Jaarverslag vzw ’t Leebeekje 2014
KJW ’t Leebeekje – E. De Deynestraat 2E Gent Tel 09 / 279 58 67 – mail
[email protected] – www.leebeekje.be
Inhoud Inleiding………. p.1 1. Cijfers over het aanbod.......... p.2 2. Cijfers over de doelgroep………. P.4 3. Artikelenreeks………. P.7
Inleiding Eind 2014 werd het nieuwe convenant 2014 – 2019 met vzw ’t Leebeekje en vzw JONG getekend met betrekking tot de Kinder-‐ en Tienerwerking ’t Leebeekje. Hoewel vzw ’t Leebeekje haar middelen voor de Speelpleinwerking rechtstreeks krijgt via de Stedelijke Jeugddienst Gent, worden in het nieuwe convenant de openingsmomenten en de opkomst SPW mee verrekend in de nieuwe overeenkomst. In die zin gaan de vergelijkingen betreffende de cijfergegevens met de voorgaande jaren niet helemaal op. In het jaarverslag komen uiteraard de cijfergegevens over de contacturen en de doelgroep aan bod. Deze kwantitatieve gegevens kunnen we terug vinden in de registratiefiches KW en TW en het logboek dat dagelijks wordt bijgehouden. Naast deze korte, niet onbelangrijke, kwantitatieve bijdrage is er een zeer uitgebreid inhoudelijk luik. In het verleden werd de kwaliteit volgens de verschillende functies beschreven. Zo werd veel aandacht besteed aan de doelstellingen, de indicatoren en de resultaten ervan. Maar in dit jaarverslag laten we de kwaliteit proeven via de beleving en ervaring van enkele actieve actoren. In een artikelenreeks komen tieners en ouders aan het woord. Twee stagiairs beschrijven hoe ze de Kinder-‐ en de Tienerwerking beleven. Enkele jaarprojecten krijgen speciale aandacht door de jeugdwerkers en een stagiair SCW. Het project ‘Belgium Experience’ met Barcelona wordt beschreven door de uitwisselingspartner zelf in twee artikels. Eén verslag is overgenomen uit het Nederlandstalige tijdschrift ‘Nazarethberichten’ en de andere uit de Spaanstalige blog van het Centrum Rialles. De jeugdwerkers beschrijven verder drie items, die het afgelopen jaar hun bijzondere aandacht trokken, nl. voetbeleving, peergroups en facebook. Drie reflecties, opdrachten stage Orthopedagogie, werden eveneens opgenomen. De namen, hier bij vermeld, zijn vanzelfsprekend fictief. Tenslotte levert een stagiair SCW een bijdrage over zijn eindwerk “Welke factoren verklaren de verminderde opkomst van maatschappelijk kwetsbare kinderen (van zes tot dertien jaar oud) bij vzw ’t Leebeekje?”. Veel leesgenot! De jeugdwerkers. 1
1. Cijfers over het aanbod 1. Vast en aanvullend aanbod + overige contacturen tijdens het schooljaar 2014
Vast en aanvullend aanbod
Overige contacturen
Totaal
KW ’t Leebeekje + SPW
681,75
117,75
799,50
359
121
480
1040,75
238,75
1279,5
TW ’t Leebeekje TOTAAL
2. Reële situatie eindregistratie in vergelijking met de nieuwe overeenkomst 2014 -‐ 2019 2014
Eindregistratie 2014
Convenant 2014 -‐ 2019
Eindregistratie 2013
Gemiddelde opkomst
KJW+SPW:
1279,5
1029
1169,50
KW/SPW en TW vast en aanvullend aanbod
1040,75
Vast aanbod KW en TW per week
14 u per week
14 u per week
14 u per week
KW + SPW ’t Leebeekje
799,50
827
43
TW ‘t Leebeekje
480
342,50
42
Vast + aanvullend aanbod + overige contacturen
2
Aanvullingen bij de cijfergegevens Algemeen -‐Alleen al met het vast en aanvullend aanbod KW/SPW/TW zitten we ruimschoots boven het getal wat er gevraagd wordt. Als kanttekening geven we aan dat tijdens het uitwisselingsproject heel wat uren werden gepresteerd. En de openingsmomenten SPW werden nu ook opgenomen. De organisatie zit daarmee wel aan het maximum. Naast slechts ½ VTE en ¾ VTE beroepskrachten is de bijdrage van de vrijwilligers en stagiairs niet onbelangrijk. -‐In totaal zijn er 46 weken vast en aanvullend aanbod geweest voor de KW/SPW en TW. In de nieuwe overeenkomst is er melding van 42 weken. Kinderwerking -‐Voor het eerst is de gemiddelde aanwezigheid, nl. 43 berekend op het aantal aanwezigen tijdens de Kinderwerking én de Speelpleinwerking, zoals voorzien in het nieuwe convenant. -‐Het gemiddelde voor de Kinderwerking is berekend op 179 dagen (= openingsmomenten) in 44 weken. De speelpleindagen in 7 weken zijn daarin verrekend, wat vroeger niet geval was. Het nieuwe convenant vraagt een gemiddelde aanwezigheid van 18 kinderen tijdens het vast en extra aanbod. Tienerwerking -‐
-‐
Het gemiddelde voor de Tienerwerking is berekend op 47 dagen (= openingsmomenten) in 35 weken. Het nieuwe convenant vraagt een gemiddelde aanwezigheid van 15 tieners. De cijfers tonen een enorme stijging. In ’t Leebeekje kwamen er in 2014 gemiddeld drie maal zoveel tieners naar de werking én waren er in 2013 nog gemiddeld 29 aanwezigen opgetekend, in 2014 waren dat er dus 42. Toch beseffen we maar al te goed dat na een stijging een terugslag wel degelijk mogelijk is. Tieners zijn moeilijk voorspelbaar. In de afgelopen twintig jaar kende de tienerwerking enkele periodes met een opkomst van nauwelijks enkele leden. De Tienerwerking kende dus tijdens het werkjaar 2014 een verdubbeling van de gemiddelde opkomst in vergelijking met twee jaar geleden, niettegenstaande de tienerwerking slechts één openingsmoment heeft op vrijdagavond. Het is dus sterk dat de helft van de ingeschreven leden van de tienerwerking wekelijks komt opdagen. De contacten via sociale media en het kunnen sms’en of bellen met jeugdwerkers is medebepalend voor de grote opkomst. Maar de inzet (financieel en voorbereidingstijd) vanuit de werking is ook niet gering. In vergelijking met de kinderwerking steken de jeugdwerkers samen met de stagiairs en de vrijwilligers relatief veel tijd in de uitwerking van allerlei activiteiten op maat en vraag van de tieners. Vooral een QUIZ vergt een voorbereidingstijd van minimum 5 à 10 uur. Maar deze inspanning wordt dan ook beloond met veel deelnemers en een goede appreciatie. Een greep uit het quizaanbod: ‘De val van 1 miljoen’, ‘Blokken’, ‘Quiz rond seksualiteit’, ‘Het Swingpaleis’, ‘WK-‐Ren-‐Je-‐Rot-‐quiz’. Tv-‐ programma’s zoals ‘Binnen de minuut’ en ‘Mijn restaurant’ zijn erg populair en komen jaarlijks aan bod. En de VP-‐klassiekers ‘ladderspel’, ‘één-‐tegen-‐allen’ en ‘casino’ mogen ook niet ontbreken. Daarnaast zijn er de talrijke thema-‐avonden: ‘Fun Night’,’Crayz VP Jackass’, ‘Ghana-‐ avond’ (n.a.v. een voetbalwedstrijd), ‘Girlsnight’ (enkel voor meisjes) en ‘Valentijn Night’. Naast PS 3 op groot scherm én de kookactiviteiten die heel vaak op het menu staan, noemen we nog de ‘Music Battle’ en de ‘Dance Battle’. En tenslotte is het ook al meer dan tien jaar geleden dat er terug wekelijks recreatief minivoetbal wordt gespeeld met een grote aanhang van wel 20 spelers. 3
-‐
We zijn dan ook dankbaar dat we gratis mogen gebruiken maken van de sporthal van het ASO Sint-‐Paulus. Sommige beleidsvoerders uiten zich dikwijls in newspeak. Ze overspoelen ons met woorden en begrippen als empowerment, structuur veranderend werken, outreaching en verbindend werken… We betreuren deze gang van zaken, want wat betekenen deze human resource woorden voor de non-‐profitsector, zoals ’t Leebeekje? Soms lijken ze op een mooie verpakking (met strik) voor een lege doos. In de tienerwerking van ’t Leebeekje mijden we dergelijke woorden. We zetten wel in op ontmoeting en op verbondenheid tijdens dat ene openingsmoment op vrijdagavond waar het vooral leuk en aangenaam toeven is. We bieden hiertoe in de eerste plaats laagdrempelige, animerende en interactieve activiteiten aan. Maar daarnaast hebben we ook oog voor vormende en zelfs kennis verruimende activiteiten. Via samen spelen, samen kokerellen, samen voetballen, samen activiteiten op poten zetten, proberen we bovenstaande doelstellingen heel concreet te realiseren. Tijdens dit groepsbevorderend proces hebben we tevens aandacht voor het ontwikkelen van vaardigheden, voor het vergroten van het zelfregulerend leervermogen en voor de vorming van attitudes die de empathie vergroten. Ongetwijfeld bedoelen de beleidsmensen hetzelfde als ze over ‘empowerment’ en ‘structuur veranderend werken’ spreken? We hopen het alvast!
2. Cijfers over de doelgroep *Analyse Kinderwerking TOTAAL = 199 leden
ARomst
Geslacht
Meisjes 75
Autochtoon 97
Jongens 124
Allochtoon 102
4
ARomst jongens
Autochtoon Allochtoon 64 60
ARomst meisjes
Autochtoon 33
Allochtoon 42
*Analyse Tienerwerking TOTAAL = 105 leden
Geslacht
Meisjes 29 Jongens 76
ARomst
Autochtoon Allochtoon 48 57
ARomst jongens
Allochtoon 38
Autochtoon 38
ARomst meisjes
Allochtoon 10 Autochtoon 19
5
*Aantal leden over de jaren heen 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
KW
TW
TOTAAL
234 170 180 205 186 214 186 199
94 78 63 75 95 67 94 105
328 248 243 280 276 281 280 304
Aanvullingen bij de cijfergegevens Algemeen We kunnen stellen dat er een fikse stijging is van het aantal leden. Het ledental van de SPW tijdens de Grote Vakantie is dan nog niet meegerekend bij de kinderwerking. Kinderwerking -‐ -‐
We zien vooral bij de Kinderwerking een daling in de dagelijkse opkomst. Vooral op dinsdag en op donderdag was er een sterke daling tijdens de periode september -‐ december 2014. Sommige allochtone meisjes kwamen enkel naar de huistaakbegeleiding of tijdens de korte vakanties.
Tienerwerking -‐ -‐ -‐ -‐
Bij de Tienerwerking is er voor het eerst de kaap van 100 leden overschreden. Nooit eerder kende de Tienerwerking zoveel leden! De Tienerwerking heeft vooral meer jongens aangetrokken, de meisjes blijven stabiel. Er is ook een lichte stijging bij de autochtone jongeren. In 2015 worden heel wat leden van de Tienerwerking 16 jaar en enkele jongeren zelfs 17 of nog ouder, hoewel de werking zich richt tot de leeftijd van 12 tot 15. Sommigen van hen waren lid van zowel ’t Leebeekje als het JOC Nieuw Gent. Anderen (+ 15) gaan niet de stap zetten naar het plaatselijk jeugdhuis. Vandaar dat de stuurgroep heeft gekozen om hen nog een jaartje toe te laten. Ouderen gaan we moeten teleurstellen, hoe moeilijk het ook is om NEEN te zeggen. Er zijn wel uitzonderingen op de leeftijdsgrens, nl. animatoren +16 of jongeren +16 die een handje komen helpen, zijn nog steeds welkom.
6
3. Artikelen 2014
7
Kwinten van de Rostyne, stagiair SCW
8
Het wekelijks animatiemoment op woensdag. Op woensdagnamiddag kunnen kinderen vanaf 6 jaar samen met begeleiders en vrienden in de kinderwerking zich volledig uitleven! De kinderwerking zet de namiddag doorgaans in met een animatiemoment van een vijftiental minuten. In dit moment wordt er een voordracht/toneelstukje geven aan de kinderen, die verzorgd wordt door de vrijwilligers en/of jeugdwerkers. Inhoudelijk kan dit gaan van een actueel thema (bijvoorbeeld dag van…) tot een mededeling die betrekking heeft op de werking (bijvoorbeeld verbod op energiedrinks). De kinderen worden actief betrokken bij dit moment, waardoor er onmiddellijk een ontspannen sfeer ontstaat. Aanvullend, creëerde 't Leebeekje een groot prikbord centraal in de werking. Wekelijks wordt de gegeven animatie ook visueel weergegeven op het bord. Dit gebeurt aan de hand van prenten, knutselstukken enz. Het prikbord wordt aangekleed door de kinderen en / of jeugdwerkers. Het geeft de ruimte een extra dimensie, en trekt ook de aandacht van de kinderen. Er komt meermaals de vraag van een aantal kinderen of ze een tekening mogen maken voor op het prikbord te hangen. Aan deze activiteit kunnen we vier doelen koppelen, namelijk: Doel 1: de kinderen sensibiliseren met maatschappelijke thema’s die blijvende aandacht en zorg vergen. Doel 2: Het thema van de animatie ervaren als kennis verruimend . Dit door kinderen op een interactieve manier bewust te maken van thema’s die betrekking hebben op de werking of op de actualiteit. Doel 3: Naast het aanbieden van het thema, is de animatie tevens een moment van verbondenheid en samenzijn. Doel 4: De animatoren (vrijwilligers) leren gebruik te maken van verschillende technieken om een animatiemoment in te kleden. Doel 5: Een actieve en plezante ervaring bezorgen aan de kinderen, via de wekelijkse animatie op woensdag.
9
Een permanent Bouwdorp
Eind 2013 kende het bouwdorp een trage start. Maar tijdens de lente en de zomervakantie 2014 werden een viertal kleinere en grotere houten constructies gebouwd.
De eerste vaste bouwsels zijn niet meer te vergelijken met de laatst bijgekomen kampen. Zo zijn de huidige kampen groter en steviger geworden. De nieuwe generatie kampen bestaan uit meerdere volumes met een grotere verscheidenheid aan invulling van de ruimtes. We gebruikten tevens veel minder afvalhout bestaande uit oude planken en paletten. In de plaats werd nieuw materiaal van planken en betonplaten aangekocht. Het voordeel daarvan is dat het bouwwerk beter afgewerkt geraakt. En bovendien zijn er daardoor ruimere mogelijkheden om iets uit te bouwen. Tenslotte werd er in veel mindere mate gebruik gemaakt van spijkers, maar wel van vijzen. Dit alles maakte de constructie steviger en bijgevolg minder afbraakgevoelig. Kortom ’t Leebeekje heeft in die korte periode al heel wat bouwervaring opgedaan. *Eén kamp werd bijna geheel ontworpen door enkele tieners en animatoren. Zij waren technisch heel vaardig en bedreven in het werken met boormachines en ander gereedschap. De meeste van die gasten lopen school in het TSO of in het BSO. Daar leerden ze al de knepen van het vak. Bij een ander kamp hielpen enkele oud-‐ animatoren de jongere kinderen bij het bouwen. Ze konden zich werkelijk uitleven op de houtconstructie. Terwijl haalden zij allerlei herinneringen op van ruim twintig jaar geleden, toen zij zelf als jonge gasten buitengewone kampen maakten. En nog te vermelden waard is dat ook Hamid, onze klusjesman, heel handig en behulpzaam was tijdens het bouwproces. *De kampen worden gebruikt als ‘place to be’. Het zijn plaatsen om zich weg te steken of om rustig wat bij te praten. Eén kamp is zelfs een toevluchtsoord geworden van iemand van onze leden als die in een dipje zit of in een crisis vertoeft. *Tijdens de zomervakantie veranderde het bouwdorp in een heus piratendorp. Vijf weken lang werd het piratendorp, op dinsdag en donderdag tijdens de grote vakantie, een heuse bouwwerf. Alle kampen werden toen ook in een zeer kleurrijk kleedje gestoken. Er werd kwistig met verf en borstel omgesprongen. Ieder, zowel groot als klein, kon dat werkje aan. In het midden van het piratendorp werd een relax-‐ontmoetingsplaats gecreëerd door er vier hangmatten te plaatsen. 10
En of er gebruik werd van gemaakt! Er vonden in het piratendorp ook evenementen plaats, zoals o.a. de PIRATEN-‐BBQ. We kunnen stellen dat dit project ‘Een permanent bouwdorp’ én de projecten van de voorbije jaren zoals bijv. ‘Natuur = Cool’ of ‘Comme chez ’t Leebeekje’ uiterst bestand blijken te zijn en permanent in gebruik. Want al die realisaties waren weliswaar niet goedkoop maar gelukkig wel duurzaam. M.a.w. ’t Leebeekje en onze gasten kunnen er nog jarenlang van genieten! Patrick Hoens, coördinator
11
Artikel Gezondheidsproject Jaarverslag 2014. Het Gezondheidsproject kende zijn vervolg in 2014. Nog steeds was het doel van dit gezondheidsproject om onze kinderen te laten inzien dat de natuurelementen water, aarde en lucht een bron zijn van gezond leven. Dit deden we opnieuw via de wekelijkse animaties op woensdagnamiddag en acties die ondernomen werden via activiteiten (sport en spel, koken, knutselen, een museumbezoek, workshops, een uitstap), en er vond ook een ‘Gezondheidsdriedaagse’ (= preventie) plaats. Tijdens de animaties op woensdag werkten we, net zoals in 2013, met de animatiefiguur WAL (= Water, Aarde en Lucht). Dit personage werd gespeeld door de vaste jeugdwerker. Elke woensdags speelde WAL een toneeltje of spel rond een specifiek gezondheidsthema. Op het einde van elke animatie gaf WAL ook een gezondheidstip mee over beweging, gezonde voeding, gezonde levensstijlen, enz.
De Gezondheidsdriedaagse Van maandag 14 tot woensdag 16 april 2014 vond de ‘Gezondheidsdriedaagse’ plaats op ’t Leebeekje. Dit was een educatieve en vormende driedaagse waarbij gezondheid en gezond leven centraal stonden. Om deel te nemen aan de gezondheidsdriedaagse moesten de kinderen eerst een vragenlijst invullen. In deze vragenlijst werd de nadruk sterk gelegd op een gezonde manier van leven en eten. Tijdens de driedaagse werd een heel gevarieerd programma aangeboden met veel aandacht voor sport en spel, maar er werden ook speciale activiteiten georganiseerd zoals: de ‘Ren je gezond-‐ quiz’, het ‘Milieugezelschapsspel’, een bezoek aan het museum Dr Guislain (thema OORLOG) en een bezoek aan het Designmuseum (+ bijhorende workshop). Ook aan een gezonde voeding werd veel aandacht besteed. We serveerden niet enkel gezond eten, maar er werd ook nagedacht over hetgeen we aten aan de hand van de ‘Voedingsdriehoek. De kinderen mochten ook geen snoep, koekjes, chips en frisdrank meenemen naar deze driedaagse. 12
Ter illustratie, menu op maandag 14 april: Vieruurtje na het zwemmen: rijstkoeken Avondmaal: koude schotel met veel groenten (sla, tomaat, komkommer en wortels), fruit (perziken), patatten, ei en vlees (salami, vleesbrood en hespenworst). Dessert: fruitsla
Resultaat -‐ De animaties werden bijgewoond door 50 à 70 kinderen. -‐ Aan de activiteiten namen telkens 10 à 20 kinderen deel. -‐ De ‘Gezondheidsdriedaagse’ kende 20 deelnemers.
Conclusie We hebben ondervonden dat de kinderen op het moment zelf open staan voor een gezondere voeding en een gezondere manier van leven. Ze vinden een gezonde levensstijl wel waardevol maar toch grijpen sommige kinderen terug naar slechte en ongezonde eet-‐ en leefgewoonten. Enkelen kunnen moeilijk weerstaan aan de verleiding van snoep, koekjes, chips, frisdrank, enz. Eenmaal het project afgelopen was, stelden we vast dat sommige kinderen wekelijks terug een hele zak snoep kochten aan een kraampje op de woensdagmarkt van Nieuw Gent. Desondanks de sensibilisering en educatieve begeleiding/advisering merken we dat sommige kinderen het ongezond eten en drinken niet kunnen laten. Als sommige kinderen honger hebben, grijpen ze enkel naar chips en snoep! De kinderen reageerden heel positief op de animaties, de activiteiten en de gezondheidsdriedaagse. Vaak amuseerden ze zich kostelijk en het werd ook geapprecieerd dat ze veel werden betrokken in het project. De hoofdfiguur van de animaties, tuinman WAL, was een graag gezien en populair typetje op de werking. Ook voor de begeleiders was het een boeiende en leerrijke ervaring waaruit veel voldoening werd gehaald. Yolan Strobbe, jeugdwerker
13
14
Yolan Strobbe, jeugdwerker
15
Tieners
’t Leebeekje is ook heel erg geïnteresseerd in de mening van zijn tieners. En zo polsten we bij vijf tieners wat zij vinden van onze tienerwerking op vrijdagavond. Nick komt al vijf jaar naar ’t Leebeekje. Hij komt heel graag naar de tienerwerking omdat hij zich steeds goed amuseert met zijn vrienden. Nick vindt het goed dat de tienerwerking bestaat zodat de jongeren uit de wijk Nieuw Gent een plaats hebben waar ze samen kunnen komen en zichzelf kunnen zijn. Het leukst vindt hij de minivoetbal. Nick kijkt er enorm naar uit om hulpleider te worden tijdens de speelpleinwerking in de vakanties. Voor Joshua betekent ’t Leebeekje heel veel. Hij is al een viertal jaar lid en hij beschouwt deze jaren als “de beste van zijn leven”. Joshua kan er van genieten om gewoon samen met zijn vrienden te biljarten tijdens de tienerwerking, maar hij vindt ook de geleide activiteiten top. Zo was de paintball voor hem een hoogtepunt. Het leukst vond hij het bezoek van de Spanjaarden begin juli tijdens het uitwisselingsproject ‘And now, the dream is coming to Gent!’ t' Leebeekje is voor Stijn een soort vriendengroep onder elkaar, met heel leuke activiteiten. Hij komt al zo’n vier jaar naar ‘t leebeekje. De tienerwerking vindt hij fantastisch door de zeer leuke activiteiten gevolgd door de minivoetbal waar steeds veel vrienden van hem aan deelnemen. Stijn vindt zowat alles leuk aan de tienerwerking: het onder elkaar zijn met vrienden, de activiteiten, de minivoetbal en de leiders. Stijn nam deel aan de twee uitwisselingsprojecten met de Spaanse jongeren uit Barcelona. Dit zijn voor hem zijn mooiste ervaringen op/met ’t Leebeekje. 16
“Op ’t Leebeekje kan ik mij echt uitleven!”, zegt Stephanie die al meer dan vier jaar naar ’t Leebeekje komt. Stephanie vindt de sfeer tijdens de tienerwerking heel positief. Ze vindt het leuk om samen met haar vrienden op de tienerwerking rond te hangen en ook de dingen (= activiteiten) die georganiseerd worden vindt ze de max! Stephanie heeft heel erg genoten van de uitstappen tijdens het uitwisselingsproject met de Spanjaarden op ’t Leebeekje. Ze mist de Spaanse groep van Rialles nog steeds heel hard. Daddy ziet ’t Leebeekje als zijn tweede huis. Hij komt al 10 jaar naar ’t VP, hij is er opgegroeid. ’t Leebeekje staat voor hem gelijk aan minivoetballen en een gezellige avond met vrienden. Zijn topmoment was de uitwisseling naar Spanje. Niet alleen de activiteiten vond hij super, maar ook de (h)echte band die ze daar met elkaar kregen, net zoals een familie Yolan Strobbe, jeugdwerker
17
Ouderbevraging Steffie Vermeersch, stagiair Orthopedagogie Omdat ’t Leebeekje erg geïnteresseerd is in de mening van anderen werd deze ouderbevraging gehouden. Er werden vijf ouders ondervraagd over de werking van ’t Leebeekje
De eerste was de mama van Alparslan. Haar zoon komt al vanaf zijn zes jaar naar het VP, dus al vier jaar. Ze laat hem naar hier komen, omdat hij zo vrij kan spelen en vrienden leert kennen. Ze kon mij vertellen dat het ook goed is voor zijn Nederlands. Hij komt heel erg graag naar ’t Leebeekje, want h ij vraagt iedere keer zelf om te mogen gaan en vertelt er heel veel over als hij terug is. Ze is enorm tevreden van de werking, omdat haar zoon enig kind is en ze dit dus goed vind voor zijn sociaal contact. De huistaakbegeleiding vindt ze een absoluut pluspunt. Het is heel moeilijk voor haar om zelf te h elpen. Het schoolsysteem is h ier helemaal anders en haar Nederlands is nog niet goed genoeg denkt ze. Ze heeft tot nu toe n og geen enkele b emerking over ’t Leebeekje.
Als tweede was de mama van Yara aan de beurt. Ze heeft drie dochters en een zoon, waarvan er twee dochters, Yara en Lina, vaak naar hier komen. Deze twee meisjes komen al drie jaar naar ’t Leebeekje omdat ze dat zelf vragen. Ook zij is erg tevreden over de werking. Ze vertelde mij dat dit een goede plaats is om hun energie kwijt te raken. Ze is ingenomen over het grote aanbod en over het feit dat ze zo elke dag even vrije tijd heeft voor h aar zelf. Een minpunt aan de werking volgens haar is dat de poort altijd open staat. Als ze dus een ding zou kunnen veranderen zou het dit zijn of meer buitentoezicht. Ze is altijd bang dat haar kleinste door de poort zal lopen om n aar huis te komen. Haar d ochter Lina is nog erg jong en beseft nog niet goed het gevaar hiervan. 18
Als derde krijgen we h et inzicht van de ouders van Shawn, Niels en Jens. Deze driejongens komen allemaal heel frequent naar de werking. Ze komen ongeveer al twee jaar. Hun ouders laten hen naar hier komen voor de ontspanning van hun kinderen en ook omdat ze het leuk vinden dat er die momenten veel rust is in huis. Ze merken aan hun kinderen dat h et heel erg afwisselt of ze wel of niet graag komen. De ene dag komen ze thuis vol enthousiasme en de andere dag komen ze thuis al wenend. Zelf zijn ze ook niet altijd zeker over hun tevredenheid van de werking. Ze vinden de verantwoordelijkheid en controle veel te laag. Ze zeggen dat ze hun kinderen in vertrouwen sturen en dat ze soms het gevoel hebben dat hun vertrouwen geschaad wordt. De kinderen kunnen namelijk binnen en buiten wanneer ze dit zelf willen. Het gebeurt vaak dat ze kinderen zien passeren die eigenlijk in ’t Leebeekje zouden moeten zitten. Ook zijn er sommige ouders die ervan uitgaan dat hun kinderen er zitten, maar ze zien ze dan rond lopen in de wijk. Vervolgens krijgen we de ouders van Kiana. Zij komt nu reeds voor h aar derde jaar en het is haar eerste jaar voor huistaakbegeleiding. Over de huistaakbegeleiding zijn ze erg positief, omdat ze vinden dat men h aar beter kan helpen dan zij dat zouden kunnen. Ook moet de mama bijvoorbeeld vaak laat werken en dan is het te laat om nog te helpen bij haar huiswerk. Ook zij sturen Kiana naar hier omdat ze dit zelf vraagt. Ze zijn zelf ook tevreden, er is een mooi terrein b uiten bij goed weer en een goed voorziene binnenruimte voor wanneer het regent. Ze vinden het wel jammer dat het vaak gebeurt dat ze van niets weten. Ze zouden meer ouderbetrekking willen.
Als laatste krijgen we de ouders van Demi. Zij komt ook al vanaf h aar eerste leerjaar, vijf jaar dus. Ze vinden het een goede ontspanning voor haar en het is dichtbij. Demi gaat zodanig graag naar ’t Leebeekje dat er hier vaak d iscussie is omdat ze eerst haar huiswerk moet maken, maar zij wil altijd onmiddellijk vertrekken. De mama kon mij vertellen dat ze zelf ook ging naar ’t Leebeekje toen ze klein was. Toen was het nog niet zo uitgebreid en veel minder leuk. Ook was het enkel open in d e vakanties. Zij is dus zeker positief over de werking van nu. Haar papa zou meer scheiding tussen d e leeftijdscategorieën willen in de vakanties. Hij vindt het niet goed d at dan d e extreme verschillen van leeftijden gemixt zijn. Hij vindt het niet normaal dat gasten van zestien ruzie zoeken met de kleinere kinderen. Hij denkt dat het ooit eens uit de hand zal lopen, omdat er een ernstig conflict zal ontstaan. Hij zou het dan enorm jammer vinden zou het VP om die reden moeten sluiten. Het is namelijk een geweldig initiatief volgens hem. Zij vinden de controle wel goed. Ook vinden ze d at broeder altijd correct en rechtvaardig zijn maatregelen kiest. 19
In de bachelorproef wou ik een onderwerp bespreken dat zowel een interessante meerwaarde kon betekenen voor mijn stageplaats als voor mezelf en niet geheel onbelangrijk ook voor het werkveld. Zoals de titel van mijn bachelorproef doet vermoeden “Welke factoren verklaren de verminderde opkomst van maatschappelijk kwetsbare kinderen (van zes tot dertien jaar oud) bij vzw ’t Leebeekje? Op welke manier kan de organisatie meer kinderen bereiken?”, wil ik een antwoord bieden op de vraag, hoe het komt dat er zich een verminderde opkomst van maatschappelijk kwetsbare kinderen (van zes tot dertien jaar oud) bij ’t Leebeekje voordoet. Eens daar een duidelijk beeld rond gevormd te hebben, tracht ik suggsties te geven hoe de organisatie mogelijks meer kinderen kan bereiken. Dit onderwerp is enerzijds ontstaan door mijn persoonlijke interesse rond de doelgroep en anderzijds doordat de verminderde opkomst een recent fenomeen is. Ik heb gekozen voor een stage gerelateerd bachelorproef te schrijven, om beeld te geven aan de organisatie wat de mogelijke factoren zijn bij een verminderde opkomst. Met deze informatie, is de organisatie vrij om aan de slag te gaan. Dit eindwerk bevat twee grote delen. Het eerste deel bevat theoretisch material en het 2de deel bevat praktische stof. Met het theoretische luik probeer ik mijn praktisch gedeelte te onderbouwen. Inhoud Het 1ste hoofdstuk bevat mijn probleemstelling, het verduidelijkt hoe ik tot mijn probleemstelling ben gekomen en hoe ik mijn onderzoek verder heb aangepakt. In het 2de hoofdstuk wordt de organisatie toegelicht. Specifieke aandacht gaat uit naar de kinderwerking, omdat deze een centrale plaats krijgt in dit eindwerk. Hoofdstuk 3 richt zich specifiek naar (kans)armoede en sociale uitsluiting. Kinderen die naar ’t Leebeekje komen, zijn veelal kinderen die opgroeien in (kans)armoede. Daarom opteer ik deze problematiek te verduidelijken. In hoofdstuk 4 wordt het werkingsgebied van de organisatie geschetst. De doelgroep die de organisatie bereikt, centreert zich hoofdzakelijk uit de Wijk Nieuw Gent / Steenakker. Het 5de hoofdstuk wordt gewijd aan de vrijetijdsbesteding bij kinderen. Er wordt een algemeen beeld gegeven rond vrijetijdsbesteding bij kinderen, en er wordt dieper ingegaan of er al dan niet een andere vrijetijdsinvulling is al je (kans)arm bent. Het 6de hoofdstuk geeft het gevoerde onderzoek weer, met de daaraan gekoppelde resultaten. Tot slot zal er in hoofdstuk 7 een algemene conclusie over mijn afstudeerproject geformuleerd worden. Er wordt een duidelijk beeld geven van mijn conclusies, bevindingen en eventueel advies. Bevindingen Met dit onderzoek trachtte ik de onderzoeksvraag te verduidelijken vanuit verschillende partijen: (1) kinderen van zes tot dertien jaar oud, (2) Gentse jeugdwelzijnsorganisaties die een kinderwerking aan bieden en (3) ouders. Dit gaf het onderzoek een ruimere kijk op de problematiek door verschillende invalshoeken. Met een kritisch oog werd deze probleemstelling onderzocht. Vanuit de ondernomen acties, kan ik echter geen eenduidige factor afleiden die des bepalend is voor de verminderde opkomst bij de kinderwerking van ‘t Leebeekje. Wel is er de mogelijkheid om factoren aan te reiken die mogelijks een rol kunnen spelen bij dit fenomeen. Dit zijn factoren die meermaals terug kwamen doorheen het onderzoek en die een invloed kunnen hebben op de verminderde opkomst. Het is namelijk een kluwen van factoren die bepalend zijn voor de verminderde opkomst, die leiden tot volgende bevindingen: 20
(1) Omtrent de ‘bekendheid’ is uit de resultaten te concluderen dat kinderen van het 2 de- tot het 6de leerjaar de kinderwerking blijken te kennen. Een kleinere meerderheid geeft dit aan, maar de verhouding tussen degene die de werking kennen en zij niet, is miniem. Het zijn voornamelijk de kinderen uit het 1ste leerjaar van de lagere school van Sint – Paulus in De Deynestraat die de kinderwerking niet kennen. Waarom de kinderen de kinderwerking niet kennen, is voor de hand liggend, namelijk: de kinderen kennen de organisatie niet of mogen niet naar de werking komen door de ouders. (2) Ouders voelen voornamelijk de gekende drempels. Zij kennen weinig of niet ‘t Leebeekje, waardoor er een onlosmakelijk verband bestaat met de onwetendheid i.v.m. het aanbod van de organisatie. Ook vormt het bedrag dat moet worden betaald voor het lidmaatschap voor sommige ouders een drempel. Dit weerhoudt sommige ouders wel degelijk om hun kind naar ’t Leebeekje te sturen.
(3) Er zijn ook factoren die bijdragen aan de onderzoeksvraag die de organisatie niet geheel in handen heeft. (a) Zo blijkt de sociale media steeds een grotere greep op de kinderen te krijgen, waardoor zij het huis minder gaan verlaten. (b) Kinderen zijn ook gevoelig voor nieuwe prikkels, verandering van interesses kan aanleiding geven tot het niet meer naar de werking gaan. (c) Voorvallen die zich buiten de muren van de organisatie voordoen, (zoals op school) kunnen onrechtstreeks een neerslag hebben op de opkomst van de werking. Eén van hen haakt meestal af om naar de werking te gaan. (d) Kinderen kunnen te oud worden om nog naar de kinderwerking te komen. Als dit nu net een grote groep is binnen de werking, kan dit beduidende gevolgen hebben. (e) Hiermee hangt samen, dat kleinere broers of zussen dan ook veelal afhaken met naar de kinderwerking te gaan. (4) Belangrijk is te herkennen dat dergelijk fenomeen rond een verminderde opkomst fluctuerend van aard is. Kinderen komen vaak in groep naar de werking, waardoor het aantal leden al snel kan toenemen of afnemen. Daar aansluitend spelen de seizoenen ook een permanente rol. Over het algemeen zal de opkomst in de herfst- en wintermaanden wat minder zijn, en terug positief beginnen evolueren in de lente- en zomermaanden. Men zou een ‘breng-een-vriend/vriendin/ouder-dag’ kunnen organiseren in de lente om terug de kinderen aan te wakkeren naar ’t Leebeekje te komen. Zoals vermeld is er behoefte aan kinderwerkingen, daar lijkt geen discussie over te bestaan. Wat meer onder discussie blijkt te staan, en waar men kritisch in eigen boezem moet durven kijken, is de invulling ervan. Kinderen blijken steeds meer en meer gevoeliger te zijn voor het gestructureerde aanbod. Plaats voor een ongestructureerd aanbod, lijkt voor kinderen geen overbodige luxe te zijn. Waarmee men de gestructureerde activiteiten niet uit het oog mag verliezen, want voor vele kinderen is dit, dan net een meerwaarde.
Kwinten van de Rostyne, stagiair SCW
21
Tienerwerking: “geweldig initiatief” Iedere vrijdag om 17u30 komen hier een veertig à vijftig tieners zich uitleven. Men kiest zelf of ze aanwezig zijn om hier vrij te kunnen spelen. Natuurlijk zorgen wij iedere week voor een assortiment aan leuke activiteiten zoals koken, quizzen, voetballen, casinoavonden, activiteiten buiten ‘t Leebeekje, zoals paintballen, schaatsen, zwemmen,… Ik vind dit een geweldig initiatief voor deze jongeren. Omdat ze hier altijd welkom zijn, haal je eigenlijk de tieners van straat. Hier kunnen ze veilig ‘rondhangen’ onder begeleiding. Je haalt hen weg uit potentieel slechte omgevingen en invloeden. ‘t Leebeekje is ook geen verplichting, dus de jongeren die naar hier komen, komen omdat ze dit zelf willen.
Een band maken met hen Mijn eerste keer in de tienerwerking was heel erg aftasten naar hoe dit in zijn werk ging. Eenmaal je een praatje slaat met de jongeren, duurt het wel niet lang voor je een band krijgt met enkelen. Het zijn een voor een allemaal leuke gasten. Het is wel erg belangrijk om te onthouden dat niet iedereen hetzelfde is. Bij de ene werkt het om gewoon een keer je activiteit voor te stellen om zo hun interesse aan te wakkeren. Bij anderen is het beter om even te praten, elkaar wat te leren kennen. en hen daarna warm te maken voor je activiteit. Wat heel erg opvalt bij de tieners is dat er toch een bepaalde groepsdruk is om ‘cool’ te zijn. Iedereen doet zijn best om er bij te horen. Dit viel mij vooral op bij de meisjes. Toen ik hen in het bijzijn van de jongens vroeg om mee te doen aan een meisjes activiteit, lachten ze dit weg omdat ze dat belachelijk vonden. Eenmaal ik de meisjes er nog eens apart over aansprak waren ze plots wel erg enthousiast over de activiteit. Ook bij de jongens valt het op dat ze erg competitief ingesteld zijn. De jongens proberen elkaar ook steeds te dissen en de beste/grappigste hierin te zijn. Steffie Vermeersch, stagiair
22
23
24
25
Communicatie, bekendmaking en PR in ’t Leebeekje HET FENOMEEN DAT FACEBOOK HEET… Inleiding In ’t Leebeekje wordt zeer intens gecommuniceerd naar de kinderen en de tieners die lid zijn van de werking, de vrijwilligers, vrienden, de organisaties, de ouders en de bewoners van de wijk via allerlei kanalen. ’t Leebeekje wil bewust naar buiten treden om te INFORMEREN, om de BETROKKENHEID en de VERBONDENHEID te vergroten en te versterken. Tevens kadert dit ook in een positieve BEKENDMAKING. In dit artikel leest men de talrijke communicatiekanalen waarvan ’t Leebeekje gebruik maakt én of die al dan niet effectief zijn. SPEELPLEINWERKING ’T LEEBEEKJE (in de wijk gekend als ’t VP) Waar in het verleden onze animatoren op de hoogte werden gehouden door mails en brieven, wordt deze manier van contactlegging weinig of niet langer meer gehanteerd. Nu is FACEBOOK het kanaal bij uitstek om hen op te roepen, te bevragen, uit te nodigen, te informeren, . . . Elk jaar worden een honderdtal affiches uitgehangen in de wijk en enkele duizenden flyers uitgedeeld in de plaatselijke en naburige basisscholen. Hiermee wil ’t Leebeekje op de 1ste plaats zich etaleren en bekend maken in de wijk. Maar we vermoeden dat hierdoor niet méér kinderen naar de werking komen. Net zoals het plaatselijk wijkblad ‘Uit in je buurt’, dat één maal per maand verschijnt. Dagelijks worden de activiteiten aangekondigd op de website, FACEBOOK en uitgehangen in de vitrinekast, aan de kant van de dreef. Deze affiche met het activiteitenaanbod wordt toch door enkele ouders en kinderen gelezen. Ook de website wordt geraadpleegd, meestal door de ouders. Maar FACEBOOK is ook hier weer HET communicatiemiddel.
26
KINDER-‐ EN TIENERWERKING ’T LEEBEEKJE (’t VP) De vrijwilligers, stagiairs, werk-‐ en stuurgroepen krijgen met de mail verslagen, informatie en dataplanning toegestuurd. En in mindere mate wordt hier FACEBOOK aangewend om hen te bereiken. In het verleden werden maandelijks flyers uitgedeeld aan de tieners van de werking. Maar de organisatie is daarmee gestopt omdat die méér weggegooid werden dan meegenomen. Thuis werd die vaak niet meer bekeken. In het plaatselijk wijkblad ‘Uit in je buurt’ staan enkel de contactgegevens en de openingsmomenten van de werking. Af en toe plaatsen we er een positief artikel in. Wekelijks wordt de website bijgehouden om er de activiteiten op te plaatsen én om enkele projecten kenbaar te maken. Ook een affiche met de wekelijkse tieneractiviteit wordt in één van de lokalen uitgehangen. De grootste impact is alweer FACEBOOK. Er is een niet te onderschatten interactie tussen de jeugdwerker en de tiener. Dagelijks wordt FACEBOOK bekeken, er worden berichtjes geplaatst, info gegeven en afspraken gemaakt . Maar FACEBOOK heeft ook een schaduwzijde. Soms verschijnt er een lawine aan scheldpartijen en kwetsende woorden. Gelukkig is het meestal van korte duur. Ook mond-‐aan-‐mond-‐reclame is een belangrijke vorm van communicatie. Vaak spreekt men met elkaar af om al dan niet naar de werking te komen en/of aan activiteiten deel te nemen. In de contacten met de jeugdwerkers sturen ze nu en dan sms-‐berichtjes of omgekeerd worden de tieners door de jeugdwerker geïnformeerd via sms. 27
TOT SLOT
Yolan Strobbe, jeugdwerker
28
PERSOONLIJKE GRenzen
1.
Sofie vermeulen
Reflectie
W A T
W A S E R A A N D E O R D E , M E T A N D E R E W O O R D E N W A T H A D D E A A N D A C H T ?
1.1. Objectieve schets van de context, het eigen handelen en het handelen van eventuele andere (feiten). Vorige week vrijdag organiseerden mijn mentor en ikzelf tijdens de tienerwerking een seksquiz. Het was de bedoeling een quiz samen te stellen die zowel vormend als ontspannend en grappig zou zijn.Het was voor mij de eerste keer dat ik een activiteit over dit onderwerp zou organiseren en uitvoeren. De thema’s van de quiz waren heel uiteenlopend. De eerste ronde ging over verliefdheid, de tweede over meisjes, de derde over jongens, de vierde over ‘de eerste keer’ en de laatste ronde was een ludieke ronde over dieren. Elke ronde werd ingeleid met een filmpje, daarna startte de vragenronde met multiple choice. vragen. Elke ronde werd afgesloten door twee doe-rondes. In de jury zaten ‘de drie wijzen’ die telkens hun antwoord op de meerkeuzevragen toelichtten. Er waren ontzettend veel tieners die deelnamen aan de quiz. Tegenover het onderwerp seksualiteit neem ik meestal een gereserveerde houding aan. Zowel tijdens de voorbereiding als tijdens de uitvoerig van de activiteit heb ik grenzen verlegd. 1.2. Subjectief verslag (interpretaties) (willen, denken, voelen) Ik schrok toen ik te horen kreeg dat ik een quiz rond seksualiteit moest organiseren. Het is niet echt een onderwerp waar ik vlot over praat en een eerder gereserveerde houding in neem. Om wat achtergrondinformatie te verzamelen, bestelde ik ‘de sekskoffer’. Dit is een koffer vol educatief materiaal die ons misschien op weg zou kunnen helpen bij het voorbereiden van onze activiteit. Wanneer we aan de voorbereiding begonnen probeerde ik mijn gereserveerde gevoelens ten opzichte van het onderwerp seksualiteit aan de kant te zetten en mij volledig te concentreren op de voorbereiding. Af en toe werden wel eens mopjes gemaakt waar ik heel verlegen op reageerde aangezien dit over mijn persoonlijke grens heen ging. Waarschijnlijk was dit een vorm van zelfbescherming, aangezien ik nog niet klaar was om hierover te praten, laat staan er mopjes over te maken. Ik wist dat ik deze opmerking tijdens de voorbereiding kon geven, maar stelde me de vraag hoe ik zou reageren als er grapjes zouden gemaakt worden tijdens de seksquiz. Toen we de quiz startten waren alle tieners heel enthousiast. Nog voor al het materiaal klaar stond zaten de tieners al paraat om aan de quiz te beginnen. Ik was heel blij dat de tieners zo positief reageerden, maar was toch benieuwd naar de reacties die zouden komen op de quizvragen.
29
Tijdens de quiz veranderden mijn gevoelens ten opzichte van dit onderwerp helemaal. Ik zag dat de tieners enorm enthousiast waren en zich amuseerden. We kregen ze zelfs op bepaalde momenten gewoon niet stil. Een groot deel van de tieners bleef gedurende de hele activiteit zitten, een teken dat ze de activiteit leuk vonden. Ik denk dat ik zodanig blij was dat ze zich amuseerden, dat mijn gereserveerd gedrag helemaal verdween. Ik had het gevoel dat de tieners mij hielpen mijn grenzen te verleggen. Ik had na een tijdje geen moeite meer om over het onderwerp te praten. Ik denk dat ik wat twijfelachtig stond tegenover dit onderwerp, omdat ik niet wist of dit onderwerp zou aanslaan bij de tieners. Ik vreesde bij aanvang dat het doel van de quiz niet zou bereikt worden omdat de tieners het niet ernstig zouden nemen. Het is ook geen evident onderwerp om met sommige jongeren over te praten, sommige zitten nog maar net in het middelbaar en gaan daar op een heel andere manier mee om dan sommige 15-jarigen. Mijn vrees was echter voorbarig want de jongeren gingen er op een heel volwassen manier mee om. De quiz werd heel enthousiast onthaald en de tieners konden het niet laten om af en toe een grapje te maken, maar dat kwam zeker niet storend over, ik kreeg er zelf ook een gemakkelijk en ontspannen gevoel bij en het nam mijn schroom weg ten opzichte van het thema. Ik ben ongelooflijk trots op de tieners dat ze zich ten opzichte van zo’n delicaat onderwerp zo volwassen en enthousiast hebben gedragen. Er werden zelfs mopjes over mij gemaakt maar ik vond dat helemaal niet erg, ik vond het zelfs grappig.
2.
W A T W A S V O O R M I J H I E R I N B E L A N G R I J K ? W E L K E L I N K E N K A N I K L E G G E N M E T D E T H E O R I E ?
In het begin had ik het lastig om over het onderwerp seksualiteit te praten. Ik voelde me vaak niet echt op mijn gemak en stond twijfelachtig tegenover dit delicate onderwerp. Tijdens het uitvoeren van de activiteit werd ik positief verrast door de groep tieners. Dankzij hun gedrag kon ik me over mijn gereserveerde gevoelens zetten en voelde ik mij op mijn gemak en ontspannen. Ik denk dat ik vooral bang was voor de reactie van de kinderen en de opmerkingen die ze zouden maken tijdens de activiteit, ik wist totaal niet wat me te wachten stond. Link met de theorie: ‘De waarde van het verleggen van grenzen’ “Het bewaken van grenzen is een vermoeiende bezigheid. Het kost energie en het levert niets op. Als je in het contact met anderen je grenzen overeind hebt weten te houden, kan je niet eens zeggen dat je iets gewonnen hebt. Je kan alleen zeggen dat je niet verloren hebt. Een weinig perspectief biedende positie. Als je in staat bent je grenzen te openen voor de ander, kan je wel winnen. Je kan dan vanuit je eigen kracht de relatie met de ander verder ontwikkelen en daar ook je kwaliteiten bij inzetten. Je bent niet meer aan het verdedigen, maar aan het ontplooien. Dat levert niet alleen voldoening op, maar ook nieuwe energie. Het is dan ook niet alleen voor de cliënt belangrijk dat de begeleider leert zijn grens te verleggen of te openen. Het heeft ook voor de begeleider zelf een belangrijke meerwaarde.” (Stichting Gentle Teaching, 2013, online) Ik heb, door het openen en verleggen van mijn grenzen veel nieuwe energie gekregen. De tieners kregen volgens mij ook het gevoel dat dit een bespreekbaar onderwerp was omdat de begeleiding (mijn mentor en ikzelf) er zo goed konden over praten. De activiteit was dus niet alleen een meerwaarde voor mezelf maar ook voor de tieners.
30
3.
W E L K E
C O N S E Q U E N T I E S H E E F T L E E R D O E L E N / W E R K P U N T E N ?
D I T
V O O R
M I J N
H A N D E L E N :
Ik denk dat het belangrijk is dat, wanneer ik het gevoel heb dat iemand over mijn grenzen gaat, ik me hiervoor open stel. Door het bewaken van mijn grenzen schaad ik mijn relatie met de andere partij en win ik hier niets bij. Daarom is het belangrijk open minded te zijn en mezelf open te stellen naar de ander wanneer ik me hier goed bij voel.
Sofie Vermeulen Stagiair, orthopedagogie
31
Afscheid nemen 4.
W A T
Sofie vermeulen
Reflectie
W A S E R A A N D E O R D E , M E T A N D E R E W O O R D E N W A T H A D D E A A N D A C H T ?
1.3. Objectieve schets van de context, het eigen handelen en het handelen van eventuele andere (feiten). Vrijdag deed ik mijn laatste dag stage op mijn stageplaats. Het bericht dat het die week mijn laatste stageweek was werd op voorhand gepost op onze facebookpagina en op onze website. Iedereen was op de hoogte van mijn vertrek. Tijdens de kinderwerking op woensdagnamiddag kwamen de kinderen regelmatig naar mij toe om te zeggen dat ze mij gingen missen of om mij een knuffel te geven. Tijdens de tienerwerking op vrijdagavond werd een afscheidsfeestje georganiseerd voor een tiener die binnenkort gaat verhuizen en voor mijzelf. Aan ons afscheid werd een activiteit gekoppeld: de tieners die een persoonlijke boodschap achterlieten, een verzoekliedje voor ons lieten afspelen, persoonlijk afscheid kwamen nemen,.. kregen een bonnetje. Met dit bonnetje konden ze naar de kookactiviteit komen en een hapje mee eten. De activiteit was een groot succes, bijna al het eten was op. Tussen het koken door ging ik af en toe eens kijken welke boodschappen en bedankingen ze voor mij hadden neergeschreven. 1.4. Subjectief verslag (interpretaties) (willen, denken, voelen) Ik zag al een tijdje op tegen mijn laatste dag op mijn stageplaats. Ik had het er moeilijk mee om afscheid te nemen van de kinderen, de begeleiders en vrijwilligers. Tijdens de kinderwerking kwamen al enkele kinderen naar me toe gerend om mij een knuffel te geven. Ze vroegen of het wel echt mijn laatste dag was. Er kwamen reacties als: ‘we gaan je missen!’, ‘waarom blijf je niet langer?’, ‘kom je nog terug?’. Het besef dat ik iets betekende voor deze kinderen en dat ze me zouden missen raakte me echt. Het gezegde: ‘de waarheid komt uit een kindermond’, versterkte mijn gevoelens. Ik verwoordde mijn emoties door te zeggen dat ik alle kindjes ging missen en dat we samen leuke momenten beleefd hadden. Ik accepteerde de oprechtheid van de kinderen en vertelde hen dat ik het ook spijtig vond dat het al mijn laatste dag was. Ik vond het belangrijk dat ik mij niet ongevoelig maar ook niet té gevoelig zou op stellen tegenover dit afscheid. Het was voor mij een beetje afwegen. Ik vind dat ik open mag zijn over mijn emoties, maar ik mag niet vergeten dat ik een professional ben. Tijdens de tienerwerking bereidde ik samen met enkele tieners en twee vrijwilligers de hapjes. Ik kon sommige verzoekliedjes die ze voor mij hadden aangevraagd horen en passeerde af en toe voorbij het bord waarop de persoonlijke boodschappen stonden. Ik vond dit een ontzettend lief en oprecht gebaar van de tieners en bedankte hen hiervoor. Ik wilde mijn emoties niet verbergen en toonde dan ook dat ik hun initiatieven en woorden waardeerde. Sommige tieners kwamen zelfs langs voor een knuffel. Ik denk dat de tieners het ook echt spijtig vonden dat ik vertrok. Een woord van dank of een knuffel betekenen ontzettend veel voor mij. Het zijn die momenten die ik voor altijd zal koesteren en die me motiveren om enthousiast en vol overtuiging deze job uit te oefenen. Na twee jaar stage lopen kende ik veel tieners en had ik een band met hen opgebouwd. 32
Af en toe kwamen enkele begeleiders of tieners langs om persoonlijk te zeggen dat ze me gingen missen en ze vertelden me dat ik altijd toffe ideeën had. Ik apprecieerde de oprechtheid en kwam hier ook echt voor uit. Ik zei hen dat ik iedereen heel hard ging missen. Af en toe kreeg ik het eventjes moeilijk, maar ik was me er van bewust dat er een grens was voor mezelf. Afscheid nemen is voor mij ook een stukje van jezelf achter laten. Ik vond het belangrijk dat ik mijn gevoelens ook duidelijk vertaalde, maar hierin mezelf bewaakte. ‘t Leebeekje was een plek waar ik veel geleerd heb en waar ik de competenties ontwikkelde om de opvoedster te worden die ik nu ben. Ik ben iedereen ontzettend dankbaar voor de vele kansen die ik gekregen heb en de ervaring die ik heb verworven.
5.
W A T W A S V O O R M I J H I E R I N B E L A N G R I J K ? W E L K E L I N K E N K A N I K L E G G E N M E T D E T H E O R I E ?
Ik vond het heel belangrijk de emoties van de ander te erkennen en hen hierin te begeleiden. Waar plaats was voor mijn gevoelens omtrent afscheid nemen, vertaalde ik die ook naar hen toe. Openheid is heel belangrijk en de cliënt heeft recht te weten hoe ik me hierbij voel. Ik vind wel dat ik hierin voorzichtig moet zijn en de zorg van de cliënt moet voorop stellen. Link met de theorie: Hoe betrokken kun je zijn bij jezelf dan de ander – goed voor jezelf en de ander “Volgens Van de Siepkamp is het belangrijk dat zorgprofessionals hun emoties – die worden opgeroepen door het contact met de cliënt – een plek (leren) geven. Het is nodig om je niet te laten leiden door angst of behoefte aan erkenning. Het is daarnaast essentieel dat de zorgprofessional goed voor zichzelf zorgt en zijn/haar grenzen bewaakt. Alleen betekent zorgen voor jezelf niet dat dit ten koste van anderen hoeft te gaan. Het is vaak mogelijk een balans te vinden in wat goed is voor jou en voor de ander.” (Fortior, s.d., online)
Ik probeerde de balans in evenwicht te houden in de uitgebreide contacten die ik op de dag van mijn afscheid mee maakte. Ik vind het belangrijk mezelf niet te laten meeslepen in mijn emoties, maar ik vind wel dat ik mag tonen hoe ik me voel tegenover de cliënten. Dit zijn de grenzen die ik hanteerde tegenover hen.
6.
W E L K E
C O N S E Q U E N T I E S H E E F T L E E R D O E L E N / W E R K P U N T E N ?
D I T
V O O R
M I J N
H A N D E L E N :
Ik vind het belangrijk wanneer de cliënt en ik beiden (on)uitgesproken emoties ervaren, dat de balans van het zorgen voor de cliënt en voor mezelf goed in evenwicht wordt gehouden. Er is zeker ruimte voor het uiten van emoties, maar ik moet hierin mezelf bewaken en het welzijn van die cliënt voorop stellen.
Sofie Vermeulen Stagiair, orthopedagogie
33
Afwijzing
Steffi Vermeersch
Reflectie
W A T W A S E R A A N D E O R D E , M E T A N D E R E W O O R D E N W A T H A D D E A A N D A C H T ? Objectieve schets van de context, het eigen handelen en het handelen van eventuele andere (feiten). Vandaag tijdens het tweede deel had ik terug toezicht. Ik stond binnen bij de voetbaltafel toen mij iets opviel. Thibaut is een jongen met een verstandelijke beperking die vaak komt naar ’t Leebeekje. Thibaut was aan het kijken naar het pingpong. Plots liep hij naar de biljarttafel toe en ging naast een meisje staan. Het meisje stond daar met haar vriendin te praten en ze waren beiden bezig met hun gsm. Het meisje merkte op dat hij plots naast haar stond en schoof een meter weg van hem. Thibaut verstond niet goed wat er gebeurde en begon dus gewoon met het meisje te praten. Ze draaide deze keer haar hoofd en liep weg van hem met een vertrokken gezicht. Thibaut bleef deze keer gewoon staan met een verdrietige aanblik en keek naar dit meisje. Het meisje deed een signaal naar haar vriendin dat ze moest mee komen met haar. Toen ze mee ging liepen ze samen naar buiten. Ondertussen keken ze Thibaut na en begonnen te lachen. Thibaut bleef nog altijd daar gewoon staan alleen.
Subjectief verslag (interpretaties) (willen, denken, voelen) Ik was aan het kijken naar Thibaut, omdat ik graag af en toe zijn gedrag observeer. Hij was gefascineerd aan het kijken naar het pingpong. Zijn hoofd bewoog constant mee met het balletje. Plots had hij zijn zinnen op iets anders gezet, want hij liep weg van de tafel. Hij liep met een grote glimlach en enthousiast naar de twee meisjes bij de biljarttafel. Hij ging naast het meisje staan en ik had de indruk dat hij wou mee spreken met hen. Hij was ook gefascineerd door wat ze aan het doen waren op hun gsm. Toen het meisje een meter van hem wegschoof met een vreemde blik gericht op hem stond ik even versteld. Ik verstond niet waarom dit meisje wegschoof van hem aangezien hij nog niets had gedaan of gezegd. Toen ze zich wegdraaide nadat Thibaut begon te spreken was ik helemaal ontgoocheld. Het meisje keek hem aan alsof hij een besmettelijke ziekte had en liep vlug van hem weg. Ik vond het al helemaal erg toen ik zag dat Thibaut alleen achterbleef met een droevig gezicht. Hij wist niet goed wat doen en bleef dus daar maar alleen staan.
W A T W A S V O O R M I J H I E R I N B E L A N G R I J K ? W E L K E L I N K E N K A N I K L E G G E N M E T D E T H E O R I E ? Ik was erg geschrokken van de reactie van dit meisje. Ik had altijd het idee dat iedereen normaal over weg kon met Thibaut, omdat iedereen altijd wel vriendelijk tegen hem deed. Deze reactie had ik dus totaal niet zien aankomen. Ik snap ook niet waarom zij zo zou reageren. Thibaut is anders door zijn verstandelijke beperking maar dit is toch geen reden om je zo neerbuigend te gedragen tegenover hem?
34
Ook vroeg ik mij echt af op dat moment wat er doorheen Thibaut zijn gedachten ging. Besefte hij dat hij werd afgewezen en was hij daarom droevig? Of was hij gewoon droevig omdat hij niet heeft kunnen praten met haar? Ik had echt zin om te vragen waaraan hij dacht maar ik durfde niet. Ik heb dan gewoon naar hem toe gegaan en hem betrokken bij een andere groep. Ik vind dat diversiteit tegenwoordig moet gezien worden als een meerwaarde. Het is niet aan de sociaal achtergestelde groep om zich aan te passen, het is de maatschappij die zich moet aanpassen. Mensen met een beperking hebben ook rechten en plichten. Het is belangrijk dat we kinderen/mensen zoals Thibaut ondersteunen zodat ze hun eigen leven in handen kunnen nemen. Ze moeten zelf beslissingen kunnen maken en kunnen deelnemen in de samenleving, alleen zo krijgen ze de kans op een gelijkwaardig leven. Link met het boek de mythe van de gelukkige kindertijd “Negeren kan zo ver gaan dat niet alleen het gedrag of de signalen worden genegeerd, maar dat het kind in zijn eigenheid wordt afgewezen. Afwijzing is een schending van de integriteit van het kind. Integriteit betekent ongeschonden zijn. Het kind wil zijn ongeschondenheid gerespecteerd zien, het wil niet gekwetst en vernederd worden om wie het is. Het wil zich kunnen ontplooien naar zijn eigen mogelijkheden en naar zijn eigen persoonlijkheid. Het wil worden wie het is. Het kind in zijn persoon-zijn afwijzen is een heel sterk wapen. Afwijzen is dodelijk. Het houdt de boodschap in: ‘jij bent niet goed zoals je bent’.” Ik heb deze link gekozen om dat ik me dus heel erg afvraag wat dit met een jongen als Thibaut kan doen. Beseft hij dit en wordt zijn integriteit dus inderdaad geschonden zoals verteld wordt in dit boek? Ook vraag ik mij af of situaties als deze een grote invloed kunnen hebben op hem naar de toekomst toe.
W E L K E
C O N S E Q U E N T I E S
H E E F T
D I T
V O O R
M I J N
H A N D E L E N :
L E E R D O E L E N / W E R K P U N T E N ?
Het is moeilijk om kinderen van 12 jaar iets bij te leren over inclusie, maar ik kan ze wel leren dat je niemand mag uitsluiten omdat men anders is. Mijn leerdoel is dus vooral om kinderen als Thibaut blijven te betrekken in alles. Ze moeten het gevoel krijgen dat ze er bij horen. De andere kinderen moeten zo leren beseffen dat het niet wil zeggen omdat een kind een beperking heeft dat hij daarom niet normaal kan deelnemen aan activiteiten. Als ze zien dat ik normaal om ga met hem zullen zij misschien ook het gevoel krijgen dat ze hem niet moeten afwijzen. Wanneer kinderen van jongs af aan leren hoe ze hiermee moeten omgaan zullen ze dit ook veel vlugger mee nemen naar hun latere leven.
W O O R D A C H T E R A F Gelukkig zijn hier veel kinderen die wel goed over weg kunnen met Thibaut. Wanneer hij zich anders gedraagt zouden zij er nooit aan denken om hem uit te lachen. Ze zorgen voor hem, helpen hem wanneer hij het iets niet kan en betrekken hem zo vaak mogelijk. Er zijn er heel veel die kunnen leren van deze kinderen. Gelukkig voor ’t Leebeekje zijn meer dan de helft van de kinderen hier dat heel goed over weg kunnen met deze diversiteit. Steffi Vermeersch Stagiair, orthopedagogie
35
In de ogen van een uitwisselingspartner.
36
37
38
39
40
41
Artikel ‘ Uitwisselingsproject’
42
43
44
45
Dank * ’t Leebeekje dankt de kinderen, de tieners, de ouders, de stuur-‐ en werkgroepen, de leden van de vzw ’t Leebeekje, de jeugdwerkers, de vrijwilligers, de stagiairs, de tutors, de communiteit Sint-‐Paulus, de directies van het ASO en het internaat Sint-‐Paulus, MFC en BUSO Sint-‐Jozef – * Vzw JONG, de Broeders van Liefde, de Stad Gent, de Stedelijke Jeugddienst Gent, vzw Voetbal in de stad, de Sport-‐ en uitleendienst Gent, de Pedagogische Begeleidingsdienst Gent, de Gezondheidsdienst Gent, het Buurtcentrum Nieuw Gent, het Designmuseum, Bredeschool -‐ Netwerk Jeugd Nieuw Gent en de plaatselijke basisscholen, VDS en het Speelplein Overleg Gent – * de BNP Baribas Fortisfoundation Belgium, Kiwanis, het Impulsfonds, Toerisme Vlaanderen ‘Vakantieparticipatie’, Fonds Vrijetijdsparticipatie, Netwerk Vrijetijdsparticipatie Gent en JINT (Nationaal Agentschap voor Erasmus+ en Youth in Action).
46