Jaarverslag 2010
Stichting A+O fonds Rijk
© A+O fonds Rijk, Den Haag, 12 januari 2012 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, geluidsband, elektronisch of op welke andere wijze ook en evenmin in een retrieval systeem worden opgeslagen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
_____________________________________________________________________________________________ 2
Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Hoofdlijnen van het beleid 2.1 Projecten op eigen initiatief van het A+O fonds Rijk en van bestuurspartijen Subsidieverlening Communicatie 3. Projecten op eigen initiatief 3.1 Afgeronde projecten 3.1.1 Leer je Rijk 3.1.2 Kind in Zicht 3.1.3 Duurzame inzetbaarheid 50+ 3.2 Doorlopende projecten 3.2.1 Arbocatalogus 3.2.2 Pilots Werkdruk bij het Rijk 3.2.3 Loopbaanadvies 3.2.4 Subsidieregeling Blik vooruit 3.3 Kwaliteitsagenda Rijk 3.4 Projecten van de vakbonden of de werkgever Rijk 4. Subsidies arbeidsmarktprojecten en werkervaringsplaatsen 5. Organisatie
4 5 5 5 5 6 6 7 8 9 10 10 10 11 11 11 12 13 14
Bezoekadres Lange Voorhout 13 2514 EA Den Haag Postadres Postbus 556 2501 CN Den Haag Telefoon E-mail Internet
070-3765759
[email protected] www.aofondsrijk.nl
_____________________________________________________________________________________________ 3
1. Inleiding Het Arbeidsmarkt- en Opleidingsfonds voor de sector Rijk (A+O fonds Rijk) richt zich op activiteiten die rijksambtenaren helpen aan een topconditie op de interne en externe arbeidsmarkt. Deze activiteiten stimuleren rijksambtenaren in het ontwikkelen van realistische loopbaanwensen, zodat de werkgever steeds kan beschikken over een divers samengesteld personeelsbestand van voldoende, gekwalificeerde, gemotiveerde medewerkers. De doelgroep van het A+O fonds Rijk bestaat uit het personeel en de organisaties die onder de reikwijdte van het Sectoroverleg Rijkspersoneel (SOR) vallen, of op hun verzoek tot het fonds zijn toegelaten. Het A+O fonds Rijk is een stichting onder bestuur van werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers. Het bestuur van het A+O fonds Rijk maakt met dit jaarverslag het gevoerde beleid op hoofdlijnen inzichtelijk. Daarbij wordt vooral aandacht besteed aan de producten, opbrengsten en resultaten die in het verslagjaar 2010 publiek werden. Sommige lopende activiteiten leveren pas later resultaat op. Dat geldt ook voor de Kwaliteitsagenda Rijk, een veelomvattend proces dat in 2010 is gestart en ten minste tot 2015 doorloopt. Verderop in dit jaarverslag wordt nader op de Kwaliteitsagenda Rijk ingegaan.
_____________________________________________________________________________________________ 4
2. Hoofdlijnen van het beleid Het A+O fonds Rijk investeerde in 2010 in: • projecten op eigen initiatief van het fonds en van bestuurspartijen; • subsidies aan projecten op initiatief van werkgevers en werknemers in de sector; • communicatie om (de resultaten van) projecten onder de aandacht van de doelgroep te brengen.
2.1 Projecten op eigen initiatief van het A+O fonds Rijk en van bestuurspartijen Het doel van deze projecten is: • activiteiten ontwikkelen die bijdragen aan verbeteringen op de arbeidsmarkt; • gerichte kennis in de sector verzamelen, ontwikkelen en verder in de sector verspreiden via onder meer publicaties, (thema-)bijeenkomsten en via de website van het A+O fonds Rijk. Door de verspreiding van kennis kan de hele sector profiteren van de opgedane ervaringen. In 2010 zijn enkele lopende projecten afgerond en hebben de bestuurspartijen zich gericht op het ontwikkelen van de Kwaliteitsagenda Rijk. De thematische benadering op grond waarvan het fonds eerder zijn speerpunten koos, komt terug in de Kwaliteitsagenda Rijk.
2.2
Subsidieverlening
De subsidiëring van projecten uit het veld betrof in 2010 de volgende drie categorieën: • projecten die aansluiten bij de speerpunten van het A+O fonds Rijk uit voorgaande jaren danwel projecten die vooruitliepen op de onderwerpen uit de Kwaliteitsagenda Rijk; • arbeidsmarktprojecten; • werkervaringsplaatsen.
2.3
Communicatie
De website www.aofondsrijk.nl, de papieren en digitale nieuwsbrief waren ook in 2010 de belangrijkste algemene communicatiemiddelen, aangevuld met berichtgeving via de intranetten van rijksorganisatieonderdelen. In 2010 zijn er vier digitale nieuwsbrieven verschenen en twee gedrukte. Met een modernisering van de website is een start gemaakt. Vooral ter afsluiting van projecten zijn bijeenkomsten georganiseerd, veelal ook als podium voor de publicaties over deze projecten. De publicaties zijn zowel te downloaden van de website, als te bestellen bij het secretariaat van het fonds.
_____________________________________________________________________________________________ 5
3. Projecten op eigen initiatief In 2010 zijn twee projecten afgerond die het A+O fonds Rijk op eigen initiatief organiseerde, waaronder het langlopende project Leer je Rijk. Van deze projecten volgt een korte beschrijving. Enkele projecten uit voorgaande jaren hebben in 2010 opnieuw tot voortgezette activiteit van het fonds geleid. Tenslotte heeft een aantal projecten een kader gekregen in de Kwaliteitsagenda Rijk. We gaan achtereenvolgens op deze categorieën in.
3.1
Afgeronde projecten
3.1.1 Leer je Rijk Doel Doel van het project is de loopbaanmogelijkheden van medewerkers bij het Rijk te vergroten door verhoging van het kwalificatieniveau. De doelstelling was om 1000 extra duale trajecten en 2500 extra EVC-trajecten te verwezenlijken. Het project maakt onderdeel uit van de afspraken die zijn gemaakt in een intentieverklaring over het stimuleren van leren en werken. Deze intentieverklaring is door BZK en door de Samenwerkende Centrales Overheidspersoneel ondertekend en was onderdeel van de Lissabon-doelstelling en daarmee kabinetsbeleid. Activiteiten Onderstaande activiteiten zijn ondernomen om de doelstelling te behalen: • enthousiasmeren van de sector: hiertoe zijn informatiebrochures ontwikkeld voor werknemers en leidinggevenden. Er is over het project gecommuniceerd via de nieuwsbrieven, de website van het A+O fonds Rijk en er zijn er talrijke gesprekken met geïnteresseerde (onderdelen van) ministeries gevoerd; • adviseren en ondersteunen van (onderdelen van) ministeries over hoe het project in hun organisatie vorm te geven; • organiseren van het projectleidersoverleg. Tijdens deze bijeenkomsten is iedere keer een ander thema aan de orde geweest. Doel was om projectleiders van de ministeries hun ervaringen uit te laten wisselen en kennis te laten opdoen; • uitbrengen van een boekje met ervaringsverhalen over EVC; • het geven van workshops en het houden van lezingen aangaande EVC bij congressen; • organiseren van een congres voor Rijksmedewerkers werkzaam in de vakgroep DIV en in een managementondersteunende, administratieve functie; • organiseren van een voortraject voor een EVC voor Rijksmedewerkers werkzaam in de vakgroep DIV en in een managementondersteunende, administratieve functie. Resultaten • Leer je Rijk is in 2006 gestart en is eind 2009 afgesloten voor deelname. In 2010 is Leer je Rijk geëvalueerd. • Er zijn 30 rijksonderdelen benaderd, waarvan er 15 hebben deelgenomen aan het project. Desgewenst zijn de deelnemers geadviseerd en ondersteund bij het opzetten en uitvoeren van het project. De projectleiders die hiervan gebruik hebben gemaakt, zijn hierover tevreden. • Omdat de loopbaanmogelijkheden en –paden voor secretaressen en div-medewerkers beperkt zijn, zijn er extra activiteiten voor deze functiegroepen georganiseerd. Voor iedere groep is eerst een congres georganiseerd voor ongeveer 100 personen en als vervolg daarop een voorbereidingstraject EVC. In totaal hebben 39 secretaressen en 62 div-medewerkers dit voorbereidingstraject gevolgd. De workshops zijn beoordeeld met een 8,3 (secretaressen) en een 7,7 (div-medewerkers). Voor de leidinggevenden en projectleiders is een portfoliotraining georganiseerd. Deze is beoordeeld met een 7,6. _____________________________________________________________________________________________ 6
•
• •
•
De deelnemende ministerie-onderdelen hebben slechts in beperkte mate een beroep gedaan op het stimuleringsbudget: in totaal zijn er 306 EVC’s gedeclareerd en 258 duale trajecten. Het gerealiseerde aantal EVC’s en trajecten ligt echter aanzienlijk hoger. Bij een beperkte belronde werden 792 EVC’s en 188 duale trajecten gemeld. Tijdens het hele project heeft er tweemaandelijks interdepartementaal projectleidersoverleg plaatsgevonden met wisselende thema’s. Deze overleggen zijn erg gewaardeerd. De ervaringen uit het project zijn door middel van het boekje “Leer je Rijk in de praktijk: Ervaringen met EVC’s bij het Rijk” verspreid. Van het boekje zijn ongeveer 540 exemplaren aangevraagd. EVC en duale trajecten zijn blijvend op de kaart gezet, bijvoorbeeld doordat rijksonderdelen EVC als HRM-instrument hebben toegevoegd aan hun bestaande instrumentaria.
Leerpunten • Wisseling van projectleiders is een belemmerende factor. • Het (laten) ondertekenen van een intentieverklaring bleek een drempel te zijn voor rijksonderdelen om deel te nemen aan een project, terwijl een intentieverklaring juist ook een goed middel kan zijn om commitment te krijgen vanuit het hoger management. • Van het stimuleringsbudget is maar beperkt gebruik gemaakt. Bezwaren waren dat de gevraagde gegevens niet direct beschikbaar waren of dat de vergoeding per traject niet opweegt tegen de te maken kosten. • Doordat er weinig getekende intentieverklaringen zijn en er dus geen rapportagemomenten waren, was het lastig om op concrete resultaten te sturen. • Binnen de sector Rijk waren diverse ontwikkelingen gaande, waaronder de taakstelling, waardoor een beperkt deel van de rijksonderdelen bereid was extra tijd te investeren in instrumenten waarmee ze niet bekend was. De bereidheid tot deelnemen is er wel als het onderwerp past bij lopende activiteiten. Vervolgactiviteiten Het project is geëvalueerd en overgedragen aan de MobiliteitsOrganisatie van de Werkmaatschappij van het ministerie van BZK in 2010. Bruikbaarheid EVC en duale trajecten zijn HRM-instrumenten die goed inzetbaar zijn bij individuele ontwikkelingsvragen. Daarnaast kunnen de instrumenten worden ingezet voor groepen medewerkers bij afslanking, fusie en loopbaanontwikkeling. Met name EVC is bij veranderingen een positief instrument omdat het uitgaat van wat er aan kennis en ervaring bij een medewerker aanwezig is en niet bij wat er schort. Het geeft medewerkers meer zelfvertrouwen en eigenwaarde.
3.1.2 Kind in Zicht Doelstelling Kind in Zicht (KiZ) is een cursus die ontwikkeld is door het ExpertiseCentrum LEEFtijd, met als doel aanstaande en prille werkende ouders te ondersteunen bij het combineren van werk en gezin. Naast het A+O fonds Rijk hebben de Stichting SoFoKleS (universiteiten), de Stichting Algemene Ziekenhuizen en de directie Emancipatie van het Ministerie van OCW de pilot gefinancierd. Activiteiten Er zijn vier cursussen gegeven: drie in Den Haag en één in Zwolle. De cursus bestond uit drie dagdelen: het eerste dagdeel ging in op de eigen wensen, het tweede op de arbeidsvoorwaarden en financiën en tijdens het derde dagdeel hebben de deelnemers een persoonlijk plan van aanpak gemaakt. Voor het tweede dagdeel waren ook de partners uitgenodigd. De resultaten zijn bekend gemaakt in een bijeenkomst voor sociale partners en andere be_____________________________________________________________________________________________ 7
trokkenen. Ook is er sectorspecifiek informatiemateriaal ontwikkeld voor P&O’ers en leidinggevenden. Resultaten In totaal hebben 56 rijksambtenaren aan de cursus deelgenomen: 45 vrouwen en 11 mannen. Van de 45 vrouwen waren er 25 zwanger bij aanmelding. Het merendeel van de deelnemers was hoogopgeleid met veelal grotere deeltijdbanen (32+ uur). De gemiddelde score voor de cursus bedraagt een 7,3. De mate waarin de cursus de combinatie van werken en ouderschap positief ondersteunt, is gemiddeld beoordeeld met een 7,7. Indien de pilot een reguliere cursus zou zijn, zou 85% van de deelnemers de cursus aanbevelen aan andere collega’s. De cursus komt tegemoet aan de behoefte van de deelnemers om stil te staan bij het combineren van werken en zorgen. De deelnemers vinden dat de cursus hierin faciliteert met inspiratie, uitwisseling en informatie. Daarnaast levert de cursus daadwerkelijk input voor de werkgever. Bijna alle deelnemers hebben een cultuurmeter ingevuld, waarin zij hun organisatie beoordelen op flexibiliteit, houding van de leiding en collega’s, dialoog en communicatie. Over het algemeen vindt men dat de cultuur van het Rijk de combinatie van werken en zorgen faciliteert. Dit is vaak een trekker voor nieuwe mensen. In grote lijnen is men tevreden over flexibiliteit, houding en dialoog. Leerpunten Aandachtspunten zitten in kennis van leidinggevenden over verlofrechten en andere regelgeving rond zwangerschap en werkende ouders, toegankelijkheid van informatie en digitale registratie, de mogelijkheid om thuis te werken en loopbaanperspectieven voor deeltijders. Bij leidinggevenden kan meer onder de aandacht worden gebracht hoe belangrijk een regelmatig gesprek met werkende ouders is over arbeidsduur, werktijden en loopbaanperspectief. Vervolgactiviteiten Geen; mogelijk hebben afzonderlijke rijksorganisatieonderdelen de cursus in company laten geven. Bruikbaarheid De deelnemers hebben een bredere kijk op hun mogelijkheden gekregen. De cursus zou af en toe herhaald kunnen worden om jonge medewerkers te binden.
3.1.3 Duurzame inzetbaarheid 50+ Doelstelling Het doel van dit project is het introduceren en uittesten van diverse instrumenten ten dienste van de duurzame inzetbaarheid van oudere medewerkers. Het vergroten van inspiratie bij medewerkers om ook de laatste jaren van hun loopbaan met plezier te blijven werken, staat centraal. Activiteiten Het project bestond uit vier deelplannen, namelijk: • aandacht voor levensfasen door leeftijddagen voor verschillende leeftijdgroepen, bij Belastingdienst Oost; • personal workability scan, bij het ministerie van SZW; • training van coaches en coaching van ouderen naar een tweede carrière, bij het ministerie van Financiën, de Belastingdienst/Douane Zuid, het ministerie van Verkeer en Waterstaat en Rijkswaterstaat; • training loopbaanontwikkeling voor 50+’ers, bij het ministerie van SZW. Resultaten _____________________________________________________________________________________________ 8
De deelprojecten hebben niet alleen aan de deelnemende dienstonderdelen, maar in het bijzonder ook aan de overkoepelende projectgroep uitgebreide ervaring opgeleverd over de mogelijkheden om oudere medewerkers en hun leidinggevenden in dialoog te brengen over de specifieke aandachtspunten van de doelgroep. De ervaringen uit het project zijn uitgebreid geëvalueerd. Vervolgactiviteiten De ervaringen worden verwerkt in de verdere invulling van het thema duurzame inzetbaarheid in het kader van de Kwaliteitsagenda Rijk, het Senior-programma. Bruikbaarheid De kennis opgedaan in dit project wordt direct doorgegeven aan vervolgactiviteiten in het kader van de Kwaliteitsagenda Rijk.
3.2 Doorlopende projecten 3.2.1 Arbocatalogus Doelstelling Een arbocatalogus tot stand brengen die: • een geaccepteerd niveau van bescherming biedt, gebaseerd op de laatste stand van de wetenschap en de meest voorkomende arbeidsrisico’s in de sector; • (uiteindelijk) voor alle medewerkers bij het Rijk (met uitzondering van defensiepersoneel) beschikbaar is. Ontwikkelingen • Met het oog op het te bereiken draagvlak wordt zo veel mogelijk gebruik gemaakt van informatie die de gebruikers op de departementen zelf aanleveren. • Drie prioritaire arbeidsrisico’s worden als afzonderlijk thema in drie deelcatalogi beschreven, namelijk Beeldschermwerk, Agressie & geweld en Werkdruk. Beide laatste thema’s zijn onderdeel van het bredere in de Arbowet genoemde thema ‘psychosociale arbeidsbelasting’ (PSA). • De overige onderdelen van het thema PSA, zoals pesten en (seksuele) intimidatie, moeten worden beschreven in een vierde deelcatalogus, samen te vatten onder de noemer ‘Ongewenste omgangsvormen’. Resultaten • Na de deelcatalogus Beeldschermwerk is in 2010 de deelcatalogus Agressie & geweld ter toetsing aan de Arbeidsinspectie aangeboden en goedgekeurd. • Voor de deelcatalogus Werkdruk en overige PSA is een zg. ‘battle of concepts’ uitgeschreven, met als doel dat uit een brede kring van ‘young professionals’ ideeën worden gegenereerd. Begin 2011 wordt hiervan de opbrengst verwacht.
3.2.2 Pilots Werkdruk bij het Rijk Doelstelling Het d.m.v. pilotprojecten ontwikkelen van goede praktijkvoorbeelden om werkdrukproblemen aan te pakken bij het Rijk. Belangrijke uitgangspunten bij de pilots zijn: medewerkers meer invloed geven om hun werkdruk te regelen en managers verplichten een geconstateerde onbalans op te heffen tussen belasting en belastbaarheid. Activiteiten In 2008 en 2009 zijn negen pilots uitgevoerd bij vier onderdelen van de rijksoverheid. Op 25 maart 2010 heeft het A+O fonds Rijk een themamiddag ‘Werkdruk’ georganiseerd. Tij_____________________________________________________________________________________________ 9
dens de bijeenkomst werden de uitkomsten van de pilots gepresenteerd, vertelden enkele panelleden over hun specifieke ervaringen met de pilots en zijn de deelnemers in de gelegenheid gesteld de aanpak van werkdruk in de eigen organisatie aan de orde te stellen. Op 25 mei 2010 heeft een tweede themamiddag over werkdruk plaatsgevonden, specifiek voor medewerkers van de Belastingdienst en (landelijke) or-leden. Vanwege het succes van de pilots, de themabijeenkomsten en de toenemende aandacht voor dit thema in het kader van de Arbo-wet- en regelgeving, heeft het A+O fonds Rijk subsidie beschikbaar gesteld voor nieuwe projecten werkdruk. In 2010 zijn enkele ministeries (Justitie, OCW en BZK) met steun van het fonds een of meer projecten werkdruk gestart en zijn tevens de mogelijkheden verkend voor gelijknamige projecten bij RWS, DJI en de Belastingdienst. Resultaten De deelnemende organisaties aan de pilots zijn enthousiast over de bereikte resultaten, doordat inzicht is verkregen in de problemen die tot de werkdruk hebben geleid en daarnaast handvatten zijn geboden om de werkdruk beheersbaar te maken en te houden. In februari 2010 zijn de publicatie ’Het kan ook anders’ en het factsheet ‘De 12 belangrijkste succesfactoren voor werkdrukbeheersing’ gepubliceerd. Leerpunten De leerpunten zijn uitgebreid beschreven in de bovengenoemde publicaties. Op procesniveau zijn 12 succesfactoren gedefinieerd om in het oog te houden bij het opzetten van een werkdrukproject: 1. Een goede analyse van de stand van zaken met betrekking tot werkdruk, levert inzicht en biedt houvast voor het verdere traject. Keuzes kunnen beter worden onderbouwd. 2. Een project voor werkdrukbeheersing moet aansluiten bij de ontwikkelingen en initiatieven in de organisatie en mag daarmee zeker niet conflicteren. 3. Stel een interne projectgroep in en werk met een concreet plan van aanpak. 4. Voor slagkracht en draagvlak is het wenselijk dat managementteam, middenkader en werkvloer in de projectgroep vertegenwoordigd zijn. 5. Regel een goede procesbegeleider, bij voorkeur iemand van buiten het team, afdeling of organisatie. 6. Zorg voor een blijvende betrokkenheid van management, middenkader en werkvloer bij het project. 7. Leer door te doen. Doe ervaring op met één team of afdeling en rol daarna desgewenst uit naar de rest van de organisatie. 8. Kies voor een bottom-up aanpak. Goede ideeën komen vaak van de werkvloer. Door medewerkers serieus te nemen, ontstaat meer draagvlak en worden medewerkers zich bewust van hun eigen verantwoordelijkheden en regelmogelijkheden. 9. Maak gebruik van de praktische ervaringen van anderen. Organiseer bijvoorbeeld een werkbezoek of werkbijeenkomst bij een andere organisatie. 10. Besteed aandacht aan een goede communicatie. 11. Benut de kracht van behaalde successen. Een goed verandertraject is mensenwerk. Elke organisatie is uniek. Bij het aanpakken van werkdruk is het succes van het project in grote mate afhankelijk van de steun en inzet van de medewerkers. 12. Veranker het project in de organisatie. Voer het project stap voor stap uit met verschillende geledingen uit de organisatie. Als het nut en de noodzaak van de aangedragen oplossingen worden ingezien, verloopt de invoering van de verbeteringen soepeler. Vervolgactiviteiten In 2010 zijn enkele nieuwe pilots gestart. Bruikbaarheid De pilots hebben geresulteerd in zes werkzame benaderingen om werkdruk bij het Rijk aan te pakken. De uitkomsten van de pilots op het gebied van ‘factor tijd, roostermanagement, _____________________________________________________________________________________________ 10
activiteitenanalyse, resultaatgericht samenwerken, integrale teams en managentdevelopment’ bieden ook andere ministeries handvatten om aan de slag te gaan met de aanpak van werkdruk.
3.2.3 Subsidieregeling Loopbaanadvies In 2010 is voor rijksmedewerkers die drie jaar of langer dezelfde functie vervullen, de mogelijkheid geopend gebruik te maken van de regeling ‘Loopbaanadvies’ van het A+O fonds Rijk. Via een subsidie van maximaal € 1.500 kan de rijksmedewerker zelf op zoek gaan naar een CMI-geregistreerde, professionele loopbaandeskundige die hem of haar ondersteunt bij het maken van afspraken over de verdere loopbaan. De regeling geldt voor rijksambtenaren die de afgelopen drie jaar of langer dezelfde functie, dan wel een vergelijkbare of uitwisselbare functie hebben vervuld. Volgens de ARAR artikel 71b mag een ambtenaar eenmaal per vijf jaar een vertrouwelijke loopbaanscan doen.
3.2.4 Subsidieregeling Blik vooruit Met deze subsidieregeling wil het A+O fonds Rijk rijksambtenaren, die drie jaar of langer hetzelfde werk doen, stimuleren hun loopbaanperspectieven te vergroten. Dat houdt in dat ze zelf het initiatief nemen een cursus of opleiding te volgen die niet direct te maken heeft met hun huidige werkzaamheden. De vergoeding bedraagt maximaal € 1.000 per persoon. Voor de uitvoering van de regeling is een budget beschikbaar van maximaal 1 miljoen euro. De regeling is gestart in 2009 en in 2010 voortgezet. Eind 2010 is de regeling door het bestuur van het A+O fonds Rijk verlengd tot (ten minste) medio 2011.
3.3 Kwaliteitsagenda Rijk In de loop van 2010 hebben de sociale partners in de sector Rijk zich in het zg. Visietraject Organisatie- en personeelsbeleid Rijk georiënteerd op de gewenste ontwikkelingsrichting van de rijksoverheid in de jaren 2015-2020 en het te voeren beleid om die rijksdienst van de toekomst te realiseren. In de toekomstige rijksdienst staat de aanpak van maatschappelijke thema’s centraal. De rijksdienst is mensgericht, themagestuurd en aantrekkelijk voor medewerkers. Om die rijksdienst te realiseren zullen talentmanagement, leiderschap en medewerkerschap, maatwerkafspraken en experimenten van onderop in de komende jaren centraal staan in het P&O-beleid. In 2009 was al besloten dat het A+O fonds Rijk zijn activiteiten in sterke mate op de onderwerpen van het Visietraject zou gaan richten. In 2010 is dit tot uitvoering gebracht door steun aan en aanzienlijke investeringen in de Kwaliteitsagenda Rijk, waarin zowel nieuwe als doorlopende activiteiten zijn samengebracht. In totaal is een bedrag van € 1,7 mln in 2010 bestemd voor de onderdelen van de Kwaliteitsagenda. De agenda richt zich op uiteenlopende onderwerpen als: • Aanpak agressie en geweld Rijk • Gezond werken • Balans werk-privé • Senior-programma • Behoud en doorstroom van een gevarieerd personeelsbestand • Invoering loopbaanlijnen en leerlijnen • Versterking Rijksbrede mobiliteit • Versterking secretaressefunctie • Mediation en Conflictbemiddeling • HR-vaardigheden van leidinggevenden • Sociale (re-)integratie • Professionele ruimte • _____________________________________________________________________________________________ 11
De uitwerking van deze onderwerpen wordt per onderwerp door een stuurgroep van werkgevers en werknemers aangestuurd. In 2011 zullen de eerste resultaten beschikbaar komen. Om de deelname in dit proces van de kant van de vakbonden te borgen, ontvangen de Samenwerkende Centrales van Overheidspersoneel (SCO) een tegemoetkoming van in totaal € 0,75 mln, waaruit ca. 7 fte personeel kan worden gefinancierd (inclusief huisvesting, automatisering, overhead). Daarnaast zetten de SCO capaciteit in uit eigen middelen. De SCO leggen jaarlijks verantwoording af over de besteding van de middelen die zij ontvangen uit het A+O fonds Rijk.
3.4 Projecten van de vakbonden of de werkgever Rijk Op initiatieven van de vakbonden en de werkgever Rijk heeft het fonds subsidies verstrekt voor een totaalbedrag van € 774.551 als hieronder gespecificeerd. Organisatie CNV Publieke Zaak Ministerie van BZK Belastingdienst Belastingdienst Ministerie van BZK Ministerie van BZK Ministerie van BZK Belastingdienst Totaal
Doel Vertaling boek Beroepstrots Samenwerken aan Mobiliteit Serious gaming Vrijmaken van onbenut vermogen Werken in balans Evaluatie sociaal flankerend beleid Studenten- en docentenopdrachtenmarkt Duurzame inzetbaarheid
Subsidiebedrag € 47.600 € 108.000 € 175.356 € 50.000 € 175.000 € 82.000 € 96.595 € 40.000 € 774.551
_____________________________________________________________________________________________ 12
4. Subsidies arbeidsmarktprojecten en werkervaringsplaatsen Voor arbeidsmarktprojecten verstrekt het A+O fonds Rijk subsidies aan organisaties uit de rijksdienst. Ook bij het creëren van werkervaringsplaatsen kunnen zij het fonds om een subsidie vragen. Aanvragen kunnen het gehele jaar worden ingediend. Hierdoor is het voor aanvragers mogelijk om in te spelen op de actualiteit, zonder gehinderd te worden door de beleidscyclus van het fonds. De ingediende aanvraag wordt beoordeeld door het bestuur van het A+O fonds Rijk op advies van het secretariaat, aan de hand van de jaarlijks vastgestelde subsidievoorwaarden. Het secretariaat kan hulp bieden bij het opstellen van de subsidieaanvraag en kan een indicatie geven of het idee aansluit bij de beleidslijnen van het A+O fonds Rijk. De aanvragen worden behandeld in de vergadering van het bestuur. De data waarop deze vergaderingen plaatsvinden, staan vermeld op de website van het fonds. Het blijft mogelijk dat de aanvrager voor (onderdelen van) projecten ook subsidie aanvraagt bij andere subsidiegevers. Het secretariaat kan aanvragers desgewenst informeren over de mogelijkheden van relevante subsidieregelingen. Er mag echter geen sprake zijn van dubbele financiering van activiteiten. Het A+O fonds Rijk heeft in 2010 nieuwe subsidies toegekend voor een bedrag van € 275.490, waarvan € 169.790 voor arbeidsmarktprojecten en € 105.700 voor werkervaringsplaatsen. Arbeidsmarktprojecten Het A+O fonds Rijk heeft in 2010 de volgende arbeidsmarktprojecten nieuw gesubsidieerd: Organisatie Ministerie van LNV Ministerie van BZK St. Jonge Ambtenaren Ministerie van V&J, DJI Totaal
Project Pilot OR-werk=Werk Vrijmaken van onbenut vermogen Jonge Ambtenarendag 2011 Flexibilisering
Subsidiebedrag € 15.615 € 50.000 € 6.675 € 97.500 € 169.790
Werkervaringsplaatsen In 2010 is een subsidie van € 105.700 toegekend aan Rijkswaterstaat voor de creatie van werkervaringsplaatsen voor hoogopgeleide vluchtelingen.
_____________________________________________________________________________________________ 13
5. Organisatie Bestuurssamenstelling Het bestuur van het A+O fonds Rijk bestaat uit een Algemeen bestuur en een Dagelijks bestuur. Algemeen bestuur Werknemersvertegenwoordigers de heer J.W.A. Dieten (ABVAKABO FNV), voorzitter; de heer A.M.G. Lohman (CNV Publieke Zaak), tot 1 september 2010; de heer R. Leloux (CNV Publieke Zaak), per 1 september 2010; de heer P.J.F. Wulms (AC); de heer W.B.M. Treu (CMHF), plv. voorzitter. Plaatsvervangers werknemersvertegenwoordigers vacature (ABVAKABO FNV); de heer R.G.W. van Dael (CNV Publieke Zaak), tot 1 september 2010; mevrouw M. Wendt (AC); de heer J.S. Hut (CMHF). Werkgeversvertegenwoordigers mevrouw E.H. Schreuder (Ministerie van BZK), secretaris/penningmeester; mevrouw S.M. Schneider (Ministerie van Justitie); de heer P.W.M. Bots (Belastingdienst); de heer J.H. Maas (Ministerie van SZW). Plaatsvervangers werkgeversvertegenwoordigers mevrouw G. Hovius (Ministerie van BZK); de heer J.M. Haringman (Ministerie van Justitie); de heer W.M. Kort (Belastingdienst), tot 1 februari 2010; mevrouw M.A. de Feijter (Belastingdienst), per 1 februari 2010; mevrouw A. Straub (Ministerie van SZW). Dagelijks bestuur de heer J.W.A. Dieten (ABVAKABO FNV); mevrouw E.H. Schreuder (Ministerie van BZK). Bureau A+O fonds Rijk Het A+O fonds Rijk wordt ondersteund door het CAOP. Ambtelijk secretaris: de heer J.C.M. Pijpers (waarnemend).
_____________________________________________________________________________________________ 14