jaarverslag
2010
CHE overtuigend anders
Jaarverslag 2010 Christelijke Hogeschool Ede
2
| CHE overtuigend anders
Woord vooraf Het College van Bestuur blikt dankbaar terug op het jaar 2010. De CHE heeft uitstekende resultaten geboekt, zowel inhoudelijk als financieel, waarmee onze reputatie bevestigd is. De kwaliteit van het onderwijs werd opnieuw bekroond met twee uitstekende accreditaties en een zevende achtereenvolgende nummer één positie in de Keuzegids Hoger Onderwijs. Onze studenten zijn zeer tevreden: de CHE heeft van de multisectorale hogescholen de hoogste tevredenheid, namelijk 86 %, tegenover een branchegemiddelde van 66 %. Als één van de weinige hogescholen realiseerde de CHE een forse procentuele groei in de instroom, alsmede van het marktaandeel. Onze lectoraten hebben mooie onderzoeksresultaten gerealiseerd, ook in nauwe samenwerking met het beroepenveld. En de Transfer-omzet liet een forse groei zien, wat aangeeft dat de kennis die wij in huis hebben inhoudelijk en financieel gewaardeerd wordt. Voorts is het programma van eisen voor onze huisvestingstraject en werd een begin gemaakt met de voorlopig ontwerpfase. Ook zijn goede stappen gezet in de ontwikkeling van een kenniscampus rondom de Zandlaan, samen met de naburige onderwijs-instellingen, waarbij ook nieuwe studentenhuisvesting zal worden gerealiseerd. Het ICT-investeringsprogramma heeft tot verschillende mooie (deel)projectresultaten geleid. Tenslotte hebben we een mooi financieel resultaat geboekt, waardoor we een financieel gezonde hogeschool blijven. Dit alles kunnen wij alleen maar doen met goede ondersteuners. Ook die hebben mooie resultaten geboekt in 2010. Met name op het gebied van financiën, personeel en organisatie en planning en control zijn belangrijke verbeteringen doorgevoerd, welke ook zijn gewaardeerd door onze accountant. Al met al ben ik trots op onze medewerkers, die met hart en ziel hebben gewerkt om dit alles mogelijk te maken. Het is een eer en een genoegen om met elkaar aan de CHE verbonden te zijn. Maar, wat meer is, wij beleven ons beroep hier ook als roeping van Boven. Het is daarom onze bede dat de God van hemel en aarde het werk van onze handen zal zegenen. Kees Boele College van Bestuur
3
| CHE overtuigend anders
Inhoudsopgave Woord vooraf 3 Hoofdstuk 1 Strategie en Beleid 6 Inleiding 6 1.1 Organisatieprofiel 6 1.1.1 Missie en visie 7 1.1.2 Onderscheiding binnen hbo 7 1.1.3 Organisatiestructuur 7 1.1.4 Juridische structuur 8 1.2 Strategische Instellingsdoelen 8 1.3 Toekomstverwachtingen en continuïteitsrisico’s 11 1.3.1 Financiën 11 1.3.2 Strategie 11 1.3.3 Samenwerking 11 1.3.4 Instellingsaccreditatie 11 1.3.5 Groei 11 1.4 Governance 11 1.4.1 Raad van Toezicht 11 1.4.2 Medezeggenschap en studentenparticipatie 14 1.4.3 Klachtenafhandeling 15 1.5 Samenwerkingsverbanden op CHE-niveau 15 1.5.1 Strategische alliantie 15 1.5.2 Locale samenwerking met oog op kenniscampus 15 1.5.3 Internationale samenwerking 15 1.5.4 Nationale samenwerking 15 1.5.5 Samenwerking op academieniveau 16 Hoofdstuk 2 Onderwijs 20 2.1 Ontwikkelingen op academieniveau 20 2.1.1.Academie van Journalistiek & Communicatie 20 2.1.2. Academie Gezondheidszorg 20 2.1.3. Academie voor Theologie 20 2.1.4. Academie voor Mens & Organisatie 22 2.1.5. Sociale Studies 23 2.1.6. Academie voor Educatie 24 2.2 Uitbesteding onderwijsprogramma´s 24 2.2.1 Stages 24 2.2.2 Outsourcing en maatwerktrajecten 25 2.3 Onderwijskwaliteit 26 2.3.1 Externe onderzoeken 26 2.3.2 Kwaliteitszorg intern 27 2.3.3 Kwaliteitszorg extern 28 Hoofdstuk 3 Studenten 29 3.1 Werving en selectie 29 3.1.1 Studentenaantallen 29 3.1.2 Studentenaantallen per opleiding 30 3.1.3 Marktaandelen 31 3.1.4 Kerkelijke achtergrond 32 3.2 Studierendementen 33 3.3 Begeleiding van studenten 34 3.3.1 Vertrouwenspersoon 34 3.3.2 Decanaat 35 3.3.3 Pastoraat 35 3.3.4 Specifieke groepen 36 3.4 Aansluiting vooropleiding met hbo 37
4
| CHE overtuigend anders
Hoofdstuk 4 Personeel 38 4.1. Ontwikkelingen personeelsbeleid 2010 38 4.1.1 Resultaat & Ontwikkelgesprekscyclus (R&O) 38 4.1.2 Convenant leerkracht 38 4.1.3 Medewerkers tevredenheids onderzoek 38 4.1.4 Decentrale arbeidsvoorwaarenmiddelen 39 4.2 Formatieontwikkeling 39 4.2.1 Werving en selectie 40 4.3 ARBO en ziekteverzuim 41 4.3.1 Arbeidsomstandigheden 41 4.3.2 Verzuim 41 4.4 Professionalisering 42 4.5 Kerkelijke achtergrond 43 Hoofdstuk 5 Lectoraten 44 5.1. Algemeen 44 5.2. Lectoraat Docent en Talent, academie Educatie 44 5.3 Lectoraat Jeugd en Gezin, academie Sociale Studies 45 5.4 Lectoraat Verpleegkundige beroepsethiek, academie Gezondheidszorg 45 5.5 Lectoraat Religie in Media en Publieke Ruimte, academie Journalistiek & Communicatie 46 5.6 Lectoraat Gemeenteopbouw, academie Theologie 47 5.7 Lectoraat Sociale Innovatie, academie Mens & Organisatie 47 Hoofdstuk 6 Transfer 48 6.1 Transfer algemeen 48 6.2 Activiteiten per Academie 48 6.2.1. Transfer Educatie 48 6.2.2. Transfer Sociale Studies 48 6.2.3. Transfer Verpleegkunde 49 6.2.4. Transfer Journalistiek & Communicatie 49 6.2.5. Transfer Mens & Organisatie 49 6.2.6. Transfer Theologie 49 6.3 Kosten en baten totaal 49 6.4 Publieke middelen en private middelen 50 Hoofdstuk 7 Internationalisering 51 7.1 Beleid en ontwikkelingen 51 7.2 Internationale onderwijsprogramma´s 51 Hoofdstuk 8 Materiële Voorzieningen 52 8.1 Huisvesting & Beheer 52 8.2 Duurzaamheid 52 8.3 ICT 52 Hoofdstuk 9 Financiën 53 9.1 Exploitatierekening en balans in verkorte vorm 53 9.2 Vermogen en liquiditeit 55
5
| CHE overtuigend anders
Hoofdstuk 1 | Strategie en Beleid Inleiding 2010 was voor de CHE een spannend, intensief maar ook een mooi jaar. In het jaarverslag over 2009 werd al aangekondigd dat 2010 op een aantal punten een cruciaal jaar zou worden. Allereerst zou de beslissing vallen over een fusie met de Gereformeerde Hogeschool in Zwolle. Verder zouden de consequenties van de nieuwe bekostiging merkbaar worden in de financiën. Daarnaast speelden er processen van reorganisatie in academies en diensten. Nu, aan het einde gekomen van 2010, is duidelijk dat de fusie vooralsnog niet doorgaat. In goed overleg heeft de CHE besloten de fusieplannen ‘On hold’ te zetten. Daarbij wordt gerekend met een uitstel van twee jaar. Financieel staat de CHE er aan het einde van 2010 goed en gezond voor. Dat is verheugend, maar ook nodig. De effecten van de nieuwe bekostiging zijn merkbaar en werpen hun schaduwen vooruit. Vooral omdat onzeker is of opleidingen in de academie voor theologie niet zwaar getroffen zullen worden, wanneer een tweede studie niet langer bekostigd wordt. Los daarvan heeft het niet bekostigen van een tweede studie negatieve effecten voor de CHE. Daarbij komt dat het Kabinet voornemens is fors te bezuinigen op het hoger onderwijs. De omvang hiervan wordt steeds duidelijker. In 2010 is de CHE voor de zevende keer is uitgekozen als de beste hogeschool van Nederland. Dat doet goed, zeker in een tijd waar de kwaliteit in het HBO ter discussie staat. Het stimuleert ook om door te gaan met wat wij doen en de kwaliteit verder te ontwikkelen.
1.1 Organisatieprofiel De CHE heeft tien hbo-opleidingen, twee hbo Masters en zes lectoraten. Daarnaast verrichten we onder de naam CHE-Transfer commerciële activiteiten, zoals (post hbo) cursussen, trainingen, advies en onderzoek. Al deze activiteiten bij elkaar maken de CHE tot een kenniscentrum. De hogeschool gaat uit van de Stichting voor christelijk hoger beroepsonderwijs op gereformeerde grondslag te Ede. In 2010 hadden we meer dan 4.100 hbo-studenten en ongeveer 480 medewerkers. Kenmerkend voor de CHE zijn de drie kernwaarden die voortkomen uit onze visie op leren en onderwijs: relatie, inhoud en verantwoordelijkheid. Wij zien de mens als een schepsel dat niet zelfstandig bestaat, maar in relatie tot God, zijn medemensen en de materiële werkelijkheid. Concreet betekent deze visie dat studenten en medewerkers op elkaar betrokken zijn. Goede begeleiding en aanspreekbaarheid van docenten vormen de pijlers onder ons leerklimaat. Het begrip inhoud staat voor kwaliteit en visie. Vanuit een christelijke visie op het beroep onderwijs leveren wij een hoge kwaliteit. We leiden mensen op die verantwoordelijkheid willen en kunnen dragen in de pluriforme samenleving. De beroepen waarvoor de CHE opleidt, zijn belangrijk voor de wereld waarin wij leven. We leren de studenten hoe zij later een bijdrage kunnen leveren aan onze samenleving. Dat is ook conform onze plaats in de traditie van het gereformeerd protestantisme. Daarin heeft het geloof altijd ook publieke betekenis. 1.1.1 Missie en visie Wat is de CHE? De CHE is een hoger onderwijs- en kenniscentrum. Medewerkers en studenten vormen een leer- en werkgemeenschap die zich richt op: - Het ontwikkelen en verzorgen van hoogwaardig hoger beroepsonderwijs, waardoor studenten en cur sisten als persoon en als christen worden gevormd, toegerust en opgeleid tot (startende) professionals; - Het ontwikkelen, delen en toepassen van kennis, die zij op commerciële en niet-commerciële basis ter beschikking stelt aan de samenleving, die levensbeschouwelijk pluriform is. De CHE stelt zich bij haar activiteiten onder het gezag van de Bijbel, die zij erkent als het betrouwbare en geïnspireerde Woord van God, zoals verwoord in het gereformeerd belijden.
6
| CHE overtuigend anders
Wat zijn de kernwaarden van de CHE? De missie van de CHE laat zich uitdrukken in drie kernwoorden: relatie, inhoud en verantwoordelijkheid (RIV). Deze komen voort uit onze onderwijsvisie en geven invulling aan de volgende drie kernwaarden: - Relatie tot God en met elkaar; - Inhoudelijk christelijk en hoogwaardig onderwijs; - Verantwoordelijkheid naar de samenleving en (de bereidheid om) verantwoording af te leggen aan die samenleving en aan elkaar. Waar leidt de CHE voor op? Een afgestudeerde CHE-student heeft zich ontwikkeld tot een volwaardig startende professional. In zijn/haar opleiding stonden de kernwaarden van de CHE centraal. We streven ernaar dat: - de student zijn of haar professionaliteit weet te relateren aan zijn of haar relatie tot God en de naaste; - de student inhoudelijk gemotiveerd, deskundig, ´bij de tijd´ op zijn of haar vakgebied en internationaal georiënteerd is; - de student in staat is om beroepsmatig gedrag te verantwoorden vanuit een christelijke beroepsvisie, in genuanceerde en respectvolle omgang met andere overtuigingen en standpunten. Wat doen wij met onze kennis? De CHE profileert zich niet alleen als christelijk kenniscentrum, maar ook als kweekvijver voor kadervorming op hbo-niveau. Bij het aanbieden van onze kennis, onder andere door middel van contractactiviteiten, willen we inspringen op de actualiteit in het werkveld van onze onderwijsvelden. Hierbij blijft de CHE trouw aan de eigen missie. Geld is niet de eerste drijfveer, maar de wens om betekenisvol te zijn in de samenleving. Wat is de relevantie van onderzoek? Lectoren stimuleren het onderzoek binnen de academies. Oogmerk van dit onderzoek in onder meer dat het bijdraagt aan de kwaliteit van het onderwijs en innovatie in het werkveld. Met het oog hierop zoeken academies in toenemende mate samenwerkingsverbanden met het werkveld waarvoor opgeleid wordt. 1.1.2 Onderscheiding binnen hbo Onze missie is sterk verweven met de activiteiten van de CHE. We onderscheiden ons binnen het hbo met name door: - een duidelijk christelijke identiteit, die sterk doorwerkt in het beleid, de strategie, het onderwijs en de studentbegeleiding; - een hoog kwaliteitsniveau, dat onder meer blijkt uit een - zes keer op rij - nummer 1 positie in de Keuzegids Hoger Onderwijs; - een hoge contactintensiteit, gekoppeld aan beschikbaarheid en bereikbaarheid van docenten en ondersteuners; - het volgen van onderwijskundige visies zoals competentieleren, maar we kiezen hierbij voor langzaam toenemende keuzevrijheid voor de student naarmate het studietraject volgt; - een efficiënt kwaliteitszorgsysteem waarin de nadruk ligt op tevredenheid van stakeholders; - nadrukkelijk te streven naar samenwerking en partnerships met het werkveld ten einde onderwijs en praktijktheoretisch onderzoek af te stemmen op de beroepswerkelijkheid in het veld en daar op deze manier een eigen bijdrage aan te leveren; - het kiezen voor opleidingstrajecten waarin de vraag vanuit het beroepenveld een belangrijke rol speelt. Het beroep is leidend en kaderstellend voor keuzes die studenten kunnen maken; - relatief sobere faciliteiten, met als doel zoveel mogelijk middelen in het onderwijs te investeren. 1.1.3 Organisatiestructuur De CHE gaat uit van de Stichting voor christelijk hoger beroepsonderwijs op gereformeerde grondslag. Het College van Bestuur treedt, sinds de statutenwijziging in 2008, op als bestuur van de Stichting en als bestuur van de hogeschool.De primaire processen (onderwijs, onderzoek en Transfer) worden verzorgd vanuit zes organisatorische eenheden (academies). Vijf diensten verzorgden de ondersteuning van het CvB en de academies.
7
| CHE overtuigend anders
Organisatieschema In 2010 had de CHE een eenhoofdig CvB in de persoon van dr. C.P. Boele, ondersteund door een bestuurssecretaris en een controller. Door de RvT is een werving & selectietraject uitgezet voor een tweede bestuurder. Dit was uitgesteld in verband met een mogelijk fusie. Verwacht wordt dat de tweede bestuurder in het voorjaar van 2011 het bestuur zal versterken. Per kwartaal is er financieel gerapporteerd aan het CvB en de RvT. Per halfjaar is de RvT geïnformeerd over de voortgang van beleid (doelen van de Kaderbrief) aan de hand van een stoplichtrapportage.
1.1.4 Juridische structuur De Christelijke Hogeschool Ede kent een meerlagenstructuur van een College van Bestuur (cvb) en daaronder de managers van de verschillende afdelingen en academies. Daaronder vallen vaak nog teamleiders of jaarlaagcoördinatoren. De Raad van Toezicht (rvt) ziet toe op een adequate besturing van de CHE en controleert het College van Bestuur. De CHE is een instelling die in stand gehouden wordt door een stichting.
1.2 Strategische Instellingsdoelen In het Strategisch Instellingsplan CHE 2008 - 2012 (IP 2012) zijn vijf strategische doelen geformuleerd. Aan de hand van deze doelen rapporteren wij over de resultaten in 2010.
8
| CHE overtuigend anders
1. De CHE continueert haar positie als een kwalitatief hoogwaardige instelling waarin wij vanuit een christelijke visie op de beroepspraktijk onderwijs geven. Ook in 2010 is de CHE door studenten en deskundigen beoordeeld als de beste hogeschool van Nederland. Deze eer komt ons voor de zevende keer op rij toe. Dit bleek uit de Keuzegids Hoger Onderwijs 2010. Deze gids verschijnt jaarlijks en biedt een vergelijking en kwaliteitsbeoordeling van alle aangeboden opleidingen in de verschillende vakgebieden. Deze beoordeling is gebaseerd op een combinatie van studentenoordelen (de Nationele Studenten Enquête), studiestatistieken en oordelen uit visitatie- en accreditatierapporten. De CHE heeft gemiddeld de hoogste score. In 2010 zijn de opleidingen Sociaal Pedagogische Hulpverlening en Management, Economie en Recht (MER) geaccrediteerd. Beide opleidingen hebben waarderende accreditatierapporten ontvangen met daarbij een aantal excellentscores, met name op die onderdelen waarover momenteel in het publieke debat veel te doen is, zoals de samenhang in het programma en de kwaliteit van studieloopbaanbegeleiding. Daarnaast bevatten de rapporten een aantal aanbevelingen waarmee de opleidingen hun winst kunnen doen. 2.
In 2012 is de CHE, in samenwerking met de beroepspraktijk, systematisch actief in kennisontwikkeling als belangrijke stap op weg naar de CHE als kenniscentrum.
In 2010 heeft de CHE zich intensief bezonnen op de samenhang van ‘werkveld, onderwijs en onderzoek’, in de CHE academieontwikkeling genoemd. Inspiratiebron hierbij was onder meer het adviesrapport ‘Differentiëren in drievoud; omwille van kwaliteit en verscheidenheid in het hoger onderwijs’, van de commissie Veerman. Onderwijs en onderzoek zijn in de CHE georganiseerd in de academies. Daarbij hebben de academies tot taak beide aan te laten sluiten op ontwikkelingen in het werkveld. Daarbij dient de vraag van het werkveld, al dan niet actief gearticuleerd, leidend te zijn. Met het oog hierop wordt gestreefd naar samenwerkingsverbanden met het werkveld bij zowel de ontwikkeling en uitvoering van het onderwijs als bij de ontwikkeling en uitvoering van onderzoekstrajecten. Bovendien dient het onderzoek aan te sluiten op de onderwijspraktijk. Transferactiviteiten worden hier nadrukkelijk in meegenomen. Gedachteontwikkeling is één. In de kaderbrief 2011 en in de jaarplannen van de academies voor 2011 is gepoogd de visie op academies nader te operationaliseren. Van dit project, dat drie jaren mag duren, wordt veel verwacht. Het heeft ook gevolgen op allerlei gebied: de beroepspraktijk van docenten, maar ook die van managers en ondersteunende diensten. 3. In 2012 is de organisatiestructuur van de CHE zodanig ingericht dat een adequate en verantwoorde beheersing van het instellingsbeleid is gewaarborgd. De reorganisatie van de academies is eind 2010 bijna afgerond. Het wachten is op instemming van de Medezeggenschapsraad. Deze was afhankelijk van instemming op het nieuwe MR-reglement. Dit betekent dat met ingang van voorjaar 2011 academies het hart vormen van de CHE. Het primaire proces is hiermee in de besturingsfilosofie, maar ook in de organisatiestructuur leidend. Ook de reorganisatie van de diensten is dan afgerond. Hoewel het proces lang geduurd heeft, is er gedurende de weg daarnaar toe al het nodige geëxperimenteerd. Goede resultaten zijn geboekt op de samenwerking tussen academies en diensten, volgens de nieuwe besturingsfilosofie. Het draagt bij aan de kwaliteit van de besluitvorming en de samenwerking. Op het terrein Planning en Control is vooruitgang geboekt. Dat bleek ook uit de Managementletter van Deloitte. Financieel en managementmatig is de CHE beter in control. Niettemin dient hier nog vooruitgang geboekt te worden. Vooral op het gebied van managementrapportages. In 2011 moet dit functioneren.
9
| CHE overtuigend anders
4.
In 2012 is de onderwijsvisie van de CHE verankerd onder haar medewerkers. De CHE daagt medewerkers daarnaast uit om de gekregen talenten optimaal te ontwikkelen en biedt hen daartoe de mogelijkheden.
De onderwijsvisie van de CHE wordt onder meer uitgedrukt in de waarden inhoud, relatie en verantwoordelijkheid. Deze waarden zijn goed verankerd onder onze medewerkers. Dit blijkt uit evaluaties intern en extern. Daarbij is het onderwijs goed afgestemd op het werkveld waarvoor opgeleid wordt. Ook dat blijkt uit evaluaties en accreditaties. Hiermee is de ontwikkeling van de medewerkers niet tot een einde gekomen. Vanuit de visie op aca- demieontwikkeling waarin het gaat om nog nauwere afstemming tussen werkveld, onderzoek en onderwijs, komen nieuwe initiatieven die van invloed zijn op de onderwijsvisie. Het feit dat bijvoorbeeld onderzoek nadrukkelijker een plek dient te krijgen in het onderwijs heeft gevolgen. Hetzelfde geldt voor participatie van het werkveld in het onderwijs in de hoofdfase. Dat vraagt om meer dan alleen maar opleiden voor het werkveld. Dat impliceert opleiden met het werkveld. De CHE hecht veel waarde aan de ontwikkeling van personeel. Professionalisering is tevens aandachtspunt in de Resultaat en Ontwikkelgesprekken met medewerkers (twee keer per jaar). Hard wordt gewerkt aan de ontwikkelplannen voor medewerkers, teams, academies en de hogeschool. Professionalisering impliceert ook bezinning. Dat gebeurde in 2010 tijdens de vocatiodag. Een dag waarop alle medewerkers van de hogeschool zich bezinnen op hun roeping, hun opdracht en hun wortels. Bezinning vindt daarnaast ook plaats tijdens vergaderingen, tijdens vieringen en in gesprekken op de gang. Ter bekroning van de bezinning en om roeping en opdracht van het christelijk onderwijs in een (historische) context te plaatsen heeft het College van Bestuur in 2010 besloten dat alle (nieuwe) medewerkers het boek “Goed Onderwijs” van Augustinus krijgen en dat alle afgestudeerde studenten de “Belijdenissen”, van dezelfde kerkvader, ontvangen bij hun diplomering. 5.
Om het primaire proces van de CHE goed te kunnen faciliteren is in 2012 de CHE prettig en adequaat gehuisvest en zijn de ICT-voorzieningen state-of-the-art.
De CHE is nog niet adequaat gehuisvest. Wel worden er plannen ontwikkeld om dit te realiseren. In het kader van het project huisvesting is in 2010 de definitiefase besloten. Daarmee is het plan van eisen voor de renovatie en vernieuwing van de huisvesting vastgelegd. Bovendien is, op basis van het meerjarenperspectief, geconcludeerd dat de huisvestingsplannen uitvoerbaar lijken te zijn in combinatie met de overige strategische projecten. 2011 wordt het ontwerpjaar. Wensen en ideeën worden uitgewerkt tot concrete ontwerpen. In 2010 zijn forse stappen gezet in de strategische Informatie Management (IM-ICT) projecten. Alle vijf projecten zijn opgestart en de eerste resultaten in de state-of-the-art voorzieningen zijn al zichtbaar. De vernieuwde intranet site (Entree) is beschikbaar gekomen voor de gehele CHE. Daarnaast is Customer Relatie Management (CRM) applicatie gereed voor de academies en diensten waardoor o.a. Transfer, Alumni en de Werving van nieuwe studenten meer eenduidig uitgevoerd kan gaan worden. De uitdaging voor 2011 is om deze nieuwe voorzieningen efficiënt en qua (keten)proces inrichting verder te gaan verankeren en benutten binnen de CHE organisatie. Daarnaast zal er verder worden gewerkt aan een eHRM applicatie om de professionele ontwikkeling van de medewerkers beter te faciliteren. Om het competentie gericht onderwijs beter te ondersteunen is de verwachting dat in 2011 het project Student-Volg-Systeem (SVS) ook zijn eerste resultaten zal gaan opleveren.
10
| CHE overtuigend anders
1.3 Toekomstverwachtingen en continuïteitsrisico’s Maatschappelijk wordt de CHE geconfronteerd met de volgende trends en ontwikkelingen: 1. De gevolgen van de kredietcrisis werken onder meer ook door in de begroting onderwijs en onderzoek van de overheid. Concreet betekent dit voor de CHE dat bezuinigingen leiden tot minder manoeuvreerruimte. 2. Het nieuwe bekostigingsstelsel pakt nadelig uit voor de CHE. Ombuigingen op langere termijn zijn nodig. 3. De Commissie Veerman heeft in zijn rapport een toekomstvisie op het hoger onderwijs geschetst. Op hoofdlijnen deelt de CHE deze visie. Voor de komende tijd betekent dit dat de CHE zijn eigen profiel kan behouden en aanscherpen. Het advies van de commissie wordt eerder als een stimulans ervaren dan als een belemmering. Dat de overheid desondanks bezuinigt draagt niet bij aan een voorspoedige implementatie van het advies in de sector. 4. De beleidsagenda van de HBO-raad leidt niet tot grote aanpassingen op de beleidsagenda van de CHE. Het streven nar kwaliteit in het primaire proces heeft al langer de aandacht van de CHE. 5. Het aantal onderzoeken naar kwaliteit is het afgelopen jaar zorgwekkend toegenomen. Als gevolg van incidenten de HBO-sector besluiten overheid en inspectie tot steeds meer generieke onder zoeken, audits en aanvullende richtlijnen en codes, los van accreditaties. Dit legt een grote druk op de CHE, als relatief kleine hogeschool. De CHE is bezorgd over het feit dat kwaliteit in toenemende mate een bureaucratisch en procedureel begrip lijkt te worden. 1.3.1 Financiën Financieel bezien is de CHE gezond en is er geen continuïteitsrisico. Dat neemt niet weg dat de CHE zijn financiële beleid wel af heeft te stemmen op bezuinigingen. Daarbij komt dat de CHE, mede door de Commissie Veerman, een strategische agenda heeft die gepaard gaat met een zekere investeringsdruk. Dit impliceert een doordacht en sober beleid, waarbij bezuinigingen niet uitgesloten zijn. 1.3.2 Strategie Met het strategisch project academieontwikkeling, waarin het gaat om een optimale afstemming tussen werkveld, onderzoek en onderwijs door en in academies, sluit de CHE goed aan op de adviezen van de Commissie Veerman. Dit zal de eerstvolgende jaren de kern van het strategische beleid blijven. 1.3.3 Samenwerking De CHE hoopt op heropening van de fusiegesprekken met de Gereformeerde Hogeschool Zwolle in 2012. Tot aan die tijd wordt de samenwerking in de Strategische Alliantie tussen GH-Zwolle, Driestar Educatief en CHE vervolgd en geïntensiveerd. 1.3.4 Instellingsaccreditatie De CHE maakt zich in 2011 op voor een instellingsaccreditatie. Deze wordt verwacht in 2012. 1.3.5 Groei De CHE verwacht een lichte groei van de instroom. Gestreefd wordt, op termijn, naar een studentenpopulatie van 4.500 tot 5.000 studenten. Het opleidingsaanbod blijft in 2011 gelijk aan dat van 2010.
1.4 Governance 1.4.1 Raad van Toezicht De Raad van Toezicht heeft aan de hand van een jaarplan, onder meer afgeleid van het reglement, zijn toezichthoudende taken uitgeoefend. De Raad van Toezicht is een onafhankelijk orgaan. Naast het toezicht op reguliere zaken stond in 2010 vooral de beoogde fusie centraal. De RvT vergaderde zes keer. Er functioneren twee commissies binnen de Raad van Toezicht, te weten de auditcommissie en remuneratiecommissie. Deze commissies vergaderden elk twee keer.
11
| CHE overtuigend anders
In de auditcommissie is onder meer gesproken over de managementletter, de begroting 2011, het meerjarenperspectief 2011, de financiële onderbouwing van de huisvestingsplannen en de jaarrekening 2009. Verder zijn daar de financiële aspecten van de beoogde fusie met de GH besproken. In de remuneratiecommissie is gesproken over de samenstelling van de RvT in verband met de vacature op het terrein financiën. Verder is daar een voorstel voor de bijgestelde profielschets van de RvT ontwikkeld. Tevens zijn daar voorstellen met het oog op de evaluatie van de RvT en het functioneringsgesprek met het CvB van advies voorzien. Tenslotte is vanuit de Remuneratiecommissie de procedure met betrekking tot de vacature lid CvB voorbereid. Beide commissies zijn adviescommissies van de RvT. De RvT komt tot een eigen oordeel, gehoord hebbende de adviezen, dan wel de bevindingen van de beide commissies. De voorzitters van de Raden van Toezicht en de Colleges van Bestuur van de CHE en de Gereformeerde Hogeschool Zwolle hebben drie keer vergaderd. Daarnaast heeft de RvT twee keer vergaderd met de MR en het management. Puntsgewijze kwamen onder andere onderstaande onderwerpen aan de orde. Fusie Gedurende de eerste helft van 2010 heeft de RvT aangedrongen op snelle duidelijkheid over de fusie. Definitieve besluitvorming over de fusie zou in de zomer moeten plaatsvinden. De RvT was gedurende deze periode overtuigd van de meerwaarde van een fusie met de Gereformeerde Hogeschool Zwolle, mede op basis van het rapport Meerwaarde, de rapportages van de fusiecommissie en het Due Dilligence rapport van PWC. In de periode tussen april en augustus nam de bezorgdheid over de financiële situatie van de GH toe. De RvT heeft aan het CvB en de controller opdracht gegeven een financieel meerjarenperspectief te ontwikkelen voor de gefuseerde organisatie en dit laten beoordelen door de accountant van Deloitte. Mede op grond van die uitkomsten is in augustus besloten de fusie ‘On hold’ te zetten. Het is nadrukkelijk de bedoeling van de RvT de fusie over twee jaar voort te zetten, mits de financiële situatie van de GH en de CHE het dan mogelijk maakt. De RvT is verheugd over het feit dat CHE en GH beide de strategische samenwerking voort zetten en dat de negatieve effecten van het fusiebesluit beperkt zijn gebleven. Managementletter In opdracht van de RvT heeft een accountant van Deloitte een Managementletter opgesteld met daarin aanbevelingen aan de CHE om beter in control te komen. De RvT heeft er, in navolging van de Mangementletter, bij het College van Bestuur en de controller op aangedrongen om de kwaliteit van met name de ‘Planning en Control’ te verbeteren. Dit onderwerp is ook een aandachtspunt geweest van de Auditcommissie. De RvT heeft in de loop van 2010 geconstateerd dat op dit terrein goede vorderingen zijn gemaakt. Jaarverslag, jaarrekening 2009 en accountantsverklaring. Het jaarverslag van de CHE over 2009 is door de RvT goedgekeurd. De jaarrekening is door de accountant (Deloitte) goedgekeurd. De financiële situatie van de CHE is gezond bevonden, met inachtneming van de plannen met betrekking tot huisvesting, informatiemanagement en academieontwikkeling. De RvT heeft met het CvB de risico’s besproken, met name in het licht van de onzekere elementen in rijksbijdrage, de relatief hoge personele last. Samen met het CvB kiest de RvT voor een voorzichtig financieel beleid. Het CvB wordt door de Raad decharge verleend voor het in 2009 gevoerde beleid. Begroting 2010, meerjarenperspectief Gedurende het jaar is de Raad aan de hand van kwartaaloverzichten geïnformeerd over de financiële resultaten. In oktober is een financieel meerjarenperspectief voorgelegd aan de Raad waaruit blijkt dat de investeringsagenda (huisvesting, academieontwikkeling en ICT) van de CHE haalbaar is. De Raad heeft zijn vertrouwen uitgesproken in het meerjarenperspectief.
12
| CHE overtuigend anders
Huisvesting De Raad heeft goedkeuring verleend aan het beslisdocument definitiefase huisvesting, d.w.z. het programma van eisen voor de volgende fase ver- en nieuwbouw. De Raad heeft aangedrongen op voortgang in het proces en aandacht voor duurzaamheid. In de loop van 2011 zal de Raad zich buigen over de goedkeuring aan het beslisdocument over de ontwerpfase. De plannen krijgen dan een concreter gehalte en hebben dan ook omvangrijker financiële consequenties. Raadsaangelegenheden Na evaluatie is de heer E. Dijkgraaf gevraagd om nog een termijn aan te blijven als lid van de Raad. Hij heeft hierin bewilligd. De vacature van de heer C. van Buuren is nog niet ingevuld. Dit is een gevolg van de fusie die tot september verwacht werd. De heer Van Buuren is gedurende het jaar als adviseur verbonden geweest aan de Raad en heeft alle vergaderingen als zodanig bijgewoond. Zijn opvolger wordt verwacht in maart 2011. Voor de Raad van Toezicht is een nieuwe profielschets opgesteld, die voldoet aan de nieuwe wet en regelgeving in deze. De zelfevaluatie van de Raad is uitgesteld tot april 2011. Medezeggenschapsraad De raad heeft twee keer overleg gevoerd met de Medezeggenschapsraad over de voortgang van beleid. Concreet is gesproken over huisvesting, het financiële beleid i.c. de onderuitputting, planning en control, academievorming en de samenwerking met het College van Bestuur. De Medezeggenschapsraad heeft zijn zorg uitgesproken over de Planning en Control. De RvT heeft aangegeven deze zorg te delen en te bespreken met het College van Bestuur. Kaderbrief en begroting 2011 Door de vacature op Control kon de begroting 2011 niet in 2010 goedgekeurd worden. De RvT heeft het CvB gemandateerd voor de lopende uitgaven. De Raad heeft goedkeuring verleend aan de begroting 2011 en de Kaderbrief 2011 in februari 2011. Daarbij is aangedrongen op een betere integratie en een vroegtijdiger bespreking van beide documenten. Dit vereist nadere ontwikkeling van ‘Planning en Control’ op de CHE. Veerman, HBO-zaken De Raad heeft zich laten informeren over het advies ‘differentiëren in drievoud; omwille van kwaliteit en verscheidenheid in het hoger onderwijs’ van de commissie Veerman en de reactie van de CHE op dit rapport. Daarnaast liet de Raad zich informeren over de inspectieonderzoeken inzake diplomafraude. De Raad zal zich in 2011 nader beraden op zijn toezichthoudende verantwoordelijkheid inzake de kwaliteit van onderwijs. Identiteit, kwaliteit Op verschillende momenten heeft de RvT aandacht besteed aan de identitaire zaken. De komende tijd zal nader uitgewerkt worden hoe het toezicht hierop verder handen en voeten gegeven kan worden. Daartoe zijn ook contacten met vergelijkbare instellingen binnen en buiten het onderwijs gelegd. Ook toezicht op onderwijskwaliteit ziet de RvT als belangrijk element van haar taak. Hoewel de huidige kwaliteit van de CHE goed is, moet geborgd worden dat ook in de toekomst dit zo blijft en er verbetering plaatsvindt op punten waar dit kan. Vacature CvB De RvT is in het najaar van 2010 opnieuw begonnen met de werving van een tweede bestuurder. Een selectiecommissie is hiervoor aangesteld.
13
| CHE overtuigend anders
1.4.2 Medezeggenschap en studentenparticipatie Gedurende het verslagjaar is er intensief overleg geweest met de medezeggenschapsraad (MR). Er speelden dan ook veel grote thema’s: de voorgenomen fusie met de GH, het Directiereglement, het MR-reglement, Reglementen voor de Vertrouwenspersonen en Klachtencommissie, Resultaat & Ontwikkelgesprekcyclus, het Werktevredenheidsonderzoek (inclusief de werkdruk) en overige personele kwesties, Academievorming, de onderwijs- en examenregeling (OER), financiën (meerjarenperspectief, de onderuitputting van 2010 en de begroting van 2011) en huisvesting. Het overleg met de MR kan als constructief, inhoudelijk en kritisch bestempeld worden. Naast het overleg met het CvB heeft de MR ook twee maal per jaar overleg met de Raad van Toezicht. De studentgeleding van de MR (SMR) bestaat uit zeven studenten en is daarmee voltallig. De SMR denkt proactief mee in het bestuurlijke proces en wordt hierin ook actief betrokken. Uit onderzoek door een externe partij blijkt dat de studentenparticipatie op de CHE, zeker in vergelijking met andere hogescholen, goed geregeld is: zo’n 23% van de CHE-studenten kent de raad en 70% heeft wel eens van de raad gehoord. Instemming heeft de MR gegeven aan het Directiereglement, de Reglementen voor de Vertrouwenspersonen en Klachtencommissie, en de OER voor cursusjaar 2010-2011. Niet ingestemd heeft de MR met de gedeeltelijke herbesteding van de onderuitputting van 2010 en met de begroting van 2011 (omdat de definitieve begroting nog niet gereed was eind 2010). De MR (en met name ook de SMR) is intensief en kritisch betrokken geweest bij de totstandkoming van de OER, zowel inhoudelijk als procedureel. De OER was in 2010 laat gereed en er zijn gedurende de totstandkoming inhoudelijke en procedurele knelpunten aan het licht gekomen. Onder leiding van Onderwijs & Kwaliteit is dit proces uitgebreid geëvalueerd met alle betrokken partijen (waaronder de MR), wat geleid heeft tot een grondige herziening van de werkwijze voor de OER van 2011-2012.
14
| CHE overtuigend anders
1.4.3 Klachtenafhandeling Per 1 juni 2010 hebben we ook een centrale klachtenbalie bij Bureau Studentzaken. Hier kunnen klachten van allerlei aard worden ingediend. Bij de klachtenbalie zijn in 2010 zeven klachten binnengekomen en naar tevredenheid afgehandeld. Daarnaast hebben we een vertrouwenspersoon en een klachtencommissie voor meldingen met betrekking tot ongewenst gedrag. Zie voor meer informatie hoofdstuk 3.4.1 over de activiteiten van de vertrouwenspersoon. Bij de klachtencommissie ongewenst gedrag is gedurende dit jaar geen klacht ingediend. De Cobex (College van Beroep voor de examens ) ex. WHW 7.60 behandelt de klachten die betrekking hebben op de uitvoering en toepassing van de Onderwijs- en Examenregeling. In de meeste gevallen leidt dit tot een minnelijke schikking. Waar nodig volgt een uitspraak. In 2010 zijn geen zaken aanhangig gemaakt bij de Cobex.
1.5 Samenwerkingsverbanden op CHE-niveau 1.5.1 Strategische alliantie In dit samenwerkingsverband tussen GH-Zwolle, Driestar Educatief en CHE is verkend op welke wijze samenwerking bij kan dragen aan een versterking van het onderzoeksbeleid op de betrokken hogescholen. Er zijn twee kleine werkgroepen gestart. Eén groep richt zich op gezamenlijke onderzoeksprojecten en de andere groep houdt zich bezig met de kwaliteitszorg van het onderzoek. In 2011 zullen de mogelijkheden voor samenwerking op andere terreinen nader onderzocht worden. 1.5.2 Locale samenwerking met oog op kenniscampus Samen met andere onderwijsaanbieders wordt onderzocht of samenwerking in de nieuwbouwplannen kan leiden tot kostenbesparing en tot een kwaliteitsverbetering in het ontwikkelen en aanbieden van faciliteiten. Voordeel hierbij is dat de onderwijsaanbieders al bij elkaar in de buurt hun locatie hebben en te bebouwen terrein in de nabijheid is. 1.5.3 Internationale samenwerking Wij zijn actief lid van de International Association for the Promotion of Christian Higher Education (IAPCHE) en de Council for Christian Colleges and Universities (CCCU). Wij werken op instellingsniveau samen met: - Bergen Deaconess University College, Noorwegen - Handong Global University, Korea - Hope University College, Ethiopië - Messiah College, Grantham, PA - NEHEMIA University, Albanië - Stichting Krusada, Bonaire 1.5.4 Nationale samenwerking Wij zijn actief lid van de volgende organisaties: - Besturenraad PCO - HBO-raad - Platform Normen en Waarden - Prof. Lindeboom Instituut - Stichting Christelijk-Sociaal Congres - VNO-NCW Wij werken samen met de volgende (onderwijs)instellingen: - De Wittenberg - Driestar Educatief - Eleos
15
| CHE overtuigend anders
- Evangelische Alliantie - Evangelische Hogeschool - Gereformeerde Hogeschool Zwolle - GidsNetwerk - Guido de Brès - HDS, christelijke organisatie voor Zorg en Welzijn - Hendrik Pierson Leerstoel (VU) - Hoornbeeck College - Leger des Heils - Pieter Zandt - Stichting Centrum voor Bijbelonderzoek - Stichting voor Reformatorische Wijsbegeerte - Theologische Universiteit Apeldoorn - VU Amsterdam - Wageningen University - Woord en Daad - Youth for Christ Nederland - Ziekenhuis de Gelderse Vallei - Zorggroep Rijnmond Op regionaal niveau werken wij samen met: - Ichthus College Veenendaal - Kenniscentrum Wetenschap en Techniek - Lokale Omroep Ede - ROC A12 - Stichting Food Valley - Stichting Technodiscovery - Technocentrum De Vallei - Ziekenhuis de Gelderse Vallei 1.5.5 Samenwerking op academieniveau Ook op opleidingsniveau werkten wij in 2009 met veel partijen samen. Ons doel is om zowel te participeren in onderwijs en beroepsnetwerken als samen te werken met identitair verwante organisaties. De samenwerkingsrelaties die we aangaan zijn steeds gericht op het versterken van deskundigheid en kwaliteit. De eigen identiteit moet daarbij behouden blijven. In het kader van stages en projecten werken al onze opleidingen intensief samen met bedrijven en instellingen binnen de werkvelden waarvoor we opleiden. Ook zijn al onze opleidingen vertegenwoordigd in de landelijke opleidingsoverleggen. Hieronder leest u enkele belangrijke samenwerkingsactiviteiten. Verpleegkunde - Gelre ziekenhuizen Algemene Gezondheidszorg (AGZ) differentiatie) - Hoornbeeck College (doorstroomtrajecten) - Kruiswerk West Veluwe (leerwerkplaats) - Opella (leerwerkplaats) - ROC A12 (doorstroomtrajecten) - Universiteiten in Utrecht en Wageningen (voor het realiseren van minorontwikkeling en aanvullende (pre) master trajecten) - Ziekenhuis Gelderse Vallei (leerwerkplaats, best practice unit) - Zorggroep Rijnmond (leerwerkplaats) - St. Franciscus ziekenhuis (duale route Dordrecht) - GGZ instelling de Grote Rivieren (duale route Dordrecht) - Albert Schweitzer ziekenhuis (duale route Dordrecht) - Grote Rivieren (duale route Dordrecht)
16
| CHE overtuigend anders
- - -
Finland Turku University of Applied Sciences Nord Trondelag University College Levanger, Norway Nepal, Lalitpur Nursing campus
Educatie - Driestar Educatief (opzet van masteropleidingen) - Gereformeerde Hogeschool(opzet van masteropleidingen) - Hogeschool Arnhem Nijmegen (Kenniscentrum Wetenschap & Techniek) - Hogeschool Iselinge (Kenniscentrum Wetenschap & Techniek) - InHolland (opzet van masteropleidingen) - Marnix Academie (opzet van masteropleidingen) Educatie werkt samen met andere opleidingen in het Landelijk Opleidingsoverleg Basisonderwijs (het LOBO). De opleiding heeft met ongeveer 153 basisscholen contracten getekend. Aanbod van kwalitatief goede stageplaatsen met toegeruste mentoren en Interne Coaches (ICO) staat daarbij centraal. Om alle studenten te plaatsen is samenwerking nodig met nog 250 basisscholen. Steeds meer scholen willen graag een goede kwalitatieve samenwerking met onze opleiding. We hebben een bijzondere samenwerking met het bedrijfsleven en enkele collega-onderwijsinstellingen (ROC A12 en Scholengemeenschap´t Streek). Voor regionale basisschoolleerlingen exploiteren we ´Technodiscovery´ dat techniek stimuleert en onderzoekend leren verder ontwikkelt. We gebruiken Technodiscovery als een heel natuurlijke stageplaats direct verbonden aan onze opleiding. We streven ernaar om 4000 leerlingen per jaar te ontvangen in ´Technodiscovery´. Dat betekent 25 leerlingen per dag, vier dagen per week. Internationaal zijn er overeenkomsten met de volgende scholen: - Europese Hogeschool Brussel - Martin Luther Universiteit Halle Wittenberg - Oulu Universiteit, Uhlu, Finland - Ferenc Kolsey Foiskola, Debrecen - Gaspar Karoly University, Boedapest. - University of Patrisem, Osadeq - Christchurch University, Canterburry, GB. Theologie We kennen verschillende voltijd- en deeltijd GPW-varianten, die wij in samenwerking met diverse partners uitvoeren. De partners zijn: - Theologische Hogeschool van de Gereformeerde Bond* - De Wittenberg* - Evangelische Theologische Faculteit (ETF) te Leuven* - Evangelische Bijbelschool (EBS) - Convenantspartners van de opleidingen: - De Protestantse Kerk in Nederland* - Kerk van de Nazarener* - Unie van Baptisten Gemeenten in Nederland* - Alliantie van onafhankelijke Baptisten en CAMA-gemeenten* - Federatie van Vrije Evangelische gemeenten*
17
| CHE overtuigend anders
Daarnaast zijn er nauwe samenwerkingen met universiteiten en Bijbelscholen, waarbij ook docenten en hoogleraarschappen worden uitgewisseld: - De Evangelisch Theologische Faculteit (ETF) te Leuven* : prof.dr. J. (Jan) Hoek, prof.dr. M.J. (Mart-Jan) Paul, prof.dr. P.A. (Pieter) Siebesma, dr. R. (RenŽ) Erwich. - Het Center of evangelical and reformed theology (CERT)*, in samenwerking met de VU: dr. H.A. (Henk) Bakker, dr. R. (RenŽ) Erwich, dr.S. (Stefan) Paas, dr. A.W. (Arie) Zwiep. - De Vrije Universiteit (VU) te Amsterdam*: dr. A.W. (Arie) Zwiep. - De Protestantse Theologische Universiteit (PThU) te Kampen, Leiden en Utrecht: prof.dr. J. (Jan) Hoek. - De Theologische Universiteit Kampen (TUK-Broederweg): dr.S. (Stefan) Paas. - Het seminarium van de Uniebaptisten te Barneveld: dr. H.A. (Henk) Bakker. - Evangelische Toerustingsschool te Ede - Artios Bijbelschool te Zeist: drs. A. (Age) Romkes. - Evangelische Theologische Academie te Zwijndrecht - Het Centrum voor Toerusting en Educatie De Protestantse Kerk in Nederland - Evangelisch Hogeschool te Amersfoort: Mw. A. (Anneke) Booman, drs. K. (Kees) van Dam Verder is samengewerkt met onder andere: - Evangelische Alliantie te Driebergen* - Stichting Network Education Theology te Rijssen* - Werk-in-de-kerk te Hilversum* - Centrum voor Israëlstudies* - Whitefieldstichting* - Centrum voor Bijbelonderzoek (Studiebijbel)* - Redcliffe College Gloucester (UK) - IBTS, Praag Tsjechië Met organisaties met een * achter de naam bestaat een geformaliseerde samenwerkingsovereenkomst. Journalistiek & Communicatie (J&C) - Ichthus College te Veenendaal - Lokale Omroep Ede (LOE) - ROC A12 - Technocentrum De Vallei J&C werkt internationaal samen met drie universiteiten in Zuid-Afrika, studenten studeren er een aantal maanden en docenten komen naar Nederland voor gastcolleges en conferenties. Hetzelfde geldt voor de drie universiteiten in Hongarije die nauw verbonden zijn met de reformatorische kerken aldaar. J&C neemt jaarlijks met een aantal studenten en docenten deel aan een internationale zomercursus die de opleidingen samen met vier andere universiteiten in Oost-Europa organiseren. De opleidingen willen zich meer gaan richten op aangrenzende landen. In 2009 werd een begin gemaakt met samenwerking met de Katholieke Hogeschool Mechelen en de universiteit van Lincoln. Om samenwerking te bevorderen met christenen die actief zijn op de terreinen van communicatie en journalistiek organiseert J&C met enige regelmaat een internationaal symposium. Mens & Organisatie De opleidingen hebben samenwerkingsverbanden met andere opleidingen in het landelijk overleg MER (LOOMER) en het landelijk overleg P&A (LOO-PA). Voor stages en projecten werken de opleidingen samen met vele instellingen in het werkveld. In 2009 waren er meer verbindingen tussen M&O en externe partners dan in 2008. Binnen diverse onderwijsprogramma’s bestaan intensieve relaties met het werkveld. Zo participeert de Rabobank in een financieel verdiepingsprogramma voor vierdejaars MER-studenten. Internationaal hebben we intensief contact met Messiah College in de Verenigde Staten en de universiteiten Vest en Babes Bolyai in Roemenië.
18
| CHE overtuigend anders
Sociale Studies Welzijnsorganisaties Welstede en Woonstede is in het kader van de minor Samenlevingsopbouw een project gestart onder de naam 3xwin. Voor zowel de student als de bewonersvereniging en de woningcorperatie is er winst bij dit project. De student moet namelijk binnen de minor Samenlevingsopbouw een project uitvoeren van 4 uur per week in de wijk De Uitvindersbuurt te Ede. Hij of zij kan daarvoor over voordelige dichtbijgelegen woonruimte beschikken. Wij werken samen met ROC A12 en vijf regionale welzijnsorganisaties aan het realiseren van een gezamenlijk project. Het doel is om leerwerkplekken te creëren. Daarmee tonen we een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het opleiden van hulpverleners in de regio. Met Stichting De Hoop en Het Leger de Heils werken we samen voor het verzorgen van onderwijs aan de post hbo Verslavingszorg (zie Hoofdstuk Transfer). Wij werken samen met JCServrira voor de post hbo Indicatiegericht Hulpverlenen (zie Hoofdstuk Transfer). Internationaal hebben we intensief contact met de volgende instellingen: - University of Eastern Finland (Finland) - Canterbury Christ Church University (Engeland) - Université Catholique de Lille (Frankrijk) - Transilavia University Brasov (Roemenië) - Karoli Caspar University (Hongarije) - University of Ostrava (Tsjechië) - Katholische Universität Eichstätt-Ingolstadt (Duitsland)
19
| CHE overtuigend anders
Hoofdstuk 2 | Onderwijs 2.1 Ontwikkelingen op academieniveau 2.1.1.Academie van Journalistiek & Communicatie In 2010 stonden de opleidingen Journalistiek en Communicatie op de landelijke ranglijsten weer op de eerste plaats. De eindscores in de Keuzegids waren 7,8 (JRN) en 7,4 (COM). De opleidingen weten echter dat er nog veel te verbeteren valt. Een onderzoek onder alumni leverde de volgende scores op bij de vraag naar tevredenheid over de opleiding: 7,4 (JRN) en 7,8 (COM). In 2010 is een herziening van de curricula voorbereid. De opleidingen hebben hun profiel scherper gedefinieerd en de verdiepingsminors omgezet in een aantal uitstroomprofielen die herkenbaar zijn voor aankomende studenten. Met het besluit uitstroomprofielen in te voeren, is het plan om te beginnen met een derde media opleiding van de baan. De herziening betreft voorts de programma’s studieloopbaanbegeleiding, crossmedialiteit en onderzoek. Er kwam een toetsnota tot stand die als basis dient voor het toetsbeleid. Met het oog op de visitatie in 2011 is ernaar gestreefd de toetsing in dat jaar op orde te hebben. Het verzoek te mogen beginnen met een associatedegree opleiding Communicatie (AD) is door de minister afgewezen. De opleiding kon niet voldoende aantonen dat gerekend kan worden op een redelijk aantal instromende studenten. Het aantal EVC-kandidaten viel evenals vorig jaar tegen. Het is de vraag of de kosten wel opwegen tegen de baten. De opleidingen kwamen tot een vrij intensieve vorm van samenwerking op het gebied van internationalisering met de Lessius Hogeschool in Mechelen. Eind oktober organiseerden de opleidingen een internationale conferentie in Ede met als thema ‘Media, Culture and the Public: responsibility in a network society’. Sprekers en deelnemers kwamen uit Hongarije, Zuid-Afrika, Rome, Nederland en België. De lezingen worden later gepubliceerd. De opleidingen troffen voorbereidingen om intensiever te gaan samenwerken met een aantal alumni en organisaties. Deze ‘bondgenoten’ zouden meer gesprekspartners van de docenten moeten worden. Studenten voeren veel projecten uit voor andere organisaties maar in de samenwerking met de praktijk wordt teveel van binnen naar buiten gedacht: de vraag van de opleiding is bepalend. Het project Bondgenoten past binnen het hogeschoolbrede project Academieontwikkeling en zal in dat kader worden voortgezet. Door de groei van het aantal medewerkers bleek het nodig opnieuw na te denken over de taken en verantwoordelijkheden binnen de afdeling. Er werd overeenstemming bereikt over een document waarin die zijn vastgelegd. De afdeling nam maatregelen om het aantal langstudeerders sterk te doen afnemen. De resultaten daarvan worden in 2011 verwacht. 2.1.2. Academie Gezondheidszorg In 2010 werd de duale opleiding in Dordrecht, samen met de werkveld partners, verder uitgebouwd en ook in Ede werd gestart met een duale opleiding. Mede door de komst van deze opleidingen groeide het aantal studenten van de academie. Verder was er een toename van de internationale contacten: verschillende docenten gaven les in het buitenland, twee collega’s gaven een training aan docenten verpleegkunde in India en een flink aantal studenten volgde lessen of een stage in het buitenland. Tot slot werd het jaar gekenmerkt door het vertrek van de academiedirecteur, Henk Sikking. Zijn functie is aan het einde van 2010 nog vacant. 2.1.3. Academie voor Theologie Hieronder benoemen we hoofdpunten van beleid en ontwikkeling uit het afgelopen jaar. Meerdere zaken zijn afgerond, andere zijn nog in proces.
20
| CHE overtuigend anders
- Het opschorten van het professionaliseringsplan met 75%, het schrappen van ontwikkelprojecten en het herschikken van de personeelsinzet (PPI’s), in het kader van de noodzakelijke bezuinigingsdoelstel- ling. Strategie en beleid: De afronding van het saneringsplan verliep niet zonder pijn, maar is succesvol afgerond en heeft geleid tot o.a.: - Budget- en formatiereductie (10% in 2010, na eerdere reducties van in totaal eveneens 10%). - Herziening en vereenvoudiging van de werkstructuur, langs de portefeuilles Strategie en Beleid, Onderwijsuitvoering, Programmering en Onderzoek, Onderwijsontwikkeling. - Kwalitatief versterken van de ondersteuningsstructuur door benoemingen op het Academiebureau, de controller/beleidssecretaris. - Het opschorten van het professionaliseringsplan met 75%, het schrappen van ontwikkelprojecten en het herschikken van de personeelsinzet (PPI’s), in het kader van de noodzakelijke bezuinigings doelstelling. Verder noemen we: - Daling van de instroom van studenten, met name voor GPW-digitaal (van 25 naar 12) en GL. Lichte stijging van GPWvoltijd. - De bekostiging van de Master Godsdienst Leraar is toegewezen. - De subsidie (€ 499.000) voor project Identiteit en Kwaliteit is toegewezen, waardoor samenwerking met 7 kernpartners in het Voortgezet Onderwijs gestalte kreeg. - Bijdragen aan het versterken van het civiel effect van de HBO-theologieopleidingen door actieve participatie als voorzitter van het Landelijk Overleg, met als resultaten o.a. - het installeren van brancheoverleg HBO-theologie met werkgevers, beroepsverenigingen en HBO-theologieopleidingen; - het realiseren van een landelijk alumni- en werknemerstevredenheidsonderzoek, vergezeld gaand van publiciteit; - werken aan de acceptatie van de HBO-theoloog binnen de Vereniging van Geestelijk Verzorgers in Zorginstellingen (VGVZ). - diverse resultaten ten behoeve van de kwaliteitsverbetering van het vak van leraar Godsdienst en Levensbeschouwing, waaronder de kennisbasis en kennistoetsen GL bachelor, enkele publicaties rond leerlingcompetenties en een handleiding voor het toetsen van vakleerplannen op scholen; - realisering van een opleidingsformat voor Godsdienst openbaar onderwijs. - Participatie in de werkgroep Permanente Educatie van de PKN heeft geleid tot volledige erkenning van de HBO-theoloog in de regelingen en bekostiging. - De bond van Vrije Evangelische Gemeenten is toegetreden als convenantpartner. - Start met de onderzoeken naar Christenmigranten (Pieter Boersema), Christendom en Islam (Bernhard Reitsma) en versterking van het Centrum voor Israëlstudies (Michael Mulder), met de Academie voor Theologie als penvoerder/ partner. - Gestart met verkenningen om te komen tot een platform voor Bijbel- en toerustingsscholen, zo mogelijk onder regie van de Evangelische Alliantie. Onderwijsuitvoering: Het onderwijs vond goede voortgang, wat blijkt uit o.a: - Stijging van de waardering voor de onderwijskwaliteit (PDCA-cyclus). - Accreditatie GPW-bachelor is succesvol afgerond. - Visitatie GL-bachelor is succesvol verlopen. - Actieve participatie en goede resultaten in CHE-verbredingsminoren. Programmering en Onderzoek: Versterking van de positie en verankering binnen de academie, wat blijkt uit o.a: - Afronding lectoraat Gemeenteopbouw onder leiding van Stefan Paas, met eindevaluatierapport met beschrijving van resultaten, diverse publicatie, waaronder Praktijkgericht, handboek HBO- theoloog. - Start met het lectoraat Geestelijk Leiderschap onder leiding van René Erwich. - Afronding visiedocument: HBO-theologie in Ede, met grondlijnen voor de programmatische (multidisciplinaire en beroepsgerichte) inrichting van de opleiding. - Start met de expertiseplatforms, c.q. onderzoekslijnen samenleving en geloofseducatie.
21
| CHE overtuigend anders
- -
Afronding van een notitie die de basis vormt voor het verder ineenschuiven van de identitaire varianten, met behoud van Ankervakken. Verkenningen rond een internationale ( joint) missiologische master met partners in Engeland (Red Cliff) en Tsjechië (Praag), en samenwerking met de jeugdwerkersopleiding met partners in Zuid- Afrika (Wellington).
Onderwijsontwikkeling: - Ontwerpen van optimalisering van het toetsplan als basis voor het curriculumontwerp. Dit wordt in 2011 afgerond. - Verkenningen rond maatwerkleren (o.a. met een pilot met vijf studenten) en verdere verkenningen rond het concept, door verbinding van EVC, SLO, DOT, werkplekleren, ook in vertaling naar werkprocessen procedures. Het perspectief is betekenisvol, de uitwerking vraagt nog veel aandacht. 2.1.4. Academie voor Mens & Organisatie In 2010 heeft de opleiding Personeel & Arbeid (P&A) van de Academie Mens & Organisatie een succesvolle visitatie doorlopen. Op 4 aspecten werd excellent gescoord: samenhang programma, kwaliteit van de docenten, de studentbegeleiding en het gerealiseerde niveau. Naar het oordeel van de visitatiecommissie “loopt de opleiding vooruit op landelijke ontwikkelingen betreffende de eisen waaraan de afgestudeerden dienen te voldoen. Het uitgangspunt van de mensgerichte bedrijfskundige is daar een overtuigend bewijs van. De opleiding stelt in de specialisatie van de afgestudeerden het te bereiken niveau nog boven dat van de bachelor en realiseert dat niveau ook. De opleiding bereikt dat niveau met name als gevolg van de capaciteiten, inzet en betrokkenheid van de docenten en als gevolg van de effectieve studiebegeleiding. De relatie tussen de opleiding en het werkveld is bijzonder sterk”. De uitlag van de Personeel & Arbeid visitatie hebben we samen met studenten gevierd met een mooi feest. De uitslag vormt tevens een mooie stimulans om op de ingeslagen weg door te gaan, en dat is het aanbieden van krachtige leeromgevingen aan studenten, in samenwerking met onze externe partners. In 2010 is M&O gestart met een duale variant van de Management Economie & Recht (MER)-opleiding. De duale variant past goed in de M&O-filosofie om onderwijs vorm te geven in samenwerking met externe partners. Ervaringen die we opdoen in de duale variant zijn goed bruikbaar in het reguliere onderwijs aan de voltijdstudenten. De eerste lichting duale studenten bestaat voornamelijk uit medewerkers van de Rabobank. De opleidingen hebben samenwerkingsverbanden met andere opleidingen in het landelijk overleg MER (LOOMER) en het landelijk overleg P&A (LOO-PA). Voor stages en projecten werken de opleidingen samen met vele instellingen in het werkveld. In 2010 waren er meer verbindingen tussen M&O en externe partners dan in 2009. Binnen diverse onderwijsprogramma´s bestaan intensieve relaties met het werkveld. Zo participeert de Rabobank in een financieel verdiepingsprogramma voor vierdejaars MER-studenten. Internationaal hebben we intensief contact met Messiah College in de Verenigde Staten en de universiteiten Vest en Babes Bolyai in Roemenie.
22
| CHE overtuigend anders
2.1.5. Sociale Studies Het aantal ingeschreven voltijd, deeltijd en duale studenten is in 2010 gegroeid van 1167 (2009) naar 1324, een groei van 13%. Opvallend is de groei van het aantal eerstejaars voltijdstudenten Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH) en een afname van het aantal deeltijdstudenten Maatschappelijk Werk en Dienstverlening (MWD) jaar 2. Het aantal studenten SPH duaal is gegroeid, vooral door de ruim 20 studenten op Bonaire. Het kalenderjaar 2010 heeft in het teken gestaan van het afronden van de ontwikkeling van het curriculum. Daarmee hebben we een nieuw curriculum gerealiseerd waarvan de ontwikkeling is gestart in 2006 in het kader van de academievorming Sociale Studies. De kwaliteitsverbeteringen zijn zichtbaar in de verdere implementatie van kwaliteitsbeleidscyclus (PDCA) in alle jaarlagen en het betrekken van het werkveld bij de verdiepingsminors. De visitatie door de Visiterende en Beoordelende Instelling Certiked van de opleiding SPH heeft tot een positief besluit van de NVAO geleid waarbij er op 4 aspecten een kwalificatie “Excellent” is gegeven. Kenniscentrum In september 2010 is Martine Noordegraaf geïnstalleerd als lector door het CvB en is de kenniskring voorgesteld. Door de inhoudelijk bijdragen van verschillende sprekers uit het werkveld waarop het lectoraat zich richt, waaronder demissionair minister Rouvoet, hebben we een goede bijeenkomst met elkaar gehad, waarmee we de eerste fase van het opstarten van het lectoraat Jeugd en Gezin hebben afgesloten. Er is een visie ontwikkeld op het gebied van Erkennen van Verworven Competenties (EVC) assessoren zijn geschoold en het concept EVC is gepresenteerd aan de medewerkers. Het EVC-instrumentarium is richting Maatschappelijk Werk & Dienstverlening uitgebreid. In juli is een studiedag gehouden over de relatie tot het werkveld waarbij het werkveld heeft aangegeven wat er mogelijk op ons afkomt. In november is een studiedag besteed aan beeldvorming rond de toekomstige student om ons er bij te bepalen wat dit mogelijk betekent voor ons curriculum en organisatie. Een project is gestart onder titel “Gezamenlijk opleiden in de Vallei” met werkveld partners uit sector Welzijn en het ROC A12. Dit project sluit aan bij de verdiepingsminor Samenlevingsopbouw. Personeel We hebben een start gemaakt met het gesprek over identiteit in de teams. Dit gesprek zal voortgezet worden in de teams met als doel een gemeenschappelijk gedragen visie te hebben op het beroep en de beroepspersoon en over de wijze waarop we dit inhoud en vorm geven in het onderwijs, w.o. de vormgeving en doelstelling van onze dagopeningen. Er is gestart met de Resultaat en Ontwikkelcyclus met daarin de beoordelings,-functionerings- en planningsgesprekken. Alle medewerkers hebben in het kader van de R&O cyclus een ontwikkelgesprek gevoerd met hun direct leidinggevende. De commissie Kwaliteitszorg is een instrument aan het ontwikkelen in de HBO spiegel. Hiermee kan een docent op zorgvuldige wijze feedback ontvangen, die hij/zij kan gebruiken voor zijn/ haar ontwikkeling en de voorbereiding van zijn/haar beoordeling. De bestedingen rond professionalisering en het Persoonlijk Ontwikkelbudget zijn inzichtelijk gemaakt voor iedereen. Het MT heeft door middel van een enquête onder de medewerkers haar functioneren onder de loep genomen. Dit heeft geresulteerd in een meer zichtbaar MT door wekelijkse informatie in de nieuwsbrief en gesprekken met diverse cie’s in de MT vergaderingen. Er zijn teamontwikkelplannen gemaakt door de onderwijsteams.
23
| CHE overtuigend anders
ICT In september is Entree ingericht voor de academie. Collega’s hebben in twee studiemorgens kennisgemaakt met het programma SharePoint Daarnaast participeert de academie in projecten als E-HRM, een nieuw Studievolgsysteem en de website. Identiteit De keuze is gemaakt het aantal bezinningen te reduceren met het oog op een kwaliteitsverbetering van deze bezinningen. Deze kwaliteitsverbetering is gelegen in een betere docentondersteuning, een brede herkenbaarheid binnen de diverse groeperingen uit de achterban en een grotere aanwezigheid van docenten bij deze bezinningen. Ten slotte rusten deze bezinningen qua inhoud de studenten toe hoe zij hun identiteit in hun beroep als hulpverlener vormgeven. De eerste resultaten zijn positief. 2.1.6. Academie voor Educatie In 2010 is ons onderwijsaanbod uitgebreid met een nieuwe geaccrediteerde Master Educational Leadership. Deze hebben we met vijf hogescholen ontwikkeld, te weten: Christelijke Hogeschool Ede, de PC Marnix Hogeschool te Utrecht, Hogeschool InHolland, de Hogeschool Driestar - Educatief Gouda en de Gereformeerde Hogeschool Zwolle. Deze Master geeft een impuls aan het leiderschap in het primair onderwijs, het voortgezet onderwijs en in het MBO. In het kader van VTB-pro (Verbreding Techniek Basisonderwijs) is een leergang ontwikkeld m.b.t. techniek en onderzoekend leren, die door alle studenten van de voltijdse en deeltijdse opleiding gevolgd wordt. Binnen Transferactiviteiten zijn voor een aantal schoolteams trajecten uitgewerkt en uitgevoerd. De deelnemende leraren hebben hiermee techniek en onderzoekend leren integraal leren opnemen in hun didactiek. Binnen de laatste drie jaar zijn in het werkveld 315 leraren voor techniek en onderzoekend leren opgeleid. De trajecten zijn gesubsidieerd door VTB-professional. Het Kenniscentrum Wetenschap & Techniek (KWTG) is verder ontwikkeld en levert een goede bijdrage aan het toepassen van Wetenschap en Techniek in de basisschool in samenwerking met diverse partners in de regio. In 2010 is op het concept Opleiden in de School subsidie verleend voor een periode van vijf jaar. We zijn gestart met het opzetten van een professionele en kwalitatief hoogwaardige samenwerking voor het opleiden van leraren met twaalf schoolbesturen. De stages organiseren we in overleg met het werkveld onder verantwoordelijkheid van de opleiding. Daarvoor hebben we een ondersteunend academiebureau ontwikkeld, die de stageorganisatie adequaat assisteert. Kennisontwikkeling en kennisdeling zijn gestimuleerd via enkele symposia en publicaties. Met name Vroeg Vreemde Talen Onderwijs (vooral vroeg Engels) is bij onze partnerscholen zeer in trek. De ontwikkeling van minoren binnen het curriculum geeft een krachtige impuls aan verdere kennisdeling en kennisontwikkeling in en met het werkveld. Er is een netwerk opgezet voor versterken van onderwijs aan het jonge kind. Binnen een aantal maanden hebben zich 75 leden voor het netwerk aangemeld. Een aantal bijeenkomsten zijn reeds geëffectueerd.
2.2 Uitbesteding onderwijsprogramma´s 2.2.1 Stages Ongeveer een kwart van de opleidingsduur van alle opleidingen besteden we uit aan stageverlenende instellingen. De student bekwaamt zich op deze wijze in de beroepspraktijk. De meeste opleidingen kennen een korte oriënterende fase en een aantal maanden durende beroepsstage. Per opleiding is de ordening van stages en stagedoelen beschreven in een stagenota of praktijknota. Vanuit de opleiding wordt de stage begeleid door een stagedocent. Vanuit het werkveld wordt de competentieontwikkeling begeleid door een praktijkbegeleider. Uit evaluaties blijkt dat praktijkbegeleiders tevreden zijn over de bekwaamheid van onze studenten.
24
| CHE overtuigend anders
Voor sommige praktijkbegeleiders binnen academies geldt dat er meer behoefte is aan direct contact en samenwerking met de CHE. Bij de sociaalagogische opleidingen vindt ook begeleiding door een supervisor plaats. Uit evaluaties blijkt de praktijk van supervisie hoge waarderingen te krijgen. Studenten ervaren deze vorm van reflectie op beroepservaringen als heel belangrijk. De meeste supervisoren die we inschakelen zijn inmiddels gecertificeerd als supervisor. Docenten kunnen voor certificering gebruikmaken van het gecertificeerde instituut voor het opleiden van supervisoren van de CHE-Transfer. 2.2.2 Outsourcing en maatwerktrajecten De duale opleidingen die wij aanbieden, typeren we als maatwerktrajecten. De vraag naar dergelijke trajecten neemt toe. Zowel bij Mens en Organisatie als bij Verpleegkunde is er dit jaar een start gemaakt met individuele maatwerktrajecten. Bij Theologie en Sociale Studies is er ervaring op dit gebied opgedaan. Uit evaluaties blijkt dat de stap van een EVC rapportage naar een individueel leerplan (maatwerk) nog onderwijskundige aandacht behoeft. Verder verzorgen we via onze commerciële activiteiten enkele maatwerktrajecten voor externen, zoals trainingen, cursussen, advies- en onderzoeksactiviteiten. In 2009 hebben we geen publieke middelen aangewend voor de organisatie van maatwerktrajecten voor bedrijven of organisaties. In 2010 was er geen sprake van het (gedeeltelijk) uitbesteden van bekostigd onderwijs aan private organisaties. Natuurlijk liepen studenten wel stages en ook voerden derde en vierdejaars opdrachten uit voor externe opdrachtgevers. Het betreft hier de opleidingen MER en Communicatie (mini-ondernemingen).
25
| CHE overtuigend anders
2.3 Onderwijskwaliteit 2.3.1 Externe onderzoeken Keuzegids De Christelijke Hogeschool Ede (CHE) is voor het zevende jaar achtereen door studenten beoordeeld als beste hogeschool van Nederland door de Keuzegids. De gemiddelde score voor de CHE is net als vorig jaar een 79. Hiermee is zij als middelgrote hogeschool nummer een en ook de beste van alle hogescholen met meer dan één opleiding. Alle tien de opleidingen die door de CHE aangeboden worden zijn beoordeeld. Journalistiek, Communicatie, Management Economie & Recht, Personeel & Arbeid, Maatschappelijk Werk & Dienstverlening en Sociaal Pedagogische Hulpverlening zijn binnen hun sector in Nederland nummer 1. Tevens behoort MWD tot één van de 22 excellente hbo-opleidingen in Nederland. Ieder jaar wordt onderzoek gedaan naar de beste opleidingen van Nederland. Dit jaar zijn er zeven opleidingen aan de CHE op nummer 1 beland binnen hun sector. Het hoogst scoren P&A en MWD met beiden een 86. De CHE is de enige voltijd aanbieder van de opleiding Leraar Godsdienst/Levensbeschouwing. Deze opleiding is dit jaar voor het eerst beoordeeld en staat daarmee ook op nummer 1.
26
| CHE overtuigend anders
Nationale Studenten Enquête (NSE) De HBO-raad voerde in het voorjaar van 2010 opnieuw een landelijke Studentenenquête (NSE) uit. Alle CHEopleidingen deden mee. De studenten zijn erg tevreden over de inhoudelijke kant van de opleidingen, maar minder tevreden over de organisatie en communicatie. Hoge scores zijn er voor de voorbereiding op de beroepsloopbaan, de verworven algemene vaardigheden, de docenten en de studiebegeleiding. Belangrijkste verbeterpunten zijn: de mogelijkheden om de inhoud van de opleiding zelf te bepalen, verworven wetenschappelijke vaardigheden, informatievoorziening en studielast. Ook het nakijken van de toetsen en de informatie over de uitkomsten van onderwijsevaluaties blijven punten van aandacht. De uitkomsten zijn over het geheel genomen vergelijkbaar met voorgaande jaren, al is er wat de laatste twee aandachtspunten betreft wel een lichte vooruitgang in de scores zichtbaar. 2.3.2 Kwaliteitszorg intern AGO (Alumni onderzoek) Begin 2010 voerden de opleidingen van de CHE gezamenlijk een onderzoek uit onder studenten die zijn afgestudeerd in studiejaar 2007-2008. We maakten gebruik van een hogeschoolbrede basisvragenlijst die door de opleidingen is aangevuld met opleidingsspecifieke vragen. Uit het onderzoek blijkt dat het overgrote deel van de afgestudeerden een baan gevonden heeft en dat het merendeel werkzaam is op hbo-niveau. Voor GPW/GL en MER/P&A liggen de percentages afgestudeerden met een baan wat lager dan bij de andere opleidingen. Bij MER/P&A komt dit waarschijnlijk doordat meer dan de helft aan een volgende opleiding bezig is. De afgestudeerden zijn tevreden over de kwaliteit van onze opleidingen. De afgestudeerden zijn over het algemeen tevreden over de basis die de opleiding biedt om te starten op de arbeidsmarkt. Uitzondering hierop is GPW. Het overgrote deel van de afgestudeerden had bij het afstuderen al een baan in het verlengde van de opleiding of heeft die binnen 3 maanden gevonden. Opvallend is dat bij GPW bijna een kwart nog steeds op zoek is naar een baan in het verlengde van de opleiding. De afgestudeerden zijn over het algemeen tevreden over de aansluiting tussen de gevolgde opleiding en de huidige functie. Terugkijkend geven alumni aan dat de vastgestelde eindtermen voor de bachelorstudies aan hogescholen (Dublin Descriptoren) door hun opleiding gerealiseerd zijn. Opvallend zijn de hoge scores van MWD/SPH en VP. Het laagst scoort de actuele kennis en inzicht op het vakgebied. Er lijkt bij sommige opleidingen behoefte te zijn aan meer diepgang en moeilijkheidsgraad van de opleiding, meer keuzemogelijkheden (met name DTO) en aandacht voor visievorming. Tot slot wordt de CHE ervaren als een zeer inspirerende leergemeenschap. Interne Audits In 2010 zijn er bij diverse opleidingseenheden interne audits uitgevoerd: ASS (kwaliteitszorg), LBA (Personeelszorg) en VP (kwaliteitszorg). Uit de audits op het gebied van kwaliteitszorg bleek dat de opleidingseenheden systematisch evaluaties uitvoerden onder de verschillende groepen belanghebbenden, maar dat we de relatie tussen kwaliteitszorg en de beleidscyclus verder moeten ontwikkelen. Resultaten leiden nog onvoldoende tot concrete verbetermaatregelen die uitgevoerd worden en bekend zijn bij de stakeholders. Groei naar een hoger niveau van het INK model, systematisch werken, is wenselijk en noodzakelijk met het oog op academie ontwikkeling. Platform kwaliteitszorg Er is een aanvang gemaakt met Rendement, uitval en instroom en doorstroom van studenten. Alle oplei- dingen werken nog te weinig met streefcijfers op het gebied van propedeuserendement, diploma rendement en instroom. Gezien de ontwikkelingen landelijk ten aanzien van de langstudeerders is het belangrijk om zicht te krijgen op rendement. Het platform Kwaliteitszorg is in 2010 gestart met het formuleren van aanpak en richtlijnen om het rendement van de opleidingen in beeld te brengen en waar nodig te verbeteren.
27
| CHE overtuigend anders
2.3.3 Kwaliteitszorg extern In oktober 2009 vroeg het CvB bij de NVAO accreditatie aan voor de opleiding GPW. In januari 2010 beoordeelde de NVAO deze accreditatieaanvraag positief. Dit betekent dat LBA geaccrediteerd is tot en met 31 december 2016. In november 2009 is bij de NVAO een toets nieuwe opleiding aangevraagd voor de master Contextuele Hulpverlening. In december 2009 heeft het panel bezoek in verband hiermee plaatsgevonden. De NVAO heeft in februari 2010 de aanvraag positief beoordeeld. De master Contextuele Hulpverlening is geaccrediteerd tot en met 8 februari 2016. De opleiding SPH is in maart en april 2010 gevisiteerd door een visitatiepanel van Certiked. Dit leverde een visitatierapport met een positieve eindbeoordeling op. Van de 21 facetten beoordeelde het panel er vier als excellent: de mate waarin het programma voldoet aan de HBO-eisen, de mate waarin het personeel voldoet aan de HBO-eisen, de studiebegeleiding en het gerealiseerde eindniveau. Voor deze opleiding is in september 2010 accreditatie aangevraagd bij de NVAO. De NVAO heeft in december 2010 de accreditatieaanvraag positief beoordeeld. Dit betekent dat SPH geaccrediteerd is tot en met 31 december 2017. De opleiding P&A is in april 2010 gevisiteerd door een visitatiepanel van Certiked. Dit leverde een visitatierapport met een positieve eindbeoordeling op. Van de 21 facetten zijn er vier als excellent beoordeeld: samenhang programma, kwaliteit personeel, studiebegeleiding en gerealiseerd eindniveau. Het CvB heeft in augustus 2010 accreditatie aangevraagd voor P&A. In oktober 2010 heeft de NVAO de aanvraag positief beoordeeld, waarmee de opleiding geaccrediteerd is tot en met 31 december 2017. In mei en juni 2010 is de opleiding GL gevisiteerd door een visitatiepanel van Certiked. Dit leverde een visitatierapport met een positieve eindbeoordeling op. Van de 21 facetten zijn er acht als goed beoordeeld en de overige facetten als voldoende. Het CvB heeft in oktober 2010 accreditatie aangevraagd voor de opleiding GL.
28
| CHE overtuigend anders
Hoofdstuk 3 | Studenten 3.1 Werving en selectie De CHE positioneert zich als een hoger onderwijs- en kenniscentrum met een duidelijke protestants-christelijke identiteit en een hoge kwaliteit. De drieslag relatie, inhoud en verantwoordelijkheid uit onze onderwijsvisie vormen ook onze kernwaarden. Deze zijn bepalend voor onze interne en externe communicatieactiviteiten en -middelen. Dit jaar stond voor de afdeling Marketing & Communicatie in het kader van de continuering van de groeiende instroom. In 2008 had de CHE voor het eerst sinds jaren te maken met een daling van de studenteninstroom en ook van het totaal aantal inschrijvingen. In 2009 steeg de instroom weer (4,6%) en ook het totaal aantal aanmeldingen nam toe (1,4%). Het doel van de afdeling M&C was in 2010 om deze groei te bestendigen. M&C was in 2010 intensief betrokken bij een aantal hogeschoolbrede projecten die naar verwachting effect hebben op de studentenwerving, te weten de ontwikkeling van een nieuwe website en de implementatie van het CRM (Customer Relationship Management) systeem. De afdeling M&C ontwikkelde enkele nieuwe communicatieactiviteiten. In 2010 verscheen er een filmpje (lipdub) die goed bekeken is op internet. Ook werden we actiever op het terrein van social media, onder ander door middel van een twitteraccount. Verder verfijnden we allerlei routine activiteiten, zoals de advertentiecampagne en de open dagen. Onze communicatiestrategie is in een woord samengevat: buzz-marketing. Anders gezegd: het creëren en ondersteunen van mond-tot-mondreclame. Veel activiteiten waren gericht op het ambassadeurschap van studenten en medewerkers. Internal branding is hiervoor een sleutelwoord. Activiteiten die we in dit kader organiseerden zijn onder andere de jaarlijks terugkerende Vocatiodag voor alle CHE-medewerkers. Maar ook het uitdelen van boterstaven aan alle studenten omdat we voor de zevende keer op nummer 1 stonden in de Keuzegids Hoger Onderwijs, kan in dit licht worden bezien. De activiteiten van de afdeling Marketing & Communicatie wierpen zijn vruchten af. In september 2010 bleek dat er sprake was van een groei in de instroom van 9,4% ten opzichte van 2009. De werving van de CHE is met name gericht op de christelijke achterban. Aspirant studenten krijgen via Studielink enkele vragen inzake hun identiteit voorgelegd. Wanneer een potentiële student geen christen is, nodigen we betreffende student uit om de voor- en nadelen van een keuze voor onze hogeschool te bespreken. Niet-christenen zijn welkom op onze hogeschool mits zij een verklaring van respect voor onze grondslag ondertekenen. Ook worden gesprekken gevoerd met aspirant studenten wanneer sprake is van een functiebeperking of om te bezien of bijvoorbeeld een verkorte studieroute tot de mogelijkheden behoort. In totaal werden voor het cursusjaar 2010-2011 337 intake gesprekken gevoerd. 3.1.1 Studentenaantallen In 2010 begonnen zo´n 110 studenten meer aan de CHE dan in 2009. Tabel 3.1 Studentenaantallen per jaar met groei percentages (bron: hbo-raad)
29
Datum
Aantal studenten
Groei t.o.v. vorig jaar (%)
1-10-2006
3942
8,8
1-10-2007
4097
3,9
1-10-2008
3982
-2,8
1-10-2009
4042
1,5
1-10-2010
4131
2,2
| CHE overtuigend anders
Tabel 3.2 Studenteninstroom per jaar in aantallen en percentages naar voltijd (vt), deeltijd (dt) en duaal (bron: hbo-raad) Instroom in jaar
Totaal aantal studenten
2006
waarvan
% vt
% dt
% duaal
1.275
76,9
20,5
2,6
2007
1.324
78,6
18,3
3,1
2008
1.124
80,8
17,1
2,1
2009
1.180
76,8
19,6
3,6
2010
1.292
80,3
15,5
4,2
Opvallend is dat de groei in de instroom zit in de voltijdse en duale opleidingen. Het aantal studenten dat aan een deeltijdopleiding begon is gedaald, Niet alleen procentueel, maar ook in absolute aantallen. 3.1.2 Studentenaantallen per opleiding Tabel 3.3 Studentenaantallen per opleiding vt, dt en duaal (bron: hbo-raad) Jaar
2006
2007
2008
2009
2010
VP vt
405
419
405
425
429
VP dt
82
69
60
48
56
15
34
Gezondheidszorg
VP duaal
Educatie
LBA vt
600
598
582
591
614
LBA dt
138
127
127
134
123
46
54
66
68
51
GPW vt
298
285
253
229
209
GPW dt
323
330
293
278
228
GL vt
61
51
59
56
47
GL dt
48
54
56
60
42
182
220
220
229
245
LBA duaal
Theologie
Mens & Organisatie
MER vt MER duaal
8
P&A vt
83
99
112
126
140
JRN vt
276
278
290
283
268
COM vt
238
272
297
320
332
SPH vt
472
485
451
431
518
SPH dt
137
139
111
105
123
26
37
26
30
42
MWD vt
342
395
402
436
465
MWD dt
185
185
172
178
157
Journalistiek & Communicatie
Sociale Studies
SPH duaal
TOTAAL CHE
30
| CHE overtuigend anders
3.942
4.097
3.982
4.042
4.131
De groei van het aantal CHE-studenten zit met name in de academies Mens & Organisatie en Sociale Studies. Tabel 3.4 Verhouding man-vrouw (bron: hbo-raad) Jaar
2006
2007
2008
2009
Geslacht VP
man vrouw
2010
7,2%
6,6%
8,4%
9,4%
9,1%
92,8%
93,4%
91,6%
90,6%
90,9%
LBA
man
16,1%
16,0%
16,0%
16,1%
16,4%
vrouw
83,9%
84,0%
84,0%
83,9%
83,6%
GPW
man
58,5%
59,3%
57,9%
57,2%
62,2%
vrouw
41,5%
40,7%
42,1%
42,8%
37,8%
man
51,4%
54,3%
51,3%
53,4%
49,4%
vrouw
48,6%
45,7%
48,7%
46,6%
50,6%
MER
man
73,6%
69,1%
67,7%
65,9%
65,6%
vrouw
26,4%
30,9%
32,3%
34,1%
34,4%
P&A
man
41,0%
41,4%
37,5%
38,1%
41,4%
vrouw
59,0%
58,6%
62,5%
61,9%
58,6%
GL
JRN
man
48,6%
49,3%
49,7%
46,6%
50,0%
vrouw
51,4%
50,7%
50,3%
53,4%
50,0%
COM
man
49,6%
48,2%
42,8%
40,6%
40,4%
vrouw
50,4%
51,8%
57,2%
59,4%
59,6%
SPH
man
15,3%
18,6%
17,2%
18,0%
19,3%
vrouw
84,7%
81,4%
82,8%
82,0%
80,7%
MWD
man
20,3%
21,0%
19,5%
21,2%
20,9%
vrouw
79,7%
79,0%
80,5%
78,8%
79,1%
TOTAAL CHE
man
30,5%
31,4%
30,5%
30,2%
30,2%
vrouw
69,5%
68,6%
69,5%
69,8%
69,8%
De verhouding mannelijke en vrouwelijke studenten is stabiel. Opvallend is de lichte groei bij de Pabo van het aantal mannen. Mogelijk is dit het gevolg van de aandacht die we in de studentenwerving als ook in het onderwijsprogramma van de Pabo besteden aan mannelijke studenten.
31
| CHE overtuigend anders
3.1.3 Marktaandelen Tabel 3.5 Marktaandeel instroom in % van de verschillende opleidingen (bron: hbo-raad) Opleiding
2006
2007
2008
2009
2010
VP
4,3
4,5
3,8
4,4
4,5
LBA
2,3
2,8
2,6
2,6
2,7
GPW
53,8
53,7
44,8
52,4
36,2
GL
24,8
32,9
46,3
47,7
21,1
MER
1,5
2,8
1,7
1,8
2,8
P&A
0,9
1,6
2,0
1,6
2,0
JRN
7,4
5,4
5,9
5,6
5,9
COM
2,2
3,0
2,5
2,8
2,3
SPH
4,2
4,6
3,8
3,7
5,3
MWD
5,3
5,7
5,4
4,8
4,4
TOTAAL CHE
3,6
4,2
3,6
3,6
3,9
De CHE had een marktaandeel van 3,6% van de instroommarkt waarvoor opgeleid wordt. In 2010 is dit gestegen naar 3,9%. Ons marktaandeel van alle instromers in het hbo is precies 1,0%. In 2009 en 2008 was dit 0,9%. Bij Godsdienst Pastoraal Werk leidt de komst van een nieuwe concurrerende opleiding tot een daling van het marktaandeel. 3.1.4 Kerkelijke achtergrond De CHE richt zich voor wat betreft de werving van studenten voornamelijk op de christelijke achterban. De kerkelijke achtergrond van de instroom is stabiel te noemen. Opvallend is dat in 2010 het percentage van het aantal studenten met een orthodox reformatorische achtergrond opnieuw is toegenomen. Tevens valt op dat het percentage overig is afgenomen. Onder overig verstaan we studenten die opgeven geen kerkelijke achtergrond te hebben, Rooms Katholieken, Oud Gereformeerden, Leden van het Leger des Heils, zevende dags adventisten, Islamieten, enzovoorts. Tabel 3.6 Kerkelijke achtergrond instroom studenten in % Kerkelijke achtergrond
2006
2007
2008
2009
2010
PKN
27
31
20
5
7
PKN Hervormde signatuur
10
5
16
16
17
11
10
PKN (Gereformeerde Bond) PKN Gereformeerde signatuur
2
2
2
1
2
Gereformeerd (vrijgemaakt)
9
9
9
9
8
Nederlands Gereformeerd
3
3
3
4
4
Christelijk Gereformeerd
7
7
7
7
7
Hersteld Hervormde Kerk
3
3
3
5
4
Gereformeerde Gemeenten
8
7
8
9
10
Gereformeerde Gemeenten in NL
1
3
2
2
3
Baptistengemeenten
4
4
5
5
4
Evangelische gemeenten
32
15
14
14
15
14
Vergadering van Gelovigen
1
1
1
1
1
Pinkstergemeenten
1
1
2
1
2
Overige
9
10
8
9
6
| CHE overtuigend anders
3.2 Studierendementen Onze doelstelling is een diplomarendement van 65% na vijf jaar. Dit betekent dat 65% van de instroom in een bepaald jaar vijf jaar later een diploma heeft gehaald. 35% heeft dan (nog) geen diploma behaald, waarvan een groot aantal studenten de studie heeft gestaakt. In september 2009 (cursusjaar 2009-2010) is deze doelstelling bereikt voor studentencohort 2004-2005. De cijfers voor Godsdienstleraar zijn niet beschikbaar omdat de opleiding in 2004 nog niet op de CHE aangeboden werd. Tabel 3.7 Diplomarendement in % na 5 jaar studie (bron: hbo-raad) Opleiding / gestart in september
2000
2001
2002
2003
2004
VP
73,9
67,3
76,1
66,7
67,9
LBA
76,5
71,4
71,0
72,2
64,7
GPW
45,0
54,8
48,5
52,0
61,9
GL MER
70,0
57,7
62,5
75,7
P&A
65,7
69,4
77,8
55,2
66,7
JRN
41,7
51,4
41,9
54,5
64,5
COM
71,4
81,5
56,0
63,4
55,9
SPH
63,5
59,4
63,2
63,2
64,6
MWD
61,4
68,8
73,2
71,4
74,7
TOTAAL CHE
65,8
65,4
65,0
64,9
65,7
Het is de bedoeling dat het propedeuse jaar selecterend is. Studenten hebben binnen de CHE doorgaans twee jaar de tijd om hun propedeuse te halen. Uit onderstaande tabel blijkt dat propedeuserendementen sterk kunnen fluctueren, per jaar, maar ook per opleiding of per opleidingsvorm. Rode draad is dat de rendementen van voltijdopleidingen beter zijn dan die van deeltijdstudenten. In deeltijd is een studie zwaarder, omdat er naast de studie nog veel andere prioriteiten zijn. Tabel 3.8 Propedeuse rendement in % na 2 jaar (bron: CHE)
33
Opleiding / aanvang propedeuse
2005
2006
2007
2008
VP dt
48,4
34,1
43,5
33,3
VP vt
61,4
59,6
72,5
69,9
LBA dt
27,1
43,1
35,8
51,9
LBA vt
72,3
55,5
66,8
56,0
GL dt
20,0
27,6
26,3
GL vt
18,8
61,9
39,3
GPW dt
25,5
23,4
32,1
22,0
GPW vt
40,0
43,7
47,2
48,7
MER vt
66,7
67,1
66,3
69,7
P&A vt
56,5
66,7
60,5
54,7
JRN vt
68,1
54,3
57,1
54,2
COM vt
57,5
57,0
66,3
56,8
MWD dt
42,9
35,1
44,8
48,6
MWD vt
67,0
64,2
49,7
56,0
SPH dt
41,1
32,5
33,3
30,5
SPH vt
76,2
66,8
54,3
62,6
| CHE overtuigend anders
Een mogelijkheid om te selecteren in de propedeuse is het geven van een bindend studieadvies. We doen dit conform artikel 7.9 derde lid van de WHW. De daling van het aantal uitgereikte Bindende Afwijzende Studieadviezen (BAS) in cursusjaar 2008-2009, blijkt eenmalig. De opleiding LBA geeft de meeste BAS-sen. We geven studenten die na het eerste semester van het eerste jaar nog onvoldoende studiepunten hebben een zogenaamde “waarschuwings BAS”. Daaraan koppelen we een studieloopbaanadvies. Op deze wijze proberen we een Bindend Afwijzend Studieadvies te voorkomen. We helpen deze studenten dan met het oplossen van eventuele deficiënties. Of we bekijken samen hoe we de studieloopbaan op een andere wijze kunnen vervolgen. Tabel 3.9 Uitgereikte Bindende Afwijzende Studieadviezen (bron: CHE) Opleidingen / cursusjaar
2005-2006
2006-2007
2007-2008
2008-2009
VP
10
12
7
1
LBA
1
5
21
37
18
30
GL GPW
2009-2010
2
5
3
7
0
9
9
7
4
MER
4
P&A
4
3
5
5
2
1
1
0
JRN
2
7
1
2
8
COM
2
13
7
3
11
MWD
5
3
3
5
14
SPH
5
6
6
7
5
TOTAAL CHE
39
79
79
56
75
3.3 Begeleiding van studenten Onze hogeschool kent een intensieve begeleidingsstructuur voor studenten. De mentoren / tutoren (coaches) vormen de basis in alle studiejaren. Het accent ligt op het eerste jaar. Verwijzingsmogelijkheden zijn er naar de decaan, de hogeschoolpastor en de vertrouwenspersoon. 3.3.1 Vertrouwenspersoon De vertrouwenspersoon van de CHE is aangesteld in het kader van de klachtenregeling ongewenst gedrag en het reglement vertrouwenspersoon. Evenals voorgaande jaren is in samenwerking met de decaan en pastor voorlichting gegeven over de hogeschoolbrede begeleiding aan alle eerstejaarsstudenten van de CHE. De herziening van de reglementen klachtencommissie en vertrouwenspersoon is in 2010 gerealiseerd. De regeling vertrouwenspersoon is gewijzigd in een regeling vertrouwenspersonen. Per 01-01-2011 kunnen medewerkers en studenten van de CHE gebruik maken van de interne vertrouwenspersoon of van externe vertrouwenspersonen. Hiervoor is een overeenkomst gesloten met de vertrouwenspersonen van Hogeschool De Driestar te Gouda.
34
| CHE overtuigend anders
De (interne) vertrouwenspersoon heeft in 2010 enkele gesprekken gevoerd met medewerkers en studenten. De aanbeveling van de (interne) vertrouwenspersoon aan het CvB om een externe klachtencommissie in te stellen bij arbeidsconflicten is door het CvB overgenomen. Momenteel onderzoekt de interne juriste van de CHE hoe dit vorm kan krijgen. 3.3.2 Decanaat In september 2010 is een tweede decaan benoemd. Deels omdat het werk van de decaan toeneemt en deels omdat de andere decaan in 2011 afscheid van de CHE hoopt te nemen. Enerzijds stond dit jaar in het teken van de werving en selectie van de tweede decaan, anderzijds is er aandacht besteed aan het inwerken en de overdracht. Ook in 2010 maakten veel studenten gebruik van de expertise van het decanaat. De contacten met studenten gaan over de mogelijkheid van verlenging van de studiefinanciering omdat er sprake is van ziekte of handicap. Daarnaast blijft de groep eerstejaars die een verkeerde studie heeft gekozen en per 1 februari wil stoppen onverminderd groot. In die gevallen wordt er vrijwel altijd besproken wat ze dan willen gaan doen, eventueel wordt een beroepskeuzetest aangeboden en wordt hen gewezen op het Studietraject van de Evangelische Hogeschool. De begeleiding van studenten met een handicap kost veel tijd en aandacht, zowel wat betreft gewenste en/ of noodzakelijke voorzieningen maar ook qua begeleiding door docenten. Momenteel hebben we meer dan 160 studenten met een bijzondere toetsregeling. In de meeste gevallen gaat het hierbij om verlengde toetstijd. Bovendien zal op korte termijn de zorg voor studenten met een handicap onderdeel gaan uitmaken van de accreditatie. Het afgelopen jaar is bij een paar opleidingen duidelijk actie ondernomen om langstudeerders aan te pakken en te stimuleren om af te studeren. Daar komt voor de decaan veel werk bij kijken omdat het soms om schrijnende gevallen gaat waarbij voor collegegeld het Noodfonds moet worden aangesproken. In een enkel geval kon met studiefinanciering en het Afstudeerfonds de student geholpen worden. Het langstuderen is inmiddels een echt aandachtspunt geworden door de nieuwe bezuinigingsplannen van het kabinet. Over de impact van deze plannen begonnen eind 2010 de vragen bij het decanaat te komen. Veel studenten horen geruchten en komen met vragen wat dat voor hen betekent. Allereerst is er de langstudeerdersmaatregel die ervoor zal zorgen dat studenten die langer dan vijf jaar over hun studie doen een boete krijgen. Die maatregel gaat overigens pas per september 2012 in. Daarnaast is er de bezuinigingsmaatregel dat in principe nog maar één bachelorgraad wordt bekostigd. Studenten zullen sterk verhoogd instellingscollegegeld gaan betalen voor een tweede bachelor, met uitzondering van de studenten die een tweede bachelor doen in de sectoren gezondheid en onderwijs. 3.3.3 Pastoraat In september 2010 is een tweede decaan benoemd. Deels omdat het werk van de decaan toeneemt en deels omdat de andere decaan in 2011 afscheid van de CHE hoopt te nemen. Enerzijds stond dit jaar in het teken van de werving en selectie van de tweede decaan, anderzijds is er aandacht besteed aan het inwerken en de overdracht. Ook in 2010 maakten veel studenten gebruik van de expertise van het decanaat. Het aantal contacten met studenten is in deze overgangsfase niet goed bij gehouden. De contacten met studenten gaan over de mogelijkheid van verlenging van de studiefinanciering omdat er sprake is van ziekte of handicap. Daarnaast blijft de groep eerstejaars die een verkeerde studie heeft gekozen en per 1 februari wil stoppen onverminderd groot. In die gevallen wordt er vrijwel altijd besproken wat ze dan willen gaan doen, eventueel wordt een be- roepskeuzetest aangeboden en wordt hen gewezen op het Studietraject van de Evangelische Hogeschool.
35
| CHE overtuigend anders
De begeleiding van studenten met een handicap kost veel tijd en aandacht, zowel wat betreft gewenste en/ of noodzakelijke voorzieningen maar ook qua begeleiding door docenten. Momenteel hebben we meer dan 160 studenten met een bijzondere toetsregeling. In de meeste gevallen gaat het hierbij om verlengde toetstijd. Bovendien zal op korte termijn de zorg voor studenten met een handicap onderdeel gaan uitmaken van de accreditatie. Het afgelopen jaar is bij een paar opleidingen duidelijk actie ondernomen om langstudeerders aan te pakken en te stimuleren om af te studeren. Daar komt voor de decaan veel werk bij kijken omdat het soms om schrijnende gevallen gaat waarbij voor collegegeld het Noodfonds moet worden aangesproken. In een enkel geval kon met studiefinanciering en het Afstudeerfonds de student geholpen worden. Het lang studeren is inmiddels een echt aandachtspunt geworden door de nieuwe bezuinigingsplannen van het kabinet. Over de impact van deze plannen begonnen eind 2010 de vragen bij het decanaat te komen. Veel studenten horen geruchten en komen met vragen wat dat voor hen betekent. Allereerst is er de langstudeerders maatregel die ervoor zal zorgen dat studenten die langer dan vijf jaar over hun studie doen een boete krijgen. Daarnaast is er de bezuinigingsmaatregel dat in principe nog maar één bachelorgraad wordt bekostigd. Studenten zullen sterk verhoogd instellingscollegegeld gaan betalen voor een tweede bachelor, met uitzondering van de studenten die een tweede bachelor doen in de sectoren gezondheid en lerarenopleidingen. 3.3.4 Specifieke groepen In 2010 kreeg het project om christenmigranten te werven een vervolg. Onder de titel CHE en Multiculturaliteit (CMC) wordt geprobeerd op diverse manieren de contacten met een aantal keyplayers in de christen migrantenwereld te versterk, als vervolg op de miniconferentie die we organiseerden in 2009. Binnen het CMC zijn verschillende projecten die variëren van het organiseren van goede stageplaatsen in de migrantenwereld tot het ontwikkelen van goede studieloopbaanbegeleiding voor christenmigranten die aan de CHE komen studeren. In 2010 hebben de inspanningen van het CMC nog geen vruchten afgeworpen. Het aantal allochtone studenten is stabiel. Tabel 3.10 Etniciteit ingeschreven studenten in aantallen en percentages (bron: hbo-raad) Autochtoon Niet-westers Westers
2007
2008
2009
2010
3.920
95,7%
3.797
95,4%
3.850
95,3%
3942
95,4%
69
1,7%
79
2,0%
91
2,3%
95
2,3%
108
2,6%
106
2,7%
97
2,4%
94
2,3%
Allochtonen die aan onze school studeren krijgen begeleiding van hun tutor en/of mentor. Daarbij ontvangen zij gerichte aandacht voor mogelijk specifieke problemen. Zij kunnen ook terugvallen op de ondersteuning van de decaan. Het beleid ten aanzien van studenten met een functiebeperking is in 2010, evenals in voorgaande jaren, met succes uitgevoerd. We spreken hier over de intake, studieplanning en de begeleiding van studenten met een functiestoornis. Ons uitgangspunt is dat we voor deze groep voor een zodanige dienstverlening en studiebegeleiding zorgen, dat belemmeringen worden weggenomen. Zo moeten zij een eerlijke kans krijgen de studie met succes te doorlopen. In 2010 was er opnieuw sprake van een toename van het aantal vragen van (aankomende) studenten met een functiebeperking.
36
| CHE overtuigend anders
3.4 Aansluiting vooropleiding met hbo De instroom van onze hogeschool bestaat voor het grootste deel uit studenten met als hoogste vooropleiding havo of mbo. Ten opzichte van de landelijke cijfers is onze instroom in havo relatief hoog en dat geldt ook voor de vwo-instroom. Het aantal mbo-ers is relatief iets lager dan landelijk. Tabel 3.11 Instroom naar vooropleiding (bron: hbo-raad)
vooropleiding
2006
2007
2008
2009
2010
CHE
havo
48,0
49,7
47,6
47,9
49,3
mbo
27,8
25,1
25,4
27,7
25,0
ho
3,3
3,8
3,9
4,4
6,9
onbekend
3,0
2,7
4,9
3,9
3,6
overig
4,2
5,2
2,7
2,2
3,3
vwo
13,7
13,4
15,4
13,9
11,8
landelijk
havo
38,7
39,1
40,0
39,2
40,1
mbo
30,1
29,9
28,8
29,4
28,3
ho
7,1
6,5
6,6
6,5
11,0
onbekend
5,0
4,3
5,7
5,6
3,8
overig
10,0
11,1
10,0
10,0
8,3
vwo
9,2
9,0
9,0
9,3
8,5
Ons beleid voor de aansluiting vanuit het voorgezet onderwijs (vo) naar het hbo is erop gericht om: - leerlingen te informeren over het hbo; - het realiseren van concrete samenwerkingovereenkomsten met scholen voor vo; - en het opzetten van nieuwe opleidingsvarianten gericht op studenten met een mbo opleiding. In de algemene voorlichting besteden we systematisch aandacht aan de in- en doorstroom vanuit de verschillende vooropleidingen. Voorbeelden van activiteiten die wij in 2010 hebben ondernomen om de aansluiting op het voortgezet onderwijs te verbeteren: - Voor Nederlands en Engels maakten al onze eerstejaars een entreetoets. Op basis van de resultaten bieden wij studenten eventueel extra begeleiding om het gewenste niveau te realiseren. Zo werken we bijvoorbeeld bij de academie Communicatie op basis van de resultaten voor Engels met niveaugroepen. Tempo, intensiteit van begeleiding en het programma worden zo beter afgestemd op het instroomniveau. - Binnen de academie Educatie werken we met specifieke studieroutes voor mbo-ers en vwo-ers. Mbo-ers met een kwalificatie als onderwijsassistent kunnen een route volgen waarin ze minder stage lopen. In plaats daarvan krijgen ze extra lessen en theorie aangeboden. Voor vwo-ers is er de zogenaamde academische route. - Voor bovenbouwleerlingen havo en vwo organiseerden we Experience dagen. Vier keer per jaar organiseerden we een dergelijke dag voor geïnteresseerden. Daarnaast kwamen zeven voortgezet onderwijsscholen langs om hun leerlingen kennis te laten maken met beroep, hoger onderwijs en de CHE. Op deze wijze willen we een bijdrage leveren aan een goede studiekeuze en een goede beeldvorming over wat studeren in het hbo betekent. - We organiseerden ook een Experience dag specifiek gericht op de doelgroep mbo-leerlingen. - SPH heeft een instroom traject waarbij mbo-ers in maart kostenloos enkele onderwijsactiviteiten aan de CHE volgen, waarna ze in september zich voor een verkorte studieroute kunnen inschrijven.
37
| CHE overtuigend anders
Hoofdstuk 4 | Personeel 4.1. Ontwikkelingen personeelsbeleid 2010 4.1.1 Resultaat & Ontwikkelgesprekscyclus (R&O) Nadat in maart 2010 de vakbonden hebben ingestemd met de nieuwe R&O-gesprekscyclus, is er met meer dan de helft van de medewerkers een resultaatgesprek gevoerd. In het najaar zijn de eerste ontwikkelgesprekken gevoerd waarbij gebruik is gemaakt van competentieprofielen. Gedurende het jaar speelde het vraagstuk of het ophalen van feedback en het opstellen van een zelfevaluatie voor medewerkers wel of niet verplicht moet worden. In overleg met de medezeggenschapsraad is eind december gekozen deze instrumenten op vrijwillige basis in te zetten. 4.1.2 Convenant leerkracht In het convenant leerkracht is afgesproken dat ter versterking van het beroep van leraar diverse acties nodig zijn rond de thema’s a) de positie van een leraar, b) de verbetering van de beloning van de leraar en c) de inzetbaarheid in het onderwijsproces. Functiemix Om de beloning van de docent aantrekkelijker te maken is gekozen voor het project functiemix waardoor meer docenten in aanmerking komen voor een hogere functie. De uitvoering van de functiemix, zoals in het voorjaar van 2010 afgesproken met de vakbonden, vindt plaats onder auspiciën van de zes Academiedirecteuren en maakt onderdeel uit van de academiespecifieke personeelsplanning en -zorg. In de onderstaande tabel is het hogeschoolbrede resultaat te zien van het beleid dat in 2009 en 2010 is uitgevoerd inzake de functiemix. In de onderstaande tabel is het hogeschoolbrede resultaat te zien van het beleid dat in 2009 en 2010 is uitgevoerd inzake de functiemix. De afspraak die de CHE heeft gemaakt voor de functiemix is te vinden in de laatste kolom van de tabel. In de achterliggende jaren is met name ingezet om het aantal schaal 11 en 12 functies in overeenstemming met de afgesproken functiemix te brengen. FUNCTIEMIX Schaalnummer
2008
2010
2012 convenant
%
%
%
10
6,3
5,1
7,8
11
50,5
47,8
42,6
12
38,8
43,3
42,1
13
4,4
3,8
7,6
Professionele ruimte In Ede is de dialoog over de Professionele Ruimte in maart 2010 van start gegaan met een aantal activiteiten zoals filmfragmenten van voorbeelden die de gewenste verbinding tussen onderwijs, onderzoek en werkveld zichtbaar maken, een vragenlijst onder docenten en medewerkers, een Lagerhuisdebat en de week van het debat waarbij studenten hun stem lieten horen. De uitkomsten van de verschillende activiteiten zijn besproken op academie- en dienstniveau en meegenomen in het strategische project docent- en onderwijsontwikkeling dat in september 2010 van start is gegaan. 4.1.3 Medewerkers tevredenheids onderzoek In 2009 vond een Medewerkers Tevredenheids Onderzoek (MTO) plaats. De meest opvallende uitkomsten die hogeschoolbreed gelden, zijn:
38
| CHE overtuigend anders
Medewerkers zijn positief over de: - functie en het werken bij de CHE. - directe aansturing van het Algemeen Onderwijsondersteunend Personeel. - mate van leermogelijkheden van Onderwijzend Personeel. - relatie tussen collega’s onderling. De helft van de respondenten benoemt de werksfeer, collegialiteit en betrokkenheid bij elkaar als meest positieve aspect van het werken bij de CHE. 15% benoemt de (christelijke) identiteit als meest positieve aspect. Medewerkers zijn negatief over: - het gebrek aan de afwisseling in het werk bij het Algemeen Onderwijsondersteunend Personeel. - de hoeveelheid energie die het werk kost. Er is een grote herstelbehoefte na het werk. - het klimaat binnen de hogeschool. Meer dan de helft van de medewerkers (57%) ervaart belemmeringen in de voortgang van het werk door dit klimaat in de hogeschool. De helft van alle respondenten geeft aan dat de klimaatproblematiek serieus wordt opgepakt binnen de CHE. - de hoeveelheid werk. 37% van de medewerkers geeft aan dat er structureel meer uren per week wordt gewerkt dan contractueel vastgelegd. In 2010 hebben alle academies en diensten plannen op ontwikkeld naar aanleiding van de onderzoeksresultaten. In het najaar deden de personeelsadviseurs een beperkt onderzoek binnen de academies en diensten naar de mate van uitvoering van de actieplannen. De rapportage is besproken in het CMT. De belangrijkste conclusie is dat de academies en diensten zichtbaar aan de slag zijn gegaan met de uitvoering van de plannen en dat er ook merkbare veranderingen zijn, tegelijk geldt dat het gevoel van hoge werkdruk blijft bestaan. Dit heeft met name te maken met de cultuur van hard werken, loyaliteit en hoge ambities en met onevenwichtige planning over blokken en over dagen én met versnippering van taken. De vakbonden hebben aangeboden mee te willen denken over mogelijke oplossingen. Het gesprek hierover met de bonden en de MR vindt plaats in 2011. Daarnaast zijn er in 2010 verdere maatregelen genomen om het klimaatprobleem op te lossen en is de CHE gestart met een nieuwbouw/verbouw traject. 4.1.4 decentrale arbeidsvoorwaardenmiddelen Jaarlijks besteedt de CHE 1,15% van de loonsom aan decentrale arbeidsvoorwaarden. Met de vakbonden was overeengekomen deze in te zetten voor: 1) levensfasebewust personeelsbeleid: - doorbetaling pensioenpremie ouderschapsverlof - gedeeltelijke doorbetaling ouderschapsverlof - kinderopvang - vermindering werktijd ouderen - startende docenten - loopbaanoriëntatie/doorstroom ondersteuning 2) gezondheidsbeleid: - stoppen met roken - preventief coachen - bedrijfsfitness 3) duurzaamheidbeleid: - internetvergoeding 4) overig - woon- werkverkeer In november 2010 kwam de CHE met de bonden de besteding van de decentrale arbeidsvoorwaardenmiddelen in 2011 overeen. Deze worden voor een groot deel op dezelfde wijze als in 2010 vergoed. Preventiesoftware, een kortingskaart van de NS en een bijdrage aan de vergoeding van dienstreizen die van 19 cent per km in 2011 wordt opgehoogd naar 28 cent per km.
39
| CHE overtuigend anders
4.2 Formatieontwikkeling In 2010 is de omvang van de formatie met 3% toegenomen van 308 fulltime equivalenten (fte) in 2009 naar 318 fte in 2010. Het aantal fte voor onderwijsgevend personeel (OP) is toegenomen met 4 fte en de formatie voor algemeen ondersteunend personeel (AOP) met 6 fte. Het aantal medewerkers is meer toegenomen dan het aantal fte (14 medewerkers versus 10 fte). Hieruit blijkt dat naar verhouding de formatieomvang is afgenomen. Meer dan voorheen wordt er gestuurd op het beginsel om bij aflopende en ontbindingen van contracten begeleiding te bieden om van werk naar werk door te stromen. Instrumenten als loopbaantrajecten en outplacement worden hiervoor ingezet evenals gerichte begeleiding 2de spoor waarbij gezocht wordt naar een passende functie bij een nieuwe werkgever. Tabel 4.1 Overzicht van de personeelsformatie OP-formatie Aantal fte per
AOP
Totaal
31-12-2009
31-12-2010
31-12-2009
31-12-2010
31-12-2009
31-12-2010
man fte
128
127
45
45
174
172
vrouw fte
67
71
69
75
135
146
Totaal fte
195
198
114
120
309
318
Tabel 4.2 Aantal personen in dienst van de CHE 2006 - 2010 Aantal personeelsleden per
31-12-2006
31-12-2007
31-12-2008
31-12-2009
31-12-2010
OP
293
323
310
312
317
AOP
135
164
166
177
186
Totaal
428
487
476
489
503
Tabel 4.3 Verhouding mannen en vrouwen in dienst van de CHE per 31-12-2010 in fte. Vast
Flex1
Vast
Flex
Vast
Flex
OP
183
15
123
4
60
11
AOP
103
17
40
5
63
12
Totaal
286
32
163
9
123
23
De gemiddelde leeftijd van de medewerkers aan de CHE is in 2010 gedaald naar 44,4 jaar. In 2009 was dit nog 45,9 jaar. Het gaat hier om een gewogen gemiddelde waarbij onder andere rekening is gehouden met een toename in het aantal medewerkers. Tabel 4.4 Gemiddelde leeftijd OP-AOP en man-vrouw 2009
2010
Mannen
Vrouwen
Mannen
Vrouwen
OP
48
43
49
43
AOP
41
42
41
42
4.2.1 Werving en selectie In het jaar 2010 zijn 39 vacatures uitgezet waarvan op een na allemaal vervuld werden. Dit is een forse stijging ten opzichte van 2009 toen er, in verband met een vacaturestop, slechts 20 vacatures zijn vervuld. Van de 39 vacatures was 58% gericht op onderwijsfuncties en 42% had betrekking op de ondersteunende diensten.
40
| CHE overtuigend anders
Figuur 4.1. Aantal werving- en selectieprocedures per Academie en Diensten
4.3 ARBO en ziekteverzuim 4.3.1 Arbeidsomstandigheden De veiligheid in en om de school wordt nauwlettend in de gaten gehouden door de facilitaire medewerkers en preventiemedewerkers. Bij oefeningen en calamiteiten komen de bedrijfshulpverleners in actie. Jaarlijks worden deze medewerkers getraind om kennis en vaardigheden op peil te houden. De preventiemedewerkers hebben in 2010 naast een veiligheidsronde zeven werkplekonderzoeken uitgevoerd. 4.3.2 Verzuim Tabel 4.5 Verzuim CHE en landelijke cijfers in % Verzuim CHE
OP & AOP
Landelijk (hbo)
2008
2009
2010
2008
2009
2010
4,7
5,7
4,5
4,4
4,3
onbekend
Om de vergelijking met hbo-cijfers mogelijk te maken, hanteren we in tabel 4.5 dezelfde rekengrondslag als de hbo-raad en laten het verzuim van langer dan twee jaar buiten beschouwing. Het verzuimcijfer vertoont sinds 2006 voor het eerst een dalende trend. Het percentage is gedaald tot onder het niveau van 2008. Dat is te verklaren vanwege de uitstroom van een aantal langdurig zieke medewerkers in het verslagjaar.
41
| CHE overtuigend anders
Tabel 4.6 Verzuimcijfers CHE per maand in % (inclusief verzuim langer dan twee jaar) Jaar
Maand
Verzuimpercentage
2010
Januari
5,16%
2010
Februari
5,43%
2010
Maart
4,33%
2010
April
4,67%
2010
Mei
4,23%
2010
Juni
3,91%
2010
Juli
3,83%
2010
Augustus
3,95%
2010
September
5,12%
2010
Oktober
4,38%
2010
November
4,41%
2010
December
4,36%
4.4 Professionalisering De CHE is een leer- en werkomgeving voor studenten en medewerkers. Formeel en informeel wordt er geleerd en gewerkt aan het optimaal inzetten van talenten van medewerkers ten behoeve van het realiseren van de organisatiedoelen. In 2010 is een nieuwe impuls gegeven aan het werken met Teamontwikkelingsplannen (TOP) en Persoonlijke ontwikkelingsplannen (POP) in lijn met de vernieuwde gesprekscyclus. Hogeschoolbreed wordt een keur aan trainingen en cursussen aangeboden waar in het verslagjaar door 130 medewerkers gebruik van is gemaakt. Een drietal medewerkers volgt in 2010 een promotietraject terwijl door 14 docenten gebruik wordt gemaakt van de lerarenbeurs. Het beschikbaar gestelde budget van € 11.000 vanuit de subsidieregeling ‘Bloei op met 500 POP’ van Zestor, arbeidsmarkt- en opleidingsfonds hbo, is door 22 medewerkers benut voor financiering van een activiteit uit het POP. Tabel 4.4. Trainingen en deelnemers Training of cursus
Aantal deelnemers
Breinonderwijs
19
Borstvoeding op de werkplek
3
Digitaal schoolbord
11
Engels Advanced Certificate
11
Engels Advanced Certificate/extern
1
Engels First Certificate
9
EVC training
14
HBO spiegel
9
Loopbaancheck
7
Loopbaantraject
7
Persoonlijke coaching
19
Proficiency workshop
9
Stoppen met roken
2
Supervisie
3
Verzilver je senioriteit
6 Totaal
42
| CHE overtuigend anders
130
Vanuit de decentrale middelen heeft de CHE in 2010 vijf medewerkers financieel ondersteund voor het volgen van een opleiding in het kader van doorstroom. Hogeschoolbreed is een bedrag van € 244.427 uitgegeven aan professionalisering.
4.5 Kerkelijke achtergrond De CHE ontwikkelt en verzorgt hoogwaardig hoger beroepsonderwijs, waardoor studenten en cursisten als persoon en als christen worden gevormd, toegerust en opgeleid tot startende professionals. Van collega’s verwachten wij dat zij instemmen met de grondslagen van de CHE. Criteria voor benoeming zijn het meelevend lidmaatschap van een kerk of gemeente en het aanvaarden van de Bijbel als het woord van God. Bij indiensttreding ondertekent een nieuwe collega hiertoe een verklaring. Daarmee krijgen we tevens zicht op de kerkelijke achtergrond van onze medewerkers. Tabel 4.8 Kerkelijke achtergrond medewerkers in %
2008
2009
2010
PKN - protestants
7
11
11
PKN - hervormde signatuur
32
26
24
PKN - gereformeerde signatuur
43
9
8
9
PKN
48
45
43
Gereformeerd (vrijgemaakt)
10
9
9
Nederlands Gereformeerd
11
12
11
Christelijk Gereformeerd
6
6
6
Gereformeerde gezindte
27
27
26
Hersteld Hervormde Kerk
1
1
1
Gereformeerde gemeenten
3
3
4
Overig gereformeerd
-
0
0
Orthodox gereformeerde gezindte
4
4
5
Baptistengemeenten
6
6
6
Evangelische gemeenten
12
12
12
Vergadering van Gelovigen
1
1
1
Evangelisch
19
19
19
Overige
2
4
7
| CHE overtuigend anders
Hoofdstuk 5 Lectoraten 5.1. Algemeen In het instellingsplan van de CHE is de ontwikkeling van kenniscentra één van de strategische doelen. Lectoraten hebben een belangrijke functie voor het realiseren van deze doelstelling. In 2010 waren zes lectoraten actief binnen onze organisatie: - Gemeenteopbouw/Geestelijk Leiderschap binnen de academie Theologie - Sociale Innovatie binnen de academie Mens & Organisatie - Religie in Media en Publieke Ruimte binnen academie Journalistiek & Communicatie - Verpleegkundige beroepsethiek binnen de academie Gezondheidszorg - Jeugd & Gezin binnen de academie Sociale Studies - Docent & Talent binnen de academie Educatie. De onderstaande tabellen bevatten kengetallen over de onderzoeksinzet in termen van mensen en financiën. Tabel 1: In 2010 gerealiseerde inkomsten voor onderzoek Gerealiseerde inkomsten in K€ Rijksbijdrage
564
RAAK
0
Internationaal
0
Overig
43
In vergelijking met de gerealiseerde inkomsten voor onderzoek in 2009 zijn de overige inkomsten verdubbeld. Tabel 2: Onderzoeksinzet (peildatum 1 januari 2011) Categorie
Totaal aantal
Totaal FTE’s
Aantal gepromoveerden
Lectoren
6
3,2
5
Docenten en andere onderzoekers
15
2,5
3
Promovendi
6
1,7
Ondersteuning
3
0,4
Studenten
0
1. 2. 3. 4.
De categorieën 2 en 3 sluiten elkaar uit. Docenten die vanuit een lectoraat aan het promoveren zijn vallen in categorie 3. Docenten die op een eigen onderwerp promoveren dat niet gelieerd is aan een lectoraat worden niet meegeteld.
5.2 Lectoraat Docent en Talent, academie Educatie Talentontwikkeling van leraren vormt een van de speerpunten van het lectoraat Docent en Talent. Het lectoraat richt zich op de vorming van Pedagogische Proefpraktijken (ppp), waarin leraren nieuwe aanpakken ontwikkelen, onderzoeken en demonstreren. Het lectoraat benadrukt daarmee het belang van het primaire proces, waarin kennen en handelen, theorie en praktijk, de persoon en diens vaardigheden onlosmakelijk met elkaar verbonden (dienen te) zijn. In navolging van de betekenis van het hebreeuwse woord ‘ kennen’ beschouwt het lectoraat kennis niet als iets louter cerebraals, maar als iets dat met het hele mens-zijn verbonden is. In een ppp wordt ook kennis van buitenaf aangereikt, maar (talentvolle) leraren zelf krijgen zoveel mogelijk een actieve rol in het proces van kennisconstructie.
44
| CHE overtuigend anders
In het najaar 2010 zijn twee pedagogische proefpraktijken van start gegaan. In de eerste ppp worden de ervaringen van leraren met handelingsgericht werken (HGW, een nieuwe manier van omgaan met verschillen) onderzocht; in de tweede ppp worden de ervaringen van leraren met opbrengstgericht werken bij taalonderwijs onderzocht. Hierbij wordt een relatie gelegd met de kennisbasis taal. Lector en kenniskring De lector, dr. Jacquelien Bulterman-Bos, is sinds 1 januari 2010 in dienst. Ook zijn drie leden van het docententeam verbonden aan de kenniskring. Op 13 oktober 2010 heeft de installatie van het lectoraat plaatsgevonden met het uitspreken van de rede ”Geef de onderwijsontwikkeling terug aan leraren; de pedagogische proefpraktijk als verbinding tussen kennen en handelen.” Contacten naar buiten De lector is uitgenodigd mee te denken met de Stichting Beroepseer over het thema beroepstrots. Ook het CNV heeft contacten gelegd i.v.m. kwesties als beroepsregistratie. De lector is ook betrokken bij de gedachteontwikkeling over kenniscirculatie die plaatsvindt in hogeschoolverband en in ZEG-verband. In het jaar 2010 is de website van het lectoraat ontwikkeld. Daarnaast is de website van de pedagogische proefpraktijken in een vergevorderd stadium. Publicaties Behoudens publiciteit rondom de installatie van het lectoraat zijn er door kenniskringleden twee artikelen verschenen in landelijke kranten. Daarnaast is de lectorale rede verschenen. Inmiddels zijn ook twee papers ingediend voor wetenschappelijke conferenties. Jan Kaldeway schreef een artikel in Muynck, A. de, Hegeman, J.H. & Vos, P.H. (2011). Bridging the Gap. Proceedings of the IAPCHE-Europe conference April 2009. Sioux Centre: Dordt Press.
5.3 Lectoraat Jeugd en Gezin, academie Sociale Studies In september 2009 is het lectoraat Jeugd en Gezin gestart met de aanstelling van de lector, Martine Noordegraaf. Zij heeft toen op basis van de aanvraag zoals ontwikkeld door Gert Vierwind en Wim Dekker een opzet geschreven voor de onderzoeksprojecten zoals uit te voeren in de eerste twee jaren van het lectoraat. Op basis van die opzet heeft zij, samen met een daarvoor samengestelde commissie, kenniskringleden aangenomen om de onderzoeksprojecten verder op te zetten en uit te voeren. Deze kenniskringleden, te weten: Gert Vierwind (Waarden en Zingeving) en Kees Verduijn (Methodiekontwikkeling) vanaf oktober 2009, Tirza van Laar-Jochemsen (Methodiekontwikkeling), vanaf januari 2010 en Adriaan Oosterloo (Begeleidingskunde) vanaf september 20011, hebben elk een onderzoeksplan voor hun onderzoekslijn uitgewerkt. Binnen hun onderzoekslijn hebben ze verdiepend onderzoek gedaan en stappen gezet in de uitvoering van praktijkgericht onderzoek. Vanuit de onderzoeksbank SPH, het afstuderen SPH en MWD, de Master Contextuele Hulpverlening en de verbredingsminor wetenschapsmethodologie hebben studenten geparticipeerd in het onderzoek. Tevens zijn er relaties gelegd met het werkveld, andere hogescholen en andere kennisinstituten en zijn conferenties en symposia bezocht. Op 24 september 2010 is het lectoraat Jeugd en Gezin geïnstalleerd.
5.4 Lectoraat Verpleegkundige beroepsethiek, academie Gezondheidszorg Sinds 1 september 2009 heeft de CHE het lectoraat Verpleegkundige Beroepsethiek’. Op 21 januari 2010 werd de lector geïnstalleerd. Het lectoraat richt zich op het vermogen van verpleegkundigen om hun verantwoordelijkheid voor goede zorg te dragen binnen de organisatorische context. Dr. B. (Bart) Cusveller is aangesteld als lector en R. (Ria) den Hertog-Voortman MScN als kenniskringlid voor vier jaar. Laatstgenoemde werkt aan een promotieonderzoek. De plaats in de kenniskring van drs. A. (Auke) Bos, drs. M. (Martin) te Lintel Hekkert MScN werd met een jaar verlengd om het eerste opstartjaar vruchtbaar te maken.
45
| CHE overtuigend anders
In 2010 hebben leden van de kenniskring onder meer gewerkt aan een drietal betaalde opdrachten, over psychosociale ondersteuning van kankerpatiënten (Stichting Hadassa), zorg voor verstandelijk gehandicapten (Helpende Handen), en over de identiteit van christelijke zorg (ProLife). Verder is door de kenniskringleden mede met behulp van afstudeeronderzoeken van studenten gewerkt aan onderzoekslijnen over persoonlijk functioneren, methodisch handelen, aansluiten op de zorgbehoefte en ethisch overleg onder verpleegkundigen. De onderzoekslijnen leidden in 2010 tot de eerste publicaties in vakbladen en presentaties voor een vakpubliek, onder andere op een internationale conferentie in Finland. Informeel en in formele bijeenkomsten zijn contacten gelegd en onderhouden met instellingen in het werkveld. Informeel en in formele bijeenkomsten werd ondersteuning gegeven aan docenten en studenten over het doen van onderzoek. Het jaar werd verder gekenmerkt door verdergaande bezinning op koers en inbedding van het lectoraat binnen de Academie.
5.5 Lectoraat Religie in Media en Publieke Ruimte, academie Journalistiek & Communicatie Het lectoraat Religie in Media en Publieke Ruimte doet onderzoek naar de betekenis van religie en zingeving binnen de vakgebieden van journalistiek en communicatie. Welke rol spelen geloofsovertuigingen bij de selectie en weergave van het nieuws? Hoe kun je relevantie en missie van je organisatie met elkaar verbinden? En hoe kunnen journalisten en communicatieprofessionals inspelen op de toenemende behoefte aan zingeving en spiritualiteit in onze samenleving? Lector is dr. ir. Jan van der Stoep. De kenniskring van het lectoraat bestaat uit drs. K. Goossen, ir. P. Jansen, drs. J. Snel, dr. T. van der Ziel en drs. M. Sprong-Brouwer (betaald door zorgcentrum Riederborgh, Ridderkerk). Het lectoraat is mede ontstaan op initiatief van de Stichting voor Christelijke Filosofie. De lector is ook toegevoegd aan het team van bijzondere hoogleraren van deze stichting. Voor het lectoraat is een Adviesraad samengesteld, bestaande uit prof. dr. P. Ester, prof. dr. S. Griffioen, dr. C.L. de Feijter, drs. D.A. Meinema en prof. dr. ir. C.A.P.G. van der Mast. Primaire taak van het lectoraat is onderzoek en kennisontwikkeling. Het onderzoek moet ten dienste staan van het onderwijs en in nauwe interactie met het werkveld worden uitgevoerd. In het jaar 2010 zijn 2 boeken verschenen, 4 wetenschappelijke artikelen, 6 vakwetenschappelijke artikelen en 11 opiniërende artikelen. Daarnaast zijn er 23 lezingen gegeven en heeft het lectoraat 34 keer de publiciteit gehaald.
46
| CHE overtuigend anders
Het lectoraat is inhoudelijk betrokken bij de opzet van de minor cultuur en religie ( journalistiek) en bij de minor non-profit en overheid (communicatie). Tevens is vanuit het lectoraat een cursus onderzoek voor docenten opgezet. De lector is door diverse organisaties op directie-niveau uitgenodigd op gesprek over hun communicatiestrategie. De verwachting is dat uit diverse van deze contacten transferactiviteiten zullen voortvloeien.
5.6 Lectoraat Gemeenteopbouw, academie Theologie Het lectoraat is in staat gebleken om een flinke impuls te geven aan het onderzoek binnen de Academie voor Theologie. Dit resulteerde in een stroom publicaties, die merendeels zijn gepubliceerd. Zij hebben aantoonbaar invloed uitgeoefend binnen het werkveld en de opleiding. Veel onderzoeken zijn ook verspreid door symposia, die voor het grootste deel goed bezocht werden en waarvan ook in de landelijke pers verslag werd gedaan. Het lectoraat heeft vrijwel alle onderzoeken die het van plan was te doen kunnen afronden. Met het onderzoek zijn ook de verwachtingen die waren uitgesproken in de lectoraatsaanvraag ingewilligd. Er is veel adequate en goed onderbouwde kennis verzameld over de beroepspraktijk van de hbo-theoloog. Het lectoraat heeft een toonaangevende positie als kenniscentrum opgebouwd op de terreinen van missionair gemeente-zijn en de beroepspraktijk van de HBO-theoloog. Binnen de opleiding heeft het lectoraat het onderzoekend leren gestimuleerd. Dit bevindt zich momenteel echter nog in een beginfase. De onderwijsvernieuwing was al grotendeels onderweg toen het lectoraat aantrad, waardoor direct een achterstand ontstond op deze processen. Geleidelijk is die achterstand ingelopen, zodat het lectoraat nu ‘bovenop’ de ontwikkelingen van het curriculum zit. Het lectoraat heeft goede contacten opgebouwd met verschillende kennisinstellingen, zoals de LOO-partners, de ETF, de VU en de PThU. Er werd gezamenlijk onderzocht verricht en gezamenlijke symposia vonden plaats. Bovendien werd gebruik gemaakt van elkaars mensen. Met het werkveld zijn zeer goede contacten opgebouwd. Het lectoraat is een gerespecteerde partner, zowel voor de PKN als voor bijv. de EA, de VPE en andere organisaties en kerkverbanden. Door onderzoeken, publicaties, symposia en expertmeetings heeft het lectoraat veel publiciteit gegenereerd voor de CHE in het algemeen en voor de Academie voor Theologie in het bijzonder.
5.7 Lectoraat Sociale Innovatie, academie Mens & Organisatie Het Lectoraat Sociale Innovatie wordt gevormd door lector drs. J.P. (Jack) Crielaard en de twee kenniskringleden, drs. E.C. (Eelco) van den Dool en drs. M.A. (Michiel) de Ronde. Ook in het afgelopen jaar positioneerde het Lectoraat Sociale Innovatie zich nadrukkelijk als eigen richting binnen het brede spectrum van sociale innovatie. Binnen het lectoraat Sociale Innovatie leggen we grote nadruk op andere waarden, effecten en vormen van output dan puur en alleen op de financiële zaken. In het afgelopen jaar is door het lectoraat gewerkt binnen de eigen onderzoekslijnen. Het gaat dan om onderzoek naar respectievelijk duurzame organisatievormen, spirituele dynamiek in sociale innovatie en individuele luister- beslisstrategie‘n. Het lectoraat staat midden in de opleiding. Bovendien is zij nauw betrokken bij de ontwikkeling van nieuwe curriculumonderdelen. Ongeveer tien studenten voerden in 2010 stages en afstudeerprojecten uit onder de vlag van het lectoraat, in samenwerking met externe partners.
47
| CHE overtuigend anders
Hoofdstuk 6 | Transfer 6.1 Transfer algemeen CHE-Transfer verzorgt masteropleidingen, post hbo opleidingen, cursussen, trainingen (indien gewenst in-company), advieswerk en (praktijk)onderzoek. We hebben zes verschillende Transfer units, die direct verbonden zijn aan de academies te weten: - Transfer Verpleegkunde - Transfer Educatie - Instituut voor Gemeenteopbouw en Theologie - Transfer Mens & Organisatie - Transfer Journalistiek & Communicatie - Transfer Sociale Studies Het is de bedoeling dat deze contractactiviteiten de directe verbinding tussen onderwijs, onderzoek en werkveld tot stand brengen. Dit is ook de reden dat de Transferunits onderdeel zijn van de academies.
6.2 Activiteiten per Academie 6.2.1. Transfer Educatie Transfer Educatie biedt een aantal producten aan, die kenmerkend zijn voor de kwaliteit van onze opleiding. Dit zijn zorg, tweetaligheid, wetenschap & techniek, multiculturaliteit en identiteit, coaching & begeleiding, zowel individueel als ook in teams. Wij verwachten dat de activiteiten zullen aantrekken vanwege het groeiende wederzijds vertrouwen tussen het werkveld en onze opleidingen. Genoemde vertrouwen blijkt onder andere door het samenwerkingsverband met 12 basisschoolbesturen/ verenigingen binnen Opleiden In De School. Er is een hecht netwerk ontstaan waarbij Transfer Educatie een rol speelt. Met name waar het gaat om mentorentrainingen, het samen uitwerken van de ‘nulmeting’ van de relatiebeheerder (CHE) met de afzonderlijke basisscholen en aansluitend de visitatie om uiteindelijk Erkend Leerbedrijf (SELECT) te kunnen worden levert groei in kwalitatieve begeleiding op. Ook veel zogenaamde ‘partnerscholen’ zetten zich in om SELECT te kunnen worden. Handelings Gericht Werken werd opgepakt binnen de CNS-scholen van Putten e.o. Onze lector, mw. Dr. J. Bulterman gaf daarvoor in 2010 de aftrap. Sindsdien wordt er gewerkt met twee Pedagogische Proef Praktijken (PPP). In het voortgezet onderwijs worden we in toenemende mate gevraagd om de cursussen klassenmanagement te verzorgen en coaching voor individuele docenten. Ondanks de economische situatie hebben wij, mede dankzij de impulsen van VTB-pro en KWTG, in 2010 zinvolle, inhoudelijke trajecten kunnen volbrengen. Transfer Educatie heeft het jaar 2010 dan ook met een positief resultaat afgesloten. 6.2.2. Transfer Sociale Studies De Master Contextuele Hulpverlening is na de 2e visitatie eind 2009 begin 2010 geaccrediteerd. Binnen Transfer zijn in september 2010 12 opleidingen post-HBO gestart met meer dan 250 studenten. Ook de Master Contextuele Hulpverlening is met 11 studenten van start gegaan en zijn drie in-company opleidingen begonnen. Om de kwaliteit van de organisatie en kwaliteitszorg van dit groeiende aantal post-hbo opleidingen te waarborgen, heeft elke opleiding een coördinator gekregen die hiervoor verantwoordelijk is.
48
| CHE overtuigend anders
Voorbereidingen zijn getroffen om het secretariaat van Transfer per 2011 uit te breiden vanwege de groei van Transfer in 2010. De verwachting is dat deze groei verder doorzet in 2011. Omzet Transfer 2009: 702.277 omzet Omzet Transfer 2010: 984.735 omzet Aantal Post-HBO studenten Transfer 2009: 200 Aantal Post-HBO Studenten Transfer 2010: 348 Hier worden de korte trainingen niet meegerekend. 6.2.3. Transfer Verpleegkunde De afdeling Transfer Verpleegkunde maakt al enkele jaren een groei door. Naast de opleiding Praktijkondersteuner huisartsenzorg zijn twee nieuwe opleidingen gestart: Praktijkondersteuner huisartsenzorg GGZ en Verpleegkundige in de verpleeghuisartsenpraktijk. Ook het aantal in-company trainingen neemt toe. Met een omzet van €348.900 en een netto resultaat van €70.289 is het jaar positief afgesloten. 6.2.4. Transfer Journalistiek & Communicatie De transferactiviteiten van de opleidingen zijn sterk gekoppeld aan de studio´s. We hebben veel verzoeken ontvangen voor het maken van video´s. De prijs bleek vaak een struikelblok. Pogingen om het aanbod te verbreden hebben nog niet tot omzetverhoging geleid. 6.2.5. Transfer Mens & Organisatie In 2010 namen de Transfer activiteiten in omvang toe. Binnen M&O is een strategie ontwikkeld waarbij we de activiteiten binnen het reguliere bachelor-onderwijs, Transfer en lectoraat beter op elkaar afstemmen. Zowel het uitbouwen van een goed relatienetwerk met externe partners als het inrichten van een goed relatiebeheer behoort tot de speerpunten van de M&O-strategie. De omzet van M&O-Transfer in 2010 bedroeg 227.664 euro. De winst 20.733 euro. Het jaar 2010 was een tussenjaar. We hebben de afgelopen jaren onrendabele activiteiten gesaneerd, en we hopen de komende jaren ons nascholingsprogramma weer uit te bouwen, onder andere vanwege de Permanente Educatie bij de PKN. 2010 was daarmee enerzijds gewoonweg een rustig jaar waarin we verschillende kleinere maatwerkprojecten mochten doen, en anderzijds een jaar waarin we enkele post hbo’opleidingen en cursussen in ontwikkeling hebben gebracht. Twee van deze cursussen zijn in 2010 daadwerkelijk gestart, namelijk de cursus Bijbels Hebreeuws (in samenwerking met het Cheider) en de cursus Theologische Verdieping (in samenwerking met de THGB). De totale lasten zijn met € 77.473 lager dan de begroting (-36.7 %). De baten zijn met € 76.447 lager dan begroot (- 43.4 %) waardoor een negatief resultaat is behaald van - € 1.026.
6.3 Kosten en baten totaal In 2010 is de netto omzet van de private activiteiten (CHE-Transfer) met 29,1% gestegen ten opzichte van 2009. Vergeleken met de begroting 2010 bedroeg de stijging 14,7%. De netto omzet bedroeg € 2.519.184 (in 2009 was de omzet € 1.951.459). Met de activiteiten is in 2010 een positief resultaat behaald van € 483.499 (rentabiliteit 19,5%). Het resultaat in 2009 bedroeg € 18.544, de rentabiliteit was 1,0%. Het hogere resultaat in 2010 is deels het gevolg van ca. € 106.000 aan baten inzake het subsidietraject ‘Raak – Geloven in hulpverlening’ waarvan de lasten in voorgaande jaren zijn genomen. Het cumulatieve resultaat behaald op private activiteiten tot en met 2010 is positief.
49
| CHE overtuigend anders
6.4 Publieke middelen en private middelen Bij het ontwikkelen en verzorgen van het aanbod van CHE-Transfer (private activiteiten) maken we doorgaans gebruik van de deskundigheid van onze eigen medewerkers, afkomstig uit het initieel onderwijs. Wij huren ze in op basis van een vast, met het initieel onderwijs te verrekenen, gemiddeld integraal uurloon. Daar waar de expertise van eigen personeel tekort schiet, maken we gebruik van externe deskundigen. Bovendien heeft CHE-Transfer ook medewerkers die uitsluitend binnen Transfer werkzaam zijn en geen binding hebben met het initieel onderwijs. De inhoud van het aanbod van CHE-Transfer ontwikkelen we nagenoeg volledig in eigen beheer. Dit impliceert dat we slechts in zeer beperkte mate gebruikmaken van de inhoud van de curricula van het initieel onderwijs. Een en ander heeft alles te maken met de specifieke wensen van afnemers van de Transferproducten. Dit vertaalt zich in een relatief groot aandeel van het aanbod in-company- en andere maatwerkproducten. Concluderend stellen we vast dat de CHE in 2010 geen publieke middelen heeft aangewend voor private activiteiten. Evenmin is sprake geweest van het gedeeltelijk uitbesteden van bekostigd onderwijs aan een niet door de overheid bekostigde private organisatie.
50
| CHE overtuigend anders
Hoofdstuk 7 | Internationalisering 7.1 Beleid en ontwikkelingen Internationalisering is ingebed in het curriculum van de academies op onze school. Het opleiden van studenten voor een samenleving, waarin globalisering en digitalisering aan de orde van de dag zijn, vraagt om internationale competenties. De CHE heeft gekozen om deze internationale competenties op verschillende manieren te ontwikkelen. Studenten kunnen voor een stage of een studieblok naar het buitenland. En de academies verzorgen internationale excursies voor de studenten. Degene die niet naar het buitenland gaat, kan aan ‘Internationalisering at home’ doen. Zij komen dan in contact met buitenlandse studenten die voor een paar maanden bij ons komen studeren. Daarnaast profileert de CHE zich internationaal ook steeds meer als kenniscentrum. 2010 kende de volgende ontwikkelingen: - - - -
De opleidingseenheid J&C en de academie voor Sociale Studies boden een internationaal blok van 5 EC aan waarin 18 internationale studenten participeerden. De cursus International Communication/PR Management & Journalism is opgenomen in de lijst van NFP (Netherlands Fellowship Programmes). Het NFP is geïnitieerd en gefinancierd door het Ministerie van Buitenlandse Zaken met als doelstelling het verminderen van de tekorten aan geschoolde arbeidskracht. Het NFP programma is gericht op mid-career professionals uit 61 NFP landen. Er is direct veel interesse getoond voor deelname via dit beurzenprogramma. Uiteindelijk heeft Nuffic twee beurzen toegekend. 4 docenten en stafleden behaalden een Cambridge Certificate. In 2010 is het Strategisch Document Internationalisering goedgekeurd door het MT en het CvB. Hiermee kunnen wij ons internationaal verder profileren op onderwijs- en onderzoekgebied vanuit de CHE-identiteit.
7.2 Internationale onderwijsprogramma´s In 2010 boden we de volgende internationale onderwijsprogramma´s aan: - De opleiding Communicatie presenteerde voor de zevende maal haar Engelstalige programma ´International Perspectives on communication´. Buitenlandse studenten volgden dit programma samen met de Nederlandse communicatiestudenten. De opleiding organiseerde samen met vier Europese partners een Intensive Program/Summercourse in Turkije. - De academie voor Sociale Studies bood voor de vierde maal het internationale blok ´Developing New Ways to Care in Social Work´ aan. - De opleidingseenheid M&O presenteerde samen met J&C een Engelstalige verbredingsminor ´Go Europe´.
51
| CHE overtuigend anders
Hoofdstuk 8 | Materiële Voorzieningen 8.1 Huisvesting & Beheer Gebouwen Onze hogeschool is gehuisvest aan de Oude Kerkweg 100 te Ede. Naast de hoofdlocatie gebruiken we ook: - Noodgebouw d’Overkant: les- en PGO-lokalen (gelegen tegenover de hoofdingang op het zogenaamde Sonoco terrein); - Paviljoen Zuid, in gebruik voor lessen en andere bijeenkomsten. In 2010 is ook kerkgebouw de Akker in gebruik geweest. Per februari 2011 is het gebouw door de gereformeerde kerk verkocht aan het Leger des Heils. Tot aan de zomer wordt het gebouw verbouwd, waarna het in september weer door de hogeschool kan worden gehuurd voor colleges of bezinningen tot 250 personen. Huisvesting academies Met de academie M&O is een start gemaakt voor een verhuizing naar Zuid. Met M&O wordt constructief en positief nagedacht om “Het Nieuwe Werken” toe te gaan passen. In de eerste helft van 2011 worden daar concrete afspraken over gemaakt. Het is de bedoeling dat M&O vanaf aanvang cursusjaar 2011-2012 haar intrek neemt in Zuid.
8.2 Duurzaamheid Binnen de hogeschool is in de bedrijfsvoering aandacht voor duurzaamheid. We hebben stappen gezet op het gebied van kopiëren en printen. Dubbelzijdig papier gebruik en nadenken over wat we produceren en in welke hoeveelheid heeft ook rendement opgeleverd. Met elkaar hebben we een besparing van 1.783.216 zwart-wit kopieën en prints gerealiseerd. Het aantal kleurenkopieën is toegenomen met 90.741. Op het gebied van energiebesparing heeft het positieve rendement van 2009 zich ook in 2010 doorgezet.
8.3 ICT De afdeling ICT beheer heeft als beleid een serieuze gesprekspartner te zijn voor de organisatie als het gaat om ICT strategische projecten. Om dat te kunnen zijn is er veel kennis nodig van onze CHE infrastructuur met al zijn facetten zoals netwerk, servers, applicaties, etc. Daar is de afgelopen 3 jaar veel tijd in geïnvesteerd en dit heeft in 2010 voor het eerst echt zijn vruchten afgeworpen. Gemiddeld heeft ICT beheer meer dan 10% van de tijd van alle medewerkers besteed aan de ICT strategische projecten van de CHE, zoals Entree, CRM, Middleware, E-HRM en SIS/SVS. Deze werkzaamheden zijn niet in plaats, maar naast de reguliere werkzaamheden uitgevoerd. Halverwege het jaar zijn alle multifunctionele printers binnen de CHE vervangen. In het project en achter de schermen moesten er veel werkzaamheden worden verricht om dit project tot een goed einde te brengen. Aan het einde van het jaar hebben we veel uren besteed om de roosters van alle docenten geautomatiseerd in Outlook te brengen. Dit is een project geworden waar veel uren aan besteed zijn, mede vanwege het feit dat er verschillende lesuren gehanteerd worden binnen de verschillende academies. We vertrouwen er op dit project begin 2011 succesvol af te sluiten. Vlak voor de kerstvakantie van 2010 is er technische ondersteuning gegeven aan het project migratie van Sharepoint 2007 naar Sharepoint 2010. Dit project is net voor de kerstvakantie afgerond. Ook op het gebied van scholing was de afdeling ICT beheer het afgelopen jaar actief. De helpdesk is intern getraind door ICT collega’s en heeft een training gevolgd voor systeem- en netwerkbeheer. De ICT-ers zijn getraind op Sharepoint 2010 (techniek), CRM, firewall, databases en programmeertalen. Door deze trainingen kunnen de ICT collega’s nog meer CHE zaken zelf ondersteunen en blijven we qua kennis bij in de razendsnelle wereld van automatisering.
52
| CHE overtuigend anders
Hoofdstuk 9 | Financiën 9.1 Exploitatierekening en balans in verkorte vorm Het boekjaar 2010 is afgesloten met een positief exploitatieresultaat van € 2.563.450 (Begroting 2010: - € 512.385 , 2009: € 1.467.543.) Het jaar 2010 sluit met een mooi financieel resultaat van Eur. + 2,5 miljoen, een verschil van 3 miljoen met de begroting. Solvabiliteit (34 %) en liquiditeit (1,35) kennen mooie waarden, zodat de CHE een financieel gezonde positie kent. De helft van het verschil tussen begroting en realisatie wordt verklaard door meevallers in de baten. Aangetekend wordt hierbij dat de CHE een conservatief financieel beleid voert, zodat eventuele, onzekere, meevallers ten principale nooit worden begroot. De lastigheid hiervan is dat interne pleidooien voor zuinigheid en voorzichtigheid de afgelopen jaren vaak samengaan met forse meevallers. De andere helft hangt samen met onderuitputting, met name op de personele lasten. De CHE duidt dit als volgt. In het verslagjaar is voor het eerst volledig in Euro’s gebudgetteerd en gemonitord. Dit heeft enkele belangrijke gevolgen gehad, die mede verklaren waarom er onderuitputting is opgetreden, namelijk 1) nieuwe sturing op euro-budgetten maakte dat met name de diensten veiligheidshalve ruim hebben begroot en 2) de gevraagde budgetdiscipline maakte managers voorzichtig in de besteding van middelen. Het mooie is dat de CHE voor het eerst in lange tijd op instellingsniveau financieel in control is, de kans op budgetoverschrijding is vrijwel nihil. Maar de volgende stap wordt nu om op individueel academie- en dienstniveau de begrotingsopstelling scherper te maken en de realisatie beter te monitoren door onder meer jaar- en kwartaalgesprekken te houden over de jaarplannen en begrotingen. Op deze wijze moet het verschil tussen begroting en realisatie kleiner worden.
53
| CHE overtuigend anders
Tabel 9.1 Exploitatierekening 2010 (x € 1.000) Resultaat
Begroting
Resultaat
2010
2010
2009
€
€
€
Baten Rijksbijdragen
24.030
22.934
23.838
Collegegelden
6.061
5.788
5.688
Baten werk i.o.v. derden
1.984
2.085
1.759
Overige baten
1.617
1.260
1.740
33.691
32.067
33.024
23.575
24.850
23.792
Afschrijvingen
2.003
1.900
2.308
Huisvestingslasten
5.448
5.804
5.368
31.026
32.555
31.468
2.666
487-
1.556
102-
25-
113-
2.563
512-
1.444
0
0
24
2.563
512-
1.468
8,0%
-8,0%
4,0%
Totaal baten
Lasten Personeelslasten
Totaal lasten
Saldo baten en laten Financiële baten en lasten Resultaat uit gewone bedrijfsvoering
Buitengewoon resultaat
Exploitatieresultaat
Rentabiliteit
54
| CHE overtuigend anders
Tabel 9.2 Balans per 31 december 2009 (x € 1.000) 2010 Materiële vaste activa
2009
14.178
15.652
1
1
7.626
Voorzieningen
1.513
1.822
163
144
Langlopende schulden
6.716
7.129
3.329
3.216
Kortlopende schulden
11.527
10.284
12.274
7.848
29.945
26.861
29.945
26.861
Voorraden Vorderingen
Eigen Vermogen
9.2 Vermogen en liquiditeit Tabel 9.3 Vermogenspositie en liquiditeitspositie (current ratio)
Solvabiliteit Liquiditeit
2010
2009
34,0%
28,0%
1,37
1,09
Tabel 9.4 Begroting 2011 (x € 1.000) Begroting 2011 Baten Rijksbijdragen OCenW
23.794
Collegegeld + Studiemateriaal
6.502
CHE-Transfer
2.570
Overige baten
1.401
Rente baten
250
Totaal baten
34.517
Lasten Personele lasten
26.131
Huisvestingslasten
1.176
Beheerslasten
4.910
Afschrijvingen
1.755
Rentelasten Totaal lasten
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering
55
2009
10.189
Financiële vaste activa
Liquide middelen
2010
| CHE overtuigend anders
275 34.248
269
Treasury-management Liquide middelen die op bepaalde momenten in het jaar niet nodig zijn voor de betaling van lopende exploitatiekosten of investeringen, worden voor een kortere of een langere periode gestort op zakelijke spaarrekeningen zonder opnamebeperking. Meerjarenperspectief Eind 2007 is een nieuw strategisch instellingsplan voor de jaren 2008-2011 opgesteld. Voor die jaren streven we naar een solvabiliteit van minimaal 25% per jaar. Vanaf 2011 is het nieuwe bekostigingsstelsel in werking getreden. Dit leidt voor de CHE tot een korting van bijna 5 % op de rijksbijdrage, welk verlies in een aflopende reeks gedurende vijf jaren wordt gecompenseerd: circa 800K met een afbouw van 200K per jaar tot nihil in 2015. Voorts heeft de CHE vanaf 2013 te maken met een generieke efficiencykorting van 4% op de rijksbijdrage. Het is vrijwel zeker dat er de komende jaren een korting op de rijksbijdrage zal plaats vinden en de CHE is daarom nu reeds bezig maatregelen te nemen ten einde financiële ruimte te creëren om blijvend aan de financiële randvoorwaarden te voldoen.
56
| CHE overtuigend anders
BIJLAGE I: Samenstelling en bezoldiging CvB, RvT en RvA 1. College van Bestuur Samenstelling College van Bestuur In het verslagjaar is de hogeschool bestuurd door de een eenhoofdig CvB, in de persoon van dr. C.P. Boele (voorzitter). Het CvB is verantwoordelijk voor de realisatie van de missie, visie, strategie en doelstellingen van de organisatie en de daaruit voortvloeiende resultaatontwikkelingen. In overeenstemming met de wet zijn taken en bevoegdheden van het CvB vastgelegd in het reglement CvB CHE. Bezoldiging College van Bestuur In navolging van het schrijven van de Hbo-raad op 2 maart 2011 worden hieronder de declaraties van het CvB over het jaar 2010 gegeven Hogeschool
Hay
Naam bestu-
Einddatum
Bruto
Werkgevers- bi-
Belastbare
Werkgevers- bi-
Bijtelling
salaris-
urder
contract
jaarsalaris
jdrage soc. verz.
onkosten- ver-
jdrage pensioen
auto
19.695
9.998
groep Chr. Hogeschool
C
Totale bezoldiging
goeding C.P. Boele
31-12-2011
139.236
3.500
0
172.429
Ede
Toelichting beleid hogeschool onkostenvergoeding Conform afspraak ontvangen leden van het college van bestuur een representatievergoeding van €137,50 per maand. De kosten voor telefonie, internet en de computer komen voor rekening van de CHE. De bijbehorende abonnementen en 50% van de gesprekskosten worden door de bestuurder gedeclareerd. Overige onkosten die door de bestuurder gemaakt worden bij de zakelijke uitvoering van zijn functie, worden tegen overlegging van bewijsstukken vergoed.
2.Raad van Toezicht De Raad van Toezicht ziet toe op een adequate besturing van de CHE door het CvB. De taken, bevoegdheden en profielkenmerken van de RvT zijn vastgelegd in de statuten en het reglement RvT CHE. De RvT is zodanig samengesteld dat de leden ten opzichte van elkaar, het CvB en welk deelbelang dan ook, onafhankelijk en kritisch kunnen opereren. De RvT laat zich bijstaan door twee commissies, te weten de Auditcommissie en de Remuneratiecommissie. Beide commissies hebben een adviesrol ten opzichte van de RvT. 1. Dhr. R.C. Robbertsen - RvT, voorzitter remuneratiecommissie - 6 oktober 1948 - Commissaris van de Koningin, Provincie Utrecht - Aftredend 1-1-2013 - Tijdstip eerste benoeming 1-1-2009 q.q.-functies - Voorzitter Prins Bernhard Cultuurfonds Utrecht - Voorzitter Raad van Toezicht Stichting Beheer Kasteel Huis Doorn - Voorzitter Raad van Toezicht Utrechts Landschap - Voorzitter bestuurlijk platform Hart van de Heuvelrug - Voorzitter Raad van Toezicht Stichting De Utrechtse Molens - Voorzitter Stichting Leenheren van het Sticht
57
| CHE overtuigend anders
- - -
Vice voorzitter Comite van Toezicht Operationeelprogramma EFRO west Lid college van Regenten Slot Zuylen Voorzitter Platform stationsgebied Driebergen-Zeist
Nevenfuncties - Lid van de Raad van Commissarissen bij de Onderlinge Bossen Verzekering - Lid Raad van Advies stichting SOS Kayamandi Zuid Afrika - Voorzitter RvT Stichting Philadelphiazorg - Lid van het Comité van Toezicht Flora en Fauna-Examens - Bestuurslid Stichting Kasteel Loenersloot - Lid van de Raad van Advies van het Universitair Centrum Sportgeneeskunde - Voorzitter Raad van Toezicht Christelijke Hogeschool Ede 2.
Dhr. mr. P.A. de Lange - lid remuneratiecommissie - Geboortedatum: 1-11-1962 - Beroep: advocaat - Nevenfuncties: voorzitter van de Vereniging voor Kerkrentmeesterlijk Beheer in de Protestantse Kerk in Nederland (VKB) te Dordrecht, Kerkorde adviseur van de classis Barendrecht in de Protestantse Kerk in Nederland Lid Raad van Commissarissen Woningbouwcorporatie Hoeksche Waard Wonen te Oud-Beijerland. - Aftredend per 31 december 2011 en niet herbenoembaar - Tijdstip eerste benoeming: 1 januari 2004 3. Dhr. Prof. dr. E. Dijkgraaf – vicevoorzitter, lid remuneratiecommissie - Vice-voorzitter RvT - Geboortedatum: 06-01-1970 - Beroep: Tweede Kamerlid (vanaf 17 juni 2010), hoogleraar Erasmus Universiteit, adjunct directeur SEOR Erasmus Universiteit (tot 17 juni 2010) - Nevenfuncties: voorzitter SGP-kiesvereniging Banier-Noord en Gemeentelijke Kiesvereniging, voorzitter commissie Gedragsproblemen Helpende Handen, Lid bestuur Vluchtheuvel - Aftredend per 31 december 2010 en 1 maal herbenoembaar - Tijdstip eerste benoeming: 1 januari 2007 4.
Lt.-kolonel mevr. dr. C. A. Voorham – voorzitter auditcommissie - Geboortedatum: 02-09-1946 - Beroep: Officier van het Leger des Heils - Nevenfuncties: lid bestuur IKON Hilversum, lid bestuur VKZ, lid Raad van Advies Stichting Moria Nijmegen, lid bestuur Stichting Life Goals te Zeist, ambassadeur/ lid comités van aanbeveling: Micha Campagne, Stichting Voedselbank Haarlem e.o.,Stichting Het Passion, Hummelo, GIDS Netwerk Soesterberg - Aftredend per 31 december 2009 en 1 maal herbenoembaar - Tijdstip eerste benoeming: 1 januari 2007 Vergoedingen Raad van Toezicht Met ingang van 1 januari 2008 bedraagt de bezoldiging op jaarbasis: Voorzitter Raad van Toezicht: € 6.100 Lid Raad van Toezicht: € 4.300 * Totaal 2009: € 23.300
58
| CHE overtuigend anders
*In geval van mevrouw dr. C.A. Voorham komt deze bijdrage ten goede aan het werk van het Leger des Heils. De heer C. van Buuren AA heeft als adviseur de Raad van Toezicht vergaderingen in 2010 bijgewoond en was lid van de auditcommissie. Met ingang van 8 april 2011 wordt de heer Van Buuren opgevolgd door de heer drs. B.P. Hidding RA.
59
| CHE overtuigend anders
BIJLAGE II: Overzicht bachelor- en -masteropleidingen De CHE verzorgt de volgende bacheloropleidingen: Opleiding
Titel: Bachelor of
Voltijd
Deeltijd
Duaal
Verpleegkunde
Nursing
*
*
*
Leraar Basisonderwijs
Education
*
*
*
Godsdienst Pastoraal Werk
Theology
*
*
Leraar Godsdienst / Levensbeschouwing
Education
*
*
Management, Economie en Recht
Business Administration
*
Personeel en Arbeid
Business Administration
*
Journalistiek
Journalism
*
Communicatie
Communication
*
Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Social Work
*
*
Maatschappelijk Werk en Dienstverlening
Social Work
*
*
*
Hbo Master Contextuele Hulpverlening Hbo Master Leren en Innoveren
CHE-Transfer heeft een breed aanbod van post hbo opleidingen, cursussen en trainingen. Tevens wordt aan diverse hbo Masters gewerkt, waaronder de Master Begeleidingskunde.
60
| CHE overtuigend anders
BIJLAGE III: Letter of Representation De Letter of Representation van het College van Bestuur is verstrekt aan de instellings-accountant.
61
| CHE overtuigend anders
BIJLAGE IV: Lijst met afkortingen AD Associate Degree AKO Afdelingskernoverleg ANW Algemene Nabestaanden Wet AOP Algemeen Ondersteunend Personeel BAS Bindend Afwijzend Studieadvies BO Beleidsoverleg BPU Best Practice Unit CAO Collectieve Arbeidsovereenkomst CCCU Council for Christian Colleges and Universities CCMO Christelijk Centrum voor Multicultureel Onderwijs CFI Centrale Financi‘n Instellingen CIS Centrum voor Isra‘lstudies CHE Christelijke Hogeschool Ede CHOICE Centrum Hoger Onderwijs Informatie voor Consument en Expert CPOV stichting Christelijk Primair Onderwijs Veenendaal en omgeving CRM Customer Relationship Management CROHO Centraal Register Opleidingen in het Hoger Onderwijs CvB College van Bestuur DMO Dienstmanagersoverleg DBU Docent Belastingsuur EBB Employee Benefits Bureau EBS Evangelische Bijbel School ECTS European Credit Transfer System ETF Evangelische Theologische Faculteit, Leuven ETH Evangelische Theologische Hogeschool EVC Erkenning van Verworven Competenties FB Facilitair Bedrijf FUWASYS Functiewaarderingssysteem GL Godsdienstleraar GPW Godsdienst Pastoraal Werk HBO Hoger Beroepsonderwijs HEO Hoger Economisch Onderwijs HGO Hogeschool Georganiseerd Overleg HGZO Hoger Gezondheidszorg Onderwijs HPO Hoger Pedagogisch Onderwijs HSAO Hoger Sociaal Agogisch Onderwijs I&H Informatievoorziening en Huisvesting IAPCHE International Association for the Promotion of Christian Higher Education ICO Interne Coach Opleiders ICT Informatie- en Communicatie Technologie IP 2008 Strategisch Instellingsplan CHE 2008 IP Invaliditeitspensioen J&C Journalistiek en Communicatie KWTG Kenniscentrum voor Wetenschap & Techniek Gelderland LVSB Landelijke Vereniging voor Supervisie en andere Begeleidingsvormen MER Management Economie en Recht MO Managementoverleg MR Medezeggenschapsraad MWD Maatschappelijk Werk en Dienstverlening NET Stichting Network Education Theology Foundation NVAO Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie OC&W Onderwijs, Cultuur & Wetenschap
62
| CHE overtuigend anders
ODV Opleidingsdocentenvergadering OKO Opleidingskernoverleg OMO Opleidingsmanagersoverleg OP Onderwijzend Personeel O&K Onderwijs en Kwaliteitszorg P&A Personeel en Arbeid Pabo Pedagogische Academie Basisonderwijs PHBO Post Hoger Beroepsonderwijs POB Persoonlijk ontwikkelbudget volgens de CAO POP Persoonlijk Ontwikkelingsplan PPP Pedagogische proefpraktijken LBA Leraaropleiding Basisonderwijs PAGO Periodiek Arbeidsgezondheidsonderzoek PEMBA Premiedifferentiatie en Marktwerking bij arbeidsongeschiktheidsverzekeringen PF&B Personeel, Financiën en Beheer RSI Repetitive Strain Injury RvA Raad van Advies RvT Raad van Toezicht RI&E Risico-inventarisatie en –evaluatie R&O – cyclus: Resultaat en ontwikkel cyclus met daarin de beoordelings-, functionerings- en planningsgesprekken. SBU Student Belastingsuur SLB Studieloopbaanbegeleiding SIS-SVS Student Informatie Systeem, Student Volg Systeem SOP Seniorenregeling Onderwijspersoneel STAGG Stichting voor Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg SPH Sociaal Pedagogische Hulpverlening THGB Theologische Hogeschool van de Gereformeerde Bond VBI Visiterende en Beoordelende Instantie VP Verpleegkunde WAO Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering WBEAA Wet Bevordering Evenredige Arbeidsdeelname Allochtonen WHW Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
63
| CHE overtuigend anders