Jaarverslag 2009
Als je ge loof t in je w er
k!
Voorwoord Met genoegen presenteren we u het jaarverslag 2009 van de Gereformeerde Hogeschool. Dit verslag geeft u een beeld van de ontwikkeling en de resultaten van de GH en we verantwoorden ons beleid en de uitvoering daarvan in 2009. Het jaar 2009 werd gekenmerkt door: • het afronden van het strategisch plan 2009-2012; • het verbeteren van het kwaliteitszorgsysteem, accreditering van de opleidingen en certificering van de adviesdienstverlening; • het verbeteren van de bedrijfsprocessen, ook in administratieve zin; • de intentie om te komen tot een fusie met de Christelijke Hogeschool Ede en een strategische alliantie met Driestar Educatief te Gouda; • de gewone voortgang in het werk van opleiden, onderzoek en adviesdienstverlening. In het hart van de strategieontwikkeling is met name ook gesproken over de ontwikkeling van onze identiteit. We werken vanuit Bijbelse kaders en we staan in de traditie van het christelijk geloof zoals verwoord in het gereformeerd belijden. Op basis hiervan willen we in de komende jaren de christelijke identiteit verder doordenken in de beleidslijnen voor o.m. het benoemingsbeleid, in relatie tot de bijdragen die de GH als kennisorganisatie aan de samenleving kan en wil leveren. In 2009 is daar een betekenisvolle start mee gemaakt, mede in het licht van de fusiebesprekingen met de CHE. In het verslagjaar is gebleken dat de ambities rond de adviesdienstverlening te hoog waren. Die zijn dan ook naar beneden bijgesteld, zoals ook in het strategisch
2
plan is verwoord. In 2009 was de instroom van studenten hoger dan in 2008, maar door een grotere uitval is het totaal aantal studenten niet gestegen. Daarom is in het najaar van 2009 een ombuigingstraject in gang gezet. Dat moet te meer daar er vermoedelijk de komende jaren eerder minder dan meer rijksbijdragen zullen komen door bezuinigingen of een nieuw bekostigingsmodel. Op dit punt dus alle hens aan dek! Dit alles laat onverlet dat er hard gewerkt is in 2009. De kwaliteit van de opleidingen is onverminderd hoog, het onderzoek via de lectoraten ontwikkelt zich positief en de adviesdienstverlening is en blijft een substantieel onderdeel van de GH. Net als voorgaande jaren gaat onze dank uit naar al onze medewerkers. Dankzij hun enthousiaste en toegewijde inzet hebben we de in dit jaarverslag gepresenteerde activiteiten kunnen uitvoeren en goede resultaten kunnen behalen. Wij danken onze God voor de kracht en de mogelijkheid die Hij ons geeft om het werk van opleiden, onderzoek en adviesdienstverlening ten dienste van het werkveld en de samenleving te kunnen doen. Daar geloven wij in! Namens het College van Bestuur,
Drs. J.D. Schaap MPM Voorzitter
3
Inhoud Voorwoord 3 Verslag van de Raad van Toezicht Onderwerpen 6 Verslag van de auditcommissie 7 Verslag van de selectie- en remuneratie commissie 7 Bezoldiging 7 Samenstelling 7 1. Algemeen Gereformeerde Hogeschool Organisatie Studentenpastoraat
12 13 15
2. Strategisch beleid Missie Strategisch plan Onderzoek Lectoraat Samenlevingsvraagstukken Lectoraat Morele Vorming Lectoraat Zorg en Spiritualiteit Samenwerking Toekomstige ontwikkelingen
19 20 21 24 25 26 27 28
3. Onderwijs Visie 30 Opleidingen 30 Positionering 30 Rendementen 32 Accreditatie en visitatie 36 Verbeterbeleid 36 Maatwerk en contractactiviteiten 37 Relatie met het werkveld 37 Relatie met andere opleidingen 38
4
4. Studenten Marketing en communicatie Ontwikkeling totaal aantal studenten Ontwikkeling studenteninstroom Bindend afwijzend studieadvies Handicap en studie Alumni
39 43 44 45 45 46
5. Personeel Personeelsbeleid Personeelsbestand: 2009 in cijfers Verhouding man-vrouw Leeftijdsopbouw personeel GH Fulltime en parttime Ziekteverzuim en begeleiding Arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden Scholing en promotietrajecten Inschrijving personeelsleden
47 50 51 54 55 56 57 57 58
6. Kwaliteitszorg Interne kwaliteitszorg Externe kwaliteitszorg
60 61
8. Materiële voorzieningen Huisvesting Veiligheidsbeleid Mediatheek ICT
68 68 68 69
9. Financiën Inleiding 72 Geconsolideerde exploitatierekening 73 Geconsolideerde balans 74 Kengetallen en trends 75 Begroting 2010 78 Treasury management en vastgoedbeleid 78 Bezoldigingsbeleid 79 Lijst met gebruikte afkortingen
83
Colofon 84
7. Internationalisering Beleid 64 Internationale uitwisseling docenten 64 Beurzen 64 Professionalisering 64 Uitwisseling studenten 65
5
Verslag van de Raad van Toezicht Algemeen De Raad van Toezicht (RvT) ziet toe op het gevoerde beleid en de algemene gang van zaken in de GH en controleert of de instelling op een adequate wijze wordt bestuurd door het College van Bestuur (CvB). Ook bewaakt de RvT de doelstelling en de grondslag van de GH. In de statuten en in het bestuursreglement is de Branchecode Governance voor hbo-instellingen verwerkt. Statuten en bestuursreglement zijn in 2007 vastgesteld, met instemming van MR en OR. Daarmee zijn belangrijke beginselen van goed bestuur vastgelegd. De taken en bevoegdheden van de RvT en het CvB zijn in de statuten en het bestuursreglement duidelijk onderscheiden. Hieronder wordt uiteengezet welke thema’s in 2009 in de RvT aan de orde waren, welke werkzaamheden door de commissies binnen de RvT zijn verricht, hoe de samenstelling was en ten slotte wordt ook de bezoldiging van de RvT in 2009 vermeld.
Onderwerpen De RvT vergaderde in 2009 zes maal, waarvan één keer met de MR en de OR. Tijdens de vergadering met de MR en OR is onder meer het functioneren van het CvB (in afwezigheid van het CvB) aan de orde geweest. Er waren geen vragen bij het functioneren van het CvB. De RvT heeft in het verslagjaar een bezoek gebracht aan de Educatieve Academie en de Academie Zorg en Welzijn en een gesprek gehad met de lectoren over de lectoraten en het onderzoeksbeleid, steeds in aanwezigheid van het College van Bestuur. In 2009 heeft de RvT zich bezig gehouden met het financieel en strategisch beleid, huisvesting, identiteit, marketingbeleid,
6
bestuurlijke zaken en organisatieontwikkeling. Op het gebied van het financieel beleid behandelde de RvT de begrotingen, de jaarrekening, de financiële meerjarenscenario’s, de accountantsverklaring, de werking en de gevolgen van het nieuwe bekostigingssysteem, het plan van aanpak voor het risicomanagement, het plan van aanpak voor de fusie en het voorstel voor een Due Diligence-onderzoek in het kader van het streven naar een fusie met de Christelijke Hogeschool Ede (CHE). Op het gebied van het strategisch beleid werd gekeken naar de conceptversie en de definitieve versie van het strategisch plan, het samenwerkingsbeleid met andere instellingen voor hoger onderwijs (Windesheim, ThUK en ThUA, CHE en Driestar), de intentieverklaringen voor de fusie en strategische alliantie met de hogescholen van Ede en Gouda, de kaderbrief 2010 en het concept van de Wet Versterking besturing. Ten aanzien van de huisvesting boog de RvT zich over de ontwikkelingen rond een nieuwe locatie voor de GH in Zwolle en de verkoop van het pand aan de Grasdorpstraat. Op het gebied van de identiteit hadden de rapportage van de identiteitscommissie en de naamgeving van de GH de aandacht. Dit laatste ook in relatie tot wat is vastgesteld in het strategisch plan 2009-2012. Op het gebied van het marketingbeleid besprak de RvT het rapport ‘Belangstellende en Nieuw Ingeschreven studenten 2009’, de voortgang van de adviesdienstverlening en de studentenaantallen. De bestuurlijke zaken die aan de orde kwamen waren: het jaarverslag 2008,
de voorbereiding en het besluit tot reductie van het aantal stichtingen in één stichting, het onderbrengen van medewerkers GPC in de CAO-HBO, de samenstelling van de RvT, de verlenging van de zittingstermijn van twee leden van de RvT (mede met het oog op de mogelijke fusie met de CHE), het reglement van de auditcommissie, de aanvullende financiering van het studentenpastoraat, het aantal leden van het CvB voor de GH, het functioneren van de leden van de RvT en de leden van het CvB. Op het terrein van de organisatieontwikkeling werd aandacht besteed aan de ontwikkeling van de academies.
Verslag van de auditcommissie De auditcommissie van de RvT werd eind 2009 gevormd door de heren C. Boer (voorzitter) en drs. D. de Jonge (lid). De commissie heeft de raad geadviseerd over de begroting, de jaarrekening en het CvB op verschillende dossiers (met name huisvesting en het financiële meerjarenbeleid) met advies bijgestaan. Er zijn extra vergaderingen geweest voor het bespreken van de jaarrekening 2008, de begroting 2009 en ook voor het doorspreken van het financiële meerjarenbeleid. Na bespreking met de accountant (Ernst & Young) heeft de auditcommissie aan de RvT geadviseerd de jaarrekening goed te keuren. De auditcommissie werkt op basis van een reglement dat door de RvT is vastgesteld.
Verslag van de remuneratiecommissie De remuneratiecommissie (die ook zorgdraagt voor de selectie van CvB-leden) werd eind 2009 gevormd door de heren ds. A. van der Veer (voorzitter) en drs. J.S. van der
Heide (lid). De commissie is onder meer verantwoordelijk voor de beoordeling en functioneringsgesprekken met het CvB en ook voor de vaststelling of wijziging van de arbeidsvoorwaarden. In het bezoldigingsbeleid van de leden van het CvB is geen wijziging aangebracht. Wel is het percentage voor de eindejaarsuitkering op gelijke hoogte gebracht als voor het personeel dat onder de CAO-HBO valt, en ook is per 1 oktober hetzelfde percentage salarisverhoging toegepast als voor het personeel onder de CAO-HBO. In maart 2010 is een functioneringsgesprek met de leden CvB gehouden.
Bezoldiging De honorering van de leden van de RvT bestaat uit een bedrag van € 200,- per vergadering. De voorzitter ontvangt € 2.996,- per jaar. Dit op basis van de regeling die in 2007 is vastgesteld door de RvT. Over de bedragen is de verschuldigde loonheffing door de GH afgedragen. De totale vergoeding die betaald werd aan leden van de RvT was € 7.361,-
Samenstelling De Raad van Toezicht wijzigde in 2009 niet van samenstelling. Informatie over de functies van de raadsleden en over de ingestelde commissies is te vinden op website van de GH (www.gh.nl). De Raad van Toezicht bestond in 2009 uit de volgende personen • de heer ds. A. van der Veer te Zwolle, geb. 30 januari 1942, predikant binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken, oud-voorzitter van de EO. Momenteel nog programmamaker bij de EO; voorzitter, lid remuneratiecommissie; termijn: 2008-2012;
7
Verslag van de Raad van Toezicht • de heer C. Boer te Hellendoorn, geb. 1 december 1951, directeur bij ABN-AMRO; lid, lid auditcommissie, lid remuneratiecommissie tot november 2009; termijn verlengd met het oog op de mogelijke fusie t/m 2011. • de heer drs. J.S. van der Heide te Terneuzen, geb. 11 april 1959, voorzitter Raad van Bestuur ziekenhuis Bernhoven te Oss-Uden-Veghel; lid, lid remuneratiecommissie sinds december 2009; termijn 2001-2011; • de heer D. de Jonge te Amersfoort, geb. 28 december 1954, werkzaam bij de gemeente Amersfoort als controller en loco gemeentesecretaris; secretaris, lid auditcommissie; termijn 2006-2010 (2014); • mevrouw drs. B. Wesseling MSM te Hoogland, geb. 9 mei 1956, directeur ThuisinWonen (Stichting Woonvormen voor Lichamelijk Gehandicapten Utrecht); vicevoorzitter; lid remuneratiecommissie tot november 2009; termijn 2002-2009; termijn verlengd met het oog op de mogelijke fusie t/m 2011. De leden van de RvT zijn voldoende onafhankelijk in die zin dat voldaan is aan de onafhankelijkheidscriteria die gelden voor de leden van de RvT, overeenkomstig de branchecode governance 2.1. De Raad van Toezicht is alle medewerkers erkentelijk voor hun bijdrage aan het realiseren van de doelstellingen van de GH. Zij ziet daarin Gods zegen. Dat maakt dankbaar. Dit jaarverslag is opgesteld door het CvB en vastgesteld door de RvT.
8
Ds. Arie van der Veer
V
oor ds. Arie van der Veer was 2009 een interessant jaar. De voorzitter van de Raad van Toezicht van de GH kijkt terug op een jaar waarin de aanzet voor een fusie met de Christelijke Hogeschool Ede werd gegeven. Van die fusie is hij een groot voorstander.
“Bij mijn aantreden als voorzitter in 2008 heb ik het onderwerp fusie vrij snel ter sprake gebracht. Ik begreep toen dat het in het verleden al eens was geprobeerd, maar dat het uiteindelijk tot niets had geleid. Dat vond ik erg jammer. Op veel andere gebieden zie je in Protestants Nederland juist wel samenwerkingsovereenkomsten en fusies tot stand komen. Waarom dan niet in het hoger onderwijs?” In het voorjaar van 2009 zijn de Gereformeerde Hogeschool, Christelijke Hogeschool Ede en de Driestar, tot grote vreugde van ds. Van der Veer, toch weer met elkaar in gesprek gegaan over een eventuele fusie. “De GH heeft een hele brede onderwijspopulatie, die naadloos aansluit bij de CHE. Ook zie je op de GH steeds meer studenten uit
e fusie is niet alleen iets wat op papier D plaatsvindt, je hebt ook met mensen te maken reformatorische kring. Daarom was de Driestar ook in beeld bij de fusiegesprekken.” Dat de hogescholen grotendeels dezelfde identiteit hebben, is niet de enige reden voor de fusie. “De veranderende politieke situatie is ook een motief om te kijken naar een fusie. Kleine hogescholen gaan het moeilijker krijgen door de plannen van de regering. Tijdens de eerste fusiegesprekken was nog niet duidelijk wat precies de maatregelen van de overheid zouden zijn, maar uiteindelijk is wel gebleken dat de overheid flink gaat bezuinigen op het onderwijs. Daar waren we dus al bang voor.” Van der Veer ziet geen grote obstakels voor de fusie. “Er zijn wel dingen die gedaan moeten worden om de fusie te kunnen realiseren. De fusie is niet alleen iets wat op papier plaatsvindt, je hebt ook met mensen te maken. Dat is best spannend, want welke plek krijgt iedereen in de nieuwe organisatie? Gelukkig hebben de onderzoeken en gesprekken tot nu toe geen grote knelpunten laten zien. Ik ben ook niet bang dat er nog obstakels komen, ik geloof gewoon in de meerwaarde van een fusie.”
11
Algemeen Gereformeerde Hogeschool
1
De GH is een instelling voor hoger onderwijs die meer en meer functioneert als een centrum van kennis. De GH biedt een aantal hbo-opleidingen aan waarbij een Bijbelse visie op mens en samenleving centraal staat. Specifiek voor onze hogeschool is dat zij die visie ontwikkelt en uitdraagt in overeenstemming met de grondslag van de Stichting voor Gereformeerd Hoger Beroepsonderwijs waarvan de hogeschool uitgaat: de leer van de Bijbel, zoals die wordt nagesproken in de Drie Formulieren van Eenheid. Bij de hogeschool staan studenten uit de verschillende gereformeerde, reformatorische en protestantse kerken en uit evangelische groeperingen ingeschreven, die om principiële redenen voor de hogeschool kiezen vanwege het op de Bijbel gefundeerde onderwijs. De GH richt zich sinds 1998/1999 in haar werving van studenten nadrukkelijk op al deze doelgroepen. Naast en in het verlengde van de opleidingen doet de hogeschool (praktijkgericht) onderzoek dat aan de reguliere wetenschappelijke criteria voldoet. Het is onderzoek op basis van vraagstukken uit de beroepspraktijk. Tenslotte heeft de hogeschool een unit adviesdienst verlening en scholing. Onderdeel daarvan is het advieswerk richting het onderwijs. In 1999 heeft daartoe een fusie plaatsgevonden met het GPC, een landelijke schoolbegeleidingsdienst richting. Onderwijs- en dienstenaanbod De hogeschool kent de volgende opleidingen: • een hogere beroepsopleiding tot verpleegkundige (HBO-V), voltijd, deeltijd en duaal;
12
• een opleiding tot leraar bij het basisonderwijs (pabo), voltijd, deeltijd, een traject ‘Opleiden in de school’ en sinds 1 september 2010 ook een universitaire pabo; • de hogere sociaalagogische opleidingen, Social Work, waaronder vallen: • Maatschappelijk Werk en Dienstverlening (MWD), voltijd en deeltijd; • Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH), voltijd en deeltijd; • een opleiding Godsdienst-Pastoraal Werk (GPW), voltijd en deeltijd, in samenwerking met en gedragen door verwante gereformeerde organisaties, namelijk de Theologische Universiteit Kampen (Broederweg, TUK) en de Stichting De Driehoek. Deze opleiding wordt ook gesteund door onder andere het Steunpunt Gemeenteopbouw (SGO), het Institute of Reformed Theological Training (IRTT) en het Diaconaal Steunpunt; • de (niet-bekostigde) deeltijdopleidingen bachelor en master Godsdienstleraar. Bij deze opleidingen wordt samengewerkt met de Gereformeerde Theologische Universiteiten van Kampen en Apeldoorn. Sinds 1992 hebben de Gereformeerde Hogeschool en het GPC hun nascholingsactiviteiten voor het gereformeerd primair onderwijs en andere vormen van betaalde dienstverlening ondergebracht in de Stichting Gereformeerd Instituut voor Diensten en Scholing (GIDS). De dienstverlening bestaat uit aanvullende diensten op het gebied van de leerling- en systeembegeleiding die gesubsidieerd worden verleend, uit cursussen, begeleiding van leerkrachten en teams, interim-management, veiligheidstrainingen e.d. De diensten worden uitgevoerd door medewerkers van de GH en het GPC.
De stichting kent een eigen begroting, exploitatierekening en balans. Gelet op de stelselwijziging schoolbegeleiding is reeds met ingang van 1 januari 2004 alle betaalde dienstverlening van de pabo-afdeling en van het GPC in deze stichting GIDS ondergebracht. Betaalde dienstverlening en gesubsidieerde dienstverlening kennen op deze wijze twee strikt gescheiden financiële circuits, een maatregel die past in de governance- bepalingen m.b.t. het scheiden van publiekprivaat geld. Op basis van de verschillende financiële stromen worden via stichtingen de onderscheiden activiteiten uitgevoerd. Daarbij geldt dat alle bekostigde opleidingen plaatsvinden binnen de stichting GH en alle onbekostigde hbo-opleidingen binnen de stichting GH II, die in 2006 daarvoor is opgericht. Binnen de stichting GPC vond de gesubsidieerde schoolbegeleiding plaats en binnen de stichting GIDS alle contractactiviteiten. De private activiteiten door medewerkers van de GH worden verricht vanuit GIDS; deze activiteiten worden nauwkeurig geregistreerd. Op deze manier is de scheiding tussen private en publieke middelen formeel, juridisch en administratief eenduidig uitgewerkt, conform de eisen van governance. In 2008 zijn voorbereidingen getroffen om dezelfde vereiste scheiding tussen publiek en privaat te handhaven, waarbij het aantal stichtingen wordt teruggebracht. In 2009 is een fusie van de genoemde stichtingen voorbereid en op 31 december 2009 is die fusie gerealiseerd. Daardoor is het aantal stichtingen van de GH teruggebracht en heeft de verkrijgende stichting (de stichting voor Gereformeerd Hoger Beroeps Onderwijs) een nieuwe naam gekregen: de Stichting Gereformeerde Hogeschool. Deze stichting heeft de rechten en plichten
1
overgenomen van alle stichtingen waarmee de oude stichting voor Gereformeerd Hoger Beroeps Onderwijs was gefuseerd. Door het uitvoeren en definitief afronden van het project bedrijfsprocessen is voldoende gewaarborgd dat in administratieve zin de scheiding tussen publieke en private middelen helder is. Aan de GH zijn drie lectoraten met bijbehorende kenniskringen verbonden. Het lectoraat Samenlevingsvraagstukken bestaat sinds 2002. In 2006 is daar het lectoraat Morele Vorming aan toegevoegd en in 2008 is het lectoraat Zorg en Spiritualiteit van start gegaan. Er wordt samengewerkt met de lectoraten van de hogescholen in Ede en Gouda, maar ook met lectoraten van andere hogescholen of met afdelingen van universiteiten.
Organisatie College van Bestuur De stichting GH-GPC wordt bestuurd door het CvB als bedoeld in artikel 10.2, eerste lid van de WHW, onder toezicht van de RvT. Het CvB is belast met de voorbereiding en uitvoering van het beleid van de GH en het GPC, de dagelijkse leiding van de organisatie en het personeel van GH en GPC. De taken en bevoegdheden van het CvB zijn vastgelegd in het bestuursreglement, dat door de RvT is vastgesteld. Het College van Bestuur bestaat uit: • de heer drs. J.D. Schaap MPM, voorzitter, sinds 1 oktober 2003; • de heer drs. B. Brand MCM, lid, sinds 1 oktober 2003. Het CvB overlegt als regel vierwekelijks met de leidinggevenden van de opleidings- en begeleidingsafdelingen en
13
Algemeen 1
de hoofden van de centrale diensten. Dit wordt het beleidsoverleg genoemd. Het beleidsoverleg dient tot het mede initiëren, voorbereiden en evalueren van het beleid van de stichting GH-GPC, alsmede het bespreken van de beleidsplannen van de afdelingen en het bevorderen van de onderlinge afstemming van het beleid van de opleidingseenheden van GH, GPC, GIDS en stafdiensten. De leden van het beleidsoverleg adviseren over en ondersteunen het beleid van het CvB. Medezeggenschap De hogeschool kent een centrale medezeggenschapsraad, het wettelijk advies- en overlegorgaan ten behoeve van de medezeggenschap van personeel en studenten. Het CvB voert regelmatig overleg over aangelegenheden die de hogeschool betreffen, over de beleidsonderwerpen waarover de medezeggenschapsraad advies- of instemmingsrecht heeft en over zaken die door de medezeggenschapsraad worden ingebracht. In maart is de jaarlijkse ontmoeting geweest van de MR van de GH en de OR van het GPC met de RvT en het CvB . De RvT heeft ook met de leden van de MR en de OR gesproken over het functioneren van het CvB, in afwezigheid van het CvB. In de ontmoeting is verder de inhoud van het concept-instellingsplan aan de orde geweest. De MR van de GH heeft in 2009 regelmatig gezamenlijk met het CvB vergaderd. Deze gezamenlijke vergaderingen, waarin beleidszaken werden besproken, liet de verantwoordelijkheden ter zake van advies- en instemmingsrecht van de MR onverlet. In 2009 heeft de MR 6 maal vergaderd en onder meer geadviseerd over of ingestemd met de volgende beleidszaken:
14
de decentrale arbeidsvoorwaarden, de overgang van de GPC-medewerkers naar de CAO-HBO, de fusie van de verschillende GH-stichtingen, huisvesting, samenwerking Zwolle-Ede-Gouda, de mogelijke fusie met de CHE, het instellingsplan en de begroting 2010. Horizontale verantwoording De GH hecht groot belang aan goed overleg met haar omgeving. In governance-termen: kent de waarde van horizontale verantwoording en dialoog. Bij beleidsontwikkeling wordt stakeholders gevraagd hun mening over de te volgen koers van de GH (of over een onderdeel daarvan) te geven. Zo zijn in het kader van de ontwikkeling van het nieuwe strategisch plan daar niet alleen medewerkers bij betrokken, maar zijn er ook vele gesprekken geweest met vertegenwoordigers van toeleverende scholen, stage-instellingen (afnemende werkveld), studenten, en vanzelfsprekend ook met MR en OR. De resultaten van de gesprekken zijn verwerkt in de definitieve tekst van het strategisch plan 2009 - 2012. Op het niveau van de opleidingen fungeren opleidingscommissies (bestaande uit docenten en studenten) en werkveldcommissies (vertegenwoordigers uit het werkveld). Deze commissies hebben een adviserende functie ten aanzien van het opleidingscurriculum. Ook worden studenten betrokken bij de evaluaties van de opleidingen, en voorstellen voor verbetering. Rond de lectoraten zijn adviesgroepen georganiseerd. Daarin zijn vertegenwoordigers uit het werkveld en uit de wereld van de wetenschap bijeengebracht, om de lector en de kenniskring te adviseren aangaande het onderzoeksprogramma.
Voor het primair proces ‘advies’ wordt structureel contact met klanten onderhouden. Regelmatig wordt met (groepen) klanten gesproken, door directeuren, managers en/of contactpersonen. In de verslaggeving van de academies en de lectoraten is inhoudelijk te lezen welke resultaten de horizontale dialoog oplevert in de vorm van conferenties, symposia, studiedagen met externen, onderzoek voor gemeentes e.d. Klachten en beroepsprocedures Studenten en personeel van de Gereformeerde Hogeschool mogen bij een geschil of klacht rekenen op een onafhankelijke en rechtvaardige uitspraak. Voor studenten is er het College van Beroep voor de Examens, de Commissie van Beroep studenten GH en het klachtenmeldpunt. In het verslagjaar heeft één student zich tot het College voor Beroep voor de Examens gewend; deze student is verwezen naar de examencommissie. De Commissie van Beroep is niet benaderd door studenten. Het klachtenmeldpunt heeft in 2009 in totaal zes klachten behandeld die met name betrekking hadden op facilitaire zaken (in 2008 werden er vier klachten ingediend). Deze klachten zijn volgens de geldende procedure naar tevredenheid afgehandeld. Voor personeel is er de Bezwarencommissie Functiewaardering hbo en de Commissie van Beroep voor voortgezet en hoger beroepsonderwijs van het LVGS. Bij beide commissies zijn in 2008 geen zaken of bezwaren binnengekomen. Daarnaast is er voor studenten en personeel de Klachtencommissie Seksuele Intimidatie Gereformeerd Onderwijs, de Geschillencommissie Medezeggenschapsaangelegenheden en zijn er de ver-
1
trouwenspersonen. Bij de Klachtencommissie Seksuele Intimidatie zijn geen klachten binnengekomen. De vertrouwenspersonen hebben de reguliere voorlichting aan studenten gegeven en hebben daarnaast drie klachten naar tevredenheid kunnen afhandelen. Ondersteunende diensten De Gereformeerde Hogeschool kent de volgende ondersteunende diensten: • de Facilitaire Dienst. Hieronder vallen de interne organisatie, de receptie en de conciërges; • de afdeling Informatie en Communicatie. Hieronder vallen de mediatheek, systeembeheer, de audiovisuele dienst en de afdeling Marketing en communicatie; • de afdeling Studentenzaken en de financiële administratie; • De afdeling Personeel & Organisatie (personeelsadministratie en personeelsbeleid). Het CvB, de academies en de opleidingen worden ondersteund door de volgende stafdiensten/ medewerkers: • onderwijscoördinator ICT; • beleidsmedewerker internationalisering/coördinator International Office; • coördinator kwaliteitszorg.
Studentenpastoraat Het Studentenpastoraat binnen de Gereformeerde Hogeschool gaat uit van de Stichting Gereformeerd Studentenpastoraat Zwolle. Tot 1 november 2009 bestond het studentenpastoraat uit twee studentenpastores.
15
Karla Apperloo-Boersma
N
a het vwo en een opleiding voor directiesecretaresse, heel wat jaren werkervaring en inmiddels moeder van een gezin, gooide Karla Apperloo-Boersma het in 2001 over een andere boeg. Ze ging GPW studeren aan de GH. “Ik had belangstelling voor theologie en wilde daar ‘iets’ mee doen. Het werd een studie GPW”, vertelt ze.
Karla koos voor de GH omdat het programma met de verschillende leerlijnen en de link naar de praktijk haar erg aantrok. “Ik kan wel zeggen dat ik er vier jaar van genoten heb”, aldus Karla. “De aanvullende leerlijn voor godsdienstleraar zorgde voor veel inhoudelijk verdieping ten opzichte van de opleiding Kerkelijk Werk, zoals het toen nog heette. Wat ik enorm gewaardeerd heb, is het ontwikkelen van agogische competenties. Toen ik aan de opleiding begon, had ik geen idee hoe belangrijk dit voor kerkelijk werkers is. En natuurlijk is samen studeren met allemaal gemotiveerde mensen gewoon erg leuk.”
Ik zie de GH als een organisatie die veel te bieden heeft Tijdens haar studie ontdekte ze dat godsdienstleraar of catecheet niet echt iets voor haar was. Dus ging ze na haar opleiding als freelancer aan de slag voor onder andere het Centrum Dienstverlening Gereformeerde Kerken, maar ook voor andere kerkelijke instellingen. “Ik merkte dat ik het leuk vind om een omgeving te creëren waarin volwassen kunnen leren. Veel inzichten die ik in de opleiding heb opgedaan, bijvoorbeeld hoe je mensen agogisch begeleidt en hoe je wetenschappelijk onderbouwde inhouden kunt gebruiken voor toerusting van gemeenteleden, kan ik daarbij goed gebruiken.” Vorig jaar werd ze projectleider van Refo500. “Ik was betrokken bij het Calvijnjaar 2009. Na afloop daarvan, tijdens een evaluatie, kwamen prof. Herman Selderhuis en ik tot het idee voor Refo500. Ik zag het als uitdaging om projectleider te worden. Zo’n rol zou je misschien niet direct verwachten van een GPW’er, maar mijn studie biedt juist veel voordelen.” Karla is blij met de deelname van de GH aan Refo500. “Ik zie de GH als een organisatie die veel te bieden heeft. Volop creativiteit en ideeën, en mensen die daarmee aan de slag willen. Denk aan de Twittechismus, een origineel initiatief. Daarnaast denk ik dat de GH er goed in is om mensen -jong en ouder- te bereiken met actuele thema’s. Ik hoop dat Refo500 zowel voor de GH als voor het project zelf veel zal opleveren. Eigenlijk ga ik daar gewoon vanuit!”
16
Strategisch beleid
Organisatieschema GH per 31 december 2008
Stichting Studentenpastoraat
1
Stichting Vrienden van de GH
Raad van Toezicht
College van Bestuur Secretariaat CvB
Financiën en Studentenzaken
Facilitaire Dienst
Informatie en Communicatie
Personeel & Organisatie
Stafdienst Kwaliteitszorg
Bureau Internationalisering
Educatieve Academie
Academie Zorg en Welzijn
Servicebureau
Opleiding
Advies en
Lectoraat
Pabo
Nascholing
Morele
Academie Theologie i.o.
Secretariaat
Secretariaat
Opleiding • GPW
Vorming
Advies en Nascholing
• GL bachelor • GL Master
Opleiding
Opleiding
Advies en
Centrum voor
MWD
SPH
Nascholing
Samenlevings-
• HBO-V
Opleiding
vraagstukken
• Praktijk-
Lectoraat Zorg en Spiritualiteit
Missie De missie van de GH is kortweg samen te vatten in “Als je gelooft in je werk!” Concreet betekent dat dat de Gereformeerde Hogeschool een kenniscentrum wil zijn waarin we vanuit onze identiteit op relevante, inspirerende en professionele wijze een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van (jonge) mensen, de ontplooiing van talenten, het welzijn en de sociale samenhang. We leiden studenten op en onderzoeken de beroepspraktijk in de sectoren onderwijs, zorg, welzijn, theologie, management en bestuur. Volgend op opleiding en onderzoek bieden we nascholing en adviesdiensten aan. Wij verbinden onze expertise met de expertise van nationale en internationale partners, om samen te werken aan vernieuwing en verbetering van de beroepspraktijk. We werken vanuit Bijbelse kaders en staan in de traditie van het christelijk geloof zoals dat verwoord is in het Apostolicum en de drie Formulieren van Eenheid. Op basis hiervan willen we in de context van een open samenleving onze identiteit ontwikkelen en laten doorwerken in onze praktijk van opleiding, onderzoek en adviesdienstverlening. Opleiden Wij willen studenten opleiden voor hun beroep, met en in de beroepspraktijk. Bovendien willen wij hen bewegen om vanuit hun christelijk geloof betekenis te geven aan het beroep. Daarin krijgen ze veelal te maken met mensen die in de knel komen in de steeds veranderende samenleving, mensen die zorg nodig hebben of jongeren die in hun leer- en gedragsontwikkeling moeten worden (be)geleid. De GH heeft vanuit de identiteit gekozen voor opleidingen in beroepen die gericht
2
zijn op mensen in vaak kwetsbare posities en jongeren in ontwikkeling: de werkvelden onderwijs, zorg, welzijn en theologie. Vanuit de reflectie op de beroepspraktijk en de maatschappelijke vraagstukken willen wij ook bijdragen aan de professionele ontwikkeling op het vlak van management, personeel en bestuur in deze werkvelden. Onderzoek De GH wil het bestaande onderzoek uitbouwen en kennis ontwikkelen en delen over vraagstukken die uit de beroepspraktijk voortkomen of die ontstaan door de dynamiek van maatschappelijke veranderingen en gewijzigd bestuurlijk beleid. We willen deze kennisfunctie realiseren met nationale en internationale netwerkpartners. Begeleiding en Advies De GH ziet vanuit de identiteit van de instelling voor zichzelf en voor christenen een duidelijke maatschappelijke opdracht. De GH wil daarom waar realistische kansen liggen voor nascholing en adviesdienstverlening in de context van de markt bescheiden ondernemend zijn met een aanvaardbaar risicoprofiel. Zo willen we vormgeven aan onze maatschappelijke opdracht en op bescheiden schaal extra middelen genereren om blijvend te kunnen investeren in opleiding en onderzoek. We richten ons daarbij op die adviesdiensten die een logische samenhang hebben met het kennisdomein van de GH. Kernwaarden Aan de missie heeft de GH de volgende kernwaarden verbonden: • wij werken vanuit bezieling; • wij zijn dienstbaar en respectvol;
ondersteuner
18
19
Strategisch beleid 2
• wij tonen eigenaarschap; • wij hebben moed (en durven risico’s te nemen). Deze waarden vormen de basis voor samenwerking met de partners, de stakeholders uit onderwijs, het werkveld en de samenleving. Bovendien hebben ze gevolgen voor de systemen en processen in de interne organisatie, zoals het personeelsbeleid, de manier waarop we samenwerken en de manier van aansturing.
Strategisch plan Op basis van de missie wordt elke vier jaar een strategisch plan ontwikkeld en vastgesteld, waarin ook nadrukkelijk aandacht is voor marktactiviteiten. In 2009 is het nieuwe strategisch plan voor de jaren 2009-2012 vastgesteld. Hierin zijn op basis van de missie van de hogeschool tien strategische doelen geformuleerd: 1.
realiseren van een systematische focus op en benadering van kennisontwikkeling; 2. versterken van de internationale inbedding; 3. versterken van de kwalitatieve en kwantitatieve groei; 4. verrijken en verbreden van het bestuur en de organisatie; 5. vormgeven aan een ontwikkelingsgericht en levensfasebewust personeelsbeleid; 6. herkenbaar maken van de GH-kernwaarden in het gedrag van medewerkers; 7. vormgeven aan de christelijke identiteit; 8. realiseren van duurzame ontwikkeling; 9. realiseren van hoogwaardige kwaliteit; 10. succesvol onderhouden en ontwikkelen van onze relaties.
20
De strategische doelen worden jaarlijks geconcretiseerd in een kaderbrief. Daarin staan de richtlijnen voor het opstellen van de academieplannen en de ondersteunende afdelingen. Omdat begin 2009 de invulling van het nieuwe strategisch plan nog in ontwikkeling was, is voorrang gegeven aan die onderdelen van de academieplannen die de bestaande organisatie voldoende draagkracht bieden om de nieuwe ontwikkelingen aan te kunnen. De programma’s ‘Samen Sterker’ en ‘Vitale organisatie’ hebben in 2009 dan ook prioriteit gekregen, omdat daarmee organisatiebreed verandercapaciteit wordt gerealiseerd. Academie Zorg en Welzijn Voor de Academie Zorg en Welzijn zijn in 2009 in de kaderbrief de volgende doelen geformuleerd: • vergroten van de omzet voor de adviesdienstverlening en het uitbouwen van het rendement; • verwerken van de conclusies uit het onderzoek studentenuitval; • uitvoeren van het plan van aanpak studentenwerving; • voorbereiden van de accreditatie SPH. Afhankelijk van de financiële ontwikkelingen van de academie waren optionele doelen: een onderzoeksmaster Social Work of een internationale master Social Work en een master Pedagogiek, in samenwerking met de Educatieve Academie. Educatieve Academie Voor de Educatieve Academie zijn de volgende doelen geformuleerd: • beperken van de kosten van de adviesdienstverlening en/of het significant verbeteren van het rendement; • verbeteren van de efficiëntie van de opleidingen;
• verwerken van de conclusies uit het onderzoek studentenuitval; • uitvoeren van het plan van aanpak studentenwerving. Afhankelijk van de financiële ontwikkelingen van de academie waren optionele doelen: het opstarten van een universitaire pabo in samenwerking met Windesheim en de VU en het nadenken over nieuwe lectoraten pedagogiek en passend onderwijs.
Het Kwaliteitsbureau had in 2009 als doelstelling om de projectregie en bedrijfsprocessen vast te leggen, een kwaliteitssysteem voor onderzoek en lectoraat te ontwikkelen en de accreditatie van de opleiding SPH voor te bereiden, i.s.m. met de opleidingsmanager. Ook moest zij een integrale kwaliteitsvisie ontwikkelen en de certificering van de adviesdienstverlening van de Educatieve Academie begeleiden.
Academie Theologie Voor de Academie Theologie zijn voor 2009 de volgende doelen geformuleerd: • uitbouwen van de positieve resultaten van de adviesdienstverlening; • verbeteren studenteninstroom; • opstarten van een lectoraat.
De afdeling Financiën had als taak de fusie van de verschillende stichtingen van GH-GPC-GIDS af te ronden, de kengetallen van de planning & controlcyclus door te ontwikkelen en managementrapportages te verzorgen voor de verschillende kostenplaatsen.
Facilitaire diensten Ook voor de Facilitaire dienst, de afdeling Informatie en Communicatie, de afdeling P&O en de afdeling Financiën zijn in de kaderbrief een aantal speciale doelen geformuleerd. De Facilitaire dienst had als doel om in het meerjaren inrichtingsplan een hogere efficiency te realiseren. De afdeling Informatie en communicatie had de taakstelling om meer fondsen te verwerven en een strategisch communicatieplan op te stellen en uit te voeren. De afdeling P&O zag zich o.m. voor de taak gesteld om alle medewerkers van GH en GPC onder te brengen in één cao. Ook moest zij de ondersteuning van het strategisch programma ‘Samen Sterker’ uitvoeren, het beleid ten aanzien van beoordelen en belonen doorontwikkelen en een nieuw salarissysteem invoeren per 1 januari 2010.
2
Bereikte resultaten De volgende hoofdstukken van dit jaarverslag beschrijven de realisatie van de verschillende doelen uit de kaderbrief, voor diverse aandachtsgebieden.
Onderzoek Het onderzoek in de GH is voor een belangrijk deel geconcentreerd binnen de lectoraten. Daarnaast wordt binnen de opleidingen gewerkt aan het versterken van de onderzoekende houding van studenten. Dit gebeurt door het invoeren van meer studieonderdelen waarbij studenten (wetenschappelijk) onderzoek in de praktijk uitvoeren. Aan de Gereformeerde Hogeschool zijn drie lectoraten met kenniskringen verbonden. Het lectoraat Samenlevingsvraagstukken richt zich binnen sociaal-maatschappelijke situaties op mensen die extra ondersteuning of begeleiding nodig hebben. Het lectoraat Morele
21
Jan Willem Lingeman
O
oit had hij een bijbaan op de markt. “Ik verkocht groente en fruit”, vertelt hij. Inmiddels is Jan Willem Lingeman schoolleider van de protestants-christelijke Willem Alexanderschool in Rijssen. Hij ziet duidelijke overeenkomsten tussen zijn tijd als marktkoopman en zijn huidige baan. “Eerlijk zijn over wat je te bieden hebt, daar gaat het om. Op de markt had je kooplui die hun beste waar vooraan zetten, maar de mensen rotzooi in de tas meegaven. Dat wil ik dus niet. Bij mij is het: what you see is what you get.” Jan Willem nam vorig jaar deel aan een door de GH georganiseerde studiereis naar Florida, onderdeel van een cursus onderwijsinnovatie. Met twaalf collega-schoolleiders en drie adviseurs van de Educatieve Academie van de GH woonde hij een meerdaagse conferentie bij voor ‘professional development schools’. De reis stimuleerde hem enorm. “Ik heb altijd al een onderzoekende houding gehad. Daarin ben ik door de reis enorm gemotiveerd. Scholen zitten soms in vastgeroeste patronen. Alles gaat al jaren op dezelfde manier. Ik pleit voor meer onderzoek en ben ervan overtuigd dat daaruit blijkt dat het anders kan.”
Eerlijk zijn over wat je te bieden hebt, daar gaat het om Op ‘zijn eigen’ Willem Alexanderschool gaan dingen er ook anders aan toe dan voorheen. “We constateerden als team bijvoorbeeld, dat het enorm veel voordelen biedt om ‘meer handen in de groep’ te hebben. Dus hebben we het aantal stageplekken flink uitgebreid. Momenteel hebben we elf stagiaires. Zeven pabo’ers van de GH en vier onderwijsassistenten.” Zo’n invasie aan stagiaires was even wennen, geeft hij toe. “We waren twee à drie stagiaires per jaar gewend. Maar inmiddels staan de collega’s er meer open voor, omdat ze zien wat de meerwaarde is. De pabo’ers zorgen bijvoorbeeld voor een belangrijke impuls op het gebied van onderzoek en innovatie.” De Educatieve Academie van de GH is hij gaan zien als een betrouwbare samenwerkingspartner. “Wat mij in de GH aanspreekt is het streven naar onderwijsvernieuwing. Dat merk je aan de studenten die bij ons stage komen lopen.” Maar de samenwerking is geen eenrichtingsverkeer, aldus de schoolleider. “Er is sprake van kennisuitwisseling over en weer. Bijvoorbeeld door de ruimte die wij krijgen om mee te denken over het curriculum van de pabo.” Een goede zaak, vindt hij, “want zo werk je samen aan verbetering van het onderwijs!”
22
Strategisch beleid 2
24
Lectoraat Samenlevingsvraagstukken
Voor de gemeente Zwolle werd een onderzoek opgeleverd naar de kwetsbare mantelzorger in de gemeente Zwolle. De presentatie vond plaats in juli, tijdens een drukbezochte bijeenkomst in het stadhuis van Zwolle. Op het gebied van mantelzorgondersteuning is het CvSv kennispartner geworden van Mezzo, NCPF, NPV en Vita Valley. Er wordt samengewerkt om een digitaal portal te ontwikkelen en in de markt te zetten ter ondersteuning van mantelzorgers. Het is de bedoeling een pilot te draaien in de gemeente Zwolle, onder leiding van het CvSv.
Het lectoraat Samenlevingsvraagstukken is gepositioneerd in de Academie Zorg en Welzijn. Kennisontwikkeling, onderzoek, kennisdeling, advies en onderwijs vormden de voornaamste werkdomeinen. Het lectoraat is ondergebracht in het Centrum voor Samenlevingsvraagstukken (CvSv) en stond in 2009 onder leiding van prof. dr. Roel Kuiper. Het CvSv kent vijf onderzoekers, naast de lector. Per 1 januari 2010 is prof. dr. Jan Hoogland als lector benoemd. Meer informatie is te vinden op www.samenlevingsvraagstukken.nl.
Met Stichting Ontmoeting is een onderzoek opgezet waarin wordt beoogd het effect van de inzet van vrijwilligers rondom dak- en thuislozen te meten. Daartoe is een monitor-instrument ontwikkeld. Op het gebied van demografisch onderzoek heeft het CvSv inmiddels haar eerste schreden gezet. In 2009 werd een onderzoek afgerond naar de demografische trendontwikkeling in de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt). De opdracht was te onderzoeken hoe de ontwikkeling van ledentallen en predikantsplaatsen op de lange termijn gaat verlopen.
Resultaten Op het gebied van contractonderzoek werd in 2009 verdere groei gerealiseerd. In opdracht van de provincie Gelderland werden onderzoeken gestart naar de sociale samenhang en leefbaarheid in Westervoort en Putten. In Nunspeet werd een vervolgtraject gestart met burgers van de gemeente, naar aanleiding van het in 2008 opgeleverde onderzoek. Ook dit werd gefaciliteerd vanuit het CvSv. Uit oogpunt van kennisvergroting en onderzoeksinnovatie vond op het niveau van het onderzoek uitwisseling plaats met Movisie (een advies/consultancybureau op sociaalagogisch gebied).
Het CvSv organiseerde in 2009 verschillende studiedagen, lezingen, werklunches e.d. Onderzoekers worden meer en meer uitgenodigd om deel te nemen aan symposia en om lezingen en presentaties te verzorgen. Met name is er vraag naar toelichting op de ontwikkelde methodiek en visie op lokale sociale samenhang.
Vorming richt zich binnen het onderwijs op de morele vorming van kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 18 jaar. In 2008 is gestart met het lectoraat Zorg en Spiritualiteit, dat zich bezighoudt met de spirituele hulpverlening binnen de gezondheidszorg. Elk lectoraat heeft een eigen website, waarop de resultaten onder onderzoek worden gepubliceerd. Hieronder geven we de belangrijkste resultaten van de drie lectoraten.
In april 2009 organiseerde het CvSv de tweedaagse leergang ‘Bewezen effectief’ voor alle lectoraten en studiekringen van het Platform Zorg en Welzijn (Platform van HSAO-lectoraten). In september 2009 organiseerde het CvSv een symposium in het stadhuis van Zwolle over de
relatie kerk en overheid, in het kader van de Wmo. Op dit domein is het CvSv verder actief doordat de website kerkenwmo.nl wordt onderhouden (samen met de NPV) en ondersteuning wordt geboden aan het Beraad Kerk en Wmo. Ook vinden er verschillende onderzoeken plaats voor kerken. Verder wordt het CvSv wel gevraagd kerkelijke gemeenten te adviseren in het opzetten van diaconale platforms. Wat het onderwijs betreft werd in 2009 geïnvesteerd in de minor Samenlevingsopbouw, die ontwikkeld is vanuit het CvSv en waarin door medewerkers van het CvSv wordt gedoceerd. Ook geven onderzoekers les in de onderzoeksleerlijn van de opleiding (kwalitatief en kwantitatief onderzoek) en worden vierdejaarsstudenten begeleid. Medewerkers van het CvSv volgen diverse trajecten om zich verder te professionaliseren en te specialiseren. Eén medewerker volgt momenteel een opleiding tot coach en twee medewerkers zijn actief in promotietrajecten. Er werd in 2009 bijgedragen aan verschillende bundels, er zijn artikelen geschreven voor kranten en tijdschriften en boeken uitgebracht.
Lectoraat Morele Vorming Het lectoraat Morele Vorming is gepositioneerd binnen de Educatieve Academie. Het lectoraat is in 2009 actief geweest op het gebied van kennisontwikkeling, onderzoek, advies, kennisdeling en onderwijs. Het staat onder leiding van lector dr. Pieter Vos. Op de website www.lectoraatmorelevorming.nl staat uitgebreide informatie over de activiteiten van het lectoraat.
Resultaten In 2009 is verder uitvoering gegeven aan het project ‘Moreel Competent’ waarin onderzoek wordt gedaan naar de moraliteit onder leerlingen van klas 3 en 4 van een aantal middelbare scholen. Binnen dit project worden ook leskaternen ontwikkeld en is er aandacht voor professionalisering van docenten.
2
Er is gewerkt aan een onderzoek naar de pedagogische professionaliteit van leerkrachten op scholen van VGPO Accretio. In dit project wordt kennis ontwikkeld over de wijze waarop leerkrachten feitelijk en optimaal reageren op moreel geladen situaties die zich in en rond de school voordoen. In 2009 is een onderzoek afgerond naar het morele schoolklimaat op twee scholen voor voortgezet onderwijs (vo), onder zowel leerlingen, leraren als ouders. Het betreft onderzoek op een gereformeerde en een reformatorische school. Het lectoraat heeft de internationale conferentie IAPCHE ‘Bridging the gap’ mede georganiseerd en daar ook presentaties verzorgd. Daarnaast zijn er ook onderzoeken gepresenteerd voor de Velon en voor de vereniging voor pedagogen. In 2009 zijn zeven publicaties verzorgd in boeken, kranten en vaktijdschriften. In het kader van het project ‘Moreel competent’ is er intensief samengewerkt met een drietal vo-scholen. Op deze scholen zijn ook cursussen gegeven aan groepen docenten over morele vorming. In het kader van de cursus ‘Geloven in onderwijs’ is het onderdeel ‘deugdethiek’ verzorgd op het Gomarus College te Groningen
25
Strategisch beleid 2
26
en voorbereid voor andere scholen. Daarnaast zijn presentaties gegeven op diverse vo- en mbo-scholen op het gebied van morele vorming en filosofieonderwijs. Ook zijn er diverse lezingen en presentaties gegeven voor verschillende verenigingen.
hoofddocent in het Studium Generale-programma ‘Following Christ’, dat overigens voor alle studenten verplichte onderdelen bevat.
De lector is lid van verschillende netwerken waaronder een groep van identiteitslectoren van de Besturenraad en de landelijke Werkgroep Theologische Ethiek. De lector heeft ook zitting genomen in de Raad voor Identiteit van het Gomarus College/Menso Alting College. Ook de samenwerking met het Centrum voor Ethiek van de Radboud Universiteit Nijmegen is gecontinueerd. Pieter Vos is vanuit het lectoraat verbonden als geassocieerd onderzoeker bij het centrum; omgekeerd zijn medewerkers van het centrum betrokken bij projecten van het lectoraat.
In 2009 is het lectoraat Zorg en Spiritualiteit officieel van start gegaan met de openbare installatie op 14 mei. Lector dr. René van Leeuwen heeft zijn lectorale rede uitgesproken onder de titel ‘Geloof het of niet... Spiritualiteit een relevante dimensie in zorg- en hulpverlening’. In zijn rede zijn de domeinen aangegeven waarop het lectoraat een bijdrage wil leveren aan het ontwikkelen van het kennis- en beroepdomein, namelijk de patiënt en spiritualiteit, de multidisciplinaire inbedding van spirituele zorg in de praktijk en de competentie-ontwikkeling van professionals.
Ook diverse opleidingsdocenten van de pabo aan de GH verrichten werkzaamheden voor het lectoraat. Drie docenten maken deel uit van de kenniskring Morele Vorming en enkele docenten participeren in projecten en groepen van het lectoraat. In 2009 is een kenniskringlid gepromoveerd aan de faculteit Social Sciences aan de VU in Amsterdam.
In februari van dit jaar zijn de inhoudelijke oriëntatie en het globale werkplan van het lectoraat voorgelegd aan een groep van experts (werkvelddeskundigen, domeindeskundigen, collega-lectoren). Er was veel instemming met de plannen van het lectoraat. Uitgebreide informatie over de activiteiten van het lectoraat staat op de website www.lectoraatzorgenspiritualiteit.nl.
De resultaten van onderzoek en ontwikkeling binnen het lectoraat werken inhoudelijk door in het curriculum van de GH. Voor de pabo hebben leden van de kenniskring vormgegeven aan morele vorming in het curriculum in pedagogische modules, onderzoeksvaardigheden en de minor ‘Waardenvol Onderwijs’. Daarnaast is gestart met het schrijven van een opleidingsboek dat in deze leerlijnen dienst zal gaan doen. De lector is
Resultaten In 2009 is een online onderzoek gestart naar de spirituele zorg onder zorgverleners en hulpverleners. Het onderzoek is dit jaar gepubliceerd in vaktijdschriften voor verpleegkundigen en sociaal werkers.
De lector participeert in verschillende netwerken waaronder een wetenschappelijke begeleidingscommissie die een onderzoek begeleidt van het Helen Dowling Instituut, de werkgroep ethiek en spiritualiteit van Agora (een landelijk netwerk voor palliatieve zorg) de werkgroep RESPIRE (Working Group Research Spirituality and Healthcare ) en het Netwerk religie en levensbeschouwing in relatie tot de GGZ van GGZ Dimence.
Het RAAK-project ‘Geloof en hulpverlening’ is dit jaar afgerond. Het lectoraat heeft daar inhoudelijk aan
Het lectoraat werkte in 2009 samen met verschillende lectoraten van andere hogescholen.
Lectoraat Zorg en Spiritualiteit
bijgedragen. De resultaten van het project zijn gedeeld met docenten van de Academie Zorg en Welzijn. Binnen de opleiding HBO-V is een project ‘Christelijke Identiteit in het Curriculum’ opgestart. Het lectoraat doet in dat kader onderzoek onder vierdejaars-studenten. Het lectoraat voert een pilotonderzoek uit in opdracht van de Zorgcombinatie Zwolle. Het onderzoek betreft een inventarisatie van de levensbeschouwelijke behoeften van cliënten. Met GGZ Eleos wordt samengewerkt bij de opzet van een onderzoek naar de invloed van godsbeelden in de behandeling van GGZ cliënten. Ook heeft het lectoraat in 2009 verschillende afstudeerprojecten begeleid. Het lectoraat heeft in 2009 diverse lezingen verzorgd, onder andere voor de Isalakliniek in Zwolle, het VUMedisch Centrum, het Helen Dowling Instituut en voor de IAPCHE Conferentie en de International student conference on spiritual care in Noorwegen. In 2009 zijn negen publicaties verzorgd in boeken, kranten en tijdschriften.
Samenwerking
2
De Gereformeerde Hogeschool heeft regionaal, nationaal en internationaal samenwerking met partners in onderwijs, zorg, welzijn en theologie. Regionaal Op regionaal niveau heeft de Gereformeerde Hogeschool een samenwerkingsrelatie met andere onderwijsinstellingen op mbo- en hbo-niveau. Met Windesheim, het Deltion College, Landstede en de Katholieke Pabo Zwolle is er op opleidingsniveau continue en projectmatige samenwerking, onder meer met betrekking tot de doorstroom van het mbo naar het hbo en in de uitvoering van het buitenschools curriculum. Met Saxion en Edith Stein wordt samengewerkt op het gebied van wetenschap en techniek. De GH is ook betrokken bij het ontwikkelen van gemeentelijk hoger onderwijsbeleid van de gemeente Zwolle, samen met Windesheim, de Katholieke Pabo Zwolle en ARTEZ. In het contact met de diverse werkveldinstellingen in de regio is de aansluiting van de instromende en uitstromende studenten een belangrijk thema. De (stage)instellingen zijn o.a. via werkveldcommissies betrokken bij de kwaliteitszorg en vernieuwing van de opleidingen van de GH. Nationaal Op nationaal niveau werkt de Gereformeerde Hogeschool samen met diverse instellingen op het gebied van opleiding, onderzoek en advies. In dit verband kunnen worden genoemd: CHE en Driestar Educatief (bijvoorbeeld in de ontwikkeling en
27
Strategisch beleid 2
verzorging van mastertrajecten) en de Vrije Universiteit in Amsterdam (voor de universitaire pabo). Voor zaken rond ethische zorgvraagstukken is er samenwerkingscontact met het Prof. Lindeboominstituut.
en Roemenië), Noord-Amerika (Iowa), Zuid-Amerika (Suriname en Peru), Afrika (Ghana, Nigeria en Zuid-Afrika) en Azië (India). In hoofdstuk 7 is meer informatie te vinden over het internationaliseringsbeleid van de GH.
Op dit moment wordt met het oog op de financiële meerjarenramingen uitgegaan van aannames. Dat speelt ook een rol in het proces met de CHE, als het gaat om de gezamenlijke meerjarenramingen.
De GH participeert in Penta Nova, een samenwerkingsverband van vijf hogescholen, die gezamenlijk managementopleidingen verzorgen voor het primair, het voortgezet en het mbo/bve-onderwijs. In samenwerking met andere hogescholen worden de master Leren en Innoveren en Special Educational Needs aangeboden. De opleiding verpleegkunde participeert met 16 andere HBO-V’s in een landelijk project digitale toetsen, genaamd Bruggen Bouwen II.
Toekomstige ontwikkelingen
Personeelsbezetting Voor 2010 worden in de aanloop naar de mogelijke fusie een aantal functies tijdelijk (intern) waargenomen. Vacatures worden met het oog daarop, en ook met het oog op de mogelijk minderende budgetten, tijdelijk aangehouden. Immers we werken met een reductie van het aantal fte.
In de opleidingen Godsdienst-Pastoraal Werk en Godsdienstleraar werkt de Gereformeerde Hogeschool samen met de Theologische Universiteiten in Kampen en Apeldoorn en het samenwerkingsverband van godsdienstleraren Hermes. Daarnaast hebben de opleidingen contact met vele instellingen rondom de stages en afstudeerprojecten van studenten. Internationaal Ook over de grens onderhoudt de Gereformeerde Hogeschool contact met organisaties, met name in relatie tot stages. In 2009 werd voor de negende keer een groep internationale studenten verwelkomd op de GH. Zij hebben met succes het Study Program in Contemporary Europe (SPICE) gevolgd. De GH heeft internationaal samenwerkingsverbanden met organisaties in Europa (Frankrijk, België, Noorwegen, Duitsland, Zwitserland
28
Investeringen Momenteel worden er investeringen in ICT en huisvesting overwogen. Voor ICT staat onder andere een vernieuwing van de website gepland voor 2010. Ook zullen er uitgaven zijn voor regulier onderhoud aan het gebouw, mede als gevolg van interne verhuizingen. In verband met het fusieproces met de Christelijke Hogeschool Ede zullen vooralsnog grote onomkeerbare investeringsbesluiten zoveel mogelijk met de toekomstige fusiepartner worden besproken. Financiering In 2009 is een nieuwe meerjarenbegroting opgezet in drie scenario’s, inclusief nieuwbouw. De veranderingen in de bekostigingssystematiek die mogelijk ingaan per 2011 zijn daarbij voor zover bekend meegenomen. In de begroting voor 2010 wordt uitgegaan van lagere personele kosten. Ook in de meerjarenraming wordt uitgegaan van verdere reductie van de personele formatie voor 2011. Dit is het gevolg van de lagere studentenaantallen de laatste twee jaar en de grotere uitval, waardoor de bekostiging lager uitkomt. Het voornemen was om zodra de bezuinigingen van het kabinet bekend zijn een nieuwe meerjarenbegroting op te stellen. Door de val van het kabinet zullen de bezuinigingsvoorstellen onderdeel worden van de verkiezingen en houden we rekening met een verdere daling van de rijksbekostiging.
Verwachting beïnvloedende factoren Voor wat betreft nieuwe huisvesting heeft de GH in 2009, na een besluit van het College van B&W van de gemeente Zwolle, de verkenning van mogelijke nieuwe huisvesting aan de Blaloweg geïntensiveerd. De GH koerst aan op een intentieovereenkomst met de gemeente Zwolle, in de eerste helft van 2010. De planning is om eind 2010 tot besluitvorming te komen. Overigens is er ook een bod op het huidige GH-pand aan de Grasdorpstraat. Over de voorwaarden van de verkoop is overleg met de potentiële koper gaande.
tuele forse reductie in budget op te vangen, gezien de kleinschaligheid. Ook een negatieve ontwikkeling van de totale studentpopulatie en een afnemend diplomarendement is een risico. De ontwikkeling van de studentenaantallen vertoont de laatste twee jaren een grilliger beeld dan voorheen: de instroom fluctueert en er is een grotere uitval dan voorzien. Enerzijds is dat een teken van kwaliteitsbewaking, anderzijds wordt daardoor het te besteden budget kleiner. Een ander risico ligt in het eventueel afnemen van de vraag naar adviesdienstverlening. Die trend is al waar te nemen, maar we hebben dat tot nu toe redelijk goed kunnen opvangen. Een risico voor een kleine organisatie ligt ook in een wisseling in de personele bezetting. Het niet toekennen van accreditatie lijkt niet een groot risico te zijn, omdat tot nu toe alle opleidingen geaccrediteerd zijn en duidelijk positieve visitatierapporten kregen van de Visiterende en Beoordelende Instantie ‘Certiked’. Gezien bovenstaande is behoedzaamheid geboden.
2
Continuïteitsrisico’s De GH kent een gezonde financiële positie. Dat is onlangs vastgesteld door PricewaterhouseCoopers accountants, in verband met het Due Diligence-onderzoek dat uitgevoerd is in het kader van de mogelijke fusie. Een duidelijk risico ligt in de bezuinigingsplannen van het kabinet, die kunnen leiden tot een plotselinge en misschien forse verlaging van de vergoeding per student. Het zou kunnen zijn dat de GH het lastig krijgt een even-
29
Onderwijs 3
Visie
Positionering
De visie van de GH op onderwijs heeft een duidelijke relatie met de missie van de hogeschool. Die is als volgt verwoord: De Gereformeerde Hogeschool richt zich in het opleiden, onderzoeken en adviseren op wat God voor mensen betekent. In samenwerking met het werkveld wil de GH een actieve bijdrage leveren aan de ontwikkeling van onderwijs, zorg, welzijn en theologie. Onze studenten leren niet alleen de bekwaamheden die nodig zijn voor de uitoefening van hun beroep, zij leren ook om vanuit hun christelijke geloofsovertuiging verantwoordelijkheid te dragen in hun visie op mens en samenleving. Daarbij vervult het ontwikkelen van kennis via onderzoek en het delen ervan in toenemende mate een rol.
In 2009 stond de Gereformeerde Hogeschool onder de categorie ‘kleine instellingen’ op de eerste plaats in de Keuzegids Hoger Onderwijs. De GH staat op een tweede plaats in de ranking van alle bekostigde hogescholen. De afzonderlijke opleidingen staan allemaal in de top vijf. Uit de onderzoeksresultaten in de Keuzegids blijkt dat studenten de GH met name waarderen om de christelijke identiteit die ook tot uitdrukking komt in de grote persoonlijke betrokkenheid van het personeel op de student, en om de kwaliteit en deskundigheid van docenten. Dit beeld komt overeen met de gegevens uit het jaarlijkse interne curriculum- en instroomonderzoek van de Gereformeerde Hogeschool. Dat wil niet zeggen dat er geen verbeterpunten zijn. Vaak weten de opleidingen adequaat te reageren op klachten en weten studenten de weg naar verbeteringen snel te vinden.
Opleidingen De Gereformeerde Hogeschool biedt de volgende bacheloropleidingen en opleidingsvarianten: • Verpleegkunde (HBO- V) in voltijd, deeltijd en duaal; • Opleiding tot leraar basisonderwijs (pabo) in voltijd en deeltijd, een traject ‘Opleiden in de School’ en een universitaire pabo; • Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH) in voltijd en deeltijd; • Maatschappelijk Werk en Dienstverlening (MWD) in voltijd en deeltijd; • Godsdienst-Pastoraal Werk (GPW) in voltijd en deeltijd; • Godsdienstleraar (GL) in deeltijd. De opleiding tot Godsdienstleraar kent naast een bachelorprogramma ook een masterprogramma.
30
3
Onderwijs Percentage diploma hoofdfase behaald
3
Rendementen Percentage propedeutisch diploma behaald instroomcohort Voltijd Na 1 jaar inschrijving > 1 jaar inschrijving Totaal Deeltijd Na 1 jaar inschrijving > 1 jaar inschrijving Totaal
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
27,5 53,3 80,8
24,1 57,5 81,6
21,9 50,8 72,7
26,6 53,6 80,2
14,7 53,8 68,5
14,2 41,1 55,3
19,6 26,8 46.4
14,4
46,1 14,1 60,2
38,4 33,7 72,1
32,6 29,3 61,9
22,7 37,5 60,2
29,5 32,4 61,9
25,8 43,8 69,6
20,8 24,7 45,5
28,9
instroomcohort Voltijd < 4 jaar inschrijving na 4 jaar inschrijving > =5 jaar inschrijving
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
13,5 44,3 10,7 68,5
10,8 48,1 9,0 67,9
13,0 40,2 8,6 61.8
18,9 40,5 7,7 67,1
14,7 38,2 0,0 52,9
10,9 0,0 0,0 10,9
0,0 0,0 0,0 0,0
0,0 0,0 0,0 0,0
9,0 35,9 3,8 48,7
12,8 26,7 10,5 50,0
13,0 20,7 9,8 43,5
12,5 18,2 6,8 37,5
9,5 22,9 0,0 32,4
18,0 0,0 0,0 18,0
5,2 0,0 0,0 5,2
0,0 0,0 0,0 0,0
instroomcohort 2001 Voltijd Na 1 jaar inschrijving HF 2,5 > 1 jaar inschrijving HF 2,0 Deeltijd Na 1 jaar inschrijving HF 2,6 > 1 jaar inschrijving HF 3,9 Percentage nog ingeschreven: Voltijd 0,0 Deeltijd 1,3
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
3,3 3,8
3,0 2,7
1,5 2,4
2,5 3,7
1,4 0,0
1,3 0,0
0,0 0,0
7,0 3,5
3,3 7,6
6,8 4,6
6,7 1,0
9,0 1,0
1,3 0,0
0,0 0,0
0,0 1,2
1,3 2,2
1,8 8,0
10,4 19,1
49,7 34,8
65,8 45,5
69,7 55,6
Deeltijd < 4 jaar inschrijving na 4 jaar inschrijving > = 5 jaar inschrijving
3
Percentage uitval hoofdfase
Percentage uitval propedeutische fase instroomcohort Voltijd Na 1 jaar inschrijving > 1 jaar inschrijving Deeltijd Na 1 jaar inschrijving > 1 jaar inschrijving
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
16,4 2,9
16,0 2,4
21,3 6,0
12,7 6,8
22,3 5,2
29,6 4,2
32,1 2,1
28,8
30,8 9,0
23,3 4,7
31,5 6,5
27,3 11,4
28,6 9,5
28,1 2,3
40,3 7,8
40,0
Het percentage studenten dat binnen een jaar de propedeuse haalt blijft de laatste jaren redelijk constant. Voor de deeltijd-opleiding is het rendement het dubbele van dat in de voltijd. De uitval in de propedeuse is in 2009 licht gedaald. De uitval in de hogere 32
leerjaren is voor de deeltijd toegenomen, maar er kan hier niet van een duidelijke trend worden gesproken. Over het geheel genomen is de uitval te hoog. Er is een analyse gedaan naar de oorzaken en er wordt aan verbetertrajecten binnen alle opleidingen gewerkt.
Het aantal studenten dat in de hoofdfase uitvalt vertoont een dalende tendens, zowel voor de voltijdals de deeltijdopleidingen. Het aantal studenten dat binnen vier jaar afstudeert loopt nog steeds terug. De verschillende opleidingen hebben daarop gereageerd
door het intensiveren van de studieloopbaanbegeleiding en/of het uitvoeren van gerichte verbeterplannen. Uit de Keuzegids Hoger Onderwijs blijkt overigens dat de Gereformeerde Hogeschool een relatief hoog uitstroomrendement kent. 33
Aad Reinds
D
e GH startte in 2009 met een bijzondere minor: Zorg en Welzijn in de digitale samenleving. Studenten en docenten ging samen aan de slag met digitalisering in de zorg. Student Aad Reinds was één van de deelnemers.
“In de hulpverlening ontstaat er, als het zo doorgaat, een tekort aan hulpverleners. Er komen steeds meer hulpzoekers bij, maar het aantal hulpverleners neemt niet toe. Ik denk dat digitalisering een oplossing voor dit probleem kan zijn”, legt Aad het belang van de minor uit. Toch merkt de student dat het werkveld hier nog niet altijd helemaal klaar voor is. “Er wordt soms nog wat angstig tegen digitale vernieuwingen aangekeken. Nieuwe ontwikkelingen kosten meestal geld en tijd en dat is er vaak niet.” Eén van de opdrachten die de deelnemers van de minor kregen, was het bedenken van een nieuw idee voor digitalisering van de hulpverlening. “Onze groep kwam met het idee de hulpverleningsplannen digitaal te maken. Op dit moment is het nog zo dat een plan wordt bedacht tijdens een gesprek tussen hulpverlener en cliënt. Als het plan is uitgewerkt, moet de hulpverlener naar de cliënt toe om een handtekening te krijgen. In sommige gevallen betekent dit dat de hulpverlener een uur moet rijden voor alleen een handtekening. Door de hulpverleningsplannen digitaal beschikbaar te stellen, kan de cliënt er vanuit huis naar kijken en toestemming geven met behulp van zijn DigiD.”
Er komen steeds meer hulpzoekers bij, maar het aantal hulpverleners neemt niet toe Aad ziet bovendien mogelijkheden om dit digitale plan in de toekomst verder uit te werken. “Als je de plannen digitaal hebt, kun je ze ook allemaal op een rijtje zetten. Soms komen er namelijk wel 34 mensen bij één cliënt over de vloer. Door alle plannen in een overzicht te plaatsen dat digitaal toegankelijk is, houdt de cliënt beter overzicht”, zegt Reinds. Daarnaast kunnen verschillende hulpverleningsinstanties sneller plannen van elkaar inzien -als ze daarvoor geautoriseerd zijn- zodat er dus een soort digitaal casemanagment in verwerkt is. Vanuit het werkveld is er al interesse voor het plan van Aad en zijn studiegenoten. “De instelling waar ik stage loop is enthousiast over het idee. Het sterke van dit plan is namelijk dat het bedacht is vanuit de hulpverlening en niet vanuit ICT. Het is dus echt een oplossing voor een probleem uit de praktijk.”
35
Onderwijs 3
Accreditatie en visitatie In 2009 is de opleiding pabo geaccrediteerd. Op alle onderdelen van het accreditatiekader werd de opleiding positief beoordeeld. De aanbevelingen van de visitatiecommissie waren grotendeels al binnen het interne kwaliteitszorgsysteem gesignaleerd. Een belangrijk aandachtspunt voor de komende jaren is de evenwichtige spreiding van de studielast.
Verbeterbeleid De opleidingen aan de Gereformeerde Hogeschool werken voortdurend aan verbeteringen in het onderwijs. Dit gebeurt op basis van het strategisch beleid, naar aanleiding van de interne kwaliteitsmetingen, maar ook op basis van aanbevelingen van visitatiecommissies. In 2009 is de pabo gestart met een universitaire pabo, waarin studenten een opleiding voor leraar basisonderwijs combineren met een bachelor Pedagogiek aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Hiertoe heeft de VU een samenwerkingsverband opgericht met vier verschillende hogescholen, waaronder de GH. Met twee scholenclusters wordt samengewerkt in het project academische basisschool. Naar aanleiding van de visitatie heeft de pabo een projectgroep in het leven geroepen om de studielast en de studeerbaarheid te onderzoeken. Ook is een nieuw systeem van module-evaluatie ingevoerd dat een betere terugkoppeling van de evaluatiegegevens aan de studenten garandeert.
36
De opleiding HBO-V heeft in 2009 een start gemaakt met het versterken van de christelijke identiteit in relatie tot de verpleegkundige beroepsuitoefening. Hiervoor is een werkgroep in het leven geroepen. De studieloopbaanbegeleiding is verbeterd in het project ‘Samen Studeren’. In het derde studiejaar is de spreiding van de studielast verbeterd. De opleidingen MWD en SPH hebben gewerkt aan het versterken van de internationalisering van het curriculum. Ook is een begin gemaakt met een optimalisering van het toetsprogramma, waardoor het aantal toetsen is teruggebracht en de informatievoorziening rond toetsen en beoordelen is verbeterd. Voor SPH is aansluiting op de vooropleiding van de studenten geoptimaliseerd. Voor SPH-studenten is in 2009 gewerkt met een leercarrousel. Hierin runt een tiental studenten onder supervisie zelf een hele behandelgroep in de GGZ-instelling Dimence. De opleiding SPH is gestart in 2009 met het opstellen van de zelfevaluatie t.b.v. visitatie en accreditering in 2010. De opleiding GPW heeft in 2009 een eerste plan opgesteld om te komen tot een Academie Theologie. Om de functie van kenniscentrum uit te bouwen participeert de opleiding in AZKplus, het kennisplein voor geloof, kerk en theologie, en in Refo 500, de herdenking van het 500-jarige bestaan van de reformatie. In 2009 is ook verder gewerkt aan de ontwikkeling van de voltijdopleiding GPW en is de module-evaluatie gedigitaliseerd. Op basis van de ontwikkeling van het voltijdcurriculum is een begin gemaakt met een grondige bijstelling van het deeltijdcurriculum.
Maatwerk en contractactiviteiten De contractactiviteiten van de schoolbegeleidingsdienst GPC zijn nu ondergebracht binnen de Educatieve Academie. Hierbij richten we ons zowel op het primair als op het voortgezet onderwijs. De leerlingbegeleiding c.q. het handelingsgericht werken binnen het kader van passend onderwijs heeft in 2009 een belangrijke bijdrage geleverd aan de omzet. De gehele omzet van het advieswerk binnen de Educatieve Academie bedroeg over 2009 1.512K. Er werden activiteiten ondernomen op het gebied van taal- en rekenprogramma’s. Binnen het VTB-project (techniek in de basisschool) zijn 150 leerkrachten nageschoold. Ook de routes ‘Werken in de onderbouw’, ‘Evenwichtig leren’ en ‘Geloven in onderwijs’ hebben een positieve bijdrage geleverd aan de omzet. De diensten ‘Ontwikkelingsgericht werken in de onderbouw’, ‘Leren in beeld’ en ‘Klasseteam’ waren eveneens succesvol. In 2009 is voor het eerst meer omzet gehaald uit masteren premaster programma’s. In deze programma’s werkt de GH samen met andere hogescholen. De adviesroutes ‘Thematisch werken’ en ‘Werken aan een veilig schoolklimaat’ bleven achter in de verwachting. De opleiding GPW heeft in 2009 meegewerkt aan de catechesemethode ‘FollowUp!’ en ‘Bijbel in de Basis’, een methode voor het vmbo en de onderbouw havo/vwo. De doelstelling voor de omzet voor advieswerk (70K) is grotendeels gehaald. De omzet werd deels gerealiseerd binnen het productenaanbod van de Academie Theologie, en daarnaast binnen advieswerk in lastige situaties in kerken.
3
De HBO-V realiseerde een verdubbeling van het aantal studenten voor de opleiding Praktijkondersteuner in de Huisartsenpraktijk. Voor de Academie Zorg en Welzijn zijn de doelen niet gehaald en naar beneden bijgesteld. Het bleek dat de ambities te hoog waren. De activiteiten worden voor een deel afgebouwd en van het opzetten van een servicebureau binnen de academie is afgezien. De oorzaak van de tegenvallende resultaten is dat de GH zich nog onvoldoende in de markt voor zorg en welzijn bevond om haar positie te kunnen versterken. Bovendien hebben de gevolgen van de kredietcrisis ons vermoedelijk parten gespeeld.
Relatie met het werkveld De GH kent verschillende vormen van samenwerking met het werkveld. Alle opleidingen kennen een werkveldcommissie en veel docenten zijn ook werkzaam in het werkveld of de onderwijsbegeleiding. Binnen de lectoraten wordt onderzoek in en voor het werkveld verricht. Binnen de Educatieve Academie zijn er met verschillende scholenclusters overeenkomsten voor samenwerking afgesloten, waarbij de strategische plannen daar waar relevant op elkaar zijn afgestemd. Binnen clusters waar opleiden in de school-trajecten lopen zijn opleiders in de school werkzaam die actief meedenken over de begeleiding. Zes keer per jaar is er het zogenaamde ‘oplissersoverleg’ waar ervaringen worden uitgewisseld en nieuw beleid wordt geformuleerd. Oplissers sturen de werkplekcoaches binnen de scholen aan. Beide typen
37
Onderwijs 3
functionarissen volgen een opleidingstraject aan de GH. Naast de al eerder genoemde Leercarroussel bij de GGZ Dimence neemt de opleiding SPH deel aan het project ‘Samen Werken Aan Leren’ (SWAL). Dit is een samenwerkingsverband tussen alle zorgaanbieders in de gehandicaptenzorg en alle beroepsopleidingen in de regio Zwolle. Doel van dit samenwerkingsverband is om een kwaliteitsimpuls te leveren in de professionaliteit van werkers in de gehandicaptenzorg.
studieruimte. Studenten die elders een propedeuse van een verwante opleiding hebben gehaald kunnen veelal in het tweede jaar instromen.
Marketing en communicatie
Relatie met andere opleidingen
Beleid In 2009 is het beleid voor de werving van studenten verder ontwikkeld in de richting van het opbouwen van persoonlijk contact met onze belangstellenden. In de wervingsactiviteiten is te merken dat toekomstige studenten veel waarde hechten aan de persoonlijke ervaringen van onze studenten. In het wervingsbeleid sluiten we daarop aan door zoveel mogelijk onze studenten als ambassadeurs in te schakelen in de voorlichting. De afdeling Marketing en communicatie neemt hierin het initiatief en werkt op uitvoerend niveau nauw samen met de verschillende opleidingen van de GH. Per opleiding heeft een opleidingsvoorlichter de verantwoordelijkheid om de voorlichtingsactiviteiten in goede banen te leiden. Tevens vindt jaarlijks marketingonderzoek plaats onder nieuwe GH-studenten en niet-ingeschreven belangstellenden. Eén van de doelen van dit marketingonderzoek is inzicht te krijgen in de motieven waarom studenten wel of niet voor de GH kiezen. De uitkomsten van het zogenaamde ‘motievenonderzoek’ vormen de input voor het beleid van de afdeling Marketing en communicatie.
Alle opleidingen erkennen studiepunten die aan andere opleidingen zijn behaald. Voorwaarde is dat de eindtermen van het behaalde curriculumonderdeel in grote mate overeenkomen met de eindtermen die de opleiding hanteert. Als een vrijstelling wordt aangevraagd op grond van elders behaalde studiepunten dan gebeurt dat altijd in overleg met de studiecoördinator. De examencommissie beslist uiteindelijk over het toekennen van vrijstellingen. Studenten kunnen elders behaalde studiepunten ook opvoeren binnen de vrije
Het wervingsbeleid in 2009 was er ook op gericht dat de juiste student op de juiste opleiding terecht komt. Het belang van eerlijke voorlichting over de diverse opleidingen werkt in alle voorlichtingsactiviteiten van de GH door. In dit kader is de instroommiddag voor aankomende studenten (juni 2009) het vermelden waard. Ook het initiatief ‘digiklas’ is daarvan een voorbeeld. De digiklas bestaat uit aspirant-pabostudenten die al vóór aanvang van hun studie aan de slag gaan met de ‘bijzondere vakken’ taal en rekenen.
De opleiding GPW heeft een kwaliteitszetel ingesteld voor vertegenwoordigers van de beroepsvereniging godsdienstleraren voortgezet onderwijs. De Academie Theologie participeert in het Landelijk Overleg Orgaan Theologie. In dit overlegorgaan is gestart met regelmatige bijeenkomsten tussen LOO-partners, vertegenwoordigers van werknemers en werkgevers en beroepsverenigingen om de actualiteit en kwaliteit van de opleidingen te borgen. Daarnaast worden diverse contacten met kerken en organisaties binnen kerkverbanden onderhouden.
38
Studenten Activiteiten In 2009 werd een viertal open dagen en avonden georganiseerd, die goed bezocht zijn. Geheel in lijn met de trend dat studenten zich steeds later inschrijven voor een opleiding, kende de open avond in juni een relatief grote belangstelling. Voor de scholen waar de meeste GH-studenten vandaan komen zijn ook in 2009 proefstudiedagen georganiseerd. Een concept dat, getuige de positieve evaluatie van de deelnemers, goed aansluit bij ons beleid om in de voorlichting gericht te zijn op persoonlijk contact met belangstellenden. Ook de meeloopdagen per opleiding kenmerken zich door een persoonlijke aanpak. Leerlingen van het vo en mbo waarderen met name de directe betrokkenheid van GHstudenten in de begeleiding tijdens een proefstudie- of meeloopdag. Ook bij de belangrijkste christelijke evenementen voor onze doelgroep was de GH vertegenwoordigd. GH-studenten gaven in 2009 voorlichting op onder meer de EO Jongerendag, Opwekking, het Flevofestival, de TU-dag en de chatsessie, georganiseerd door Studiekeuze123.
4
De GH participeerde in 2009 actief in de Stichtingen Promotie Zwols Beroepsonderwijs en Papaja. In beide stichtingen zijn de Zwolse mbo- en hbo-instellingen vertegenwoordigd. De stichtingen hebben tot doel Zwolle als studiestad te promoten. Concrete activiteiten waar de GH in dit kader bij betrokken is zijn bijvoorbeeld Studiebeurs Zwolle en de ‘GRASweek’, een introductieweek voor Zwolse hbo-studenten.
39
Femkelien Meijer
“J
uf, ik heb nog nooit zo’n leuke rekenles gehad.” Zomaar een reactie uit de klas van basisschoolleerkracht Femkelien Meijer, nadat ze op de GH de cursus ‘Rekenen leuk? Reken maar!’ volgde. Over cursusleider Ruud Houweling is ze vol lof. “Ruud zorgt ervoor dat je rekenen écht leuk gaat vinden. Dat enthousiasme probeer ik over te brengen op mijn leerlingen. En volgens mij lukt dat goed.” Femkelien werkte voorheen als klassenassistent op een school voor zeer moeilijk lerende kinderen. Ze vertelt: “Ik werd regelmatig gevraagd om een klas over te nemen als één van de leerkrachten ziek was. Dat beviel prima, dus besloot ik om alsnog de pabo te doen.” Vijf jaar geleden rondde ze de deeltijdpabo af aan hogeschool Stenden in Meppel. “Tijdens mijn studie ontdekte ik dat ik liever op een ‘gewone’ basisschool wilde werken dan op een zmlkschool. Bovendien bekroop me het gevoel dat ik toe was aan iets nieuws.” Dus waagde ze de overstap en werd juf van groep zes op christelijke basisschool Het Kompas in Vollenhove.
J uf, ik heb nog nooit zo’n leuke rekenles gehad Informatie over de rekencursus kreeg ze van haar schooldirecteur. “Het sprak mij aan, omdat ik dacht dat ik op rekengebied wel wat inspiratie kon gebruiken. Een rekenles draaien ging prima, maar hoe maak je het leuk?” De training op de GH opende haar ogen. “Ik heb geleerd hoe ik variatie kan aanbrengen in mijn rekenlessen. Hoe rekenspelletjes als het Canadees rekenen eraan bijdragen dat mijn leerlingen meer plezier in rekenen hebben. Wat Ruud vooral liet zien is, dat het niet erg is om minder afhankelijk van de methode te werken, zolang je de leerlijn maar in het oog houdt.” Inmiddels is Femkelien rekencoördinator geworden op Het Kompas. “Dat vond ik eerst best spannend, want ik voel me niet de rekenexpert. Maar ik bouw het rustig op. Ben eens gaan inventariseren welke rekenmaterialen we op school hebben. Heb een vakblad aangeschaft en probeer leuke artikelen en tips te delen met mijn collega’s. En we doen als school mee aan de Landelijke Rekendag.” Of ze anderen stimuleert om de cursus ‘Rekenen leuk? Reken maar!’ ook te gaan doen? “Ik laat hen er vrij in, maar laat wel merken dat ik er zelf veel aan gehad heb. Voor de rest van dit jaar kan ik in ieder geval ruimschoots vooruit met de vele tips en lessen uit de cursus!”
40
Studenten 4
Ter stimulering en kanalisering van de interne communicatie verscheen in 2009 viermaal het studentenblad Quartz en eenmaal per twee werkweken het personeelsblad PEP. Daarnaast schakelde de afdeling Marketing en communicatie in dit jaar de speciale GH-Hyves frequent in als intern communicatiemiddel. Eind 2009 groeide de GH-Hyves naar ruim 1500 leden. Aansluiting met vo en mbo Dat de Gereformeerde Hogeschool zich in de werving voornamelijk richt op persoonlijk contact met belangstellenden, betekent tegelijk ook dat het contact met het voortgezet en middelbaar onderwijs van groot belang is. Vanuit de afdeling Marketing en communicatie wordt in nauw contact met decanen van deze scholen bekeken hoe de aansluiting tussen het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs enerzijds en de GH anderzijds verbeterd kan worden. Deze gesprekken hebben in 2009 geresulteerd in concrete activiteiten op het gebied van opleidingsvoorlichting. Een en ander in goede afstemming met de propedeusecoördinatoren van de opleidingen. Verschillende opleidingen bieden mbo-studenten de mogelijkheid voor een verkort traject. De pabo biedt mbo-studenten de mogelijkheid om plaats te nemen in een digiklas, waarin ze worden bijgeschoold op het gebied van taal, rekenen en de zaakvakken en ook de mogelijkheid hebben om alvast toetsen te doen. De afdeling Social Work (de opleidingen MWD en SPH) kent een coördinator mbo-hbo en een specifieke begeleiding voor mbo-studenten. Hetzelfde geldt voor de HBO-V.
42
Ontwikkeling totaal aantal studenten
4
Aantal studenten per 1 oktober per opleiding:
Pabo Voltijd Deeltijd HBO-V Voltijd Deeltijd MWD Voltijd Deeltijd SPH Voltijd Deeltijd GPW Voltijd Deeltijd GL Deeltijd Totaal
2005 519 131
2006 541 122
2007 581 106
2008 525 103
2009 531 101
213 19
231 23
242 19
229 33
221 24
122 43
130 52
130 53
132 59
139 51
158 37
194 36
198 33
190 30
186 34
74
77
10 78
22 71
12
9
8
16
1415
1448
1397
1396
68
1310
Het studentenaantal van de GH is sinds 1998 met 84,2% gegroeid. Dat is een gemiddelde stijging van 5,7% per jaar. Die stijging heeft zich in 2008 niet doorgezet. Per 1 oktober 2009 is het totale aantal studenten ongeveer gelijk gebleven aan dat van 2008.
43
Studenten 4
Ontwikkeling studenteninstroom
Bindend afwijzend studieadvies Bindend afwijzend studieadvies
Instroom studenten in de propedeutische fase (eerste keer hoger onderwijs) Pabo Voltijd Deeltijd HBO-V Voltijd Deeltijd MWD Voltijd Deeltijd SPH Voltijd Deeltijd GPW Voltijd Deeltijd GL Deeltijd Totaal Voltijd Deeltijd
2005 164 24
2006 180 28
2007 207 26
2008 161 25
2009 177 29
72 6
75 8
63 7
59 13
58 4
36 20
37 16
39 8
45 13
54 14
53 15
21
325 86
64 6
61 2
53 5
61 10
13
12
9 13
12 17
0
0
0
1
356 71
In 2009 steeg de instroom van 327 studenten in 2008 naar 362 studenten in 2009. Dat is een stijging van ruim 8%. Daarmee is de instroom in 2009 in totaal 8 studenten lager dan het topjaar 2007, toen 370 nieuwe studenten instroomden.
44
370 55
327 69
362 75
HBO-V Pabo GPW SPH MWD Totaal
2007 17 6 0 8 8 39
2008 16 23 2 34 23 98
2009 13 24 4 8 6 55
Het aantal bindende studieadviezen is sterk gedaald ten opzichte van 2008. De daling is het sterkst bij de opleidingen SPH en MWD. De oorzaak hiervoor ligt in het feit dat dit jaar de al uitgeschreven studenten in 2009 geen negatief studieadvies hebben gekregen. Bij de pabo hangt het aantal negatieve adviezen sterk samen met de landelijke Cito-toetsen voor taal en rekenen.
Handicap en studie In het verslagjaar is verder uitvoering gegeven aan het in 2006 vastgestelde Instellingsplan Handicap en Studie GH 2006-2009. Het plan is gericht op het verder terugdringen van belemmeringen op de Gereformeerde Hogeschool voor studenten met een functie-beperking. Het bevat een knelpuntenplan, een voorlichtingsplan en een beleidsplan. Speerpunten uit het knelpuntenplan zijn het terugdringen van belemmeringen voor studenten met een hersenfunctiestoornis
(in het bijzonder voor studenten met dyslexie), voor studenten met visuele beperkingen en voor studenten met motorische belemmeringen (in het bijzonder voor de studenten die gebruik maken van een rolstoel).
4
Wat de uitvoering betreft kan gemeld worden dat in het verslagjaar een dyslexietest beschikbaar is gekomen. Verschilldende studenten maakten er gebruik van. De brochure: “Studeren aan de GH met een functiebeperking’, is in een nieuwe oplage verspreid onder de decanen, docenten en belangstellenden (via de folderrekken in de GH). De toegankelijkheid van het gebouw voor de studenten met een visuele handicap is verder vergroot: alle ruimtes, zowel leslokalen als kantoren, werden van braillebordjes voorzien. In 2009 studeerden er aan de GH één blinde student en één student met verminderd gezichtsvermogen. De studenten waren tevreden over de aanpassingen. In de gebruikerstoets “Studeren met een handicap 2008”, die in januari 2009 uitkwam eindigde de Gereformeerde Hogeschool in de top-5. In 2009 studeerden er aan de GH enkele studenten met verminderd tot geen gezichtsvermogen. Op uitnodiging van de contactpersoon Handicap en Studie van de academie Zorg en Welzijn heeft een medewerker van de organisatie Bartimeus medewerkers van de GH laten zien en ervaren wat het betekent om blind te zijn.
45
4
Studenten
Personeel
Op de opleiding GPW worden studenten met een visuele handicap begeleid door een mentor, de decaan en een contactpersoon van Bartimeus. De begeleiders hebben vier keer per jaar overleg.
Personeelsbeleid
Alumni In het alumnibeleid heeft de GH als uitgangspunt dat we een levenslange relatie willen onderhouden met iedere alumnus. Deze relatie moet voor de alumni een meerwaarde hebben op kennis- en netwerkniveau. De GH heeft voor een decentraal alumnibeleid gekozen dat vanuit de verschillende opleidingen/academies wordt ingevuld. De opleiding GPW houd contact met de alumni via een jaarlijkse integratiedag. De Academie Zorg en Welzijn is gestart met een project rond de opzet van alumnibeleid. Studenten zijn telefonisch geënquêteerd over hun wensen ten aanzien van de invulling van het alumnibeleid. In het najaar van 2010 hoopt de academie een eerste alumnidag te houden. Door de verschillende opleidingen wordt gewerkt aan het optimaliseren van de registratie van de alumni. Binnen de opleiding pabo worden de alumni door middel van het digitale informatiebulletin Samen Educatief geïnformeerd over ontwikkelingen in de Educatieve Academie.
46
Personeelsbeleid is een zaak van permanente aandacht en bijsturing. In onze visie staat of valt de kwaliteit van de GH met de kwaliteit, identiteit en de vitaliteit van de medewerkers die daar dagelijks hun werkzaamheden verrichten. De GH werkt aan de uitdaging om vanuit de diverse beleidskaders vorm te geven aan een gedifferentieerd personeelsbeleid waarin rekening wordt gehouden met de verschillende mogelijkheden, beperkingen en verwachtingen van medewerkers in allerlei verschillende levensfasen. Het doel daarvan is om medewerkers langer gezond en gemotiveerd te houden en in te kunnen zetten. Met het oog daarop is het belangrijk dat de behoeften van de organisatie in balans zijn met die van de medewerkers. De hoofdthema’s met betrekking tot het personeelsbeleid zijn ten opzichte van voorgaande jaren niet principieel veranderd. Ontwikkeling en vitaliteit blijven belangrijke aandachtsgebieden en daarom heeft daar ook in 2009 de focus op gelegen. Om de doelstellingen binnen het personeelsbeleid te bereiken is verder gewerkt aan de ontwikkeling van levensfasebewust personeelsbeleid. De stimuleringsmaatregelen die daarvoor in 2009 door Zestor ter beschikking werden gesteld zijn volledig ingezet en hebben gezorgd voor een sterkte impuls. Gedurende drie dagen is door het volledige management gewerkt aan bewustwording, kennisontwikkeling en praktische toepassing van levensfasebewust personeelsbeleid. De uitwerking van het beleid ligt bij de verschillende academies en afdelingen.
5
Een ander belangrijk aandachtspunt in 2009 was de uitwerking van Actieplan Leerkracht. Dit is het plan van OCW om het docententekort aan te pakken en om de kwaliteit en de positie van docenten te versterken. Het plan stelt o.a. eisen aan de opleiding van docenten en aan de verdeling van de verschillende functieniveaus binnen de scholen, de zogenaamde functiemix. Voor die plannen is tot en met 2012 extra geld ter beschikking gesteld vanuit het ministerie van OCW. Voorwaarde voor het ontvangen van de extra gelden was dat er over de inzet daarvan in het lokale overleg overeenstemming moest zijn bereikt. Tijdens het voorjaarsoverleg hebben we dat bereikt en medio 2009 kon de inzetnotitie van de GH worden verstuurd naar het ministerie van OCW. Kort samengevat wordt er tot en met 2012 stapsgewijs toegewerkt naar een docentenbestand waarvan 70% een master heeft behaald en naar een functiemix waarbij ongeveer 65% van de docenten werkt in een schaal 11- of 12- functie. Daarvoor zijn ook scholingstrajecten opgezet. Gedurende het hele jaar is gewerkt aan het actualiseren van diverse personeelinstrumenten en –regelingen. De meest belangrijke voorbeelden daarvan zijn het werving en selectie- en het scholingbeleid. Ook is er beleid uitgewerkt ten aanzien van nevenwerkzaamheden. In 2010 is daar instemming op verkregen van de PMR. Als laatste belangwekkende ontwikkeling noemen we de activiteiten om te komen tot een organisatie waarin nog één cao functioneert. Tot en met 2009 was er sprake van twee verschillende cao’s en formeel was er ook sprake van twee werkgevers, namelijk de stichting voor Gereformeerd Hoger Beroepsonderwijs en de stichting GPC.
47
Marina de Vries-Gladpootjes
M
arina de Vries-Gladpootjes ging in 2002 aan het werk op de financiële administratie van de GH. Na enkele jaren maakte ze de overstap naar personeelszaken. Daar is ze onder meer betrokken bij de werving van nieuw personeel, het opstellen van contracten, het aanleveren van mutaties en het controleren van de salarisstroken. Het uitbetalen van de salarissen ging altijd via een extern bedrijf. Sinds kort is daar echter verandering in gekomen. Marina: “De salarisadministratie werd tot vorig jaar altijd geregeld door een externe partij. Maar een probleem waar we altijd tegenaan liepen waren de wijzigingen. Wij gaven de mutaties maandelijks door, maar we konden pas controleren of deze verwerkt waren zodra we de salarisstroken hadden. Iets nog snel wijzigen lukte dan natuurlijk niet meer voor de uitbetaling van de salarissen. Dat kon dan meestal pas de volgende maand. Door het nieuwe systeem kunnen we de stroken nu wel controleren voorafgaand aan de uitbetaling en kunnen we eventuele fouten nog herstellen.”
We moeten onze weg nog vinden in het nieuwe systeem Het systeem waar de medewerkers van personeelszaken nu mee werken is Raet. Dit systeem biedt enkele handige voordelen. “Het grote voordeel van Raet is dat het de cao van het hbo ondersteunt. Als er iets verandert in de cao, dan past Raet dat automatisch aan”, legt Marina uit. “Bovendien is Raet niet alleen een salarissysteem, maar voor ons ook het leidende personeelsinformatiesysteem. En omdat Raet zorgt voor een betere koppeling tussen personeelszaken en de afdeling financien, zorgt dat ervoor dat diverse rapportages makkelijker en sneller gemaakt kunnen worden. De bedoeling is ook dat alle GH-medewerkers straks gebruik gaan maken van Raet. Ze kunnen dan bijvoorbeeld hun (verlof)uren daarin kwijt en zelf hun salarisstroken bekijken”, vertelt Marina enthousiast. Om goed te kunnen werken met het nieuwe systeem heeft Marina vorig jaar diverse cursussen moeten volgen. Zo moest ze haar praktijkdiploma loonadministratie halen. Ook kreeg ze verschillende trainingen bij Raet. Het jaar 2009 was voor haar dus erg druk. “Ook nu is het nog druk hoor. We moeten onze weg nog vinden in het nieuwe systeem. Gelukkig hebben we nog geen grote problemen gehad tijdens of na de overgang overgang naar Raet. Ik verwacht dat we het over een poosje, als we het systeem wat beter kennen, wat rustiger krijgen.”
49
Personeel 5
Gedurende de eerste maanden van 2009 zijn met alle 15 medewerkers, die nog werkzaam waren bij het GPC, arbeidsvoorwaardengesprekken gevoerd en kon met iedereen de overstap naar de CAO-HBO worden overeengekomen. Daardoor kon per 31 december 2009 worden overgegaan tot een fusie naar één stichting die de naam Stichting Gereformeerde Hogeschool heeft gekregen. Deze stap zorgt voor een sterke vereenvoudiging van een aantal beheersmatige processen, en ook voor meer eenduidigheid in de arbeidsvoorwaarden, terwijl tegelijkertijd de administratie van opleiding, onderzoek en adviesdienstverlening helder zijn gescheiden.
In 2009 is er op de academies en afdelingen aandacht besteed aan het leeftijdsfase bewust personeelsbeleid, het beleid zal een plaats krijgen in de gesprekscyclus. Er is een nieuw scholingsbeleid opgezet om er voor te zorgen dat in opleidingen minstens 70% van het docerend personeel met een masters lesgeven in de bachelor; hiervoor worden ook deels de middelen vanuit ‘actieplan leerkracht’ ingezet. In het jaarverslag 2010 worden de behaalde percentages opgenomen. De leidinggevenden hebben zich bezonnen op de kernwaarden uit het strategisch plan en zijn onder leiding van lector dr. Pieter Vos (Morele Vorming) bezig geweest zich die waarden eigen te maken. Ook hebben ze nagedacht over hoe hun medewerkers leiding te geven in die waarden.
Verhouding man-vrouw
5
Verhouding man-vrouw GH -breed in % 60 50 40 %
30 M 20 V
Personeelsbestand: 2009 in cijfers
10
Totale formatie GH-GPC 2005 -2009
0 2005
Omvang dienstverband (fte) GH GPC Totaal GH-GPC
2005 99,1 30,4 129,5
2006 109,6 30,4 140,0
2007 129,2 19,3 148,5
2008 140,45 11,50 151,95
2009 153,8 0,00 153,8
2007
2008
2009
jaar
In 2007 werkten op de GH voor het eerst meer vrouwen dan mannen en deze trend zet zich in 2009 nog steeds voort.
gemiddeld aantal fte’s per medewerker Gem. fte’s per medewerker GH GPC Totaal
2006
2005 0,6 0,7 0,6
2006 0,6 0,7 0,6
2007 0,7 0,6 0,7
2008 0,7 0,6 0,7
2009 0,6 0,0 0,6
Het totaal aantal fte’s is in 2009 iets gestegen. Het gaat hier om de stand van zaken per 31-12-2009. Op 1-1-2010 was het aantal fte’s reeds met 3 gedaald. 50
51
Esther de Boer
S
oms neemt een leven zijn eigen loop. Dat ze ooit op de roosterkamer van de GH zou gaan werken, had ze niet kunnen vermoeden. De wereld verbeteren, daar ging ze voor. Lachend vertelt Esther de Boer: “Mensen helpen, dat wilde ik. Dus studeerde ik SPH.” Werk in de verslavingszorg en de chronische psychiatrie gaven echter weinig voldoening. Esther verklaart: “Ik denk dat projectmatig werken meer bij mij past. Ik wil resultaten zien. Soms gewoon iets nieuws kunnen oppakken, omdat je iets anders afgerond hebt. Hulpverlening is toch meer een kwestie van de lange adem.” Een andere baan, als supervisor in een callcenter, was zeker verfrissend, maar wel erg commercieel. “Iets te resultaatgericht”, geeft ze aan. “Op den duur bleek mijn hart daar gewoon niet te liggen. Bovendien werd er veel flexibiliteit van mij verwacht en dat was moeilijk te combineren met het jonge gezin dat ik inmiddels had.” Terwijl Esther zich aan het oriënteren was op ‘iets anders’, kwam de GH voorbij. “Ik was direct enthousiast! Lekker puzzelen en abstract bezig zijn, dat leek me wel wat.”
Lekker abstract bezig zijn, dat leek me wel wat Inmiddels werkt ze vier jaar als roostermaker. En het aspect ‘werken met mensen’ zit volop in haar werk: “Je moet vaak het gesprek aangaan. Samen zoeken naar oplossingen. Wat dat betreft is een sociale opleiding nooit weg.” Esther en haar collega’s willen vooral initiërend bezig zijn: “Blijven nadenken over hoe dingen beter kunnen. En van daaruit een gesprekspartner willen zijn en een adviserende rol aannemen. Daar is de hele organisatie bij gebaat en het werkt veel fijner dan wanneer je in een puur uitvoerende rol kruipt.” Verbeterpunten zijn er ook. “Het opstellen van de (her)tentamenroosters laten samenvallen met het maken van de overige roosters”, geeft ze als voorbeeld. “Dat loopt nu achter de andere roosters aan. Het lastige is dat we de meeste tentamenroosters nog in Excel maken; dat zouden we het liefst doen in het programma waarin we de collegeen overige roosters maken. Komend jaar hopen we daarvoor de benodigde module aan te schaffen.” Als andere toegevoegde waarde noemt ze een applicatie waarin studenten en medewerkers zelf -via internet of intranet- lokalen kunnen reserveren op basis van beschikbaarheid. “Dat zou de service verhogen en ons aardig wat werk besparen.” Al met al geniet ze van haar werk. “Vooral omdat er iedere dag nog uitdaging in zit. En de sfeer onder de collega’s is goed. Wat ik ook prettig vind, is dat ik op de GH heel ander werk doe dan mijn taken thuis. Die combinatie bevalt uitstekend!”
53
Personeel 5
Fulltime en parttime
Leeftijdsopbouw personeel GH
5
Verhouding fulltime-parttime in % 60,0
45 40
50,0
35 30
40,0
25 20
30,0
15 10
20,0
5 0 <25
25-29
30-34
35-39
40-44
45-49
50-54
55-59
60+
10,0
0,0 2009 2008 2007 2006 2005
54
De gemiddelde leeftijd van het personeel over 2009 bedraagt ruim 43,5 jaar. Dat betekent een stijging t.o.v. voorgaande jaren, maar de gemiddelde leeftijd ligt onder het landelijk gemiddelde.
2009
Fulltime > 75% en < 100% > 50% en < 75% > 0% en < 50%
2008
2007
2006
2005
In 2009 is het percentage fulltime-contracten licht gedaald ten opzichte van het aantal parttime-contracten.
55
Personeel 5
Ziekteverzuim en begeleiding
We kunnen dankbaar constateren dat het ziekteverzuim in 2009 lager was in vergelijking met de sector en ook in vergelijking met het landelijk gemiddelde. Wel is het verzuim wegens ziekte licht gestegen. Een belangrijke factor daarbij is niet de Mexicaanse griep geweest, maar wel een griepgolf in januari 2009. Overigens is er wel vaker een iets hoger percentage ziekte geweest. Het beleid is er op gericht zoveel als mogelijk vroegtijdig concrete maatregelen te treffen. Er zijn zeker arbeidsgerelateerde klachten, maar er zijn ook andere oorzaken. Van cruciaal belang is dat er tussen een zieke medewerker en zijn/haar leidinggevende spoedig frequent contact is, gericht op reïntegratie. De samenwerking met de Arbo Unie (bedrijfsarts en andere vormen van hulp) verloopt goed en helpt een zieke medewerker weer te reïntegreren. Vaak zijn daarbij ook aanpassingen in het werk aan de orde.
De GH hanteert een ziekteverzuimbeleid met als voor de hand liggend motto ‘voorkomen is beter dan genezen’. De individuele medewerker en zijn of haar leidinggevende zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor preventieve maatregelen om ziekte te voorkomen. De gesprekscyclus is daarbij het meest aangewezen instrument en ook het eerder genoemde levensfasebewust personeelsbeleid moet daar een belangrijke bijdrage aan leveren. Vergeleken met de sector is het ziekteverzuim bij de GH nog steeds laag te noemen maar er is de laatste twee jaar wel een stijgende lijn waar te nemen. Dat is de reden waarom er in 2010 extra aandacht gegeven wordt aan dit onderwerp. Het hele ziekte- en verzuimbeleid is in het najaar van 2009 opnieuw uitvoerig met alle leidinggevenden doorgenomen.
Tabel Ziekteverzuim gegevens GH Ziekteverzuimpercentage
Gemiddeld aantal ziektedagen
mannen vrouwen totaal
2005 3,1 5,1 3,9
2006 2,4 3,6 2,9
2007 1,6 2,9 2,2
2008 3,9 2,1 3,0
2009 2,6 4,5 3,5
mannen vrouwen totaal
13,3 11,2 12,1
9,9 11,1 10,6
5,4 10,1 7,7
11,6 6,5 9,0
10,7 11,2 11
Arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden Het arbeidsomstandighedenbeleid is gericht op optimale arbeidsomstandigheden, waardoor de veiligheid en de gezondheid van de medewerkers van de Gereformeerde Hogeschool zo veel mogelijk worden gewaarborgd en bevorderd. De motivatie daarvoor is tweeledig. De GH wil een goed werkgever zijn en is daarnaast gebaat bij gezonde en vitale medewerkers. Door middel van voorlichting in het personeelsblad en tijdens afdelingsvergaderingen is in 2009 opnieuw aandacht besteed aan het speciaal voor de hogescholen ontwikkelde pakket Livvit. Dit pakket is ontwikkeld voor medewerkers door Zilveren Kruis Achmea i.s.m. de HBO-raad. Livvit omvat een aantal diensten op het gebied van psychische en fysieke zorg, die preventief of curatief kunnen worden ingezet om de gezondheid of reïntegratie van medewerkers te bevorderen. Van dit pakket kan op initiatief van zowel het management als de medewerker gebruik worden gemaakt. De bedrijfsarts is op de hoogte van de inhoud van het pakket Livvit en zet waar nodig de diensten in. In 2009 hebben 6 medewerkers gebruik gemaakt van de diensten uit Livvit. De afgenomen diensten zijn: een driedaagse leefstijltraining, coaching, taxivervoer en psychologische zorg. In het kader van ziekteverzuim zijn in 2009 in totaal 19 medewerkers door de bedrijfsarts begeleid. Bij 8 van deze medewerkers was er sprake van verzuim
56
op grond van arbeidsgerelateerde, verminderde psychische belastbaarheid. Er is ook in 2009 geen sprake geweest van instroom van medewerkers in de WIA.
5
Scholing en promotietrajecten Het beleid met betrekking tot scholing is versterkt in de functionerings-, voortgangs- en beoordelingsgesprekscyclus. Daarmee is deskundigheidbevordering nog sterker een onderdeel geworden van de periodieke beoordelingen en komt scholing als onderwerp van gesprek structureel aan de orde. In 2009 is er ruim € 170.000 geïnvesteerd in het op peil houden en uitbreiden van de kennis en vaardigheden van medewerkers. Dat is exclusief de reiskosten, verletkosten en kosten voor interne trainingen. Vergeleken met vorig jaar is dat een daling van ruim 8 %. De uren in de taakbelasting van medewerkers voor scholing zijn daarbij overigens ook niet meegerekend. Het gaat hierbij om jaarlijks 59 uur per docent en 20 uur voor medewerkers in de ondersteuning. Door de verschillende opleidingen is gewerkt aan teamgerichte professionalisering. Zo heeft de pabo vijf dagdelen besteed aan professionalisering van de studieloopbaanbegeleiders en zijn er studiedagen georganiseerd over thematisch werken, passend onderwijs en identiteit. Ook op de HBO-V zijn studiedagen georganiseerd rond het thema identiteit. De opleiding GPW besteedde studiedagen aan curriculumontwikkeling en toetsing, evenals de opleidingen SPH en MWD. In 2009 heeft één personeelslid gebruik gemaakt van promotievouchers.
57
Personeel 5
Inschrijving personeelsleden In 2009 heeft geen van de personeelsleden gebruik gemaakt van de mogelijkheid om zich in te schrijven voor een opleiding die door de GH wordt aangeboden. Een pabodocent heeft zich voor eigen rekening ingeschreven voor de onbekostigde masteropleiding Godsdienstleraar.
58
5
Kwaliteitszorg 6
Het jaar 2009 heeft wat betreft de ontwikkeling van de kwaliteitszorg sterk in het teken gestaan van twee projecten: bedrijfsprocessen en EA Advies. Ten aanzien van de bedrijfsprocessen is het eerste half jaar nog besteed aan de ontwikkeling, het testen en fine-tunen van de processen. De vastlegging van processen vond daarin plaats. De fase van implementatie liep gelijk op met de ontwikkeling van het kwaliteits-systeem van EA Advies. Ten aanzien van EA Advies is gewerkt aan het project certificering volgens ISO 9001 en de Cedeo-erkenning voor klanttevredenheid. De Cedeo-erkenning is verkregen op 1 juli 2009, de certificering in maart 2010.
De kwaliteitscoördinator heeft de academies en opleidingen regelmatig geadviseerd over ontwikkeling van kwaliteitsmanagement. Voor de pabo is een studentevaluatie voor het project ‘Teleleren’ verzorgd. Voor het Studium Generale heeft de afdeling een evaluatieinstrument ontwikkeld. De eerste afname zal in 2010 plaatsvinden.
Het operationeel maken van het documentbeheersysteem Manual Master is ook vergevorderd. Voor de bedrijfsprocessen en de certificering heeft dit zijn vruchten afgeworpen. Het documentbeheerssysteem is ook een belangrijke tool voor het vastleggen van documenten in het kader van accreditering en kwaliteitszorgsonderzoek.
Eind 2008 - begin 2009 is er een bredere analyse gemaakt van de uitval van studenten in 2007-2008. Deze analyse is in 2009 bij diverse gelegenheden in de opleidingen gepresenteerd. De opleidingen hebben deze analyses in hun verbetertrajecten verwerkt. De afdeling kwaliteitszorg monitort de verbetertrajecten en de resultaten daarvan.
Interne kwaliteitszorg
Vanaf 2008 is de bestaande instellingsspecifieke curriculumevaluatie vervallen en participeert de GH in het landelijke studenttevredenheidsonderzoek (STO) van de HBO-raad. De standaard vragenlijst in dit onderzoek is uitgebreid met een aantal instellingsspecifieke vragen, die m.n. betrekking hebben op de identiteit en de schaal van de GH. De participatie van studenten in het onderzoek was goed (60%) en overtreft de respons bij de eerdere opleidingsspecifieke evaluaties. Een groot voordeel van het landelijk studenttevredenheidonderzoek is de benchmarking die daardoor mogelijk wordt. In 2009 hebben alle deelnemende hogescholen
In 2009 is er ook gewerkt aan het ontwikkelen van de strategie 2009-2012. Het INK-model als leidend kwaliteitsmanagementmodel voor de GH is tevens onderliggend model in de strategie. De strategische doelen zullen mede vanuit kwaliteitszorg gemonitord worden. In 2009 is de herziening van het kwaliteitshandboek voor EA Advies gerealiseerd. Het kwaliteitssysteem is in 2009 geïmplementeerd. Interne audits zijn door kwaliteitszorg verzorgd. In 2009 is besloten tot het instellen van een
60
centrale ‘auditorpool’. Voorzien wordt dat deze in de loop van 2010 operationeel is. Daarmee zal de GH beschikken over een aantal (gecertificeerde) auditors waardoor de prestaties van processen, GH-breed, ook door middel van interne audits geanalyseerd kunnen worden.
besloten tot onderlinge uitwisseling van alle data. Hiervan is in 2009 een uitgebreide rapportage aan de opleidingen gepresenteerd. De GH-opleidingen komen in veel opzichten positief uit deze benchmark naar voren, met uitzondering van de tevredenheid van studenten over de studielast.
6
Dit is in 2009 voortgezet en zal in de eerste helft van 2010 worden afgerond. In 2011 zal het onderzoek van de lectoraten worden beoordeeld conform de binnen het hbo afgesproken systematiek.
De door studenten ervaren te hoge studielast blijft voor vrijwel alle opleidingen nog een punt van aandacht. Opleidingen hebben dit in concrete maatregelen verwerkt. De resultaten kunnen zichtbaar worden in de curriculumevaluatie 2010.
Externe kwaliteitszorg In 2009 is het positieve accreditatiebesluit voor de pabo van de NVAO ontvangen. In 2010 zal de opleiding SPH beoordeeld worden, voor de accreditatie voor 2011 en volgende jaren. In 2009 is het Edventure keurmerk voor EA Advies aangevraagd. Het keurmerk bestaat uit twee onderdelen: Cedeo-erkenning voor klanttevredenheid en certificering volgens ISO 9001. Op 25 augustus 2009 is de Cedeo-erkenning een feit geworden. EA Advies mag zich daarmee voor een periode van twee jaar ‘Cedeo-erkend’ noemen. Daarna zal opnieuw een onderzoek plaatsvinden. In 2009 is door Certiked de proefbeoordeling voor de ISO-certificering uitgevoerd. De voor december 2009 geplande definitieve beoordeling is uitgesteld naar maart 2010, die overigens zoals hiervoor gemeld, positief is verlopen. Met de lectoren is in 2008 een start gemaakt voor het ontwikkelen van het kwaliteitssysteem voor onderzoek.
61
Berend van de Beek
B
erend van de Beek is coördinator kwaliteitszorg op de GH. “Bij kwaliteitszorg moet je denken aan het bewaken van de kwaliteit op zowat alle terreinen”, legt hij uit. “Je kunt het samenvatten als: doen we de goede dingen en doen we de goede dingen goed? Dát is het.” Voor Berend en zijn collega Ineke was 2009 een bedrijvig jaar.
“We zijn bezig geweest met de voorbereiding op de ISO 9000-certificering* van de adviesdienstverlening van de Educatieve Academie. We hebben de kwaliteitssystemen van de opleidingen en de curricula geëvalueerd. En dan was er het jaarlijkse studenttevredenheidsonderzoek en een onderzoek naar studie-uitval”, somt hij op. “Ook hebben we een begin gemaakt met het herzien van de bedrijfsprocessen. Het doel daarvan is: inzichtelijk maken wat we als GH doen. We proberen alle processen te beschrijven en vast te leggen in een systeem voor documentbeheer. In dat systeem vind je behalve procesbeschrijvingen ook functieomschrijvingen en belangrijke beleidsdocumenten.” Zo’n documentbeheersysteem is een goede leidraad bij het bewaken van je kwaliteit, meent de kwaliteitszorgcoördinator. “Alles ligt keurig vast.” En waar het uiteindelijk om draait? “Samen weten wat we doen, waarvoor we het doen en hoe we het doen.”
Onze studenten zijn tevreden en dat geldt ook voor de werkvelden waar we ons op richten Dat laatste is van belang, aldus Berend. “Dat we als GH kwaliteit leveren staat buiten kijf. Onze studenten zijn tevreden en dat geldt ook voor de werkvelden waar we ons op richten. Uit tal van beoordelingen blijkt dat we bij de tophogescholen van Nederland horen. Maar hoe komt die kwaliteit tot stand? Op die processen hebben we soms nog te weinig grip, al worden we steeds beter. Toch ben ik blij -om maar iets te noemen- dat we kunnen vaststellen dat studenten op de GH vinden wat ze hoopten te vinden!” “Het succes moet er echter niet toe leiden dat je achterover gaat leunen en gaat denken: ‘we zijn er’”, laat Berend weten. “Dat punt bereiken we niet. Daarmee zeg ik niet dat de lat alsmaar hoger moet. Maar de definitie van kwaliteit is niet altijd hetzelfde. Verwachtingen vanuit bijvoorbeeld de overheid en de werkveldinstellingen waarvoor we opleiden veranderen regelmatig. Op zulke veranderingen moet je inspelen. Gelukkig is de organisatie er goed mee bezig. Er heerst een positieve mentaliteit; mensen willen samenwerken en van elkaar leren. Oftewel: de bodem is goed.” Een bodem waarop verder gebouwd moet worden, want “goed worden is een kunst, maar goed blijven ook.” *) Normering van het ISO-instituut betreffende het waarborgen van kwaliteit binnen organisaties. 63
Internationalisering 7
De GH kent een Bureau Buitenland dat zich bezighoudt met beleidsvoorbereiding, advisering, relatiebeheer en netwerkonderhoud. Het functioneert ook als een kennis- en expertisecentrum en facilitair dienstencentrum.
Beleid In 2009 werden voor alle academies op het gebied van internationalisering voor de periode 2009-2013 de volgende prioriteiten vastgesteld: • inkomende en uitgaande studiemobiliteit; • inkomende en uitgaande docentmobiliteit; • ontwikkelingssamenwerking door middel van stage- en afstudeerprojecten; • kwaliteitshandhaving en -verbetering van huidige internationaliseringsactiviteiten. Daarnaast is de gewenste organisatiestructuur op het gebied van internationalisering geëvalueerd, en herzien, en vastgelegd in de notitie Structuur Internationalisering.
Internationale uitwisseling docenten In 2009 ontving de GH een aantal collega’s van Dordt College (Iowa, USA) en een tweetal collega’s van de Education department. Eind april vond de Europese IAPCHE Conferentie plaats. De Gereformeerde Hogeschool was samen met Driestar Educatief, PTHU en Christelijke Hogeschool Ede organisator van de conferentie. De conferentie kende ongeveer honderd deelnemers uit verschillende landen.
64
Beurzen
Uitwisseling studenten
De deelname aan het Leven Lang Leren-programma werd voortgezet. In het studiejaar 2008/2009 werden vijf stagebeurzen toegekend. Van januari 2009 t/m december 2009 kregen 55 studenten een tegemoetkoming van 400 euro ten behoeve van hun buitenlandstage of onderzoek in het buitenland (20 van de pabo, 24 van de HBO-V en 11 SW-studenten). Het CILO (Centrum Internationalisering Lerarenopleidingen) kende één pabostudent een BIOS-beurs van 750 euro toe.
Vanaf 2002 verzorgt de Gereformeerde Hogeschool het SPICE-programma voor haar partnerschool Dordt College. In januari 2009 kwamen 19 Amerikaanse en Canadese studenten en één Hongaars-Roemeense student naar Zwolle. De Roemeense student kon deelnemen aan het programma dankzij een beurs van stichting Fundament. De SPICE-studenten verbleven in gastgezinnen en volgden een op maat gemaakt Engelstalig programma. In februari maakten zij een studiereis naar Aix-en-Provence, Frankrijk. Deze reis werd georganiseerd in samenwerking met de Faculté Libre de Theologie Réformée.
Professionalisering Gedurende de eerste helft van het schooljaar 2009/2010 organiseerde Bureau Buitenland twee cursussen Engels voor geïnteresseerde medewerkers en docenten, met in totaal zestien deelnemers. De cursus heeft als doel de spreekvaardigheid van de deelnemers te verbeteren, een belangrijke voorwaarde voor verdere internationalisering van de curricula van de hogeschool. Dit beleid wordt voortgezet; de deelnemers zitten in verschillende niveaus.
7
In oktober 2009 brachten de academisch coördinator van SPICE en de docent Dutch Culture & Society een bezoek aan Dordt College om intakegesprekken te houden met de studenten voor 2010 en hen voor te lichten over SPICE.
65
Emma Zwarts
H
et ruime aanbod van internationale stages was een belangrijke reden voor haar keuze voor de Gereformeerde Hogeschool. In 2009 was het dan eindelijk zover voor Emma Zwarts (studente HBO-V). Ze liep drie maanden stage in een klein christelijk ziekenhuis in India.
“Ik wilde altijd al graag naar het buitenland op stage en bij de GH waren daar veel mogelijkheden voor. Maar voor het zover was, moest ik wel een heel traject volgen. Aan het begin van het jaar kregen we eerst een les over stages in het buitenland. Daarin werd verteld aan welke criteria we moesten voldoen en kregen we vragen mee om alvast over na te denken”, vertelt Emma. Na een strenge selectieronde werd Emma, samen met een andere studente, uiteindelijk gekoppeld aan een stageplek in India. Hoewel ze in het voortraject was voorbereid op een cultuurshock, werd ze toch onaangenaam verrast door het verschil tussen Nederland en India. Emma: “In het begin viel het allemaal nog wel mee. We waren eerst toeristen die de stad Delhi aan het bekijken waren. Maar toen we na een paar dagen in een strenge ziekenhuiscampus op het platteland terechtkwamen, schrok ik wel. Natuurlijk was het arm en ging het anders, dat wist ik, maar ik had niet verwacht dat de cultuur zo anders zou zijn. Er werd zo op je gelet en je mocht eigenlijk niet laten merken dat iets je tegenviel, of dat je bepaalde situaties moeilijk vond.” Een groot verschil waar Emma moeite mee had was de omgang met patiënten. “Wij zijn heel erg gewend om te groeten, een praatje te maken en uitleg te geven over wat je doet bij een patiënt. In India wordt er gewoon zonder iets te zeggen wat gedaan. Als er wel gepraat wordt is dit vaker schreeuwen en van patiënten wordt verwacht dat ze zich niet aanstellen”, zegt Emma. “Het begon de mensen daar wel op te vallen dat wij anders met de patiënten omgingen en ze stelden ons ook wel vragen waarom we ‘Hallo’ zeiden als we binnenkwamen en waarom we vroegen aan een patiënt hoe het met hem ging. We zagen dat de patiënten wel genoten van de aandacht die wij ze gaven. Dat is echt geweldig, dat je met zulke kleine dingen als groeten een verschil kan maken.” Voor Emma was haar stage een ervaring die ze niet had willen missen. “Het was soms best zwaar, omdat ik de taal niet sprak en het Engels maar matig beheers. Daardoor kun je je niet goed uiten en ben je minder jezelf, iets waar je van tevoren geen rekening mee houdt. Maar ik heb er zo ontzettend veel geleerd. Los van de stage hebben we een maand lang een gave reis gemaakt en nog beter kennis gemaakt met dit fascinerende land! Bijna iedere dag denk ik er aan terug!”
67
Materiële voorzieningen 8
Huisvesting
Veiligheidsbeleid
In 2009 heeft er een herziening plaatsgevonden van het langere termijn onderhoudsplan. In dit hernieuwde plan is een relatie gelegd met de ambities van de GH met betrekking tot nieuwbouw. Vanuit dit plan hebben er diverse activiteiten plaatsgevonden m.b.t. het onderhoud van het gebouw en het aanbrengen van verbeteren in het gebouw. Zo is er geïnvesteerd in het verbeteren van het postvakkensysteem voor studenten, in het vervangen van vloerbedekking, in de verbetering van de leslokalen en in het creëren van extra gespreksruimten. Daarmee is het hele werk- en leefklimaat verbeterd.
In het kader van de veiligheid heeft er een ontruimingsoefening voor studenten en medewerkers plaatsgevonden. Met de leerpunten uit deze succesvol verlopen oefening zijn wij in staat om blijvend kritisch te zijn op de veiligheid van onze studenten en medewerkers. Ook is er een uitvoerige crisismanagementoefening gehouden met het leidinggevend en ondersteunend kader. Het belangrijkste leerpunt betrof de interne en externe communicatie bij dit type situaties. Er was duidelijk progressie ten opzichte van voorgaande oefening te constrateren.
In 2009 zijn de activiteiten in het kader van de ambitie voor nieuwbouw geïntensiveerd. Eind 2009 heeft dit geleid tot de opdracht een actueel plan van eisen voor de huisvesting te realiseren. In 2009 heeft de Gereformeerde Hogeschool zich aangemeld als deelnemer voor de meerjarenafspraken energie-efficiency (MJA3). Hiermee verplicht de GH zich om in 2010 een energie-efficientieplan (EEP) op te stellen. Een EEP is een hulpmiddel voor het interne planningsproces voor het nemen van energie-efficiencyverbeterende maatregelen. In het plan wordt vastgelegd wanneer welke maatregelen moeten zijn uitgevoerd. Wij streven naar een duurzaam gebruik van ons gebouw. In dit kader hebben we efficiënter geroosterd, zodat we een sterke afname van de huur van externe leslokalen konden realiseren. Op de momenten dat we geen gebruik maken van de eigen leslokalen verhuurt de GH lokalen.
68
Mediatheek De mediatheek heeft ook in 2009 zorg gedragen voor de opbouw van een uitgebreide en actuele collectie op de terreinen onderwijs, zorg, welzijn en theologie. De collectie bevat naast documenten ook concrete materialen en digitale bronnen. De opbouw van de collectie is gebaseerd op het geformuleerde aanschafbeleid en wordt in overleg met de contactpersonen vanuit de opleidingen uitgevoerd. In 2009 is blijvende aandacht geweest voor het aanpassen van de collectie aan de eisen van de academies van de GH. De collectie wordt verdiept in verband met de ontstane onderzoekstak binnen de GH. Langzamerhand komen meer titels op academisch niveau en worden Engelse titels aangeschaft op de terreinen van de lectoraten. Speerpunten in 2009 waren o.a.: buurthulpverlening, morele vorming, spiritualiteit in de zorg en hulpverlening. Daarnaast heeft prof. dr. Schuyt (Universiteit van Amsterdam) zijn collectie op het gebied van samenlevingsvraagstukken aan de
Gereformeerde Hogeschool geschonken. Deze collectie is voor het grootste deel opgenomen in het bibliotheeksysteem. Veel aandacht is er geweest voor het saneren van de fysieke collectie; veel verouderde titels zijn verwijderd. Een gevolg hiervan is dat het bezit van de mediatheek in 2009 is gedaald, namelijk van 45.502 tot 44.559 exemplaren. Het aantal online bronnen in de catalogus is daarentegen gestegen tot 189. De mediatheek biedt toegang tot de databanken Academic Search Elite, Picarta, Lexis Nexis Newsportal, Invert, Surfmedia Beeld en Geluid en de Vakbibliotheek van Bohn Stafleu Van Loghum. Deze databanken worden door studenten en medewerkers gewaardeerd. In 2009 is Lexis Nexis Newsportal uitgebreid van zes landelijke dagbladen naar veel Nederlandstalige nieuwsbronnen. Ook regionale dagbladen en een aantal vakbladen zijn nu via deze databank toegankelijk. In 2009 is de deelname van de Gereformeerde Hogeschool aan de HBO Kennisbank geëffectueerd. In de HBO Kennisbank zijn afstudeeronderzoeken en publicaties van de Gereformeerde Hogeschool opgenomen. Deze documenten zijn online toegankelijk.
ICT
8
In de herfstvakantie van 2009 zijn de printers en kopieerapparaten van de mediatheek vernieuwd. De nieuwe apparaten bieden naast uitgebreide kopieeren printfaciliteiten ook de mogelijkheid tot het scannen van documenten. In 2009 is ruim de helft van het serverpark GH-ICT gevirtualiseerd. Bij virtualisatie vinden wijzigen centraal plaats. Dit heeft geresulteerd in een aantal voordelen. Er is bespaard op de aanschaf van hardware en energie, doordat meerdere losse computers zijn geïntegreerd in één computersysteem. Het maken van een back-up van het informatiesysteem is vereenvoudigd. Hierdoor kon sneller worden ingespeeld op wensen van de organisatie. Het werkplekbeheer is daardoor een stuk eenvoudiger geworden. De virtualisatie heeft ook bijgedragen aan de duurzame milieubewuste bedrijfsvoering, doordat er minder energie en grondstoffen zijn verbruikt.
In 2009 is er veel werk verricht om de mogelijkheden van het programma VubisSmart beter te benutten. Daardoor verloopt het reserveren, verlengen en rappelleren volledig elektronisch. Het importeren van lenersbestanden van medewerkers en studenten is vergaand geautomatiseerd. Het totaal aantal uitleningen is in 2009 met 6,8 % gestegen ten opzichte van 2008.
69
Beatrijs Dijkman
Z
org dragen voor de wereld die God aan ons gegeven heeft. Dat is een grote passie van Beatrijs Dijkman. Om die reden vervult ze de functie van coördinator duurzaamheid binnen de GH.
“Twee jaar geleden werd er iemand gezocht voor deze functie. Ik at al jaren biologisch en hield me ook bezig met de vraag wat duurzaamheid eigenlijk is. Daarom leek me de functie van coördinator duurzaamheid wel iets voor mij”, legt Beatrijs uit. In het begin was het nog even zoeken naar de juiste invulling van haar taak. “Er stond niks op papier en er was geen aansturing op die invulling. Ik ben toen zelf maar aan de slag gegaan, heb columns geschreven voor het personeelsblad en collega’s gestimuleerd om afval te scheiden.” Na verloop van tijd kwam Beatrijs erachter dat het blijven hangen in regeltjes van wat wel en niet mag, niet de juiste manier is om iets te bereiken. Beatrijs: “Ik kan mensen niet veranderen, maar ik kan hen wel bewust maken. We hebben als christenen verantwoordelijkheid voor de aarde gekregen. Daar probeer ik collega’s en studenten van bewust te maken. En gelukkig zie ik resultaat van mijn werk. Mensen weten me te vinden met ideeën en voorstellen en ook hogeschoolbreed merk ik een verandering in mentaliteit rondom duurzaamheid.”
Ik kan mensen niet veranderen, maar ik kan hen wel bewust maken Hoewel het takenpakket van de coördinator duurzaamheid in het begin nogal onduidelijk was, heeft Beatrijs er nu haar handen meer dan vol aan. Zo wordt ze onder meer betrokken bij de gesprekken over de duurzaamheid van het nieuwe gebouw van de Gereformeerde Hogeschool en geeft ze colleges duurzaamheid en gerechtigheid tijdens het Studium Generale. “Ik sta met de studenten vooral stil bij de vraag wat duurzaamheid is. Een mooie definitie is die van Brundtland: duurzaamheid is een ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden, zonder dat de behoeften van toekomstige generaties in gevaar komen.” Het enthousiasme van Beatrijs voor duurzaamheid op de GH is nog groot al weet ze ook dat het behoud van de aarde niet van haar inspanningen afhangt. “Psalm 19 vers 2 vind ik heel mooi. Daar staat dat de aarde in Gods handen ligt. Wij kunnen de aarde gelukkig nooit helemaal verwoesten of op eigen kracht herstellen. Het ‘gebruik’ van die aarde tot eer van de Schepper is een prachtige en verantwoordelijke uitdaging! ”
70
Financiën 9
Inleiding Het resultaat over 2009 is positief uitgekomen op 61K. Dit is lager dan begroot omdat met name de dienstverleningsomzet is tegengevallen. Wel vielen de rijksbijdragen hoger uit dan ze waren begroot. Gezien de tegenvallende resultaten halverwege 2009 bij met name de adviesdienstverlening heeft het management dan ook maatregelen genomen om de kosten voor de tweede helft van het jaar terug te brengen tot onder het begrote niveau. Dat heeft er mede toe geleid dat 2009 nu positief afgesloten kon worden. Een belangrijke afrondende stap kon worden gezet in de beheersing van de processen in 2009 door het verkoopproces opnieuw vorm te geven, mede met behulp van de daartoe aanwezige bedrijfsapplicatie. Ook is het projectbureau ingezet om vanuit de backoffice de juiste support te kunnen leveren aan de organisatie. Door deze maatregelen is er een belangrijke verbetering van het werkkapitaal gerealiseerd, hetgeen zich onder meer uit in een current ratio die verbeterd is van 1,13 naar 1,20 na een gestage daling over de afgelopen jaren. De kortlopende schulden zijn wel toegenomen ten opzichte van 2008, maar dat is met name gelegen in het feit dat er in 2009 een volledige 13e maand uitgekeerd is, tegenover een halve 13e maand in 2008, waarbij de sociale lasten over dit bedrag pas in januari 2010 betaald worden. Door enerzijds het positieve resultaat en anderzijds het werkkapitaal te verbeteren is de solvabiliteit van de organisatie onverminderd solide per eind 2009. Dit geldt temeer als de stille reserve van het pand hierin meegewogen wordt.
72
Geconsolideerde exploitatierekening
9
2010 E
E
E
2009
Begroting 2009
E
E
E
2008 E
E
Baten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies Collegegelden Baten werk in opdracht van derden Overige baten
8.477 0
9.010 92
8.781 0
7.942 201
1.958 2.864
1.850 2.157
1.956 2.791
2.017 2.158
187
463
353
546
Totaal baten
13.486
13.572
13.881
12.864
Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten
10.317 778 886 1.486
10.619 700 537 1.638
10.667 717 499 1.810
10.081 685 552 1.904
13.466
13.494
13.693
13.222
Saldo baten en lasten
20
78
188
-358
Financiële baten en lasten
-20
-17
48
25
0
61
236
-333
Nettoresultaat
73
Financiën Geconsolideerde balans
9
Kengetallen en trends 2009 E
1 1.2 1.4 1.5 1.7
Activa Vaste activa Materiële vaste activa Vlottende activa Voorraden Vorderingen Liquide middelen Totaal activa
2008 E
E
2007 E
E
3.585
3.856
3.925
440 506 2.708
913 695 1.513
799 1.087 1.771
7.239
6.977
7.582
Kengetallen en trends 2010 * € 1000 Begroot
E
Solvabiliteit: EV / TV EV incl. Voorzieningen / TV
Passiva
2.1 2.3 2.4 2.5
Eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden
2.735 325 1.122 3.057
2.674 418 1.122 2.763
3.089 222 1.122 3.149
Totaal passiva
7.239
6.977
7.582
2009 * € 1000 Werkelijk
41% 45%
38% 42%
1,1
1,1
1,2
Rentabiliteit: Rendement over het EV Rendement over het TV
0% 0%
8% 3%
2% 1%
Studenten: Aantal voltijd opleiding Aantal deeltijd opleiding Totaal
1101 242 1343
1142 306 1448
1099 297 1396
0
236
61
Liquiditeit: Vlottende Activa / Kortlopende Schulden
2
2009 * € 1000 Begroot
38% 44%
Resultaat
74
9
75
Rudolf Schaaf
V
erpleegkundedocent Rudolf Schaaf werd twee jaar geleden gevraagd als lid en voorzitter van de medezeggenschapsraad (MR) van de Gereformeerde Hogeschool. Hij ging in op het verzoek, maar vertelt: “Het duurde een tijdje voordat ik voor mijn gevoel voldoende ingewerkt was. Toch had ik er direct plezier in. Je krijgt als MR-lid de kans om mee te denken op beleidsniveau, dat is het leuke aan dit werk. Advies geven is sowieso een rol die bij me past.” Rudolf noemt de huidige MR een enthousiaste en fanatieke club, die op een goede manier de confrontatie aangaat met het College van Bestuur. De juiste onderlinge verhoudingen vindt hij erg belangrijk. “Het moet niet ‘te close’ worden”, benadrukt hij. “We kunnen prima met het CvB door één deur, maar ik zie het wél als mijn taak om kritische vragen te stellen wanneer dat nodig is. Bijvoorbeeld wanneer processen niet transparant zijn, of opheldering over zaken nodig is.” Je bent het nooit in alles met elkaar eens, constateert hij, “maar er zijn gelukkig geen geschillen. Er is sprake van een respectvolle en constructieve samenwerking met het CvB.”
Advies geven is sowieso een rol die bij me past Belangrijke zaken en vraagstukken waarover de MR zich in 2009 boog, waren de onderwijs- en examenregelingen en het studentenstatuut, de begroting en huisvesting. “Het behandelen van de onderwijs- en examenregelingen en statuten is een kwestie van globaal meekijken, omdat we ervan uitgaan dat onder andere de examen- en opleidingscommissies al gedetailleerder gekeken hebben. Bij andere kwesties, zoals de begroting en de meerjarenbegroting, proberen we echt mee te denken en te adviseren. Zoiets kost meer tijd, maar ik ben altijd erg gemotiveerd om een constructieve bijdrage te leveren.” Minimaal een dagdeel per week is Rudolf kwijt aan zijn taken voor de MR. “Daarbij moet je vooral denken aan het doornemen van documenten en het houden van vergaderingen. Ik heb het er graag voor over hoor, maar het is soms lastig te combineren met mijn toch al drukke werk- en privéleven. Het komt bovenop je normale routine.” Hij merkt dat juist dat aspect studenten afschrikt om MR-lid te worden. Daar wil hij graag iets aan doen. “Wat mij betreft geven we studenten de ruimte om hun vrije ruimte in te vullen met het MR-werk. Of maken we het onderdeel van een bijpassende minor. Bestuurskunde of zo.”
77
Financiën 9
Begroting 2010 Gezien de ontwikkeling van de dienstverleningsomzet heeft er voor de begroting van 2010 een herijking plaatsgevonden van de diensten die geleverd worden via de academies. Dit heeft er toe geleid dat er gerichter op nascholing gestuurd wordt, omdat dit dicht bij de kerncompetentie van de school behoort en daar heeft de school ook de juiste ingang. De aandacht is voor de dienstverlening vooral gericht op margeverbetering en niet zozeer op omzetgroei. Gezien de verbeteringen die vorig jaar gerealiseerd zijn op het gebied van de bedrijfsprocessen en de voor 2010 gemaakte keuze in de inrichting van de adviesdienstverlening is een verbetering van de marge goed mogelijk. In de begroting 2010 is de rijksbijdrage opgenomen volgens de gebruikelijke systematiek waarbij de academies en de daaronder ressorterende afdelingen de toerekening van deze opbrengsten krijgen. De opbrengsten van de collegegelden zijn begroot aan de hand van reële opleidingsrendementen. De personele lasten zijn met name verhoogd voor de cao-verhogingen. De afschrijvingen en overige instellingslasten zijn volgens de gebruikelijke systematiek begroot. Wel zullen in 2010 de investeringen in ICT hoger uitvallen dan in 2009 om nieuw ICT beleid mogelijk te maken. Er is nog niet gerekend met majeure kortingen op de rijksbijdrage. Zoals hiervoor reeds gezegd: de financiële positie van de GH is solide. Dit laat onverlet dat het meerjarenperspectief te denken geeft: de studentaantallen stijgen niet hard, de onderwijsrendementen staan onder druk en de rijksbijdrage per student neemt mogelijk de
78
komende jaren af, terwijl tevens investeringen nodig zijn in huisvesting en ICT bij vermoedelijk stijgende salariskosten. Flexibilisering van de kosten is dan ook nodig met een verdere verlaging van het structurele kostenniveau. De mogelijke fusie met de Christelijke Hogeschool Ede kan hierin van betekenis zijn. Hiermee realiseert de GH een aantal strategische doelen en zijn er mogelijkheden om schaalvoordelen te benutten en een zekere kwetsbaarheid van de eigen organisatie te verminderen. In 2010 wordt verder ingezet op verdere beheersing c.q. reductie van de kosten.
Treasury management en vastgoedbeleid De GH kent een treasurystatuut waarin het treasurybeleid en de daarbij behorende bevoegdheden zijn weergegeven. Het treasurybeleid is risicomijdend. Overtollige liquiditeiten worden ondergebracht op een depositorekening tegen een geldend rentepercentage van net onder de 2%. De looptijd van de deposito’s is momenteel veelal een maand. Vanwege de groei van de organisatie door onder andere toename van het aantal studenten in de afgelopen jaren is er een te krappe huisvesting. In augustus 2009 heeft het College van B&W van Zwolle besloten dat er binnen de planvorming voor Voorsterpoort-Oost met voorrang moet worden verkend of realisatie van nieuwbouw voor de GH tot de mogelijkheden behoort. Vervolgens zijn via een aantal workshops met de gemeente Zwolle op hoofdlijnen de mogelijkheden verkend. Specifiek is gekeken naar de mogelijkheden voor realisatie van nieuwbouw aan de Blaloweg. In december 2001 is afge-
sproken dat het bestuurlijke vervolgtraject met de mijlpalen van vervolg-onderzoek, reserveringsovereenkomst, koopovereenkomst en levering zal worden ingebed in een intentieovereenkomst tussen B&W en de GH.
In eerste instantie zullen in de huidige stand van zaken eventuele negatieve gevolgen wel met overgangsmaatregelen in een zekere afbouw worden afgezwakt.
9
Bezoldigingsbeleid Het beleid en de meerjarenbegroting gaan ervan uit dat de huisvestingslasten in de nabije toekomst naar verwachting zullen toenemen. De omvang van deze last neemt volgens een ‘ingroeimodel’ jaarlijks toe tot het verwachte kostenpatroon van de nieuwe huisvesting. Hoewel het beleid om voor de nieuwe huisvesting een bestemmingsreserve te vormen in 2009 niet is gerealiseerd, wordt het beleid als zodanig niet aangepast. De financiële sturing wordt verbeterd zodat, los van incidenten, structureel ruimte ontstaat. Er bestaat sectorbreed onduidelijkheid over de exacte impact van het kabinetsbeleid rond de financiële crisis voor wat betreft het macro-budget na 2011 en de bekostiging per student. Daarnaast kan ook de wijziging van de bekostigingssystematiek per 2011 en/of later een (beperkte) negatieve impact hebben op kleinschalig hoger onderwijs zoals dat op de GH wordt aangeboden.
Leden CvB De Raad van Toezicht heeft de hoofdlijnen van het bezoldigingsbeleid van de leden van het CvB vastgesteld in oktober 2007. De rechtspositie van de CvB-leden is in 2007 herzien, op basis van de ‘uitwerking bezoldiging toezichthouders hogescholen’, op voorstel van de remuneratiecommissie. De leden van het CvB hebben een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Er zijn geen nieuwe specifieke afvloeiingsregelingen getroffen. De hoogte van de vaste bezoldiging staat weergegeven in onderstaande tabel. Voor de leden van het CvB is geen variabele beloning van toepassing. Op de arbeidsovereenkomst van de leden van het CvB is niet de CAOHBO van toepassing. Als uitvloeisel van afspraken in 2007 is de 13e maand voor de leden van het CvB in 2009 op het niveau terecht gekomen dat vergelijkbaar is met dat van het personeel dat onder de CAO-HBO valt.
Overzicht bezoldiging 2009 (inclusief pensioenlasten) leden College van Bestuur Naam
J.D. Schaap B. Brand
Brutosalaris
Onkostenvergoeding
Onkosten dienstauto
Prestatiedeel
116.116 94.634 210.750
0 0 0
15.100 13.190 28.290
0 1.000 1.000
Overige werk- Kosten totale bezoldiging gevers2008 lasten 21.573 18.298 39.871
152.789 127.122 279.911
79
René van Leeuwen
I
n 2008 promoveerde hij aan de RuG op het proefschrift ‘Towards nursing competencies in spiritual care’. Contacten met de GH had hij op dat moment al. Van het één kwam het ander en op 14 mei 2009 werd René van Leeuwen officieel geïnstalleerd als lector Zorg en Spiritualiteit aan de GH. Zijn lectoraat -nieuw aan de GH- houdt zich bezig met onderzoek en advies rond de rol die spiritualiteit in de zorgverlening zou moeten spelen. “Vanuit de christelijke identiteit van de GH is deze thematiek relevant. Wij willen echter laten zien dat het niet alleen relevant is voor christenen, maar voor álle zorgverleners”, stelt René. “Ieder mens, religieus of niet, denkt na over de zin van het leven en ontleent die zin ergens aan. Mijn overtuiging is dat vragen die hiermee te maken hebben belangrijk zijn in het zorgproces. Dat gezondheid en welbevinden in grote mate samenhangen met spiritualiteit.”
Ieder mens, religieus of niet, denkt na over de zin van het leven en ontleent die zin ergens aan Het afgelopen jaar besteedde René aan het verkrijgen van een plek binnen de GH, met name gerelateerd aan de zorgen welzijnsopleidingen. “Met de inbedding van het thema spiritualiteit in de opleidingen zijn we volop aan de slag; dat krijgt steeds meer vorm”, aldus René. Ook richtte hij zich op profilering van het lectoraat binnen de werkvelden zorg en welzijn. “De focus ligt op ziekenhuizen, instellingen voor palliatieve zorg, GGZ en ouderenzorg. Inmiddels zijn we in gesprek met verschillende partners over het opstarten van gezamenlijke projecten.” “Een voorbeeld: binnen de GGZ krijgt de rol van levensbeschouwing en religie de laatste tijd meer aandacht. Dus zijn we een onderzoek gestart onder psychiatrisch verpleegkundigen, hoe ze daarmee omgaan. Met de uitkomsten van dat onderzoek hopen we instellingen te kunnen adviseren.” Als ander voorbeeld noemt René de gesprekken die het lectoraat heeft met enkele ziekenhuizen. “We hebben in het bijzonder belangstelling voor het intakeproces van de afdelingen Oncologie. Waar we op mikken, is om samen te onderzoeken hoe je tijdens het vaststellen van de zorgvraag al helder kunt krijgen of de patiënt met zingevingsvragen rondloopt waaraan aandacht besteed zou moeten worden in het zorgproces.” René kiest bewust voor “een brede, open aanpak”. Hij legt uit: “Ik vind het imago ‘dat zal wel voor christenen zijn’ erg begrijpelijk. Dat beeld proberen we zoveel mogelijk weg te nemen. En we willen graag met instellingen samenwerken, dus neem gerust contact op.”
80
9
Financiën
Lijst met gebruikte afkortingen
De pensioenafspraken volgen de lijnen van de CAO-HBO. Aan de leden van het CvB is met ingang van 1 juli 2007 de mogelijkheid van een lease-auto ter beschikking gesteld, onder de conditie van een bijdrage voor privégebruik. Een en ander is vastgelegd in een berijderregeling.
Cao Collectieve arbeidsovereenkomst CHE Christelijke Hogeschool Ede CvB College van Bestuur CvSv Centrum voor Samenlevingsvraagstukken GH Gereformeerde Hogeschool GIDS Gereformeerd Instituut voor Diensten en Scholing GL Godsdienstleraar GPC Gereformeerd Pedagogisch Centrum GPW Godsdienst-Pastoraal Werk Hbo Hoger beroepsonderwijs HBO-V Hogere Beroepsopleiding Verpleegkunde IAPCHE International Association for the Promotion of Christian Higher Education ICT Informatie- en communicatietechnologie LVGS Landelijk Verband van Gereformeerde Schoolverenigingen Mbo Middelbaar beroepsonderwijs MR Medezeggenschapsraad MWD Maatschappelijk Werk en Dienstverlening NPV Nederlandse Patiënten Vereniging NVAO Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie OR Ondernemingsraad P&O Personeel & Organisatie Pabo Pedagogische Academie PEP Personeelsblad van de GH Quartz Studentenkrant van de GH RAAK Regionale Aandacht en Actie voor Kenniscirculatie RvT Raad van Toezicht SGO Steunpunt Gemeente Opbouw SPH Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Letter of Representation De geconsolideerde jaarrekening 2009 bevat een Letter of Representation, waarin het College van Bestuur van de GH (uitgebreid) verklaart dat ten behoeve van de accountantsverklaring, bedoeld in artikel 2.9. derde lid van de WHW, alle bij hem bekende informatie is verstrekt aan de instellingsaccountants, en dat het CvB niet betrokken is geweest bij onregelmatigheden in de bedrijfsvoering van de GH. Hieronder wordt in elk geval verstaan handelingen die in strijd zijn met wet- of regelgeving of andere gedragingen, die erop gericht zijn de hoogte van de rijksbijdrage van de instelling op oneigenlijke manier te beïnvloeden. De accountantsverklaring is gevoegd bij de geconsolideerde jaarrekening 2009
82
SPICE STO Vo Wmo ZEG
Studies Program In Contemporary Europe Studenttevredenheidsonderzoek Voortgezet onderwijs Wet Maatschappelijke Ondersteuning Hogescholen te Zwolle (GH), Ede (CHE) en Gouda (Driestar Educatief)
83
Colofon Uitgave Gereformeerde Hogeschool, mei 2010 Realisatie College van Bestuur, Marjan Pansier, Henk Huizenga en Gertjan Bijzet Interviews Rosita van Eerde en Gertjan Bijzet Foto’s interviews Eva Posthuma Ontwerp en uitvoering Twist Ontwerp en Advies, Carmen van Coesant Druk Hoekmantotaal
Informatie over de inhoud van dit jaarverslag kunt u opvragen bij de Gereformeerde Hogeschool, telefoon: (038) 425 55 42 www.gh.nl
84