Jaarverslag Periode: 1 augustus 2010 tot en met 31 juli 2011
VOC Warmonderweg 7 2171 AH Sassenheim Brinnummer: 27NC
Pagina 1 van 22
Inhoud Inleiding ..................................................................................................................................3 Organisatie .............................................................................................................................4 Missie & visie ......................................................................................................................4 Juridische structuur .............................................................................................................5 Interne organisatiestructuur ................................................................................................5 Geografische gebieden .......................................................................................................6 Governance ........................................................................................................................6 De (horizontale) dialoog met de omgeving ......................................................................6 De interne verticale dialoog .............................................................................................7 De externe verticale dialoog ............................................................................................7 Onderwijs ...............................................................................................................................8 Producten & diensten..........................................................................................................8 Afnemers ............................................................................................................................9 Onderwijskundige en onderwijsprogrammatische zaken .....................................................9 Ontwikkelingen bij of in relatie tot verbonden partijen; samenwerkingsverbanden ..............9 Kwaliteitszorg .......................................................................................................................10 Doelstellingen, metingen/ onderzoeken en resultaten .......................................................10 Doelstellingen voor het meten van de kwaliteit van trainers ..............................................10 Doelstellingen voor het meten van de kwaliteit van de examinering ..................................12 Doelstellingen voor het meten van de kwaliteit van de onderwijsinstelling als geheel .......13 Klachtencommissie ...........................................................................................................16 Examencommissie ............................................................................................................17 Commissie van Beroep .....................................................................................................17 Opbrengstgegevens .............................................................................................................18 Overzicht aantal ingeschreven onderwijsdeelnemers per leerweg ....................................18 Onderwijsprestaties/ Jaarresultaat ....................................................................................18 Voortijdig schoolverlaters ..................................................................................................18 Personeel .............................................................................................................................20 Personele bezetting ..........................................................................................................20 Professionalisering/ deskundigheidsbevordering ..............................................................20 Verklaring bevoegd gezag ....................................................................................................21
Pagina 2 van 22
Inleiding Voor u ligt het jaarverslag van VOC als NBI. VOC biedt de versnelde VOC Opleiding AST3 aan in de BBL leerweg voor vakvolwassen deelnemers. Dit jaarverslag heeft betrekking op de periode 1 augustus 2010 tot en met 31 juli 2011. In deze periode waren de volgende cohorten actief: • AST200901 • AST200909 • AST201001 • AST201009 • AST201103 • AST201105 In dit jaarverslag komen achtereenvolgens de volgende onderwerpen aan bod: • Organisatie • Onderwijs • Kwaliteitszorg • Opbrengstgegevens • Personeel
Pagina 3 van 22
Organisatie Missie & visie De onderwijsinstelling is van mening dat goed onderwijs een samenspel is van verschillende factoren. Het is een samenspel tussen: • Onderwijsdeelnemers, de onderwijsinstelling (inclusief personeel), medeonderwijsdeelnemers en ouders. In dit samenspel staat de onderwijsdeelnemer centraal. De onderwijsdeelnemer volgt een opleiding met als doel een diploma te behalen. De prijs die de onderwijsdeelnemer hiervoor “betaalt” is dat hij/ zij zich maximaal inzet om dit doel te bereiken. Gedurende dit traject kan de onderwijsdeelnemer rekenen op ondersteuning en begeleiding vanuit de onderwijsinstelling en diens personeel. Tevens wordt verwacht dat de onderwijsdeelnemer vanuit thuis, door diens ouders/ wettelijke vertegenwoordigers, wordt ondersteund, begeleid en indien nodig gemotiveerd om zijn/ haar doelstellingen te bereiken. Tot slot wordt verwacht dat onderwijsdeelnemers elkaar respecteren, en indien nodig, elkaar helpen en ondersteunen bij het bereiken van hun doelen; • Theorie, praktijk & houding: zonder theoretische basis komt de onderwijsdeelnemer niet ver in de praktijk, maar zonder praktijkervaring komt de onderwijsdeelnemer ook niet ver in de beroepspraktijk. In aansluiting hierop krijgt de onderwijsdeelnemer de studiestof op verschillende manieren aangeboden: het lezen van de studiestof (theorie voor praktijk), de toepassing hiervan zien door anderen (modeling) en vooral ook zelf daadwerkelijk aan de slag gaan met de studiestof in een realistische leeromgeving (learning by doing). Zowel bij het aanleren van de theorie als bij de uitoefening in de praktijk speelt een professionele (beroeps)houding een belangrijke rol. Hierbij wordt bijvoorbeeld gedacht aan een goede voorbereiding, het nakomen van afspraken, een positieve instelling en een respectvolle houding naar anderen; • Samenwerken & eigen verantwoordelijkheid: van onderwijsdeelnemers wordt verwacht dat zij effectief en efficiënt samenwerken, maar dat zij zich tegelijkertijd verantwoordelijk voelen voor hun eigen werk en het groepsresultaat. De onderwijsdeelnemers vormen een positief opbouwend, open, en kritisch team, dat constructief, pragmatisch en resultaatgericht samenwerkt. • Planning versus Spontaniteit • Structuur versus Flexibiliteit • Hypothese Gedreven Werkwijze en Argumentatie piramide van Barbara Minto • Leerrendement en Ontwikkelingsrendement • Aanleren en Bestendigen: met de uitdrukking “Herhaling is de moeder der Wetenschap” wordt mede gedoeld op de bewijsbaarheid en aantoonbaarheid, echter ook dat met feitelijke herhaling competenties worden bestendigd. Vandaar dat het onderwijsconcept uitgaat van repeterende onderwerpen ieder jaar echter wel met meer diepgang (een extra schil). • Intenties, acties, resultaten èn effect: je kunt mensen op vier manieren beoordelen, op hun intenties, op hun acties, op hun resultaten of op het uiteindelijk effect van hun handelen. Dit is indachtig de uitspraak, de taaiste weerstand is verstopt achter een gordijn van welwillendheid. Tegelijk heeft de Financiële Crises van 2008 geleerd dat monofocus op bijvoorbeeld aandeelhouderswaarde leidt tot fictieve en niet duurzame waarde. Bij VOC worden mensen op alle vier beoordeeld, alleen goede wil is niet genoeg, echter louter een goed resultaat ook niet. • Incentives, Check-and-Balances, Transparency, Ownership, Accountability, Benchmarking & Bottleneck Approach: alle onderwijsdeelnemers streven hetzelfde doel na, namelijk het beste uit zichzelf en het beste uit elkaar halen. Hierbij is het belangrijk dat elke persoon binnen de onderwijsinstelling, of dit nu een onderwijsdeelnemer of een personeelslid is, zich verantwoordelijk voelt, zowel voor zijn eigen gedrag als voor het gedrag van anderen. Van elke persoon wordt verwacht dat hij de verantwoordelijkheid voelt en neemt en hieruit voortvloeiend ook hierover verantwoording aflegt. Om het
Pagina 4 van 22
beste uit jezelf te halen en het beste te bereiken is het belangrijk dat onderwijsdeelnemers zich continue spiegelen, zowel aan elkaar als aan zichzelf met als achterliggend idee dat het altijd beter kan. Om te verbeteren is het niet praktisch om alle knelpunten tegelijkertijd te willen oplossen; vaak wordt daar geen resultaat mee geboekt. Het meest voor de hand liggend is om het grootste knelpunt te identificeren en deze als eerste op te lossen. Vaak wordt hiermee al een groot deel van het verbetertraject in gang gezet waardoor de onderwijsdeelnemer wordt gemotiveerd om daarna de kleinere knelpunten op te lossen. Onderwijs met toegevoegde waarde met een duidelijke focus op prestaties en vaardigheden Het samenspel tussen de onderwijsdeelnemer, de onderwijsinstelling, medeonderwijsdeelnemers en de ouders is in Figuur 1 afgebeeld.
Onderwijsinstelling, inclusief personeel
Onderwijsdeelnemer
Medeonderwijsdeelnemers
Ouders
Figuur 1. Samenspel tussen onderwijsdeelnemer, onderwijsinstelling, mede-onderwijsdeelnemers en ouders.
Juridische structuur VOC als NBI valt onder de stichting VOC Algemeen, welke wordt geleid door een directeur, die wordt gecontroleerd door een bestuur. Directeur:
drs. F.A.M. Vos (Frank)
Leden van het bestuur:
P.R. van Markus (Peter) B.H.M. Kolvenbach (Ben) mevr. A. Oosterhuis (Ans) A.J.H. Burgers (Ton) J.G.A.M. Derijck (Jan) M.H. Hietkamp (Marco) J.G. Kruithof (George)
Interne organisatiestructuur Het organogram van VOC is weergegeven in Figuur 2.
Pagina 5 van 22
Directeur (Bevoegd Gezag) (College van Bestuur)
Vertrouwenspersoon
Secretaresses
Finance & Support
Ouder- en deelnemerraad (inclusief personeelsvertegenwoordiging)
Leerlingenadministratie (incl. Examenbureau) en BRON (Binnendienst)
Commissie van Beroep
Buitendienst
Kwaliteitszorg en Examinering (O & I)
BPV begeleiders (Opleidingsadviseurs)
Examencommissie
EVC medewerkers
Klachtencommissie
Operatien
Planning
Roostering
VMBO leerlingen en MBO studenten
Docenten/ Trainers
Huishoudelijk en facilitair
Figuur 2. Organogram van VOC.
Geografische gebieden Betreffende de opleidingslocaties kent VOC het volgende uitgangspunt: landelijke dekking met een regionale spreiding. VOC heeft dan ook opleidingslocaties in de volgende plaatsen: Arnhem, Assen, Best, Doetinchem, Nieuwegein, Sassenheim en Venlo. Het secretariaat van VOC is gevestigd in Sassenheim.
Governance VOC heeft governance hoog in het vaandel staan en geeft dit handen en voeten door het directiereglement en bestuur statuut. In een steeds complexere omgeving staat VOC voor de uitdagende opgave om de, soms tegengestelde, wensen en belangen van verschillende belanghebbenden te inventariseren en te realiseren.
De (horizontale) dialoog met de omgeving In de (horizontale) dialoog met de omgeving kent VOC de volgende belanghebbenden: • Prioritaire belanghebbenden: onderwijsdeelnemers die kwalitatief goed onderwijs verwachten. Onderwijsdeelnemers kunnen hun wensen en belangen op verschillende manieren kenbaar maken, namelijk via de trainer/ docent, Opleidingsadviseur/ BPV begeleider en/ of via het centrale e-mailadres van de opleiding; • Externe belanghebbenden: het afnemend bedrijfsleven verwacht kwalitatief goed geschoold personeel en verzorgt de BPV-leerwerkplaatsen en praktijkopleiders. Het afnemend bedrijfsleven kan zijn wensen en belangen kenbaar maken via de VOC Opleidingsadviseur/ BPV-begeleider en indien zij zitting hebben in een commissie of bestuur, via de Paritaire Commissie Carrosseriebranche (PCC),
Pagina 6 van 22
branchekwalificatiestructuur (BKS) legitimeringscommissie, Stichting Examens Mobiliteitsbranche (Stem; Bestuur of Legitimeringscommissie), het VOC bestuur of het bestuur van het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Carrosseriebedrijf (OOC); • Interne belanghebbenden: personeelsleden van VOC verwachten een goede en sociale werkgever. Personeelsleden kunnen hun wensen en belangen onder andere kenbaar maken in het afdelingsoverleg, rechtstreeks via hun manager en/ of via de directie van VOC, maar ook via de Ondernemingsraad of via het medewerkerstevredenheidsonderzoek.
De interne verticale dialoog De directie van VOC legt verantwoording af aan het bestuur, welke op zijn beurt toezicht houdt op het doen en laten van de directie. In de vergaderingen tussen de directie en het bestuur worden de ambities, doelen, resultaten en verbeterpunten besproken, alsook binnen het Management Team en de afdelingsvergaderingen binnen de oraginsatie.
De externe verticale dialoog Het externe toezicht wordt onder meer uitgevoerd door DNV en de Inspectie van het Onderwijs (IvhO). DNV houdt toezicht in het kader van ISO waarbinnen de VOC Opleiding AST3 wrdt uitgevoerd. Tegelijk verwacht de IvhO dat VOC voldoet aan het opgestelde waarderingskader van de IvhO. In de periode waarop dit jaarverslag betrekking heeft, heeft er geen audit van de IvhO plaatsgevonden wel is er een externe ISO audit geweest (met positief resultaat).
Pagina 7 van 22
Onderwijs Producten & diensten Technologische veranderingen, voertuigevolutie, en marktontwikkelingen zorgen voor een verschuiving van/ in werkzaamheden. Voor de complete voertuig- en carrosseriebranche geldt dat hogere veiligheidseisen, strengere milieuvereisten, en luxere comfortwensen de technologische veranderingen in materiaalsoorten, verbindingstechnieken, geluidsreductie, aerodynamica, ergonomie, elektronica, et cetera voortstuwen. Dit alleen zorgt al voor een ingewikkeldere werkomgeving. Tegelijk draagt de integratie en verwevenheid van voertuigsystemen, complexere zelfregulerende voertuigsystemen, en voertuigsystemen in kleinere ruimtes bij aan de voertuigevolutie en zorgen daarmee voor een verandering van het werkaanbod. Inspelen op de visie van opdrachtgevers; geborgd en kwalitatief hoogwaardig schadeherstel of voertuigreparatie conform fabrieksspecificaties, onder invloed van productaansprakelijkheid, de beschikbaarheid van data en documentatie en de borging van reparatieprocessen, zijn de marktontwikkelingen welke de drijvende kracht achter de vakgebiedenontwikkeling zijn. Aan de HR kant spelen vergrijzing, ontgroening, en verschuiving een grote rol. Gelet op de duurzaamheid van de bedrijfslevensvatbaarheid van onze branche, met in het achterhoofd de wens tot minder uitbesteden, het anders naar bedrijfsprocessen (w.o. schades en reparaties) kijken, het voorkomen onvoorziene kosten, en de bescherming van het logistieke proces, is de ontwikkeling van medewerkers de sleutel tot lange termijn succes. Naast de technologische ontwikkelingen (als gevolg van hogere veiligheidseisen, verscherpte milieueisen en luxere comfortwensen), zijn het werkaanbod, bedrijfsgrootte, het aantal wekelijkse doorgangen, de inrichting van het bedrijfs-/herstelproces, het personeelsverloop en de achtergrond van het bedrijf mede leidinggevend voor het VOC opleidingsaanbod en de opleidingskeuze van werkgever en werknemer. In een tijd waarin auto’s steeds complexer worden op technologisch gebied en er hogere eisen gesteld worden aan veiligheid, milieu en comfort is het noodzakelijk voor bedrijven in de schadeherstelbranche om hun personeel up to date te houden. Deze veranderingen vragen om personeel dat elektrotechnisch en diagnostisch inzicht heeft. VOC komt aan deze behoefte tegemoet met het aanbieden van de versnelde VOC Opleiding Autoschadetechnicus niveau 3 (AST3) (crebocode 95042). De versnelde VOC Opleiding AST3 is een competentiegerichte opleiding op MBO niveau 3 welke VOC in de BBL leerweg aanbiedt. De BBL leerweg heeft als wettelijke vereiste dat de beroepspraktijkvorming (BPV) minimaal 60% van de studieduur omvat (art. 7.2.2., lid 2, WEB). In het geval van de versnelde VOC Opleiding AST3 vindt de BPV plaats gedurende de gehele opleiding, vanaf de start tot en met het eind van de opleiding. De studielast van de versnelde VOC Opleiding AST3 is als volgt opgebouwd: Theoretisch component 152 uur (bestaande uit instroomassessment, huiswerkuren, sessies, tussentoetsen, oefentoetsen, proeve van bekwaamheid; exclusief huiswerk)
BPV Nederlands Rekenen (Leren), loopbaan & burgerschap Engels TOTAAL
4168 uur 120 uur 120 uur 120 uur 120 uur 4800 uur
Het vak Engels is facultatief en alleen bedoeld voor onderwijsdeelnemers die willen doorstromen naar het HBO.
Pagina 8 van 22
De opleiding bestaat uit 4800 klokuren, waarvan er 4168 klokuren worden ingevuld door de BPV. Dit komt neer op 86,83% van de studieduur.
Afnemers Gezien het intensieve traject van de versnelde VOC Opleiding AST3 richt VOC zich (in eerste instantie) op vakvolwassen onderwijsdeelnemers die werkzaam zijn in de schadeherstelbranche. Middels het instroomassessment worden de motivatie, aansluiting en voorkennis van de potentiële onderwijsdeelnemers getoetst, om op deze manier uitval te minimaliseren en de slagingskans te maximaliseren.
Onderwijskundige en onderwijsprogrammatische zaken Gedurende de periode waarop dit jaarverslag betrekking heeft, hebben er geen grootschalige veranderingen plaatsgevonden in de opbouw en inhoud van de versnelde VOC Opleiding AST3. Wel zijn er, op basis van opmerkingen van bijvoorbeeld onderwijsdeelnemers en/ of trainers, kleine veranderingen doorgevoerd in de powerpointpresentaties en de lesbrieven, het zogeheten finetunen. Gezien de continue technologische (door)ontwikkeling van auto’s is de versnelde VOC Opleiding AST3 nooit helemaal af. De trainers/ docenten en ontwikkelaars houden deze ontwikkelingen dan ook bij en wanneer zij iets relevants tegenkomen verwerken zij dit in de lesstof.
Ontwikkelingen bij of in relatie tot verbonden partijen; samenwerkingsverbanden Als onderwijsinstelling heeft VOC een samenwerkingsovereenkomst met de Stichting Examens Mobiliteitsbranche (Stem), welke verantwoordelijk is voor de ontwikkeling en legitimering van de MBO examens. In de periode waarop dit jaarverslag betrekking heeft, is de CGO Proeve van Bekwaamheid (CGO PvB) voor AST3 ontwikkeld en gelegitimeerd. Met de komst van de Wet Referentieniveaus Taal en Rekenen, welke vanaf 1 augustus 2010 van kracht is, heeft Stem een pilot gedraaid met de ontwikkeling van beroepsgerichte examinering voor Nederlands.
Pagina 9 van 22
Kwaliteitszorg Doelstellingen, metingen/ onderzoeken en resultaten VOC is van mening dat de kwaliteit van een opleiding berust op drie peilers en zodoende afhankelijk is van drie factoren, namelijk: 1. De kwaliteit van de trainers/ docenten; 2. De kwaliteit van de examinering; 3. De kwaliteit van de onderwijsinstelling als geheel, inclusief het onderwijs en de beroepspraktijkvorming. In het kader van kwaliteitszorg heeft VOC voor deze drie peilers verschillende doelstellingen geformuleerd. Ter bevordering van de leesbaarheid van het document en om herhaling te voorkomen worden bij elke doelstelling ook gelijk de bijbehorende metingen/ onderzoeken en resultaten gerapporteerd.
Doelstellingen voor het meten van de kwaliteit van trainers Doel: Het aanwezigheidspercentage van de trainer is ten minste 95%. Meting/ onderzoek: Voor de start van de opleiding worden de trainers door de (centrale) planning ingeroosterd per locatie en cohort. De (centrale) planning registreert de aan/ afwezigheid van de trainers en uit deze gegevens kan gedestilleerd worden of de geformuleerde doelstelling is behaald. Resultaat: Voor cohort AST200909AR is AvDijk de hoofdtrainer. In de periode waarop dit jaarverslag betrekking heeft, waren er negen sessies ingepland. Van deze negen sessies zijn er vier door de hoofdtrainer AvDijk verzorgd; de andere vijf sessies zijn verzorgd door JvdZ in verband met de vakantie van AvDijk en het eenmalig verzorgen van een andere cursus door AvDijk. Voor cohort AST200909AR, gedurende de periode waarop dit jaarverslag betrekking heeft, is het aanwezigheidspercentage van de hoofdtrainer dus 44,44%. Dit is lager dan het gestelde doel, maar de hoofdtrainer was met een geldige reden afwezig en alle andere sessies zijn door dezelfde vervangende trainer gegeven. Voor cohort AST201001BE is JvdZ de hoofdtrainer. In de periode waarop dit jaarverslag betrekking heeft, waren er zeventien sessies ingepland, welke allemaal (100%) door de hoofdtrainer JvdZ zijn verzorgd. Voor cohort AST201001NI is JvdZ de hoofdtrainer. In de periode waarop dit jaarverslag betrekking heeft, waren er zeventien sessies ingepland, waarvan er zestien zijn verzorgd door de hoofdtrainer JvdZ. Eén sessie is verzorgd door WvDijk in verband met verlof van JvdZ. Voor cohort AST201001NI, gedurende de periode waarop dit jaarverslag betrekking heeft, is het aanwezigheidspercentage van de hoofdtrainer dus 94,12%. Dit is slechts iets lager dan het gestelde doel en bovendien was de hoofdtrainer met een geldige reden afwezig. Voor cohort AST201009AS is WvDijk de hoofdtrainer. In de periode waarop dit jaarverslag betrekking heeft, waren er zestien sessies ingepland, welke allemaal (100%) door de hoofdtrainer JvdZ zijn verzorgd. Voor cohort AST201103BE is AvDijk de hoofdtrainer. In de periode waarop dit jaarverslag betrekking heeft, waren er negen sessies ingepland. Van deze negen sessies zijn er zeven
Pagina 10 van 22
door de hoofdtrainer AvDijk verzorgd; één sessie door WvDijk en één sessie door JvdZ in verband met verlof van AvDijk en het eenmalig verzorgen van een andere training door AvDijk. Voor cohort AST201103BE, gedurende de periode waarop dit jaarverslag betrekking heeft, is het aanwezigheidspercentage van de hoofdtrainer dus 77,78%. Dit is lager dan het gestelde doel, maar de hoofdtrainer was met een geldige reden afwezig. Voor cohort AST201105NI is JvdZ de hoofdtrainer. In de periode waarop dit jaarverslag betrekking heeft, waren er drie sessies ingepland, welke allemaal (100%) door de hoofdtrainer JvdZ zijn verzorgd. Conclusie: Het gemiddelde aanwezigheidspercentage van de trainer ligt op 86,06%. Dit is lager dan de gestelde doelstelling, maar alle trainers waren met een vooraf bekende, geldige reden afwezig en volgens het vervangingsbeleid van VOC was er altijd een vervangende trainer aanwezig op de ingeplande datum. Doel: Het aanwezigheidspercentage van de onderwijsdeelnemers bij de opleidingsactiviteit van de desbetreffende trainer is ten minste 75%. Meting/ onderzoek: In principe is er per cohort en locatie (groep) één vaste hoofdtrainer ten behoeve van de actieve participatie. Dit zorgt voor transparantie, eenduidigheid en rust voor de onderwijsdeelnemers: zij weten wat zij kunnen verwachten en waar zij aan toe zijn. Bovendien is het voor het onderlinge groepsgevoel goed wanneer er niet telkens van trainer wordt gewisseld. Door de Binnendienst wordt per sessie de aan-/ afwezigheid van de onderwijsdeelnemers bijgehouden. Middels deze lijsten kan nagegaan worden wat het aanwezigheidspercentage van de onderwijsdeelnemers bij een bepaalde trainer is. Resultaat: Cohort
Hoofdtrainer
Aantal Gemiddeld Laagst Hoogst sessies aanwezigheids% aanwezigheids% aanwezigheids% AST200909AR AvDijk* 9 95,56% 80% 100% AST201001BE JvdZ 17 97,86% 81,81% 100% AST201001NI JvdZ** 17 95,43% 77,78% 100% AST201009AS WvDijk 16 96,43% 85,71% 100% AST201103BE AvDijk*** 9 83% 80% 100% AST201105NI JvdZ 3 90,91% 86,67% 93,33% Gemiddelde 12 93,20% 82% 99% * Vier sessies verzorgd door AvDijk; vijf sessies verzorgd door JvdZ. ** Zestien sessies verzorgd door JvdZ; één sessie verzorgd door WvDijk. *** Zeven sessies verzorgd door AvDijk; één sessie verzorgd door WvDijk; één sessie verzorgd door JvdZ
Conclusie: Bij alle hoofdtrainers is de doelstelling bereikt, zelfs wanneer gekeken wordt naar het laagste aanwezigheidspercentage. Doel: Het slagingspercentage voor de opleidingsactiviteit van de desbetreffende trainer is ten minste 75%. Meting/ onderzoek: De versnelde VOC opleiding AST3 wordt afgesloten met een competentiegerichte Proeve van Bekwaamheid (CGO PvB). Wanneer de onderwijsdeelnemer deze CGO PvB positief afsluit, ontvangt hij een bewijsstuk. Onderwijsdeelnemers die negatief scoren, komen in aanmerking voor een bewijs van deelname. Door voor elk cohort en bijbehorende locatie een hoofdtrainer toe te wijzen en vervolgens per cohort en locatie het aantal uitgereikte bewijsstukken af te zetten tegen het aantal ingeschreven onderwijsdeelnemers kan het
Pagina 11 van 22
slagingspercentage voor de opleidingsactiviteit van de desbetreffende trainer bepaald worden. Resultaat: Cohort Hoofdtrainer(s) AST200901AS WvDijk AST200901BE JvdZ AST200901NI WvDijk & AvDijk* AST200909AR AvDijk AST201001BE JvdZ AST201001NI JvdZ Gemiddelde *Dit cohort is later in twee groepen gesplitst.
Aantal onderwijsdeelnemers 8 12 17 10 11 9 11
Slagings% 75% 100% 82,35% 70% 72,73% 55.56% 76%
Conclusie: Overall genomen is de gestelde doelstelling bereikt. Wat echter opvallend is, is dat de slagingspercentages van de latere cohorten lager liggen dan de gestelde doelstelling. Een mogelijke reden hiervoor is dat gezien de pittigheid van de versnelde VOC Opleiding AST3 werkgevers eerst hun “beste” werknemer sturen en dat in de latere cohorten de “wat mindere” werknemers deelnemen aan de versnelde VOC Opleiding AST3.
Doelstellingen voor het meten van de kwaliteit van de examinering Doel: Het slagingspercentage voor de desbetreffende examinering is ten minste 75%. Metingen/ onderzoek: De versnelde VOC Opleiding AST3 kent maar één summatieve examinering, namelijk de competentiegerichte Proeve van Bekwaamheid (CGO PvB). Bij het positief afsluiten van deze CGO PvB ontvangt de onderwijsdeelnemer een bewijsstuk; bij negatief afsluiten komt de onderwijsdeelnemer in aanmerking voor een Bewijs van Deelname. Door het aantal uitgereikte bewijsstukken af te zetten tegen het aantal examenkandidaten kan bepaald worden of deze doelstelling is bereikt. Resultaat: In de periode waarop dit jaarverslag betrekking heeft, hebben 67 onderwijsdeelnemers de CGO PvB behorende bij de versnelde VOC Opleiding AST3 afgelegd. Hiervan zijn 52 onderwijsdeelnemers geslaagd; wat neerkomt op een slagingspercentage van 77,61% voor de desbetreffende competentiegerichte Proeve van Bekwaamheid. De gestelde doelstelling is dus behaald. Doel: Het examenrooster wordt in 100% van de gevallen twee (2) werkweken voor de examinering bekend gemaakt. Metingen/ onderzoek: In het geval van de versnelde VOC Opleiding AST3 bestaat het examenrooster uit een datum voor het afleggen van de competentiegerichte Proeve van Bekwaamheid. De onderwijsdeelnemer wordt middels een brief hiervoor uitgenodigd en op deze wijze geïnformeerd over de datum van de CGO PvB. Deze brief wordt gelijktijdig naar de werkgever van de onderwijsdeelnemer verzonden. Door de verzenddatum van deze uitnodigingsbrief te vergelijken met de datum van de CGO PvB kan nagegaan worden of de uitnodigingsbrieven altijd binnen de gestelde termijn van twee (2) werkweken worden verzonden. Resultaat:
Pagina 12 van 22
Alle uitnodigingsbrieven voor de CGO PvB zijn binnen twee (2) werkweken verzonden. De gestelde doelstelling is dus behaald. Doel: De cijfers voor de examinering worden in 100% van de gevallen binnen vier (4) werkweken bekend gemaakt. Metingen/ onderzoek: Na het afleggen van de CGO PvB worden de onderwijsdeelnemer en diens werkgever middels een brief geïnformeerd over de uitslag. Door de verzenddatum van deze brief te vergelijken met de datum van de CGO PvB kan nagegaan worden of de uitslagbrieven altijd binnen de gestelde termijn van vier (4) weken worden verzonden. Resultaat: Alle uitslagbrieven van de CGO PvB zijn binnen vier (4) werkweken verzonden. De gestelde doelstelling is dus behaald. Doel: Een positieve beoordeling van de onderwijsdeelnemers van de examinering. Note: deze doelstelling wordt vanaf het schooljaar 2011/ 2012 geëvalueerd. Metingen/ onderzoek: Niet van toepassing; deze doelstelling wordt vanaf het schooljaar 2011/ 2012 geëvalueerd. Resultaat: Niet van toepassing; deze doelstelling wordt vanaf het schooljaar 2011 /2012 geëvalueerd. To do: Ten behoeve van het meten van de gestelde doelstelling dient er een evaluatieformulier ontwikkeld te worden voor de CGO PvB. Na de ontwikkeling van dit evaluatieformulier dient deze geïmplementeerd te worden in de examenprocedure.
Doelstellingen voor het meten van de kwaliteit van de onderwijsinstelling als geheel Doel: Het aanwezigheidspercentage van de onderwijsdeelnemers bij de opleidingsactiviteiten is ten minste 75%. Metingen/ onderzoek: Bij elke sessie dienen de onderwijsdeelnemers een presentielijst te tekenen. Vervolgens wordt de aan-/ afwezigheid per onderwijsdeelnemer bijgehouden door de Binnendienst. Uit deze gegevens kan per cohort een lijst gegenereerd worden met de aanwezigheidspercentages van de onderwijsdeelnemers. Resultaat: Cohort
Aantal sessies
AST200909AR AST201001BE AST201001NI AST201009AS AST201103BE AST201105NI Gemiddelde
9 17 17 16 9 3 12
Gemiddeld aanwezigheids% 95,56% 97,86% 95,43% 96,43% 83% 90,91% 93,20%
Laagst aanwezigheids% 80% 81,81% 77,78% 85,71% 80% 86,67% 82%
Pagina 13 van 22
Hoogst aanwezigheids% 100% 100% 100% 100% 100% 93,33% 99%
Conclusie: Geconcludeerd kan worden dat de gestelde doelstelling ruimschoots is gehaald met gemiddelde aanwezigheidspercentages variërend van 83% tot en met 96,43% en een gemiddeld aanwezigheidspercentage over alle cohorten tezamen van 93,20%. Wanneer gekeken wordt naar het laagste aanwezigheidspercentage, wat 77,78% is, ligt zelfs dit aanwezigheidspercentage niet onder de gestelde 75%. Doel: Het percentage voortijdig schoolverlaters is maximaal 5% van de ingeschreven onderwijsdeelnemers voor de opleiding. Metingen/ onderzoek: Onder een voortijdig schoolverlater wordt verstaan een persoon die het instroomassessment heeft gehaald, daarna gestart is met de opleiding, maar de opleiding heeft verlaten zonder een bewijsstuk of een bewijs van deelname. Met andere woorden, een voortijdig schoolverlater is iemand die gestart is met de opleiding, maar nooit heeft deelgenomen aan de competentiegerichte Proeve van Bekwaamheid. Het percentage voortijdig schoolverlaters kan dus bepaald worden door het aantal onderwijsdeelnemers dat de competentiegerichte Proeve van Bekwaamheid heeft afgelegd af te zetten tegen het totaal aantal gestarte onderwijsdeelnemers. Hierbij speelt het behaalde resultaat voor de competentiegerichte Proeve van Bekwaamheid geen rol. Resultaat: In de cohorten AST200901AS, AST200901BE, AST200901NI, AST200909AR, AST201001BE en AST201001NI zijn in totaal 67 onderwijsdeelnemers gestart met de versnelde VOC Opleiding AST3, waarvan 67 deelnemers hebben deelgenomen aan de competentiegerichte Proeve van Bekwaamheid. Voor deze cohorten zijn er dus geen voortijdig schoolverlaters. Onderwijsdeelnemers van de cohorten AST201009AS, AST201103BE en AST201105NI hebben nog geen competentiegerichte Proeve van Bekwaamheid afgelegd, dus het aantal voortijdig schoolverlaters voor deze cohorten kan nog niet bepaald worden. Wel zijn er voor deze cohorten nog geen onderwijsdeelnemers tussentijds gestopt met de versnelde VOC Opleiding AST3. Tot nu komt het percentage voortijdig schoolverlaters dus uit op 0%, waardoor de gestelde doelstelling is behaald. Doel: Een slagingspercentage van ten minste 75% per opleiding. Metingen/ onderzoek: Onderwijsdeelnemers kunnen de versnelde VOC Opleiding AST3 afsluiten met een bewijsstuk of een Bewijs van Deelname. Onderwijsdeelnemers die de versnelde VOC Opleiding AST3 afsluiten met een bewijsstuk zijn geslaagd voor de opleiding; onderwijsdeelnemers die de versnelde VOC Opleiding AST3 afsluiten met een Bewijs van Deelname zijn als het ware gezakt voor de opleiding. Het slagingspercentage kan dus berekend worden met behulp van de volgende formule = Aantal uitgereikte bewijsstukken (Aantal uitgereikte bewijsstukken + aantal uitgereikte bewijzen van deelname) Resultaat: In totaal zijn er 52 bewijsstukken en 15 bewijzen van deelname uitgereikt. Het slagingspercentage is dus = 52 uitgereikte bewijsstukken (52 uitgereikte bewijsstukken + 15 bewijzen van deelname)
Pagina 14 van 22
is 77,62%. De gestelde doelstelling is dus bereikt. Doel: Het aantal klachten per opleiding is maximaal tien (10) per jaar. Metingen/ onderzoek: In het kader van kwaliteitszorg heeft de onderwijsinstelling een klachtenformulier ontwikkeld, waarmee klachten worden afgehandeld. Op dit klachtenformulier worden genoteerd: naam van de indiener; omschrijving van de klacht; oorzaak van de klacht; hoe is/ wordt de klacht verholpen en welke acties worden ondernomen om de klacht in de toekomst te voorkomen? Resultaat: In totaal zijn er twee (2) klachten binnengekomen, waarvan er één is ingediend door een VOC medewerker namens een onderwijsdeelnemer en er één is ingediend door een VOC medewerker. De eerste klacht betrof de communicatie rondom het instroomassessment van de versnelde VOC Opleiding AST3. De onderwijsdeelnemer had deelgenomen aan het instroomassessment, maar geen uitslag ontvangen. Per abuis werd de onderwijsdeelnemer opnieuw uitgenodigd voor een instroomassessment, waarop hij te kennen gaf dat hij daar zeker niet aan deel zal gaan nemen. Op de dag van dit instroomassessment zijn zowel de werkgever als de onderwijsdeelnemer gebeld met de vraag waar de onderwijsdeelnemer bleef. Na dit incident is de instroomprocedure veranderd: kandidaat-deelnemers die het instroomassessment hebben gehaald, maar waarvoor de opleiding nog niet start door een tekort aan deelnemers, worden in het nieuw aangemaakte cohort “wachtlijst” geplaatst. Eerder werden deze kandidaat-deelnemers op een lijst geplaatst waar ook nieuwe aanmeldingen voor instroomassessments op staan. De tweede klacht betrof de kwaliteit van de digitale leeromgeving de Learningbox. Volgens de indiener van de klacht laat de kwaliteit van de (huiswerk)opdrachten van de Learningbox te wensen over; beschikken de trainers niet over de antwoorden van de (huiswerk)opdrachten en bereiden de trainers zich onvoldoende voor op het huiswerkuur. Afgesproken verbeteracties zijn dat de trainers zich inlezen in de Learningbox; zich beter voorbereiden op het huiswerkuur en dat de inhoudelijke kwaliteit en kwantiteit van de (huiswerk)opdrachten in de Learningbox verbeterd wordt. Conclusie: In totaal zijn er twee (2) klachten binnengekomen, waarmee de gestelde doelstelling dus is bereikt. Hierbij dient men zich te realiseren dat het ontvangen van klachten niet altijd als iets negatiefs beschouwd moet worden; VOC beschouwt klachten als constructief waardoor de kwaliteit van de opleiding verbeterd kan worden. Doel: Een positieve beoordeling van de beroepspraktijkvorming door de onderwijsdeelnemers. Note: deze doelstelling wordt vanaf het schooljaar 2011/ 2012 geëvalueerd. Metingen/ onderzoek: Niet van toepassing; deze doelstelling wordt vanaf het schooljaar 2011/ 2012 geëvalueerd. Resultaat: Niet van toepassing; deze doelstelling wordt vanaf het schooljaar 2011/ 2012 geëvalueerd. To do: Ten behoeve van het meten van de gestelde doelstelling dient er een evaluatieformulier ontwikkeld te worden voor de beroepspraktijkvorming. Na de ontwikkeling van dit
Pagina 15 van 22
evaluatieformulier dient deze geïmplementeerd te worden in de opleidingsprocedure. Doel: Een positieve beoordeling van het onderwijs door de onderwijsdeelnemers. Note: deze doelstelling wordt vanaf het schooljaar 2011/ 2012 geëvalueerd. Metingen/ onderzoek: Niet van toepassing; deze doelstelling wordt vanaf het schooljaar 2011/ 2012 geëvalueerd. Resultaat: Niet van toepassing; deze doelstelling wordt vanaf het schooljaar 2011/ 2012 geëvalueerd. To do: Ten behoeve van het meten van de gestelde doelstelling dient er een evaluatieformulier ontwikkeld te worden voor het onderwijs. Na de ontwikkeling van dit evaluatieformulier dient deze geïmplementeerd te worden in de opleidingsprocedure. Doel: Het percentage lesuitval per opleiding per jaar is maximaal 5%. Metingen/ onderzoek: Onder lesuitval wordt verstaan dat een ingeplande sessie geen doorgang vindt en vervolgens ook nooit meer opnieuw wordt ingepland. Alle sessie worden door de (centrale) planning ingepland en per sessie wordt een deelnemer-/ presentielijst getekend waarop ook de datum van de sessie vermeld staat. Op deze manier kan nagegaan worden of alle ingeplande sessies ook daadwerkelijk (op de ingeplande datum) zijn gegeven. Daarnaast kan per cohort en per locatie nagegaan worden of het aantal getekende deelnemer-/ presentielijsten overeenkomt met het totaal aantal sessies. Resultaat: Gezien de cumulatieve opbouw van de versnelde VOC Opleiding AST3 is lesuitval niet geoorloofd, omdat dan niet alle relevante handelingsstappen, voertuigsystemen en fasen behandeld kunnen worden. Daarom streeft VOC er naar, indien een sessie onverhoopt uitvalt, deze altijd opnieuw in te plannen. In de periode waarop dit jaarverslag betrekking heeft, zijn er geen sessies uitgevallen. Het percentage lesuitval komt dus uit op 0%, waarmee de gestelde doelstelling is bereikt. Doel: Het binnenhouden van de door DNV verleende ISO 9001:2008 certificering. Metingen/ onderzoek: In het kader van kwaliteitszorg werkt VOC met een kwaliteitsmanagementsysteem en hiervoor is VOC ook door DNV gecertificeerd door middel van het ISO 9001:2008 certificaat. Jaarlijks vindt er door DNV een audit plaats bij VOC om te bepalen of VOC nog steeds voldoet aan de vereisten die horen bij het afgegeven certificaat. Resultaat: Op 24 en 25 januari heeft de ISO audit 9001:2008 plaatsgevonden door DNV. VOC voldoet nog steeds aan de vereisten van ISO 9001:2008.
Klachtencommissie In de periode waarop dit jaarverslag betrekking heeft, heeft de klachtencommissie twee (2) klachten binnengekomen en behandeld.
Pagina 16 van 22
De eerste klacht betrof de communicatie rondom het instroomassessment van de versnelde VOC Opleiding AST3. De onderwijsdeelnemer had deelgenomen aan het instroomassessment, maar geen uitslag ontvangen. Per abuis werd de onderwijsdeelnemer opnieuw uitgenodigd voor een instroomassessment, waarop hij te kennen gaf dat hij daar zeker niet aan deel zal gaan nemen. Op de dag van dit instroomassessment zijn zowel de werkgever als de onderwijsdeelnemer gebeld met de vraag waar de onderwijsdeelnemer bleef. Na dit incident is de instroomprocedure veranderd: kandidaat-deelnemers die het instroomassessment hebben gehaald, maar waarvoor de opleiding nog niet start door een tekort aan deelnemers, worden in het nieuw aangemaakte cohort “wachtlijst” geplaatst. Eerder werden deze kandidaat-deelnemers op een lijst geplaatst waar ook nieuwe aanmeldingen voor instroomassessments op staan. De tweede klacht betrof de kwaliteit van de digitale leeromgeving Learning Box. Volgens de indiener van de klacht laat de kwaliteit van de (huiswerk)opdrachten van de digitale leeromgeving Learning Box te wensen over; beschikken de trainers niet over de antwoorden van de (huiswerk)opdrachten en bereiden de trainers zich onvoldoende voor op het huiswerkuur. Afgesproken verbeteracties zijn dat de trainers zich inlezen in de digitale leeromgeving Learning Box; zich beter voorbereiden op het huiswerkuur en dat de inhoudelijke kwaliteit en kwantiteit van de (huiswerk)opdrachten in de digitale leeromgeving Learning Box verbeterd wordt.
Examencommissie In de periode waarop dit jaarverslag betrekking heeft, betroffen de belangrijkste activiteiten van de examencommissie het vaststellen van de uitslag van de instroomassessments; het verlenen van vrijstellingen en het vaststellen van de uitslag van de Proeves van Bekwaamheid.
Commissie van Beroep In de periode waarop dit jaarverslag betrekking heeft, was er voor de commissie van beroep geen aanleiding om te vergaderen.
Pagina 17 van 22
Opbrengstgegevens Overzicht aantal ingeschreven onderwijsdeelnemers per leerweg VOC biedt de versnelde VOC opleiding AST3 alleen aan in de leerweg BBL. Cohort AST200901AS (afgerond) AST200901BE (afgerond) AST200901NI (afgerond) AST200909AR (afgerond) AST201001BE (afgerond) AST201001NI (afgerond) AST201009AS (lopend) AST201103BE (lopend) AST201105NI (lopend) TOTAAL
Aantal ingeschreven onderwijsdeelnemers 8 12 17 10 11 9 7 10 15 99
Een afgerond cohort houdt in dat de onderwijsdeelnemers van dit cohort al hebben deelgenomen aan de competentiegerichte Proeve van Bekwaamheid. Daarentegen houdt een lopend cohort in dat de onderwijsdeelnemers nog bezig zijn met de versnelde VOC Opleiding AST3.
Onderwijsprestaties/ Jaarresultaat Onder de noemer onderwijsprestaties wordt verstaan: het aantal onderwijsdeelnemers dat de competentiegerichte Proeve van Bekwaamheid met een positief resultaat afsluit, afgezet tegenover het totale aantal instellingsverlaters. Een onderwijsdeelnemers kan de onderwijsinstelling verlaten: • Met een bewijsstuk (positief resultaat competentiegerichte Proeve van Bekwaamheid); • Met een Bewijs van Deelname (negatief resultaat competentiegerichte Proeve van Bekwaamheid); • Zonder bewijsstuk of Bewijs van Deelname (voortijdig schoolverlater). Cohort
Aantal ingeschreven onderwijsdeelnemers
AST200901AS AST200901BE AST200901NI AST200909AR AST201001BE AST201001NI TOTAAL
8 12 17 10 11 9 67
Aantal onderwijsdeelnemers met positief resultaat CGO PvB 6 12 14 7 8 5 52
Aantal onderwijsdeelnemers met negatief resultaat CGO PvB 2 0 3 3 3 4 15
Aantal voortijdig schoolverlaters
Onderwijsprestatie
0 0 0 0 0 0 0
75% 100% 82,35% 70% 72,73% 55,56% 77,62%
Voor de cohorten AST201009AS, AST201103BE en AST201105NI kunnen de onderwijsprestaties nog niet bepaald worden, omdat de onderwijsdeelnemers van deze cohorten nog bezig zijn met de versnelde VOC Opleiding AST3.
Voortijdig schoolverlaters Onder een voortijdig schoolverlater wordt verstaan een persoon die het instroomassessment heeft gehaald, daarna gestart is met de opleiding, maar de opleiding heeft verlaten zonder een bewijsstuk of een bewijs van deelname. Met andere woorden, een voortijdig schoolverlater is iemand die gestart is met de opleiding, maar nooit heeft deelgenomen aan de competentiegerichte Proeve van Bekwaamheid. Het percentage voortijdig schoolverlaters kan dus bepaald worden door het aantal onderwijsdeelnemers dat de competentiegerichte Proeve van Bekwaamheid heeft afgelegd af te zetten tegen het totaal
Pagina 18 van 22
aantal gestarte onderwijsdeelnemers. Hierbij speelt het behaalde resultaat voor de competentiegerichte Proeve van Bekwaamheid geen rol. In de cohorten AST200901AS, AST200901BE, AST200901NI, AST200909AR, AST201001BE en AST201001NI zijn in totaal 67 onderwijsdeelnemers gestart met de versnelde VOC Opleiding AST3, waarvan 67 deelnemers hebben deelgenomen aan de competentiegerichte Proeve van Bekwaamheid. Voor deze cohorten zijn er dus geen voortijdig schoolverlaters. Onderwijsdeelnemers van de cohorten AST201009AS, AST201103BE en AST201105NI hebben nog geen competentiegerichte Proeve van Bekwaamheid afgelegd, dus het aantal voortijdig schoolverlaters voor deze cohorten kan nog niet bepaald worden. Wel zijn er voor deze cohorten nog geen onderwijsdeelnemers tussentijds gestopt met de versnelde VOC Opleiding AST3. Tot nu toe zijn er dus nul (0) voortijdig schoolverlaters.
Pagina 19 van 22
Personeel Kwaliteitszorg en publieke verantwoording hebben wij hoog in het vaandel staan. VOC hecht veel waarde aan kwaliteitsmanagement (zorg, beheersing en borging) en onderschrijft het cyclisch proces van de Deming circle (een PDCA cyclus (Plan Do Check Act)) bij ons streven naar continue kwaliteitsborging, transparantie, verslaglegging, verantwoording en verbetering. Dit is niet ten behoeve van Kennis Centrum Examinering (KCE), de Inspectie van het Onderwijs (IvhO, Onderwijsinspectie) of ISO, maar ter bescherming van deelnemers en kandidaten en ten behoeve van werknemers en werkgevers in het beroepenveld. De kwaliteit van VOC wordt in hoge mate bepaald door de kwaliteit van de medewerkers. Het in het PIM vastgelegde personeelsbeleid vormt een solide basis om op professionele wijze te werken aan de ontplooiing en motivatie van medewerkers. De medewerkerstevredenheid zal regelmatig gemonitord worden. Een grote betrokkenheid bij ontwikkelingen vergroten het draagvlak bij het personeel. Goede interne informatieverspreiding en communicatiebevordering blijven speerpunten. Als opleider is het continue aandacht geven aan de scholing van eigen mensen een vanzelfsprekendheid. Een aandachtspunt is het niveau van medewerkers. Een onderdeel van kwaliteitszorg is deskundigheidsborging en -bevordering. Vele ontwikkelingen komen op allen binnen de branche af. Technologische ontwikkelingen, ander werkaanbod in bedrijven, veranderingen binnen het onderwijs en nieuwe behoeften bij deelnemers en kandidaten zijn maar enkele zaken die op alle medewerkers van VOC afkomen.
Personele bezetting De personeelsleden waarmee de onderwijsdeelnemers het meeste in aanraking komen, tijdens de versnelde VOC Opleiding AST3, zijn de trainers/ docenten en de Opleidingsadviseurs/ BPV begeleiders. In de periode waarop dit jaarverslag betrekking heeft, betrof het totale aantal onderwijsdeelnemers 99. In deze periode waren er drie (3) trainers/ docenten actief voor het verzorgen van de sessies en zes (6) VOC Opleidingsadviseurs/ BPV begeleiders voor het verzorgen van de BPV-bezoeken. De ratio trainers: onderwijsdeelnemers bedraagt dus 1 trainer op 33 onderwijsdeelnemers. De ratio BPV-begeleiders: onderwijsdeelnemers bedraagt dus 2 BPV-begeleiders op 33 onderwijsdeelnemers. Een verklaring voor het feit dat de ratio BPV-begeleiders: onderwijsdeelnemers hoger ligt dan de ratio trainers: onderwijsdeelnemers kan voortvloeien uit het punt dat de BPV-begeleiders zijn ingedeeld per postcodegebied/ rayon in Nederland.
Professionalisering/ deskundigheidsbevordering In het kader van kwaliteitszorg is één van de doelstellingen de jaarlijkse deskundigheidsbevordering van trainers/ examinatoren. Op deze manier behoudt en onderhoudt het personeel haar vakbekwaamheid. In de periode waarop dit jaarverslag betrekking heeft, hebben alle trainers/ docenten die belast zijn met het verzorgen van de versnelde VOC Opleiding AST3 de cursus Veilig werken aan elektrische & hybride voertuigen (NEN3140) gevolgd. Een belangrijk speerpunt van de versnelde VOC Opleiding AST3 is het inspelen op technologische ontwikkelingen, waarvan hybride voertuigen onderdeel uitmaken.
Pagina 20 van 22
Verklaring Bevoegd Gezag Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen verplicht het Bevoegd Gezag tot een verklaring dat alle opleidingen voldoen aan de wettelijke vereisten. De wettelijke vereisten definieert VOC als zijnde alle relevante onderwijswet- en regelgeving. Wij oefenen toezicht uit op het voldoen aan deze wettelijke vereisten en geven hiervan in dit verslag de stand van zaken weer. In de Onderwijs- en Examenregeling (OER) van de opleiding en de afgeleide mijlpaalbrieven is de informatieplicht vanuit VOC naar deelnemers en vertegenwoordigers verankerd. Elke deelnemer heeft een onderwijsovereenkomst en een BPV praktijkovereenkomst. Om voortijdige uitval binnen de VOC Opleiding AST3 te voorkomen wordt een Instroomassessment ingezet met als doel een snelle doorstroom naar het juiste opleidingsaanbod. Verder staat de individuele ondersteuning vanuit de Opleidingsadviseurs/ BPV begeleiders bij de voorlichting, aanmelding en praktijkbegeleiding/ -beoordeling van deelnemers centraal. Deze individuele ondersteuning en begeleiding wordt gevoed vanuit aanwezigheidsregistratie en trainerevaluaties. Vooraf een weloverwogen en bewuste keuze en vanaf de start een balans tussen werk, privé en scholing gebaseerd op eigen verantwoordelijk vormen de basis van het voorkomen van uitval. Voorkomen van uitval is één, echter voor VOC draait het om het realiseren van een toegevoegde meerwaarde. Ons didactisch concept is gebaseerd op herhaling, actieve participatie en praktijk. Onze MBO opleiding voldoet uiteraard aan de minimum urennorm voor een BBL opleiding. Aan alle (potentiële) deelnemers bieden wij een passend aanbod. De deelnemers krijgen begeleiding op maat in de beroepspraktijk en in het huiswerkuur. Eigen verantwoordelijkheid en zelf achter het stuur zitten zijn hierbij cruciaal, zonder de deelnemers aan hun lot over te laten. Kwaliteitszorg en publieke verantwoording hebben wij hoog in het vaandel staan. VOC hecht veel waarde aan kwaliteitsmanagement (zorg, beheersing en borging) en onderschrijft het cyclisch proces van de Deming circle (een PDCA cyclus (Plan Do Check Act)) bij ons streven naar continue kwaliteitsborging, transparantie, verslaglegging, verantwoording en verbetering. Dit is niet ten behoeve van Kennis Centrum Examinering (KCE), de Inspectie van het Onderwijs (IvhO, Onderwijsinspectie) of ISO, maar ter bescherming van deelnemers en kandidaten en ten behoeve van werknemers en werkgevers in het beroepenveld. De kwaliteit van VOC wordt in hoge mate bepaald door de kwaliteit van de medewerkers. Het in het PIM vastgelegde personeelsbeleid vormt een solide basis om op professionele wijze te werken aan de ontplooiing en motivatie van medewerkers. De medewerkerstevredenheid zal regelmatig gemonitord worden. Een grote betrokkenheid bij ontwikkelingen vergroten het draagvlak bij het personeel. Goede interne informatieverspreiding en communicatiebevordering blijven speerpunten. Als opleider is het continue aandacht geven aan de scholing van eigen mensen een vanzelfsprekendheid. Een aandachtspunt is het niveau van medewerkers. Een onderdeel van kwaliteitszorg is deskundigheidsborging en -bevordering. Vele ontwikkelingen komen op allen binnen de branche af. Technologische ontwikkelingen, ander werkaanbod in bedrijven, veranderingen binnen het onderwijs en nieuwe behoeften bij deelnemers en kandidaten zijn maar enkele zaken die op alle medewerkers van VOC afkomen. Er dient flink geïnvesteerd te worden in professionalisering en kennisontwikkeling op het gebied van nieuwe technologieën die zich in de branche voordoen. Essentiële elementen voor een kennisorganisatie in ontwikkeling.
Pagina 21 van 22
Ten aanzien van haar trainers/ docenten spant VOC zich nadrukkelijk in om de competenties aan te laten sluiten bij de actuele beroepspraktijk van morgen. Met de ambitie tot loket van alle kennis-, opleidings- en certificeringsvraagstukken binnen een moderne leeromgeving komen ook verantwoordelijkheden. Binnen VOC is op eigen wijze invulling gegeven aan de wettelijke bekwaamheidseisen. De scholing en ontwikkeling van de individuele trainers/ docenten en opleidingsadviseurs/ BPV begeleiders wordt nadrukkelijk in het licht van de verwezenlijking van de strategische doelen van de organisatie geplaatst. Het ontwikkelen en onderhouden van competenties staat centraal. Dit komt niet alleen tot uiting het volgen van cursussen, maar in Train-the-Trainers bij importeurs, Kennisavonden, kalibreersessies, directe feedback, voorlichtingspresentaties, waarbij dit is geborgd in de jaarlijkse cyclus van functionerings- en beoordelingsgesprekken. Binnen VOC worden klachten bij voorkeur direct en snel afgehandeld. Een deelnemer kan met alle vragen, opmerkingen, klachten, bezwaren, beroepen, of verbeterideeën altijd terecht op een laagdrempelige wijze via
[email protected], via zijn trainer/ docent, of via zijn Opleidingsadviseur/ BPV begeleider (en anders altijd nog via
[email protected] of via het algemene telefoonnummer). Dit betekent dat trainers/ docenten en Opleidingsadviseurs/ BPV begeleiders met name eenvoudige kansen tot verbetering direct afhandelen. Klachten worden op schoolniveau geadministreerd en hiervan wordt de afhandeling gevolgd. Indien de indiener niet tevreden is met de uitkomst van de afhandeling, dan kan de klacht ingediend worden bij de daartoe door het College van Bestuur ingerichte commissies. VOC heeft op systematische wijze het toezicht georganiseerd op de onderwijskwaliteit. De inbreng van externe deskundigen draagt hier sterk aan bij. De complete Onderwijs- en Examenregeling (OER) van de VOC opleiding AST3 en alle afgeleide procedures, werkinstructie en documenten zijn onderdeel van de ISO. Hiermee borgen wij actief middels interne en externe audits de kwaliteit van de VOC Opleiding AST3. Het toezicht vanuit de Inspectie van het Onderwijs sluit hierbij naadloos aan. De opdracht tot dit toezicht wordt verstrekt door het College van Bestuur. Het doel van het toezicht is de kwaliteit in kaart te brengen, daar waar mogelijk te verbeteren en goede kwaliteit te borgen. Jaarlijks stelt het College van Bestuur het uit te voeren toezichtsplan vast. Voor de VOC Opleiding AST3 ging de aandacht uit naar de evaluatiecyclus, het deelnemervolgsysteem, het huiswerkuur en de mijlpaalbrieven (voorlichting en publicatieplicht). DNV heeft op 24 en 25 januari haar audit in het kader van ISO uitgevoerd en opnieuw een positieve bevestiging van kwaliteit middels een ISO verklaring afgegeven.
April 2012 College van Bestuur
Pagina 22 van 22