2011
Jaarverslag Pioneering
‘Met kennis meer macht’ In het jaar 2011 hebben we met een groeiend aantal deelnemers van Pioneering wederom gewerkt aan een sterkere bouw in Twente en een versterking van ons netwerk, ook buiten de regio. Als voorzitter van het bestuur ben ik daar best trots op. In een tijd van recessie is het goed om te merken dat een groot aantal bouw- en bouwgerelateerde bedrijven wil blijven innoveren. Maar ook de kennisinstellingen ondersteunen dit proces door het ontwikkelen van nieuwe technologieën en door de ontwikkelde kennis die uit pilots voortvloeien te implementeren in de opleidingen. Hierbij draagt Pioneering bij aan een kennispositie waar we mee voor de dag kunnen komen. We merken dat steeds meer bedrijven en instellingen van buiten de regio ook kijken hoe er in onze Twentse Pionieerskeuken wordt gekookt om vervolgens zelf met deze informatie aan de slag te gaan!
Op de goede weg Met name het feit dat meer dan 120 deelnemers in het jaar 2011 zo’n € 15 miljoen hebben geïnvesteerd geeft wel aan dat we op de goede weg zijn met onze rol als aanjager, verbinder en versneller bij vernieuwing in de bouw. Daarnaast hebben de bestuurders van de Provincie Overijssel en de Regio Twente het belang van Pioneering onderkend door een tweede subsidie te verlenen voor de periode tot oktober 2013. Nieuwe initiatieven Heel bijzonder is de wijze waarop Twentse opdrachtgevers zich het afgelopen jaar gecommitteerd hebben aan de regionale innovatieinspanningen. Op 2 februari hebben twaalf partijen het Twents Opdrachtgevers Convenant ondertekend. Hieraan is inmiddels vervolg gegeven door het oprichten van het Twents Opdrachtgevers Forum. Pioneering ontwikkelt zich hiermee tot een krachtig platform waarmee projecten in de praktijk tot stand komen. Opdrachtgevers en bouwers brengen vernieuwing in de praktijk en kunnen daardoor samen hiervan profiteren. Samenwerking Onze tien werkplaatsen zoeken steeds meer elkaars gezelschap op. Dit zien we tot uiting komen in pilots die gezamenlijk worden uitgevoerd en multidisciplinaire bijeenkomsten die we steeds vaker organiseren. In het najaar heeft voor de derde keer ons jaarevenement plaatsgevonden. Een
| pagina 2 |
| pagina 3 |
bijeenkomst waar bijna 400 deelnemers aanwezig waren. Ook hier stond een vernieuwende manier van samenwerken centraal. Alleen al de grote opkomst geeft aan dat iedereen zich inmiddels bewust is dat we het niet alleen kunnen. Samenwerking, en dus elkaar versterken, is van groot belang Gestaag verder Ook in 2011 hebben we nieuwe kansen aangepakt om onze vergaarde expertise te delen met de bouwkolom. Een goed voorbeeld hiervan is de samenwerking met de Gemeente Enschede en de Enschedese woningcorporaties in hun programma Duurzaam Wonen en Werken in Enschede. Binnen dit programma worden de komende 15 jaar 40.000 woningen energetisch gerenoveerd. Hoe dit project verloopt zullen we zeker met onze relaties delen. Tot slot In dit jaarverslag willen we u een beeld geven van activiteiten, bijeenkomsten, lopende en opgeleverde resultaten van het jaar 2011. Deze projecten en bijeenkomsten hebben we met en door de deelnemers tot stand kunnen brengen. Ook in 2012 hopen wij dit samen met alle deelnemers op dezelfde wijze voort te mogen zetten naar alle tevredenheid van iedereen. Ik wens u veel leesplezier, Drs. Jan Bron Voorzitter Stichting Pioneering
Jaarverslag 2011 - Pioneering Inhoudsopgave:
Voorwoord door Jan Bron “Met kennis meer macht” 1. Door het vizier van de Regio 2. Pioneering en de kennisinstellingen • Universiteit Twente • Saxion • ROCvanTwente 3. Evenementen en ontmoetingen 4. Werkplaats “Vernieuwend Ondernemen in de Bouw” • Programmabureau • Twents OpdrachtgeversForum 5. Cluster Integraal Bouwen • Werkplaats Systems Engineering • Werkplaats Building Information Modelling 6. Cluster Industrieel Bouwen & Productontwikkeling • Werkplaats Individueel Duurzaam Flexibel Bouwen • Werkplaats Master Industrieel Ontwerp • Werkplaats Productontwikkeling 7. Cluster Verduurzamen Bestaande Bouw • Werkplaats Conversie en Hergebruik • Werkplaats Resultaatgericht Vastgoedonderhoud • Werkplaats Klimaat Neutraal Renoveren 8. Cluster Innovatie in de GWW • Werkplaats Innovatieve Toepassingen in de GWW 9. Financiën 10. Vooruitblik, met het oog op PIO 3.0
| pagina 4 |
| pagina 5 |
Door het vizier van de Regio We maken momenteel economisch woelige tijden door, dat zal niemand ontkennen. En daar ontkomt niemand aan, inwoners niet en bedrijven niet. Geen enkele branche ontkomt hier aan, en al helemaal niet de bouw. Reden temeer om nog eens terug te kijken op de positieve zaken die we in dit jaarverslag kunnen lezen. Door kritisch te kijken leren en groeien we weer. Innovatie is de opstap naar verbetering van de sociaal-economische structuur van Twente.
De gemeenten maken samen met provincie, instellingen en bedrijfsleven Twente tot een economisch duurzame en sterke regio. Via een ontwikkelingsprogramma van circa tien jaar, dat Regio Twente samen met de Twentse gemeenten en de provincie de komende jaren wil uitvoeren, maken de partijen de ambities van Twente op sociaaleconomisch en ruimtelijk terrein in gezamenlijkheid waar. De bouw is van oudsher voor Twente een belangrijke bedrijfstak. Dat deze branche in zwaar weer verkeert en nog niet echt veel zicht heeft op betere tijden is duidelijk. Toch moeten we niet vergeten hoeveel vooruitgang we boeken met innovatieprogramma’s die binnen Twente volop tot ontwikkeling zijn gekomen. Door de nauwe samenwerking tussen instellingen voor onderzoek en onderwijs met overheid en ondernemers is dit mogelijk. Deze ‘4 O’s” zijn in Twente van oudsher sterk met elkaar verbonden. Twente kan trots zijn op resultaten die ook buiten de landsgrenzen worden opgemerkt. Twente is een regio die gewend is ruimte te bieden aan innovaties; denk aan de metaalen textielsector en aan de Universiteit Twente.
Ondernemerschap vormt de motor voor innovaties. Dit geeft Twente de extra kracht om door te groeien tot een internationale kennisregio. De samenwerking tussen onderwijsinstellingen en bedrijfsleven kan alleen succesvol zijn en leiden tot innovatie als het onderwijs inspeelt op de tekorten en wensen die er zijn binnen de arbeidsmarkt. Pioneering speelt hierbij binnen Twente dé verbindende rol voor de bouwbranche. Belangrijk is hoe jonge mensen kunnen worden gemotiveerd om weer voor een beroep in de bouw te kiezen. Hierop kan onze regio inspelen door de afstudeerders banen op hun niveau aan te bieden. Daarom stellen we in Twente de komende tijd het onderwijs centraal. Door kennis in Twente goed te borgen, creëren we een beter uitgangspunt. We profiteren hiervan door werk op te leveren van een hoger niveau. En dit maakt ons niet alleen aantrekkelijk binnen de regio, maar ook ver daarbuiten. Peter Den Oudsten Voorzitter Regio Twente Burgemeester Gemeente Enschede
De Regioraad Twente en Provinciale Staten van Overijssel hebben eind juni 2007 samen het startschot gegeven voor de ‘Agenda van Twente’. Dit initiatief moet een productief, welvarend Twente tot stand brengen waar mensen prettig wonen, werken en recreëren. Hiertoe hoort de Twentse Innovatieroute, die tot uitdrukking komt in het regionaal investeringsfonds Innovatieplatform Twente (IPT). Stichting Pioneering maakt hier onderdeel van uit.
| pagina 6 |
| pagina 7 |
Pioneering en de kennisinstellingen Universiteit Twente Faculteit Construerende Wetenschappen De faculteit CTW, Construerende Technische Wetenschappen (in het Engels: Engineering Technology) heeft als belangrijkste ‘product’ : een jonge man of vrouw; die een prima opleiding heeft gehad; die een mooi diploma heeft behaald; die met de “poten in de modder” de wereld kan veranderen en daar leiding aan kan geven. Vanuit die opdracht geven we Onderwijs en doen we Onderzoek. En dat doen we in de wereld van de Civiele Techniek, de Werktuigbouwkunde en Industrieel Ontwerpen Zoiets kun je niet doen zonder een goed contact met marktpartijen, het afnemende veld. Nu is het zo dat die marktpartijen niet als vanzelf een soepele toegang hebben tot de Universiteit. In het bijzonder als het gaat over MKB-ers dan zijn er nog vele stappen te nemen om te komen tot betere contacten. Ook als het gaat over gezamenlijk onderzoek is de weg bezaaid met hordes. We proberen op dat gebied onderwerpen aan te snijden die voor meerdere partijen interessant zijn en die een soort pre-competitive karakter hebben. Dat doen we dan met groepjes van MKB-ers die samen een ‘club’ vormen. Omdat we, vanuit onze opdracht, veel hebben met de “buitenwereld” (gezien vanuit de universiteit) willen we in die relatie investeren; de wil is er. U ziet het al: Pioneering past voortreffelijk in dat
Harrie v. d. Kroonenberg Oud Rector Magnificus van de UT Vader en Motor van de Ondernemende Universiteit Gepositioneerd daar waar het begon: Horst/Werktuigbouwkunde
| pagina 8 |
| pagina 9 |
model. Pioneering is voor CTW één van de Interface Organisaties in het veld tussen de Markt en de Faculteit. Samenwerken met een organisatie als Pioneering is voor ons van groot belang. Natuurlijk gaat dat ook weer met vallen en opstaan maar de Willensbildung is er. Rikus Eising Decaan CTW, Universiteit Twente
Pioneering en de kennisinstellingen Saxion Academie Ruimtelijke Ontwikkeling en Bouw De academie Ruimtelijke Ontwikkeling en Bouw van Saxion heeft de laatste jaren een aantal stappen in ontwikkeling door gemaakt. De studenten belanden na hun studie momenteel in een markt die behoorlijk onder druk staat. Saxion wil garant staan voor een goede aansluiting van het onderwijs naar de markt. Dit kunnen wij alleen borgen als we innoveren in het onderwijs. En daarbij hebben we het bedrijfsleven nodig.
De regio Twente staat bekend om de bouwwereld. Bij de start van Pioneering heeft Saxion aangegeven de kar van innovatie te willen trekken. Wij maken als academie momenteel nog steeds een lichte groei van 4% door. Dat vinden we gezien de stand van zaken in de bouw best bijzonder. De innovatie in het onderwijs vindt voornamelijk na de eerste twee basisjaren plaats. In het 3de en 4de jaar is er de mogelijkheid om studiegerelateerde minoren te volgen. Pioneering vervult hierbij voor de minoren “BIM” en “IDF” vanuit hun programma een substantiële rol. Sinds de oprichting van Pioneering hebben we als opleiding volop meegedraaid in projecten die door hun deelnemers geïnitieerd zijn. De studenten kunnen hierdoor de theorie ook gelijk in de praktijk uitvoeren. Hierbij valt te denken aan het meten en vergelijken van waarden, het werken met speciale softwareapplicaties voor procesoptimaliserende bouwmodellen en het ontwerpen van flexibele bouwcomponenten. Hierbij is de kennismaking met het bedrijfsleven, hun processen en wijze van werken
| pagina 10 |
| pagina 11 |
ook en extra leerproces dat ze gelijktijdig mee kunnen pikken. Pioneering biedt onze opleidingen een sprinkplank naar de vernieuwing in de praktijk. Deze kennis nemen we mee in ons onderwijs zodat we samen klaar zijn voor de toekomst. Raimond Bartelink Directeur Academie Ruimtelijke Ontwikkeling en Bouw Saxion
Pioneering en de kennisinstellingen MBO College voor Bouw, Infra & Interieur ROC van Twente Het MBO College voor Bouw, Infra & Interieur van het ROC van Twente heeft in 2011 deelgenomen aan een tweetal projecten in het kader van Pioneering. Zo heeft een aantal derdejaars studenten van onze BOL 4-opleiding Middenkaderfunctionaris Bouw en Infra binnen de Werkplaats “Conversie en Hergebruik” onderzoek gedaan naar een mogelijk nieuwe bestemming van een drietal gebouwen: The Corridor in Enschede, evenals de Ariënsschool en het voormalige badhuis in Hengelo. Dankzij dit project van Pioneering kwamen ze op plaatsen waar ze normaal niet zo gauw terecht zouden komen. Hierdoor hadden deze studenten niet alleen de mogelijkheid om een kijkje te nemen in historische gebouwen, maar bezochten ze ook een archief en spraken ze met medewerkers van een gemeente. Het was volgens één van onze docenten voor hen een eye-opener hoe gemeentes tegen bestemmingsplannen en herbestemmingen aankeken. Wat het ROC van Twente belangrijk vindt, is dat onze studenten en docenten door deelname aan zo’n project een bredere kijk krijgen op de Bouwkunde dan wanneer ze alleen met nieuwbouw bezig zijn. Het thema herbestemming wordt steeds actueler, dus moet het zeker in het onderwijs een prominente plaats krijgen.
| pagina 12 |
| pagina 13 |
Een tweede project betreft de Werkplaats “Innovatieve toepassingen in de GWW.” Met het project “GIS is gaaf” gaan we jongeren van 12 tot 16 jaar warm maken voor toepassingen met GIS (Geografische Informatie Systemen). Hiervoor wordt een spel ontwikkeld, afgeleid van het bestaande bordspel Scotland Yard, waarin de jongeren (als “detectives”) de opdracht krijgen ene “Mister X” (een voortvluchtige boef) te lokaliseren. Dit spel kan gespeeld worden in een stad, maar ook bijvoorbeeld in een bos. Door slim gebruik te maken van GIStoepassingen (o.a. GPS), leren de jongeren hoe ze zoveel relevante informatie over hun omgeving en over de positie van de “boef” kunnen inwinnen, dat ze hem langzamerhand in het nauw kunnen brengen en aan kunnen houden. Kortom: we zijn er blij mee, dat Pioneering ons met deze projecten een extra stimulans biedt om nieuwe items met studenten en docenten te delen. Wij staan open voor elke innovatie, zeker als deze leidt tot een nauwere samenwerking met het bedrijfsleven, kennisinstellingen en de overheid. Jan Ooms Directeur MBO College voor Bouw, Infra & Interieur ROC van Twente
Evenementen en bijeenkomsten Kick off werkplaats Building Information Modeling, 12 januari Op 12 januari vond de oficiele kick off plaats van de werkplaats Building Information Modeling. Op deze middag waren bijna 80 geïnteresseerden bijeen om over deze tool geïnformeerd te worden en te discussiëren. Binnen het bouwproces kan iedere partner de rol van regisseur op zich nemen. In de praktijk komt het er op neer dat de diegene die het risico draagt ook de regierol heeft. Hieruit blijkt dat men vertrouwen heeft in het proces.
Kennistafelbijeenkomst Gemeente Almelo, 24 januari Gemeente Almelo organiseerde voor ondernemers uit de Gemeente Almelo een Kennistafelbijeenkomst in het Polman stadion. Deze bijeenkomst richtte zich op bedrijven in de bouw, de maakindustrie en de facilitaire dienstverlening. Pioneering was betrokken bij de invulling van het thema kansen zien in duurzaamheid, energie en innovatie. Nieuwjaarsborrel werkplaats Conversie & Hergebruik in samenwerking met de Stichting Vastgoedrapportage Twente , 27 januari In parklocatie “de Vierjaargetijden “ kwamen deelnemers uit zowel het netwerk van Pioneering als dat van de Vastgoedrapportage Twente bijeen. Tachtig studenten hebben in opdracht van de werkplaats Conversie en Hergebruik gedurende twee maanden gewerkt aan 3 conversieprojecten
in Enschede. Zij waren op deze middag aanwezig zijn om hun bevindingen aan de deelnemers toe te lichten. De werkplaats Conversie & Hergebruik reikte deze middag aan de winnaars de Pioneering Conversie Prijs uit. De prijs werd uitgereikt aan studenten van Saxion (Vastgoed & Makelaardij en Planologie) met het beste conversie plan.
Congres “Ondernemend Samenwerken”, 2 februari Op de Universiteit Twente vond het congres “Ondernemend samenwerken” plaats. Deze bijeenkomst werd bezocht door zo’n 180 deelnemers. Voorafgaand aan het congres vond een besloten politiek debat plaats met als thema “Vernieuwend opdrachtgeverschap”. Zo’n 40 deelnemers, waaronder overheidsfunctionarissen en beslissers uit de bouwsector, discussieerden naar aanleiding van 5 stellingen over dit onderwerp. Centraal in dit tweede deel van het congres stond het informeren en inspireren van overheid en marktpartijen in de infraen B&U sector over de mogelijkheden, meerwaarde, successen en kansen op het gebied van samenwerken met de markt.
| pagina 14 |
Tweede beschikking, 2 februari Tijden het middaggedeelte van het congres “Ondernemend Samenwerken” werd de tweede beschikking voor Pioneering bekend gemaakt. Voor een volle zaal werd na het welkomstwoord van Jan Bron aan Stichting Pioneering een bouwwerk van stenen aangeboden door Carrie Abbenhues(gedeputeerde provinciale staten), Theo Schouten(voorzitter Regio Twente) en Arie Kraaijev eld(InnovatieplatformTwente) als symbool voor de toekenning van de beschikking voor 5 miljoen euro. Iedereen benadrukte op zijn eigen wijze het belang van een platform als Pioneering voor innovatie van de Twentse bouw.
Ondertekening convenant Vernieuwend Opdrachtgeverschap Twente “Vernieuwend ondernemen” is onlosmakelijk verbonden met “Vernieuwend opdrachtgeverschap”. Om daaraan een impuls te geven zijn in september 2010 vijftien opdrachtgevers, opleiders en onderzoekers in Manchester op bezoek geweest bij de gemeente Manchester, de universiteit van Salford en de Center for Construction Innovation (i.e. een initiatief vergelijkbaar met Pioneering). Dat heeft inzicht opgeleverd in andere manieren van aanbesteden en contracteren, (duurzame) productontwikkeling en de wijze waarop partijen inclusief nationale overheid - nauw samenwerken om continuïteit en structuur in ontwikkelingen te brengen. Die ervaringen vormen de basis van het convenant Vernieuwend opdrachtgeversschap Twente. Hiervoor hebben op 2 februari 12 partijen hun handtekening gezet tijden het congres “Ondernemend Samenwerken”.
| pagina 15 |
pilot bezoek Oegandese ingenieurs, 27 februari Twee ingenieurs van bouwbedrijf Babcon uit Oeganda waren op 27 februari te gast in Nederland. Organisatie PUM adviseert senior experts van bedrijven in ontwikkelingslanden en opkomende markten al meer dan 30 jaar. Hegeman+ biedt deze 2 medewerkers op directieniveau binnen haar bedrijf een stage om zodoende het bedrijf in Oeganda op een hoger niveau te tillen qua organisatie en productie. Pioneering heeft als onderdeel van de stage een aantal pilots bezocht en de resultaten hiervan uitgebreid met hun besproken. De mannen waren erg enthousiast en hebben het bezoek als zeer waardevol ervaren.
Symposium Green Transformable Building 2011, 1 juni De werkplaats Master Industrieel Ontwerpen organiseerde op de Universiteit Twente een symposium over het Green Transformable Building dat door meer dan honderd deelnemers bezocht werd. Dit unieke Pioneeringproject wordt ontwikkeld door studenten en hun docenten van de Universiteit Twente en Saxion in samenwerking met het Twents bedrijfsleven. Het project krijgt daadwerkelijk een plek op de campus van de Universiteit Twente. De nieuwste bouwtechnieken en bouwmaterialen worden getest op duurzaamheid, energieverbruik en hergebruik. Om een maximale transformatie te bereiken en het leereffect voor de studenten te optimaliseren wordt gestreefd naar een tweejaarlijkse transformatie van de functies.
| pagina 16 |
Resultaatgericht Vastgoed-pilotprojecten vanaf de startperiode van het programma tot aan nu. Voor de aanwezige deelnemers was na afloop een exemplaar van het boek beschikbaar.
De Twentse aanpak
De Twentse aanpak
VERNIEUWEND VASTGOEDONDERHOUD
VERNIEUWEND VASTGOEDONDERHOUD
“Durf weg te denken van alleen maar aanbesteden op prijs, dat nu nog in het hele denken zit, en probeer zaken te organiseren in de keten.” Fons Catau, directeur van woningcorporatie De Woonplaats, is een van de pioniers in Twente als het gaat om vernieuwend vastgoedonderhoud. “Je kunt in mijn ogen pas echt duurzaam, verantwoordelijk ondernemen met al je coproducenten, als je durft te denken in de keten”, zegt hij in het voorwoord. Met dit boek De Twentse aanpak, vernieuwend vastgoedonderhoud wil stichting Pioneering de bouwsector een handvat geven om daadwerkelijk aan de slag te gaan met vernieuwend vastgoedonderhoud. Stichting Pioneering ging in 2008 van start als innovatieprogramma van het Innovatieplatform Twente dat met financiële steun van de Regio Twente en de Provincie Overijssel de Twentse bouw helpt bij het vernieuwen van producten en processen in de bouwsector. Eén van de tien onderdelen van Pioneering is de Werkplaats Resultaatgericht Vastgoedonderhoud. Met ruim 35 deelnemende bedrijven binnen deze werkplaats (van de meer dan 120 in totaal) en de drie kennisinstellingen binnen Twente (ROC van Twente, Saxion Hogescholen en Universiteit Twente) is in de afgelopen jaren van het programma een groot aantal pilotprojecten op het
VERNIEUWEND VASTGOEDONDERHOUD
Innoversum Innovatiecongres, 25 mei Op 25 mei vond het Innoversum Innovatiecongres plaats in de Grolsch Veste. Het netwerkcongres combineert ondernemerschap, technologie en innovatie en staat in het teken van Smart Environments: Intelligente oplossingen voor gezond wonen en werken. Pioneering verzorgde de Parallelsessie “Smart Constructions”. In deze door Bas van der Veen geleidde bouwsessie waren er presentaties door verschillende deelnemers uit het Pioneering-netwerk te zien.
Veldtocht Fablab, 31 mei De werkplaats Productontwikkeling organiseert 6 keer per jaar een zogeheten ‘veldtocht’. Deze veldtochten bieden deelnemers de mogelijkheid om eens een kijkje in de keuken van een ander te nemen. Op 31 mei waren we te gast bij het FabLab Enschede. Dit onderdeel van Saxion maakt deel uit van een wereldwijd netwerk van Fablabs, die met elkaar samenwerken in het uitwisselen en opbouwen van kennis. Fablab Enschede heeft als invalshoek Smart, High tech en Textiel.
De Twentse aanpak
De financiële haalbaarheid van energetisch renoveren van sociale huurwoningen, 16 mei Vanuit de werkplaats Klimaat Neutraal Renoveren is in opdracht van De Woonplaats een onderzoek verricht naar deze financiële haalbaarheid. De twee typen gerenoveerde woningen op Velve-Lindenhof zijn hiervoor als basis gebruikt. Doel van dit onderzoek was echter niet het achteraf financieel inzicht te krijgen in het uitgevoerde project, maar het ontwikkelen van financiële instrumenten voor nieuwe projecten. Tijdens een bijeenkomst in de Prismare zijn de resultaten met meer dan 80 geïnteresseerden gedeeld.
Workshop “Woonlastenwaarborg”, 28 juni Bij energetische renovaties van woningen krijgen huurders vaak gegarandeerd een huurverhoging en de belofte dat ze over het geheel geld besparen. In deze onzekere situatie is het logisch dat zij terughouden zijn. Zij vragen om zekerheden. Woningcorporaties zitten echter bij het geven hiervan met twee dilemma’s. Ten eerste maken de marktpartijen de beloofde besparing waar en ten tweede past de bewoner bij het geven van garanties het gedrag t.a.v. energieverbruik niet negatief aan. Deze onderwerpen werden belicht tijdens een workshop in de Prismare. De deelnemers hebben na afloop van de presentatie actief ervaringen en inzichten gedeeld.
Meet en Greet “Duurzaamheid en Zorginstellingen”, 7 juli Per jaar organiseert Pioneering tien netwerkbijeenkomsten, genaamd Meet en Greet. Op 7 juli kwamen deelnemers van Pioneering samen met deelnemers uit het netwerk van Kennisplatform Duurzame Gebouwde Omgeving Overijssel bijeen voor een middagprogramma over “duurzaamheid en Zorginstellingen”. Hierbij stond de stand van zaken in Nederland op het gebied van duurzaamheid en zorginstellingen centraal.
Uitreiking boek ‘De Twentse aanpak – Vernieuwend vastgoedonderhoud’, 4 juli Het eerste exemplaar van het RGVO-boek werd op deze bijeenkomst overhandigd aan Drs. Jan Bron, wethouder van de Gemeente Hengelo en tevens voorzitter van het bestuur van Pioneering. Het boekwerk beslaat de resultaten van alle
Workshop RGVO op de Dutch Green Building Week, 20 september De werkplaats Resultaatgericht Vastgoedonderhoud organiseerde in het kader van de Dutch Green Building Week een kennismakingsworkshop voor geïnteresseerde professionals. De deelnemers keken naar een presentatie over resultaatgerichte aanpak van vastgoedonderhoud. Hierbij werd getoond hoe
| pagina 17 |
gebied van resultaatgericht vastgoedonderhoud gedraaid. De aanpak van de werkplaats, de resultaten van de pilotprojecten, de kijk vanuit de opdrachtgevers, opdrachtnemers en andere betrokkenen hierop en een aantal mogelijkheden van samenwerking zijn gebundeld in dit boek.
deze aanpak leidt tot duurzaam beheer van vastgoed. De middag werd afgesloten met aandacht voor het duurzaamheidinstrumentarium bestaande bouw BREEAM.
Minisymposium “Het gebouw van de toekomst”, 23 september Ter gelegenheid van de Dutch Green Building Week organiseerden de partners UT, ROC van Twente/Netwerkschool en Stichting Pioneering een minisymposium over het gebouw van de toekomst: Het Green Transformable Building Lab. Hierbij werd een presentatie gegeven over de flexibele mogelijkheden die dit groene gebouw biedt en mee kan bewegen met de wensen van de gebruiker.
Systems Engineering in de praktijk bij Combiplan, 29 september Tijdens de Meet & Greet van de werkplaats Systems Engineering bezochten we met 60 deelnemers het Combiplan in Nijverdal. Met een divers gezelschap, waaronder (civiele) bouwbedrijven, architecten, gemeenten, ingenieurs, adviseurs en aanverwante bedrijven uit de bouwkolom bezochten we het project. Hierna was er een bijeenkomst in Hellendoorn waar een presentatie werd gegeven over het Systems Engineering proces dat bij dit plan
wordt toegepast. Aan het einde van de presentatie werden er volop vragen gesteld en er volgde een boeiende discussie.
Bouwbeurs Hardenberg, 11 t/m 13 oktober Stichting Pioneering is van 11 t/m 13 oktober aanwezig op de Bouwbeurs in de evenementenhal te Hardenberg geweest. De stand is een combinatie van alle werkplaatsen van Pioneering in samenwerking met het project Wonen in Beweging , een onderdeel van het lectoraat “Vernieuwend ondernemen in de bouw” van Saxion.
Workshop “Renoveren; de schil versus (decentrale) installaties”, 26 oktober Uit ervaring in de praktijk bij meerdere projecten blijkt dat het technisch moeilijk is om bijvoorbeeld naar passiefhuis -niveau te isoleren. Dit is o.a. sterk afhankelijk van de oorspronkelijke bouwwijze van de woning. Daarnaast wordt geworsteld met het terugverdienen van de bijbehorende vaak forse investeringen in bouwkundige maatregelen. Op vele onderwerpen die met deze problematiek te maken hebben gingen de sprekers vanuit ontwerp, realisatie en exploitatie tijdens deze workshop van de werkplaats Klimaatneutraal Renoveren dieper in.
| pagina 18 |
bekijken en een pilotproject bezoeken. Aan het einde van de middag werd voor de derde keer de Pioneering Innovation Award uitgereikt. Dit jaar werden kandidaten geworven onder opdrachtgevers die het meest “Vernieuwende opdrachtgeverschap” gerealiseerd hebben op het gebied van nieuwbouw, renovatie of onderhoud.
Geluid, Trillingen, Luchtkwaliteit en Gebied & Gebouw in Nederland , 8 en 9 november Dit congres is het grootste evenement over geluid, trillingen en luchtkwaliteit in Nederland, met meer dan 80 sprekers en een uitgebreide vakbeurs. Het congres wordt elk jaar in november georganiseerd in samenwerking met diverse organisaties, waaronder het ministerie van I&M. Een van de ondersteunende partijen voor dit congres is het Bouw Innovatie Partnership. Stichting Pioneering maakt hier deel van uit. Vanuit Pioneering verzorgden onder andere Bas van der Veen, programmadirecteur Pioneering en Lector aan Saxion en Ineke Bakker, deputeerde Provincie Overijssel presentaties.
Jaarevenement Stichting Pioneering, 17 november Op donderdag 17 november 2011 organiseerde Pioneering haar derde jaarevenement in de Grolsch Veste te Enschede. Bijna 400 bezoekers woonden presentaties bij waarbij o.a. de thema’s “Verduurzamen van de bestaande bouw” en “Vernieuwend ondernemerschap” centraal stonden. Na het plenaire gedeelte konden de deelnemers workshops volgen, presentaties van werkplaatsen
| pagina 19 |
Masterclass vernieuwend aanbesteden, 17 november Op 17 november organiseerde Pioneering een masterclass vernieuwend aanbesteden in de “Twentse Welle” te Enschede. Voor de Masterclass heeft een selectie van een twintigtal opdrachtgevers van woningcorporaties en gemeenten plaatsgevonden die met de Britse hoogleraar Peter Mcdermott, als onderzoeksdirecteur verbonden aan het CCI (Centre for Construction Innovation) als bussiness unit van de Salford University van Manchester en zijn naaste medewerker Mike Dickinson in de slag konden. Bas van der Veen, Programmadirecteur van Pioneering, leidde de sessie op basis van vooraf door de deelnemers gestelde vragen en geponeerde stellingen. Het leverde meer dan voldoende gespreksstof en nieuwe inzichten op.
Werkplaats Vernieuwend Ondernemen in de Bouw Programmabureau De werkplaats Vernieuwend Ondernemen in de Bouw (VOIB) (het programmabureau) is de verbindende schakel tussen de tien werkplaatsen van Pioneering. Ook in 2011 heeft dit bureau samen met alle deelnemers binnen Pioneering verder gebouwd aan de innovatie in de Twentse bouwsector. De werkplaats heeft voor de projecten uit de tien werkplaatsen samenwerkingsovereenkomsten opgesteld voor partijen die samenwerken binnen een project. Tevens heeft deze werkplaats veelal de lead in de opstartfase van nieuwe projecten of bij initiatieven die van buiten Pioneering komen. Voorbeelden hiervan zijn: Energielandschappen van de Provincie Overijssel, Smart Energy Technology Systems (SETS) en Hart van Overdinkel. Met ondermeer het Industrial Design Centre heeft Pioneering de mogelijkheden van een IPC-aanvraag onder de loep genomen. In het Bouw Innovatie Partnership werkt Pioneering samen met andere innovatieve en duurzame initiatieven elders in het land en met brancheorganisaties. De werkplaats heeft koers gezet naar een integraal programma, van aparte projecten naar meer samenwerking en overstijging van de projecten in de tien werkplaatsen. Dankzij cloud computing hebben alle werkplaatsen nu toegang tot de beschikbare informatie. Om alle kennis te verspreiden die binnen de programma’s wordt ontwikkeld, organiseert het programmabureau gedurende het hele jaar netwerkmeetingen, workshops en congressen. Een
| pagina 20 |
| pagina 21 |
goed voorbeeld hiervan is het Jaarevenement, dat ook dit jaar in november heeft plaats gevonden. Pioneering is zeer verheugd dat in de zomer het Opdrachtgeversforum is opgericht, met Jeanette Schuddeboom als voorzitter. Deze licht in het verlengde van het tekenen van het convenant van vernieuwende opdrachtgeversvormen in februari. In dit forum hebben woningbouwcorporaties, kennisinstellingen, overheden en overige private vastgoedbeheerders elkaar gevonden. Doel is om samen te zoeken naar vernieuwing om tot kwaliteitsverbetering en een grotere efficiëntie te komen in samenwerking tussen opdrachtgevers en marktpartijen. In twee gezamenlijke brainstormsessies is ook al nagedacht over Pioneering 3.0. Geïnspireerd door de huidige samenwerking en met veel enthousiasme hebben alle voorzitters en chefs van de werkplaatsen samen met bestuursleden een opzet gemaakt voor ontwikkeling van een zelfstandig Pioneering na 2013.
Derde editie Pioneering Jaarevenement groot succes Bijna 400 bezoekers kwamen op donderdag 17 november 2011 het derde jaarevenement van Pioneering. In de Grolsch Veste te Enschede konden zij presentaties bijwonen waarbij onder andere de thema’s “Verduurzamen van de bestaande bouw” en “Vernieuwend ondernemerschap” centraal stonden. Jan Bron, wethouder van de gemeente Hengelo en tevens voorzitter van het bestuur van Stichting Pioneering, opende het evenement. Hij benadrukte het feit dat Pioneering een grote rol heeft als aanjager, verbinder en versneller bij vernieuwing in de bouw. Inmiddels is het netwerk gegroeid naar ca 120 deelnemende organisaties, die tot heden ruim €12 miljoen investeerden, waaraan nog eens €4,3 miljoen subsidie van de Regio Twente en de Provincie Overijssel kan worden toegevoegd. Bijzonder is de wijze waarop Twentse opdrachtgevers zich het afgelopen jaar gecommitteerd hebben aan regionale innovatie-inspanningen. Pioneering ontwikkelt zich hiermee tot een krachtig platform waarmee projecten in de praktijk tot stand komenwaar opdrachtgevers en bouwers vernieuwing in de praktijk brengen en samen kennis ontwikkelen. Het programma werd voortgezet met een presentatie van Theo Opdam, algemeen directeur van de Plegt Vos Bouwgroep en Bestuurslid Sectie Bouw Groot Bouwend Nederland. Geschetst werd hoe hij als ondernemer aankijkt tegen de huidige turbulente ontwikkelingen op de markt en de vooruitzichten op de toekomst. Hij gaf daarbij aan de noodzaak te zien dat de sector moet veranderden. In het bijzonder inspelen op kwaliteit en een veranderende vraag is momenteel heel belangrijk.
Tegelijkertijd moet men ook een realistisch beeld hebben van de moeilijkheden in de markt en de mogelijkheden die er zijn. Als we dat als Twentse sector kunnen, zijn we een voorbeeld voor heel Nederland. Voor het jaarevenement was professor Peter McDermot overgekomen vanuit Groot-Brittannië om zijn verhaal over vernieuwend aanbesteden aan de deelnemers te presenten. In Groot-Britannië lopen sinds midden jaren ‘90 verschillende succesvolle initiatieven om de bouwsector te vernieuwen. Volgens insiders en kenners van de Britse bouw en infrasector, is de bedrijfstak in deze periode onherkenbaar veranderd. Opdrachtgevers spelen met hun aan- en uitbestedingsbeleid een centrale rol in deze vernieuwingen. Peter McDermott van Salford University stond aan de wieg van het regionale vernieuwingsprogramma in Noord-West Engeland. In deze sessie deelt hij zijn ervaringen met framework contracting en andere vernieuwende vormen van aan- en uitbesteden. Als laatste spreker voor de pauze heeft Jeroen Hatenboer, wethouder van de gemeente Enschede, uitgelegd wat de overwegingen zijn van de gemeente Enschede om een programma op te zetten voor het energetisch renoveren van 40 duizend woningen in de komende paar jaar. Als belangrijke drijfveer wordt hierbij de vermindering van CO2 uitstoot en vermindering van het gebruik van fossiele brandstoffen gezien. Daarnaast heeft deze businesscase ook een positief effect op de werkgelegenheid en biedt het een substantiële vermindering in energiekosten voor de burgers. Hatenboer benadrukte hierbij wel dat er een innovatieve manier van marktbenadering,
| pagina 22 |
financiering en toegepaste technieken plaats zal moeten vinden. Na de pauze was er de keuze voor het bijwonen van een of meerdere parallelsessies. Een van de drukst bezochte sessies, met ongeveer 120 deelnemers, was de sessie “Duurzaam Wonen en werken Enschede”. Hierbij hadden vijftien bedrijven de mogelijkheid om zich te presenteerden. In twee minuten tijd kon men “op de zeepkist” allerlei innovaties presenteren, waarmee deze bedrijven uit de bouwkolom vernieuwende aanbiedingen kunnen maken. De terecht ambitieuze duurzame opgave van Enschede is niet alleen op te lossen vanuit de “traditionele” bouwkolom. Hierbij zijn ook innovaties op het gebied van duurzame energieproductie bij nodig. De deelnemers konden kiezen welke innovatie men interessant vindt om in hun consortium voor de Enschedese Business Case op te nemen. Verder kon men interactief meekijken naar mogelijkheden voor het herbestemmen van de landingsbanen en gebouwen “de Strip” op Vliegveld Twente. De werkplaats Conversie en Hergebruik is voor dit project, waarbij zij actief betrokken zijn, op zoek naar ideeën uit de markt voor de invulling van dit gebied. In deze sessie waren de deelnemers aan zet om in groepen creatieve, vernieuwende en toekomstbestendige ideeën te bedenken. Het Balengebouw op Roombeek is door een vijftigtal deelnemers bezocht voor een rondleiding. De wijze waarop het gebouw door De Woonplaats wordt verbouwd is verrassend en uniek. Een goed en doordacht voorbeeld van Conversie en Hergebruik. In restaurant “de Veste” was een “proeverij” ingericht waar men vrijblijvend meerdere presentaties van
| pagina 23 |
verschillende werkplaatsen kon bezoeken. Hierbij werden de laatste resultaten uit het programma getoond, werden lopende pilots toegelicht en was er de mogelijkheid voor het volgen van een workshop. Na de pauze werd door Jeannette Schuddeboom Pioneering Innovation Award 2011 uitgereikt. De prijs werd dit jaar toegekend aan de meest “Vernieuwende opdrachtgever”: Woningcorporatie De Woonplaats uit Enschede. Zij ontvingen de prijs met hun inzending voor de nieuwbouw van het “Sanders appartementencomplex” te Enschede. In opdracht van de winnaar wordt door een kunstenaar een kunstobject voor hun bedrijf of project gemaakt naar eigen inzicht. De middag werd rond half zes succesvol afgesloten met een netwerkborrel. Hier konden de vele deelnemers, uit zowel Twente als de rest van het land, napraten hoe alle goede ideeën ook daadwerkelijk tot uitvoer kunnen worden gebracht.
Het Twents opdrachtgeversforum Vernieuwend Opdrachtgeverschap Twaalf opdrachtgevers, uit de infra- en B&Ubouwsector, ondertekenden op 2 februari 2011 het convenant Vernieuwend opdrachtgeverschap. Daaruit is het Twents Opdrachtgeversforum (TOF) voortgekomen. De leden streven gezamenlijk naar een professionelere, strakkere en zakelijker vorm van opdrachtgeverschap door andere manieren van samenwerking te vinden in de keten, de selectie, de gunning, de uitvoering en de beheerfase. De ondertekenaars van het convenant staan open voor alle vormen van vernieuwend opdrachtgeverschap, zoals de framework-aanpak (vanuit het Manchestermodel), geïntegreerde contractvormen zoals DBCMF of onderdelen daarvan, Systems Engineering (SE), Building Information Modeling (BIM), Resultaatgericht Vastgoedonderhoud (RGVO), Emvi en vraaggestuurde vormen.
toekomstscenario van steeds schaarser worden grondstoffen en daarmee gepaarde gaande stijging van energiekosten, is het de bouw die de sleutel heeft om op duurzame wijze met energie om te gaan. Een veelheid aan vraagstukken komt op de bouw af. Het Twents opdrachtgeversforum wil daarom innovatie met kracht bevorderen. De initiatiefnemers zien samenwerking in de keten als noodzakelijk en als een gewenste voorwaarde. Creativiteit krijg je door gedachtenuitwisseling, het open staan voor elkaar met respect voor een ieders verantwoordelijkheid, taak en kennisveld. Het zoeken naar de condities om dit tot stand te brengen is een van de doelen die het opdrachtgeversforum voor zichzelf heeft geformuleerd.
Deelnemers De partijen die het convenant Vernieuwend opdrachtgeverschap ondertekend hebben zijn: gemeente Hengelo, Bouwfonds, De Woonplaats, Universiteit Twente, Domijn, gemeente Enschede, De Woonplaats, Carint Reggeland Groep, gemeente Almelo, Domijn, Welbions, Saxion.
Activiteiten Projecten: Hoe wisselen we informatie uit? Door diverse opdrachtgevers wordt binnen de werkplaatsen van Pioneering gewerkt aan projecten met een vorm van vernieuwend opdrachtgeverschap, die verschillen in focus en thema. Het Twents Opdrachtgeversforum juicht het toe dat deze projecten en de opdrachtgevers deel uitmaken van het forum. Ook van de overige deelnemers wordt een actieve benadering en de inbreng van nieuwe projecten verwacht.
Visie De bouw is een belangrijke sectoren in Twente. Omdat het gebleken is dat de bouw in vergelijking met andere sector meer moeite heeft om innovaties door te voeren, wil het Twents opdrachtgeversforum de kansen die er liggen in de bouw stimuleren. Het daagt zichzelf uit vanuit de missie: Als opdrachtgever innovaties in de bouw stimuleren die leiden tot duurzame en klantgerichte bouwproducten.
Energie en CO2 emissie: Hoe werken we aan duurzaamheid? Duurzaamheid is een centraal thema. In het licht van de politieke scope (denk bijvoorbeeld aan het project MIO Enschede) en de ambities binnen de woningcorporatiewereld ligt de nadruk binnen duurzame ontwikkeling in de bouw vooral op energiegebruik. Op deze thema’s willen de leden van het forum zich in het bijzonder focussen.
Kansen kunnen gevonden in technische innovatie en het samenwerken in de keten. Hier liggen mogelijkheden voor kwaliteitsverbetering en kunnen belangrijke slagen worden gemaakt in efficiëntie. In de huidige consumentgestuurde markt, met het
Draagvlak creëren binnen de organisatie: Hoe zorgen we dat de neuzen dezelfde kant opstaan? Een andere rol als opdrachtgever vergt ook een omslag in denken en doen van de organisatie die met de uitvoering van de diverse fasen is belast.
| pagina 24 |
Denken in vernieuwingen Jeannette Schuddeboom, wethouder in de gemeente Losser, is de aanjager van het Twents Opdrachtgeversforum. “Ik ben gewend om in vernieuwingen te denken en ik zag in de gemeente dat onze bedrijven slechts weinig meeliften met de vernieuwingen, ze vinden onvoldoende aansluiting met regionale en landelijke ontwikkelingen. Met elkaar van gedachte wisselen stimuleert”, zegt ze vol overtuiging. Ontwerpteams Binnen Pioneering zijn al met succes diverse nieuwe bouwteams gestart, of beter gezegd ‘ontwerpteams’, waarin partijen gedurende de ontwikkelfase van een project meer samenwerken. De teams zijn opgestart vanuit de werkplaatsen Innovatieve toepassingen in GWW, Systems Engineering en Resultaatgericht Vastgoedonderhoud. Voor GWW zijn het Bouwteam Stationsplan alsmede Bouwteam Tubbergen (voor de herinrichting van het centrum) gevormd. Het Bouwteam Daarlerveen (gemeente Hellendoorn is al zo ver dat het definitief ontwerp klaar ligt. De gemeente Hellendoorn is met deze vorm van vernieuwend opdrachtgeverschap genomineerd voor de Pioneering Innovation Award 2011. Bouwteams voor Systems Engineering zijn gevormd voor onder meer de ontwikkeling van een appartementencomplex aan de Rombout verhulstlaan in Almelo en van een multifunctionele accommodatie in de wijk Tattersall in Enschede. Voor het groot onderhoud aan circa 1200 woningen in de wijk Pathmos in Enschede wordt ook gekozen voor vernieuwend opdrachtgeverschap. In al deze projecten leggen de opdrachtgevers geen strak programma van eisen op, maar denken opdrachtnemers vanuit hun expertise mee over de beste oplossingen.
| pagina 25 |
Vertrouwen “Zorg dat je de kennis uit de verschillende delen van de keten met elkaar deelt”, benadrukt ook Jeannette Schuddeboom. “Want het moet niet ‘zus of zo’. Je kijkt naar de eindgebruiker. Dat is een andere manier van denken.”. Er moet samengewerkt worden op basis van vertrouwen. En dat niet alleen, ook de visie dat de scherpste prijs de opdracht gegund wordt, moet worden losgelaten. “Dat is een cultuurstap”, begrijpt ze. Maar ze ziet ook in hoeveel voordeel dit kan opleveren: “Er zal veel efficiënter – goedkoper en sneller – gewerkt worden. In het Opdrachtgeversforum willen we kijken waar de barrières liggen en wat we kunnen doen. Binnen deze groep kijken we hoe we een veilige omgeving kunnen creëren waarin mensen niet afgerekend worden.” De club komt elk kwartaal bij elkaar om kennis te delen. “Onze ambitie is dat een aantal bestuurders in de aanbestedingen ruimte laat voor ondernemers om op een goede manier hun maatschappelijke betrokkenheid te tonen.” Voor een voorbeeld wordt er door de opdrachtgevers naar Manchester gekeken. Tijdens de opdrachtgeversreis vorig jaar werd duidelijk dat men in Engeland veel verder is op het gebied van vernieuwend opdrachtgeverschap.
“Inspirerende masterclass Vernieuwend Aanbesteden” Het opdrachtgeversforum betrekt daarom de organisatie in een vroeg stadium en draagt zorg voor een doorlopende communicatielijn naar de projectverantwoordelijken. Tevens vindt ook een doorlopende terugkoppeling plaats naar de werkplaatsen van Pioneering. Kennis en ervaringen uitwisselen: Hoe kunnen we elkaar helpen? De deelnemende opdrachtgevers, zowel in de bouw als in de infra, hebben ieder hun specifieke kennis en ervaring al (enigszins) opgedaan in het vernieuwend opdrachtgeverschap. Door het met elkaar bespreken van thema’s en projectervaringen kunnen de leden elkaar wijzer maken, waardoor een kruisbestuiving ontstaat van kennis en ervaring. De leden willen ook (externe) partijen graag uitnodigen om hun kennis binnen het forum te delen. Stimuleren en inspireren: Hoe bouwen we aan vertrouwen? De aangesloten opdrachtgevers bouwen aan vertrouwen door in een open, ontspannen wijze met elkaar om te gaan en een gevarieerd en ambitieus programma uit te voeren. Resultaten De partners van het opdrachtgeversforum hebben afgesproken vooral zichtbare resultaten te willen boeken. In 2011 is vooral energie gestoken in de organisatorische opzet van het forum, het vaststellen van de ambities en activiteiten en de te behalen resultaten.
Stuurgroep TOF: deelnemers: directies/bestuurders frequentie: 1 x per jaar bespreekpunten: Ambitienota, Convenant, Terugkoppeling projectgroep.
opdrachtgevers leren van vernieuwende aanpak Voor een selecte groep opdrachtgevers organiseerde Pioneering na afloop van het jaarevenement een masterclass. In de Twentse Welle gaf Peter Mcdermott een verdere verdieping op het Framework model. McDermott is als onderzoeksdirecteur verbonden aan het CCI (Centre for Construction Innovation) , gelieerd aan Salford University.
TwenTs OpdrachTgeversfOrum
meT TwenTs verTrOuwen samen bOuwen
www.pioneering.nl
59366 ST pioneering Roll up 85x215.indd 1
19-10-2011 12:08:16
Deelnemers Twentsopdrachtgeversforum 2011 Gemeente Hengelo, Bouwfonds, De Woonplaats, Universiteit Twente, Domijn, Gemeente Enschede, De Woonplaats, Carint Reggeland Groep, Gemeente Almelo, Welbions, Saxion, Gemeente Losser, ROC van Twente.
Binnen de regio Manchester is McDermott medeontwikkelaar van het Manchester Framework model. Pioneering organiseerde reeds in september 2010 een studiereis voor opdrachtgevers naar Manchester waarbij de deelnemers enthousiast raakten over deze vernieuwende methode van aanbesteden. Het Manchester framework model kun je karakteriseren als een clustering van projecten. Deze worden gedurende aan aantal jaren, met een maximum van vier, uitgevoerd worden door een vooraf geselecteerde groep aannemers. Zij worden hierbij op toerbeurt voor projecten ingezet. Zij worden vroegtijdig in het proces betrokken in een bouwteam of DBCM aanpak. Een aantal jaren geleden heeft de Britse overheid het initiatief genomen om het framework model als nieuwe samenwerkingsvorm binnen de bouwkolom te stimuleren.
• “Hoe kun de winst in directe en indirecte kosten zichtbaar maken”, • “wat merken de huurders ervan”, • “zijn de marktpartijen klaar voor deze uit bestedingsvorm”, • “hoe kun je het framewerkmodel in de Nederlandse markt implementeren”, • “hoe creëer je organisatorisch draagvlak” • “Wat is de taak van de overheid” Zomaar een aantal vragen die uitgebreid aan de orde kwamen. De stelling dat vertrouwen aan de basis staat van vernieuwende opdrachtgeversvormen werd door het gezelschap breed onderstreept. Ook tips om de interne organisaties te betrekken in de nieuwe werkwijze, bijvoorbeeld door het organiseren van interne workshops, zullen zeker worden meegenomen. Er zijn geen standaard oplossingen. Er zijn frameworks op verschillende niveaus. Je kunt denken aan integrale ontwerpteams, maar ook voor het leveren van technische onderdelen of diensten. Al met al een avond waarin opdrachtgevers opnieuw geïnspireerd raakten om met vernieuwende opdrachtgeverprojecten door te gaan. Binnen het vervolgprogramma van het Twents Opdrachtgeversforum zullen we uitvoering geven aan activiteiten die leiden tot een verdere uitrol en verbreding van het draagvlak van vernieuwend opdrachtgeverschap.
Projectgroep TOF: deelnemers: (project)management en beleidsmedewerkers van deelnemende opdrachtgevers frequentie: 4x per jaar bespreekpunten: Wisselende agendapunten.
| pagina 26 |
Aan de Masterclass namen onder meer vertegenwoordigers van de gemeenten Hengelo, Losser en Enschede , de corporaties Viverion, De Woonplaats en de Universiteit Twente en Saxion deel. Peter McDermott en zijn naaste medewerker Mike Dickinson gingen met de deelnemers in de slag om vooraf door hun ingediende stellingen te bespreken. Dit leverde meer dan voldoende gespreksstof en nieuwe inzichten op.
| pagina 27 |
Cluster Integraal Bouwen Werkplaats Systems Engineering Doelstelling werkplaats Pioneering stelt dat Systems Engineering (SE) de efficiency van het specificatie- en ontwerpproces en de uiteindelijke uitvoering vergroot. De resultaten van Systems Engineering zijn goed doordachte en innovatieve oplossingen, die voldoen aan alle eisen en die binnen de gestelde tijd en budgetten gerealiseerd kunnen worden. De werkplaats Systems Engineering streeft ernaar dat SE als standaardmethode bij bouwprojecten in Twente gebruikt wordt en dat SE als werkwijze opgenomen wordt in het onderwijs bij bouwgerelateerde opleidingen. Met behulp van pilotprojecten die met SE worden uitgevoerd wordt het kennisniveau op dit vlak bij de verschillende deelnemende partijen verhoogd. Deze opgedane en beschikbare kennis wordt tevens verankerd in het onderwijs. De basisgedachte van de werkplaats Systems Engineering is dat SE kan leiden tot een verbetering van de concurrentiepositie en de vitaliteit van de Twentse bouwsector. Bouwgerichte ondernemingen in Twente kunnen zich door de toepassing van Systems Engineering sneller ontwikkelen tot kennisgedreven, marktgerichte en productontwikkelende ondernemingen.
Activiteiten werkplaats Onderzoek duurzaamheid Röpcke Zweers Ziekenhuis Hardenberg De Saxenburgh Groep is voornemens een nieuw ziekenhuis in Hardenberg te bouwen, het nieuwe Röpcke Zweers Ziekenhuis. Belangrijk bij de plannen voor de nieuwbouw is om het begrip ‘duurzaamheid’ handen en voeten te geven. Om dit aspect uit te werken en op een juiste wijze in het ontwerp mee te nemen heeft de Saxenburgh Groep eind 2010 de werkplaats Systems Engineering van Pioneering ingeschakeld. De werkplaats heeft onderzocht hoe de medewerkers van het ziekenhuis tegen de mogelijkheden voor duurzaamheid aankijken vanuit hun eigen werkzaamheden en heeft dit vertaald naar de eisen die dit aan een gebouw stelt. In juli 2011 is het onderzoek afgerond en dat heeft tot een aantal verrassende uitkomsten geleid. Het onderzoek laat bijvoorbeeld duidelijk zien dat de medewerkers de grootste mogelijkheden zien om het ziekenhuis te verduurzamen door aanpassing van hun eigen gedrag. Ook worden maatregelen op het gebied van energieverbruik en klimaatbeheersing belangrijk gevonden. Het gaat dus niet alleen om bouwkundige en bouwtechnische aanpassingen. Een combinatie van deze aanpassingen en de mentaliteits- en gedragsveranderingen van de medewerkers zal het grootste effect hebben. Gedrag en techniek kunnen elkaar dan ondersteunen.
Deelnemers Universiteit Twente, Saxion, ROC van Twente, AWS Beter Wonen, Dura Vermeer Bouw Hengelo B.V., Unica, De Witte van der Heijden architecten, De Woonplaats, Hegeman+, Saxenburgh Groep, Provincie Overijssel, Toevoegen : Tauw, Gemeente Hellendoorn, Nijhoff Architecten, Schothans Bouwbedrijf, Elektro Installatiebedrijf Heinen B.V., Installatiebedrijf Van Dijk
| pagina 28 |
| pagina 29 |
Rick NOORDINk Onderzoek SE ‘Controle vereist’ De Woonplaats Eén afstudeerder van de UT heeft het afgelopen jaar onderzoek gedaan naar de mogelijke toepassing van SE in het planvormingsproces van multifunctionele vastgoedontwikkeling bij woningcorporatie De Woonplaats. Uit het onderzoek blijkt dat een groot deel van de problemen ligt in het huidige eisenmanagement, waarbij controle grotendeels ontbreekt.
Rombout Verhulstlaan in Almelo Woningstichting Beter Wonen uit Almelo past Systems Engineering toe bij de ontwikkeling van een seniorenappartementencomplex aan de Rombout Verhulstlaan in Almelo. De werkplaats is sinds de start van dit project betrokken en heeft Beter Wonen ondersteund bij het maken van het programma van eisen en heeft geadviseerd over de te nemen stappen in het proces.
Om dit probleem op te lossen is een nieuw procesmodel ontworpen op basis van de principes van Systems Engineering. Dit model geeft gelaagdheid aan het ontwikkelproces, houdt het programma van eisen up-to-date en zorgt ervoor dat binnen het proces wordt gewerkt met functionele eisen.
Tot nu toe zijn de voordelen van Systems Engineering al duidelijk. Het ontwerpproces is boven verwachting soepel verlopen en ook omwonenden spreken van een mooi plan. Begin 2012 wordt het appartementencomplex opgeleverd. Uit de evaluatie daarna zal blijken wat Systems Engineering daadwerkelijk heeft opgeleverd.
Studieboek SE Een van de doelstellingen van de werkplaats is om de kennis die is opgedaan in de pilotprojecten over te dragen op een brede doelgroep zoals opdrachtgevers, opdrachtnemers en onderwijs- en onderzoeksinstellingen. Om dit te bereiken schrijft Robin de Graaf van de UT (onderzoeker binnen de werkplaats) het studieboek SE voor de woningen utiliteitsbouw. Hij gebruikt de pilotprojecten van de werkplaats als input. Het unieke aan dit studieboek is dat het gericht is op de woning- en utiliteitsbouw en dat het Nederlandstalig is.
Begraafplaats gemeente Hellendoorn De gemeente Hellendoorn is bezig met het realiseren van een nieuwe begraafplaats aan de Meester Ponsteenlaan in Nijverdal. De verwachting is dat deze begraafplaats in april 2012 in gebruik wordt genomen. De gemeente heeft besloten het traject met behulp van Systems Engineering op te pakken en de werkplaats ondersteunt en adviseert de partijen bij het SE-proces. Door het traject op te pakken met SE wordt volgens een vaste methodiek, gestructureerd gewerkt. Dit vergroot de efficiency en effectiviteit van het ontwerpproces en de uiteindelijke uitvoering.
kunnen worden. In het voorjaar van 2012 zal een rapport uitkomen waarin het aspect duurzaamheid is ontrafeld. Daarmee wordt concreet gemaakt hoe duurzame infrastructuur eruit kan zien. Toolkit Systems Engineering De Toolkit Systems Engineering biedt een stappenplan voor het toepassen van SE in de bouw en utiliteitsbouw. De toolkit is het resultaat van de ervaringen die de werkplaats SE heeft opgedaan in diverse projecten zoals het eerste woningbouwproject in Nederland dat met Systems Engineering is uitgevoerd. Het doel van deze toolkit is om een platform te bieden voor het uitwisselen van kennis en expertise. De toolkit is opgezet als een groeimodel, dat steeds verder ontwikkeld wordt. Zo zullen standaard formulieren, aansprekende voorbeelden en templates worden toegevoegd.
Omdat het planvormingsproces bij de ontwikkeling van multifunctionele accommodaties niet soepel verliep, was De Woonplaats op zoek naar een manier om de huidige werkwijze te verbeteren. Rick Noordink van de Universiteit Twente deed daarom onderzoek in 2011 naar de mogelijke toepassing van Systems Engineering in het planvormingsproces van multifunctionele vastgoedontwikkeling. De centrale onderzoeksvraag luidde: Op welke manier kan invulling worden gegeven aan een op Systems Engineering gebaseerde werkwijze, zodat in de projectorganisatie bij De Woonplaats tijdens de planvormingsfase van multifunctionele accommodaties (mfa’s) de prestaties van en tevredenheid over het ontwerpproces toeneemt? Uit het onderzoek blijkt dat een groot deel van de problemen ligt in het huidige eisenmanagement, waarbij controle grotendeels ontbreekt. Om dit probleem op te lossen is er een nieuw procesmodel ontworpen op basis van de principes van Systems Engineering. Toepassing van het model geeft een oplossing voor de bestaande problematiek, door gelaagdheid te geven aan het ontwikkelproces, het programma van eisen up-to-date te houden en ervoor te zorgen dat binnen het proces wordt gewerkt met functionele eisen. Hierdoor ontstaat meer controle over het eisenmanagement en daarmee meer controle en sturing over het algehele managementproces. Bij de uitwerking van het nieuwe ontwerpproces is de nadruk gelegd op de beginfase van het eisenmanagement, daar waar voor De Woonplaats de grootste taak ligt. Het model beschrijft een globale invulling van de stappen die genomen moeten worden om een project succesvol uit te voeren en specifiek om de wensen en eisen de basis te laten vormen voor een project. Ten behoeve van dit laatste, het eisenmanagement, is een uitwerking gegeven van hoe een aantal stappen die hier specifiek betrekking op hebben ingevuld kan worden.
Lijninfrastructuur N34 De N34 is de provinciale weg tussen Ommen en de aansluiting op de A28 nabij Groningen. Het deel tussen ‘De Witte Paal’ en Hardenberg wordt omgebouwd tot een stroomweg (honderdkilometerweg). De Provincie Overijssel en Tauw pakken dit project op met Systems Engineering. De werkplaats ontwikkelt in samenwerking met de Provincie en Tauw een standaarddocument waarin eisen helder en gestructureerd verwerkt
| pagina 30 |
Onderzoek SE “CONTROLE VEREIST”
| pagina 31 |
Werkplaats Building Information Modeling Doelstelling werkplaats De essentie van Building Information Modeling (Bouw Informatie Model) oftewel BIM ligt in het integraal samenwerken tussen de diverse disciplines. Het gebrek aan tijd, geld, kennis en commitment zijn de meeste gehoorde argumenten waarom bedrijven hier nog niet mee aan de slag gaan. Daardoor zijn er nog weinig echte voorbeelden te noemen en blijft jammer genoeg een echte doorbraak uit. De werkplaats BIM wil successen en problemen aan het daglicht brengen door middel van observatie van BIM-implementatie in de praktijk. Een gezamenlijke analyse en observatie zal uitkomsten en opbouwende ondersteuning bieden om de inzet van BIM te realiseren. Hierbij richt de werkplaats zich vooral op werkzaamheden die gaan resulteren in zowel procesanalyses en -beschrijvingen als oplossingen voor een brede integrale BIMaanpak. De werkplaats hoopt hiermee een brede introductie van BIM in de Twentse bouwpraktijk te realiseren. Door een rechtstreekse koppeling met de kennisinstellingen (ROC, SAXION, UT) zal het kennisniveau in zowel het onderwijs als bij de lokale bedrijven groeien. Hiermee zal de werkplaats BIM een belangrijke bijdrage leveren aan een verbeterde positie van Twentse bouw.
Activiteiten werkplaats Handleiding: 3D-maquette vanuit CAD-model Een groep vierdejaars studenten Bouwkunde hebben onderzoek verricht op welke wijze een 3D-model vanuit Revit op een goede manier naar een 3D-plotter gestuurd kan worden. Vanuit de BIMmodelleringsoftware is hiermee een 3D-maquette geproduceerd in het FabLab van Saxion. Vele randvoorwaarden van het model, beperkingen van de aansturingssoftware en grenzen van de plotter zijn blootgelegd en beschreven in een handleiding. Onderdelen die in het stappenplan behandeld worden zijn: installeren STL Exporter, Revit model aanpassen voor 3D-printer, STL inladen in CatalystEX, Model controleren in CatalystEX, bezigheden naar printen. 4D-Modellering: ondersteuning planning voor veilige renovatie van ziekenhuizen Tijdens de renovatie van ziekenhuizen is het uit financieel opzicht van belang de gewone medische processen tijdens de uitvoering van de bouw zoveel mogelijk door te laten gaan. Met andere woorden: medische- en bouwprocessen moeten parallel aan elkaar lopen. Gelijktijdig moeten de bouwwerkzaamheden wel snel en kosteneffectief uitgevoerd kunnen worden. Onder deze omstandigheden is het moeilijk om de veiligheid van patiënten te waarborgen. De planning van renovatiewerkzaamheden vraagt
Deelnemers Saxion Vastgoed, Saxion, Universiteit Twente, ROC van Twente, IAA Architecten, Sanger IBCT, Dura Vermeer, Plegt Vos, Vibes, Itannex, Winkels Installatietechniek, Trebbe, WBC, Ariënszorgpallet.
| pagina 32 |
daarom om een nauwe samenwerking tussen medische specialisten en bouwplanners. Om deze samenwerking te ondersteunen is een methode ontwikkeld. Bouwplanningen met een 3D-weergave van het gebouw kunnen met zogenoemde 4D-modellen gevisualiseerd worden. Bouwplanners kunnen hiermee hun plannen inzichtelijk maken aan medische specialisten en dat maakt een betere dialoog mogelijk om de patiëntveiligheid te borgen. De methode is ontwikkeld door een onderzoeksproject van de UT Twente en IAA Architecten. Nieuwbouw Saxion Vastgoed te Deventer In de zomer van 2011 is gestart met de bouw van nieuwe vleugel aan de spoorzijde van de Saxion aan de Handelskade in Deventer. De centrale hal fungeert daarbij als verbinding. In totaal gaat het om een oppervlakte van 4.500 vierkante meter, die de sublocaties Landbouwschool, Indisch Landbouwmuseum en SVB gebouw vervangt. De nieuwbouw zal ook de groei van Saxion kunnen waarborgen. De bewoners van de nieuwbouw zijn ook vastgesteld. Saxion Next Lifestyle en de volledige academies Ruimtelijke Ontwikkeling en Bouw (ROB) en Bedrijfskunde en Ondernemen (ABO) worden straks in de nieuwbouw gehuisvest. Procesbewaking en analyse, het verzamelen van projectinformatie, probleemherkenning en definiëring behoren tot de algemene doelstellingen. Nieuwbouw Spoortheater Nijverdal Na het winnen van de gemeentelijke prijsvraag is Trebbe begonnen aan de ontwikkeling van een verpleegcentrum op de voormalige locatie van het Spoortheater in Nijverdal. Het plan omvat een verpleegcentrum met plaatsen voor hoogwaardige revalidatie en voor intensieve lichamelijke verpleging. Tevens komen in het verpleegcentrum diverse ruimtes voor ondersteunende functies zoals behandelruimten, een oefenzaal en een grand café voor de bewoners.
| pagina 33 |
Een van de belangrijkste doelstellingen is om optimaal informatie uit een 3D-model beschikbaar te maken voor elke projectdeelnemer. Daarmee moet helder worden welke informatie voor wie geschikt is en dus ook beschikbaar wordt. Procesbewaking en analyse, het verzamelen van projectinformatie, probleemherkenning en definiëring maken hier allemaal onderdeel van uit. Nieuwbouw Ariënszorgpalet te Glanerbrug Het Dr. Ariënshuis Glanerbrug van het Ariënszorgpalet maakt plaats voor een nieuwe, moderne locatie. Deze nieuwbouw zal helemaal gaan voldoen aan de huidige eisen rondom zorghuisvesting en de eigen wensen van de instelling rondom zorg- en dienstverlening. De nieuwe woonzorglocatie biedt ruimte aan zowel verzorgingshuiscliënten als verpleeghuiscliënten. Tevens wordt rekening gehouden met cliënten met een visuele beperking, zijn er TOP-kamers (tijdelijke opvangplaatsen) en biedt de locatie verschillende zorgfaciliteiten zoals dagopvang, restaurant, beautycenter, biljartruimte, behandelruimtes voor onder andere fysiotherapie. Er wordt onder andere aan de volgende doelstelling gewerkt: Wat is de kwaliteit van de aangeleverde BIM-modellen (architect, constructeur en installateur) in relatie tot de informatiebehoefte van de aannemer en uitvoerende partijen? GBC Green Transformable Building Het project GBC loopt al enige tijd. In 2011 is nog hard gewerkt aan ideeën, concepten en oplossingen. Zodra meer informatie bekend is over onder meer het ontwerp, materialen en oplossingen sluit de werkplaats BIM aan bij dit project. Doelstelling voor de werkplaats voor dit project is het integraal toepassen van BIM door alle partijen. Alle informatie is altijd beschikbaar op elk moment voor elke partij. Specifieke gedetailleerde doelstellingen worden gedefinieerd als het project vanuit BIM opgestart gaat worden.
Saxion biedt BIM-minor aan
‘Heel Twente BIM’t’
SE-System Engineering & BIM-Building Information Modeling System Engineering (SE) en Building Information Modeling (BIM) sluiten goed op elkaar aan. Om te onderzoeken hoe SE en BIM optimale ondersteuning aan elkaar kunnen bieden, zijn de eerste contacten voor een gezamenlijk pilotproject gelegd. SE begeleidt het proces, waardoor BIM ondersteund wordt en BIM verzorgt de visualisatie van eisen en draagt de informatieeisen aan. Het project gaat vermoedelijk begin 2012 van start gaat. ‘Doorlopende leerlijn BIM’ ROC, Saxion en University Twente werken samen om een doorlopende BIM-leerlijn te ontwikkelen. Doordat elk onderwijsdeel op elk niveau aangeboden wordt, zal dat op elk niveau herkenning en kennisverhoging tot stand brengen. De studenten van de verschillende niveaus komen later ook in andere rollen in het bedrijfsleven terecht en krijgen daar te maken met BIM Het is goed dat ze dan allemaal met BIM kunnen werken, of je nu bouwvakker op de bouw bent, modelleur bij een architect of projectleider bij een aannemer.
samenwerking met kennisinstellingen Onderzoeken door de Universiteit Twente & Saxion studenten Bedrijven die zich willen ontwikkelen in BIM hebben mankracht nodig. Daarom worden studenten van de Universiteit van Twente en Saxion ingeschakeld. Een aantal voorbeelden waaraan de studenten werken staan hieronder genoteerd. Universiteit Twente: Sander Meijering is voor BAM bezig met de identificatie van wijzigingsprocessen bij het werken in een virtueel gebouwmodel.
Marco ten Klooster onderzoekt voor Ballast Nedam het ontwikkelen van een afwegingsmodel voor de beslissing tot BIM-inzet in tenderprojecten. Hans Hoeber voert voor Royal Haskoning een onderzoek uit naar ondersteuning van System Engineering met behulp van BIM onderzoeken. Ruud Punte is bij Van Wijnen bezig met onderzoek om het ontwikkelen van een bouw-informatiemodel ter ondersteuning van de werkvoorbereiding helder krijgen. BIM Engineering Minor Saxion Een twintigtal studenten van de Saxionopleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek hebben de afgelopen twee stageperiodes meegedaan aan de BIM-engineering minor. Stage bij het bedrijf wordt gecombineerd met lesdagen bij Saxion. Alles op het gebied van BIM komt tijdens de lesdagen aan de orde en tijdens de stage voert de student praktijkzaken uit. Stage bedrijf, student en onderwijs werken op deze manier gezamenlijk aan de ontwikkeling van BIM binnen het bedrijf. Stagebedrijven zijn: van Dijk bouw, Plegt-Vos, ten Brinke Groep, De Groot Vroomshoop, Kienhuis Bouwmanagement, Sanger IBCT, BCT Architecten, Haafkes, Bramer, Trebbe, Klimawonen, L & O Architecten, Leferink Architecten, Jorissen Simonetti, LBA Bouw, Vibes. De eerste tien studenten hebben in juni 2011 hun studiepunten voor deze minor behaald. Alle deelnemende bedrijven hebben verdere stappen op het gebied va BIM kunnen maken.
‘Iedereen wil BIM’, zegt Michel Mossel van de werkplaats Building Information Modeling (BIM). En dus heeft hij binnen Saxion een minor ontwikkeld. In het najaar start de minor voor de tweede keer. ‘We hebben al jaren 3D-tekenen en 3D-modelleren in het standaardcurriculum van de opleidingen bouwkunde en civiele techniek. Maar BIM, dat is 10D’, aldus Michel Mossel. In BIM komen alle stappen van het proces samen. Aan de hand van één open source informatiebron kunnen alle betrokken partijen hun documenten en berekeningen delen. Dit voorkomt dubbelingen en dat maakt het werk efficiënt en beperkt de faalkosten. Student helpt bedrijf Steeds meer bedrijven willen de overstap maken naar BIM, maar ze weten vaak niet hoe ze daaraan moeten beginnen. Een medewerker vrij maken om zich hierin te verdiepen, vraagt een behoorlijke investering. Saxion kan deze bedrijven via de nieuwe minor wel op weg helpen. Studenten gaan per week vier dagen stage lopen bij een bedrijf en de vijfde dag komen ze op school voor de minor. De kennis die ze opdoen, delen ze met hun stagebedrijf, onder meer via verslagen waarin aan bod moet komen wat BIM inhoudt en wat het inhoudt voor dit specifieke bureau. Enkele studenten doen bij de Saxion onderzoek naar specifieke thema’s van BIM. Alle ingewonnen informatie over deze onderzoeken en projecten wordt weer in het onderwijs verwerkt en kan gebruikt worden voor projecten van de werkplaats BIM van pioneering.
Hoe leeft BIM bij opdrachtgevers? Bouwtechnisch bedrijfskunde student Peter Edeleijn heeft voor Pioneering een onderzoek gedaan bij een aantal opdrachtgevers. Van de achttien respondenten zijn er zeven bekend met BIM en konden hiervan een juiste omschrijving geven: “Samenwerken op basis van informatieoverdracht.”
| pagina 34 |
| pagina 35 |
Gevarieerd Het programma van de minor is gevarieerd. Elke stap van BIM komt aan bod en de studenten krijgen volop de gelegenheid om er zelf mee aan de slag te gaan. Er staan gedurende de minor lesdagen gepland rondom relevante thema’s zoals 3D-model en bouwbesluit, bestektekening, constructie berekenen en high end rendering. Er staan excursies op het programma naar bedrijven die al ervaring hebben met de thema’s en zij vertellen hoe zij in samenwerking met andere partijen BIM hebben aangepakt. In februari is de eerste groep van tien studenten gestart en in september beginnen de volgende twaalf. Voor studenten bouwkunde en civiele techniek is de minor een interessante aanvulling. Ze kunnen nu een extra minor kiezen in hun eigen vakgebied, waarmee ze een streepje voor hebben op de arbeidsmarkt. Als het aan Michel Mossel ligt, wordt BIM nog veel meer geïntegreerd in de opleiding. ‘Mogelijk komt er ook nog een BIM-lab’, voorspelt hij. ‘Heel Twente BIM’t.’ Bedrijven die interesse hebben in BIM en een stagiair die de minor volgt, kunnen zich melden bij Michel Mossel,
[email protected].
HANS HOEBER ‘Verbetering van het specificatie- en ontwerpproces volgens SE’
Deze respondenten kijken met interesse naar BIM en volgen de ontwikkelingen op de voet. In totaal passen maar twee organisaties BIM binnen hun organisatie toe; een overheidsinstelling en een organisatie voor particulieren en eigenaren. In totaal laten vier organisaties (één woningbouwvereniging en drie organisaties voor particulieren) BIM over aan een extern bureau. Uit het onderzoek kan geconcludeerd worden dat BIM nauwelijks wordt toegepast door opdrachtgevers. Er is slechts één organisatie bij particulieren en eigenaren og die op het gebied van BIM voorop loopt. Helaas een uitzondering. ‘Hoe kunnen alle onderdelen energetisch doorberekend worden?’ Bjorn Hartman, Saxionstudent van de opleiding Bouwkunde, volgt de BIM-engineering minor. Zijn onderzoek tijdens deze stage is gericht op energie. Daarbij is onderzocht welke mogelijkheden er al ontwikkeld zijn om een 3D-model energetisch door te berekenen. Energetisch doorrekenen is natuurlijk een heel breed begrip. De berekeningen zijn gespitst op de volgende onderdelen: Energie Prestatie Norm, warmteverlies, zonlicht, schaduw en energieverbruik. Steeds meer bedrijven hebben belang bij een
duurzaam en energiezuinig gebouw. Met behulp van goed gereedschap ontstaat meer inzicht in de ontwerpen van deze gebouwen en kunnen betere beslissingen gemaakt worden in het ontwerpproces op het gebied van energiegebruik en -verbruik. Doordat we nog aan het begin staan van de integrale aanpak van projecten is de software nog niet optimaal afgestemd op elkaar. Het is wel mogelijk om enkele kleine onderdelen op het gebied van energie te berekenen met BIM-modellen maar dit zal zeker nog verder ontwikkeld moeten worden. BIM is de grootste ontwikkeling in de bouw, dit zal in de toekomst steeds meer toegepast gaan worden. Het onderzoek wordt eind januari 2012 afgerond. Bjorn zal twee handleidingen schrijven; een voor het gebruik van software van zonberekeningen en een voor het lichtgebruik (+energie) in gebouwen.
Hans Hoeber, Student Civil Engineering and Management aan de Universiteit Twente, voert een afstudeeronderzoek uit bij Royal Haskoning, afdeling Infrastructuur te Nijmegen. Systems Engineering (SE) heeft als doel om op gestructureerde en navolgbare wijze het werk (systeem) te specificeren en ontwerpen. In dit onderzoek wordt een informatiemodel ontwikkeld waarmee dit SE-proces van infrastructurele werken verbeterd wordt. Het model moet de informatie in het SE-proces slimmer samenbrengen. Vooral een duidelijke relatie van het ontwerp met de specificatie informatie ontbreekt vaak. Het ontwerp heeft vaak een ondergeschikte rol in het SE-proces. Met het informatiemodel wordt het beter mogelijk tijdens het specificeren het ontwerp te verkennen en de informatie die daaruit voortkomt weer te gebruiken voor het specificeren (ontwerploop). De SE-informatie wordt op deze manier in samenhang met een geometrisch 3D-ontwerp met betekenisvolle objecten beheerd. Met het samenbrengen van deze informatie ontstaat een Bouwwerk Informatie Model (BIM), een centraal model waarin de up-to-date informatie van de specificaties en het ontwerp in samenhang beheerd worden.
| pagina 36 |
| pagina 37 |
De volgende aspecten moeten zo verbeterd worden: • traceerbaarheid van informatie; • configuratiemanagement; • verificatie van eisen; • communicatie met stakeholders (validatie); • inzicht in interne en externe raakvlakken; • voortgangsbewaking van de systeemontwikkeling; Een concreet voorbeeld van de resultaten is het koppelen van eisen aan de betekenisvolle objecten in het digitale 3D-model, dit is weergegeven in onderstaande figuur.
Op deze manier is snel inzichtelijk welke eisen gelden voor een object, de verificatie zou bijvoorbeeld ook in dit model gedaan kunnen worden. Het resultaat zal bestaan uit een algemeen toepasbare richtlijn voor het opzetten van een informatiemodel voor het SE specificatie- en ontwerpproces. Het onderzoek wordt opgezet aan de hand van twee casestudy projecten. In het casestudy project “Drachtsterweg” wordt momenteel een BIM-systeem gebruikt dat op dit specificatie- en ontwerpproces gericht is.
Cluster Industrieel bouwen & productontwikkeling Werkplaats Productontwikkeling Doelstelling werkplaats
Activiteiten werkplaats
De bouw heeft weinig traditie in productontwikkeling. De bedrijven in deze sector zijn veelal doeners en in hun denken over het bouwproces zijn ze capaciteitsgericht. De focus ligt meer op exploitatie dan op exploratie. Daar waar bedrijven aan productontwikkeling in de bestaande structuur beginnen, gaat het operationele werk vaak voor. Het denken in projecten, de kortetermijnoriëntatie en het willen inspringen op kansen heeft zijn weerslag in een ad hoc benadering van productontwikkeling.
De werkplaats Productontwikkeling organiseert een aantal keren per jaar een bezoek aan een innovatief bedrijf, lezingen en rondetafelgesprekken. Met deze zogenaamde veldtochten stimuleert de werkplaats de uitwisseling van kennis tussen bedrijven en kennisinstellingen. In 2011 heeft de werkplaats samen met deelnemers Normteq, het Fablab, Twence en Waterschap Regge en Dinkel bezocht.
De werkplaats Productontwikkeling wil bedrijven in de bouwsector bewust maken van de kansen die productontwikkelingsprocessen bieden. Tevens wil zij bedrijven ondersteunen die met productontwikkeling bezig zijn of die een nieuw product ontwikkeld hebben. Hiermee wil de werkplaats de marktpositie van de Twentse bouwsector versterken.
Jaarlijks reikt de werkplaats tijdens het jaarevent van Pioneering de Innovation Award uit. In 2009 en 2010 werd de Pioneering Innovation Award uitgereikt aan het mkb-bedrijf dat het beste product of innovatie heeft ontwikkeld voor het bouwproces. Om innovaties in de bouw te realiseren, zijn niet alleen innovatieve bouwers, adviseurs en toeleveranciers nodig, maar ook opdrachtgevers. Steeds weer blijkt dat innovatieve opdrachtgevers de motor kunnen zijn voor innovatie. De Innovation Award is dit jaar dan ook uitgereikt aan de opdrachtgever die het meest het vernieuwend
Deelnemers Saxion Hogeschool, Loohuis Installatiegroep B.V. Fleringen, Woningcorporatie De Woonplaats, Universiteit Twente, Kloos2, Raab Karcher, Bartels Ingenieurs Bureau, Beton Centrale Twente, Dura Vermeer Bouw, Hebo Kozijnen, IAA Architecten, Nijhuis Toelevering, Trebbe Bouw, Voskamp Bouw & Industrie en Welbions, Morssinkhof Groep, Temmink Infra en Milieu, Olde Hanter bouwconstructie, Rosico, Landmark Projecten en Salca BV.
| pagina 38 |
| pagina 39 |
Persbericht Pioneering Innovation Award 2011 opdrachtgeverschap gerealiseerd heeft. Dit kan zowel nieuwbouw, renovatie als onderhoud zijn. De beste inzending is gekozen door een vakjury. Proeftuin Verschillende bedrijven beschikken over een product dat als prototype is geproduceerd en op labschaal getest. Het ontbreekt deze bedrijven echter aan testgegevens op grotere schaal en gedurende langere tijd. Met de proeftuin wordt een faciliteit geboden voor het meten en testen van producten en technologieën in ‘real life’ gedurende langere tijd (bijv. één jaarcyclus). Deze meetresultaten komen ten goede aan de ontwikkeling, vermarkten en financiering van de producten. Dit jaar is Pioneering gestart met de meting van het K-Block van Salca BV in de proeftuin bij Saxion in Enschede en in scholengemeenschap Canisus in Almelo. Bij deze producten worden microdeeltjes zoutkristallen, lucht en water ingekapseld in kleine kunststof bolletjes. Door het ontstaan van een chemische reactie kunnen deze innovatieve producten zowel warmte opslaan als koelen. Theoretisch is aangetoond dat door het gebruik van K-Blocks er een efficiënte manier van koeling voor gebouwen kan worden bereikt. In 2009 heeft Salca BV uit Ootmarsum met zijn product K-Block en Thermupod de derde prijs tijdens de Innovation Award van Pioneering gewonnen. In 2011 heeft Pioneering heeft de K-Blocks getest in de proeftuin: in twee klaslokalen
van Saxion en in zes klaslokalen van het St-Canisius in Almelo. Dit onderzoek zal inzicht geven in de praktische werking van K-Blocks. De verbetering van de binnenluchtkwaliteit, zowel het thermisch comfort als het binnenmilieu, is het primaire doel van het K-Block. Begin 2012 zullen de resultaten gepresenteerd worden. Huis van Morgen Het Huis van Morgen (HvM) is een initiatief van Groothuis Woningbouw en Landmark Projecten. Het HvM zal in 2012 gebouwd gaan worden door Groothuis Woningbouw bestaande uit diverse marktrijpe innovaties. Pioneering zal het project begeleiden en faciliteren. De innovaties zullen in het HvM gemonitord en getest worden, waarna ze breder in de markt gezet kunnen worden. Het HvM past binnen de opzet van het Green Transformable Building Lab (GTB-Lab) waar uitgegaan wordt van een derde schil; de eerste schil zijn de kernbedrijven en kennisinstellingen, de tweede schil zijn supporters en de materiële en managementondersteuning en de derde schil zijn partijen die voor de spin-off zorgen. Beide initiatieven richten zich op een andere fase van product- en conceptinnovatie en liggen in het verlengde van elkaar. Het GTB-Lab richt zich op producten in de ontwikkelfase, terwijl het HvM zich richt op marktrijpe innovaties. Beide initiatieven zijn een goede aanvulling op en versterking van elkaar. Witte dakcoating Rosico heeft een witte dakcoating ontwikkeld die in
| pagina 40 |
De Woonplaats winnaar met “Sanders Appartementencomplex” Vandaag is in de Grolsch Veste te Enschede de Pioneering Innovation Award 2011 uitgereikt. De prijs werd uitgereikt aan woningcorporatie De Woonplaats uit Enschede. Zij ontvingen de prijs met hun inzending voor de nieuwbouw van het “Sanders appartementencomplex” te Enschede. In opdracht van De Woonplaats zijn drie geselecteerde consortia momenteel bezig vorm te geven aan de inhoud van het project met slecht enkele randvoorwaarden. Hierbij is niet de prijs doorslaggevend maar zal er vooral op samenwerking en duurzaamheid worden beoordeeld. De jury sprak hierbij zelfs van revolutionaire wegingsfactoren. De informatie over het proces is beschikbaar voor alle betrokkenen via een digitale omgeving, projectplace. Op het moment dat het ontwerp bouwvergunningrijp is wordt het pas aanbesteed. Dit proces kan men betrachten als een goed voorbeeld van vernieuwend opdrachtgeverschap in de bouw en heeft hiermee de Pioneering Innovation Award 2011 in de wacht gesleept. In opdracht van de winnaar wordt door een kunstenaar een kunstobject voor hun bedrijf of project gemaakt naar eigen inzicht. De andere twee genomineerden waren woningcorporatie Domijn met het de pilot “Duurzame woningen” en de Gemeente Hellendoorn met het “Bouwteam Daarlerveen”. De jury was van mening dat beide organisaties belangrijke stappen hebben gezet op het gebied van vernieuwend opdrachtgeverschap en vind dit dan ook een compliment waard. De aanpak brengt zeer voordelige effecten met zich mee en daarmee zijn de projecten dan ook succesvol. De werkplaats Productontwikkeling reikt jaarlijks de Pioneering Innovation Award uit. In 2009 en 2010 werd de Pioneering Innovation Award uitgereikt aan
| pagina 41 |
het MKB-bedrijf dat het beste product of innovatie heeft ontwikkeld voor het bouwproces. Om innovaties in de bouw te realiseren, zijn niet alleen innovatieve bouwers, adviseurs en toeleveranciers nodig, maar ook opdrachtgevers. Uit ervaring blijkt dat innovatieve opdrachtgevers de motor kunnen zijn voor innovatie. Dit is de reden waarom dit jaar kandidaten werden geworven onder opdrachtgevers die het meest “Vernieuwende opdrachtgeverschap” gerealiseerd hebben op het gebied van nieuwbouw, renovatie of onderhoud. De vakjury bestond uit de heer H.J. Hazewinkel , voormalig lid Raad van Bestuur van VolkerWessels en tegenwoordig commissaris bij diverse ondernemingen, de heer R. de Wit, teamleider bij Syntens, de heer G. Smit, voorzitter van de Koninklijk HIBIN, de heer H. Spenkelink, oud lid van de hoofddirectie van Dura Vermeer BV en voorzitter van IKT, de heer A.G. Dorée, hoogleraar Markt en Organisatie aan de Universiteit Twente, mevrouw J. Schuddeboom, wethouder gemeente Losser en mevrouw C. van Willigen, directeur Oost NV. De jury heeft zich laten adviseren door studenten van de Universiteit Twente en Saxion.
Pioneering
INNO va Awa tion rd
de proeftuin van Pioneering wordt aangebracht en gedurende een jaar wordt gemeten. De verwachting is dat door witte dakcoating de temperatuur van zowel het dak als de binnentemperatuur van gebouwen lager is dan bij een zwarte dakbedekking. Wanneer de temperatuur binnen gebouwen lager is, zal er ook minder koelcapaciteit worden gevraagd. Verder functioneren zonnepanelen beter bij een lagere (directe) omgevingstemperatuur waardoor het rendement hoger is. Productontwikkelingstrajecten Jaarlijks ondersteunt de werkplaats één of twee projectontwikkelingen die in een beginstadium van de ontwikkeling staan. De afgelopen twee jaar heeft de werkplaats de ontwikkeling van het betonnen kozijn en integraal geschuimd beton gefaciliteerd en ondersteund. Productontwikkeling Logica Kozijn Het project LOGICA-kozijn (Langdurig, Onderhoudsarm, Gegarandeerd, Innovatief, Combinatie, Alternatief), is gebaseerd op een initiatief van IAA architecten te Enschede. Op basis van uiterst rationele argumenten ontstond de overtuiging dat beton voor toepassing in een buitenkozijn ideaal zou zijn. Argumenten zijn onder andere de hoge duurzaamheid, de lage prijs en het geringe onderhoud. Met steun van een tiental ondernemingen en met subsidie van Pioneering werd een project opgezet. In opdracht van de Universiteit Twente hebben Prof. Dr. Jos Brouwers, Dr. Götz Hüsken en Prof. Dr. Wim Poelman dit project uitgevoerd. Ook de studenten Ruben Langeveld, Chiel de Wit en Thijs Teunissen hebben hiervoor een bijdrage geleverd. De betrokken bedrijven zijn: Bartels ingenieursbureau, Betoncentrale Twente,De Woonplaats Enschede, Dura Vermeer Bouw Hengelo, HEBO Kozijnen B.V., IAA Architecten Enschede, Nijhuis Toelevering B.V., Trebbe Bouw Oost & Noord B.V., Voskamp Bouw + Industrie Almelo en Woningcorporatie Welbions Hengelo.
Met betrekking tot fabricagemethoden werden diverse alternatieven onderzocht zoals spuitgieten in gesloten mallen en extrusie van profielen. Bij het ontwerp werd gekeken naar gewichtsbesparing. Geconcludeerd kan worden dat het gieten in open mallen van EPS goed gaat en dat er een fraai oppervlak te verkrijgen is door ‘Verhautung’ of door het aanbrengen van een voering. Dunwandigheid is te bereiken door toepassing van slagextrusie. Daarnaast is het mogelijk gebleken om het gewicht van het kozijn te beperken door slagextrusie. Als vervolg op dit onderzoek is optimalisering van het proces, materiaal en ontwerp gewenst en het realiseren van een complexer, samengesteld kozijn. Vooralsnog is er geen partij binnen de regio die deze vervolgstappen wil realiseren.
Productontwikkeling Integraal Schuim beton De productie van beton is een grote veroorzaker van CO2-emissie. Het gebruik van lichtgewicht beton vermindert dit en maakt beton ook ergonomisch geschikter. Daarom is onderzoek gedaan naar integraal geschuimd beton. Dit is een nieuw materiaal met een nieuwe productietechniek. Het materiaal is een mono-materiaal van cement/ beton, opgebouwd uit een geschuimde kern met een gesloten buitenmantel. Kunststofschuim of ander materiaal om het gewicht te reduceren worden niet toegepast. De elementen die van het materiaal gemaakt kunnen worden, kunnen prefab geproduceerd worden in diverse afmetingen. De wanddikte van het element is variabel (onder andere afhankelijk van sterkte-eis of drukbelasting). Voordelen ten opzichte van ‘normaal’ schuimbeton is de hoge kwaliteit van de afwerking (schil) en de sterkte van het oppervlak.
Integraal geschuimd beton genomineerd voor de DOEN Materiaalprijs 2011 De Doen Materiaalprijs is een prijs ter stimulering van ontwerpen met vernieuwing en duurzaamheid in combinatie met esthetiek en functionaliteit. Beeldend kunstenaars, vormgevers, modeontwerpers en architecten worden uitgedaagd om nieuwe, duurzame materialen en innovatieve technieken in hun werk toe te passen. De DOEN materiaalprijs looft een prijs van €15.000 uit voor een eindontwerp en een aanmoedigingsprijs van €5.000 voor een idee dat nog uitgevoerd moet worden. Binnen de werkplaats Productontwikkeling houdt Jacob Alkema zich bezig met het ontwikkelen van geschuimd beton en de vele toepassingsmogelijkheden.
| pagina 42 |
| pagina 43 |
Dr. Jakob Alkema, onderzoeker bij de UT, heeft in 2010 en 2011 het materiaal onderzocht en Koen Hermsen, afstudeerstudent Industrieel Ontwerpen bij Temmink, begeleidt. De conclusie van zijn onderzoek is dat een productietechniek voor het produceren van grote 3D-vormen haalbaar lijkt en dat een productietechniek voor het maken van vlakke (prefab)elementen markttechnisch het meest interessant is. Deelnemende bedrijven zijn Morssinkhof Groep, Temmink Infra en Milieu, Raab Karcher, Olde Hanter bouwconstructie, de Universiteit Twente en Pioneering. Jacob Alkema begeleidt namens de Universiteit Twente de studenten.
Samenwerking met kennisinstellingen Vanuit de Universiteit Twente is Koen Hermsen afgestudeerd met het project Integraal geschuimd beton.
Werkplaats Master Industrieel Ontwerpen Doelstelling werkplaats De kern van de toekomstige ontwikkeling in de bouw ligt bij de integrale aanpak van milieu, integratie van industrialisatie, transformatie, gezondheid en comfortaspecten. Er is meer samenhang nodig tussen duurzame energieconcepten en een flexibele benadering van bouwen. Hierbij spelen de toepassing van nieuwe materialen, hergebruik, Systems Engineering en regelgeving in de bouw. Innovatie in de bouw moet gestimuleerd worden door de samenwerking in de bouwkolom. De werkplaats Master Industrieel Ontwerpen ontwikkelt en bouwt een faciliteit voor het testen van nieuwe materialen en bouwwijzen. Dit Green Transformable Building Lab dat ontwikkeld wordt op de Universiteit Twente is een onderdeel van het curriculum van de Master Industrieel Ontwerp. De werkplaats bevordert hiermee de samenwerking tussen de kennisinstellingen, Twents bouwbedrijven, overheden en andere stakeholders.
Activiteiten werkplaats De werkplaats hield drie workshops in 2011. Dit heeft geresulteerd in een ontwerp en een verkenning voor materiaalgebruik. Mede aan de hand van de workshops zijn functionele en technische specificaties voor de ontwikkeling van systemen
en componenten voor GTB Lab opgesteld. Ook vonden twee bijeenkomsten plaats over het Green Transformable Building Lab op de Universiteit Twente en het ROC van Twente. Green Transformable Building Lab In 2011 is ook de bouw van Green Transformable Building Lab op de Universiteit Twente voorbereid. In 2012 zal dit gebouwd worden. Met het Green Transformable Building Lab worden toekomstige trends van bouwen in de 21e eeuw onderzocht. Aspecten als zonne-energie, water, flexibele en industriële bouwmethoden, hergebruik, onderhoud en aanpasbaarheid worden hierin geïntegreerd. Een structuurplan voor het bouwproject en een concept voor een samenwerkingsovereenkomst tussen de partijen zijn opgezet, de geschikte technologieën zijn geïnventariseerd en er de stakeholders volgden een workshop. De beoogde functionaliteiten, de te ontwikkelen technologieën en onderzoeksvragen van het Green Transformable Building Lab zijn inmiddels geformuleerd. Tevens is een integraal concept door International design studio’s en internationale en multidisciplinaire teams ontwikkeld. Hierbij is er onderzoek gedaan naar technische oplossingen en de uitwerking van de onderdelen in samenwerking met Saxion. Daarnaast is gestart met de technische uitwerking
Deelnemers De UT heeft een breed experimenteel platform gecreëerd waar studenten van de Master Industrieel Ontwerp samenwerken met bedrijven aan het ontwerp en systeemontwikkeling van Green Transformable Building Lab. Naast Universiteit Twente en Pioneering zijn Saxion en ROC Twente betrokken. Samenwerkende bedrijven zijn: Kingspan, Clima Level, TKH Group, Van Dijk Groep, Winkels Techniek, De Groot Vroomshoop, Plegt Vos, gemeente Enschede, De Woonplaats, Kersten Retail, Raab Karcher, Has Koning, Blue Dec, Kessels, Vison4Energy en Itannex.
| pagina 44 |
| pagina 45 |
Jetse Vink van systemen voor GTB Lab in samenwerking met studenten UT en Saxion. Met ondersteuning van Pioneering heeft de Universiteit Twente over dit onderwerp het Engelstalig boek International Design Studio, Green Transformable building Lab gepubliceerd (ISBN 978-90-365-3231-0).
Samenwerking met kennisinstellingen
Voldoen renovatieconcepten?
Vanuit de Universiteit Twente zijn twee studenten bezig met hun master theses. Stefan Binnenmars studeert af op het onderwerp ‘Guiding the Construction Industry towards more Sustainable Building: Working towards a clear model for IDF Building Criteria’. Jetse Vink studeert af op ‘Factors of influence on the performance of sustainable concepts’.
Jetse Vink ontwikkelde tijdens zijn afstuderen een nieuw model waarmee de levensduurprestatie van duurzame renovatieconcepten geëvalueerd kan worden. “Daarmee wordt inzichtelijk of een concept aansluit bij de wensen en eisen die je hebt binnen een renovatieproject”, legt hij uit. Jetse volgde de Master Construction Management and Engineering. Voor zijn afstuderen was hij al een half jaar betrokken bij het onderzoeksproject Creative City Lab in Amsterdam, waar hij samen met andere studenten nadacht over een klimaatneutrale wijk. Daardoor werd zijn interesse voor sustainable building aangewakkerd. “Het onderzoek naar het model heb ik gedaan omdat er allerlei duurzaamheidsmodellen, zoals het energielabel en de epc-norm, in de markt zijn, maar geen van alle is compleet”, vindt Jetse. “Het belangrijkste deel wat mist, is het bedrijfseconomische aspect (kosten- en opbrengsten). Energielabel A bijvoorbeeld zegt nog niets over de bedrijfseconomische haalbaarheid van een renovatieconcept.”
Internationale Ontwerp Studio Een van de activiteiten van de Master Industrieel Ontwerpen is de Internationale Ontwerp Studio. Hier werken studenten uit Sarajevo, Istanbul en Enschede samen met de bouwindustrie aan de ontwikkeling van toekomstige bouwconcepten. Dit wordt gedaan in multidisciplinaire teams bestaande uit studenten Bouwkunde, Industrieel Ontwerpen en Civiele Techniek. Het doel in 2011 was het ontwerp van het Green Transformable Building Lab. Het ontwerp is gericht op de transformatie van het gebouw op verschillende niveaus, door herconfiguratie, montage, hergebruik en recycling van componenten en materialen en C2C. De transformeerbaarheid en flexibiliteit worden toegespitst op de behoeften van kantoren, appartementen en een auditorium.
“Het was niet mijn ambitie om een nieuw model te introduceren, maar wel om te onderzoeken welke factoren van invloed zijn op het kiezen voor een concept binnen een project. Het grote probleem is dat op dit moment technisch alles mogelijk is, maar dat het vaak bedrijfseconomisch niet haalbaar is. Dat is de grote uitdaging.”
| pagina 46 |
| pagina 47 |
Jetse formuleerde zelf zijn onderzoek, maar kon het uitvoeren bij Local in Amsterdam. Het model dat hij ontwikkelde kon hij direct toepassen bij Local, waar hij nu werkt als adviseur en ontwikkelaar van renovatieprojecten. “Voor Local heb ik het renovatieconcept ‘WarmBouwen’ vergeleken met ‘niets doen’ en een ‘standaard renovatie’.” In het model wordt de levensduurprestatie gemeten, bestaand uit de levensduurkosten en opbrengsten, de milieuimpact, het energielabel en de kwaliteit van een renovatieconcept. Sociale aspecten, zoals communicatie met de bewoners zijn hierin niet meegenomen. “Op het gebied van implementatie gaat de discussie niet over techniek, want het gaat om geld. De voorwaarde is duurzaamheid, maar uiteindelijk is het uitgangspunt dat het financieel haalbaar is. Alleen dan zullen eigenaren overgaan tot investeren.” Jetse kreeg een 9 voor zijn afstudeeronderzoek. “Mijn begeleiders vonden het dusdanig interessant dat er misschien nog een onderzoek aan gewijd wordt om een model te ontwikkelen dat minder gedetailleerd is en beter toepasbaar.”
Werkplaats Industrieel Duurzaam en Flexibel bouwen Doelstelling werkplaats De werkplaats Industrieel Duurzaam en Flexibel bouwen van Pioneering heeft de visie dat de voortdurende dynamiek in de samenleving zorgt voor een kortere levensduurverwachting van gebouwen en een steeds kortere gebruiksduur van bouwproducten. Materiaal dat zeventig jaar mee zou kunnen gaan, wordt nu al na tien, vijftien jaar als afval gezien. Als gevolg daarvan zijn er steeds meer bouwactiviteiten die resulteren in toename van bouwafval, materiaalgebruik, energiegebruik, CO2-uitstoot en levenscycluskosten. De filosofie van Industrieel Duurzaam en Flexibel bouwen is gebaseerd op een hoog transformatie- en demontagepotentieel van gebouwen en systemen. Op deze manier wil de werkplaats Industrieel Duurzaam en Flexibel bouwen van Pioneering een negatieve impact van gebouwen op de omgeving en het milieu voorkomen.
Activiteiten werkplaats De modulaire badkamer De modulaire badkamer van IDF biedt oplossingen voor de snelle montage en transformaties van badkamers in zorggebouwen en woningbouw. De badkamer is snel aanpasbaar aan de verschillende wensen van gebruikers qua lay-out en materialen,
zonder sloop en afvalproductie. Gezien de grote vraag naar dit soort oplossingen is er behoefte om snel tot een definitief innovatief product te komen dat breed toepasbaar is. Er worden voorbereidingen getroffen voor de toepassing van de badkamersystemen in het verzorgingshuis te Almelo. IDF-modulen / E1-woningen De IDF-module is een integrale oplossing voor de transformatie van de bestaande woningvoorraad door oplossingen te bieden voor CO2-reductie, verbetering van energieprestatie, toevoeging van extra vierkante meters, variatie in demografische veranderingen, verbetering van akoestiek, esthetische verbeteringen en variatie op wijkniveau. Dit systeem is ook geschikt voor nieuwbouw en het biedt de oplossing voor de energieneutrale woningen met hoge mate van transformatiecapaciteit en hergebruik van materiaal. Dat resulteert in een besparing van CO2-uitstoot vanaf 40 procent. Daarnaast levert het ook financiële besparingen op voor de lange termijn. De toepassing van de IDF-modulen vindt plaats in een innovatief nieuwbouwproject op de Stroinkslanden te Enschede. Het project wordt gerealiseerd in opdracht van De Woonplaats.
Deelnemers Universiteit van Twente, Twinta, Hodes, Winkels Techniek, Van Dijk Groep, Plegt Vos, 4D architects, Raab Karcher, De Woonplaats en Van Dijk Groep.
| pagina 48 |
| pagina 49 |
IDF verkent zijn grenzen Naast het feit dat het bedrijfsleven samen met de onderwijsinstellingen, vanuit Pioneering en de werkplaats IDF, hard werken aan de ontwikkeling van IDF in de bouw, dragen ook de studenten van Saxion hun steentje bij. Op hun zoektocht naar optimalisatie van de hedendaagse bouwtechnieken hebben zij het aangedurfd om een vergelijking te maken met het buitenland. In Ierland waar in de 90-ér jaren een enorme ’’flow’’ ontstond, in innovatieve bouwmethoden, werd in december 2010 een voorbereidend veldonderzoek verricht voor het afstuderen van een groep van 12 Saxion studenten. Deelnemers aan de Minor Industrieel bouwen en Productontwerp hadden de opdracht om als onderdeel van hun meesterproef een vergelijking te maken met de Nederlandse industriële bouwindustrie en die van Ierland. Dublin werd verkozen als thuishaven, waar eerder dat jaar, programmadirecteur Bas van der Veen op uitnodiging van Enterprise Ireland, de eerste verkenningen verrichtte. Een gedegen studievoorbereiding, waarbij de Ierse bedrijfsbezoeken in de benodigde rapportages en tekeningen waren verwerkt, zorgde ervoor dat de Saxionstudenten goed voorbereid waren op hun presentatie aldaar.
In aanwezigheid van de Nederlandse ambassadeur, de heer Robert Engels, is er op 10 juni jl. een symposium georganiseerd bij het Dublin Institute of Technology (D.I.T.) in Dublin. Tijdens het ochtendprogramma spraken diverse vooraanstaande personen uit de bouw over hun visie en ontwikkeling met betrekking tot nieuwe duurzame en innovatieve bouwtechnieken. De presentaties gaven stof tot bezielende discussies waarbij de aanwezige vertegenwoordigers van bedrijven, onderwijsinstellingen en studenten van gedachten wisselden. Het middagprogramma stond in het teken van de af te leggen ‘’meesterproef” van de 3 groepen Nederlandse studenten. Elk betoog over de vergelijkingen betreffende economisch- en bouwtechnische aspecten van de Nederlandse bouwindustrie en die van Ierland, werd door de Ierse jury beoordeeld. Hierbij werd vooral gelet op de uiteenzetting van de door de groepen uitgewerkte projecten op industrieel, duurzaam en flexibele componenten. De jury wist de projecten op waarde te schatten en elke groep kon na het beantwoorden van de vaak kritische vragen reken op een bemoedigend applaus vanuit de zaal. Het resultaat hiervan was dat alle drie groepen met een voldoende geslaagd waren voor deze Minor. Nadat de studenten de felicitaties in ontvangst hadden genomen van alle aanwezigen werd de afsluiting verzorgd door de directeur van D.I.T. Hij benadrukte dat de manier waarop Saxion en Stichting Pioneering in deze Minor samenwerken een voorbeeld is voor alle onderwijsinstellingen. Op deze manier kan in tijden van deze economische crisis, de bedrijven en studenten weer dichter bij elkaar worden gebracht. De opgedane kennis kan op deze manier worden gedeeld en daardoor leert men elkaar beter te begrijpen. Met deze wijze woorden ging de Nederlandse delegatie met een positief gevoel huiswaarts. Duidelijk is dat het doel, de samenwerking tussen Saxion en Pioneering, zeker was geslaagd!
| pagina 50 |
Stefan Binnemars Hoe ‘IDF’ zijn bouwconcepten? Stefan Binnemars was een van de eerste studenten die de master Industrieel Ontwerpen voor de bouw volgde bij Elma Durmisevic. In 2011 studeerde hij af. Omdat hij geïnteresseerd is in nieuwe bouwconcepten in relatie tot duurzaamheid, onderzocht hij hiervoor, en in opdracht van Van Dijk Bouw, in hoeverre bouwconcepten ‘IDF’ zijn, oftewel Industrieel/Individueel, Duurzaam en Flexibel. “Wat IDF toevoegt boven andere concepten, is de factor tijd. Je kijkt niet alleen naar wat een project initieel kost, maar ook naar hoe flexibel, hoe aanpasbaar het is en hoe lang je het kunt gebruiken”, legt Stefan uit. Dit vond hij interessant om te onderzoeken, want er zijn veel verschillende methodes en beoordelingsprogramma’s die allemaal gericht zijn op een betere toekomst, maar die toch veel van elkaar verschillen. Stefan besteedde daarom tijdens zijn onderzoek eerst veel tijd aan de vraag ‘wat is eigenlijk duurzaamheid en hoe verhoudt zich dat tot de bouw?’ Hij vertaalde zijn antwoorden in criteria en bekeek vanuit die criteria hoe ‘IDF’ een bouwconcept is. “Waarschijnlijk is een gebouw niet voor 100 procent IDF, maar je kunt aan de hand van het model wel kijken waar je wat kunt verbeteren.” Het resultaat van het onderzoek is een model dat niet alleen op gebouwen toepasbaar is, maar ook op systeemniveau. “Bouwconcepten zijn projectoverstijgend”, benadrukt Stefan.
| pagina 51 |
Het onderzoek was abstract van aard, maar het kon vervolgens ook de concrete vraag van Van Dijk Bouw beantwoorden om te kijken in hoeverre een bouwconcept van Van Dijk Bouw, Passend Wonen, voldoet aan de IDF-criteria en wat daaraan verbeterd zou kunnen worden. Tevens is het onderzoek een opzet om mee verder te gaan, denkt Stefan. “Ik heb vooral gekeken naar hoe je de concepten beter kunt maken in technische zin. Nu doe ik promotieonderzoek naar wat er verder bij komt kijken, zoals financiering, logistiek, verdienmodellen en het productieproces.” Stefan werkt nog steeds bij Van Dijk Bouw. “De bouw heeft een nieuw soort vakmensen nodig. Naast de klassieke beroepen, zijn er mensen nodig die nieuwe concepten ontwikkelen en de spin in het web zijn om te communiceren met alle specialisten”, merkt Stefan.
Cluster Verduurzamen Bestaande Bouw Werkplaats Conversie en Hergebruik Doelstelling werkplaats Het doel van de werkplaats Conversie en Hergebruik is het stimuleren van conversie en hergebruik van bestaande wijken, woningen, kantoren en andere gebouwen. Conversie & hergebruik is minder milieubelastend dan sloop en nieuwbouw, is in veel gevallen kostenbesparend en er vindt geen kapitaalvernietiging plaats. De karakteristieke kenmerken van een binnenstad blijven behouden. Conversie en hergebruik is een antwoord op tijdelijk huisvesting. De werkplaats zorgt voor verbetering van de kwaliteit en de actualiteit van het onderwijs en versnelling van processen bij concrete projecten waardoor leegstand vermindert en verloedering en waardevermindering worden tegengegaan. Het doel is om de problematiek van leegstand onder de aandacht te brengen en innovatieve concepten te ontwikkelen om locaties succesvol te hergebruiken. De kennis en ervaring worden opgedaan in concrete projecten. De werkplaats ziet het als een taak om de partijen die ruimte aanbieden en die ruimte zoeken in Twente met elkaar te verbinden met behulp van de vraag- en aanboddatabank.
Activiteiten werkplaats ABN AMRO en collective housing concept Het gebouw van ABN AMRO aan de Oldenzaalsestraat in Enschede staat al enige jaren leeg. De werkplaats Conversie en Hergebruik heeft gekeken naar de mogelijkheden die er zijn om dit gebouw te converteren naar een andere bestemming. Diverse mogelijkheden zijn onderzocht en er is een haalbaarheidsonderzoek gehouden. Het doel is een reëel en haalbaar plan voor te leggen aan een partij die hier mogelijkheden in ziet en daardoor bereid is te investeren in het plan. Voor het gebouw is een concept uitgewerkt voor een nieuwe collectieve woonvorm die ook in andere bestaande gebouwen op andere locaties toegepast kan worden. In 2011 is dit project in samenwerking met twee studenten, verder uitgewerkt. Het conversieplan ligt klaar, maar momenteel is er geen directe interesse van een commerciële partij is, die het plan wil overnemen. Technasium Het doel van de pilot Technasium was het opstellen van een haalbaarheidsanalyse voor het transformeren van een gymlokaal in een leslokaal voor het Technasium van het Bonhoeffer College te Enschede. Het haalbaarheidsprogramma is inmiddels afgerond. Het Bonhoeffer College heeft aangegeven dat in verband met bezuinigingen in het onderwijs de ontwikkelingen gestaakt moeten worden.
DEELNEMERS Holtdijk, IAA Architecten, Gemeente Enschede, ten Hag Makelaarsgroep Enschede, Bloom Landscape + urbanism, De Woonplaats, Leferink Office Works BV, Weber Installatietechnieken BV en Mijande Wonen.
| pagina 52 |
| pagina 53 |
Ervaringendatabank De werkplaats Conversie en Hergebruik had zich ook ten doel gesteld om een databank op te zetten waar vraag naar ruimte (wonen, werken, leisure, zorg) en aanbod van leegstaande en leegkomende panden elkaar vinden. Hiermee wil de werkplaats de leegstand in Twente reduceren. Hiervoor is aansluiting gevonden gevonden bij het project Tussentijds van de gemeente Enschede. Daarin hebben zich ook Platform Initiatieven Tijdelijkheid (PIT), Architectuurcentrum Twente en provincie Overijssel verenigd. De provincie ziet Enschede als tijdelijke hoofdstad van Overijssel op gebied van de invulling van leegstaande locaties. In 2011 is de ervaringendatabank afgerond en ondergebracht bij het vraag- en aanbodproject als extra laag van informatieverstrekking. In de binnenstad van Enschede is een leegstandsloket geopend om extra aandacht hieraan te geven.
Studentenprojecten Om Conversie en Hergebruik deel uit te laten maken van regulier onderwijsprogramma zoals de opleidingen Planologie, Vastgoed en Makelaardij en Bouwkunde, op zowel mbo- als hbo-niveau, is de werkplaats gestart met studentenprojecten. Op 27 januari 2011 werden tijdens de Nieuwjaarsborrel van Stichting Vastgoedrapportage, in samenwerking met Pioneering, drie conversieprojecten gepresenteerd. Hieraan hadden tachtig studenten gewerkt. Het beste conversieplan is tijdens deze bijeenkomst beloond met de Pioneering Conversie Prijs. Het winnende ontwerp liet zien hoe van het Arkegebouw een StayOkaylocatie kan worden gemaakt. Een gelijkwaardig studentenproject is in november 2011 gestart met dertig studenten van de opleidingen Vastgoed en Makelaardij en Planologie van Saxion. De eindpresentaties hiervan zullen plaatsvinden in 2012.
| pagina 54 |
Studenten ROC en Saxion werken aan Conversie Op 16 november 2010 was de succesvolle kick-off van het Conversie project voor 80 studenten van Saxion Vastgoed & Makelaardij (Enschede) en Ruimtelijke Ordening & Planologie ( Deventer). Gedurende het tweede kwartiel van hun laatste studiejaar houden zij zich bezig met 3 conversie projecten: Het klooster Dolphia, de Coberco melkhal en het voormalige Arke gebouw. Dankzij de voorbereidingen van 8 bouwkunde studenten van het ROC van Twente hebben de studenten van Saxion een vliegende start kunnen maken. De ROC studenten hebben als onderdeel van hun afstudeertraject zo veel mogelijk informatie moeten verzamelen over de gebouwen. Zo hebben zij navraag gedaan bij het Kadaster, de gemeente, de eigenaar en via internet om tot een zo compleet mogelijk startpakket te komen. Vervolgens hebben zij hun bevindingen gepresenteerd aan de deelnemende studenten van Saxion.
| pagina 55 |
Deelnemers van de werkplaats Conversie & Hergebruik zullen een deel van de gastlessen voor hun rekening nemen en de studenten meenemen in de dagelijkse praktijk van Conversie. Eind januari zullen de studenten van Saxion hun resultaten presenteren aan de desbetreffende eigenaren. Voor de drie gebouwen moeten zij de beste toekomstige invulling bepalen en daarbij rekening houden met de directe omgeving en eventuele randvoorwaarden. Dit project is een prachtig voorbeeld van een succesvolle samenwerking niet alleen tussen opleidingen, maar ook tussen kennisinstellingen en een grote diversiteit aan marktpartijen. De studenten worden zo getrakteerd op een stukje ‘real life’ en worden daarmee beter voorbereid op hun toekomstige werksituatie.
Balengebouw Het project Balengebouw heeft kennisdeling met betrekking tot technische mogelijkheden voor herbestemming tot doel: in casu het volgen en vastleggen van een bijzondere techniek, genaamd vijzelen. Voor de afbakening van de projectopdracht en de op te leveren resultaten van dit project zijn afspraken gemaakt met de Woonplaats. Tijdens het jaarevenement van Pioneering op 17 november 2011 hebben vijftig deelnemers deelgenomen aan een excursie in en om het gebouw. Hierbij werd ingegaan op de problemen en de toegepaste oplossingen die bij de bouwprocessen plaatsgevonden hebben.
The Corridor De gemeente Enschede heeft het voornemen om van The Corridor (voormalig ROC op het Kennispark) het meest duurzaam gerenoveerde kantoorpand te maken. Het project moet als voorbeeld dienen voor andere gelijksoortige panden. De gemeente heeft de werkplaats Conversie en Hergebruik gevraagd te helpen en mee te denken. De opzet is om het pand mee te nemen in een studentenproject voor Saxion en daarnaast een prijsvraag uit te zetten in de markt. De gemeente onderzoekt momenteel de regelgeving rondom aanbesteding. De uiteindelijke winnaar van de prijsvraag krijgt het gebouw van de gemeente.
Vliegveld Twente: herbestemming De Strip Voor een onderdeel van Vliegveld Twente, genaamd De Strip, wordt een herbestemming gezocht. In de structuurvisie kan het gebied rond de voormalige taxibaan van de F-16’s een nieuwe bestemming krijgen voor functies ten behoeve van innovatieve bedrijvigheid en vrije tijd. De werkplaats is voor deze invulling op zoek naar ideeën uit de markt. Tijdens het jaarevenement van Pioneering heeft de werkplaats deze casus gebruikt als thema voor een boeiende workshop. Enkele groepen hebben hun ideeën gepitcht. Hierna heeft de jury het beste idee beloond met een modelhelicopter. In 2012 zal deze sessie een vervolg krijgen.
Samenwerking met kennisinstellingen Studentenprojecten In schooljaar 2011/2012 startte conversie en hergebruik bij Planologie in de minor. In het eerste half jaar wordt dit als thema behandeld. Bij Vastgoed en Makelaardij wordt het als vierdejaars project in het tweede kwartiel opgenomen. Studenten van het ROC in Almelo zijn aan de slag gegaan met onderzoek naar het voormalige badhuis en de dr. Ariënsschool. Vier studenten van de opleiding Planologie van Saxion Deventer doen onderzoek naar een nieuwe invulling voor gebouw The Corridor. De opdracht kreeg als titel mee: Maak van The Corridor het meest duurzame gerenoveerde gebouw van Nederland. Vijf groepen studenten van de opleiding Vastgoed en Makelaardij van Saxion Enschede deden onderzoek naar herbestemming van het monumentale gebouw ’t Heim in Hengelo. Leegstand Twentse gemeenten Vastgoed- en makelaardijstudente Brigitte de Bruin is in juni 2011 afgestudeerd. Zij maakte een handreiking voor Twentse gemeenten waarin middelen worden aangegeven om leegstand tegen te gaan. Binnen de werkplaats zal de handreiking gebruikt worden om aanknopingspunten uit te halen om het debat met Twentse gemeenten aan te gaan en eventueel verder onderzoek op te starten.
| pagina 56 |
| pagina 57 |
Financiële haalbaarheid van conversieprojecten Vastgoed- en makelaardijstudenten Bas Rikkerink en Kevin Roolvink doen onderzoek naar de financiële en fiscale gevolgen van leegstand en herbestemming bij kantoorgebouwen in de regio Twente. Ze keken ook naar welke extra mogelijkheden er bij herbestemming zijn, zodat het financieel aantrekkelijker wordt gemaakt voor gebouweigenaren. Vanuit de werkplaats Conversie en Hergebruik worden de studenten begeleid door Michel ten Hag. Onderling maken zij afspraken over de tijdstippen van begeleiding en de planning. Dit onderzoek loopt door tot medio 2012. Gastcolleges en excursies In december hebben alle vierdejaars Vastgoed- en Makelaardijstudenten van Saxion Enschede een bezoek gebracht aan Vision4energy in Oldenzaal. Deze door ten Hag Makelaardij georganiseerde excursie hebben de studenten als zeer leerzaam ervaren. Door Holtdijk en Beltman Architecten zijn gastcolleges verzorgd voor de studenten op Saxion Enschede. Het thema dat centraal stond was Conversie en hergebruik bezien vanuit de ontwikkelaar en de architect.
Werkplaats Resultaatgericht Vastgoedonderhoud Doelstelling werkplaats
verbindt de theorie voor deze verbeterde processen
De afgelopen jaren is er een nieuwe benadering voor onderhoud van woningen en gebouwen in opmars. Het doel is het optimaliseren van de kosten over de gehele levenscyclus. Hiervoor worden verschillende benamingen gebruikt zoals Prestatiegericht Onderhoud, Resultaatgericht Vastgoed Onderhoud en Integraal Onderhoud. Binnen Pioneering hanteren wij de term Resultaatgericht Vastgoed Onderhoud (RGVO).
met de praktijk.
Hoewel de relevantie van RGVO toeneemt, blijkt de kennis hierover in de markt tamelijk beperkt. Veel ondernemers in de onderhoudssector zijn weliswaar op de hoogte van de theorie, echter de toepassing schiet tekort. In de praktijk blijkt dat de kosten voor onderhoud in een traditionele benadering moeilijk te beheersen zijn. Beheerders hebben steeds jongere woningen in hun bezit door snellere verkoop en nieuwbouw. Toch blijken de kosten van onderhoud jaarlijks licht te stijgen. Er valt op middellange termijn een sterke piek te verwachten in de onderhoudsopgave. Dit komt onder andere door het gebruik van meer en complexere installaties en door de nadruk op uitvoeringskwaliteit en kosten. De werkplaats Resultaatgericht Vastgoedonderhoud
Activiteiten werkplaats Om kennis op te bouwen organiseert de werkplaats geregeld bijeenkomsten, Meet & Greets, zoals in 2011 over het project Wijkaanpak Pathmos. Na de presentaties van opdrachtgever De Woonplaats en opdrachtnemer Onderhoudscombinatie OC Pathmos kregen de deelnemers een rondleiding door een deel van de wijk. Ze bezochten onder meer de proefwoningen in het kader van energieprestatie en de beeldkwaliteit van schilderonderhoud. In de Dutch Green Building week konden de deelnemers tijdens een middagworkshop op een praktische wijze kennismaken met de RGVOmethodiek. De werkplaats nodigt de leden ook regelmatig uit voor terugkommiddagen. Deelnemers geven hier presentaties over actuele zaken en de voortgang van projecten. Tijdens deze middagen kunnen de leden kennis delen over RGVO. Boek Twentse aanpak Het boek “De Twentse aanpak, vernieuwend vastgoedonderhoud” markeert de tussenstand van
DEELNEMERS Admikeur, Balance & Result, AWS Beter Wonen, Boll Dakgroep, Farwick Groenspecialisten, Feenstra verwarming, Gebr. Van der Geest, gemeente Almelo, gemeente Enschede, Hemink Groep, Klein Poelhuis, Kloos 2, Koopmans Service & onderhoud, Leferink Beheer – Lemelerveld, Lennipsgroep, Loohuis groep, Meulenbeld Hofhuis Installatiebedrijf, Mulder Schilders, NIBAG, Nijhuis Bouw Rijssen, Plegt Vos, Reinbouw Dieren, Rudde Dakbedekking, Saxion Hogescholen, Sikkens Bouwverven, Stedelijk Wonen, SW Bedrijven, Sylva Bouw, Te Pas Bouw, TNO Bouw & Onderhoud, Trimetal Bouwverven, Van Dam Groep, Van Dijk Groep, Vastbouw Oost b.v., WBC Winterswijk, WBO Wonen, Weijers Eikhout Groesbeek, Welbions, Wijzonol Bouwverven, Winkels Installatietechniek, De Goede Woning, De Woonplaats, Delta Wonen.
| pagina 58 |
| pagina 59 |
Lars Willemsen en Tiemen Leus de Werkplaats Resultaatgericht Vastgoedonderhoud, op ongeveer de helft van het programma Vernieuwend ondernemen in de bouw. De basis die hiermee is gelegd wordt gebruikt om de concurrentiepositie van het onderhouds- en bouwbedrijfsleven in Twente verder te verbeteren. Het boek geeft het geheel aan resultaten van de pilotprojecten binnen de werkplaats weer tot nu toe. Hiermee worden deze pilots afgesloten en breekt er een nieuwe fase van verdieping en verbreding aan. Een nieuwe benadering is noodzakelijk voor het in stand houden van de bestaande woningvoorraad en om de kosten over de gehele levenscyclus van een object te optimaliseren. Vincent van Goghstraat Vanuit Vastbouw kwam het voorstel om groot onderhoud uit te voeren aan een appartementencomplex van de Goede Woning in Rijssen. In 1998 was hier voor het laatst groot onderhoud uitgevoerd. Na twaalf jaar meende men dat dit een goed moment was om de resultaten te beoordelen. De partijen besloten in 2011 het project, waarvan de eerste werkzaamheden in het najaar van 2010 waren gestart, te monitoren. De voortekenen voor RGVO lijken gunstig. De partijen erkennen dat ze samen het risico dragen en bereid zijn om mee te denken in het project om ervan te leren. De partijen zijn van mening dat de RGVOmethodiek meer kwaliteit heeft opgeleverd: de werkzaamheden werden beter doordacht uitgevoerd, de betrokkenheid en risico’s werden gedeeld en de keten werd hiermee verkleind. Dankzij de RGVOmethodiek zijn de kosten beter en completer inzichtelijk geworden. Wijkaanpak Pathmos De opdrachtgever De Woonplaats heeft gekozen voor dezelfde partijen als bij de grootschalige renovatie van Pathmos in Enschede in de periode 2002-2006. De Woonplaats tekende het onderhoudscontract voor de wijk Pathmos in Enschede met de Onderhoudscombinatie Pathmos B.V. Om de wijk de komende 25 jaar in de gewenste staat te houden, heeft De Woonplaats resultaatafspraken gemaakt voor zowel dagelijks-, mutatie-, als meerjarenonderhoud. De omvang van het complex, de uitgebreide inhoud
van de onderhoudsopgave en de ketenintegratie van disciplines maken Wijkaanpak Pathmos tot een voor Nederland uniek project. De belangrijkste leerpunten zijn de leermomenten van aanbesteding versus RGVO-methodiek, de benodigde top-downbenadering en het belang van coördinatie tussen de partners. De wijk Pathmos bestaat uit verschillende fases met veel disciplines. RGVO+ Een belangrijk project dat binnen de werkplaats RGVO is uitgevoerd, is de ontwikkeling van RGVO+. Dit is software die het gehele proces van resultaatgericht vastgoedonderhoud ondersteunt, voor zowel de opdrachtgever als de opdrachtnemers in verschillende disciplines. De opdrachtgever krijgt eenvoudig inzicht in de status van zijn complexen en projecten en de opdrachtnemers kunnen dankzij deze intelligente tool onderhoudsscenario’s afwegen op basis van conditiemetingen en invloedsfactoren. Een opdrachtgever en drie onderhoudsbedrijven zijn bezig om de tool voor de discipline schilderwerk door te ontwikkelen. Ondertussen is ook gestart met de ontwikkeling van de software voor de overige vakdisciplines.
Samenwerking met kennisinstellingen
Studenten brengen kwaliteitsniveau onderhoud in beeld voor RGVO Een belangrijk aspect binnen Resultaatgericht Vastgoedonderhoud (RGVO) is het objectief in beeld brengen van het gewenste kwaliteitsniveau van het onderhoud. Het bleek echter moeilijk om een eenduidige interpretatie van zo’n beeldreferentie te beschrijven. Twee studenten van de opleiding Bouwtechnische bedrijfskunde van Saxion, Lars Willemsen en Tiemen Leus, studeerden hier in 2011 op af. Onder de titel ‘Communicatie en prestatie bij resultaatgericht vastgoedonderhoud’ presenteerden zij hun onderzoeksrapport over de toepassing van (beeld)referenties. De twee studenten hebben een database ontwikkeld. Hierin is op basis van foto’s die de gewenste onderhoudskwaliteit weergeven een vertaling gemaakt naar prestatie en onderhoudsactiviteiten. Als voorbeeld voor hun onderzoek kozen de studenten het beeldbestek zoals dat al enige tijd in het groenonderhoud wordt gebruikt. Omdat Lars en Tiemen niet bekend waren met RGVO hebben zij zich eerst goed ingelezen en gaandeweg werden zij steeds enthousiaster. Het uitvoerig interviewen van bedrijven en het definiëren van de kwaliteitsniveaus waren flinke uitdagingen. Lars richtte zich met name op de verdieping in materiaalkennis, Tiemen in de procesgang rond RGVO. Daarbij deden zij hun best om zich te blijven
Onderzoek communicatie en prestatie De studenten Bouwtechnische Bedrijfskunde Lars Willemsen en Tiemen Leus hebben onderzoek gedaan naar de verschillende kwaliteitsniveaus binnen de systematiek van RGVO en de gestelde eisen aan de communicatiemiddelen, tussen de verschillende disciplines in de onderhoudsbranche. Hiermee willen ze tot een eenduidige interpretatie van deze kwaliteitsniveaus te komen.
| pagina 60 |
| pagina 61 |
focussen op de onderzoeksdoelstellingen en niet teveel mee te gaan in de opvattingen van de geïnterviewde bedrijven. Begeleiders van Pioneering en Mulder Schilders stonden hen bij met raad en daad. Maurits Jansen, directeur van Mulder Schilders, vindt dat de studenten met het rapport bevestigen dat het beeldbestek ook binnen RGVO werkt. De resultaten worden toegepast bij de softwarematige ondersteuning van RGVO-projecten. Ze zijn bijvoorbeeld al gebruikt als input voor het verder ontwikkelen van de RGVO+-softwaretool. Lars werkt inmiddels als bouwkundig medewerker bij Tehro Bouwmanagement Huisvestingsbureau in Oldenzaal. Hij is met twee anderen binnen het bedrijf verantwoordelijk voor het onderhoud van basisscholen in de steden Almelo en Deventer. Tiemen koos, ook vanwege de huidige arbeidsmarktsituatie, voor een vervolgstudie Construction Management aan de Universiteit van Twente.
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren Doelstelling werkplaats Binnen de werkplaats Klimaatneutraal Renoveren doen opdrachtgevers en bedrijven ervaring op met vernieuwende renovatieprojecten die uiteindelijk leiden tot klimaatneutrale woningen. De kennisinstellingen Universiteit van Twente, Saxion en ROC van Twente onderbouwen door middel van onderzoeken de werkelijke resultaten van de projecten. Dit leidt tot betere vervolgprojecten en een voorsprong voor deelnemende marktpartijen. De projecten en het gas- en elektriciteitsverbruik worden gemonitord. Er wordt onderzoek gedaan naar de terugverdientijd en naar de bewonerstevredenheid. Over elke pilot verschijnt een onafhankelijk rapport, voordat het vertaald wordt naar vervolgprojecten.
Activiteiten werkplaats Het Lang Noord, Enschede In opdracht van Domijn worden op Het Lang Noord in Enschede circa tweehonderd zogenaamde hobbykamerwoningen gerenoveerd met als doel een labelsprong van E of F naar een A, A+ of A++ te maken.
De woningen met de eerste twee labels zijn inmiddels gerealiseerd. Vanuit de werkplaats Klimaatneutraal Renoveren wordt onderzoek gedaan naar het werkelijke energieverbruik, eventuele zwakke plekken in de thermische isolatie, de terugverdientijd en de bewonerstevredenheid. De resultaten van de A en A+ woningen zijn in een afrondende fase. Velve Lindenhof, Enschede In de Enschedese wijk Velve Lindenhof zijn tien karaktervolle zogenaamde roodbouw- en vijftien grijsbouwwoningen van De Woonplaats grondig gerenoveerd. Deze renovatie was een bewuste keuze van de bewoners. Voor het project heeft de werkplaats Klimaatneutraal Renoveren onder andere onderzoek gedaan naar de financiële haalbaarheid met betrekking tot het Total Cost of Ownershipmodel. Sinds augustus 2011 loopt binnen dit project een onderzoek naar de procesbeheersing van energetische renovaties.
DEELNEMERS Alcedo, AWS Beter Wonen, De Woonplaats, Domijn, Farwick Groenspecialisten, Feenstra, gemeente Enschede, gemeente Hengelo, IAA Architecten, Klein Poelhuis, Koopmans, Loohuis Installatietechniek, Remeha, ROC van Twente, Roosdom Tijhuis, Salco, Saxion, Tonzon, Trebbe Oost & Noord, Universiteit Twente, Van Dam Groep, Vastbouw, Welbions, Zelzius
| pagina 62 |
| pagina 63 |
Martijn van der Veen Klimaatneutraal Renoveren op Mutatiebasis In opdracht van WBO Wonen is een haalbaarheidsonderzoek verricht naar de technische en economische haalbaarheid van het energetisch renoveren van een individuele woning gekoppeld aan mutatieonderhoud. Randvoorwaarde hierbij is dat de uitvoering ingepland moet worden bij het mutatieonderhoud. De totale uitvoering mag maximaal vier weken in beslag nemen. Ook is gerekend vanuit woonlasten. Zodra er woningen leegkomen, wordt de pilot uitgevoerd. Klimaat en Geluid In Vriezenveen vindt bij woningen geluidsanering plaats. Aanvullend daarop kunnen bewonereigenaren ook kiezen voor energetische verbeteringen. Hoewel er aanvankelijk redelijk interesse bestond voor deze aanvulling, viel de uiteindelijke belangstelling tegen. Op dit moment wordt door studenten van Saxion een onderzoek uitgevoerd naar de argumenten waarom bewoners wel of niet voor deze aanvullende energetische verbetering kiezen.
Samenwerking met kennisinstellingen Afstudeeronderzoeken Martijn van der Veen, Daan Koomen en Michiel Bosch voerden in het kader van hun hbo-opleiding Vastgoed en Makelaardij hun afstudeeropdracht uit voor Klimaatneutraal Renoveren. Martijn onderzocht de haalbaarheid van KNR op mutatiebasis. Opdrachtgevers waren WBO Wonen uit Oldenzaal en Trebbe Oost & Noord. Hij heeft de technische en financiële haalbaarheid van drie concepten onderzocht om grondgebonden rijwoningen uit de bouwperiode 1946 – 1970. Daan Koomen zijn onderzoek richtte zich op de renovatie van de A en A+ woningen van Domijn. Behalve de technische en economische analyse werd hierbij ook de bewonerstevredenheid onderzocht. Michiel heeft onderzoek gedaan naar werkelijk versus theoretisch energieverbruik van woningen. Dit onderzoek vormt een goede basis voor vervolgonderzoek. Jolanda Toeters-Jansen heeft voor haar hbo-opleiding SPD Bedrijfsadministratie van Saxion Next een onderzoek verricht naar de financiële haalbaarheid van energetische renovaties. Ze heeft hierin onder meer een aantal toepassingen en renovatieprojecten van Ons Huis in Enschede en van Wonen Delden doorgerekend. Stage Voor de stage van zijn hbo-opleiding Bouwtechnische Bedrijfskunde heeft Saxionstudent Stefan Maatman onderzoek gedaan bij het renovatieproject Velve-Lindenhof. Hij keek bij dit project van De Woonplaats naar de financiële haalbaarheid met betrekking tot het Total Cost of Ownership-model. De resultaten zijn op 16 mei tijdens een workshop van de werkplaats gepresenteerd.
| pagina 64 |
Bedrijf vindt projectleider via Klimaatneutraal Renoveren Zelziuz B.V. heeft dankzij bemiddeling van de werkplaats Klimaatneutraal Renoveren een junior projectleider gevonden. Als lid van Pioneering had Zelziuz aangegeven op zoek te zijn naar een afgestudeerde hbo’er, die affiniteit heeft met duurzame energie en bedrijfsmatige processen. Omdat de werkplaats continu meerdere afstudeerders aan het werk heeft, was het niet moeilijk om hiervoor geschikte kandidaten voor te dragen. Zelziuz deed zelf de selectie en per 1 juli 2011 is Martijn van der Veen aangesteld. “We hebben behoefte aan goed opgeleide medewerkers met kennis van en ervaring met duurzame energie. Pioneering biedt studenten de mogelijkheid om hun kennis in praktijk te brengen. In het geval van Martijn heeft dit geleid tot een perfecte overgang van studie naar werk in de duurzame energiesector” aldus Ewald Hafkenscheid, medevennoot bij Zelziuz. Martijn van der Veen voerde voor zijn hbo-opleiding Vastgoed en Makelaardij een afstudeeropdracht uit voor de werkplaats Klimaatneutraal Renoveren, WBO Wonen en Trebbe Oost & Noord. Van der Veen ziet een grote uitdaging in het toepassen van vastgoedkundige competenties in projecten in duurzame energie. “Tijdens de opleiding Vastgoed & Makelaardij, met als specialisatie projectontwikkeling, heeft de energiebewuste leefomgeving mijn interesse gewekt. Deze interesse heeft zich verbreed tijdens mijn onderzoek naar het
| pagina 65 |
energetisch verbeteren van de bestaande sociale woningvoorraad. Bij Zelziuz gaat hij zich op een drietal taken richten: ondersteuning bij diverse projecten in duurzame energievoorziening, energiemanagement en procesmanagement. “Onder ondersteuning valt onder andere het Dorpsnet in Denekamp, met haar eigen decentrale opwekkingsinstallatie. Het traject richting een opzichzelfstaand energiebedrijf wordt de komende tijd doorlopen. Duurzaam opgewekte energie wordt lokaal beschikbaar voor alle huurders van Mijande. Het doel is om regionaal, en naar mate de projecten vorderen ook landelijk, aan iedere afnemer duurzame energie te kunnen leveren. Projectmatige zonnestroominstallaties produceren duurzame energie die het liefst regionaal wordt afgezet”, legt hij uit. Chef werkplaats Gerard Salemink is tevreden over de match tussen het lid van Pioneering en de afgestudeerde. “Het laat zien dat Pioneering ook een platform is waar talent en werkgevers elkaar ontmoeten. Afstudeerders die werken aan innovatieve projecten en bedrijven zijn dus nog steeds interessant voor elkaar”.
Cluster Innovatie in de GWW Werkplaats Innovatieve Toepassingen in de GWW Doelstelling werkplaats De grond- weg- en waterbouw (GWW) is bij uitstek de sector van de bouw die werkt voor de overheid. De overheid hecht sterk aan waterkwaliteit, waterveiligheid, mobiliteit, verkeersveiligheid en beschikbaarheid van infrastructuur. Zo stuurt de Kaderrichtlijn Water het aanpassen van watergangen, oevers en aanpassing van rioolsystemen. Eisen voor geluid, veiligheid en scheiding van verkeersstromen vragen om aanpassing van wegen. Beleidsvorming en beheer van de openbare ruimte en infrastructuur vragen meer en meer afstemming met betrokkenen en belanghebbenden. Hierbij wordt gebruik gemaakt van (geografische) informatiesystemen, waarbij ‘integraliteit’ voorop staat. Tegenover deze behoefte staat een groeiend aanbod van ICT- en GIS-systemen en technologieën die onderling vaak moeilijk op elkaar aansluiten. Het doel van de werkplaats Innovatieve Toepassingen in de GWW (Inn2GWW) is te onderzoeken hoe nieuwe SMART-technologie ingezet kan worden voor procesbeheersing, -verbetering en -vernieuwing.
Activiteiten werkplaats ASPARi Het netwerk ASPARi (ASphalt PAving, Research & innovation) gaat verder met professionalisering van de asfaltwegenbouwsector. Samen met de werkplaats Innovatieve toepassingen in de GWW wordt een impuls aan deze ambitie gegeven. Onderzoekers aan de Universiteit Twente werken in nauw samenwerkingsverband met zowel regionale als nationale wegenbouwers om meer inzicht in het wegenbouwproces te krijgen en naar verbetering van het wegenbouwproces en uiteindelijke de kwaliteit van de asfaltverharding te streven. Een belangrijke onderzoekslijn binnen dit onderzoeksnetwerk is het implementeren van SMART-technologieën (Self Monitoring Adjusting and Reporting Technologies) in het wegenbouwproces om meer inzicht in het asfaltwegenbouwproces te krijgen. Voorbeelden hiervan zijn de implementatie van GPS om bewegingen van het materieel (asfaltspreidmachine, walsen, asfalttrucks) in beeld te brengen en te analyseren en de implementatie van infraroodcamera’s om de temperatuur van het asfaltmengsel tijdens het proces te monitoren.
DEELNEMERS provincie Overijssel, Waterschap Regge & Dinkel, gemeente Enschede, gemeente Hengelo, gemeente Hellendoorn, van Heteren, ABS advies, REEF, ROC van Twente, Saxion en de Universiteit Twente, BAM Oost, Dura Vermeer, Temmink, Ooms, Heijmans, Bruil, KWS, ROC SOMA, TXchange, Asfaltkenniscentrum, van Gelder, Mourik, MSC laser, Re-Lion; BLW Visser, gemeente Almelo, Bomag, Stellenbosch Universiteit (SA), Universiteit van Capetown (SA), Haasnoot en Trimble.
| pagina 66 |
| pagina 67 |
In 2011 zijn de wegenbouwbedrijven in ASPARi getraind om deze metingen met GPS, een laserscanner en infraroodcamera’s zelf uit te kunnen voeren en te analyseren. Op deze manier zijn meer dan twintig projecten gemonitord en is vastgelegd hoe deze asfaltprojecten zijn uitgevoerd. Eén daarvan heeft tot een item op RTV Oost geleid. Het meet-framework is verbeterd door het verder automatiseren van de metingen, het verkorten van de verwerkingstijd van de data om sneller feedback aan asfaltploegen te kunnen geven en het geven van realtime informatie aan de vaklieden van de asfaltploeg tijdens de uitvoering zelf. In 2011 zijn drie BSc-afstudeeropdrachten op het gebied van ASPARi uitgevoerd. Op basis van het ASPARi werk is een driejarige opdracht verkregen om het onderwijs op het gebied van de uitvoering van wegenbouw te (her-)ontwikkelen voor mbo, hbo en wo (als doorlopende leerlijn). Ook zijn in 2011 stappen gezet om walsstrategieën in het laboratorium te simuleren om de effecten van verschillende walsstrategieën op de kwaliteit van het asfalt te kunnen bepalen. Op deze manier kunnen er ideale walsstrategieën en bijsturingsmogelijkheden bij eventuele afwijkingen worden ontworpen. Uitgangspunt hierbij zijn de walsstrategieën die gemeten zijn tijdens de metingen in de praktijkprojecten.
Binnenstedelijke rioleringsprojecten Binnenstedelijke rioleringsprojecten werken vaak ontwrichtend voor de omgeving. Het ondergrondse werk veroorzaakt geluidsoverlast, trillingen en beperkt vaak de bereikbaarheid. Ook organisatorisch gezien zijn de projecten ingewikkelde puzzels. Dit komt omdat er veel ondergrondse gegevens niet exact bekend zijn en er bovendien veel verschillende partijen betrokken zijn bij werkzaamheden aan het riool, kabels en leidingen. Hierdoor duren projecten vaak langer dan gepland. De stuurgroep Innovatieve Toepassingen in de GWW heeft het programma Stroomlijning Binnenstedelijke Rioleringsprojecten (SBR) opgezet om te bekijken hoe innovatieve technologieën gebruikt kunnen worden om dit soort complexe binnenstedelijke projecten te ‘stroomlijnen’. De werkplaats heeft daarbij onderzocht hoe SMART-technologieën het project- en procesmanagement in een bouwproject kunnen ondersteunen en verbeteren. Eén van die technologieën is augmented reality.
Concrete projecten waaraan in 2011 is gewerkt en die deels nog doorlopen: • Test van de toepasbaarheid van 3D-prints en maquettes van ondergrondse infra (in samenwerking met het FabLab in Enschede). • Handleiding opgesteld voor 3D-modellering Binnenstedelijke Rioleringsprojecten (in samenwerking met de Werkplaats BIM). De handleiding is klaar voor publicatie. • Evaluatie implementatie en impact van de Buiten Beter-smartphone app (in samenwerking met de Gemeente Hengelo). • Evaluatie van het proces, de voortgang en de beheersing van het project de Kuipersdijk in Enschede. • 4D-modellering van het rioleringsproject inclusief kruispuntrenovatie Anninksweg. • HORUS-metingen geïnitieerd, data en software aan drie gemeenten verstrekt en instructie georganiseerd (evaluatie van deze interventie in 2012). • Presentatie gehouden van onderzoek in Bristol op de ARCOM-conferentie.
Composiet Composiet is een constructiemateriaal op basis van harsen en glasvezel. De bijzondere eigenschappen en het productieproces maken dat het materiaal uitstekend geschikt is voor de vervaardiging van composiet damwanden en daarmee een uitstekend alternatief is voor damwanden van staal, hout of pvc. De levensduur is aanzienlijk langer omdat composiet niet gevoelig is voor invloeden van (zee-)water, UV en andere weersinvloeden.
| pagina 68 |
| pagina 69 |
Composiet is vooral interessant op plekken waar de andere materialen minder toepasbaar zijn (denk bijvoorbeeld aan corrosie in agressieve milieus en aan zwerfstroom). De dit jaar uitgevoerde verwerkingsproeven leren dat het materiaal, met enkele aanpassingen, goed verwerkbaar is. Zowel Rijkswaterstaat als de Provincie Overijssel, als beheerders van de grote vaarwegen in Overijssel, zijn erg enthousiast over het product. Beide overheden zijn naarstig op zoek naar de mogelijkheid om een pilotproject op te starten. Naast composiet op basis van glasvezel is er ook composiet op basis van bamboe, de snelst groeiende plant ter wereld. De onbekendheid van het product heeft de werkplaats Inn2GWW ertoe gebracht om enkele praktijkproeven met dit materiaal uit te voeren. De gemeente Hengelo heeft in samenwerking met Van Heteren dit jaar een aantal brugdekken met composiet bamboe uitgevoerd en op de planning staat een project waarbij een damwand van tropisch hardhout vervangen wordt door bamboe.
Léon olde Scholtenhuis
Puin in asfalt Kan de steenfractie van het asfaltmengsel vervangen worden door een secundaire recyclingbouwstof bestaande uit bouwpuingranulaten? Op deze vraag wil de werkplaats Inn2GWW antwoord geven in het onderzoek naar Puin in asfalt. Aangezien natuurlijke grondstoffen schaars zijn en naar verwachting de hoeveelheid bouw- en sloopafval stijgt, wordt onderzocht hoe bouwpuingranulaten het beste kunnen worden ingezet. De onderzoeken gaan met name in de richting van lagetemperatuurasfalt en het ervoor zorgen dat de relatief zachte puinsoorten niet te veel bitumen opzuigen. Dit laatste bleek in het verleden eigenlijk het grootste struikelblok om zachte puinsoorten te verwerken in asfalt. De eerste voorlopige resultaten zijn zeer hoopvol. Vernieuwend opdrachtgeverschap en bouwteams De werkgroep vernieuwend opdrachtgeverschap bestaat uit centrale inkopers of adviseurs en projectmanagers van de gemeenten Hengelo, Enschede, Almelo, Tubbergen, Hellendoorn en Losser.
Het doel van deze werkgroep is het initiëren van pilotprojecten, het stimuleren van samenwerking, kennis delen en het gezamenlijk ontwikkelen van een leidraad voor vernieuwend opdrachtgeverschap. De leden van de werkgroep heeft zichzelf onder meer tot doel gesteld te onderzoeken of de coöperatieve samenwerkingsvorm ‘bouwteam’ nieuw leven ingeblazen kan worden. Het project ‘Bouwteam Daarlerveen’ van de gemeente Hellendoorn is één van de pilots. Andere pilots in dit kader hebben plaats bij de gemeenten Hengelo en Tubbergen. Door gedurende de gehele looptijd het project te monitoren (door Hans Boes, Universiteit Twente) wordt meer inzicht verkregen in de valkuilen en succesfactoren van coöperatieve samenwerkingsvormen. Met de gemeente Enschede wordt gekeken of het framework contracting model (langlopende raamovereenkomsten met aannemers) zoals onder meer toegepast in Manchester op een specifiek terrein (bijvoorbeeld riolering of sloop) kan worden ingezet.
Bouwprocesvisualisaties voor binnenstedelijke rioleringsprojecten Léon olde Scholtenhuis, medewerker bij de vakgroep Bouw-Infra heeft een handleiding geschreven voor bouwprocesvisualisatie voor binnenstedelijke rioleringsprojecten. Hij werkte aan het project “stroomlijning Binnenstedelijke Rioleringsprojecten”, dat onderdeel is van de werkplaats INN2GWW. Bouwprocesvisualisatie (soms ook 4D-simulaties genoemd) doet langzamerhand zijn intrede. Bij B&Uprojecten en de meer complexe en grootschalige projecten in de grond-, weg- en waterbouwsector wordt de tool steeds vaker gebruikt om ontwerpvarianten en uitvoeringsalternatieven te evalueren. Doordat bouwprocesvisualisaties op een eenvoudige manier kunnen worden opgesteld is het mogelijk om bouwplannen met elkaar te vergelijken voorafgaand aan de uitvoering van het project. Hierdoor komen zowel fysieke als organisatorische knelpunten boven water en kunnen ze in een vroeg stadium verholpen worden. Ondanks de toepassing van bouwprocesvisualisaties in de B&U-sector en complexe GWW-projecten is er nog weinig ervaring met deze technologie op gebied van binnenstedelijke rioleringsprojecten. Toch kan de tool op deze kleinere schaal nog steeds van groot belang kan zijn bij het coördineren van de ontwerpen en uitvoeringsplannen van de verschillende actoren.
| pagina 70 |
| pagina 71 |
Ter introductie op het gebruik van bouwprocesvisualisaties bij binnenstedelijke rioleringsprojecten is daarom deze handleiding opgesteld. De handleiding is gebaseerd op een pilotproject dat is uitgevoerd bij de gemeente Hengelo (project reconstructie kruispunt Anninksweg). De eerste versie zal aan de hand van toekomstige pilotprojecten worden aangevuld en verscherpt. De handleiding is opgebouwd uit een stappenplan voor bouwprocesvisualisatie, keuzeruimte voor de modelleur tijdens het maken van een visualisatiemodel en gedetailleerde opties, en het gebruik van het visualisatiemodel.
Financiën Het gehele programma van Pioneering beslaat een looptijd van vijf jaar en vraagt om een subsidie van circa negen miljoen euro. Het programma bevind zich nu in het vierde jaar, hetgeen betekent dat de eerste resultaten zichtbaar zijn. Na afloop van het project Vernieuwend Ondernemen in de Bouw, zijn de (financiele) structuren opgebouwd om na deze periode zelfstandig door te kunnen. Na 2013 zal het kenniscentrum en programmabureau waarschijnlijk met een loketfunctie blijven voortbestaan. De activiteiten van de werkplaatsen zijn in de vier programmalijnen geïntegreerd. De samenstelling van de werkplaatsen is dynamisch en hangt af van de behoeften van de deelnemers en de markt. De werkorganisatie zal na afloop van het gehele programma gefinancierd worden door de deelnemers en gebruikers, eventueel aangevuld met meer specifieke projectgebonden financiering. De begroting is zodanig ingericht dat vanaf 2012 de overheidssubsidie vanuit de Twentse Innovatieroute voor de werkplaatsen in stappen wordt uitgefaseerd. Van 45% subsidie van
de totale programmakosten in 2011 naar 35% in 2012 en 25% in 2013. Hiermee is in 2012 aanvang gemaakt door een hogere financiele bijdrage te vragen aan de deelnemende bedrijven. Onderstaande tabel geeft een overzicht weer van de aan de Stichting Pioneering toegekende subsidie. Voor een uitgebreide financiele rapportage verwijzen wij u naar onze, door de accountant geaccordeerd financieel jaarverslag over 2011, welke in de loop van het voorjaar uitkomt.
Beschikking 2008-2013
| pagina 72 |
Werkplaats Beschikking
Beschikking
Beschikking
Beschikking
Beschikking
Beschikking
Subsidie
inspanning
inspanning
inspanning
Subsidie
Subsidie
Subsidie
t.o.v.
2008/2009
2010/2013
totaal
2008/2009
2010/2013
totaal
inspanning
PO
627.900
971.429
1.599.329
313.950
400.000
713.950
45%
IDF
2.145.840
1.757.143
3.902.983
858.336
660.000
1.518.336
39%
SE
737.600
1.201.429
1.939.029
295.040
452.000
747.040
39%
C&H
735.000
798.571
1.533.571
294.000
298.000
592.000
39%
RV
324.594
0
324.594
162.297
0
162.297
50%
MIO
393.000
778.571
1.171.571
196.500
325.000
521.500
45%
VOB
1.014.000
3.052.262
4.066.262
507.000
1.096.994
1.603.994
39%
RGVO
769.400
828.571
1.597.971
384.700
350.000
734.700
46%
IT
1.664.000
2.242.857
3.906.857
665.600
840.000
1.505.600
39%
KNR
0
1.071.429
1.071.429
0
400.000
400.000
37%
BIM
0
810.714
810.714
0
310.000
310.000
38%
8.411.334
13.512.976
21.924.310
3.677.423
5.131.994
8.809.417
40%
| pagina 73 |
Vooruitblik
Met het oog op Pioneering 3.0 Dit “Jaarverslag 2011” markeert het einde van het derde jaar van ons programma voor vernieuwend ondernemen in de bouw. Tegelijkertijd is het ook het begin van een nieuwe fase. De afgelopen jaren hebben wij met elkaar krachtig netwerk opgebouwd, ondersteund door een slagvaardige programmaorganisatie. Pioneering is inmiddels een begrip en betrokken bij een groot aantal vernieuwingen in de bouw in Oost-Nederland. Naast kennisoverdracht en technologieontwikkeling, zorgen we voor implementatie van vernieuwing in pilotprojecten. Onze aandacht voor vernieuwend opdrachtgeverschap begint daar haar vruchten af te werpen.
| pagina 74 |
Vernieuwing van de sector, samen met opdrachtgevers en regionale kennisinstellingen, gaat niet vanzelf. Ons werk is nog niet af. Ook niet wanneer de huidige funding vanuit de Provincie Overijssel en Regio Twente per einde 2013 ophoudt. Op dit moment wordt daarom druk gewerkt aan een visie op ‘Pioneering 3.0’.
We werken vanuit het regionale netwerk. Onze focus is Oost-Nederland: hier weten we elkaar te vinden, spreken dezelfde taal en voelen we een opgave om de regio te versterken. Langzaamaan slaan we ook buiten Twente de vleugels uit: Achterhoek, Stedendriehoek, Zwolle. Dat we goed zijn aangehaakt bij landelijke initiatieven spreekt voor zich.
Hoewel de gedachten hierover volop in ontwikkeling zijn, wordt een aantal zaken voor de toekomst nu al wel helder. Zo zullen we blijven werken op basis van de vraag van ondernemers en ondernemerschap. Onze doelgroep bestaat uit ondernemers in de bouw die werken aan vernieuwing van hun business. Dat betekent dat we werken vanuit hun perspectief aan kortcyclisch vraagstukken die op de middellange termijn opgelost kunnen worden.
Tenslotte blijft samenwerking de basis. Tussen ondernemers in de keten, tussen opdrachtgevers en -nemers én tussen bedrijfstak en kennisinstellingen. Daarbij zullen we nog meer dan voorheen de verbinding blijven zoeken met het overheidsbeleid. Vernieuwing is zo voor alle vier O’s een hefboom voor vooruitgang op belangrijke maatschappelijke thema’s.
| pagina 75 |
Bas van der Veen Programmadirecteur Stichting Pioneering
DEELNEMERS 2011 INFRA-MATERIALEN
AD V O CATE N - N OTAR I S S E N
samenwerken aan werk
Roosdom Tijhuis
BOUW & VASTGOED
| pagina 76 |
| pagina 77 |
DEELNEMERS 2011
Colofon Eindredactie: Carmen Oude Wesselink Teksten en foto’s: Stichting Pioneering Vormgeving en druk: Verhaag Drukkerij Uitgave: Stichting Pioneering M.H. Tromplaan 28 7513 AB Enschede
PMS
CMYK
GRIJSWAARDEN
Bestuur stichting Pioneering 2011
100 % ZWART PMS 3005
Jan Bron(Gemeente Hengelo), Antje de Groot-Schuttert(Trebbe Oost & Noord B.V.), Ben Kuipers(Loohuis Installatiegroep B.V. Fleringen), Gerhard Hospers(Raab Karcher), Henk Gersen(IAA Architecten), Leo Hegeman(Hegeman+), Fons Catau(de Woonplaats) en Herman Reinten(TWW B.V.) Adviseurs van het bestuur: Jan Ooms(MBO College voor Bouw, Infra & Interieur ROC van Twente) en André Dorée(Universiteit Twente, faculteit Construerende Technische Wetenschappen)
100 % ZWART 100/37/0/0
100% ZWART
Chefs werkplaatsen Stichting Pioneering 2011 ZWART/WIT
Systems Engineering: Evelien Klasens(Saxion), Bouw Informatie Model: Michel Mossel(Saxion), Individueel, Duurzaam en Flexibel Bouwen: Henri Hilberink(Saxion), Productontwikkeling: Astrid van der Vegt(Syntens) en Joke Bults(Joke Bults Management en Advies), Conversie en Hergebruik: Barbara Middelhoff(Balance en Result) Pascal Scholte(Beltman Architecten), Resultaatgericht
100% ZWART
Pioneering wordt mede mogelijk gemaakt door
| pagina 78 |
| pagina 79 |
Vastgoed onderhoud: Eric Kouters(Eric Kouters Interim Management) en Gerard Salemink(Saxion),Klimaatneutraal Renoveren: Gerard Salemink(Saxion), Innovatieve Toepassingen in de GWW: Astrid van der Vegt(Syntens), Twents OpdrachtgeversForum: Glenn Stern(Saxion)
Voorzitters Werkplaatsen Stichting Pioneering 2011 Systems Engineering: Tonny Boerkamp(Hegeman+), Bouw Informatie Model: Wouter Zweerink(IAA Architecten), Individueel, Duurzaam en Flexibel Bouwen: Stephan Herbold(Twinta) en Wim Sturris(Van Dijkbouw B.V.), Productontwikkeling: Bas Hulsbergen(de Woonplaats), Conversie en Hergebruik: Patrick Oude Egberink(Holtdijk B.V.), Resultaatgericht Vastgoed onderhoud: Dick van der Geest(Gebr. van der Geest) en Maurits Jansen(Mulder Schilders Twente B.V.),Klimaatneutraal Renoveren: Jeroen Gietema(Trebbe Oste & Noord B.V.), Innovatieve Toepassingen in de GWW: Harrie Huitema(Gemeente Hengelo) en Alfred Siemes(Reef Infra B.V.)
2011
Jaarverslag Pioneering