Jaarverslag 2014 Stichting Vrijwillig Uittreden voor Linnenverhuur- en Wasserijbedrijven en voor Textielreinigingsbedrijven
Inhoud 1
Kerncijfers
3
2
Algemene gegevens
4
3
Verslag
5
3.1
Inleiding
5
3.2
Inhoud van de regeling
5
3.3
CAO, statuten en reglement
6
3.4
Bijdrage
7
3.5
Begroting
7
3.6
VUT-uitkeringen
7
3.7
Financieel beleid
7
3.8
Bestuursbesluiten
7
3.9
Risicomanagement en beleggingsbeleid
8
3.10
Belangrijke bestuurlijke voornemens en besluiten na balansdatum
8
3.11
Toekomstparagraaf
8
3.12
Slotopmerkingen
9
4
Jaarrekening
10
4.1
Balans na resultaatverdeling
10
4.2
Staat van baten en lasten
11
4.3
Algemene toelichting
12
4.4
Toelichting op de balans
13
4.5
Toelichting op de staat van baten en lasten
17
5
Overige gegevens
20
5.1
Bestemming van het saldo van baten en lasten
20
5.2
Gebeurtenissen na balansdatum
20
5.3
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
21
2
1 Kerncijfers 2014
2013
2012
2011
2010
Lopende uitkeringen (ultimo jaar)
-
54
114
175
207
Toegekende uitkeringen
1
10
37
75
42
61,5/62
61,5/62
61,5/62
61,5/62
61,5/62
0,0
2,4
2,4
2,4
2,4
-101
4.535
4.102
4.294
4.362
3
-5
-5
-21
104
302
825
2.121
4.097
5.199
Resultaat boekjaar
-21
5.347
6.162
3.955
4.627
Eigen vermogen**
3.239
3.290
-2.057
-8.219
-12.174
-
511
2.667
7.436
11.601
Aantallen
VUT-gerechtigde leeftijd
Bijdragepercentage
Financiële gegevens (x € 1.000) Premiebaten Beleggingsopbrengsten Kosten VUT-uitkeringen excl. overkook
VUT-verplichtingen***
*) Vanaf 2009 is de voorziening nakomende verplichtingen apart opgenomen op de balans; derhalve is het resultaat ook aangepast, waardoor deze afwijkt van de oorspronkelijke jaarrekening 2009. **) Vanaf 2009 wordt de voorziening nakomende verplichtingen niet meer gepresenteerd als vermogen, maar als een voorziening in de jaarrekening. Vanaf 2011 zijn ook de geschatte toekomstig mogelijke uitkeringen opgenomen in de voorziening. In boekjaar 2011 zijn daarop ook de vergelijkende cijfers aangepast door een stelselwijziging, waardoor de voorziening ultimo 2010 is verhoogd.
3
2 Algemene gegevens Statutaire Naam en vestigingsplaats De Stichting Vrijwillig Uittreden voor Linnenverhuur- en Wasserijbedrijven en voor Textielreinigingsbedrijven, vestigingsplaats Tilburg. Rechtsvorm Een door werkgevers en werknemers opgerichte Stichting, waarvan ook het bestuur paritair is samengesteld uit vertegenwoordigers van werkgevers- en werknemersorganisaties. Samenstelling bestuur Leden werkgevers
Plaatsvervangers
Organisatie
H. van Dijk
Vacature
Federatie Textielbeheer Nederland (FTN)
P. Wennekes
Vacature
Nederlandse Vereniging van Textielreinigers (NETEX)
L. Kamphuis
Vacature
Federatie Textielbeheer Nederland (FTN)
M. Hetem
Vacature
Nederlandse Vereniging van Textielreinigers (NETEX)
S. de Win
Vacature
Federatie Textielbeheer Nederland (FTN)
Leden werknemers
Plaatsvervangers
Organisatie
Vacature
CNV Vakmensen
Y. Reus
FNV Bondgenoten
W. Kruithof A. Neijenhuijs
In het verslagjaar heeft er 1 wijziging in de bestuurssamenstelling plaatsgevonden; de heer J.G Dijkstra is opgevolgd door de heer S. de Win. Gedurende het verslagjaar hebben 4 reguliere bestuursvergaderingen plaatsgevonden en 1 vergadering van de Financiële Commissie. Organisaties Bestuursbureau Wissenraet Van Spaendonck Tilburg B.V. De heer G. Schikhof Bezoekersadres: Reitseplein 8, 5037 AA Tilburg Postadres: Postbus 90154, 5000 LG Tilburg. Accountant KPMG Accountants N.V. Rijnzathe 14 3454 PV De Meern. Administrateur Syntrus Achmea Pensioenbeheer N.V. statutair gevestigd te Amsterdam en kantoorhoudende te De Meern.
4
3 Verslag 3.1
Inleiding
Het is ons een genoegen hierbij verslag uit te brengen over het boekjaar 2014 van de Stichting Vrijwillig Uittreden voor Linnenverhuur- en Wasserijbedrijven en voor Textielreinigingsbedrijven (VUW). Het bestuur van de Stichting is statutair verplicht na afloop van ieder boekjaar door middel van het jaarverslag verantwoording af te leggen betreffende het bestuur en beheer van de Stichting. In dit verslag wordt de inhoud van de VUT-regeling uiteengezet. Daarnaast komen de wijzigingen in de statuten en reglement die in 2014 zijn doorgevoerd aan de orde. Tevens wordt aandacht besteed aan de bijdrage-inning en wordt een overzicht gegeven van het aantal (toegekende) VUT-uitkeringen. Eind 2014 heeft de laatste uitkeringsgerechtigde de 65-jarige leeftijd bereikt en is de laatste uitkering beëindigd. Het bestuur beraadt zich reeds op de liquidatie van het fonds die ultimo 2015 voorzien is.
3.2
Inhoud van de regeling
De Stichting Vrijwillig Uittreden voor Linnenverhuur- en Wasserijbedrijven en voor Textielreinigingsbedrijven (VUW) is in 1979 opgericht met als doel de werknemers de gelegenheid te bieden vrijwillig vervroegd uit het arbeidsproces te treden. De VUT-regeling is vastgelegd in een eigen CAO die telkens voor een bepaalde periode geldt. Overgangsregeling en VUT-regeling Met ingang van 1 januari 2002 is in de Textielverzorgingsbranche een prepensioenregeling ingevoerd. De nieuwe prepensioenregeling wordt uitgevoerd door de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Textielverzorging. Dientengevolge is een overgangsregeling in het leven geroepen die samen met de gewijzigde VUT-regeling met ingang van 1 januari 2002 van kracht is en is ondergebracht bij de VUT-Stichting. Uitloop VUT-regeling Voor werknemers die geboren zijn vóór 1 januari 1948 en voldoen aan de overige voorwaarden van de VUT-regeling bestaat de mogelijkheid om nog van de “oude” VUT-regeling gebruik te maken. De VUT-uittredingsleeftijd is met de invoering van de prepensioenregeling stapsgewijs verhoogd van 59 jaar naar 62 jaar. De uittredingsleeftijd is afhankelijk van het geboortejaar van de werknemer en het kalenderjaar waarin men wil uittreden volgens het schema: Geboortedatum
uittredingsleeftijd
jaar van uittreden
Van 1-1-1947 t/m 31-12-1947
62
2009
Van 1-1-1948 t/m 31-12-1948
62
2010
De mogelijkheid om in deeltijd van de uittredingsregeling gebruik te maken start twee jaar vóór de voor de betrokkene geldende voltijd uittredingsleeftijd. De hoogte van de netto-uitkering ligt op ongeveer 85% van het nettoloon dat een jaar voorafgaande aan de uittreding werd ontvangen. De maximum uitkeringsgrondslag bedraagt voor de oude VUT-regeling € 33.000,-. Voor hen die pas op of na het bereiken van de 62-jarige leeftijd van de regeling gebruik maken, ligt dit maximum op het geldende premiedagloon voor de WW van dat moment.
5
Overgangsregeling Voor werknemers, die op 1 januari 2002 ouder zijn dan 52 jaar en gezien hun leeftijd geen gebruik meer kunnen maken van de reguliere VUT-regeling, is een overgangsregeling in het leven geroepen. Dit omdat deze groep werknemers geen mogelijkheid heeft een volledig prepensioen op te bouwen. De overgangsregeling is een tijdelijke regeling welke voor de duur van 5 jaar is vastgelegd. CAO-partijen hadden het stellige voornemen uitgesproken de regeling iedere 5 jaar te verlengen. Deze uitgangspunten zijn in 2005 evenwel fors doorkruist door de invoering van de Wet VPL. De VUT- en overgangsregeling mochten, om aan de gewijzigde wetgeving tegemoet te kunnen komen, uitsluitend nog maar gebruikt worden door deelnemers die op 1 januari 2005 de leeftijd van 55 jaar al bereikt hadden, dus geboren zijn vóór 1950. De regeling werd daarmee een zogenaamde 55+ regeling. Dit heeft tot consequentie gehad dat de overgangsregeling slechts van toepassing is voor de mensen met geboortejaar 1948 en 1949. Voor deze werknemers is er dus uitsluitend de mogelijkheid om van de overgangsregeling gebruik te maken. Op 61,5 jarige leeftijd kon van de deeltijd uitkering gebruik worden gemaakt. Deze moet op 63,5 jarige leeftijd worden omgezet naar een voltijd uitkering. Op 62,5 jarige leeftijd kan van de voltijd uitkering gebruik worden gemaakt. Gelijktijdig moet een aantal pensioenaanspraken vanuit het bedrijfspensioenfonds tot uitkering komen. De overgangsuitkering biedt hierop een aanvulling. Via de aansluiting bij het BPF Textielreiniging hebben deze werknemers de mogelijkheid om prepensioen op te bouwen. Er bestaat geen mogelijkheid tot deeltijd uittreding meer. Gedurende het verslagjaar is er gesproken over onjuist vastgestelde uitkeringen, waarvoor de besluitvorming qua afhandeling inmiddels heeft plaatsgevonden.
3.3
CAO, statuten en reglement
VUT-CAO De lopende uittredingsregeling van de Stichting Vrijwillig Uittreden voor Linnenverhuur- en Wasserijbedrijven en voor Textielreinigingsbedrijven (VUW) is neergelegd in een aparte VUT-CAO. Deze CAO is algemeen verbindend (AVV) verklaard door de Minister van SZW tot 1 januari 2015.
AVV Georganiseerde werkgevers betalen premie voor de Stichting Vrijwillig Uittreden voor Linnenverhuur- en Wasserijbedrijven en voor Textielreinigingsbedrijven (VUW) op grond van de afgesloten CAO. Ongeorganiseerde werkgevers zijn verplicht premie te betalen op grond van de algemeen verbindend verklaring (AVV) van deze CAO. Het Ministerie van SZW heeft vastgesteld dat er fondsen zijn die bij hun premieheffing geen onderscheid maken tussen georganiseerde en ongeorganiseerde werkgevers. In een AVV-loze periode mag het fonds geen premie in rekening brengen bij ongeorganiseerde werkgevers. Daarom werd voorgeschreven dat de incassoadministratie van het fonds gescheiden moet zijn in georganiseerde en ongeorganiseerde werkgevers. Het fonds heeft deze scheiding doorgevoerd.
Statuten en reglement Gedurende het verslagjaar hebben geen wijzigingen van de statuten en reglement plaatsgevonden.
6
3.4
Bijdrage
In samenhang met het premiebeleid voor het bedrijfstakpensioenfonds en indachtig de consequenties van de VPLwetgeving voor de verschillende regelingen, is door CAO-partijen het bijdragepercentage vanaf 2006 vastgesteld op 2,4% van de grondslag, zoals deze is vastgesteld voor de pensioenregeling voor de textielreiniging. Dit percentage is inclusief de bijdrage voor de overgangsregeling. Van dit percentage was, en is, een werkgever verplicht 0,8% in te houden op het loon van de werknemer. Ook voor het jaar 2013 is het bijdragepercentage vastgesteld op 2,4%, gelijk aan het bijdragepercentage in het jaar 2012. Voor 2014 is, vooruitlopend op de beoogde liquidatie van het fonds, geen bijdrage meer geheven.
3.5
Begroting
Ingevolge Richtlijn 640, lid 204, inzake de verslaglegging van organisaties zonder winststreven, dient het fonds de begrotingscijfers in de staat van baten en lasten op te nemen. Van deze verplichting wordt een fonds ontslagen indien de begroting slechts in beperkte mate als sturingsmiddel wordt gehanteerd. Dit laatste is voor dit fonds het geval.
3.6
VUT-uitkeringen
In 2014 is het aantal deelnemers aan de VUT-regeling ten opzichte van het jaar 2013 afgenomen. Aantal lopende gevallen per 31 december 2013 Aantal toegekende uitkeringen Aantal beëindigde uitkeringen *)
54 1 55.-/54-/-
Aantal lopende gevallen per 31 december 2014
0
*) 55 door pensionering; 0 door overlijden. Indexatie Er heeft gedurende het verslagjaar geen indexatie van de VUT-uitkeringen plaatsgevonden.
3.7
Financieel beleid
De financiële positie van het fonds is in het verslagjaar aanhoudend onderwerp van aandacht geweest. De financiële positie is positief. De VUT-regeling is op 31 december 2014 geëindigd. Ultimo 2012 was er een financieringstekort aanwezig. De verwachting van het bestuur was dat dit financieringstekort ultimo 2013 zou zijn omgezet in een positief beschikbaar vermogen en dat alle uitkeringen tot het einde van de regeling betaald konden worden. Middels beleggingsrendementen en bijdrageheffingen zijn toereikende gelden ontvangen om de uitkeringen te kunnen betalen. Het bestuur verwachtte tussentijds geen liquiditeitstekorten. Deze verwachting van het bestuur bleek bewaarheid; Eind van de looptijd van de regeling is er een overschot.
3.8
Bestuursbesluiten
Naast de al in dit jaarverslag opgenomen onderwerpen heeft het bestuur van de Stichting onder meer nog de volgende onderwerpen behandeld:
7
Jaarverslag 2013 Het jaarverslag 2013 is eerst afgestemd in de vergadering van de Financiële Commissie van 19 mei 2014. Na de bestuursvergadering van 10 juli 2014 is het jaarverslag 2013 na een schriftelijke ronde akkoord bevonden en ondertekend door het bestuur. Het bestuur is hierbij, met inachtneming van de verwerking van de opmerkingen en errata, akkoord gegaan met het jaarverslag 2013. Overkook VUT Ook gedurende het verslagjaar is diverse keren gesproken over de uitvoering van de overkookregeling. Met de reglementswijziging inzake de uitkeringsgrondslag en de laatst mogelijke uittredingsdatum, die ter bestuursvergadering van december 2012 is goedgekeurd. is mede geregeld dat de werknemer de overkook zo maximaal mogelijk kan meekrijgen. Door deze reglementswijziging kunnen mensen uitstellen tot 64 jaar en 11 maanden en het overige als overkook meenemen. Een aanvraag moet nog steeds uiterlijk twee maanden tevoren en volledig en correct ingediend worden. Van deze mogelijkheid is gedurende het verslagjaar ook gebruik gemaakt.
3.9
Risicomanagement en beleggingsbeleid
Vanuit de maatschappelijke ontwikkeling is het van steeds groter belang om het risico die het fonds loopt te managen. Het belangrijkste risico dat het bestuur onderkent, is het concentratierisico. Concentraties kunnen ertoe leiden dat het fonds bij grote veranderingen, in bijvoorbeeld de waardering(marktrisico) of de financiële positie van een tegenpartij (kredietrisico), grote (veelal financiële) gevolgen hiervan ondervindt. De belangrijkste vorm van concentratierisico in de bezittingen van het fonds is de concentratie van de liquide middelen bij één bank. Het fonds onderkent dit risico, maar acht de kans dat dit risico een mogelijke negatieve impact heeft op het fonds beperkt. De VUT-regeling is ultimo 2014 geëindigd. Het bestuur van het fonds heeft de afgelopen jaren regelmatig prognoses opgesteld en indien nodig het beleid aangepast. Ultimo 2014 resteert een overschot. In 2014 heeft het bestuur zich voorbereid op de (financiële) afwikkeling na afloop van de VUT-regeling, om risico’s zo veel mogelijk te beperken. Het bestuur laat zich hierbij begeleiden en adviseren door zowel het Bestuursbureau als Towers Watson en Syntrus Achmea Pensioenbeheer. Beleggingsbeleid Gezien de beperkte looptijd van het fonds, is het beleid van het bestuur dat er op beleggingsgebied geen markt risico meer mag worden gelopen. De gelden zijn geheel liquide.
3.10
Belangrijke bestuurlijke voornemens en besluiten na balansdatum
Na balansdatum hebben zich verder geen belangrijke stellige bestuurlijke voornemens en besluiten voorgedaan.
3.11
Toekomstparagraaf
Ultimo 2014 is de VUT-regeling geëindigd. Alle uitkeringen tot het einde van de regeling hebben plaats gevonden. Op basis van de meest recent opgestelde prognose wordt een overschot verwacht aan het eind van de looptijd van de regeling. Gedurende het verslagjaar heeft het bestuur, mede met het oog op de toekomstige liquidatie van het fonds, wederom besloten tot realisatie van een actuele prognose. De toekomstige liquidatie van de Stichting, onder andere
8
over de bestemming van een batig saldo, kreeg in de vergaderingen van 2014 de nadrukkelijke aandacht van het bestuur. Dit wordt vervolgd in 2015. De liquidatie wordt beoogd per 31 december 2015 plaats te vinden.
3.12
Slotopmerkingen
Nadere gegevens met betrekking tot de financiële gang van zaken gedurende het afgelopen boekjaar zijn vermeld in de op de volgende pagina's opgenomen jaarrekening. Wij danken iedereen die in het verslagjaar heeft bijgedragen aan het goed functioneren van de Stichting.
Ophemert, 9 juni 2015
Het bestuur,
A. Neijenhuijs,
H. van Dijk,
Voorzitter
vice-voorzitter
9
4 Jaarrekening 4.1
Balans na resultaatverdeling
Activa (x € 1.000) Vorderingen
Toelichting
2014
2013
*)
EUR
EUR
4.4.1
Premiedebiteuren
4.4.1.1
-
Overige vorderingen en overlopende activa
4.4.1.2
30
Liquide m iddelen
4.4.2
Totaal
109 121 30
230
3.632
3.952
3.662
4.182
*) De nummering verw ijst naar de toelichting
Passiva (x € 1.000)
Toelichting Eigen verm ogen
4.4.3
Algemene reserve
4.4.3.1
Voorzieningen
2013
EUR
EUR
3.269
3.290
-
511
4.4.4
VUT-verplichtingen Schulden
2014
4.4.5
Uitkeringen, belastingen en premies sociale verzekeringen
4.4.5.1
-
42
Overige schulden
4.4.5.2
393
339
Totaal
393
381
3.662
4.182
10
4.2
Staat van baten en lasten
(x € 1.000)
Toelichting
2014
2013
EUR
EUR
Premiebaten
4.5.1.1
-101
4.535
VUT-verplichtingen
4.5.1.4
511
2.156
Baten
410
6.691
Uitkeringslasten
4.5.2.1
285
Sociale lasten en pensioenpremies
4.5.2.2
17
13
Overige bedrijfskosten
4.5.2.3
156
225
Lasten Financiële baten en lasten Totaal
4.5.3
1.101
458
1.339
27
-5
-21
5.347
-21
5.347
-21
5.347
Bestemming van het saldo van baten en lasten Algemene reserve
11
4.3
Algemene toelichting
Doel De Stichting Vrijwillig Uittreden voor Linnenverhuur- en Wasserijbedrijven en voor Textielreinigingsbedrijven (hierna ‘het fonds’), statutair gevestigd te Tilburg, is in 1979 opgericht met als doel de werknemers de gelegenheid te bieden vrijwillig vervroegd uit het arbeidsproces te treden. De VUT-regeling is vastgelegd in een eigen CAO die telkens voor een bepaalde periode geldt.
Grondslagen van waardering, resultaatbepaling en resultaatbestemming Algemene grondslagen De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met Richtlijn voor de jaarverslaggeving 640 'Organisaties zonder winststreven'. Ingevolge Richtlijn 640, lid 305, dient het fonds de begrotingcijfers in de staat van baten en lasten op te nemen. Van deze verplichting wordt het fonds ontslagen indien de begroting slechts in beperkte mate als sturingsmiddel wordt gehanteerd. Dit laatste is voor het fonds het geval. Waarderingsgrondslagen Voor zover niet anders is vermeld zijn de activa en passiva gewaardeerd tegen nominale waarde.
Vorderingen en schulden Deze posten bestaan uit handels- en overige vorderingen, leningen en overige financieringsverplichtingen, handelsschulden en overige te betalen posten. Deze posten worden gewaardeerd tegen reële waarde. Indien deze posten niet zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de staat van baten en lasten, maken eventuele direct toerekenbare transactiekosten deel uit van de eerste waardering. Na de eerste opname worden deze posten gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen. Liquide middelen Onder de liquide middelen worden banktegoeden opgenomen welke onmiddellijk opeisbaar zijn. De liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
Algemene Reserve Deze reserve is een saldopost en dient ter opvang van tegenvallers anders dan waarvoor een specifieke reserve respectievelijk voorziening is getroffen. Voorziening VUT-verplichtingen De voorziening VUT-verplichtingen is ultimo boekjaar bedraagt 0. Er kunnen geen deelnemers meer gebruik maken van de vutregeling. De laatste uitkeringen hebben plaats gevonden in 2014. Schulden op korte termijn Alle schulden hebben een looptijd korter dan één jaar. Grondslagen van resultaatbepaling De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Resultaatbestemming Het saldo van baten en lasten wordt gedoteerd aan of geput uit het eigen vermogen.
12
4.4
Toelichting op de balans
4.4.1
Vorderingen
Alle vorderingen hebben een looptijd korter dan 1 jaar. Tenzij anders is vermeld. De reële waarde wijkt niet materieel af van de nominale waarde. 4.4.1.1
Premiedebiteuren
De post premiedebiteuren is als volgt opgebouwd: (x € 1.000)
2014
2013
EUR
EUR
Openstaande facturen
51
171
Voorziening dubieuze debiteuren
-51
-62
Totaal
-
109
Bij de waardering van vorderingen wordt rekening gehouden met het risico van oninbaarheid door hiervoor een voorziening in aftrek te brengen op het saldo van de uitstaande vorderingen. Voor gelijksoortige posten met gelijksoortige risico's wordt gezamenlijk een schatting gemaakt van verliezen en risico's op balansdatum. Deze systematiek om de voorziening vast te stellen wordt gerekend tot de statische methode. In 2014 is een bedrag van € 37.000 gedoteerd aan de voorziening. (2013: € 7.000 gedoteerd). Er werd een bedrag van € 48.000 aan premies over de voorgaande jaren als oninbaar afgeschreven (2013: € 26.000).
4.4.1.2
Overige vorderingen en overlopende activa
(x € 1.000)
2014
2013
EUR
EUR
Vordering op Syntrus Achmea
30
-
Nadere vaststelling van premie in volgend boekjaar over lopend boekjaar
-
121
Totaal
30
121
13
4.4.2
Liquide middelen
De samenstelling van de liquide middelen is als volgt: (x € 1.000)
2014
2013
EUR
EUR
Staalbankiers
3.632
3.952
Totaal
3.632
3.952
Onder de liquide middelen worden opgenomen die tegoeden op bankrekeningen die direct opeisbaar zijn. 4.4.3
Eigen vermogen
Algemene reserve Het verloop is als volgt weer te geven: (x € 1.000)
2014
2013
EUR
EUR
Stand per 1 januari
3.290
-2.057
Resultaatbestemming
-21
5.347
Stand per 31 december
3.269
3.290
De VUT-regeling is per 31 december 2014 beëindigd. De laatste uitkeringen hebben in 2014 plaats gevonden. Aan het einde van de looptijd van de regeling resteert er een overschot. In de statuten is vermeld dat ontbinding van de stichting, na verkregen goedkeuring van de Raad voor Arbeidsverhouding Linnenverhuur- en Wasserijbedrijven en Textielreinigingsbedrijven slechts genomen kan worden met algemene stemmen in een vergadering waarin ten minste drie /vierde der bestuursleden aanwezig is. Het ontbindingsbesluit duidt tevens de bestemming van een batig saldo van de vereffening aan. Deze bestemming zal zoveel mogelijk in overeenstemming zijn met het doel van de stichting .
14
4.4.4
Voorzieningen
De voorziening VUT-verplichtingen ultimo boekjaar bedraagt 0 er vinden geen lopende of toekomstige uitkeringen meer plaats. (x € 1.000)
2014
2013
EUR
EUR
Stand per 1 januari
511
2.667
Mutatie voorziening
-511
-2.156
Stand per 31 decem ber
-
511
Voorziening voor nakomende verplichtingen ingegane uitkeringen
-
299
Voorziening voor nakomende verplichtingen nog niet ingegane uitkeringen
-
212
-
511
4.4.5
Schulden
Alle schulden hebben een looptijd korter dan één jaar, tenzij anders is vermeld. De reële waarde wijkt niet materieel af van de nominale waarde. 4.4.5.1
Uitkeringen, belastingen en premies sociale verzekeringen
De post is als volgt gespecificeerd: (x € 1.000)
4.4.5.2
2014
2013
EUR
EUR
Vut uitkeringen
-
26
Loonheffing en premies zvw
-
16
Totaal
-
42
Overige schulden
De post is als volgt gespecificeerd: (x € 1.000)
2014
2013
EUR
EUR
Kosten accountant
16
8
Administratiekosten Stichting Raad voor Arbeidsverhoudingen Linnenverhuur- en Wasserijbedrijven en Textielreinigingsbedrijven
-
16
94
53
Overkook
162
162
Premiecrediteuren
120
100
Overige kosten
1
-
Totaal
393
339
15
4.4.6 Niet in de balans opgenomen verplichtingen
Het bestuur van het fonds heeft in 2014 besloten om de uitvoerder aansprakelijk te stellen voor onjuist vastgestelde uitkeringen. De uitvoerder heeft de schade nog niet erkend. Indien de uitvoerder de schade accepteert zal dit een positief effect hebben op het vermogen van de stichting.
16
4.5
Toelichting op de staat van baten en lasten
4.5.1
Baten
4.5.1.1. Premiebaten De premiebaten zijn als volgt opgebouwd: (x € 1.000)
2014
2013
EUR
EUR
Premie boekjaar
-
4.339
Premie voorgaande jaren
-32
203
Afschrijving debiteuren
-69
-7
Totaal
-101
4.535
De premiebaten voorgaande jaren zijn verantwoord conform de door de werkgevers verstrekte definitieve loonopgaven.
17
4.5.2
Lasten
4.5.2.1
Uitkeringslasten
Hieronder zijn de aan het verslagjaar toegerekende uitkeringen opgenomen. Deze post is als volgt opgebouwd; (x € 1.000)
2014
2013
EUR
EUR
(Bruto) uitkeringen
285
812
Overkook
-
289
Totaal
285
1.101
Ultimo 2014 zijn er geen lopende uitkeringen meer. 4.5.2.2
Sociale lasten en pensioenpremies
Deze post is als volgt opgebouwd: (x € 1.000)
2014
2013
EUR
EUR
17
49
Pensioenpremies
-
-36
Totaal
17
13
2014
2013
EUR
EUR 162
Sociale lasten
4.5.2.3
Overige bedrijfskosten
Deze post is als volgt gespecificeerd: (x € 1.000)
Administratiekosten
105
Kosten accountant; controle van de jaarrekening
8
8
Overige kosten
43
55
Totaal
156
225
Personeel Het fonds heeft geen personeel in dienst. De beheersactiviteiten worden op basis van een uitvoeringsovereenkomst verricht door personeel in dienst van Syntrus Achmea Pensioenbeheer.
18
4.5.3
4.5.4
Financiële baten en lasten 2014
2013
EUR
EUR
Rente liquide middelen
3
2
Vergoeding Syntrus Achmea
24
-
Interest lening
-
-7
Totaal
27
-5
Gebeurtenissen na balansdatum
Na balansdatum hebben zich geen gebeurtenissen voorgedaan met belangrijke financiële gevolgen voor de stichting.
4.5.5
Verbonden partijen en transacties met verbonden partijen
Op grond van de definitie zoals opgenomen in Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving zijn de bestuursleden aan te merken als een verbonden partij. In 2014 hebben zich, met uitzondering van bestuurdersbezoldiging, geen transacties met bestuursleden voorgedaan. Het fonds heeft geen andere verbonden partijen.’
Ophemert, 9 juni 2015
Namens het bestuur,
A. Neijenhuijs,
H. van Dijk,
Voorzitter
vice-voorzitter
19
5 Overige gegevens 5.1
Bestemming van het saldo van baten en lasten
Het resultaat is onttrokken aan het eigen vermogen. In de statuten zijn geen specifieke bepalingen opgenomen inzake de bepaling van de staat van baten en lasten.
5.2
Gebeurtenissen na balansdatum
Het bestuur van het fonds heeft in 2014 besloten om de uitvoerder aansprakelijk te stellen voor onjuist vastgestelde uitkeringen. De uitvoerder heeft de schade nog niet erkend. Indien de uitvoerder de schade accepteert zal dit een positief effect hebben op het vermogen van de stichting. Na balansdatum hebben zich verder geen gebeurtenissen voorgedaan met belangrijke financiële gevolgen voor de Stichting.
20
5.3
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
Aan: het Bestuur van Stichting Vrijwillig Uittreden voor Linnenverhuur- en Wasserijbedrijven en voor Textielreinigingsbedrijven Wij hebben de in dit rapport opgenomen jaarrekening over 2014 van Stichting Vrijwillig Uittreden voor Linnenverhuur- en Wasserijbedrijven en voor Textielreinigingsbedrijven te Tilburg gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2014 en de staat van baten en lasten over 2014 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.
Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het Saldo van baten en lasten getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met de Richtlijn voor de Jaarverslaggeving 640 ‘Organisaties zonder winststreven’ en de relevante bepalingen van het Toetsingskader Algemeen Verbindend Verklaring CAO-bepalingen. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van de stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van Stichting Vrijwillig Uittreden voor Linnenverhuur- en Wasserijbedrijven en voor Textielreinigingsbedrijven per 31 december 2014 en van het Saldo van baten en lasten over 2014 in overeenstemming met de Richtlijn voor de Jaarverslaggeving 640 ‘Organisaties zonder winststreven’. Voorts zijn wij van oordeel dat de in de jaarrekening weergegeven uitsplitsing van de lasten naar bestedingsdoelen/activiteiten juist is en aansluit bij de statuten en/of reglementen van het fonds, in overeenstemming met de relevante bepalingen van het Toetsingskader Algemeen Verbindend Verklaring CAO-bepalingen .
21
Utrecht, 15 juni 2015 KPMG Accountants N.V.
J.C. van Kleef RA
22