Jaarverslag 2005 Stichting RIBW Oost-Veluwe
Jaar verslag 2005 -
Jaarverslag 2005 Stichting RIBW Oost-Veluwe
- RIBW Oost-Veluwe
Inhoud Voorwoord
5
1. RIBW Oost-Veluwe
7
2. Visie en strategie
9
3. Corporate Governance
17
4. Prestaties
21
Jaar verslag 2005 -
Voorwoord
Voorwoord De markt van zorgverlening en verzekering is flink in beweging. Mensen moeten meer dan ooit zelf keuzes maken, waarbij het niet uitmaakt of je nu cliënt bent of medewerker. Veel hebben we dan ook gehad aan de ervaringen die anderen hebben opgedaan. Wij zijn vanuit onze stichting en functie met diverse mensen in gesprek gegaan, waarmee we veel bouwstenen verkregen voor ons nieuwe Meerjarenbeleidsplan ‘Zorg in en om de straat’. Met dit beleidsplan kiezen wij bewust voor het opereren midden in de samenleving. Het maakt wat ons betreft niet uit waar je woont, in een dorp of een stad(sdeel), het gaat ons om het vinden van een goede verhouding tussen wonen, zorg en welzijn.
Het jaar 2005 begon met de nazorg van de brand in het Regiokantoor aan de Vlijtseweg te Apeldoorn, vlak voor de jaarwisseling. Alle dossiers en persoonlijke eigendommen van de betreffende medewerkers gingen verloren. Met grote inzet werd naar oplossingen gezocht.
De RIBW Oost-Veluwe ziet het als haar maatschappelijke taak om mensen met psychische problemen te helpen, door zelf in samenwerking zorg te bieden, te verwijzen of andere zorgprofessionals te ondersteunen. Tevens wil de RIBW Oost-Veluwe voor haar medewerkers een goede werkgever zijn.
Th.H.M. Solen Raad van Bestuur
Verder danken wij onze cliënten en hun naasten voor het in ons gestelde vertrouwen en onze medewerkers voor hun inzet. Deze dank geldt ook voor al onze relaties. Zonder onze samenwerkingspartners was het niet mogelijk geweest onze missie en doelstellingen te realiseren.
Opening Hoge Huys
- RIBW Oost-Veluwe
Belanghebbenden van de RIBW Oost-Veluwe Belanghebbenden Arcuris, inst. voor maatschappelijke opvang Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) Cliëntenorganisaties DaAr, Dagbesteding en Arbeidsrehabilitatie De Kap, Vrijwilligersorganisatie, Apeldoorn Dr. Leo Kannerhuis te Oosterbeek Ernst & Young te Utrecht Gemeente Apeldoorn Gemeente Brummen Gemeente Epe Gemeente Voorst Hanzeborg te Zutphen Hera, Vrouwenopvang Hoenderloo Groep, Hoenderloo Inspectie voor de Gezondheidszorg J.P. van den Bentstichting Kwintes (RIBW Flevoland/Vindicta RIBW) Makelaardij Mee Veluwe te Apeldoorn Ministerie van VWS Nové, Jeugdhulpverl. instantie te Apeldoorn Oldenkotte te Rekken Passerel Werk & Dagbesteding Philadelphia Zorg Apeldoorn Piet Roorda Kliniek te Apeldoorn Provincie Gelderland Reinoud Accounting Reinoud Advies te Arnhem Rentray, Justitiële Jeugd Inrichting te Eefde RIBW Alliantie ‘s Heerenloo Midden Nederland, Apeldoorn Siza Dorp Groep Arnhem Spatie, Centrum voor geestelijke gezondheid te Apeldoorn Stg. Kinder- en Jeugd Psychiatrie Oost-Nederland te Ede Stg. MensenWerk, welzijnsinstelling, Twello Stg. Rehabilitatie ‘92 te Rotterdam Stg. Welzijn Brummen Tactus, instelling voor verslavingszorg Trimbos-instituut te Utrecht Vérian Thuiszorgorganisatie Wisselwerk, Welzijnsorganisatie te Apeldoorn Woningbouwcorporaties (14 organisaties) Woonzorgcentra Iselgouw te Brummen Woonzorgcentrum Avondzon te Apeldoorn Woonzorgcentrum De Speulbrink Zorgboerderijen Zorgkantoor Apeldoorn, Zutphen e.o. Zozijn (De Lathmer) te Wilp
Relatie Samenwerkingspartner Stelt de indicaties voor de cliënten Adviseur Samenwerkingspartner dagbesteding Samenwerkingspartner Verwijzer/ketenpartner/samenwerkingspartner Accountant Samenwerkingspartner wonen, welzijn, zorg Samenwerkingspartner wonen, welzijn, zorg Samenwerkingspartner wonen, welzijn, zorg Samenwerkingspartner wonen, welzijn, zorg Verwijzer/ketenpartner Samenwerkingspartner Verwijzer/ketenpartner/samenwerkingspartner Toezichthouder/adviseur Samenwerkingspartner Ketenpartner Samenwerkingspartners op gebied wonen Samenwerkingspartner Beleidsregisseur Verwijzer/ketenpartner Samenwerkingspartner Samenwerkingspartner Samenwerkingspartner Samenwerkingspartner Financier/regisseur Financiële dienstverlening Adviseur Verwijzer/ketenpartner Belangenbehartiger Samenwerkingspartner Samenwerkingpartner Verwijzer/ketenpartner Verwijzer/ketenpartner Samenwerkingspartner welzijn op gebied dagbesteding Kenniscentrum Samenwerkingspartner op gebied welzijn Samenwerkingspartner Kenniscentrum Samenwerkingspartner Samenwerkingspartner op gebied welzijn Samenwerkingspartners op gebied wonen Ketenpartner/Samenwerkingspartner Ketenpartner Samenwerkingspartner Ketenpartner Financier Verwijzer/ketenpartner
Kerngegevens per 31 december 2005 Aantal cliënten op 31 december 2005 Aantal toegelaten plaatsen beschermd wonen op peildatum 31 december 2005 Totaal aantal uren ambulante (ondersteunende en activerende) begeleiding in 2005 Totaal aantal verzorgingsdagen beschermd wonen in 2005 Aantal personeelsleden in loondienst op peildatum 31 december Aantal FTE personeelsleden in loondienst op peildatum 31 december
508 254 21.885 81.724 196 139,42
Jaar verslag 2005 -
Om een goed beeld van het afgelopen jaar te kunnen krijgen, zijn enkele algemene gegevens van belang. Structuur van de RIBW Oost-Veluwe De juridische vorm van de RIBW Oost-Veluwe is een stichting. Daarbij is sprake van een Raad van Toezicht/ Raad van Bestuurs model. De Raad van Toezicht houdt integraal toezicht op het beleid van de Raad van Bestuur en op de algemene gang van zaken. Behalve als toezichthouder fungeert de Raad van Toezicht als klankbord en adviesorgaan voor de Raad van Bestuur. De Raad van Toezicht heeft daarnaast een aantal formele taken en bevoegdheden en is ook werkgever van de Raad van Bestuur. Dit alles is statutair vastgelegd. De Raad van Toezicht functioneert onafhankelijk van de bij de organisatie betrokken partijen en bevordert een goed functioneren van de organisatie. De Raad van Bestuur is eindverantwoordelijk. Twee Regio Managers geven leiding aan de zorgverlenende teams in twee gelijkwaardige regio’s. Zes Woonzorgcoördinatoren coördineren de dagelijkse werkzaamheden van deze teams in de Woonzorgregio’s op het gebied van Wonen en Zorg. Het betreft de volgende Woonzorgregio’s: Noordoost (Apeldoorn), Zuidoost (Apeldoorn), Zuidwest (Apeldoorn), Brummen (Eerbeek), Epe (Vaassen) en Voorst (Twello). Het Centraal Bureau, het Regio Bureau, het Voordeurteam en het Cliënten Service Bureau (CSB) zijn verantwoordelijk voor de ondersteunende processen. Deze kennen hun eigen leidinggevende structuur. De medezeggenschap is georganiseerd met behulp van de Ondernemingsraad, de Cliëntenraad en de Familieraad. De samenstelling van deze adviesorganen en de door hen uitgebrachte adviezen komen in Hoofdstuk 4 Corporate Governance aan de orde. Kerngegevens De kernactiviteiten van de RIBW Oost-Veluwe bestaan uit het bieden van beschermd wonen, begeleid zelfstandig wonen en dagactiviteiten voor verschillende diagnose- en leeftijdsgroepen. Deze diensten worden geboden aan daarvoor, door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ), geïndiceerde personen met psychische en psychosociale handicaps. De instelling neemt deel in het dagactiviteitencentrum van DaAr te Apeldoorn en Vriendendienst De Compagnon. In samenwerking met de Zorgboerderijen de Wenumhoeve en Hof Noord Empe, Stichting Welzijn Brummen, evenals
- RIBW Oost-Veluwe
Welzijnsinstelling MensenWerk te Twello biedt de instelling dagactiviteiten. De RIBW’s Oost-Veluwe, Arnhem & Veluwe Vallei en Nijmegen & Rivierenland exploiteren een relatiebemiddelingsbureau voor hen die daartoe behoefte hebben, Bureau Metgezel. De organisatie ontplooit geen private activiteiten. Belanghebbenden Voor de relaties in en om de zorg werd opnieuw een goed bezochte ‘najaarslunchbijeenkomst’ georganiseerd. De najaarslunchbijeenkomst heeft tot doel belanghebbenden in te lichten over de ontwikkelingen binnen de instelling. Naast een inleiding over de ontwikkelingen door de heer Th.H.M. Solen, Raad van Bestuur, hielden twee sprekers een betoog. De heer R. Joosten, directeur van de RIBW Gooi & Vechtstreek, hield een betoog over HKZ-certificering. Mevrouw G.A.M. Zaat, directeur van de RIBW Den Haag, presenteerde haar visie op ketenzorg. Werkgebied Het werkgebied van de RIBW Oost-Veluwe bestaat uit de gemeenten Apeldoorn, Brummen, Epe en Voorst en bevat ruim 240.000 inwoners. De RIBW OostVeluwe was in 2005 werkzaam in de Zorgkantoorregio Apeldoorn, Zutphen e.o.
1. RIBW Oost-Veluwe
1
RIBW Oost-Veluwe
2
Visie en strategie Missie De RIBW Oost-Veluwe stelt zich ten doel in de regio methodische begeleiding en eventueel huisvesting te bieden. Wij bieden dit aan cliënten met langdurige psychiatrische problematiek, die niet (geheel) zelfstandig kunnen leven. Onze begeleiding is gericht op het herstel van burgerrollen. Dit gebeurt in een omgeving naar keuze en – op basis van huidige inzichten, kwaliteitseisen en wetgeving – aan de hand van een individueel begeleidingsplan, dat is opgesteld vanuit de wensen en mogelijkheden van de cliënt. De RIBW werkt samen met andere GGz-instellingen in de regio om continuïteit van zorg te bieden ten behoeve van haar cliënten. Visie In onze visie is het essentieel de kwetsbaarheid van de cliënt centraal te stellen, deze te accepteren en uit te gaan van de wensen en mogelijkheden van de cliënt. Onze cliënten behoren tot de groep mensen met langdurige psychische handicaps, die een negatieve invloed hebben op de kwaliteit van leven. Onze zorgverlening is gericht op het in stand houden en verbeteren van de kwaliteit van leven. Kwaliteit van leven is een subjectief begrip, dat mede bepaald wordt door de context van de cliënt (omgeving, tijdsgewricht en cultuur). Verschillende factoren beïnvloeden de kwaliteit van leven. Deze factoren verschillen van persoon tot persoon. Daarom wordt de zorg in samenspraak met de cliënt opgezet, geëvalueerd en bijgesteld. Iedere cliënt heeft een begeleidingsplan waarmee de zorgverlening methodisch en systematisch wordt uitgevoerd. De wensen en behoeften van de cliënt zijn daarbij richtinggevend, evenals rehabilitatie en herstel. Op deze wijze werken cliënt en persoonlijk begeleider aan verbetering van de kwaliteit van leven van de cliënt, komen zingevingsvraagstukken aan de orde en wordt beoogd diens positie te versterken. Meerjarenbeleid en Doelstelling 2005 tot 2010 Bij de beleidsontwikkeling staat centraal dat de overheid marktwerking en concurrentie bevordert. Ook stelt de overheid hogere eisen op het gebied van verantwoording van activiteiten. Zorgverlenende instellingen moeten goede antwoorden vinden op de vragen die deze ontwikkelingen met zich mee brengen. De Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur zijn overeengekomen om de tot nog toe gehanteerde bestuurlijke gedragslijn te bestendigen. Tot nog toe werd uitgegaan van product- en marktdifferentiatie, groei van de capaciteit en samenwerking. De inhoud, het kiezen voor kwaliteit en samenwerken, staan daarbij centraal. De komende jaren worden deze thema’s vastgehouden en verder uitgewerkt. Tot de kern van onze werkzaamheden behoren
Wonen, Zorg en Welzijn. Onze stichting fungeert daarbij als een netwerkspeler en kiest voor een zelfstandig voortbestaan en verdere specialisaties. De beschikbare kennis en vaardigheden van de medewerkers worden daarom niet benut voor fusietrajecten, maar voor het verder ontwikkelen van gespecialiseerde woonbegeleiding. Onze stichting werkt alleen samen met partners in de zorg die een zelfde ambitie voorstaan. In 2005 stonden de Raad van Toezicht en Raad van Bestuur stil bij de strategische doelen van de organisatie voor de jaren 2005 tot 2010. Dit proces resulteerde in vijf aandachtsgebieden. 1. Modernisering van de AWBZ en de invoering van nieuwe wetgeving De modernisering van de AWBZ, de verwachte invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en de Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi) maken de ontwikkeling en uitvoering van nieuw beleid noodzakelijk. De nieuwe wetten en spelregels stellen andere eisen aan onze organisatie, waaraan we tijdig moeten voldoen. 2 Professionalisering van de Marketing De overheid bevordert marktwerking en daarmee concurrentie. Hierop moet de organisatie reageren om zijn positie te behouden en te versterken. Marketing is één van de instrumenten om dat te bereiken. Hiervoor is in de loop van het jaar een communicatieadviseur aangesteld. 3. Het bevorderen van synergie binnen de instelling Binnen de organisatie vinden activiteiten plaats die efficiënter en effectiever uitgevoerd kunnen worden. Daarom zal aandacht worden besteed aan een betere samenwerking tussen de beide subregio’s, het Centraal Bureau, het Regio Bureau en het Cliënten Service Bureau (CSB). 4. Beleidsontwikkeling en implementatie informatisering en automatisering Als gevolg van externe ontwikkelingen dient onze organisatie zich op een andere wijze te verantwoorden. Automatisering is hierbij essentieel om de kosten te beheersen en om aan te sluiten bij andere geautomatiseerde systemen. Daarnaast biedt Informatie en Communicatie Technologie (ICT) de mogelijkheid om iedereen binnen de organisatie beter te informeren. Frontofficemanagement is daarbij een belangrijk instrument. 5. Samenwerking met lokale overheden en maatschappelijke organisaties De RIBW Oost-Veluwe voorziet in dienstverlening aan mensen met een beperking. Onze
Jaar verslag 2005 -
Kwaliteitsbeleid In de volgende twee paragrafen wordt ingegaan op de hoofdlijnen van het kwaliteitsbeleid en het kwaliteitsmanagementsysteem.
Het geformuleerd strategische beleid wordt vastgelegd in het ‘Beleidsplan 2006-2010, RIBW Oost-Veluwe, Zorg in en om de Straat’. Dit beleidsplan vervangt het voorgaande beleidsplan: ‘De balans tussen vasthouden en loslaten. Met zorg naar de 21ste eeuw’. Bij het formuleren van het nieuwe beleid zijn interne en externe belanghebbenden nauwgezet betrokken. Het beleidsplan zal begin 2006 aan de externe relaties worden aangeboden.
Kwaliteitsbeleid op hoofdlijnen Deze paragraaf geeft een beschrijving van het kwaliteitsbeleid van de RIBW met de daaraan gekoppelde inspanningen in 2005, voor zover additioneel aan de in hoofdstuk 4 weergegeven prestaties. Ingegaan wordt op het voorgenomen beleid (doelstellingen) in het verslagjaar op de volgende prestatievelden: kwaliteit van zorg, toegankelijkheid en veiligheid.
Algemeen beleid Deze paragraaf beschrijft het algemene beleid met de daaraan gekoppelde inspanningen in het verslagjaar. Het algemene beleid van de instelling was gericht op het beperken van de interne en externe wachtlijsten en het creëren van nieuw zorgaanbod voor groepen die nog onvoldoende gebruik kunnen maken van het RIBW-aanbod. Een voorbeeld daarvan zijn uitbehandelde jongeren die verblijven in instellingen voor jeugdzorg of kinder- en jeugdpsychiatrie. Een aantal van hen is gebaat bij opvang binnen de RIBW. Ook de samenleving als geheel heeft hier voordeel van. Deze jongeren bezetten behandelplaatsen waardoor wachtlijsten in de behandelsector blijven bestaan. Ook heeft nieuw RIBW-aanbod een preventieve werking in relatie tot maatschappelijk verval.
Kwaliteit van zorg Kwaliteit van leven is een belangrijke uitkomstmaat in de langdurige zorg. Om de kwaliteit van leven van de cliënten te waarborgen is een optimale kwaliteit van zorg voorwaarde. Veelal hebben cliënten behoefte aan betekenisvolle en bevredigende relaties en zelfbeschikking. Zingeving en het hebben van een doel in het leven zijn eveneens van belang. Net als anderen willen ggz-cliënten hun wensen en ambities verwezenlijken, ondanks de problemen die ze mogelijk meer dan anderen in het leven ervaren, maar die ze wel willen overwinnen of kunnen hanteren. De professionele hulp die ze daarbij krijgen, inclusief het wonen in een beschermende woonvorm, moet een toegevoegde waarde hebben.
Een middel om het voorgaande te bereiken is samenwerking in de diverse zorgketens. Evenals voorgaande jaren is veel energie besteed aan het ontwikkelen en onderhouden van samenwerkingsrelaties. Om de mogelijkheden op het gebied van dagbesteding te vergroten is geïnvesteerd in de samenwerking met Zorgboerderijen. Ingezet is op een versteviging van de financiële positie. Om de groei van het aantal verblijfsplaatsen te kunnen realiseren, zijn nieuwe woonpanden noodzakelijk. In verband met de lage kapitaalslasten vond opnieuw oriëntatie plaats op kopen versus het huren van panden. Tevens vond overleg plaats met de RIBW Alliantie en de verantwoordelijke overheidsinstanties om het vraagstuk van te lage kapitaalslasten op te lossen. Gezien de groei van de organisatie in de afgelopen jaren en de toenemende eisen op het gebied van transparantie vond bezinning plaats op de interne organisatie. Besloten is de interne organisatie de komende jaren te versterken. Kwaliteitsbeleid op basis van het HKZ-model en versterking van de administratieve organisatie zijn daarbij hulpmiddelen.
- RIBW Oost-Veluwe
Om aan bovenvermelde behoeften te voldoen, zijn voldoende voorzieningen nodig en medewerkers die berekend zijn op hun taak. Er zijn voorzieningen nodig op het gebied van wonen, zorg en welzijn, evenals goed geschoolde behandelaren. Samenhang daarin biedt meerwaarde. De RIBW Oost-Veluwe wil bijdragen aan een goede samenhang door samenwerking met derden. De inspanningen in het verslagjaar hadden betrekking op de verwerving van: voldoende en toegankelijke woonvoorzieningen, voldoende en op hun taak berekende medewerkers, en voldoende mogelijkheden voor cliënten om aan de samenleving deel te nemen. Individuele en collectieve deskundigheidsbevordering neemt daarbij een centrale plaats in. Het belang van (wetenschappelijk) onderzoek als kwaliteitsinstrument neemt toe. Bij de afstemming op de individuele mogelijkheden en behoeften van cliënten hanteren wij verschillende benaderingen. Binnen de probleemgerichte aanpak wordt aandacht besteed aan het oplossen van klachten of problemen. Doel daarvan is het wegnemen of verminderen van problemen. Daarbij krijgt de cliënt professionele begeleiding die gericht is op het voorkomen van terugval en het onder controle krijgen van de handicaps. De omgevingsgerichte aanpak is gefocust op de cliënt
2. Visie en strategie
dienstverlening vindt plaats in en met de samenleving. Daarom is samenwerking met lokale overheden en organisaties die een rol in de ondersteuning vervullen voor ons essentieel.
2. Visie en strategie
en diens (sociale) omgeving. Doel daarbij is het verbeteren van het dagelijkse functioneren en deelname aan de samenleving. De woon- en de leefsituatie worden zo veel mogelijk aangepast aan de cliënt. Zo krijgt de cliënt bijvoorbeeld hulp en advies bij het gemeenschappelijk wonen. Bij de ontwikkelingsgerichte aanpak wordt de Individuele Rehabilitatie Benadering (IRB) gehanteerd. Mensen met handicaps hebben evenals anderen behoefte zich verder te ontwikkelen. Het doel is de verwezenlijking van eigen doelen. Samen met de cliënt worden activiteiten ontwikkeld die gericht zijn op wonen, werken, leren, vrije tijdsbesteding en sociale relaties. Evenals voorgaande jaren is veel energie besteed aan de Individuele Rehabilitatie Benadering (IRB) en Herstel. De inspanningen en resultaten daarvan zijn uitgebreid beschreven in het Jaarbericht Rehabilitatie en Herstel 2005. De IRB is één van de pijlers van de cliëntenzorg. Doel van deze ontwikkelingsgerichte benadering is cliënten behulpzaam te zijn bij het verwezenlijken van hun eigen doelen. Een nog niet zo vanzelfsprekende benadering. Daarom ondersteunt de organisatie medewerkers bij het verwerven en toepassen van deze methodiek. Het begrip ‘herstellen’ heeft in de GGZ een bijzondere betekenis. In verschillende woordenboeken is ‘herstellen’ omschreven als: ‘terugkeer tot een vroegere krachtiger toestand’, ‘het weer in staat brengen’ of het ‘laten terugkeren van wat verstoord of vernietigd is’ en ‘de vergoeding van aangedaan leed en onrecht’. Bovendien is herstellen niet het zelfde als genezen. Herstellen is een activiteit van cliënten zelf, die ze samen en zelfstandig verrichten. In 2005 is aan de realisatie van verschillende voornemens gewerkt. Er is onderzocht op welke manier teamgerichte toepassing van de IRB kan plaatsvinden. Er vond oriëntatie plaats op de vraag hoe het reguliere onderwijs (ROC) toegankelijk kan zijn voor personen met psychische handicaps. Daarnaast is geparticipeerd in een onderzoek naar een aangepaste versie van IRB voor moeders met kinderen. Veranderingen in de organisatie maken een oriëntatie op de gevolgen daarvan voor de toepassing van de IRB noodzakelijk. Het team van het Sociaal Pension voor dak- en thuislozen met GGz problemen dient nog voorgelicht te worden over de IRB.
doelpopulatie in termen van diagnose, psychische en sociale beperkingen, zorgbehoefte en kwaliteit van leven? Welke activiteiten onderneemt de RIBW voor deze personen en wat doen andere zorgverleners? Welke onvervulde behoeften resteren op de zorgdomeinen lichamelijke en geestelijke gezondheid, algemene zelfredzaamheid, werk- en dagbesteding, sociale contacten en financiën? Welke interventies kunnen worden omschreven en hoe effectief is de zorgverlening van de RIBW’s? Kortom wat is de evidentie van de woonzorg en begeleiding vanuit de RIBW’s ten aanzien van zelfstandig functioneren van cliënten, hun tevredenheid over hun woonomstandigheden en hun sociale integratie? Voornemen is RIBW’s te selecteren voor deelname en in 2006 te starten. De RIBW Oost-Veluwe neemt deel aan het ‘Landelijk initiatief ontwikkeling en onderzoek herstelprogramma voor mensen met een psychische beperking’. Sinds 2004 werken cliënten en medewerkers mee aan het verrichten van een quasi-experimentele studie naar de effecten van het Herstelprogramma voor mensen met ernstige psychische beperkingen. Het Trimbosinstituut voert het onderzoek uit. De tweede meting vond eind 2005 plaats. De verwachting is dat het onderzoek eind 2007 afgerond wordt. Het project ‘Ketenaanpak huiselijk geweld’ is een project van de gemeente Apeldoorn. De RIBW faciliteert dit project door het detacheren van de projectleider en deelname aan de Stuurgroep. Het project is in 2002 gestart en heeft een looptijd tot en met 2007. Hoofddoel van het project is het voorkomen en terugdringen van huiselijk geweld. Om deze doelstelling te realiseren, dient de preventie, signalering en hulpverlening van huiselijk geweld te professionaliseren. Om de betrokkenen beter van dienst te zijn en de (maatschappelijke) gevolgen van huiselijk geweld te beperken, dient de samenwerking tussen de deelnemende organisaties te verbeteren. In 2005 waren productgroepen werkzaam met de opdracht producten te realiseren op het terrein van preventie, signalering, hulpverlening, registratie, interregionale samenwerking en PR en communicatie. Besloten is de exitgesprekken met cliënten, die hun relatie met de RIBW beëindigen, uit te laten voeren door functionarissen Zorgtoeleiding en Informatie. Uitvoering van dit besluit zal plaatsvinden in 2006.
In het verslagjaar zijn voorbereidingen getroffen voor deelname aan wetenschappelijk onderzoek naar de effectiviteit van het zorgaanbod. Het betreft een onderzoeksopzet door Prof. Dr. D. Wiersma van het Rob Giel Onderzoekscentrum van de Universiteit Groningen. Het onderzoek beoogt het inzicht in de psychiatrische woonzorg te vergroten. Daarbij is meer inzicht nodig in de volgende zaken. Wat zijn de kenmerken van de
Jaar verslag 2005 - 10
spreiding te realiseren van de kantoren binnen het totale verzorgingsgebied, de twee subregio’s en de zes woonzorgregio’s.
De RIBW Oost-Veluwe streeft een goede spreiding en bereikbaarheid na van de woonvoorzieningen over het verzorgingsgebied. Daarom dienen alle locaties gelegen te zijn in woonwijken. Verder moeten ze beschikken over eigen telefoon- en e-mailfaciliteiten en bereikbaar zijn per openbaar vervoer. Ook de medewerkers moeten te bereiken zijn per telefoon (op de kantoren en via mobiele telefoons). Desgewenst kunnen cliënten, indien de begeleiders niet aanwezig zijn, een crisistelefoon gebruiken. De RIBW Oost-Veluwe werkt vraaggestuurd. De door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) gestelde indicatie is leidraad voor de te leveren zorg. Er dient een zorgaanbod te zijn voor verschillende doelgroepen. Om de toegankelijkheid voor nieuwe cliënten te waarborgen, houdt het Cliënten Service Bureau (CSB) wachtlijsten bij van voor RIBW-zorg geïndiceerde personen en relateert deze aan de Treeknormen. De wachtlijsten en wachttijden waren aanleiding voor het aanvragen van capaciteitsuitbreiding bij het College voor zorgverzekeringen (CVZ) en het verantwoordelijke Zorgkantoor.
Buiten de Veste is een project van Woningstichting Brummen, Woonzorgcentra Iselgouw (locatie Tolzicht), Stichting Welzijn Brummen en RIBW OostVeluwe. Realisatie van het project zal plaatsvinden in de dorpskern van Brummen, aan de Elzenbosweg. Het project voorziet in Verzorgingshuiszorg, Beschermd Wonen, Begeleid Zelfstandig Wonen in groepsverband en Sociale Dagopvang. Voor de RIBW is voorzien in 18 plaatsen Beschermd Wonen en 16 plaatsen Groeps Begeleid Zelfstandig Wonen voor personen vanaf 55 jaar. Vanwege de benodigde wijziging van het bestemmingsplan is de verwachting dat de bouw in augustus 2006 start en oplevering in 2007 plaatsvindt.
De RIBW Oost-Veluwe heeft besloten om de indicatie- en zorgtoewijzingsprocessen te versterken door deelname in één zorgloket in de gemeente Apeldoorn, Het Portaal. Het Portaal is te vinden in één gebouw. Op termijn zullen medewerkers van verschillende aanbieders van zorg, wonen en welzijn naar Het Portaal verhuizen. Het Portaal is te vinden aan de Deventerstraat 43, 7311 LV Apeldoorn, tel. (055) 580 20 02. In 2005 zijn de voorbereidingen getroffen voor het situeren van het CSB van de RIBW Oost-Veluwe in het Portaal. Effectuering vindt plaats begin 2006. Om tegemoet te komen aan de behoeften van cliënten aan maatschappelijke participatie, zinvolle relaties, ontplooiingsmogelijkheden en zingeving zijn verschillende inspanningen verricht. De RIBW OostVeluwe participeert in het Dagactiviteitencentrum van DaAr (Apeldoorn), Vriendendienst De Compagnon en Bureau Metgezel. Tevens is geïnvesteerd in de ontwikkeling van zorgboerderijen. Diverse nieuwbouwprojecten zijn in ontwikkeling om nieuwe doelgroepen te huisvesten en om een goede spreiding over het verzorgingsgebied te realiseren. Daarnaast zijn inspanningen verricht om een juiste
11 - RIBW Oost-Veluwe
Overleg is gaande met de Woningstichting Beter Wonen te Loenen om een woonvoorziening (acht plaatsen) te realiseren in Uddel. Op dit moment is nog niet te voorzien wanneer de realisatie zal plaats vinden.
Met het Dr. Leo Kannerhuis te Oosterbeek vond overleg plaats om de wachtlijsten in de kinderen jeugdpsychiatrie te verminderen. Het Dr. Leo Kannerhuis ervaart ernstige problemen bij het uitplaatsen van uitbehandelde jongeren. De samenwerking met de RIBW dient ertoe te leiden dat jongeren eerder uitgeplaatst worden, waardoor de behandelduur wordt bekort. Uiteindelijk zal deze samenwerking leiden tot kortere wachtlijsten voor het Dr. Leo Kannerhuis en komt er een begeleidingsmodule in RIBW’s beschikbaar voor personen met een stoornis in het autistisch spectrum. Doelstelling is de RIBW Oost-Veluwe toegankelijk te maken voor bij het Dr. Leo Kannerhuis uitbehandelde jongeren die niet zelfstandig kunnen wonen of niet terug kunnen naar hun ouderlijk huis. Een deel van de nieuw te ontwikkelen woonvorm Lombok te Eerbeek zal voor deze doelgroep beschikbaar komen. De Woningstichting Eerbeek is verantwoordelijk voor de bouw, die voorziet in zestien appartementen en kantoorfaciliteiten. De oplevering is voorzien in 2007. Begin 2005 hebben medewerkers van Hanzeborg te Zutphen een kennismakingsbezoek gebracht aan de RIBW Oost-Veluwe. Hanzeborg levert specialistische behandeling en begeleiding voor jongeren vanaf 18 jaar met een lichte verstandelijke beperking en onbegrepen en risicovol gedrag. Onderzocht wordt of de RIBW Oost-Veluwe een woonvorm kan realiseren voor uitbehandelde cliënten van Hanzeborg. Het betreft cliënten in het grensgebied van jeugd en jongvolwassenen.
2. Visie en strategie
Toegankelijkheid Toegankelijkheid is essentieel voor ons werk. Hieronder gaan we in op de geleverde inspanningen op het gebied van: geografische en telefonische bereikbaarheid en de beschikbaarheid van de zorg. Voorbeelden van beschikbaarheid zijn capaciteit, locaties, wachttijden, doorlooptijden en wachtlijsten. In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op resultaten en prestaties op deze gebieden.
2. Visie en strategie
De Hoenderloo Groep en de RIBW Oost-Veluwe hebben ook in 2005 samengewerkt t.b.v. de doelgroep Jeugd. Basis daarvoor is de in 2003 getekende intentieverklaring tot samenwerking. Doelstelling is uitbehandelde jongeren die (nog) niet zelfstandig kunnen wonen begeleiding en zo nodig huisvesting te bieden. Er deden zich diverse knelpunten voor. Vanwege een te laag bekostigingstarief voor de doelgroep Jeugd was het team niet op sterkte. In 2005 is RIBW Oost-Veluwe het project Mansardehof/Zutphensestraat te Apeldoorn gestart. Een project in samenwerking met de ‘s Heeren Loo Zorggroep te Apeldoorn voor verstandelijk gehandicapten en woningcorporatie De Goede Woning. De huisvesting zal opvang bieden aan acht cliënten met een RIBW-indicatie. De bouw start in 2006. Deze opvang vormt met twee in december 2005 aangekochte woningen, in de wijk Woudhuis te Apeldoorn, één woonentiteit. In totaal zullen er 18 cliënten gehuisvest worden. Het Zorgkantoor Apeldoorn, Zutphen e.o. heeft toestemming gegeven voor de realisatie van het project Wonen naar je Hart. Wonen naar je Hart voorziet in de huisvesting en begeleiding van 20 jongeren met stoornissen in het autistisch spectrum in appartementengebouw Mariëndael te Apeldoorn. De verwachte oplevering is in 2007. Woningcorporatie De Woonmensen te Apeldoorn is verantwoordelijk voor de bouw. In 2005 is een samenwerkingsovereenkomst getekend i.v.m. de realisering en ingebruikname van Nieuw Avondzon van Woonzorgcentrum de Goede Zorg te Apeldoorn. Woningcorporatie De Goede Woning is verantwoordelijk voor de bouw. Nieuw Avondzon is een woonzorgcomplex. De RIBW OostVeluwe zal daarin twaalf oudere cliënten huisvesten in zelfstandige appartementen. De verwachte oplevering vindt plaats in 2007. Woningcorporatie Ons Huis te Apeldoorn ontwikkelt voor Arcuris, instelling voor maatschappelijke opvang en de RIBW Oost-Veluwe een appartementengebouw (Nieuw Sprongzicht) voor jeugdige cliënten. Het gebouw is geprojecteerd in de nieuw te ontwikkelen wijk Zuidbroek te Apeldoorn. De samenwerking van RIBW Oost-Veluwe en Nové, Jeugdhulpverleningsinstantie is er op gericht om jongeren desgewenst begeleiding te blijven bieden. Het betreft jongeren die gezien hun leeftijd (18+) niet meer bij Nové in zorg kunnen blijven. Doelstelling is te voorkomen dat deze jongeren tussen wal en schip raken. Resultaat van de samenwerking is dat enkele cliënten zorg ontvangen van de RIBW. Wanneer er voldoende jeugdige zorgvragers zijn, zal een nieuwe woongroep worden gerealiseerd. Er zijn plannen om in
de nieuw te ontwikkelen Apeldoornse wijk Zuidbroek gezamenlijk een woonlocatie te ontwikkelen. Het in ontwikkeling zijnde Omnizorg in Apeldoorn is bedoeld voor langdurig van zorg afhankelijke personen, die dak- en thuisloos zijn en problemen ondervinden als gevolg van verslaving en psychische handicaps. Partners in dat ontwikkelingsproces zijn de gemeente Apeldoorn, Arcuris (instelling voor maatschappelijk opvang), Tactus (instelling voor verslavingszorg) en RIBW Oost-Veluwe. In 2005 is het definitieve ontwerp voor het gebouw van het Omnizorg afgerond. Tevens is de aanvraag voor de bouwvergunning ingediend bij de gemeente Apeldoorn. Naar verwachting wordt het Omnizorg in 2007 in gebruik genomen. Verder vindt samenwerking plaats met Rentray, Justitiële Jeugd Inrichting te Eefde en de RIBW Flevoland (Kwintes). Jongeren met forensisch psychiatrische problematiek verblijven vaak onnodig lang in een justitiële jeugdinstelling. Oorzaak daarvan is het ontbreken van samenhang in het individuele zorgtraject tussen instellingen. De RIBW Flevoland en de RIBW Oost-Veluwe willen Rentray ondersteunen in het realiseren en exploiteren van een vervolgvoorziening voor deze jongeren. Deze voorziening is gericht op beschermd en begeleid zelfstandig wonen. In samenwerking met bovenvermelde samenwerkingspartners is een ondernemingsplan opgesteld. De samenwerking met de Stichting Kinder- en Jeugd Psychiatrie Oost-Nederland (SKJPON) heeft tot doel de wachtlijsten binnen SKJPON te verminderen. Dit gebeurt door uitbehandelde jongeren bij de RIBW Oost-Veluwe te plaatsen. Samen met plaatselijke zorgaanbieders en de Woningcorporatie Triada Wonen werkt de RIBW aan het project De Kroon. In de te realiseren woonvoorziening te Vaassen kunnen twintig cliënten wonen. Daarnaast werken wij in Vaassen aan de realisatie van steunpunt en dienstencentrum De Druppels. Onze samenwerkingspartners zijn de Passerel Werk & Dagbesteding, de Woningcorporatie Triada Wonen, het Woon- en zorgcentrum De Speulbrink en de J.P. van den Bent Stichting. Doelstelling is meerdere doelgroepen gebruik te laten maken van De Druppels, waardoor synergiewinst optreedt. Activiteiten die in het nog te realiseren gebouw plaats kunnen vinden, zijn inloop (sociëteit), dagopvang en voorlichting.
Jaar verslag 2005 - 12
Zozijn, regio De Lathmer te Wilp biedt hulp aan mensen met een verstandelijke beperking in combinatie met psychiatrische problematiek en gedragsstoornissen. Onderzoek heeft aangetoond dat er behoefte is aan een gezamenlijke woonvorm voor jongeren in de leeftijd van 12 tot 21 jaar. In een dergelijk aanbod moeten 24-uurszorg en pedagogische en psychiatrische expertise beschikbaar zijn. Reinoud Adviesgroep te Arnhem realiseert een bedrijfsplan met daarin vermeld de uitgangspunten en de gewenste actievelden en resultaten. Het bedrijfsplan komt in 2006 beschikbaar. Veiligheid De veiligheid van cliënten staat in verband met incidenten, waaronder suïcides, medicatieveiligheid (fouten bij verstrekking, bijwerkingen en polifarmacie), voortijdige beëindiging van de begeleiding en onveiligheid door het ontbreken van informatie. Ten aanzien van de veiligheid van de cliënten worden de normale professionele standaarden toegepast. In 2005 was er geen aanleiding aanvullend beleid te ontwikkelen, dan wel uit te voeren. De door de ledenraad van GGZ Nederland in 2005 vastgestelde Basisset Prestatie-indicatoren besteedt op verschillende aspecten aandacht aan het verschijnsel veiligheid. In 2006 zal beleidsontwikkeling op deze terreinen moeten plaatsvinden. Daartoe zullen protocollen ontwikkeld dan wel aangepast moeten worden, die betrekking hebben op medicatieverstrekking en melding incidenten. De instelling wordt toenemend geconfronteerd met het gebruik van alcohol en drugs door cliënten. Dat gebruik gaat vaak gepaard met overlast binnen en buiten de woonvormen en leidt regelmatig tot het verbreken van de relatie met de cliënt. Dit verschijnsel vraagt om een nadere bezinning. Om de onveiligheid voor cliënten als gevolg van het ontbreken van informatie te verminderen, is verder gewerkt aan de realisatie van (de toegankelijkheid van) het Elektronisch Cliënten Dossier (ECD). Kwaliteitsmanagementsysteem In het verslagjaar is de omslag in gang gezet van het bestaande kwaliteitssysteem naar het kwaliteitssysteem dat ten grondslag ligt aan het HKZ-certificeringsschema. Omdat het HKZ-schema uitgaat van Integraal Kwaliteitsmanagement, zal
13 - RIBW Oost-Veluwe
de kwaliteit van het systeem toenemen. Integraal Kwaliteitsmanagement heeft betrekking op het primaire proces en op de ondersteunende processen. Het bestaande systeem had slechts betrekking op het primaire proces. Het certificeringsproces vindt in nauw samenspel met de RIBW Alliantie plaats binnen de getekende overeenkomst met het Zorgkantoor. Tevens zal afstemming plaatsvinden met de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Om dit proces te ondersteunen trad per 1 augustus een medewerker Kwaliteit & Ethiek in dienst. Om meer inzicht in de stand van zaken te krijgen, vond een nulmeting plaats. Daarbij werden sleutelfiguren uit de organisatie betrokken. Om het gehele proces te stroomlijnen is een Eerste Plan van Aanpak vastgesteld. Besloten werd deel te nemen aan de Adviesmeting van GGZ Nederland en het Centrum voor Kwaliteit en Management in de Zorgsector (CKMZ). De Adviesmeting zal plaatsvinden in 2006. De Commissie Kwaliteit werd ontbonden en de Stuurgroep Kwaliteit & Ethiek geïnstalleerd. De Stuurgroep bestaat uit de Raad van Bestuur, de leden van het Intern Bestuurlijk Overleg (IBO), vertegenwoordigers van de Cliëntenen de Familieraad, een Rehabilitatiedocent en de medewerker Kwaliteit & Ethiek. De werkzaamheden zullen leiden tot HKZ-certificering eind 2007. Om de administratieve organisatie te versterken, is in het verslagjaar de Stuurgroep Automatisering & Administratie geïnstalleerd. De Stuurgroep heeft als taak de administratieve processen opnieuw in te richten. Doel daarvan is te voldoen aan de Kaderregeling Administratieve Organisatie en Interne Controle AWBZ productieregistratie en facturering. Personeelsbeleid Het personeelsbeleid van de RIBW Oost-Veluwe, zoals uitgevoerd in het afgelopen verslagjaar, heeft betrekking op aspecten als: beschikbaarheid van personeel, de kwaliteit van het werk en de kwaliteit van het personeel. De prioriteiten op het gebied van personeel en werkgeverschap worden benoemd aan de hand van de prestatievelden. De resultaten van deze gebieden zijn te vinden in hoofdstuk 4. Beschikbaarheid van medewerkers Gedurende het verslagjaar waren er 39 vacatures, waarvan 29 voor begeleiders. Tevens waren er vacatures op het gebied van Automatisering, Huishouding, Onderhoud, Cliënten Service Bureau (CSB) en het Secretariaat. Er ontstonden vacatures voor nieuwe functies, zoals een Medewerker Kwaliteit & Ethiek, een Medewerker Nieuwe Geldstromen, een Manager Bouw en Huisvesting en een Communicatieadviseur.
2. Visie en strategie
Het project ‘t Wezeveld te Twello is een project dat samen met de Hoenderloo Groep, het Dr. Leo Kannerhuis en andere instellingen tot stand komt. Het doel ervan is opvang bieden aan jongeren met een stoornis in het autistisch spectrum of ADHD. Het geheel ligt vast in een bedrijfsplan. De realisatiedatum is nog onbekend.
2. Visie en strategie
De werving van nieuwe medewerkers vond plaats via advertenties in landelijke en regionale dagbladen en vaktijdschriften, door het in dienst nemen van voormalige stagiaires en het onderhouden van een vacatureportefeuille. Tevens werden de vacatures geplaatst op de Internetpagina van de RIBW OostVeluwe. De RIBW hanteert geen streefgetallen met betrekking tot ziekteverzuim. Wanneer medewerkers zich ziek melden, besteedt de verantwoordelijke leidinggevende hier direct en regelmatig aandacht aan en wordt de Arbodienst ingeschakeld. Doel is de oorzaak van het verzuim in beeld te krijgen en een snelle terugkeer naar het werk te bevorderen. Als de situatie dit vereist, wordt een reïntegratieplan opgesteld conform de wettelijke kaders. Het ziekteverzuim vertoont pieken in het voor- en najaar. Daarom is besloten de medewerkers (op vrijwillige basis) een griepprik aan te bieden. Ook is een bijbehorend protocol ontwikkeld. Kwaliteit van het werk Dit prestatieveld heeft betrekking op de inspanningen op het gebied van werk- en leeromgeving, de werkdruk, de medewerkertevredenheid en de naleving van de Arbowet. De RIBW heeft als uitgangspunt dat leren en ontwikkelen een continu proces is dat niet alleen in opleidingen en trainingen plaatsvindt (expliciet leren). Leren, of jezelf ontwikkelen, vindt ook plaats door ervaringen die men opdoet in alle aspecten van het leven (impliciet leren). Leren en ontwikkelen behoren tot het proces waarin de organisatie en de medewerkers zich bevinden. De RIBW geeft daarom medewerkers de ruimte om hun ervaringen te testen en hun capaciteiten te vergroten. Zo kunnen ze de resultaten creëren die de organisatie én zijzelf voor ogen hebben. Een kernwaarde is de aandacht voor de ‘menselijke maat’. Doel is dat elke medewerker met plezier en op deskundige wijze zijn werk kan doen. Medewerkers functioneren niet alleen in de werksituatie, maar leven in een bredere context. Zowel de eigen persoonlijkheid, de privé situatie als de werkomgeving
zijn van invloed op het gedrag, functioneren en de ontwikkeling van medewerkers. Er wordt in wisselende functies en locaties een forse werkdruk ervaren. Arbocommissie De Raad van Bestuur verzocht de Arbocommissie in 2005 aandacht te schenken aan de samenstelling van de commissie en de voortgang van het BHVproces binnen alle werkeenheden. Tevens kreeg de commissie opdracht het Plan van Aanpak van de Risico-Inventarisatie te laten toetsen, het beleidsdocument ‘Ontoelaatbaar Gedrag’ te realiseren en het rookbeleid te actualiseren. De ontwikkeling van het Bedrijfshulpverleningsplan was, evenals in 2004, een voortschrijdend proces en is nog niet afgerond. De werving van nieuwe Bedrijfshulpverleners (BHV’ers) is eveneens een doorlopend proces. De uitbreiding van het aantal locaties noodzaakte ertoe medewerkers te werven en op te leiden voor de functie van bedrijfshulpverlener. Het Plan van Aanpak van de in 2002 uitgevoerde Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) is voor toetsing aan Maetis Arbo aangeboden. Dit Plan van Aanpak, dat inmiddels grotendeels is uitgevoerd, is akkoord bevonden. In het najaar startte een oriëntatie op een volgende RI&E. Als eerste zal een werkplekonderzoek uitgevoerd worden in het Regio Bureau en het Centraal Bureau. Eind 2004 constateerde de Arbeidsinspectie dat afspraken, over incidenten waarbij medewerkers met agressie worden geconfronteerd, onvoldoende schriftelijk waren vastgelegd. Naar aanleiding daarvan is een protocol voor Agressie en Geweld opgesteld en ter implementatie binnen de organisatie aangeboden. Besloten werd om het rookbeleid te herzien op basis van het ‘Werkboek met adviezen voor de ontwikkeling en implementatie van rookbeleid’ van GGZ Nederland. De kleinschaligheid van de RIBW bemoeilijkt de oplossing van dit vraagstuk aangezien de problematiek niet bouwkundig kan worden opgelost.
Jaar verslag 2005 - 14
Kwaliteit van de medewerkers Bij dit prestatieveld wordt ingegaan op de inspanningen t.a.v. de kwaliteit van de medewerkers. Door middel van het personeelsbeleid streeft de RIBW een goede kwaliteit en kwantiteit na van haar medewerkers. De medewerkers moeten in staat zijn in te spelen op veranderingen in de omgeving en de vragen van de cliënt. De RIBW is een groeiende organisatie die zich wil blijven ontwikkelen ten gunste van een brede groep door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) geïndiceerde cliënten. De principes die ten grondslag liggen aan ‘Human Resource Management (HRM)’ en de ‘lerende organisatie’ zijn daarbij behulpzaam. Financieel beleid Het financiële beleid was gericht op het versterken van de vermogenspositie met in achtneming van de capaciteitsgroei die de RIBW doormaakt. Een goede vermogenspositie is nodig als financieringsfunctie en om de eventuele gevolgen van financiële risico’s op te vangen. Het overheidsbeleid leidt immers tot meer dynamiek en dus tot grotere risico’s voor zorginstellingen. Het WƒZ (Waarborgfonds voor de Zorgsector) acht binnen de huidige wet- en regelgeving een vermogensbuffer van minimaal 8% noodzakelijk om de continuïteit van zorginstellingen te waarborgen. Deze norm is gebaseerd op feitelijk voorkomende exploitatiefluctuaties midden jaren ‘90 en de realiteit dat het keren van een negatieve financiële ontwikkeling binnen zorginstellingen vaak geruime tijd (een paar jaar) in beslag neemt. Mede in het licht van het overheidsbeleid streeft de RIBW Oost-Veluwe naar een buffer in de lijn van de minimale eisen die de externe financiers stellen, te weten 12%. In de begroting van de RIBW wordt al rekening gehouden met het verbeteren van de vermogenspositie, terwijl maandelijks productiemeting en vergelijking met de kostenontwikkeling plaatsvindt. Ten aanzien van het onroerend goed streeft de RIBW naar een goede mix tussen eigendom en huur. Gezien de lage rentestand, de te verwachten waardestijging van de panden binnen een reeks van jaren en de stijgende huren gaat (mede in het licht van de aanstaande huurliberalisatie) de voorkeur
15 - RIBW Oost-Veluwe
uit naar eigendom. Daardoor kan tevens snel worden geanticipeerd op veranderingen binnen de zorgbehoefte(n). Maatschappelijk verantwoord ondernemen Op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen hebben we te maken met de prestatievelden: mensen, meerwaarde maatschappij en milieu. Mensen Het prestatieveld Mensen heeft betrekking op bestedingen uit hoofde van maatschappelijke betrokkenheid, veiligheidsbeleid en productverantwoordelijkheid. In een aantal gevallen is een kleine donatie gedaan aan organisaties die zich richten op de zwakkeren in onze samenleving. Meerwaarde voor de samenleving De RIBW voelt zich betrokken bij de samenleving en de individuen die daarvan deel uit maken. De RIBW wil mensen met psychische handicaps helpen een zo optimaal mogelijke kwaliteit van leven te realiseren. Uitval en verval van mensen (en hun omgeving) wil de RIBW helpen voorkomen. Daarbij valt te denken aan preventie van dak- en thuisloosheid, alcohol- en drugsmisbruik en criminaliteit. De ontwikkeling van het Omnizorg (Apeldoorn) is daarbij een belangrijk hulpmiddel. Partners in dat ontwikkelingsproces zijn de gemeente Apeldoorn, Arcuris (instelling voor maatschappelijk opvang) en Tactus (instelling voor verslavingszorg). De Raad van Bestuur participeert in de Stuurgroep Huiselijk Geweld van de gemeente Apeldoorn en de provinciale Stuurgroep Autisme. De RIBW Oost-Veluwe was in het afgelopen jaar intensief betrokken bij de WMO-debatten die in de gemeenten van het verzorgingsgebied plaatsvonden. Doel daarvan was mee te denken over de richting waarin zich de zorg en de financiering daarvan moet bewegen. Veel aandacht is er voor de positie van mantelzorgers. De RIBW Oost-Veluwe was betrokken bij de ontwikkeling van het (Apeldoornse) Convenant Veelplegers. Tevens droeg de organisatie bij aan de discussie over de oplossing van de toenemende forensisch psychiatrische zorgbehoefte. In het verslagjaar heeft de Stuurgroep Veelplegers het Convenant Aanpak Veelplegers ondertekend. De RIBW Oost-Veluwe participeert in de Stuurgroep. De Stuurgroep functioneert binnen het Arrondissement Zutphen en is ingesteld voor de duur van één jaar. Doel van samenwerking is het verminderen van overlast en criminaliteit door zogenaamde veelplegers voor de burgers van Noord- en Oost-Gelderland. Dit doel wil de stuurgroep zien te bereiken door een geïntegreerde aanpak van veelplegers, gericht op
2. Visie en strategie
Gedurende het verslagjaar is de samenstelling van de Arbocommissie niet gewijzigd. De commissie heeft twee vacatures, waaronder de zetel van de Ondernemingsraad. Werving via het Intranet en Dé RIBW-krant bleef zonder resultaat. Uitgangspunt bij de werving is een evenredige vertegenwoordiging van de gehele organisatie. In 2006 zal opnieuw geworven worden.
2. Visie en strategie
het voorkomen van recidive door middel van een persoonsgerichte aanpak. De persoonsgerichte aanpak bestaat uit een sanctietraject en/of reïntegratie en nazorgfase door Politie, Justitie, Penitentiaire Instellingen, Instellingen van (verslavings)reclassering, de participerende gemeenten en andere relevante zorginstellingen. De convenantpartners verplichten zich om in totaal 200 veelplegers in de integrale ketenaanpak op te nemen.
De kapitaalslasten voor adequate huisvesting (huur) zijn ontoereikend. Dit vraagstuk is onder de aandacht gebracht van GGZ Nederland, het CTG/ZAio en het Ministerie van VWS. De RIBW Alliantie is daarbij ondersteunend. Willen cliënten optimaal en zo zelfstandig mogelijk kunnen wonen, dan ligt een opwaartse bijstelling voor de hand.
De RIBW Oost-Veluwe wil ook bijdragen aan de ontwikkeling van goede zorgverlening aan de doelgroep buiten Nederland. Dankzij een project van de Provincie Gelderland heeft de RIBW bij kunnen dragen aan de ontwikkelingen in Polen. De resultaten daarvan vindt u in hoofdstuk 4 onder Beschermd Wonen in Polen. Milieu Bij de aanschaf van huishoudelijke producten wordt rekening gehouden met milieu- en kostenaspecten. De RIBW hanteert ‘duurzaam bouwen’ als uitgangspunt bij de realisatie van nieuwbouw en renovatie en kiest, gezien het gebruik ervan, voor een hoogwaardige en duurzame inrichting. In het kader van HKZ-certificering zal hieromtrent beleid geformuleerd worden. Toekomstige ontwikkelingen De verwachting is dat de Wet Maatschappelijk Ondersteuning (WMO) op 1 januari 2007 in werking zal treden. Naar het zich laat aanzien is de reikwijdte voor de RIBW’s beperkt, omdat het zorgaanbod van de RIBW waarschijnlijk op de invoeringsdatum geen onderdeel uitmaakt van de WMO. Mogelijk is dit wel het geval in verdere fasen van invoering van de WMO. De ontwikkelingen worden nauwgezet gevolgd om snel beleidsaanpassingen te kunnen realiseren. In het verslagjaar is geen duidelijkheid ontstaan, in relatie tot de RIBW’s, over status van de Diagnose Behandel Combinaties (DBC’s). Daarbij spelen het vraagstuk of RIBW’s (deels) op genezing gerichte zorg bieden alsmede het vraagstuk van mogelijke afhankelijkheidsrelaties van behandelinstellingen i.v.m. het openen en sluiten van DBC’s. Ook hier geldt dat de RIBW Oost-Veluwe de ontwikkelingen volgt om adequaat te reageren. Bekostiging van AWBZ-gefinancierde instellingen zal in de nabije toekomst o.a. verlopen met behulp van de Zorg Zwaarte Pakken (ZZP’s). De ontwikkelingen op dit gebied worden gevolgd, zodat we daar tijdig op kunnen inspelen. Deelname aan een pilot wordt nagestreefd.
Jaar verslag 2005 - 16
Een drietal van voor ons van belang zijnde zaken zijn het bestuur van de RIBW Oost-Veluwe, de bedrijfsvoering en de medezeggenschap van cliënten en medewerkers. Bestuur De Stichting wordt conform de statuten bestuurd door de Raad van Bestuur. Er zijn voorbereidingen getroffen om in 2006 te gaan werken aan de hand van de uitgangspunten van Health Governance. Kernbegrippen daarbij zijn respect, vertrouwen en het willen samenwerken. Raad van Bestuur Tijdens een gezamenlijke studiedag van de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur is de koers van de Stichting nader bepaald. Halverwege het jaar zijn de medewerkers hierover middels een extra infobulletin geïnformeerd. De beoordeling van het functioneren van de bestuurder wordt, buiten allerlei andere aspecten, ook gezien in de ‘levensfase’ van de Stichting en die van de bestuurder zelf. In het verslagjaar is gesproken over de visie op de beoordeling van de bestuurder. Tevens is het beoordelingskader geactualiseerd. De bezoldiging van de Raad van Bestuur is conform de daarvoor geldende richtlijnen. De functie van Raad van Bestuur werd vervuld door de heer Th.H.M. Solen. Raad van Toezicht De Raad van Toezicht houdt integraal toezicht op het beleid van de Raad van Bestuur en op de algemene gang van zaken in de organisatie. Behalve als toezichthouder fungeert de Raad, vanuit haar maatschappelijk betrokkenheid en deskundigheid, tevens als klankbord en adviesorgaan van de Raad van Bestuur. Daarnaast heeft de Raad formele taken zoals goedkeuring van een aantal besluiten conform de statuten en is ook de werkgever van de Raad van Bestuur. Tijdens de vergaderingen van de Raad van Toezicht kwamen belangrijke zaken ter tafel op het gebied van de regelgeving, begroting, huisvestiging, kwaliteitsbeleid, personeelsbeleid en groei van capaciteit. Maandelijks worden de leden van de Raad van Toezicht voorzien van informatie omtrent de gang van zaken binnen de Stichting en daarbuiten. Naast de reguliere vergaderingen waren leden van de Raad van Toezicht aanwezig bij belangrijke gebeurtenissen binnen de organisatie en vond het jaargesprek plaats met de Ondernemingsraad. Samen met de Raad van Bestuur werd een studiedag georganiseerd omtrent de koers van de Stichting. Bij alle vergaderingen van de Raad van Toezicht was de bestuurder aanwezig.
17 - RIBW Oost-Veluwe
Naar het oordeel van de Raad van Toezicht heeft de Raad van Bestuur naar volle tevredenheid gefunctioneerd en is er geen sprake van belangenverstrengeling. De Raad van Bestuur heeft de Raad van Toezicht steeds volledig geïnformeerd over belangrijke ontwikkelingen. Daarbij is het uitgangspunt dat de inhoud centraal staat, steeds gehanteerd. Kwaliteit van zorg, een doelmatige bedrijfsvoering en samenwerken in bredere zin waren uitgangspunten. Deze kwamen overeen met de inhoud van het contract met het Zorgkantoor. De Raad van Toezicht heeft grote waardering voor de dagelijkse inzet van alle medewerkers binnen de totale stichting en is content over de ontwikkeling van zowel het beschermd wonen als de ambulante woonbegeleiding binnen de subgezondheidsregio Oost-Veluwe. De Stichting staat goed op de kaart.
Bedrijfsvoering Een groot deel van de financiële en administratieve werkzaamheden zijn uitgevoerd door Reinoud Accounting te Arnhem. Ook de salarisadministratie is uitbesteed. Maandelijks zijn budgetoverzichten beschikbaar. Verder is het systeem van elektronische kassen binnen de werkeenheden geïmplementeerd. De productieregistratie van de geleverde zorg is geautomatiseerd, evenals het roosteren van cliëntgebonden medewerkers. Tevens is de gehele verzekeringsportefeuille geactualiseerd. Opgemerkt dient te worden dat de vele veranderingen in wet- en regelgeving hebben bijgedragen aan een toename van de administratieve lastendruk.
De Raad van Toezicht bestond v.l.n.r. uit R.W. Botzen, Apeldoorn (lid), mevrouw drs. G.P.M. van den Berg, Rosmalen (lid), Drs. H.J. Bos, Beekbergen (voorzitter), mevrouw drs. D. van der Jagt, Eerbeek (lid) en Mr. R.Ph. Gerzon, Huizen (lid).
3. Corporate Governance
3
Corporate Governance
3. Corporate Governance
Om de beleidsregels aangaande de ‘Kaderregeling Administratieve Organisatie/Interne Controle (AO/IC)’ volledig te kunnen uitvoeren, is er binnen de organisatie een nulmeting gehouden en werd de Stuurgroep Automatiering en Administratieve Processen geïnstalleerd. De uitkomsten van deze nulmeting zijn voorgelegd aan de accountant. Tevens zijn voorbereidingen getroffen voor de implementatie in 2006 en de realisatie van een bedrijfsvoeringverklaring met bestuursverklaring. De planning en controlcyclus staat in relatie tot het maken van productieafspraken met het Zorgkantoor en voldoet aan hetgeen in de statuten van de Stichting is bepaald. Mede op basis van de uitkomsten van het overleg met het Zorgkantoor, alsmede de financiële resultaten waaronder de nacalculatie van het voorafgaande jaar, wordt de kaderbrief met begroting opgesteld, besproken en vastgesteld door de Raad van Bestuur en eind van het jaar goedgekeurd door de Raad van Toezicht. Het financiële resultaat over 2005 bedroeg € 319.785. Voor een volledige verantwoording wordt verwezen naar het financiële jaarverslag. Ondernemingsraad (OR) De Ondernemingsraad heeft, ondanks een onderbezetting, zijn taken vervuld en adviezen gegeven. Taken en werkwijze Ondernemingsraad Binnen onze instelling was in de verslagperiode een OR ingesteld. De taakverdeling en werkwijze van de OR waren vastgelegd in een reglement. Binnen de begroting beschikte de OR over een budget. Samenstelling Ondernemingsraad De Ondernemingsraad bestond op 31 december 2005 uit P.M.J. Martens (voorzitter) A.A.P. van den Bosch (secretaris), G. de Boer (Lid), P.W. Koers (Lid) en 3 vacatures (leden). Adviezen Ondernemingsraad De Ondernemingsraad heeft gesprekken gevoerd met de Raad van Bestuur en adviezen uitgebracht. De wijze waarop deze adviezen het beleid hebben beïnvloed en tot welke maatregelen de adviezen hebben geleid, werden eveneens in deze gesprekken behandeld. Onderbezetting Ondernemingsraad De OR streeft vanuit een proactieve houding naar een kwalitatief hoogstaand product. Naast persoonlijke kwaliteiten van de leden is de beschikbare inzet van de OR-leden voorwaarde voor verwezenlijking van dit doel. Met de groei van de RIBW zijn de werkzaamheden van de OR toegenomen. Hoewel het aantal personeelsleden de mogelijkheid biedt zeven leden
te benoemen, kenschetst het jaar 2005 zich door een structurele onderbezetting. De OR bestond in 2005 uit vier leden en moest door omstandigheden in de privésfeer een groot deel van het jaar de werkzaamheden met drie leden uitvoeren. Dit is de minimale bezetting om als OR te kunnen functioneren. Een kwetsbare positie. Het actief kennis laten maken van geïnteresseerde medewerkers met het OR-werk, heeft ertoe geleid dat meerdere kandidaten de OR willen komen versterken. De OR vertrouwt erop dat dit in het komende jaar haar beslag zal krijgen. Communicatie met de achterban De verslagen van de OR-bijeenkomsten en de infobulletins zijn vanaf 2005 uitsluitend op het Intranet te lezen. Voor sommige medewerkers een drempel. Met de contactpersonen van de OR is afgesproken dat zij als extra service de OR-informatie uitprinten en op het prikbord hangen om zodoende toch alle medewerkers te bereiken. Om in contact te komen en blijven met de achterban zijn ook in 2005 weer achterbanbijeenkomsten georganiseerd. Om het geheel binnen de perken te houden qua tijd heeft de OR besloten deze bijeenkomsten per woonzorgregio, het Sociaal Pension (Omnizorg) en de kantooreenheden te houden. Er zijn in totaal acht bijeenkomsten georganiseerd met de diverse regioteams. OR-cursus Gerichte en deskundig begeleide scholing en vorming is van belang voor het goed functioneren van een OR. Vanwege de onderbezetting heeft de OR haar trainingsactiviteiten in 2005 beperkt tot haar jaarlijkse tweedaagse cursus. Deze OR-cursus/training stond voor een groot deel in het teken van persoonlijke motivatie en samenwerking. Drie kandidaat-leden hebben mede deelgenomen aan deze cursus en daarmee op een intensieve wijze kennis gemaakt met het OR-werk. Communicatie met de Raad van Bestuur Het overleg tussen de Raad van Bestuur en de OR vindt zes keer per jaar plaats. Door omstandigheden is dit aantal in 2005 echter niet gerealiseerd. Om de continuïteit van de informatie-uitwisseling tussen Raad van Bestuur en OR te garanderen zijn nadere afspraken gemaakt. Communicatie met de Raad van Toezicht Minimaal één maal per jaar heeft de OR overleg met de voorzitter van de Raad van Toezicht. Het doel van het overleg is informatie-uitwisseling, waarbij mogelijke knelpunten of de visie op de ontwikkelingen binnen de RIBW besproken worden. Daarnaast is er jaarlijks de gemeenschappelijke bijeenkomst met de voltallige Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur. De totale gang van zaken binnen de Stichting wordt in die bijeenkomst tegen het licht gehouden.
Jaar verslag 2005 - 18
Functiedifferentiatie Functiedifferentiatie is meerdere keren aan de orde geweest om de visie aan te scherpen op het proces van functiedifferentiatie binnen de functiegroep van Begeleider. De OR ziet het als haar verantwoordelijkheid om te controleren hoe beleid zich in de praktijk ontwikkelt. De OR heeft door middel van een steekproefsgewijze raadpleging de voor- en nadelen van functiedifferentiatie bij de betrokken medewerkers geïnventariseerd. OR-platform Omnizorg Het in ontwikkeling zijnde Omnizorg biedt integrale opvang voor daklozen, verslaafden en langdurig van zorg afhankelijke GGz-cliënten in het hart van Apeldoorn. De opening is voorzien in 2007. De ontwikkeling en uitvoering zijn in handen van het Consortium Omnizorg. Het Consortium bestaat uit Tactus (verslavingszorg), Arcuris (maatschappelijke opvang) en de RIBW Oost-Veluwe. Voor de ondernemingsraden van de genoemde organisaties is het een uitdaging om in dit samenwerkingsverband de medezeggenschap vorm te geven. Duidelijk is dat de communicatie met het Consortium alleen effectief kan verlopen als de drie ondernemingsraden in gezamenlijkheid opereren. Om dit mogelijk te maken is in 2005 het OR-platform Omnizorg in het leven geroepen. Het platform heeft een protocol ontwikkeld, waarin de afspraken van de ondernemingsraden m.b.t. de relatie met de eigen instellingen en de besluitvorming zijn vastgelegd. Als de opbouw van de organisatie van het Omnizorg vordert, zal het platform vele instemmings- en adviesaanvragen behandelen. Het feit dat we hier te maken hebben met drie organisaties, alle met hun eigen regelingen en twee verschillende CAO’s, maakt het gecompliceerd. De positieve start van het OR-platform Omnizorg laat zien dat de ondernemingsraden klaar staan om hiermee aan de slag te gaan.
19 - RIBW Oost-Veluwe
Protocol Agressie en geweld De OR heeft preadviezen uitgebracht over het concept Protocol Agressie en geweld. Vooral is gelet op de situatie in de praktijk. Het protocol moet tot steun zijn van medewerkers die met agressie of geweld te maken krijgen. De veiligheid van de medewerker staat daarbij voorop. Van belang is dat men weet wat te doen in een situatie met agressie en geweld. Daarnaast zijn preventie en nazorg belangrijk. Werktijden In het verslagjaar zijn binnen onze organisatie ontwikkelingen op gang gekomen op het gebied van werktijden. Een voorbeeld is het structureel hanteren van een 6-urige werkdag, het organiseren van 24uursdiensten en nieuwe regels rond het nemen van pauze. Zaken die behoren het directe werkgebied van de OR. Deze zaken hebben ook een relatie met het invoeren van het roostersysteem Square. Dit jaar heeft de OR hierin een adviserende rol gehad. Organisatieverandering De organisatieverandering met de daarbij horende integratie van de werkeenheden Beschermd Wonen en Begeleid Zelfstandig Wonen, is een proces dat door de OR kritisch is gevolgd. Het betreft een proces dat, in de ene meer dan in de andere werkeenheid, veel flexibiliteit en aanpassingsvermogen van de medewerkers vraagt. Het gaat immers om een andere manier van samenwerken, er komen taken bij, de overlegstructuur verandert. Uit achterbanbijeenkomsten blijkt wel dat de motivatie om hieraan mee te werken bij medewerkers aanwezig is. Of het proces ook succesvol verloopt, is mede afhankelijk van een duidelijke communicatie en het bieden van ruimte aan alle betrokkenen om naar praktisch haalbare oplossingen te zoeken. De wens om de medewerkers te betrekken bij het zoeken naar de beste vorm waarin het beleid uitgevoerd kan worden, is een signaal dat de OR vanuit haar achterbanbijeenkomsten heeft gekregen. Duidelijke communicatie naar en betrokkenheid van medewerkers zijn peilers in het OR-advies over de organisatieverandering. Uitgebrachte adviezen Over de volgende onderwerpen heeft de OR in 2005 advies uitgebracht: de begroting 2005, jaarstukken 2004, proces functiedifferentiatie, functiebeschrijving woonzorgcoördinator, invoering Square (roostersystematiek) voor Windows, interculturalisatie, Strategisch Beleidsplan 2006-2010, Arbo Jaarplan, oprichten OR-platform Omnizorg, beleid incidentmeldingen. Met de volgende onderwerpen is ingestemd: protocol Agressie en Geweld, convenant/protocol OR-platform Omnizorg.
3. Corporate Governance
Rookbeleid De tabakswet zegt dat werknemers het recht hebben op een rookvrije werkplek. Daarnaast is de werkgever op basis van de Arbowet verplicht om doeltreffende (organisatorische) maatregelen te treffen, citaat: ‘ dat werknemers bij hun arbeid kunnen worden blootgesteld aan stoffen in zodanige mate dat schade kan worden toegebracht aan hun gezondheid of werknemers hinder kan worden veroorzaakt.’ Ook binnen de RIBW zijn we dit jaar begonnen met het verder ontwikkelen van beleid op dit vlak. Voorafgaande aan de instemmingsaanvraag is de OR geïnformeerd over het voorgenomen beleid. De in 2005 gehouden Enquête Rookbeleid speelt hierbij een rol. De verwevenheid van de belangen van cliënten en medewerkers en de kleinschalige woonlocaties bemoeilijken het rookbeleid.
3. Corporate Governance
De volgende onderwerpen waren in 2005 ter instemming in behandeling maar zijn niet afgerond: regeling kostenvergoeding dienstreizen en reizen woon/werk, wijziging werktijdensystematiek, rookbeleid. Cliëntenraad De Cliëntenraad is geregeld samen gekomen en heeft adviezen gegeven. Taken en werkwijze Cliëntenraad De Cliëntenraad heeft tot taak de Raad van Bestuur te adviseren over zaken die het cliëntenbelang raken. De Raad bestaat uit twee Deelraden, gekoppeld aan de twee Regio Managers. De beide Deelraden vergaderen tweemaal per maand gezamenlijk (de Cliëntenraad). De Cliëntenraad vergaderde vijf maal met de Raad van Bestuur. De Huisraden geven gevraagd en ongevraagd advies aan de Deelraden. De cliënten van de woonvoorzieningen hebben zitting in de Huisraden. Iedere Huisraad wordt ondersteund door een Persoonlijk Begeleider. Een cliëntenondersteuner en een adviseur staan de Raad terzijde bij de uitvoering van de werkzaamheden. De Cliëntenraad beschikt over een eigen budget binnen de begroting. Samenstelling Cliëntenraad De Cliëntenraad bestond in 2005 uit de volgende personen: F.T. Bronkhorst (voorzitter), G.C.M. van der Wielen (vice-voorzitter), mevrouw S.K. Visser (notulist), mevrouw C.A.C.M. Knoops-van Boekel (lid), W. Dekens (lid). De tot hier genoemde personen treden allen af in 2009. Voor de volgende personen is het jaar van aftreden niet van toepassing: W. van Dijk (adviseur), B.J.A. Ruiter (ondersteuner). Adviezen Cliëntenraad De Cliëntenraad gaf gevraagde en ongevraagde adviezen aan de Raad van Bestuur. Tevens werd aandacht besteed aan de wijze waarop de adviezen het beleid hebben beïnvloed en tot welke maatregelen ze hebben geleid. De gevraagde adviezen betroffen: • samenwerking met Stichting De Goede Zorg/ Woonzorgcentrum (Nieuw) Avondzon (advies overgenomen) • beleid huisdieren (advies na aanpassing uitgevoerd) • Beleidsplan 2006 - 2010, lange termijn planning (positief advies) • rookbeleid, in uitvoering bij P&O (positief advies) • Thermometer Cliëntwaardering, in uitvoering (positief advies)
De ongevraagde adviezen betroffen: • nieuwe opzet Cliëntenraad (uitgevoerd), • benoemen begeleiders met aandachtsgebied Cliëntenraad (in uitvoering, 50% gerealiseerd) Familieraad Hoewel er geen wettelijke plicht is een Familieraad te hebben, vindt de organisatie het belangrijk dat ook de mening van de naasten van de cliënten gehoord wordt. Taken en werkwijze Familieraad Om de werkzaamheden te kunnen verrichten, beschikt de Familieraad over een professionele ondersteuner en een eigen budget binnen de begroting. De voorzitter van de Familieraad heeft op indicatie overleg gevoerd met de Raad van Bestuur. Samenstelling Familieraad De Familieraad bestond in 2005 uit: W.P.M. Koning (voorzitter), H.N. Stolmeijer, (vice-voorzitter), vacature (secretaris), mevrouw J.M. van Essen-Boender (lid), mevrouw B. van Herwijen-Beskers (lid), B.J.A. Ruiter (ondersteuner). Adviezen Familieraad Het jaar 2005 was voor de Familieraad het jaar van de ‘voorbereiding’. Samen met Adviesbureau “De 8 Bronnen” te Deventer heeft de Familieraad een rapport opgesteld met als titel ‘Naast betrokkenen als Sociaal Steunpunt’. Het rapport geeft een helder beeld van de knelpunten, dilemma’s en mogelijkheden ten aanzien van de samenwerking tussen de medewerkers van de RIBW Oost-Veluwe met de naast betrokkenen. De aanbevelingen worden in 2006 besproken. Daar waar mogelijk, adviseert de Familieraad de aanbevelingen door te voeren. Een citaat uit de Jaarrapportage van de Familieraad: ‘Wij danken de Raad van Bestuur en het management voor hun begrip, de financiële ondersteuning en het geduld met de vaak ongeduldige Familieraad.’ Commissie van vertrouwenslieden De RIBW Oost-Veluwe heeft geen commissie van vertrouwenslieden ingesteld of zich aangesloten bij een landelijke commissie. De reden daarvoor is dat de RIBW zich zo min mogelijk wil profileren als een instelling maar het gewone leven juist zo veel mogelijk wil benaderen. Gebruikelijk is dat mensen hun onderlinge problemen en conflicten in goed overleg oplossen. Om te voorkomen dat cliënten niet gehoord worden, kunnen zij desgewenst gebruik maken van de Klachtencommissie of bij externe instanties hun beklag doen. In het verslagjaar is gebleken dat een dergelijk uitgangspunt op gespannen voet staat met de HKZnormen. Dit spanningsveld vereist beleidsontwikkeling in 2006.
Jaar verslag 2005 - 2 0
Cliëntenzorg Op het prestatieveld cliëntenzorg zijn diverse resultaten geboekt op het gebied van kwaliteit, toegankelijkheid en veiligheid van de zorg. Kwaliteit van zorg Het in 2003 in gang gezette onderzoek ‘Zorgprogramma’s en cliëntenparticipatie’ is in 2005 afgerond door middel van de oplevering van het rapport ‘Systematisering en intensivering van de cliëntenparticipatie’. Het Trimbos-instituut voerde het onderzoek uit in samenwerking met de Cliëntenraad. Het onderzoek vond plaats in samenwerking met RIBW Arnhem & Veluwe Vallei te Arnhem. Cliënten en medewerkers op sleutelposities namen deel aan panelbijeenkomsten. De nagestreefde doelstelling is om cliënten nadrukkelijker te betrekken bij de uitvoering van het Zorgprogramma ‘Zorg in de samenleving, een basisprogramma voor mensen met ernstige en langdurige psychische problemen’. Het Trimbos-instituut heeft dit zorgprogramma ontwikkeld in opdracht van een aantal RIBW’s, waaronder de RIBW Oost-Veluwe. De bevindingen van het onderzoek geven inzicht in de stand van zaken en de wensen op het gebied van de zorgverlening. In 2006 zullen aanbevelingen geformuleerd worden. Bureau “De 8 Bronnen” te Deventer verrichtte in opdracht van de RIBW Oost-Veluwe onderzoek naar de betrokkenheid van het sociaal netwerk van cliënten. Doel was meer inzicht krijgen in de huidige en de gewenste positie van naasten. Dit onderzoek leidde tot het rapport ‘Naast Betrokkenen als Sociaal Steunsysteem’. Het rapport bevat aanbevelingen die een uitwerking krijgen in 2006. De aanbevelingen moeten leiden tot een respectvolle, openhartige en constructieve samenwerking tussen cliënten, hun naasten, de organisatie en begeleiders. Keuzevrijheid en regie Het bieden van ruimte voor de eigen regie van de cliënt heeft een hoge prioriteit. Dit is vastgelegd in het document ‘Zorgdriehoek’. Hierin is de positie van de cliënt verankerd ten opzichte van diens Persoonlijk Begeleider, diens naasten en het zorgverlenende team. De wensen van de cliënt zijn hierbij bepalend. De realisatie van dit principe is gaande. De Individuele Rehabilitatie Benadering (IRB) staat centraal in de zorgverlening aan de cliënten. Alle (nieuwe) medewerkers ontvingen scholing in deze methodiek. Door deze handelwijze bevordert de RIBW de autonomie van cliënten als burgers en voorkomt onwenselijke variantie in het professioneel handelen van de medewerkers. Geïnteresseerde cliënten krijgen de gelegenheid zich eveneens in de methodiek
21 - RIBW Oost-Veluwe
4. Prestaties
4
Prestaties
te verdiepen. Doel daarvan is de samenwerking van cliënt en diens begeleider te faciliteren. Cliënten bij de RIBW bespreken bij het inzorgnamegesprek hun wensen en behoeften. De vraag van de cliënt staat in dit gesprek centraal en het aanbod dat de cliënt wordt geboden moet passend zijn bij de vraag. De financiële noodzaak geen onbezette plaatsen te hebben, staat regelmatig op gespannen voet met het centraal stellen van de wensen van cliënten. Voorgaande vereist voortdurend een zorgvuldige afweging van belangen. De cliënt heeft de vrijheid een voorkeur uit te spreken voor (het geslacht van) een Persoonlijk Begeleider. In de praktijk is de keuzevrijheid beperkt door het (relatief) kleine aantal begeleiders waaruit men kan kiezen en de ruimte die de begeleiders hebben in hun ‘case-load’. Vanaf 2006 krijgen alle cliënten een zorgverleningsovereenkomst ter ondertekening aangeboden. Daarnaast dient de cliënt ook het begeleidingsplan te ondertekenen. Dit plan wordt uiterlijk twee maanden na inzorgname opgesteld in overleg met de cliënt en wordt iedere zes maanden geëvalueerd. Klachten De RIBW Oost-Veluwe beschikt, in verband met de Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector, over een Klachtenreglement en heeft een Klachtencommissie geïnstalleerd voor de cliëntenzorg. Het reglement bevat een regeling voor de behandeling van klachten over gedragingen van medewerkers of van voor de RIBW Oost-Veluwe werkzame personen jegens een cliënt. Onder gedraging wordt verstaan: enig handelen of nalaten evenals het nemen van een besluit dat gevolgen heeft voor een cliënt. Het absolute en relatieve aantal bij de Klachtencommissie ingediende klachten in 2005 was nul. Het aantal van de Klachtencommissie ontvangen adviezen was eveneens nul. Evenmin waren er klachten die niet via de Klachtencommissie zijn binnengekomen. Dientengevolge is ook het percentage van gegrond verklaarde klachten en het percentage van klachten die tot maatregelen of verbeteringen hebben geleid nul. Evenmin is er bij de RIBW Oost-Veluwe een cliëntenvertrouwenspersoon werkzaam. Waardering kwaliteit van zorg door de cliënt De RIBW Oost-Veluwe zal in het voorjaar 2006 een cliëntenraadpleging uitvoeren met behulp van de GGZ Thermometer Cliëntwaardering. Het Trimbosinstituut te Utrecht heeft dit meetinstrument ontwikkeld t.b.v. GGZ Nederland. De RIBW Alliantie heeft het instrument aangepast voor de RIBW’s. Voor de uitvoering in 2006 is in het verslagjaar een Plan van Aanpak opgesteld. Bureau TriQs te Zwolle
4. Prestaties ondersteunt de raadpleging en zal zorgen voor de verwerking van de gegevens. Het voornemen om in 2005 exitgesprekken met cliënten te voeren is niet gerealiseerd. Waardering kwaliteit van zorg door de medewerkers In 2005 vond nog geen systematische onderzoek plaats naar de waardering van de kwaliteit van zorg door medewerkers. Nadere beleidsontwikkeling is aangewezen, de uitvoering zal in het najaar 2006 plaatsvinden. Toegankelijkheid Aandachtspunten bij de toegankelijkheid van de zorg zijn de geografische en telefonische bereikbaarheid en de beschikbaarheid van het zorgaanbod, de daarbij vereiste deskundigheid, wachttijden, doorlooptijden en wachtlijsten. Met het uitbreiden van de wooncapaciteit en spreiding daarvan over de regio heeft de RIBW Oost-Veluwe de zorg toegankelijker gemaakt voor meer doelgroepen. De toelating is in 2005 uitgebreid van 208 plaatsen op 1 januari naar 254 op 31 december. De daarbij benodigde woonvoorzieningen en bijbehorende personeelsformatie zijn navenant uitgebreid. Tevens is de capaciteit van Begeleid Zelfstandig Wonen uitgebreid van 240 naar 264 cliënten. Nieuwe woningen zijn geworven (in huur en eigendom), concrete bouwplannen zijn ontwikkeld en voortgezet. Deze uitbreiding is overigens niet alleen noodzakelijk vanwege de groei van het aantal aanmeldingen van cliënten. Het is ook mogelijk om de huidige woonvormen te herschikken, een betere spreiding over de regio te realiseren en minder geschikte panden te vervangen door nieuwbouw. Om de doelstellingen voor huisvesting ook in de toekomst te kunnen realiseren is in het verslagjaar het Lange Termijn Huisvestingsplan gerealiseerd: ‘Huisvesting als spiegel van de missie’. Dit Plan is een belangrijk instrument om de doelstellingen van de organisatie te realiseren en dient als onderlegger voor de onderhoudsplannen. Een voorbeeld van een gerealiseerd huisvestingsproject is het Millenniumproject te Apeldoorn. Op 21 september 2005 vond de opening daarvan plaats. Het Millenniumproject is een samenwerkingsverband van RIBW Oost-Veluwe, Siza Dorpgroep te Arnhem, Philadelphia Zorg Apeldoorn en Woningcorporatie De Woonplaats te Enschede. Wethouder mevrouw M.S.G. Walma-Schreur van de gemeente Apeldoorn onthulde tijdens de opening een kunstwerk van beeldend kunstenaar Ronald Tolman. Onderdeel van het Millenniumproject zijn de appartementencomplexen Palazzo en het Hoge Huys.
De cliënten van de samenwerkende zorgaanbieders kunnen gebruik maken van een combinatie van wonen, dagbesteding en zorg. Alle zestien RIBWcliënten in deze gebouwen beschikken over een eigen appartement. Daarnaast kunnen ze gebruik maken van een gemeenschappelijke keuken en woonkamer. In dit project konden onder anderen cliënten met ADHDproblematiek worden gehuisvest . Per 1 januari 2005 zijn, na een intensieve selectieprocedure, zes Woonzorgcoördinatoren aangesteld van de zes regioteams. Om de efficiëntie te verhogen is uitvoering gegeven aan het voornemen alle medewerkers te integreren in zorgteams. Als gevolg daarvan is het ambulante team opgeheven. De zorgteams begeleiden ambulante cliënten en cliënten in de woonvormen. Hierdoor bleek een efficiëntere inzet van begeleiders mogelijk. De Woonzorgcoördinatoren vervulden een belangrijke rol in het integratieproces. Voornemen is om in de teams met drie functieniveaus te werken. De kaders en taakgebieden zullen vastgelegd worden in functiebeschrijvingen. Het Cliënten Service Bureau (CSB) vervult een centrale rol bij de aanmelding en zorgtoeleiding van cliënten en het daarmee samenhangende administratieve proces. Het CSB is van maandag t/m vrijdag bereikbaar tussen 8.30 en 17.00 uur. De Functionarissen Zorgtoeleiding en Informatie zijn via het CSB bereikbaar. Om hun bereikbaarheid te vergroten, is een telefonisch spreekuur ingesteld. Gezien de aanwas van nieuwe cliënten is het aantal functionarissen Zorgtoeleiding en Informatie in het verslagjaar uitgebreid, evenals het aantal fte’s dat nodig is voor het administratieve proces binnen het CSB. Met de Piet Roorda Kliniek te Apeldoorn en met Tactus, instelling voor verslavingszorg zijn nadere afspraken gemaakt over instroom van nieuwe cliënten. In 2005 voerde het CSB een andere systematiek in voor het vaststellen van de zorgzwaarte. Deze systematiek is gebaseerd op de afgegeven indicaties naar het voorbeeld van RIBW Nijmegen & Rivierenland. Het Zorgkantoor heeft ingestemd met deze werkwijze. Het door het CSB gehanteerde informatie- en zorgtoeleidingsproces is beschreven in de Nota Voordeur. Deze nota is op 11 januari 2005 vastgesteld door de Raad van Bestuur en maakt deel uit van het Handboek Kwaliteitszorg. Het voornemen om in 2005 de Nota Matchingsbeleid te implementeren, is niet gerealiseerd. Om aanmelding te vergemakkelijken zijn de voor de aanmelding benodigde aanmeldings- en verwijzersformulieren geplaatst op de Internetpagina van de RIBW Oost-Veluwe.
Jaar verslag 2005 - 22
4. Prestaties
Om meer dagbestedingsmogelijkheden te creëren, is in 2005 een contract gesloten met de eerste zorgboerderij, de Wenumhoeve te Apeldoorn. Deze en andere in de toekomst met de RIBW samenwerkende Zorgboerderijen dienen te voldoen aan het Kwaliteitswaarborg Keurmerk Zorgboerderijen. Om cliënten te ondersteunen bij het aangaan en onderhouden van betekenisvolle en bevredigende relaties is Bureau Metgezel in 2004 opgericht. Samengewerkt wordt met de RIBW’s Arnhem & Veluwe Vallei en Nijmegen & Rivierenland. De doelstelling is cliënten te helpen bij het vinden van een vriend, vriendin of partner. Bureau Metgezel organiseert tevens ontmoetingsgelegenheden voor cliënten. In 2005 schreven zich drieëntwintig mannen en zeventien vrouwen in. Negen mannen en twee vrouwen schreven zich uit. Bemiddeling leidde ertoe dat acht personen elkaar vonden als paar . Eén paar daarvan is gaan samenwonen, een ander paar heeft een vaste relatie. De twee andere paren hebben een oppervlakkiger contact. Ook zijn er cliënten die e-mailcontact met elkaar hebben om de eenzaamheid te bestrijden. Opvallend is dat zich meer mannen dan vrouwen hebben ingeschreven. Om meer vrouwen te kunnen inschrijven, wordt het aanbod breder onder de aandacht gebracht. De samenwerking met de twee andere RIBW’s resulteerde in periodiek gezamenlijk overleg en een groter zoekbestand. De inloopmiddagen en -avonden zijn bestemd voor alle cliënten van de drie samenwerkende RIBW’s. Deze worden steeds drukker bezocht. Het doel van Vriendendienst De Compagnon is het isolement van mensen met psychische handicaps te doorbreken en hun bestaan te verrijken. In de Compagnon werkte de RIBW samen met DaAr (Dagbesteding en Arbeidsrehabilitatie) en de Kap, Vrijwilligersorganisatie. De Vriendendienst maakte in 2005 een gezonde groei door. Er zijn twee nieuwe projecten gestart: een fietsen een wandelgroepje, begeleid door een vrijwilliger. Opnieuw bleek het Vriendendienstcafé een groot succes. Eenmaal per maand komen de deelnemers gezellig bij elkaar. Meestal is er een thema-avond, bijvoorbeeld een Gelderse avond met kruutmoes en balkenbrij en natuurlijk muziek. De caféavonden werden bezocht door gemiddeld 45 personen, gelijk verdeeld over vrijwilligers en deelnemers. Ook de jaarlijkse barbecue en het kerstdiner voor deelnemers en vrijwilligers waren weer een groot succes. Dit alles werd door een aantal enthousiaste vrijwilligers mogelijk gemaakt: ‘de vrienden van de Vriendendienst’. In 2005 werd voor het eerst een zomerzondagmiddag gehouden op Zorgboerderij ‘de Wenumhoeve’. De deelnemers kregen een rondleiding en speelden een partijtje boerengolf onder het genot van een hapje en
23 - RIBW Oost-Veluwe
een drankje en het stralende weer. De tafelmaatjesgroepjes hebben ook in 2005 weer smakelijk, maar vooral gezellig samen gegeten. Begin 2005 waren er 103, eind 2005 117 koppels (van deelnemers en vrijwilligers). Dat betekent een groei van 14 koppels. In 2005 zijn 60 nieuwe koppels tot stand gebracht. Er hebben zich 43 nieuwe deelnemers aangemeld, 21 deelnemers vertrokken. Er zijn 20 nieuwe vrijwilligers bij gekomen, 10 vrijwilligers vertrokken. De wachtlijst is in 2005 weer gegroeid (van 48 naar 62 deelnemers). Voor 2006 staat een nieuw project op stapel, namelijk het kerkmaatjesproject. Een vrijwilliger gaat samen met zijn maatje naar de kerk. Een toenemende groep jongeren heeft behoefte aan 24-uurszorg. Om daarin te voorzien is in Twello een 24-uurs voorziening gecreëerd voor acht cliënten. Gezien de behoefte werd de bestaande voorziening voor cliënten met het Syndroom van Korsakov in Vaassen uitgebreid. In totaal zijn nu twee huizen beschikbaar voor twaalf cliënten. Op het gebied van de Informatie en Communicatie Technologie is in 2005 een begin gemaakt met de invoering van het Elektronisch Cliënten Dossier (ECD). Via dit ECD kunnen medewerkers o.a. de begeleidingsplannen van cliënten en de voortgang daarvan onderbrengen in een centraal elektronisch gegevensbestand. Medewerkers van de Crisisdienst hebben de beschikking gekregen over een Persoonlijke Digitale Assistent (PDA). Daarmee hebben ze toegang tot gegevens die in een crisissituatie relevant zijn, zoals huisarts- en medicatiegegevens. In 2004 is een project gestart om meer inzicht te verwerven in de tijdsbesteding van de medewerkers. Doel daarvan was de productiviteit in de ambulante zorgverlening te verhogen. Het project heeft in 2005 geleid tot een stijging van de productiviteit van 17%. Het Project Huiselijk Geweld behaald in 2005 diverse resultaten. Zo is onder andere het Advies en Steunpunt Huiselijk Geweld (ASHG) gerealiseerd. Het Steunpunt is 24 uur per dag bereikbaar voor omstanders, slachtoffers, plegers en professionals, die een gesprek of hulp willen hebben op het gebied van huiselijk geweld. De samenwerkingsprotocollen Ketenaanpak Huiselijk Geweld zijn geïmplementeerd. Met een aantal kernpartners is in een protocol vastgelegd, waarin staat wie welke acties dient te ondernemen en welke afspraken en convenanten daaraan ten grondslag liggen. Tevens zijn beschikbaar gekomen het protocol Advies en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) en een protocol voor uitwisseling van gegevens. Met betrekking tot de registratie en de uitwisseling van informatie is een pilot gestart. Daaraan nemen deel Hera, Vrouwenopvang, Alert, Maatschappelijke
4.1 Wachtfase A Aanmelding B Intake (inzorgname gesprek) C behandeling ambulant C behandeling klinisch C beschermd wonen
Treeknorm 4 weken, 80% binnen 3 weken 4 weken, 80% binnen 3 weken 6 weken, 80% binnen 4 weken 7 weken, 80% binnen 5 weken 13 weken, 80% binnen 8 weken
4.2 Wachttijden Begeleid Zelfstandig Wonen, N = 71 Percentage cliënten Gemiddelde dat langer Wachtfase Treeknorm totale gewacht wachttijd heeft dan de Treeknorm A Aanmelding 4 weken 56% 54 dagen B Intake 4 weken 0% 0 dagen C Ambulante 6 weken 26% 66 dagen begeleiding
4.3 Wachttijden Beschermd wonen, N = 66 Percentage cliënten dat langer Wachtfase Treeknorm gewacht heeft dan de Treeknorm A Aanmelding 4 weken 60% B Intake 4 weken 0% C Beschermd wonen 13 weken 21%
4.4 Wachtlijst op 31 december 2005 Aantal Categorie wachtenden Wachtlijst A Jeugd (vanaf 1983) 10 Volwassenen 40 Ouderen (van voor 1940) 2 Forensische cliënten Totaal 52
Aantal wachtenden Wachtlijst B -
Gemiddelde totale wachttijd 62 dagen 0 dagen 79 dagen
Aantal 11 27 1 38
Dienstverlening, AMK, Bureau Jeugdzorg en ASHG. Doel hiervan is de bevordering van vroegsignalering en samenwerking. Om de regionale samenwerking op het gebied van huiselijk geweld te bevorderen, hebben de gemeenten Heerde, Epe, Brummen, Voorst, Zutphen en Lochem een convenant gesloten. Daarbij kunnen ze gebruik maken van het ASHG van de gemeente Apeldoorn. Omdat kinderen vaak getuige zijn van huiselijk geweld is er, onder de titel ‘Let op de kleintjes’, groepswerk voor jonge kinderen en hun ouders ontwikkeld. Spatie, Centrum voor geestelijke gezondheid en Hera zorgen voor de uitvoering. Hera en Alert bieden groepswerk voor vrouwen met geweldservaring. De RIBW Oost-Veluwe begeleidt moeders met hun kinderen ambulant. De Politie Noord- en Oost-Gelderland heeft een aantal convenanten afgesloten met samenwerkingspartners t.b.v. efficiënte en effectieve hulp aan de cliënt. Binnen de politieorganisatie is meer aandacht voor de benadering van huiselijk geweld ontstaan. Agenten zijn getraind, maar huiselijk geweld is ook opgenomen in de opleiding en registratie is onderdeel van de werkwijze. De projectleider gaf samen met Hera regelmatig voorlichting aan politiefunctionarissen over het project. Om het project onder de aandacht te brengen vond een grote publiekscampagne plaats in de regio Apeldoorn. Verder zijn ook de huisartsen onlangs getraind op het gebied van huiselijk geweld. En ook mensen van verschillende etnisch-culturele herkomst worden actief betrokken bij het project. Alle voorlichtingsmateriaal is in verschillende talen beschikbaar. Ook wordt voorlichting in de moskee gegeven. Wachttijden en wachtlijsten Door zorgaanbieders en zorgverzekeraars zijn normen opgesteld voor aanvaardbare wachttijden (de Treeknormen). Zorginstellingen zijn daaraan gehouden. Er zijn normen per wachtfase opgesteld. Voor de GGZ komen deze, geschematiseerd, op het volgende neer. De RIBW Oost-Veluwe hanteert de volgende definities (tabel 4.1): • Wachttijd A betreft de wachttijd van de aanmelding tot het inzorgnamegesprek (intake). De norm is 4 weken. • Wachttijd B betreft de wachttijd van intake tot het besluit van de Plaatsingscommissie dat de zorg kan starten. Deze wachttijd wordt bij de RIBW niet geregistreerd, maar is opgenomen in wachttijd C. De norm voor wachttijd B is 4 weken. • Wachttijd C betreft de wachttijd van het besluit van de Plaatsingscommissie tot de feitelijke inzorgname. Voor de ambulante setting is dit 6 weken. Voor de verblijfssetting is dit 13 weken.
Jaar verslag 2005 - 24
4. Prestaties
Als gevolg van de groei van de capaciteit zijn de wachttijden voor RIBW-zorg teruggelopen. In tabel 4.2 en 4.3 maken we onderscheid tussen Begeleid Zelfstandig Wonen en Beschermd Wonen. Een uitsplitsing naar leeftijd- of doelgroepen is niet gemaakt. Eén cliënt is in de berekening buiten beschouwing gelaten. Deze staat (op eigen verzoek) langer dan een jaar op de wachtlijst, ondanks een zorgaanbod. In tabel 4.4 het aantal personen, onderverdeeld in leeftijdscategorieën, dat op 31 december 2005 op de wachtlijst stond. In het verslagjaar stonden geen cliënten met een forensisch psychiatrische problematiek op de wachtlijst. Naast bovengenoemde wachtlijst bestaat een interne wachtlijst. Cliënten kunnen aangeven door te willen stromen van bijvoorbeeld Begeleid Zelfstandig Wonen naar Beschermd Wonen of omgekeerd. Ook kunnen cliënten een voorkeur uitspreken voor een bepaalde woonvorm of specifieke projecten. Reeds in zorg zijnde cliënten en belangstellenden van buiten de instelling kunnen zich opgeven voor de wachtlijst voor specifieke projecten. Dit betreft de wachtlijst voor de projecten Wonen naar je Hart te Apeldoorn (28 cliënten), Nieuw Avondzon te Apeldoorn (6 cliënten) en Lombok te Eerbeek (13 cliënten). Over het algemeen is de wachttijd niet lang, vooral als er geen specifiek zorgaanbod gewenst is. Cliënten die een 24-uursvoorziening nodig hebben, moeten langer op een aanbod wachten omdat dit type voorziening (mede t.g.v. een te geringe externe financiering) onvoldoende beschikbaar is. Verwijzers naar Beschermd Wonen Opvallend is dat het aantal verwijzingen van de sector Psychiatrie toeneemt (APZ +15, RIAGG +4). Daarnaast is een toename te constateren van verwijzingen uit de jeugdzorg en de verslavingszorg. Verder zijn de gegevens over de verwijzers uit 2005 hieronder vergeleken met die uit 2003 en 2004.
Verwijzers naar Begeleid Zelfstandig Wonen Voor het aanbod Begeleid Zelfstandig Wonen (BZW) treden in de loop der jaren verschuivingen in de verwijzende instanties op (tabel 4.6). De verwijzingen door het RIAGG, de huisartsen en de somatische gezondheidszorg zijn toegenomen. Veiligheid Veiligheid heeft betrekking op incidenten in de cliëntenzorg en informatiebeveiliging.
25 - RIBW Oost-Veluwe
Melding incidenten in de cliëntenzorg In het verslagjaar zijn 21 incidenten ter kennis gebracht van de Raad van Bestuur op grond van de richtlijnen van de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Bij de incidenten waren elf mannen en tien vrouwen betrokken. Voor alle incidenten geldt dat deze op individueel cliëntniveau hebben geleid tot maatregelen. Eén cliënte was driemaal betrokken bij incidenten. Het betrof eenmaal een valincident en tweemaal een vermissing. De vermissing had achteraf het karakter van ‘weglopen’. Eén cliënte was betrokken bij twee incidenten: een zwangerschap gevolgd door een tentamen suïcide. Eén cliënt had tweemaal een valincident als gevolg van alcoholmisbruik. Aantal en aard van de incidenten in de cliëntenzorg waren als volgt: • Tentamen suïcide/medicatie-incident: 4 • Geweldpleging verbaal: 3 • Geweldpleging non-verbaal: 2 • Geweldpleging met vernieling: 1 • Valincidenten: 5 • Drugsgebruik: 2 • Economisch delict: 1 • Vermissing: 2 • Zwangerschap: 1 • Totaal aantal incidenten: 21 Percentage meldingen dat tot maatregelen heeft geleid: 100%. Informatievoorziening en informatiebeveiliging NEN 7510, de Nederlandse Norm voor Informatiebeveiliging binnen de zorgsector, normeert de informatiebeveiliging. Onder informatiebeveiliging in de zorg wordt verstaan: het waarborgen van de beschikbaarheid, integriteit en vertrouwelijkheid van alle informatie die benodigd is om cliënten verantwoorde zorg te kunnen bieden. Naast het borgen van deze kwaliteitscriteria vereist deze norm ook, dat de informatiebeveiligingsmaatregelen op controleerbare wijze zijn ingericht alvorens kan worden gesproken over adequate informatiebeveiliging. De norm kan als een kader worden beschouwd. Binnen dit kader kan elke proceseigenaar de voor zijn of haar proces relevant geachte informatiebeveiliging specificeren, inclusief de daarbij behorende maatregelen. Op de instelling is de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP) van toepassing. Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) heeft de melding van de verwerking van persoonsgegevens door de RIBW Oost-Veluwe opgenomen in de administratie. Om de privacy van de cliënten te waarborgen zijn alle medewerkers gehouden aan geheimhoudingsplicht. Cliëntendossiers worden opgeborgen in brandveilige kasten. Om duidelijkheid te scheppen over de vraag wat geoorloofd gebruik van internet en elektronische
4.5 Verwijzende instanties en beroepsbeoefenaren Beschermd Wonen per 31 december Verwijzende instanties 2005 2004 2003 AMW/BMW 6 3 0 APZ 65 50 43 Directe omgeving van de cliënt 10 10 0 Eigen initiatief van de cliënt 4 4 0 Geïntegreerd GGz-instellingen/ 10 4 29 samenwerkingsverbanden Huisarts 3 4 0 Onbekend 2 1 Kinder- en jeugdzorginstellingen 12 5 9 Kinder- en jeugdpsychiatrische 4 1 5 instellingen Overige GGZ 4 1 1 Overige maatschappelijke zorg/opvang 7 3 11 Overige somatische gezondheidszorg 8 6 1 PAAZ, GAAZ, PUK 13 17 9 RIAGG 44 40 21 RIBW, inclusief RIBW Oost-Veluwe 22 24 13 TBS-instelling, forensische psychiatrie 4 1 2 Verpleeghuis 3 3 5 Verslavingszorg, ambulant 3 4 2 Verslavingszorg, deeltijd en residentieel 12 6 5 Vrijgevestigde psychiater/ 5 8 1 psychotherapeut Anders 3 3 2 Totaal 244 198 159 4.6 Verwijzende instanties en beroepsbeoefenaren BZW per 31 december Verwijzende instanties 2005 2004 2003 AMW/BMW 10 5 4 APZ 49 47 24 Directe omgeving van de cliënt 10 14 1 Eigen initiatief van de cliënt 8 13 0 Geïntegreerd werkende GGz4 8 38 instellingen/samenwerkingsverbanden Kinder- en jeugdzorginstellingen 0 2 1 Kinder- en jeugdpsychiatrische 4 0 1 instellingen Huisarts 21 9 5 Onbekend 2 1 3 Overige GGZ 8 1 1 Overige maatschappelijke zorg/opvang 3 5 8 Overige somatische gezondheidszorg 11 6 1 PAAZ, GAAZ, PUK 9 10 9 RIAGG 68 50 22 RIWB en RIBW Oost-Veluwe 26 21 43 TBS-instelling, forensische psychiatrie 4 0 1 Verpleeghuis, ziekenhuis 4 8 1 Verslavingszorg, ambulant, deeltijd en 2 1 1 residentieel Vrijgevestigde psychiater/ 1 0 1 psychotherapeut Anders 7 15 5 Totaal 251 216 170 4.7 Verloop van personeel gedurende 2005 Aantal Personeelsverloop personeelsleden Instroom personeel in loondienst (totaal) 40 Waarvan verpleegkundig, opvoedkundig, verzorgend en sociaal (ped)agogisch en 30 medisch personeel Uitstroom personeel in loondienst (totaal) 16 Waarvan verpleegkundig, opvoedkundig, verzorgend en sociaal (ped)agogisch en 13 medisch personeel
Aantal fte 29,4 24,5 10,2
post is, is een Gedragscode Internet en e-mailgebruik ontwikkeld. Medewerkers De beschikbaarheid van medewerkers, de kwaliteit van het werk en de kwaliteit van de medewerkers zijn uiteraard in belangrijke mate mede bepalend voor de geleverde prestaties. Beschikbaarheid van medewerkers Bij de beschikbaarheid van de medewerkers hebben we het alleen over medewerkers in loondienst. Medewerkers in loondienst zijn werknemers op de eigen loonlijst, waarvoor loonbelasting is afgedragen, inclusief oproepkrachten. Buiten beschouwing blijven stagiaires, uitzendkrachten, specialisten in een vrij beroep, consulenten, overig ingehuurd personeel en vrijwilligers. In 2005 werd Square for Windows, een geautomatiseerd roostersysteem, in gebruik genomen. Dit is een belangrijke stap in de versterking van de interne organisatie. Medewerkers in het primaire proces worden na een pilotfase in de tweede helft van het verslagjaar per team ingeroosterd via het systeem. De instroom van cliënten uit nieuwe doelgroepen noodzaakte tot opleiding en training van medewerkers in het primaire proces en uitbreiding van het aantal locaties. De toename van de werkzaamheden leidde tot een groter saldo vakantie-uren per 31 december 2005 dan gebruikelijk. De als gevolg van de groei van de organisatie ontstane vacatures konden in 2005 worden vervuld. Het verloop is te zien in onderstaande tabel. Het ziekteverzuim, exclusief zwangerschapsverlof, daalde in het verslagjaar ten opzichte van 2004. Per kwartaal bedroeg het verzuim 5,26%, 2,77%, 3,55% en 4,45%. De daling van het ziekteverzuim is een gevolg van het gevoerde ziekteverzuimbeleid. Dit voorziet in een begeleidingstraject van de betrokken medewerker, wanneer het verzuim langdurig dreigt te worden. Daarbij kan gebruik gemaakt worden van externe deskundigen. De toediening van de griepprik is in het najaar voor het eerst uitgevoerd door Maetis Arbo. Vijfentwintig procent van de medewerkers heeft zich daarvoor aangemeld. De informatie over het ziekteverzuim, exclusief zwangerschapsverlof, is conform de Vernetdefinitie. Ziekteverzuim exclusief zwangerschapsverlof Verzuim totaal personeel 4,0% Verzuim verpleegkundig, opvoedkundig, verzorgend en sociaal (ped)agogisch en medisch personeel Geen gegevens beschikbaar
9,1 Jaar verslag 2005 - 26
4. Prestaties
Kwaliteit van het werk Door tijdsregistratie ontstond meer inzicht in het werkproces van de begeleiders in de woonvormen. Dit heeft geleid tot een doelmatiger inzet van hen. Het aantal cliënten dat een Persoonlijk Begeleider op het 1ste functieniveau begeleidt, steeg van acht naar tien. Mede als gevolg van de toegenomen registratieverplichtingen ervaarden de medewerkers hierdoor meer werkdruk. Dit gold eveneens voor de ambulante begeleiders. In maart werd de Enquête Rookbeleid verspreid onder medewerkers en cliënten. Van de 592 uitgezette formulieren werden 214 teruggestuurd, een respons van 36%. Op basis van de uitkomsten is (voorlopig) besloten tot een rookverbod binnen de woonvoorzieningen, behalve binnen die voor oudere cliënten. Deze beschikken over een afzonderlijke rookruimte. De discussie over het al jaren gehanteerde beleid, dat cliënten niet op hun kamer mogen roken, is voortgezet. Het afronden daarvan en de implementatie van het nieuwe, nog definitief vast te stellen beleid, worden in 2006 voortgezet. Een aantal Bedrijfshulpverleners (BHV’ers) heeft in het verslagjaar de basis- of de vervolgcursus Bedrijfshulpverlening in de zorgsector gevolgd. Medewerkers blijken zich moeilijk vrij te kunnen maken voor andere dan hun directe werkzaamheden. Oorzaak daarvan is de groei van de RIBW waardoor veel nieuwe locaties werden geopend. Als gevolg daarvan zijn nog niet op alle locaties BHV’ers benoemd en moet het Bedrijfshulpverleningsplan worden aangepast. In het verslagjaar konden BHV’ers deelnemen aan beginners- en gevorderdentrainingen. Medewerkers kunnen geconfronteerd worden met agressie en geweld. Als gevolg daarvan en de nieuwe bepaling in de Arbowetgeving (art. 3) is het protocol Agressie en Geweld ontwikkeld. Dit protocol voorziet in de routing en de (eventueel) te treffen maatregelen door de leidinggevende en de betrokken medewerker(s) in situaties van agressie en geweld. Tevens heeft de toepassing van het protocol tot doel het verkrijgen van inzicht in de risico’s. Het protocol is ter kennis gebracht van de Arbeidsinspectie. De medewerkers van het Cliënten Service Bureau zijn geschoold in het omgaan met agressieve cliënten. Ook in 2005 is de samenwerking met Maetis Arbo voortgezet. In het najaar deed Maetis Arbo het voorstel om van Arboarts te veranderen. De desbetreffende functionaris was inmiddels vijf jaar voor de RIBW actief. In december heeft betrokkene de contacten afgebouwd en nam afscheid. De nieuwe bedrijfsarts begon op 1 januari 2006 met haar werkzaamheden voor de RIBW.
27 - RIBW Oost-Veluwe
De voorgenomen Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) vond vanwege onderbezetting bij P&O niet plaats. De uitvoering is verplaatst naar 2006. In het verslagjaar gaf de RIBW Alliantie aanzetten tot het houden van een Medewerkertevredenheidsonderzoek, mede ten behoeve van benchmarking. Omdat de vragenlijsten overlap vertoonden met vragenlijsten van de risicoinventarisatie en overlap onwenselijk is, is besloten onderzoek te doen naar een passender oplossing. Eind 2005 is de offertefase nog niet volledig afgerond. Uitvoering van het onderzoek zal plaatsvinden in 2006. Kwaliteit van de medewerkers Tijdens de werving van nieuwe medewerkers blijken de kandidaten (bijna) geheel te voldoen aan de door de RIBW gestelde functie-eisen. Voor begeleidende functies dienen ze, behalve over praktijkervaring, te beschikken over een afgeronde middelbare of hogere beroepsopleiding of daarvoor te studeren. Evenals in voorgaande jaren werd de kwaliteit van de medewerkers gemonitoord door het systeem van functioneringsgesprekken. Vanaf 2007 worden de functioneringsgesprekken vervangen door jaargesprekken, inclusief een Persoonlijk Ontwikkel Plan (POP). Begeleiders werden intern geschoold in de Individuele Rehabilitatie Benadering (IRB). Twee docenten in dienst van de RIBW Oost-Veluwe zijn hiervoor verantwoordelijk. De zorgverlenende teams organiseerden tweemaal een themadag met voor hen relevante onderwerpen, die uitgediept werden. Om over gekwalificeerde medewerkers te kunnen blijven beschikken, stelde de RIBW Oost-Veluwe evenals voorgaande jaren stageplaatsen beschikbaar. De Stagecoördinator is verantwoordelijk voor de contacten tussen de Stichting, de stagiaires en de opleidingsinstituten. De OVDB, kenniscentrum voor leren in de praktijk in de sectoren Gezondheidszorg, Welzijn, Sport en Dienstverlening, erkende de RIBW Oost-Veluwe als leerbedrijf. De erkenning heeft een duur van twee jaar. De erkenning is verleend voor alle woonvormen en heeft betrekking op sociaal pedagogische werker (niveau 4), verpleegkundige (niveau 4), helpende welzijn (niveau 2) en helpende verzorging (niveau 2). ‘We hebben meer bereikt dan we ooit hadden verwacht’. Dit is de reactie van één van de Woonzorgcoördinatoren, die bij Athena Career Intelligence in Deventer een training gevolgd heeft voor de invulling van zijn nieuwe functie. De training vond plaats in het kader van een intern veranderingsproces bij de RIBW, dat tot doel
4. Prestaties heeft om de kwaliteit van de zorgdienstverlening te optimaliseren. Daarbij bleek versterking van de interne organisatie belangrijk. Omdat de RIBW met meer doelgroepen heeft te maken, is de functie van Woonzorgcoördinator gecreëerd. Zes medewerkers zijn in deze functie benoemd. In dat kader was het noodzakelijk dat de twee regiomanagers ook aan de training deelnamen. De training bestond uit twee onderdelen. Een teamtraining en een persoonlijk ontwikkeltraject. Tijdens zo’n training staan visie, ideologie, idealen, kortom, de toegevoegde waarde van de RIBW voor de maatschappij centraal. Daarboven moeten deze functionarissen beschikken over specifieke eigenschappen om hun werk beter te kunnen doen en tevreden klanten te genereren. Daarom ging de training niet alleen in op specifieke taken, maar ook op andere elementen als professionalisering, kwaliteit, marktsegmenten en productdifferentiatie. Allemaal termen uit het bedrijfsleven, die voor de non profit sector steeds belangrijker worden. Tevens zijn er onderwerpen behandeld, die een relatie hebben met het functioneren van de Woonzorgcoördinatoren binnen de organisatie en hun functioneren in relatie met collega’s en cliënten. Trainingen hebben pas zin als ze een doelstelling hebben. Eén van die doelstellingen was de Woonzorgcoördinatoren bewust te maken van de nieuwe richting van de RIBW en de consequenties daarvan. Daarbij zijn culturele aspecten van belang. Maar ook pro-activiteit en handelen vanuit principes zijn behandeld, evenals teambegeleiding, communicatie, samenwerkingsvormen en samenwerken met derden. Aan het voeren van functioneringsgesprekken is men niet toegekomen, maar dat zal nog plaatsvinden. Volgens de evaluatieformulieren van de acht cursisten was de training nuttig en doelmatig. ‘De training biedt gereedschap om binnen een groepstraject op eigen wijze te presteren’, zo luidde het relaas van één van de deelnemers. Een andere cursist: ‘We hebben meer bereikt dan we dachten’. De cursisten hebben geleerd dat onderlinge samenwerking het versnellen van processen mogelijk maakt. Training en coaching van buitenaf vonden de deelnemers geen overbodige luxe, maar een noodzaak om snel en effectief in te kunnen spelen op ontwikkelingen van een snel veranderende RIBW. Samenleving De RIBW Oost-Veluwe wil meerwaarde creëren voor de samenleving door actief te participeren in de oplossing van maatschappelijke problemen. Een belangrijke kern daarvan is bijdragen aan de vermaatschappelijking van de zorg en een voor alle partijen leefbare samenleving. Deze kunnen met elkaar op gespannen voet staan.
De maatschappelijke betrokkenheid uitte zich op verschillende beleidsterreinen. Vertegenwoordigers van de RIBW namen deel aan het debat over de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Bijdragen werden geleverd aan de gemeentelijke debatten in Apeldoorn, Brummen, Epe en Voorst. De RIBW nam deel aan de ontwikkeling van woonzorgzones in Apeldoorn en Brummen en de ontwikkeling van diverse zorgketens. Tevens werd geparticipeerd in het project Huiselijk Geweld van de gemeente Apeldoorn en in de Stuurgroep Forensische Psychiatrie FPC Gelderland NO en Flevoland. Beschermd Wonen in Polen Al vele jaren onderhoudt de RIBW Oost-Veluwe contacten met het Dagactiviteitencentrum in Pulawy in de provincie Lublin in Polen. Doel daarvan is de vergroting van de kennis en vaardigheden m.b.t. beschermd wonen in Polen. Het fenomeen beschermd wonen is bekend in Polen, maar beperkt ontwikkeld. In het verslagjaar vond de feestelijke opening plaats van een kleinschalig centrum voor GGz-cliënten in de gemeente Pulawy. Daarin bevinden zich veertien appartementen, een dagactiviteitencentrum, een professionele keuken en een restaurant voor buurtbewoners. De keuken dient tevens als stageplek voor de cliënten. De RIBW Oost-Veluwe heeft een aandeel gehad in de ontwikkeling door kennis over te dragen en door het ter beschikking stellen van de inrichting van de algemene verblijfsruimten. Financiële prestaties Voor de resultaatratio, liquiditeit en solvabiliteit hanteren wij de volgende definities. De resultaatratio is: het exploitatieresultaat gedeeld door het totale budget van de instelling. De liquiditeit is: De vlottende activa gedeeld door de vlottende passiva. En de solvabiliteit is: het weerstandsvermogen gedeeld door risicobudget vermenigvuldigd met 100%. Het boekjaar 2005 is afgesloten met een positief resultaat van € 319.785. De personeelskosten zijn in 2005 gestegen ten opzichte van het boekjaar 2004 in verband met de groei van de RIBW. De stijging van de personeelskosten ten opzichte van 2004 is het gevolg van de stijging van het aantal personeelsleden in dienst. De sociale kosten zijn binnen de begroting gebleven als gevolg van lagere sociale- en pensioenpremies dan begroot. De begroting 2005 is in principe gebaseerd op de cijfers 2004. De kosten van administratie en registratie stegen ten opzichte van de begroting in verband met toenemende werkzaamheden als gevolg van de groei
Jaar verslag 2005 - 28
4. Prestaties
van de organisatie en hogere automatiseringskosten. De communicatiekosten zijn gestegen als gevolg van een stijging van de telefoonkosten. Ook de kosten voor algemeen beheer zijn gestegen ten opzichte van de begroting in verband met uitgaven die bij de totstandkoming van de begroting nog niet bekend waren. De zakelijke lasten stegen als gevolg van de toename van het aantal woningen. De stijging van de onderhoudskosten ten opzichte van de begroting zijn het gevolg van hogere onderhoudsuitgaven in verband met de toename van het aantal woningen en een dotatie aan de onderhoudsvoorziening. De energiekosten namen toe met de toename van het aantal woningen. Tenslotte namen de kapitaalslasten toe als gevolg van de doorwerking van de activering in de loop van 2004 en 2005 van de aangeschafte en gehuurde woningen, alsmede de rentekosten die met de financiering van de projecten gepaard gaan. Het verschil tussen de werkelijke kapitaalslasten en het ‘budget kapitaalslasten’ conform de nacalculatie is wegens uitputting van de egalisatierekening instandhoudingsinvesteringen ten laste van de exploitatie gekomen. Het budget nam in 2005 toe met € 1.405.448 ten opzichte van de begroting 2005. Deze stijging is het gevolg van de stijging van de toegelaten capaciteit en daarmee het aantal verzorgingsdagen en aanpassingen in verband met loon- en prijsstijgingen. Als gevolg van het positieve resultaat is de Reserve Aanvaardbare Kosten van de RIBW per 31 december 2005 toegenomen tot een bedrag van € 633.293.
Omnizorg
29 - RIBW Oost-Veluwe
EXPLOITATIE 2005 TEN OPZICHTE VAN 2004 2005
2004
€
€
Subsidie AWBZ
9.500.400
6.862.497
Subsidie Zorgvernieuwing
86.524
190.491
Overige baten/lasten
-109.869
132.079
9.477.055
7.185.067
Personeelskosten
5.580.150
4.683.732
Kosten van huishouding
73.469
58.890
Organisatiekosten
1.011.703
656.088
Verzorgingskosten
647.512
480.965
1.844.436
1.155.428
9.157.270
7.035.103
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering
319.785
149.964
Resultaat
319.785
149.964
319.785
149.964
Baten
Lasten
Kapitaalslasten: incl. kosten van terreinen en gebouwen en afschrijving inventaris
Bestemming resultaat Reserve aanvaardbare kosten
Jaar verslag 2005 - 3 0
Colofon Jaarverslag 2005 is een uitgave van Stichting RIBW Oost-Veluwe te Apeldoorn. Redactie: RIBW Oost-Veluwe Concept en coördinatie: Bart van Uitert Fotografie: Joost Grol Vormgeving: DigiWide BV Druk: Drukkerij Twello Apeldoorn, november 2006
Postbus 10230, 7301 GE Apeldoorn, www.ribwoostveluwe.nl