Jaarverslag 2012 Vluchtelingenwerk Vlaanderen
Vluchtelingenwerk Vlaanderen | jaarverslag 2012 1
Inhoud Voorwoord
3
Terugkeer
5
Deel 1: Het jaar van de terugkeer Deel 2: Cijfers Deel 3: Wat deed Vluchtelingenwerk in 2012?
6 18 20
Algemeen
25
Op het veld 26 Beleidsbeïnvloeding en analyse 28 Ondersteuning 31 Vrijwilligerswerking 33 Verhalen vertellen 34 Personeel en financiën 37
Colofon Redactie: Korps12 BVBA, Kim Vercruysse, Pieter Stockmans, Magali Frankl Eindedactie: Eef Heylighen Lay-out: Comkommer Foto cover: Nick Hannes Speciale dank aan: Dalmar, Anne Demuysere en Joachim De Wolf van CAW Middenkust, Anne Dussart van Caritas International en de medewerkers van Vluchtelingenwerk Vlaanderen voor hun inbreng. Druk: gedrukt met inkten op vegetale basis, zonder toevoeging van alcohol of solventen bij drukkerij Druk in de Weer. Verantwoordelijke uitgever: Els Keytsman, Kruidtuinstraat 75, 1210 Brussel, Vluchtelingenwerk Vlaanderen vzw. (Let op! Op 28 maart 2013 zijn wij verhuisd. Zie www.vluchtelingenwerk.be voor meer info.)
2 jaarverslag 2012 | Vluchtelingenwerk Vlaanderen
VOORWOORD In dit voorwoord kunnen we voor het eerst in jaren schrijven dat er geen duizenden asielzoekers meer op straat staan. Na drie winters, waarin de overheid duizenden mensen op straat heeft gezet, lijkt deze regering opnieuw de meeste asielzoekers de opvangplaats te kunnen bieden waar zij als mens en bij wet recht op hebben. Het lobbywerk dat we verrichten met onze partnerorganisaties van ‘SOS Opvang’ heeft wel degelijk geloond. Dat samenwerkingsverband startte in 2011 en haalde drie maanden lang asielzoekers zonder opvangplaats uit de winterkou. Voor iedereen werd dat jaar uiteindelijk ook een oplossing gevonden. En gedurende drie maanden waren maar liefst driehonderd vrijwilligers de drijvende kracht achter SOS Opvang. Het project was ook succesvol dankzij de inzet van enkele bedrijven en instellingen. 2012 is geen onverdeeld succes op vlak van asielbeleid. ‘Minder instroom, meer uitstroom’: dat was de focus van het asielbeleid in 2012. Onder het mom van de opvangcrisis koos deze regering ervoor om drastisch in te grijpen in andere aspecten van het asielbeleid. Met een lijst van ‘veilige herkomstlanden’ wilde de regering de instroom van asielzoekers aanpakken. Mensen met een meervoudige asielaanvraag verloren hun recht op opvang. Bijzonder zorgwekkend is dat België ook jonge mannen, die in ons land aankwamen als minderjarigen, terugstuurde naar landen als Afghanistan. Zoals Parwais Sanghari. Positief is dat het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen in 2012 eindelijk besliste om terug Syrische asielaanvragen
te behandelen. De meeste Syriërs krijgen nu bescherming. Toch blijft het voor veel Syriërs zo goed als onmogelijk om België op een legale manier te bereiken. Ook in 2012 kon Vluchtelingenwerk enkele mooie resultaten boeken. Zo verwelkomden we in 2012 de zesduizendste asielzoeker in haar opvangnetwerk. Kregen meer dan twintigduizend asielzoekers informatie in ons Soeppunt in de Brusselse Noordwijk. Is er na negen jaar pionierswerk door Vluchtelingenwerk eindelijk zicht op een structureel aanbod voor volwassenen met een buitenlands diploma die opnieuw willen studeren. Steeg het aantal actieve vrijwilligers bij Vluchtelingenwerk spectaculair, en ook het aantal abonnees op onze elektronische nieuwsbrief e-fugee. Werd het zeer gewaardeerde ‘handboek voor begeleiders bij de asielprocedure’ grondig geüpdatet en opnieuw uitgegeven. Dit kon enkel dankzij de tomeloze inzet van onze medewerkers, leden, partners, vrijwilligers en donateurs. Wij wensen hen daarvoor uitdrukkelijk te bedanken. De uitdaging voor Vluchtelingenwerk in 2013 zal zijn om in het steeds hardere en rechtsere klimaat de rechten van asielzoekers en vluchtelingen blijven te verdedigen en mensen te overtuigen van de noodzaak en de voordelen daarvan. En te voorkomen dat ons land niet langer een menselijk asielbeleid zou voorstaan. Anne Van Lancker, voorzitter Els Keytsman, directeur
Vluchtelingenwerk Vlaanderen | jaarverslag 2012 3
4 jaarverslag 2012 | Vluchtelingenwerk Vlaanderen
terugkeer
Vluchtelingenwerk Vlaanderen | jaarverslag 2012 5
Deel 1 Het jaar van de terugkeer
Asielzoekers in de open terugkeerplaatsen in Jodoigne - © Pieter Stockmans
In 2012 begon er een nieuw tijdperk in het asielbeleid. Omdat de opvangcrisis zo ernstig was geworden, wilde de overheid afgewezen asielzoekers met meer aandrang aanzetten terug naar hun land van herkomst te keren. Vrijwillige terugkeer werd het nieuwe sleutelbegrip. Na een jaar maakt Vluchtelingenwerk Vlaanderen de balans op, want achter de naakte cijfers schuilen evenveel menselijke drama’s. Het verschil tussen vrijwillige en gedwongen terugkeer lijkt maar al te vaak flinterdun te zijn. Gelukkig kijkt het Europees Hof van de Rechten van de Mens nauwlettend toe en is de doorsnee Vlaming meer begaan met vluchtelingen dan vaak wordt gedacht.
6 jaarverslag 2012 | Vluchtelingenwerk Vlaanderen
De opvangcrisis van de voorbije jaren ligt nog vers in het geheugen. Tot begin 2012 slaagde België er niet in om alle asielzoekers een opvangplaats aan te bieden. Ook gezinnen met kinderen zonder papieren, die normaal bij wet recht hebben op volwaardige opvang, bleven vaak letterlijk in de kou staan. Door de aanslepende regeringscrisis was het onmogelijk om een efficiënt en correct beleid te voeren. Zowel de regering van lopende zaken, het nieuwe parlement als de nieuwe regering-Di Rupo namen maatregelen die lange tijd elke coherentie misten. Vluchtelingenwerk en haar partnerorganisaties werden op het terrein met de chaos geconfronteerd en moesten de puzzelstukjes van het nieuwe beleid zelf op de juiste plaats zetten.
‘Superminister’ wel, open terugkeercentrum (nog) niet De kiemen van het nieuwe terugkeerbeleid vinden we al terug in 2011. Toenmalig staatssecretaris voor Asiel en Migratie Melchior Wathelet (cdh) stelt in januari voor om een open terugkeercentrum op te richten. Alle afgewezen asielzoekers zouden er worden samengebracht in afwachting van hun vrijwillige terugkeer. Vluchtelingenwerk reageert achterdochtig. De maatregel lijkt veeleer tot doel te hebben de afgewezen asielzoekers zo snel mogelijk uit de opvang te halen en uit te wijzen dan hen voor te bereiden op een duurzame terugkeer. Zo zullen er meer veiligheidsmensen
Wat is terugkeer? Vrijwillige terugkeer Als afgewezen asielzoekers of andere mensen zonder papieren zelf kiezen om terug te keren naar hun herkomstland of een ander land. Ze kunnen daarbij worden ondersteund. Die steun bestaat uit administratieve, logistieke, financiële en reintegratiesteun. De nadruk moet normaal gezien liggen op de duurzaamheid van de terugkeer: de terugkeerders zien tijdens de voorbereiding van de terugkeer al perspectieven in hun land en krijgen bij terugkeer ook effectief kansen op een succesvolle re-integratie. Sinds 2012 moeten alle afgewezen asielzoekers verhuizen van de gewone opvangplaatsen naar open terugkeerplaatsen,
werken dan sociale begeleiders. Een half jaar later trekt het parlement het terugkeerbeleid naar zich toe. De Opvangwet wordt gewijzigd zodat asielzoekers in een traject van vrijwillige terugkeer kunnen stappen. Na de afwijzing van hun asielaanvraag kunnen ze in een terugkeercentrum hun terugkeer voorbereiden. Als het Federaal agentschap voor de opvang van asielzoekers (Fedasil) of de Dienst Vreemdelingenzaken vinden dat de asielzoeker onvoldoende meewerkt, dan begint de Dienst Vreemdelingenzaken met een procedure voor een gedwongen uitwijzing. Pas in september zet de Ministerraad het licht op groen voor de terugkeercentra, maar Fedasil zal pas een jaar later terugkeerplaatsen creëren in de eigen centra. Het grote terugkeercentrum dat Wathelet in januari 2011 aankondigde is er bij het ter perse gaan van dit jaarverslag nog altijd niet. Natuurlijk is het goed dat afgewezen asielzoekers snel geïnformeerd worden over vrijwillige terugkeer. Hun gedwongen verhuizing naar aparte terugkeercentra is echter weinig effectief. Die beslissing komt in een erg delicate fase van hun procedure. De kans is reëel dat ze worden afgeschrikt. De cijfers spreken boekdelen: tot januari 2013 verdween 78 procent van de afgewezen asielzoekers die toegewezen werden aan de terugkeerplaatsen in de asielcentra, in de illegaliteit.
om van daaruit hun vrijwillige terugkeer voor te bereiden. In dit jaarverslag tonen we aan waarom de vrijwillige terugkeer daar sterk onder druk staat.
Gedwongen terugkeer of uitwijzing Als iemand niet vrijwillig wil terugkeren dan kan ons land kiezen voor gedwongen terugkeer. Dat gebeurt door een aanhouding, en een vasthouding in een gesloten centrum. De eigenlijke repatriëring gebeurt meestal via een vliegtuig. Mensen kunnen ook worden vastgehouden aan de grens tijdens hun asielprocedure, of tot het duidelijk is dat ze ons land wel binnen mogen. Gezinnen met kinderen worden niet meer opgesloten maar opgevangen in open terugkeerwoningen.
Vluchtelingenwerk Vlaanderen | jaarverslag 2012 7
België veroordeeld (1)
België veroordeeld (3)
In de zaak Kanagaratnam en anderen (EHRM, 15297/09, 14 december 2011) werd België door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) veroordeeld voor de detentie van een Sri Lankaanse asielzoekster met haar drie kinderen. Het gezin werd in afwachting van het resultaat van hun tweede asielprocedure, waarbij ze uiteindelijk erkend werden als vluchteling, voor een periode van vier maanden opgesloten in het gesloten centrum 127 bis. Het Europees Hof beschouwt
Op 31 januari 2012 werd België een derde keer veroordeeld. (EHRM, M.S. Tegen België, 50012/08). De asielaanvraag van de Iraakse asielzoeker M.S. werd afgewezen omdat hij was veroordeeld voor criminele en terroristische activiteiten. Nadat hij na vier jaar zijn gevangenisstraf had uitgezeten werd hij opgesloten in een gesloten centrum in Merksplas, nadien in Brugge. Omdat al zijn verzoeken om vrijlating werden geweigerd, besloot M.S. om terug te keren naar Irak. De overheid liet na om diplomatieke waarborgen te vragen van Irak voor de goede behandeling bij terugkeer. M.S. werd na zijn terugkeer in Irak opgesloten. Het Hof beschouwde dit als een gedwongen terugkeer, terwijl het officieel om een vrijwillige terugkeer ging. België had moeten voorkomen dat M.S. onmenselijk zou worden behandeld of zou worden gefolterd. Tijdens zijn opsluiting werd zijn recht op vrijheid geschonden want toen de gedwongen terugkeer onmogelijk bleek, wegens risico op foltering in Irak, ging het om arbitraire opsluiting.
Wat is een bezoekersgroep? ASIELZOEKER IN Klein Kasteeltje - © Marcel Van Coile
de opsluiting van de kinderen in het centrum 127 bis als onmenselijk en vernederend. Voor zowel de moeder als de kinderen werd het recht op vrijheid geschonden. De bezoekersgroep (zie kader ‘Wat is een bezoekersgroep?’) bracht de bal aan het rollen na een ontmoeting met de vrouw in het centrum 127bis.
België veroordeeld (2) België werd door het Europees Hof van de Rechten van de Mens veroordeeld voor de detentie van een hiv-patiënte zonder de nodige medische zorgen (EHRM, Mwanje tegen België, 10486/10, 20 december 2011). De zaak betrof een Kameroense vrouw die gedurende vier maand werd opgesloten in het centrum 127 bis. Een ‘interim measure’, een spoedmaatregel van het Europees Hof verhinderde de gedwongen uitzetting. Het hof oordeelde dat de vrouw onmenselijk werd behandeld en onterecht werd opgesloten. Ook het feit dat ze zich hiertegen niet kon verdedigen werd aangeklaagd.
8 jaarverslag 2012 | Vluchtelingenwerk Vlaanderen
Samen met onze Franstalige zusterorganisatie CIRÉ en onze lidorganisatie Jesuit Refugee Service Belgium (JRS) coördineert Vluchtelingenwerk de bezoekersgroep ‘Gesloten Centra’. De bezoekersgroep bestaat uit een tiental vrijwilligers en medewerkers van ngo’s die wekelijks mensen bezoeken die opgesloten zijn in één van de zes gesloten centra in ons land. De bezoekers staan opgesloten vreemdelingen psychosociaal en juridisch bij en vervullen een rol als waakhond van mensenrechten op deze moeilijk toegankelijke plaatsen. Vluchtelingenwerk helpt bij de coördinatie, het analysewerk, de beleidsbeïnvloeding en het zoeken naar bijkomende financiering.
De nieuwe regering brengt ons – zoals een aantal partijen voor de verkiezingen hadden beloofd – ook de nieuwe superminister (al is het ‘maar’ een staatssecretaris) bevoegd voor zowel opvang, asiel, verblijf en terugkeerbeleid. We schrijven december 2011. Het regeerakkoord belooft ook een open terugkeercentrum. Opsluiting in een gesloten centrum kan enkel indien minder dwingende alternatieven geen resultaat opleveren. Gezinnen met minderjarige kinderen worden in principe niet opgesloten in een gesloten centrum. ‘Vrijwillig als het kan, gedwongen als het moet’, wordt het motto van de nieuwe staatssecretaris voor Asiel en Migratie Maggie De Block (Open VLD).
Gedwongen uitwijzingen in de kijker Op 19 januari wordt de Europese Terugkeerrichtlijn in de Belgische wetgeving omgezet. Afgewezen asielzoekers en mensen zonder papieren krijgen voortaan een termijn van dertig dagen om vrijwillig terug te keren. Die kan verlengd worden als dat nodig is. Er wordt rekening gehouden met de persoonlijke situatie (duur van het verblijf in België, schoolgaande kinderen, familiale en andere sociale banden, de organisatie van het vrijwillig vertrek). De termijn kan ook korter zijn, bijvoorbeeld als de Dienst Vreemdelingenzaken vermoedt dat de vreemdelingen zullen onderduiken of als ze meer dan twee asielaanvragen indienen zonder nieuwe elementen die hun vluchtverhaal kunnen bewijzen. Er komt ook een nieuwe repressieve maatregel: het inreisverbod. Als de vreemdelingen niet tijdig terugkeren, kan de Dienst Vreemdelingenzaken hen verbieden naar Europa terug te komen voor drie jaar. Dat wordt vijf jaar als er fraude is gepleegd (bv. als ze logen over hun nationaliteit). Dat opsluiting slechts een laatste redmiddel kan zijn, wordt als principe in de Vreemdelingenwet opgenomen. Maar als de Dienst Vreemdelingenzaken vindt dat er een ‘risico op onderduiken’ bestaat, kan die de persoon opsluiten. Vluchtelingenwerk waarschuwt dat onduidelijkheid over de interpretatie van dat risico, contraproductief kan werken: onzekerheid kan net aanzetten tot onderduiken. In de wet mag dan al voorrang worden gegeven aan vrijwillige terugkeer, toch is 2012 vooral het jaar van de gedwongen terugkeer. Een aantal collectieve repatriëringen is erg omstreden en verloopt weinig transparant. De Dienst Vreemdelingenzaken verschaft er weinig informatie over en er gebeurt veel waarover nadien weinig duidelijkheid wordt
gegeven. Dat blijkt in maart wanneer negentien Congolezen naar Kinshasa worden teruggevlogen. Ze worden bij hun aankomst kort opgesloten. Ook over ‘terugdrijvingen aan de grens’ verschaft de Dienst Vreemdelingenzaken weinig informatie. En dat is verontrustend vooral omdat het aantal in 2011 sterk toenam. Het gaat over vreemdelingen die aan de grens, meestal de luchthaven, toekomen en er onmiddellijk worden aangehouden omdat ze geen geldige papieren hebben. Indien ze geen asiel aanvragen, kunnen ze onmiddellijk teruggestuurd worden naar vanwaar ze komen door de Cel grensinspectie van de Dienst Vreemdelingenzaken. Dat kan ook naar landen als Afghanistan, Syrië, Somalië of Ethiopië. Het is onduidelijk hoe de grensinspectie deze mensen informeert over hun recht asiel aan te vragen. Ook in de begroting is duidelijk af te lezen waar de prioriteiten van de nieuwe regering liggen. Er gaat 265 000 euro naar Sensibilisation, Followup and Return (Sefor) – een nieuw bureau bij de Dienst Vreemdelingenzaken dat migranten met uitwijzingsbevel opvolgt tot ze naar hun land van herkomst zijn teruggekeerd. Drie miljoen euro gaat naar het open terugkeercentrum dat aangekondigd wordt voor april (maar er dus nog steeds niet is) en twee miljoen naar een nieuw gesloten centrum dat de oude containers van gesloten centrum 127 in Melsbroek moet vervangen. Verder is er nog
open terugkeerplaatsen in Jodoigne - © Pieter Stockmans
Vluchtelingenwerk Vlaanderen | jaarverslag 2012 9
De zaak Scott Manyo April is de maand van Scott Manyo, een Kameroense jongen die als niet-begeleide minderjarige in ons land aankwam. Op zijn achttiende had hij nog geen verblijfsrecht gekregen en werd hij plots iemand ‘zonder papieren’. Ondertussen was hij wel geïntegreerd. Hij wordt aangehouden en opgesloten in afwachting van zijn terugkeer naar Kameroen. Zijn Vlaamse pleegfamilie en de scoutbeweging waarvan hij lid was, voeren actie. Het ontketent een ongezien maatschappelijk debat over de menselijkheid van ons terugkeerbeleid: kunnen we afgewezen asielzoekers zomaar wegplukken uit hun omgeving, hen hun opleiding niet laten afwerken en hen zonder begeleiding terugsturen?
Vluchtelingenwerk vindt dat de staatssecretaris dit draagvlak voor een menselijker beleid zou moeten aangrijpen. Na veel druk en na twee traumatiserende en zinloze Scott Manyo - © VRT-NIEUWS maanden in het gesloten centrum in Merksplas laat de staatssecretaris Scott vrij en staat ze hem toe om zijn opleiding af te maken. Wat voor haar een uitzondering is, zou voor Vluchtelingenwerk de algemene regel moeten zijn. Scotts dossier is exemplarisch voor een algemeen probleem.
700 000 euro voor de uitbreiding van gesloten centrum 127bis in Steenokkerzeel. Begeleiding en re-integratiesteun, de instrumenten bij uitstek om de voorrang van de vrijwillige terugkeer concreet te maken, belanden op de achtergrond.
al snel tot een puur administratieve afwikkeling terwijl het gaat om een menselijk drama waarbij begeleiding noodzakelijk is. Daardoor verhuizen heel wat mensen zonder papieren waardoor de problemen naar andere steden worden verplaatst.
De regering vindt geen geschikte locatie voor het aangekondigde open terugkeercentrum omdat gemeentebesturen tegenwerken. Het nieuwe gesloten centrum Caricole bij de luchthaven van Zaventem vervangt het centrum 127, waar de levensomstandigheden twintig jaar lang mensonwaardig waren. Maar in Caricole zullen vooral asielzoekers die nog in procedure zijn worden opgesloten. De Belgische praktijk, waarbij mensen die asiel aanvragen in lucht- of zeehavens systematisch worden vastgehouden, is niet legaal.
In de bres voor kinderen. Ook voor gezinnen?
De rol van de gemeenten Een vrijwilliger van Vluchtelingenwerk hield de opvolging van uitwijzingsbevelen door de gemeenten in de gaten. De gemeenten kregen als gevolg van de nieuwe regelgeving een belangrijke rol op dat vlak. We verzamelden signalen van sociale diensten in Antwerpen, Brussel, Gent, Limburg, Mechelen, Oostende en Sint-Niklaas. De resultaten van deze analyse zijn er nog niet, maar voorlopig kunnen we concluderen dat de gemeenten soms drukkingsmiddelen en listen gebruiken om mensen uit de nodigen. De politie lokt de betrokkenen soms uit hun woning om het verbod op woonstschennis niet te moeten overtreden. De diensten zijn niet altijd op de hoogte van procedures en begeleidingsmogelijkheden. De procedure verwordt
10 jaarverslag 2012 | Vluchtelingenwerk Vlaanderen
Op 11 mei doet de nieuwe staatssecretaris een opmerkelijke uitspraak bij de opening van drie nieuwe woonunits, de zogenoemde‘terugkeerwoningen’ voor gezinnen met minderjarige kinderen: ‘Ik zie liever een kwart van de gezinnen verdwijnen uit de woonunits dan ouders met minderjarige kinderen te moeten opsluiten in gesloten centra.’ Toch noemt ze dat percentage zorgwekkend en kondigt ze daarom vijf gesloten woonunits voor families aan binnen het domein van het gesloten repatriëringscentrum 127bis te Steenokkerzeel. Even was het onduidelijk hoe de nieuwe staatssecretaris zich zou positioneren tegenover de terugkeerwoningen en het onderduikpercentage.
TERUGKEERWONINGEN- © PIETER STOCKMANS
Anne Dussart (Caritas International) over duurzame re-integratiefonds
‘Opvolging na terugkeer draagt bij tot duurzame re-integratie’ ‘Sinds 2004 voeren wij het project “Duurzame Re-integratie” uit. Daarin staan we mensen na hun vrijwillige terugkeer bij in hun reintegratieproces,’ zegt Anne Dussart, hoofd Anne Dussart sociale programma’s van het departement asiel en migratie van Caritas International. Caritas beheert samen met Fedasil het re-integratiefonds en het Europese project STAVR (Strengthening Tailor-Made Assisted Voluntary Return). Dat project is mede gefinancierd door het Europees Terugkeer Fonds. Naast deze projecten bestaan er nog een aantal andere Europese projecten. ‘We werken wereldwijd en voor iedereen die vrijwillig terugkeert naar het land van herkomst. Daarbij is “vrijwilligheid” essentieel.’
Hoe gaat u te werk? DUSSART: ‘Onze casemanager probeert de te-
rugkeerder minstens één keer vóór de terugkeer te ontmoeten om alles voor te bereiden en alle mogelijkheden te bespreken, veelal in overleg met de maatschappelijk werker die al met de cliënt over een mogelijke terugkeer praat. We zullen een terugkeer nooit aan- of afraden, maar onafhankelijk alle beschikbare informatie en risico’s belichten zodat de terugkeerder zelf een weloverwogen keuze kan maken. Vóór vertrek is er ook contact met de lokale partner in het land van herkomst, om een antwoord te bieden op vragen, of om een eerste contact tussen de terugkeerder en de lokale partner te organiseren. Caritas stelt een dossier op dat als basis dient voor de lokale partner.’
Met welke vragen wordt u geconfronteerd? DUSSART: ‘De vragen met betrekking tot de re-
integratie zijn zeer gevarieerd en soms ook zeer praktisch: naast de trajectbegeleiding op zich met
vooral oog op de sociale begeleiding, krijgen we ook vragen voor het ophalen van terugkeerders aan de luchthaven, inschrijving in de ziekteverzekering, pensioen, school voor kinderen, aangepaste professionele vorming, huisvesting, … De begeleiding is een terugkeer op maat, met zeer veel aandacht voor de persoon die terugkeert. Het is heel belangrijk dat de lokale partner een vertrouwensrelatie kan opbouwen, want vaak komen er, na enige tijd, ook andere problemen naar boven. Terugkeren naar je land van herkomst is vaak geen makkelijke keuze en wordt soms als negatief of als “falen” ervaren. Die keuze omzetten in iets positief helpt ook om de duurzaamheid van de terugkeer te garanderen.’
Krijgt iedereen dezelfde behandeling? DUSSART: Aan drie doelgroepen geven we een
extra intensieve begeleiding: Kwetsbare terugkeerders: onder meer alleenstaande minderjarigen, personen met een medische problematiek, slachtoffers van mensenhandel, zwangere vrouwen, oudere personen,… Het zeer flexibel budget wordt dan aangepast aan de persoonlijke noden. Terugkeerders die een microbusiness opstarten om een inkomen te genereren: zij worden in België begeleid en ook na terugkeer, met een aangepast budget, door een professionele business consultant (STAVR). Terugkeerders die opnieuw aan het werk willen: voor hen is er het luik “Job placement”. Ze worden begeleid met een budget om zich bij te scholen, en worden ondersteund in het zoeken naar een job. In sommige landen is dit zeker een haalbare kaart, maar er moet wel een vertrouwen gecreëerd worden met drie partijen: de terugkeerder als werknemer , de werkgever en de lokale partnerorganisatie als tussenpersoon.
Wat is de rol van die lokale partners? DUSSART: ‘De lokale partners geven Caritas feed-
back en blijven met onze medewerkers overleggen. Wij willen kwalitatieve bijstand bieden door onze methodes verder te ontwikkelen en regelmatig training en ondersteuning te voorzien voor onze lokale partners. Daarnaast is er een grondige monitoring van de terugkeerder eens die zich in het land van herkomst opnieuw heeft gevestigd. Deze wordt georganiseerd door de lokale partner, samen met de medewerkers van Caritas. Het is belangrijk om te weten hoe het na de terugkeer precies met de terugkeerders gaat (duurzaamheid terugkeer). We stellen wel vast dat de regelmatige
1 Vluchtelingenwerk Vlaanderen | jaarverslag 2012 11
1 opvolging van onze lokale partners meespeelt in de duurzaamheid van de terugkeer. De terugkeerder vindt bij nieuwe problemen immers de weg naar onze partner, die de terugkeerder dan opnieuw kan bijstaan.
Wat kan er nog verbeteren aan het systeem? DUSSART: ‘Er kwamen nieuwe criteria en richtlij-
nen om enkel verhoogde re-integratie ondersteuning te verlenen voor de afgewezen asielzoekers die intekenen binnen de dertig dagen na het ontvangen van hun uitwijzingsbevel. Daardoor
Gezinnen met minderjarige kinderen die ons land moeten verlaten, worden sinds oktober 2008 niet langer vastgehouden in gesloten centra maar in deze open woonunits onder intensieve begeleiding van een coach. De staatssecretaris liet ons weten dat de terugkeerwoningen voor haar een prioriteit blijven en dat ze extra woonunits zoekt. Maar er zijn nog noden: er is te weinig personeel voor ondersteuning en vorming. De minister heeft misschien wel een hart voor kinderen, maar toch zien we op het terrein dat
is de toegang tot re-integratie verengd. Sommigen gezinnen hebben namelijk meer dan dertig dagen nodig om te beslissen definitief terug te keren. De terugkeerder moet zelf écht overtuigd zijn. Dat is dé garantie op de duurzaamheid van terugkeer. In die zin zouden begeleiders om uitzonderingen moeten kunnen vragen als de terugkeer van zulke personen toch nog de juiste optie is.’ ‘De terugkeer en de re-integratie koppelen aan termijnen, en afhankelijk daarvan een hoger of lager bedrag toekennen, dat soort druk is niet humaan. We zullen dit zeker blijven opvolgen in de komende maanden.’
de Dienst Vreemdelingenzaken de druk opvoert op gezinnen die niet vrijwillig willen vertrekken. Omdat kinderen niet kunnen worden opgesloten, trekt de Dienst Vreemdelingenzaken steeds vaker gezinnen uit elkaar om hen te ‘overtuigen’ terug te keren: één ouder opgesloten in een gesloten centrum, de andere ouder met de kinderen in een open terugkeerwoning. De Dienst Vreemdelingenzaken dreigt er dan mee de opgesloten ouder terug te sturen naar het thuisland als de andere ouder niet meewerkt. Dat drukkingsmiddel overschrijdt de grenzen van wat moreel en juridisch aanvaardbaar is in het terugkeerbeleid. Het verbod op de opsluiting van kinderen is een verworvenheid, maar wat met de eenheid van het gezin? Daarnaast vindt de bezoekersgroep toch nog af en toe kinderen in de gesloten centra. Volgens rechtspraak van het Europees Hof van de Rechten van de Mens is dit illegaal. Dergelijke dossiers spelen wij systematisch door aan de Kinderrechtencommissaris.
Terugkeer versnellen door steun te onthouden?
brochure ‘Vrijwillige Terugkeer’ van Fedasil
12 jaarverslag 2012 | Vluchtelingenwerk Vlaanderen
Re-integratiesteun is een belangrijke stimulans voor afgewezen asielzoekers en migranten die vrijwillig willen terugkeren. Toch beperkt Fedasil de toegang tot die steun. Tot nu toe kon iedere migrant van het terugkeerprogramma gebruik maken, maar het budget raakte snel uitgeput. Daarom kunnen afgewezen asielzoekers enkel volledige steun (re-integratiesteun + terugkeerpremie) krijgen als ze hun terugkeeraanvraag indienen binnen de dertig dagen na hun bevel tot uitwijzing. Daarna kunnen ze aanspraak maken op een beperkt bedrag tot twaalf maanden na hun uitwijzingsbevel. Wie dat later doet of wie nooit
asiel aanvroeg, komt niet in aanmerking. Voor hen wordt enkel de terugreis georganiseerd en is er een terugkeerpremie. En zelfs die premie valt weg voor mensen die terugkeren naar visumvrije landen zoals de Balkanlanden. Voor Vluchtelingenwerk is de re-integratieondersteuning cruciaal. Deze steun kost gemiddeld 3500 euro per persoon. Dat is de helft minder dan de prijs van een gedwongen uitwijzing. Als de regering echt kiest voor vrijwillige terugkeer, moet ze het budget voor re-integratiesteun verhogen.
Gedwongen terugkeer van minderjarigen Minderjarige asielzoekers zoals Scott en Parwais moeten vanaf hun aankomst in België beter begeleid worden. Samen met hen moet worden gezocht naar een duurzame oplossing. Die kan in België liggen of ook in het thuisland, op voorwaarde dat dit een veilig land is. Onze lidorganisatie MinorNdako & Juna, die niet-begeleide minderjarige vreemdelingen opvangt, vindt het weinig zinvol om jongeren tot hun achttiende te begeleiden om ze dan aan hun lot over te laten of droogweg terug te sturen. Er is nood aan een begeleidingstraject, ook na de achttiende verjaardag. Door het verhaal van Parwais onderzoekt staatssecretaris De Block of België kan meewerken aan het ERPUM-project (Europees Terugkeer Platform voor Niet-Begeleide Minderjarigen). Via dat project willen Zweden, Nederland, Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk de repatriëring van Afghaanse jongeren naar Kaboel mogelijk maken. In de praktijk sturen weinig Europese landen minderjarigen gedwongen terug. Zeker niet naar Afghanistan. In bovengenoemde landen, net zoals in België, vormen Afghaanse jongeren een alsmaar grotere groep asielzoekers. Verschillende organisaties waaronder de Europese koepel van vluchtelingenorganisaties ECRE, Refugee Action UK, UNICEF Nederland en Vluchtelingenwerk
Open Terugkeerplaatsen Poelkapelle - © Magali Frankl
maken zich zorgen. De situatie in Afghanistan is niet veilig voor de opvang van niet-begeleide minderjarigen. Zo is een weeshuis met ‘buitenlandse’ relaties een doelwit voor de Taliban. Bovendien is er in het land haast geen kinderbescherming die naam waardig. De Afghaanse overheid staat daarom zelf weigerachtig tegenover de repatriëring van Afghaanse kinderen. De kinderen kunnen uiteindelijk in weeshuizen in oorlogsgebieden terecht komen omdat het meestal onmogelijk is de familie op te sporen. Dat is niet in het belang van het kind en daarom in strijd met het Kinderrechtenverdrag van de VN.
De zaak Parwais Sangari Juli is de maand van Parwais Sangari, een negentienjarige jongen uit Afghanistan. Zijn asielaanvraag werd afgewezen. Parwais werd samen met Scott Manyo opgepakt en opgesloten, om hem naar Afghanistan terug te sturen. Zijn Vlaamse pleegmoeder stapt daarop naar de pers. Er volgt opnieuw een golf van verontwaardiging. Een steunpagina op Facebook heeft al snel 8700 leden. Bekende journalisten spreken zich uit en vragen meer menselijkheid. Deze keer houdt de staatssecretaris het been stijf: Parwais wordt teruggestuurd. Vluchtelingenwerk verzet zich tegen gedwongen terugsturen van mensen naar landen in oorlog, zeker naar Afghanistan. Naast Parwais zitten op dat moment nog een zestal andere Afghanen in de gesloten centra. Daarom vreest Vluchtelingenwerk dat België steeds meer Afghanen probeert terug te sturen, ook kwetsbare mensen. In 2012 repatrieerde ons land zestien mensen naar Kaboel. In 2011 waren het er twaalf. Sinds 2012 merken we zelfs dat ook Afghanen van buiten Kaboel worden opgesloten met het oog op hun verwijdering (soms uit regio’s die niet veilig zijn). Tot dan werden enkel alleenstaande mannen uit de regio van Kaboel teruggestuurd en slechts in beperkte aantallen. Kaboel wordt al langer door onze overheid als relatief veilig gezien.
Parwais Sangari
Vluchtelingenwerk Vlaanderen | jaarverslag 2012 13
Naar de open terugkeerplaatsen Op 12 september 2012 krijgt het opvangnetwerk de eerste opdrachten van Fedasil om afgewezen asielzoekers toe te wijzen aan één van de vier bestaande open terugkeerplaatsen: in de asielcentra van Jodoigne, Sint-Truiden, Arendonk en Poelkapelle. Fedasil legt uit hoe het terugkeertraject in de opvang verloopt en hoe begeleiders het moeten toepassen. Al vanaf de indiening van een asielaanvraag wordt de asielzoeker geïnformeerd over vrijwillige terugkeer. Binnen vijf dagen na de negatieve beslissing van het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen moet de asielzoeker een terugkeertrajectplan ondertekenen. De transfer naar een terugkeerplaats gebeurt als ook de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen de asielaanvraag afwijst. Als ze niet binnen de drie dagen naar die terugkeerplaats gaan dan belanden ze op straat. In de terugkeerplaatsen werken Fedasil en de Dienst Vreemdelingenzaken nauw samen en wisselen ze informatie uit. Eerder dan de afgewezen asielzoekers echt te begeleiden naar een vrijwillige
terugkeer wordt er gedreigd met opsluiting als ze niet willen terugkeren. Ze kunnen dan door de politie gedwongen verwijderd worden. De regering zegt hiermee in te zetten op vrijwillige terugkeer, maar volgens Vluchtelingenwerk lijkt dit meer op gedwongen uitwijzing.
Het ‘aangepaste regime’ in de gesloten centra In oktober 2012 breken er rellen uit in het gesloten centrum van Brugge, met pogingen tot brandstichting en zelfverminking. De wanhoop in de gesloten centra is groot. Volgens Vluchtelingenwerk is dat een gevolg van het maandenlang opsluiten van kwetsbare mensen die geen misdrijf hebben begaan. Het antwoord van de Dienst Vreemdelingenzaken is meer repressie: verschillende vreemdelingen worden opgesloten in een isolatiecel. De bezoekersgroep merkt op dat de Dienst Vreemdelingenzaken deze maatregel van isolatie te pas en te onpas gebruikt. Zij ontmoeten twee Kosovaren die al lang onder ‘aangepast’ regime staan. Volgens de Dienst Vreemdelingenzaken
Twee Nepalese asielzoekers in hun kamer in het asielcentrum van Kapellen - © Nick Hannes
14 jaarverslag 2012 | Vluchtelingenwerk Vlaanderen
Anne Demuysere en Joachim De Wolf (CAW Oostende) over de zin en onzin van open terugkeerplaatsen
‘Dit werkt onderduiken in de hand’ Het verhaal van Anne en Joachim, begeleiders in de kleinschalige opvang voor asielzoekers (CAW Middenkust). Binnen deze opvang werken ook zij met de methodiek toekomstbegeleiding. Werken rond vrijwillige terugkeer neemt hier een belangrijke plaats in. Hun verhaal, dat ze vertellen met een paar cases, illustreert dat het nieuwe terugkeertraject steken laat vallen. En dat een breuk in de opvang niet plots voor meer terugkeer zorgt. Integendeel, de afgewezen asielzoekers verliezen het vertrouwen in de begeleiding. Scharniermomenten zijn goed voor de duidelijkheid van de begeleiding, maar het zijn meestal ook zware psychologische momenten. Het mogen daarom geen breukmomenten worden. Doordat ze worden overgedragen aan steeds nieuwe begeleiders komt het niet tot een volwaardig gesprek over hun toekomst; of die nu in de richting van verblijf of terugkeer gaat.
1. Een Afghaans jong koppel Na vier maanden in de collectieve opvang van Lanaken worden ze overgeplaatst naar kleinschalige opvang in Oostende. Op hetzelfde moment krijgen ze een negatieve beslissing van het CommissariaatGeneraal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen. Dat is een heel tegenstrijdige boodschap en te veel informatie en veranderingen op korte tijd. Het betekent dat het koppel, na acclimatiseren in één stad moet verhuizen naar een nieuwe stad en zich daar moet aanpassen. Ondertussen gaat de asielprocedure haar laatste fase in. Het is dan niet evident om de vertrouwenspersonen achter te laten en nieuwe begeleiders te krijgen. Die nieuwe hulpverleners weten overigens heel weinig over hen: de overdracht van dossiers verloopt niet altijd even vlot; er is vaak alleen maar een ‘enveloppe’ met de medische gegevens voor de nieuwe huisarts. Het is voor alle betrokkenen terug naar af. Bij aankomst in de kleinschalige opvang moet het koppel daarenboven, als gevolg van de negatieve beslissing, binnen de vijf dagen een formulier ondertekenen met info over het traject ‘vrijwillige terugkeer’. De mensen snappen helemaal niet wat er gebeurt. Ze spreken alleen
maar hun eigen taal en met een telefonische tolk is het op dat moment heel moeilijk om tot hen door te dringen. Ze gaan in beroep tegen de negatieve asielbeslissing..
2. Een Egyptisch gezin Op het moment dat het vanuit de collectieve naar de kleinschalige opvang wordt gebracht, heeft het gezin nog geen asielinterview gehad. Het hele traject kan dus in één organisatie worden doorlopen. Met de begeleider die hun vluchtverhaal analyseertt, bouwt het gezin vertrouwen op. Die vertrouwensband kan in de loop van het traject groeien. Dat brengt met zich mee dat ze veel meer zaken met hun begeleiders delen dan ze verzwijgen. Het feit dat ze Engels spreken, maakt de communicatie een pak makkelijker. Na het vertellen van hun verhaalpraat hun begeleider met hun over hun toekomst zonder controlerende druk om een terugkeer te aanvaarden. Zo komt de positie van de vertrouwenspersoon niet in het gedrang.
Welke lessen trekken jullie uit deze voorbeelden? ANN EN JOACHIM: ‘Wij pleiten ervoor dat men-
sen meteen in de juiste opvangstructuur zouden worden geplaatst. Het zou ook goed zijn om de psychosociale begeleiding en de opbouw van het vertrouwen te scheiden van administratieve taken. Nu is het schizofreen: de administratieve rol overheerst en breekt het vertrouwen.’ ‘Ook pleiten we voor een opvangplaats voor de loop van het traject op maat van de persoon. Daartoe zou een ”observatiecentrum” (nvdr, indivueel bekijken wat elke asielzoeker nodig heeft in de opvang) handig kunnen zijn.
Hoe schatten jullie de effectiviteit van het systeem van ‘open terugkeerplaatsen’ in. ANN EN JOACHIM: ‘We hebben daar beden-
kingen bij. Het zet mensen onder druk en werkt onderduiken in de hand. Onze boodschap is dat we het hele traject met hen willen afleggen, verder bouwend op het vertrouwen tot aan het einde.
Vluchtelingenwerk Vlaanderen | jaarverslag 2012 15
De zaak Zamir en Izmir Bajraktari December is de maand van Zamir en Izmir Bajraktari, twee jonge Albanese broers die naar Albanië worden uitgewezen omdat hun ouders dertien jaar geleden logen over hun afkomst. Hun ouders wilden dit laten rechtzetten. Maar daardoor verliest het hele gezin zijn verblijfsvergunning. De zaak maakt grote verontwaardiging los in de school van de broers, in de media en bij politici. De vraag rijst of jonge mensen die hier hun leven hebben opgebouwd, een opleiding volgen of werken en
is die maatregel een gevolg van hun deelname aan een poging tot ontsnapping met geweld. Zij zullen aan dit regime onderworpen blijven tot op de dag van hun repatriëring. Wij vrezen dat misbruik wordt gemaakt van dit ‘aangepast’ regime: het gebeurt in een isolatiecel en dat mag normaal enkel als sanctie gedurende maximum 72 uur. De Federale Ombudsman was in 2009 erg scherp: ‘Het misbruik van het aangepast regime als vervanging of verlenging van de disciplinaire afzondering is een vorm van machtsmisbruik die onmiddellijk moet stoppen.’ Het antwoord van de Dienst Vreemdelingenzaken (in 2013, nvdr) is erg defensief. Ze kondigen zelfs aan dat zij informatie over de bezoeken van onze lidorganisatie Jesuit Refugee Service Belgium, aan de politie zullen bezorgen. De insinuatie dat onze organisaties ontsnappingen zouden mogelijk maken, tart alle verbeelding. Onze meest ervaren bezoekers getuigen dat 2012 voor hen het moeilijkste jaar ooit was. Ze zien in de gesloten centra elke dag de hoge menselijke kost van een hardvochtig terugkeerbeleid: veel negatieve regularisatiebeslissingen van mensen die al lang in België leven, uitwijzingsbevelen met inreisverboden, problematische arrestaties (bijvoorbeeld een vader die wordt gearresteerd aan de schoolpoort waar hij zijn dochtertje staat op te wachten), opdeling van gezinnen, herhaaldelijke pogingen om weigerachtige vreemdelingen met geweld op het vliegtuig te dwingen, veel klachten over gebrekkige toegang tot medische hulp, wanpraktijken bij advocaten ... De opeenstapeling van menselijke drama’s maakt het voor de bezoekers erg zwaar. In 2012 ontmoetten ze 678 opgesloten vreemdelingen. Dat is ongeveer 10 procent van
16 jaarverslag 2012 | Vluchtelingenwerk Vlaanderen
bijdragen aan onze maatschappij, moeten worden gestraft voor een leugen van hun ouders. Maar de staatssecretaris en de Dienst Vreemdelingenzaken zijn onverbiddelijk: fraude betekent onmiddellijke opsluiting en uitwijzing zonder enige kans voor de jongens om de beroepsopleiding af te werken waar ze zich al zeven jaar hard voor inzetten. En bovendien een verbod om gedurende vijf jaar terug naar Europa te komen.
alle vreemdelingen die dit jaar in België werden opgesloten.
Begeleiders: hulpverleners of agenten? Ook de mensen die afgewezen asielzoekers en migranten begeleiden in afwachting van hun vertrek, hebben het alsmaar moeilijker. De doelstelling van het begeleidingstraject is dat asielzoekers bewust en correct geïnformeerd een beslissing kunnen nemen over hun toekomst. Het nieuw terugkeerbeleid maakt dat werk alsmaar moeilijker. Het kader waarin ze moeten werken, is steeds strikter geworden. Er is hoe langer, hoe minder ruimte en tijd om een kwalitatief traject af te leggen met asielzoekers. De eenzijdige nadruk op uitstroom uit de opvang zal asielzoekers misschien wel de opvang doen verlaten, maar de vraag blijft of ze duurzame toekomstbeslissingen nemen. Ze moeten voldoende geïnformeerd, begeleid en versterkt zijn om een nieuwe toekomst uit te kunnen bouwen. Een kader met termijnen moet er zijn en begeleiders hebben zeker ook controlerende verantwoordelijkheden. Maar formalisme, herhaaldelijke overplaatsingen en een gebrek aan flexibiliteit, maken dat begeleiders eerder agenten worden dan hulpverleners. En los daarvan moeten we als maatschappij aanvaarden dat terugkeer niet altijd mogelijk is. Omdat er bv. problemen in het thuisland zijn waarvoor wij geen oplossing hebben.
Asielcentrum Pondrôme - © Nick Hannes
Conclusie De regering-Di Rupo zit nu een jaar in het zadel. Het nieuwe beleid rond asiel en migratie vertoont een grote kloof tussen intenties en de praktijk op het terrein. Het is duidelijk dat de regering vooral bezig is het net rond afgewezen asielzoekers te sluiten in plaats van hen daadwerkelijk te helpen bij hun vrijwillige terugkeer. Verontrustend is dat het hele opvangnetwerk meegesleurd wordt in een controlerende rol waardoor de sociale rol in de verdrukking komt. Veel afgewezen asielzoekers zien dan ook geen andere uitweg dan onderduiken in de illegaliteit. Van de weeromstuit vinden er ook steeds meer risicovolle gedwongen uitwijzingen plaats en is de situatie in de gesloten centra meer dan zorgwekkend. Vluchtelingenwerk voorspelde deze evolutie jaren geleden al. Dat het geen loze kreet was, blijkt ook uit de veroordelingen die België opliep bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.
Vluchtelingenwerk Vlaanderen | jaarverslag 2012 17
Deel 2 Cijfers Cijfers (1): Gedwongen uitwijzingen
> VERWIJDERINGEN Totaal 6955 vreemdelingen gedwongen uitgewezen (waarvan 2735 terugdrijvingen aan de grens)
2012 > aanhoudingen 27 731 administratieve aanhoudingen van mensen zonder papieren waaronder ook afgewezen asielzoekers. Na aanhouding: 13% 25%
Vrijlating (statuut) Uitwijzingsbevel Opsluiting in gesloten centrum
2010 > aanhoudingen 25 093 administratieve aanhoudingen van mensen zonder papieren waaronder ook afgewezen asielzoekers. Na aanhouding: 15% Vrijlating (statuut)
40%
62% 45%
> OPSLUITINGEN — Totaal 6799 opgesloten vreemdelingen — 5320 personen gerepatrieerd of teruggedreven vanuit gesloten centra (78,3% van alle opsluitingen werd effectief gerepatrieerd) — 1150 personen vrijgesteld
> VERWIJDERINGEN Totaal 6704 vreemdelingen gedwongen uitgewezen (waarvan 1895 terugdrijvingen aan de grens)
Uitwijzingsbevel Opsluiting in gesloten centrum
> OPSLUITINGEN — Totaal 6553 opgesloten vreemdelingen — 4461 personen gerepatrieerd vanuit gesloten centra (65% van alle opsluitingen werd effectief gerepatrieerd) — 1871 personen vrijgesteld
> VERWIJDERINGEN Totaal 5823 vreemdelingen gedwongen uitgewezen (waarvan 1863 terugdrijvingen aan de grens)
2011 > aanhoudingen 27 161 administratieve aanhoudingen van mensen zonder papieren waaronder ook afgewezen asielzoekers. Na aanhouding: 13% 30%
Vrijlating (statuut) Uitwijzingsbevel
Bron 2010: http://www.emnbelgium.be/nl/ publication/activiteitenrapport-2010-dienstvreemdelingenzaken Bron 2011: http://www.emnbelgium.be/nl/publication/activiteitenrapport-2011-dvz Bron 2012: Geert Verbauwhede, Adviseur Dienst Vreemdelingenzaken, e-mail 18 maart 2013
Opsluiting in gesloten centrum
57%
> OPSLUITINGEN — Totaal 7034 opgesloten vreemdelingen — 5256 personen gerepatrieerd of teruggedreven vanuit gesloten centra (75% van alle opsluitingen werd effectief gerepatrieerd) — 1452 personen vrijgesteld Het asielcentrum van Pondrôme - © Nick Hannes
18 jaarverslag 2012 | Vluchtelingenwerk Vlaanderen
Cijfers (2): vrijwillige terugkeer De vrijwillige terugkeer kent een stijgende trend: 5.656
6.000 5.000 4.000 3.000
2.593
2.669
2.659
2007
2008
2009
2.957
3.358
2.000 1.000 0 2010
2011
2012
(2012: 4.694 via Fedasil, 962 via de DVZ bv. bussen naar de Balkan) Bron: http://www.fedasil.be/nl/home/cijfers Nooit eerder keerden zoveel migranten vrijwillig terug naar hun land van herkomst als in 2012. Ook in 2013 blijven de cijfers stijgen. Er is een belangrijke verschuiving in het profiel van de personen die kiezen voor vrijwillige terugkeer. Het programma wordt momenteel vooral gebruikt door asielzoekers in procedure of afgewezen asielzoekers. In 2012 vertegenwoordigden zij 61% van het totaal aantal terugkeerders, tegenover 39% migranten zonder papieren. In 2011 lag die verhouding nog op 50% voor elke groep. Volgens Fedasil is dat door de professionalisering van de terugkeerbegeleiding in het opvangnetwerk voor asielzoekers. De staatssecretaris legt een direct verband tussen de stijgende vrijwillige terugkeer en het nieuwe terugkeertraject. Het is nochtans onduidelijk of die stijgende trend wel te wijten is aan het nieuwe terugkeerbeleid omdat dat pas in september 2012 van kracht werd. Bovendien zijn de eerste cijfers van de nieuwe open terugkeerplaatsen net niet bemoedigend.
Cijfers (3): open terugkeerplaatsen Fedasil verklaart de stijgende trend van de vrijwillige terugkeer ook door de open terugkeerplaatsen in vier opvangcentra van Fedasil, maar Vluchtelingenwerk twijfelt aan die verklaring. 78% van de 2081 personen die tot eind januari 2013 aan een open terugkeerplaats werden toegewezen, verdwijnt immers of gaat niet naar de terugkeerplaats. Dit percentage steeg van 55% naar 78% sinds het begin van de maatregel.
Aantal toewijzingen aan de terugkeerplaatsen: 2081 Niet toegekomen en dus ondergedoken: 1236 Instroom in de terugkeerplaatsen: — 180 zitten nog in de open terugkeerplaatsen — 567 hebben de open terugkeerplaatsen opnieuw verlaten: – 396 (70% van alle uitstroom): ondergedoken vanuit de open terugkeerplaatsen. – 88 (16% van alle uitstroom): vrijwillige terugkeer – 35 (6% van alle uitstroom): opnieuw overgebracht naar de gewone opvang omdat hun medische regularisatieaanvraag zal behandeld worden – 1 (0,1% van alle uitstroom): arrestatie politie
Cijfers (4): terugkeerwoningen voor gezinnen Van 1 oktober 2008 tot 1 oktober 2012 verbleven 385 gezinnen, waaronder 694 minderjarigen, in de woonunits. 374 gezinnen verlieten de woonunits: — 174 gezinnen keerden terug (46,5%). Hiervan kozen 35 gezinnen voor een vrijwillige terugkeer. Dit is een lichte stijging tegenover 2011. — 94 gezinnen doken onder (25%). Dit percentage blijft de laatste vier jaar stabiel. — 106 gezinnen werden om diverse redenen door de Dienst Vreemdelingenzaken vrijgesteld (28,5%): Hiervan werden 49 gezinnen (13% van het totaal) vrijgesteld omwille van een erkenning als vluchteling of de toekenning van de subsidiaire bescherming (oorlogsvluchtelingen). Daarnaast werden ook enkele gezinnen vrijgesteld omwille van een regularisatie. Uit deze percentages maken we op dat 75% van alle gezinnen niet onderduikt en dus in contact blijft met de coach in de woonunit. Ongeveer 65% bereikt een uitkomst (terugkeer of verblijfsstatuut, namelijk een erkenning als vluchteling of een regularisatie). Irak, Afghanistan, Rusland, Servië en Kosovo staan in de top vijf van de herkomstlanden. Alleenstaande moeders met kind(eren) maakten in 2012 meer dan de helft uit van het totaal aantal gezinnen.
Vluchtelingenwerk Vlaanderen | jaarverslag 2012 19
Deel 3 Wat deed vluchtelingenwerk in 2012?
KLEIN KASTEELTJE - ©MARCEL VAN COILE
20 jaarverslag 2012 | Vluchtelingenwerk Vlaanderen
A. Analyse & ondersteuning Vluchtelingenwerk houdt op elk vlak de vinger aan de pols van het nieuwe terugkeerbeleid: we analyseren de nieuwe terugkeerplaatsen voor afgewezen asielzoekers, het nieuwe uitwijzingsbeleid voor mensen zonder papieren (SEFOR) en de impact van dit alles op de gesloten centra. Daarnaast houden we de gedwongen en vrijwillige terugkeerpraktijken in het oog.
Gemeenten In de zomer van 2013 publiceren we een rapport over de opvolging van uitwijzingsbewijzen door de gemeenten. Dat is het sluitstuk van een onderzoek dat liep in 2012.
Gesloten centra bezoeken Vluchtelingenwerk en onze Franstalige zusterorganisatie CIRÉ werken samen met de organisaties die de gesloten centra bezoeken aan een rapport over problematische aanhoudingen en opsluitingen in die centra. Het rapport met pakkende verhalen wordt verwacht in het najaar van 2013. We werkten ook aan een betere ondersteuning en omkadering voor de bezoekers aan de gesloten centra. Onze zusterorganisatie CIRÉ, die samen met Vluchtelingenwerk de bezoekersgroep coördineert, peilt naar hun noden via een enquête. We willen onze werking professionaliseren en onze aanwezigheid in de gesloten centra verbeteren. Nieuwe bezoekers zullen we een tijdlang begeleiden. In 2012 organiseren we verschillende praktijkgerichte vormingen voor nieuwe én doorgewinterde bezoekers. Vandaag beschikt de bezoekersgroep over elf bezoekers die elk één of twee keer per week de verschillende gesloten centra bezoeken.
Project met onverwijderbaren In september 2012 startten we ook een project rond de detentie van vreemdelingen en afgewezen asielzoekers die eigenlijk onverwijderbaar zijn (omwille van administratieve of beschermingsgerelateerde redenen). Dit is een samenwerking met organisaties uit het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Hongarije.
Nieuwsbrief Vluchtelingenwerk biedt begeleiders van asielzoekers en andere migranten juiste informatie over de verschillende terugkeerpraktijken. Onze Nieuwsbrief Terugkeerpraktijk doet dit voor een twintigtal herkomstlanden, geeft een overzicht van
het Belgische en internationale terugkeernieuws, en de behandeling van terugkeerders na aankomst in hun thuisland. Eind 2012 telden we 300 abonnees (100 meer dan eind 2011). Onder de abonnees zowel begeleiders, advocaten, sociale diensten als parlementsleden.
Helpdesk terugkeer Met vragen over een specifieke terugkeerpraktijk kunnen begeleiders ook beroep doen op onze Helpdesk Terugkeer. In 2012 kregen we 108 vragen over 69 verschillende landen.
Toekomstbegeleiding Vluchtelingenwerk lanceert de methodiek ‘Toekomstbegeleiding in de opvang van asielzoekers’. Bijna alle begeleiders binnen ons opvangnetwerk krijgen een training op maat. Concreet gaat het over meer dan tweehonderd begeleiders. Onze publicatie ‘Maak de toekomstpuzzel: toekomst & terugkeer in de begeleiding van asielzoekers’ is een handig hulpmiddel. Het biedt begeleiders van asielzoekers concrete instrumenten om asielzoekers in de opvang toekomstoriënterend te begeleiden en het onderwerp terugkeer met afgewezen asielzoekers te bespreken. En dat zonder het vertrouwen tussen begeleider en cliënt te schaden. Deze vorm van begeleiden helpt zowel voor een integratie in België als een re-integratie in het thuisland. Asielzoekers kunnen zo bewust en correct geïnformeerd een verantwoordelijke beslissing maken over hun toekomst. De methodiek is het product van een reflectieproces bij begeleiders in ons opvangnetwerk, maar ook andere opvangpartners zien de meerwaarde ervan in. Toch maken de ontwikkelingen in het Belgische terugkeerbeleid het voor begeleiders alsmaar moeilijker om de methodiek toe te passen.
B. Beleidswerk Januari: Dankzij het intensieve lobbywerk van Vluchtelingenwerk bevat de wet die de Europese Terugkeerrichtlijn omzet, garanties voor de rechten van de vreemdelingen. Maar elke garantie komt met valkuilen. Daarom reageert Vluchtelingenwerk argwanend. In combinatie met het Sefor-project draagt de wetgeving bij tot een duidelijk kader voor de terugkeer, maar de principiële voorrang van vrijwillige terugkeer dreigt in de praktijk een lege doos te worden. Maart: De International Detention Coalition (IDC) start haar wereldwijde campagne tegen
Vluchtelingenwerk Vlaanderen | jaarverslag 2012 21
Dalmar is 36 en komt uit Guinee. Hij straalt energie uit. Of is het alertheid?
Het verhaal van Dalmar Dalmar wil precies weten waar Vluchtelingenwerk voor staat en waartoe dit interview dient. ‘Maar in deze context is het voor mij makkelijker praten dan in een officieel bureau’, zegt hij. ‘Daar blokkeer ik en kan ik me dan voor mijn dossier belangrijke dingen zoals data en telefoonnummers niet meer herinneren, …’ Op 11 maart 2013 is het drie jaar geleden dat Dalmar in Zaventem arriveerde vanuit Guinee. Hij was alleen. ‘Ik ontvluchtte mijn land omwille van de dagelijks voelbare spanningen, de nooit ophoudende strijd tussen verschillende etnieën, het geweld tijdens betogingen tegen het regime, waarin o.a. mijn broer het leven liet.’ Het werd Dalmar te veel. ‘Guinee n’est vraiment pas une démocratie’, zucht hij. Hij had gestudeerd, was zelfstandig gids voor toeristen. Hij had er familie en vrienden. Zijn vrouw werkte voor een ministerie; ze konden goed in hun onderhoud voorzien. ‘Wat me opviel, was het grote aantal Guinezen in België. Op mijn eerste busrit in Brussel hoorde ik iemand mijn dialect spreken. ’t Was een shock.’ Dalmar wist niets van te volgen procedures af. Landgenoten in het asielcentrum gaven hem foute informatie – tips naar de illegaliteit. Een vriend bracht hem naar de Dienst Vreemdelingenzaken. ‘Het gesprek daar viel niet mee. De bediende wilde alles vlug afhandelen en ik kreeg de tijd niet om mijn ingewikkelde verhaal te vertellen.’ Het irriteerde hem zo dat hij veel te vlug begon te praten én veel te luid. Het klonk agressief. ‘Het is mijn fout’, zegt hij. ‘Ik kan nogal explosief zijn als ik niet gehoord word.’ Zijn asielprocedure werd opgestart. Het jaar daarop kwam ook zijn vrouw naar België. ‘Na ruim twee jaar kreeg ik een brief van het Commissaris-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen met een negatieve beslissing.’ Zijn motivering zou onvoldoende onderbouwd zijn met officiële attesten en certificaten, o.a. de overlijdensakte van zijn broer. ‘Ik had me op zo’n zaken in Guinee niet voorbereid’, zegt Dalmar. ‘Ik had condoleancekaarten en foto’s van de personen
22 jaarverslag 2012 | Vluchtelingenwerk Vlaanderen
die gedood zijn op 28 september 2009 en artikels uit de Franse pers, maar dat is geen bewijs.’ Via een advocaat dient hij beroep in, maar dat wordt verworpen. ‘Voor hem is het een dossier, maar voor mij mijn leven’, zegt Dalmar. ‘Ze vinden onvoldoende motieven in de papieren, maar mijn motief ligt niet hier, maar in Guinee. Er is iets grondig fout in de procedure.’ Intussen beginnen de gesprekken met begeleiders van het CAW voor het traject vrijwillige terugkeer. ‘Eerst was ik pro, maar in drie jaar ben ik geëvolueerd en geïntegreerd. Ik ken veel mensen, werk via een interim-kantoor en spreek Nederlands. Als ik naar mijn land terugkeer, krijg ik 6000 euro mee. Maar ik wil geen geld, want ik ben geen economisch vluchteling. Ik heb nu voor een tweede keer asiel aangevraagd en wacht op antwoord.’ Voor die aanvraag heeft Dalmar nog meer bewijzen en getuigenissen verzameld van zijn leven in Guinee. ‘Ik heb mijn familie en vrienden verlaten, dan is het toch omdat er iets niet pluis is? Ik ben boos. Niet op iemand hier, maar op mijn situatie en op mijn land Guinee. Ik ben ook bang. Als ik terugkeer, word ik vervolgd, want dezelfde personen zijn nog aan de macht. Ik word nu al geviseerd. En voor de kinderen – zeker de meisjes – vrees ik nog het meest. Ze worden verminkt. Het enige wat ik wil is leven. En liefst in vrede.’ *De naam Dalmar is fictief. Omdat de getuige nog altijd zeer bang is na wat hij meemaakte, veranderden we zijn naam.
De Terugkeercoach: unieke documentaire Het Nederlandse productiehuis HUMAN kreeg in 2012 voor het eerst toestemming om te filmen in de woonunits waar gezinnen met kinderen voorbereid worden op hun vrijwillige terugkeer. De concrete uitwerking van het beleid, het resultaat van ons jarenlang campagnewerk tegen opsluiting, werd erg aangrijpend in beeld gebracht in de documentaire ‘De Terugkeercoach’. Vluchtelingenwerk biedt de makers maandenlang inhoudelijke ondersteuning. De documentaire wordt uiteindelijk op 10 december uitgezonden op Nederland 2 en op 24 januari 2013 op Canvas. Via Twitter en Facebook stromen de positieve reacties binnen. De International Detention Coalition (IDC)
zal de documentaire ondertitelen in het Engels om hem te gebruiken in wereldwijd lobbywerk tegen de opsluiting van kinderen. Evaluaties publiceren en documentairemakers ondersteunen kunnen wij vooral dankzij de bezoeken die onze lidorganisatie Jesuit Refugee Service Belgium brengt aan de terugkeerwoningen.
Beeld uit documentaire ‘De terugkeercoach’
de opsluiting van kinderen. Die campagne komt er mede dankzij internationaal lobbywerk van Vluchtelingenwerk. Een opvolgingscomité van de regering evalueert het samenwerkingsakkoord tussen Fedasil en de Dienst Vreemdelingenzaken over het begeleidingstraject voor de gezinnen met minderjarige kinderen zonder papieren. Begeleiders getuigen dat het samenwerkingsakkoord voor sommige gezinnen een duw in de rug gaf om een duurzame oplossing te zoeken, maar dat het in veel gevallen toch geen duurzame oplossing bood. Verschillende begeleiders interpreteren de begeleiding ook anders. Er is ook onvoldoende (personeels)omkadering. Mei: Met het Platform Kinderen op de Vlucht ontmoet Vluchtelingenwerk Fedasil en de Dienst Vreemdelingenzaken. We bespreken de evaluatie van het samenwerkingsakkoord over het begeleidingstraject voor de gezinnen met minderjarige kinderen zonder papieren.
Augustus: Er is nog steeds geen echt beleid, enkel puzzelstukjes die Vluchtelingenwerk en haar lidorganisaties op het terrein zelf in elkaar moeten schuiven. De langverwachte instructie van Fedasil over hun terugkeerbeleid aan het hele opvangnetwerk schept iets meer duidelijkheid, maar laat nog heel wat vragen onbeantwoord. Vluchtelingenwerk geeft actief input, maar betreurt het eindresultaat. Het is alsof Fedasil een niet-gedragen instructie wil opdringen aan het hele netwerk. September: Vluchtelingenwerk volgt de werking van de open terugkeerplaatsen nauw op. Via de Fedasil-werkgroep Vrijwillige Terugkeer verzamelen we de cijfers. Via ons eigen opvangnetwerk verzamelen we verhalen van begeleiders over de moeilijkheden van het nieuwe beleid. Oktober: Vluchtelingenwerk licht het nieuwe terugkeerbeleid toe op de nationale netwerkdag van onze lidorganisatie KMS/AMOS. Zij voeren dit jaar campagne onder de slogan ‘Vrijwillige terugkeer? Stuur migranten niet terug naar af!’
Vluchtelingenwerk Vlaanderen | jaarverslag 2012 23
Op 1 oktober was het exact vier jaar geleden dat toenmalig minister van Asiel en Migratie Annemie Turtelboom een eind maakte aan de opsluiting van kinderen. Ze koos voor open terugkeerwoningen als alternatief. Vluchtelingenwerk publiceert op die dag een tweede evaluatie van de open terugkeerwoningen samen met onder andere UNICEF, Amnesty International en de Kinderrechtencommissaris. Het relatieve succes van de woonunits blijft overeind. Begeleiding in open terugkeerwoningen is even effectief maar minder traumatiserend voor kinderen, dan opsluiting in gesloten centra. De Dienst Vreemdelingenzaken geeft toestemming te filmen in de open terugkeerwoningen.
Tanja is onafgebroken op haar hoede en vreest politiecontroles. Op een dag wordt ze gearresteerd en belandt ze zonder haar zoon in een gesloten centrum. Ze doet er alles aan om haar zoon terug te vinden en niet uitgewezen te worden. We kaderden de verschillende elementen van de film, zoals migratie, toegang tot Europa, verblijf in België, illegaliteit, opsluiting in gesloten centra, vrijwillige terugkeer en uitzetting.
November: Vluchtelingenwerk spreekt op de eerste EU-workshop rond detentie, met mensenrechten- en vluchtelingenorganisaties uit vijftien Europese landen. De International Detention Coalition (IDC) organiseert de workshop in Griekenland als aanklacht tegen het onmenselijke asiel- en detentiebeleid in dat land. België wordt samen met Denemarken en Zweden vermeld als land dat steeds meer alternatieven voor detentie gebruikt. December: We roepen onze leden samen om het met terreinwerkers te hebben over de toepassing van SEFOR, de opvolging van uitwijzingsbevelen door de gemeenten. We plannen lunchmeetings met vijf verschillende politieke partijen om knelpunten in het nieuwe terugkeertraject te signaleren. Voor het eerst trekken we naar het parlement met de begeleiders die dagelijks het door de overheid uitgewerkte terugkeerbeleid uitvoeren. We willen beleidsmakers confronteren met de mensen achter de procedures en statistieken. We willen het diepmenselijke verhaal van begeleiding dichter bij het beleid brengen. Alle partijen zijn enthousiast. Ze waarderen de ontmoeting met begeleiders die dagelijks werken aan een duurzaam toekomstperspectief.
C. Beweging Om het bredere publiek te tonen wat er in de gesloten centra gebeurt, organiseert Vluchtelingenwerk een tiental voorstellingen en nabesprekingen van de film ‘Illégal’ voor hogescholen en universiteiten. Deze Belgische inzending voor de Oscars 2011 is de tweede langspeelfilm van Olivier Masset-Depasse. Tania, een jonge Russische vrouw leeft samen met haar veertienjarige zoon Yvan al acht jaar zonder legale verblijfplaats in België.
24 jaarverslag 2012 | Vluchtelingenwerk Vlaanderen
Campagne ‘Vrijwillige terugkeer? Stuur migranten niet terug naar af!’ (KMS/AMOS)
Algemeen
Vluchtelingenwerk Vlaanderen | jaarverslag 2012 25
Op het veld
Kleinschalige Opvang Vluchtelingenwerk - © Fotografie Christo
6000ste asielzoeker in onze opvang In 2012 ving Vluchtelingenwerk per dag ongeveer 950 asielzoekers op. Samen met onze zusterorganisatie CIRÉ gaat het om bijna 2000 asielzoekers. We werken hiervoor samen met onze opvangpartners Caritas International, Sociale Dienst Socialistische Solidariteit (SESO), CAW Stimulans, CAW Visserij - ’t Eilandje, CAW Visserij - De Schreiboom, CAW Mozaïek en vzw Lhiving. Deze partners beheren de opvangplaatsen en zorgen voor de begeleiding. In 2012 verwelkomde Vluchtelingenwerk de 6000ste asielzoeker. Autonomie en het gezin staan voor ons centraal. Daarom kiezen we ervoor om asielzoekers op te vangen in individuele woningen, appartementen,
26 jaarverslag 2012 | Vluchtelingenwerk Vlaanderen
Wist je dat? — we gemiddeld 950 asielzoekers per dag opvangen — de meeste asielzoekers in onze opvang uit Servië, Rusland en Afghanistan komen — 97 mensen werden erkend als vluchteling en 14 als oorlogsvluchteling (subsidiaire bescherming) — 4 families die erkend werden als vluchteling uit de zogenaamde ‘veilige landen’ komen — 83 mensen onze opvang verlieten en vrijwillig terugkeerden naar hun land
studio’s of in opvangplaatsen met gemeenschappelijke faciliteiten. Onze opvangpartners begeleiden de asielzoekers in hun dagelijkse leven en doorheen de asielprocedure. De begeleiders krijgen van ons juridische en praktische ondersteuning: vormingen, documentatie en een juridische helpdesk. Die ondersteuning is nog verder uitgebreid met een ruim aanbod aan vormingen en werkbezoeken voor onze begeleiders. Zoals een training vluchtverhaalanalyse en vormingen rond het terugkeertraject en de preventie van zelfdoding. Met ons aanbod bereikten we 175 begeleiders. Vluchtelingenwerk en CIRÉ zijn sinds 2012 aanwezig op de dienst dispatching van Fedasil, het Federaal agentschap voor de opvang van asielzoekers. We kunnen nu snel en efficiënt asielzoekers toewijzen aan onze opvangplaatsen.
Ons Soeppunt Naast de opvang coördineren we ook samen met CIRÉ een Soep- en infopunt, kortweg Soeppunt. Asielzoekers krijgen er een warm onthaal op de dag dat ze in België aankomen en asiel aanvragen. Een warme kom soep en belangrijke neutrale informatie zijn de kern van ons Soeppunt. We geven de pas aangekomen asielzoekers elke dag tussen 12u en 13u begrijpbare juridische informatie, benadrukken het belang van een advocaat en belichten kort het asielinterview. Wist je dat? — er in 2012 zo’n 80 nieuwe vrijwilligers bijkwamen — de teller van enthousiaste Soeppuntvrijwilligers nu dus op 200 staat — we daardoor 20 000 asielzoekers, of zo’n 80 per dag, soep en info gaven
En dat doen we niet alleen. Elke dag zetten maar liefst tien vrijwilligers zich in voor dat warm onthaal. Zoals ambtenaren van de Vlaamse overheid of werknemers van GDF Suez. Maar ook vluchtelingen die ooit zelf langs het Soeppunt passeerden, dragen nu graag hun steentje bij. Eind 2012 kregen we van de federale overheid te horen dat de subsidies voor het Soeppunt wegvallen. Omdat het Soeppunt volgens ons echt een behoefte invult, zullen we in 2013 dus op zoek gaan naar alternatieven. Wist je dat? — SOS Opvang de 255 meest kwetsbare asielzoekers uit 46 verschillende landen opving — we dat samen met 300 vrijwilligers deden — meer dan 2500 asielzoekers overdag een maaltijd en basis socio-juridische bijstand kregen
SOS Opvang Begin 2012 voelde het Soeppunt nog de gevolgen van de crisis in de opvang voor asielzoekers. Als asielzoekers te horen kregen dat er voor hen geen opvangplaats was, keerden ze meteen terug naar het Soeppunt. Het was voor hen een plek van herkenning en rust. Ze konden er met al hun vragen terecht. SOS Opvang was actief tot maart 2012. Dit noodhulpproject startte Vluchtelingenwerk in 2011 op om de opvangcrisis het hoofd te bieden. We deden dit toen samen met 11.11.11, Unicef België; Oxfam Solidariteit, Oxfam-Wereldwinkels, CIRÉ, Convivial, Caritas International en Dokters van de Wereld. Asielzoekers die op straat moesten overleven kregen dan bij ons overdag sociale, juridische en medische begeleiding. De meest kwetsbare onder hen gaven we een slaapplaats.
SOS Opvang - © Reginald Dierckx
Vluchtelingenwerk Vlaanderen | jaarverslag 2012 27
Beleidsbeïnvloeding en analyse
Gesloten centrum 127bis, Steenokkerzeel - © Pieter Stockmans
Lijst veilige landen niet veilig ‘Minder instroom, meer uitstroom’: dat was de focus van het asielbeleid in 2012. De lijst van ‘veilige herkomstlanden’ was één van de maatregelen van de overheid om de instroom van asielzoekers uit die ‘veilige landen’ te beperken en de uitstroom te vergroten. Sinds maart 2012 moeten asielzoekers uit Albanië, Bosnië-Herzegovina, Macedonië, Kosovo, Servië, Montenegro en India extra inspanningen leveren om hun vrees voor vervolging te bewijzen. Ze krijgen een versnelde, minder kwalitatieve asielprocedure met weinig mogelijkheden om een beroep in te dienen. En zo werd Albanië
28 jaarverslag 2012 | Vluchtelingenwerk Vlaanderen
opgenomen op de lijst van veilige landen. Maar staat in 2012 wel in de top 10 van landen waarvan meeste vluchtelingen erkend werden. Is Albanië dan wel veilig?’ België is trouwens niet het enige land in Europa dat kiest voor een lijst van ‘veilige landen’. Ook het Verenigd Koninkrijk, Luxemburg, Oostenrijk, Frankrijk, Duitsland, Denemarken en Ierland werken met zo’n lijst. Maar als we dan deze lijsten met elkaar vergelijken is geen enkele lijst dezelfde. Hoe kan een land nu als veilig worden beschouwd door het ene land, maar niet door het andere? In 2012 ging Vluchtelingenwerk dan ook, samen
met andere ngo’s, in beroep tegen deze lijst van veilige landen. De resultaten van het beroep verwachten we in 2013.
Afghanistan: zijn ongelooflijke verhalen ongeloofwaardig? Sinds 2011 repatrieert België opnieuw afgewezen asielzoekers naar Afghanistan. Zorgwekkend is dat de nieuwe regering ook kwetsbare mensen terugstuurt. Bijvoorbeeld leden van religieuze minderheden. Of ook jongeren die in ons land zijn aangekomen als minderjarigen. Denk maar aan Parwais Sangari. Ook wijst het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen vaak Afghanen af omdat ze hun identiteit niet voldoende kunnen bewijzen. Zonder zekerheid over hun identiteit en afkomst kan het Commissariaat-generaal hun nood aan bescherming niet onderzoeken. En toch stuurt de Dienst Vreemdelingenzaken hen terug naar Afghanistan. Terwijl deze mensen daar misschien wel gevaar kunnen lopen. Vluchtelingenwerk kaart deze problematiek aan in de pers en bij de regering. We stimuleren parlementsleden om hierover vragen in het parlement te stellen. Dat gebeurde ook in 2012: ongeveer drie parlementsleden stelden één of meerdere vragen. In oktober 2012 veroordeelde het Europees Hof voor de Rechten van de Mens ons land omdat het een asielaanvraag van een Afghaans gezin onzorgvuldig behandelde. Het Hof bevestigde hiermee onze vrees: er zijn knelpunten in de behandeling van Afghaanse asieldossiers.
Syriërs eindelijk erkend als oorlogsvluchtelingen Achttien maanden lang bevroor ons land de asielaanvragen van Syriërs. Het Commissariaatgeneraal vond dat de situatie in het land nog te onduidelijk was om te spreken van een algemeen gewapend conflict. En dus kregen gevluchte Syriërs geen subsidiaire bescherming (oorlogsvluchteling). Vluchtelingenwerk veroordeelde dit beleid en pleitte in de media voor subsidiaire bescherming voor Syriërs. In augustus 2012 besliste het Commissariaatgeneraal dan om terug Syrische asielaanvragen te behandelen. De meeste Syriërs krijgen nu bescherming. Toch blijft het voor veel Syriërs zo goed als onmogelijk om België op een legale manier te bereiken. Zo is het zeer moeilijk voor hen aan visa te raken voor ons land. Wij blijven hen hierop aanspreken.
Resettlement: België wil honderd vluchtelingen uitnodigen In 2012 kondigde staatssecretaris voor Asiel en Migratie Maggie De Block aan dat België in 2013 honderd vluchtelingen zal uitnodigen naar ons land. Dat heet resettlement. De vluchtelingen wonen nu in vluchtelingenkampen in Tanzania en Burundi waar ze geen veilig leven kunnen opbouwen. Daarop actualiseerden we onze visie op resettlement waarin we opnamen dat we blijven ijveren voor een structureel resettlementbeleid voor België. Net zoals bijvoorbeeld Nederland en Zweden jaarlijks 500 en 1700 vluchtelingen uitnodigen, moet België ook haar steentje bijdragen. Want wereldwijd wachten in 2013 volgens UNCHR ongeveer 181 000 vluchtelingen op resettlement.
Europa In 2012 vond de laatste fase van de harmonisering van de EU-asielwetgeving plaats. Een nieuwe tekst van de kwalificatierichtlijn werd goedgekeurd. Deze richtlijn bepaalt de definitie en inhoud van internationale bescherming in de Europese Unie. Ook werkten de EU- instanties aan een nieuwe tekst voor de opvangrichtlijn, de asielprocedurerichtlijn en de Dublin-verordening. Deze laatste is de wet die bepaalt welke EU-lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielaanvraag. Over de Dublin-verordening maakten we in 2012 een brochure ‘Wat is Dublin’ om de knelpunten van dit systeem aan het ruime publiek te laten zien. Vluchtelingenwerk heeft de onderhandelingen rond de nieuwe EU-wetgeving gevolgd via de Europese koepel van vluchtelingenorganisaties ECRE. We werkten mee aan hun standpunt rond solidariteit en verdeling van verantwoordelijkheid op het vlak van asiel binnen de EU.
Is de opvangcrisis voorbij? Van 2009 tot 2012: drie jaar lang moesten heel wat asielzoekers in ons land op straat overleven. In totaal zette de opvangcrisis 12 340 mannen, vrouwen en kinderen in de kou. Vluchtelingenwerk bleef met SOS Opvang ook in 2012 druk zetten op de regering om snel een oplossing te vinden voor de asielzoekers op straat. Een delegatie van SOS Opvang legde op een gesprek met het kabinet De Block concrete beleidsaanbevelingen voor. De staatssecretaris creëerde uiteindelijk bijkomende noodopvang. Door een verstrenging van het asielbeleid daalde ook het aantal asielaanvragen.
Vluchtelingenwerk Vlaanderen | jaarverslag 2012 29
Er kwam voor de meeste asielzoekers een einde aan de ellende. De meeste onder hen worden nu opgevangen. In 2012 kregen in totaal 95 asielzoekers uit de EU en 208 asielzoekers uit de rest van de wereld geen opvangplaats. Maar dat betekende niet dat de problemen van de baan waren. Want de meeste gezinnen met kinderen zonder papieren kregen nog altijd geen opvang. Terwijl zij daar bij wet recht op hebben. Ook vandaag nog worden ze aan hun lot overgelaten. EU-burgers die asiel aanvragen krijgen ook nog steeds geen opvang. En ook voor asielzoekers die een meervoudige aanvraag indienen, werd de wet strenger. Vanaf dan zouden asielzoekers enkel tijdens hun eerste asielaanvraag zeker zijn van een opvangplaats. Voor een tweede of volgende asielaanvraag bleek opvang enkel mogelijk als ze nieuwe elementen aan hun vluchtverhaal kunnen toevoegen. Fedasil legde nieuwe regels vast over het einde en de mogelijke verlenging van de opvang. Zo kregen onder meer asielzoekers die in beroep gingen bij de Raad van State tegen een negatieve beslissing over hun asielaanvraag, geen opvang meer. Dat maakte het voor hen moeilijker om in beroep te gaan. Want geen opvangplaats betekent ook geen begeleiding. Daarom ging Vluchtelingenwerk bij de Raad van State in beroep tegen deze nieuwe regels.
ning? Hoe groot is het risico dat ze in armoede terechtkomen? En hoe kunnen openbare diensten als OCMW, VDAB en gemeenten dit voorkomen? In de brochure ‘Gemeenten Geven Thuis’ verzamelden we de goede praktijken van gemeenten, OCMW’s … De brochure kwam terecht bij alle OCMW’s in Vlaanderen. Op een afsluitende studiedag onderzochten we met Caritas International, het Belgisch Comité voor Hulp aan Vluchtelingen en Convivial de activeringspolitiek van OCMW’s en tewerkstellingsdiensten. Tachtig mensen namen hieraan deel. In 2012 monitorden we in onze eigen opvangplaatsen nog beter welke gevolgen wetswijzigingen en instructies van Fedasil hadden op de opvang. We analyseerden ze en hielden statistieken bij. Deze dienden als ondersteuning van ons beleidswerk rond opvang.
Analyse Ons beleidswerk steunt natuurlijk op grondige analyses. Nog meer dan andere jaren lag onze focus in 2012 op zulke analyses. We analyseerden knelpunten in de behandeling van Afghaanse asieldossiers en verwerkten die in een landenrapport. Dat was meteen de eerste in een reeks landenrapporten. Seksuele geaardheid kan een reden voor vervolging zijn. We startten de analyse van beslissingen die de asielinstanties in ons land namen op basis van deze vervolgingsgrond. Hoe kan je je seksuele geaardheid bewijzen? En hoe beoordelen asielinstanties dat? In 2013 publiceren we dit rapport. In ons analysewerk focusten we ook op gevluchte artsen. Met een buitenlands artsendiploma kan je hier niet zomaar aan de slag. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de expertise van deze artsen zo goed en zo snel mogelijk kan ingeschakeld worden in Vlaanderen? En welke meerwaarde hebben zij voor onze zorgsector? We brachten een rapport uit om het debat aan te zwengelen. Wat gebeurt er met vluchtelingen na hun erken-
30 jaarverslag 2012 | Vluchtelingenwerk Vlaanderen
ARTS © UNHCR, Integration Campaign
Ondersteuning
werk van ZebrArt-kunstenaar Kito, Fort Europa, 2008
Laatste vluchteling krijgt studie begeleiding In Gent, Antwerpen en Brussel kunnen vluchtelingen nu al negen jaar lang met al hun vragen terecht bij onze studiebegeleiding. Al die tijd streefden we naar een structureel aanbod van de overheid voor volwassenen met een buitenlands diploma die opnieuw willen studeren. Heel wat vluchtelingen haalden een diploma in hun thuisland en hadden een goede job. Maar dat betekent niet dat ze hier onmiddellijk dezelfde job kunnen uitoefenen of met hun diploma aan de slag kunnen. Vaak moeten ze opnieuw gaan studeren of bijstuderen.
De Vlaamse overheid besliste uiteindelijk om vanaf 2014 zelf studiebegeleiding voor nieuwkomers te organiseren. In tussentijd lopen er zes pilootprojecten in Vlaanderen en Brussel. Vanaf nu kunnen vluchtelingen dus daar terecht in plaats van bij Vluchtelingenwerk. Daarom hielpen we in 2012 de laatste vluchteling binnen onze eigen studiebegeleiding.
Vluchtelingen@work In 2012 werkten we verder rond de tewerkstelling van vluchtelingen. En spraken vooral de werkgevers aan. We moedigden hen aan een ‘open bedrijf ’
Vluchtelingenwerk Vlaanderen | jaarverslag 2012 31
te zijn voor vluchtelingen. En vroegen hen om hoogopgeleide vluchtelingen een passende stage of, nog beter, een echte job aan te bieden. Ze ontmoetten elkaar onder andere tijdens onze netwerkreceptie. De werkervaringen waren voor alle vluchtelingen een verrijkende ervaring. Ook heel wat werkgevers reageerden positief.
Wist je dat? — 15 vluchtelingen relevante werkervaring kregen en 4 onder hen effectief een job in hun specialisatie vonden — onze netwerkreceptie 10 vluchtelingen en 19 werkgevers samenbracht — 5 gevluchte ingenieurs deelnamen aan een ‘speedmeet’ met een headhunters bureau
ZebrArt Het platform voor gevluchte kunstenaars, ZebrArt werd eind 2011 een onafhankelijke vzw met eigen Raad van Bestuur. We ondersteunen deze vzw, onder meer met hulp bij het zoeken naar middelen om de werking verder te zetten. Voorlopig met weinig resultaat. ZebrArt vzw verwelkomde haar nieuwe voorzitter Erwin Jans, dramaturg bij het Toneelhuis. Hij bouwde in zijn carrière heel wat expertise op rond interculturaliteit.
Vragen? Contacteer onze helpdesks Naast onze helpdesk ‘Terugkeer’ (zie deel 1) bieden we ook de heldesks ‘Planet Search’ en de ‘Juridische helpdesk’ aan. Met deze helpdesks ondersteunden we ook in 2012 heel wat advocaten, vrijwilligers en begeleiders van asielzoekers.
> Planet search Voor advocaten, vrijwilligers en begeleiders van asielzoekers is correcte en voldoende landeninfo om een asieldossier te onderbouwen erg belangrijk. Planet Search zoekt, bestudeert en analyseert relevante bronnen via het internet en persdatabanken over de situatie in het herkomstland van asielzoekers. Voor asielzoekers kan die info de geloofwaardigheid van hun vluchtverhaal ondersteunen. En dus van levensbelang zijn. In 2012 kreeg de helpdesk 465 vragen over ongeveer 60 landen. Dat is een stijging ten opzichte van
32 jaarverslag 2012 | Vluchtelingenwerk Vlaanderen
vorig jaar. Toen kregen we 440 vragen. De meeste vragen gaan over een persoonlijk vluchtverhaal. Andere zijn meer algemeen zoals vragen over een specifieke regio of over etnische of religieuze groepen. De meeste vragen gaan over Afghanistan, Irak en de Russische Federatie.
> Juridische helpdesk Naast correcte en voldoende landeninfo is een goede kennis van het asielrecht, migratiebeleid en het beleid van asielinstanties cruciaal voor advocaten en begeleiders. Daarom staat de helpdesk klaar om juridisch advies te geven. In 2012 beantwoordde de helpdesk 824 vragen.
Vluchtnet.be en een handboek Op dit extranet gingen in 2012 zo’n 295 advocaten op zoek naar analyses van rechtspraak en gespecialiseerde juridische info over asiel. Het is speciaal ontwikkeld voor asieladvocaten. Dankzij Vluchtnet kunnen ze ook onderling informatie en ervaringen delen om hun juridische bijstand aan asielzoekers te optimaliseren. Begeleiders bij de asielprocedure kunnen dan weer rekenen op ons geactualiseerde handboek speciaal op hun maat gemaakt. In 2012 bracht de uitgeverij Politeia het vernieuwde handboek uit.
Vluchtverhaalanalyse We startten met een pilootproject rond vluchtverhaalanalyse. Een cruciaal aspect van de procedurebegeleiding. We gaven een zestal begeleiders uit zowel onze kleinschalige opvang als de federale opvangcentra intensieve ondersteuning. We hielpen hen bij het afnemen en analyseren van het vluchtverhaal van een asielzoeker.
Overlegmomenten en vormingen Niet alleen met de helpdesks, brochures en websites ondersteunen we advocaten, vrijwilligers en begeleiders van asielzoekers. We brachten hen in 2012 ook vijf keer samen om ervaringen uit te wisselen rond een specifiek asielthema. En kritisch te reflecteren over hun eigen begeleidingsrol. Want een goede samenwerking en vertrouwensrelatie tussen advocaten en begeleiders is belangrijk om samen asielzoekers zo goed mogelijk bij te staan in hun asielprocedure. Ook speelden we in op de actualiteit door een vorming te geven rond de lijst veilige landen en de werking van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in asielzaken. Daarnaast gaven we ook negen basisvormingen over asielrecht, opvang en vluchtverhaalanalyse.
Vrijwilligerswerking Vrijwilligers zijn de basis van een beweging. Daarom blijft Vluchtelingenwerk er voor kiezen om via vrijwilligers onze beweging te versterken en uit te breiden. Dat doen we met twee soorten vrijwilligers: lokale vrijwilligersgroepen en vrijwilligers op het secretariaat van Vluchtelingenwerk. Lokale vrijwilligersgroepen in heel Vlaanderen zetten zich dagelijks in voor asielzoekers, vluchtelingen en mensen zonder papieren. Ze maken hen wegwijs in de gemeente: helpen met huisvesting, inschrijvingen in de school, organiseren huiswerkklassen, voedselbedeling,… Daarnaast staan ze asielzoekers en mensen zonder papieren bij in hun procedure. Vluchtelingenwerk ondersteunt zo’n 40 vrijwilligersgroepen. Samen met partnerorganisaties organiseren we provinciale ontmoetingsmomenten. Op deze ontmoetingsmomenten kunnen vrijwilligers ervaringen uitwisselen en geven we hen vormingen op maat. In 2012 vertelden we hen meer over vrijwilligers werven, terugkeer en het Europese asielbeleid. Op hun buurt geven lokale groepen ons signalen door van op het terrein. Ook in Brussel ondersteunen heel wat vrijwilligers onze werking. In 2012 kregen we er voor ons Soeppunt tachtig enthousiaste vrijwilligers bij. Nu telt het Soeppunt zo’n tweehonderd vrijwilligers. Elke middag geven een tiental onder hen asielzoekers een warme kom soep en tegelijkertijd broodnodige informatie over hun asielprocedure. Ook op het secretariaat van Vluchtelingenwerk werken er vrijwilligers mee. Ze analyseren rechtspraak, doen beleidswerk, worden ingezet op sociale media,… Elke jaar stijgt het aantal vrijwilligers. Naast de lokale groepen kunnen we nu al beroep doen op 380 vrijwilligers. Sinds 2012 krijgt elke nieuwe vrijwilliger een instapmap en een basisvorming asiel. Zowel in Limburg als in Brussel organiseerden we in 2012 zo’n vorming. Bijna veertig vrijwilligers namen hieraan deel. Volgend jaar willen we deze onder-
vrijwilliger Alhadi op het soeppunt van Vluchtelingenwerk - © PASCALE MERTENS
steuning voor vrijwilligers nog verder uitbreiden.
SOS Opvang In de winter van 2011-2012 mobiliseerde Vluchtelingenwerk in het samenwerkingsverband SOS Opvang meer dan driehonderd vrijwilligers. Zij organiseerden onze tijdelijke nachtopvang voor asielzoekers zonder opvangplaats. Gedurende drie maanden waren deze driehonderd vrijwilligers de drijvende kracht achter SOS opvang. Zij gaven samen met ons een krachtig signaal aan de regering.
een vrijwilligster geeft uitleg aan een familie in SOS opvang
Vluchtelingenwerk Vlaanderen | jaarverslag 2012 33
Verhalen vertellen
‘Ze getuigt van lef, de advertentie van Vluchtelingenwerk Vlaanderen: het bekende gezicht van de burgemeester van de grootste stad van Vlaanderen stevig toetakelen, daarnaast zijn rechtstreekse concurrenten voor de komende gemeenteraadsverkiezingen iets soortgelijks toedichten en zo aangeven dat de risico’s van politiek bedrijven in Antwerpen klein bier zijn vergeleken bij andere omgevingen. Soms moeten mensen wel degelijk voor lijf en leden vrezen, en dus een uitweg zoeken naar elders (hier bijvoorbeeld)’ De jury van de Standaard Solidariteitsprijs
Ik ben gastvrij! En jij? Gastvrijheid is één van de mooiste eigenschappen. Mensen warm onthalen, zeker als ze het nodig hebben. Zoals vrienden in de problemen. Of asielzoekers en vluchtelingen. Zij moeten een nieuw leven opbouwen in een gemeente. En die gemeente en haar inwoners kunnen gastvrij zijn. Daarom riepen we met onze campagne ‘gastvrije gemeenten’ mensen op om hun gemeente gastvrij te stemmen. Eén verhaal stond centraal: dat van Hakim Nawabi. In Merchtem, Hasselt en Mechelen hingen meer
34 jaarverslag 2012 | Vluchtelingenwerk Vlaanderen
dan driehonderd verkiezingsborden die leken op een verkiezingscampagne van Hakim Nawabi. Hij kwam op voor ‘een zetel in het parlement’ met de slogan ‘Terug naar eigen land’. Op het eerste gezicht dus de spreekbuis voor een extreem rechtse anti-migratie partij. Op 26 april werden de affiches overplakt met de slogan: ‘Vluchtelingen hebben geen keuze. Ontdek hun verhaal en stem je gemeente gastvrij op www.gastvrijegemeente. be’. Onze campagne was gelanceerd. Eind 2012 stemden meer dan 4500 mensen uit 306 gemeenten voor een gastvrije gemeente.
Meer dan 10 000 raambordjes met ‘ik wil wonen in een gastvrije gemeente werden verspreid. In 2013 gaan we op zoek naar vluchtelingvriendelijke initiatieven in de gemeenten. Want Vlaanderen wil gastvrij zijn!
De media: nationaal, lokaal en sociaal We proberen onze communicatie te ondersteunen met echte verhalen. Zo maken we het leven van asielzoekers en vluchtelingen tastbaar voor het ruime publiek.
over asielzoekers en vluchtelingen in België delen we met onze fans en volgers. Bovendien gebruiken we sociale media ook om mensen op te roepen tot actie. Zo kwamen de meeste stemmen voor een gastvrije gemeente via sociale media. En wierven we via dit medium vrijwilligers voor SOS Opvang en om mee actie te voeren.
Wereldvluchtelingendag
Op 20 juni is het Wereldvluchtelingendag. Die dag In 2012 hechtten we opnieuw veel belang aan cor- is er wereldwijd aandacht voor vluchtelingen. recte berichtgeving. We organiseerden daarom een Vluchtelingenwerk ontwikkelde in 2012 daarvoor persbriefing bij Belga, een Facebookapplicatie, een Belgisch nieuwszond een tv- en radio Ik was topambtenaar in agentschap. Daarbij spot uit en verzorgde een Afghanistan. En bovendien deden we de basis van visueel spektakel op het asiel uit te doeken in Luxemburgplein. Dat atheïst en progressief. een uur en behandelden deden we samen met Dus voor de taliban een we enkele actuele vraagUNHCR, de Vluchtevijand. Gelukkig kon stukken: thema’s die op lingenorganisatie van de ik vluchten naar dat moment speelden VN, Fedasil, het Comin de media. Daarnaast missariaat-generaal voor België en vond ik hier werkte we in 2012 een de Vluchtelingen en de een gastvrije gemeente redactionele huisstijl Staatlozen, het Belgisch uit om onze communi- Hakim Nawabi, gevlucht uit Afghanistan Comité voor Hulp aan catie te stroomlijnen. Sade Vluchtelingen, het men met onze grafische Rode Kruis, Croix Rouhuisstijl zorgde dat voor extra herkenbaarheid van ge en onze Franstalige zusterorganisatie CIRÉ. onze communicatie. Bovendien deelden we samen met 150 vrijwilligers flyers uit in 25 Belgische stations. In 2012 concentreerden we ons niet alleen op de nationale media. We richtten ons ook op de lokale Met dat alles toonden we aan dat mensen niet pers. Dat was onder andere zeer nuttig voor onze zomaar op vlucht slaan. Ze laten niet zonder reden campagne ‘gastvrije gemeente’. Die sterk lokaal hun hele hebben en houden achter om ergens ingebed was en dus interessant nieuws voor de anders een nieuw leven op te bouwen. lokale pers. Verhalen in de lokale pers waren een handig hulpmiddel om meer stemmen voor een Een filmpje gaf weer hoe we in Brussel een gebouw gastvrije gemeente binnen te rijven. virtueel in brand staken. Een symbool voor hoe het voelt om alles achter te moeten laten. Het Online communicatie is voor Vluchtelingenwerk filmpje werd eind 2012 maar liefst 28 000 keer alsmaar belangrijker: website, e-mail, sociale me- bekeken. Je kan het bekijken op You Tube via de dia,… Vooral sociale media maken het makkelijk zoekterm ‘Brussels square turns into war zone’. om onze boodschap naar een ruimer publiek dan alleen onze achterban uit te dragen. We werken aan Winter, zomer: opvang! een online gemeenschap die onze boodschap mee SOS Opvang gaf de opvangcrisis een gezicht. In de uitdraagt. Vluchtelingenwerk en de woordvoerder media was er veel aandacht voor ons signaal. Het hadden eind 2012 samen 3050 Facebookfans en is niet de taak van ngo’s, maar wel van de overheid 1750 volgers op Twitter. Dagelijks sturen we vanaf om asielzoekers op te vangen. Zij hebben bij wet elk account minstens één bericht de wereld in. We recht op opvang. Uiteindelijk voorzag de regering delen persberichten, onze nieuwsbrief e-fugee en tijdelijk extra opvangplaatsen. Maar enkel voor berichten van onze leden. Ook het laatste nieuws de wintermaanden. Omdat er ook in de zomer
Vluchtelingenwerk Vlaanderen | jaarverslag 2012 35
opvang en begeleiding moet zijn voor asielzoekers kwamen we op straat. Op 6 maart 2012 ijverden we voor het kabinet van staatssecretaris Maggie De Block samen met 350 mensen voor opvang: zomer en winter. Grote borden toonden de profielen van de mensen op straat en ons strijdlied was van ver te horen.
De Standaard Solidariteitsprijs
brochures, jaarverslagen,… In 2012 werd ‘Wat is een vluchteling’ bijna 2500 keer gedownload. Het rapport over de gesloten centra van 2006 nog altijd meer dan 1000 keer.
E-fugee: 7000 lezers Eind 2012 had onze digitale nieuwsbrief e-fugee 7000 lezers. Dat zijn er 2500 meer dan vorig jaar. Deze sterke stijging komt door het stemformulier op de website van de ‘gastvrije gemeente’ campagne. Mensen kregen een duidelijke en niet verplichte opt-in om op de hoogte te blijven van de activiteiten van Vluchtelingenwerk.
Elk jaar gaat De Standaard op zoek naar de scherpste advertentie voor het goede doel. Er is een publieksprijs (de prijs voor de advertentie met de meeste stemmen van het ruime publiek) en een juryprijs. Beide winnaars krijgen driemaal een paginagrote adverE-fugee kreeg een maketentieruime in de krant over: beknopte nieuws Het antwoord op de ter waarde van 25 000 berichten afgewisseld wedstrijdvraag is: euro per advertentie. met foto’s en dit alles Het communicatiebuin onze nieuwe huisstijl. 8 jaar. Hartelijke groeten reau Absoluut maakte Naast actuele nieuwsen bedankt voor voor ons een ijzersterke berichten kwamen ook alweer een zeer advertentie. Dat vond maandelijks rubrieken ook de jury van De terug: vacatures, kaleninteressante nieuwsbrief Standaard: Vluchteder en vragen staat vrij lingenwerk won dan Ruth, lezer e-fugee met telkens een vraag ook De Standaard Sovan de Juridische helplidariteitsprijs 2012. desk, Planet Search en de helpdesk Terugkeer. Nieuw was dat we in elke e-fugee een wedstrijd Van Holocaust tot vluchten vandaag lanceerden. Net als andere jaren probeerden we ook in 2012 ons verhaal via partners te vertellen. Daarom werkten we samen met de Kazerne Dossin. Dit museum over Holocaust en mensenrechten opende in 2012 haar deuren. Omdat vluchten van alle tijden is verzamelde Vluchtelingenwerk portretten van mensen die vandaag de dag moeten vluchten. Hun verhalen hangen in het museum en figureren in een mooi fotoboek over de tentoonstelling.
Website in een nieuw kleedje In aanloop naar de nieuwe website zetten we onze huidige website om naar de onze nieuwe grafische huisstijl. Ook integreerden we de vrijwilligerswebsite: www.vluchtelingenwerk.be/vrijwilligers. Voor het eerst schakelden we onze website in bij een fondsenwervende actie voor het Soeppunt. In 2012 bezochten 2% meer mensen de website in vergelijking met het jaar daarvoor. Opmerkelijk was de grote stijging van bezoekers die via Facebook en Twitter doorklikten. Via Facebook waren dat 4200 bezoeken. Een blijvend succes van de website is het aantal downloads van rapporten,
36 jaarverslag 2012 | Vluchtelingenwerk Vlaanderen
Campagne Gastvrije Gemeente
Personeel en financiën
Kleinschalige Opvang Vluchtelingenwerk, © Fotografie Christo
Financieel beheer Vluchtelingenwerk beschikt over verschillende financieringsbronnen: Europese, federale en Vlaamse. Naast overheidssubsidies voor concrete opdrachten of projecten ontvangt Vluchtelingenwerk ook middelen van onder andere 11.11.11 en uit private fondsenwerving. De omzet van Vluchtelingenwerk bedroeg in 2012 2,75 miljoen euro. In vergelijking met vorig jaar is dat een stijging met 270 000 euro. Vluchtelingenwerk blijft sterk afhankelijk van projectsubsidies. Wel zien we opnieuw een sterke groei van de inkomsten uit fondsenwerving (68 500 euro in 2012 tegenover 27 000 euro in 2011 en 12 000 euro in 2010). We hebben een goede reputatie voor de administratieve opvolging van onze diverse middelen. In 2012 werd 5068 euro aan subsidies ingehouden door publieke financiers na controle van eindrapporten. Dit is minder dan 0,3% van de jaarlijkse inkomsten uit projectsubsidies en
getuigt van degelijk financieel bestuur. Vluchtelingenwerk kreeg in 2012 van de Europese Ombudsman gelijk in een langdurig geschil met de Europese Commissie, wat zich vertaalde in een minnelijke schikking. De organisatie werkt als geheel met meerjarenplanningen en jaarplannen. De grootste uitgavenpost van een tweede- en derdelijnorganisatie zoals Vluchtelingenwerk is gewoonlijk de loonkost van de medewerkers. De meerderheid van het personeel wordt direct ingezet op de projectwerkingen van Vluchtelingenwerk. Hierbij heeft de coördinatie van het opvangnetwerk voor asielzoekers de grootste personeelsbezetting. Projectsubsidies worden systematisch en nauwgezet gecontroleerd door bevoegde overheidsinstellingen. Daarnaast werden de rekeningen 2012 gecontroleerd en goed bevonden door Mazars Bedrijfsrevisoren. De jaarrekeningen zijn publiek beschikbaar op de website van de Nationale Bank (www.nbb.be). Vluchtelingenwerk publiceert ook haar financiële kerngegevens
Vluchtelingenwerk Vlaanderen | jaarverslag 2012 37
voor het grote publiek op www.donorinfo.be. Net als vorige jaren zijn giften aan Vluchtelingenwerk voor een bedrag van 40 euro of meer fiscaal aftrekbaar. In 2012 ontving Vluchtelingenwerk 38 121,15 euro aan particuliere giften en 30 350 euro van corporate donoren. Een belangrijk deel hiervan was bestemd voor het tijdelijke noodhulpproject ‘SOS Opvang’. Vluchtelingenwerk kon geen fondsenwerver aannemen. Er werden wel belangrijke stappen gezet naar een betere diversificatie van middelen. Daar waar de verhouding overheidssubsidies/particuliere middelen in 2011 nog 15/1 bedroeg, was die ratio voor 2012 11/1. Vluchtelingenwerk dankt de verschillende financierende overheden, de Koning Boudewijnstichting, het Network of European Foundations, 11.11.11, en de individuele en corporate donoren voor hun steun in 2012. Ook de talrijke medewerkers en vrijwilligers zonder wie heel wat activiteiten niet gerealiseerd konden worden: bedankt!
Verdeling inkomsten, uitgaven INKOMSTEN 2012 - € 2,75 MIO Europese subsidies Federale subsidies Vlaamse subsidies Stichtingen en ngo’s Corporate donoren Particuliere fondsen Andere inkomsten
UITGAVEN 2012 - € 2,75 MIO Diensten en goederen Bezoldigingen Andere kosten Reserves
Personeel Vluchtelingenwerk voert een actief diversiteitbeleid en selecteert medewerkers op basis van competenties. Omdat we het belangrijk vinden dat onze organisatie een afspiegeling is van de maatschappij en omdat we op die manier veel efficiënter kunnen werken. Het gemiddelde personeelsbestand bedroeg in 2012 34,1 voltijds equivalenten. Dit is ongeveer evenveel als het jaar daarvoor, toen we 33,4 voltijds equivalenten telden. In 2012 kwamen 18 nieuwe collega’s in dienst terwijl 24 mensen onze organisatie verlieten. Dit verloop heeft rechtstreeks te maken met de projectwerkingen van onze organisatie. Deze projecten zijn per definitie tijdelijk. Vluchtelingenwerk heeft meer vrouwen in dienst dan mannen. Op 31 december 2012 waren er 9 mannen en 28 vrouwen in dienst. Deze genderverdeling is terug te vinden op alle functieniveaus in de organisatie: het managementteam bestaat uit 4 vrouwen en 2 mannen. Op 31 december 2012 werkten bij Vluchtelingenwerk 8 collega’s met een migratieachtergrond.
Overzicht Overheidssubsidies: Europese subsidies
2 527 417 euro
91,9% van totaal
375 881 euro
13,7%
Federale subsidies
1 853 024 euro
67,4%
Vlaamse subsidies
298 512 euro
10,9%
Private fondsenwerving
223 177 euro
8,1% van totaal
Stichtingen en ngo’s
135 177 euro
4,9%
Corporate donoren
30 350 euro
1,1%
Particuliere fondsen
38 121 euro
1,4%
Andere inkomsten
19 529 euro
0,7%
Totalen
38 jaarverslag 2012 | Vluchtelingenwerk Vlaanderen
2 750 594 euro
100%
Vluchtelingenwerk heeft een jong personeelsbestand. Zo is 59% van onze collega’s jonger dan 35 jaar. De gemiddelde leeftijd van alle werknemers bedroeg op 31 december 2012 34,58 jaar en de mediaanleeftijd 33,5 jaar.
Leeftijdspiramide MANNEN : 8 (22%)
VROUWEN: 29 (78%)
10 8 6 4 2 18-24 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59
Vluchtelingenwerk doet zoveel mogelijk voor een goede balans werk-privé. Bij Vluchtelingenwerk geldt een systeem van glijdende werkuren. Gemiddeld werkt 74% van onze mensen voltijds. Mannelijke collega’s werken in verhouding ongeveer even vaak deeltijds als onze vrouwelijke collega’s. In 2012 namen zeven collega’s tijdskrediet of andere vormen van verlof op. Het personeel van Vluchtelingenwerk wordt verloond volgens vijf looncategorieën, gebaseerd op de barema’s van paritair comité 329.01. De loonspanning (het verschil tussen hoogste en laagste loon in de organisatie) bedroeg in december 2012 2,43. Dit is een stijging in vergelijking met 2011, toen de loonspanning 2,39 bedroeg. Het bruto maandloon van de algemeen directeur bedroeg die maand 4147,64 euro. De totale loonkost 2012 van de algemeen directeur bedroeg 58 197,17 euro inclusief patronale bijdragen, en te vermeerderen met gsm-abonnement en gebruik van een laptop als extralegale voordelen. Dit bedrag ligt lager dan normaal omdat de directeur in 2012 enkele maanden afwezig was wegens moederschapsrust en ouderschapsverlof. Personeelsleden krijgen hun abonnement openbaar vervoer voor woon-werkverkeer terugbetaald: 100% voor een treinabonnement en 80% voor een busabonnement. En bovenop de twintig dagen wettelijke vakantie, biedt Vluchtelingenwerk tien dagen extralegale vakantiedagen.
Dit bedrag is iets lager dan vorig jaar, toen hieraan 21 029 euro werd besteed.
Naar een nieuwe locatie In 2012 werd veel tijd besteed aan de onderhandelingen om te kunnen verhuizen naar een andere locatie. Het huidige kantoor is uitstekend gelegen, maar is niet langer geschikt voor onze organisatie. De jongste jaren groeide Vluchtelingenwerk in verantwoordelijkheden en projecten. Dus nam ook ons personeelsbestand toe. De vrijheidsgraden om een nieuw kantoor te vinden zijn beperkt: een betaalbaar kantoor in de Brusselse Noordwijk en in de buurt van knooppunten van het openbaar vervoer. Een beter geschikt kantoor vinden bleek voor Vluchtelingenwerk alleen een onmogelijke opdracht. In 2012 werd Vluchtelingenwerk samen met nog twee andere organisaties met maatschappelijke meerwaarde (SAW-B en Réseau Financement Alternatif ) door haar lidorganisatie Dokters van de Wereld betrokken in de zoektocht naar een gebouw dat collectief beheerd kon worden. Dat werd gevonden in de Kruidtuinstraat te Sint-Joost-Ten-Node. De vier organisaties ondertekenden op 20 december 2012 een erfpachtovereenkomst voor 99 jaar. Ook de onderhandelingen voor een lening bleken tijdsintensief. Vluchtelingenwerk gaat een lening aan van 861 000 euro terugbetaalbaar over een periode van 20 jaar bij Triodos Bank. De totale erfpachtkost jaar werd namelijk in een keer afgelost. Verder werd veel energie besteed aan het opstellen van een huishoudelijk reglement, de inrichting van het kantoor en het vinden van de nodige middelen of het onderhandelen van lage prijzen daarvoor. De samenwerking met andere middenveldorganisaties maakte een nieuw kantoor voor een financieel beperkte organisatie als Vluchtelingenwerk wel haalbaar. In de lente van 2013 zullen we onze medewerkers een werkplek kunnen bieden die voldoet aan de vereisten.
In 2012 investeerde Vluchtelingenwerk netto 18 092 euro in formele vormingen en opleidingen.
Vluchtelingenwerk Vlaanderen | jaarverslag 2012 39
Dit jaarverslag is een uitgave van Vluchtelingenwerk Vlaanderen vzw Kruidtuinstraat 75, 1210 Brussel T 02 225 44 00 - F 02 201 03 76
[email protected] www.vluchtelingenwerk.be BNP Paribas Fortis BE96 0011 5598 8305 Triodos Bank BE06 5230 8056 2922 40 jaarverslag 2012 | Vluchtelingenwerk Vlaanderen