Jaarverslag KpVV-programma Fiets 2011 Voor de uitvoering van het programma Fiets bouwen we voort op het Fietsberaad dat in 2006 aan KpVV is toegevoegd. De merknaam Fietsberaad is bij onze doelgroepen een gevestigd begrip. In 2011 werd) het 10 jarig jubileum van het Fietsberaad gevierd, met onder andere een speciale uitgave van het jubileumnummer Fietsverkeer en een feestelijke bijeenkomst met Minister Schulz van Haegen en enkele bestuurders van de decentrale overheden.
Foto’s: minister Netelenbos tekent in 2001 voor de oprichting van het Fietsberaad (links). Minister Schultz van Haegen feliciteert het KpVV/Fietsberaad in 2011 met de bereikte resultaten. Tabel *.*: Oordeel producten en diensten Fietsberaad
Gemiddeld rapportcijfer
Website www.fietsberaad.nl Magazine Fietsverkeer E-mailnieuwsbrief Bijeenkomsten
7,6 7,9 7,7 7,6
Eigen onderzoeken en pilots
7,6
Totaaloordeel over Fietsberaad
7,6
Het 10-jarig bestaan is daarnaast aangegrepen om een tevredenheids-enquête te houden onder de klanten van het Fietsberaad. De uitkomsten zijn positief. Gemiddeld krijgt het Fietsberaad het rapportcijfer 7,6. Het oordeel over het magazine Fietsverkeer steekt daar weer bovenuit en is gemiddeld zeer goed (7,9).
Doorwerking Driekwart van de respondenten geeft aan dat de producten en diensten van KpVV/Fietsberaad goed tot zeer goed aansluiten bij de kennisbehoeften voor het eigen werk. Dat geldt nog sterker voor gemeentelijke fietsbeleidsmedewerkers en belangenbehartigers (>80%).
Jaarverslag Fietsberaad 2011
1
De doorwerking op de beleidsagenda is over de gehele linie minder. Een ruime meerderheid vindt dat de activiteiten van KpVV/Fietsberaad ‘een beetje’ tot ‘tamelijk sterk’ de inhoud van de beleidsagenda bepalen. De uitersten (geen invloed of zeer grote invloed) komen nauwelijks voor. Het programma Fiets heeft twee hoofdsporen:
Continue activiteiten
Projecten en onderzoeken
Deze sporen worden in de volgende paragrafen besproken.
Jaarverslag Fietsberaad 2011
2
1.1
Het eerste spoor: continue activiteiten Dit zijn activiteiten, waarmee een brede doelgroep bereikt wordt met een grote diversiteit aan (actuele) onderwerpen. Het betreft onder andere de maandelijkse e-mailnieuwsbrieven, het magazine Fietsverkeer, themabijeenkomsten en de website. Het is moeilijk te zeggen in hoeverre de informatie uit de continue activiteiten daadwerkelijk toepast wordt in de praktijk. Een indicatie hiervoor is dat de producten en diensten door veel mensen gebruikt worden en dat de waardering over het algemeen goed is.
1.1.1.
Website De digitale bibliotheek op de www.fietsberaad.nl is een rijke bron van informatie en kennis voor iedereen die aan de slag wil met het fietsbeleid. In de eerste plaats natuurlijk voor beleidsmakers van decentrale overheden, maar ook voor medewerkers van adviesbureaus en belangenorganisaties en studenten. De digitale bibliotheek bevat ruim 2.600 kennisitems. Voor ongeveer de helft gaat het om nieuwsitems, die ook in de e-mailnieuwsbrief zijn verschenen. De andere helft betreft onderzoeksrapporten, presentaties, beleidsnota’s, voorbeeldenbankitems etc. De kennisitems worden ongeveer achthonderduizend keer per jaar bekeken. De helft van de views betreft anderstalige kennisitems.
Unie ke be zoe ke rs/maand www.fie tsbe raad.nl 14.000 12.000 10.000 8.000 6.000 4.000 2.000 0 jan-07
jan-08
jan-09
jan-10
Unieke bezoekers per maand
jan-11
jan-12
Gemiddeld
Elke maand raadplegen ruim 11.000 verschillende personen de website www.fietsberaad.nl. Ongeveer 30 tot 40 procent van bezoekers komt uit het buitenland. Ongeveer de helft van de klanten van het Fietsberaad heeft het afgelopen jaar informatie op de website gezocht. Voor de gemeente-ambtenaren is dit percentage zelfs 86 procent
Jaarverslag Fietsberaad 2011
3
Na een aantal jaren van onstuimige groei, is de toename van het aantal websitebezoekers sinds 2010 constant en gestaag. Een groei van ongeveer 7 procent per jaar. 1.1.2.
E-nieuwsbrief Maandelijks geeft KpVV/Fietsberaad een e-mail-nieuwsbrief uit, die een actueel overzicht geeft van grote en kleine ontwikkelingen in het fietsbeleid in Nederland en (voor zover relevant voor de ontwikkelingen Nederlandse beleidsmakers) de ontwikkelingen in het buitenland. Intern heeft de e-nieuwsbrief ook een signaalfunctie. Zijn er ontwikkelingen gaande waar het Fietsberaad op in kan springen met onderzoeken, nieuwe instrumenten, artikelen of bijeenkomsten. Aan het einde van 2011 had de nieuwsbrief een kleine 3.000 abonnees. Een belangrijk deel van de abonnees (ca 40%) komt uit gemeentewereld. Vooral (fiets-)ambtenaren, maar ook raadgriffiers, raadsleden en wethouders. Het aantal abonnees op de e-nieuwsbrief is de afgelopen 5 jaar gestaag gegroeid met ruim 400 nieuwe abonnees per jaar. De waardering voor de e-nieuwsbrief is goed. Gemiddeld het rapportcijfer 7,7 i. Bovendien wordt de nieuwsbrief goed gelezen. Bijna 80 procent van de abonnees zegt minimaal enkele berichten te lezen.
1.1.3.
Themabijeenkomsten Het Fietsberaad organiseerde in 2011 zeven themabijeenkomsten over uiteenlopende on-
Abonnees nieuwsbrieven en uitnodigingen 3500 3000 2500 2000 1500 1000 500 0 jan-07
jan-08
jan-09
jan-10
jan-11
E-nieuw sbrief
Uitnodigingen bijeenkomsten
E-nieuw sbrief gemiddeld
Bijeenkomsten gemiddeld
jan-12
derwerpen (zie tabel) en een excursie naar Münster, fietsstad nummer één van Duitsland. Verschillende bijeenkomsten zijn georganiseerd is samenwerking met andere partijen, zoals
Jaarverslag Fietsberaad 2011
4
de Fietsersbond (snelle fietsroutes), CROW (fietsparkeren), gemeente Apeldoorn (promotiecamagnes) en ProRail (techniek in de stallling). Bijeenkomsten 2011
Datum
Snelle fietsroutes als vitale mobiliteitsschakel Nieuwe CROW-leidraad Fietsparkeren
Gemiddelde beoordeling
1-3-2011
Aantal deelnemers 150
10-3-2011
7,5
100
7-4-2011
7,6
45
12-5-2011
7,6
73
9-6-2011
7,4
55
Excursie Münster: fietsstad nummer één van Duitsland
27-6-2011
7,6
48
Fietsbeleid provincies en stadsregios
15-9-2011
Fietsverlichtingsacties
6-12-2011
Enkelvoudige fietsongevallen Fietsmarketing en promotiecampagnes Nieuwe technieken in de stalling
14 7,6
48
Totaal 2011
7,6
533
Ter vergelijking totaal 2010
7,5
455
In het totaal telden de bijeenkomsten en excursie ruim 530 deelnemers. De gemiddelde waardering van de deelnemers is een 7,6. Dit is exact gelijk aan de gemiddelde waarding van de respondenten in de klantentevredenheids-enquête. Conclusie: een stabiel beeld. Het aantal abonnees op de uitnodigingen voor themabijeenkomsten is de afgelopen 5 jaar gestaag stegen met 200 nieuwe belangstellenden per jaar . Uit de tevredenheidsenquête blijkt dat ruim 20 procent van de klanten de afgelopen drie jaar minimaal één bijeenkomst heeft bezocht. Van de gemeentelijke ambtenaren fietsbeleid heeft zelfs de helft minimaal één bijeenkomst bezocht. 1.1.4.
Magazine Fietsverkeer Doorgaans verschijnen er drie nummers van het magazine Fietsverkeer per jaar, maar in 2012 is dit beperkt tot twee nummers. Op deze manier was het mogelijk een extra dik jubileumnummer uit te brengen. Het jubileumnummer verscheen in september, is rijk geïllustreerd en geeft een overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen in het fietsbeleid en het fietsgebruik in het eerste decennium van de 21-ste eeuw. De waardering voor het jubileumnummer blijkt uit het grote aantal nabestellingen. Ongeveer 500 maal. Een aantal nabestellers hebben we moeten teleurstellen. . Uit de klantentevredenheids-enquête blijkt verder dat het magazine Fietsverkeer het best gewaarde product van het Fietsberaad is. Het gemiddelde rapportcijfer is een 7,9! Ruim 80 procent van de abonnees zegt minimaal enkele artikelen te lezen als een nieuw nummer door de bus komt. 1.1.5.
Samenwerking met andere (kennis-)instellingen
De afgelopen jaren heeft het Fietsberaad geregeld en op verschillende manieren samengewerkt met andere kennisinstellingen. Enkele vormen van samenwerking zijn:
Bijgedragen aan twee CROW-werkgroepen, namelijk Barrières en recreatieve verbindingen en Verminderen vervuilende korte autoritten.
Jaarverslag Fietsberaad 2011
5
Begeleidingsgroepen van relevante onderzoeken van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (Rijkswaterstaat en Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid), onder andere naar conflicten op fietspaden
Studenten van hoge scholen en universiteiten te woord staan in verband met scriptie en onderzoeken.
Het Fietsberaad heeft op verschillende manieren een actieve bijdrage geleverd aan de discussie over de toekomst van het fietsparkeren bij stations, naar aanleiding van een rapport van adviesbureau Berenschot over oplossingsrichtingen voor een systeemsprong. Er is onder andere een Fietsberaad-reactie verschenen
Rondetafel interview met het blad Parkeren24;
Bijgedragen aan een conferentie over het NWO-onderzoeksprogramma Duurzame Bereikbaarheid van de Randstad;
De Fietsberaad-coördinator was gasthoofdredacteur van het augustusnummer van Verkeerskunde.
Jaarverslag Fietsberaad 2011
6
1.2
Tweede spoor: Projecten/onderzoeken Met de projecten in het tweede spoor geeft het Fietsberaad een impuls aan de vernieuwing van het fietsbeleid. Om voldoende diepgang te kunnen bereiken beperkt dit spoor zich tot enkele onderwerpen.
Top 5 publicaties/pilots afgelopen 5 jr 1)
Standpunt turborotondes (21%)
2)
Asfalt als fietspadverharding (20%)
3)
Fietsgebruik naar trein (19%)
4)
Fietspad of parallelweg (17%)
5)
Fiets-en-Win (14%)
De waardering voor de pilots en onderzoeken is in lijn met de rest (gemiddeld rapportcijfer 7,6). Ongeveer de helft van de klanten kent minimaal 1 onderzoek/pilot uit de afgelopen 5 jaar en een derde kent er minimaal 3. Fietsambtenaren en belangenbehartigers zijn het best bekend met de onderzoeken/pilots.
De top 5 van de bekendste onderzoeken/pilots is een mix van verkeerskundige onderwerpen (rotondes, verharding en parallelwegen), beleidsonderzoek (fietsgebruik naar trein) en een marketingtool (Fiets-en-Win) In het werkplan 2011 was een zestal onderwerpen opgenomen, namelijk:
Verspreiding en toepassing van nieuwe kennis over verkeersonveiligheid
Toepassing van marketinginstrumenten om fietsgebruik te stimuleren (waaronder Fietsen-Win);
Fietsparkeren bij OV-haltes;
Analyse van de ontwikkelingen in het fietsgebruik in de afgelopen decennia;
Kansen en bedreigingen van de elektrische fiets.
Veilige vormgeving van kruispunten met voorrang voor fietsers;
Voor de laatste drie onderwerpen moest de financiering gaandeweg het jaar nog geregeld worden. Uiteindelijk is dat alleen voor het laatste onderwerp (kruispunten met voorrang) niet gelukt.
1.3
Verspreiding en toepassing van nieuwe kennis over verkeersonveiligheid In het najaar van 2010 heeft KpVV/Fietsberaad zich aangesloten bij een project van de Dienst Verkeer en Scheepvaart (RWS) om kennis uit recente verkeersveiligheidsonderzoeken te verspreiden onder wegbeheerders. Het betreft:
oversteekongevallen met fietsers op kruispunten van verkeersaders,
enkelvoudige ongevallen
en dode hoekongevallen.
In het voorjaar van 2011 heeft deze samenwerking geresulteerd in een tweetal Fietsberaadpublicaties, namelijk:
Fietsberaadpublicatie 19a. Grip op enkelvoudige ongevallen. Uit de ziekenhuisregistratie blijkt dat 60 procent van alle ernstig verkeersgewonden onder fietsers slachtoffer is van een enkelvoudig fietsongeval. Dit is een ongeval waarbij fietsers vallen of tegen
Jaarverslag Fietsberaad 2011
7
een obstakel botsen. De helft van deze enkelvoudige fietsongevallen heeft één of meer aan infrastructuur gerelateerde factoren als (mede)oorzaak. Deze publicatie biedt wegbeheerders inzicht in de omvang van bovenstaande probleem en geeft diverse handvatten dit aan te pakken.
Fietsberaadpublicatie 19b. Grip op fietsongevallen met motorvoertuigen. Jaarlijks komen circa 160 fietsers om het leven bij verkeersongevallen. Deze publicatie richt zich op nieuwe aangrijpingspunten om fietsongevallen met gemotoriseerd verkeer te voorkomen. Aan bod komen het ontvlechten van fiets- en gemotoriseerd verkeer, maatregelen op kruispuntniveau en op voorrangskruispunten binnen de bebouwde kom en de inrichting van kruispunten in relatie tot dodehoekongevallen.
Beide publicaties worden goed gebruikt door de praktijk. Publicatie 19a is bijvoorbeeld ruim 2.600 keer gedownload. Er zijn duidelijk signalen dat de aandacht van decentrale overheden voor eenzijdige ongevallen toeneemt. Zie onder andere bericht.
Als vervolg op publicatie 19a zijn in samenwerking met het ministerie van Infrastructuur en Milieu een viertal pilots gestart om het stappenplan uit de publicatie toe te passen in de praktijk en te verbeteren. Het betreft twee pilots met het accent op het saneren van paaltjes (Amersfoort en Goes) en twee pilots met het accent op gladheidsbestrijding (Gouda en Parkstad). Helaas is de pilot in Parkstad voortijdig beëindigd vanwege gebrek aan bestuurlijk
Jaarverslag Fietsberaad 2011
8
draagvlak voor de gekozen opzet. De andere pilots zijn medio januari 2012 nog in uitvoering en veelbelovend.
1.4
Marktgericht Fietsbeleid: Fiets-en-Win Fiets-en-win is in 2010 samen met de gemeenten Apeldoorn en Eindhoven ontwikkeld als loterijsysteem om het fietsgebruik te stimuleren. Inmiddels is het uitgegroeid tot een compleet pakket van instrumenten voor (gratis) bewaakte stallingen, met de volgende mogelijkheden:
Elektronisch controleren van de toegang tot stallingen met barcodes;
Verzamelen van gegevens over het gebruik van stallingen, zoals het aantal stallingstransacties per dag, bezettingsgraad, stallingsduur en piekmomenten. Weesfietsen kunnen eenvoudig opgespoord worden;
Verzamelen van gegevens over de klanten van de stalling, zoals bezoekfrequentie, tijdstippen en gebruikersprofielen. Dit biedt een solide basis voor doelgroepgerichte promotie;
Communiceren met klanten van stallingen via e-mailnieuwsbrieven, een website en beeldschermen in de stallingen;
Verloten van prijzen inclusief automatische communicatie met prijswinnaars. Het loterijsysteem is gekoppeld aan het elektronische toegangscontrole-systeem. Bij elk bezoek aan een stalling verdient de deelnemer één of meer winkansen (loten). Decentrale overheden kunnen tegen een geringe vergoeding gebruik van maken van de instrumenten. Met de inkomsten houdt het Fietsberaad het systeem in de lucht. Eventuele overschotten worden geïnvesteerd in verbeteringen. De decentrale overheden dragen zelf de kosten voor investeringen in de apparatuur, campagne-uitingen, prijzen etc. Op verzoek van decentrale overheden kan het Fietsberaad nieuwe mogelijkheden aan de instrumenten toevoegen, die
daarna beschikbaar komen voor alle gemeenten die de instrumenten gebruiken. In 2011 zijn de volgende activiteiten uitgevoerd in het kader van Fiets-en-Win:
Introductie van Fiets-en-Win in de stallingen in de gemeente Helmond. In de drie deelnemende gemeenten worden nu ruim 100.000 stallingstransacties per maand geregistreerd, door ongeveer 50.000 verschillende fietsers. Ruim 12.000 fietsers hebben zich aangemeld voor deelname aan de loterij.
Jaarverslag Fietsberaad 2011
9
Ondersteunen van de lopende Fiets-en-Win toepassingen in Apeldoorn en Eindhoven. Dit vergt een beperkte inspanning. De gemeente Apeldoorn is flink aan de slag geweest met de analyse van de transactiegegevens om de behoefte aan nieuwe stallingen te bepalen.
Verbeteren van de reeds ontwikkelde instrumenten (software, website, standaardovereenkomsten etc.). Het betreft relatief kleine verbeteringen. Zo kunnen deelnemers nu zelf bepalen welke prijzen zij willen winnen. Verdergaande standaardisatie is van belang met het oog op nieuwe gemeenten (zie volgende punt).
Werven van nieuwe gemeenten. Hiervoor is een behoeftepeiling gehouden onder gemeenten (ca 30 gemeenten hebben belangstelling). In de tweede fase in 2012 worden de geïnteresseerde gemeenten voorzien van basisinformatie over Fiets-en-Win. Vervolgens worden alle gemeenten benaderd om te informeren of er nog steeds interesse bestaat voor Fiets-en-Win en daarna kan een afspraak gepland worden op locatie. We hopen dat dit uiteindelijk resulteert in 5 tot 10 nieuwe gemeenten in 2012.
Zoeken van nieuwe kansen (en geldbronnen) om de instrumenten van Fiets-en-Win verder uit te breiden. Alle deelnemende gemeenten kun hier weer van profiteren. De volgende kansen doen zich momenteel voor: o
Heel concreet: de gemeente Helmond wil Fiets-en-Win uitbreiden naar de stationsstalling en heeft hiervoor ook budget beschikbaar. Dit zou een forse uitbreiding van Fiets-en-Win betekenen. Onder andere: zelf in-en-uitchecken met je OV-chipkaart, een betaalmodule en een parkeerverwijssysteem.
o
Bij verschillende snelfietsroutes wil men gebruikers van de route belonen. Dit zou heel goed geïntegreerd kunnen worden in het Fiets-en-Win concept.
o
Er zijn verschillende (relatief vage) ideeën voor een app die je fietsgebruik registreert (via GPS). Onder andere een promovendus aan de Uiiversiteit van Utrecht werkt hier aan. Ook dit zou geïntegreerd kunnen worden in Fiets-en-Win.
Zowel in Eindhoven als Helmond zijn enquêtes gehouden om enige zicht te krijgen in de effecten van Fiets-en-Win. Deze geven een positieve indicatie. Ongeveer 10% van respondenten geeft aan dat zij door Fiets-en-Win meer is gaan fietsen. Circa 25% is meer gebruik
Jaarverslag Fietsberaad 2011
10
gaan maken van de bewaakte stallingen. In Helmond is de bekendheid van de Fiets-en-Win vergeleken met andere acties om de vervoerwijzekeuze te beïnvloeden (zie grafiek)
1.5
Pilot: Gezondheid in de wijk (Zwolle) Het doel van deze pilot in Zwolse wijk Holtenbroek is: ervaring opdoen met de wijze waarop een gemeente bestaande gezondheidsinfrastructuur in een wijk kan benutten om het fietsgebruik te stimuleren. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om huisartsen, fysiotherapeuten, apothekers. Het Fietsberaad wil de ervaringen die hiermee worden opgedaan ‘vertalen’ naar een aanpak die ook door andere gemeenten makkelijk overgenomen kan worden. De pilot in Zwolle is in het najaar van 2010 gestart. Het Nationaal Instituut voor Gezondheidsbevordering en Ziektepreventie (NIGZ) heeft de opdracht gekregen om een methode te ontwikkelingen die draagvlak heeft in de Zwolse wijk. De uitvoering van de pilot verloopt moeizamer dan gehoopt. Dit heeft onder meer te maken andere cultuur en de werkdruk in de gezondheidszorg. Ook het feit dat ziektekostenverzekeraars geen belangstelling hebben om de pilot mede te financieren is een vertragende factor geweest. De stand van zaken aan het eind van 2011 is:
Een concept handreiking voor decentrale overheden die met het onderwerp aan de slag willen is gereed. Deze wordt gepubliceerd als de gemeente Zwolle daadwerkelijk van start gaat met de pilot.
De gemeente Zwolle heeft een beperkt budget gereserveerd voor uitvoer van de pilot in 2012. Daarnaast heeft de gemeente de organisatie in de grondverf gezet.
1.6
Fietsparkeren bij OV-haltes Voor fietsparkeervoorzieningen bij treinstations bestaan redelijk eenduidige normen en kwaliteitseisen. Voor fietsparkeervoorzieningen bij bus en tramhaltes ontbreken dergelijke landelijke normen of kwaliteitseisen. Veel lokale en regionale overheden (concessie-verleners) hanteren eigen normen en kwaliteitseisen. Soms zijn kwaliteitseisen opgesteld voor de fietsparkeervoorzieningen bij een specifieke lijn, zoals de Zuid-Tangent. En soms ontbreekt een helder beeld van het gewenste kwaliteitsniveau. In samenwerking met het OV-bureau Randstad en de Fietsersbond is een concept-publicatie ontwikkeld met dergelijke normen en kwaliteitseisen voor haltes bij bus- en tramstations. Het betreft zowel kwalitatieve als kwantitatieve eisen. Tevens is in samenwerking met de Stadsregio Amsterdam een webtool ontwikkeld om het bestaande aanbod van efficiënt en eenduidig te kunnen inventariseren. De stadsregio heeft daarnaast opdracht gegeven om te onderzoeken in hoeverre de voorzieningen bij de haltes van de R-net aan de eisen voldoen. De publicatie, de inventarisatietool en het onderzoek in Amsterdam worden medio maart 2012 gepresenteerd.
1.7
Analyse van de ontwikkelingen in het fietsgebruik in de afgelopen decennia Het Mobiliteitsonderzoek Nederland (RWS, CBS) bestaat inmiddels 10 jaar. Hoewel er de nodig problemen zijn met kwaliteit en continuïteit, biedt dit databestand veel mogelijkheden Jaarverslag Fietsberaad 2011
11
om de ontwikkelingen in het fietsgebruik te analyseren. In dit onderzoek worden deze mogelijkheden benut. Vragen die aan de orde komen zijn: is het inderdaad zo dat de jeugd van tegenwoordig minder fietst? Is de ontwikkeling van het fietsgebruik in de grote steden anders dan op het platteland? Neemt het fietsgebruik in gemeenten met een goede Fietsbalanscore sterker toe? Hoe kunnen decentrale overheden zelf obv MON-cijfers analyseren waar potentie voor meer fietsgebruik is en welke beleidsmaatregelen passen daarbij? Dit project is gestart in november 2011 dankzij onderzoeksmiddelen van het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Halverwege 2012 worden de resultaten verwacht.
1.8
Kansen en bedreigingen van de elektrische fiets De verkoop van elektrische fietsen laat de afgelopen jaren een sterke groei zien. Veel beleidsmakers hebben dan ook hoge verwachtingen van de bijdrage die de e-fiets kan leveren aan de oplossing van bereikbaarheidsproblemen. Zijn die verwachtingen terecht? En hoe zit het met de veiligheid? Helaas zijn deze vragen niet goed te beantwoorden. Er ontbreken simpelweg representatieve cijfer over het gebruik en de veiligheid van de eletrische fiets. Dit is voor het Fietsberaad aanleiding om in samenwerking met het ministerie van Infrastructuur en Milieu het project ‘Feiten elektrische fiets’ op te starten. Het doel van dit project is tweeledig. Enerzijds heeft het project een inventariserend karakter, waarbij de nadruk ligt op het verzamelen en analyseren van cijfers over het gebruik en de veiligheid van de elektrische fiets. Anderzijds willen we een zo goed mogelijk beeld krijgen van die elektrische fiets, zodat overheden hun beleid hierop kunnen afstemmen (bijvoorbeeld stimuleren gebruik elektrische fiets en inrichting van fietspaden en stallingen). Dit project is gestart in november 2011 dankzij onderzoeksmiddelen van het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Halverwege 2012 worden de resultaten verwacht.
Jaarverslag Fietsberaad 2011
12