Jaarverslag 2012 Stichting Pensioenfonds Imtech i.l.
Het Bestuur van Stichting Pensioenfonds Imtech in liquidatie, in het jaarverslag verder te noemen Stichting Pensioenfonds Imtech, heeft het genoegen u het verslag over het boekjaar 2012 aan te bieden, welke is opgesteld in overeenstemming met het bepaalde in artikel 22 van de statuten.
Stichting Pensioenfonds Imtech i.l. Postbus 1624 3800 BP Amersfoort Bezoekadres: Hardwareweg 11 3821 BL Amersfoort Telefoon: (033) 450 22 50 Website: www.imtech.nl/pensioenfonds E-mail:
[email protected]
2
Inhoud Meerjarenoverzicht van kerncijfers en kengetallen Toelichting op kerncijfers en kengetallen Voorwoord Verslag van het bestuur 1. Algemene informatie 2. Financiële informatie 3. Beleggingenparagraaf 4. Risicoparagraaf 5. Bestuursaangelegenheden 6. Rapportage over Pension Fund Governance 7. Pensioenparagraaf 8. Actuariële paragraaf 9. Toekomstontwikkelingen 10. Verslag van het verantwoordingsorgaan 11. Slotverklaring Jaarrekening Balans per 31 december 2012 (na winstverdeling) Staat van baten en lasten over 2012 Kasstroomoverzicht over 2012 Toelichting op balans en staat van baten en lasten 12. Algemene toelichting 13. Grondslagen voor de waardering van activa en passiva 14. Grondslagen voor bepaling van het resultaat 15. Beleggingen voor risico pensioenfonds 16. Vorderingen en overlopende activa 17. Liquide middelen 18. Reserves 19. (Overige) technische voorzieningen 20. Schulden en overlopende passiva 21. Risicobeheer 22. Beleggingsopbrengsten 23. Premiebijdragen 24. Overgenomen en overgedragen pensioenverplichtingen 25. Overige baten 26. Pensioenuitkeringen 27. Pensioenuitvoeringskosten 28. Collectieve waardeoverdracht 29. Overige lasten 30. Bezoldiging bestuurders 31. Informatie over dwangsommen en boetes Overige gegevens Bestemming saldo van baten en lasten Verklaring waarmerkend actuaris Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
4 5 7 8 8 18 19 22 23 23 24 25 26 27 27 28 29 30 31 32 32 32 35 36 38 38 38 40 42 42 45 46 46 46 47 47 47 47 47 48 49 49 49 49
Bijlagen Actuariële verklaring Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Verslag van het Verantwoordingsorgaan
50 51 52
3
Meerjarenoverzicht van kerncijfers en kengetallen 2)
1)
2012 28
2011 30
2010 31
2009 33
2008 33
1.869 1.142 1.180
1.788 1.070 1.174
1.760 984 1.150
1.871 770 1.135
1.839 636 1.102
899 276 5 2012
898 271 5 2011
883 264 3 2010
874 261 0 2009
857 245 0 2008
7.412 7.046 0 616 3.470
9.807 10.947 25 760 8.307
9.597 10.668 0 660 8.053
12.486 10.315 0 772 7.374
4.363 4.523 30 393 7.143
0,00%
0,00%
0,00%
0,00%
0,00%
0 n.v.t. n.v.t. 275.038 2.528 n.v.t.
-19.884 10.801 24.447 254.390 2.386 92,3
-2.293 9.252 21.650 217.764 2.730 99,0
-1.255 8.134 15.154 191.650 2.865 99,4
-8.852 9.070 31.025 182.273 3.291 95,2
24,7 23,9 11,2
24,2 23,2 10,9
24,2 22,0 9,3
22,8 20,4 8,9
22,1 19,9 8,3
2,4%
2,7%
3,4%
3,8%
3,6%
Beleggingen Balanswaarde beleggingen Beleggingsopbrengsten
246.353 14.216
233.779 16.183
216.837 22.353
189.547 15.050
166.990 -22.941
Beleggingsportefeuille Vastgoedbeleggingen Aandelen Vastrentende waarden Derivaten Overige beleggingen
10.884 27.932 181.636 -1.152 27.053
6.469 21.451 170.703 -71 35.227
11.037 27.580 159.216 328 18.676
8.074 21.823 142.450 -236 17.436
504 47.609 108.149 392 10.336
Beleggingsrendement Totale portefeuille
10,7%
6,7%
12,0%
9,8%
-13,7%
Aantallen Aantal werkgevers Aantal verzekerden Actieve deelnemers Gewezen deelnemers Pensioengerechtigden Pensioengerechtigden Ouderdomspensioen Nabestaandenpensioen Arbeidsongeschiktheidspensioen Bedragen x € 1.000 Pensioenkengetallen Kostendekkende premie Feitelijke premie FVP Bijdragen Uitvoeringskosten Uitkeringen Voorwaardelijke toeslagverlening per 1 januari komend jaar (In)actieve deelnemers Vermogen en solvabiliteit Aanwezig eigen vermogen Minimum vereist eigen vermogen Vereist eigen vermogen Technische voorzieningen Overige technische voorzieningen Dekkingsgraad in % Gemiddelde duration Actieve deelnemers Gewezen deelnemers Gepensioneerden Rentetermijnstructuur (RTS)
1)
In 2008 heeft er collectieve waardeoverdracht plaatsgevonden van actieve deelnemers vanuit Stichting CPIM i.l. naar Stichting Pensioenfonds Imtech. 2) In de “Toelichting op kerncijfers en kengetallen” wordt per item nadere informatie verstrekt over de van toepassing zijnde periode waarop de cijfers voor 2012 betrekking hebben. De vergelijkende cijfers voor de andere jaren hebben betrekking op een volledig kalenderjaar.
4
Toelichting op kerncijfers en kengetallen Algemeen Het meerjarenoverzicht geeft een samenvatting, van de omvang en van de financiële positie van het fonds en de ontwikkeling daarin, gedurende het verslagjaar en voorgaande jaren. Het doel van het meerjarenoverzicht is inzicht te geven in de belangrijkste en meest kenmerkende kengetallen van het pensioenfonds. Hierna worden de items nader toegelicht. Aantal werkgevers Het aantal aangesloten ondernemingen is gedaald door integratie van aangesloten ondernemingen. De uitvoeringsovereenkomst met de aangesloten ondernemingen is per 1 juni 2012 beëindigd. Aantal verzekerden De cijfers 2012 geven de situatie op 1 juni 2012 weer. Dit is de situatie vlak voor het moment van de collectieve waardeoverdrachten van: • de opgebouwde pensioenaanspraken, van de actieve deelnemers aan pensioenregeling Imtech en actieve deelnemers aan pensioenregeling G (Radio Holland), aan Stichting Pensioenfonds Metaal en Techniek; • de opgebouwde pensioenaanspraken van de actieve deelnemers aan pensioenregeling Algemeen en behorende bij Saval B.V., aan Stichting Pensioenfonds van de Metalektro; • de opgebouwde pensioenaanspraken van de actieve deelnemers aan pensioenregeling Algemeen en actieve deelnemers aan pensioenregeling Imtech ICT, aan Delta Lloyd Levensverzekering N.V.; • de pensioenrechten van de premievrije deelnemers en pensioengerechtigden aan Delta Lloyd Levensverzekering N.V. Pensioenkengetallen De kostendekkende premie en de feitelijke premie hebben betrekking op de inkoop van pensioenaanspraken tot 1 juni 2012. In de feitelijke premie is tevens opgenomen een solvabiliteitsopslag van 25%. Deze solvabiliteitsopslag is nodig om er voor te zorgen dat de feitelijke premie bijdraagt aan het herstel van de financiële positie van het pensioenfonds en de premie kostendekkend is. De uitvoeringskosten zijn op basis van een volledig kalenderjaar. De uitvoeringskosten hebben alleen betrekking op de reguliere kosten van het pensioenfonds. Kosten die zijn gemaakt in het kader van de liquidatie van het pensioenfonds, zijn niet verantwoord onder uitvoeringskosten. De uitkeringen zijn door het pensioenfonds over geheel 2012 verzorgd. Tot 1 juni 2012 werden de uitkeringen verzorgd voor eigen rekening. Vanaf 1 juni 2012 werden de uitkeringen verzorgd voor Delta Lloyd Levensverzekering N.V. In het meerjarenoverzicht zijn de gedane uitkeringen voor eigen rekening weergegeven. Toeslagverlening De voorwaardelijke toeslagverlening per 1 januari volgend op het boekjaar is achterwege gebleven. Op grond van het beleidskader van het fonds wordt er bij een dekkingsgraad van < 105% geen toeslag verleend. Vermogen en solvabiliteit Het aanwezig eigen vermogen betreft de situatie per 31 december 2012. Gezien het feit dat de pensioenverplichtingen zijn overgedragen per 1 juni 2012 is er geen minimum vereist eigen vermogen en vereist eigen vermogen meer benodigd. Tevens is er door de overdracht van de pensioenverplichtingen geen dekkingsgraad meer van toepassing. De technische voorzieningen en de overige technische voorzieningen zijn weergegeven per 1 juni 2012 vlak voor het moment van de collectieve waardeoverdrachten. Per 31 december 2012 zijn er geen voorzieningen meer in het pensioenfonds aanwezig. Gemiddelde duration De gemiddelde duration geeft de rentegevoeligheid weer van de pensioenverplichtingen. De gemiddelde duration in 2012 is bepaald op basis van de technische voorzieningen vlak voor het moment van de collectieve overdrachten.
5
Rentetermijnstructuur (RTS) De rentetermijnstructuur, waarop de technische voorziening wordt vastgesteld, wordt jaarlijks herleid naar één rentepercentage en weergegeven in het meerjarenoverzicht bij “Rentetermijnstructuur (RTS)”. In 2012 is het rentepercentage gebaseerd op de technische voorziening per 1 juni 2012 vlak voor het moment van de collectieve waardeoverdrachten. Beleggingen De balanswaarde van de beleggingen geeft voor 2012 de situatie weer per 28 juni 2012. Mede op basis van de waarde van de beleggingen per deze datum heeft het bestuur op 29 juni 2012 besloten over te gaan tot liquidatie van het pensioenfonds. De balanswaarde beleggingen is per ultimo 2012 nihil, aangezien de volledige beleggingsportefeuille per eind oktober 2012 liquide is gemaakt dan wel is overgedragen. De beleggingsopbrengsten zijn gebaseerd op de opbrengsten na verkoop van de volledige beleggingsportefeuille onder aftrek van de kosten vermogensbeheer. Beleggingsportefeuille Bij beleggingsportefeuille wordt een nadere specificatie weergegeven per beleggingscategorie van de balanswaarde van de beleggingen per 28 juni 2012. Beleggingsrendement Het beleggingsrendement heeft betrekking op de periode januari tot en met oktober 2012. Dit betreft de periode waarbij het pensioenfonds de beschikking had over een beleggingsportefeuille.
6
Voorwoord Op 13 april 1921 wordt Stichting Pensioen- en Voorzieningsfonds van Radio-Holland B.V. opgericht. Het doel van de oprichting van de stichting is om binnen de mogelijkheden van zijn middelen verlenen of doen verlenen van pensioenen en uitkeringen aan leden en gewezen leden van het personeel van de aangesloten ondernemingen en aan hun nabestaanden. Het fonds voert sinds de oprichting, door wijzigingen in de pensioenreglementen, inmiddels een aantal regelingen uit waarvan pensioenregeling G (Radio Holland) de meest recente is. In 2008 komt in de opzet van Stichting Pensioen- en Voorzieningsfonds van Radio-Holland B.V. een wijziging. Het bestuur heeft een formeel verzoek ontvangen tot collectieve waardeoverdracht van de actieve deelnemers van Stichting CPIM in liquidatie. Na een positieve reactie van het bestuur op het verzoek, wordt spoedig gestart met de uitvoering van de collectieve waardeoverdracht. De toetreding van de actieve deelnemers van Stichting CPIM houdt tevens in dat er een drietal nieuwe pensioenregelingen bij komen in de uitvoering (Algemeen, Imtech en Imtech ICT). De collectieve waardeoverdracht brengt tevens met zich mee dat er bij het bestuur de behoefte ontstaat aan een nieuwe organisatiestructuur, waarbij sprake is van een deelnemersraad en een eigen uitvoeringsorganisatie. Op basis van deze behoefte is er een deelnemersraad opgericht en een eigen uitvoeringsorganisatie ingericht. De statuten van het fonds zijn per 4 maart 2009 hierop aangepast. Tevens is er een naamswijziging doorgevoerd. De naam van Stichting Pensioen- en Voorzieningsfonds van Radio-Holland B.V is gewijzigd in Stichting Pensioenfonds Imtech. De nieuwe statuten zijn in de deelnemersvergadering van 18 februari 2009 goedgekeurd door de actieve deelnemers. Een hernieuwd fonds lijkt hiermee in de stijgers te staan om op een adequate wijze invulling te geven aan haar stichtingsdoel. De werkelijkheid blijkt anders. De aanhoudende financiële crisis zorgt ervoor dat de financiële positie van Stichting Pensioenfonds Imtech onder druk blijft staan. De Nederlandsche Bank confronteert het pensioenfonds met een toename van toezichteisen en stelt hogere eisen aan de deskundigheid van bestuurders van pensioenfondsen. Daarnaast is de wetgever actief bezig om de “Tweede Pijler” van ons pensioenstelsel te hervormen. Het bestuur van Stichting Pensioenfonds Imtech volgt alle ontwikkelingen op de voet en is zich bewust van haar taken en verantwoordelijkheden. Hiertoe behoren soms moeilijke keuzes, naar aanleiding van financiële ontwikkelingen, wijzigende toezichteisen en wijzigende wetgeving. Ook als het gaat om de toekomst van Stichting Pensioenfonds Imtech. Met het oog op deze toekomst, waarbij de belangen van alle betrokkenen in het oog zijn gehouden, heeft het bestuur op 29 juni 2012 besloten om tot liquidatie van Stichting Pensioenfonds Imtech over te gaan. In het “Verslag van het bestuur” staan vermeld, de keuzes die het bestuur van het pensioenfonds heeft gemaakt om te komen tot de liquidatie van Stichting Pensioenfonds Imtech. Keuzes die het bestuur van het pensioenfonds, in goed overleg met de deelnemersraad, heeft genomen. De liquidatie zal naar verwachting in de tweede helft van 2013 geheel worden afgerond, waarmee het jaarverslag 2012 het laatste jaarverslag van Stichting Pensioenfonds Imtech zal zijn. Tot slot wil het bestuur een ieder die heeft bijgedragen om het stichtingsdoel van het pensioenfonds te verwezenlijken, gedurende haar bestaan, hartelijk danken voor zijn of haar inzet. Voorzitter bestuur A.F. Graauwmans
7
Verslag van het bestuur 1.
Algemene informatie
Beëindiging Stichting Pensioenfonds Imtech Stichting Pensioenfonds Imtech (het pensioenfonds) voerde de pensioenregelingen uit voor een groot aantal aangesloten ondernemingen van Imtech (de werkgever). De werkgever heeft in 2011 te kennen gegeven de huidige uitvoeringswijze via het pensioenfonds te willen heroverwegen. De reden hiervoor is dat naar het oordeel van de werkgever een eigen ondernemingspensioenfonds in deze tijd niet per definitie de beste oplossing is voor de uitvoering van een pensioenovereenkomst. Overwegingen van de werkgever hierbij zijn: • De toenemende kosten van de uitvoering van een pensioenregeling, wat uiteindelijk ten laste van het pensioen komt; • De toenemende eisen en de daaruit voortvloeiende kosten op het gebied van regelgeving en professionalisering van besturen. De werkgever heeft op 29 juni 2012 besloten de toekomstige pensioenopbouw, afhankelijk van de huidige pensioenregeling, vanaf 1 juni 2012 onder te brengen bij Stichting Pensioenfonds Metaal en Techniek (PMT), Stichting Pensioenfonds van de Metalektro (PME) en Delta Lloyd Levensverzekering N.V. De toekomstige pensioenopbouw zal worden voortgezet bij Stichting Pensioenfonds Metaal en Techniek (PMT) voor deelnemers aan: • Pensioenregeling Imtech (excedent pensioenregeling); • Pensioenregeling G (Radio Holland dan wel daar aan gelieerde bedrijven). De pensioenopbouw zal worden voortgezet bij Delta Lloyd Levensverzekering N.V voor deelnemers aan: • Pensioenregeling Algemeen; • Pensioenregeling Imtech ICT. Voor deelnemers van het bedrijf Saval B.V. zal de toekomstige pensioenopbouw gaan plaatsvinden bij Stichting Pensioenfonds van de Metalektro (PME). Het besluit van de werkgever houdt in dat er vanaf 1 juni 2012 geen toekomstige pensioenopbouw meer plaatsvindt bij het pensioenfonds. Indien er geen nieuwe pensioenen meer worden opgebouwd in het pensioenfonds, is het voor met name de deelnemers niet aantrekkelijk het pensioenfonds in stand te houden ten behoeve van de reeds opgebouwde aanspraken. Het bestuur van het pensioenfonds heeft, vooruitlopend op het besluit van de werkgever, daarom besloten een nader onderzoek te laten uitvoeren naar de mogelijkheden om te komen tot collectieve waardeoverdrachten. Uit de onderzoeksresultaten bleek dat collectieve waardeoverdrachten een reële optie was. Het bestuur heeft daarop besloten om, in samenhang met de uitvoering van de collectieve waardeoverdrachten, tot liquidatie van het pensioenfonds te willen over gaan. Bij het besluitvormingsproces inzake de collectieve waardeoverdrachten zijn vertegenwoordigers van werkgever, werknemers en pensioengerechtigden nauw betrokken. Allen zijn vertegenwoordigd in een projectgroep. Door deze projectgroep zijn een aantal mogelijke scenario’s uitgewerkt om te komen tot de meest evenwichtige oplossing voor de collectieve waardeoverdrachten. De projectgroep wordt bij haar werkzaamheden ondersteund door externe adviseurs. Vanuit de projectgroep is unaniem geadviseerd aan het bestuur van het pensioenfonds om de collectieve waardeoverdrachten te laten plaatsvinden naar het pensioenfonds dan wel de verzekeraar waarbij ook de toekomstige pensioenopbouw zal gaan plaatsvinden. Uitzondering hierop is de groep inactieven (gewezen deelnemers en pensioengerechtigden). Voor deze groep is naar de mening van de projectgroep collectieve waardeoverdracht naar een verzekeraar het meest geschikt. Het bestuur heeft het advies van de projectgroep zonder aanpassing overgenomen en aldus besloten.
8
Op verzoek van het bestuur van het pensioenfonds is door de projectgroep aan verzekeraars gevraagd een offerte uit te brengen. Het betreft hier een offerte voor de collectieve waardeoverdracht voor een deel van de actieve deelnemers en de inactieven. De ontvangen offertes zijn beoordeeld door de projectgroep en voorzien van een eerste advies aan het bestuur van het pensioenfonds voorgelegd. Nadat een verklaring van geen bezwaar was ontvangen van De Nederlandsche Bank voor uitvoering van de collectieve waardeoverdrachten, is aan de verzekeraars verzocht om een finale offerte uit te brengen. Op basis van deze offertes is door de projectgroep een definitief advies uitgebracht aan het bestuur. Het bestuur heeft, mede op basis van het advies van de projectgroep, een definitieve keuze gemaakt voor de verzekeraar Delta Lloyd levensverzekering N.V. De collectieve waardeoverdrachten vinden plaats conform artikel 84 van de Pensioenwet. Dit betekent dat er geen individuele toestemming is benodigd voor de uitvoering van de collectieve waardeoverdrachten. Het bestuur heeft gemeend dat de besluitvorming omtrent de collectieve waardeoverdrachten breed gedragen dient te worden. Het bestuur heeft daarom in de besluitvorming op nauwe wijze samengewerkt met de deelnemersraad. Tevens is aan de deelnemersraad verzocht om advies uit te brengen over de wijze waarop de (voorgenomen) collectieve waardeoverdrachten zullen worden uitgevoerd. Van de deelnemersraad heeft het bestuur een positieve reactie op het gevraagde advies ontvangen. Het bestuur hecht er aan te benadrukken dat naar haar overtuiging de belangen van alle betrokkenen evenwichtig worden behartigd. Om de gevolgde gang van zaken zoveel als mogelijk transparant te maken, is hieronder een chronologische opsomming weergegeven van de stappen die zijn doorlopen om het proces zo zorgvuldig mogelijk en met inbreng van alle betrokken partijen te laten verlopen. 16 november 2011 De werkgever brengt het bestuur van het pensioenfonds, via de voorzitter van het bestuur van het pensioenfonds, in een bestuursvergadering op de hoogte van het plan om de toekomstige pensioenopbouw elders te willen onderbrengen. 6 december 2011 De adviseur van de werkgever informeert het bestuur van het pensioenfonds in een bestuursvergadering nader over de voorgenomen stappen van de werkgever om de toekomstige pensioenopbouw elders onder te brengen en de gevolgen voor het pensioenfonds. Besloten wordt een projectgroep in te stellen waarin vertegenwoordigers van werkgever, werknemers en pensioengerechtigden zijn vertegenwoordigd. 13 december 2011 In een extra bestuursvergadering bespreekt het bestuur de mogelijkheden voor liquidatie van het pensioenfonds en de collectieve waardeoverdrachten van de opgebouwde pensioenaanspraken en -rechten. In deze bestuursvergadering spreekt het bestuur het voornemen tot liquidatie van Stichting Pensioenfonds Imtech uit. 16 december 2011 Het bestuur informeert de deelnemersraad en het verantwoordingsorgaan in een gecombineerde vergadering van bestuur, deelnemersraad en verantwoordingsorgaan over het besluit van de werkgever om de toekomstige pensioenopbouw elders onder te brengen. Tevens wordt nadere informatie verstrekt met betrekking tot het opgestarte onderzoek naar de mogelijkheden om de uitvoering van de bij het pensioenfonds ondergebrachte pensioenrechten en -aanspraken elders onder te brengen. Wanneer hiertoe wordt overgegaan brengt dat de liquidatie van het pensioenfonds en collectieve waardeoverdrachten van de opgebouwde pensioenrechten en -aanspraken met zich. 21 december 2011 In een vergadering van de deelnemersraad spreekt de deelnemersraad uit zich met het voornemen van het bestuur, tot liquidatie van het pensioenfonds en de collectieve waardeoverdrachten, te kunnen verenigen. Het bestuur zal, gehoord de deelnemersraad, en gelet op de marktomstandigheden die één en ander mogelijk moeten maken over gaan tot liquidatie, behoudens een verklaring van geen bezwaar door De Nederlandsche Bank met betrekking tot de collectieve waardeoverdrachten. 28 december 2011 Stichting Pensioenfonds Imtech stelt De Nederlandsche Bank in kennis van de, onder voorbehoud van een verklaring van geen bezwaar door De Nederlandsche Bank, genomen besluiten tot voorgenomen liquidatie en collectieve waardeoverdrachten.
9
6 januari 2012 De projectgroep komt voor het eerst bijeen. De projectgroep bestaat uit: Naam: Gelder, drs. Ing. A.L.A. van Graauwmans, A.F. Heemskerk AAG, Ir M.W. Kraaiveld, mr. C.J. Mathijssen, E. Panneman AAG, D. Simon, J.F.
Van: Imtech Imtech Mercer (Nederland) B.V. De Brauw Blackstone Westbroek Ortec Finance Sprenkels &Verschuren Pensioenfonds
Namens: Deelnemersraad Werkgever/Bestuur Pensioenfonds Onafhankelijk Deelnemersraad Werkgever Pensioenfonds
Functie: Lid Voorzitter Adviseur Juridisch adviseur Adviseur Adviseur Secretaris
30 januari 2012 Stichting Pensioenfonds Imtech ontvangt een brief van De Nederlandsche Bank waarin wordt verzocht om een nadere toelichting op de brief van 28 december 2011. 27 februari 2012 De verslagen van de projectgroep worden besproken tijdens de bestuursvergadering. Tot deze verslagen behoren een tweetal scenario’s van de wijze waarop de collectieve waardeoverdrachten zou kunnen plaatsvinden. Het bestuur besluit het scenario, waarbij de opgebouwde pensioenaanspraken worden overgedragen naar de partij waar de toekomstige pensioenopbouw zal plaatsvinden, verder te laten uitwerken door de projectgroep. 27 februari 2012 De deelnemersraad wordt nader geïnformeerd, door de voorzitter van het bestuur van het pensioenfonds, over de status met betrekking tot de voorgenomen liquidatie en collectieve waardeoverdrachten. 5 maart 2012 Aan de deelnemersraad wordt het verzoek voorgelegd om instemming te geven met de voorgenomen liquidatie en een advies te geven inzake de voorgenomen collectieve waardeoverdrachten. De deelnemersraad geeft op 8 maart 2012 een positieve reactie op beide verzoeken. 7 maart 2012 De voorzitter van het bestuur en de directeur van het pensioenfonds informeren het verantwoordingsorgaan over de stand van zaken. Aan het verantwoordingsorgaan wordt verzocht om tot een oordeel te komen inzake de voorgenomen liquidatie van Stichting Pensioenfonds Imtech. 9 maart 2012 De Nederlandsche Bank wordt per brief van nadere toelichting voorzien inzake de voorgenomen liquidatie en collectieve waardeoverdrachten. Tevens wordt De Nederlandsche Bank geïnformeerd over het advies van de deelnemersraad inzake de voorgenomen liquidatie en collectieve waardeoverdrachten. 30 maart 2012 Het bestuur van het pensioenfonds wordt geïnformeerd middels verslagen over de stand van zaken met betrekking tot de verdere uitwerking van de collectieve waardeoverdrachten. Tevens ontvangt het bestuur een update over de financiële haalbaarheid van de collectieve waardeoverdrachten. Op basis van de ontvangen informatie geeft het bestuur aan de projectgroep opdracht haar voorbereidende werkzaamheden, voor zover mogelijk verder te concretiseren om de collectieve waardeoverdrachten voorspoedig uit te kunnen voeren, nadat een verklaring van geen bezwaar is ontvangen van De Nederlandsche Bank. 6 april 2012 Het verantwoordingsorgaan geeft een positief oordeel af over het proces en de wijze waarop het bestuur de voorgenomen liquidatie van Stichting Pensioenfonds Imtech heeft behandeld. Tevens geeft het verantwoordingsorgaan een aantal overwegingen mee, waaronder verbetering communicatie, in de verdere afhandeling van de voorgenomen liquidatie en collectieve waardeoverdrachten. 7 juni 2012 Stichting Pensioenfonds Imtech ontvangt een brief van De Nederlandsche Bank waarin wordt verzocht om nadere documentatie omtrent de te sluiten overeenkomsten, met Stichting Pensioenfonds Metaal en Techniek (PMT), Stichting Pensioenfonds van de Metalektro (PME) en de verzekeraar, inzake de collectieve waardeoverdrachten.
10
22 juni 2012 Bij de vaststelling van het jaarverslag heeft Stichting Pensioenfonds vooralsnog geen verklaring van geen bezwaar ontvangen van De Nederlandsche Bank voor uitvoering van de collectieve waardeoverdrachten. Het bestuur is voornemens om op zo kort mogelijke termijn tot liquidatie te besluiten en in liquidatie te gaan en hiermee samenhangend over te gaan tot uitvoering van de collectieve waardeoverdrachten, nadat de verklaring van geen bezwaar is ontvangen van De Nederlandsche Bank, ervan uitgaande dat de marktomstandigheden één en ander financieel mogelijk maken. 29 juni 2012 Van De Nederlandsche Bank wordt een verklaring van geen bezwaar ontvangen voor uitvoering van de collectieve waardeoverdrachten. Het bestuur besluit hierop tot liquidatie van Stichting Pensioenfonds Imtech over te gaan en tot de uitvoering van de collectieve waardeoverdrachten met als overdrachtsdatum 1 juni 2012. Voorafgaand aan de definitieve besluitvorming over de collectieve waardeoverdrachten en liquidatie van het pensioenfonds heeft het bestuur kennis genomen van de in haar opdracht opgestelde prognose van de beschikbare middelen van het pensioenfonds op de datum van de collectieve waardeoverdrachten. Op basis daarvan is vastgesteld dat de middelen van het pensioenfonds toereikend zullen zijn om de collectieve waardeoverdrachten uit te voeren zoals beoogd en tevens om de lopende verplichtingen van het pensioenfonds tot en met liquidatie te voldoen. Uitgangspunt hierbij is geweest, dat na uitvoering van de collectieve waardeoverdrachten en de daarmee samenhangende overdracht c.q. het liquide maken van de beleggingen, het eigen vermogen van het pensioenfonds minimaal nihil dan wel licht positief dient te zijn. 29 juni 2012 De deelnemersraad adviseert positief omtrent de uitvoering van de collectieve waardeoverdrachten en stemt in met de liquidatie van Stichting Pensioenfonds Imtech. Communicatie Alle pensioen- en aanspraakgerechtigden van het pensioenfonds zijn op 12 april 2012 voor de eerste maal schriftelijk geïnformeerd over de toekomst van Stichting Pensioenfonds Imtech. In deze brief is aangegeven, dat het bestuur voornemens is tot liquidatie van het pensioenfonds en tot uitvoering van collectieve waardeoverdrachten over te gaan. Het communicatieproces is geïntensiveerd, nadat De Nederlandsche Bank een verklaring van geen bezwaar heeft afgegeven voor uitvoering van de collectieve waardeoverdrachten. Dit heeft tot de volgende communicatie geleid: 2 juli 2012 Actieve deelnemers, premievrije deelnemers en pensioengerechtigden ontvangen een brief met het bericht dat er nog geen verklaring van geen bezwaar is ontvangen van De Nederlandsche Bank. Ten tijde van het verzendklaar maken van deze brief was het feit dat door het pensioenfonds op 29 juni 2012 de verklaring van de Nederlandsche Bank zou worden ontvangen, nog niet bekend. 28 juli 2012 Stichting Pensioenfonds Imtech stuurt een brief naar de actieve deelnemers, premievrije deelnemers en pensioengerechtigden met de mededeling dat het pensioenfonds opgeheven wordt en de collectieve waardeoverdrachten naar de nieuwe pensioenuitvoerders op geen bezwaren stuit bij De Nederlandsche Bank. 21 september 2012 Aan de premievrije deelnemers en de pensioengerechtigden wordt een pensioenspecial gestuurd, waarin de gevolgen van de opheffing van Stichting Pensioenfonds Imtech in kaart worden gebracht. Tevens worden voor de volgende doelgroepen een website gelanceerd: • Actieve deelnemers aan pensioenregeling Algemeen; • Actieve deelnemers aan pensioenregeling Imtech ICT; • Actieve deelnemers aan pensioenregeling Imtech; • Actieve deelnemers aan pensioenregeling G (Radio Holland) • Premievrije deelnemers en pensioengerechtigden. Via deze doelgroepgerichte websites wordt gelijk als in de pensioenspecial gecommuniceerd over de gevolgen van de collectieve waardeoverdracht en de opheffing van het pensioenfonds. Voor de actieve deelnemers wordt tevens gecommuniceerd over de toekomstige pensioenregeling.
11
Tevens is er in samenwerking met de nieuwe pensioenuitvoerders, Stichting Pensioenfonds Metaal en Techniek (PMT), Stichting Pensioenfonds van de Metalektro (PME) en Delta Lloyd Levensverzekering N.V., een communicatietraject opgestart. Cijfermatige toelichting Voorafgaand aan de definitieve besluitvorming over de collectieve waardeoverdrachten en liquidatie van het pensioenfonds heeft het bestuur kennis genomen van de in haar opdracht opgestelde prognose van de beschikbare middelen van het pensioenfonds op de datum van de collectieve waardeoverdrachten. Op basis daarvan is vastgesteld dat de middelen van het pensioenfonds toereikend zullen zijn om de collectieve waardeoverdrachten uit te voeren zoals beoogd en tevens om de lopende verplichtingen van het pensioenfonds tot en met liquidatie te voldoen. Uitgangspunt hierbij is geweest, dat na uitvoering van de collectieve waardeoverdrachten en de daarmee samenhangende overdracht c.q. het liquide maken van de beleggingen, het eigen vermogen van het pensioenfonds minimaal nihil dan wel licht positief dient te zijn. In het volgende overzicht wordt weergegeven de prognose per 29 juni 2012 op basis waarvan door het bestuur tot de opheffing van het pensioenfonds is besloten. Tevens wordt in het overzicht weergegeven de werkelijke situatie op basis waarvan de financiële afwikkeling heeft plaatsgevonden tot en met 31 december 2012. Prognose per 29 juni 2012 Marktwaarde beleggingen, inclusief liquide middelen pensioenfonds
Realisatie per 31 december 2012
248,2 mln.
248,6 mln.
-0,7 mln.
-0,7 mln.
-48,2 mln.
-49,4 mln.
-203,8 mln.
-203,4 mln.
0,0 mln.
2,8 mln.
Afwikkeling overige activa/passiva (inclusief liquidatiekosten)
-0,5 mln.
0,8 mln.
Bijdrage werkgever m.b.t. vereffenen negatief liquidatiesaldo
5,0 mln.
1,3 mln.
------- + 0,0 mln.
------- + 0,0 mln.
Voorlopige koopsom overdracht pensioenverplichtingen naar Stichting Pensioenfonds van de Metalektro Voorlopige koopsom overdracht pensioenverplichtingen naar Stichting Pensioenfonds Metaal en Techniek Voorlopig koopsom overdracht pensioenverplichtingen naar Delta Lloyd Levensverzekering N.V. Overige afwikkelingsbaten en -lasten met Delta Lloyd Levensverzekering N.V.
Saldo
Het verschil tussen de geprognosticeerde financiële afwikkeling per 29 juni 2012 ten opzicht van de gerealiseerde financiële afwikkeling per 31 december 2012 is als volgt te verklaren: • een hogere marktwaarde van de beleggingen na afwikkeling van de beleggingsportefeuille; • een afname van de liquide middelen pensioenfonds; • een verschuiving van een groep deelnemers voor de overdracht van de aanspraken van Delta Lloyd Levensverzekering N.V. naar Stichting Pensioenfonds Metaal en Techniek. Hierdoor is de koopsom van Stichting Pensioenfonds Metaal en Techniek toegenomen en de koopsom van Delta Levensverzekering N.V. afgenomen met inachtneming van de “Overige afwikkelingsbaten en -lasten met Delta Lloyd Levensverzekering N.V.”; • de “Afwikkeling overige activa/passiva (inclusief liquidatiekosten)” is positief geworden met als belangrijkste oorzaak de premiebaten van de aangesloten ondernemingen. De werkgever heeft zich garant gesteld, om binnen redelijke grenzen, de noodzakelijke aanvullende stortingen in Stichting Pensioenfonds Imtech in liquidatie te doen indien na de totstandkoming van de collectieve waardeoverdrachten mocht blijken dat het vermogen van Stichting Pensioenfonds Imtech in liquidatie onvoldoende is om de vereffeningsprocedure te doorlopen. Hiermee wordt bereikt dat het eigen vermogen van het pensioenfonds bij liquidatie op nihil zal uitkomen. Er worden door deze garantstelling van de werkgever geen rechten toegekend aan de nieuwe pensioenuitvoerders, de (gewezen) deelnemers, de pensioengerechtigden of andere aanspraakgerechtigden van Stichting Pensioenfonds Imtech of andere belanghebbenden behoudens Stichting Pensioenfonds Imtech in liquidatie.
12
Op basis hiervan zou de bijdrage van de werkgever per 31 december 2012 € 1,3 mln. bedragen. Hierin is niet meegenomen de kosten die nog door het pensioenfonds worden gemaakt in 2013. Rekening houdend met de geschatte kosten voor 2013 voor liquidatie van het pensioenfonds zal de bijdrage van de werkgever naar verwachting in totaal € 2,0 mln. bedragen. Dit mede onder het voorbehoud van onvoorziene zaken. Liquidatie Stichting Pensioenfonds Imtech De liquidatie van Stichting Pensioenfonds zal naar verwachting in het derde kwartaal 2013 worden afgerond. In verband hiermee wordt de informatie in de hierna volgende paragrafen van het verslag van het bestuur, voor zover nog van toepassing, zo beknopt mogelijk weergegeven.
Herstelplan In verband met de collectieve waardeoverdrachten per 1 juni 2012 is het herstelplan, zoals dat tot deze datum van toepassing was, bij Stichting Pensioenfonds Imtech komen te vervallen. Dit houdt in dat een mogelijke korting op de opgebouwde pensioenaanspraken en –rechten bij Stichting Pensioenfonds Imtech per 1 april 2013 geen doorgang zal vinden. Afhankelijk van de nieuwe pensioenuitvoerder wordt voor de (gewezen) deelnemers, de pensioengerechtigden en de andere aanspraakgerechtigden het herstelplan van de nieuwe pensioenuitvoerder van toepassing. Bij Stichting Pensioenfonds Metaal en Techniek (PMT) en bij Stichting Pensioenfonds van de Metalektro (PME) is een herstelplan van toepassing. Bij Delta Lloyd Levensverzekering N.V. is er geen herstelplan van kracht.
Juridische structuur Stichting Pensioenfonds Imtech is statutair gevestigd te Gouda. De stichting is ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel te Rotterdam. Het pensioenfonds is een ondernemingspensioenfonds en is aangesloten bij de Pensioenfederatie. Op basis van een geïndexeerde middelloonregeling bouwen de deelnemers een financiële aanspraak op ten behoeve van de gevolgen van pensionering dan wel overlijden.
Statutaire doelstellingen Het doel van de stichting is het, binnen de mogelijkheden van zijn middelen en beleidskader, verlenen of doen verlenen van pensioenen en uitkeringen aan leden en gewezen leden van het personeel van de aangesloten ondernemingen en aan hun nabestaanden. Met de volgende ondernemingen heeft het pensioenfonds een uitvoeringsovereenkomst gesloten: Royal Imtech N.V., Imtech B.V. alsmede de aangesloten ondernemingen waarvan zij direct of indirect statutair bestuurder is, Koninklijke Scheepsagentuur Dirkzwager B.V., Saval B.V., alsmede met het pensioenfonds. Deze uitvoeringsovereenkomsten zijn per 1 juni 2012 beëindigd in verband met de collectieve waardeoverdrachten naar de nieuwe pensioenuitvoerders per gelijke datum. De rechten en plichten van de bij het pensioenfonds aangesloten rechtspersonen staan beschreven in de statuten van het pensioenfonds, de uitvoeringsovereenkomst en in de pensioenreglementen. Het pensioenfonds voert een beleid dat in overeenstemming is met de statutaire doelstelling. Dit beleid is vastgelegd in beleidsdocumenten, waarvan de actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN) de belangrijkste is. Deze ABTN is voor het laatst volledig geactualiseerd in 2011 en is van toepassing vanaf 16 december 2011. De ABTN zal vervolgens jaarlijks minimaal worden geactualiseerd met de meeste recente actuariële gegevens en het jaarlijkse beleggingsplan. Het fonds voert tot 1 juni 2012 voor de deelnemers de volgende actieve regelingen uit: • Pensioenreglement G: een geïndexeerde middelloonregeling met opbouw van ouderdoms- en nabestaandenen wezenpensioen. Indexatie van de opgebouwde rechten is voorwaardelijk, waarbij de ex-ante bepaalde maatstaf voor indexatie is de Consumentenprijsindex alle huishoudens. • Pensioenreglement Algemeen: een geïndexeerde middelloonregeling met opbouw van ouderdoms- en nabestaanden- en wezenpensioen. Indexatie van de opgebouwde rechten is onvoorwaardelijk, waarbij de ex-ante bepaalde maatstaf voor indexatie is de CAO-loonindex voor particuliere bedrijven.
13
•
•
•
Pensioenreglement Imtech: een geïndexeerde middelloonregeling met opbouw van ouderdoms- en nabestaanden- en wezenpensioen. Indexatie van de opgebouwde rechten is onvoorwaardelijk, waarbij de ex-ante bepaalde maatstaf voor indexatie is de CAO-loonindex voor particuliere bedrijven. Deelnemers zijn voor hun basispensioen verzekerd bij het Stichting Pensioenfonds Metaal en Techniek (PMT). Pensioenreglement Imtech ICT: een geïndexeerde middelloonregeling met opbouw van ouderdomspensioen. Het nabestaanden- en wezenpensioen zijn verzekerd op risicobasis. Indexatie van de opgebouwde rechten is onvoorwaardelijk, waarbij de ex-ante bepaalde maatstaf voor indexatie is de CAO-loonindex voor particuliere bedrijven. Reglement aanvullend arbeidsongeschiktheidspensioen (WIA-excedent): een aanvullende arbeidsongeschiktheidsverzekering indien men na 2 jaar ziekte voor meer dan 35% arbeidsongeschikt wordt.
Voor arbeidsongeschikte deelnemers en pensioengerechtigden voert het pensioenfonds tot 1 juni 2012 ook regelingen uit, welke niet meer open staan voor nieuwe toetredingen van actieve deelnemers. Voor een uitgebreidere toelichting op de diverse regelingen verwijzen wij u naar de website van Stichting Pensioenfonds Imtech. (www.imtech.nl/pensioenfonds)
Uitvoeringsovereenkomst De overeenkomst tussen de aangesloten ondernemingen en het pensioenfonds is vastgelegd in een uitvoeringsovereenkomst. De algemene strekking van deze overeenkomst kan als volgt worden weergegeven: Het pensioenreglement • de aangesloten onderneming stelt het fonds in kennis van de inhoud van de pensioenovereenkomst; • het fonds stelt een of meer pensioenreglementen vast in overeenstemming met de pensioenovereenkomst en deze uitvoeringsovereenkomst en voert deze met inachtneming van de wettelijke regels uit; • het fonds wijzigt zo nodig een of meer pensioenreglementen indien de werkgever aangeeft dat de pensioenovereenkomst is gewijzigd of indien deze uitvoeringsovereenkomst is gewijzigd. De financiële relatie • het fonds stelt van jaar tot jaar, gehoord de actuaris van het fonds, vast welke premie de werkgever per deelnemer aan het fonds verschuldigd is om het fonds in staat te stellen aan de pensioenverplichtingen ingevolge het pensioenreglement te voldoen; • de premie per deelnemer, welke verschuldigd is door de werkgever, dient minimaal de kostendekkende premie te zijn. Indien de premie niet kostendekkend is zullen pensioenfonds en werkgever hierover in overleg treden; • de werkgever is jaarlijks zijn eigen bijdrage en de bijdrage van de deelnemers verschuldigd voor het betreffende kalenderjaar. Deze bijdragen zijn rentedragend per 1 januari van het betreffende kalenderjaar; • de werkgever heeft zich in het pensioenreglement het recht voorbehouden de betaling van de premie voor zover zij die niet op haar werknemers kan verhalen te verminderen of te beëindigen ingeval van een ingrijpende wijziging van omstandigheden. De werkgever kan uitsluitend gebruik maken van dit voorbehoud indien hij daarbij een zodanig zwaarwichtig belang heeft dat het belang van de deelnemer dat door de wijziging zou worden geschaad daarvoor naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid moet wijken. Het toeslagbeleid Het fonds verleent toeslagen in de zin van de wet op basis van het bepaalde over toeslagen in het pensioenreglement. De informatieverstrekking door de werkgever De werkgever verstrekt het fonds alle informatie die het fonds nodig heeft om aan zijn verplichtingen uit hoofde van deze uitvoeringsovereenkomst en de daarmee samenhangende wettelijke verplichtingen te kunnen voldoen. De verstrekking van de startbrief door het fonds Het fonds zorgt ervoor dat alle daarvoor tijdig door de werkgever aangemelde werknemers binnen de wettelijke termijn een startbrief ontvangen in de zin van de wet. De uitvoeringsovereenkomsten met Royal Imtech N.V., Imtech B.V. alsmede de aangesloten ondernemingen waarvan zij direct of indirect statutair bestuurder is, Koninklijke Scheepsagentuur Dirkzwager B.V., Saval B.V., alsmede met het pensioenfonds zijn per 1 juni 2012 beëindigd in verband met de collectieve waardeoverdrachten naar de nieuwe pensioenuitvoerders per gelijke datum.
14
Samenstelling van het bestuur Stichting Pensioenfonds Imtech heeft een paritair samengesteld bestuur. Het bestuur is samengesteld uit drie werkgeversvertegenwoordigers, twee werknemersvertegenwoordigers en een vertegenwoordiger namens de pensioengerechtigden. Per 1 juli 2012 is de heer P.B.M. Smulders uit dienst getreden. Op verzoek van de werkgever zal de heer Smulders aanblijven als bestuurslid, in de rol van plaatsvervangend voorzitter, totdat de liquidatie van het pensioenfonds volledig is afgerond. Het voltallige bestuur van het pensioenfonds treedt sinds het besluit tot liquidatie van 29 juni 2012 op als vereffenaar en staat als zodanig ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Benoemd door de werkgever: A.F. Graauwmans (voorzitter), bestuurslid vanaf 2007; P.B.M. Smulders (plaatsvervangend voorzitter), bestuurslid vanaf 2005; Mr. M.E.J. Salomons, bestuurslid vanaf juli 2009. Benoemd door de deelnemersraad: H.L.A. van der Laan (secretaris), bestuurslid vanaf juli 2009; E.H.M. Pieterse (plaatsvervangend secretaris), bestuurslid vanaf februari 2011. Benoemd namens de pensioengerechtigden: P.J.A. van Rossum, bestuurslid vanaf 2003. Het bestuur zal in verband met de liquidatie van Stichting Pensioenfonds Imtech geen rooster van aftreden opstellen. In een situatie van liquidatie wordt er, mede vanuit De Nederlandsche Bank, op aangedrongen de continuïteit van het bestuur te waarborgen.
Bestuur en dagelijkse leiding Het bestuur heeft uitsluitend bevoegdheden conform de statuten en reglementen van het pensioenfonds, alsmede overeenkomstig de vastlegging in de actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN). Het bestuur vertegenwoordigt het pensioenfonds en draagt de (eind)verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de pensioenregelingen en het daartoe behorende pensioen- en beleggingsbeleid. Het bestuur vergadert minimaal één keer per jaar. Besluitvorming vereist een gewone meerderheid van stemmen van de aanwezige of vertegenwoordigde leden. Een bestuursbesluit kan eveneens worden genomen door middel van ondertekening door alle leden van een document, waarin zodanig besluit is vervat. Het bestuur wordt gevormd door de voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter, de secretaris en de plaatsvervangend secretaris en twee bestuursleden zonder portefeuille. De voorzitter heeft de leiding van alle bestuurswerkzaamheden. Het bestuur kan het bepalen van het dagelijks beleid of onderdelen daarvan overlaten aan tenminste twee natuurlijke personen die deel uitmaken van het bestuur. Stukken en bescheiden uitgaande van het bestuur, worden namens het bestuur door de voorzitter en de secretaris of door hun plaatsvervangers getekend. Het bestuur laat zich terzijde staan door de directeur van het fonds, een adviserend actuaris, een externe accountant en een beleggingscommissie. Daarnaast is er een deelnemersraad en een verantwoordingsorgaan waarmee het bestuur overleg voert.
Geschillenprocedure Het pensioenfonds beschikt over een reglement geschillenprocedure. Daarin wordt de samenstelling en de benoeming van een commissie van beroep geregeld. Volgens artikel 24 van de statuten kan een deelnemer of pensioengerechtigde zich wenden tot het bestuur voor een beslissing over alle uit en naar aanleiding van de statuten en reglementen voortspruitende geschillen. Er hebben zich in 2012 een tweetal gelijke geschillen voorgedaan. Op basis van deze geschillen heeft het bestuur nadere informatie verstrekt ter toelichting. Binnen de gestelde termijn van 30 dagen is hierop geen reactie ontvangen. De geschillen worden daarmee beschouwd als afgehandeld.
15
Uitvoering pensioenadministratie en financiële administratie De pensioenadministratie en financiële administratie van het pensioenfonds wordt in eigen beheer uitgevoerd door de eigen uitvoeringsorganisatie. De uitvoeringsorganisatie bestaat uit de volgende personeelsleden: • J.F. Simon, actuarieel analist AG (directeur) • H.P.W.A. de Ridder (medewerker financiële en uitkeringenadministratie) • H. Akdogan (medewerkster deelnemersadministratie) • J. Rodriquez (medewerkster deelnemersadministratie) De uitvoeringsorganisatie heeft tekenbevoegdheid voor de stukken die de uitvoering van de pensioenregeling betreffen. Het pensioenfonds hanteert het 4-ogen principe, als kwaliteitswaarborg en ter voorkoming van fraude. Voor de afwikkeling van de liquidatie van het pensioenfonds is een Plan van Aanpak opgesteld, dat tevens aan De Nederlandsche Bank is verstuurd. Het Plan van Aanpak dient ter waarborging van een correcte afwikkeling van de liquidatie door bestuur en uitvoeringsorganisatie, vanuit een beheerste en integere bedrijfsvoering. In verband met de liquidatie van het pensioenfonds hebben de volgende personen de uitvoeringsorganisatie inmiddels verlaten: • H. Akdogan per 1 september 2012; • J. Rodriquez per 1 oktober 2012; • H.P.W.A. de Ridder per 1 mei 2013. Het bestuur bedankt hen voor hun inzet en de coöperatieve wijze waarop zij hebben samengewerkt. De afwikkeling van de liquidatie is, met het oog op de beperkte bezetting van de uitvoeringsorganisatie, vooral uitgevoerd door de directeur in volledige samenwerking met bestuur, accountant en adviserend actuaris. In de gevolgde werkwijze is aandacht geschonken aan het toepassen van het 4-ogen principe en documentatie van de gehanteerde uitvoeringsprocedures.
Deelnemersraad De deelnemersraad bestaat uit zes leden. De deelnemersraad is samengesteld op basis van evenredige vertegenwoordiging. Hierdoor bestaat de deelnemersraad uit vier werknemersvertegenwoordigers en twee vertegenwoordigers namens de pensioengerechtigden. De deelnemersraad heeft tot taak het bestuur desgevraagd of uit eigen beweging te adviseren over aangelegenheden die het fonds betreffen. Daarnaast wordt de deelnemersraad in de gelegenheid gesteld advies uit te brengen over een kortetermijnherstelplan en is de instemming van de deelnemersraad vereist in die gevallen waarin de statuten instemming voorschrijven. Per 31 december 2012 is de heer ir. D.N.P.R. Tak Labrijn uit dienst getreden. Op verzoek van de deelnemersraad zal de heer Tak Labrijn aanblijven als lid van de deelnemersraad, totdat de liquidatie van het pensioenfonds volledig is afgerond. De continuïteit van de deelnemersraad blijft hiermee gewaarborgd. De deelnemersraad kent de volgende deelnemersraadsleden: Gekozen uit de werknemersvertegenwoordiging: F.C. Bosse; drs. A.B. Braal; D.T. van Noord (secretaris); ir. D.N.P.R. Tak Labrijn. Gekozen uit de pensioengerechtigden: drs. ing. A.L.A. van Gelder (voorzitter); J.F. Schoonenberg.
Verantwoordingsorgaan Het pensioenfonds kent een verantwoordingsorgaan bestaande uit drie leden, welke benoemd zijn door het bestuur. Het verantwoordingsorgaan is als volgt samengesteld: drs. E. Dons - lid namens de werkgever; J.R. Rieteco - lid namens de actieve deelnemers; drs. H. Rozema - lid namens de pensioengerechtigden.
16
Het verantwoordingsorgaan heeft tot taak een oordeel te geven over het handelen van het bestuur aan de hand van het jaarverslag, de jaarrekening en andere informatie, waaronder de bevindingen van de visitatiecommissie, over het door het bestuur uitgevoerde beleid, alsmede over beleidskeuzes voor de toekomst. Dit oordeel wordt, samen met de reactie van het bestuur daarop, bekend gemaakt en opgenomen in het jaarverslag.
Visitatiecommissie Het bestuur heeft in 2010 een visitatiecommissie benoemd. Deze visitatiecommissie bestaat uit drie onafhankelijke leden en is als volgt samengesteld: C.C. van der Sluis RA CPC - voorzitter; W.F.E. Klaassen - lid; E.E. Hagen - lid. De visitatie commissie ontvangt minstens eenmaal in de drie jaar opdracht om een oordeel te geven over: • de beleids- en bestuursprocedures en –processen en de checks en balances binnen het fonds; • de wijze waarop het fonds wordt aangestuurd; • de wijze waarop door het bestuur wordt omgegaan met de risico’s op de langere termijn. Naar aanleiding van de gehouden visitatie in 2010 is door het bestuur besloten om driejaarlijks een volledige visitatie te laten uitvoeren. Daarnaast zal jaarlijks een visitatie worden uitgevoerd op deelgebieden. Hierbij zal het bestuur, in overleg met de visitatiecommissie, aangeven welke beleidsgebieden nader onderzocht dienen te worden. Gezien het besluit tot liquidatie van het pensioenfonds en de collectieve waardeoverdrachten is door het bestuur, in overleg met de visitatiecommissie, besloten geen visitaties meer te laten uitvoeren.
Beleggingscommissie Door het bestuur is een beleggingscommissie ingesteld. De verantwoordelijkheid van de beleggingscommissie is het bestuur te adviseren over beleggingsaangelegenheden in brede zin. Dit betreft zowel advies over het algemene beleggingsbeleid als over meer specifieke zaken, zoals het gebruik van derivaten en beleggingsrisico’s. De beleggingscommissie is als volgt samengesteld: P.B.M. Smulders (voorzitter) - bestuurslid; P.J.A. van Rossum - bestuurslid; J.F. Simon - directeur uitvoeringsorganisatie; drs. H.J. Hoos RBA - extern zelfstandig adviseur. De belangrijkste taken zijn: • het opstellen van het beleggingsplan; • zorgen voor het feitelijk doen beheren van het vermogen van het fonds; • overleg met de vermogensbeheerder en de bewaarnemer; • advisering van bestuur over beleggingsaangelegenheden in brede zin. In aansluiting op het door het bestuur genomen besluit tot liquidatie van het pensioenfonds en daarmee samenhangende liquidatie van alle beleggingen heeft de beleggingscommissie besloten zichzelf op te heffen met als opheffingsdatum 31 december 2012. Het bestuur bedankt de leden van de beleggingscommissie voor hun inzet en de coöperatieve wijze waarop is samengewerkt.
Vermogensbeheerders De externe vermogensbeheerder is Kempen Capital Management. Deze vermogensbeheerder is verantwoordelijk voor de selectie en de timing van de transacties in de door hem beheerde portefeuille binnen het geldende mandaat. Op 29 juni 2012 is de vermogensbeheerder, nadat besluitvorming omtrent de liquidatie van het pensioenfonds door het bestuur had plaatsgevonden, nader geïnstrueerd omtrent de liquidatie van de beleggingsportefeuille. Ultimo oktober 2012 heeft de vermogensbeheerder de liquidatie van de volledige beleggingsportefeuille kunnen afronden.
Compliance officer De compliance officer ziet toe op de naleving van de gedragscode (die onder meer voorschrijft hoe belangenconflicten en misbruik of oneigenlijk gebruik van de bij het fonds aanwezige informatie of zaken moeten worden voorkomen) en op de naleving van de wettelijke regelingen in dat verband, ter waarborging van een beheerste en integere bedrijfsvoering door het fonds. Mevrouw Mr. L.J. Tutein Nolthenius-Harmsma, Legal Counsel van Royal Imtech N.V., is aangesteld als compliance officer van het fonds.
17
Adviseurs Het pensioenfonds wordt voor actuariaat en risicobeheersing ondersteund door de externe adviserend actuaris ir. M.W. Heemskerk AAG van Mercer (Nederland) B.V. De waarmerkend actuaris van het pensioenfonds is de heer drs. F.J. Sier AAG van Mercer (Nederland) B.V. De accountant van het pensioenfonds is de heer drs. C.A. Harteveld RA van Mazars Paardekooper Hoffman Accountants N.V.
2.
Financiële informatie
Belegd vermogen Het belegd vermogen is per 28 juni 2012 € 246,4 mln. (per 31 december 2011: € 233,8 mln.). Het belegd vermogen is in belangrijke mate gestegen door een daling van de rente. Dit laat zich vertalen naar een positieve bijdrage van de beleggingscategorie vastrentende waarden aan de toename van het belegd vermogen. De overige beleggingscategorieën hebben, met uitzondering van de beleggingscategorie Allocatie strategieën, een positieve bijdrage kunnen leveren aan het herstel van het belegd vermogen. Ondanks de positieve bijdragen van bijna alle beleggingscategorieën bleef de toename van het belegd vermogen achter bij de toename van de pensioenverplichtingen. De feitelijke vermogensallocatie over de diverse beleggingscategorieën ziet er als volgt uit: Naam vermogensbeheerder Vermogensallocatie 1) 2012 2011 Kempen Capital Management 74% 73% Vastrentend 11% 9% Aandelen 4% 3% Vastgoedbeleggingen 7% 12% Absoluut rendement2) 4% 3% Allocatie strategieën2) 1) Per 28 juni 2012 2) In de jaarrekening worden “Absoluut rendement” en “Allocatie Strategieën” verantwoord onder “Overige Beleggingen”. Onder “Absoluut rendement” worden tevens verantwoord beleggingen in geldmarktfondsen.
Het rendement De totale opbrengst van de beleggingen komt in 2012 uit op € 14,2 mln. (2011: € 16,2 mln.). Het rendement op beleggingen bestaat enerzijds uit directe beleggingsopbrengsten (rente, dividenden etc.) groot € 1,2 mln. (2011: € 2,8 mln.) en anderzijds uit indirecte beleggingsopbrengsten (waardeveranderingen) groot € 13,1 mln. (2011: € 13,5 mln.). Uitgedrukt in een percentage van het gemiddeld belegd vermogen werd een totaal rendement behaald van 10,7%. (2011: 6,7%).
Het resultaat Het in 2012 door het pensioenfonds behaalde resultaat bedraagt € 19,9 mln. (2011: - € 17,6 mln.). Het resultaat wordt in belangrijke mate beïnvloed door het resultaat behaald door de collectieve waardeoverdrachten.
De uitvoeringskosten In november 2011 zijn door de Pensioenfederatie de Aanbevelingen uitvoeringskosten gepresenteerd. Hierin worden pensioenfondsen opgeroepen om de kosten van het pensioenbeheer, vermogensbeheer en transactiekosten te publiceren. Het bestuur van Stichting Pensioenfonds Imtech onderschrijft de Aanbevelingen en zal voor zover gegevens beschikbaar zijn deze publiceren in haar jaarverslag en de jaarrekening. De kosten voor Pensioenbeheer dienen in euro per deelnemer te worden gerapporteerd. Onder deelnemer wordt verstaan de actieve deelnemers en pensioengerechtigden. Op basis van deze uitgangspunten bedragen de kosten voor Pensioenbeheer in 2012 € 202,04 per deelnemer uitgaande van het aantal deelnemers per 1 juni 2012 vlak voor het moment van de collectieve waardeoverdrachten (2011: € 256,46 per deelnemer).
18
De kosten Vermogensbeheer dienen te worden gerapporteerd in een percentage van het gemiddeld belegd vermogen. Voor vaststelling van de kosten wordt uitgegaan van de beheerkosten, zoals deze kosten ten laste van het pensioenfonds zijn gekomen en zijn opgenomen in de jaarrekening en de kosten voor de beheervergoeding met betrekking tot de beleggingsfondsen waarin het pensioenfonds actief is. De overige kosten die worden gemaakt in de beleggingsfondsen waarin het pensioenfonds actief is, zoals transactiekosten, worden binnen de betreffende fondsen al verrekend. Deze kosten zijn bij de vaststelling van het percentage kosten Vermogensbeheer van het gemiddeld belegd vermogen buiten beschouwing gebleven, daar de gegevens omtrent deze kosten niet beschikbaar zijn. Op basis van deze uitgangspunten bedragen de kosten Vermogensbeheer voor 2012 0,17% van het gemiddeld belegd vermogen. (2011: 0,22% van het gemiddeld belegd vermogen). De periode waarover het gemiddeld belegd vermogen is gemeten loopt van 1 januari 2012 tot en met 28 juni 2012.
3.
Beleggingenparagraaf
Beleggingsbeleid Het beleggingsbeleid wordt vastgesteld door het bestuur na overleg met de beleggingscommissie. Eén en ander is vastgelegd in de verklaring inzake de beleggingsbeginselen. Binnen dit kader draagt de beleggingscommissie de verantwoordelijkheid voor de beleggingen en ziet toe op de uitvoering van dit beleid door de vermogensbeheerder. De beleggingscommissie komt eenmaal per kwartaal bijeen. In deze bijeenkomsten wordt de verslaglegging van de vermogensbeheerder besproken alsmede de marktomstandigheden waaronder het beleggingsbeleid dient te worden uitgevoerd. Daarnaast vindt aansluitend overleg plaats met de vermogensbeheerder over de te volgen strategie. Maandelijks rapporteert de beleggingscommissie schriftelijk aan het bestuur en tijdens elke bestuursvergadering wordt door de beleggingscommissie verslag gedaan over het gevoerde beleggingsbeleid.
Strategisch en tactisch beleid Het Bestuur heeft, na advies van de beleggingscommissie, besloten om voor 2012 de strategische beleggingsmix als volgt vast te stellen: 72,0% vastrentende waarden, 13,0% aandelen, 5,0% vastgoedbeleggingen, 5,0% absoluut rendement en 5,0% allocatie strategieën. Afhankelijk van de korte termijn verwachtingen voor de verschillende beleggingsmarkten en rekening houdende met een positieve kasstroom kan van het strategisch beleid in beperkte mate worden afgeweken. De mate waarin dit geschiedt, hangt af van de door het bestuur vastgestelde bandbreedtes. Dit wordt ook wel het tactisch beleid genoemd.
Uitvoering beleggingsbeleid De beleggingsportefeuille wordt voor de uitvoering van het beleggingsbeleid opgesplitst in een “matchingportefeuille” en een “rendementsportefeuille”. De beleggingen in de matchingportefeuille betreffen vastrentende waarden met looptijden van meer dan 10 jaar. Dit onderdeel van de beleggingsportefeuille wordt enkel gebruikt ter afdekking van het renterisico ten aanzien van nominale pensioenverplichtingen. De beleggingen in de rendementsportefeuille betreffen aandelen, vastgoedbeleggingen, vastrentende waarden, absoluut rendement producten en allocatie strategieën. De beleggingen in de rendementsportefeuille hebben tot doel, zoals de naam al zegt, rendement te genereren over de diverse beleggingscategorieën. Om te kunnen beoordelen of de behaalde beleggingsrendementen binnen de beleggingsportefeuille goed of slecht zijn, wordt de prestatie van de vermogensbeheerder beoordeeld met behulp van een objectieve maatstaf, de benchmark. Voor de vaststelling van de benchmark wordt gebruik gemaakt van relevante (samengestelde) benchmarks gerelateerd aan de betreffende beleggingscategorie. In onderstaand overzicht staan de beleggingsprestaties van het pensioenfonds tot en met 28 juni 2012 uitgesplitst naar totale portefeuille, matchingportefeuille en rendementsportefeuille.
19
Totale portefeuille Matchingportefeuille Vastrentende waarden
Portefeuille rendement 10,7% Portefeuille rendement 5,2%
Rendement benchmark 8,8%1)
Rendementsportefeuille Aandelen Vastgoedbeleggingen Vastrentende waarden Absoluut rendement Allocatiestrategieën
Portefeuillerendement 6,1% 11,2% 5,2% 1,9% - 2,3%
Rendement benchmark 7,3% 12,1% 5,2% -0,7% 0,6%
1)
De verplichtingenbenchmark voor de matchingportefeuille bestaat uit pensioenverplichtingen met een looptijd langer dan 10 jaar.
In onderstaand overzicht worden de benchmarks weergegeven die van toepassing zijn op de normwegingen per beleggingscategorie in de rendementsportefeuille: Beleggingscategorie Vastrentend Vastrentend staatsobligaties Vastrentend bedrijfsobligaties Vastrentend hoogrentend Aandelen Aandelen ontwikkelde landen
Aandelen opkomende landen Vastgoedbeleggingen Beursgenoteerd onroerend goed Absoluut rendement Beleggingsfondsen Allocatiestrategieën Beleggingsfondsen
Benchmarks ML EMU Direct Government AAA Rated Index Iboxx Corporate TR ML Master II High Yield Index JPM GBI-EM Global Diversified
Weging 47,0% 14,0% 23,5% 6,0% 3,5% 24,5%
MSCI Wereld TR ND MSCI Europe TR ND MSCI US TR ND MSCI Emerging Markets TR ND MSCI Asia ex Japen TR ND
4,5% 6,0% 4,5% 7,0% 2,5%
GPR 250 Europe ND
9,5%
HFRX Global Hedge Fund EUR Index
9,5%
HFRX Macro/CTA EUR Index
9,5%
De performance van de beleggingsportefeuille heeft over 2012 een wisselend beeld laten zien. In het eerste kwartaal 2012 is het nemen van risico nog lonend, terwijl in het tweede kwartaal 2012 dit niet meer het geval is. Deze volatiliteit wordt vooral veroorzaakt door aanhoudende zorgen over de Eurozone. Het onvermogen van Europese regeringsleiders en de centrale bank om de eurocrisis met daadkrachtig en gecoördineerd optreden binnen de perken te houden is hieraan mede debet, waardoor het vertrouwen op de markten zwak is. Om het vertrouwen op te vijzelen is er eind tweede kwartaal 2012 de “Euro Summit” georganiseerd. De uitkomsten van deze “Euro Summit” zullen meer vertrouwen moeten geven aan de financiële markten. De effecten hiervan zullen in verband met de liquidatie van de beleggingsportefeuille aan Stichting Pensioenfonds Imtech voorbij gaan. Het rendement van de matchingportefeuille is in 2012 achtergebleven bij de benchmark. De underperformance van de matchingportefeuille is te verklaren door het volgende: • In 2012 is gemiddeld 60% van het renterisico van het pensioenfonds afgedekt met behulp van staatsobligaties. Het uitlopen van de Nederlandse en Duitse staatsrente versus swaps heeft een negatief effect gehad op de performance van de matchingportefeuille. Tevens heeft Kempen Capital Management binnen de tactische mogelijkheden voor een lichte onderweging gekozen versus de norm. Deze onderweging heeft door de verdere rentedaling negatief bijgedragen aan de performance van het rendement van de matchingportefeuille. Het rendement van de rendementsportefeuille laat per beleggingscategorie een wisselend beeld zien ten opzichte van de benchmark. De performance per beleggingscategorie is als volgt te verklaren: • De contributie van de categorie aandelen is achtergebleven bij de benchmark door de performance van een aantal externe aandelenmanagers. De performance van de fondsen van de vermogensbeheerder presteren wel beter dan de benchmark. Tevens heeft een lichte onderweging in de eerste maanden van 2012 bijgedragen aan het achterblijven van het rendement.
20
•
•
•
•
De selectie van de managers is bepalend geweest voor het beleggingsresultaat in de categorie onroerend goed. Binnen deze categorie wordt namelijk gebruik gemaakt van slechts één manager. Ondanks dat de performance is achter gebleven bij de benchmark heeft deze beleggingscategorie een sterke performance laten zien. De contributie van de categorie vastrentende waarden komt voort uit een samenstelling van de subcategorieen staatsobligaties, credits en high yield producten. Deze diversiteit en dan met name de subcategorie credits heeft er zorg voor gedragen dat het rendement van de benchmark kon worden gevolgd. De categorie absoluut rendement heeft voor 2012 een outperformance laten zien ten opzichte van de benchmark. Ten opzichte van het gehele hedge fund spectrum is de performance van deze categorie boven gemiddeld. De categorie allocatiestrategieën bleef ver achter bij de benchmark door vooral een overweging in aandelen en een onderweging in vastrentende waarden binnen de door de managers gehanteerde beleggingsproducten.
In het beleidskader van het pensioenfonds is het (maximale) risico vastgelegd dat op de beleggingsportefeuille mag worden gelopen. Het (maximale) risico is hierbij gekoppeld aan de stand van de dekkingsgraad. Op basis van het beleidskader zou het renterisico in grotere mate afgedekt dienen te worden, waardoor de stijging van de dekkingsgraad wordt beperkt. Het bestuur heeft daarom besloten om, gelijk aan 2011, voor 2012 het risicobudget te verhogen van 5,0% naar 6,0%. Hierdoor is het mogelijk om de afdekking van de pensioenverplichtingen te handhaven op ongeveer 80%. Op deze wijze kon meer worden geprofiteerd indien er herstel optreedt op de financiële markten. Wat vervolgens ook weer zijn weerslag heeft op het herstel van de dekkingsgraad. Echter een mindere mate van afdekking van het renterisico heeft als consequentie dat het te lopen risico op de beleggingsportefeuille wordt verhoogd. In januari 2011 is het bestuur gestart met een Asset Liability Management-studie (ALM-studie), welke is uitgevoerd in samenwerking met Mercer Investment Consulting. In deze studie worden de financiële verplichtingen van het pensioenfonds, de economische vooruitzichten met betrekking tot de beleggingscategorieën en de inflatie in een model samengebracht. Doel van de studie is om op basis van de uitkomsten mede de beleggingsportefeuille verder te optimaliseren. Waardoor op een verantwoorde manier risico kan worden ingezet, met als verwachting extra beleggingsrendement, om de financiële positie van het pensioenfonds structureel te kunnen verbeteren. De ALM-studie is inmiddels afgerond. Gezien de liquidatie van het pensioenfonds en de collectieve waardeoverdrachten heeft het bestuur besloten de uitkomsten van de studie niet verder meer te concretiseren tot beleid. Jaarlijks laat het pensioenfonds een risicometing uitvoeren door een onafhankelijke “derde”. Met deze risicometing wordt getoetst of de vermogensbeheerder binnen het risicobudget blijft, zoals is vastgelegd in het beleidskader. In 2012 heeft er geen meting plaatsgevonden in verband met de opheffing van het pensioenfonds en daarmee gepaard gaande liquidatie van de beleggingsportefeuille. Beëindiging vermogensbeheerovereenkomst Het bestuur van Stichting Pensioenfonds Imtech heeft in het verlengde van het besluit tot liquidatie van het pensioenfonds besloten, na afronding van de afbouw en overdracht van de beleggingsportefeuille, de vermogensbeheerovereenkomst met Kempen Capital Management te beëindigen. De afbouw en de overdracht van de beleggingsportefeuille is als volgt vorm gegeven: Overdracht staatsobligaties De volgende staatobligaties zijn overgedragen aan Delta Lloyd Levensverzekering N.V.: - 3,250% Duitsland 2010-2042 met nominale waarde 10.200.000 euro; - 3,250% Nederland 2005-2015 met nominale waarde 2.115.000 euro; - 3,250% Nederland 2011-2021 met nominale waarde 49.125.000 euro. Insight LDI beleggingsfondsen Om het renterisico te minimaliseren is tot het verkoopmoment van de Insight LDI beleggingsfondsen door Stichting Pensioenfonds Imtech een swap afgesloten met een duur van vijf dagen. Afwikkeling restant beleggingsportefeuille De beleggingsportefeuille, exclusief de over te dragen staatobligaties naar Delta Lloyd Levensverzekering N.V. en de Insight LDI beleggingsfondsen, zijn zo spoedig mogelijk op een best effort basis verkocht.
21
4.
Risicoparagraaf
Risico- en beheersingsbeleid Het bestuur heeft zijn beleid verwoord in de actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN). Onderstaand treft u een nadere toelichting aan op de voornaamste risico’s die door het bestuur zijn onderkend, alsmede het beleid van het bestuur voor het mitigeren van deze risico’s: Beleggingsrisico’s De belangrijkste beleggingsrisico’s zijn het prijs- en kredietrisico. • Prijsrisico De beleggingsdoelstellingen bepalen de strategie die de stichting volgt ten aanzien van het beleggingsrisico. In de dagelijkse praktijk ziet de beleggingscommissie toe op het prijsrisico conform de binnen het pensioenfonds aanwezige beleidskaders en beleggingsrichtlijnen. De overallmarktposities worden periodiek gerapporteerd aan het bestuur. Daarnaast tracht het bestuur het prijsrisico te dempen door spreiding en diversificatie binnen de beleggingsportefeuille. Het prijsrisico is verder uit te splitsen in renterisico, valutarisico en marktrisico: Renterisico Renterisico is het risico dat optreedt bij wijzigingen in de beleggingen als gevolg van de wijziging van de marktrente. Om het risico te beperken heeft het fonds een groot deel van de beleggingen afgestemd op de duration van de verplichtingen. Hierdoor wordt de dekkingsgraad (= verhouding tussen waarde bezittingen en waarde pensioenverplichtingen) minder gevoelig gemaakt voor bewegingen van de marktrente. Valutarisico Bij beleggingen in aandelen wordt (bijvoorbeeld) de Amerikaanse dollar strategisch afgedekt naar de euro. Het strategisch afdekken van risico’s houdt in dat op basis van het beleggingsbeleid besloten wordt in hoeverre een risico wordt afgedekt, bijvoorbeeld volledig of voor 75%. Bij beleggingen in vastrentende waarden, vastgoed en alternatieve beleggingen worden alle valuta’s volledig strategisch afgedekt naar de euro. Marktrisico Marktrisico is het risico dat door de ontwikkeling van marktprijzen (veroorzaakt door factoren die samenhangen met een individuele belegging, de uitgevende instelling of generieke factoren) waardewijzigingen plaatsvinden. Wijzigingen in marktomstandigheden hebben altijd direct invloed op het beleggingsresultaat, omdat alle beleggingen worden gewaardeerd op reële waarde waarbij waardewijzigingen onmiddellijk worden verwerkt in het saldo van baten en lasten. Om dit marktrisico te dempen vindt er spreiding plaats binnen de portefeuille (diversificatie). • Kredietrisico Dit betreft het risico van financiële verliezen voor het pensioenfonds als gevolg van faillissement of betalingsonmacht van tegenpartijen waarop het pensioenfonds vorderingen heeft. De grootste kredietrisico’s voor het pensioenfonds schuilen in potentie in de vastrentende waarden portefeuille, mede gelet op de relatieve omvang daarvan binnen de beleggingsportefeuille. Er zijn in overleg met de externe vermogensbeheerders strikte criteria gesteld aan de kwaliteit van de leningnemers. Beheersing van het kredietrisico vindt plaats door een uitgebreide beoordeling van de credit rating van de tegenpartij alsmede het stellen van limieten aan tegenpartijen op totaalniveau (met inachtneming van schuldposities die het pensioenfonds heeft ten aanzien van deze tegenpartijen). Verzekeringstechnische risico’s De voorziening pensioenverplichtingen wordt berekend op basis van een aantal actuariële veronderstellingen. Dit betreft met name de veronderstellingen ten aanzien van de levensverwachting van de (pensioengerechtigde) deelnemers en hun partners en de overlijdensrisico’s in verband met nabestaandenpensioen. In verband hiermee hanteert Stichting Pensioenfonds Imtech voorzichtige grondslagen bij de bepaling van de voorzieningen. Zo wordt de AG Prognosetafel 2010-2060 gebruikt. In deze tafel is de sterftetrend verdisconteerd. Door toepassing van de meest recente overlevingstafel wordt het langlevenrisico voor het pensioenfonds gereduceerd. Overige relevante verzekeringstechnische risico’s zijn het overlijdens- en het arbeidsongeschiktheidsrisico. Het pensioenfonds heeft het overlijdens- en arbeidsongeschiktheidsrisico herverzekerd bij Zwitserleven. In verband met de collectieve waardeoverdrachten per 1 juni 2012 is het herverzekeringscontract per gelijke datum beëindigd.
22
Operationele risico’s Het operationele risico is het risico dat optreedt bij de uitvoering van de pensioen- en beleggingsactiviteiten, als gevolg van niet-afdoende of falende interne processen, menselijk gedrag en systemen of als gevolg van externe gebeurtenissen. Dit risico wordt gemitigeerd door hantering van het 4-ogen principe en het toepassen van functiescheiding en documentatie van uitgevoerde interne controles, waardoor er sprake is van controleerbaarheid van activiteiten. Vanaf het moment dat de uitvoeringsorganisatie nog maar een werknemer heeft, wordt de hantering van het 4-ogenprincipe gewaarborgd in samenwerking met bestuur, accountant en adviserend actuaris. Systeemrisico Het systeemrisico betreft het risico dat het mondiale financiële systeem (de internationale markten) niet langer naar behoren functioneert. Waardoor beleggingen van het pensioenfonds niet langer verhandelbaar zijn en zelfs, al dan niet tijdelijk, hun waarde kunnen verliezen. Net als voor andere marktpartijen is dit risico voor het pensioenfonds niet beheersbaar. De wereldwijde kredietcrisis heeft pijnlijk aangetoond in hoeverre marktpartijen afhankelijk zijn van de goede werking van financiële markten en systemen. Bij de afwikkeling van de beleggingsportefeuille is het systeemrisico niet opgetreden. Voor een verdere toelichting op de risico’s en het beheersingsbeleid wordt verwezen naar de jaarrekening, hoofdstuk 21.
5.
Bestuursaangelegenheden
Bij bestuursaangelegenheden wordt een opsomming weergegeven van de ontwikkelingen aangaande het fonds.
Vergaderingen Het bestuur vergaderde in de loop van het jaar zes maal. In de eerste vijf maanden heeft het bestuur zich, samen met zijn overlegpartners uit de deelnemersraad, middels de projectgroep geconcentreerd op de toekomst van het pensioenfonds. Dat heeft uiteindelijk, in goed overleg met de deelnemersraad, geresulteerd in het besluit tot liquidatie en de totstandkoming van de collectieve waardeoverdrachten. Tevens is het bestuur eenmaal bijeengekomen samen met de deelnemersraad en het verantwoordingsorgaan ter bespreking en vaststelling van het jaarverslag 2011. Andere belangrijke onderwerpen die in de bestuursvergadering aan de orde zijn geweest, zijn onder meer: • Beleggingsbeleid; • Evaluatie herstelplan; • Communicatie.
Fondsdocumenten In 2012 zijn de volgende fondsdocumenten geactualiseerd: • Actuariële en Bedrijfstechnische Nota (ABTN) m.b.t. data bijlagen • Beleggingsplan.
Waardeoverdracht De dekkingsgraad van Stichting Pensioenfonds Imtech bevindt zich sinds 31 december 2009 onder de 100%. Indien de dekkingsgraad zich onder de 100% bevindt mag het pensioenfonds, volgens de wet, tijdelijk geen waardeoverdrachten uitvoeren. Dit mag pas weer als de dekkingsgraad zich weer boven de 100% bevindt. Sinds 31 maart 2011 is de dekkingsgraad van Stichting Pensioenfonds Imtech boven de 100% uitgekomen, waardoor het pensioenfonds weer individuele waardeoverdrachten mocht uitvoeren. Sinds 31 augustus 2011 bevindt de dekkingsgraad van Stichting Pensioenfonds Imtech zich weer onder de 100%, waardoor het pensioenfonds volgens de wet tijdelijk geen waardeoverdrachten mag uitvoeren. In 2012 hebben er dan ook geen individuele waardeoverdrachten plaatsgevonden.
6.
Rapportage over Pension Fund Governance
Het bestuur heeft in 2012 geen verdere vorm meer gegeven aan Pension Fund Governance in verband met het voornemen en uiteindelijk het besluit tot liquidatie van Stichting Pensioenfonds Imtech.
23
Zelfevaluatie Het bestuur heeft besloten van de zelfevaluatie af te zien. Door het besluit tot liquidatie van Stichting Pensioenfonds Imtech en de uitvoering van de collectieve waardeoverdrachten wordt een zelfevaluatie die gericht is op continuatie van het pensioenfonds niet zinvol geacht. Geschillenprocedure De reglementen geschillenprocedure en klachtenprocedure zullen daar waar nodig worden gehanteerd. Geschillen kunnen bij het bestuur worden aangemeld. Dit is geregeld in de statuten. Het pensioenfonds is daarnaast aangesloten bij de Ombudsman Pensioenen voor het oplossen van klachten en geschillen. Er hebben zich in 2012 een tweetal gelijke geschillen voorgedaan. Op basis van deze geschillen heeft het bestuur nadere informatie verstrekt ter toelichting. Binnen de gestelde termijn van 30 dagen is hierop geen reactie ontvangen. De geschillen worden daarmee beschouwd als afgehandeld. Deelnemersraad In de deelnemersraad is er een vacature ontstaan nadat een van de leden, namens de werknemersvertegenwoordiging, uit dienst is getreden. Op verzoek van de deelnemersraad zal het lid aanblijven, totdat de liquidatie van het pensioenfonds volledig is afgerond. De continuïteit van de deelnemersraad blijft hiermee gewaarborgd. Verantwoordingsorgaan Het verantwoordingsorgaan moet een oordeel geven over het door het fondsbestuur gevoerde beleid en de beleidskeuzes die het fondsbestuur voor de toekomst heeft gemaakt. Het oordeel van het verantwoordingsorgaan moet in het jaarverslag van het pensioenfonds worden opgenomen. Het verantwoordingsorgaan zal in 2013 een oordeel geven over het beleid van 2012. Intern toezicht Het intern toezicht is bij Stichting Pensioenfonds Imtech geregeld via de instelling van een visitatiecommissie. Het intern toezicht heeft betrekking op het kritisch bezien van het functioneren van het bestuur van het pensioenfonds door onafhankelijke deskundigen. Het intern toezicht richt zich op het beoordelen van beleidsprocedures, bestuursprocedures en bestuursprocessen en de checks en balances binnen het fonds. Het beoordeelt de wijze waarop het fonds wordt aangestuurd en hoe wordt omgegaan met de risico’s op de lange termijn. Gezien het besluit tot liquidatie van het pensioenfonds en de collectieve waardeoverdrachten is door het bestuur, in overleg met de visitatiecommissie, besloten geen visitaties meer te laten uitvoeren. Compliance officer De compliance officer ziet toe op de naleving van de gedragscode (die onder meer voorschrijft hoe belangenconflicten en misbruik of oneigenlijk gebruik van de bij het fonds aanwezige informatie of zaken moeten worden voorkomen) en op de naleving van de wettelijke regelingen in dat verband, ter waarborging van een beheerste en integere bedrijfsvoering door het fonds. De compliance officer heeft over 2012 geen afwijkende bevindingen gemeld. Overige In 2012 zijn aan het pensioenfonds geen dwangsommen of boetes opgelegd. Er zijn door De Nederlandsche Bank (DNB) geen aanwijzingen aan het fonds gegeven, noch is er een bewindvoerder aangesteld of is bevoegdheidsuitoefening van organen van het fonds gebonden aan toestemming van DNB.
7.
Pensioenparagraaf
Het fonds voert voor de deelnemers de volgende actieve regelingen uit: • Pensioenreglement G; • Pensioenreglement Algemeen; • Pensioenreglement Imtech; • Pensioenreglement Imtech ICT; • Reglement aanvullend arbeidsongeschiktheidspensioen (WIA-excedent). Voor arbeidsongeschikte deelnemers en pensioengerechtigden voert het pensioenfonds ook regelingen uit, welke niet meer open staan voor nieuwe toetredingen van actieve deelnemers. Voor uitleg van de diverse regelingen verwijzen wij u naar de website van Stichting Pensioenfonds Imtech. (www.imtech.nl/pensioenfonds)
24
In verband met de collectieve overdrachten is per 1 juni 2012 aan de uitvoering van alle pensioenregelingen een einde gekomen.
8.
Actuariële paragraaf
De (overige) technische voorzieningen De technische voorzieningen en de overige technische voorzieningen zijn per 1 juni 2012, vlak voor het moment van de collectieve waardeoverdrachten, vastgesteld op € 277.566 mln. (2011: € 256.776 mln.). Deze zijn vastgesteld als de contante waarde van de per 1 juni 2012 dan wel per 31 december 2011 verkregen pensioenaanspraken. De waardering vindt hierbij plaats op basis van de rentetermijnstructuur ultimo van de maand mei voor 2012 dan wel ultimo van het jaar voor 2011. De toename van de technische voorzieningen wordt in belangrijke mate veroorzaakt door de wijziging van de rentetermijnstructuur. Als gevolg van de mutatie van de rentetermijnstructuur van 2,7% (ultimo 2011) naar 2,4% (ultimo mei 2012) namen de technische voorzieningen toe met 6,3%. De financiële positie van het fonds Onder het FTK worden twee toetsingsgrenzen gedefinieerd, te weten het Minimum Vereist Eigen Vermogen en het Vereist Eigen Vermogen. Het Minimum Vereist Eigen Vermogen is gelijk aan de technische voorzieningen inclusief de sterftetrend en verhoogd met een fonds specifieke opslag voor algemene risico’s. Het Vereist Eigen Vermogen is gelijk aan de technische voorzieningen op marktwaarde, inclusief de sterftetrend en verhoogd met een opslag. Deze opslag dient zodanig te worden vastgesteld dat met de wettelijk vastgestelde zekerheidsmaat van 97,5% wordt voorkomen dat het fonds binnen één jaar beschikt over minder middelen dan de hoogte van de technische voorzieningen voor de pensioenverplichtingen. Voor de vaststelling van de opslag in de berekening van het Vereist Eigen Vermogen is door De Nederlandsche Bank (DNB) een formule ontwikkeld, de zogenaamde Solvabiliteitstoets formule. Elke S in de formule vertegenwoordigt een risicofactor. Met name het renterisico en het zakelijke waarden risico zijn belangrijke variabelen bij het bepalen van de uitkomst van deze toets. De risicofactoren zijn: • renterisico; • zakelijke waarden risico; • valutarisico; • commodities risico; • kredietrisico; • verzekeringstechnisch risico. Door de collectieve waardeoverdrachten per 1 juni 2012 zijn er geen pensioenverplichtingen meer in het pensioenfonds aanwezig. Stichting Pensioenfonds Imtech behoeft derhalve niet meer te beschikken over een Minimum Vereist Vermogen en een Vereist Eigen Vermogen. Tevens is er geen sprake meer van een dekkingstekort, zijnde het verschil tussen de aanwezige middelen enerzijds en de (overige) technische voorzieningen anderzijds. Toeslagverlening Het pensioenfonds streeft er naar ieder jaar het opgebouwde pensioen voor deelnemers aan pensioenreglement G en de inactieven te verhogen met de prijsontwikkeling. Het pensioenfonds betaalt deze verhogingen uit het beleggingsrendement. Eerdere verhogingen en de verwachting voor de komende jaren geven daarbij geen recht op verhogingen in de toekomst. In verband met de dekkingsgraad van 92,3% per ultimo 2011 is er geen toeslag verleend per 1 januari 2012. Premie De verschuldigde premie wordt vastgesteld op basis van de 4% actuariële premie plus een opslag, welke afhankelijk is van de dekkingsgraad van het pensioenfonds. Voor 2012 bedraagt de verschuldigde premie over de periode 1 januari 2012 tot 1 juni 2012 € 7,0 mln. In de verschuldigde premie is een bijdrage opgenomen van 25% voor solvabiliteitsopslag. De kostendekkende premie is mede bepaald op basis van de rentetermijnstructuur per 31 december 2011 en bestaat uit de volgende onderdelen: • jaarinkoop voor ouderdoms- en nabestaandenpensioenen alsmede de risicopremies en de in de technische voorziening op te nemen excassokosten;
25
• een kostenopslag op de premie; • een solvabiliteitsopslag afhankelijk van het zogenaamde “Vereist Eigen Vermogen” ultimo vorig boekjaar. Een bijdrage voor voorwaardelijke onderdelen van de pensioenregeling is niet van toepassing voor het pensioenfonds en is dus geen onderdeel van de kostendekkende premie. De aldus bepaalde kostendekkende premie bedraagt in 2012 € 7,4 mln. Het pensioenfonds gaat in het pensioenbeleid voor de kostendekkende premie uit van een gedempte kostendekkende premie met als rentevoet het 36-maands rekenkundig gemiddelde van de rentetermijnstructuur, berekend tot en met 30 september voorafgaand aan het boekjaar en gebaseerd op publicaties van De Nederlandsche Bank. De aldus bepaalde gedempte kostendekkende premie bedraagt in 2012 € 6,1 mln. De feitelijke premie komt overeen met de verschuldigde premie en bedraagt € 7,0 mln. Resultaat over 2012 Bij het vaststellen van de technische voorzieningen wordt gebruik gemaakt van veronderstellingen. Deze veronderstellingen hebben o.a. betrekking op sterftekansen en (beleggings)rendementen. Wanneer de werkelijkheid afwijkt van deze (voorzichtige) veronderstellingen, ontstaan resultaten die ten gunste dan wel ten laste van het pensioenfonds komen. Het actuariële resultaat over het boekjaar 2012 bedraagt positief € 19,9 mln. (2011: negatief € 17,6 mln.) Het resultaat laat zich als volgt nader specificeren: Resultaat in mln.: 2012 • Premies en koopsommen 0,2 • Beleggingsresultaat -3,7 • Toeslagverlening 0,0 • Sterfte 0,1 • Arbeidsongeschiktheid 0,0 • Risicoherverzekering 0,0 • Kosten 0,3 • Mutaties 2,1 • Collectieve waardeoverdracht 20,9 + Totaal 19,9
2011 1,7 -19,6 0,0 0,2 0,0 -0,1 0,2 0,0 0,0 + -17,6
Het beleggingsresultaat wordt bepaald door: • de behaalde directe en indirecte beleggingsopbrengsten; • de in het boekjaar toegerekende intrest aan de technische voorzieningen; • de invloed van de wijziging van de rentetermijnstructuur van ultimo 2011 naar ultimo mei 2012 op de technische voorzieningen. In 2012 is de rente gedaald over vrijwel alle looptijden. Dit had tot gevolg dat de wijziging in overgang van de rentetermijnstructuur resulteerde in een negatieve invloed op het beleggingsresultaat van € 16,3 mln. In 2011 resulteerde deze overgang eveneens in een negatief resultaat van € 32,8 mln. Het resultaat op toeslagverlening was zowel in 2012 als in 2011 gelijk aan € 0,0 mln. i.v.m. het feit dat in beide jaren geen toeslag werd verleend over komend boekjaar.
9.
Toekomstontwikkelingen
Beëindiging Stichting Pensioenfonds Imtech Het bestuur van het pensioenfonds treedt op als vereffenaar tijdens de liquidatie. Na volledige afronding van alle werkzaamheden omtrent de collectieve waardeoverdrachten zal tot slot een liquidatierapport door het bestuur worden opgesteld met daarin opgenomen de “Rekening en Verantwoording van de vereffenaar”. Vervolgens zal het pensioenfonds definitief worden geliquideerd. De verwachting is dat het proces in zijn geheel in 2013 kan worden afgerond. Gezien het toekomstperspectief van Stichting Pensioenfonds Imtech heeft het bestuur besloten geen nieuwe activiteiten meer ter hand te zullen nemen, indien deze niet tot de dagelijkse bestuurlijke taken behoren dan wel niet strikt noodzakelijk zijn.
26
10. Verslag van het verantwoordingsorgaan Het bestuur dient verantwoording af te leggen aan het verantwoordingsorgaan over het beleid en de wijze waarop dit is uitgevoerd alsmede over de naleving van de principes voor goed pensioenfondsbestuur. Het verantwoordingsorgaan heeft de taak om hier een oordeel over te geven. Hiertoe heeft het bestuur aan het verantwoordingsorgaan het jaarverslag 2012, de jaarrekening 2012, het actuarieel rapport en het accountantsverslag doen toekomen. Het verslag van het verantwoordingsorgaan is als bijlage bij dit jaarverslag gevoegd, alsmede de reactie van het bestuur op het oordeel van het verantwoordingsorgaan.
11. Slotverklaring Het bestuur spreekt zijn dank uit aan alle betrokkenen voor hun inzet en toewijding in het afgelopen jaar. Het bestuur wil hierbij specifiek de deelnemersraad en verantwoordingsorgaan noemen voor de prettige en constructieve samenwerking in het proces om te komen tot de liquidatie van Stichting Pensioenfonds Imtech en de uitvoering van de collectieve waardeoverdrachten. Gouda, 21 juni 2013 Het bestuur: A.F. Graauwmans, voorzitter P.B.M. Smulders, plaatsvervangend voorzitter H.L.A. van der Laan, secretaris E.H.M. Pieterse, plaatsvervangend secretaris Mr. M.E.J. Salomons P.J.A. van Rossum
27
Jaarrekening
28
Balans per 31 december 2012 (na winstverdeling) (Bedragen x € 1.000) Activa Beleggingen voor risico van het fonds Aandelen Vastgoedbeleggingen Vastrentende waarden Derivaten Overige beleggingen
1)
Hfdstk. 15)
Herverzekeringsdeel technische voorzieningen
19)
Vorderingen en overlopende activa Verzekeringsmaatschappijen Overige vorderingen
16)
Liquide middelen
17)
2012
2011
0 0 0 0 0 0
21.451 6.469 170.703 13.068 35.227 246.918
0
1.122
43 2.893 2.936
2 266 268
422 3.358
2.159 250.467
0 0 0
-44.331 24.447 -19.884
0
254.390
0 0 0 0
1.237 1.006 143 256.776
0 2 3.356 3.358
13.139 84 352 13.575
3.358
250.467
Passiva
Reserves Algemene reserve Solvabiliteitsreserve
18)
Technische voorzieningen Voorziening pensioenverplichtingen Overige technische voorzieningen Voorziening arbeidsongeschiktheidsrisico Voorziening reglementswijziging Voorziening overbruggingsuitkering
19)
Schulden en overlopende passiva Derivaten Nog te betalen uitkeringen Overlopende passiva
20)
1)
19)
voor een nadere toelichting zie betreffende hoofdstuk
29
Staat van baten en lasten over 2012 (Bedragen x € 1.000) Baten
Hfdstk.
1)
Beleggingsopbrengsten Directe beleggingsopbrengsten Indirecte beleggingsopbrengsten Kosten van vermogensbeheer
22)
Premiebijdragen Overgenomen pensioenverplichtingen Overige baten
23) 24) 25)
Lasten 2) Mutatie voorziening pensioenverplichtingen Mutatie overige technische voorzieningen Pensioenuitkeringen Overgedragen pensioenverplichtingen Pensioenuitvoeringskosten Collectieve waardeoverdracht Premie herverzekering Zwitserleven Overige lasten
19) 19) 26) 24) 27) 28) 29)
Saldo van baten en lasten Bestemming saldo Toevoeging/Onttrekking algemene reserve Toevoeging/onttrekking solvabiliteitsreserve
1) 2)
2012
2011
1.204 13.150 -138 14.216
2.797 13.527 -141 16.183
7.046 0 1.324 8.370
10.947 957 403 12.307
22.586
28.490
-253.268 -2.386 3.470 0 616 253.539 30 701 2.702
36.457 -5 8.307 415 760 0 72 75 46.081
19.884
-17.591
44.331 -24.447 19.884
-20.388 2.797 -17.591
18)
voor een nadere toelichting zie betreffende hoofdstuk de mutatie voor het herverzekeringsdeel gaat via een balansmutatie en maakt daarmee geen onderdeel uit van de “Mutatie voorziening pensioenverplichtingen” in de Staat van baten en lasten
30
Kasstroomoverzicht over 2012 (Bedragen x € 1.000) Kasstroomoverzicht
2012
2011
Kasstroom uit pensioenactiviteiten 1) Ontvangen premies Overgenomen pensioenverplichtingen Ontvangen uitkeringen van herverzekeraar Onttrekkingen bij vermogensbeheerders
5.505 0 0 0
10.679 957 0 0
0 -30 -3.470 -869
-415 -72 -8.307 -760
0
-875
1.136
1.207
Kasstromen uit beleggingsactiviteiten Verkopen en aflossingen van beleggingen Ontvangen directe beleggingsopbrengsten 3) Overige ontvangsten/uitgaven
341.753 119 -248.518
342.870 2.274 875
Aankopen beleggingen 4) Betaalde kosten van vermogensbeheer Omrekeningsverschillen liquide middelen
-96.189 -92 54
-346.082 -94 -4
Totaal kasstroom uit beleggingsactiviteiten
-2.873
-161
Mutatie liquide middelen
-1.737
1.046
Stand per 1 januari Mutatie liquide middelen Stand per 31 december
2.159 -1.737 422
1.113 1.046 2.159
Overgedragen pensioenverplichtingen Betaalde premies herverzekering Betaalde pensioenuitkeringen 2) Betaalde pensioen uitvoeringskosten Storting bij vermogensbeheerders Totaal kasstroom uit pensioenactiviteiten
In het kasstroomoverzicht blijven vorderingen dan wel schulden, welke nog niet zijn ontvangen dan wel betaald dan wel ten laste van een voorziening zijn gekomen in 2012, buiten beschouwing. 1) 2) 3)
4)
De ontvangen premies betreffen de werkelijk ontvangen premies. De gemaakte kosten m.b.t. de liquidatie van het pensioenfonds (253) maken in het kasstroomoverzicht 2012 onderdeel uit van de betaalde pensioenuitvoeringskosten. Vanuit de beleggingsrekeningen is een bedrag van € 248,2 mln. overgemaakt aan Stichting Pensioenfonds van de Metalektro (€ 0,7 mln.), Stichting Pensioenfonds Metaal en Techniek (€ 49,5 mln.) en Delta Lloyd Levensverzekering N.V. (€ 198,0 mln.) ter voldoening van de koopsom van de collectieve waardeoverdrachten. De betaalde kosten van vermogensbeheer in het kasstroomoverzicht komen niet overeen met de kosten van vermogensbeheer, zoals opgenomen in de Staat van baten en lasten. Reden hiervoor is dat in de kasstromen uit beleggingsactiviteiten alleen de kosten worden verantwoord die het gevolg zijn van de beleggingsactiviteiten van de vermogensbeheerder en de kosten van de custodian. De kosten die worden gemaakt in de beleggingsfondsen waarin het pensioenfonds actief is, worden binnen de betreffende fondsen al verrekend en blijven verder buiten beschouwing. Tevens blijven buiten beschouwing de kosten die het pensioenfonds zelf maakt met betrekking tot de beleggingsactiviteiten.
31
Toelichting op balans en staat van baten en lasten 12. Algemene toelichting Activiteiten Het doel van Stichting Pensioenfonds Imtech is tot 1 juni 2012 geweest het nu en in de toekomst verstrekken van uitkeringen aan pensioengerechtigden en nabestaanden ter zake van ouderdom en overlijden. Tevens verstrekt het fonds uitkeringen aan arbeidsongeschikte deelnemers. Het pensioenfonds geeft invulling aan de uitvoering van de pensioenregelingen van de aangesloten ondernemingen alsmede aan de pensioenregeling van het pensioenfonds zelf.
Toelichting op het kasstroomoverzicht Voor de opstelling van het kasstroomoverzicht is de directe methode gehanteerd. Hierbij worden alle ontvangsten en uitgaven als zodanig gepresenteerd. Er wordt onderscheid gemaakt tussen kasstromen uit pensioenactiviteiten en kasstromen uit beleggingsactiviteiten.
13. Grondslagen voor de waardering van activa en passiva Algemeen De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (RJ 610), uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving. De jaarrekening is opgesteld in euro’s. Het besluit tot opheffing van het pensioenfonds heeft geen invloed op de waarderingsgrondslagen als hierna vermeld. De beleggingen worden gewaardeerd op reële waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans en de staat van baten en lasten zijn referenties opgenomen waarmee wordt verwezen naar de toelichting.
Vergelijking met voorgaand jaar De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar.
Schattingen en veronderstellingen Bij toepassing van de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening vormt het bestuur van het pensioenfonds zich verschillende oordelen en maakt schattingen die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in artikel 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningposten.
Opname van actief, verplichting, bate of last Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar het pensioenfonds zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Baten worden in de staat van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld.
32
Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld.
Vreemde valuta Functionele valuta De jaarrekening is opgesteld in euro’s, zijnde de functionele en presentatievaluta van het pensioenfonds. Transacties, vorderingen en schulden Transacties in vreemde valuta gedurende de verslagperiode zijn in de jaarrekening verwerkt tegen de koers op transactiedatum. Monetaire activa en passiva in vreemde valuta worden omgerekend tegen de koers per balansdatum. De uit de afwikkeling en omrekening voortvloeiende koersverschillen komen ten gunste of ten laste van de staat van baten en lasten.
Beleggingen voor risico pensioenfonds Aandelen Beursgenoteerde aandelen en participaties in beursgenoteerde beleggingsinstellingen zijn gewaardeerd op marktwaarde, zijnde de beurswaarde per balansdatum. De marktwaarde van niet-beursgenoteerde aandelen en participaties in niet-beursgenoteerde beleggingsinstellingen is gebaseerd op het aandeel dat het pensioenfonds heeft in het eigen vermogen, welke wordt bepaald op basis van de intrinsieke waarde, van het nietbeursgenoteerde aandeel per balansdatum. Vastgoedbeleggingen Voor beursgenoteerde (indirecte) vastgoedbeleggingen is de marktwaarde de per balansdatum geldende beurskoers. De marktwaarde van niet-beursgenoteerde vastgoedbeleggingen is gebaseerd op het aandeel dat het pensioenfonds heeft in het eigen vermogen, dat wordt bepaald op basis van de intrinsieke waarde, van de nietbeursgenoteerde vastgoedbelegging per balansdatum. Vastrentende waarden Beursgenoteerde vastrentende waarden en participaties in beleggingsinstellingen zijn gewaardeerd op marktwaarde, zijnde de beurswaarde per balansdatum. De marktwaarde van niet-beursgenoteerde participaties in beleggingsinstellingen is gebaseerd op het deel dat het pensioenfonds heeft in het eigen vermogen, welke wordt bepaald op basis van de intrinsieke waarde, van de niet-beursgenoteerde participatie per balansdatum. De lopende intrest op vastrentende waarden wordt gepresenteerd als onderdeel van de marktwaarde van de vastrentende waarden. Derivaten Derivaten worden in de jaarrekening opgenomen tegen marktwaarde. Indien geen marktwaarde beschikbaar is, wordt de waarde bepaald met behulp van marktconforme en toetsbare waarderingsmodellen. Overige beleggingen Overige beleggingen worden gewaardeerd op marktwaarde. Indien geen marktwaarde beschikbaar is, wordt de waarde bepaald met behulp van marktconforme en toetsbare waarderingsmodellen.
Vorderingen en overlopende activa Vorderingen worden opgenomen tegen de reële waarde van de tegenprestatie, gewoonlijk de nominale waarde. Een voorziening wordt getroffen op de vorderingen op grond van verwachte oninbaarheid. Vorderingen en overlopende activa worden onderscheiden van vorderingen in verband met beleggingstransacties. Conform RJ 610.208 mogen overige vorderingen en schulden inzake aandelen, vastgoedbeleggingen en vastrentende waarden betreffende te vorderen respectievelijk te betalen posities of tijdelijke banksaldi in verband met beleggingstransacties onder de beleggingsrubrieken aandelen, vastgoedbeleggingen en vastrentende waarden worden geclassificeerd indien deze door het pensioenfonds niet kunnen worden aangewend voor andere doelen dan beleggingstransacties.
33
Liquide middelen Onder de liquide middelen zijn opgenomen die kas- en banktegoeden die onmiddellijk opeisbaar zijn dan wel een looptijd korter dan twaalf maanden hebben. Zij worden onderscheiden van tegoeden in verband met beleggingstransacties. Liquide middelen uit hoofde van beleggingstransacties worden gepresenteerd onder de beleggingen. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden.
Reserves De reserves worden bepaald door het bedrag dat resteert nadat alle actiefposten en posten van het vreemd vermogen, inclusief de (overige) technische voorzieningen voor risico van het pensioenfonds, volgens de van toepassing zijnde waarderingsgrondslagen in de balans zijn opgenomen. De reserves blijken afzonderlijk uit de balans.
Technische voorzieningen Voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds De voorziening voor pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds wordt gewaardeerd op actuele waarde (marktwaarde). De actuele waarde wordt bepaald op basis van de contante waarde van de beste inschatting van toekomstige kasstromen die samenhangen met de op balansdatum onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen. Onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen zijn de opgebouwde nominale aanspraken en de onvoorwaardelijke toeslagen/toezeggingen. De contante waarde wordt bepaald met gebruikmaking van de marktrente, waarvoor de actuele rentetermijnstructuur zoals gepubliceerd door De Nederlandsche Bank (DNB) wordt gebruikt. Bij de berekening van de voorziening voor pensioenverplichtingen is uitgegaan van de op de balansdatum geldende pensioenreglementen en van de over de verstreken deelnemersjaren verworven aanspraken. Jaarlijks wordt door het bestuur besloten of de opgebouwde pensioenaanspraken worden verhoogd met een toeslag. Alle per balansdatum bestaande besluiten met betrekking tot toeslagverlening (ook voor besluiten met betrekking tot toeslagverlening na balansdatum voor zover sprake is van ex ante-condities) zijn in de berekening begrepen. Er wordt geen rekening gehouden met toekomstige salarisontwikkelingen. Bij de berekening van de voorziening wordt rekening gehouden met premievrije pensioenopbouw in verband met invaliditeit op basis van de contante waarde van premies waarvoor vrijstelling is verleend wegens arbeidsongeschiktheid. Bij de bepaling van de actuariële uitgangspunten wordt rekening gehouden met de voorzienbare trend in overlevingskansen. De voorziening voor pensioenverplichtingen is gebaseerd op de volgende actuariële grondslagen en veronderstellingen: • de gehanteerde marktrente die gebaseerd is op de rentetermijnstructuur zoals gepubliceerd door DNB, rekening houdend met een looptijd van de uitkeringen; • de overlevingstafels, te weten de AG-prognosetafels 2010-2060 met als starttafel 2012 en op de inkomenscategorie “hoog” gebaseerde correctiefactoren; • de toeslagverlening wordt jaarlijks, indien de middelen van het fonds het toelaten, door het bestuur vastgesteld; • er wordt met een vast leeftijdsverschil gerekend, waarbij wordt verondersteld dat de man drie jaar ouder is dan de vrouw; • ter dekking van de excassokosten van ingegane pensioenen is in de technische voorzieningen een opslag van 4% opgenomen; Een deel van de pensioenverplichtingen van het fonds is verzekerd bij een tweetal (her)verzekeraars. De waardering van de herverzekerde verplichtingen vindt plaats op dezelfde grondslagen als de waardering van de voorziening pensioenverplichting voor risico fonds. Overige technische voorzieningen Overige technische voorzieningen worden opgenomen voor met pensioenverplichtingen samenhangende risico’s, voor zover deze al niet zijn opgenomen in de berekening van de technische voorzieningen voor pensioenverplichtingen. Voorbeelden van samenhangende risico’s zijn arbeidsongeschiktheidsuitkeringen of overige uitkeringen.
34
Bij de bepaling van de voorziening voor arbeidsongeschiktheid wordt rekening gehouden met de toekomstige schadelast voor zieke deelnemers op balansdatum die naar verwachting arbeidsongeschikt zullen worden verklaard. De verplichting wordt geschat op basis van ervaringscijfers.
14. Grondslagen voor bepaling van het resultaat Algemeen De in de staat van baten en lasten opgenomen posten zijn in belangrijke mate gerelateerd aan de in de balans gehanteerde waarderingsgrondslagen voor beleggingen en de voorziening pensioenverplichtingen. Zowel gerealiseerde als ongerealiseerde resultaten worden rechtstreeks verantwoord in het resultaat.
Beleggingsresultaten risico pensioenfonds Directe beleggingsopbrengsten Onder directe beleggingsopbrengsten worden verstaan rentebaten en -lasten, dividenden en soortgelijke opbrengsten. Directe beleggingsresultaten zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. Indirecte beleggingsopbrengsten Onder indirecte beleggingsopbrengsten worden verstaan de gerealiseerde en ongerealiseerde waarde-wijzigingen en valutaresultaten. In de jaarrekening wordt geen onderscheid gemaakt tussen gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen. Alle waardeveranderingen van beleggingen, inclusief valutakoersverschillen, worden als beleggingsopbrengsten in de staat van baten en lasten opgenomen. Indirecte beleggingsresultaten zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. Kosten vermogensbeheer Onder kosten vermogensbeheer worden verantwoord de kosten die het gevolg zijn van de beleggingsactiviteiten van de vermogensbeheerder, de kosten van de custodian en de kosten die het pensioenfonds zelf maakt met betrekking tot de beleggingsactiviteiten. De kosten die worden gemaakt in de beleggingsfondsen waarin het pensioenfonds actief is, worden binnen de betreffende fondsen al verrekend en blijven verder buiten beschouwing.
Premiebijdragen (van werkgevers en werknemers) Onder premiebijdragen van werkgevers en werknemers wordt verstaan de aan derden in rekening gebrachte c.q. te brengen bedragen voor de in het verslagjaar verzekerde pensioenen onder aftrek van kortingen. Premies zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben.
Mutatie (overige) technische voorzieningen voor risico van het pensioenfonds De mutatie technische voorzieningen wordt in belangrijke mate veroorzaakt door de volgende componenten: Pensioenopbouw Bij de pensioenopbouw zijn aanspraken en rechten over het boekjaar gewaardeerd naar het niveau dat zij op balansdatum hebben. Rentetoevoeging De rentetoevoeging op basis van een rentepercentage van 1,544%, welke overeenkomt met de éénjaarsrente uit hoofde van de rentetermijnstructuur. Onttrekking voor pensioenuitkeringen en pensioenuitvoeringskosten Vooraf wordt een actuariële berekening gemaakt van de toekomstige pensioenuitvoeringskosten (met name excassokosten) en pensioenuitkeringen die in de voorziening pensioenverplichtingen worden opgenomen. Deze post betreft de vrijval ten behoeve van de financiering van de kosten en uitkeringen van het verslagjaar. Wijziging marktrente Jaarlijks wordt per 31 december de marktwaarde van de technische voorzieningen herrekend door toepassing van de actuele rentetermijnstructuur. Het effect van de verandering van de rentetermijnstructuur wordt verantwoord onder het hoofd wijziging marktrente. Voor 2012 wordt uitgegaan van de rentetermijnstructuur per ultimo mei 2012.
35
Pensioenuitkeringen De pensioenuitkeringen betreffen de aan deelnemers uitgekeerde bedragen inclusief afkopen. De pensioenuitkeringen zijn berekend op actuariële grondslagen en toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. Voor 2012 hebben de pensioenuitkeringen betrekking op de periode 1 januari 2012 tot 1 juni 2012.
Pensioenuitvoeringskosten De pensioenuitvoeringskosten zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben.
Saldo overdrachten van rechten De post saldo overdrachten van rechten bevat het saldo van bedragen uit hoofde van overgenomen dan wel overgedragen pensioenverplichtingen.
Overige baten en lasten Overige baten en lasten zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben.
15. Beleggingen voor risico pensioenfonds Als gevolg van de opheffing van het pensioenfonds zijn alle beleggingen geliquideerd dan wel overgedragen. Er zijn per ultimo 2012 geen beleggingen aanwezig voor risico van het pensioenfonds. Mutaties beleggingsportefeuille 2012 Aandelen
Vastgoed Vastrentende beleggingen
waarden
Derivaten
Overige
Totaal
beleggingen
Stand per 1 januari
21.451
6.469
170.703
-71
35.227
233.779
Aankopen Verkopen
17.591 -9.789
4.041 0
53.624 -56.060
0 0
20.844 -29.127
96.100 -94.976
Saldo
29.253
10.510
168.267
-71
26.944
234.903
Waarderingsverschillen
-1.321
374
13.369
-1.081
109
11.450
Stand per 28 juni
27.932
10.884
181.636
-1.152
27.053
246.353
2.795
603
-2.710
1.152
5
1.845
-30.727
-11.487
-178.926
0
-27.058
-248.198
0
0
0
0
0
0
Vastgoed Vastrentende
Derivaten
Overige
Totaal
Waarderingsverschillen Verkopen Stand per 31 december
Mutaties beleggingsportefeuille 2011 Aandelen
beleggingen
waarden
27.580
11.037
159.216
328
18.676
216.837
11.567 -14.332
0 -3.375
309.487 -305.204
92 0
23.537 -11.308
344.683 -334.219
Saldo
24.815
7.662
163.499
420
30.905
227.301
Waarderingsverschillen 1,4,5,6) Overige
-1.919 -1.445
-1.193 0
10.598 -3.394
-491 0
-1.316 5.638
5.679 799
Stand per 31 december
21.451
6.469
170.703
-71
35.227
233.779
Stand per 1 januari 2)
Aankopen 3) Verkopen
beleggingen
36
Opmerkingen met betrekking tot de mutaties in de beleggingsportefeuille 2011: Correctie bij Overige i.v.m. herrubricering van “Aandelen” naar “Overige beleggingen”. 2) In het bedrag “Aankopen” bij Vastrentende waarden is in het kader van de transitie van de matchingportefeuille verwerkt een bedrag van € 216 mln., waarvan € 141 mln. een administratieve boeking betreft. 3) In het bedrag “Verkopen” bij Vastrentende waarden is in het kader van de transitie van de matchingportefeuille verwerkt een bedrag van € 224 mln., waarvan € 162 mln. een administratieve boeking betreft. 4) Correctie bij Overige i.v.m. herrubricering van “Vastrentende waarden” naar “Overige beleggingen”. 5) Bij “Vastrentende waarden” wordt bij Overige de lopende intrest, de banktegoeden op de rekeningen van de vermogensbeheerders die zijn gerelateerd aan de vastrentende beleggingen, de overlopende transacties aankopen en verkopen, alsmede de hypotheeklening verantwoord. 6) Correctie bij Overige i.v.m. herrubricering van “Aandelen” en “Vastrentende waarden” naar “Overige Beleggingen”. 1)
Derivaten Om het valutarisico grotendeels af te dekken worden er op de termijn- en valutamarkten regelmatig transacties aangegaan, zoals futures. In de balans is de waarde hiervan opgenomen onder derivaten aan zowel de activa als passiva zijde van de balans. In de bovenstaande verloopstaten wordt, in afwijking van de presentatie in de balans, het margin saldo van de futurecontracten gepresenteerd. De marktwaarde, op basis van fair value, van de contracten op de valutamarkten bedraagt ultimo 2012: 0 (2011: -71). Overige beleggingen Onder “Overige Beleggingen” zijn opgenomen de alternative investment funds, hedge funds en geldmarktfondsen. Hypotheken Ultimo 2012 is er geen hypotheeklening meer in portefeuille.
Methodiek bepaling marktwaarde Bij de waardering van de beleggingen van de stichting kan voor het grootste deel gebruik worden gemaakt van (afgeleide) marktnoteringen. Opgemerkt wordt dat schattingen naar hun aard subjectief zijn en dat de geschatte actuele waarden van financiele instrumenten derhalve inherent onderhevig zijn aan onzekerheden en waardeoordelen ten aanzien van volatiliteit, rentestand en kasstromen. Deze schattingen zijn momentopnames, gebaseerd op de marktomstandigheden en de op dat moment beschikbare informatie. Schatting van reële waarde in geval van ontbreken directe en afgeleide marktnoteringen De belangrijkste waarderingsmodellen en -technieken die gehanteerd zijn bij het schatten van de reële waarde van financiële instrumenten zijn: • gecontroleerde jaarrekeningen (intrinsieke waarde); • mededelingen gerenommeerde derde-partijen: banken, brokers, custodians, etc. (transactieprijzen).
Beëindiging vermogensbeheerovereenkomst Het bestuur van Stichting Pensioenfonds Imtech heeft in het verlengde van het besluit tot liquidatie van het pensioenfonds besloten, na afronding van de afbouw en overdracht van de beleggingsportefeuille, de vermogensbeheerovereenkomst met Kempen Capital Management te beëindigen. De afbouw en de overdracht van de beleggingsportefeuille is als volgt vorm gegeven: Overdracht staatsobligaties De volgende staatobligaties zijn overgedragen aan Delta Lloyd Levensverzekering N.V.: - 3,250% Duitsland 2010-2042 met nominale waarde 10.200.000 euro; - 3,250% Nederland 2005-2015 met nominale waarde 2.115.000 euro; - 3,250% Nederland 2011-2021 met nominale waarde 49.125.000 euro. Afwikkeling restant beleggingsportefeuille De beleggingsportefeuille, exclusief de over te dragen staatobligaties naar Delta Lloyd Levensverzekering N.V. en de Insight LDI beleggingsfondsen, zijn zo spoedig mogelijk op een best effort basis verkocht. De Insight LDI beleggingsfondsen zijn in overleg met de vermogensbeheerder op een vooraf overeengekomen datum verkocht.
37
16. Vorderingen en overlopende activa De Overige vorderingen bestaan voornamelijk uit: • een rekening-courant met de werkgever (€ 1,3 mln.) waarin de voorlopige bijdrage is opgenomen, welke blijkt uit een schriftelijke toezegging van de werkgever van 29 juni 2012 met betrekking tot de aanzuivering van de afwikkelingskosten van het pensioenfonds. De werkgever heeft zich namelijk garant gesteld, om binnen redelijke grenzen, de noodzakelijke aanvullende stortingen in Stichting Pensioenfonds Imtech in liquidatie te doen indien na de totstandkoming van de collectieve waardeoverdrachten mocht blijken dat het vermogen van Stichting Pensioenfonds Imtech in liquidatie onvoldoende is om de vereffeningsprocedure te doorlopen. Hiermee wordt bereikt dat het eigen vermogen van het pensioenfonds bij liquidatie op nihil zal uitkomen. Er worden door deze garantstelling van de werkgever geen rechten toegekend aan de nieuwe pensioenuitvoerders, de (gewezen) deelnemers, de pensioengerechtigden of andere aanspraakgerechtigden van Stichting Pensioenfonds Imtech of andere belanghebbenden behoudens Stichting Pensioenfonds Imtech in liquidatie. • de nog te betalen premies door de aangesloten ondernemingen (€ 1,6 mln.). In februari 2013 heeft de eindafrekening plaatsgevonden over 2012, waardoor de nota’s nog niet zijn voldaan.
17. Liquide middelen De liquide middelen bestaan uit banktegoeden bij de ING Bank. Ultimo 2012 bedroeg het saldo bij de ING Bank € 0,4 mln. (2011: € 2,2 mln.) De onder liquide middelen opgenomen tegoeden zijn onmiddellijk dan wel op korte termijn opeisbaar.
18. Reserves Algemene reserve (Bedragen x € 1.000) Stand begin boekjaar Uit resultaat 2012
-44.331 44.331
Stand einde boekjaar
0
Solvabiliteitsreserve (Bedragen x € 1.000) Stand begin boekjaar Uit resultaat 2012
24.447 -24.447 0
Stand einde boekjaar Beëindiging Stichting Pensioenfonds Imtech Stichting Pensioenfonds Imtech (het pensioenfonds) voerde de pensioenregelingen uit voor een groot aantal aangesloten ondernemingen van Imtech (de werkgever). De werkgever heeft in 2011 te kennen gegeven de huidige uitvoeringswijze via het pensioenfonds te willen heroverwegen. De reden hiervoor is dat naar het oordeel van de werkgever een eigen ondernemingspensioenfonds in deze tijd niet per definitie de beste oplossing is voor de uitvoering van een pensioenovereenkomst. Overwegingen van de werkgever hierbij zijn: • De toenemende kosten van de uitvoering van een pensioenregeling, wat uiteindelijk ten laste van het pensioen komt; • De toenemende eisen en de daaruit voortvloeiende kosten op het gebied van regelgeving en professionalisering van besturen. De werkgever heeft op 29 juni 2012 besloten de toekomstige pensioenopbouw, afhankelijk van de huidige pensioenregeling, vanaf 1 juni 2012 onder te brengen bij Stichting Pensioenfonds Metaal en Techniek (PMT), Stichting Pensioenfonds van de Metalektro (PME) en Delta Lloyd Levensverzekering N.V.
38
De toekomstige pensioenopbouw zal worden voortgezet bij Stichting Pensioenfonds Metaal en Techniek (PMT) voor deelnemers aan: • Pensioenregeling Imtech (excedent pensioenregeling); • Pensioenregeling G (Radio Holland dan wel daar aan gelieerde bedrijven). De pensioenopbouw zal worden voortgezet bij Delta Lloyd Levensverzekering N.V voor deelnemers aan: • Pensioenregeling Algemeen; • Pensioenregeling Imtech ICT. Voor deelnemers van het bedrijf Saval B.V. zal de toekomstige pensioenopbouw gaan plaatsvinden bij Stichting Pensioenfonds van de Metalektro (PME). Het besluit van de werkgever houdt in dat er vanaf 1 juni 2012 geen toekomstige pensioenopbouw meer plaatsvindt bij het pensioenfonds. Indien er geen nieuwe pensioenen meer worden opgebouwd in het pensioenfonds, is het voor met name de deelnemers niet aantrekkelijk het pensioenfonds in stand te houden ten behoeve van de reeds opgebouwde aanspraken. Het bestuur van het pensioenfonds heeft, vooruitlopend op het besluit van de werkgever, daarom besloten een nader onderzoek te laten uitvoeren naar de mogelijkheden om te komen tot collectieve waardeoverdrachten. Uit de onderzoeksresultaten bleek dat collectieve waardeoverdrachten een reële optie was. Het bestuur heeft daarop besloten om, in samenhang met de uitvoering van de collectieve waardeoverdrachten, tot liquidatie van het pensioenfonds te willen over gaan. Van De Nederlandsche Bank is op 29 juni 2012 een verklaring van geen bezwaar ontvangen voor uitvoering van de collectieve waardeoverdrachten. Het bestuur besluit hierop tot liquidatie van Stichting Pensioenfonds Imtech over te gaan en tot de uitvoering van de collectieve waardeoverdrachten met als overdrachtsdatum 1 juni 2012. Voorafgaand aan de definitieve besluitvorming over de collectieve waardeoverdrachten en liquidatie van het pensioenfonds heeft het bestuur kennis genomen van de in haar opdracht opgestelde prognose van de beschikbare middelen van het pensioenfonds op de datum van de collectieve waardeoverdrachten. Op basis daarvan is vastgesteld dat de middelen van het pensioenfonds toereikend zullen zijn om de collectieve waardeoverdrachten uit te voeren zoals beoogd en tevens om de lopende verplichtingen van het pensioenfonds tot en met liquidatie te voldoen. Uitgangspunt hierbij is geweest, dat na uitvoering van de collectieve waardeoverdrachten en de daarmee samenhangende overdracht c.q. het liquide maken van de beleggingen, het eigen vermogen van het pensioenfonds minimaal nihil dan wel licht positief dient te zijn. Inmiddels is gebleken dat de beschikbare middelen van het pensioenfonds toereikend waren om de collectieve waardeoverdrachten zoals beoogd uit te voeren. Op de werkgever moet wel een beroep worden gedaan om aan de afwikkelingskosten van het pensioenfonds tot en met liquidatie te kunnen voldoen. Herstelplan In verband met de collectieve waardeoverdrachten per 1 juni 2012 is het herstelplan, zoals dat tot deze datum van toepassing was, bij Stichting Pensioenfonds Imtech komen te vervallen. Dit houdt in dat een mogelijke korting op de opgebouwde pensioenaanspraken en –rechten bij Stichting Pensioenfonds Imtech per 1 april 2013 geen doorgang zal vinden. Afhankelijk van de nieuwe pensioenuitvoerder wordt voor de (gewezen) deelnemers, de pensioengerechtigden en de andere aanspraakgerechtigden het herstelplan van de nieuwe pensioenuitvoerder van toepassing. Bij Stichting Pensioenfonds Metaal en Techniek (PMT) en bij Stichting Pensioenfonds van de Metalektro (PME) is een herstelplan van toepassing. Bij Delta Lloyd Levensverzekering N.V. is er geen herstelplan van kracht. Solvabiliteitsreserve en dekkingsgraad Als gevolg van de overdracht van de pensioenverplichtingen is er vanaf 1 juni 2012 geen sprake meer van een minimaal vereist eigen vermogen, een vereist eigen vermogen en dekkingsgraad.
39
19. (Overige) technische voorzieningen Het mutatieoverzicht van de technische voorzieningen voor risico van het pensioenfonds luidt als volgt: (Bedragen x € 1.000)
Beginsaldo Bij: Toevoeging pensioenopbouw Toeslagverlening Rentetoevoeging Wijziging marktrente Individuele waardeoverdrachten (saldo) Aanpassing overlevingstafel Herverzekeringsdeel
Af: Onttrekking voor pensioenuitkeringen Onttrekking voor excassokosten Onttrekking voor administratiekosten Onttrekking voor invaliditeitsrisico Saldo sterfte Overige mutaties Collectieve waardeoverdracht
Eindsaldo
2012
2011
254.390
217.764
6.844 0 1.635 16.232 14 0 78
9.063 0 2.820 32.664 722 0 169
24.803
45.438
-3.450 -137 -246 -130 -50 -142 -275.038
-8.219 -327 -422 -162 -144 462 0
-279.193
-8.812
0
254.390
De technische voorzieningen zijn gelijk aan de contante waarde van de reeds opgebouwde pensioenaanspraken. De technische voorzieningen zoals opgenomen in de balans zijn gelijk aan de netto voorziening voor pensioenverplichtingen verhoogd met excassokosten. De mutatie in de staat van baten en lasten betreft de mutatie van de technische voorzieningen, exclusief het “Herverzekeringsdeel”: 254.390 - 1.122 = 253.268. Voorts zijn bij de berekening van de voorziening de volgende actuariële grondslagen gehanteerd: • rentetoevoeging: de voor de technische voorzieningen benodigde intrest, waarbij van de éénjaarsrente van de rentetermijnstructuur per 31 december 2011, zoals opgegeven door De Nederlandsche Bank (DNB), wordt uitgegaan (1,544%). • rekenrente: de voorziening per ultimo jaar is bepaald op basis van de rentetermijnstructuur per 31 december 2012, zoals opgegeven door DNB. Voor de vaststelling van de voorziening per 1 juni 2012, vlak voor overdracht van de pensioenverplichtingen, is uitgegaan van de rentetermijnstructuur per 31 mei 2012, zoals opgegeven door DNB. Deze voorziening kan worden herleid naar een interne rekenrente van 2,4%. • overlevingstafels: te weten de AG-prognosetafels 2010-2060 met als starttafel 2012 en op de inkomenscategorie “hoog” gebaseerde correctiefactoren; • toeslagverlening: jaarlijks wordt door het bestuur van het fonds een besluit genomen over de verhoging van de pensioenaanspraken.
40
Het mutatieoverzicht van de Overige Technische Voorzieningen (O.T.V.) luidt als volgt: (Bedragen x € 1.000) Totaal
Beginsaldo Toevoegingen: Intrest Premies Onttrekkingen Premies Uitkeringen en afkopen Diversen Collectieve waardeoverdracht Vrijval
Eindsaldo
arbeidsonge- reglements- overbrugschiktheids- wijziging gingsuitrisico kering 2.386 1.237 1.006 143 37 190 227
9 190 199
27 0 27
1 0 1
-46 -22 -17 -651 -1.877 -2.613
0 0 -17 0 -1.419 -1.436
-46 0 0 -651 -336 -1.033
0 -22 0 0 -122 -144
0
0
0
0
Het resultaat van de mutatie van de overige technische voorzieningen, welke in bovenstaande tabel zijn opgenomen, is verwerkt in de staat van baten en lasten. De “Vrijval” binnen de overige technische voorzieningen wordt veroorzaakt, doordat de gereserveerde overige technische voorzieningen slechts gedeeltelijk nodig zijn gebleken om de risico’s over te dragen waarvoor de voorzieningen werden aangehouden. De overige technische voorzieningen kunnen als volgt worden toegelicht: Voorziening arbeidsongeschiktheidsrisico De voorziening arbeidsongeschiktheidsrisico is gevormd voor het reglementaire recht op premievrijstelling bij intredende arbeidsongeschiktheid, dat ten laste komt van het pensioenfonds en voor de financiering van de verzekering van het aanvullende arbeidsongeschiktheidspensioen (WIA-excedent). In geval van arbeidsongeschiktheidsschade wordt de contante waarde van de nog op te bouwen aanspraken en/of de benodigde koopsom voor de financiering van het toe te kennen aanvullend arbeidsongeschiktheidspensioen uit deze voorziening geput. Voorziening reglementswijziging Deze voorziening wordt aangewend ter financiering van een overgangsregeling in verband met de overgang naar een nieuwe pensioenregeling. De nog niet ingekochte aanspraken zijn per de overdrachtsdatum, als onderdeel van de collectieve waardeoverdrachten overgedragen aan de nieuwe pensioenuitvoerders. Voorziening overbruggingsuitkering De voorziening overbruggingsuitkering is een aanvullende uitkering op het nabestaandenpensioen gedurende maximaal twee jaar na overlijden van de deelnemer of de gepensioneerde gewezen deelnemer conform de pensioenreglementen C, D en F. Voor de gepensioneerde gewezen deelnemer geldt de voorwaarde dat hij/zij tot aan de pensioendatum in dienst van Radio Holland moet zijn geweest. Toekenning vindt uitsluitend plaats, indien de pensioendatum gelegen is vóór 12 mei 2004. Herverzekering Het pensioenfonds heeft een herverzekeringscontract afgesloten met betrekking tot het risico van arbeidsongeschiktheid en overlijden. Het betreft hier een stop-loss contract, waarvoor geldt dat er alleen een uitkering plaatsvindt als de gelopen schade het eigen behoud overtreft. Het herverzekeringscontract is per 1 juni 2012 beeindigd in verband met de collectieve waardeoverdrachten per gelijke datum. De uitkering over de contractperiode 1 januari 2009 tot en met 31 mei 2012 is nihil.
41
Daarnaast had het pensioenfonds een beperkt deel van de pensioenverplichtingen van het fonds verzekerd bij een tweetal (her)verzekeraars in het kader van de één loket functie. De waardering van deze herverzekerde verplichtingen vindt plaats op dezelfde grondslagen als de waardering van de technische voorzieningen. De voorziening wordt aan de activa zijde van de balans apart gepresenteerd. Aan de passiva zijde van de balans maakt de voorziening onderdeel uit van de “Voorziening pensioenverplichting”. De één loket functie is door de liquidatie van het pensioenfonds komen te vervallen en aan de desbetreffende deelnemers en (her)verzekeraars gecommuniceerd.
20. Schulden en overlopende passiva Aan de passiva zijde van de balans is onder derivaten opgenomen de waarde van de valutatermijncontracten tegen de termijnkoers. De nog te betalen uitkeringen bestaan uit niet opgevraagde pensioenen. De overlopende passiva bestaan o.a. uit een rekening-courant met Delta Lloyd Levensverzekering N.V. (€ 2,8 mln.), loonbelasting over de maand december (€ 0,2 mln.) en de geschatte kosten voor het jaarwerk 2012 (€ 0,1 mln.) en de geschatte kosten liquidatie van het pensioenfonds die betrekking hebben op 2012 (€ 0,2 mln.).
21. Risicobeheer Beleid en risicobeheer Voor risicobeheer heeft het bestuur de beschikking over de volgende beleidsinstrumenten: • ALM-beleid en duration-matching • Dekkingsgraad • Financieringsbeleid • Premiebeleid • Toeslagenbeleid • Herverzekeringsbeleid • Risicobeleid ten aanzien van uitbesteding. De beleidsinstrumenten zijn na het besluit tot liquidatie alleen nog ingezet, voor zover van toepassing. Welke beleidsinstrumenten het bestuur op welke manier zal hanteren wordt bepaald op basis van uitvoerige analyses van de te verwachten toekomstige ontwikkelingen van de verplichtingen en de ontwikkelingen op de financiële markten. Voor deze analyses gebruikt men onder andere Asset-Liability Management-studies (ALM). Een ALM-studie analyseert de structuur van de pensioenverplichtingen en van verschillende beleggingsstrategieën en de ontwikkeling daarvan in diverse economische scenario’s. Op basis van de uitkomsten van deze analyses stelt het bestuur jaarlijks beleggingrichtlijnen vast waarop het door het fonds uit te voeren beleggingsbeleid wordt gebaseerd. De beleggingsrichtlijnen zetten uiteen binnen welke grenzen en normen het beleggingsbeleid moet worden uitgevoerd en richten zich op het beheersen van de belangrijkste (belegging)risico’s. Bij de uitvoering van het beleggingsbeleid wordt gebruik gemaakt van derivaten die worden toegelicht in hoofdstuk 15 Beleggingen voor risico pensioenfonds. De belangrijkste doelstelling van het pensioenfonds is het nakomen van zijn pensioenverplichtingen. Om dit te kunnen realiseren wordt er door het pensioenfonds gestreefd naar een toereikende dekkingsgraad op basis van de marktwaarde van de pensioenverplichtingen. De dekkingsgraad van het pensioenfonds geeft aan of het pensioenfonds voldoende solvabel is om aan haar lange termijn pensioenverplichting te voldoen. De dekkingsgraad wordt bepaald door vast te stellen in welke mate de toegezegde pensioenverplichtingen zijn gedekt door het aanwezige vermogen. Als gevolg van de overdracht van de pensioenverplichtingen per 1 juni 2012 is er geen sprake meer van een dekkingsgraad. Tevens dient het pensioenfonds niet meer te beschikken over een minimaal vereist eigen vermogen en een vereist eigen vermogen. Verder heeft het pensioenfonds te maken met transacties inzake financiële instrumenten welke risico’s met zich kunnen meebrengen. Ook kunnen daarbij financiële risico’s overgaan op de wederpartij. Daarbij gaat het met name om risico’s in verband met veranderingen in beurskoersen, rentetarieven en wisselkoersen en in debiteurenkwaliteit en -liquiditeit. Met het oog op de beperking van deze risico’s kunnen derivaten en andere instrumenten worden aangewend.
42
De belangrijkste risico’s die kunnen worden onderscheiden zijn het marktrisico, het renterisico, het valutarisico, het kredietrisico, het liquiditeitsrisico en het kasstroomrisico. De door het pensioenfonds toegepaste risicobeperkende maatregelen zijn divers. Beperking van het marktrisico, het renterisico en het valutarisico geschiedt door diversificatie van de beleggingsportefeuille. Risico’s die verband houden met schommelingen in de valutawisselkoers kunnen bovendien worden afgedekt door middel van valutatermijntransacties. Beperking van het kredietrisico wordt bereikt door contracten inzake financiële instrumenten te sluiten met verschillende partijen en bij de selectie van die partijen groot belang te hechten aan de debiteurenkwaliteit, in casu de kredietwaardigheid van de betreffende partij. Marktrisico Marktrisico is uit te splitsen in renterisico, valutarisico en prijsrisico. De beleggingsdoelstellingen bepalen de strategie die het pensioenfonds volgt ten aanzien van het beleggingsrisico. In de dagelijkse praktijk ziet de beleggingscommissie toe op het marktrisico conform de binnen het pensioenfonds aanwezige beleidskaders en beleggingsrichtlijnen. De overallmarktposities worden periodiek gerapporteerd aan het bestuur. Renterisico Het renterisico is het risico dat de waarden van de portefeuille vastrentende waarden en de pensioenverplichtingen veranderen als gevolg van veranderingen in de marktrente. Maatstaf voor het meten van rentegevoeligheid is de duration. De duration is de gewogen gemiddelde resterende looptijd in jaren van de kasstromen. Bij het pensioenfonds is de duration van de beleggingen in vastrentende waarden ongelijk aan die van de pensioenverplichtingen. Deze duration mismatch houdt in dat bij een rentewijziging, afhankelijk van de mis match, de waarde van de beleggingen sneller stijgt/daalt dan de waarde van de verplichtingen, waardoor de dekkingsgraad stijgt/daalt. Om het renterisico te minimaliseren bij de liquidatie van de beleggingsportefeuille is door het pensioenfonds een swap afgesloten met een duur van vijf dagen. Na deze termijn was er geen renterisico meer in de beleggingsportefeuille aanwezig. Valutarisico Het valutarisico is door het pensioenfonds grotendeels afgedekt door middel van derivaten. Door ingenomen posities op de termijn- en valutamarkten is bij de liquidatie van de beleggingsportefeuille een negatief saldo aanwezig m.b.t. de Britse ponden en m.b.t. de Amerikaanse dollar. Prijsrisico Prijsrisico is het risico dat door de ontwikkeling van marktprijzen (veroorzaakt door factoren die samenhangen met een individuele belegging, de uitgevende instelling of generieke factoren) waardewijzigingen plaatsvinden. Wijzigingen in marktomstandigheden hebben altijd direct invloed op het beleggingsresultaat, omdat alle beleggingen worden gewaardeerd op reële waarde waarbij waardewijzigingen onmiddellijk worden verwerkt in het saldo van baten en lasten. Door spreiding van het belegd vermogen (diversificatie) wordt het prijsrisico door het fonds gedempt. Het risico wordt verder beperkt door aan de vermogensbeheerder mandaten toe te kennen. Deze mandaten zijn gebaseerd op het beleidskader dat in 2012 van toepassing was. De custodian BNY Mellon S.A./N.V. en de beleggingscommissie controleren voor het pensioenfonds of de vermogensbeheerder zich aan de mandaten houdt en rapporteert aan het bestuur van het pensioenfonds. Kredietrisico Kredietrisico is het risico van financiële verliezen voor het fonds als gevolg van faillissement of betalingsonmacht van tegenpartijen waarop het fonds (potentiële) vorderingen heeft. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan partijen die obligatieleningen uitgeven, banken waar deposito’s worden geplaatst, marktpartijen waarmee Over The Counter (OTC)-derivatenposities worden aangegaan en aan bijvoorbeeld herverzekeraars. Om het kredietrisico te mitigeren dienen de beleggingen vastrentende waarden in de matchingportefeuille te voldoen aan de volgende restricties: • Vastrentende waarden in Euro’s uitgegeven door (semi-) overheidsinstanties en instellingen die expliciet worden gegarandeerd door de overheid van de volgende landen: Nederland, Duitsland, Frankrijk, Finland en Oostenrijk. • Vastrentende waarden in Euro’s uitgegeven door Europese supranationale overheidsinstellingen (EU, EIB, EFSF en Eurofima, EBRD) die op het moment van aankoop een AAA rating hebben volgens de methodiek van de betreffende beleggingsinstelling. • Vastrentende waarden uitgegeven door overheidsinstanties die op moment van aankoop een AAA rating hebben volgens de methodiek van de betreffende beleggingsinstelling.
43
De beleggingen vastrentende waarden in de rendementsportefeuille dienen te voldoen aan de volgende restricties om het kredietrisico te mitigeren: • Vastrentende waarden staatsobligaties: obligaties van overheden met een hoge kredietwaardigheid, inclusief (inflatie gerelateerde staatsobligaties) uitgegeven door ontwikkelde landen. • Vastrentende waarden bedrijfsobligaties: categorie omvat investment grade (minimaal BBB) bedrijfsobligaties. Bij bedrijfsobligaties is sprake van risicodragend kapitaal. In geval van faillissement kan de waarde teruglopen tot nul. • Vastrentende waarden hoogrentend: De categorie omvat high yield (BB of lager) bedrijfsobligaties en staatsobligaties uit opkomende landen. Liquiditeitsrisico Liquiditeitsrisico is het risico dat beleggingen niet tijdig en/of niet tegen een aanvaardbare prijs kunnen worden omgezet in liquide middelen. Waardoor het fonds op korte termijn niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. Waar de overige risicocomponenten vooral de langere termijn betreffen (solvabiliteit), gaat het hierbij om de kortere termijn. Dit risico speelt vooral bij belegging in incourante effecten. Het liquiditeitsrisico wordt door het fonds beperkt door vooral te beleggen in courante effecten, waaronder diverse beursgenoteerde fondsen. Bij de afwikkeling van de beleggingsportefeuille is het liquiditeitsrisico niet opgetreden. Kasstroomrisico Kasstroomrisico is het risico dat toekomstige kasstromen verbonden aan een monetair instrument zullen fluctueren in omvang. Het risico wordt beperkt door monitoring van de cashflow van het fonds. Verzekeringstechnische risico’s De meest belangrijke actuariële risico’s zijn het langleven-, overlijdens- en arbeidsongeschiktheidsrisico. Het belangrijkste actuariële risico is het langlevenrisico. Dit is het risico dat deelnemers langer blijven leven dan gemiddeld verondersteld wordt bij de bepaling van de voorziening pensioenverplichtingen. Als gevolg hiervan is de pensioenvermogensopbouw niet toereikend voor de uitkering van de pensioenverplichting. Door toepassing van de AG-Prognosetafel 2010-2060, waarbij rekening wordt gehouden met de sterftetrend, en door toepassing van fondsspecifieke correctiefactoren wordt het langlevenrisico gereduceerd. De overlevingstafel wordt periodiek herzien om zo goed mogelijk in te blijven spelen op het langlevenrisico. Het overlijdensrisico betekent dat het fonds in geval van overlijden mogelijk een nabestaandenpensioen moet toekennen waarvoor het fonds geen voorzieningen heeft getroffen. Dit risico kan worden uitgedrukt in risicokapitalen. Het arbeidsongeschiktheidsrisico betreft het risico dat het fonds voorzieningen moet treffen voor premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid en het toekennen van een arbeidsongeschiktheidspensioen (“schadereserve”). Voor dit risico wordt jaarlijks een risicopremie in rekening gebracht. Het verschil tussen de risicopremie en de werkelijke kosten wordt verwerkt via het resultaat. De actuariële uitgangspunten voor de risicopremie worden periodiek herzien. Het pensioenfonds heeft een herverzekeringscontract afgesloten met betrekking tot het risico van overlijden en arbeidsongeschiktheid bij een externe, onder toezicht van De Nederlandsche Bank (DNB) staande, verzekeringsmaatschappij. Het betreft hier een stop-loss contract, waarvoor geldt dat er alleen een uitkering plaatsvindt als de gelopen schade het eigen behoud overtreft. Het herverzekeringscontract is per 1 juni 2012 beëindigd in verband met de collectieve waardeoverdrachten per gelijke datum. Concentratierisico Grote posten kunnen leiden tot concentratierisico. Om te bepalen welke posten hieronder vallen moeten per beleggingscategorie alle instrumenten met dezelfde debiteur worden opgeteld. Als grote post wordt aangemerkt elke post die meer dan 2% van het balanstotaal uitmaakt. In het algemeen geldt dat concentratierisico kan optreden als een adequate spreiding van activa en passiva ontbreekt. Concentratierisico’s kunnen optreden bij een concentratie van de portefeuille in regio’s, economische sectoren of tegenpartijen. Een portefeuille van leningen die sterk sectorgebonden is, kan door deze sectorconcentratie een verhoogd risico lopen. Indien aandelen in dezelfde sector worden aangehouden is sprake van een cumulatief concentratierisico. Het fonds probeert door middel van diversificatie binnen de beleggingsportefeuille het concentratierisico te beperken.
44
Operationele risico’s Operationeel risico is het risico van een onjuiste afwikkeling van transacties, fouten in de verwerking van gegevens, het verloren gaan van informatie, fraude en dergelijke. Dergelijke risico’s worden door het fonds beheerst door het stellen van hoge kwaliteitseisen aan de organisaties die bij de uitvoering betrokken zijn op gebieden zoals interne organisatie, procedures, processen en controles en kwaliteit geautomatiseerde systemen. Deze kwaliteitseisen worden periodiek getoetst door het bestuur. Systeemrisico Systeemrisico betreft het risico dat het mondiale financiële systeem (de internationale markten) niet langer naar behoren functioneert. Waardoor beleggingen van het pensioenfonds niet langer verhandelbaar zijn en zelfs, al dan niet tijdelijk, hun waarde kunnen verliezen. Net als voor andere marktpartijen is dit risico voor het pensioenfonds niet beheersbaar.
22. Beleggingsopbrengsten In onderstaande tabel wordt zowel de direct als indirecte beleggingsopbrengst weergeven over de diverse beleggingscategorieën. 2012 2011 (Bedragen x € 1.000) Direct Indirect Direct Indirect Aandelen 208 1.526 287 -4.439 Vastgoedbeleggingen 0 976 0 -980 Obligaties 1.002 11.412 2.400 20.505 Derivaten 0 -878 0 -307 Overige beleggingen -6 114 110 -1.252 Subtotaal Totaal indirect en direct Kosten vermogensbeheer
1.204
13.150
2.797
14.354
16.324
-138
-141
14.216
16.183
13.527
In onderstaande tabel wordt de indirecte beleggingsopbrengst nader onderverdeeld naar ongerealiseerde en gerealiseerde beleggingsopbrengst. (Bedragen x € 1.000) Ongerealiseerd Gerealiseerd
2012 0 13.150 13.150
2011 5.770 7.757 13.527
In november 2011 zijn door de Pensioenfederatie de Aanbevelingen uitvoeringskosten gepresenteerd. Hierin worden pensioenfondsen opgeroepen om o.a. de kosten van het vermogensbeheer en transactiekosten te publiceren. De kosten Vermogensbeheer dienen hierbij te worden gerapporteerd in een percentage van het gemiddeld belegd vermogen. Voor vaststelling van de kosten wordt uitgegaan van de beheerkosten, zoals deze kosten ten laste van het pensioenfonds zijn gekomen en zijn opgenomen in de jaarrekening en de kosten voor de beheervergoeding met betrekking tot de beleggingsfondsen waarin het pensioenfonds actief is. De overige kosten die worden gemaakt in de beleggingsfondsen waarin het pensioenfonds actief is, zoals transactiekosten, worden binnen de betreffende fondsen al verrekend. Deze kosten zijn bij de vaststelling van het percentage kosten Vermogensbeheer van het gemiddeld belegd vermogen buiten beschouwing gebleven, daar de gegevens omtrent deze kosten niet beschikbaar zijn. Op basis van deze uitgangspunten bedragen de kosten Vermogensbeheer voor 2012 0,17% van het gemiddeld belegd vermogen. (2011: 0,22% van het gemiddeld belegd vermogen). De periode waarover het gemiddeld belegd vermogen is gemeten loopt van 1 januari 2012 tot en met 28 juni 2012.
45
23. Premiebijdragen Het overzicht van de premiebijdragen is als volgt: (Bedragen x € 1.000) Pensioenen Werkgevers Werknemers
Bijdrage FVP
Totaal
2012
2011
5.961 1.085 7.046
8.820 2.102 10.922
0 0
25 25
7.046
10.947
De verschuldigde premie wordt vastgesteld op basis van de 4% actuariële premie plus een opslag, welke afhankelijk is van de dekkingsgraad van het pensioenfonds. Voor 2012 bedraagt de verschuldigde premie € 7,0 mln. over de periode 1 januari 2012 tot 1 juni 2012. In de verschuldigde premie is een bijdrage opgenomen van 25% voor solvabiliteitsopslag, groot € 1,1 mln. (2011: € 1,6 mln.). De kostendekkende premie is mede bepaald op basis van de rentetermijnstructuur per 31 december 2011 en bestaat uit de volgende onderdelen: • jaarinkoop voor ouderdoms- en nabestaandenpensioenen alsmede de risicopremies en de in de technische voorziening op te nemen excassokosten; • een kostenopslag op de premie; • een solvabiliteitsopslag afhankelijk van het zogenaamde “Vereist Eigen Vermogen” ultimo vorig boekjaar. Een bijdrage voor voorwaardelijke onderdelen van de pensioenregeling is niet van toepassing voor dit pensioenfonds en is dus geen onderdeel van de kostendekkende premie. De aldus bepaalde kostendekkende premie bedraagt in 2012 € 7,4 mln. Het pensioenfonds gaat in het pensioenbeleid voor de kostendekkende premie uit van een gedempte kostendekkende premie met als rentevoet het 36-maands rekenkundig gemiddelde van de rentetermijnstructuur, berekend tot en met 30 september voorafgaand aan het boekjaar en gebaseerd op publicaties van De Nederlandsche Bank. De aldus bepaalde gedempte kostendekkende premie bedraagt in 2012 € 6,1 mln. De feitelijke premie komt overeen met de verschuldigde premie en bedraagt € 7,0 mln.
24. Overgenomen en overgedragen pensioenverplichtingen Onder de overgenomen en overgedragen pensioenverplichtingen behoren de inkomende en uitgaande waardeoverdrachten met hun bijbehorende rentevergoedingen. Vanaf het moment dat bij het fonds sprake was van een dekkingstekort zijn de procedures van waardeoverdracht opgeschort. Sinds 31 maart 2011 is de dekkingsgraad van Stichting Pensioenfonds Imtech boven de 100% uitgekomen, waardoor het pensioenfonds weer individuele waardeoverdrachten mocht uitvoeren. Sinds 31 augustus 2011 bevindt de dekkingsgraad van Stichting Pensioenfonds Imtech zich weer onder de 100%, waardoor het pensioenfonds volgens de wet tijdelijk geen waardeoverdrachten mag uitvoeren. In 2012 hebben er dan ook geen individuele waardeoverdrachten plaatsgevonden.
25. Overige baten De werkgever heeft een schriftelijke toezegging gedaan met betrekking tot de aanzuivering van de afwikkelingskosten van het pensioenfonds. Deze voorlopige bijdrage bestaat uit een rekening-courant met de werkgever en bestaat per ultimo 2012 uit een bate van € 1,3 mln.
46
26. Pensioenuitkeringen (Bedragen x € 1.000)
2012
2011
Ouderdomspensioen Nabestaanden- en wezenpensioen Tijdelijk ouderdomspensioen Tijdelijk nabestaandenpensioen Arbeidsongeschiktheidspensioen Andere uitkeringen (o.a afkopen) Totaal
2.597 670 131 31 18 23 3.470
6.255 1.499 423 40 43 47 8.307
De pensioenuitkeringen over 2012 betreft de periode van 1 januari 2012 tot 1 juni 2012.
27. Pensioenuitvoeringskosten Stichting Pensioenfonds Imtech heeft een eigen uitvoeringsorganisatie en daarmee kent het pensioenfonds naast uitvoeringskosten ook personeelskosten. Het pensioenfonds heeft ultimo 2012 2 medewerkers, waarvan 1 fulltime en 1 parttime. De personeelskosten bedragen in 2012 € 0,3 mln. Naast personeelskosten kent het fonds ook uitvoeringskosten. Tot de uitvoeringskosten behoren ook de adviesen controlekosten. Deze bedragen in 2012 € 0,2 mln. De overige uitvoeringkosten, waaronder o.a. de huisvestingskosten, bedragen € 0,1 mln. De kosten van de accountant dienen in de jaarrekening expliciet te worden benoemd, alsmede waaraan de kosten zijn besteed. Voor 2012 worden de kosten in totaliteit geschat op € 40.000,- (exclusief BTW en verschotten, die in rekening zullen worden gebracht op basis van de werkelijk gemaakte kosten) voor de controle van het jaarwerk voor het boekjaar geëindigd op 31 december 2012. Naast de kosten voor het jaarwerk is een bedrag van € 65.000,- verantwoord voor overige assurance opdrachten. De overige assurance opdrachten betreffen de controle van het overdrachtsbestand in het kader van de bepaling van de koopsommen van de collectieve waardeoverdrachten en de controle van in 2011 en 2012 ontvangen FVP bijdragen. In november 2011 zijn door de Pensioenfederatie de Aanbevelingen uitvoeringskosten gepresenteerd. Hierin worden pensioenfondsen opgeroepen om o.a. de kosten van het pensioenbeheer te publiceren. De kosten voor Pensioenbeheer dienen in euro per deelnemer te worden gerapporteerd. Onder deelnemer wordt verstaan de actieve deelnemers en pensioengerechtigden. Op basis van deze uitgangspunten bedragen de kosten voor Pensioenbeheer in 2012 € 202,04 per deelnemer uitgaande van het aantal deelnemers per 1 juni 2012 vlak voor het moment van collectieve waardeoverdracht (2011: € 256,46 per deelnemer).
28. Collectieve waardeoverdracht Hier is opgenomen het totaal van de als gevolg van de collectieve waardeoverdrachten naar Stichting Pensioenfonds van de Metalektro (€ 0,7 mln.), Stichting Pensioenfonds Metaal en Techniek (€ 49,4 mln.) en Delta Lloyd Levensverzekering N.V. (€ 203,4 mln.) overgedragen overdrachtswaarde.
29. Overige lasten De overige lasten hebben betrekking op de kosten inzake de (voorgenomen) collectieve waardeoverdrachten en liquidatie van het pensioenfonds. Deze kosten bestaan voor € 0,2 mln. uit advieskosten, voor € 0,3 mln. aan rentelasten en voor € 0,2 mln. uit te treffen voorzieningen.
30. Bezoldiging bestuurders De bestuursleden genieten als zodanig geen enkele bezoldiging. Een bestuurslid ontvangt wel een bezoldiging voor zijn taakuitvoering als lid van de beleggingscommissie. Deze bezoldiging is per 31 december 2012 beëindigd in verband met de opheffing van de beleggingscommissie per gelijke datum. Reis- of verblijfkosten en andere uitgaven, in het belang van het fonds, worden aan alle bestuursleden vergoed (statuten artikel 8 lid 5).
47
31. Informatie over dwangsommen en boetes Artikel 96 van de Pensioenwet geeft aan dat in het jaarverslag moet worden vermeld of er in het afgelopen boekjaar dwangsommen en/of boetes zijn opgelegd aan het pensioenfonds. Het afgelopen jaar zijn aan het pensioenfonds geen dwangsommen of boetes opgelegd. Er zijn door De Nederlandsche Bank geen aanwijzingen aan het fonds gegeven, noch is een bewindvoerder aangesteld of is bevoegdheidsuitoefening van organen van het fonds gebonden aan toestemming van de toezichthouder.
Ondertekening vaststelling Gouda, 21 juni 2013 Het bestuur: A.F. Graauwmans, voorzitter P.B.M. Smulders, plaatsvervangend voorzitter H.L.A. van der Laan, secretaris E.H.M. Pieterse, plaatsvervangend secretaris Mr. M.E.J. Salomons P.J.A. van Rossum
48
Overige gegevens Vaststelling Het bestuur van de Stichting Pensioenfonds Imtech heeft de jaarrekening 2012 vastgesteld in de vergadering van 21 juni 2013.
Statutaire regeling omtrent de bestemming van het saldo van baten en lasten In de statuten zijn geen bepalingen opgenomen inzake de bestemming van het saldo van baten en lasten.
Bestemming saldo van baten en lasten Op basis van een besluit van het bestuur is het saldo van baten en lasten als volgt verdeeld: Ten gunste van de algemene reserve € 44,3 mln. en ten laste van de solvabiliteitsreserve € 24,4 mln.
Verklaring waarmerkend actuaris De verklaring van de waarmerkend actuaris is opgenomen op pagina 50 van dit jaarverslag.
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant De controleverklaring van de onafhankelijke accountant is opgenomen op pagina 51 van dit jaarverslag.
49
Actuariële verklaring Opdracht Door Stichting Pensioenfonds Imtech in liquidatie statutair gevestigd te Gouda is aan Mercer (Nederland) B.V. de opdracht verleend tot het afgeven van een actuariële verklaring als bedoeld in de Pensioenwet over het boekjaar 2012.
Gegevens De gegevens waarop mijn onderzoek is gebaseerd, zijn verstrekt door en tot stand gekomen onder de verantwoordelijkheid van het bestuur van het pensioenfonds. Voor de toetsing van de fondsmiddelen en voor de beoordeling van de vermogenspositie heb ik mij gebaseerd op de financiële gegevens die ten grondslag liggen aan de jaarrekening. In overeenstemming met de richtlijn “Samenwerking tussen accountant en actuaris ter zake van de controle van verantwoordingen van verzekeringsinstellingen” heeft de accountant van het pensioenfonds mij geïnformeerd over zijn bevindingen ten aanzien van de betrouwbaarheid en de volledigheid van de administratieve basisgegevens en de overige uitgangspunten die voor mijn oordeelsvorming van belang zijn.
Werkzaamheden Ter uitvoering van de opdracht heb ik onderzocht of is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. De door het pensioenfonds verstrekte administratieve basisgegevens zijn zodanig dat ik die gegevens als uitgangspunt van de door mij beoordeelde berekeningen heb aanvaard. Als onderdeel van de werkzaamheden voor de opdracht heb ik onder meer onderzocht of de technische voorzieningen op de overdrachtsdatum toereikend zijn vastgesteld. De werkzaamheden en de uitvoering daarvan zijn in overeenstemming met de binnen het Actuarieel Genootschap geldende normen en gebruiken, en vormen naar mijn mening een deugdelijke grondslag voor mijn oordeel.
Oordeel Ik heb geconstateerd dat de verplichtingen van het pensioenfonds per 1 juni 2012 zijn overgedragen aan Stichting Pensioenfonds Metaal en Techniek, Stichting Pensioenfonds van de Metalelektro en Delta Lloyd Levensverzekering N.V. onder betaling van een koopsom. De verplichtingen van de vanaf 1 juni 2012 door actieve deelnemers te verkrijgen pensioenaanspraken worden aangegaan door Stichting Pensioenfonds Metaal en Techniek, Stichting Pensioenfonds van de Metalelektro en Delta Lloyd Levensverzekering N.V. De technische voorzieningen op de overdrachtsdatum zijn, overeenkomstig de beschreven berekeningsregels en uitgangspunten, als geheel bezien, toereikend vastgesteld. Stichting Pensioenfonds Imtech in liquidatie heeft na de overdracht geen verplichtingen aangegaan tot balansdatum. Ik heb dit betrokken in mijn oordeel. Vaststelling van de technische voorzieningen op de balansdatum is, gezien de afwezigheid van verplichtingen aangegaan tot balansdatum, achterwege gebleven. Mijn oordeel over de vermogenspositie is, gezien het ontbreken van tot de balansdatum aangegane verplichtingen, achterwege gebleven. Met inachtneming van het voorafgaande heb ik mij ervan overtuigd dat is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet, voor zover van toepassing in verband met de afwezigheid van verplichtingen aangegaan tot balansdatum. De premie heeft over 2012 niet bijgedragen aan herstel van de financiële positie. Het fonds heeft echter gebruik gemaakt van de eenmalig daarvoor door DNB toegestane “adempauze”. Amstelveen, 21 juni 2013 Drs. F.J. Sier AAG verbonden aan Mercer (Nederland) B.V.
50
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2012 van Stichting Pensioenfonds Imtech in liquidatie te Gouda gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2012 en de staat van baten en lasten over 2012 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.
Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van het pensioenfonds is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het verslag van het bestuur, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW). Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschatting neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van het pensioenfonds. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van het pensioenfonds gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Pensioenfonds Imtech in liquidatie per 31 december 2012 en van het resultaat over 2012 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW.
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het verslag van het bestuur, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het verslag van het bestuur, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Rotterdam, 21 juni 2013 MAZARS PAARDEKOOPER HOFFMAN ACCOUNTANTS N.V. Origineel getekend door drs. C.A. Harteveld RA
51
Bijlage
Verslag van het Verantwoordingsorgaan Op 23 mei 2013 heeft het verantwoordingsorgaan een concept jaarverslag 2012 evenals een accountantsverslag ontvangen. Het verantwoordingsorgaan heeft hierover op 11 juni 2013 vergaderd en is niet tot een unaniem oordeel kunnen komen. De vertegenwoordigers namens de werkgever en de actieve deelnemers zijn tot het volgende meerderheidsoordeel gekomen: Het verantwoordingsorgaan oordeelt positief over het handelen van het bestuur in 2012. Naar mening van het verantwoordingsorgaan wordt de afwikkeling van de liquidatie weloverwogen stapsgewijs uitgevoerd. Hierbij worden de belangen van alle bij het liquidatieproces betrokken partijen, waaronder de belangen van de overgedragen deelnemers naar zowel Stichting Pensioenfonds Metaal en Techniek, Stichting Pensioenfonds van de Metalektro als Delta Lloyd Levensverzekering N.V., niet uit het oog verloren. Het verantwoordingsorgaan roept het bestuur op om bij de werkgever er op aan te dringen om voor de groep gepensioneerden een vorm van voorwaardelijke indexatie in de toekomst te bewerkstelligen. De vertegenwoordiger namens de pensioengerechtigden komt in afwijking van het meerderheidsoordeel tot het volgende aanvullende oordeel: Voor de gepensioneerde deelnemers is door de collectieve waardeoverdracht de voorwaardelijke indexatie komen te vervallen. Hiermee zijn de belangen van de groep gepensioneerden onevenredig geschaad ten opzichte van de groep actieve deelnemers en premievrije deelnemers. Aan het bestuur wordt gevraagd om nogmaals bij de werkgever er op aan te dringen om voor de groep gepensioneerden de voortzetting van de bestaande voorwaardelijke indexatieregeling mogelijk te maken.
Reactie van het bestuur Het bestuur heeft kennisgenomen van het verslag, het oordeel en de aanbeveling van het verantwoordingorgaan. Het bestuur is het verantwoordingsorgaan erkentelijk voor het verslag. Helaas heeft het bestuur moeten constateren dat het verantwoordingsorgaan niet tot een unaniem oordeel heeft kunnen komen. Het bestuur wil ten aanzien van het advies van het verantwoordingsorgaan het volgende opmerken: Het bestuur heeft aan de werkgever verzocht of men bereid is om voor de inactieven een vorm van voorwaardelijke indexatie te bewerkstelligen. Uit een door het bestuur ontvangen schriftelijke toezegging van de werkgever, van 29 juni 2012 met betrekking tot de aanzuivering van de afwikkelingskosten van het pensioenfonds, staat vermeld waartoe de werkgever bereid is. De werkgever stelt zich garant, om binnen redelijke grenzen, de noodzakelijke aanvullende stortingen in Stichting Pensioenfonds Imtech in liquidatie te doen indien na de totstandkoming van de collectieve waardeoverdrachten mocht blijken dat het vermogen van Stichting Pensioenfonds Imtech in liquidatie onvoldoende is om de vereffeningsprocedure te doorlopen. Hiermee wordt bereikt dat het eigen vermogen van het pensioenfonds bij liquidatie op nihil zal uitkomen. Er worden door deze garantstelling van de werkgever geen rechten toegekend aan de nieuwe pensioenuitvoerders, de (gewezen) deelnemers, de pensioengerechtigden of andere aanspraakgerechtigden van Stichting Pensioenfonds Imtech of andere belanghebbenden behoudens Stichting Pensioenfonds Imtech in liquidatie.
52