hebben, helemaal niet gehandicapt zijn of aan de andere kant belemmerd worden in hun bewegingen.
11
U voert de Kanteling op, waarbij er meer gekeken zou moeten worden naar de eigen kracht van mensen. Verder wordt er alleen gesproken over bezuinigingen en de eigen kracht van mensen komt niet meer aan de orde Volgens ons kan alleen goed gekeken worden naar de eigen kracht van mensen als de OV-taxi niet meer gezien wordt als een algemene voorziening waar iedereen gebruik van kan maken. Onze voorspelling is dat dan het gebruik, ondanks de voorgestelde maatregelen, zal blijven toenemen door cliënten die eigenlijk andere mogelijkheden hebben. Daarna zullen er nog zwaardere bezuinigingen volgen waardoor er steeds minder mensen uit de doelgroep met een slechte mobiliteit (waarvoor de regeling echt zou moeten werken) gebruik van kunnen maken. Ons voorstel is om de OV-taxi alleen toegankelijk te maken voor mensen met als indicatie dat ze zich moeilijk kunnen verplaatsen. Dit zal onzes inziens een enorme besparing opleveren zodat in de toekomst niet meer gezeurd hoeft te worden over vijf of zes zones of het meenemen van een scootmobiel. Wij denken (maar dat moet uiteraard dan blijken) dat er voor cliënten die het echt nodig hebben voldoende geld zal zijn, om al het nodige vervoer aan te bieden. Wij stellen een herindicatie procedure voor. Dit zou onzes inziens ook moeten gelden voor de overige hulpmiddelen die verstrekt worden via de Wmo. Wij kunnen ons voorstellen dat doorvoeren van een zo drastische opschoning van het bestand niet in een keer te realiseren is. Daarom geven wij op enkele punten toch nog een gedetailleerd commentaar. 2. Minder dan wekelijks gebruik De gemeente werkt vanaf 1 januari 2013 volgens de werkwijze van De Kanteling. Dit heeft onze instemming Dit betekend dat er meer wordt gekeken naar eigen kracht en eigen oplossingen. Dit betekent niet, dat als mensen de OV-Taxi niet wekelijks nodig hebben, ze daardoor geen recht meer hebben op CVV. Want regels vooraf voldoen niet aan de beginselen van de Kanteling. 3. Snijden in lijnen en haltes. Wij roepen het College op om daar waar de provincie snoeit in lijnen en haltes rekening te houden met de afstanden die mensen moeten afleggen alvorens een bushalte te kunnen bereiken. 4. Maximaliseren van aantal kilometers tot 1500. Een gemiddelde OV-zone is 4,5 km. Dus 1500 km is 333 zones. Maatregel: maximaliseren aantal te reizen OV-zones op 350 per pashouder per jaar. Voor 90 % van de gebruikers is dit voldoende om hun vervoerspatroon kunnen uitvoeren. Voor10% niet. Waarom niet net als bij Valys? Een laag en een hoger budget voor het aantal kilometers. Want vooral mensen die alleen een rolstoel hebben komen kilometers c.q. zones tekort 5. Verhogen eigen bijdrage reizigers. Wmo-pashouders betalen momenteel een eigen bijdrage. Het huidige reguliere openbaar vervoertarief is het check-in/check-out-tarief. De voorgestelde verhoging is fors. Wij willen u meegeven STOP DE STAPELING. bij de eerste zone bijna 100%. (sic)! 12
6. Vervoer beperken tot vijf zones Er is in het verleden gekozen voor zes zones, omdat daarmee vanuit Heemskerk zowel Alkmaar-Noord als Haarlem-Zuid bereikbaar waren in verband met de ziekenhuizen daar. Door u wordt nu voorgesteld om de ziekenhuizen als zogenaamde ‘points of interest’ aan te merken waar met de OV-taxi heen kan worden gereisd; en de zesde zone voor overige bestemmingen niet meer aan te bieden in het OV-taxi vervoer Er kan wel verder worden gereisd, maar vanaf de zesde zone betaalt men dan een tarief van€ 7,50 per zone of men kan met Valys reizen. Dit voorstel wijzen we af. We hadden graag een financiële onderbouwing hiervan gezien Niet iedereen maakt gebruik van Valys. Hoe maak je mensen duidelijk dat ze niet naar het Winkelcentrum, de Belastingdienst en het UWV kunnen reizen maar wel naar het ziekenhuis. In Schalkwijk? 7. Aanpast tarief meereizende. Op dit moment mogen maximaal twee personen met de Wmo-pashouder tegen hetzelfde Wmo-tarief meereizen. Uitganspunt was dat er twee mensen met de pashouder mogen meereizen, tegeneen iets hoger tarief, maar niet te hoog. Voorgesteld wordt om maximaal 2 meereizende (ongewijzigd) te laten meereizen tegen een tarief, dat € 0,50 hoger is dan het Wmo-tarief (zie tabel). De Wmo raad gaat hiermee akkoord. Maar de gemeente moet een oplossing vinden voor mensen die om medische of sociale redenen niet alleen kunnen reizen maar met een begeleider. De Nederlandse Spoorwegen (NS) is de uitgever van de begeleidingskaart voor het openbaar vervoer. (ook voor de OV-Taxi). Maar er zijn al jaren problemen bij het verkrijgen van een begeleidingskaart door NS. 8. Scootmobiel alleen vanaf de tweede zone mee. Het voorstel wordt om vanaf 1 februari 2014 een scootmobiel niet meer mee te nemen binnen de OVTaxi bij vervoer over één OV-Zone. Vanaf twee OV-zones kan de scootmobiel wel worden meegenomen. De Wmo raad gaat hiermee akkoord.
Reactie college: Beheersmaatregelen OV-Taxi Op 4 december 2013 ontvingen wij uw advies over de beheersmaatregelen voor de OV-Taxi. Wij danken u hartelijk voor de snelheid waarmee u dit advies heeft uitgebracht. Inhoudelijk hebben wij bij de beantwoording de volgorde aangehouden die u in uw advies heeft gebruikt. Onze antwoorden zien er als volgt uit: Inleiding Ook wij betreuren het zeer dat de kosten van een goed functionerende OV-Taxi, waar wij onder meer samen met uw Wmo-raad zo lang naar gestreefd hebben, moeilijk beheersbaar zijn. 13
Ter illustratie daarvan; in 2011 hadden wij voor dit doel nog een bedrag begroot van € 842.000, - terwijl in 2013 dit bedrag is opgelopen tot 1.9 miljoen euro. En hoe groot ook onze teleurstelling is dat wij maatregelen moeten nemen in dit dossier; wij ontkomen er niet aan. Wel doen wij ons uiterste best met deze maatregelen zo min mogelijk de kwaliteit van de OV-Tax nadelig te beïnvloeden. Het is onze overtuiging dat wij hier in samenspraak met de provincie Noord Holland en de BIOS-groep in zullen slagen.
Invoeren Kanteling; scherper indiceren Uw oproep de OV-Taxi alleen te laten gebruiken door mensen met een beperking, is onmogelijk te realiseren. De OV-Taxi is een vorm van openbaar vervoer dat wordt beheerd en georganiseerd onder de verantwoordelijkheid van de provincie. Het systeem alleen toegankelijk maken voor mensen met een beperking zou de aard van deze vorm van openbaar aantasten; iets dat wij als deelnemer aan een bestuursovereenkomst met de provincie, ook niet af kunnen dwingen. Waar wij u op dit gebied wel tegemoet in kunnen komen is het feit dat het gekanteld werken binnen de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), er toe zal leiden dat het aantal aanvragen op dit gebied afneemt. En dat om die reden het gebruik voor een groot deel is voorbehouden aan die mensen die de OV-Taxi echt nodig hebben. Deze tendens heeft zich in 2013 al ingezet. Voor uw goede begrip; van het totaal aantal reizigers in het systeem is 95% pashouder en slechts 5% maakt gebruik van het systeem als vorm van openbaar vervoer. Uw oproep wordt onzes inziens genuanceerd met dit cijfermateriaal in gedachte Minder dan wekelijks gebruik Uw veronderstelling dat het minder dan wekelijks kunnen gebruiken van de OV-Taxi niet overeenkomt met de uitgangspunten van De Kanteling delen wij niet. Onderzocht is in hoeveel gevallen er meer wordt gereisd dan het aantal zones waartoe het reizen nu wordt beperkt. Daaruit blijkt dat slechts in een klein percentage mensen over meer zones reizen. Voor alle maatregelen (met uitzondering van de hogere zone-prijzen) geldt dat wij juist de uitgangspunten van De Kanteling willen toepassen op alle individuele hulpvragen voor het reizen per OVTaxi. Als er zich onbillijkheden van overwegende aard zullen voordoen, zullen wij uitzonderingen maken op de gekozen beheersmaatregelen. Om in dit voorbeeld te blijven; mocht op basis van individuele bijzondere omstandigheden iemand meer moeten reizen dan de beperking van 350 zones waarvoor nu is gekozen, dan wordt er op individuele gronden voor zo iemand een uitzondering gemaakt en kan er over meer zones worden gereisd dan 350 per jaar.
14
Snijden in lijnen en haltes Ook voor dit onderdeel geldt dat wij rekening zullen houden met gevallen waarin de beperking in zones leidt tot situaties waarin burgers te veel worden beperkt in hun mogelijkheden tot verplaatsing. Maximaliseren van het aantal kilometers tot 1500 Uw bezwaar tegen deze maatregel hopen wij teniet te doen met de belofte dat wij in individuele gevallen uitzonderingen zullen toestaan op deze maatregel. Uw oplossing om in dit geval de methodiek van Valys te gebruiken is onze inziens geen adequate oplossing, vooral omdat dit vervoer aan veel regels is gebonden. Het is onze overtuiging dat een individuele benadering van deze maatregel tot veel betere oplossingen leidt dan kiezen voor de Valys-methodiek. Verhogen eigen bijdrage reizigers Wij onderschrijven uw mening dat de verhoging van de eigen bijdragen een fors karakter draagt. Aangetekend daarbij dient wel te worden dat de verhoging van de eigen bijdragen gelijke tred houdt met de landelijke stijging van de reguliere kosten voor het openbaar vervoer. Uw zorgen dat de verhoging van de eigen bijdragen leidt tot een stapeling van extra belasting van het inkomen van gehandicapte mensen delen wij, maar wij hopen dat de landelijke regels die hiervoor in de maak zijn, deze zorg zullen wegnemen. Bovendien zullen wij in eigen gemeente extra alert zijn op deze ontwikkeling. Vervoer beperken tot vijf zones Wij betreuren het dat u deze maatregel afwijst. Uw veronderstelling dat mensen niet langer bij winkelcentra, Belastingdienst en UWV kunnen komen is onjuist. Alleen een ziekenhuis valt in sommige situaties in de zesde zone, vandaar de uitzondering die wij specifiek hiervoor gemaakt hebben. Ook voor deze maatregel geldt dat wij bereid zijn in bijzondere individuele gevallen af te wijken van deze maatregel. Aangepast tarief meereizende Wij stellen het op prijs dat u deze maatregel onderschrijft. Wij zullen de NS benaderen om een oplossing te vinden voor de ervaren problemen bij het verkrijgen van een begeleiderskaart openbaar vervoer. Scootmobiel alleen vanaf tweede zone mee Wij stellen het op prijs dat u deze maatregel onderschrijft. Brief aan Wmo-pashouders Wij zeggen u toe in onze brief aan Wmo-pashouders melding te maken van het feit dat alle maatregelen ( met uitzondering van de eigen bijdrage) een algemeen karakter dragen en dat wij bereid zijn in individuele gevallen af te wijken van deze maatregelen. 15
Deze brief wordt in de loop van de maand februari verstuurd aan alle Wmo-pashouders.
IJmuiden, 16 januari 2014
Advies; Beleidsplan Jeugdhulp IJmondgemeenten 2015-2018 Van de Wmo raden gemeenten Beverwijk, Heemskerk en Velsen De Wmo raden van de gemeenten Beverwijk, Heemskerk en Velsen hebben samen een advies geschreven op ‘Jeugd, Onze Zorg’, het beleidsplan jeugdhulp IJmondgemeenten 2015-2018. Dit ongevraagd advies wil de Wmo raden aanbieden aan het college van burgemeester en wethouders en leden van de gemeenteraad van de vier IJmondgemeenten. Geen van de IJmondgemeenten heeft advies gevraagd aan de Wmo raad, in tegenstelling tot veel andere gemeenten in den lande. Er zijn echter een aantal redenen om dit ongevraagde advies uit te brengen:
De IJmondgemeenten hanteren allen een brede opvatting over maatschappelijke ondersteuning, die volgens de Wmo raden impliceert dat jeugdhulp valt onder het adviesrecht van de Wmo raad. In het onderhavige beleidsplan wordt aangegeven dat delen van de jeugdhulp vallen onder de Wmo ( zie: blz.7, 15, 23, 34, 35 en 43) In het beleidsplan wordt op bladzijde 39 in verband met medezeggenschap vermeld: ‘Op de langere termijn behoord het omvormen van de Wmo (cliënten)raden, cliëntenraden WWB en gehandicaptenraden tot (cliënten)raden voor het sociale domein tot de mogelijkheden’. Blijkbaar is hier gedacht aan een rol voor de Wmo raden. Het vroegtijdig inschakelen van de Wmo raden helpt bij een geleidelijke omvorming van de burgerparticipatie bij de jeugdhulp. Op dit moment beschikken de Wmo raden al over deskundige leden op dit gebied en over verschillende connecties binnen de jeugdhulp en zijn doende met de opzet van een netwerk. Het meegroeien van de Wmo raden bij de opzet van een nieuwe jeugdhulp lijkt een betere optie dan de nu gekozen werkwijze. De toegang tot de jeugdhulp (inkoop, indicatie, intakegesprek, 1ste en 2de lijn) is analoog aan de werkwijze bij de transitie AWBZ naar Wmo. De Wmo raden beschikken over veel kennis en ter zake relevante netwerken. In het onderhavige beleidsplan zijn de ingewonnen raadplegingen (blz.8) overwegend verwoord door zorgprofessionals en ambtenaren; daarmee informatie uit de tweede hand. Het advies door de Wmo raad, cliëntenplatform of een ander burger-vertegenwoordigend gremium levert rechtstreekse informatie, waarbij de ambtelijke tussenstap ontbreekt. Hierdoor worden verschillende (andere) mogelijkheden zichtbaar. Het past beter in het duale model van het gemeentebestuur en daarbij is de participatie beter geregeld.
Hoewel tijdsdruk vaak meespeelt, mag dit naar mening van de Wmo raden niet inhouden dat er daarom geen advies wordt gevraagd. De Wmo raden zetten zich graag in om op een constructieve wijze advies te formuleren. De Wmo raden vonden het van belang om een gezamenlijk advies uit te brengen in de geringe beschikbare tijd: u vindt deze als bijlage.
16
Ongevraagd Advies ‘Jeugd, Onze Zorg’, beleidsplan jeugdhulp IJmondgemeenten 2015-2018 Algemeen Dit is een gemeenschappelijk advies van de Wmo-raden Beverwijk, Heemskerk en Velsen. Het beleidsplan is een goed doortimmerd stuk. Wij danken voor de goede voorlichting in het stadhuis van Beverwijk door onze gemeenten (12-06-2013 en 25-09-2013) en die is georganiseerd door Zorgbelang in Haarlem (12-12-2013). Onze adviezen, bemerkingen en opmerkingen bevinden zich op een strategisch niveau. Er is vermeden om een tactische uitwerking te geven, hoogstens als toelichting bij de opmerking of advies. Gedetailleerde opmerkingen per bladzijde zijn daarom niet gemaakt. Wij verwachten te zijner tijd stukken met een nadere uitwerking (Plannen van Aanpak) ter advisering. De situatie in de zorg blijft nog steeds onzeker. De transitie in de Jeugdzorg is daarbij aanzienlijk ingewikkelder dan die van de AWBZ naar de Wmo. Nog sterker dan bij die transitie is er sprake van een kanteling van de gehanteerde methoden en organisaties. Ook hier wordt een nieuw, nog steeds veranderend, begrippenapparaat gehanteerd, waarbij de uitleg en uitvoering sterk anders kunnen zijn afhankelijk van de politieke richting en medische discipline die men kiest. Ook kan de uitslag van de gemeenteraadsverkiezing de lokale uitvoering mogelijk veranderen. Ook is de ontwikkeling van de samenwerking in de IJmond nog onduidelijk. Wij zien het plan als een “levend” document, er moet ruimte zijn voor aanpassingen. Een 2 jarige overgangsperiode is (te) lang, eerdere tussentijdse evaluaties met inhoudelijke rapportage zijn een vereiste. Een situatie, waarbij de regie van de gemeenten duidelijk en scherp gedefinieerd moet zijn (regie wordt alleen genoemd op blz. 34 en 47). Op dit punt kan het plan worden aangescherpt. Om te komen tot die scherpere focus legt dit advies nadruk op de hieronder vermeldde kernpunten. Daarvan werden verschillende al genoemd in ons eerdere Advies Concept Regionaal beleidskader decentralisatie Awbz.
. Kernpunten De ontschotting Met genoegen constateren we de inzet om te komen tot een ontschotting in de Jeugdzorg. Maar het lijkt alsof er nog steeds een schot aanwezig is tussen uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Jeugdzorg. Onvoldoende wordt duidelijk gemaakt hoe er samengewerkt wordt in de 2 transities. Denk aan de samenwerking van SWT’s en CJG-teams. Een (te zijner tijd) eenduidige ontschotte wijkgerichte aanpak van SWT’s en CJG-teams is aan te raden bij een 1gezin, 1plan, 1regisseur opzet. Ook als de Jeugdzorg op een nog andere manier wordt gefinancierd of aan de andere kant wordt gerealiseerd lijken nog (te vermijden) schotten te bestaan. Zo biedt het beleidsplan nog geen visie op en kader voor de samenwerking met de ook in onze gemeenten bestaande en groeiende groep kindercoaches, integratief kindertherapeuten, hypnotherapeuten en andere therapeuten die vanuit de alternatieve geneeskunde worden vergoed door de zorgverzekeraars en een vorm van jeugdhulp 17
verlenen. Bestaat er ruimte om aanbieders anders dan de gevestigde te contracteren, dit in het licht ook van keuzevrijheid van cliënten? Daarnaast wordt nadere visie en uitwerking gevraagd voor de jeugdhulp aan de groep kinderen met chronische ziekten en (psycho)somatische klachten. Een goede multidisciplinaire samenwerking tussen artsen/specialisten en jeugdhulp is uitermate belangrijk in het bewerkstelligen van de medicalisering, het zo spoedig mogelijk activeren van eigen kracht van jongeren en ouder(s). Als dit niet in goede samenwerking gebeurt, kan de druk op de somatische gezondheidszorg toenemen. De medisch specialisten uit het Rode Kruis Ziekenhuis, Alkmaar Medisch Centrum en Kennemer Gasthuis zijn tot op heden nauwelijks betrokken in het ontwikkelde jeugdbeleid van de IJmondgemeenten. Belangrijk om dit in het pilotjaar 2014 op te pakken. Overigens: Hoe is de ontschotte Jeugdzorg geregeld in het weekend? De inkoopstrategie De intenties bij de inkoopstrategie zijn duidelijk aangegeven. De keuze daarvan is van grote invloed op het realiseren van 1 gezin, 1 plan, 1 regisseur. Immers dienen concurrerende zorginstanties werkzaam binnen een gezin zich dan te voegen naar het door de gemeente aan de regisseur verleende gezag. De integrale aanpak “1 gezin - 1 plan - 1 regisseur” moge als achterliggende gedachte de vereenvoudiging van de wijze van gegevensverzameling hebben; het beleven van de cliënt in deze is anders. Geen frequent wisselende verzorgers die op wisselende tijden komen, aangestuurd door verschillende managementstijlen. De gecoördineerde zorg voor het gezin verdient prioriteit boven de weldaden van de concurrentie. Het primaat ligt bij de zorgbehoevende. Wij zien dit uitgangspunt nog onvoldoende uitgewerkt in het beleidskader. Evenals de samenhang daarbij met de andere transities. Risico’s In principe is alles in te kopen. Daarbij moet wel nagegaan worden of dat leidt tot haalbare resultaten. Onze gemeenten beperken zich waar mogelijk tot het voeren van regie en het ontwikkelen van beleid. Dit maakt de gemeente afhankelijk van een adequate uitvoering door de maatschappelijke organisaties. In de risicoparagraaf wordt niet gerept van de enorme cumulatie van organisatorische en budgettaire veranderingen in een dergelijk kort tijdsbestek: bezuiniging, samenwerking tussen gemeenten, decentralisatie, transitie, kanteling, nieuwe samenwerkingsvormen, overdracht van verantwoordelijkheden en herplaatsing van personen, verantwoordelijkheid voor jongeren boven 18 jaar, IT, etc. De controle op de kwaliteit Ook wordt met nadruk op de kwaliteit van het verwerven diensten en producten gewezen (hoofdstuk 8). Hoe die kwaliteit door de gemeente tijdens de looptijd tussentijds wordt gecontroleerd is daarbij niet vermeld. De borging van de kwaliteit bij de inkoop én daarna is immers een van de middelen waarmee de gemeente haar verantwoordelijkheid kan waarmaken. Te denken valt aan controles aangaande bijvoorbeeld:
18
De training voor het uitvoeren van een intakegesprek(gesprek wordt anders gevoerd, vergelijk keukentafelgesprek)
De controle op dat gesprek zelf(bij het ontwikkelen van een meetinstrument is cliëntparticipatie gewenst) Definitie kwaliteit en borging daarvan bij SWT’s en CJG teams De overige opleiding en ervaring van zorgpersoneel De functie-eisen van CJG-coaches Adequate beloning van dat personeel Limieten bij de wachttijden Het hebben van up to date digitaal en papieren informatiemateriaal
Er wordt bijvoorbeeld gesproken over CJG-team medewerkers en aanbieders en hun training. Welke disciplines/vooropleiding worden hierbij verondersteld? Hoe wordt nagedacht over professionalisering? In hoeverre is er zicht en visie op samenstelling van de teams met inzet van verschillende beroepsdisciplines? Ook bij de inzet van vrijwilligers in de (jeugd)zorg zijn controles nodig op bijvoorbeeld:
de competenties communicatie met beroeps eventuele te volgen trainingen verklaringen van goed gedrag.
Informatie aan de cliënt Wij adviseren te streven naar algemene vraaggerichte, transparante, informatie uitgaande van de vragen en de behoeftes van de jongere en geen opsomming van de organisaties met hun producten. Liever geen 50 folders van allerlei instanties, maar één algemene, desnoods enige naar de doelgroepen gerangschikt. Daarnaast een meer specifieke vorm van informatie op basis van een gedefinieerde zorgvraag, waarbinnen de diverse organisaties de daarvoor beschikbare informatie geven. Vergelijk dit bijvoorbeeld met de Seniorenwijzer van Heemskerk. Wij begrepen dat dit in het communicatieplan wordt uitgewerkt (blz. 52). We missen het vermelden van een sociale kaart, die de basis kan vormen voor die transparante, cliëntgerichte informatie. Cruciaal is de (papieren) informatie die voor een intakegesprek aan de cliënt wordt verstrekt. We gaan ervan uit dat in de regel een ouder, een mantelzorger en/of enkele ter zake deskundige het gesprek ter ondersteuning bijwoont. Informatie over de cliënt Een punt van zorg en nadere uitwerking betreft de voorschriften over informatievoorziening, het werken volgens '1 gezin, 1 plan en 1 regisseur', en de verhouding tot het beroepsgeheim. Er bestaat onduidelijkheid over de informatieplicht van de gemeente en in hoeverre daarmee mogelijk inbreuk gemaakt wordt op de privacy van kinderen, hun ouders en het beroepsgeheim. Een groot deel van de professionals is via de wet BIG, dan wel het toekomstig Kwaliteitsregister Jeugd gebonden aan het beroepsgeheim en zijn daar ook tuchtrechtelijk op aan te spreken. Dit geldt overigens niet alleen de IJmondgemeenten, maar is een landelijk aandachtspunt. 19
Meer specifiek geldt hier ook de vraag hoe de informatieplicht zich verhoudt tot het wettelijk recht van jongeren van 16 jaar en ouder om zonder instemming of zelfs medeweten van ouders hulp voor zichzelf in te schakelen. En hoe zit dit met het wettelijk blokkaderecht van cliënten op inzage in hun dossier? De toegang, mandaat en second opinion Hier is nog veel niet IJmondiaal breed geregeld. Het formeren van tussenschakels tussen de gemeente en de zorgbehoevende jongere in de vorm van Wmo loketten, sociale wijkteams (SWT), CJG teams en/of (voor)portalen of platforms heeft onze instemming. Ten aanzien van de samenstelling en bevoegdheden zijn eenduidigheid en afstemming daarbij uiteraard gewenst, rekening houdend met de bijzondere eisen van de buurt. Wij adviseren zowel medische zorg, verzorging als welzijn (dus cure én care) in verband met de integrale aanpak in de teams onder te brengen. Hoe wordt uit de 1ste lijn doorverwezen als dat nodig is? Het principe van hulp dicht bij huis en laagdrempelig is prima, maar er is altijd een risico dat daardoor zwaardere problemen onderschat worden/te licht geschat worden (ook al vanwege de Financiële prikkel) en dat daardoor kinderen toch buiten de boot vallen. Ook hierbij speelt de (integrale) samenstelling van SWT en CJG teams een belangrijke rol. Ten aanzien van de mandatering van de poortwachters zijn geen voorstellen opgenomen. Teveel schijven in de goedkeuring van een aanvraag veroorzaken een bureaucratische vertraging. Een afweging in hoeverre professionals kunnen worden gemandateerd ontbreekt in dit kader. Welke balans tussen vertrouwen en wantrouwen wordt gekozen? Ook op dit punt zien wij graag (later?) een nadere uitwerking tegemoet. Voor de burger is het vanuit het beleidsplan onduidelijk of er na de transitie nog een mogelijkheid tot een (onafhankelijke) second opinion bestaat. Het belang van de medicaliseren Een zeer belangrijk uitgangspunt is dat het de gemeente ernst is om zoveel waar mogelijk te de medicaliseren. Het klinkt echter eenvoudiger dan het in de praktijk vaak is en wordt door ons - zeker in complexere situaties - gezien als een specifieke expertise/competentie van een jeugdzorg-uitvoerende (o.a. sterke communicatieve en motivationele vaardigheden, kennis van zaken), die verder reikt dan een goede algemene informatievoorziening, preventie en voorlichting. Dit vraagt om een grote behoedzaamheid. Niet beroepsmatige verzorgers Burgers worden in de IJmondgemeenten gestimuleerd een rol op zich te nemen bij de opvoeding van kinderen en jongeren in hun gemeente, om zo met elkaar een ' pedagogische civil society' te vormen die 'community based care' leveren (blz. 14). Dit is volgens ons een gezonde, maar ook ideale situatie. Graag zien wij hier concreter op welke manier de IJmondgemeente dit voor ogen heeft. Zo worden de eventuele mantelzorgers en vrijwilligers nauwelijks genoemd in dit plan terwijl zij van groot belang zijn bij deze transitie. Hoe staat het met de invloed van die grootste groep verzorgers, bestaande uit ouders, mogelijke mantelzorgers en vrijwilligers? Vooral op dit punt verwachten wij voorstellen of een 20
toelichting. Het toenemende belang van deze groeperingen vraagt ook om vernieuwende initiatieven op dit punt. Er loopt ook een stevige discussie of een toename van de vrijwilligersinzet wel mogelijk is. In dit verband maken we ook zorgen over de mogelijkheid om voldoende pleeggezinnen te vinden bij een kwantitatieve en in complexiteit groeiende vraag. Rechtsongelijkheid Vanuit het beleidsplan wordt niet duidelijk hoe voorkomen kan/zal worden dat er binnen de samenwerkende IJmondgemeenten sprake kan zijn van rechtsongelijkheid tussen jeugdigen en ouders van verschillende gemeenten als het gaat om de kwaliteit van zorg, aanspraak op zorg, toegang tot zorg, keuzevrijheid voor een behandelaar en betaling van een eigen bijdrage voor jeugdhulp. Reikwijdte Uiteraard reageren wij niet op de (nog te maken) landelijke afspraken. Die taak ligt elders en gaat buiten de reikwijdte van dit document. Wij concentreerden ons daarom op de uitvoering van dat landelijk beleid door de gemeenten. Tot slot In april 2013 heeft de Wmo-raad Velsen al een ongevraagd advies uitgebracht op de Kadernota Jeugd- en Onderwijsbeleid "Samenwerken aan talent" van Velsen. De hierin geuite zorgpunten bestaan nog steeds:
Jonge mantelzorgers Jonge GGZ-mantelzorgers Wajong-jongeren Jongeren met schulden Alcohol- en drugsmisbruik Jongeren met ouders met drugs- en alcoholverslaving Pesten Discriminatie Nadelen gebruik sociale media Gevolgen Wet Werken naar Vermogen.
De voorzitters van de Wmo raden in Beverwijk, Heemskerk en Velsen evenals de leden van de projectgroep die dit advies hebben opgesteld zijn beschikbaar om met U over dit advies van gedachten te wisselen en daardoor mogelijke misinterpretaties van onze kant te corrigeren. Wij danken Zorgbelang Noord Holland voor de ondersteuning die we mochten ontvangen.
21
Reactie; college Beleidsplan Jeugdhulp IJmondgemeenten 2015-2018 Wij hebben uw advies op het Beleidsplan JEUGDHULP IJmond gemeenten 2015-2018 ontvangen waarvoor onze dank het advies is een constructieve bijdrage voor het verder vormgeven van de transitie en transformatie van de jeugdzorg. De verdere vormgeving krijgt zijn beslag in het laatste voorbereidingsjaar 2014.Waarin we de wijk-/gebiedsgerichte jeugdhulp me CJG coaches in de praktijk gaan realiseren in een aantal wijken in de gemeente In de bijlage (het logboek) gaan we nader in op de door u ingebrachte adviezen en gemaakte opmerkingen.
Reactie per aandachtspunt 1. Ad ontschotting
De IJmondgemeenten werken aan een integrale aanpak van de transities en sturen daar op, ook waar het om de financiën gaat. In het uitprobeerjaar 2014 van de wijk-/gebiedsgerichte jeugdhulp met CJG-coaches gaan we per gemeente in een aantal wijken daadwerkelijk vorm geven aan de samenwerking relevante disciplines, zoals de sociale wijkteams. Zo wordt toegewerkt naar een eenduidige ontschotte wijkgerichte aanpak. 2. Ad Toegang tot gespecialiseerde jeugdhulp
Gespecialiseerde. 2de lijns jeugdhulp wordt o.a. aangeboden via de zorgverzekeraars door een groeiende groep kindercoaches. integratief kindertherapeuten. Hypnotherapeuten en andere alternatieve therapeuten. Meestal na verwijzing door de huisarts. Dat blijft mogelijk. Maar we willen zelf dat in de IJmond een beweging ontstaat waarbij –losstaande 2de lijns jeugdhulp – toegroeit naar geïntegreerde 2de lijns jeugdhulp. De inzet van eigen kracht gestimuleerd wordt en de verbinding gelegd wordt met andere sociale domeinen. Dat is nu niet het geval 3.Ad Keuze vrijheid cliënten
Wij vinden eigen verantwoordelijkheid en regie bij burgers een belangrijk uitgangspunt en daar hoort keuzevrijheid bij. Dat betekent dat burgers waar mogelijk keuze hebben tussen verschillende aanbieders. Waar dat niet mogelijk is, bijvoorbeeld omdat er maar een aanbieder op een specifiek ondersteuningsvraagstuk is of middelen te beperkt zijn om meerdere aanbieders toe te laten, heeft de burger keuzevrijheid voor een professional binnen de organisatie. Hierbij moet worden opgemerkt worden dat met de invoering van de Jeugdwet het recht op zorg verdwijnt en daarmee ook de onbeperkte keuzevrijheid van een cliënt. Voortaan zijn de gemeenten verantwoordelijk voor het leveren van de jeugdhulp geleverd die nodig is. Dat gaat we als IJmondgemeenten doen in goede samenspraak met de cliënten.
22
4. Ad Afstemming jeugdhulp met artsen/specialisten.
Een goede multidisciplinaire samenwerking tussen artsen/specialisten en jeugdhulp is uitermate belangrijk in het bewerkstellingen van de –medicalisering evenals het zo spoedig mogelijk activeren van eigen kracht van jongeren en hun ouder (s). Als dit niet in goede samenwerking gebeurt, kan de druk op de somatische zorg toenemen. Een eerste contact met het Rode Kruis Ziekenhuis heeft in juni vorig jaar plaatsgevonden. In het uitprobeerjaar gaan we in goed overleg met de huisartsen en specialisten daadwerkelijk vorm geven aan het inbedden van hun verwijzingen binnen de geïntegreerde jeugdhulp. 5. Ad Inkoopstrategie
Voor 2015 en 2016 zien we nog geen voordelen aan een inkoopmodel waarin aanbieders op prijs en kwaliteit met elkaar concurreren, prioriteit heeft het realiseren van wijk/gebiedsgerichte jeugdhulp met CJG-coaches. Volgens het principe van 1 gezin. 1 plan. 1 regisseur. Verder zijn gemeente verplicht te zorgen voor zorg continuïteit voor cliënten die in 2014 via een indicatiestelling hulp krijgen bij een aanbieder. Daarom gaan we in 2015 zo veel mogelijk verder met de huidige aanbieders. Ook met het oog op een ‘zachte landing “met maximale continuïteit van het aanbod. 6. Ad Regie
De aanbieders leveren de jeugdhulp en de professionals bepalen welke jeugdhulp nodig is. Maar de gemeenten sturen op budget en kwaliteit en voeren de regie, ze monitoren of gewerkt wordt binnen de gestelde budgettaire- en kwaliteitskaders en zorgen voor regelmatige controle evaluatie en bijsturing in overleg met de aanbieders. 7. Ad Risico’s
De transitie jeugdzorg is inderdaad omvangrijk en ingewikkeld proces. Met een cumulatie van organisatorische en budgettaire veranderingen in een kort tijdsbestek; bezuinigingen. samenwerking tussen gemeenten, decentralisatie transitie, Kanteling, Nieuwe samenwerkingsvormen. Overdracht van verantwoordelijkheden en herplaatsing van personen verantwoordelijkheid voor jongeren boven de 18 jaar. Etc. Al doende lerend gaan we stap voor stap de benodigde nieuwe werkwijzen ontwikkelen. Na het uitprobeerjaar 2014 staan we optimaal aan de start voor het bieden van jeugdhulp van af 1/1/2015 8. Ad De controle op de kwaliteit
In de praktijk gaan we dit jaar leren hoe we kwaliteit het best kunnen meten Clienttevredenheid en vermindering van de problematiek zullen in elk geval gemonitord worden in de wijken of gebieden waarin we het wijk-/gebiedsgerichte werken gaan uitproberen. De door u genoemde aspecten zullen meegenomen worden. 23
9. Ad Informatie aan de cliënt
Tijdens het uitprobeerjaar zullen we meer zicht krijgen op hoe we kunnen komen tot algemene vraaggerichte informatie. Uitgaande van de vragen en de behoeften van de jongere in relatie met tot sociale de kaart. 10. Ad Informatie over de cliënt
Tijdens het uitprobeerjaar zullen we meer inzicht krijgen op welke informatie nodig is voor het werken volgens het principe van “1 gezin. 1 plan en 1 regisseur en hoe die te krijgen is binnen het kader van het beroepsgeheim. De informatieplicht van gemeenten. De privacy wetgeving en het blokkaderecht. 11. Ad De toegang. Mandaat en second opinion.
In de praktijk van het uitprobeerjaar gaan we, afhankelijk van de lokale situatie. Leren hoe bij het wijk-/gebiedsgerichte werken een team het beste samengesteld kan zijn. Welk mandaat het team moet hebben. Hoe de second opinion geregeld moet worden en welke beslissingsregels nodig zijn bij het doorverwijzen nar de 2de lijn. 12. Ad Het belang van de-medicaliseren
In de praktijk van het uitprobeer jaar gaan we, afhankelijk van de lokale situatie. Leren hoe bij het wijk-/gebiedsgerichte werken de medicalisering kan plaats vinden en wat daarbij de randvoorwaarden voor succes zijn. 13. Ad Niet beroepsmatige verzorger
In januari starten we met het pilot: Opvoeden doen we Samen; die er op is gericht is om rond tenminste 5 concrete praktijksituaties een; pedagogische civil society; te realiseren. Waarin het eigen sociale netwerk van gezinnen wordt ingezet bij de jeugdhulp evenals de directe omgeving van het gezin. 14.Ad Rechtsongelijkheid
Met de decentralisatie van de jeugdhulp naar de gemeenten zullen tussen gemeenten verschillen ontstaan in de geboden jeugdhulp. Maar dit is geen rechtsongelijkheid. Omdat met de invoering van de nieuwe Jeugdwet het – recht op jeugdhulp-niet meer bestaat, de gemeenten moeten de jeugdhulp leveren die nodig is; dat kan per gemeente anders worden ingevuld. Wel stemmen de gemeenten in de IJmond het beleid zoveel mogelijk op elkaar af.
24
15. Ad Zorgpunten uit het advies Wmo raad Velsen april 2013.
In april 2013 heeft de Wmo raad zorgen geuit op de volgende punten; jonge GGZ; mantelzorgers; Wajong-jongeren; jongeren met schulden; alcohol en drugsgebruik; jongeren met ouders met verslavingen; pesten; discriminatie; nadelen gebruik sociale media en gevolgen Wet Werken naar Vermogen. In het uitprobeerjaar zullen mogelijk direct of indirect aan de orde komen.
•
Fred Tromp lid Wmo raad
“Ik maak me zorgen wat er gebeurt met de indicaties die afgegeven voor de plekken in de RIBW ‘s. Het lijkt erop dat wil men in aanmerking komen voor een plek in een instelling voor beschermd wonen dat er sprake dient te zijn van zwaardere problematiek dan voor de invoering van de nieuwe WMO. In mijn optiek dreigen als gevolg daarvan dan mensen zelfstandig te moeten gaan wonen terwijl ze dat in feite niet kunnen. Ik zou graag bij de Wmo-raad op dat gebied de vinger aan de pols willen houden. Daarnaast is de gemeente nu verantwoordelijk voor de dagbesteding van mensen met een zekere arbeidshandicap. Ik zou me vooral willen richten op mensen die door een psychische ziekte zich niet kunnen redden in een regulier arbeidstraject en daardoor een beschutte werkplek nodig hebben. Ook op dit gebied gaat de gemeente het "landschap" anders inrichten. Dat betekent in concreto dat er minder snel zal worden overgegaan tot het verschaffen van een beschermde werkplek door de gemeente. Veel mensen die hiermee een dagbesteding hebben dreigen deze dan ook kwijt te raken. Wat zijn de gevolgen hiervan? Dat zou ik graag willen monitoren de komende tijd bij de WMO-raad.” •
Alicia Slot lid Wmo raad
“Een aandachtspunt om naar te blijven kijken, is de samenwerking tussen scholen, wijkteams, schoolartsen en huisartsen. Wie is er verantwoordelijk voor de vroege signalering en preventie van bijkomende problematiek van aandoeningen en stoornissen in de ontwikkeling.”
25
IJmuiden, 20 juli 2014
Advies: Wmo raad over Het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Velsen en de beleidsregels eigen bijdrage Wmo Gemeente Velsen 2014 Langs deze weg willen wij als Wmo raad ons advies aan u voorleggen. Al bij de invoering van de Wet Voorzieningen Gehandicapten in 2007 was de eigen bijdrage een gevoelig onderwerp. Het eerste jaar was er een regeling van eigen bijdrage die na een jaar weer werd ingetrokken mede op verzoek van de gebruikers. Maar de discussie bleef ook na invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Jaren lang werd er gesproken over de kosten. Vele voorstellen om aan de bezuinigingsdoelen te komen van ervaringsdeskundigen, waar men wel het nut maar kennelijk niet de noodzaak van in zag, hebben de revue gepasseerd. We staan nu mede door de Kanteling aan de vooravond van de invoering van eigen bijdrage die vooral voor scootmobiel rijders zonder huishoudelijke hulp een financiële tegenvaller is Na ontvangst van de notities heeft de Wmo raad schriftelijke vragen gesteld aan de verantwoordelijke ambtenaar. Wij bedanken haar voor de duidelijke uitleg. Wij komen met de volgende concrete adviezen.
Graag adviseren wij naar de gebruikers toe een duidelijke voorlichting, waarbij de gemeente inzicht verschaft in de gevolgen voor de gebruiker. Daarmee laat de gemeente zien dat zij verantwoordelijk is voor het beleid en niet het Cak. Zo zou het voor gebruikers aantrekkelijker kunnen zijn om nu een PGB te kiezen als u ze daar de gelegenheid voor gaat geven.
De hoogte van de eigen bijdrage kan verschillen maar komt op ongeveer 80 euro per maand uit. De Wmo raad hanteert al heel lang als credo” stop de stapeling’’, deze maatregel helpt hier niet bij. Een voorbeeld; We vergelijkt de scootmobiel als vervanger van een fietskar straks betalen we een eigen bijdrage die te hoog is voor een fiets. Wij adviseren u om het bedrag minimaal te halveren, dus tot €40 of lager.
Reactie college op advies van de Wmo raad over Het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Velsen en de beleidsregels eigen bijdrage Wmo Gemeente Velsen 2014 Op 17 juli jl. ontvingen wij uw advies over de Beleidsregels eigen bijdrage en het Besluit maatschappelijke ondersteuning. Dank daarvoor. In deze brief geven wij graag een reactie op uw advies. In uw advies schrijft u dat de eigen bijdrage vooral voor scootmobielgebruikers zonder hulp bij het huishouden een financiële tegenvaller is. Dat een grotere groep cliënten een financieel nadeel gaat ondervinden is inherent aan de uitbreiding van het eigen bijdragebeleid, ook voor sommige scootmobielgebruikers. Maar omdat de hoogte van de eigen bijdrage afhankelijk is van verschillende factoren kan dit niet zonder meer over een gehele groep gebruikers gezegd worden. Bovendien geldt de uitbreiding van de eigen bijdrage niet alleen voor scootmobielgebruikers, maar ook voor Wmo-cliënten die gebruik maken van andere voorzieningensoorten. 26
Voorts adviseert u over duidelijke voorlichting en communicatie aan cliënten. Ook wij achten het van groot belang om cliënten duidelijk en tijdig te informeren over de veranderingen. Voorlichting over het nieuwe beleid vindt zowel in de lokale media als tijdens het eerste gesprek bij mensen thuis plaats. Vooral het gesprek biedt de mogelijkheid om cliënten goed te informeren. Met behulp van de rekenmodule van het CAK kan de hoogte van de eigen bijdrage geschat worden. De Wmo-consulent kan meer informatie geven over waar de rekenmodule te vinden is en eventueel helpen de module in te vullen. In uw advies schrijft u dat het voor gebruikers aantrekkelijker zou zijn om voor een pgb te kiezen in plaats van een voorziening in natura. Die conclusie trekt u uit het feit dat met betrekking tot het pgb de eigen bijdrage over een beperkte periode (van maximaal 39 periodes) wordt gevraagd en voor een voorziening in natura een eigen bijdrage voor de gehele gebruiksperiode geldt. De geschiktheid van een pgb of een voorziening in natura hangt echter niet alleen af van de duur van de eigen bijdrage. Ook bijvoorbeeld de hoogte van het pgb en aspecten als periodiek onderhoud van de voorziening, hulp bij pech en verzekeringen spelen een rol bij de keuze tussen een pgb en een voorziening in natura. Tot slot concludeert u dat de hoogte van de eigen bijdrage ongeveer € 80, - per maand zal bedragen. U adviseert om dit bedrag minimaal te halveren. Wij willen benadrukken dat de eigen bijdrage van verschillende factoren afhankelijk is en dat het benoemen van een gemiddelde eigen bijdrage op geen enkele manier representatief is voor cliënten die een eigen bijdrage betalen. De combinatie van kostprijs van de voorziening, inkomen van de cliënt, leeftijd en gezinssamenstelling maken dat de hoogte van de eigen bijdrage per cliënt zeer uiteen kan lopen. De conclusie dat de eigen bijdrage ongeveer € 80, bedraagt, is dan ook geen juiste weergave en zet cliënten op het verkeerde been. Wij verzoeken u dan ook vriendelijk om uw conclusie niet te communiceren naar uw achterban. Mede op basis van bovenstaande gaan wij niet mee in uw advies om de eigen bijdrage te halveren Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Voor vragen kunt u vanzelfsprekend bij ons terecht.
11 augustus 2014
Advies; Toegang Sociaal Domein 2015 en Uitvoeringsnota Sociaal wijkteam Velsen 2014-2016. Van Wmo raad Velsen en de Cliëntenraad Velsen Geacht college De Wmo raad van Velsen en de Cliëntenraad Velsen hebben voor het eerst gezamenlijk een advies geschreven. Op 15 juli ontvingen wij de notities en een uitnodiging voor een gesprek met uw ambtenaren op 5 augustus. Na een gezamenlijke voorbespreking zijn we het gesprek aangegaan. Dit hebben we als plezierig en opbouwend ervaren. Het verzoek om het eind van de week een advies te geven brengt ons in tijdnood. Wij hebben ons als Wmo raad mede gecommitteerd om onder de tijdsdruk op het gehele besluitvormingsproces ons extra in te zetten om snel tot adviezen te komen. Een gedegen 27
advies schud je echter niet uit de mouw. Wij hebben de prioriteit gelegd bij de advisering over de Wmo verordening. Ten aanzien van de nu voorliggende documenten willen wij toch reageren. Bepreken we ons tot een brief met aandachtspunten en zorgen over inrichting en verwachte werking van het toegangsproces. Behalve de beperkte tijd, speelt vooral ook een rol dat het hier vooralsnog gaat om richtinggevende beleidsstukken met nog slechts een beperkte concrete uitwerking. Het betreft werk in uitvoering met pilots op basis waarvan pas meer definitieve keuzes gaan worden gemaakt. We zien de twee notities niet los van elkaar. De een heeft verbinding met de ander. Wat ons betreft moet de toegang uitnodigend en laagdrempelig zijn en begeleid worden door een goede voorlichting. Van de cliënt wordt verwacht dat hij positief en flexibel reageert op het gekantelde denken. Van de gemeente verwachten wij dan ook een gelijke omschakeling van een meer formele benadering naar een klantvriendelijke en op de mogelijkheden van de cliënt gerichte advisering en hulpverlening. Wij maken ons zorgen om de mensen die geen eigen kracht hebben om zich staande te houden in de gewijzigde wereld waar men de ins en de outs niet van kent. Over de cliënt wordt veel informatie verzameld en in een gesprek wordt nog diepgaand ingegaan op de mogelijkheden en de omstandigheden van de cliënt. Hier ontstaat een steeds grotere opeenhoping van informatie over de cliënt. Cliënten krijgen steeds meer het gevoel heel veel bloot te moeten geven zonder dat zij zicht hebben wie tot deze informatie toegang heeft. Wij ondersteunen de opzet om te komen tot sociale wijkteams. Normaal gesproken geven wij geen financiële adviezen, maar nu maken we een uitzondering. De financiële gegevens die ons bekend zijn, zijn volgens ons te mager om de opzet van de sociale teams kans van slagen te geven. Kwaliteit kost geld. Wij zien om ons heen gemeentes die extra geld beschikbaar stellen aan de welzijnsinstellingen. In zijn algemeenheid valt op de kleine inbreng in beide notities over werk en inkomen en onderwijs. Deze uitwerking lijkt sterk Wmo gericht. Een kwestie van kantelen richting het integrale denken. We lezen in de nota Uitvoering over veel taken, die nog moeten worden uitgewerkt / onderzocht omdat deze nog onduidelijk zijn, dan wel afhankelijk worden gesteld van de ervaring gedurende de implementatie. Aangezien we aan de vooravond staan van de start van de Wmo Transitie per 1 januari 2015, hebben we in het ambtelijk overleg een aantal zaken in willekeurige volgorde besproken, namelijk: • • • • • • • • • • • 28
Beperkte financiën SWT als bezemwagenfunctie of aanjager van sociale verandering Scholing/ ontwikkelen competenties op alle niveaus (professionals en mantelzorgers/ vrijwilligers) Zorg om zorg voor de vrijwilligers Ondersteuning mantelzorgers Belasting nulde lijn Rollen Wmo consulenten (advisering en kostenbeheersing namens de gemeente) Mogelijke belangenverstrengeling bij de Wmo consulent. Rol huisartsen (zijn deze betrokken / voorbereid op hun nieuwe rol) ICT Privacy is er voorzien in een speciale ambtenaar/afdeling met specifiek benoemde functieomschrijving voor met daaraan gekoppelde geheimhoudingsplicht.
• • •
Samenstelling SWT Beperkte aandacht voor werk en inkomen Beperkte aandacht voor jeugd en onderwijs
Gaarne zijn wij bereid om indien nodig mondeling toelichting te geven. Wij zien graag een vervolg overleg na het eerste kwartaal 2015 zodat we dan met actuele kennis het gesprek kunnen vervolgen. Er zijn nog te veel onzekerheden CQ onduidelijkheden om nu al vergaande adviezen te geven.
Reactie college; op het advies over de notities “Toegang sociaal domein 2015 en Uitvoeringsnotitie Sociaal wijkteam Velsen 2014-2016” Allereerst willen wij u danken voor uw flexibele inzet wat betreft de advisering tijdens deze zomermaanden. Graag gaan wij in op de door uw genoemde punten in uw advies op bovengenoemde notities. Eigen kracht U geeft aan dat u zich zorgen maakt om de mensen die geen eigen kracht hebben om zich staande te houden. Wij delen deze zorgen. Om deze reden willen wij met ingang van 2015 een dekkend netwerk hebben van Sociaal wijkteams in Velsen. De resultaatverplichting in de Wmo staat bij ons voorop. Dit betekent dat wij cliënten ondersteuning bieden die dit niet zelf of met behulp van hun omgeving kunnen. Informatie en ondersteuning Uiteraard hebben cliënten zelf een keuze welke informatie zij met de gemeente en uitvoerende organisaties willen delen. Wel is het zo dat gemeente en uitvoerende organisaties cliënten beter kunnen helpen wanneer zij een goed overzicht hebben over alle leefdomeinen en de problematiek van de cliënt. Het Sociaal wijkteam zal hierbij gebruik maken van erkende gesprek- en intakemethoden en vraaggericht het gesprek voeren. We hanteren hierbij een klantvriendelijke ondersteuning op maat. Extra middelen U geeft aan dat er extra geld nodig is om het Sociaal wijkteam Velsen tot een succes te maken. In de begroting 2014-2016 nemen wij voorstellen op om de basisinfrastructuur in Velsen extra te versterken. Een onderdeel van de versterking van de basisinfrastructuur is het goed positioneren van het Sociaal wijkteam. Tevens onderzoeken we op welke manier de beschikbare Rijksbudgetten integraal kunnen worden aangewend voor het versterken van de lokale infrastructuur in Velsen.
29
Werk en onderwijs Het Sociaal wijkteam signaleert mogelijkheden tot activering naar werk en of andere mogelijkheden tot zin volle dagbesteding en maakt werkafspraken met IJmond werkt. Op het gebied van onderwijs, schoolmaatschappelijk werk en de jeugdcoach vindt afstemming plaats met het Sociaal wijkteam. (pagina 8 van de notitie sociale wijkteams). Informele zorg: vrijwillige inzet en mantelzorg Voor 2014 ontvangt gemeente Velsen extra budget om een goede lokale infrastructuur voor te bereiden en ondersteuning van de mantelzorger te versterken. Velsen kiezen er voor om leden van het Sociaal wijkteam te versterken op het gebied proactieve signalering en het doorverwijzen van mantelzorgers richting Socius. De naasten van cliënten worden door het Sociaal wijkteam altijd betrokken bij vraagverheldering en oplossingen (stimulering mantelzorg). Verder wordt het extra budget ingezet om zorgvrijwilligers en mantelzorgers te bereiken door het verspreiden van een informatieve huis-aanhuisfolder. Ontwikkelmodel De belangrijkste onderdelen van een Sociaal wijkteam zijn: samenlevingsopbouw (SWV), maatschappelijke dienstverlening (Socius en MEE) en zorg (Zorgbalans). De samenstelling van de wijkteams zijn niet een statisch gegeven. Er is gekozen voor een ontwikkelmodel waarbij de vorm en samenstelling samen hangen met de behoeften van de wijken (wijkprofiel). Op basis van het wijkprofiel en de ervaringen worden aanpassingen gedaan in de samenstelling van het team (vraag gericht). Privacy en ICT In 2014 werken de leden van het Sociaal wijkteam binnen het privacy protocol van hun eigen moederorganisatie en wordt er expliciet aan de inwoner toestemming gevraagd om informatie te delen met derden (huisarts, andere specialisten). Cliënten hebben dus zicht wie tot deze vertrouwelijke informatie toegang heeft. Per 2015 is er een gemeentelijk privacy protocol van kracht die voor alle wijkteams in Velsen geldt. ICT ondersteuning van de Sociaal wijkteams is noodzakelijk om efficiënt te werken. De Sociaal wijkteams zullen werken vanuit een beveiligde omgeving. Rollen Wmo consulenten De rol van de Wmo-consulent binnen het Sociaal wijkteam wordt in 2014 nader onderzocht. Hetzelfde geldt voor de schuldhulp verlenings-consulent, de CJG-consulent en de WWB-consulent. Deze consulenten mogen allen vanuit hun functie een beschikking voor specialistische hulp afgeven. Het is wenselijk dat er een nauwe samenwerking wordt gerealiseerd met het Sociaal wijkteam, maar hoe dit wordt vorm gegeven wordt nader onderzocht.
30
Rol huisartsen Met de huisartsen en met het zorgkantoor worden in 2014 afspraken gemaakt over samenwerking met het Sociaal wijkteam. De wijkverpleegkundige heeft vanuit haar nieuwe rol een belangrijke taak om de contacten met de huisarts te hebben. Deze afspraken zijn momenteel in voorbereiding. Een vervolgoverleg in het eerste kwartaal 2015 lijkt ons een prima voorstel zodat we dan met actuele kennis het gesprek kunnen vervolgen. Hopende uw antwoorden naar tevredenheid te hebben beantwoord.
•
Tini Jansen –Bruul lid Wmo raad
“Mantelzorg is een van de onderwerpen waar de Wmo raad Velsen zich mee bezig houdt. Er is nog veel onduidelijkheid over de mantelzorger. Wat is het verschil tussen een vrijwilliger en een mantelzorger. Hoeveel echte mantelzorgers telt de gemeente Velsen. Om hier meer inzicht over te krijgen zou een “meldpunt mantelzorger” ingesteld dienen te worden.”
Advies; Concept verordening maatschappelijke ondersteuning 2015 Wmo raden gemeenten Beverwijk, Heemskerk en Velsen Geacht college van burgemeester en wethouders, De Wmo raden van de gemeenten Beverwijk, Heemskerk en Velsen hebben samen een advies geschreven op ‘Concept verordening maatschappelijke ondersteuning 2015`. Dit advies wil de Wmo raden aanbieden aan het college van burgemeester en wethouders van de drie IJmondgemeenten. Ondanks de korte gegeven adviestijd (4 weken i.p.v. 6 weken) is het toch gelukt een gezamenlijk advies uit te brengen. Op een constructieve wijze is gewerkt aan het advies dat u vindt als bijlage. Wij spreken onze waardering uit over de wijze waarop ondersteuning en voorlichting door de ambtenaren uit de 3 gemeenten is gegeven. Het heeft ons en hun veel werk bespaart. Ten geleide Dit advies is het gezamenlijk advies van de Wmo raden in de IJmond. De gegeven adviestijd is korter dan 6 weken, zij bedroeg maar 4 weken. De Wmo raden hebben ondanks die (te) korte tijd besloten een gezamenlijk advies te brengen. Men bedenke daarbij dat de samenwerking tussen de Wmo raden meer tijd vraagt. In de toekomst dient toch minimaal 6 weken hiervoor te worden gereserveerd.
31
Daarnaast willen wij onze waardering uitspreken voor de wijze waarop ondersteuning en voorlichting door de ambtenaren uit de 3 gemeenten is gegeven. In het stuk wordt de benaming Wmo raad gebruikt, in Heemskerk wordt deze adviesraad ook wel Burgerplatform genoemd. In dit stuk is consequent de benaming Wmo raad gebruikt. In het stuk wordt de zorgvrager verder aangeduid als cliënt om aan te sluiten bij de gangbare benaming. Algemeen Bij de transformatie naar een participatiemaatschappij horen de volgende zaken in de verordening meer aandacht verdienen. Informatie Waar informatie voor de zorgvrager zeker na de grote transities, onontbeerlijk is moet daar meer aandacht binnen de verordening of elders aan worden gegeven. Bij sommige artikelen zijn daartoe in het volgende hoofdstuk al aanvullingen gegeven of opmerkingen over gemaakt. Daarbij is het niet altijd nodig/wenselijk om die zaken in de verordening op te nemen; in die gevallen is vermelding in bijvoorbeeld brieven aan de zorgvrager voldoende of zelfs beter. Het gaat de Wmo raad daarbij om de juiste begrijpelijke en tijdige informatie aan de zorgvrager. Het is zaak de verordening hier nog nauwkeurig op te screenen. Ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers Waar de ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers (voorlichting, training, respijtzorg) van groot belang is, komt het binnen de verordening nauwelijks aan bod. Zie ook Wmo 2015, de artikelen 2.1.2.2 b en 2.2.2. Vrijwilligers worden in de verordening niet eens genoemd. De Wmo raad heeft geen advies in deze opgenomen, omdat er uit de ambtelijke voorlichting is begrepen dat er voldoende aandacht aan wordt besteed bij bestaande of nog komende Nota’s of Plannen van Aanpak. In dit verband wijzen we ook op het ontbreken van de burgerparticipatie in de artikelen, ook daar nemen we aan dat dit wordt opgenomen in nog komende documenten. De Wmo raad verwijst daarom naar de adviezen bij die Nota’s en Plannen van Aanpak. Overzicht De transitie is complex en veelomvattend. Opnieuw adviseert de Wmo raad de samenhang van de diverse nota’s en plannen welke met de Wmo te maken hebben, te verduidelijken. Door bijvoorbeeld in de toelichting of de begeleidende brief een overzicht te geven over de Verordening en de daarmee samenhangende Nota’s en Plannen van Aanpak.
32
Details, gerubriceerd naar artikelen Artikel 1. Begripsbepalingen Artikel 2. Melding hulpvraag Snelle behandeling In spoedeisende gevallen, advies om lid 3 op te nemen In spoedeisende gevallen als bedoeld in artikel 2.3.3 van de wet treft het college na de melding onverwijld een tijdelijke maatwerkvoorziening in afwachting van de uitkomst van het onderzoek. Artikel 3. Cliëntondersteuning De volgende opmerkingen dienen niet voor aanpassingen van de verordening, wel zijn ze van belang bij de informatie die aan de cliënt per brief, via een website of in een gesprek wordt gegeven. De opmerkingen worden bij dit artikel gegeven, hadden ook elders kunnen worden gemaakt. • Opmerking 1: Cliëntondersteuning kan anders begrepen worden door de zorgvrager, goed duidelijk maken in de voorlichting waar het om gaat. • Opmerking 2: Mantelzorg is niet in principe vrijwillig, mantelzorg is altijd vrijwillig. Mantelzorgen zijn het meer dan gebruikelijk, intensief zorgen voor een naaste, vanwege de persoonlijke band met diegene. Mensen willen vaak graag zelf voor hun naaste zorgen, maar dat wil zeker niet zeggen dat mantelzorg professionele zorg kan vervangen. Er mag niet teveel op mantelzorg worden afgewenteld. • Opmerking 3: De gemeente heeft de verplichting om voor beschikbaarheid van cliëntondersteuning voor de alle ingezetenen van de gemeente te zorgen. Alleen: wanneer gaat deze ondersteuning in? Al voor het gesprek? De tekst geeft geen uitsluitsel. • Opmerking 4: Als de gemeente de cliëntondersteuning onderbrengt bij derden, die ook andere functies hebben in het zorgdomein, hoe is dan eventuele belangentegenstelling vermeden? Denk bijvoorbeeld aan MEE in Heemskerk: cliëntondersteuning, deelname in Sociaal Wijkteams en coördinerend lid binnen het Voorportaal.
Wel een lid 3 toevoegen: 3. De gemeente realiseert 24-uurs beschikbaarheid van een telefonisch of elektronisch luisterend oor
33
•
Opmerking 1: In de Wmo 2015 krijgen gemeenten de opdracht om “op ieder moment van de dag telefonisch of elektronisch anoniem een luisterend oor en advies beschikbaar te stellen” (artikel 2.2.4). Gemeenten zijn vrij om deze “anonieme hulp op afstand” zelf vorm te geven en te organiseren.
Artikel 4. Vooronderzoek; indienen persoonlijk plan Advies om lid 1 aan te vullen: 1.
Het college verzamelt in samenspraak met de cliënt of zijn vertegenwoordiger alle voor het onderzoek, bedoeld in artikel 2.3.2, eerste lid, van de wet, van belang zijnde en toegankelijke gegevens over de cliënt en zijn situatie en maakt zo spoedig mogelijk met hem een afspraak voor een gesprek. •
Opmerking 1: Er wordt niets over de privacy gemeld. Wie hebben toegang tot het dossier, het verslag, het plan?
Kan dit bijvoorbeeld ook een potentiële werkgever zijn?
Advies om een lid 5 toe te voegen: 5. Als afgezien wordt van een nader onderzoek of gesprek (artikel 5), wordt dit in overeenstemming of in overleg met de cliënt of zijn vertegenwoordiger bepaald. •
Opmerking 2: Er kunnen immers gewijzigde omstandigheden zijn, die bij een melding nog niet duidelijk zijn.
Artikel 5. Gesprek Advies om lid 1 aan te vullen; 1. Het college onderzoekt in een gesprek in samenspraak met degene door of namens wie de melding is gedaan, dan wel diens vertegenwoordiger en waar mogelijk met de mantelzorger of mantelzorgers, desgewenst familie en / of een door de melder genoemde deskundige, zo spoedig mogelijk en voor zover nodig: • • •
de behoeften, persoonskenmerken en voorkeuren van de cliënt; het gewenste resultaat van het verzoek om ondersteuning; de mogelijkheden om op eigen kracht of met gebruikelijke hulp of algemeen gebruikelijke voorzieningen zijn zelfredzaamheid of zijn participatie te handhaven of te verbeteren, of te voorkomen dat hij een beroep moet doen op een maatwerkvoorziening;
(etc. ziet verder tekst verordening)
34
•
Opmerking 1: Met deskundige wordt hier iemand van bijvoorbeeld de Alzheimer vereniging bedoeld, die door de cliënt niet als zijn vertegenwoordiger wordt beschouwd. Formulering moet misschien anders worden gekozen.
•
Opmerking 2: Er wordt telkenmale gesproken over de cliënt, maar als deze handels onbekwaam is, wat gebeurt er dan? Niet overal wordt een legitieme vertegenwoordiger, de gemachtigde, genoemd. Is dit te ondervangen? Adstructie t.a.v. aanwezigheid mantelzorger: De ZRM is een instrument om de zelfredzaamheid van een individuele cliënt in kaart te brengen. De ZRM wordt in de IJmond gehanteerd. Bij de ZRM zou het perspectief van de mantelzorger moeten worden meegenomen. Dat betekent dat in de ZRM ingevuld kan worden welke rol de mantelzorgers al spelen bij de zelfredzaamheid van de cliënt. Wat kan de cliënt allemaal dankzij de mantelzorger?
•
Artikel 6. Verslag Advies om lid 2 aan te vullen: 2. Binnen 25 werkdagen na het gesprek verstrekt het college aan de cliënt een door de gemeente al ondertekend verslag van de uitkomsten van het onderzoek. Artikel 7. Aanvraag Vanuit het vertrekpunt 1 huishouden - 1 plan – 1 regisseur heeft de Wmo raad begrepen dat de gemeente het belangrijk vindt om de ondersteuning integraal vorm te geven. Dit betekent dat er afspraken worden gemaakt met betrekking tot de zorgcoördinatie en de inzet van andere toegangsinstrumenten. Moet er dan binnen de verordening (de grondwet voor de zorg in de gemeente) niet ergens een artikel over worden geplaatst? De Wmo raad maakt de opmerkingen hieraan het begin van het zorgproces, het kan dus leiden tot een extra lid van artikel 7 of elders in deze verordening of zelfs tot een afzonderlijk artikel waarin de integrale zorg coördinatie centraal staat.
•
Opmerking 1: In de modelverordening Wmo is over samenhang en coördinatie niets te vinden, met uitzondering van artikel 10, tweede lid. Aan te bevelen is het resultaat van de ondersteuning in een persoonlijk plan of het verslag van het onderzoek en de aanvraag zelf op te nemen. Hierin kan dan de samenhang met andere leefgebieden worden benoemd. In de beschikking dient in elk geval het resultaat van de maatwerkvoorziening te worden opgenomen
De Wmo raad adviseert om dus een artikel over de integrale zorg coördinatie door een zorgregisseur op te nemen. Artikel 8. Criteria voor een maatwerkvoorziening 35
Geen opmerkingen Artikel 9. Advisering •
Opmerking 1: Het college kan een door haar daartoe aangewezen adviesinstantie om advies vragen als het dit van belang acht voor de beoordeling van de aanvraag om een maatwerkvoorziening. De cliënt wordt daarbij altijd betrokken. Dit opnemen in de informatie naar de cliënt.
Artikel 10. Inhoud beschikking •
Opmerking 1: Ook hier kan de cliënt een klacht indienen. Dit opnemen in de informatie naar de cliënt.
Artikel 11. Regels voor PGB
Opmerking 1: Wanneer het door de cliënt gewenste aanbod duurder is dan het aanbod van het college, dient de cliënt het meerdere wel zelf bij betalen. Dit dient in de informatie aan de cliënt te worden vermeld.
Opmerking 2: Aangenomen mag worden, dat de cliënt voor het verkrijgen van de PGB speciale expertise heeft ontwikkeld. Het is raadzaam dat gemeente in dit geval de cliënt raadpleegt over de door de cliënt ontwikkelde expertise om daar zelf in de toekomst gebruik van te kunnen maken.
Artikel 12. Regels voor bijdrage in de kosten van maatwerkvoorzieningen en algemene voorzieningen Advies om lid 4 toe te voegen, zie opmerking 1:
36
•
Opmerking 1: Door de gemeente gevraagde bijdragen die niet door de CAK worden geïnd, dienen wel samen met die aan het CAK ingehouden bijdragen te worden geregistreerd om vervolgens na te gaan hoe ongewenste cumulatie kan worden voorkomen. Er zou hiervoor een extra lid aan dit artikel kunnen worden toegevoegd.
•
Opmerking 2: Het blijft de Wmo raad onduidelijk in hoeverre aanspraak op vermogen redelijk/ afdwingbaar is. Tenminste spaargeld voor een begrafenis of reserve voor extra zorg of andere situaties in de toekomst moet toch veilig zijn. Moet de vrijstelling op dit punt niet ergens vermeld worden?
•
Het lid 2c artikel 394 Burgerlijk Wetboek in de toelichting verduidelijken, overigens luidt dit:
‘De verwekker van een kind dat alleen een moeder heeft, evenals de man die als levensgezel van de moeder ingestemd heeft met een daad die de verwekking van het kind tot gevolg kan hebben gehad, is als ware hij ouder verplicht tot het voorzien in de kosten van verzorging en opvoeding van het kind dan wel, na het bereiken van de meerderjarigheid van het kind, tot het voorzien in de kosten van levensonderhoud en studie in overeenstemming met de artikelen 395a en 395b. Nadien bestaat deze verplichting slechts in geval van behoeftigheid van het kind.’ Artikel 13. Kwaliteitseisen maatschappelijke ondersteuning •
Opmerking 1: Een teleurstellend artikel, waar het om een heel essentieel onderwerp gaat. Ondanks het feit dat veel is / wordt opgenomen in bestaande of nog komende Plannen van Aanpak. Vooruitlopend op de nadere regelingen van het college die bepalen welke verdere eisen worden gesteld aan de kwaliteit van voorzieningen, eisen met betrekking tot de deskundigheid van beroepskrachten daaronder begrepen, geeft de Wmo raad opnieuw hier enige schoten voor de boeg: • Kwaliteitseisen, deze bevatten minimaal: o o o o •
De personeelseisen, deze bevatten minimaal:
o o o o o o o o
•
De leverancier werkt volgens een door de gemeente aanvaarde cao
Aangegeven wordt welke functies voor welke kavels worden ingezet
Aangegeven wordt welke ervaring (ook tijd) voor welke kavels nodig is
Aangegeven wordt welke opleidingen daartoe nodig zijn
Leverancier organiseert regelmatige bijscholing
Bijscholing over de kanteling is verplicht
Bijscholing over de samenwerking met mantelzorgers en vrijwilligers is verplicht Het personeelsverloop is gering
De organisatorische eisen, deze bevatten minimaal:
o o o o o o o
37
De Informatieverplichting De leverancier beschikt over up to date informatie over de te leveren kavels De leverancier levert tekst aan voor het digitale Wmo-loket
De leverancier levert tekst aan voor de papieren Wmo-folder
De leverancier is gecertificeerd
De leverancier legt zich neer bij de beslissing van een zorgregisseur
De leverancier is bereid als onderaannemer op te treden
De leverancier kent een maximale levertijd
De leverancier heeft een cliëntenraad
De leverancier kent een klachtenprocedure
De leverancier legt zich neer bij de beslissing van een externe klachtencommissie
Aan te vullen met het gestelde in de WMO 2015 en de landelijke kwaliteitseisen. Ook dient een verwijzing naar artikel 18 te worden opgenomen. Dit geldt ook voor voorzieningen van derden. Een mogelijk oplossing om toch meer aandacht te geven aan een voor de burger belangrijkste punten van de maatschappelijke ondersteuning is om een lid 3 toe te voegen, dat minimale eisen verwoordt: 3. Minimaal dienen eisen over de informatieverstrekking de bekwaamheid en de )voortdurende ‘ opleiding van het personeel, de certificatie, de wijze van vervulling van de regiefunctie en de wijze van klachtenbehandeling in deze regeling zijn opgenomen. Naast het bovenstaande is een extra lid 4 aan te bevelen: 4. De gemeente voert elk jaar op basis van de geformuleerde kwaliteitseisen at random een Quick scan uit bij een of meerdere zorgleveranciers. Artikel 14. Meldingsregeling calamiteiten en geweld •
Opmerking 1: In geval van geweld is een directe aangifte bij de politie gewenst. De aanbieder is partij om zoiets buiten de publiciteit te houden. Hoe is dat hier opgelost? Vraagt dit om een extra lid?
Artikel 15. Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering Wellicht in de informatie aan de cliënt vermelden: •
Opmerking 1: In het geval dat de gemeente teveel PGB heeft betaald of een fout heeft gemaakt, geldt dat cliënten niet de dupe worden van fouten die zijn gemaakt door de gemeente.
Artikel 16. Waardering mantelzorgers
38
•
Opmerking 1: Mantelzorgers moeten zelf een keuze kunnen maken voor het soort waardering, evt. geldbedrag. Mantelzorgers van cliënten die een hulpvraag hebben gemeld mogen niet vergeten worden.
•
Opmerking 2: Het valt aan te bevelen ook in de verordening te regelen dat mantelzorgers van burgers die niet bij de Wmo bekend zijn tot de doelgroep te rekenen, bijvoorbeeld van Wlz en Jeugdwet.
•
Opmerking 3: Zoals eerder al aangegeven: is dit alles? Het komt wat “dun” over in een toch zo belangrijk stuk als de verordening?. De Wmo raad is zich bewust dat er nog de nodige zaken voor mantelzorgers en vrijwilligers worden geregeld andere documenten, maar is een artikel over de ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers niet op een hoger juridisch niveau, namelijk dat van de verordening, terecht?
Artikel 17. Tegemoetkoming meerkosten personen met een beperking of chronische problemen Geen opmerkingen Artikel 18. Verhouding prijs en kwaliteit levering voorziening door derden •
Opmerking 1: Een verwijzing naar artikel 13 lijkt hier op zijn plaats. Wat daar staat, c.q. wat in een door het college nog vast te stellen regelingen wordt opgenomen dient ook hier te gelden. Vooral het afdwingen van samenwerking tussen aanbieders moet worden opgenomen. Versnippering moet worden tegengegaan, keten synergie is nodig. Hoe anders valt 1 plan, 1 gezin, 1 regisseur te realiseren?
Artikel 19. Klachtregeling •
Opmerking 1: Er bestaan verschillende procedures om klachten in te dienen bij de gemeente. De Wmo raad adviseert deze helder te vermelden in de informatie voor de cliënt. Zie ook de opmerking bij artikel 10.
Artikel 20. Medezeggenschap bij aanbieders van maatschappelijke ondersteuning Advies om lid 3, 4 en 5 toe te voegen 3. In de medezeggenschap moet worden geregeld dat cliënten vroeg in het besluitvormingsproces worden betrokken en dat zij effectieve informatie en ondersteuning krijgen. 4. Kleine aanbieders dienen aan te geven hoe bij hen de medezeggenschap gestalte krijgt. 5. De gemeente heeft ook periodieke overleggen met de Wmo raden, lokale belangenbehartigers en cliëntenraden, om feedback te verkrijgen ten aanzien van de naleving van de medezeggenschapsregelingen. Artikel 21. Betrekken van ingezetenen bij het beleid Advies om lid 2 aan te vullen: 2. Het college stelt ingezetenen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning te doen, gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende maatschappelijke ondersteuning, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen. N.B. Het volgende artikel toevoegen
39
Artikel 22. Evaluatie Het door het gemeentebestuur gevoerde beleid wordt regelmatig, maar zeker elke 4 jaar geëvalueerd. Het college zendt hiertoe aanvankelijk 1 jaar na de inwerkingtreding van de verordening aan de gemeenteraad een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de verordening in de praktijk. Bij de evaluatie dienen de Wmo-raad, lokale belangenbehartigers en cliëntenraden een rol te spelen.
Opmerking 1: De evaluatie na 1 jaar is bij de aanvang wenselijk, per slot gaat het om de invoering van een complex en groot geheel. Wanneer een zekere vorm van stabiliteit, routine, is ingetreden zou die evaluatie mogelijk pas 4 jaar hoeven plaats te vinden. Mogelijk moet artikel 22 anders worden verwoord, het gaat erom dat bij aanvang er sneller wordt geëvalueerd dan wanneer routine is ingetreden.
Opmerking 2: De evaluatie is op veel meer punten van belang. Het is een wezenlijk onderdeel van het totale zorgproces. De Wmo raad adviseert om een apart Plan van Aanpak aan evaluatie / benchmarking / monitoring te wijden. Wat doet de gemeente om het effect van de diverse componenten van het zorgproces te (doen) meten? Denk hierbij aan: o o o o o o o
Bekendheid Wmo Evaluatie gesprekken en beschikking (intake) Evaluatie klachtenprocedures Inkoopevaluatie Sscanning operationele uitvoering Evaluatie klanttevredenheid Etc.
Zie o.a. de publicatie Zicht op effect [MOV-3296073-1.0] van Movisie. Artikel 22. Intrekking oude verordening en overgangsrecht Wordt nu artikel 23 Artikel 23. Inwerkingtreding en citeertitel Wordt nu artikel 24 Toelichting: De tekst: De Wmo 2015 en deze verordening leggen veel bevoegdheden bij het college. De uitvoering hiervan zal echter in de regel namens het college gedaan worden (in mandaat) door deskundige consulenten, ambtenaren of bijvoorbeeld aanbieders. Waar in deze verordening en in de wet ‘het college’ staat, kan het college deze bevoegdheid namelijk mandateren aan ondergeschikten dan 40
wel niet-ondergeschikten op grond van de algemene regels van de Awbz. Op grond van artikel 2.6.3 van de wet kan het college de vaststelling van rechten en plichten van de cliënt echter alleen mandateren aan een aanbieder. Zie voor de definitie van ‘aanbieder’ de toelichting onder artikel 1. Deze beperking geldt alleen voor mandatering aan niet-ondergeschikten. Het college kan de vaststelling van rechten en plichten ook aan ondergeschikten mandateren.
Geeft verwarring met andere zinnen op dit punt in de toelichting.
Tot slot Hoewel al genoemd, willen wij tot slot nogmaals onze waardering uitspreken over de samenwerking met de ambtenaren in het voortraject. Het heeft ons en hun veel werk bespaard. Diverse zaken zijn in overleg verplaatst naar de (toekomstige) informatie voor de cliënt. Afgesproken is dat de Wmo raad hierover wordt geraadpleegd. De toon van de verordening is erg formeel en lijkt veelal ingegeven vanuit een juridisch standpunt. Daardoor is de verordening voor de burger lastig te begrijpen. Reden te meer om de informatie aan die burger uitstekend te verzorgen. Vooral in een tijd waar de kloof tussen burger en bestuur moet worden verkleind en van de burger wordt verwacht dat hij participeert in de samenleving. Een daaraan tegemoetkomende toonzetting had de Wmo raad graag gezien in deze tijd van kantelingen. Er bestaan nog steeds grote weerstanden tegen diverse aspecten van de Wmo 2015. Ook bij de Wmo raad. Daar kan in dit kader mogelijk niets aan worden gedaan. Het verdwijnen van het compensatiebeginsel wordt bijvoorbeeld als een groot gemis ervaren. Zo kunnen ook nog andere zaken worden genoemd. Daar is het hier echter de plaats niet voor. De Wmo raad adviseert bij het opstellen van nieuwe documenten zich rekenschap te geven van de bovenstaande punten.
Reactie college; Concept verordening maatschappelijke ondersteuning 2015 Op 8 augustus jl. ontvingen wij uw advies op het concept Verordening Wmo 2015.Wij danken u voor uw snelle advies. Hieronder zullen wij ingaan op hoe wij uw adviezen zullen verwerken in de verordening. Een verordening is een voor burgers algemeen geldende regeling. In de Verordening Wmo 2015 staan de regels over hoe de gemeente de Wet maatschappelijke ondersteuning gaat uitvoeren. Het is een juridisch kader. Het kan voorkomen dat er zaken niet in de verordening worden benoemd. Bijvoorbeeld de inzet van mantelzorgers en vrijwilligers de vraag hoe burgers weten waar ze recht op hebben en waar zij terecht kunnen met hun vragen. Deze onderwerpen zijn heel belangrijk. Maar het zijn geen zaken die per verordening worden geregeld. Deze onderwerpen vinden hun plek in de nadere regels. Beleidskaders uitvoeringsplannen en een informatiefolder voor burgers. Hetzelfde geld voor vraagstukken op gebied van de informatievoorziening richting burgers. Hoe weten zij waar ze terecht kunnen en waar ze recht op hebben. Aan u bent toegezegd dat er een informatieve folder zal worden opgesteld waarin de Wmo voor 41
burgers handen en voeten krijgt u wordt te zijner tijd in de gelegenheid gesteld uw advies uit te brengen op beleidsregels. Plannen van aanpak en de informatie folder De verordening wordt vastgesteld door de gemeenteraad en bevat de kaders. Hoe de gemeente uitvoering geeft aan deze kaders wordt nader uitgewerkt in door het college vast te stellen nadere regels en beleidsregels bij de verordeningen aantal zaken waar u vragen over stelt. Komt terug in deze nadere regels. Ook over de nadere regels wordt u binnenkort in staat gesteld uw advies uit te brengen De volgende adviezen nemen wij over in de verordening´´
Artikel 2. 3e lid. wordt toegevoegd. Artikel 6. Lid 2 . wordt aangevuld. Artikel 12. wordt meegenomen in de uitwerking van de nadere tegels Artikel 21. Aanvulling lid 2 wordt toegevoegd De toelichting met betrekking tot het mandaat is aangepast.
U geeft in uw advies aan. Dat de samenhang tussen de decentralisaties niet in de verordening tot uitdrukking komt. Dit is juist. Deze verordening is een juridisch kader voor de uitvoering van de Wmo. De samenhang tussen de decentralisaties komt vooral in de toegang tot uitdrukking. Bij de melding wordt gekeken in hoeverre problematiek zich afspeelt binnen de verschillende leefgebieden en wordt de samenhang daartussen bewaakt Per casus wordt bekeken wie regie voert. Zoals cliënt, zelf mantelzorger of professional. In onze informatie folder zullen wij hier aandacht aan besteden. Daarna zijn er een aantal adviezen die we niet overnemen, te weten
42
Uw optie om een derde lid bij artikeln3 betreffende 24 uurs luisterend oor. Dit is al in de wet geregeld. De VNG kopt dit landelijk in via Sensoor. Uw opmerking bij artikl4. Lid 1.met betrekking tot de privacy ``de gemeente dient zich te houden aan de Wet persoonsgegevens U stelt voor om bij het afzien van een onderzoek of gesprek dit in overeenstemming met de klant of zij vertegenwoordiger te bepalen. omdat er gewijzigde omstandigheden kunnen zijn .In het gesprek worden alle aspecten meegewogen óók eventuele gewijzigde aspecten ten opzichte van de melding.(artikel 5.lid 1) Het Staat de klant vrij bij zowel de melding als het gesprek iemand mee te nemen. Dit kan bijvoorbeeld. Een familielid een mantelzorger een vrijwilliger of iemand van een belangenvereniging zijn Dit is aan de cliënt. Hoe dient te worden omgegaan met handelsonbekwaamheid (artikel5) is geregeld in het Burgerlijk Wetboek. Artikel 10. Cliënten kunnen bezwaar maken tegen een beschikking. Over onjuiste bejegening door ambtenaren kunnen zij een klacht indienen volgens de gemeentelijke klachtenregeling. Artikel 13. Eisen met betrekking tot kwaliteit. Personeel en organisatie zijn in de Inkoopprocedure meegenomen. Deze eisen zijn opgenomen in het aanbestedingsDocument Artikel 14. Gemeente moeten een toezichthouder benoemen. die onder meer toeziet op de calamiteitenregeling.
Artikel18. Heeft betrekking op die verhouding tussen prijs en kwaliteit van de geleverde dienst. Artikel 13 heeft betrekking op de kwaliteit van de dienstverlenende organisatie (inkoop) Artikel 20.De invulling van de medezeggenschap is aan de aanbieder zelf. Gemeente zien er op toe dat er een vorm van medezeggenschap is. Dit geldt voor alle aanbieders. Groot en klein. De gemeenten hebben al periodiek overleg met Wmo raden. In het kader van de hervorming langdurige zorg zullen ook gesprekken met belangbehartigers en cliëntenraden worden georganiseerd. Er wordt geen artikel over evaluatie toegevoegd. Omdat binnen iedere gemeenten op eigen wijze plaatsvindt. Dit is ook onderdeel van de gemeentelijke p&c-cyclus.
Een aantal adviezen delen wij inhoudelijk met u. Maar wordt niet geregeld in deze verordening maar in nog te ontwikkelen beleid en de informatievoorziening richting de burgers U adviezen nemen we daar in mee. We hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Advies; ‘Verordening Jeugdhulp gemeente Velsen 2015’ Ten geleide Dit advies is het ongevraagd advies van de Wmo raad Velsen met deskundige bijdrage van leden van de Wmo raad Heemskerk De Wmo raden in de IJmond hebben geen tijd gehad voor een goede inbreng omdat de tijd veel te kort was om tot een bevredigende coördinatie te komen. Zowel de Wmo raad Velsen als de Wmo raad Heemskerk heeft het concept verordening ter inzage gehad. Het concept verordening is afgeleid van het model verordening van de VNG. Het is genoegzaam bekend dat de VNG bij de opzet van de bij de 3 transities behorende modelverordeningen getracht heeft dit zoveel mogelijk gelijk te houden. Er is daarbij voor een procesmatige aanpak gekozen. Vanwege de diverse wetten, waarop de verordeningen zijn gebaseerd treden er verschillen op. Die liggen voornamelijk bij de toeleiding en op het financiële vlak. Waar de Wmo raden een gezamenlijk advies hebben uitgebracht bij het concept Verordening Wmo 2015 en daarbij een goed inzicht hebben verkregen in het procesmatige karakter, was te verwachten geweest dat de colleges in de IJmond ook hier (tijdig) over deze Verordening Jeugdhulp een gezamenlijk advies hadden gevraagd. Dat is weliswaar niet verplicht, maar wel verstandig. Dat is een gemiste kans. Waar toch het advies van ingezetenen moet worden ingewonnen (Vergelijk Artikel 11. Inspraak en medezeggenschap van dit concept Verordening of Artikel 21 “Betrekken van ingezetenen bij het beleid” van het concept Verordening Wmo 2015) adviseren wij het college om de adviezen die zijn verstrekt bij Uw raadpleging ook te doen toekomen aan de raadscommissie IJmond en de gemeenteraden. Het is niet voldoende aan te geven dat deze in het concept zijn verwerkt. Men heeft voor een goede beoordeling inzage in het gehele advies nodig.
43
In het stuk wordt de benaming Wmo raad gebruikt, in Heemskerk wordt deze adviesraad ook wel Burgerplatform genoemd. In dit stuk is consequent de benaming Wmo raad gebruikt. Algemeen Waar er een grote analogie bestaat tussen de transitie-verordeningen verwijzen wij naar de door ons gegeven adviezen bij het concept Verordening Wmo 2015. Wij lichten 4 zaken toe: Informatie Waar informatie voor de zorgvrager zeker na de grote transities, onontbeerlijk is moet daar meer aandacht binnen de verordening of elders aan worden gegeven. De tijd ontbrak ons om voor sommige artikelen in een apart hoofdstuk aanvullingen te geven of opmerkingen daartoe te maken. Daarbij is het niet altijd nodig/wenselijk om dat in de verordening op te nemen; vaak is vermelding in bijvoorbeeld brieven en andere informatie aan de zorgvrager voldoende of zelfs beter. Het gaat de Wmo raad daarbij om de juiste begrijpelijke en tijdige informatie aan de zorgvrager. Het is zaak de verordening en/ of toelichting hier nog nauwkeurig op te screenen. Dat geldt des te meer voor een verordening onze jeugd betreffende. Ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers Merkwaardig maar noch mantelzorgers noch vrijwilligers worden in deze verordening genoemd. In analogie met het concept Verordening Wmo 2015 zou hier een artikel met de inhoud van “Artikel 16. Waardering mantelzorgers” uit die concept Verordening kunnen worden opgenomen. Mantelzorgers en vrijwilligers zijn cruciaal bij de Jeugdhulp. De Wmo raad heeft geen verder advies in deze opgenomen, omdat zij er van uit gaat, dat er voldoende aandacht aan wordt besteed bij bestaande of nog komende Nota’s of Plannen van Aanpak. Kwaliteitseisen Deze worden nauwelijks gedefinieerd in de deze verordening. Vooruitlopend op de nadere regelingen van het college die bepalen welke verdere eisen worden gesteld aan de kwaliteit van voorzieningen, eisen met betrekking tot de deskundigheid van beroepskrachten daaronder begrepen, geeft de Wmo raad opnieuw hier enige schoten voor de boeg:
Kwaliteitseisen, deze bevatten minimaal: o o o o
44
De Informatieverplichting De leverancier beschikt over up to date informatie over de te leveren kavels De leverancier levert tekst aan voor het digitale Wmo-loket
De leverancier levert tekst aan voor de papieren Wmo-folder
De personeelseisen, deze bevatten minimaal:
o o o o o o o o
De leverancier werkt volgens een door de gemeente aanvaarde cao
Aangegeven wordt welke functies voor welke kavels worden ingezet
Aangegeven wordt welke ervaring (ook tijd) voor welke kavels nodig is
Aangegeven wordt welke opleidingen daartoe nodig zijn
Leverancier organiseert regelmatige bijscholing
Bijscholing over de kanteling is verplicht
Bijscholing over de samenwerking met mantelzorgers en vrijwilligers is verplicht Het personeelsverloop is gering
De organisatorische eisen, deze bevatten minimaal:
o o o o o o o
De leverancier is gecertificeerd
De leverancier legt zich neer bij de beslissing van een zorgregisseur
De leverancier is bereid als onderaannemer op te treden
De leverancier kent een maximale levertijd
De leverancier heeft een cliëntenraad
De leverancier kent een klachtenprocedure
De leverancier legt zich neer bij de beslissing van een externe klachtencommissie
Aan te vullen met de landelijke kwaliteitseisen. Een mogelijk oplossing is aandacht te geven aan dit belangrijkste punt van de jeugdhulp door ergens minimale eisen over de informatieverstrekking, de bekwaamheid, de (voortdurende) opleiding van het personeel en de certificatie in deze regeling op te nemen Regie Uit inmiddels ontvangen stukken van de diverse IJmondgemeenten hebben wij inzicht gekregen over de wijze waarop de gemeenten de regie wil voeren. Wij geven daarover geen advies meer daar de Gemeenteraad met het college de notities met onze adviezen heeft besproken in de carrousel van 11 september 2014. Details, gerubriceerd naar artikelen Tot onze spijt geen door tijdgebrek.
Tenslotte Helaas is het nu logischerwijs nog een steeds een (te) juridisch framewerk. We hebben nog niet voor 100% zeker dat dyslexie, autismespectrumstoornissen en logopedie ook daadwerkelijk in de begroting worden/zijn opgenomen. Verzoek ons daar zo spoedig mogelijk over te informeren
45
IJmuiden 18 februari 2015
Reactie college; ‘Verordening Jeugdhulp gemeente Velsen 2015’ Wij onderschrijven uw standpunt en zullen uw adviesraad voortaan tijdig betrekken bij die onderdelen van de jeugdzorg waarbij sprake is van zowel indirecte als directe cliëntenbelangen. Op dit moment zijn wij bezig met de voorbereidingen om te komen tot cliëntenparticipatie jeugd waarbij wij uw adviesraad actief zullen betrekken. Duidelijke communicatie met en informatie aan jeugdige en hun ouders/opvoeders heeft hoge prioriteit, en maakt onderdeel uit van alle stappen al genomen, of nog te nemen in het proces van transitie/transformatie jeugdzorg. Hierbij is aandacht voor zowel algemene als doelgroep specifieke communicatie en informatie. Zo zijn er marktbezoeken afgelegd door de verantwoordelijk wethouders, is uitgebreid gecommuniceerd via de gemeentelijke website en is een speciale 3D special gepubliceerd. Tevens zijn bestaande cliënten jeugdzorg, vanuit zowel de gemeente als CJG Kennemerland BV (de uitvoeringsorganisatie voor toegang tot specialistische jeugdzorg) persoonlijk geïnformeerd over de wijzigingen m.i.v. 1 januari 2015 en de mogelijke consequenties daarvan voor hun persoonlijke situatie. Met ieder van hen wordt tijdig een afspraak gemaakt en worden alle stappen, zoals opgenomen in de verordening, met hen persoonlijk besproken en toegelicht. Ook de jeugdzorgaanbieders hebben de plicht om actief te communiceren met cliënten, deze verplichting is contractueel vastgelegd. Wij onderschrijven het belang van vrijwilligers en mantelzorgers. De inzet van een vrijwilliger en/of mantelzorger, of de ondersteuning van een mantelzorger in het gezin, kan onderdeel uitmaken van het door de CJG coach in samenspraak met ouders/opvoeders op te stellen ondersteuningsplan. De CJG coach werkt, voor wat betreft ondersteuningsvormen uit het voorliggend veld (1e lijns voorzieningen, vrijwilligersorganisaties, mantelzorgsteunpunt etc.), samen met de leden van de sociale wijkteams. De kwaliteit van zowel de toegang en toeleiding tot jeugdhulp als de specifieke vormen van jeugdhulp is geborgd middels inkoopafspraken met diverse jeugdzorgaanbieders. Deze afspraken zijn contractueel vastgelegd. Het gaat hier o.a. om eisen t.a.v. de kwaliteit van medewerkers (Niveau opleiding, VOG, BIG registratie etc.), de verplichting tot afstemming met B.V. de CJG coach, ouders/opvoeders, het onderwijs, vrijwillige zorgverleners, mantelzorgers en professionals, en de mogelijkheid om voor het verlenen van diensten een onderaannemer in te zetten. Tevens zijn er aanvullend, per categorie jeugdhulp (Jeugd en Opvoedhulp, AWBZ en GGZ), minimumeisen gesteld. Om de privacy van cliënten te waarborgen, is ieder contract voorzien van een bewerkersovereenkomst. Naast de bovengenoemde maatregelen voert de Inspectie Jeugdzorg (IJZ) sinds 1 januari 2015 het toezicht uit op de kwaliteit van de jeugdhulp. De IJZ en de Inspectie Gezondheidszorg (IGZ) houden gezamenlijk toezicht op de naleving van de wettelijke eisen. Deze zorgvormen zijn ingekocht en tevens begroot in de gemeentebegroting 2015 46
IJmuiden 9 december 2014
Voorlopig advies; Beleidsregels Wmo 2015 gemeente Velsen Ten geleide Dit advies komt van de Wmo raad Velsen. Door overigens begrijpelijke omstandigheden heeft de Wmo raad slechts 1 week gekregen om advies uit te brengen. De gegeven adviestijd was daarmee veel korter dan 6 weken waar de raad recht op heeft. Het schaadt de mogelijkheid tot het leveren van een doorwrocht advies met o.a. een uitgebreide consultatie van deskundige contactpersonen. Ondanks de grote tijdsdruk liggen er inspirerende beleidsregels die prettig waren om te lezen. Het lijkt tegenstrijdig maar we weten dat helaas het compensatiebeginsel is losgelaten. ”Een andere invulling is denkbaar en mogelijk”. Maar er zweemt in dit stuk dat er niets meer mogelijk is. Een gemeentelijke toelichting is hier op zijn plaats. De beleidsregels beschrijven onder andere de cesuur (voorwaarden voor wat wel of niet toekennen) die de gemeente bij de toeleiding hanteert. Het is daarmee het belangrijkste document voor de zorgvrager. Wij hadden graag meer zorgvuldigheid kunnen betrachten bij dit advies. We zijn van plan in mei 2015 een definitief advies af te geven. Om dat te kunnen doen moet de registratie van de verlopen transities kloppend en inhoudelijk voldoende zijn om daarover een oordeel te kunnen en te evalueren of de processen goed verlopen zijn en op welke punten eventueel aanvullingen en/verbeteringen noodzakelijk zijn. Er bestaan bij de Wmo raad over een aantal onderwerpen nogal wat onduidelijkheid deze gaan we agenderen voor de regulaire Wmo vergaderingen.
Mantelzorg De Termijnen Klachtenprocedure Eigen bijdrage Dak- en thuislozen Centrum gemeente Procedures PGB.
Wij hebben dit advies daarom de status van een voorlopig advies gegeven. In het stuk wordt de zorgvrager verder aangeduid als cliënt om aan te sluiten bij de gangbare benaming. Wij danken onze collega’s van de Wmo raden in Beverwijk en Heemskerk voor hun waardevolle adviezen. Algemeen Kwaliteit Al veel eerder wezen wij op de kwaliteit van de geleverde diensten en de eisen die moeten worden gesteld aan de zorgleverancier om de gewenste kwaliteit te leveren (o.a. opleiding, competenties zie gezamenlijk IJmondelijk advies over het “Regionaal beleidskader decentralisatie AWBZ”). Dat is opgepakt 47
in de “Concept nadere regels Verordening Wmo 2015” (Hoofdstuk 4. Dat was ook al nader uitgewerkt bij de offerteaanvragen en is inmiddels gehonoreerd via de inkoopcontracten. Bij deze nota gaat het erom hoe een cliënt Wmo-zorg bij de gemeente kan verwerven. De te verstrekken producten (kavels) zijn uitstekend gedefinieerd en de voorwaarden waaronder duidelijk vastgelegd. Er treedt daarin geen verschil op met wat de gemeente eist van de zorgleveranciers. Beschouwen we de cliënt als een klant die inkoopt bij de gemeente, dan kan die inkoper tevreden zijn over de duidelijkheid van de “inkoopvoorwaarden” en de omschrijving van de te verkrijgen producten. De taak van de Wmo-consulent is zeer uitgebreid en ingewikkeld geworden. Hij of zij heeft een veel grotere verantwoordelijkheid gekregen. Over de eisen van de opleiding en ervaring van gemeentepersoneel (Wmo-consulent o.a.) is echter niets in de Beleidsregels vermeld. In de Beleidsregels dienen ook de bevoegdheid en bekwaamheid van die Wmo-consulent te worden vastgelegd. Zoals in de inkoopcontracten van de zorgleveranciers. Als vertegenwoordiger van de (inkopende) burger (artikel 2.1.3. ))Wmo 2015) achten wij dat naast de zorgleverancier ook de gemeente verplicht is die kwaliteit vast te leggen. Indien de Beleidsregels daarvoor niet de juiste plaats zijn, dan vernemen wij graag hoe dat dan is /wordt opgelost. Bevoegdheid Wmo-consulent De taak van de Wmo-consulent is zeer uitgebreid en ingewikkeld geworden. Wellicht te omvangrijk. Er zijn duidelijk (medische) gevallen, die de bekwaamheid van de meeste Wmo-consulenten te boven gaan. Er kan dan bijvoorbeeld hulp van een medische deskundige worden ingeschakeld (zie Beleidsregels). Wij adviseren om in een protocol de grenzen van de bevoegdheid aan te geven met procedures hoe verder te handelen. Poortwachter De enige die die Wmo-zorg kan verlenen is zoals blijkt uit de Beleidsregels de Wmo-consulent. Overwogen zou kunnen worden om de Sociale Wijk Teams gegeven hun gezamenlijke expertise bij het onderzoek rond de aanvraag te betrekken; eventueel voor bepaalde kavels mandaat te verlenen. Hiervan bestaan landelijke voorbeelden. Mantelzorgers en vrijwilligers Ten gevolge van de transitie treedt er een vergroting op van de extramurale zorgvraag. Deze wordt voor een groot deel verzorgd door mantelzorgers en ongesubsidieerde vrijwilligers. Bij de Nadere Regels is in alle IJmondelijke varianten is een hoofdstuk over de waardering van mantelzorgers opgenomen. In alle gevallen vonden wij dit hoofdstuk te mager. In deze Beleidsregels wordt de mantelzorger, de zorgvrijwilligers diverse malen vermeld. Er wordt nogal een beroep op de mantelzorger gedaan. Echte waardering komt tot uiting in het (doen) leveren van daadwerkelijke steun in de vorm van voorlichting, training en respijtzorg. Wij achten dit zo principieel dat dit een vermelding in de nadere regels of beleidsregels verdient. De ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers kwam ook binnen de Wmo verordening nauwelijks aan bod, zie ons advies wat dat betreft. Vrijwilligers worden overigens vaak genoemd. Ook hier is te overwegen om ondersteuning te bieden. Ongesubsidieerde 48
vrijwilligers komen (nog) niet in de stukken van de gemeente voor. Een uitwerking kan worden gegeven bij het herzien van de Plannen van Aanpak. Of er voldoende mantelzorgers en vrijwilligers beschikbaar zullen zijn is ook de vraag, zie o.a. het rapport van het Sociaal Cultureel Planbureau “Hulp geboden” d.d. 18-09-2014 Haalbaarheid Bovenstaande zet vraagtekens bij de haalbaarheid. Scanning, monitoring en evaluatie in een hoge frequentie lijkt gewenst. De Wmo raad adviseert om een apart Plan van Aanpak aan evaluatie / benchmarking / monitoring te wijden. Wat doet de gemeente om het effect van de diverse componenten van het zorgproces te (doen) meten? Denk hierbij aan:
bekendheid Wmo evaluatie gesprekken en beschikking (intake) evaluatie klachtenprocedures inkoopevaluatie scanning operationele uitvoering evaluatie klanttevredenheid etc.
Zie o.a. de publicatie Zicht op effect [MOV-3296073-1.0] van Movisie.
Overzicht De transitie is complex en veelomvattend. Opnieuw adviseert de Wmo raad de samenhang van de diverse nota’s en plannen, welke met de Wmo te maken hebben, telkens te verduidelijken. Door bijvoorbeeld in de toelichting of de begeleidende brief een overzicht te geven over de Verordening en de daarmee samenhangende Nota’s, Regels en Plannen van Aanpak.
49
Details, gerubriceerd naar bladzijden Worden door tijdsgebrek in dit voorlopige advies niet gemaakt. Gaarne ontvangen we na vaststelling door uw college een exemplaar. Wij hebben gewerkt met een concept
Wim Polman secretaris Wmo raad
“Deze periode gebruiken om na te denken over een Participatieraad voor de Sociale Domeinen. Mede zorgen voor een goede informatie en communicatie in de Wmo raad en met het Wmo project team.”
IJmuiden 10 december 2014
Voorlopig advies; Beleidsregels Jeugdhulp Velsen 2015 Ten geleide Dit advies komt van de Wmo raad Velsen. Wij stellen het zeer op prijs dat u ons een gevraagd advies verzoekt. Wij zien dit als een erkenning van onze werkzaamheden. Wij hopen dat onze gezamenlijke inspanningen zal leiden tot een beter jeugdbeleid. Tot onze teleurstelling hebben wij ook na herhaaldelijk verzoek nog geen antwoord gekregen op ons ongevraagd advies van 16 september 2014 Door overigens begrijpelijke omstandigheden heeft de Wmo raad slechts 1 week gekregen om advies uit te brengen. De gegeven adviestijd was daarmee veel korter dan 6 weken waar de raad recht op heeft. Het schaadt de mogelijkheid tot het leveren van een doorwrocht advies met o.a. een uitgebreide consultatie van deskundige contactpersonen. Ondanks de grote tijdsdruk liggen er verhelderende beleidsregels die prettig waren om te lezen. De beleidsregels beschrijven onder andere de cesuur die de gemeente bij de toeleiding hanteert. Het is daarmee het belangrijkste document voor de zorgvrager. We hadden graag meer zorgvuldigheid kunnen betrachten bij dit advies. Daarom willen wij in april gezamenlijk beoordelen of de Wmo raad een definitief advies gaat afgeven.
Er bestaan bij de Wmo raad over een aantal onderwerpen nogal wat onduidelijkheid. Deze willen wij agenderen voor de regulaire Wmo vergaderingen in 2015. Wij noemen onder ander; 50
Termijnen Klachtenprocedure Mantelzorg en Vrijwilligers Rol van Huisarts
Wij hebben dit advies daarom de status van een voorlopig advies gegeven.
Mede door de tijdsdruk heeft de Wmo raad geen schriftelijke advies gegeven over de Nadere regels Jeugdhulp gemeenten Beverwijk Heemskerk en Velsen. Met de hier genoemde punten hebben wij ook de Nadere regels afgedekt.
Algemeen Kwaliteit Al veel eerder wezen wij op de kwaliteit van de geleverde diensten en de eisen die moeten worden gesteld aan de zorgleverancier om de gewenste kwaliteit te leveren (o.a. opleiding, competenties. Bij deze nota gaat het erom hoe een cliënt bij de gemeente kan verwerven. De te verstrekken producten (kavels) zijn uitstekend gedefinieerd en de voorwaarden waaronder duidelijk vastgelegd. Klachtenregeling Klachten die betrekking hebben op de wijze van afhandeling van melding en aanvraag van jeugdige en/of ouders worden afgehandeld door het college conform een daartoe opgestelde procedure. Welke? (artikel 8) De Procedure De procedure om tot een ondersteuningsplan te komen rept niet over tussentijds overleg voordat er een definitieve versie ter ondertekening voor gezien of akkoord aan de cliënt wordt voorgelegd. Onderwijs Nergens staat iets vermeld over enige samenwerking met basisscholen of schoolartsen, die voor vergoede dyslexiebehandelingen een vereiste is: scholen moeten dossiers aanleveren om vergoede zorg te kunnen krijgen voor een kind met dyslexie. Wederom geen woord over dyslexie, waar immers wel een wettelijk protocol voor is vastgelegd. Mantelzorgers en vrijwilligers Het verbaast de Wmo raad dat noch mantelzorgers noch vrijwilligers worden in deze beleidsregels genoemd. In analogie met het concept Verordening Wmo 2015 zou hier een artikel met de inhoud van “Artikel 16. Waardering mantelzorgers” uit die concept Verordening kunnen worden opgenomen. Mantelzorgers en vrijwilligers zijn cruciaal bij de Jeugdhulp. 51
Haalbaarheid Wij zetten vraagtekens bij haalbaarheid. Scanning, monitoring en evaluatie in een hoge frequentie lijkt gewenst. De Wmo raad adviseert om een apart Plan van Aanpak aan evaluatie / benchmarking / monitoring te wijden. Wat doet de gemeente om het effect van de diverse componenten van het zorgproces te (doen) meten? Denk hierbij aan:
bekendheid Jeugdhulp evaluatie gesprekken en beschikking (intake) evaluatie klachtenprocedures privacy scanning operationele uitvoering evaluatie klanttevredenheid
Overzicht De transitie is complex en veelomvattend. Opnieuw adviseert de Wmo raad de samenhang van de diverse nota’s en plannen, welke met de Wmo te maken hebben, telkens te verduidelijken. Door bijvoorbeeld in de toelichting of de begeleidende brief een overzicht te geven over de Verordening en de daarmee samenhangende Nota’s, Regels en Plannen van Aanpak. Details, gerubriceerd naar bladzijden Deze worden door tijdsgebrek in dit voorlopige advies niet gemaakt. Wij vertrouwen dat de toevoegingen die we in ons vooroverleg met uw ambtenaren hebben genoemd worden opgenomen. Gaarne ontvangen we na vaststelling door uw college een definitief exemplaar.
52
7.
Samenstelling Wmo raad 2014
Naam
Contactgegevens
E-mailadres
WMO raad
p/a Postbus 142 1970 AC Ijmuiden 0255-548548
[email protected]
Pim Duurkoop
0255-510785
[email protected] 06-23875630
Bert Gerrits
[email protected]
Lenie Hagen
023-8926180 06-18360809 023-5373445
Tini Jansen-Bruul
023-5373323
[email protected]
Alicia Slot
023-5383667
[email protected]
Wim Polman
[email protected]
Johan Feenstra
0255-518430 06-37462293 0255-536035
Jan Stringer
023-5381816
[email protected]
Fred Tromp
06-25316198
[email protected]
Hilbrand Zuidema
0251-228286 06-27307722
[email protected]
53
Functie
Vice- Voorzitter
[email protected]
Secretaris
[email protected] Voorzitter