Jaarverslag Werkgroep Kosmisch onderwijs en opvoeding 2011-2012 Leden van de werkgroep: Annet Kooiman (montessori werkplaats), André Gilara ( montessori Anninkschool), Jos Werkhoven (uitgeverij de Arend), Ton van der Heijden (schoolbegeleider HCO), Geerte van de Groep, Montessori Kenniscentrum 1. Inhoud Doel van de werkgroep is de verkenning van de bandbreedte van KOO in het montessori basisonderwijs. Deeldoelen zijn: − zicht krijgen op de positie van KOO in de montessori pabo’s − zicht krijgen op de stand van zaken met betrekking tot KOO in de scholen − zicht krijgen op vanuit welke visies KOO wordt aangeboden zowel op de opleidingen als op de scholen − zicht krijgen op behoeften van leraren in de scholen met betrekking tot KOO − verkenning van mogelijkheden om KOO van handvatten te voorzien voor de leraren in de praktijk met als uitgangspunt: wat hebben leraren nodig om KOO te kunnen en willen geven? − en vooral ook een antwoord op de vragen: “ Wat willen wij de kinderen (laten) leren en vanuit welke visies willen wij werken?” “ Welke keuzes moeten daarvoor gemaakt worden?” “ Wie maken die keuzes en op basis waarvan?” 2. Proces De werkgroep is 5 keer bij elkaar gekomen in 2011-2012, heeft een KOO middag verzorgd voor het po in september 2012 voor de start van de Kinderboekenweek en heeft de zesde bijeenkomst in oktober 2012 gehad. Tijdens deze bijeenkomsten hebben wij ons gebogen over de hierboven gestelde doelen en vragen. Wij maakten in de discussies wel gebruik van eerdere publicaties over KOO, maar richtten ons niet op de specifieke inhoud daarvan. We zijn gestart met het verkennen van de bandbreedte van het KOO onderwijs op montessori basisscholen aan de hand van een aantal vragen. Waar is KOO volgens de visie van Montessori nog houdbaar en waar niet meer? Waarin onderscheidt zich KOO van wereldoriëntatie, burgerschapskunde of rentmeesterschap? Waarom die ‘O’ van opvoeding er bij? Vanuit welke visie wordt KOO op de scholen aangeboden of juist niet? Waar worstelen leraren mee als zij KOO wel of juist niet willen invoeren? Waarmee en hoe kunnen wij hen hierin helpen? Wat is er al ontwikkeld en hoe maken wij dat toegankelijk? Wat is de rol van levensbeschouwing en bijvoorbeeld ‘Big History’ hierin? Een belangrijke vraag hierbij is volgens ons: ‘Wat willen wij de kinderen eigenlijk leren en vanuit welke visie willen we dat doen? Hoe willen we dat aanpakken? Welke keuzes moeten er gemaakt worden? Wie maken die keuzes? − Tijdens de bijeenkomsten kwamen de volgende punten vaak naar voren: KOO wordt op de scholen verschillend ingevuld: van een duidelijke leerlijn met een KOO-visie er achter tot aan wereldoriëntatie. − De inzet van leerkrachten: Veel leerkrachten zwemmen; het ontbreekt vaak aan basisvaardigheden; te globale kennis om KOO aan te bieden, feedback krijgen is lastig, te weinig zicht op mogelijkheden en weinig tijd om daar in te duiken. Dus, teveel voorgestructureerd voor de leerlingen, teveel methodes, te weinig ruimte voor leerkrachten, veel eisen vanuit het ministerie.
3. Verspreiding Er is de enquête naar de scholen gestuurd, uitgewerkt en besproken. Zie bijlage. De montessori pabo’s is gevraagd hun visie en curriculum m.b.t. KOO op te sturen. Daar is tot nu toe mondjesmaat op gereageerd en daar gaan we in 2012-2013 nog mee verder. We hebben een KOO-werkmiddag (19 september 2012) georganiseerd in Apeldoorn als inspiratiebron voor de start van de Kinderboekenweek met als thema “Hallo Wereld”. Doel was om de leraren handvatten te geven om dat thema te verbinden met KOO. Op de middag konden de deelnemers via een carrousel van drie workshops aan het werk met inspirerende ideeën over KOO.
4. Sterke en zwakke punten −
−
−
De opbrengsten zijn in dit stadium vooral praktisch van aard. Zicht op de ‘handelingsverlegenheid’ van scholen en leraren als het gaat om de invoering/invulling van KOO op de scholen. Helaas nog te beperkt zicht op de visie van scholen en pabo’s van waaruit zij werken m.b.t. KOO. De tijd die besteed wordt in de pabo’s aan KOO in de opleiding is erg wisselend (conclusie gebaseerd op de nog beperkte toegestuurde informatie) We hebben de kortste omschrijving van KOO verwoord. KOO is volgens de werkgroep het bevragen van tijd en ruimte. “Waarom toen en waarom daar?” Met deze twee vragen kun je ieder onderwerp binnen KOO behandelen.
Korte toelichting op al dan niet gerealiseerde deeldoelen: Zicht krijgen op de positie van KOO in de Montessori Pabo’s en de visie van waaruit zij werken We hebben nog geen volledig beeld kunnen krijgen van de Pabo’s omdat een aantal traag of niet reageert op onze verzoeken om informatie. Beeld tot nu toe is dat zij voor hun visie op KOO ofwel gebruik maken van het boekje ‘Het menselijk potentieel’ van Montessori ofwel van het stuk e ‘Montessori in de 21 eeuw’. De besteedde tijd in de opleiding aan KOO verschilt aanzienlijk per pabo. Zicht krijgen op de stand van zaken met betrekking tot KOO in de scholen Door middel van de uitgezette enquête hebben we redelijk goed zicht gekregen op de stand van zaken op de po-scholen. Aan de hand daarvan kunnen we in ieder geval een aantal knelpunten formuleren die vooral betrekking hebben op de z.g. ‘handelingsverlegenheid’ van leraren. Zij hebben te weinig kennis en vaardigheden in huis om KOO te kunnen aanbieden. Dit was voor ons o.a. de reden om te starten met een KOO-middag omdat daar nadrukkelijk om gevraagd werd. Helaas was de respons gering, maar daarentegen het succes van de middag groot. Zicht krijgen op behoeften van leraren in de scholen met betrekking tot KOO De uitslag van de enquête laat zien dat leraren vooral behoefte hebben aan richtlijnen, handvatten en aan kennis met betrekking tot KOO. Leraren willen wel aan de slag met KOO maar weten vaak niet hoe ze dat moeten aanpakken als daar in de school geen traditie bestaat. Als vervolg op het vorige punt: verkenning van mogelijkheden om KOO van richtlijnen en handvatten te voorzien voor leraren in de praktijk met als uitgangspunt: wat hebben leraren nodig om KOO te kunnen en willen geven? “ Hoe krijgen we de methode er uit en hoe krijgen we de eigen producten de school (weer) in?” We zijn begonnen met het ontwikkelen van ‘Kwaliteitskaarten’, die als handvat kunnen dienen voor verdere concrete invulling door de leraren zelf. Wij willen nadrukkelijk geen kant en klare lessen en producten maken omdat er juist ruimte moet blijven voor de eigen creativiteit van de leraren die ook plaats en tijd gebonden zijn. Wij denken dat door deze kwaliteitskaarten leraren gestimuleerd zullen worden om, met behulp van een kader, een eigen invulling van onderwerpen te bedenken. En vooral ook een antwoord op de vragen: “ Wat willen wij de kinderen (laten) leren en vanuit welke visies willen wij werken?” “ Welke keuzes moeten daarvoor gemaakt worden?” “ Wie maken die keuzes en op basis waarvan?” Dit punt is veel besproken maar moet nog verder worden uitgewerkt. Of het een antwoord wordt of een reeks suggesties zijn we nog niet uit.
4. Ambities en plannen voor 2012-2013 De KOO-middag in september liet ons zien dat we dicht bij de praktijk moeten opereren. We willen derhalve het komende jaar nog minstens twee van zulke middagen in regio’s organiseren onder het motto: ‘KOO direct bruikbaar in jouw school’. Maken van ‘kwaliteitskaarten’ als handvat voor leraren om met behulp daarvan zelf invulling te geven aan thema’s bij KOO. Dat betekent dat de werkgroep voor een deel ook praktisch aan het werk gaat met het maken en uitproberen hiervan. Er hebben zich nu al twee nieuwe leden gemeld hiervoor.
Verder uitwerken van een stuk over KOO. Visie en uitwerking. KOO in zeven stappen: hoe kun je KOO op je school (her)introduceren en met je team verder uitwerken. Een praktische handleiding, eventueel toegelicht met korte instructie- en/of praktijkfimpjes op de NMV website Mogelijkheid aanbieden voor KOO-workshops op de scholen zelf. Aanvraag voor en budget om deze plannen te verwezenlijken. Tot nu toe is er geen budget geweest en hebben we erg low-profile gewerkt.
5. Financiën
2011-2012 1 Bijeenkomsten werkgroepleden 4 x € 80
KOO workshops 3x €80 ‘Huur ruimte ‘ op school Catering uitzoeken materiaal € 35 Inkomsten betalende deelnemers 9 x
240,00 35,-
225€
2012-2013 Kosten deelnemers € 80per dagdeel Huur Kosten ontwikkelen van kwaliteitskaarten nog begroten. Ook afhankelijk van wat de sectie hieraan wil besteden Kosten KOO middagen in de regio’s
1
Bedrag is intussen door NMV bijgesteld
€ 320 per bijeenkomst x 5 bijeenkomsten Totaal 1600,00
Conclusie: de pilotmiddag KOO kostte meer dan inkomsten. Gaan we dus anders begroten. Als start was dit wel mogelijk 5x 320,00€ (4 pers.) = 1600,00€ Voorlopig PM € 80per dagdeel per persoon; hoeveel dagdelen en personen is nog niet bekend Streven is om die beter kostendekkend te gaan maken. Aan een basisbedrag van 500€ per bijeenkomst wordt nu gedacht. We streven er naar om de kosten voor deelnemers zo laag mogelijk te houden
Bijlage 1
1. Visie(s) van de werkgroep op KOO als uitgangspunt(en) voor de praktijk. Onze werkvraag werd: ‘Op basis van welke visies werken de opleidingen, de nascholingsinstituten en de scholen met KOO?’ Voorlopig antwoord: - visie van Maria Montessori zoals zij die verwoord heeft in ‘Het menselijk potentieel’. Vinden we terug op een aantal websites van scholen en bij sommige Pabo’s e - visie verwoord in het document ‘Montessori in de 21 eeuw’ van het wetenschappelijk bureau van de NMV. Vinden we terug op een aantal websites van scholen en bij sommige Pabo’s - eventuele visies op het niet aanbieden van KOO op basisscholen met een christelijke achtergrond (de tijdlijn kan daar niet). (Nog meer informatie daarover nodig) - andere moverende redenen voor scholen om KOO niet aan te bieden; zie hiervoor ook de uitslag voor de enquête - de rol van levensbeschouwing hebben wij als werkgroep hierbij niet besproken 2. Een beeld schetsen van de stand van zaken van kosmisch onderwijs in Nederland anno 2012. Onze werkvraag werd: ‘hoe krijgen wij zicht daarop en wat kunnen wij –als werkgroep- doen met de uitkomsten?’ Voorlopig antwoord: - uitzetten en verwerken/rubriceren van een enquête op de basisscholen - bespreken van de uitkomsten op basis van wat voor onze werkzaamheden relevant is - conclusies trekken: wat drijft scholen om KOO wel of niet aan te bieden? Wat zijn de knelpunten of wat houdt ze tegen. En als ze het niet willen aanbieden? Is het dan een montessorischool? Wat vinden wij daarvan? Wat kunnen wij daarin betekenen?
3. Handvatten voor de praktijk van KOO in het montessorionderwijs in Nederland. Onze werkvraag werd: ‘hoe kunnen die er uit gaan zien?’ Voorlopig antwoord: - helder verwoorde visie + waar die visie op gebaseerd is terug te vinden bij Montessori zelf of in het e stuk ‘Montessori in de 21 eeuw’. Beide visies worden zowel in de scholen als in de opleidingen als uitgangspunt genomen. - praktijkvoorbeelden: op schrift op de website, instructiefilmpjes met voorbeeldlessen, boekje ‘ KOO in de praktijk? Vooral: laten zien! - voorbeelden van implementatietrajecten om KOO (opnieuw) in de school in te voren 4. Overzicht m.b.t. het systematiseren van ruimte en tijd in het montessorionderwijs Onze werkvraag werd: ‘Op welke manieren kunnen scholen tijd en ruimte systematiseren en wat hebben zij daarbij nodig?’ Voorlopig antwoord: - Een concrete invulling maken van zg. Kwaliteitskaarten waarin een kader wordt gegeven wat leraren zelf in kunnen vullen - Leraren leren gebruik te maken in hun lessen van de vragen: waarom toen (bevragen van tijd) en waarom daar? (bevragen van ruimte) Volgens ons de belangrijkste vraag bij KOO. - Knelpunt hierbij is vaak: onvoldoende kennis en vaardigheden bij de leerkrachten ook KOO in de praktijk te brengen 5. Voortbouwend op punt 4: De bandbreedte van KOO. Onze werkvraag werd: ‘Wanneer spreken we van aanbieden van KOO en wanneer niet meer? Wanneer is het wereldoriëntatie of burgerschapskunde?’ Voorlopig antwoord: - in de scholen wordt KOO aangeboden als de visie op onderwijs daarin gebaseerd is op ‘Het e menselijk potentieel’ van Montessori of op het stuk ‘Montessori in de 21 eeuw’. Die visie is terug te vinden op de website van de school of in een brochure van de school, in het curriculum en in het kindvolgsysteem - als een van die visies niet terug te vinden in op een van deze gebieden, biedt de school geen KOO aan. Dat krijgt het aanbieden van informatie over de gebieden die KOO bestrijkt een andere naam.
- in scholen wordt regelmatig gebruik gemaakt van methodes (o.a. da Vinci) om KOO aan te bieden (percentage niet te geven op basis van de enquête). Wij vinden dat een onwenselijke situatie en willen er naar streven om die methodes de deur uit te krijgen. Dat het nog een lange weg zal zijn realiseert de werkgroep zich terdege.