Jaarverslag 2013
“De sprong naar een ‘andere’ omgeving”
Datum Versie
21-03-2014 concept jaarverslag 2013 inclusief jaarrekening versie concept 0.7.doc
Inhoudsopgave Inhoudsopgave ........................................................................................................................ - 2 Voorwoord................................................................................................................................ - 3 Leeswijzer ................................................................................................................................ - 5 Hoofdstuk 1 – Programma’s ................................................................................................... - 6 Programma 1 Heffing en inning van belastingen.............................................................. - 6 Hoofdstuk 2 ............................................................................................................................. - 7 De paragrafen .......................................................................................................................... - 7 Paragraaf 1 Ontwikkelingen in het vorige begrotingsjaar ............................................. - 8 Paragraaf 3 Incidentele baten en lasten ........................................................................... - 8 Paragraaf 5 Onttrekkingen aan bestemmingsreserves en voorzieningen ................... - 8 Paragraaf 6 Waterschaps- en gemeentebelastingen ....................................................... - 8 Paragraaf 7 Weerstandsvermogen ..................................................................................... - 9 Paragraaf 8 Financiering ..................................................................................................... - 9 Paragraaf 9 Verbonden partijen ....................................................................................... - 10 Paragraaf 10 Bedrijfsvoering ............................................................................................. - 10 Paragraaf 11 EMU saldo ..................................................................................................... - 18 Paragraaf 12 Topinkomens ............................................................................................... - 18 Hoofdstuk 3 - Belastingopbrengsten 2013 .........................................................................- 19 Waterschapsbelastingen......................................................................................................... - 19 Gemeentebelastingen ............................................................................................................. - 20 4.1 De balans ........................................................................................................................... - 21 4.1.1 Algemeen ....................................................................................................................... - 21 4.1.2 Toelichting op de activa ............................................................................................... - 22 4.1.3 Toelichting op de passiva ............................................................................................ - 24 4.1.4 Niet uit de balans blijkende verplichtingen .............................................................. - 26 4.2 De exploitatierekening .................................................................................................... - 27 4.2.1 De exploitatierekening in het kort ............................................................................. - 27 4.2.2 De exploitatierekening naar kosten- en opbrengstsoorten .................................... - 28 4.2.3 De exploitatierekening naar kostendragers.............................................................. - 32 4.2.4 Exploitatierekening naar programma’s ..................................................................... - 33 Hoofdstuk 5 – Besluit tot vaststelling van de jaarrekening ................................................- 34 Hoofdstuk 6 – Controleverklaring ........................................................................................- 35 Bijlagen ...................................................................................................................................- 36 A INK prestatie-indicatoren................................................................................................... - 37 A. Prestatie-indicatoren .......................................................................................................... - 37 B. Operationele afspraken...................................................................................................... - 37 C Staat van vaste activa ......................................................................................................... - 40 D Staat van personeelslasten ............................................................................................... - 41 -
-2-
Voorwoord Hierbij treft u de jaarverslaggeving (inclusief jaarrekening) 2013 van de Gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus – Tricijn (GBLT) aan. Hierin legt het dagelijks bestuur aan het algemeen bestuur van GBLT verantwoording af over het in 2013 gevoerde beleid, de kosten van dat beleid en de door GBLT bereikte resultaten.
De jaarrekening 2013 sluit af met een resultaat voor resultaatbestemming van € 1.103.920 positief. Het bij de jaarrekening 2012 bestemde bedrag voor het project GBLT NeXt is niet volledig gebruikt en van het resultaat zal een bedrag van € 375.000 worden bestemd voor de nieuwe huisvesting per 1-1-2015 Het uiteindelijk resultaat dat met de deelnemers zal worden verrekend komt daardoor uit op een bedrag van € 872.920, waarvan een bedrag van € 131.000 zal worden verdeeld onder de drie gemeentelijke deelnemers, omdat dit voordeel volledig werd behaald op het WOZ proces. Het restant ad € 741.920 (generiek) wordt conform de vastgestelde verdeelsleutel verdeeld onder alle deelnemers. Aan de bij de jaarrekening 2012 gevormde bestemmingsreserve voor het project GBLT NeXt zal € 144.137 worden onttrokken. Het positieve resultaat is een gevolg van hogere invorderopbrengsten en gedeeltelijk veroorzaakt door lagere kosten dan begroot. Een analyse van de lasten en baten is in hoofdstuk 4.2.2 opgenomen.
In het verslagjaar heeft een aantal ontwikkelingen invloed gehad op de bedrijfsvoering van GBLT. De belangrijkste daarvan zijn hieronder kort beschreven. Gedurende het jaar zijn intensieve voorbereidingen getroffen om de samenwerking met de gemeente Zwolle per 1 januari 2014 mogelijk te maken. In 2013 is voor het eerst gewerkt binnen de nieuwe organisatiestructuur met de afdelingen Heffen, Innen en KCC, aangevuld met een Projectbureau. De nieuw aangestelde coördinatoren hebben samen met de managers de afdelingen opgebouwd en de processen ingericht. Dit proces zal in 2014 doorgaan. Ook zijn in het kader van het project GBLT NeXt de eerste stappen gezet in een proces van verandering van houding en gedrag, dat is begonnen bij de managers en daarna is doorgezet met de coördinatoren. Daarnaast zijn voorbereidingen getroffen om alle medewerkers hierin mee te nemen. Gedurende het jaar zijn activiteiten verricht om het mogelijk te maken alle aanslagen met ingang van 2014 te voorzien van een SEPA proof bankrekeningnummer. Ook “mijn loket” op de website van GBLT is SEPA proof gemaakt. Het jaar 2013 wordt door GBLT, net als dat in de vorige twee jaren het geval was, afgesloten met een positief financieel resultaat. Dit financieel resultaat is lager dan in 2012. Deze trend zal zich naar verwachting de komende jaren verder voortzetten. De oorzaak is het doorvoeren van besparingen en het strakker budgetteren bij het opstellen van de begroting. Ook daalt het begrote bedrag van de post onvoorzien. Zwolle, 12 maart 2014 Namens het dagelijks bestuur, De directeur,
De voorzitter,
B.S.C. Groeneveld
T.J. Boersma
-3-
Kerngegevens Deelnemende waterschappen
Groot Salland Reest en Wieden Regge en Dinkel Rijn en IJssel Vallei en Veluwe Velt en Vecht Zuiderzeeland
Deelnemende gemeenten
Dronten Leusden Nijkerk
Provincies
Drenthe Flevoland Gelderland Overijssel Utrecht
Grootte van het verzorgingsgebied
1,175 mln. hectare
Aantal gemeenten in het verzorgingsgebied
93
Aantal inwoners in het verzorgingsgebied
3,5 mln.
Aantal verzonden aanslagbiljetten
2,6 mln.
Aantal aanslagregels
5,4 mln.
Aantal verzonden aanmaningen
292.500
Aantal verzonden dwangbevelen
104.200
Totaal opgelegd aanslagbedrag
€ 525 mln.
Totaal aantal formatieplaatsen
156,5
-4-
Leeswijzer Het jaarverslag bestaat uit een drietal hoofdstukken en een vaststellingsbesluit. 1. Jaarverslag 2013 Het jaarverslag geeft een toelichting op de voortgang van de plannen die in de begroting 2013 werden gepresenteerd. In het jaarverslag is een aantal (verplichte) paragrafen opgenomen. 2. Jaarrekening 2013 De jaarrekening behandelt de financiële verantwoording van het in 2013 door GBLT gevoerde beleid. 3. Controleverklaring In het laatste hoofdstuk is de controleverklaring van de accountant opgenomen met daarin het oordeel dat de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de grootte en de samenstelling van de financiële positie per 31 december 2013 en de baten en lasten over 2013. In de controleverklaring geeft de accountant eveneens een oordeel over de financiële rechtmatigheid van GBLT. Vaststellingsbesluit Hierin is de datum van behandeling/vaststelling van het jaarverslag 2013 door het algemeen bestuur van GBLT opgenomen.
-5-
Hoofdstuk 1 – Programma’s Programma 1 Heffing en inning van belastingen Het GBLT kent één programma, de heffing en inning van belastingen en de uitvoering van de Wet WOZ voor lokale overheden. Het programma kent op hoofdlijnen de volgende activiteiten. • Waarderen • Heffing, inclusief het gegevensbeheer • Inning Waarderen Deze activiteit heeft betrekking op het uitvoeren van de Wet waardering onroerende zaken (WOZ) ten behoeve van deelnemende gemeenten en, indirect, voor de in het GBLT deelnemende waterschappen. De volgende werkzaamheden vallen hieronder: • verzamelen, registreren, bewerken en optimaliseren van basisgegevens ten behoeve van de uitvoering van de wet waardering onroerende zaken • bepalen van de WOZ-waarden Heffing, inclusief het gegevensbeheer Deze activiteit heeft betrekking op het verzamelen, registreren, bewerken en optimaliseren van basisgegevens ten behoeve van de belastingheffing en inning voor alle deelnemers in het GBLT. De volgende werkzaamheden worden daarvoor uitgevoerd: - verwerken van gegevens uit de Basisregistratie Kadaster (BRK) - verwerken van gegevens uit de Gemeentelijke basisadministratie van persoonsgegevens (GBA) - verwerken van mutatieleveringen uit andere bronnen - verwerken van waardeleveringen in het kader van de WOZ van nog niet aangesloten gemeenten Inning Deze activiteit heeft betrekking op alle werkzaamheden in het kader van de inning en de (dwang)invordering van belastinggelden. Tot dit procesonderdeel behoort de incasso, het voeren van een volledige en accurate administratie en het uitvoeren van dwanginvorderingswerkzaamheden. De volgende werkzaamheden vallen hieronder: • bewaken van de debiteurenadministratie • behandeling van verzoeken om kwijtschelding van belastingen • verzenden van aanmaningen en dwangbevelen indien aanslagen onbetaald blijven • het treffen van andere invorderingsmaatregelen • het beoordelen van oninbaarheid van aanslagen
-6-
Hoofdstuk 2 De paragrafen Naast het programma “heffing en invordering van belastingen” en de jaarrekening bestaat het jaarverslag uit een aantal verplichte paragrafen. Via de paragrafen kan het algemeen bestuur in de begroting uitgangspunten vaststellen ten aanzien van beheersmatige aspecten. Het gaat daarbij dan vooral om de beleidslijnen van het beheersproces waarbij sprake kan zijn van een grote financiële impact, een grote politieke betekenis of een aanzienlijk belang voor de realisatie van het programma. Doel van de paragrafen in de jaarverslaggeving is het bestuur een instrument te geven om de beleidskaders die in de begroting werden vastgesteld te kunnen controleren. Thema’s van de paragrafen: De volgende paragrafen moeten volgens de artikelen 4.30 van het Waterschapsbesluit verplicht in het jaarverslag worden opgenomen, tenzij het desbetreffende aspect bij de organisatie niet aan de orde is. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
Ontwikkelingen in het vorige begrotingsjaar Uitgangspunten en normen Incidentele baten en lasten Kostentoerekening Onttrekkingen aan overige bestemmingsreserves en voorzieningen Waterschapsbelastingen Weerstandsvermogen Financiering Verbonden partijen Bedrijfsvoering EMU saldo Topinkomens
De paragrafen 2 (uitgangspunten en normen) en 4 (kostentoerekening) zijn bij het opstellen van het jaarverslag niet aan de orde en worden dus niet opgenomen in het verslag.
-7-
Paragraaf 1
Ontwikkelingen in het vorige begrotingsjaar
Het gaat in deze paragraaf om internationale en nationale ontwikkelingen, beleidsvoornemens en actualiteiten die zich sinds het vaststellen van de begroting 2013 hebben voorgedaan. Daarnaast kunnen afwijkingen van de uitgangspunten en grondslagen zoals deze voor de begroting 2013 werden gehanteerd worden toegelicht. In 2013 is de wijziging voorbereid van de gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijk belastingkantoor Lococensus -Tricijn. De gemeenschappelijke regeling is formeel per 1 januari 2014 gewijzigd in verband met de toetreding van de gemeente Zwolle. Per 1 januari 2014 zijn de waterschappen Regge en Dinkel en Velt en Vecht samengegaan in het nieuwe waterschap Vechtstromen. Door deze fusie en de toetreding van de gemeente Zwolle wordt de gemeenschappelijke regeling vanaf 1 januari 2014 gevormd door 6 waterschappen en 4 gemeenten. In 2013 bestond gemeenschappelijke regeling nog uit 7 waterschappen en 3 gemeenten.
Paragraaf 3
Incidentele baten en lasten
Deze paragraaf bevat een overzicht van de baten en lasten die als eenmalig ten opzichte van voorgaande en komende begrotingsjaren moeten worden beschouwd. Rapportage vindt plaats indien deze baten en of lasten een bedrag van € 100.000 te boven gaan. Het overzicht kan de gebruiker(s) van het jaarverslag behulpzaam zijn bij het bepalen hoe het formele financiële evenwicht zich verhoudt tot het materiële evenwicht. Lastenzijde
V/N
bedragen in ¤
Batenzijde
Totaal
Programma 1 2.1 2.4 2.5 5.2
Salarissen huidig personeel en bestuurders Overige personeelslasten Personeel van derden Onvoorzien
V V N V
(283.342) (124.734) 424.101 (274.657)
Totaal programmarekening Totaal incidenteel
23.906.812 (258.632)
24.779.754 0
872.942 (258.632)
Regulier resultaat programmarekening
23.648.180
24.779.754
614.310
In het exploitatie resultaat van € 872.942 zitten incidentele voor- en nadelen voor, per saldo, een bedrag van € 258.632 voordeel.
Paragraaf 5
Onttrekkingen aan bestemmingsreserves en voorzieningen
De voorzieningen zijn ten opzichte van de balanswaarde per 31 december 2012 met € 84.000 gestegen. Enerzijds is dit het gevolg van het eindigen een wachtgeldverplichting aan een vertrokken medewerker medio juni 2013, anderzijds door verhoging van de voorziening met een bedrag van € 100.000 in verband met het mogelijke risico dat is ontstaan door extra uitgaven die door de gemeente Zwolle zijn gedaan tijdens het toetredingstraject en mogelijk door GBLT moeten worden betaald. Het gaat hierbij om werkzaamheden die door de keuze binnen de stuurgroep van het project zijn gemaakt voor een ander taxatiepakket, dan waarmee door de gemeente Zwolle werd getaxeerd, dubbel moesten worden uitgevoerd. Dit betekende dat door medewerkers van de gemeente Zwolle werkzaamheden voor de gemeente moesten worden verricht, terwijl diezelfde werkzaamheden door medewerkers van de gemeente ook bij GBLT moesten worden verricht.
Paragraaf 6
Waterschaps- en gemeentebelastingen
Onder deze post wordt de door GBLT gerealiseerde opbrengst aan in rekening gebrachte invorderkosten verantwoord. Het invorderbeleid is er op gericht de opgelegde aanslagen zo snel mogelijk te innen en daar waar nodig de betalingsmoraal van belastingplichtigen te verbeteren.
-8-
Paragraaf 7
Weerstandsvermogen
GBLT kent geen reserves. De organisatie heeft daarom geen weerstandsvermogen. De deelnemers van de gemeenschappelijke regeling zijn op basis van gemaakte afspraken volledig aansprakelijk voor niet afgedekte risico’s. In de “risicoparagraaf” wordt ingegaan op mogelijke risico’s.
Paragraaf 8
Financiering
GBLT is in 2013 een gemeenschappelijke regeling van 7 waterschappen en 3 gemeenten. De organisatie voegt zich naar de diverse financiële bepalingen zoals deze zijn neergelegd in onder meer het Waterschapsbesluit en de regeling beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen (tezamen ook wel BBVW genoemd). Bij het, eventueel, aantrekken van vreemd vermogen houdt GBLT zich aan de financieringsvoorschriften zoals die zijn vastgesteld in de wet financiering decentrale overheden (wet Fido). De wet Fido heeft als doel het bevorderen van een solide financiering en kredietwaardigheid van de decentrale overheden. Daarvoor staan twee instrumenten ter beschikking: • de kasgeldlimiet ten behoeve van de beperking van het renterisico in geval van financiering met kort geld (< 1 jaar); • de renterisiconorm ten behoeve van de beperking van het renterisico in geval van financiering met lang geld (> 1 jaar). Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet geeft de grens aan tot welk bedrag lagere overheden hun activiteiten met kort geld mogen financieren. Voor gemeenschappelijke regelingen is de limiet bepaald op 8,2% van het begrotingstotaal bij aanvang van het jaar. Voor GBLT betekent dit, dat in 2013 de kasgeldlimiet € 2.026.958 (8,2% van € 24.719 mln.) bedraagt. GBLT had de juridische mogelijkheid dit bedrag te lenen in een zogenaamde “kortgeld constructie”. Van die mogelijkheid is geen gebruik gemaakt. Renterisiconorm Uitgangspunt voor het invoeren van de renterisiconorm is het streven naar een spreiding van de looptijden van langlopende leningen met als doel een beperking van renterisico’s. Het bedrag aan aflossingen en het leningbedrag, dat in aanmerking komt voor renteherziening mag in het betreffende jaar de renterisiconorm niet overschrijden. Voor gemeenschappelijke regelingen is de renterisiconorm bepaald op 20% van het begrotingstotaal per 1 januari van het begrotingsjaar met een minimum van € 2.500.000. Voor 2013 betekent dit dat de renterisiconorm voor GBLT € 4.943.800 bedraagt. In 2007 heeft rechtsvoorganger Lococensus, om de vaste activa te financieren, een bedrag geleend van € 2 mln. De lening is aflossingsvrij en kent een rentepercentage van 4,29. Aangezien GBLT geen andere leningen heeft, die in 2013 in aanmerking kwamen voor renteherziening, wordt voldaan aan de renterisiconorm. Liquiditeitspositie Met de deelnemers in de gemeenschappelijke regeling is overeengekomen dat voorafgaand aan ieder kalenderkwartaal, 25% van het begrote jaaraandeel van de jaarkosten wordt gestort. Dit is noodzakelijk om de externe kosten die aan het GBLT in rekening worden gebracht, tijdig te kunnen voldoen. Risicobeheer GBLT trekt alleen geld aan voor de uitvoeringstaak. Dit betekent dat alleen geld wordt aangetrokken voor activiteiten die door het bestuur zijn goedgekeurd. Er vindt geen uitzetting van gelden plaats en er wordt geen gebruik gemaakt van financiële instrumenten zoals, derivaten, opties en dergelijke. Het risicobeleid is erop gericht toekomstige risico’s inzichtelijk te maken, te beheersen, te verminderen of te spreiden. Voor wat betreft de externe toetsing van renterisico’s geldt dat het GBLT zal voldoen aan de wettelijke kasgeldlimiet en renterisiconorm. Wordt hiervan afgeweken dan zal dit met redenen onderbouwd worden gerapporteerd aan het bestuur.
-9-
Risicoparagraaf GBLT loopt bij het uitoefenen van taken financiële risico’s. Onder risico wordt hier bedoeld de kans dat een onverwachte en onzekere gebeurtenis plaatsvindt, waarbij gevolgen ontstaan waarvan de financiële omvang nog niet is vast te stellen. Hierbij valt te denken aan claims van derden, rechtsgedingen en onzekerheden in investeringen. Het doel van de risicoparagraaf is een overzicht te geven van de voorzienbare risico’s waarvoor geen voorzieningen zijn gevormd of die tot een afwaardering van de activa hebben geleid en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot het balanstotaal of de financiële positie. Het project “aansluiting gemeente Zwolle” is nog niet afgesloten. De verwachting is dat dit project medio februari 2014 (financieel) afgesloten wordt. Door gemaakte keuzes gedurende het project is gebleken dat de projectbegroting niet toereikend is. Hiervoor is een voorziening getroffen van € 100.000. Het aantal bezwaren tegen WOZ beschikkingen van zogenaamde ‘no cure no pay’-bureaus neemt fors toe. Werd in 2010 landelijk nog vier procent van alle bezwaren tegen de bepaling van de WOZ waarde door dat soort bureaus ingediend, in 2012 en 2013 is dat percentage opgelopen tot 20 procent. Deze bureaus ontlenen bureaus hun bestaansrecht aan de proceskostenvergoeding die moet worden betaald in bezwaar en beroepsprocedures. Het louter en alleen indienen van een bezwaarschrift levert hen alleen al € 243 (per 1 januari 2014) op. In het verslagjaar werd een bedrag van ongeveer € 50.000 uitbetaald voor de vergoeding van dergelijke proceskosten. Daarnaast loopt GBLT, op grond van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen, een beperkt risico bij het niet binnen de wettelijke termijnen nemen van besluiten. Indien door een belastingplichtige met succes een beroep op deze wet wordt gedaan kan de maximale te verbeuren dwangsom per geval oplopen tot een bedrag van € 1.260. In 2013 is 7 maal een beroep gedaan op deze regeling wat uiteindelijk tot een last heeft geleid van € 3.270. Verder worden geen financiële risico’s binnen de bedrijfsvoering van GBLT voorzien.
Paragraaf 9
Verbonden partijen
Het GBLT kent geen verbonden partijen zoals bedoeld in het waterschapsbesluit en het RBVW. Een verbonden partij is een privaat- dan wel publiekrechtelijke organisatie waarin de organisatie het GBLT een bestuurlijk en een financieel belang heeft. Van bestuurlijk belang is sprake als een bestuurslid of ambtenaar namens het GBLT zitting heeft in het bestuur van die verbonden partij of als namens het GBLT stemrecht wordt uitgeoefend door een bestuurslid of ambtenaar. Een financieel belang is aanwezig wanneer een ter beschikking gesteld bedrag niet verhaalbaar is bij faillissement, dan wel als financiële aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Voor het GBLT zijn de deelnemers in de gemeenschappelijke regeling geen verbonden partij, andersom is dat wel het geval.
Paragraaf 10
Bedrijfsvoering
In deze paragraaf wordt ingegaan op de wijze waarop het GBLT koers houdt en wordt geïnspireerd tot voortdurende verbetering. De bestaansredenen (missie) zijn gedefinieerd en daarop is een visie ontwikkeld die de unieke kracht van het GBLT schetst. De strategie die daarbij wordt gevolgd, is door het bestuur van het GBLT vastgesteld en met de deelnemers afgestemd. Directie en afdelingsmanagers (samen het managementteam) stemmen de interne organisatie hierop af en zijn duidelijk bij de uitvoering van de missie, de visie en de strategie betrokken. De missie, de visie en strategie zijn als volgt vastgesteld. Missie
Wij heffen en innen belastingen en geven uitvoering aan de wet WOZ voor lagere overheden, tegen zo laag mogelijke kosten.
Visie
GBLT: Toonaangevend in Belastingen. Toonaangevend betekent voor ons: • Richtinggevend, onderscheidend, origineel en wij tonen lef, trots en passie.
- 10 -
• • • • • Strategie
Wij hebben een goede prijs/kwaliteitverhouding in onze primaire taken, producten en diensten; Wij zijn continu op zoek zijn naar inhoudelijke verbetering en vernieuwing van (werk-) processen; Wij zijn klantgericht; Wij optimaliseren de schaalvoordelen van de organisatie door samenwerking met andere overheden; Wij zijn een lerende organisatie waarbij medewerkers kansen krijgen om zich te ontwikkelen in het kader van persoonlijke en organisatorische groei.
Onze hoofddoelstellingen en strategie zijn: 1. Onze processen zijn zodanig ingericht dat wij maximaal heffen, optimaal innen en de wet WOZ uitvoeren tegen minimale kosten (Operational Excellence). 2. De contacten met de burgers zijn daarbij betrouwbaar en respectvol. 3. Wij hebben samenwerkingsovereenkomsten met minimaal 8 gemeenten en/of met andere overheden/samenwerkingsverbanden, waarvan één 100.000+ gemeente.
INK als sturingsinstrument Een belangrijke wens van GBLT is dat de organisatie een platte vorm heeft en blijft houden. De organisatie is transparant en de sturing op de bedrijfsprocessen vindt plaats via korte communicatielijnen. De organisatie is er één waar openheid, zeggen wat we doen en doen wat we zeggen belangrijke leidende beginselen zijn, in zowel de relatie met de opdrachtgevers, de belastingbetalers, als binnen de organisatie zelf. Voor het GBLT is er voor gekozen om de organisatie door middel van het INK managementmodel aan te sturen. Het INK managementmodel is een model dat organisaties de mogelijkheid biedt zogenaamde zelfevaluaties over het functioneren uit te voeren. In 2011 heeft de eerste INK positiebepaling plaatsgevonden. Naar aanleiding van deze positiebepaling werden plannen ontwikkeld die er op gericht waren de organisatie te verbeteren, te versterken. Dit manifesteerde zich onder meer in het project GBLT NeXt. Hierin is de filosofie opgenomen om elementen van “lean” in de processen in te bedden. In mei 2013 heeft opnieuw een positiebepaling plaatsgevonden. In het najaar van 2013 heeft dit geleid tot een veranderplan voor de periode 2013 – 2014 waarin ook de implementatie van de “lean” aspecten een rol speelt. Door het gebruik van het INK model te intensiveren en nadrukkelijk het ‘lean’ concept hierin mee te nemen is het mogelijk meer focus aan te brengen bij het verbeteren van de bedrijfsvoering van GBLT. Missie en visie verder concretiseren Om de missie en visie, zoals deze zijn vastgesteld, verder te concretiseren, zijn zogenaamde succesbepalende factoren (SBF’s) ontwikkeld. Deze zijn in de begroting 2014 opgenomen. In 2014 zal daarover periodiek worden gerapporteerd. Strategische groei In de strategie van onze organisatie lag besloten dat in 2015 de samenwerking op het gebied van belastingen is uitgebreid tot 8 andere (overheids)partners, waaronder één gemeente met meer dan 100.000 inwoners. Inmiddels maken 4 gemeenten, waaronder één met meer dan 100.000 inwoners onderdeel uit van GBLT. Directie en bestuur van GBLT hebben besloten in 2014 en 2015 meer focus te gaan aanbrengen op het optimaliseren van de bedrijfsprocessen. Dit betekent niet dat er geen gesprekken meer gevoerd worden met geïnteresseerde gemeenten, deze gaan gewoon door. Het uitgangspunt hierbij is het niet eerder aansluiten van deze gemeenten voor 1 januari 2016. In 2013 is door een aantal medewerkers in projectvorm gewerkt aan de aansluiting van de gemeente Zwolle per 1 januari 2014. Binnen het project zijn ondermeer vraagstukken uitgewerkt over de belastingsoorten die door GBLT namens de gemeente Zwolle gaan heffen en innen. Daarnaast zijn er procesafspraken gemaakt over informatie-uitwisseling en heeft binnen GBLT met inzet van medewerkers van de gemeente Zwolle de herwaardering van de ’Zwolse’ objecten plaatsgevonden. Tot slot zijn ook de medewerkers die van de gemeente Zwolle overkomen naar GBLT geplaatst en nu werkzaam binnen GBLT. Ultimo 2013 was het project nagenoeg afgerond. In het eerste kwartaal van 2014 zal het project gesloten worden. Organisatieontwikkeling: GBLT NeXt In 2013 is voor het eerst gewerkt binnen de nieuwe organisatiestructuur met de afdelingen Heffen, Innen en KCC, aangevuld met een Projectbureau.
- 11 -
De nieuw aangestelde coördinatoren hebben samen met de managers de afdelingen opgebouwd en de processen ingericht. Coördinatoren hebben extra ondersteuning en training gekregen op het gebied van bijvoorbeeld het voeren van functioneringsgesprekken en het omgaan met ziekteverzuim. Daarnaast zijn zij individueel gecoacht. Gesteld kan worden dat de nieuwe organisatie na een jaar op poten is gezet. In 2014 en de volgende jaren kan gewerkt gaan worden aan verdere optimalisatie om zo “operational excellence” te bereiken. Daarnaast zijn cyclische verbeterprocessen ingericht, wat heeft geleid tot het uitvoeren van vele kleine verbeteringen in het productieproces. Tevens zijn er diverse verbeteringen doorgevoerd door gebruikmaking van automatisering en digitalisering. Een van de belangrijke onderdelen in het door het algemeen bestuur op 9 juli 2012 vastgestelde GBLT-NeXt Veranderplan, namelijk het gespreid en gecombineerd heffen en innen, is projectmatig voorbereid en zal in 2014 worden uitgevoerd. Het proces van verandering van houding en gedrag, dat is begonnen bij het management en daarna is doorgezet met de coördinatoren is in het eind van 2013 verder uitgebreid. De voorbereidingen zijn getroffen om in 2014 de hele organisatie, vooral gericht op de dagelijkse praktijk, hierin mee te nemen. De integrale veranderagenda voor 2014-2015 is opgesteld; hieruit komen meerdere deelprojecten voort, waaronder Slim werken 2.15, opzetten GBLT-Academie, Optimaliseren sturingsinformatie, Digitaal werken en Informatiebeveiligingsbeleid. Ziekteverzuim In de eerste maanden van dit jaar kampte de organisatie met veel kortdurend ziekteverzuim. Door actieve sturing door het management, training van management en coördinatoren is dat in de tweede helft van 2013 is het ziekteverzuim gedaald naar 3,9% hetgeen een vermindering ten opzichte van het eerste half jaar betekent van 0,8%. In de rest van het jaar kampte de organisatie daarnaast met meer langdurig zieken. Het totale ziekteverzuimpercentage komt met 4,7% (op jaarbasis) 0,2% hoger uit dan de voor 2013 geldende norm van 4,5%. Kosten deelnemers De uitdaging voor GBLT bestaat uit het realiseren van maximale opbrengsten tegen zo laag mogelijke kosten. Voor een uitgebreide verantwoording betreffende de kosten en opbrengsten wordt u verwezen naar hoofdstuk 4.2.2. De kosten voor de deelnemers worden uitgedrukt in kosten per aanslag. Hiermee worden de kosten gekoppeld aan een productieve indicatie. Daarnaast worden de kosten in vergelijking met de belastingopbrengst uitgedrukt. Dit zijn de zogenaamde perceptiekosten. Ook hier vindt koppeling aan output plaats.
Waterschap Groot Salland Regge en Dinkel Reest en Wieden Rijn en IJssel Vallei en Veluwe Velt en Vecht Zuiderzeeland Totalen
Aandeel in euro's
Netto belastingopbrengst
Percentage perceptiekosten
Aantal aanslagen
Kosten per aanslag in euro's
1.752.024 2.820.531 1.108.349 3.010.099 5.546.971 978.061 2.054.455
61.383.683 79.066.144 44.571.431 71.121.139 119.393.249 35.160.724 69.761.466
2,85% 3,57% 2,49% 4,23% 4,65% 2,78% 2,94%
292.684 449.417 174.584 477.778 810.580 155.551 275.541
5,99 6,28 6,35 6,30 6,84 6,29 7,46
17.270.490
480.457.836
3,59%
2.636.135
6,55
De onderlinge verschillen in kosten per aanslag zijn het gevolg van toepassing van de diverse elementen in de verdeelsleutel en verschillen in aantallen aanslagen in relatie met de bijdrage. De indicator “kosten per aanslag” verliest aan waarde als met ingang van 2014 waar mogelijk zoveel mogelijk belastingsoorten worden gecombineerd op één aanslagbiljet. Wellicht wordt “de kosten per aanslagregel” een betere indicator.
- 12 -
De perceptiekosten voor waterschappen liggen landelijke gemiddeld op 5% (Waterschapspeil 2012) hieruit blijkt dat GBLT goed presteert.
Gemeente Dronten Leusden Nijkerk Totalen
Aandeel in euro's
Netto belastingopbrengst
Percentage perceptiekosten
Aantal aanslagen
Kosten per aanslag in euro's
647.856 492.036 734.698
16.561.405 9.565.840 13.526.860
3,91% 5,14% 5,43%
20.747 14.622 52.803
31,23 33,65 13,91
1.874.590
39.654.105
4,73%
88.172
21,26
De lage kosten per aanslag voor de gemeente Nijkerk zijn het gevolg van het vier maal per jaar verzenden van aanslagen Diftar.
- 13 -
Klantcontact In 2013 zijn volgende klantreacties ontvangen (daar waar mogelijk vergeleken met 2012).
kanaal
2013
mijn loket telefoon fysieke post bezoek website
109.494 371.512 105.629 312.297
totaal aantal reacties
898.932
2012
371.513 551.407 922.920
In de loop van 2012 is een vernieuwd digitaal loket in gebruik genomen en is de postverwerking verregaand gedigitaliseerd (digitale postkamer), hierdoor zijn over 2012 geen vergelijkbare gegevens beschikbaar. Onderstaande tabel geeft de ingediende bezwaarschriften en kwijtscheldingsverzoeken weer.
2013 kwijtscheldingsverzoeken via de (niet deelnemende) gemeenten rechtstreeks ingediende kwijtscheldingsverzoeken bezwaarschriften waterschapsbelastingen bezwaarschriften tegen de WOZ waarde bezwaarschriften tegen gemeentebelastingen totaal aantal reacties
2012
24.757 37.810 42.152 2.106 7.945
16.721 48.902 23.537
114.770
89.160
Hoewel in 2013 minder kwijtscheldingverzoeken zijn binnen gekomen dan in 2012, loopt het aantal verleende kwijtscheldingen op. Het lagere volume kwijtscheldingsverzoeken is het gevolg van het opvragen van kwijtscheldingsgegevens bij het Inlichtingenbureau en de samenwerking met de gemeenten Dronten, Leusden en Nijkerk. Inwoners van die gemeenten kunnen vanaf dit jaar volstaan met het doen van een verzoek bij GBLT. Alle binnen gekomen kwijtscheldingverzoeken zijn, voor zover zij compleet waren, afgehandeld. In 2013 zijn meer bezwaren tegen belastingaanslagen binnengekomen dan in 2012. Dit heeft onder meer te maken met onvolkomenheden in de werking van het belastingpakket Key2GH en de bezwaren tegen de belastingaanslagen van de gemeente Dronten, Leusden en Nijkerk. In verband met de grote aantallen en langdurige ziektegevallen op het Klantcontact centrum is niet gelukt om alle bezwaren binnen wettelijke termijnen af te handelen. Er moeten nog circa 3.400 bezwaarschriften worden verwerkt. Deze zullen met behulp van externe inzet voor eind maart 2014 afgehandeld zijn. De gemiddelde telefonische bereikbaarheid over heel 2013 was 66%. Dit is lager dan de norm van 95%. De belangrijkste oorzaak is een combinatie van klantreacties van fouten die door het nieuwe belastingpakket zijn ontstaan en te lage bezetting. In de loop van 2013 zijn maatregelen genomen om de bereikbaarheid te verbeteren en is naar aanleiding van een analyse van de klantcontacten een aantal verbeterpunten opgesteld om de kwantiteit te verlagen en de kwaliteit te verhogen: • Sturing op kwaliteit en op kwantiteit • Inzicht in aantallen, productiesnelheden, gestelde vragen • Monitoring van het aantal reacties per kanaal naar aanleiding van producties van aanslagen, aanmaningen, dwangbevelen, etc. • Wekelijkse afstemming van de opgestelde productieplanning • Kennisverspreiding bij het KCC door gerichte opleiding en training • Verbetercyclus ingericht met wekelijkse rapportages en verbeteracties • Digitaal loket gebruiksvriendelijk en met veel mogelijkheden (o.a.Ideal) • Opstellen van kengetallen ten aanzien van klantreacties en bezetting
- 14 -
Hieruit hebben wij geleerd dat een spreiding van de productie, het nauwkeurig vooruit plannen van deze productie en het wekelijks monitoren van de ontwikkelingen noodzakelijk zijn om de klantdienstverlening verder te verbeteren zodat de norm behaald gaat worden. Bovendien is een beter inzicht ontstaan in de werkelijk benodigde productieve uren en hoe de bezetting daarop is afgestemd. Onderstaande tabel geeft de binnengekomen klachten en de wijze van afhandeling weer. ongegrond
gegrond bejegening
waterschap Groot Salland Reest en Wieden Regge en Dinkel Rijn en IJssel Vallei en Veluwe Velt en Vecht Zuiderzeeland gemeente Dronten Leusden Nijkerk totaal
7 7 39 9 15 0 10
in behandeling
communicatie
1 3 3
3 6 8 3 13 2 5
1 2
1 1
89
10
40
totaal per deelnemer
overig
20 14 30 16 40 3 30
31 30 80 28 68 6 47
1
1 2 0
154
0
293
Er zijn geen klachten afgehandeld door de Nationale ombudsman. De bij GBLT binnengekomen klachten komen deels voort uit onvolkomenheden in de werking van het belastingpakket. Daarnaast zijn er klachten over de bereikbaarheid en de communicatie (bijvoorbeeld over het niet nakomen van terugbelafspraken) en niet tijdig afhandeling van verzoeken en vragen. Tot slot zijn er 80 klachten afgehandeld over niet toegekende kwijtscheldingsaanvragen. Er zijn 27 klachten over kwijtscheldingsverzoeken gegrond verklaard. Nieuwe naam Het algemeen bestuur heeft in het najaar van 2012 besloten om de naam “GBLT“ als nieuwe naam bij de burger te introduceren. In 2013 zijn daartoe voorbereidingen getroffen en per 1 januari 2014 treedt GBLT met de nieuwe naam naar buiten op. In 2013 zijn de voorbereidingen hiervoor getroffen. Zo zijn de website, het E-loket, het intranet en het drukwerk aangepast. Daarnaast is het hiervoor opgestelde communicatieplan uitgevoerd. ICT De belangrijke softwarepakketten, waaronder het belastingpakket, maken gebruik van Oracle databases. Hiervoor zijn licenties nodig. Tot 1 januari 2013 kon GBLT ‘meeliften’ op de overeenkomst die met Oracle, namens alle waterschappen, werd gesloten door het Waterschapshuis. Dit contract is echter per 1 januari 2013 geëindigd. Wel geldt nog een jaar service en onderhoud (dus tot 1 januari 2014). Omdat het nu verlopen contract tussen Oracle en het Waterschapshuis impliciet samenwerking met gemeenten uitsloot hebben wij in 2013 nieuwe licenties moeten aanschaffen. De te verwerken bedragen voor de Oracle-licenties worden geboekt in de generieke begrotingscomponent “overhead” van de kostenverdeelsleutel. Het gaat hierbij om kapitaalslasten en exploitatiekosten van structurele aard. De exploitatielasten bedragen € 110.000 en de kapitaalslasten € 184.000. De lasten voor 2013 zijn gedekt vanuit de begrotingspost onvoorzien en hebben een structureel karakter. Interne controle In 2013 zijn door GBLT voor de gemeenten Dronten, Nijkerk en Leusden gemeentelijke belastingen opgelegd waardoor er voor het eerst ook controles op gemeentelijke belastingen zijn uitgevoerd. In 2013 zijn de interne controlewerkzaamheden grotendeels volgens planning uitgevoerd. Hoewel sommige organisatiedelen nog moeite hebben de interne controlewerkzaamheden te zien als regulier onderdeel van hun werkproces, is duidelijk een positieve ontwikkeling op dit gebied zichtbaar. Zo worden de uitgevoerde controles meer en meer zichtbaar vastgelegd en zijn de interne controlemaatregelen binnen de salarisadministratie sterker in het reguliere werkproces verankerd.
- 15 -
De belangrijkste bevinding over 2013 is dat een aantal verzoeken om kwijtschelding, die werden uitbesteed aan een externe partij, niet op de juiste wijze werden getoetst en berekend. Verplicht schatkistbankieren Eind 2013 is de Wet houdbare overheidsfinanciën in werking getreden. Deze wet voorziet in een wettelijk instrument voor het bereiken en vasthouden van houdbare overheidsfinanciën. Onderdeel van de wet vormt het verplicht schatkistbankieren, waarbij de saldi van de bankrekeningen van lagere overheden, onder bepaalde voorwaarden, verplicht aan de schatkist moeten worden gestort. Met de deelnemers zijn, in de Dienstverleningsovereenkomst 2014 afspraken gemaakt om die verplichte afstorting tot een minimum te beperken. Belastingpakket Key2GH Medio 2010 is gestart met de implementatie van de Centric belastingapplicatie Key2GH. De oorspronkelijke planning was dat per 1 mei 2012 de applicatie in gebruik genomen zou worden. Om uiteenlopende redenen is dit verlaat waarna uiteindelijk eind september 2012 de applicatie voor het eerst in gebruik genomen werd. Daarna volgde nog het overzetten van de data van de nieuwe gemeentelijke deelnemers waarvoor de applicatie in oktober/november weer enige tijd buiten gebruik gesteld is. Vanaf de tweede helft van november kon GBLT de applicatie wederom in gebruik nemen Het implementatieproject is na een nazorgperiode operationeel per 1 maart 2013 afgesloten. Daarnaast is medio maart 2013 in de stuurgroep overeenstemming bereikt over het uitgevoerde meer- en minder werk en is er overeenstemming bereikt voor een compensatie voor de extra inzet die GBLT in het project heeft moeten doen. Door Centric is hiervoor een pakket aan diensten en producten beschikbaar gesteld. In 2014 zullen de kinderziektes binnen het pakket opgelost zijn. Invorderopbrengsten 2012 Vanwege de conversie naar de nieuwe belastingapplicatie heeft, zoals in het jaarverslag 2012 is gemeld, de invorderproductie vertraging opgelopen. In de jaarrekening 2012 is dit toegelicht en is een bedrag opgenomen van € 2.386.000 voor nog te realiseren opbrengsten invorderkosten in 2013. De onderverdeling van nog te realiseren opbrengsten invorderkosten voor 2012 en oudere jaren is in twee delen uit te splitsen: 1. nog op te leggen kosten voor invorderactiviteiten (ruim € 1 mln.); 2. al opgelegde maar nog te innen aanmaningskosten en dwangbevelkosten (ruim € 1,3 mln.); Nog op te leggen en te innen kosten 2012 Bij het opstellen van de jaarrekening 2012 is een inschatting gemaakt van nog te realiseren invorderopbrengst. In onderstaande tabel wordt de inschatting tegenover de realisatie weergegeven. bedrag ingeschat invorderopbrengst
2.380.107
bedrag gerealiseerd 1.788.538
Hieruit volgt dat nog € 591.569 moet worden gerealiseerd. Op basis van een (ouderdoms)analyse van de nog openstaande vorderingen wordt geconcludeerd dat een bedrag van € 798.652 wordt gerealiseerd door de inning van circa 18.900 hernieuwde bevelen die ten aanzien van de openstaande vorderingen worden uitgebracht. Invorderopbrengsten 2013 In de begroting voor 2013 is een bedrag opgenomen van € 4.603.151 als invorderingsopbrengsten. In totaal is in 2013 voor een bedrag van € 1.936.809 aan in rekening gebrachte kosten van dwanginvordering voor het heffingsjaar 2013 geïncasseerd. Op basis van een analyse van de nog openstaande vorderingen wordt ingeschat dat van de nog openstaande in rekening gebrachte invorderingskosten voor 2013 nog € 2.666.342 zou moeten worden gerealiseerd in 2014. Op basis van een ouderdomsanalyse wordt ingeschat dat daarvan nog € 1.531.237 daadwerkelijk wordt gerealiseerd.
- 16 -
Nog op te leggen kosten voor invorderactiviteiten Voor het heffingsjaar 2013 zijn, deels als gevolg van latere aanslagoplegging, niet alle geprognosticeerde aanmaningen en dwangbevelen verzonden. In de onderstaande tabel is aangegeven welke invorderdocumenten in 2014 voor het heffingsjaar 2013 nog worden verzonden en wat daarbij de te verwachten opbrengst is.
verwacht aantal aanmaning dwangbevel hernieuwd bevel
28.850 34.700 17.400 totaal
verwachte opbrengst 161.500 1.083.500 208.000 1.453.000
Samenvatting invorderopbrengsten 2013 Samenvattend kan worden geconcludeerd dat de voor 2013 begrote invorderopbrengsten zullen worden gerealiseerd.
verwacht aantal geincasseerd heffingsjaar 2013 opgelegd maar nog te innen heffingsjaar 2013 nog op te leggen en te innen heffingsjaar 2013
1.936.809 1.531.237 1.453.000
totaal
4.921.046
De invorderopbrengsten stijgen uit boven het begrote bedrag. Dit wordt veroorzaakt door een groter volume aan verzonden aanmaningen en dwangbevelen dan aanvankelijk werd ingeschat.
De overheidsvordering GBLT heeft in 2013 meegedaan aan de pilot overheidsvordering voor lokale overheden. Toepassing van dit invorderingsinstrument kreeg binnen de (regionale en lokale) politiek veel aandacht waardoor tot maximale zorgvuldigheid bij de uitvoering noodzakelijk was. In mei 2013 zijn ruim 80 vooraankondigingen verzonden naar belastingschuldigen met daarin de mededeling tot het voornemen van een overheidvordering. Naar aanleiding daarvan hebben ruim 30 belastingschuldigen contact opgenomen met GBLT om een betalingsregeling af te spreken. Uiteindelijk is bij ongeveer 50 belastingschuldigen de overheidsvordering daadwerkelijk uitgevoerd. Bij 20 van hen is de overheidsvordering daadwerkelijk geslaagd. In september 2013 is het dwanginvorderingsinstrument van de overheidsvordering onder de deelnemers van de lokale overheden geëvalueerd en aan het Ministerie van Financiën gerapporteerd. De belangrijkste conclusie uit de evaluatie zijn: Het percentage van succesvolle overheidsvordering lijkt zich te stabiliseren tussen 30% en 40%, gelijk aan de ervaringen bij de belastingdienst; Ten gevolge van de invoering van SEPA wordt geadviseerd om het middel overheidsvordering te beperken tot de Belastingdienst en deelnemers aan de pilot. Het Ministerie van Financiën heeft de conclusies en aanbevelingen uit het rapport overgenomen. Dit betekent, dat ook in 2014 het instrument overheidsvordering ingezet kan worden door GBLT. In verband met risico’s die gemoeid zijn met het invoeringstraject van SEPA heeft GBLT ervan afgezien om vanaf september 2013 het instrument overheidsvordering massaler in te zetten. Medio maart – april 2014 zullen grotere aantallen vorderingen worden aangeboden om verdere ervaring op te doen. Project onderzoek gespreid en gecombineerd aanslagen opleggen In het door het algemeen bestuur op 9 juli 2012 vastgestelde Veranderplan zijn enkele randvoorwaarden opgenomen waaraan de bedrijfsvoering moet voldoen om een volwaardige
- 17 -
transitie te maken naar een lean-organisatie en om de daarin gestelde (financiële) doelen te kunnen bereiken. Gespreide en gecombineerde aanslagoplegging was daarin als één van de randvoorwaarden opgenomen. Het onderzoek naar het gespreid en gecombineerd opleggen van aanslagen diende duidelijkheid te geven over en mogelijkheid tot een betere performance van zowel het proces “heffen” als het proces “klantcontact” en kan daarnaast ook invloed hebben op het proces invorderen. De veronderstelling hierbij was, dat er minder pieken zullen zijn in productie waardoor we eenvoudiger “in control” kunnen blijven en onze stakeholders een betere dienstverlening kunnen leveren (o.a. de telefonische bereikbaarheid zal verbeteren). Het onderzoek is afgerond en met ingang van 2014 zullen de aanslagen meer gespreid en, daar waar mogelijk, gecombineerd worden opgelegd. Overige ontwikkelingen GBLT blijft sterk in ontwikkeling. De 1. 2. 3.
belangrijkste ontwikkelingen die in 2013 hebben plaatsgevonden zijn: de uitvoering van het integratietraject van de belastingafdeling van de gemeente Zwolle. de outsourcing van ICT diensten. de start van de invoering van ”lean” in de organisatie door enerzijds structurele aandacht voor lean houding en gedrag en anderzijds een “lean” optimaliseringsslag op de werkprocessen (met o.a. de resultaten van het project “gespreid en gecombineerd opleggen en innen van aanslagen”, alsook die van diverse verbeteracties binnen het primair proces). 4. De implementatie van een nieuwe digitale postkamer en het uitbreiden van de mogelijkheden hierin om daarmee een kwaliteitslag te bewerkstelligen (meer post in 1 keer op de juiste plaats). 5. De ontwikkeling van een Document Management Systeem (DMS) ter ondersteuning van alle werkprocessen.
Paragraaf 11
EMU saldo
GBLT is niet gehouden is aan de EMU regels. De effecten van GBLT behoren tot uitdrukking te komen via de individuele bijdragen aan GBLT in de begrotingen van de zeven waterschappen en de drie gemeenten.
Paragraaf 12
Topinkomens
Het Waterschapsbesluit bepaalt dat in het jaarverslag een paragraaf moet worden opgenomen die informatie bevat over topinkomens, zoals bedoeld in de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT). De wet normering topinkomens verbiedt dat bestuurders in de (semi)publieke sector meer verdienen dan 130 procent van het ministersalaris. De WNT-norm voor 2013 is € 228.599. De WNT-norm is tot stand gekomen nadat er in de voorafgaande jaren een toenemende maatschappelijke verontwaardiging was ontstaan over de hoge salarissen (en ontslagvergoedingen) voor openbare bestuurders, vooral indien ook nog sprake was van slecht functionerende bestuurders. De WNT definieert het begrip topfunctionaris voor instellingen in de (semi)publieke sector als: 1. de leden van de hoogste uitvoerende en toezichthoudende organen; 2. de hoogste ondergeschikte of de leden van de groep hoogste ondergeschikten aan dat orgaan en; 3. degene of degenen belast met de dagelijkse leiding. De leden van het dagelijks bestuur en algemeen bestuur van GBLT ontvangen geen bezoldiging en geen onkostenvergoeding van GBLT. 2012
Directeur B.S.C. Groeneveld duur dienstverband beloning sociale verzekeringspremies belastbare vaste en variabele onkostenvergoeding
- 18 -
2013
gehele jaar gehele jaar 107.523 105.516 35.652 36.314 0 0
Hoofdstuk 3 - Belastingopbrengsten 2013 Waterschapsbelastingen In de hierna volgende tabel zijn de in het verslagjaar gegenereerde opbrengsten voor het belastingjaar 2013 voor de waterschapsdeelnemers weergegeven. Daarnaast wordt een prognose voor het resultaat aan het einde van het belastingjaar (eindstand) gegeven. bedragen in € x 1.000
Jaarrekening 2012
Begroting 2013 conform voorstel GBLT
Realisatie tot en met 31-dec-13
Stand incl. nog op te leggen (eindstand)
Verschil tussen eindstand en begroting
Eindstand in percentage t.o.v. kerncijfers
zuiveringsheffing woonruimten bedrijfsruimten totaal zuiveringsheffing
165.323 63.501 228.824
170.728 65.948 236.676
168.658 63.330 231.988
170.773 64.935 235.708
44 (1.013) (969)
100,0% 98,5% 99,6%
watersysteemheffing verontreinigingsheffing woonruimten verontreinigingsheffing bedrijfsruimten ingezetenen gebouwd ongebouwd ongebouwd natuurterreinen
632 390 71.381 127.018 33.245 1.177
640 472 76.589 132.113 35.394 1.248
598 366 75.683 131.178 34.612 1.225
633 502 76.282 130.983 34.996 1.248
(7) 30 (307) (1.130) (398) 0
98,9% 106,4% 99,6% 99,1% 98,9% 100,0%
totaal watersysteemheffing
233.843
246.456
243.662
244.644
(1.812)
99,3%
totale belastingopbrengst
462.667
483.132
475.651
480.351
(2.781)
99,4%
Het algemene beeld laat zien dat de per 31 december 2013 gerealiseerde belastingopbrengst bijna € 13 mln. hoger is dan de per 31 december 2012 gerealiseerde opbrengst over het belastingjaar 2012, maar ongeveer € 7,5 mln. lager dan de begrotingsvoorstellen van GBLT aan de waterschappen. Het aankomende jaar zullen nog aanslagen voor het belastingjaar 2013 worden opgelegd tot een bedrag van ongeveer € 4,7 mln. waardoor het verschil tussen de begrotingen (conform de voorstellen van GBLT) en de realisatie zal zijn gereduceerd tot een bedrag van bijna € 2,8 mln. De per waterschap optredende verschillen worden in aparte documenten toegelicht, door de accountant gecontroleerd en met de daarbij behorende controleverklaring aan het waterschap verstrekt.
Zuiveringsheffing woonruimten De positieve afwijking in de te verwachten eindstand ten opzichte van de begrotingen van de gezamenlijke waterschappen, zoals GBLT die heeft voorgesteld, met een bedrag van € 44.000 (0,03%) in de zuiveringsheffing voor woonruimten is gering. Zuiveringsheffing bedrijfsruimten De uiteindelijk te realiseren opbrengst voor het belastingjaar 2013 wijkt ongeveer € 1 mln. af van de door GBLT gegeven begrotingsadviezen. Dit wordt onder meer veroorzaakt doordat diverse grotere lozers (meetbedrijven) kritisch kijken naar zowel het productieproces als naar de afvalwaterstromen. Enerzijds tracht men door goodhousekeeping de afvalwaterstromen te reduceren, anderzijds wordt besloten het afvalwater zelf te gaan (voor)zuiveren. Deze ontwikkelingen hebben gevolgen voor de het op te leggen aanslagbedrag. Bij één waterschap ontstaat door het voorzuiveren door één bedrijf zelfs een inkomstenderving van ongeveer € 800.000. Ten tijde van het opstellen van het advies voor de begroting was dit nog niet bekend. Bij een ander waterschap hebben 2 bedrijven de activiteiten gestaakt waardoor voor een bedrag van ongeveer € 250.000 minder is opgelegd. Verontreinigingsheffing woonruimten en bedrijfsruimten De positieve afwijking in de te verwachten eindstand ten opzichte van de begrotingsvoorstellen van GBLT met een bedrag van € 23.000 (2%) in de verontreinigingsheffing voor woonruimten en bedrijfsruimten is gering. Watersysteemheffing ingezetenen De opbrengst watersysteemheffing ingezetenen wijkt 0,4% af van de begrotingsadviezen. Bij het adviseren ten aanzien van de ontwikkeling van de heffingseenheden werd de aanwas van het aantal ingezetenen in de zin van de Waterschapswet te optimistisch ingeschat.
- 19 -
Watersysteemheffing gebouwd, ongebouwd en natuurterreinen De opbrengst voor de watersysteemheffing gebouwd blijft ongeveer € 1,1 mln. achter bij de adviezen die voor het opstellen van de begrotingen aan de waterschappen werden afgegeven. Bij die adviezen werd GBLT breed uitgegaan van een waardedaling van 3,5%. De door de gemeenten opgeleverde WOZ waarden (waardepeildatum 1 januari 2012) laten, GBLT breed, echter een nog grotere daling (4,8%) zien. De watersysteemheffing ongebouwd wijkt € 398.000 af van de begrotingsadviezen. Dit wordt veroorzaakt doordat een toenemend aantal hectares niet in de aanslagoplegging wordt betrokken omdat de te belasten oppervlakte is meegetaxeerd in de waarde van de onroerende zaken. Voor de watersysteemheffing natuurterreinen wordt geen afwijking ten opzichte van de begrotingsadviezen verwacht.
Gemeentebelastingen In de hierna volgende tabel zijn de in het verslagjaar gegenereerde opbrengsten voor het belastingjaar 2013 voor de gemeentelijke deelnemers weergegeven. Daarnaast wordt een prognose voor het resultaat aan het einde van het belastingjaar (eindstand) gegeven. bedragen in € x 1.000
onroerendzaakbelasting eigenaar woningen eigenaar niet woningen gebruiker niet woningen totaal onroerendzaakbelasting
Begroting 2013
Realisatie tot en met 31-dec-13
Stand incl. nog op te leggen (eindstand)
Verschil tussen eindstand en begroting
Eindstand in percentage t.o.v. kerncijfers
12.798 5.387 3.464 21.649
12.645 5.558 3.635 21.838
12.715 5.530 3.655 21.900
(83) 143 191 251
99,4% 102,7% 105,5% 101,2%
6.646 8.520 679 1.199 191 8 28
6.642 8.442 668 685 165 17 0
6.659 8.679 676 1.199 191 17 28
13 159 (3) 0 0 9 0
100,2% 101,9% 99,6% 100,0% 100,0% 202,4% 100,0%
totaal overige belastingen
17.271
16.619
17.449
178
101,0%
totale belastingopbrengst
38.920
38.457
39.349
429
101,1%
Overige belastingen rioolheffing afvalstoffenheffing/reinigingsheffing hondenbelasting toeristenbelasting forensenbelasting parkeerbelastingen marktgelden
Onroerendzaakbelasting De aan het eind van het belastingjaar te verwachten opbrengst van de onroerendzaakbelasting komt € 251.000 (1,2%) hoger uit dan de begroting. Overige belastingen De overige belastingen komen, met uitzondering van de afvalstoffenheffing/reinigingsheffing, alle aan het eind van het belastingjaar nagenoeg uit op de door de gemeenten begrote bedragen. De verwachting voor de afvalstoffenheffing/reinigingsheffing aan het eind van het belastingjaar komt echter € 159.000 hoger uit dan de gezamenlijke begrotingen van de gemeenten. Dit wordt voor ongeveer 65% veroorzaakt door de hogere opbrengst Diftar (Nijkerk) dan begroot. De realisatie met betrekking tot de Diftar is per einde jaar circa € 642.000. In het eerste kwartaal van 2014 zullen nog aanslagen worden opgelegd voor een bedrag van circa € 205.000. Hierdoor komen de Diftar opbrengsten bijna € 100.000 hoger uit dan het begrote bedrag. De marktgelden (Dronten) zullen in het eerste kwartaal van 2014 aan betrokkenen in rekening worden gebracht.
- 20 -
Hoofdstuk 4 - Jaarrekening 2013 4.1 De balans De balans voor resultaatbestemming van GBLT per 31 december 2013 ziet er in vergelijking met de balans per 31 december 2012 als volgt uit. Activa 31-12-2013
Bedragen x ¤ 1.000
31-12-2012
Vaste activa immateriële vaste activa materiële vaste activa
1.752 456
1.979 663
Totale vaste activa
2.208
2.642
Vlottende activa uitzettingen met een looptijd korter dan een jaar overlopende activa liquide middelen
2.348 1.473 1.202
1.519 1.035 2.073
Totaal vlottende activa
5.023
4.627
Totaal activa
7.231
7.269
Passiva Bedragen x ¤ 1.000
31-12-2013
31-12-2012
Vaste passiva eigen vermogen bestemmingsreserve nog te bestemmen resultaat lopend boekjaar voorzieningen vaste schulden met looptijd van een jaar of langer
294 1.104 100 2.000
1.434 16 2.000
Totale vaste activa
3.498
3.450
Vlottende passiva netto-vlottende schulden met een looptijd korter dan een jaar overlopende passiva
2.702 1.031
1.750 2.069
Totaal vlottende passiva
3.733
3.819
Totaal passiva
7.231
7.269
4.1.1 Algemeen Op de jaarrekening is naast het gestelde in het Waterschapsbesluit de Regeling beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen (RBVW) van toepassing De baten en de lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Winst wordt genomen zodra deze is gerealiseerd, terwijl een verlies wordt verwerkt zodra dit bekend is. Voor zover niet anders is vermeld zijn de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden. Voor de investeringen en de nieuwe investeringen gelden de afschrijvingstermijnen zoals opgenomen in de “Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie Lococensus-Tricijn”.
- 21 -
Er vindt lineaire afschrijving plaats. Ook wordt als uitgangspunt gehanteerd dat pas na ingebruikname van de investering, de exploitatie wordt belast voor rente en afschrijving. Tijdens de realisatie van de investering worden geen (bouw)rente en/of eigen uren aan de investering toegerekend. Activering vindt plaats op het moment van ingebruikname. De volgende afschrijvingstermijnen worden gehanteerd, Gebouwen en verbouwingskosten Inventaris Hardware Infrastructuur Aanschaf- en implementatiekosten Key2GH Software, licenties e.d. Dienstauto's Onderzoek en ontwikkeling overige immateriële vaste activa, tenzij gemotiveerd wordt dat een andere periode passender is.
6 10 5 5 5 5 6 5 5
jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar
De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen historische kostprijs onder aftrek van afschrijvingen gebaseerd op de verwachte economische levensduur en duurzame waardeverminderingen. De uitzettingen en de overlopende activa zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. De liquide middelen betreffen direct opeisbare tegoeden. Alle posten opgenomen onder de passiva zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde.
4.1.2 Toelichting op de activa Immateriële vaste activa In de staat van vaste activa is een nadere specificatie opgenomen van de immateriële vaste activa, zoal software en licenties. De staat is als bijlage in deze jaarrekening opgenomen en bevat ook een overzicht van de investeringen in 2013. De immateriële activa worden alle gecategoriseerd onder de “overige immateriële vaste activa“. Het verloop van de immateriële vaste activa kan als volgt worden weergegeven: Bedragen x ¤ 1.000
Overige immateriele activa
Stand per 31 december 2012 Historische aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen
2.684 (705)
Boekwaarde
1.979
Mutaties 2013 Overgeboekt onderhanden werk Investeringen Desinvesteringen afschrijvingen
0 387 0 (614)
Saldo 2013
1.752
Stand per 31 december 2013 Historische aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen
3.071 (1.319)
Boekwaarde
1.752
- 22 -
Materiële vaste activa In de staat van vaste activa is tevens een nadere specificatie opgenomen van de materiële vaste activa, zoals bedrijfsgebouwen, vervoermiddelen en overige materiële vaste activa. Deze staat is als bijlage bij deze jaarrekening opgenomen. Het verloop van de materiële vaste activa kan als volgt worden weergegeven: Bedragen x ¤ 1.000
bedrijfsgebouwen
vervoermiddelen
overige materiële vaste activa
Totaal
Stand per 31 december 2012 Historische aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde
245 (204)
122 (88)
1.052 (464)
1.419 (756)
41
34
588
663
0 0 0 (41)
0 0 0 (19)
0 0 0 (147)
0 0 0 (207)
0
15
441
456
122 (107)
1.052 (611)
1.419 (963)
15
441
456
Mutaties 2013 Overboeking Onderhanden werk Investeringen Desinvesteringen afschrijvingen Saldo 2013 Stand per 31 december 2013 Historische aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen
245 (245)
Boekwaarde
0
Uitzettingen met een looptijd korter dan één jaar Hier zijn het debiteurensaldo per 31 december 2013 en de nog in 2014 voor het belastingjaar 2013 te gegeneerde maar nog te incasseren invorderopbrengsten weergegeven.
Bedragen x € 1.000
31-12-2013
31-12-2012
invorderopbrengsten Overige vorderingen
2.330 18
1.354 165
Totaal
2.348
1.519
Overlopende activa Het bedrag dat hier is opgenomen bestaat uit nagenoeg geheel uit de nog te realiseren invorderopbrengsten ad € 1.453.000. Het restant bestaat uit nog te ontvangen kadastraalrecht. De overige vorderingen betreffen leningen aan eigen personeel ten behoeve van het vooruitbetalen van de door hen gemaakte studiekosten. Liquide middelen Dit betreft de saldi op de bankrekeningen.
- 23 -
4.1.3 Toelichting op de passiva Eigen vermogen Het eigen vermogen op de balans bestaat uit het nog onder te bestemmen resultaat en de bestemmingsreserve. In onderstaand overzicht wordt het verloop van het te bestemmen resultaat weergegeven. bedragen in ¤ x 1.000
Stand per 31 december 2012 saldo nog te bestemmen resultaat aan het eind van het vorige begrotingsjaar
1.434
Mutaties 2013 interne vermeerderingen interne verminderingen toevoeging aan bestemmingsreserve voorstel voor de toevoeging/onttrekking via de resultaatbestemming
(1.140) (294) 1.104
Stand per 31 december 2013 saldo nog te bestemmen resultaat aan het einde van het begrotingsjaar
1.104
Bij het vaststellen van de jaarrekening 2012 is een bestemmingsreserve van € 294.000 gevormd voor het project GBLT NeXt, het verloop daarvan is in het volgende overzicht weergegeven. bedragen in ¤ x 1.000
Stand per 31 december 2012 saldo bestemmingsreserve aan het eind van het vorige begrotingsjaar
-
Mutaties 2013 interne vermeerderingen interne verminderingen
294
Stand per 31 december 2013 saldo bestemmingsreserve aan het einde van het begrotingsjaar
294
Voorzieningen De voorzieningen zijn ten opzichte van de balanswaarde per 31 december 2012 met € 84.000 gestegen. Enerzijds is dit het gevolg van het eindigen een wachtgeldverplichting aan een vertrokken medewerker medio juni 2013, anderzijds door verhoging van de voorziening met een bedrag van € 100.000 in verband met het mogelijke risico dat is ontstaan door extra uitgaven die door de gemeente Zwolle zijn gedaan tijdens het toetredingstraject en mogelijk door GBLT moeten worden betaald. Het gaat hierbij om werkzaamheden die door de keuze binnen de stuurgroep van het project zijn gemaakt voor een ander taxatiepakket, dan waarmee door de gemeente Zwolle werd getaxeerd, dubbel moesten worden uitgevoerd. Dit betekende dat door medewerkers van de gemeente Zwolle werkzaamheden voor de gemeente moesten worden verricht, terwijl diezelfde werkzaamheden door medewerkers van de gemeente ook bij GBLT moesten worden verricht.
- 24 -
De voorziening kent het volgende verloop. Bedragen in ¤ x 1.000
31-12-2012
Saldo aan het eind van het vorige begrotingsjaar
mutaties 2013
31-12-2013
16
vermeerderingen a.g.v. rentetoevoegingen overige interne vermeerderingen interne verminderingen externe verminderingen
100 (16)
saldo aan het einde van het begrotingsjaar
100
Vaste schulden met een looptijd van één jaar of langer Dit betreft een aflossingsvrije lening met een rentepercentage van 4,29 en een looptijd van 10 jaar afgesloten bij de Nederlandse Waterschapsbank. De rentelast over 2013 bedraagt € 85.800. Voor deze lening is geen zakelijke zekerheid gesteld. Netto vlottende schulden met een looptijd korter dan één jaar Hier zijn onder meer de bedragen opgenomen van de nog te betalen bedragen aan leveranciers, sociale premies en voorgeboekte invorderbrengsten. 31-12-2013
bedragen in ¤ x1.000
31-12-2012
vlottende schulden schulden aan leveranciers schulden i.v.m. te betalen belastingen en sociale premies overige kortlopende schulden
22 694 1.986
463 575 712
verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot uitbetaling komen
1.031
2.069
totaal
3.733
3.819
overlopende passiva
De overige kortlopende schulden bestaan uit: • het op geld gewaarde verlofsaldo per 31 december 2013 € 154.450 • nog te verwerken binnen gekomen belastinggelden 2013 € 1.750.307 • nog te betalen rente lening € 80.643 Er is een bedrag van circa 1 mln. opgenomen als voorboekingen. Dit bedrag is als volgt samengesteld: Personele kosten Inhuur personeel Druk- en bindwerk Onderhoud automatisering Gegevensverstrekking Porti- en vrachtkosten Bankkosten Kwijtschelding gemeenten 2013 Overig (facilitair, servicekosten etc.) totaal
95.531 231.523 138.000 102.310 30.365 35.653 40.000 96.000 262.025 1.031.407
- 25 -
4.1.4 Niet uit de balans blijkende verplichtingen Huurverplichtingen Het geheel aan verplichtingen als gevolg van de totale looptijd van de huurovereenkomsten voor beide locaties bedraagt op de balansdatum € 637.198. Beide huurcontracten lopen tot en met 31 december 2014. Leaseverplichtingen Het totaal aan verplichtingen over de totale looptijd van de leaseovereenkomsten is als volgt opgebouwd. bedragen in ¤ x 1.000
Kopieermachines Leaseauto 1 Leaseauto 1 Koffieautomaten
looptijd
3 4 3 5
jaar jaar jaar jaar
einddatum
1-1-2015 1-8-2014 1-1-2014 1-10-2016
totaal
- 26 -
jaarlijkse verplichting
Totale verplichting
16 6 9 3
6 4 2 7
34
19
4.2 De exploitatierekening 4.2.1 De exploitatierekening in het kort Op deze pagina treft u de financiële gegevens op hoofdlijnen aan. GBLT gaf in 2013 circa € 25 mln. uit. Het begrotingsbedrag wordt volledig gebruikt voor de heffing en de inning van belastinggelden en de ondersteuning van dat proces. De kosten worden voor een belangrijk deel gedragen door de deelnemers in de gemeenschappelijke regeling. Daarnaast bestaan de inkomsten van GBLT voor een bedrag van ongeveer € 4,6 mln. uit in rekening gebrachte (wettelijke) invorderkosten in verband met het (door de burger) niet tijdig betalen van belastingaanslagen. De jaarrekening sluit af met een voordelig resultaat van € 1.103.920. bedragen in € x1.000
jaarrekening 2012
begroting 2013
jaarrekening 2013
LASTEN 1 2 3 4 5
Rente en afschrijvingen Personeelslasten Goederen en diensten van derden Bijdragen aan derden Toevoegingen voorzieningen/onvoorzien
1.112 9.744 12.438 0 99
1.199 11.026 12.009 0 485
1.044 11.013 11.934 0 210
TOTAAL LASTEN BATEN 0 Resultaat voorgaand boekjaar 1 Financiële baten 2 Personeelsbaten 3 Goederen en diensten aan derden 4 Bijdragen van derden 5 Waterschaps- en gemeentebelastingen 6 Interne verrekeningen
23.394
24.719
24.201
0 25 31 19.657 100 5.014 0
0 90 0 20.018 0 4.611 0
0 31 3 20.117 16 5.137 0
TOTAAL BATEN
24.827
24.719
25.305
1.434
0
1.104
RESULTAAT
- 27 -
4.2.2 De exploitatierekening naar kosten- en opbrengstsoorten bedragen in € x1.000
jaarrekening 2012
begroting 2013
jaarrekening 2013
verschil tussen begroting en jaarrekening
LASTEN 1 Rente en afschrijvingen 1.1 Externe rentelasten 1.2 Interne rentelasten 1.3 Afschrijvingen van activa 1.4 Afschrijvingen van boekverliezen Totaal Rente en afschrijvingslasten
86 132 894 0 1.112
103 216 880 0 1.199
95 165 784 0 1.044
2 Personeelslasten 2.1 Salarissen huidig personeel en bestuurders 2.2 Sociale premies 2.3 Rechtstreekse uitkeringen huidig personeel en bestuur 2.4 Overige personeelslasten 2.5 Personeel van derden 2.6 Uitkeringen voormalig personeel en bestuurders Totaal Personeelslasten
6.506 1.564 0 384 1.291 0 9.744
7.680 1.807 0 582 957 0 11.026
7.396 1.885 0 350 1.381 0 11.013
283 (78) 0 232 (424) 0 14
58 554 96 489 32 0 20 13 1.731 9.446 12.438
30 757 11 491 32 0 24 13 1.012 9.640 12.009
32 618 8 504 20 0 7 15 1.004 9.727 11.934
(2) 139 3 (13) 11 0 17 (1) 8 (87) 75
0
0
0
99 99
485 485
210 210
23.394
24.719
24.201
0
0
1 Financiële baten 1.1 Externe rentebaten 1.2 Interne rentebaten Totaal financiele baten
25 0 25
90 0 90
31 0 31
2 Personeelsbaten 2.1 Baten in verband met salarissen en sociale lasten Totaal Personeels Baten
31 31
0 0
3 3
3 3
19.525 132 19.657
20.018 0 20.018
20.018 99 20.117
0 99 99
100 100
0 0
16 16
16 16
5.014 5.014
4.611 4.611
5.137 5.137
526 526
0 0 0
0 0 0
24.827
24.719
25.305
586
1.434
0
1.104
1.104
3 Goederen en diensten van derden 3.1 Duurzame gebruiksgoederen 3.2 Overige gebruiksgoederen en verbruiksgoederen 3.3 Energie 3.4 Huren en rechten 3.5 Leasebetalingen operational lease 3.6 Pachten en erfpachten 3.7 Verzekeringen 3.8 Belastingen 3.9 Onderhoud door derden 3.10 Overige diensten door derden Totaal Goederen en diensten derden 4 Bijdragen aan derden Totaal bijdragen aan derden 5 Toevoegingen voorzieningen/Onvoorzien 5.1 Toevoegingen aan voorzieningen 5.2 Onvoorzien Totaal Toev. Voorz./onvoorzien TOTAAL LASTEN BATEN 0 Resultaat voorgaand boekjaar
3 Goederen en diensten aan derden 3.6 Diensten voor derden Bijdragen Waterschappen 3.6 Diensten voor derden Totaal Goederen en diensten aan derden 4 Bijdragen van derden 4.1 bijdragen van overigen Totaal Bijdragen van derden 5 Waterschaps- en gemeentebelastingen 5.1 Invorderopbrengsten Totaal waterschaps- en gemeentebelastingen 6 Interne verrekeningen 6.1 Onttrekkingen aan voorzieningen 6.2 Geactiveerde lasten Totaal interne verrekeningen TOTAAL BATEN RESULTAAT
- 28 -
0
0 0 0
8 51 95 0 154
0
275 275 518
0
(59) 0 (59)
0 0 0
Hieronder worden de afwijkingen ten opzichte van de gewijzigde begroting weergegeven voor zover zij een bedrag van € 20.000 te boven gaan. De volgende afkortingen worden gebruikt: I/S = incidenteel/structureel en V/N = voordeel/nadeel Toelichting op de baten 1 Rente en afschrijving Omschrijving
1.2 Interne rentelasten Er is in 2013 minder rentevergoeding uitbetaald dan verwacht aan belastingplichtigen waarvan de aanslag werd verlaagd nadat deze was betaald. Op grond van de Invorderingswet 1990 ontstaat voor GBLT daardoor de verplichting de gederfde rente te aan hen te vergoeden 1.3 Afschrijvingen van activa De afschrijvingslasten zijn lager omdat, in de begroting 2013 werd uitgegaan van investeringen tot een bedrag van € 655.000. De investeringen die in 2013 hadden plaatsmoeten vinden zijn, onder meer door de geplande verhuizing naar de nieuwe locatie in Zwolle, doorgeschoven naar de jaren 2014 en 2015.
I/S
V/N
Bedrag in €
S
V
€ 51.375
I
V
€ 95.216
I/S
V/N
I
V
€ 283.342
I
N
€ 77.534
I
V
€ 231.931
I
N
€ 424.101
2 Personeelslasten Omschrijving
2.1 Salarissen huidig personeel en bestuurders Dit verschil wordt veroorzaakt door niet ingevulde formatieplaatsen. Dit tekort in de formatie is opgevangen door personeel op tijdelijke basis in te huren. 2.2 Sociale premies Nadat de begroting 2013 was vastgesteld zijn, ten gevolge van de achterblijvende dekkingsgraad van het ABP, de pensioenpremies (tijdelijk) verhoogd. 2.4 Overige personeelslasten Het verschil wordt voornamelijk veroorzaakt doordat van het begrote bedrag voor opleidingskosten ad € 299.522 slechts een bedrag van € 174.788 werd gebruikt. Ten aanzien van werving en selectie werd een bedrag van € 39.767 minder uitgegeven dan begroot. Ook op het gebied van catering werd 2013 afgesloten met een bedrag dat € 44.160 lager was dan begroot. 2.5 Personeel van derden Door het niet invullen van de toegestane formatieruimte, is er in 2013 veelal gebruik gemaakt van extern personeel waardoor de begroting werd overschreden, dit is grotendeels gedekt vanuit het overschot uit de begrotingspost salarissen huidig personeel en bestuurders.
- 29 -
Bedrag in €
3 Goederen en diensten van derden Omschrijving
3.2 Overige gebruiksgoederen en verbruiksgoederen Het voordeel ontstaat voor het grootste deel door besparingen op het druk- en bindwerk (€ 83.847) en kantoorartikelen (€ 28.078). Dit laatste voordeel ontstaat doordat de medewerkers van GBLT meer en meer digitaal werken. 3.10 Overige diensten door derden Ten opzichte van de begroting 2013 is het verschil ( 0,9%) relatief gering en wordt onder meer veroorzaakt doordat een bedrag van € 144.137 werd uitgegeven voor het project GBLT NeXt dat niet in de begroting 2013 was opgenomen. Voorgesteld zal worden dit bedrag aan de bij de jaarrekening 2012 gevormde bestemmingsreserve te onttrekken.
I/S
V/N
Bedrag in €
S
V
€ 139.433
S/I
N
€ 87.673
I/S
V/N
S/I
N
I/S
V/N
S
N
I/S
V/N
S
V
I/S
V/N
I
V
5 Toevoeging voorzieningen/onvoorzien Omschrijving
5.2 Onvoorzien Op onvoorzien zijn exploitatielasten voor het gebruik van Oracle licenties geboekt. Dit zijn licenties ten behoeve van de belangrijke softwarepakketten van GBLT, waaronder het belastingpakket. Verder is er in onvoorzien een post van € 100.000 geboekt ten behoeve van het mogelijke risico dat is ontstaan door extra uitgaven die door de gemeente Zwolle zijn gedaan tijdens het toetredingstraject en mogelijk door GBLT moeten worden betaald.
Bedrag in €
€ 274.657
Toelichting op de baten 1 Financiële baten Omschrijving
1.1 Externe baten De rentevergoeding op de saldi van eigen rekeningen was in 2013 laag. Hierdoor is er minder rente binnengekomen op de rekeningen van GBLT dan tijdens het opstellen van de begrotingscijfers werd aangenomen. Mede in verband met het verplichte schatkistbankieren met ingang van 2014 wordt ingeschat dat de lagere renteopbrengst een structureel karakter heeft. Omschrijving
5.1 Invorderopbrengsten Het positieve resultaat op invorderopbrengsten hebben voornamelijk een incidenteel karakter. Een bedrag van ruim € 207.000 heeft betrekking op voor 2012 extra geïnde invorderopbrengsten en voor het jaar 2013 zal nog extra aan invorderopbrengst ruim € 317.000 worden gerealiseerd.
Bedrag in €
€ 58.680
Bedrag in €
€ 526.034
Goederen en diensten aan derden Omschrijving
3.6 Diensten voor derden Het gehele voordeel wordt veroorzaakt door een onverwachte nabetaling ten aanzien van de compensatie kadastraal recht. Hier was in de begroting geen rekening meegehouden omdat de compensatieregeling eind 2012 was beëindigd.
- 30 -
Bedrag
€ 98.976
Resultaatbestemming De jaarrekening 2013 sluit af met een resultaat voor resultaatbestemming van € 1.103.920 positief. Van het resultaat zal een bedrag van € 375.000 worden bestemd voor te verwachten investeringen rondom de huisvesting per 1-1-2015. Het uiteindelijk resultaat dat met de deelnemers zal worden verrekend komt daardoor uit op een bedrag van € 872.920 waarvan een bedrag van € 131.000 zal worden verdeeld onder de drie gemeentelijke deelnemers, omdat dit voordeel volledig werd behaald op het WOZ proces. Het restant ad € 741.920 (generiek) wordt conform de vastgestelde verdeelsleutel verdeeld onder alle deelnemers. Aan de bestemmingsreserve,die bij de jaarrekening 2012 ten behoeve van het project GBLT NeXt werd gevormd, zal een bedrag van € 144.000 worden onttrokken.
- 31 -
4.2.3 De exploitatierekening naar kostendragers In de jaarrekening wordt de kostendrager geïnterpreteerd als de deelnemer welke de lasten van het GBLT voor haar rekening neemt. Het resultaat zoals weergegeven in de exploitatierekening naar kosten- en opbrengstsoorten (hoofdstuk 4.2.2), is na bestemming € 872.920, waardoor de door de deelnemers te betalen bijdrage daalt van € 20.018.000 naar € 19.145.080. De definitieve bijdrage van de deelnemers wordt volgens de vastgestelde verdeelsleutel, zoals hieronder weergegeven, berekend.
KOSTENCATEGORIE Specifiek
Specifiek
Heffingstechnologie
Kosten gegevens aanlevering
Specifiek
Specifiek
DIFTAR
WOZ afdeling
G1
G3
WOZ Objecten
aantal aanslagen
WOZ Objecten
G3
G1
G3
63.439
1.448.652
Generiek
GEBRUIKERS W2
W7
G 3 en W 7
VERDELINGSGRONDSLAG primair: aandeel WS-Gem obv aantal huishoudens 50 % en 50 % WOZ Waterschappen Gemeenten 2013: 96,89 % 2013: 3,11 % Waterzuivering 50% Watersysteem 50 % Aantal VE Bedrijven
obv doorberekening UVW obv VE's zowel bedrijfs als huish. (zowel verontreinigingsheffing als zuiveringsheffing)
Ingezetenen 45 % WOZ Objecten 35 % HA Ongeb. 18 % HA Natuur 2 %
DRAGERS W2
W7
891.128
5.071.656
W7
W7 11.670.205
Dit leidt tot de volgende uitkomst per deelnemer. bedragen in € terug te ontvangen bijdrage
betaalde voorschotten in 2013
bijdrage op basis van jaarrekening 2013
1.827.000 1.159.000 2.938.000 3.139.000 5.744.000 1.021.000 2.131.000
1.752.024 1.108.349 2.820.531 3.010.099 5.546.971 978.061 2.054.455
74.976 50.651 117.469 128.901 197.029 42.939 76.545
Dronten Leusden Nijkerk
713.000 541.000 805.000
647.856 492.036 734.698
65.144 48.964 70.302
Totalen
20.018.000
19.145.080
872.920
deelnemer Groot Salland Reest en Wieden Regge en Dinkel Rijn en IJssel Vallei en Veluwe Velt en Vecht Zuiderzeeland
De compensatieregeling die ten tijde van de toetreding van de gemeenten Dronten, Leusden en Nijkerk ten behoeve van het minimaal (structureel) voor de gemeente Dronten te realiseren besparingsvoordeel treedt niet in werking, omdat het besparingsvoordeel voor de gemeente Dronten inmiddels is gerealiseerd.
- 32 -
4.2.4 Exploitatierekening naar programma’s In dit hoofdstuk wordt normaliter de realisatie van de begroting naar programma’s opgenomen. De gerealiseerde doelstellingen worden dan per programma in beeld gebracht. Aangezien bij GBLT gegeven de aard van de uitgevoerde bedrijfsactiviteiten slechts sprake is van één programma, te weten belastingheffing en inning, is dit hoofdstuk niet verder ingevuld.
- 33 -
Hoofdstuk 5 – Besluit tot vaststelling van de jaarrekening Op grond van artikel 104 van de Waterschapswet is het jaarverslag 2013, met daarin opgenomen de jaarrekening 2013 op 9 april 2014 in openbare vergadering vastgesteld door het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijk belastingkantoor Lococensus-Tricijn. Het algemeen bestuur heeft daarnaast besloten om: • van het resultaat van € 1.103.920 een bedrag van € 375.000 te bestemmen voor te verwachten investeringen rondom de huisvesting per 1-1-2015; • een bedrag van € 131.000 te verdelen onder de drie gemeentelijke deelnemers, omdat dit voordeel volledig werd behaald op het WOZ proces; • het restant ad € 741.920 (generiek) wordt conform de vastgestelde verdeelsleutel verdeeld onder alle deelnemers; • uit de bestemmingsreserve van € 294.000 ten behoeve van het project GBLT NeXt een bedrag van € 144.000 te onttrekken.
Harderwijk,
Het algemeen bestuur, De directeur,
De voorzitter,
B.S.C. Groeneveld
T.J. Boersma
- 34 -
Hoofdstuk 6 – Controleverklaring
- 35 -
Bijlagen A INK prestatie-indicatoren B Prestatie-indicatoren en operationele afspraken deelnemers C Staat van activa D Staat van personeelslasten
- 36 -
A INK prestatie-indicatoren In de gemeenschappelijke regeling is de bestuurlijke verhouding tussen GBLT en de deelnemende waterschappen en gemeenten geregeld. In een dienstverleningsovereenkomst (DVO), afgesloten tussen GBLT de waterschappen en de gemeenten, is een nadere precisering gegeven van de aard van de werkzaamheden en de wijze waarop deze werkzaamheden worden uitgevoerd. De DVO bevat een lijst met prestatie-indicatoren en operationele afspraken die van belang zijn met het oog op (de kwaliteit van) de bedrijfsvoering. Over de in die lijst voorkomende indicatoren en afspraken en de daarbij behorende normen, wordt in de volgende twee tabellen gerapporteerd. De verantwoording is in de volgende kleuren vermeld.
G W
Gehaald Niet gehaald Nog lopend en op een later tijdstip te meten Gemeenten Waterschappen
A. Prestatie-indicatoren PRESTATIE-INDICATOREN ( PARAGRAAF 5.2 DVO) Prestatie-indicator Norm G/W G/W G/W G G/W W
G
Door de Nationale ombudsman gegrond verklaarde klachten over de handelingen van één van de bestuursorganen van GBLT. Verzoekschriften worden tijdig afgehandeld Bezwaarschriften tegen belastingaanslagen worden tijdig afgehandeld Bezwaarschriften tegen de vastgestelde WOZ waarde worden tijdig afgehandeld Er wordt gestreefd naar een zo snel mogelijke inning van de opgelegde aanslagen. Als het oninbaar geleden bedrag zich (t.o.v. het netto opgelegde bedrag) bevindt binnen de uitvoeringstolerantie behoeft geen analyse aan de waterschappen te worden verstrekt, tenzij het waterschap dit verzoekt. Als het totaal oninbaar geleden bedrag per gemeente zich (t.o.v. het totale netto opgelegde bedrag) bevindt binnen de uitvoeringstolerantie behoeft geen analyse aan de deelnemer te worden verstrekt, tenzij daarom wordt verzocht.
=0
< 8 weken < 6 weken
1 1
binnen het desbetreffende kalenderjaar
2
Het openstaand bedrag is 6 maanden na de laatste vervaldag is < 0,5% < 0,35%
3
Gemeente Dronten 0,3 % Gemeente Leusden 0,25 % Gemeente Nijkerk 0,25 %
Toelichting op de niet gehaalde/niet meer haalbaar geachte normen: 1. In verband met de grote aantallen en langdurige ziektegevallen op het Klantcontact centrum is niet gelukt om alle bezwaren binnen wettelijke termijnen af te handelen. Er moeten nog circa 3.400 (6,8%) van de ruim 50.000 ontvangen bezwaarschriften worden verwerkt. 2. Op circa 14% van de ingediende bezwaarschriften tegen de WOZ waarde is nog geen uitspraak gedaan. De verwachting is dat eind februari 2014 uitspraak zal zijn gedaan op alle bezwaarschriften. 3. Er is nog geen rapportage gereed die antwoord kan geven op de vraag welk percentage van het opgelegde bedrag langer dan 6 maanden na de laatste vervaldag open staat. De verwachting is dat een dergelijke rapportage in het eerste kwartaal van 2014 gereed is. B. Operationele afspraken OPERATIONELE AFSPRAKEN MET GBLT ( PARAGRAAF 5.3 DVO) Afspraak Norm G/W G/W G/W G
De ontwerpbegroting wordt tijdig aan de deelnemers verstrekt. De door het algemeen bestuur vastgestelde begroting wordt aan de deelnemers verstrekt. Een controleverklaring omtrent de gegenereerde belastingopbrengsten wordt tijdig aan de deelnemers verstrekt. Ten behoeve van de interne verwerking van resultaten door de deelnemers wordt een conceptjaarrekening voor accountantscontrole verstrekt.
- 37 -
< 1 mei < 1 juli < 1 april
< 1 maart na afloop van het verslagjaar
4
G/W W G G/W G/W G/W G G G G G W
De (concept)jaarrekening wordt, inclusief controleverklaring, aan de deelnemers verstrekt. De concept belastingverordeningen of wijzigingen daarop worden aan de deelnemers verstrekt. De voorstellen voor de belastingverordeningen of wijzigingen daarop worden aan de deelnemers verstrekt. De financiële rapportage wordt tijdig aan de deelnemers verstrekt De voortgangsrapportage, inclusief de kerncijfers, wordt tijdig aan de deelnemers verstrekt De ontvangen belastinggelden worden tijdig aan de deelnemers doorbetaald. De vastgestelde WOZ beschikking worden tijdig verzonden De jaarproductie aanslagen onroerendzaakbelastingen wordt tijdig verzonden. De jaarproductie aanslagen rioolheffing wordt tijdig verzonden. De jaarproductie aanslagen reinigingsrecht/afvalstoffenheffing wordt tijdig verzonden. De jaarproductie aanslagen hondenbelasting wordt tijdig verzonden De jaarproductie aanslagen
< 1 mei < 1 september < 15 september voorafgaand aan het belastingjaar < 10 werkdagen na afloop van de rapportagemaand < 10 werkdagen na afloop van de rapportageperiode wekelijks
5
< 28 februari < 28 februari < 28 februari < 28 februari < 28 februari gefaseerd < 1 maart
zuiveringsheffing/verontreinigingsheffing woonruimten en watersysteemheffing ingezetenen
G W W W G
worden tijdig verzonden. Diftar De door de deelnemers benodigde gegevens met betrekking tot grensoverschrijdend afvalwater (T-2) worden tijdig geleverd. De jaarproductie forfaitaire aanslagen zuiveringsheffing/verontreinigingsheffing bedrijfsruimten worden tijdig verzonden. De jaarproductie voorlopige aanslagen zuiveringsheffing/verontreinigingsheffing bedrijfsruimten worden tijdig verzonden. De jaarproductie aanslagen forensenbelasting wordt tijdig verzonden
G
De jaarproductie aanslagen toeristenbelasting wordt tijdig verzonden
W
De jaarproductie aanslagen watersysteemheffing gebouwd/ongebouwd worden tijdig verzonden. Advisering over de hoogte van de vervuilingswaarde voor definitieve aanslagen voor meetbedrijven.
W W
W/G W W
De definitieve aanslagen zuiveringsheffing/verontreinigingheffing voor bedrijfsruimten (jaar t-1) worden tijdig opgelegd De deelnemers leveren hun vastgestelde begroting digitaal aan. De deelnemers melden wijzigingen in hun kwijtscheldingsbeleid. Jaarlijks wordt een overleg met de deelnemers over de te volgen communicatiestrategie voor het komende jaar georganiseerd. Het GBLT is zowel telefonisch als via de website bereikbaar voor de belastingplichtigen. GBLT overlegt met de deelnemers over de ontwikkelingen met betrekking tot de heffingseenheden
- 38 -
< 1ste maand na afloop kwartaal < 1 april
gefaseerd < 1 april
gefaseerd < 1 april
< 31 mei Voorlopige aanslagen lopend jaar en definitieve aanslagen voorgaand jaar < 31 mei Voorlopige aanslagen lopend jaar en definitieve aanslagen voorgaand jaar De aanslagen worden (gefaseerd) in de maanden maart t/m juni opgelegd. Binnen 6 weken na de adviesaanvraag wordt het advies aan GBLT verstrekt.
6
Aantal definitief gemaakte VA < 31 december (T+1) 98%
10
< 1 januari voorafgaand aan het begrotingsjaar < 1 december voorafgaand aan het belastingjaar. < 1 oktober
11
1.
12
telefonische bereikbaarheid op werkdagen van 09.00 uur tot 17.00 uur; 2. de website is 24 uur per dag bereikbaar. 2x per jaar < 1 april voorafgaand aan het begrotingsjaar < 15 september voorafgaand aan het begrotingsjaar
7 8 9
Toelichting op de niet gehaalde/niet meer haalbaar geachte normen: 4. Het algemeen bestuur stelde de begroting op 10 juli 2013 vast. 5. De tweede voortgangsrapportage werd een maal een dag te laat, tweemaal twee dagen te laat en zes maal drie dagen te laat verzonden. De derde voortgangsrapportage werd een maal twee dagen te laat, drie maal drie dagen te laat en zes maal vier dagen te laat verzonden. 6. De voorlopige aanslagen zijn in de maand november verzonden. De definitieve aanslagen 2012 worden in het eerste kwartaal 2014 verzonden. Dit werd veroorzaakt door onjuiste werking van het belastingpakket. 7. De aanslagen zijn in de maand september verzonden. De vertraging werd veroorzaakt door onjuiste werking van het belastingpakket. 8. De aanslagen zijn gefaseerd tot en met de maand september opgelegd. Hiervoor is in overleg met het Algemeen Bestuur gekozen omdat door de verdere spreiding van oplegging van de aanslagen de (telefonische) bereikbaarheid kon worden verbeterd. 9. De adviesaanvragen worden niet binnen 6 weken na aanbieding aan de waterschappen terug ontvangen, wij zullen hierover in gesprek gaan met de waterschappen en afspraken maken zodat in 2014 GBLT de informatie tijdig ontvangt. 10. Per 31 december is 70% van de voorlopige aanslagen definitief opgelegd. De overige 30% van de voorlopige aanslagen zijn nog niet opgelegd. Dit werd eveneens veroorzaakt door onjuiste werking van het belastingpakket. 11. Van twee deelnemers werd de begroting (digitaal) ontvangen. In de Dienstverleningsovereenkomst 2014 is deze afspraak vervallen en in plaats daarvan een afspraak opgenomen over de aanlevering van de heffingseenheden en de daarmee corresponderende bedragen. 12. In verband met stroomuitval en storingen is de website is 5 maal niet 24 uur per dag bereikbaar geweest. Ook de telefonische bereikbaarheid van 09.00 uur tot 17.00 uur is een aantal malen daardoor niet mogelijk geweest. De oorzaak bleek gelegen in een ondeugdelijke hoofdschakelaar van het pand in Zwolle. Deze hoofdschakelaar is inmiddels door de pandeigenaar vervangen.
- 39 -
C Staat van vaste activa
Omschrijving
Afschrijvingsduur in jaren
Jaar van investering of activering
Historisch investeringbedrag
Afschrijvingen voorgaande jaren
Balans per 31-12-2012
Investeringen 2013
Afwaarderingen wegens duurzame waardeverminderingen 2013
Afschrijvingen 2013
Balans per 31-12-2013
51.066
Immateriële vaste activa Procesoptimalisatie bedr.proc. 2010 vestiging Zwolle
5
2009/2010
255.352
153.220
102.132
51.066
Project Uitwijk en backup ICT Zwolle
5
2010
196.237
78.505
117.732
39.244
78.488
Exact financiele administratie
5
2011
37.086
14.844
22.242
7.414
14.828
Decos
5
2011
96.643
38.677
57.966
19.322
38.644
Project Frontoffice
5
2012
181.389
36.278
145.111
36.278
108.833
Project nieuwe belastingapplicatie
5
2012/2013
1.917.713
383.543
1.534.170
202.366
424.016
1.312.520
Oracle Licentie's
5
2013
184.517
36.903
147.614
6
2008
245.481
204.567
Dienstauto's Zwolle/Harderwijk
6
2008/2010
107.293
Dienstauto Zwolle/Harderwijk
6
2012
14.490
Materiële vaste activa Bedrijfsgebouwen Verbouwing incl. inrichting Westeinde Harderwijk
40.914
40.914
-
87.698
19.595
16.978
2.617
201
14.289
2.415
11.874 105.673
Vervoersmiddelen
Overige materiële vaste activa Kantoormeubilair vestiging Zwolle
10
2007
352.242
211.346
140.896
35.223
Kantoorapparatuur/machines/audio vestiging Harderwijk
10
2008
223.746
111.873
111.873
22.375
89.498
Kantoormeubilair
10
2011
59.734
11.946
47.788
5.974
41.814
Telefooncentrale GBLT (2011)
5
2011
227.553
91.021
136.532
45.511
91.021
Citrix Hardware (2012)
5
2012
188.508
37.702
150.806
37.701
113.105
4.103.467
1.461.421
2.642.046
821.334
2.207.595
Totalen
- 40 -
386.883
-
D Staat van personeelslasten Organisatorische eenheid
Personele sterkte toegestane formatie in fte
Directie
Personeelslasten ( x € 1.000)
werkelijke bezetting in fte
salarissen eigen personeel 2013
sociale lasten overige eigen personeel personele lasten 2013 eigen personeel 2013
salarissen tijdelijk personeel 2013
totaal personeelslasten 2013
totaal begroting 2013
2,0
2,0
209
49
5
0
263
263
Bedrijfsbureau
27,1
25,0
1.234
315
131
444
2.124
2.336
Projectbureau
4,9
4,9
304
77
17
0
398
341
Heffen
39,2
38,7
1.903
479
49
131
2.562
2.421
WOZ
10,3
7,6
416
107
3
127
653
592
8,0
8,0
388
104
11
0
503
518
Innen
26,9
26,6
1.284
332
90
15
1.721
1.709
KCC
38,1
38,9
1.660
422
75
664
2.821
2.782
156,50
151,68
7.398
1.885
780
1.381
11.045
10.962
Heffingstechnologie
Totaal
- 41 -