Jaarverslag 2012 Stichting Vrijwillig Uittreden voor Linnenverhuur- en Wasserijbedrijven en voor Textielreinigingsbedrijven
colofon
Inhoud 1
Kerncijfers
3
2
Algemene gegevens
4
3
Verslag
5
3.1
Inleiding
5
3.2
Inhoud van de regeling
5
3.3
CAO, statuten en reglement
6
3.4
Bijdrage
7
3.5
Begroting
7
3.6
VUT-uitkeringen
7
3.7
Financieel beleid
7
3.8
Bestuursbesluiten
8
3.9
Risicomanagement en beleggingsbeleid
8
3.10
Belangrijke bestuuriijke voornemens en besluiten na balansdatum
9
3.11
Toekomstparagraaf
9
3.12
Slotopmerkingen
9
4
Jaarrekening
10
4.1
Balans per 31 december 2012 na resultaatverdeling
10
4.2
Staat van baten en lasten over het boekjaar 2012
12
4.3
Algemene toelichting
13
4.4
Toelichting op de balans
16
4.5
Toelichting op de staat van baten en lasten
21
5
Overige gegevens
24
5.1
Bestemming van het saldo van baten en lasten
24
5.2
Gebeurtenissen na balansdatum
24
5.3
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
25
1 Kerncijfers 2012
2011
2010
2009
2008
114
175
207
230
269
37
75
42
89
25
61,5/62
61,5/62
61,5/62
61,5/62
59,5/61,5
2,4
2,4
2,4
2,4
2,4
4.102
4.294
4.362
4.110
4.109
Aantallen Lopende uitkeringen (ultimo jaar) Toegekende uitkeringen
VUT-gerechtigde leeftijd
Bijdragepercentage
Financiële gegevens (x € 1.000) Premiebaten Beleggingsopbrengsten Kosten VUT-uitkeringen exd.
(5)
(21)
104
156
(397)
2.121
4.097
5.199
5.946
6.459
overkook Resultaat boekjaar
6.162
3.955
4.627
59*
3.348
Eigen vermogen**
(2.057)
(8.219)
(12.174)
(8.910)
2.773
2.667
7.436
11.601
9.477
-
VUT-verplichtingen***
*) Vanaf 2009 is de voorziening nakomende verplichtingen apart opgenomen op de balans; derhalve is het resultaat ook aangepast, waardoor deze afwijkt van de oorspronkelijke jaarrekening 2009. **) Vanaf 2009 wordt de voorziening nakomende verplichtingen niet meer gepresenteerd als vermogen, maar als een voorziening in de jaarrekening. Vanaf 2011 zijn ook de geschatte toekomstig mogelijke uitkeringen opgenomen in de voorziening. In boekjaar 2011 zijn daarop ook de vergelijkende cijfers aangepast door een stelselwijziging, waardoor de voorziening ultimo 2010 is verhoogd. ***) In 2008 werd de voorziening beschikbaar voor nakomende verplichtingen nog niet apart gepresenteerd als voorziening. Daarom wordt deze ook nog niet opgenomen in de kerncijfers.
2 Algemene gegevens statutaire Naam en vestigingsplaats De Stichting Vrijwillig Uittreden voor Linnenverhuur- en Wasserijbedrijven en voor Textielreinigingsbedrijven, vestigingsplaats Tilburg. Rechtsvorm Een door werkgevers en werknemers opgerichte stichting, waarvan ook het bestuur paritair is samengesteld uit vertegenwoordigers van werkgevers- en werknemersorganisaties. Samenstelling bestuur
Leden werkgevers
Plaatsvervangers
H. van Dijk
Organisatie
G. Dijkstra
Federatie Textielbeheer Nederiand (FTN)
P. Wennekes
Vacature
Nederiandse Vereniging van Textielreinigers (NETEX)
L. Kamphuis
Vacature
Federatie Textielbeheer Nederiand (FTN)
M. Hetem
Vacature
Nederiandse Vereniging van Textielreinigers (NETEX)
Leden werknemers
Plaatsvervangers
T. Katerberg A. Neijenhuijs
Organisatie
W. Kruithof
CNV Vakmensen
Y. Reus
FNV Bondgenoten
In het verslagjaar hebben geen mutaties in de bestuurssamenstelling plaatsgevonden. Gedurende het verslagjaar hebben 4 reguliere bestuursvergaderingen plaatsgevonden en 3 vergaderingen van de Financiële Commissie. Organisaties Bestuursbureau Wissenraet Van Spaendonck Tilburg B.V. De heer G. Schikhof Bezoekersadres: Reitseplein 8, 5037 AA Tilburg Postadres: Postbus 90154, 5000 LG Tilburg. Accountant KPMG Accountants N.V. Rijnzathe 14 3454 PV De Meern. Administrateur Syntrus Achmea Pensioenbeheer N.V. statutair gevestigd te Amsterdam en kantoorhoudende te De Meern.
3 Verslag 3.1
Inleiding
Het is ons een genoegen hierbij verslag uit te brengen over het boekjaar 2012 van de Stichting Vrijwillig Uittreden voor Linnenverhuur- en Wasserijbedrijven en voor Textielreinigingsbedrijven (VUW). Het bestuur van de Stichting is statutair verplicht na afloop van ieder boekjaar door middel van het jaarverslag verantwoording af te leggen betreffende het bestuur en beheer van de Stichting. In dit verslag wordt de inhoud van de VUT-regeling uiteengezet. Daarnaast komen de wijzigingen in de statuten en reglement die in 2012 zijn doorgevoerd aan de orde. Tevens wordt aandacht besteed aan de bijdrage-inning en wordt een overzicht gegeven van het aantal (toegekende) VUT-uitkeringen.
Eind 2014 zal de laatste uitkeringsgerechtigde de 65-jarige leeftijd bereiken en zal de laatste uitkering dus beëindigd worden. Het bestuur zal zich voortijdig beraden op de liquidatie van het fonds die begin 2015 voorzien kan worden.
3.2
Inhoud van de regeling
De Stichting Vrijwillig Uittreden voor Linnenverhuur- en Wasserijbedrijven en voor Textielreinigingsbedrijven (VUW) is in 1979 opgericht met als doel de werknemers de gelegenheid te bieden vrijwillig vervroegd uit het arbeidsproces te treden. De VUT-regeling is vastgelegd in een eigen CAO die telkens voor een bepaalde periode geldt. Overgangsregeling en VUT-regeling Met ingang van 1 januari 2002 is in de Textielverzorgingsbranche een prepensioenregeling ingevoerd. De nieuwe prepensioenregeling wordt uitgevoerd door de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Textielverzorging. Dientengevolge is een overgangsregeling in het leven geroepen die samen met de gewijzigde VUT-regeling met ingang van 1 januari 2002 van kracht is en is ondergebracht bij de VUT-Stichting. Uitloop VUT-regeling Voor werknemers die geboren zijn vóór 1 januari 1948 en voldoen aan de overige voonwaarden van de VUT-regeling bestaat de mogelijkheid om nog van de "oude" VUT-regeling gebruik te maken. De VUT-uittredingsleeftijd is met de invoering van de prepensioenregeling stapsgewijs verhoogd van 59 jaar naar 62 jaar. De uittredingsleeftijd is afhankelijk van het geboortejaar van de werknemer en het kalenderjaar waarin men wil uittreden volgens het schema: Geboortedatum
uittredingsleeftijd
jaar van uittreden
Van 1-1-1947 t/m 31-12-1947
62
2009
Van 1-1-1948 t/m 31-12-1948
62
2010
De mogelijkheid om in deeltijd van de uittredingsregeling gebruik te maken start twee jaar vóór de voor de betrokkene geldende voltijd uittredingsleeftijd. De hoogte van de netto-uitkering ligt op ongeveer 85% van het nettoloon dat een jaar voorafgaande aan de uittreding werd ontvangen. De maximum uitkeringsgrondslag bedraagt voor de oude VUT-regeling € 33.000,-. Voor hen die pas op of na het bereiken van de 62-jarige leeftijd van de regeling gebruik maken, ligt dit maximum op het geldende premiedagloon voor de WW van dat moment.
Overgangsregeling Voor werknemers, die op 1 januari 2002 ouder zijn dan 25 jaar en gezien hun leeftijd geen gebruik meer kunnen maken van de reguliere VUT-regeling, is een overgangsregeling in het leven geroepen. Dit omdat deze groep werknemers geen mogelijkheid heeft een volledig prepensioen op te bouwen. De overgangsregeling is een tijdelijke regeling welke voor de duur van 5 jaar is vastgelegd. CAO-partijen hadden het stellige voornemen uitgesproken de regeling iedere 5 jaar te veriengen. Deze uitgangspunten zijn in 2005 evenwel fors doorkruist door de invoering van de Wet VPL. De VUT- en overgangsregeling mochten, om aan de gewijzigde wetgeving tegemoet te kunnen komen, uitsluitend nog maar gebruikt worden door deelnemers die op 1 januari 2005 de leeftijd van 55 jaar al bereikt hadden, dus geboren waren vóór 1950. De regeling werd daarmee een zogenaamde 55+ regeling. Dit heeft tot consequentie gehad dat de overgangsregeling slechts van toepassing is voor de mensen met geboortejaar 1948 en 1949. Voor deze werknemers is er dus uitsluitend de mogelijkheid om van de overgangsregeling gebruik te maken. Op 61,5 jarige leeftijd kon van de deeltijd uitkering gebruik worden gemaakt. Deze moet op 63,5 jarige leeftijd worden omgezet naar een voltijd uitkering. Op 62,5 jarige leeftijd kan van de voltijd uitkering gebruik worden gemaakt. Gelijktijdig moet een aantal pensioenaanspraken vanuit het bedrijfspensioenfonds tot uitkering komen. De overgangsuitkering biedt hierop een aanvulling. Via de aansluiting bij het BPF Textielreiniging hebben deze werknemers de mogelijkheid om prepensioen op te bouwen. Er bestaat geen mogelijkheid tot deeltijd uittreding meer
3.3
CAO, statuten en reglement
VUT-CAO De lopende uittredingsregeling van de Stichting Vrijwillig Uittreden voor Linnenverhuur- en Wasserijbedrijven en voor Textielreinigingsbedrijven (VUW) is neergelegd in een aparte VUT-CAO. Deze CAO is algemeen verbindend ( A W ) verklaard door de Minister van SZW tot 1 januari 2015.
AW Georganiseerde werkgevers betalen premie voor de Stichting Vrijwillig Uittreden voor Linnenverhuur- en Wasserijbedrijven en voor Textielreinigingsbedrijven (VUW) op grond van de afgesloten CAO. Ongeorganiseerde werkgevers zijn verplicht premie te betalen op grond van de algemeen verbindend verklaring ( A W ) van deze CAO. Het Ministerie van SZW heeft vastgesteld dat er fondsen zijn die bij hun premieheffing geen onderscheid maken tussen georganiseerde en ongeorganiseerde werkgevers. In een AW-loze periode mag het fonds geen premie in rekening brengen bij ongeorganiseerde werkgevers. Daarom werd voorgeschreven dat de incassoadministratie van het fonds gescheiden moet zijn in georganiseerde en ongeorganiseerde werkgevers. Het fonds heeft deze scheiding doorgevoerd.
Statuten en reglement In het begin van het verslagjaar is een statutenwijziging vastgesteld, waarin voornamelijk wijzigingen waren doorgevoerd die voortvloeiden uit administratieve verplichtingen op grond van de algemeen verbindend verklaring van de CAO. Daarnaast is er meerdere keren gesproken over een reglementswijziging inzake de uitkeringsgrondslag en de laatst mogelijke uittredingsdatum. Deze reglementswijziging is ter bestuursvergadering van december 2012 goedgekeurd.
3.4
Bijdrage
In samenhang met het premiebeleid voor het bedrijfstakpensioenfonds en indachtig de consequenties van de VPLwetgeving voor de verschillende regelingen, is door CAO-partijen het bijdragepercentage vanaf 2006 vastgesteld op 2,4% van de grondslag, zoals deze is vastgesteld voor de pensioenregeling voor de textielreiniging. Dit percentage is inclusief de bijdrage voor de overgangsregeling. Van dit percentage was, en is, een werkgever verplicht 0,8% in te houden op het loon van de werknemer. Ook voor het jaar 2012 is het bijdragepercentage vastgesteld op 2,4%, gelijk aan het bijdragepercentage in het jaar 2011.
3.5
Begroting
Ingevolge Richtlijn 640, lid 204, inzake de verslaglegging van organisaties zonder winststreven, dient het fonds de begrotingscijfers in de staat van baten en lasten op te nemen. Van deze verplichting wordt een fonds ontslagen indien de begroting slechts in beperkte mate als sturingsmiddel wordt gehanteerd. Dit laatste is voor dit fonds het geval.
3.6
VUT-uitkeringen
In 2012 is het aantal deelnemers aan de VUT-regeling ten opzichte van het jaar 2011 afgenomen. Aantal lopende gevallen per 31 december 2011
175
Aantal toegekende uitkeringen
37
Aantal beëindigde uitkeringen *)
98-/61-/-
Aantal lopende gevallen per 31 december 2012
114
*) 97 door pensionering; 1 door overiijden. Indexatie Het bestuur heeft met kennisgeving van de wijze waarop in het verieden is besloten tot indexatie van VUT-uitkeringen in relatie tot CAO-verhogingen, in december 2012 besloten de VUT-uitkeringen met terugwerkende kracht per 1 juli 2012 met 1 % te verhogen. Ook werd besloten de VUT-uitkeringen per 1 januari 2013 te verhogen met 0,8%.
3.7
Financieel beleid
De financiële positie van het fonds is in het verslagjaar aanhoudend onderwerp van aandacht geweest. De financiële positie is op de lange termijn positief, maar er bleek dat voor het verslagjaar aanvullende middelen moesten worden gevonden. Daarom is door Raltex een lening verstrekt, die deels gedurende het verslagjaar is afgelost. Per 1 juli 2013 moet het totaalbedrag van de lening inclusief rente worden afgelost. De VUT-regeling eindigt op 31 december 2014. Ultimo 2012 is er een financieringstekort aanwezig. De venwachting van het bestuur is dat dit financieringstekort ultimo 2013 is omgezet in een positief beschikbaar vermogen en dat alle uikeringen tot het einde van de regeling betaald kunnen worden. Middels beleggingsrendementen en bijdrageheffing in 2013 (en 2014) worden toereikende gelden ontvangen om de lopende en nieuw in te gane uitkeringen te kunnen betalen. Er worden tussentijds geen liquiditeitstekorten verwacht. Op basis van de meest recent opgestelde prognose wordt een overschot verwacht aan het eind van de looptijd van de regeling.
3.8
Bestuursbesluiten
Naast de al in dit jaarverslag opgenomen ondenwerpen heeft het bestuur van de Stichting onder meer nog de volgende onden/verpen behandeld: Jaarverslag 2011 In de vergadering van 14 juni 2012 kwam het jaarverslag 2011 aan de orde. Het bestuur is in deze vergadering, met inachtneming van de verwerking van de opmerkingen en errata, akkoord gegaan met het jaarverslag 2011. Overkook VUT Ook gedurende het verslagjaar is diverse keren gesproken over de uitvoering van de overkookregeling. Met de reglementswijziging inzake de uitkeringsgrondslag en de laatst mogelijke uittredingsdatum, die ter bestuursvergadering van december 2012 is goedgekeurd, is mede geregeld dat de werknemer de overkook zo maximaal mogelijk kan meekrijgen. Door deze reglementswijziging kunnen mensen uitstellen tot 64 jaar en 11 maanden en het overige als overkook meenemen. Een aanvraag moet nog steeds uiteriijk twee maanden tevoren en volledig en correct ingediend worden.
AOW-compensatie Met ingang van 1 april van het verslagjaar geldt als ingangsdatum van de AOW-uitkering de dag waarop de 65-jarige leeftijd bereikt wordt en niet langer de eerste van de maand waarin die gebeurtenis plaatsvindt. Het bestuur heeft, op grond van de financiële positie van het fonds, de beslissing genomen om de uitkeringsgerechtigden geen compensatie te verienen voor het hierdoor ontstane AOW-gat. Deze beslissing is schriftelijk aan alle uitkeringsgerechtigden kenbaar gemaakt.
3.9
Risicomanagement en beleggingsbeleid
Vanuit de maatschappelijke ontwikkeling is het van steeds groter belang om het risico die het fonds loopt te managen. Het belangrijkste risico dat het bestuur onderkent, is het concentratierisico. Concentraties kunnen ertoe leiden dat het fonds bij grote veranderingen, in bijvoorbeeld de waardering(marktrisico) of de financiële positie van een tegenpartij (kredietrisico), grote (veelal financiële) gevolgen hiervan ondervindt. De belangrijkste vorm van concentratierisico in de bezittingen van het fonds is de concentratie van de liquide middelen bij één bank. Het fonds onderkent dit risico maar acht de kans dat dit risico een mogelijke negatieve impact heeft op het fonds beperkt. De VUT-regeling eindigt ultimo 2014. Het risico kan zich voordoen dat het fonds niet alle uitkeringen kan voldoen. Het bestuur van het fonds heeft het afgelopen jaren regelmatig prognoses opgesteld en indien nodig het beleid aangepast. Het bestuur verwacht dat ultimo 2014 een overschot resteert en acht het risico dat niet alle uitkeringen kunnen worden voldaan laag. In 2012 heeft het bestuur zich voorbereid op de (financiële) afwikkeling na afloop van de VUT-regeling, om risico's zo veel mogelijk te beperken. Het bestuur laat zich hierbij begeleiden door zowel het Bestuursbureau als Towers Watson en Syntrus Achmea Pensioenbeheer. Beleggingsbeleid Gezien de beperkte looptijd van het fonds, is het beleid van het bestuur dat er op beleggingsgebied geen enkel risico meer mag worden gelopen. Conform dit beleid hebben verschuivingen van obligaties/ aandelen naar liquiditeiten
plaatsgevonden. De enige beleggingen van het fonds begin 2012 bevonden zich in het Geldmarktfonds van F&C. Gedurende het verslagjaar werd de verdere geleidelijke afbouw vanuit het illiquide Geldmarktfonds gestaag voortgezet. De laatste afwikkelingen van het Geldmarktfonds zijn conform afspraken met F&C Netheriands N.V. na afloop van het verslagjaar afgerond.
3.10
Belangrijke bestuurlijke voornemens en besluiten na balansdatum
Na balansdatum hebben zich verder geen belangrijke stellige bestuuriijke voornemens en besluiten voorgedaan.
3.11
Toekomstparagraaf
Ultimo 2014 eindigt de VUT-regeling. De verwachting van het bestuur is dat alle uikeringen tot het einde van de regeling betaald kunnen worden. Op basis van de meest recent opgestelde prognose wordt een overschot venwacht aan het eind van de looptijd van de regeling. Na afloop van het verslagjaar heeft het bestuur, mede met het oog op de toekomstige liquidatie van het fonds, wederom besloten tot realisatie van een actuele prognose. De toekomstige liquidatie van de Stichting, onder andere over de bestemming van een eventueel batig saldo, krijgt in de vergaderingen van 2013 de nadrukkelijke aandacht van het bestuur.
3.12
Slotopmerkingen
Nadere gegevens met betrekking tot de financiële gang van zaken gedurende het afgelopen boekjaar zijn vermeld in de op de volgende pagina's opgenomen jaarrekening. Wij danken iedereen die in het verslagjaar heeft bijgedragen aan het goed functioneren van de Stichting.
Heelsum, 13 juni 2013
Het bestuur.
A. Neijenhuijs,
H. van Dijk,
Voorzitter
vice-voorzitter
4 J aarrekening 4.1
Balans per 31 december 2 0 1 2 na resultaatverdeling
1 Activa
1
( x € 1.000)
i
[Toelichting!
i
i
l
Beleggingen;
*)
^
1
S
l
EURI
453
446 !
|_
•
o V rderingen^
EUR _ „ . . ,
—
|
__!_
f'
3
442
l
Premiedebiteuren',
4.4.2.1
;
Overige vorderingen en overlopende activa}
4,4.2.2
——^ ï
134 '■
j40_
i
\ Liquide middelen
1|
1
-
19
l 443
1 201 l j
2012
441
Liquid"iteitenj~™44.1.1
!
1
,
59
. J. 3 4 ;
i'
1
_ j
567j
1.268
r— i
Totaal j
,*) De nummering verw ijst naar de toelichting
j
j
j
1780
J
1.147
™_™™™™ J _„ i
s
10
^^1
Passiva (X € 1.000)
•
Toelichting j ,„„
Bgen vermogen
4.4.4
'
■
-
—
-
-
2012
2011
EUR
EUR „ _ _ . _ _ _
-
Financieringstekort
-2,057
Voorzieningen
4.4.5
VUT-verplichtingen f"
• f
t_
; 2.667
7,436
___^__ Langlopende schulden
f
4.4.7
-t
--- —
-
4.4JB~J3^
Kortlopende schulden
-ö^is
,,
^
1,200 ,
t
„™™,,™™.„.,
„..«J - -
Uitkeringen, belastingen en premies sociale verzekeringen
4.4.7.1
1
Pensioenpremie
52
87] 167
36
Overige schulden
4.4.7.2
1.082
476 1,170
r
"^
""-
Totaal
1.147
1.780
"""^ 1
730
' \
1
i
11
4.2 S taat van baten en lasten over het boekjaar 2012 "" = STAAT VAN BATEN EN :.• ~
—. — .
^^^^^f^^j————^^
, ™ » ™ . _ - , -
—— — — "
„ - „ _ _ . „
(X € 1.000)
. . . . . . . . . » — . »L_..,
r
-
..
"..-«.»»^«^.«...^.^..,
2012
Toelichting
EUR
1
Premiebaten
4,5,1,1
4.102
Beleggingsopbrengsten
4,5.1.2
7
4.294
"~~—~—»•
4.769
1
Baten
^. .
4.5.2.Ï
2.327
Sociale lasten en pensioenpremie
4.5.2.2
183
Overige bedrijfskosten
4.5 2.3
194
, . ™
|
^
™
_
_
_
_
.
,j
n
3 796
„„,
„ . .
_ , .
187 i
1 Lasten
"
4.165
8.878
j Uitkerings lastërr^
EUR
—
Onttrekking aan de voorziening VUT-verplichtingen
2011
—---
2.704 1
r
f 't i
4.483 ■
Financiële baten en i a s t e n l
4.5.3
12-
211
Totaal
6.162 ^
3.955
12
4.3
Algemene toelichting
Doel De Stichting Vrijwillig Uittreden voor Linnenverhuur- en Wasserijbedrijven en voor Textielreinigingsbedrijven (hierna 'het fonds'), statutair gevestigd te Tilburg, is in 1979 opgericht met als doel de werknemers de gelegenheid te bieden vrijwillig vervroegd uit het arbeidsproces te treden. De VUT-regeling is vastgelegd in een eigen CAO die telkens voor een bepaalde periode geldt.
Grondslagen van waardering, resultaatbepaling en resultaatbestemming Algemene
grondslagen
De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met Richtlijn voor de jaarverslaggeving 640 'Organisaties zonder winststreven'. Ingevolge Richtlijn 640, lid 204, dient het fonds de begrotingcijfers in de staat van baten en lasten op te nemen. Van deze verplichting wordt het fonds ontslagen indien de begroting slechts in beperkte mate als sturingsmiddel wordt gehanteerd. Dit laatste is voor het fonds het geval.
Continuïteit Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. Gebruik van schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat het bestuur oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderiiggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. Vergelijking met voorgaand jaar De grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn, voorzover niet anders vermeld, ongewijzigd ten opzichte van voorgaand jaar Rubriceringswijzigingen In de toelichting op de staat van baten en lasten vindt in 2012 in beperkte mate een andere uitsplitsing of samenvoeging plaats. Deze rubriceringswijzigingen bevorderen het inzicht in de jaarrekening. De vergelijkende cijfers zijn dienovereenkomstig aangepast.
Waarderingsgrondslagen Voor zover niet anders is vermeld zijn de activa en passiva gewaardeerd tegen nominale waarde. Beleggingen Liquiditeiten Liquiditeiten worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Participaties in geldmarktfondsen worden gewaardeerd tegen de intrinsieke waarde van de fondsen die de actuele waarde van de onderiiggende beleggingen representeert.
13
Vorderingen en schulden Deze posten bestaan uit handels- en overige vorderingen, leningen en overige financieringsverplichtingen, handelsschulden en overige te betalen posten. Deze posten worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde. Indien deze posten niet zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waarde^-veranderingen in de staat van baten en lasten, maken eventuele direct toerekenbare transactiekosten deel uit van de eerste waardering. Na de eerste opname worden deze posten gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, verminderd met bijzondere waardeverminderingsveriiezen.
Liquide middelen Onder de liquide middelen worden banktegoeden opgenomen welke (vrijwel) onmiddellijk opeisbaar zijn. De liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
Financieringstekort Het financieringstekort is een negatief bestanddeel van het eigen vermogen en geeft weer het negatieve saldo tussen de beschikbare activa (uitgezonderd ongerealiseerde herwaardering op de beleggingen) en de verplichtingen van het fonds. Het financieringstekort is vanaf boekjaar 2011 inzichtelijk gemaakt in de jaarrekening omdat met ingang van boekjaar 2011 de totale raming inzake nakomende verplichtingen wordt opgenomen als voorziening nakomende verplichtingen. Dit effect leidt tot een negatieve post in het vermogen die in toekomstige jaren moet worden gefinancierd
Voorziening
VUT-verplichtingen
De nakomende verplichtingen zijn per balansdatum berekend op het bedrag van de reeds ingegane nog verschuldigde uitkeringen tot aan de pensioengerechtigde leeftijd van de betrokkenen onder aftrek van pensioenuitkeringen en andere uitkeringen. Met ingang van boekjaar 2011 worden ook de potentiële uitkeringen na balansdatum in de berekening betrokken. Bij de berekening van deze nog niet ingegane uitkeringen is uitgegaan dat alle potentiële deelnemers gebruik zullen maken van de regeling. Bij de berekening is uitgegaan van de VUT-regeling in de bedrijfstak en de overgangsbepaling van het Bedrijfstakpensioenfonds van de Textielverzorging. De VUT-regeling zal eindigen op 31 december 2014. Op deze datum zal de laatste VUT-gerechtigde (geboren voor 1 januari 1950) de pensioengerechtigde leeftijd van 65 jaar hebben bereikt. De stichting heeft per 31 december 2012 naar verwachting voldoende financieringsbronnen om de VUT-uitkeringen tot en met december 2014 uit te kunnen keren. Het bestuur zal de komende jaren de ontwikkeling van de financieringsbronnen van de stichting nauwkeurig monitoren. Langlopende schulden Deze posten bestaan uit langlopende schulden worden bij de eerste opname vero/erkt tegen reële waarde. Indien deze posten niet zijn gewaardeerd tegen reële waarde met ven/verking van waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening, maken eventuele direct toerekenbare transactiekosten deel uit van de eerste waardering. Na de eerste opname worden deze posten gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs. Alle langlopende schulden hebben een resterende looptijd van langer dan één jaar.
14
Schulden op korte termijn Alle schulden hebben een looptijd korter dan één jaar. Grondslagen van resultaatbepaling De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. In het algemeen geldt dat bij het opmaken van de jaarrekening nog niet alle gegevens definitief zijn vastgesteld. Met name geldt dit voor de verwerking van deelnemersgegevens. De effecten hiervan worden dan in het volgend jaar verantwoord.
Resultaatbestemming Het saldo van baten en lasten wordt gedoteerd aan of geput uit het eigen vermogen.
15
4.4
Toelichting op de balans
4.4.1 Beleggingen
4.4.1.1
Liquiditeiten
Dit bestaat uit:
1
"—1
1
(x € 1.000) "
•
' " "
■
2012
2011
EUR
EUR
" ■ ■ " " " ' " " " -
_
Obligatie pool Geldmarktfonds Liquide rriddelen aangehouden door vermogensbeheerder Stand per 31 december _
180
453
266
453
446
™
1 Verioopoverzicht Obligatie pool Geldmarktfonds,
1
1
\
1
(X € 1.000)
4
ï
201_2|
2011
EUR;
EUR
t
.. . „„«...
....... . — „ . ™ , ™ , . » ™ ™ , . „
Stand per 1 januari,
294
___180 [_^^_^
Verkopen
-187
Koersresultaat
7
-117^ 3
Stand per 31 d e c e m b e r .
180
16
4.4.2
Vorderingen
Alle vorderingen hebben een looptijd korter dan 1 jaar Tenzij anders is vermeld. De reële waarde wijkt niet materieel af van de nominale waarde. 4.4.2.1
Premiedebiteuren
De post premiedebiteuren is als volgt opgebouwd
__.^__
f
(X € 1.000) l i
„„.,..
„
I^^T^ L 2012)
2011 EUR
, _ , ™ . . „ . . , _ „ „ - , „ _ _ . ^ „ ^ ™ _ „
r~'
Vastgestelde nog te vorderen bijdrajen
"""i2Ï;
115
«.-y^
Nadere vaststellingen
82
Voorziening dubieuze debiteuren Totaal I
-81 <
-63
40 I
134J
I Bij de waardering van vorderingen wordt rekening gehouden met het risico van oninbaarheid door hiervoor een voorziening in aftrek te brengen op het saldo van de uitstaande vorderingen. Voor gelijksoortige posten met gelijksoortige risico's wordt gezamenlijk een schatting gemaakt van veriiezen en risico's op balansdatum. Deze systematiek om de voorziening vast te stellen wordt gerekend tot de statische methode. In 2012 is een bedrag van € 37.000 gedoteerd aan de voorziening. (2011: € 58.000 dotatie). Er werd een bedrag van € 19.000 aan premies over de voorgaande jaren als oninbaar afgeschreven (2011: € 113.000). 4.4.2.2
Overigej/orderingen
en overlopende activa^
(X € 1.000)
2012;
20_1_1 j
EUR:
4.4.3
Te vorderen administratiekosten
19
Totaal
19
EURI
Liquide middelen
De samenstelling van de liquide middelen is als volgt: i
(x € 1.000)
— — Rekening-courant Staalbankiers Totaal
%
1
"~~~™~n™~~" 2012
2011
EUR
EUR
1.268 \
567
1.268 £
567
\ i 1
Onder de liquide middelen worden opgenomen die tegoeden op bankrekeningen die direct opeisbaar zijn. 4.4.4
Eigen vermogen
Stichtingskapitaal
17
Het stichtingskapitaal is in het huidige en voorgaande boekjaar niet gemuteerd.
Financieringstekort Hetjirerioop^is als volgjh^reer^te gevenj
™_______
(X € 1.000)
...........
.~-™-.~.-,..~..*
...
Stand per 1 januani Dotatie/geput uit' Stand per 31 december
2012
2011
EUR
EUR
-8.219 i "6ri62 i"
-12.174
3.955 -8.219
-2.057
Ultimo 2012 is er een financieringstekort bij het fonds aanwezig. De verplichtingen zijn hoger dan de aanwezige activa. Er is een lange termijn prognose opgesteld voor het fonds, waarbij eveneens rekening is gehouden met in de toekomst te ontvangen premies en beleggingsrendementen. Op basis van deze prognose is gebleken dat er bij de liquidatie van de stichting ultimo 2014 naar alle waarschijnlijkheid een positief saldo resteert. Over de aanwending van het saldo dient nog besluitvorming plaats te vinden. Tussentijds zullen er naar venwachting geen liquiditeitstekorten aanwezig zijn. 4.4.5__^ Voorzieningen i
20121
l(x € 1.000)
20111
'^iuR'_ Stand per 1 januarij Mutatie voorziening! Stand per 31 d e c e m b e r !
Voorziening voor nakomende verplichtingen ingeganeuitkerir^^nl
EUR!
JJ_60lJ -4.769 1 2.667 1.038
2.400
"ï"596" 2.667 i
_I61 4.87^ 7.436
Correctie reserve ivm deeltijd naar voltijd Voorziening voor nakomende verplichtingen nog niet ingegane uitkeringen-
De nakomende verplichtingen zijn per balansdatum berekend op het bedrag van de reeds ingegane nog verschuldigde uitkeringen tot aan de pensioengerechtigde leeftijd van de betrokkenen onder aftrek van pensioenuitkeringen en andere uitkeringen. Met ingang van boekjaar 2011 worden ook de potentiële uitkeringen na balansdatum in de berekening betrokken. Bij de berekening van deze nog niet ingegane uitkeringen is uitgegaan dat alle potentiële deelnemers gebruik zullen maken van de regeling. Bij de berekening is uitgegaan van de VUT-regeling in de bedrijfstak en de overgangsbepaling van het Bedrijfstakpensioenfonds van de Textielverzorging. Prognoses geven aan dat de nakomende verplichtingen volledig kunnen worden gefinancierd.
-4.165! 7.436
4.4.6
Langlopende schulden
(X € 1.000)
Stichting raad voor Arbeidsverhoudingen en Linnenverhuur en Wasserijbedrijf en Textielreinigingsbedrijven Totaalj
De stichting is per 28 juni 2010 een leningsovereenkomst aangegaan met Stichting raad voor Arbeidsverhoudingen en Linnenverhuur en Wasserijbedrijf en Textielreinigingsbedrijven ter financiering van tekorten op korte termijn. De beschikbare kredietfaciliteit bedraagt Eur 2.000.000. Hien/an is Eur 700.000 opgenomen ultimo 2012. Dit is verantwoord onder de kortlopende schulden. De lening heeft een looptijd tot en met 1 juli 2013. De rentevergoeding is gebaseerd op het 6-maands euribor rente tarief met een opslag van 0,7% per jaar per kwartaal te voldoen. Aflossing is te allen tijde mogelijk.
4.4.7
Schulden
Alle schulden hebben een looptijd korter dan één jaar, tenzij anders is vermeld. De reële waarde wijkt niet materieel af van de nominale waarde. 4.4.7.1
Uitkeringen, belastingen en premies sociale verzekeringen
De post is_als volg_t_gespecificeerd: (X € 1.000)
19
4.4.7.2
Overige schulden
De post is als volgt gespecificeerd:
r
""""^
""■"""■
"
■
! ^
1
(X € 1.000)
1 Kosten a ccounta nt Ad ninistratiekosten Stichting Ra a d voor Arbeidsverhoudingen Linnenverhuur- en Wasserijbedrijven en Textielreinigingsbedrijven
EUR
8
15
66
22 7
53 ' 97 42 *
Overkook te beta len interest^
Totaal
2011
EUR
10
Prenie crediteuren
In volgend boekja a r is nader va stgesteld over lopend boekja a r Stichting ra a d voor Arbeidsverhoudingen en Linnenverhuur en Wasserijbedrijf en Textielreinigingsbedrijven inza ke kortlopend deel langlopende schuld
2012
114 27
31
116 !
'
l 1 1
i i
r '
250
700 1.082
476
De stichting is per 28 juni 2010 een leningsovereenkomst a a ngega a n met Stichting ra a d voor Arbeidsverhoudingen en Linnenverhuur en Wasserijbedrijf en Textielreinigingsbedrijven ter financiering va n tekorten op korte termijn. De beschikbare kredietfa ciliteit bedra a gt Eur 2.000.000. Hierva n is Eur 700.000 opgenomen ultimo 2012. Dit is vera ntwoord onder de kortlopende schulden. De lening heeft een looptijd tot en met 1 juli 2013. De rentevergoeding is gebaseerd op het 6-ma a nds euribor rente ta rief met een opsla g va n 0,7% per jaar per kwa rta a l te voldoen. Aflossing is te a llen tijde mogelijk.
4.4.8 Niet in de ba la ns opgenomen verplichtingen Per jaareinde is er geen spra ke va n niet in de ba la ns zijn opgenomen verplichtingen.
20
4.5
Toelichting op d e staat van baten en lasten
4.5.1
Baten
4.5.1.1.
Premiebaten
'-' Ë.GI5n]i£^5lê!L?JJILË!§J!!!2l9l ° P 9£5£yï(É
f
f i
(x € 1.000)
1^ l Premie boekjaar
—
Remie voorgaande jaren
—
f"'
Mutaties prerrievorderingen
i
l
l
2012^
1
2011
EUR!
r
EUR
1
'
'
;
4,117 ;
T
l
'" >
i
\ ;
Totaal
4.301
22 : -37 ;
' ;
51 -58
4.102 ;
;
4.294
De premiebaten voorgaande jaren zijn verantwoord conform de door de werkgevers verstrekte definitieve loonopgaven. Het premiepercentage voor 2012 is evenals in 2011 2,40%.
4.5.1.2
Beleggingsopbrengsten
~~T
(X € 1.000)
!
Opbrengst liquiditeiten
l
Af: Beleggingskosten Totaal
r~ " '^ ' ^ '^ '' ~
1
f
1
^
2012J
1
2011
EUR!
[
EUR
]
1
- - i ^ i-^4
-4
n
!
\
-
1
Naast de gerealiseerde rentebaten worden hieronder tevens de gerealiseerde en ongerealiseerde waardemutaties verantwoord. 4.5.2
Lasten
4.5.2.1
Uitkeringslasten
Hieronder zijn de aan het verslagjaar toegerekende uitkeringen opgenomen. Deze post is als volgt opgebouwd:
...
'
. _
(X € 1.000)
—
.
™
—
l
"........-..-..«
'^'T"~-~"~"~
2011
2°J!M___.
---A.------J^^^Z^ •——-f^^ (Bruto) uitkeringen
."«.......™....-
_
__
EUR 3,597
Overkook
co 1 CD 00 i CJ CD |CX)
•
'"1
Jo\aa\
2.327
3.796
199
21
4.5.2.2
Soclale lasten en pensioenpremies
Deze post is als volgt opgebouwd: j
(X € 1.000)
2012
1
2011
EUR
i
EUR
Sociale lasten
99
Ftensioenprenies
84
Totaal
183
~_J____™i^ I
4.5.2.3
i
296
!
500
1
Overige bedrijfskosten
'-'??Ë-&°?*jLËËil°'9* S^spedficeerd:
1 (X € 1.000)
u
^
^"■'^ï
L_
2°''''
\
EURÏ
1
EUR
r "-^ ^'^■^'" ï ■' '"-^ Administratiekosten
139 i
153
Kosten accountant; controle van de jaarrekening
T\
12
48 1
23
-1
Bureaukosten Overige kosten Totaal
™»___j___
187
""^^ L _ _ . J
5
Personeel Het fonds heeft geen personeel in dienst. De beheeractiviteiten worden op basis van een uitvoeringsovereenkomst verricht door personeel in dienst van Syntrus Achmea Pensioenbeheer dan wel vermogensbeheerder.
4.5.3
Financiële baten en lasten
,„
(X € 1.000)
-J-
„
Rente liquide middelen
i'~"~
Interest lening Totaal
1
1
2011
EURt
j
EUR
4
— f---
-25
-16
___j__
l
2012!
-12 i
-21
i
......i
22
Heelsum, 13 juni 2013
Stichting Vrijwillig Uittreden voor Linnenverhuur- en Wasserijbedrijven en voor Textielreinigingsbedrijven
Namens het bestuur.
A. Neijenhuijs, Voorzitter
H. van Dijk, vice-voorzitter
23
5 Overige gegevens 5.1
Bestemming van het saldo van baten en lasten
Het resultaat boekjaar is gedoteerd aan het financieringstekort.
5.2
Gebeurtenissen na balansdatum
Na balansdatum hebben zich geen gebeurtenissen voorgedaan met belangrijke financiële gevolgen voor de Stichting.
24