Jaarverslag 2014 Stichting Vluchtelingenwerkgroep Utrechtse Heuvelrug
“Vijandschap wordt hier op aarde nooit door vijandschap vernietigd; door niet-vijandschap wordt ze vernietigd, dat is een eeuwige wet.” Boeddha
Jaarverslag 2014 Jaarverslag 2014 Stichting Vluchtelingenwerkgroep Utrechtse Heuvelrug
“Vijandschap wordt hier op aarde nooit door vijandschap vernietigd; door niet-vijandschap wordt ze vernietigd, dat is een eeuwige wet.” Boeddha
Inhoudsopgave
Voorwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Doelstelling en taken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Taken en werkzaamheden
Vluchtelingen wereldwijd en in ons eigen land en gemeente . . . 8 Algemeen Asielzoekers en vluchtelingen in Nederland Asielzoekers en vluchtelingen in de gemeente Utrechtse Heuvelrug Uitgenodigde vluchtelingen Gezinshereniging Drie stappen naar gezinshereniging
Regionale ontwikkelingen en contacten . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 Medewerkers en organisatie Vluchtelingenwerkgroep UH . . . . . . 19 Bestuur Medewerkers
Financiën . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 Bijlagen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 Bijlage I: Samenvatting financieel jaarverslag 2014 Bijlage II: Bestuur en medewerkers VWUH
2
1
Voorwoord In het afgelopen jaar was het streven van de regering om de toestroom van vluchtelingen en asielzoekers te verkleinen; maar in het huidige zeer instabiele politieke wereldklimaat is het omgekeerde aan het gebeuren. Vluchtelingen uit de vele oorlogsgebieden: o.a. Syrië, Eritrea, Iraq komen weer in grote getallen na meestal zeer gevaarlijke reizen in Europa aan. Asielzoekerscentra die in Nederland gesloten waren werden heropend. Het streven om vluchtelingen een snellere procedure te geven en diegenen die een status krijgen snel in de gemeenten te huisvesten wordt gelukkiger wijs op dit moment nog wel gehaald. Of dat in de nabije toekomst blijft lukken is een vraag: de taakstelling die iedere gemeente krijgt toegewezen wordt hoger en voor de toegewezen asielzoekers moet ook weer woon ruimte gevonden worden. Het is duidelijk dat dit, zeker in gemeentes met weinig sociale woningbouw zoals de onze, tot problemen kan gaan leiden. Toch is dat het afgelopen jaar nog goed gegaan. In het bijzonder was een extra inspanning van de gemeente Utrechtse Heuvelrug en van ons als werkgroep nodig voor het huisvesten en opvangen van een speciale categorie vluchtelingen: nl. een groep van 24 uitgeno digde vluchtelingen. Deze mensen kregen, zonder tussenstap van een AZC, onmiddellijk zelfstandige woonruimte in onze gemeente. Dit vergde veel extra en onvoorzien werk voor zowel de gemeente als voor ons. In goede samenwerking hebben we deze gezinnen echter welkom kunnen heten. Op bestuurlijk niveau hebben we een goede samenwerking met onze samenwerkingspartners in de regio: Bunnik, de Bilt en Wijk bij Duurstede. Wij, en vele andere werkgroepen in het land zijn zelfstandige eenheden en geen lid van Vluchtelingenwerk Nederland. We hebben deze keuze gemaakt omdat we door deze zelfstandigheid nauw verbonden kunnen blijven met de lokale instanties en dus kunnen inspelen op lokale verschillen. We zijn erg dankbaar dat we een toegewijde groep vrijwilligers hebben, die in aantal tijdelijk verdubbelde bij de aankomst van de uitgenodigde vluchtelingen. Zij zijn degenen die dagelijks via onze spreekuren hun tijd en aandacht aan onze cliënten schenken. Annechien Ingen Housz Voorzitter
3
2
Doelstelling en taken Het jaar 2014 is voor vluchtelingen een jaar van trieste records! Aan het begin van het jaar ligt het aantal vluchtelingen wereldwijd al ruim boven de 50 miljoen: het hoogste aantal sinds 70 jaar, het einde van de Tweede Wereldoorlog. En in de loop van het jaar is dit in hoog tempo nog verder opgelopen, alleen al in de eerste zes maanden van 2014 zijn nog eens ongeveer 5.5 miljoen mensen op de vlucht geraakt! Voorts proberen meer vluchtelingen dan ooit eerder over zee een veilig land te bereiken, velen lukt dat, velen ook niet. Meer dan 207.000 vluchtelingen, bijna drie keer zoveel als het vorige record van 70.000 in 2011, steken in overvolle en niet of nauwelijks zeewaardige schepen de Middellandse Zee over en komen zo in een Zuid-Europees land aan. Het aantal dat de overkant niet haalt, is echter ook hoger dan ooit tevoren: het geregistreerde aantal doden ligt tegen het eind van het jaar rond de 4000, het werkelijke aantal is stellig nog hoger. Het zijn dramatische cijfers waarachter onvoorstelbaar veel menselijke ellende schuil gaat. Door (burger)oorlogen in het Midden-Oosten en Afrika raken enorme men senmassa’s op drift en met name rond deze brandhaarden voltrekken zich door de gigantische aantallen vluchtelingen humanitaire rampen met een ongekende omvang. Door de toename van het aantal vluchtelingen dat naar Europa komt, melden zich natuurlijk ook meer vluchtelingen in ons land. In de eerste helft van het jaar is dat met 12.000 zelfs een verdubbeling ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder en het hoogste aantal sinds de eerste helft van 2001. Het onverwacht grote aantal zorgt voor grote problemen bij de eerste opvang, waarvoor tijdelijk dan ook noodonderkomens als sportzalen en leegstaande kazernes in gebruik moeten worden genomen. Overigens zet de groei in de tweede helft van het jaar niet door, waardoor het uiteindelijke aantal eerste asielaanvragen niet op de door de voor vluchtelingenzaken verantwoordelijke bewindsman gevreesde ruim 30.000 maar op ca. 24.000 uitkomt. Vanzelfsprekend zijn er net als in vele voorgaande jaren echter ook nog vele andere vragen en problemen rond vluchtelingen en het vreemdelingenbeleid die heel regelmatig voor beroering zorgen, zowel in de samenleving als in de politiek. Zo is daar de groep van meer dan 100 uitgeprocedeerde asielzoekers die 4
al enkele jaren in Amsterdam van het ene tijdelijke onderkomen naar het andere zwerft, en verder de magere uitvoering van het in 2013 afgesproken kinderpardon, de fel omstreden strafbaarstelling van illegaliteit en tegen het eind van het jaar de zogenaamde bed-, bad- en brooddiscussie. Het zijn allemaal kwesties die veel emoties losmaken, waarbij niet zelden fel wordt geprotesteerd zowel tegen het door velen als hard en rigide ervaren overheidsbeleid als tegen versoepeling van datzelfde beleid. Hoewel de vluchtelingenproblematiek dus ook in ons land wel bijna voortdurend in het nieuws is, moeten die problemen toch ronduit futiel genoemd worden vergeleken met wat elders gaande is. Toch is het een goede zaak, dat in ons land overal werkgroepen actief zijn bij de opvang en begeleiding van mensen die naar ons land zijn gevlucht in de hoop hier een veilig en als het even kan gelukkig bestaan op te bouwen. In onze gemeente speelt de Vluchtelingenwerkgroep Utrechtse Heuvelrug (VWUH) bij de huisvesting en verdere begeleiding van deze nieuwe mede burgers een niet weg te denken rol. Overigens is het niet meer dan logisch dat met alle veranderingen in de problematiek ook de opvattingen over de toelating van vluchtelingen tot ons land en de wijze waarop ze worden begeleid voortdurend in beweging blijven en dat vervolgens de wet- en regelgeving daarop worden aangepast. Het betekent echter niet dat de doelstelling van het vluchtelingenwerk daarmee ook wijzigt, die blijft onverkort van kracht zoals jaren geleden geformuleerd. Artikel 2.1 van de statuten luidt als volgt: “De stichting heeft ten doel het zich op basis van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens inzetten voor de bescherming van asielzoekers en vluchtelingen door persoonlijke steun en belangenbehar tiging bij hun toelating, opvang en maatschappelijke participatie in het werkgebied van de stichting, en voorts al hetgeen met het vorenstaande rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin van het woord”. In lid 2.2 van dit artikel wordt voorts vastgelegd wat we onder vluchtelingen en asielzoekers verstaan. en in 2.3 hoe de stichting het doel tracht te reali seren, waarna het in 2.4 als volgt wordt afgesloten: “De hulpverlening geschiedt, ongeacht politieke, godsdienstige of andere overtuiging en ongeacht ras, huidskleur, nationaliteit of etnische afkomst, geslacht, seksuele geaardheid, maatschappelijke status, leef tijd of taal van vluchtelingen en asielzoekers” 5
Taken en werkzaamheden In het algemeen taalgebruik worden de begrippen asielzoekers en vluch telingen veelal door elkaar gebruikt, soms zelfs ook in één adem genoemd met illegalen en migranten, wat regelmatig voor verwarring zorgt en het gesprek over opvang en hulpvragen vertroebelt. In dit verslag gaat het echter alleen over de eerste twee groepen. Onder een vluchteling wordt dan verstaan: iemand die z’n eigen land heeft verlaten en die niet terug kan wegens een gegronde angst voor vervolging op grond van ras, nationaliteit, religieuze of politieke overtuiging e.d. of iemand die gevlucht is voor een (burger)oorlog. En een asielzoeker is iemand die een aanvraag heeft ingediend om als vluchteling te worden erkend en vervolgens simpelweg asiel, een plek om veilig te wonen, hoopt te krijgen. De taken en werkzaamheden van VWUH beperken zich vrijwel uitsluitend tot vluchtelingen die in ons land al een toelatingsprocedure hebben doorlo pen en die met (een tijdelijke) verblijfsvergunning in onze gemeente huis vesting toegewezen hebben gekregen; het zijn dus vluchtelingen met een status. Ons werk begint op het moment dat de cliënten het huurcontract voor de nieuwe woonplek hebben ondertekend. Wij zijn vanaf dat moment verantwoordelijk voor de maatschappelijke begeleiding en toeleiding naar de inburgeringscursus. Samen met en onder leiding van de coördinator van onze Vluchtelingenwerkgroep zorgt een groep van vaste en tijdelijke vrijwillige medewerkers voor de maatschappelijke begeleiding en juridische onder steuning van de nieuwe medeburgers. Daarbij behoort zeker ook dat ze erop toezien dat de statushouders aan de voor hen zo belangrijke inburge ringsregeling voldoen. Deze taken lijken enigszins gescheiden werkterreinen, maar dat is eerder administratief dan feitelijk zo, het betreft in de grond van de zaak ver schillende aspecten van hetzelfde werk. Waar het de hier opgevangen vluchteling betreft, gaat verreweg de meeste tijd en energie van de medewerkers naar de maatschappelijke begeleiding. In de praktijk houdt dit in dat de medewerkers van onze Vluchtelingenwerkgroep fungeren als vraagbaak en tevens als intermediair tussen vluchteling en verschillende maatschappelijke instanties. Dit betekent dus onder meer, dat een medewerker van de Vluchtelingenwerkgroep steun geeft bij de begeleiding naar een woning, meegaat naar relevante gemeentelijke instellingen, adviseert bij de schoolkeuze van kinderen en actief is bij het vinden van een plaats op een school, inlichtingen geeft over de gezondheidszorg, de weg wijst en even 6
tueel meegaat naar een advocaat en helpt de weg te vinden in de plaatse lijke en regionale infrastructuur zoals winkels en openbaar vervoer etc. Ook actieve ondersteuning bij het regelen van financiële zaken als huurtoe slag, studiefinanciering, reis- en verblijfsdocumenten vormt een onderdeel van de maatschappelijke begeleiding. Wekelijks worden op dinsdag, woensdag en donderdag spreekuren gehou den, waarop de cliënten met hun vragen terecht kunnen. Het komt in sommige gevallen echter ook voor dat een deel van het begeleidingswerk buiten de spreekuren plaatsvindt en ook niet op het kantoor van onze Vluchtelingenwerkgroep in het Cultuurhuis in Doorn, maar elders. De begeleiding is erop gericht en ook de gemeentelijke subsidie is erop gebaseerd dat de vluchteling na ongeveer twee jaar min of meer zelfred zaam is. Dat lukt in het ene geval natuurlijk beter dan in het andere, maar in de praktijk is er in die twee jaar vaak een zodanige vertrouwelijke band ontstaan, dat de vluchteling bij bijzondere situaties - kinderen naar het vervolgonderwijs, verhuizing, andere baan, gezinshereniging etc. - met zijn of haar vragen toch weer gemakkelijk terugvalt op een medewerker van de Vluchtelingenwerkgroep. Het spreekt wel haast van zelf, dat de gevraagde hulp ook dan waar mogelijk graag en royaal wordt gegeven! In de ene situatie kan dat betekenen door verwijzing naar instanties als maatschappelijk werk, Regionale Sociale Dienst of gemeente; in andere gevallen gaat het om zeer concrete, directe hulp.
7
3
Vluchtelingen wereldwijd en in ons eigen land en gemeente Algemeen Het grootste deel van de cijfermatige gegevens in dit jaarverslag is afkomstig uit rapporten van de UNHCR, de vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties. Met name het Mid-Year Trends rapport van juni 2014, aangevuld met de gegevens uit de maandelijkse publicaties over de tweede helft van het jaar geeft zeer gedetailleerde overzichten over aantallen “forcibly displaced persons”, wereldwijd. Het geheel van rappor tages levert een tamelijk compleet beeld van de ontstellende ook in 2014 opnieuw toegenomen omvang van de vluchtelingenproblematiek. In de overzichten met de verdeling naar landen van herkomst heeft Syrië met ruim 3 miljoen vluchtelingen en naar schatting 6.5 miljoen ontheem den, mensen die naar een ander deel van het eigen land vluchtten, de kop positie overgenomen van Afghanistan dat met bijna 3 miljoen nog steeds de tweede plaats bezet in dit treurige rijtje. Na deze Aziatische landen volgen enkele landen in Afrika: Somalië met 1,2 miljoen, Soedan en Zuid Soedan met samen eveneens 1,2 miljoen en de Democratische republiek Congo met een half miljoen. Meer dan driekwart van alle vluchtelingen wereldwijd, zo blijkt uit de rappor ten, wordt in de eigen regio opgevangen, vrijwel altijd ontwikkelingslanden. Dat betekent dat de economische, sociale en humane kosten van de zorg voor vluchtelingen en ontheemden voor het overgrote deel neerkomen op de armste gemeenschappen, zij die zich dat het minste kunnen veroorloven! In absolute aantallen blijft Pakistan met 1,6 miljoen Afghaanse vluchtelin gen het grootste gastland, gevolgd door Libanon met 1,1 miljoen, Iran met bijna 1 miljoen en verder Turkije (824.000), Jordanië (737.000), Ethiopië (588.000), Kenia (537.000) en Tsjaad (455.000). Als het aantal vluchtelingen echter wordt afgezet tegen de grootte van de bevolking van het gastland blijkt Libanon de absolute “winnaar”: van elke 1000 inwoners zijn 257 vluchteling, ruim een kwart van de bevolking! Goede tweede is hier Jordanië met 114 vluchtelingen per duizend inwoners. Cijfers, cijfers, het gaat om zulke aantallen dat ons voorstellingsvermogen tekort schiet om het ook maar enigszins te kunnen bevatten, laat staan dat we ons een min of meer reëel beeld zouden kunnen vormen van de 8
mensonterende omstandigheden waaronder grote massa’s mensen in vluch telingenkampen, soms met een omvang van een flinke stad, en daarbuiten moeten proberen te overleven. De cijfers laten echter wel pijnlijk duidelijk zien dat de solidariteit van de rijke, geïndustrialiseerde landen met de landen waar de vluchtelingen worden opgevangen niet groot of zelfs bedroevend klein is. Zij zouden een groter aandeel bij het oplossen van de problematiek op zich kunnen nemen door meer vluchtelingen in het eigen land toe te laten of in het andere geval een grotere (financiële) bijdrage te leveren voor de opvang in de regio. Het heeft er echter alle schijn van dat de bereidheid van westerse landen om grotere aantallen vluchtelingen op te nemen eerder af- dan toeneemt en dat in vele landen de trend is dat het toelatingsbeleid wordt aangescherpt. Naar aanleiding van de discussie in Europa over de financiële en overige bijdragen aan de operatie “Protection at Sea” - het redden van bootvluch telingen o.a. in de Middellandse Zee - merkte de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen daarbij bitter op dat overheden het buiten de grens houden van buitenlanders soms belangrijker zijn gaan vinden dan het redden van mensen en het handhaven van asiel. In de Europese Unie komen in 2014 naar schatting tussen 450.000 en 500.000 nieuwe asielzoekers binnen; de schatting is gebaseerd op de aan tallen over het eerste halfjaar. Ongeveer 30% van hen gaat naar Duitsland, terwijl zowel Frankrijk als Zweden elk 13 à 14% van hen opnemen, daarna volgen Italië met ruim 11% en het Verenigd Koninkrijk met bijna 7%. Nederland speelt bij de opvang een vrij bescheiden rol: 5 á 6 % van de asiel vragers in West-Europa komt in ons land terecht, waarmee het de zesde plaats bezet. Ongeveer de helft krijgt uiteindelijk een verblijfsvergunning.
Asielzoekers en vluchtelingen in Nederland De vaak gestelde vragen hoeveel vluchtelingen er in Nederland wonen, hoeveel asielvragers er in een bepaald jaar binnenkomen en hoeveel aan vragen al in eerste instantie en hoeveel er later nog gehonoreerd worden, zijn veel minder gemakkelijk te beantwoorden dan in het algemeen veron dersteld wordt. Bepalend voor het antwoord is namelijk hoe vooraf gede finieerd is wie wel of niet worden meegeteld bij een bepaalde categorie vluchtelingen/asielzoekers/migranten. Een website waarop een grote hoeveelheid informatie over vluchtelingen en vluchtelingengroepen over een reeks van jaren te vinden is, is die van het Sociaal en Cultureel Planbureau. 9
Waar het om beleid gaat, leveren natuurlijk de sites van de rijksoverheid en dan vooral die van het Ministerie van Veiligheid en Justitie heel veel informatie. Dat geldt echter ook zeker voor de websites van een aantal diensten waarmee bijna alle vluchtelingen op enig moment in hun proce dure te maken hebben zoals IND, COA, IOM en DT&V, en tevens voor de website van Vluchtelingen Werk Nederland. Na een aantal jaren waarin het aantal eerste asielaanvragen stapsgewijs is teruggelopen tot ruim 9700 in 2012, is dit aantal de laatste twee jaar weer steil opgelopen tot dit jaar ca. 24.000 (t/m nov. 22.690). In de eerste helft van het verslagjaar wordt de stijging naast de zeker niet onverwachte instroom van een groot aantal Syriërs veroorzaakt door de komst van een grote groep Eritreërs: in april/mei ongeveer 3000, ongeveer 4x zoveel als in het hele voorafgaande jaar. Dit stelt het COA, dat verantwoordelijk is voor de huisvesting van de instro mers, voor aanzienlijke problemen. Vanaf de zomer worden noodonderkomens geregeld voor tijdelijk gebruik en worden inmiddels gesloten AZC’s opnieuw in gebruik genomen. Daarnaast moeten er nieuwe accommodaties worden geopend, wat op verschillende plaatsen tot zeer heftige protesten leidt. De huisvesting van de onverwacht grote aantallen nieuwe asielvragers vormt echter niet het enige probleem in het “hoofdpijndossier” van de voor dit deel van het overheidsbeleid verantwoordelijke staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. De groep van meer dan 100 uitgeprocedeerde asielzoekers die in Amsterdam al ruim twee jaar van het ene onderkomen naar het andere zwerft, vormt vrijwel permanent onderwerp van stevige discussies, ook tussen de gemeen telijke en de landelijke overheid, maar een draaglijke oplossing lijkt in de loop van het jaar nauwelijks dichterbij te zijn gekomen. Voorts wordt het besluit over het in 2013 afgesproken Kinderpardon door de staatssecretaris naar veler mening zowel in het parlement als daarbui ten zo zuinig uitgevoerd, dat de uitkomst heel erg mager uitpakt: minder dan de helft, 1450 van de 3300 aanvragers, kinderen en hun huisgenoten, krijgt een verblijfsvergunning. Een groot aantal in Nederland gewortelde kinderen valt dus om een vaak onbegrijpelijke reden buiten de boot. Organisaties, burgemeesters en (groepen) burgers komen in verzet en pro testeren fel; het succes blijft helaas beperkt, al levert het voor een klein aantal kinderen en hun familieleden alsnog een verblijfsvergunning op.
10
De zeer omstreden strafbaarstelling van illegaliteit, waarover in 2013 even eens afspraken zijn gemaakt, gaat door een politieke koehandel tussen de regeringspartners van tafel: de strafbaarstelling wordt ingeruild tegen een belastingverlaging van een half miljard voor beter gesitueerden. Tenslotte is er dan in de late herfst nog de zogenaamde bed-, bad- en brooddiscussie. In de definitieve uitspraak van het Europees Comité van Sociale Rechten, onderdeel van de Raad van Europa, inzake een in februari door de Conference of European Churches namens de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) ingediende klacht dat Nederland de sociale rechten van illegale vreemdelingen schendt, wordt bepaald dat ongedocumenteerde vreemdelingen recht hebben op basisvoorzieningen en dat de overheid zelfs bij onrechtmatig verblijf - moet zorgen voor onderdak, voedsel en kleding: bed, bad en brood. Tot grote verontwaardiging van zowel een belangrijk deel van de volksverte genwoordiging als van de samenleving blijkt de verantwoordelijke bewinds man niet geneigd zich veel aan die uitspraak gelegen te laten liggen. Pas na veel druk, onder meer ook van politiek bevriende fracties, is hij bereid contrecoeur iets toe te geven en komt er een minimale oplossing. De economische crisis, die er zeker ook aan bijdraagt dat de ambitie van de politiek om het vreemdelingenbeleid te versoepelen erg klein is en die er mede oorzaak van is dat het toch al niet erg brede maatschappelijke draagvlak voor de opvang van vluchtelingen smaller lijkt te worden, zorgt ook voor directe problemen bij de huisvesting van de vergunninghouders. Vluchtelingen die na het doorlopen van de asielprocedure een verblijfsver gunning hebben gekregen, komen in aanmerking voor een woning. Via de zogenaamde taakstelling worden ze over de gemeenten verspreid, die wet telijk verplicht zijn hen met voorrang te huisvesten. Vooral in de grotere gemeenten blijken echter steeds minder geschikte huurwoningen beschik baar te komen omdat er te weinig doorstroming is. In de praktijk wordt de periode van 12 weken die de gemeenten hebben om woonruimte te vinden dan ook erg vaak overschreden, waardoor vluchtelingen langer in AZC’s ver blijven en ook later met hun inburgering beginnen.
11
Asielzoekers en vluchtelingen in de gemeente Utrechtse Heuvelrug Het hierboven genoemde probleem van de huisvesting heeft in de gemeente Utrechtse Heuvelrug in het verslagjaar gelukkig niet gespeeld. De taakstelling voor de gemeente Utrechtse Heuvelrug werd in 2014 vast gesteld op 44 personen. Asielzoekers die een verblijfsvergunning hebben ontvangen (vergunninghouders) verhuizen naar eigen woonruimte. Zoals gezegd hebben gemeenten de taak om vergunninghouders te huisvesten. Elk half jaar krijgen gemeenten door het Rijk een taakstelling opgelegd voor het aantal te huisvesten vergunninghouders. Dit aantal is gebaseerd op het inwoneraantal van een gemeente. Naast deze taakstelling was er een achterstand van 11 personen van 2013, wat het totaal te huisvesten statushouders voor dit jaar op 55 personen bracht. Een taakstelling die veel hoger was dan voorgaande jaren, natuurlijk naar aanleiding van de zeer grote toestroom asielzoekers. Van deze 55 personen hebben er 50 een woning binnen onze gemeente aan geboden gekregen. Opvallend gedurende het eerste half jaar was het grote aantal alleenstaanden. Het tweede deel van het jaar werden er met name gezinnen gehuisvest.
Uitgenodigde vluchtelingen Bijzonder aan 2014 was de ontvangst van een groep uitgenodigde vluchtelingen. Rond de zomer vonden er gesprekken plaats tussen gemeente, woning corporaties, regievoerder van het COA en VWUH met betrekking tot het huisvesten van deze 24 uitgenodigde vluchtelingen. In verband met de oplevering van een nieuwe woonwijk in Driebergen-Rijsenburg, kon woning bouwvereniging Heuvelrug Wonen zes passende woningen aanbieden. In Driebergen werden de 6 woningen summier ingericht voor deze 6 gezin nen, afkomstig uit een vluchtelingenkamp in Thailand. De oorspronkelijke landen van herkomst zijn Syrië, Sri Lanka, Vietnam en China. Om de wonin gen zover te krijgen dat de gezinnen er direct konden intrekken, moest een en ander gedaan worden. Dankzij de hulp van een groep enthousiaste nieuwe vrijwilligers kon dit gerealiseerd worden. Niet onbelangrijk was de bijdrage van een behoorlijk aantal inwoners binnen de gemeente, in de vorm van het aanbieden van meubels, keukeninrichting, linnen-en bedden goed. Door de inzet van de vrijwillige medewerkers werden de gezinnen goed opgevangen en heeft men een start gemaakt met het zich thuis gaan voelen in Driebergen. 12
Naast het begeleiden van deze uitgenodigde vluchtelingen, hebben we natuurlijk ook de gebruikelijke groep statushouders maatschappelijke bege leiding geboden. Net als vorig jaar ontstonden er vervelende situaties doordat de belastingdienst met grote regelmaat extra controleacties uitvoerde voordat zij overgingen tot de toekenning van met name huurtoeslagen. In sommige gevallen kreeg men pas na zes maanden de huurtoeslag uitgekeerd waar al recht op was bij aanvang van bewoning. Hierdoor ontstonden huur betalingsproblemen, aangezien er vanuit de bijstandsuitkering helaas geen reserves opgebouwd konden worden. Empowerteam, een organisatie die zich bezighield met educatie en inbur gering, heeft besloten om geen inburgeringtrajecten meer aan te bieden vanaf september. NVA, (Nieuwkomers en Vluchtelingen Amersfoort) een stichting uit Amersfoort is hierop ingesprongen en is zeer actief aan de slag gegaan om deze trajecten over te nemen en de cliënten verder te onder wijzen bij het leren van de Nederlandse taal en kennis van de Nederlandse samenleving. Binnen de gemeente zijn er in Driebergen 18 woningen beschikbaar gesteld aan statushouders; in Doorn 5, in Amerongen 6, in Maarsbergen 1 en in Leersum 5 woningen. Het aantal bezoekers tijdens de spreekuren was niet hoger dan in 2013, gemiddeld zo’n 100 personen per maand. Ondanks de hogere taakstelling, is dit verrassend. Dat lag echter aan het feit dat er naast de spreekuren ook ondersteuning aan huis werd verleend, waarvan geen cijfers zijn bijge houden. Overzicht cliënten naar verblijfsvergunning Begin 2014
Eind 2014
Soort verblijfsvergunning
11
10
VBTR (vergunning Verblijf Bepaalde Tijd regulier; allen verleend onder het Kinderpardon)
59
72
VBTA (vergunning Verblijf Bepaalde Tijd Asiel)
1
0
VBTR (vergunning Verblijf Bepaalde Tijd regulier op medische gronden)
71
82
Totaal
13
Overzicht herkomstlanden van cliënten per 31 december 2014 Herkomstland
Aantal personen
Aantal gezinnen
Azerbeidzjan
5
1
Afghanistan
11
3
Armenië
3
1
Birma
5
3
China
4
1
Eritrea
7
3
Guinee
3
1
Iran
5
4
Namibië
2
1
Sierra Leone
1
1
Soedan
5
1
Somalië
4
3
Sri Lanka
9
2
Syrië
15
9
Vietnam
3
1
Totaal
82
35
Gezinshereniging In vergelijking met voorgaande jaren, zijn er positievere ontwikkelingen betreffende de procedures tot gezinsherenigingen. Een aantal herenigingen hebben namelijk plaats kunnen vinden dit jaar. Gezinshereniging betekent: het bij elkaar brengen van gezinsleden die door hun vlucht van elkaar gescheiden zijn geraakt. Wanneer een vluchteling een verblijfsvergunning heeft gekregen, kan hij onder bepaalde, zeer strikte voorwaarden andere leden van zijn gezin laten overkomen naar Nederland. De volgende gezinsle den van een vluchteling komen in aanmerking voor een verblijfsvergunning: • echtgenoot of partner • minderjarige kinderen en pleegkinderen • meerderjarige kinderen die afhankelijk zijn van de vluchteling • indien de vluchteling alleenstaand en minderjarig is: een ouder Deze gezinsleden moeten aan drie voorwaarden voldoen: • ze bezitten dezelfde nationaliteit als de vluchteling in Nederland • het huwelijk of partnerschap bestond al in het land van herkomst 14
• de gezinsleden vormden in het land van herkomst samen met de vluchte ling een gezin Nadat een vluchteling een verblijfsvergunning heeft verkregen, heeft hij drie maanden de tijd om een aanvraag voor gezinshereniging in te dienen. Dit noemen we de ‘nareistermijn’. In dat geval hoeft hij niet aan te tonen dat hij voldoende verdient om familieleden in Nederland te kunnen onder houden (het zogenaamde inkomensvereiste). Als de vluchteling na drie maanden om gezinshereniging verzoekt, moet hij wél aan deze inkomenseis voldoen. Een vluchteling weet niet altijd waar andere leden van het gezin zich bevinden. Ook zij zijn vaak op drift geraakt omdat het niet langer veilig was om in hun herkomstland te blijven. Toch moet de vluchteling de aanvraag voor gezinsleden op tijd doen. Anders verloopt de termijn van drie maanden. Strengere voorwaarden gelden voor mensen met een reguliere verblijfsver gunning. Dit zijn onder anderen mensen met een pardonvergunning. Dan gelden de volgende, strengere voorwaarden: • zij moeten altijd aan de inkomenseis voldoen; • zij betalen kosten voor de aanvraag van gezinshereniging (wie een asiel vergunning heeft, betaalt deze kosten niet); • de meerderjarige gezinsleden van een reguliere vergunninghouder moet een inburgeringsexamen behalen in het land van herkomst.
Drie stappen naar gezinshereniging Stap 1 Een visum aanvragen: Een aanvraag voor gezinshereniging begint met het aanvragen van een Machtiging tot Voorlopig Verblijf (MVV): dit is een visum om langer dan drie maanden in Nederland te kunnen blijven. Dit visum moet de referent voor zijn/haar gezinsleden aanvragen bij de IND in Nederland. Wanneer de IND toestemming geeft voor de MVV en de ambassade deze aan de gezinsleden heeft gegeven, kunnen de gezinsleden naar Nederland komen. In principe geldt een beslistermijn voor deze procedure van 3 maanden. Maar in de praktijk duurt een dergelijke aanvraag gemiddeld zes tot twaalf maanden. Stap 2 Bewijzen dat je een gezin vormt: Om in aanmerking te komen voor een visum moeten vluchteling en gezinsleden aantonen dat zij tot hun vlucht een gezin vormden. Het sterkste bewijs hiervoor zijn officiële documenten, zoals een huwelijksof geboorteakte. De IND controleert deze documenten op echtheid. 15
Als deze documenten ontbreken, krijgen de gezinsleden een DNAonderzoek aangeboden waarmee zij kunnen aantonen dat zij tot het gezin van de hoofdpersoon in Nederland behoren. Als het gaat om gezinnen zonder kinderen of met alleen pleegkinderen, dan worden de gezinsleden uitgebreid geïnterviewd over hun relatie met elkaar. Een ambassademedewerker in het land van herkomst stelt via deze interviews vast of zij inderdaad een gezin vormden. Stap 3 Algemene asielprocedure doorlopen: De gezinsleden die naar Nederland mogen komen, komen in aan merking voor een zogenaamde afgeleide asielstatus. Het gezin van de vluchteling moet zich na binnenkomst in Nederland binnen enkele dagen melden bij het aanmeldcentrum in Ter Apel. Zij ver blijven daar slechts enkele dagen en krijgen zonder dat zij hiervoor apart een aanvraag hoeven in te dienen, de asielstatus op basis van gezinshereniging. Gezinsleden mogen er ook voor kiezen om een zelfstandig asielverzoek in te dienen en daarmee mogelijk in aan merking te komen voor een eigen vluchtelingenstatus.
16
4
Regionale ontwikkelingen en contacten Er is een hechte samenwerking tussen Vluchtelingenwerkgroep Wijk bij Duurstede, Steunpunt Vluchtelingen de Bilt, Vluchtelingenwerkgroep Samenspraak Bunnik en Vluchtelingenwerkgroep Utrechtse Heuvelrug. Deze samenwerking vindt plaats op enerzijds bestuurlijk niveau en ander zijds tussen de coördinatoren. Op bestuurlijk niveau wordt over aller hande onderwerpen gesproken, die te maken hebben met de ervaringen, die de werkgroepen hebben in hun eigen gemeente, dan wel anderszins. Beleidszaken worden, voor zover mogelijk en nodig, gezamenlijk opgepakt. Er wordt naar gestreefd om zo geïnformeerd te zijn over elkaars werk wijze, dat de coördinatoren indien nodig in kunnen springen bij een andere werkgroep in geval van bijvoorbeeld ziekte. De besturen vergaderen twee tot drie keer per jaar en de coördinatoren maandelijks. Met name dit laatste overleg zorgt ervoor dat de groepen steeds meer dezelfde procedures volgen en steun ondervinden van elkaar. Gezamenlijk worden afspraken gemaakt met de consulenten van de Regionale Sociale Dienst Kromme Rijn Heuvelrug, de RSD. Tevens worden er door de vier coördinatoren deskundigheidsbevorderingsdagen voor de vrij willigers georganiseerd. In maart was er een bijeenkomst waar alle vrijwilligers geïnformeerd werden door een aantal consulenten van de Regionale Sociale Dienst, met betrekking tot de wijzigingen binnen de bijstandswet. In 2014 werd gestart met de samenwerking met de hiervoor al genoemde NVA, een organisatie in Amersfoort die onder andere inburgeringstrajecten aanbiedt. Tevens zullen we nauwer gaan samenwerken met het oog op het aanbieden van trainingen en cursussen voor de vrijwillige medewerkers en kunnen wij gebruik maken van het cursus en trainingsaanbod dat zij reeds bieden. Onze coördinator en medewerkers hebben gedurende het jaar onder meer contact gehad met:
• Woningcorporatie Heuvelrug Wonen: een prettig verlopend contact tijdens het ondertekenen van de huurcontracten door nieuwe cliënten en regelmatig telefonisch contact in verband met specifieke vragen • Woningbouwverenigingen Amerongen en Maarn • Maatschappelijk werk Vitras/CMD: met regelmaat verwijzen wij cliën ten naar maatschappelijk werk, een groot aantal keren in verband met relatie- of financiële problemen binnen een gezin • Centrum voor Jeugd en Gezin/Bureau Jeugdzorg 17
• Voedselbank • Altrecht: mensen met psychische problemen kunnen hier ondersteuning krijgen. • Nidos: jeugdbescherming voor vluchtelingen. • NVA: aanbieder in de regio van inburgeringstrajecten. • Kerken in de verschillende dorpskernen • Zendingsdiaconessenhuis Amerongen • Schuldhulpmaatjes project: een initiatief van de kerkelijke organisaties in Nederland en het Platform voor Christelijke Schuldhulppreventie. • De € 1,- winkel, Driebergen-Rijsenburg
18
5
Medewerkers en organisatie Vluchtelingenwerkgroep UH Bestuur Het bestuur van VWUH wordt gevormd door 5 personen. De samenstelling van het bestuur bleef in 2014 ongewijzigd. Het bestuur komt maandelijks bijeen voor vergaderingen over de lopende zaken. In beginsel woont de coördinator al deze vergaderingen bij. Het bestuur is eindverantwoordelijk voor het werk van de coördinator en de vrijwilligers en fungeert in veel gevallen tevens als de schakel naar de buitenwereld. Dit betreft allereerst de gemeente, waarmee regelmatig op bestuurlijk niveau overleg wordt gevoerd en verder verschillende instanties waarmee contacten worden onderhouden, zoals kerken, fondsen en lokale nieuwsmedia. Ook heeft het bestuur regelmatig overleg met de besturen en coördinatoren van de Vluchtelingenwerkgroepen uit de nabije omgeving (zie ook punt 4). Het bestuur van VWUH vormt tevens het bestuur van de Stichting Noodfonds Vluchtelingenwerkgroep Utrechtse Heuvelrug. Dit fonds werft en beheert gelden waarmee vluchtelingen in onze gemeente geholpen kunnen worden in bepaalde noodsituaties. Dit betreft bijvoorbeeld kosten voor gezinshereniging.
Medewerkers VWUH heeft één betaalde medewerker in dienst met een weektaakomvang van 0,6 FTE, de coördinator. Zij werft, selecteert en begeleidt de vrijwillige medewerkers en coördi neert de werkzaamheden van het team van vrijwilligers. Tevens adviseert ze bijscholingsmogelijkheden voor de teamleden en organiseert die eventu eel ook zelf. Zij is ook degene die op ambtelijk niveau alle overleg voert met vertegen woordigers van de gemeente, woningcorporaties e.d. De vrijwilligers zijn degenen die het meest met de vluchtelingen zelf werken. Zij doen dit voornamelijk op vastgestelde spreekuren in ons kantoor, maar ook wel via huisbezoek of het begeleiden van cliënten naar instanties waarbij ze hulp nodig hebben. Coördinator en vrijwilligers hebben naast persoonlijk overleg, maandelijks een teambespreking. 19
6
Financiën Wederom is er een negatief resultaat voor zowel de Stichting Vluchtelingenwerkgroep als de Stichting Noodfonds. Voor kantoor werden extra kosten gemaakt voor de aanschaf van computers en printers. Het negatieve resultaat van het Noodfonds is met name veroorzaakt door hoge kosten betreffende gezinshereniging. Van de verstrekte voorschotten moest een deel worden afgeboekt wegens oninbaarheid. Een positief resul taat gaf de lagere uitgave voor aanschaf van fietsen. Deze kosten werden in 2014 grotendeels door de Sociale Dienst betaald. Een woord van dank ook voor dit jaar, voor de ontvangen steun van de dia conieën. Uit het noodfonds werden onder meer de volgende kosten betaald: • Bijdrage kosten gezinshereniging • Reiskosten • Hulp bij huisvesting • Klein deel fietsen • Vertaalkosten voor officiële documenten In het volgende hoofdstuk als bijlage een samenvatting van het financiële jaarverslag Op verzoek sturen wij u graag de jaarrekening toe.
20
7
Bijlagen Bijlage I: Samenvatting financieel jaarverslag 2014 (bedragen in euro's)
Verslag Stichting Vluchtelingenwerkgroep Ontvangen Subsidie Gemeente Utrechtse Heuvelrug
66.336,00
Overige baten
244,00
Rentebaten
242,00
Uitgaven Salarissen etc.
49.714,00
Overige bedrijfskosten
20.678,00
Nadelig saldo
3.570,00
Verslag Stichting Noodfonds Inkomsten Donaties en opbrengsten collectes Rentebaten
1.319,00 430,00
Uitgaven Kosten doelgroep
9.968,00
Algemene kosten
121,00
Nadelig saldo
8.340,00
21
Bijlage II: Bestuur en medewerkers VWUH Bestuur: Madeleine de Bruijn-Huijgen voorzitter Jan Geurkink secretaris Wubbo van Dijk penningmeester Elly Dekker-Gordeau personeelszaken Annechien IngenHousz algemene zaken en pr
Coördinator: Bep van Delden Vrijwilligers: Johan Beuckens Trudeke de Brauw Antoinette Kooper Marijke de Roo Klaske de Visser Aartje van Vliet Monique de Vries Ike Zuidberg René Verstappen
maatschappelijke begeleiding praktische begeleiding maatschappelijke begeleiding maatschappelijke begeleiding maatschappelijke begeleiding maatschappelijke begeleiding maatschappelijke begeleiding maatschappelijke begeleiding belastingspreekuur (helpt onze cliënten specifiek met belastingaangiftes)
Extra ondersteuning in de vorm van praktische begeleiding van de uitgenodigde vluchtelingen, werd geboden door: Henk Achterberg Heleen van de Brom Gerard van Donselaar Barbara Groot Bas de Haas Nynke Hendriks Jos Huis in ’t Veld Jan van der Linden Sonja Rouwenhorst Kees Ton Dorien Touwen Karin de Wilde
22
Stichting Vluchtelingenwerkgroep Utrechtse Heuvelrug Kerkplein 18 3941 HV DOORN Tel: 0343 41 30 04
[email protected]